Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage AM/ESM/01/80863

Transcriptie

1 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage Postbus LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) Telefax (070) Uw brief Onderwerp ESF en EQUAL ( ) Ons kenmerk AM/ESM/01/80863 Datum 29 november 2001 Ter voorbereiding op het Algemeen Overleg van 5 december over - de brief van 3 juli 2001 inzake clustergemeenten ESF (SOZA ) - de brief van 5 juli 2001 inzake de voortgang bij het Agentschap SZW ( nr 20) - de brief van 28 augustus 2001 inzake effectiviteitsgegevens ESF doelstelling 3 (SOZA ) zend ik u hierbij de onderstaande informatie welke is afgestemd met de ministeries van Financiën en OC&W. ESF 3 ( ) In mijn brief van 5 juli 2001 (TK , nr 19) heb ik aangegeven dat de subsidieregeling Doelstelling op 25 juni 2001 is opengesteld. Vanaf deze datum is het voor clusteraanvragers mogelijk om ESF-aanvragen in te dienen. Voor het jaar 2001 is in totaal 496 miljoen beschikbaar. Dit bedrag is samengesteld uit de ESF-budgetten 2000 en In antwoord op kamervragen (nr ) van mevrouw J. Bussemaker (PvdA) van 31 oktober 2001 over ESF nieuw, heb ik aangegeven dat in de periode van 25 juni tot 1 november in totaal 40 aanvragen zijn ingediend voor een totaal bedrag van 116 miljoen. Op korte termijn worden voorts projectaanvragen verwacht welke tot stand zijn gekomen op initiatief van het samenwerkingsverband Noord-Nederland. Het gaat hierbij om 51 aanvragen voor een totaal bedrag van 13,7 miljoen. Daarnaast kan op grond van een in september jl. gehouden schriftelijke enquête onder potentiële aanvragers worden opgemaakt dat dit jaar mogelijk nog ca. 30 aanvragen voor een maximum van 130 miljoen zijn te verwachten. Een voorlopige indicatie van de totale omvang van het bedrag van de mogelijke aanvragen is op dit moment 259,7 miljoen. Het Agentschap SZW beoordeelt iedere aanvraag op basis van de vigerende ESFregelgeving. Op grond van deze beoordeling is het mogelijk dat het Agentschap SZW constateert dat niet alle kosten die in een aanvraag worden opgevoerd subsidiabel zijn. Dit

2 2 kan leiden tot een lagere ESF-toewijzing dan het aanvankelijk door een clusteraanvrager aangevraagde ESF. Het niet volledig benutten van een ESF-jaarbudget heeft tot gevolg dat de Europese Commissie op grond van artikel 32 lid 2 van verordening 1260/99 de mogelijkheid heeft om over te gaan tot een zogenaamde ambtshalve annulering. In concreto betekent dit dat niet bestede delen van jaarbudgetten terugvloeien naar de begroting van de Europese Commissie. Kortheidshalve zij verwezen naar mijn brief van 1 februari jl. (TK , nr 14) waar deze ambtshalve annulering nader is toegelicht. In overleg met de Europese Commissie is bezien of en in hoeverre het mogelijk is nadere afspraken te maken over het doorschuiven van het ESF-budget 2000, teneinde onderuitputting van het budget zoveel mogelijk te kunnen beperken. De Europese Commissie heeft in antwoord hierop aangeven dat ten aanzien van het budget 2000 een eventuele ambtshalve annulering niet eind december 2002 zal plaatsvinden maar in augustus Dit betekent dat het ESF-budget 2000 in totaal 8 maanden langer kan worden ingezet dan de Europese Commissie aanvankelijk had aangegeven. De volgende elementen spelen een rol bij de voorlopige indicatie van het totaal aan ingediende aanvragen. In de praktijk blijkt dat er in algemene zin, vanwege de afwikkeling ESF , sprake is van een terughoudende opstelling om een beroep te doen op ESF-middelen Een aantal clusteraanvragers geeft aan knelpunten te ervaren die hun oorsprong vinden in de Europese regelgeving. Een van de gesignaleerde knelpunten heeft betrekking op de kostenverantwoording. De Europese regelgeving staat vooralsnog twee modellen toe: het model verantwoording werkelijke kosten en het openbare aanbestedingsmodel. Het ministerie van OC&W heeft aangegeven dat de twee toegestane modellen niet goed aansluiten op de algemene verantwoordingssystematiek die OC&W hanteert. Tot en met 1999 verantwoordde het ministerie van OC&W, conform de geldende regelgeving, de werkelijke kosten. Gezien de administratieve last en gezien het feit dat deze systematiek niet aansloot bij de verantwoordingssystematiek voor de eigen instellingen heeft het ministerie van OC&W voor de nieuwe ESF-periode een model ontwikkeld dat wel aansluit op de OC&W-systematiek. SZW heeft dit alternatieve model aan de Europese Commissie voorgelegd. De Europese Commissie heeft te kennen gegeven het OC&W-model niet te kunnen autoriseren. Het ministerie van OC&W heeft daarop niet anders kunnen besluiten dan de aanvragen vorm te geven conform het model verantwoording werkelijke kosten ook al leidt dit voor het ministerie van OC&W tot een verzwaring van de administratieve lasten. Deze aanvragen zijn inmiddels ingediend. Ook een aantal gemeenten heeft aangegeven op dit moment niet aan de door Brussel vereiste kostenverantwoording te kunnen voldoen. De VNG geeft aan dat gemeenten in het kader van SUWI openbaar zullen moeten gaan aanbesteden, wat kostenverantwoording op basis van het openbare aanbestedingsmodel op termijn mogelijk maakt.

3 3 Eerder heb ik reeds gemeld dat ook Arbeidsvoorziening voorziet dat het beschikbare budget 2001 niet volledig wordt benut. Hierbij speelt het eerder genoemde knelpunt een rol. Ten aanzien van de sectorfondsen stelt de Europese Commissie zich op het standpunt dat bijdragen vanuit sectorfondsen moeten worden aangemerkt als publieke financiering. Als gevolg hiervan zou de cofinancieringsbijdrage vanuit een sectorfonds meetellen bij het bepalen van het toegestane staatssteunplafond bij aanvragen onder de maatregel scholing van werkenden, hetgeen zou impliceren dat de ESF-subsidie soms als staatssteun zou moeten worden gemeld bij de Commissie. Een bijdrage vanuit O&O fondsen moet naar het oordeel van SZW echter worden aangemerkt als private financiering. Immers de gelden waarmee deze fondsen worden gevoed, worden opgebracht door de werkgevers en de werknemers; er worden geen collectieve middelen toegevoegd. Vanuit SZW wordt overleg gevoerd met de Europese Commissie. Stand van zaken EQUAL De programmaperiode van EQUAL ( ) is opgeknipt in twee tranches. De eerste tranche loopt van eind 2001 tot en met De tweede tranche loopt van 2004 tot en met Voor beide tranches is een bedrag van 97 miljoen beschikbaar. Het EQUAL-programma is bedoeld om nieuwe benaderingen te stimuleren voor de bestrijding van discriminatie en ongelijkheid op de arbeidsmarkt. Organisaties zijn uitgenodigd om in te schrijven op de vier pijlers van het Europese werkgelegenheidsbeleid (inzetbaarheid, ondernemerschap, aanpassingsvermogen, gelijke kansen voor mannen en vrouwen) en het thema asielzoekers. De inschrijvingsperiode voor de eerste tranche is inmiddels gesloten. In totaal zijn 243 aanvragen ingediend voor een totaal bedrag van ruim 252 miljoen. De eerste tranche is derhalve ruim 2,5 keer overtekend. Met name voor de pijlers inzetbaarheid en aanpassingsvermogen is veel belangstelling. De ingediende aanvragen zijn inmiddels zowel inhoudelijk als financieel beoordeeld. De aanvragen die op gestelde kwaliteitskriteria het hoogst scoorden, zijn toegekend (tot een maximum van 97 miljoen). Dit heeft geresulteerd in 110 toewijzende beschikkingen; deze aanvragers ontvangen een beschikking voor subsidie van voorbereidingskosten en reservering van subsidiegelden. Stand van zaken Agentschap SZW In aanvulling op mijn brief van 5 juli jl. (TK , 26642, nr 20) wordt in bijlage 1 de laatste stand van zaken met betrekking tot het Agentschap SZW weergegeven. Aan het Agentschap SZW is voor de periode tot 1 januari 2003 een tijdelijke status verleend. Deze tijdelijke status wordt toegekend aan extern verzelfstandigde diensten, die terugkeren onder de paraplu van het ministerie en als uitgangspunt hebben om een resultaatgericht besturingsmodel te combineren met een baten-lastenadministratie. Alvorens de tijdelijke status van het Agentschap SZW overgaat in een permanente status moet aan alle instellingsvoorwaarden zijn voldaan. De instellingsvoorwaarden zijn

4 4 opgenomen in bijlage 1 van de brief van 1 februari aan de Tweede Kamer (TK , nr 14 herdruk). Voor alle instellingsvoorwaarden geldt dat deze in de week van 25 januari 2002 gereed moeten zijn. Met Binnenlandse Zaken en Financiën (Bifi-team van het Ministerie van Financiën) vindt goed overleg plaats over het traject om aan de eisen te voldoen. De interimcontrole is nog gaande. De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, (W.A. Vermeend) Bijlage 1 (behorend bij brief kenmerk AM/ESM/01/80863) De stand van zaken voor de invulling van de Agentschapseisen is op dit moment per instellingsvoorwaarde als volgt: Instellingsvoorwaarde huidige stand van zaken Er is een omgevingsanalyse De producten en diensten van het Agentschap SZW zijn geïdentificeerd Er is een kostprijsmodel Bepaling indicatoren voor doelmatig en efficiënt werken Heldere resultaatgerichte cyclus voor planning en control die aansluit bij het departement Risico s geïdentificeerd en afgedekt Een eerste concept van de omgevingsanalyse is in het Bifi-team besproken Een conceptbeschrijving van de producten en diensten is met het Bifi-team besproken De ontwikkeling van een kostprijsmodel is in een vergevorderd stadium. Daarbij is tevens de bepaling van de tariefstructuur ter hand genomen. Op basis van het kostprijsmodel zal een proefofferte worden opgesteld. Ook is gestart met de voorbereidingen voor het invoeren van tijdschrijven. Een keuze voor een geautomatiseerd systeem is gemaakt. Op 1 januari 2002 zal daadwerkelijk met het tijdschrijven worden gestart. De indicatoren voor doelmatig en efficiënt werken zijn ontworpen. Er is gestart met de ontwikkeling van de P&C cyclus. Voor 31 december 2001 zal een jaarwerkplan opgesteld worden dat als uitgangspunt dient voor de P&C-cyclus Op basis van het stappenplan van het BiFi-team ontwikkelt het agentschap een risicobeleid. Voor de tussenmeting van 30 oktober is een eerste inventarisatie van risico s gemaakt voor de nieuw uit te voeren subsidieregelingen Proefdraaien in een resultaatgericht sturingsmodel Dit zal gaan plaatsvinden vanaf januari 2002 Plan van aanpak openingsbalans De openingsbalans is uiterlijk in februari 2002 gereed. Plan van aanpak overgang baten/lasten Het Agentschap draait reeds met een baten/

5 5 Goedkeurende accountantsverklaring Halfjaar proefdraaien met baten/lasten administratie lastenadministratie. De Accountantsdienst SZW is gevraagd een tussentijdse controle te doen op de apparaatsuitgaven. Hiermee is een start gemaakt. Op basis van de uitgewerkte producten en diensten en het kostprijsmodel zal door het agentschap eind 2001 een verfijning van het baten/lasten stelsel worden uitgewerkt.