SOCIAAL-ECONOMISCFIE RAAD AD VIES INZAKE EEN VERHOGING VAN VERSCHILLENDE SOCIALE-VERZEKERINGSUITKEIUNGEN PER 1 JANUARI 1966 SER]

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "SOCIAAL-ECONOMISCFIE RAAD AD VIES INZAKE EEN VERHOGING VAN VERSCHILLENDE SOCIALE-VERZEKERINGSUITKEIUNGEN PER 1 JANUARI 1966 SER]"

Transcriptie

1 SOCIAAL-ECONOMISCFIE RAAD AD VIES INZAKE EEN VERHOGING VAN VERSCHILLENDE SOCIALE-VERZEKERINGSUITKEIUNGEN PER 1 JANUARI 1966 SER] UITGAVE VAN DE SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 1966, no. 2

2 SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD AD VIES INZAKE EEN VERHOGING VAN VERSCHE.LENDE SOCIALE-VERZEKERINGSUITKERINGEN PER 1 JANUARI 1966 UITGEBRACHT AAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN VOLKSGEZONDHEID

3 's-gravenhage, 18 febniari Bij brief van 28 januari 1966, no , Directie Soc. Verz., Afd. V.V., heeft Uwe Excellentie bet oordeel van de Raad gevraagd over bet voornemen de uitkeringen kracbtens de Algemene Ouderdomswet, de Algemene Weduwen- en Wezenwet en de Interimwet invaliditeitsrentetrekkers en de kinderbijslagen kracbtens de Kinderbijslagwetten met ingang van 1 januari 1966 te verbogen. De wettelijke grondslag voor deze ver^oging is de bevoegdbeid tot toepassing van de zgn. indexering vooraf, volgens welke met ingang van de eerste dag van een kalenderjaar de uitkeringen kunnen worden verboogd, yooruitlopende op de te verwacbten loonontwikkeling, indien in verband met de loonpolitieke toestand daartoe een bijzondere aanleiding bestaat. Deze bevoegdheid is neergelegd in het zesde lid van het in de verschillende wetten voorkomende artikel dat de metbodiek van de aanpassing van de uitkeringen aan de loonontwikkeling regelt. Voorts zuuen de genoemde uitkeringen per 1 januari 1966 een verboging dienen te ondergaan in verband met de huurverhoging. In overeenstemming met het op 17 december 1965 door de Raad bieromtrent uitgebracbte advies zal deze verboging, behalve voor de wezenpensioenen en de kinderbijslagen, onder toepassing van bet vijfde lid van de aanpassingsartikelen, groter zijn dan de verboging van de loonindex ten gevolge van de toegestane loonsverhoging ter compensatie van de huurverhoging. De adviesaanvrage is als bijlage achter dit advies gevoegd. De Raad heeft de voorbereiding van het onderhavige advies opgedragen aan zijn Commissie Sociale Verzekeringen. Het door deze commissie opgestelde preadvies is behandeld in 's Raads vergadering van 18 febniari 1966, betgeen heeft geresulteerd in de vaststelling van bet onderhavige advies. 2. Alvorens de voomemens neergelegd in de adviesaanvrage in beschouwing te nemen, heeft de Raad aandacht geschonken aan de methodiek tot wijziging van de uitkeringen welke in de biervoren genoemde wetten is neergelegd. Het systeem beoogt de uitkeringen procentueel dezelfde wijzigingen te doen ondergaan als het gemiddelde nominale loonniveau. Dit heeft tot gevolg dat de uitkeringen de nominale loonontwikkeling enigszins vertraagd volgen. Er is dus sprake van een "aanpassing" van de uitkeringen aan de loonontwikkeling die heeft plaatsgevonden. In de aanpassingsartikelen is dit aldus gerealiseerd, dat een verplichting bestaat tot aanpassing, indien gedurende een periode van zes maanden de loonontwikkeling een afwijking van gemiddeld ten minste 3% heeft vertoond van het niveau waarop de laatste berziening van de uitkeringsbedragen was gebaseerd (tweede lid van de aanpassingsartikelen). Er is voorts de bevoegdheid van deze boofdregel af te wijken en tot wijziging van de uitkeringsbedragen over te gaan op kortere terraijn en bij een geringere loonontwikkeling. Van deze bevoegdheid kan slecbts gebniik worden gemaakt als daartoe een bijzondere aanleiding bestaat. De wijziging van de uitkeringsbedragen dient ook bij toepassing van deze bevoegdheid vouedig gekoppeld te zijn aan de loonontwikkeling (derde lid van

4 de aanpassingsartikelen). Vender, opent het vijfde lid van de aanpassingsartikelen de mogelijkheid tot een herziening van de uitkeringsbedragen welke afwijkt van de nominale loonontwikkeling, maar deze afwijkingsmogelijkheid is aan enige strikte voorwaarden gebonden. Tot deze afwijking mag slechts worden overgegaan als door toepassing van de normale procedure de reels nettoinkomsten van de uitkeringsgerechtigden zich anders zouden ontwikkelen dan die van de loontrekkenden, terwijl de wijziging van de uitkeringsbedragen zodanig moet zijn dat de bedoelde afwijking van de reele nettoinkomsten niet of niet te voile zal optreden. In de wettelijke bepalingen voor de aanpassing aan de loonontwikkeling is derhalve gestreefd naar het aangeven van objectieve normen welke beogen onzekerheid over de wijziging van de uitkeringsbedragen zoveel mogelijk te voorkomen. Dit is niet het geval bij de indexering vooraf, waartoe de mogelijkheid is geopend bij wet van 10 december 1964 (zesde lid van de aanpassingsartikelen). Deze bevoegdheid kan worden gehanteerd indien daartoe in verband met de loonpolitieke toestand een bijzondere aanleiding bestaat. Wordt deze aanwezig geacht dan kunnen per 1 januari van enig jaar de uitkeringen worden verhoogd, vooruitlopend op de feitelijke loonontwikkeling. Hierdoor gaat bij de verhoging van de uitkeringen noodzakelijkerwijze de verwachting over de loonontwikkeling een rol spelen. De Raad is van oordeel dat het, mede in het licht van de ervaringen welke zijn opgedaan met de aanpassing van de uitkeringen sinds de invoering van de Algemene Ouderdomswet per 1 januari 1957, gewenst is zich te bezinnen op de aanpassingsmethodiek zoals die thans in de verschillende wetten is neergelegd. Hierbij zal met name worden onderzocht of aan de normen voor de aanpassing van de uitkeringen aan de loonontwikkeling die heeft plaatsgevonden, een zodanige inhoud kan worden gegeven dat de wijziging van de uitkeringsbedragen zich zonder bezwaar volgens deze methodiek kan voltrekken. Hij vertrouwt het desbetreffende advies in de loop van dit jaar te kunnen uitbrengen. De voomaamste redenen, waarom dit onderzoek wenselijk wordt geacht, zijn voor een belangrijk deel van de Baad de volgende. De bevoegdheid tot indexering vooraf is duidelijk bedoeld als een bevoegdheid voor uitzonderlijke omstandigheden. De wetstekst laat echter blijkbaar een zeer ruime intsrpretatie van deze omstandigheden toe. Dit blijkt hieruit, dat deze buitengewone omstandigheden zowel in 1965 als in 1966 aanwezig worden geacht. Hetgeen als een bevoegdheid voor een uitzonderlijke situatie is bedoeld, dreigt daardoor in strijd met het systeem van de wet de normale praktijk te worden. Het verdient echter verre de voorkeur dat de indexering achteraf de normale grondslag voor de wijziging van de uitkeringsbedragen blijft. Dit is gewenst uit een oogpunt van rechtszekerheid, omdat alleen dan de aanpassing geschiedt volgens concrete, in de wet zelf neergelegde normen. Van grote betekenis is voorts dat dan wordt voorkomen dat het tijdstip en de omvang van de wijziging van de uitkeringen tot meningsverschillen aanleiding geven als die welke uit het onderhavige advies blijken. De omstandigheid dat in twee achtereenvolgende jaren een beroep op deze uitzonderingsbevoegdheid is gedaan, kan een aanwijzing zijn dat de mogelijkheden voor een aanpassing achteraf van de uitkeringen te beperkt zijn, waardoor uiteraard een drang ontstaat om met een beroep op de bevoegdheid tot indexering vooraf deze beperkingen te ontgaan. Het hiervoren bedoelde onderzoek zal dan ook voomamelijk op de vermiming van de mogelijkheden tot indexering achteraf gericht zijn. Een ander deel van de Raad, de juistheid van de voorgaande overwegingen in het midden Intend, acht deze van genoegzaam belang om medewerking te verlenen aan een nadere bestudering van de gehele aanpassingsmethodiek.

5 3. De Raad is met de adviesaanvrage van oordeel dat ook thans de voorwaarden vervuld zijn voor toepassing van de indexering vooraf. Ten aanzien van de samenballing van de afloopdatum van de couectieve arbeidsovereenkomsten, van de uniformiteit vein de loonsverhoging en van de te verwachten prijsontwikkeling, zijn de verschillen met de situatie welke in de aanvang van het jaar 1965 gold, niet zo groot dat er redenen zouden zijn om thans van indexering vooraf af te zien. De Raad kan zich dan ook met de in de adviesaanvrage neergelegde voorstellen verenigen, behoudens voor zover deze betrekking hebben op de verwerking van de gevolgen van de in 1965 verstrekte uitkering ineens. Als vaststaand kan worden aangenomen dat deze in 1966 voor nagenoeg alle loontrekkenden zal leiden tot een verhoging van de vakantie-uitkeringen met 2%. In de adviesaanvrage wordt nu gesteld dat er geen aanleiding is om deze verhoging van de vakantie-uitkering reeds per 1 januari 1966 via de weg van voorindexering in de uitkeringsbedragen tot uitdrukking te brengen. Op grond hiervan wordt het indexcijfer per 31 deceraber 1965 in dier voege gecorrigeerd, dat daaniit wordt verwijderd dat deel van de uitkering ineens, dat reeds in het indexcijfer van de lonen is verwerkt, welk deel gesteld is op drie punten. De opvatting dat er geen aanleiding bestaat om een verhoging van de vakantieuitkering voor de werknemers reeds per 1 januari 1966 via de weg van voorindexering in de uitkeringsbedragen tot uitdrukking te brengen, kan de Raad niet onderschrijven. De omzetting van de in 1965 verstrekte uitkering ineens in een verhoging van de vakantietoeslag in 1966 betekent geen verhoging van de arbeidskosten. De uitkeringsgerechtigden hebben in 1965 eveneens krachtens een afzonderlijke wettelijke maatregel een extra uitkering ontvangen ter grootte van 2% van de pensioenbedragen. Het is niet meer dan billijk dat bij de voorindexering wordt uitgegaan van de feitelijk door de gerechtigden genoten uitkeringen en niet van lagere bedragen, uitsluitend omdat door de techniek van de uitkering ineens deze inkomensverhoging tot dusverre niet in het indexcijfer der lonen is verwerkt. De methodiek die in de adviesaanvrage wordt voorgesteld, heeft tot gevolg dat de verwerking van de in 1965 opgetreden stijging van de loonkosten door de uitkering ineens eerst in de loop van het jaar 1966 in het loonindexcijfer tot uiting zal komen. Aangezien voor de normale aanpassing van de uitkeringsbedragen de eerste publikatie van het loonindexcijfer beslissend is, betekent dit voor de uitkeringsgerechtigden dat deze verwerking slechts voor een deel van het jaar in de uitkeringsbedragen zal doorwerken. De Raad is op grond van het vorenstaande van oordeel dat in de indexering vooraf tevens de verwerking van de in 1965 verleende uitkering ineens in het loonindexcijfer moet worden betrokken. Dit kan worden bereikt door overeenkomstig de adviesaanvrage het loonindexcijfer per 31 december 1965 met drie punten te verlagen en vervolgens de voprindexering niet te stellen op 5% maar op 7%. Van deze 7% representeert daft-2% een verwerking in het loonindexcijfer van de in 1965 opgetreden loonkostenstijging door de uitkering ineens en houdt de overige 5% verband met de in 1966 te verwachten loonkostenstijging. De Raad tekent hierbij aan dat dit voorstel berust op de veronderstelling dat, overeenkomstig 's Raads advies van 17 december 1965 inzake het vraagstuk van een vakantie-uitkering in het kader van de sociale verzekering, in 1966 aan de uitkeringsgerechtigden geen afzonderlijke vakantie-uitkering zal worden verstrekt. De Raad meende van deze veronderstelling te mogen uitgaan, gelet op het ontbreken van enige aanduiding in de adviesaanvrage dat een dergelijke vakantieuitkering in 1966 wordt overwogen. 4. Een minderheidvan de Raad, bestaandeuit een groot aantal leden, wil voorop-

6 stellen dat de onderhavige adviesaanvrage de bij dat deel bestaande reserves tegen de bevoegdheid tot indexering vooraf en de daaraan gegeven interpretatie belangrijk heeft vergroot. Het zesde lid van de aanpassingsartikelen stelt als voorwaarde voor de toepassing van de indexering vooraf de aanwezi^eid van een bijzoudere aanleiding in verband met de loonpolitieke toestand. Deze omschrijving is zo vaag dat aan de wetsbepaling zelve nagenoeg geen normen kunnen worden ontleend voor de toepassing van deze bevoegdheid. De mate waarin van de indexering vooraf gebruik kan worden gemaakt, hangt dus in belangrijke mate af van de interpretatie welke aan de omschrijving wordt gegeven. Bij de parlementaire behandeling zijn de volgende criteria voor toepassing van de onderhavige bevoegdheid genoemd: a. de omstandigheid dat een relatief groot aantal couectieve arbeidsovereenkomsten tot stand zal komen in een korte periode, en wel zodanig dat de gemiddelde ingangsdatum, gemeten naar het aantal betrokken werknemers, dicht bij 1 januari ligt; b. de omstandigheid dat naar verwachting de loonsverhogingen vrijwel uniform zuuen zijn; 0. de te verwachten prijsontwikkeling. Niet duidelijk is of slechts als deze voorwaarden gezamenlijk zijn vervuld van een bijzondere aanleiding op loonpolitiek gebied kan worden gesproken, of dat dat ook het geval is als slechts aan een of twee van deze voorwaarden is voldaan. Dit deel van de Raad acht het opmerkelijk dat in de onderhavige adviesaanvrage expliciet slechts het onder a genoemde criterium wordt genoemd, in tegenstelling tot de adviesaanvrage van 21 december 1Q64, toen duidelijk werd gesteld dat de loonsverhoging vrijwel uniform zou zijn. De Raad heeft er in zijn advies van 22 januari 1965 op gewezen dat de genoemde criteria voor toepassing van de bevoegdheid tot indexering vooraf niet zo uitzonderlijk zijn als de formulering van deze bevoegdheid zou doen vermoeden. De toepassingsmogelijkheid wordt uiteraard nog groter, indien reeds het vervuld zijn van een of twee van de voorwaarden voldoende wordt geacht voor toepassing van de bevoegdheid. In het vorige advies werd gewezen op de mogelijkheid dat hierdoor de indexering vooraf min of meer de normale. figuur zou worden, waardoor de praktijk van de aanpassing van de uitkeringen zou gaan afwijken van het beginsel dat aan de wettelijke bepalingen ten grondslag ligt. De omstandigheid dat thans in een situatie, die naar het oordeel van dit deel bezwaarlijk uitzonderlijk kan worden genoemd, wederom naar toepassing van de indexering vooraf wordt gegrepen, bevestigt naar het oordeel van dit deel van de Raad het vermoeden dat in het vorige advies is uitgesproken. Er dreigt een praktijk te ontstaan^ waardoor aan indexering vooraf als regel niet zal kunnen worden ontkomen. Dit deel van de Raad heeft hiertegen emstige bezwaren. AUereerst. zoals vermeld, omdat hierdoor een voor uitzonderlijke omstandi^eden bedoelde bevoegdheid de normale grondslag voor verhoging van de uitkeringen dreigt te worden. Deze ontwikkeling is in strijd met de gedachte dat van de indexering geen autonome inflatoire stimulans mag uitgaan en op grond waarvan oorspronkelijk is gekozen voor een automatisme naar de maatstaf van de ontwikkeling die zich heeft voltrokken. Dit deel van de Raad acht het een groot goed dat de sociale uitkeringen welvaartsvast zijn gemaakt en dat die welvaartsvastheid door een automatisme is gewaarborgd. Voorkomen dient echter te worden dat de indexering de welvaartsvastheid gaat bedreigen. Voorts acht dit deel van de Raad aan dit oneigenlijke gebruik van de bevoegdheid emstige gevaren verbonden. Zo is er in het vorige advies reeds op gewezen dat deze bevoegdheid de Raad ertoe kan noodzaken zijn verwachtingen over de

7 feitelijke loonontwikkeling en prijsontwikkeling kenbaar te maken, ook als de omstandi^eden in verband met het loonpolitieke stelsel of de sociaal-economische situatie dit niet opportuun of niet wenselijk maken. Dit deel van de Raad zou er dan ook verre de voorkeur aan hebben gegeven, indien de mogelijkheid tot indexering vooraf niet zou zijn geihtroduceerd. Een snelle aanpassing van de uitkeringen zou dan voor zover nodig kunnen worden geeffectueerd door toepassing van het derde lid van de aanpassingsartikelen, volgens welk lid de pensioenbedragen kunnen worden verhoogd of verlaagd, ook als niet voldaan is aan de beperkingen welke de hoofdregel van de aanpassing bevat (een afwijking gedurende een aaneengesloten periode van zes maanden van ten minste 3% van het indexcijfer waarop de laatste herziening was gebaseerd), terwijl in bijzonder urgente situaties met behulp van een afzonderlijke wettelijke raaatregel tot indexering vooraf zou kunnen worden overgegaan. Op grond van het hiervoren gestelde is dit deel van de Raad van oordeel dat thans niet de voorwaarden zijn vervuld waaronder tot indexering vooraf kan worden overgegaan. Maar ook als dit wel het geval zou zijn, moet niet uit het oog worden verloren, dat er dan geen verplichting is tot indexering vooraf, maar slechts een bevoegdheid en dat dus tevens moet worden beoordeeld of het opportuun moet worden geacht daarvan gebruik te maken. Deze vraag wordt door dit deel van de Raad ontkennend beantwoord. Toepassing van deze bevoegdheid in twee achtereenvolgende jaren, nadat de desbetreffende wetten de mogelijkheid daartoe hebben geopend, in omstandigheden die bezwaarlijk uitzonderlijk kunnen worden genoemd, schept een zodanig precedent, dat overgang naar de normale aanpassingsmethodiek ten zeerste wordt bemoeilijkt. Dit deel van de Raad is van mening dat met ingang van 1 januari 1966 denormale asinpassingsmethodiek moet worden toegepast. Dit houdt in concreto in een optrekking van de uitkeringsbedragen op grond van de ontwikkeling van het loonindexcijfer tot 31 december 1965, onder toepassing van het tweede lid van het aanpassingsartikel van de verschillende wetten en daamaast de verhoging van de uitkeringsbedragen ter compensatie van de huurverhoging waartoe de Raad op 17 december 1965 heeft geadviseerd. De uitkomsten, vergeleken met de in de adviesaanvrage gedane voorstellen, zijn als volgt: gehuwde bejaarden en weduwen met kinderen f , ongehuwde bejaarden en weduwen zonder kinderen f , invaliden klasse A f , invaliden klasse B f , invaliden klasse C f , wezen tot 10 jaar f. 888, wezen van 10 tot 16 jaar f , wezen van 16 tot 27 jaar f , kinderbijslag le kind (per kwar'taal) f. B8,92 kinderbijslag 2e en 3e kind (per kwartaal) f. 101,40 kinderbijslag 4e en 5e kind (per kwartaal) f. 135,72 kinderbijslag 6e en 7e kind (per kwartaal) f. 151,32.p.v. f ,-.p.v. f ,-.p.v. f ,-.p.v. f ,-.p.v. f ,-.p.v. f. 906,-.p.v. f, 1.362,-.p.v. f ,-.p.v. f. 90,48.p.v. f. 103,74.p.v. f. 138,84 p.v. f. 155,22 kinderbijslag 8e en volgende (per kwartaal) f. 168,48 i.p.v. f. 171,60 Bij de beoordeling van deze verschillen dient in het oog te worden gehouden dat bij toepassing van de door dit deel van de Raad in overweging gegeven methode op een vroeger tijdstip in 1966 zal zijn voldaan aan de voorwaarden voor een verdere verhoging dan bij toepassing van de indexering vooraf. In de praktijk zullen voor 1966 de verschillen naar alle waarschijnlijkheid kleiner zijn dan die welke in bovenstaande tabel zijn vermeld. Hieruit blijkt dat het resultaat van toepassing van de normale methode van aanpassing zo weinig afwijkt van die

8 van toepassing van de indexering vooraf, dat ook uit dien hoofde een beroep op gebruik van deze voor bijzondere omstandigheden bedoelde bevoegdneid niet nodig is. Enkele leden van de Raad onderschrijven de bezwaren die door de hiervoren genoemde minderheid tegen het voorgestelde gebruik van de indexering vooraf zijn aangevoerd. Gelet op het voornemen van de Raad te adviseren over het vraagstuk van de aanpassingsmethodiek, willen zij zich thans niet verzetten tegen de voornemens zoals die in de adviesaanvrage zijn uiteengezet. 5. Tot besluit van dit advies vraagt de Raad de aandacht voor de bij adviesaanvragen over deze materie tevolgen procedure. De publikatie van de uitkeringsbedragen welke zouden gaan gelden indien aan de in de adviesaanvrage vermelde voornemens uitvoering wordt gegeven, heeft uiteraard verwachtingen gewekt bij de betrokkenen. Dit wordt dan noodzakelijkerwijze een factor die bij de oordeelsvoiming in de Raad mede zijn invloed kan doen gelden en die een beoordeling door de Raad van de zakelijke merites van de in de adviesaanvrage vermelde voornemens kan bemoeilijken. Dit bezwaar doet zich evenzeer gelden bij de beslissing die moet worden genoraen indien de Raad tot lagere uitkeringsbedragen zou adviseren. Hierbij voegt zich nog het bezwaar dat de adviesaanvrage op zo'n laat tijdstip is ontvangen dat een nauwgezette bezinning op de voorstellen nauwelijks mogelijk was. Deze gang van zaken dreigt de advisering door de Raad tot een blote forraaliteit te maken. Een dergelijke ontwikkeling, waardoor de inschakeling van de Raad hoofdzakelijk als een vertragingsfactor zou worden aangevoeld, zou de Raad en naar hij aanneemt ook Uwe Excellentie zeer betreuren. J.W. DE POUS, voorzitter. HUB.L. JANSEN, algemeen secretaris.

9 BIJLAGE BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN VOLKSGEZONDHEID VAN 28 JANUARI 1966 AAN DE RAAD 1. Zoals bekend werd naast de mogelijkheid de uitkeringen krachtens de Algemene Ouderdomswet, de Algemene Weduwen- en Wezenwet, de Interimwet invaliditp.itsrentetrekkers en de drie kinderbijslagwetten te herzien met toepassing van de zgn. automatische aanpassing-achteraf, bij de wet van 10 december 1964, Stb. 486 (invoering sociaal minimum), de mogelijkheid opgenomen om die uitkeringen met toepassing van de zgn. indexering-vooraf met ingang van de eerste dag van een kalenderjaar te verhogen. Van de laatste aanpassingsmogelijkheid kan blijkens de artikelen 9, zesde lid, van de A.O.W., 21, zesde lid, van de A.W.W., 6, zesde lid, van de I.W.I., lla, zesde lid, van de A.K.W., 22, zesde lid, van de K.W.L. en 11, zesde lid, van de K.K.Z. gebruik worden gemaakt, indien in verband met de loonpolitieke toestand daartoe een bijzondere aanleiding bestaat. Bij Koninklijk besluit van 17 februari 1965, Stb. 70, werden de uitkeringsbedragen met toepassing van deze indexering-vooraf ingaande 1 januari 1965 verhoogd. De ondergetekende heeft de vraag onder ogen gezien, ofhet wenselijk is de meerbedoelde uitkeringsbedragen ook met ingang van 1 januari 1966 met toepassing van de mogelijkheid van indexering-vooraf te verhogen. 2. In de memorie van antwoord aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal inzake het ontwerp van wet tot invoering van een sociaal minimum in de A.O.W. en de A.W.W. (Gedrukte Stukken, Zitting , nr. 7762, stuk nr. 6, pag. 6) heeft de ondergetekende erop gewezen, dat naar de mate de spreiding van de couectieve arbeidsovereenkomsten minder groot is, de duur der contracten korter is en het grootste deel der contracten expireert in het begin van het jaar, de automatische indexering-achteraf zich minder bevredigend doet gevoelen, vooral ook, wanneer zich een zekere prijsontwikkeling voordoet. Bij de verhoging van de uitkeringen per 1 januari 1965 met toepassing van de indexering-vooraf heeft blijkens de toelichting op het betreffende veriiogingsbesluit, eveneens in het bovengenoemde Staatsblad nr. 70 opgenomen de omstandi^eid, dat toen de gemiddelde expiratiedatum van c.a.o.'s voor 95% voor de onder een c.a.o. vallende werknemers ongeveer medio februari lag, dan ook een zeer belangrijke rol gespeeld. Ook dit jaar ligt voor verreweg het grootste deel van de onder een c.a.o. vallende werknemers de expiratiedatum van de contracten in het begin van het jaar. Weliswaar is thans nog slechts een gering aantal c.a.o.'s tot stand gekomen, doch verwacht mag worden, dat verreweg het merendeel van de nog te sluiten contracten alsnog zuuen ingaan op een datum, liggende in het begin van dit jaar. De ondergetekende heeft daarom gemeend, ook met ingang van 1 januari 1966 een verhoging van de welvaartsvaste sociale-verzekeringsuitkeringen met toepassing van de indexering-vooraf te moeten voorstaan. 3. Wanneer-tot indexering-vooraf per 1 januari 1966 wordt overgegaan, moeten ingevolge het bepaalde in de leden 7 van de welvaartsvastheidsartikelen in de A.O.W., de A.W.W., de I.W.I, en de kinderbijslagwetten de uitkeringsbedragen worden verhoogd met hetzelfde percentage, als waarmede het indexcijfer der lonen op 31 december 1965, verhoogd met een door de Kroon in verband met de te verwochten loonontwikkeling vast te stellen percentage, afwijkt van het

10 indexcijfer 214, 225 waarop de laatste herziening is gebaseerd. Nu het bedrijfsleven algemeen de uitkering ineens, welke het vorige jaar is verleend, in 1966 gaat aanwenden voor een verhoging van de vakantie-uitkering, heeft de ondergetekende gemeend het percentage van de voorindexering op 5 te moeten stellen. Naar zijn mening bestaat er n.l. geen aanleiding om een verhoging van de vakantie-uitkering reeds per 1 januari 1966 via de weg van voorindexering in de uitkeringsbedragen tot uitdrukking te brengen. Het vorenstaande betekent, dat het indexcijfer op 31 december 1965, hetwelk 224 bedroeg, met 5% zou moeten worden verhoogd, met dien verstande, dat daarin begrepen is de compensatie aan de werknemers in verband met de huurverhoging per 1 januari In dit indexcijfer van 224 zijn evenwel 3 punten begrepen, welke zijn toe te schrijven aan de uitkering-ineens aan de loontrekkenden in 1965, welke punten niet doorwerken in de indexcijfers na 31 december Indien bij de herziening van de uitkeringsbedragen, behalve met de stijging van het indexcijfer na 31 december 1965 als gevolg van de daarna optredende loonsverhogingen, ook nog met deze 3 punten rekening zou worden gehouden, zou dit een wijziging in de reele netto-inkomsten van de uitkeringsgerechtigden ten opzichte van die van de loontrekkenden tot gevolg hebben. Naar de mening van de ondergetekende dienen bedoelde 3 punten derhalve uit het indexcijfer op 31 december 1965 te worden geelimineerd, waartoe artikel 9, vijfde lid, van de A.O.W. en de overeenkomstige bepalingen in de andere genoemde wetten de mogelijkheid bieden. Bij de onderhavige verhoging dient dan te worden uitgegaan van een gecorrigeerd indexcijfer op 31 december 1965 van = 221. Een verhoging van dit gecorrigeerde indexcijfer 221 per 31 december 1965 met 5% geeft als uitkomst een indexcijfer van 232,05. Gezien het vorenstaande acht de ondergetekende het gewenst de uitkeringen krachtens de meergenoemde sociale verzekeringswetten per 1 januari 1966 in beginsel op te trekken tot het indexcijfer 232,05, welk cijfer dus verder als basis zal gelden voor een volgende herziening. 4. A. Verhoging ouderdomspensioenen, weduwenpensioenen en invaliditeitsuitkeringen Zoals uit punt 3 blijkt, is in het percentage van 5 begrepen de compensatie aan de werknemers in verband met de huurverhoging. Bij optrekking van de ouderdomspensioenen, de weduwenpensioenen en de invaliditeitsuitkeringen tot het indexcijfer 232,05 zonder meer, zou echter voorbijgegaan worden aan het advies van uw Raad d.d. 17 december 1965 (1965, nr. 12) over een herziening van de uitkeringsbedragen ingevolge verschillende socialeverzekeringswetten in verband met de huurverhoging per 1 januari Dit advies houdt in, dat in plaats van een verhoging, overeenkomende met de stijging van het indexcijfer der lonen in verband met de meerbedoelde huurcompensatie aan de loontrekkenden de ondergetekende zou deze, gezien de inhoud van zijn desbetreffende adviesaanvraag d.d. 25 november 1965, willen stellen op 1,3% van het gecorrigeerde indexcijfer 221 per 31 december 1965 d.i. op 2,873 punten de volgende compensatie ware te verlenen: a. f. 90, per jaar voor gehuwde bejaarden en weduwen met kinderen; b. f. 78, per jaar voor ongehuwde bejaarden en weduwen zonder kinderen; c. f. 84, per jaar voor invaliden in klasse A; d. f. 72, per jaar voor invaliden in klasse B; e. f. 54, per jaar voor invaliden in klasse C. 10

11 De realisering van deze aanbeveling bij de voorgenomen indexering-vooraf wordt bereikt door de thans geldende uitkeringsbedragen te verhogen met het procentuele verschil tussen 214,225 (het indexcijfer, waarop deze bedragen zijn gebaseerd) en 229,177 (232,05-2,873) = 6,98 en de aldus verkregen bedragen te vermeerderen met de bovengenoemde desbetreffende compensatie voor de huurverhoging. Voorts rekening houdende met de wettelijk voorgeschreven afronding van de uitkomsten naar boven op een veelvoud van zes gulden, worden de jaarbedragen dan als volgt verhoogd: a. van f. 3756, tot f. 4110, voor gehuwde bejaarden en weduwen met kinderen; b. van f. 2628, tot f. 2892, voor ongehuwde bejaarden en weduwen zonder kinderen; c. van f. 5178, tot g. 5628, voor invaliden in klasse A; d. van f. 4212, tot f. 4578, voor invaliden in klasse B; e. van f. 3240, tot f. 3522, voor invaliden in klasse C. B. Verhoging wezenpensioenen en kinderbijslagen Blijkens het eerdergenoemde advies van 17 december 1965 staat uw Raad, evenals de ondergetekende, op het standpunt, dat voor de wezenpensioenen en de kinderbijslagen geen bijzondfre maatregelen in verband met de huurverhoging dienen te worden getroffen, zodat ten aanzien van deze uitkeringen kan worden volstaan met een verhoging overeenkomstig de loonontwikkeling. Bij indexeringvooraf dienen derhalve de thans geldende uitkeringsbedragen te worden verhoogd met (let procentuele verschil tussen 214,225 en 232,05 = 8,32. Na de wettelijk voorgeschreven afronding van de verkregen uitkomsten naar boven op een veelvoud van zes gulden voor wat betreft de wezenpensioenen en van. f. 0,78 voor wat betreft de kinderbijslagen, worden de bedragen dan als volgt verhoogd: wezenpensioenen per jaar: a. van f. 834, tot f. 906, voor wezen tot 10 jaar; b. van f. 1254, tot f. 1362, voor wezen van 10 tot 16 jaar; c. van f. 1626, tot f. 1764, voor wezen van 16 tot 27 jaar; kinderbijslagen per kwartaal: a. van f. 83,46 tot f. 90,48 voor een eerste kind; b. van f. 95,16 tot f. 103,74 voor een tweede en een derde kind; c. van f. 127,92 tot f. 138,84 voor een vierde en een vijfde kind; d. van f. 142,74 tot f. 155,22 voor een zesde en een zevende kind; e. van f. 158,34 tot f. 171,60 voor een achtste kind en elk volgende kind. 5. Op grond van het bepaalde in het elfde lid van artikel 9 van de A.O.W. en de overeenkomstige bepalingen in de andere meergenoemde wetten dient uw Raad te worden. gehoord alvorens een voordracht wordt gedaan tot een algemene maatregel van bestuur, waarin de hiervoren voorgestelde verhogingen zuuen worden geeffectueerd. Aangezien deze verhogingen met terugwerkende kracht tot 1 januari 1966 dienen in te gaan, zal ik het zeer op prijs stellen, uw advies zo spoedig mogelijk te mogen ontvangen. 11

SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD AD VIES INZAKE DE VERHOGING VAN SOCIALE-VERZEKERINGSUITKERINGEN PER.1JANUARI1967 ,SER)

SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD AD VIES INZAKE DE VERHOGING VAN SOCIALE-VERZEKERINGSUITKERINGEN PER.1JANUARI1967 ,SER) SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD AD VIES INZAKE DE VERHOGING VAN SOCIALE-VERZEKERINGSUITKERINGEN PER.1JANUARI1967,SER) UITGAVE VAN DE SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 1967, no. 1 SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD AD VIES INZAKE

Nadere informatie

SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD ADVIES

SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD ADVIES SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD ADVIES OVER EEN HERZIENING VAN DE.UITKERINGSBEDRAGEN INGEVOLGE VERSCHILLENDE SOCIALE-VERZEKERINGS- WETTEN IN VERBAND MET DE HUURVERHOGING PER 1 JANUARI1966-.,SER) UITGAVE VAN DE

Nadere informatie

SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD AD VIES

SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD AD VIES SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD AD VIES INZAKE VERHOGING VAN DE DAGLONEN KRACHTENS ARTIKEL 23 VAN DE WET OVERGANGSREGELING ARBEIDSONGESCHIKTHEIDS- VERZEKERING EN ARTIKEL 15, EERSTE LID, VAN DE WET OP DE ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSVERZEKERING

Nadere informatie

SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD AD VIES OVER

SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD AD VIES OVER SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD AD VIES OVER EEN VERHOGING VAN DE UITKERINGEN KRACHTENS DE ALGEMENE OUDERDOMSWET EN DE ALGEMENE WEDUWEN- EN WEZENWET TER COMPENSATIE VAN EEN VERHOGING VAN DE HUREN UITGEBRACHT

Nadere informatie

SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD AD VIES INZAKE VERHOGING VAN DE UITKERINGSBEDRAGEN INGEVOLGE VERSCHILLENDE SOCIALE-VERZEKERINGSWETTEN PER 1 OKTOBER 1966

SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD AD VIES INZAKE VERHOGING VAN DE UITKERINGSBEDRAGEN INGEVOLGE VERSCHILLENDE SOCIALE-VERZEKERINGSWETTEN PER 1 OKTOBER 1966 SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD AD VIES INZAKE VERHOGING VAN DE UITKERINGSBEDRAGEN INGEVOLGE VERSCHILLENDE SOCIALE-VERZEKERINGSWETTEN PER 1 OKTOBER 1966 SERJ UITGAVE VAN DE SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 1966, no.

Nadere informatie

SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD AD VIES

SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD AD VIES SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD AD VIES OVER EEN HERZIENING VAN DE UITKERINGSBEDRAGEN INGEVOLGE VERSCHILLENDE SOCIALE VERZEKERINGS- WETTEN IN VERBAND MET HUURVERHOGING SERJ UITGAVE VAN DE SOCIAAL-ECONOMISCHE

Nadere informatie

SOGIAAL-ECQNQMISCHE RAAD ADVIES. INZAKE DE REGELEN BETREFFENDE DE AANPASSING VAN DE KINDERBIJSLAGEN AAN HET INpEXCUFER DER LONEN.

SOGIAAL-ECQNQMISCHE RAAD ADVIES. INZAKE DE REGELEN BETREFFENDE DE AANPASSING VAN DE KINDERBIJSLAGEN AAN HET INpEXCUFER DER LONEN. SOGIAAL-ECQNQMISCHE RAAD ADVIES INZAKE DE REGELEN BETREFFENDE DE AANPASSING VAN DE KINDERBIJSLAGEN AAN HET INpEXCUFER DER LONEN SERl UITGAVE VAN DE SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD Bezuidenhoutseweg 60, 's-gravenhage

Nadere informatie

SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD ADVIES

SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD ADVIES 1 SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD ADVIES INZAKE VERHOGING VAN DE UITKERINGSBEDRAGEN INGEVOLGE, VERSCHILLENDE SOCIALE VERZEKE- RINGSWETTEN IN VERB/J^JD MET DE STIJGING VAN HET INDEXCIJFER DER LONEN SER) UITGAVE

Nadere informatie

SOCIAAL-ECONOMISCHE AD VIES INZAKE DE WAARDEVASTHEID VAN DE KINDERBIJSLAGEN

SOCIAAL-ECONOMISCHE AD VIES INZAKE DE WAARDEVASTHEID VAN DE KINDERBIJSLAGEN SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD AD VIES INZAKE DE WAARDEVASTHEID VAN DE KINDERBIJSLAGEN EN ADVIES INZAKE DE VRIJSTELLING VAN ONGEHUWDE VROUWEN VAN 45 JAAR EN OUDER VAN PREMIE BET ALING KRACHTENS DE ALGEMENE KINDERBIJSLAGVERZEKERING.SER]

Nadere informatie

Vaststelling AOW/AWW-bedragen per 1 maart 1996 SZW

Vaststelling AOW/AWW-bedragen per 1 maart 1996 SZW Vaststelling AOW/AWW-bedragen per 1 maart 1996 SZW 26 februari 1996/nr. SV/VP/86/0766 Directie Sociale Verzekeringen De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Gelet op de artikelen 12 en

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 632 Wijziging van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (de maatstaf voor de duur van het recht op uitkering en enige andere onderwerpen)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1987-1988 19961 Voorstel van Wet van de leden Wolters, G. Terpstra en Gerritse tot wijziging van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag en enige sociale

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 475 Invoeging van een nieuw artikel 3b van de Ziekenfondswet Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING Met ingang van 1 juli 1994 trad de Wet van 9 juni

Nadere informatie

SOCIAAL-ECONOMISCHE ADVIES INZAKE WIJZIGING VAN DE WET OP HET PREVENTIEFONDS UITGAVE VAN DE SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD

SOCIAAL-ECONOMISCHE ADVIES INZAKE WIJZIGING VAN DE WET OP HET PREVENTIEFONDS UITGAVE VAN DE SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD ADVIES INZAKE WIJZIGING VAN DE WET OP HET PREVENTIEFONDS UITGAVE VAN DE SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD Bezuidenhoutseweg 60, 's-gravenhage SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD ADVIES INZAKE WIJZIGING

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 770 Invoering van en aanpassing van wetgeving aan de Vaststellingswet titel 7.10 Burgerlijk Wetboek (arbeidsovereenkomst) (Invoeringswet titel

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 1984-1985 Nr. 145b 16833 Wijziging van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945 (Stb. 1977,494) NADERE MEMORIE VAN ANTWOORD Ontvangen 14 mei 1985

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Zitting 1974-1975 13 10 Wijziging van de inkomstenbelasting, van de loonbelasting en van enige sociale verzekeringswetten in het kader van het belastingplan 1975 Nr. 4

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Zitting 1976-1977 14421 Nadere wijziging van de Algemene Ouderdomswet, de Algemene Weduwen* en Wezenwet en de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet (verhoging van het percentage

Nadere informatie

No.W /III 's-gravenhage, 8 april 2008

No.W /III 's-gravenhage, 8 april 2008 ................................................................................... No.W12.08.0065/III 's-gravenhage, 8 april 2008 Bij Kabinetsmissive van 22 februari 2008, no.08.000558, heeft Uwe Majesteit,

Nadere informatie

AAN DE KONINGIN. No.W12.06.0350/IV 's-gravenhage, 17 oktober 2006

AAN DE KONINGIN. No.W12.06.0350/IV 's-gravenhage, 17 oktober 2006 ................................................................................... No.W12.06.0350/IV 's-gravenhage, 17 oktober 2006 Bij Kabinetsmissive van 17 augustus 2006, no.06.002805, heeft Uwe Majesteit,

Nadere informatie

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN Jaargang 2018 No. 14 Landsbesluit, houdende algemene maatregelen, van de 2 e maart 2018 tot wijziging van de artikelen 11, 12, en 29 van de Landsverordening Algemene Weduwen-

Nadere informatie

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Sociale Verzekeringen Nr. SV/GSV/01/52463 Nader rapport inzake het voorstel van wet tot wijziging van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Zitting 1978-1979 15 339 Wijziging van de inkomstenbelasting en de loonbelasting in het kader van het belastingplan 1979 Nr. 4 BIJLAGEN BIJ DE MEMORIE VAN TOELICHTING

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 553 Uitbreiding van de kring van verzekerden ingevolge de Ziekenfondswet met zelfstandigen voor wie, gelet op hun inkomen, toegang tot de sociale

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1996 303 Besluit van 30 mei 1996, houdende wijziging van het koninklijk besluit van 25 juni 1993, houdende vaststelling van regelen, bedoeld in de

Nadere informatie

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van,

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van, Besluit van., houdende wijziging van het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten in verband met de verlaging van de leeftijdsgrens voor de toepasselijkheid van het aangepaste Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten

Nadere informatie

SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD AD VIES INZAKE COORDINATIE VAN DE AANPASSINGSSYSTEMATIEK TEN AANZIEN VAN SOCIALE UITKERINGEN EN MINIMUMLOON .

SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD AD VIES INZAKE COORDINATIE VAN DE AANPASSINGSSYSTEMATIEK TEN AANZIEN VAN SOCIALE UITKERINGEN EN MINIMUMLOON . SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD AD VIES INZAKE COORDINATIE VAN DE AANPASSINGSSYSTEMATIEK TEN AANZIEN VAN SOCIALE UITKERINGEN EN MINIMUMLOON.SER] UITGAVE VAN DE SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 1971, no. 12-21meil971

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 143 Besluit van 13 maart 1995 tot wijziging van het Besluit verlaagde wekeneis Werkloosheidswet Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 046 Wijziging van de Algemene Ouderdomswet, de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen, de Wet inkomstenbelasting 2001 en de Wet op de loonbelasting

Nadere informatie

SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD ADVIES INZAKE WIJZIGING VAN DE WET OP DE ONDERNEMINGSRADEN MET BETREKKING TOT DE INSTELLING VAN GROEPSONDERNEMINGSRADEN SER)

SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD ADVIES INZAKE WIJZIGING VAN DE WET OP DE ONDERNEMINGSRADEN MET BETREKKING TOT DE INSTELLING VAN GROEPSONDERNEMINGSRADEN SER) SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD ADVIES INZAKE WIJZIGING VAN DE WET OP DE ONDERNEMINGSRADEN MET BETREKKING TOT DE INSTELLING VAN GROEPSONDERNEMINGSRADEN SER) UITGAVE VAN DE SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 1973, no. 14-19

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1997 30 Besluit van 16 januari 1997, houdende uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken (Uitvoeringsbesluit Wet waardering onroerende zaken)

Nadere informatie

Öt.% ONDERWIJSRAAD. 30 september Eerste Afdeling O.E. 229 H.O. Bericht op schrijven van 17 augustus 1966, D.G.W. I46776/I

Öt.% ONDERWIJSRAAD. 30 september Eerste Afdeling O.E. 229 H.O. Bericht op schrijven van 17 augustus 1966, D.G.W. I46776/I ONDERWIJSRAAD SECRETARIAAT: BEZUIDENHOUTSEWEG 125 S-GRAVENHAGE TEL. 070-83 61 M Öt.% % O.E. 229 H.O. 30 september 1966 Bericht op schrijven van 17 augustus 1966, D.G.W. I46776/I Onderwerp: ontwerp-besluit

Nadere informatie

SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD AD VIES INZAKE VAKANTIE WERKENDE JONGEREN UITGEBRACHT AAN DE MINISTERS VAN JUSTITIE EN VAN SOCIALE ZAKEN .

SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD AD VIES INZAKE VAKANTIE WERKENDE JONGEREN UITGEBRACHT AAN DE MINISTERS VAN JUSTITIE EN VAN SOCIALE ZAKEN . SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD AD VIES INZAKE VAKANTIE WERKENDE JONGEREN UITGEBRACHT AAN DE MINISTERS VAN JUSTITIE EN VAN SOCIALE ZAKEN.SER) UHGAVE VAN DE SOCIAAL-ECONOMISCHE KJKAD 1974, no. 4-15 fobruari 1974

Nadere informatie

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN Jaargang 2016 No. 43 Landsbesluit, houdende algemene maatregelen, van 4 augustus 2016 tot wijziging van de dagloongrenzen voor 2015, genoemd in de Landsverordening ongevallen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2000 383 Wet van 27 september 2000, houdende nieuwe regels voor de financiering van de Algemene bijstandswet, de Wet inkomensvoorziening oudere en

Nadere informatie

Het voorstel van rijkswet wordt als volgt gewijzigd: a. In onderdeel b, aanhef, wordt de komma aan het slot vervangen door een dubbele punt.

Het voorstel van rijkswet wordt als volgt gewijzigd: a. In onderdeel b, aanhef, wordt de komma aan het slot vervangen door een dubbele punt. 33 955 Regeling voor Nederland en Curaçao tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en een woonplaatsfictie

Nadere informatie

REGLEMENT AANVULLINGSREGELINGEN PER 1 JANUARI 2006 STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE HANDEL IN BOUWMATERIALEN

REGLEMENT AANVULLINGSREGELINGEN PER 1 JANUARI 2006 STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE HANDEL IN BOUWMATERIALEN REGLEMENT AANVULLINGSREGELINGEN PER 1 JANUARI 2006 STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE HANDEL IN BOUWMATERIALEN Februari 2011 HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1.1 Inleidende bepalingen 1.

Nadere informatie

Artikel I Artikel 15 van het Uitvoeringsbesluit Les- en cursusgeldwet 2000 wordt als volgt gewijzigd:

Artikel I Artikel 15 van het Uitvoeringsbesluit Les- en cursusgeldwet 2000 wordt als volgt gewijzigd: Besluit van... houdende wijziging van het Uitvoeringsbesluit Les- en cursusgeldwet 2000, het Besluit studiefinanciering 2000 en het Besluit tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten in verband met

Nadere informatie

REGLEMENT SENIORENREGELING GROOTHANDEL IN BLOEMBOLLEN 2019

REGLEMENT SENIORENREGELING GROOTHANDEL IN BLOEMBOLLEN 2019 REGLEMENT SENIORENREGELING GROOTHANDEL IN BLOEMBOLLEN 2019 Artikel 1 a Toepassing Dit reglement is van toepassing op de Groothandel in Bloembollen zoals bedoeld in artikel 1 sub C. lid 2 cao Colland en

Nadere informatie

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van,

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van, Besluit van houdende wijziging van het Bijdragebesluit zorg en het Besluit maatschappelijke ondersteuning in verband met verzachting van de vermogensinkomensbijtelling voor de eigen bijdrage AWBZ en Wmo

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 740 Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht, de Wet tarieven in burgerlijke zaken en enkele andere wetten ter verhoging van de opbrengst

Nadere informatie

CONCEPT. De Minister van Veiligheid en Justitie, Gelet op artikel 6, negende lid, van het Besluit bezoldiging politie: Besluit:

CONCEPT. De Minister van Veiligheid en Justitie, Gelet op artikel 6, negende lid, van het Besluit bezoldiging politie: Besluit: directoraat-generaal Veiligheid Personeel & Materieel CONCEPT Regeling van de Minister van Veiligheid en Justitie van DGV Politie/Personeel en Materieel, houdende invoering van de Tijdelijke regeling functieonderhoud

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 314 Wijziging van de Algemene Ouderdomswet, de Wet financiering sociale verzekeringen en de Wet op de huurtoeslag en enige andere wetten in

Nadere informatie

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN Jaargang 2015 No. 11 Landsbesluit, houdende algemene maatregelen, van de 15 de mei 2015, tot wijziging van het Gevarenklassenbesluit ongevallenverzekering in verband met

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 277 Wijziging van de Wet werk en bijstand in verband met de herziening van de definities van gezin en middelen (Wet afschaffing huishoudinkomenstoets)

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2000 2001 Nr. 322 27 692 Het stellen van nadere regels in verband met de introductie van een toeslagregeling ter compensatie van het gemis aan overhevelingstoeslag

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 718 Besluit van 18 december 2006 tot vaststelling van een algemene maatregel van bestuur betreffende de verlening van een tegemoetkoming aan

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 335 Besluit van 30 augustus 2013, houdende wijziging van het Algemeen Rijksambtenarenreglement, het Reglement Dienst Buitenlandse Zaken en het

Nadere informatie

Datum 31 januari Betreft Nota van wijziging Wet verhoging pensioenleeftijd, extra verhoging AOW en flexibilisering ingangsdatum AOW (33046)

Datum 31 januari Betreft Nota van wijziging Wet verhoging pensioenleeftijd, extra verhoging AOW en flexibilisering ingangsdatum AOW (33046) > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 258 Besluit van 3 juli 2007, houdende aanpassing van enige fiscale uitvoeringsbesluiten Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 49gg, achtste lid, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 49gg, achtste lid, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement; STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 1206 12 januari 2016 Regeling van de Minister voor Wonen en Rijksdienst van 7 januari 2016, nr. 2016-0000006820, houdende

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 324 Besluit van 4 juli 2001, houdende nadere regels met betrekking tot het aantal toegevoegd kandidaat-gerechtsdeurwaarders en de duur van de

Nadere informatie

Uit de toelichting op het aangenomen amendement blijkt dat met woonkosten, naast huur, ook gedoeld wordt op kosten eigen woning.

Uit de toelichting op het aangenomen amendement blijkt dat met woonkosten, naast huur, ook gedoeld wordt op kosten eigen woning. Parlementaire geschiedenis Verhoging beslagvrije voet met woonkosten (art. 475d lid 5 onder b Rv) Belangrijke passages 1 Van 1 april 1991 tot 1 januari 1996 1 Van 1 januari 1996 tot 29 juni 1996 6 Van

Nadere informatie

A 2012 N 13 PUBLICATIEBLAD

A 2012 N 13 PUBLICATIEBLAD A 2012 N 13 PUBLICATIEBLAD LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, van de 7 de februari 2012 houdende wijziging van het Eilandsbesluit toekenning toelage aan ouderdomspensioengerechtigden 1 In overweging

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 081 Nieuwe regels voor de financiering van de Algemene bijstandswet, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze

Nadere informatie

19. REGLEMENT SENIORENREGELING GROOTHANDEL IN BLOEMBOLLEN 2019

19. REGLEMENT SENIORENREGELING GROOTHANDEL IN BLOEMBOLLEN 2019 19. REGLEMENT SENIORENREGELING GROOTHANDEL IN BLOEMBOLLEN 2019 Artikel 1 a Toepassing Dit reglement is van toepassing op de Groothandel in Bloembollen zoals bedoeld in artikel 1 sub C. lid 2 cao Colland.

Nadere informatie

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van juni 2009, kenmerk OHW-U-29 ;

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van juni 2009, kenmerk OHW-U-29 ; Ontwerp Besluit van houdende aanpassing van algemene maatregelen van bestuur in verband met de invoering van de Wet van 20 november 2008 houdende wijziging van de Wet buitengewoon pensioen 1940-1945, de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 193 (R 1658) Wijziging van de bepalingen ten aanzien van octrooigemachtigden in de Rijksoctrooiwet en de Rijksoctrooiwet 1995 B ADVIES RAAD

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 435 Besluit van 28 september 2006 tot wijziging van enige algemene maatregelen van bestuur in verband met de inwerkingtreding van de Wet wijziging

Nadere informatie

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN Jaargang 2018 No. 13 Landsbesluit, houdende algemene maatregelen, van de 2 e maart 2018 tot wijziging van de artikelen 7, eerste lid, 7a, eerste lid, en 26, derde tot

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 0 0 33 7 Wijziging van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek en enkele andere wetten in verband met de implementatie van Richtlijn 0/7/EU van het Europees Parlement

Nadere informatie

Wijziging van het Ambtenarenreglement 's-gravenhage en de Arbeidsovereenkomstenverordening inzake seniorenbeleid.

Wijziging van het Ambtenarenreglement 's-gravenhage en de Arbeidsovereenkomstenverordening inzake seniorenbeleid. rv 119 Bestuursdienst nr. PI6000388 Den Haag, 16 april 1996 Aan de gemeenteraad Wijziging van het Ambtenarenreglement 's-gravenhage en de Arbeidsovereenkomstenverordening inzake seniorenbeleid. 1. Inleiding.

Nadere informatie

Gemeente Achtkarspelen. Verordening Langdurigheidstoeslag WWB. Dienst Werk en Inkomen De Wâlden

Gemeente Achtkarspelen. Verordening Langdurigheidstoeslag WWB. Dienst Werk en Inkomen De Wâlden Gemeente Achtkarspelen Verordening Langdurigheidstoeslag WWB Dienst Werk en Inkomen De Wâlden November 2011 1 Gemeente Achtkarspelen de Raad van de gemeente Achtkarspelen; gelet op het bepaalde in artikel

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 095 Wijziging van de wet van 22 december 1994 tot nadere wijziging van de Algemene Kinderbijslagwet, de Ziekenfondswet en de Algemene Wet Bijzondere

Nadere informatie

3 Salaris en vergoedingsregelingen. Bezoldiging

3 Salaris en vergoedingsregelingen. Bezoldiging 3 Salaris en vergoedingsregelingen Bezoldiging Artikel 3:1 1 Met inachtneming van artikel 1:2:1 wordt aan de ambtenaar binnen het kader van een lokaal vast te stellen bezoldigingsregeling een bezoldiging

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2012 2013 33 318 Wijziging van enkele socialezekerheidswetten in verband met vereenvoudiging van de uitvoering van deze wetten door de Sociale verzekeringsbank

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 606 Het onderbrengen van de zorg, bestaande uit duurzaam verblijf en verzorging in een verzorgingshuis, in de aanspraken op grond van de Algemene

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2003 221 Rijkswet van 8 mei 2003 tot wijziging van de rijkswet van 20 december 1989, houdende regeling van pensioenen en uitkeringen aan Gouverneurs

Nadere informatie

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 25 januari

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 25 januari A D V I E S Nr. 1.543 ----------------------------- Zitting van woensdag 25 januari 2006 ----------------------------------------------- Hervorming van het indexcijfer der consumptieprijzen Vaststelling

Nadere informatie

Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van..., no. trcjz..., Directie Juridische Zaken;

Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van..., no. trcjz..., Directie Juridische Zaken; WIJ BEATRIX, BIJ DE GRATIE GODS, KONINGIN DER NEDERLANDEN PRINSES VAN ORANJE-NASSAU, ENZ.ENZ.ENZ. Ontwerp-Besluit houdende wijziging van het Besluit hardheidsgevallen herstructurering varkenshouderij Op

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1999 461 Wet van 28 oktober 1999, houdende uitbreiding van de kring van verzekerden ingevolge de Ziekenfondswet met zelfstandigen voor wie, gelet

Nadere informatie

Verstrekkingenreglement regeling minder werken voor oudere werknemers in de sector Glastuinbouw 2015

Verstrekkingenreglement regeling minder werken voor oudere werknemers in de sector Glastuinbouw 2015 Verstrekkingenreglement regeling minder werken voor oudere werknemers in de sector Glastuinbouw 2015 Artikel 1 Toepassing Dit reglement is van toepassing op aanmeldingen die na 1 april 2015 zijn ontvangen

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Ontwerp van een besluit houdende regels met betrekking tot de verlening van een to evoeging ten behoeve van mediation, de eigen bijdrage in geval van mediation op basis van een toevoeging, alsmede de vaststelling

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1987-1988 Nieuwe bepalingen met betrekkin gemeenten (Gemeentewet) g tot Nieuwe bepalingen met betrekking tot provincies (Provinciewet) ADVIES RAAD VAN STATE

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 68641 1 december 2017 Mededeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 23 november 2017, 2017-0000185541,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 768 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en de Faillissementswet in verband met de samenloop van de vordering op de boedel ingeval

Nadere informatie

Artikel 2:1 Tenzij bij of krachtens wet of raadsbesluit anders is of wordt bepaald, geschiedt de aanstelling door het college.

Artikel 2:1 Tenzij bij of krachtens wet of raadsbesluit anders is of wordt bepaald, geschiedt de aanstelling door het college. 2 Aanstelling en arbeidsovereenkomst Aanstelling: het bevoegd gezag Artikel 2:1 Tenzij bij of krachtens wet of raadsbesluit anders is of wordt bepaald, geschiedt de aanstelling door het college. Aanstelling

Nadere informatie

No.W /III 's-gravenhage, 11 november 2016

No.W /III 's-gravenhage, 11 november 2016 ... No.W12.16.0277/III 's-gravenhage, 11 november 2016 Bij Kabinetsmissive van 19 september 2016, no.2016001567, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 967 Wijziging van de Wet arbeid en zorg en enige andere wetten in verband met het geboorteverlof en het aanvullend geboorteverlof teneinde bij

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 856 Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en enkele andere wetten teneinde nader inhoud te geven aan het beginsel van openbaarheid

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID I-SZW Nr. 8446 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 04-01-1996, nr. 3 ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN GEWIJZIGDE BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST IN

Nadere informatie

Toeslagenverordening Wet Werk en Bijstand gemeente Coevorden.

Toeslagenverordening Wet Werk en Bijstand gemeente Coevorden. Toeslagenverordening Wet Werk en Bijstand gemeente Coevorden Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie is geldig

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 046 Wijziging van de Algemene Ouderdomswet, de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen, de Wet werk en bijstand, de Wet inkomstenbelasting

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 25 816 Regels inzake een regulerende heffing op het gebruik van wegen in de Randstad tijdens spitsuren (Wet op het rekeningrijden) Nr. 8 NOTA VAN

Nadere informatie

TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL

TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL 2 Vergaderjaar 2010-2011 32 856 Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en enkele andere wetten teneinde nader inhoud te geven aan het beginsel van openbaarheid

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 498 Wijziging van de arbeidsongeschiktheidswetten in verband met de wijziging van de systematiek van de herbeoordelingen (Wet wijziging systematiek

Nadere informatie

Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming

Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming (Wet op de loonvorming [Versie geldig vanaf: 17-02-1999]) Geschiedenis: Staatsblad 1997, 63;Staatsblad

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2005:AT2864

ECLI:NL:CRVB:2005:AT2864 ECLI:NL:CRVB:2005:AT2864 Instantie Datum uitspraak 29-03-2005 Datum publicatie 31-03-2005 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 02/6235 AOW/ANW e.a. Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2017:141

ECLI:NL:CRVB:2017:141 ECLI:NL:CRVB:2017:141 Instantie Centrale Raad van Beroep Datum uitspraak 17-01-2017 Datum publicatie 19-01-2017 Zaaknummer 15/7690 AOW Rechtsgebieden Socialezekerheidsrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep

Nadere informatie

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Bijstand en Gemeentelijke Activeringsbeleid Nr. B&GA/GAB/02/8727 Nader rapport inzake het voorstel van wet tot wijziging van de Wet inkomensvoorziening

Nadere informatie

Collectieve arbeidsovereenkomst inzake pensioenen NYSE Euronext

Collectieve arbeidsovereenkomst inzake pensioenen NYSE Euronext Collectieve arbeidsovereenkomst inzake pensioenen NYSE Euronext PARTIJEN: a) Euronext Amsterdam N.V., statutair gevestigd te Amsterdam, rechtsgeldig vertegenwoordigd door Cees Vermaas, bestuursvoorzitter,

Nadere informatie

tot wijziging van het Besluit huurprijzen woonruimte (instelling van een landelijke huurcommissie)

tot wijziging van het Besluit huurprijzen woonruimte (instelling van een landelijke huurcommissie) Besluit tot wijziging van het Besluit huurprijzen woonruimte (instelling van een landelijke huurcommissie) Op de voordracht van Onze Minister voor Wonen, Wijken en Integratie van..., nr. BJZ2009..., Directie

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2011 260 Besluit van 24 mei 2011, houdende vaststelling van het Uitvoeringsbesluit koopkrachttegemoetkoming oudere belastingplichtigen 0 Wij Beatrix,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 620 Besluit van 30 november 2012, houdende wijziging van het Besluit Wfsv en het Besluit tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten in

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 605 Wijziging van de Wet wapens en munitie met betrekking tot onderzoek aan de kleding en het onderzoeken van vervoermiddelen en van de Gemeentewet

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 378 Besluit van 1 augustus 1995 tot wijziging van het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren (aanvulling invaliditeitspensioen bij door

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 290 Wijziging van de Algemene Ouderdomswet, de Wet inkomstenbelasting 2001 en de Wet op loonbelasting 1964 in verband met stapsgewijze verhoging

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 28171 24 mei 2018 Mededeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 15 mei 2018, 2018-0000085753, over

Nadere informatie

Artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen

Artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen Memo Van prof. Mr. Ch.P.A. Geppaart Onderwerp Artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen 1. Via het hoofd van de afdeling Directe belastingen van het Ministerie van Financiën ontving ik Uw

Nadere informatie

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 2011, nr. ;

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 2011, nr. ; Besluit van, houdende aanpassing van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 en het Besluit toevoeging mediation in verband met een verlaging van de vergoeding van rechtsbijstandverleners en een aanpassing

Nadere informatie