Effecten van extremen
|
|
- Floris de Winter
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Samenvatting onderzoeksfase 2 De invloed van extreme weersomstandigheden op gewassen en landbouwhuisdieren en verkenning van mogelijke adaptatiemaatregelen. Samenvatting Effecten van extremen 1
2 2
3 Inhoudsopgave 1 Woord vooraf De rode draad Belangrijkste uitkomsten De aanpak Alles met een praktijktoets De gevolgde stappen Bepalen relevante klimaatfactoren Bepalen klimaatextremen en frequentie Bepalen problemen, schade en kansen Bepalen mogelijke adaptatiemaatregelen Opvallende zaken per gewas Huidige teelten Glastuinbouwgewassen Nieuwe gewassen Veehouderij Vervolg van het onderzoek
4 Woord vooraf 1 In 2004 is het onderzoeksprogramma Klimaat voor Ruimte opgestart. Onderzoeken binnen dit programma lopen uiteen van fundamenteel tot meer praktijkgericht onderzoek. Binnen dit onderzoeksprogramma is in 2007 het praktijkgerichte project Klimaat en Landbouw in Noord-Nederland officieel van start gegaan. Landbouw is een belangrijke pijler van de Noord-Nederlandse economie en een belangrijke maatschappelijke factor. De 4 verandering van het klimaat kan grote gevolgen hebben voor de landbouw, niet alleen vanwege veranderende omstandigheden voor gewassen, maar ook ten aanzien van ziekten en plagen, behoefte aan andere teelten (energie), risico s van bedrijfsvoering (oogstzekerheid) en bedrijfszekerheid (energievoorziening). Alle reden dus om nadrukkelijk te kijken naar de mogelijke gevolgen van de klimaatverandering en de wijze waarop daar op kan worden ingespeeld.
5 Het project Klimaat en Landbouw Noord-Nederland wordt gefaseerd uitgevoerd. In het kort onderscheiden we drie fases. De resultaten van fase 1 van het project zijn bekend. In fase 1 is een voorstudie door Wageningen UR uitgevoerd met daarin een verkenning naar de impact van markt- en klimaatverandering op de landbouw in Europa tot Voor twee klimaat-marktscenario s en drie gewassen is uitgezocht in welke Europese regio s op termijn perspectieven blijven bestaan voor landbouwproductie. De resultaten laten zien dat de landbouw in de regio Noord-Nederland zich kan handhaven bij veranderende markt- en klimaatomstandigheden. Fase 2 van het project heeft als doel om impact van klimaatextremen op verschillende landbouwgewassen en landbouwhuisdieren in Noord-Nederland en mogelijke adaptatiemaatregelen te verkennen. In voorliggende samenvatting worden de belangrijkste uitkomsten van deze fase beschreven. 5 Fase 3 zal daarop volgen en uiteindelijk adaptatiescenario s per gebied opleveren. Voor alle fases geldt dat er nadrukkelijk afstemming is gezocht met het werkveld. Werkende weg zijn tussenresultaten getoetst aan de praktijk.
6 De rode draad 2 Voordat we de werkwijze en de meest opvallende uitkomsten van fase 2 presenteren is het goed de rode draad van deze fase toe te lichten. Fase 2 heeft zich gericht op een groot aantal veel geteelde gewassen in Noord-Nederland. Daarnaast is gekeken naar enkele nieuwe gewassen en naar de veehouderij. De resultaten lopen nogal uiteen. Er is met name gekeken naar de verschillende weersextremen per gewas. Per gewas kunnen deze extremen verschillen. Voor de verschillende extremen en gewassen is vervolgens gezocht 6 naar een maatregelenpakket, zodat teelten en productie zich kunnen aanpassen aan de extremen. De resultaten geven een goed beeld van wat er aan de hand is en wat er aan gedaan kan worden.
7 De resultaten lopen nogal uiteen. Het blijkt dat niet alleen hitte, droogte en wateroverlast schade veroorzaken. Het vaker voorkomen van warmere winters en perioden met vochtig en warm zomerweer zijn evenzeer van belang. Tussen de ge wassen treden echter ook grote verschil len op. Voor de volgende gewassen zijn in het rapport de extremen en mogelijke maatregelen beschreven. Huidige teelten: Energiegewassen: Glastuinbouw: Pootaardappelen Wilg Tomaat Gras Koolzaad Wintertarwe Zetmeel aardappel Nieuwe gewassen: Veehouderij: Ui Zonnebloemen Melkkoeien Winterpeen Artisjok Scharrelvarken Suikerbiet Druif Lelie Kers Belangrijkste uitkomsten De meeste gewassen ondervinden invloed van klimaatverandering en de daarmee gepaard gaande weersextremen. Het gaat daarbij naast negatieve gevolgen ook om positieve gevolgen. De meest voorkomende weersextremen zijn het minder vaak voorkomen van aanhoudend nat weer en het minder vaak voorkomen van nachtvorst. Aanhoudend nat is gedefinieerd als een periode van 21 dagen, waarbinnen op minimaal 16 dagen meer dan 0,5 mm regen valt. Wanneer deze periodes minder voorkomen is het land beter te bewerken en te betreden. Bij nachtvorst kan soms één nacht met meer dan 2 graden vorst al genoeg zijn om schade aan te richten. Ook die weersextreme zal minder vaak voorkomen en dus ook minder vaak schade veroorzaken.
8 Er zijn ook weersextremen die een tijdige adaptatie vragen, omdat ze negatieve gevolgen hebben voor een teelt of gewas. Daarbij komen hittegolven en hevige regenval het meest voor. Als gevolg van hittegolven kan uitdroging plaatsvinden. Als gevolg van hevige regenval kan het gewas onder water komen te staan, waardoor verrotting plaatsvindt. Voor beide extremen geldt dat de oplossing ervoor in de waterhuishouding gezocht kan worden. Door het veranderende klimaat is de kans op ziekten/plagen/schimmels ook groter. Dit komt door minder strenge winters en meer warmte in combinatie met vocht. Door minder strenge winters overleven ziekten de winter en zullen ze bij de volgende teelt weer kunnen optreden. 8 Gelukkig blijken veel mogelijke problemen met een goede bedrijfsvoering voorkomen te kunnen worden. Maar dan moet er natuurlijk wel tijdig worden geanticipeerd. Zo kan worden overwogen om, net als in Mexico al gebeurt, aardappelen op bredere ruggen te gaan telen. Of om grasmengsels in te zaaien die uit meer hittebestendige grassoorten bestaan. En bij de bouw van nieuwe stallen kan, zoals nu al in toenemende mate gebeurt, nadrukkelijk naar klimaatmaatregelen worden gekeken. Een andere manier van anticiperen is het overgaan op andere gewassen. Een aantal mogelijke gewassen zijn daarvoor onderzocht. De artisjok en de zonnebloem zouden vanwege hun zouttolerantie en droogteresistentie goed de plaats van bijvoorbeeld winterpeen of ui in het bouwplan in kunnen nemen. In de navolgende hoofdstukken worden de werkwijze en de opvallende zaken per gewas toegelicht.
9 De aanpak 3 De aanpak die is gekozen voor fase 2 van het project Klimaat en Landbouw Noord-Nederland laat zich langs vier belangrijke stappen toelichten. Als eerste stap zijn de klimaatfactoren geselecteerd. Het gaat daarbij om per gewas of teelt de relevante klimaatfactoren (extremen) te definiëren. De tweede stap heeft tot doel de frequentie van de extremen en de verandering daarin in de toekomst te bepalen. Hiervoor is gebruik gemaakt van het G+ en W+ scenario, zoals nader omschreven in Op basis van stappen 1 en 2 is vervolgens per gewas/teelt bepaald welke problemen, schade en kansen er worden gesignaleerd. Als laatste stap 9 zijn er adaptatiemaatregelen bepaald en beschreven.
10 3.1 Alles met een praktijktoets Gedurende het gehele proces is veelvuldig afstemming gezocht met het werkveld. In bilateraal overleg maar ook in sectorbijeenkomsten zijn de conceptresultaten gesondeerd onder de ondernemers. 3.2 De gevolgde stappen 10 Achtereenvolgens onderscheiden we vier stappen: 1. Bepalen relevante klimaatfactoren 2. Bepalen klimaatextremen en frequentie 3. Bepalen problemen, schade en kansen 4. Bepalen mogelijke adaptatiemaatregelen Bepalen relevante klimaatfactoren Elk gewas en elk dier heeft zijn eigen gevoeligheden en optimum wat betreft groeiomstandigheden bepaald door de combinatie bodem en klimaat. Ook zijn de drempelwaarden waarbij schade optreedt gewasen dierspecifiek. Verder is ook rekening gehouden met de groeistadia van het gewas. Zaailingen hebben immers andere drempelwaarden dan gewassen die aan het afrijpen of bloeien zijn. Op basis van literatuur, expertkennis en praktijkkennis zijn zo per gewas voor de verschillende groeistadia kritieke klimaatfactoren geïdentificeerd. Eventuele schade is geschat en uitgedrukt als % oogstreductie of kwaliteitsvermindering.
11 3.2.2 Bepalen klimaatextremen en frequentie Het klimaat in Nederland verandert. Hoe het verandert is vooral afhankelijk van de wereldwijde temperatuurstijging en van veranderingen in de stromingspatronen van de lucht in onze omgeving (West-Europa) en de daarmee samenhangende veranderingen in de wind. Deze twee aspecten zijn samengevat in onderstaande figuur (G=gematigd; W=warm). 11
12 Het onderzoek Klimaat en Landbouw Noord-Nederland is gericht op de veranderingen in de weersextremen en gebaseerd op het G+ en W+ scenario. Deze keuze sluit aan bij eerder uitgevoerde scenariostudies en bij fase 1 van het onderzoek Bepalen problemen, schade en kansen 12 Per gewas is bepaald welke effecten de klimaatextremen op het gewas en/of de teelt hebben. Dit is gedaan op basis van expert judgement en input vanuit de sector. Door de mogelijke gemiddelde schade per incident te bepalen is het mogelijk om de verandering in faalkosten in beeld te brengen. Daarbij is vooral gekeken naar de verandering in frequentie. Zo zal het vaker voorkomen van een hittegolf vaker tot schade leiden en komt het omslagpunt voor investeringsbeslissingen in beeld. Afhankelijk van deze schade zullen namelijk eventueel maatregelen nodig zijn. Om de meest risicovolle klimaatfactoren voor het tijdsvenster 2040 te selecteren is de gemiddelde jaarlijkse economische schade als gevolg van de klimaatfactor (voor een periode van 30 jaar) berekend. Wanneer de gemiddelde jaarlijkse economische schade als gevolg van deze impact, minimaal 10% van de jaarlijkse economische gewasopbrengst is, is de impact als risicovol aangeduid Bepalen mogelijke adaptatiemaatregelen Adaptatiemaatregelen zijn activiteiten om een negatief effect van een klimaatimpact tegen te gaan. In deze stap zijn op basis van literatuuronderzoek, experts (interviews) en eigen inzichten de mogelijke adaptatiemaatregelen verkend. Er zijn maatregelen geïnventariseerd welke een effect van een klimaatfactor kunnen voorkomen (bijvoorbeeld
13 afdekken van een gewas voor regen) en maatregelen die het effect (schade) van een klimaatfactor kunnen beperken (bijvoorbeeld de doorlatendheid van een bodem verbeteren). Er is een overzicht gegeven van maatregelen tegen algemene klimaatextremen, zoals droogte, hevige regen, vorst, wind, en hagel. Aanvullend is er per gewas een maatregelenlijst opgesteld waarbij specifieker is ingezoomd op de voor de verschillende gewassen relevante klimaatfactoren en bijbehorende impact. Bij het opstellen van de maatregelenlijsten is onderscheid gemaakt in het niveau waarop de maatregel dient te worden uitgevoerd of ontwikkeld. Hierbij zijn de volgende niveaus onderscheiden: Gewasniveau: maatregelen die de boer kan nemen en die specifiek gericht zijn op het gewas (bv. het bestrijden van een plaag dat voor een specifiek gewas een gevaar vormt) Bedrijfsniveau: maatregelen die de boer kan nemen en naast alleen invloed op het gewas eveneens invloed hebben op andere elementen binnen het bedrijfssysteem (bv. gewasrotatie) Regionaal niveau: maatregelen die op regionale schaal (bv. waterschap, provincie) genomen kunnen worden (bv. ingrepen in het watersysteem) Sectorniveau: maatregelen die door de sector genomen, aangestuurd of ontwikkeld moeten worden (bv. ontwikkeling van resistente gewassen en technologische ontwikkeling). 13
14 Opvallende zaken per gewas 4 De onderzoeksresultaten van de vijftien verschillende landen tuinbouwgewassen zijn in het rapport volgens een vast stramien gerapporteerd. In dit hoofdstuk wordt voor de beschouwde gewassen aangegeven wat opvallende zaken uit de studie zijn. Daarbij wordt uitsluitend gekeken naar de wijziging in het voorkomen (frequentie en intensiteit) van de relevante klimaatfactoren. De huidige situatie wordt daarbij als referentie genomen. Op 14 basis van de resultaten van identificatie en kwantificering van de klimaatfactoren, schade en mogelijke adaptatiemaatregelen worden per gewas eventuele aandachtspunten voor de tijdsvensters 2040 en 2100 aangegeven.
15 4.1 Huidige teelten Wintertarwe De mogelijke klimaatrisico s voor de teelt van wintertarwe zijn langdurige droogte in de zomer en kwakkelweer in de winter. Er zijn beheersmaatregelen voorhanden om de schade van deze klimaatfactoren te voorkomen of te beperken. Daarnaast is het effect van kwakkelweer op de opbrengst zeer waarschijnlijk niet heel groot. Mogelijk dat (gele) roest en gerstevergelingsziekte een groter probleem worden en daarmee extra aandacht vragen. Aanhoudend nat weer gaat in de toekomst wat minder worden, waardoor de berijdbaarheid in de oogstperiode (juli - augustus) mogelijk beter wordt. Consumptie- en zetmeelaardappel Er zijn enkele klimaatfactoren die mogelijk risicovol zijn voor de teelt van fabrieks- en consumptieaardappelen. De toename van hevige regenval is enigszins beperkt en de vraag is of daadwerkelijk maatregelen nodig zijn. De teler kan er met maatregelen op inspelen om de impact van hittegolven te voorkomen of te beperken. Dit geldt eveneens voor de bewaring van aardappelen. Wanneer telers tijdens hittegolven aardappelen koelen met druppelirrigatie, zullen mogelijk op regionale schaal maatregelen in het watersysteem nodig zijn. Vanwege het ontbreken van maatregelen voor de teler wordt de ziekte Erwinia mogelijk een groter probleem. De sector zal zich moeten richten op onderzoek naar biologische bestrijdingsmethoden en/of resistente rassen. In de toekomst zullen luizen, aaltjes, de coloradokever en aardappelopslag extra aandacht vergen. De omstandigheden waaronder fythophthora zich ontwikkelt, komen minder voor en de omstandigheden om fythophthora te bestrijden worden iets beter, omdat er minder vaak een lange, vochtige periodetijd voorkomt. De problemen met natte 15
16 omstandigheden op het veld lijken heel licht af te nemen. Wellicht houdt dit in dat het makkelijker wordt om te bepalen wanneer er op het veld gereden kan worden. 16 Pootaardappel De toename van hevige regenval is enigszins beperkt en de vraag is of er daadwerkelijk maatregelen nodig zijn. De teler kan er met maatregelen op inspelen om de impact van hittegolven te voorkomen of te beperken. Dit geldt eveneens voor de bewaring van aardappelen. Wanneer telers tijdens hittegolven aardappelen koelen met druppelirrigatie, zullen mogelijk op regionale schaal maatregelen in het watersysteem nodig zijn. Vanwege het ontbreken van maatregelen voor de teler wordt de ziekte Erwinia mogelijk een groter probleem. De sector zal zich moeten richten op onderzoek naar biologische bestrijdingsmethoden en/of resistente rassen. In de toekomst zullen luizen, aaltjes, de coloradokever en aardappelopslag extra aandacht vergen. De omstandigheden waaronder fythophthora zich ontwikkelt komen minder voor en de omstandigheden om fythophthora te bestrijden worden iets beter omdat er minder vaak een lange, vochtige periodetijd voorkomt. De problemen met natte omstandigheden op het veld lijken heel licht af te nemen. Wellicht houdt dit in dat het makkelijker wordt om te bepalen wanneer er op het veld gereden kan worden. Suikerbieten Een mogelijk klimaatrisico voor de teelt van suikerbieten is aanhoudend warm weer in de winterperiode. Er zijn verschillende maatregelen mogelijk om de effecten hiervan (afnemend suikergehalte) te voorkomen of te beperken. Als gevolg van klimaatverandering zullen enkele gevoelige
17 klimaatfactoren afnemen, die positieve gevolgen opleveren voor deze teelt. Mogelijk dat er extra aandacht moet komen voor bietencysteaaltjes en Cercospora en eventueel nieuwe ziekten en plagen. Wisselvallig en nat weer in september lijkt af te nemen waardoor suikergehaltes licht kunnen stijgen ten opzichte van de huidige situatie. Aanhoudend nat weer lijkt af te gaan nemen, waardoor Rhizomanie een minder groot probleem wordt. Nachtvorst neemt sterk af, wat gunstig is voor de kans dat bietenplantjes doodvriezen bij het opkomen. Een positief gevolg van klimaatverandering is het vaker voorkomen van warmere winters, waardoor mogelijk eerder ingezaaid kan worden, resulterend in hogere opbrengsten. Echter dient in deze situatie rekening te worden gehouden met nachtvorst. 17
18 Zaaiuien De mogelijke klimaatrisico s voor de teelt van zaaiuien zijn langdurige droogte in de lente/zomer en warm en vochtig weer (schimmels) in de zomerperiode. Er zijn beheersmaatregelen voorhanden om de schade van deze klimaatfactoren te voorkomen of te beperken. Droogte wordt een groter probleem en zal mogelijk maatregelen in het watersysteem vergen. Mogelijk dat de sector droogteresistente en ziekteresistente (schimmels) rassen moet ontwikkelen. Tevens zal een ruime vruchtwisseling nodig zijn om ziekten te beheersen. De omstandigheden in het najaar worden mogelijk iets gunstiger; geen bodem die blank staat, zodat oogst en bewaring minder problemen oplevert. 18 Winterpeen Over het algemeen veranderen de omstandigheden voor winterpeenteelt in de toekomst nauwelijks. De mogelijke klimaatrisico s voor de teelt van winterpeen zijn (blijven) een te droog groeiseizoen en hevige regen waardoor de bodem blank komt te staan. Droogte kan onder andere door beregenen worden voorkomen. De toekomst van de winterpeenteelt zal voor een belangrijk deel afhangen van de combinatie van de frequentie van de droogtes en het wel of niet voorradig zijn van water voor beregening. Wateroverlast (bodem blank) zal mogelijk een probleem blijven of worden, vanwege de beperkte mogelijkheden voor het uitvoeren van adaptatiemaatregelen en de effectiviteit hiervan. De toename hiervan ten opzichte van het huidige klimaat is echter beperkt. De kans op nachtvorst in mei verdwijnt, waardoor deze klimaatfactor in de toekomstige situaties geen of minder schade aanbrengt.
19 Lelie De mogelijke klimaatrisico s voor de teelt van lelies zijn hevige regenval, zomers nat weer, waardoor de kans op Botrytis en Fusarium toeneemt, en hagel de meest risicovolle klimaatfactoren. De toename van de klimaatextremen in 2040 ten opzichte van de huidige situatie is gering. De extremen kunnen echter wel grote schade veroorzaken. Vooralsnog lijken vanwege het ontbreken van adequate maatregelen voor de bestrijding van Botrytis en Fusarium deze ziekten de belangrijkste aandachtspunten te worden. Mogelijk dat hagel eveneens een (groter) probleem wordt. Er zijn geen noemenswaardige positieve gevolgen bekend. Koolzaad Slechts harde wind vormt mogelijk een klimaatrisico voor de teelt van koolzaad. Deze gebeurtenis komt echter niet veel vaker voor ten opzichte van de huidige situatie. Door het toepassen van sterke gewassen en groeiregulatoren kan de impact worden beperkt. Tot 2040 zijn geen maatregelen nodig. Richting 2100 zullen mogelijk maatregelen nodig zijn om insectenschade te beperken of te voorkomen. Door minder strenge nachtvorst in de periode november - februari is er mogelijk minder schade tijdens de ontwikkelingsfase van het gewas. 19
20 Gras Perioden met aanhoudend hete dagen zijn mogelijk risico s voor grasland in Schade kan echter beperkt worden door goed graslandmanagement. De veehouder heeft verschillende mogelijkheden om de graszode te herstellen. Mogelijk dat de sector weidemengsels moet aanbieden met (een groter aandeel) hittetolerante rassen. Technologische ontwikkeling (waaronder precisielandbouw) kan worden benut en verder ontwikkeld om bv. problemen door droogte te beperken. De kans op perioden met zeer strenge vorst neemt af in januari. Dat komt de grasmat ten goede Glastuinbouwgewassen Tomaat (kas) In de kasteelt kunnen schades van 5% al grote financiële gevolgen hebben voor de ondernemer. Het optreden van hittegolven heeft op de kasteelt van tomaat de grootste negatieve effecten. Dit vereist vergroting van de koelcapaciteit. Het optreden van warm en vochtig weer veroorzaakt vooral verhoging van de ziektedruk, met name door toename van schimmelziekten. Dit vraagt een intensievere bestrijding. Door de sterke technologische ontwikkeling in de glastuinbouwsector worden in de toekomst optimale klimaatbeheersingsystemen verwacht. Door het mogelijk vaker voorkomen van hevige regenbuien in de periode augustus oktober is veel schoon water beschikbaar. Het minder vaak optreden van vorst zorgt ervoor dat er minder gas hoeft te worden verstookt. Toenemende warmte, hittegolven en instraling geven kansen voor opwekking van energie in energieproducerende kassen.
21 4.3 Nieuwe gewassen Artisjokken Noord-Nederland beschikt over vruchtbare, goed afwaterende grond, welke een voorwaarde is voor de productie van artisjokken. De plant is weliswaar winterhard, maar gevoelig voor vorst. Afdekken met stro is daarom nodig. Het gewas is erg gevoelig voor virussen. Er is een afname van aanhoudend nat weer in de periode mei - oktober te verwachten, waardoor mogelijk een afname plaatsvindt van schimmelziekten en aantasting door naaktslakken.tevens neemt de kans op matige vorst af. De plant is redelijk zouttolerant en droogtetolerant. Verzilting en droogte zullen daarom waarschijnlijk weinig nadelige effecten hebben op de teelt. Dit maakt artisjok tot een kansrijk alternatief voor andere, wel gevoelige gewassen. 21 Zonnebloem Er kleven geen directe klimaatrisico s aan de teelt van zonnebloemen. Mogelijk dat hagel een probleem is. De zonnebloem is bestand tegen hitte, droogte en is ook redelijk zouttolerant. Hierdoor is het een kansrijk alternatief voor andere,wel gevoelige gewassen. Zonnebloemen groeien in principe op elke grondsoort (welke goed doorlatend moet zijn). De groei van zonnebloemen vereist een goede vochtvoorziening. Daarnaast is zonnebloem ook geschikt voor terreinen die af en toe onderlopen, omdat de plant positief reageert op een grote hydrodynamiek van de bodem.
22 Druif Bij de druiventeelt zal de ziekte meeldauw de meeste aandacht vergen. Vanwege de afname van de kans op nachtvorst wordt de teelt van druiven aantrekkelijker. Belangrijke voorwaarden voor de druiventeelt zijn een goed doorlatende bodem (geen zware klei en veen), veel zonuren en er mag weinig vochtigheid blijven hangen (wind moet er doorheen kunnen). Als gevolg van veranderend klimaat zal de kans op nachtvorst in het voorjaar afnemen. Dat betekent dat een van de grootste schadeposten voor druiventeelt aanzienlijk vermindert en de teelt van druiven dus aantrekkelijker wordt. Richting 2100 neemt in het W+ scenario de kans op aanhoudend nat weer in de bloeiperiode aanzienlijk af, wat positieve effecten op de bevruchting geeft. 22 Kers Zoete kersen moeten op vochthoudende, diep doorwortelbare en lichte kleigrond groeien. Dit maakt de hoge zandgrondgronden in Noord-Nederland (slechte vochtvoorziening en schrale voedingsomstandigheden) ongeschikt voor deze teelt. Zoete kers is ook zeer windgevoelig, met name tijdens de bloeiperiode. Het gewas heeft daarom een beschut microklimaat nodig. De klei- en zavelgronden in Noord-Nederland liggen relatief dicht bij zee, waar het te hard waait voor een kersenteelt. Zachte winters, warm voorjaar en hagel zijn de mogelijke klimaatrisico s. Maatregelen lijken voorhanden om de schade te beperken of te voorkomen. Kersenteelt lijkt vooralsnog een weinig interessant gewas voor Noord-Nederland. De afname van aanhoudend nat weer in de periode juni - augustus maakt de omstandigheden voor gewasbescherming gunstiger. Door afname van de kans op late vorst zullen er minder problemen met bevriezingen komen.
23 4.4 Veehouderij Melkkoeien Melkvee kan zich binnen (gehuisvest in stallen) of buiten (beweiding) bevinden. Mogelijke klimaatfactoren die bij melkvee een rol spelen zijn hittestress, wateroverlast, warmer weer en zachtere winters. Hittestress kan worden voorkomen door de stallen technisch aan te passen en/of beweiding vooral s ochtends, s avonds en s nachts te laten plaatsvinden. Wateroverlast geeft een hogere ziektedruk. Er kan preventief worden gewerkt door de ontwatering en bodemstructuur te verbeteren. Als gevolg van warmer weer kunnen maagdarmwormen vaker een probleem vormen. Dieren kunnen hiervoor met middelen worden behandeld (ontwormd). Als gevolg van zachtere winters kan de ziektedruk toenemen. De mogelijke maatregelen hangen sterk af van de ziekte 23 Scharrelvarken Varkens met buitenuitloop zijn te onderscheiden in biologisch en scharrel met respectievelijk ca en 20-10% van het totaal aantal buitenvarkens. Bedrijven met scharrelvarkens komen weinig voor in Nederland. De belangrijkste klimaatfactor voor de varkenshouderij is een hogere temperatuur. Scharrelvarkens kunnen bij een hogere temperatuur naar buiten om af te koelen. Er is dus minder hittestress dan bij gangbaar gehouden varkens. Virussen kunnen makkelijker overleven in vochtige lucht. Als er door klimaatverandering meer droge lucht komt met veel UV zal overdracht door virussen lager zijn. De te nemen maatregelen hebben met name betrekking op ziekten. Door de natuurlijke weerstand van het varken te vergroten zal deze ook minder gevoelig zijn voor ziekten bij verandering van het klimaat.
24 24
25 Vervolg van het onderzoek 5 De eerste twee fasen van het onderzoek waren algemeen van aard voor geheel Noord-Nederland. In de daarop volgende fase wordt sterk op regionale deelgebieden ingezoomd. Dat wordt vormgegeven door het houden van zogenaamde klimaatateliers. Tijdens die bijeenkomsten gaan de onderzoekers in gesprek met de in het gebied werkzame ondernemers. Nagegaan wordt of de problemen en kansen worden herkend en op welke wijze aan de problemen het hoofd kan worden geboden of kansen kunnen worden benut. 25 Uiteindelijk worden er per gebied actieplannen geformuleerd. In die plannen worden aanpassingsstrategieën uitgewerkt en ontstaan er samenhangende actieplannen voor subregio s waar waarschijnlijk een of meer belangrijke activiteiten zich zullen moeten aanpassen door een of meer extreme gebeurtenissen vóór 2050, zoals vastgesteld in Fase 2. Ontwikkeling van markt- en klimaatbestendigheid van Noord-Nederland kan dienen als voorbeeld voor andere Nederlandse regio s. Met name in West-Nederland staat de landbouw ernstige klimatologische uitdagingen te wachten. Dit vanwege de ligging beneden de zeespiegel, de lange kustlijn en de mogelijke toename van zoute kwel. Duidelijk is al wel dat niet alle vragen kunnen worden beantwoord in het onderzoek. Voor sommige maatregelen geldt dat er eerst praktijkervaring opgedaan moet worden. Nu reeds wordt gedacht aan een vervolgfase (fase 4) voor het onderzoek waarin ondernemers in het veld ervaring kunnen opdoen met ander waterbeheer, nieuwe gewassen etcetera.
26 26
27 Verantwoording Titel: Subtitel: Auteur: Vormgeving: Effecten van extremen Samenvatting onderzoeksfase 2, de invloed van extreme weersomstandigheden op gewassen en landbouwhuisdieren en verkenning van mogelijke adaptatiemaatregelen. Jelle Zoetendal (Grontmij) Carla Lukens (Grontmij) Datum: april 2010 Contact: Yvonne Balkema (Grontmij) Postbus AB Drachten T: Meer weten over dit project?
28 In het kader van het nationale onderzoeks- en innovatieprogramma BSIK- Klimaat voor Ruimte werken LTO Noord, Grontmij, WUR-Alterra en WUR-PRI aan het onderzoek Klimaat en Landbouw. Uitvoering vindt plaats in de periode van Het project is een initiatief van LTO Noord en Grontmij.
Project Klimaat en Landbouw Noord Nederland. 12 februari Peter Prins. Projectleider K & L
Project Klimaat en Landbouw Noord Nederland 12 februari 21 Peter Prins Projectleider K & L Opzet presentatie Waarom dit initiatief? Fasering Werkwijze Tussentijdse resultaten Voorlopige conclusies Klimaatverandering
Nadere informatieKlimaat en landbouw Noord- Nederland: 'effecten van extremen'
Klimaat en landbouw Noord- Nederland: 'effecten van extremen' Verslag van onderzoeksfase 2: de invloed van extreme weersomstandigheden op gewassen en landbouwhuisdieren en verkenning van mogelijke adaptatiemaatregelen
Nadere informatieKlimaat en landbouw Noord- Nederland: 'effecten van extremen'
Klimaat en landbouw Noord- Nederland: 'effecten van extremen' Verslag van onderzoeksfase 2: de invloed van extreme weersomstandigheden op gewassen en landbouwhuisdieren en verkenning van mogelijke adaptatiemaatregelen
Nadere informatieBoeren op weg naar klimaatbestendige productie
Boeren op weg naar klimaatbestendige productie Resultaten van het project Klimaat en landbouw in Noord-Nederland Verantwoording Projectleiding Naam: Instituut/organisatie: Postadres: Email: Ing. P. Prins
Nadere informatieKlimaat en landbouw Noord- Nederland: adaptatiemaatregelen
Klimaat en landbouw Noord- Nederland: adaptatiemaatregelen Rapportage fase III: actieplannen voor Noord-Nederland voor aanpassing aan klimaatverandering Definitief Grontmij Nederland B.V. Houten, 22 november
Nadere informatieLimburg Waterproof Klimaat, water en landbouw
Limburg Waterproof Klimaat, water en landbouw Provincie Limburg Maastricht, 14 september 216 Joris Schaap, Profiel 214 heden Zelfstandig hydroloog en bodemkundige 28-214 Adviseur water in het landelijk
Nadere informatieStellingen Sturen op basisafvoer. water verbindt
Stellingen Sturen op basisafvoer Stelling 1: Voor ons watersysteem EN de daarin gepositioneerde grondgebruiksfuncties is DROOGTE een veel groter probleem dan WATEROVERLAST Argumenten stelling 1 Areaal
Nadere informatieKlimaatverandering, kansen voor agrarische ondernemers
Klimaatverandering, kansen voor agrarische ondernemers Nationale Najaarsconferentie POP 3 Workshop Klimaatverandering en Landbouw Utrecht, 17 Nov. 2016 door Pier Vellinga Wetenschappelijk directeur Kennis
Nadere informatieAQUATISCHE LANDBOUW. haal meer uit land én water
AQUATISCHE LANDBOUW haal meer uit land én water AQUATISCHE LANDBOUW Waarom wel het land, maar niet de sloot benutten in de veenweiden? Dat is de vraag waar het om draait in het icoon Aquatische landbouw
Nadere informatieGevolgen van klimaatverandering voor de landbouw
Gevolgen van klimaatverandering voor de landbouw hydrologische en gewasopbrengst-berekeningen 30 september 2011 Aequator Groen & Ruimte bv Klimaatverandering Vergelijk weerjaren 2001-2010 met 2046-2055
Nadere informatieCGM/ Aanbieding onderzoeksrapport: "Crop volunteers and climate change"
Aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu Dhr. J.J. Atsma Postbus 30945 2500 GX Den Haag DATUM 20 september 2011 KENMERK ONDERWERP CGM/110920-02 Aanbieding onderzoeksrapport: "Crop volunteers
Nadere informatieBodem & Klimaat. Op weg naar een klimaatbestendig bodembeheer
Bodem & Klimaat Op weg naar een klimaatbestendig bodembeheer Jaartemperaturen en warmterecords in De Bilt sinds het begin van de metingen in 1706 Klimaatverandering KNMI scenarios Zomerse dagen Co de Naam
Nadere informatieHét kiemremmingsmiddelen voor aardappelen en uien
GROEIREGULATOREN Hét kiemremmingsmiddelen voor aardappelen en uien - Zorgeloze start van kiemremming Behoud van uitwendige kwaliteit Beperking van inwendige kieming Uitstekende korrelformulering met een
Nadere informatieWinst met water! > In Actie. Waarom nu? Hoe doen we dit? Eigen project! Doelstellingen. (Klik of scroll naar de volgende pagina)
Winst met water! > In Actie > Waarom nu? > Hoe doen we dit? > Idee voor eigen project! > Doelstellingen (Klik of scroll naar de volgende pagina) Deltaplan Agrarisch Waterbeheer: winst met water! Het agrarisch
Nadere informatieNaar een klimaatbestendige bodem
Naar een klimaatbestendige bodem Jeroen Willemse Delphy BV Water op het land 1 Sporen van mest uitrijden Sporen van grond klaarmaken 2 Sporen van het poten Banen in het land 3 Extreme regenval in het voorjaar
Nadere informatieValse meeldauw in zonnebloemen. Marjan de Boer, Suzanne Breeuwsma, Jan van der Bent, Rik de Werd en Frank van der Helm
Valse meeldauw in zonnebloemen Marjan de Boer, Suzanne Breeuwsma, Jan van der Bent, Rik de Werd en Frank van der Helm Probleem in zonnebloemen Valse meeldauw (Plasmopara halstedii) > oomyceet In Nederland,
Nadere informatieKlimaatverandering en onze voedselzekerheid
Klimaatverandering en onze voedselzekerheid Prof. Dr. Martin Kropff Rector Magnificus Wageningen University Vice-president Raad van Bestuur Wageningen UR Ons klimaat verandert Ons klimaat verandert Oplossingsrichtingen
Nadere informatieKlimaat en landbouw Noord-Nederland
Klimaat en landbouw Noord-Nederland Onderzoeksfase 2: Inventarisatie adaptatiemaatregelen Definitief Grontmij Nederland B.V. Drachten, 18 juni 2009 Verantwoording Titel : Klimaat en landbouw Noord-Nederland
Nadere informatieZoet is goed maar een beetje zout smaakt beter door Pier Vellinga *) Spaarwater eindsymposium Schouwburg de Harmonie, Leeuwarden, 12 maart 2019
Zoet is goed maar een beetje zout smaakt beter door Pier Vellinga *) Spaarwater eindsymposium Schouwburg de Harmonie, Leeuwarden, 12 maart 2019 Presentatie in drie delen: 1. Het klimaat verandert; wat
Nadere informatieResultaten Botrytis onderzoek Bart Heijne
Resultaten Botrytis onderzoek 2013 Bart Heijne Opzet van deze lezing vorig jaar begonnen resultaten 2013 weer bloei voor oogst vergelijk met 2012 conclusies: tijdstip effectiviteit Opzet proeven 2013 tijdstip
Nadere informatieLANDBOUW EN NATUUR IN TIJDEN VAN KLIMAATVERANDERING
LANDBOUW EN NATUUR IN TIJDEN VAN KLIMAATVERANDERING Lezing ter gelegenheid van de Algemene Ledenvergadering 2018 van It Fryske Gea 29 mei 2018 De Wiidpleats Earnewâld door Pier Vellinga hgl. em. Vrije
Nadere informatieKlimaateffectschetsboek West-en Oost-Vlaanderen NATHALIE ERBOUT ZWEVEGEM, 5 DECEMBER 2014
Klimaateffectschetsboek West-en Oost-Vlaanderen NATHALIE ERBOUT ZWEVEGEM, 5 DECEMBER 2014 Klimaateffectschetsboek Scheldemondraad: Actieplan Grensoverschrijdende klimaatbeleid, 11 september 2009 Interregproject
Nadere informatieKlimaat - verandering en de landbouw
Klimaat - verandering en de landbouw 15 nov. 2018 Jan Verhagen Broeikasgas (CO2) concentratie. NASA 1 Mondiale trend https://simonleewx.com 2 Klimaat opdracht vermijden wat onhandelbaar is (mitigatie:
Nadere informatieNederlandse droogteperiodes vanaf 1906 in beeld Bart Vreeken, Logboekweer.nl
Nederlandse droogteperiodes vanaf 1906 in beeld Bart Vreeken, Logboekweer.nl 6 augustus 2018 Dit is een voorlopige versie. De methode kan nog verbeterd en de droogte van 2018 is nog niet ten einde. Commentaar
Nadere informatieBodem en Water, de basis
Bodem en Water, de basis Mogelijkheden voor verbeteringen 5 febr 2018 Aequator Groen & Ruimte bv Het jaar 2017 April tot 30 juni April tot sept Aequator Groen & Ruimte bv 2 Jaar 2017 2017 Zomer warmer
Nadere informatieLandbouwkundig belang van een goede waterhuishouding Everhard van Essen Jan van Berkum
Landbouwkundig belang van een goede waterhuishouding Everhard van Essen Jan van Berkum Aequator Groen & Ruimte bv Opzet presentatie Wat is het belang van een goede waterhuishouding? Wat is een optimale
Nadere informatieEiwitgewassen. Voordelen luzerne. Nadelen luzerne 1/14/2016. Luzerne Rode klaver Lupine Veldbonen Soja. Eiwitrijke gewassen
Eiwitgewassen Eiwitrijke gewassen Luzerne Rode klaver Lupine Veldbonen Soja Voordelen luzerne Nadelen luzerne Positief effect op bodemstructuur Droogteresistent door diepe beworteling Nalevering N: 60
Nadere informatieOrganische stof: daar draait het om! Gouden Grond 26 januari 2018 Wim Stegeman. Saalland Advies 1
Organische stof: daar draait het om! Gouden Grond 26 januari 2018 Wim Stegeman Saalland Advies 1 Wat ga ik vertellen? Wie ben ik? Wat is het? Eigen stappen Tips Vragen Saalland Advies 2 Introductie Akkerbouwbedrijf
Nadere informatie3 november 2014. Inleiding
3 november 2014 Inleiding In 2006 publiceerde het KNMI vier mogelijke scenario s voor toekomstige veranderingen in het klimaat. Het Verbond van Verzekeraars heeft vervolgens doorgerekend wat de verwachte
Nadere informatiePilots zoetwatervoorziening: van concept naar uitvoering
Pilots zoetwatervoorziening: van concept naar uitvoering Ervaringen uit de projecten GO-FRESH en Waterhouderij Programma: 1. Presentatie Walter Jonkers (provincie Zeeland) 2. Filmpjes uit het veld: proeven
Nadere informatieKlimaatinformatie op maat. De juiste data voor elke sector
Klimaatinformatie op maat De juiste data voor elke sector Klimaatinformatie voor adaptatie De Nederlandse overheid, kennisinstellingen en bedrijven werken hard aan klimaatadaptatie: het aanpassen aan de
Nadere informatieTeelthandleiding. 2.2 lage bandspanning spaart bodemstructuur
Teelthandleiding 2.2 lage bandspanning spaart bodemstructuur 2.2 Lage bandspanning spaart bodemstructuur... 1 2 2.2 Lage bandspanning spaart bodemstructuur Versie: juni 2015 De lucht in de bouwvoor wordt
Nadere informatieLuchtkwaliteit: ammoniak en broeikasgassen. VK Loonwerkers Najaar 2018
Luchtkwaliteit: ammoniak en broeikasgassen VK Loonwerkers Najaar 2018 Dit project wordt mede mogelijk gemaakt door: Methaan Lachgas Kooldioxide Ammoniak Nitraat Fosfaat Milieuopgave melkveehouderij 1 Ammoniak
Nadere informatieAnalyse van N_min in de bodem van maïspercelen Vruchtbare Kringloop Achterhoek/Liemers
Analyse van N_min in de bodem van maïspercelen Vruchtbare Kringloop Achterhoek/Liemers Marleen Plomp en Gerjan Hilhorst (Wageningen Livestock Research) Maart 217 Inhoud 1. Inleiding... 2 2. Dataset...
Nadere informatieRegionale Klimaateffectatlas
Regionale Klimaateffectatlas Projectcode MR12039 Datum Regionale Klimaateffectatlas Versie 1.0 Opdrachtgever stadsregio Rotterdam Opdrachtnemer IGWR Inleiding De stadsregio Rotterdam werkt sinds 2008 aan
Nadere informatieTeelthandleiding. 3.1 vroeg of laat zaaien
Teelthandleiding 3.1 Vroeg of laat zaaien?... 1 2 3.1 Vroeg of laat zaaien? versie: maart 2018 Het IRS adviseert suikerbieten te zaaien zodra de grond bekwaam is, maar niet vóór 1 maart. Vroeg zaaien levert
Nadere informatieKlimaatverandering en klimaatscenario s in Nederland
Page 1 of 6 Klimaatverandering en klimaatscenario s in Nederland Hoe voorspeld? Klimaatscenario's voor Nederland (samengevat) DOWNLOAD HIER DE WORD VERSIE In dit informatieblad wordt in het kort klimaatverandering
Nadere informatieKENNISBUNDEL. Biologische aardappelen. Mei 2013 ZIEKTEN EN PLAGEN / INSECTEN. www.dlvplant.nl TEELTTECHNISCHE ASPECTEN LOOFDODEN
KENNISBUNDEL Biologische aardappelen Mei 2013 TEELTTECHNISCHE ASPECTEN LOOFDODEN ZIEKTEN EN PLAGEN / VIRUSZIEKTEN ZIEKTEN EN PLAGEN / PHYTOPHTHORA INFESTANS ZIEKTEN EN PLAGEN / RHIZOCTONIA SOLANI DE SMAAK
Nadere informatieRISICOSIGNALERING Droogte
RISICOSIGNALERING Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut IEIDING heeft invloed op de groei van planten en gewassen, op de grondwaterstanden en daarmee indirect op bijvoorbeeld energiebedrijven
Nadere informatieDilemma s biodiversiteit en gewasbescherming landbouwbedrijf.
Dilemma s biodiversiteit en gewasbescherming landbouwbedrijf. Gewasbescherming en FAB: Functionele Agro Biodiversiteit: Conflicterend of aanvullend? Gewasbescherming en FAB: De akkerrand als oplossing?
Nadere informatieBergpolder Zuid, Rotterdam
Climate Proof Cities klassieke benadering 2 De theorie klimaatverandering effecten kwetsbaarheid aanpassingsmaatregelen implementatie bijvoorbeeld: 1000 bomen plan groene daken subsidie bouwvoorschriften
Nadere informatieDUURZAAM BODEMBEHEER IN DE LANDBOUW
DUURZAAM BODEMBEHEER IN DE LANDBOUW Samen de schouders onder duurzaam bodembeheer EEN GEZONDE BODEM IS IN BELANG VAN DE HELE MAATSCHAPPIJ Wageningen UR en het Louis Bolk Instituut hebben in opdracht van
Nadere informatieWorkshop Klimaatverandering. Inhoud: pag. 2 t/m 31 : Erno Bouma Is er wat aan de hand? pag. 32 t/m 46: Jan Schreuder Vereinigte Hagel
Workshop Klimaatverandering Inhoud: pag. 2 t/m 31 : Erno Bouma Is er wat aan de hand? pag. 32 t/m 46: Jan Schreuder Vereinigte Hagel Landbouw & Klimaatsverandering, is er wat aan de hand? Indeling Klimaatsverandering:
Nadere informatieLuchtbevochtiging in de zomerperiode: Wat wil de plant?
Luchtbevochtiging in de zomerperiode: Wat wil de plant? Leo Marcelis & Ep Heuvelink Wageningen UR: WUR Glastuinbouw Leerstoel Tuinbouwproductieketens Met medewerking van: Peter van Weel, Hendrik Jan van
Nadere informatieSamenvatting. Klimaatverandering en bomen in de gemeente Amersfoort 5
Samenvatting In december 2014 hebben de Gemeente Amersfoort en Waterschap Vallei en Veluwe gezamenlijk de zogenoemde Blue Deal, waterrobuust Amersfoort ondertekend. Deze overeenkomst bevestigt de intentie
Nadere informatieVan harte welkom op de bewonersavond. WaardeVOL Brummen. 26, 27 en 28 november 2018
Van harte welkom op de bewonersavond WaardeVOL Brummen 26, 27 en 28 november 2018 Doel Dit project gaat over een toekomstbestendige inrichting en beheer van uw leefomgeving. Samen met u willen wij voorwaarden
Nadere informatieOverzicht en karakteristieken klimaatrisico s Nederland. Willem Ligtvoet
Overzicht en karakteristieken klimaatrisico s Nederland Willem Ligtvoet Kader: Nationale Adaptatiestrategie (begin 2016) Gevraagd: breed overzicht klimaateffecten en aangrijpingspunten voor beleid Aanvulling
Nadere informatieKlimaatverandering Wat kunnen we verwachten?
Klimaatverandering Wat kunnen we verwachten? Yorick de Wijs (KNMI) Veenendaal - 09 05 2019 Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut 1 Klimaatverandering Oorzaken en risico s wereldwijd Trends en
Nadere informatiePresentatie. Afsterven steenfruitbomen. Klantendag Stonefruitconsult. Echteld Donderdag 7 maart. Met medewerking van Marcel Wenneker van PPO
oetermeer Presentatie Afsterven steenfruitbomen Klantendag Stonefruitconsult Echteld Donderdag 7 maart Met medewerking van Marcel Wenneker van PPO Boomuitval Grotere verliezen aan bomen binnen steenfruit
Nadere informatieKlimaatverandering & schadelast. April 2015
Klimaatverandering & schadelast April 2015 Samenvatting Het Centrum voor Verzekeringsstatistiek, onderdeel van het Verbond, heeft berekend in hoeverre de klimaatscenario s van het KNMI (2014) voor klimaatverandering
Nadere informatieKlimaatadaptatie. Charles Aangenendt
Klimaatadaptatie Charles Aangenendt Adaptatie Ruimte en Klimaat 2006: start Nationaal Programma Adaptatie Ruimte en Klimaat (ARK) Doel: klimaatbestendig maken van ruimtelijke inrichting lange termijn:
Nadere informatieProjectpartijen. Initiatiefnemers LTO-Noord ForFarmers Hendrix Waterschap Rijn en IJssel
Carel de Vries Aanleiding Toekomstvisie LTO Noord-Gelderland Sectorvisie mestbeleid: Koersvast richting 2020 Deltaplan Agrarisch Waterbeheer Watervisie 2030, Water schap Rijn en IJsselAgenda Achterhoek
Nadere informatie1/25/2018. Resultaten druppelirrigatie diverse gewassen. Inleiding. More crop per drop. Wie ben ik en wat is mijn rol
Inleiding Resultaten druppelirrigatie diverse gewassen Sigrid Arends Wie ben ik Over het project Resultaten 2014-2017 Zetmeelaardappelen Consumptieaardappelen Soja Uien/Plantuien Pootaardappelen Samenvatting
Nadere informatieKlimaat is een beschrijving van het weer zoals het zich meestal ergens voordoet, maar ben je bijvoorbeeld in Spanje kan het ook best regenen.
Samenvatting door Annique 1350 woorden 16 mei 2015 7,3 333 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand Klimaten Paragraaf 2.2 Weer en klimaat Klimaat is een beschrijving van het weer zoals het
Nadere informatieEvaluatie, Leerpunten en Plannen Perfecte Roos Energiezuinig geteeld. 31-10-2014, Arie de Gelder
Evaluatie, Leerpunten en Plannen Perfecte Roos Energiezuinig geteeld 31-10-2014, Arie de Gelder Opmerkingen vooraf De genoemde punten staan open voor discussie Er is geen prioriteit in de volgorde Als
Nadere informatiePrecisie in de kas. meer sensoren, meer analyse, lokaal reageren
Precisie in de kas meer sensoren, meer analyse, lokaal reageren Peter van Weel, Wageningen UR Glastuinbouw Eldert van Henten, WU Agrarische bedrijfstechnologie Ontwikkelingen in de glastuinbouw Overschakeling
Nadere informatieKlimaat en Landbouw Noord-Nederland Rapportage van fase 2
Klimaat en Landbouw Noord-Nederland Rapportage van fase 2 Ben Schaap, Greet Blom-Zandstra, Ilse Geijzendorffer, Tia Hermans, Rob Smidt & Jan Verhagen Nota 629 Klimaat en Landbouw Noord-Nederland Rapportage
Nadere informatieGevolgen van klimaatextremen voor de Nederlandse landbouw
Alterra is onderdeel van de internationale kennisorganisatie Wageningen UR (University & Research centre). De missie is To explore the potential of nature to improve the quality of life. Binnen Wageningen
Nadere informatiefoto: Vera Siemons Resultaten onderzoek naar klimaatbeleving Uitgevoerd door Gfk i.o.v. Achmea - oktober 2016
foto: Vera Siemons Resultaten onderzoek naar klimaatbeleving Uitgevoerd door Gfk i.o.v. Achmea - oktober 2016 1 De meeste jongeren (34%) houden zich niet bezig met de gevolgen van klimaatverandering Toch
Nadere informatieNaar een nieuwe systematiek voor N-bemestingsadviezen als basis voor precisiebemesting
Naar een nieuwe systematiek voor N-bemestingsadviezen als basis voor precisiebemesting Themadag bemesting akkerbouw, Nijkerk 2 februari 2017 Romke Postma, Willem van Geel (WUR) & Janjo de Haan (WUR) Romke.postma@nmi-agro.nl
Nadere informatieWaterwijzer Landbouw: wat is het en wat kun je ermee? Mirjam Hack en Ruud Bartholomeus november 2016
Waterwijzer Landbouw: wat is het en wat kun je ermee? Mirjam Hack en Ruud Bartholomeus november 2016 Waterwijzer Landbouw Waarom en wat is Waterwijzer Landbouw? Wat kan je straks met Waterwijzer Landbouw?
Nadere informatieGebruik van gewasbeschermingsmiddelen in de landbouw per gewas,
Gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in de landbouw per gewas, 2012-2016 Indicator 16 January 2019 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere
Nadere informatieKruidenrijk Grasland in de melkveehouderij
Kruidenrijk Grasland in de melkveehouderij Dr. Ir. Wiepk Voskamp-Harkema Lector Duurzame melkveehouderij Leeuwarden, 11 juni 2018 Met dank aan Goaitske Iepema Hoe denk je over kruidenrijk grasland? Hoe
Nadere informatieKlimaatadaptatiestrategie Hellendoorn
Klimaatadaptatiestrategie Hellendoorn Actueel: wateroverlast in Limburg Bron vermelding: NOS Klimaatadaptatiestrategie Hellendoorn Toelichting Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie (DPRA) Wat doet Hellendoorn
Nadere informatieKLIMAATADAPTATIE LEEFT, MAAR LEIDT NOG NIET
KLIMAATADAPTATIE LEEFT, MAAR LEIDT NOG NIET www.atosborne.nl Klimaatadaptatie leeft, maar leidt nog niet. Klimaatadaptatie leeft, maar leidt nog niet. Dat is de belangrijkste conclusie die getrokken kan
Nadere informatieWaarom is de bodem belangrijk voor het waterbeheer?
Waarom is de bodem belangrijk voor het waterbeheer? Gera van Os Lector Duurzaam Bodembeheer (CAH Vilentum) Onderzoeker Bodem- en plantgezondheid (WUR) Bodembeheer Waterbeheer Diepe sporen als gevolg van
Nadere informatieBeter Bodembeheer de diepte in
Beter Bodembeheer de diepte in 6 april 2017 Nijkerk Partners in PPS Duurzame Bodem: LTO Nederland, NAV, Brancheorganisatie Akkerbouw (Penvoerder), Agrifirm, IRS, Suiker Unie, AVEBE, CZAV, NAO, Bionext
Nadere informatieMiddelburg Polder Tempelpolder. Polder Reeuwijk. Reeuwijk. Polder Bloemendaal. Reeuwijksche Plassen. Gouda
TNO Kennis voor zaken : Oplossing of overlast? Kunnen we zomaar een polder onder water zetten? Deze vraag stelden zich waterbeheerders, agrariërs en bewoners in de Middelburg-Tempelpolder. De aanleg van
Nadere informatieKlimaatadaptatie. De gemeente Renkum Manon Wille Projectmanager Water
31-5-2016 Klimaatadaptatie Manon Wille Projectmanager Water De gemeente Renkum Ligt aan de Rijn, op de zuidflank van de Veluwe Ligt tussen Wageningen en Arnhem 32.000 inwoners 6 dorpen Veel natuur Weinig
Nadere informatieKlimaatadaptatie. Manon Wille Projectmanager Water
Klimaatadaptatie Manon Wille Projectmanager Water De gemeente Renkum Ligt aan de Rijn, op de zuidflank van de Veluwe Ligt tussen Wageningen en Arnhem 32.000 inwoners 6 dorpen Veel natuur Weinig landbouw
Nadere informatieKlimaatverandering. Opzet presentatie
Klimaatverandering Welke extremen kunnen we in de toekomst verwachten? J. Bessembinder e.v.a. Opzet presentatie Wat is klimaat(verandering)? Het broeikaseffect Waargenomen klimaatverandering Klimaatscenario
Nadere informatieKlimaatadaptatie. Programmaplan duurzame en gezonde stad
Klimaatadaptatie Programmaplan duurzame en gezonde stad Inhoud Ons klimaat verandert Wat betekent het voor Nederland? De uitdagingen voor onze regio Wat doen we al in Helmond en waar dragen we aan bij?
Nadere informatieVroege bloemverdroging bij narcis cultivar Bridal Crown
Vroege bloemverdroging bij narcis cultivar Bridal Crown Voortgezet diagnostisch onderzoek 2012 Peter Vink, Peter Vreeburg en Paul van Leeuwen Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, onderdeel van Wageningen
Nadere informatieDACOM WAARNEMINGSTABELLEN ZIEKTEMANAGEMENT - ALLE BESCHIKBARE GEWASSEN
DACOM STABELLEN ZIEKTEMANAGEMENT - ALLE BESCHIKBARE GEWASSEN 1 INHOUDSOPGAVE INTRODUCTIE 3 AARDAPPEL -6 AARDBEI -8 BIET DRUIF..1-11 KOOL 1-13 LELIE 1 PEEN..1-16 PREI.1 SELDERIJ 18 TOMAAT..1 TULP. UI 1-
Nadere informatieFlevoland: naar een gezonde bodem voor een gezonde sector
Flevoland: naar een gezonde bodem voor een gezonde sector Sjef Staps, Louis Bolk Instituut Flevo atelier bodem, 18-4-2016 Louis Bolk (1866-1930) We zouden het leven moeten bestuderen met vergrootglazen
Nadere informatieSchadewijzer. Vrijlevende- en wortelknobbelaaltjes in de akkerbouw
Schadewijzer Vrijlevende- en wortelknobbelaaltjes in de akkerbouw Inhoudsopgave: 1. Inleiding schadedrempels... 2 2. Verschillende vormen van schade... 2 3. Factoren die van invloed zijn op schade... 3
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 9822 7 juni 2011 Besluit van de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 30 mei 2011, nr. 208952,
Nadere informatiegrondwater doorgrond wat kunt u doen tegen grondwateroverlast?
grondwater doorgrond wat kunt u doen tegen grondwateroverlast? grondwater doorgrond Grondwater bestaat uit regenwater en oppervlaktewater dat in de bodem is weg gezakt en kwelwater dat onder druk uit lager
Nadere informatieEen academisch perspectief op de droogte van de zomer 2018
Een academisch perspectief op de droogte van de zomer 2018 Imme Benedict Bron: Jannes Wiersema Meteorologie en Luchtkwaliteit Vakgroep Wie ben ik? 2010 2013 BSc Bodem, water en atmosfeer 2013 2015 MSc
Nadere informatieTeelt van lelies in goten in de grond in Drenthe, 2012
Teelt van lelies in goten in de grond in Drenthe, 2012 Casper Slootweg Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, onderdeel van Wageningen UR Business Unit Bloembollen, Boomkwekerij en Fruit Februari 2013 Programma
Nadere informatieHet beste tijdstip om grasland te vernieuwen
Het beste tijdstip om grasland te vernieuwen Auteur Alex De Vliegher 16/04/2014 www.lcvvzw.be 2 / 7 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave... 3 Wanneer grasland vernieuwen in het najaar? Wanneer in het voorjaar?...
Nadere informatieKlimaatverandering. Opzet presentatie
Klimaatverandering Wat kunnen we in Nederland verwachten? J. Bessembinder e.v.a. Opzet presentatie Wat is klimaat(verandering) en het broeikaseffect? Waargenomen klimaatverandering KNMI 06 klimaatscenario
Nadere informatieInventarisatie omstandigheden optreden zwarte vlekken in peen
Inventarisatie omstandigheden optreden zwarte vlekken in peen Analyse praktijkmonsters 2008 Huub Schepers en Joanneke Spruijt Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Businessunit Akkerbouw, Groene ruimte
Nadere informatieDe slimme ecologische oplossing tegen wateroverlast én droogte.
De slimme ecologische oplossing tegen wateroverlast én droogte. NATUURBEHEER & LANDBOUW www.hydrorock.com Natuurbeheer en watermanagement Droogte, hittegolven, hevige regenval en overstromingen. Ze komen
Nadere informatieToetsing van effecten van toediening van biochar op opbrengst en bodemkwaliteit in meerjarige veldproeven
Toetsing van effecten van toediening van biochar op opbrengst en bodemkwaliteit in meerjarige veldproeven J.J. de Haan, D. van Balen & C. Topper (PPO-agv Wageningen UR) M.J.G. de Haas, H. van der Draai
Nadere informatieEconomische gevolgen verlaagde N-gebruiksnormen. Wim van Dijk (PPO) Hein ten Berge (PRI) Michel de Haan (ASG)
Economische gevolgen verlaagde N-gebruiksnormen Wim van Dijk (PPO) Hein ten Berge (PRI) Michel de Haan (ASG) Inhoud Waar vloeien economische effecten uit voort? Effecten op gewasniveau Evaluatie veldproeven
Nadere informatieVoorjaarstoepassing van drijfmest op kleigrond voor aardappelen
Voorjaarstoepassing van drijfmest op kleigrond voor aardappelen In PPL het (Programma PrecisieLandbouw) (PPL) investeren investeren landbouwbedrijfsleven en en ministerie van van LNV LNV in in hulpmiddelen
Nadere informatieVerruiming van de stikstofruimte voor beweid grasland ten laste van de stikstofruimte voor gemaaid grasland op zand- en lössgronden
Verruiming van de stikstofruimte voor beweid grasland ten laste van de stikstofruimte voor gemaaid grasland op zand- en lössgronden Jaap Schröder (WPR, Wageningen UR), 26 april 2017 Samenvatting Melkveebedrijven
Nadere informatieProgramma voor vandaag: Bespreking toets Graanteelt deel 1 Ziekten in wintergranen Plagen en legering Werkopdracht Ziekten, plagen en legering
Plantenteelt Graan Programma voor vandaag: Bespreking toets Graanteelt deel 1 Ziekten in wintergranen Plagen en legering Werkopdracht Ziekten, plagen en legering Huiswerk Werkopdracht Ziekten, plagen en
Nadere informatieSKB-Showcase. Praktijkdemo s met ondernemers uit de akker- en tuinbouw. Slotbijeenkomst SKB Showcase Biezenmortel 11 december 2014
Nutriënten Management Instituut B.V. Postbus 250, 6700 AG Wageningen T: 088 8761280 E: nmi@nmi-agro.nl I: www.nmi-agro.nl SKB-Showcase Praktijkdemo s met ondernemers uit de akker- en tuinbouw Romke Postma
Nadere informatieBANANEN LANGS DE NOORDZEE antwoordblad
Opdracht 1 In het filmpje ging het over klimaatverandering. Bedenk samen drie voordelen en drie nadelen van klimaatverandering. Schrijf op: Voordelen 1. bijvoorbeeld warmere zomers in Nederland 2. bijvoorbeeld
Nadere informatieOpen teelten op zandgronden hebben meer tijd nodig om te voldoen aan nitraatrichtlijn
Resultaten Systeemonderzoek Vredepeel geven aan: Open teelten op zandgronden hebben meer tijd nodig om te voldoen aan nitraatrichtlijn BAVB workshop 11 februari 2014 Janjo de Haan Nieuw mestbeleid heeft
Nadere informatieWaterWijzer Landbouw: wat is het en wat kun je ermee?
WaterWijzer Landbouw: wat is het en wat kun je ermee? Mirjam Hack namens consortium 26 juni 2014 www.waterwijzer.nl WaterWijzer Landbouw: wat is het en wat kun je ermee? Wat is het? Waarom actualisatie
Nadere informatiemeststoffen vloeibare bladmeststoffen groei door kennis
meststoffen 2013 vloeibare bladmeststoffen groei door kennis Foliplus Foliplus bladmeststoffen is een complete range van vloeibare meststoffen voor toepassing op het blad. CropSolutions heeft de beste
Nadere informatieKNMI 06 klimaatscenario s
KNMI 06 klimaatscenario s Hoe verandert ons klimaat? J. Bessembinder e.v.a. Opzet presentatie Wat is klimaat(verandering)? Het broeikaseffect Waargenomen klimaatverandering Klimaatscenario s Mogelijke
Nadere informatieBijlage A. Stikstofgebruiksnormen behorende bij artikel 28 van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet
Bijlage A. Stikstofgebruiksnormen behorende bij artikel 28 van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet Gewas Klei Zand/löss en Veen 2006 2007 2008 2009 2006 2007 2008 2009 Grasland (kg N per ha per jaar)
Nadere informatieVijf nieuwe innovatietrajecten voor weidegang
1 Vijf nieuwe innovatietrajecten voor weidegang Het project Amazing Grazing, dat vorig jaar van start ging, wil de huidige opstaltrend van melkvee keren. Daarvoor zijn dan wel amazing ideas nodig! Deze
Nadere informatieBeter systeem voor bepalen waterschade
Beter systeem voor bepalen waterschade Mirjam Hack-ten Broeke (Alterra Wageningen UR), Ruud Bartholomeus (KWR Watercycle Research Institute), Joop Kroes (Alterra Wageningen UR), Jos van Dam (Wageningen
Nadere informatieERVARINGEN MET HET NIEUWE TELEN
ERVARINGEN MET HET NIEUWE TELEN Lezing door Barend Löbker VORTUS bv Programma: Klimaat Praktijkervaringen nieuwe telen Vragen/discussie Introductie Vortus BV: 2007 25 jaar geleden door Simon Voogt opgericht
Nadere informatie5.2.4 Rhizoctonia. 5.2.4.3 De ziekte. In deze paragraaf wordt verwezen naar foto s. Deze kunt u vinden op de website als bijlage bij 5.2.4.
5.2.4 Rhizoctonia AUTEUR EN CONTACTPERSOON: HANS SCHNEIDER De bodemschimmel Rhizoctonia solani veroorzaakt wortelbrand en wortelrot in suikerbieten. Bij zware aantasting gaan hele percelen verloren. Rotte
Nadere informatie