Klimaat en landbouw Noord-Nederland

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Klimaat en landbouw Noord-Nederland"

Transcriptie

1 Klimaat en landbouw Noord-Nederland Onderzoeksfase 2: Inventarisatie adaptatiemaatregelen Definitief Grontmij Nederland B.V. Drachten, 18 juni 2009

2 Verantwoording Titel : Klimaat en landbouw Noord-Nederland Subtitel : Onderzoeksfase 2: Inventarisatie adaptatiemaatregelen Projectnummer : Referentienummer : GM Revisie : D1 Datum : 18 juni 2009 Auteur(s) : de heer J. de Wit MSc. adres : jaap.dewit@grontmij.nl Gecontroleerd door : de heer ing. D. Swart (Grontmij) de heer ing. P. Prins (LTO) Paraaf gecontroleerd : mevr. ir. T. Hermans (Alterra - Wageningen UR) dhr. dr. ing. A. Verhagen MSc (Plant Research International - Wageningen UR) Goedgekeurd door : De heer ing. J.R. Zoetendal Paraaf goedgekeurd : Contact : Grontmij Nederland B.V. Zonnedauw PA Drachten Postbus AB Drachten T F Pagina 2 van 63

3 Inhoudsopgave Inleiding... 5 Achtergrond Project Klimaat en landbouw Noord-Nederland Leeswijzer Aanpak... 9 Inleiding Algemene klimaatextremen... 9 Gewasspecifieke klimaatfactoren Beoordeling praktische uitvoerbaarheid adaptatiemaatregelen klimaatrisico s Effectiviteit maatregelen Kosten van de maatregelen Adaptatiemaatregelen plantaardige productiesystemen Inleiding Aanpassen van zaai/plant- en oogsttijdstip Waterconserverende en minimale bodembewerking Verbeteren en optimaliseren van de ontwatering Irrigatie Water- en peilbeheer Ontwikkeling van nieuwe rassen Bestrijden van ziekten en plagen Bescherming tegen hagel, wind en vorst Hagel Wind Vorst Weersverzekering Technologische ontwikkelingen Precisielandbouw Robotisering Meetinstrumenten ruwvoerteelt Gewasspecifieke adaptiemaatregelen Inleiding Wintertarwe Consumptie- zetmeelaardappel Pootaardappel Suikerbiet Zaaiuien Winterpeen Lelie (bollen) Koolzaad Gras Tomaat Artisjok Zonnebloem Druif Pagina 3 van 63

4 4.15 Kers Riet Adaptatiemaatregelen veehouderij Inleiding Melkkoeien Biologische varkens Bijlage 1: Bijlage 2: Overzicht adaptatiemaatregelen Geraadpleegde experts en bronnen Pagina 4 van 63

5 1 Inleiding 1.1 Achtergrond In 2004 is het onderzoeksprogramma Klimaat voor Ruimte opgestart. Onderzoeken binnen dit programma lopen uiteen van fundamenteel tot meer praktijkgericht onderzoek. Binnen dit onderzoeksprogramma is in 2007 het praktijkgerichte project Klimaat en Landbouw in Noord- Nederland officieel van start gegaan. Landbouw is een belangrijke pijler van de Noord-Nederlandse economie en een belangrijke maatschappelijke factor. De verandering van het klimaat kan grote gevolgen hebben voor de landbouw, niet alleen vanwege veranderende omstandigheden voor gewassen, maar ook ten aanzien van ziekten en plagen, behoeften aan andere teelten (energie), risico s van bedrijfsvoering (oogstzekerheid) en bedrijfszekerheid (energievoorziening). De noordelijke overheden zijn zich bewust van het (grote) belang van de landbouw voor de lokale economie en wensen daarom inzicht te hebben in investeringen (o.a. in de waterhuishouding) die nodig zijn om de positie van de landbouw voor langere termijn veilig te stellen (rekening houdende met veranderingen in het klimaat). Alle reden dus om nadrukkelijk te kijken naar de mogelijke gevolgen van de klimaatverandering en de wijze waarop daar op kan worden ingespeeld. Klimaatverandering zet in Nederland stevig door bron: 22 augustus 2008 Dreigend tekort aan gras in Noord-Nederland bron: Agrarisch Dagblad, 5 juli 2008 Slecht weer heeft gevolgen voor broodprijs Bron: De Volkskrant, 30 augustus Kansen van alternatieve landbouwgewassen in Noord-Nederland Bron: Friesch Dagblad, 14 september 2005 Fig. 1.1 Enkele nieuwsberichten (koppen) met betrekking tot landbouw en klimaat 1. Pagina 5 van 63

6 Inleiding 1.2 Project Klimaat en landbouw Noord-Nederland Het project Klimaat en landbouw Noord-Nederland wordt gefaseerd uitgevoerd en gerapporteerd (zie Fig. 1.2). In fase 1 is een voorstudie door Wageningen UR gedaan waarbij een verkenning is uitgevoerd naar de impact van markt- en klimaatverandering op de landbouw in Europa tot Voor twee klimaat-marktscenario s en drie gewassen is uitgezocht in welke Europese regio s op termijn perspectieven blijven bestaan voor landbouwproductie. De resultaten laten zien dat de landbouw in de regio Noord-Nederland zich kan handhaven bij veranderende markt- en klimaatomstandigheden 2. Fase 2 van het project heeft als doel om impact van klimaatextremen op verschillende landbouwgewassen en landbouwhuisdieren in Noord-Nederland en mogelijke adaptatiemaatregelen te verkennen. De personen uit de werkgroep voor de opzet en uitwerking van deze onderzoeksfase zijn weergegeven in onderstaand overzicht. Alterra Grontmij Plant Research International LTO Noord mevouw. ir. I. Geijzendorffer mevr.ouw. ir. T. Hermans de heer ing. R. Smidt de heer E. Luijendijk MSc de heer ing. D. Swart de heer ir. J. de Wit mevrouw dr. ir. M. Blom-Zandstra de heer ir. B.F. Schaap de heer dr. ing. A. Verhagen MSc de heer ing. P. Prins In de tweede fase is voor verschillende land- en tuinbouwgewassen en landbouwhuisdieren, de impact van klimaatverandering voor verschillende tijdsvensters onderzocht, en zijn adaptatiemaatregelen verkend welke de effecten van klimaatverandering kunnen voorkomen of beperken. Noord-Nederland (provincie Groningen, Friesland, Drenthe en Flevoland) staat in dit onderzoek centraal. Door Wageningen UR zijn hiertoe voor vijftien verschillende land- en tuinbouwgewassen (zie tabel 1.1 voor deze gewassen) de klimaatfactoren die impact hebben op het gewas (gerelateerd aan klimaatparameters van het KNMI) geïdentificeerd. Daarnaast is het voorkomen van deze klimaatfactoren gekwantificeerd voor de gewassen in de huidige situatie en toekomstige tijdsvensters (2040 en 2100). Voor de verschillende klimaatfactoren is daarbij een schatting gemaakt van de mogelijke oogstreductie of kwaliteitsafname (schade). Naast de land- en tuinbouwgewassen is tevens de impact van klimaatverandering op landbouwhuisdieren (melkkoeien en scharrelvarkens) geïdentificeerd. Achtergronden en resultaten zijn door Wageningen UR in een separaat achtergronddocument gerapporteerd 3. In deze tweede fase is aanvullend op het onderzoek van Wageningen UR, door Grontmij een inventarisatie gemaakt van de mogelijke adaptatiemaatregelen ten behoeve van de in tabel 1.1 weergegeven gewassen en landbouwhuisdieren. De maatregelen zijn gericht op het voorkomen en/of beperken van de negatieve effecten (schade) als gevolg van de gevoelige klimaatfactoren. Achtergrond en resultaten van deze inventarisatie zijn in voorliggende rapportage weergegeven. Pagina 6 van 63

7 Inleiding Fase I Impact van de markt- en klimaatverandering op de landbouw in Europa tot 2050 Fase II Klimaat en landbouw Noord-Nederland: effecten van extremen De invloed van extreme weersomstandigheden op gewassen en landbouwhuisdieren en verkenning van mogelijke adaptatiemaatregelen Achtergrondrapport Klimaat en Landbouw Noord-Nederland Achtergrondrapport Klimaat en landbouw Noord- Nederland: Inventarisatie adaptatiemaatregelen Fase III Actieplannen voor Noord-Nederland voor aanpassing aan zowel markt als klimaatverandering ( ) Fig. 1.2 Overzicht project Klimaat en landbouw in Noord-Nederland Vanwege de verschillende effecten als gevolg van klimaatverandering zijn alle gewassen uit tabel 1.1 separaat beschouwd. Naast de conventionele gewassen zijn er eveneens gewassen die in de huidige situatie, niet of nauwelijks in Nederland worden geteeld, maar mogelijk potentie hebben vanwege klimaatverandering (zogenaamde nieuwe gewassen), in het onderzoek opgenomen. Tabel 1.1 Overzicht plantaardige teelten en landbouwhuisdieren Conventionele gewassen Nieuwe gewassen Landbouwhuisdieren Wintertarwe Artisjok Melkkoeien Consumptie- fabrieksaardappelen Zonnebloem Varkens (biologisch) Pootaardappelen Suikerbieten Zaaiuien Winterpeen Lelie Koolzaad Gras (Engels raaigras) Druif Kers Riet Tomaat (kas) Toelichting selectie gewassen en landbouwhuisdieren: De gewassen en dieren zijn gekozen op basis van een quick scan van de huidige situatie in Noord Nederland. Hierbij zijn vier criteria gehanteerd: areaal van het gewas, economische waarde van het gewas of dier, type (voedsel, voer, sier, energie) en type sector (akkerbouw, veehouderij, tuinbouw). Er is gebruikt gemaakt van het bestand Geografische Informatie Agrarische Bedrijven 4. Het GIAB bestand is ontworpen in 1997 en wordt jaarlijks geactualiseerd. Het geeft de geografische locatie van elk agrarisch bedrijf in Nederland waaraan vervolgens gegevens uit de jaarlijkse Meitelling worden gekoppeld. Naast de de selectie van reeds geteelde gewassen is ook gezocht naar gewassen die nu nog niet of nauwelijks in InNederland voorkomen maar waar eventueel wel perspectief voor zou zijn. Hiervoor is gekeken in Eurostat welke gewassen nu in (Noord-)Frankrijk geteeld worden die mogelijk potentie krijgen in Nederland. De definitieve lijst is in samenspraak met de stuurgroep vastgesteld. Pagina 7 van 63

8 Inleiding Aansluitend op fase 2 zullen in fase 3 van het project Klimaat en landbouw Noord-Nederland aanpassingsstrategieën landbouwkundig en ruimtelijk worden uitgewerkt en worden samengevoegd tot samenhangende actieplannen voor verschillende deelgebieden. De noodzakelijke dan wel gewenste landbouwkundige aanpassingen zullen worden gekoppeld aan de ruimtelijke ontwikkelingen en lokale omstandigheden. De invloed ervan op bijvoorbeeld de recreatieve, landschappelijke en ecologische waarden wordt in beeld gebracht. De uiteindelijke actieplannen bevatten een samenhangend en maatschappelijk afgewogen pakket aan maatregelen voor Noord-Nederland. 1.3 Leeswijzer Na de inleiding (hoofdstuk 1) wordt in hoofdstuk 2 de aanpak van de inventarisatie beschreven. In hoofdstuk 3 tot en met 5 worden de resultaten weergegeven. In hoofdstuk 3 wordt ingegaan op mogelijke algemene adaptatiemaatregelen ten aanzien van klimaatextremen. In hoofdstuk 4 en 5 wordt aansluitend ingegaan op de onderzochte gewassen en landbouwhuisdieren (zie tabel 1.1). In de tekst wordt middels nummering [..] naar bijbehorende informatiebronnen verwezen. Pagina 8 van 63

9 2 Aanpak 2.1 Inleiding Als basis voor onderzoeksfase 2 is op basis van literatuurgegevens en ervaringen uit de praktijk door Wageningen UR de voor de verschillende gewassen de gevoelige klimaatfactoren bepaald met een directe effect op het gewas of de bedrijfsvoering. In het onderzoek is per impact aangegeven wat het gevolg (effect) is van de klimaatimpact en wat de te verwachten schade is. De resultaten zijn separaat gerapporteerd Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.. Aangezien deze resultaten aan de basis liggen van de inventarisatie van adaptatiemaatregelen zijn deze gegevens per gewas samengevat en in hoofdstuk 4 weergegeven. Om aan de gevolgen van de klimaatverandering het hoofd te kunnen bieden en daarmee schade aan de verschillende gewassen te beperken, of mogelijk te voorkomen, zijn de potentiële maatregelen per gewas en relevante klimaatfactor geïnventariseerd. Per gewas is een maatregelenlijst opgesteld aan de hand van literatuur, praktijkexperts en eigen inzichten. In dit hoofdstuk wordt eerst ingegaan op adaptatiemaatregelen ten behoeve van algemene klimaatextremen. Aanvullend wordt ingezoomd op de gewasspecifieke adaptatiemaatregelen. 2.2 Algemene klimaatextremen Op basis van de resultaten van het onderzoek van Wageningen UR is geïnventariseerd welke klimaatextremen frequent een relevante klimaatfactor zijn voor de verschillende gewassen. Voorbeelden van deze klimaatextremen zijn droogte, hevige regen, vorst, wind, en hagel. Op basis van literatuuronderzoek is een lijst aan algemene adaptieve maatregelen opgesteld waarmee gewassen tegen deze klimaatextremen kan worden beschermd of effecten van deze klimaatextremen wordt beperkt. Naast deze maatregelen wordt er eveneens ingegaan op een overige mogelijke adaptatiemaatregelen zoals een weersverzekering en technische ontwikkelingen die mogelijk een rol zouden kunnen vervullen in adaptatie aan klimaatverandering. Deze maatregelen en overige informatie worden uiteengezet in hoofdstuk Gewasspecifieke klimaatfactoren Als tweede stap in het opstellen van de adaptatiemaatregelen is specifieker ingezoomd op de voor de verschillende gewassen relevante klimaatfactoren en het effect op het gewas. Per klimaatfactor (met bijbehorende impact en schade) zijn per gewas de mogelijk in te zetten maatregelen bepaald. In eerste instantie is geput uit de algemene adaptatiemaatregelenlijst (hoofdstuk 3). Daarnaast zijn tevens gewasspecifieke maatregelen weergegeven (gebaseerd op literatuur, praktijkexpertise en eigen inzichten). Voor elke gevoelige klimaatfactor zijn deze mogelijke adaptatiemaatregelen beschreven in hoofdstuk 4. Voor de meest risicovolle klimaatfactoren (deze zijn gearceerd weergegeven in de overzichtstabellen) zijn tevens de indicatieve kosten bepaald en tevens zijn de maatregelen getoetst op praktische uitvoerbaarheid (zie 2.3.1). De resultaten zijn opgenomen in bijlage 1. Hoe de risicovolle klimaatfactoren zijn bepaald is uiteengezet in het eindrapport van onderzoeksfase 2 5. Pagina 9 van 63

10 Aanpak Bij het opstellen van de maatregelenlijst per gewas is onderscheid gemaakt in het niveau waarop de maatregel dient te worden uitgevoerd of ontwikkeld. Hierbij zijn de volgende niveaus onderscheiden: gewasniveau: maatregelen die de boer kan nemen en specifiek gericht zijn op het gewas (bv. het bestrijden van een plaag dat voor een specifiek gewas een gevaar vormt); bedrijfsniveau: maatregelen die de boer kan nemen en naast het gewas eveneens invloed hebben op andere teelten (bv. gewasrotatie) regionaal niveau: maatregelen die op regionale schaal genomen moeten worden (bv. optimaliseren van het watersysteem); sectorniveau: maatregelen die door de sector genomen, aangestuurd of ontwikkeld moeten worden (bv. ontwikkeling van resistente gewassen). In het onderzoek is gekeken naar maatregelen welke de impact van een klimaatfactor kunnen voorkomen en maatregelen welke de impact van een bepaalde klimaatfactor kan beperken Beoordeling praktische uitvoerbaarheid adaptatiemaatregelen klimaatrisico s Om aansluiting met landbouwkundige praktijk te verkrijgen zijn de opgestelde maatregelenlijsten aan verschillende praktijkexperts voorgelegd met de vraag de maatregelen te beoordelen op praktische en teelttechnische uitvoerbaarheid. De economische consequenties van de maatregelen zijn hierbij niet in beschouwing genomen (dit betekend dat economische factoren geen rol mogen spelen bij de beoordeling van de maatregelen). Een overzicht van de geraadpleegde experts is opgenomen in bijlage 2. In bijlage 1 is in de weergegeven maatregelenlijsten met (+), (-) en (?) aangegeven of een maatregel uitvoerbaar lijkt (+), niet uitvoerbaar lijkt (-) of er is geen oordeel gegeven (?). Naast deze beoordeling zijn de maatregelen voor de meest risicovolle klimaatfactoren tijdens een sectorbijeenkomst op 27 februari 2009 bediscussieerd met de deelnemers (gewasspecialisten en agrariërs). Aanvullingen en opmerkingen ten aanzien van deze maatregelen zijn meegenomen in de uitwerking Effectiviteit maatregelen De effectiviteit van de maatregel om schade te voorkomen of beperken als gevolg van een bepaalde klimaatfactor is sterk afhankelijk van externe factoren als bijvoorbeeld, type bodem, de waterhuishoudkundige situatie en het tijdstip waarop een maatregel wordt uitgevoerd. Dit geldt met name voor maatregelen die ingrijpen op de bodem zoals bijvoorbeeld diepere bodembewerking of stimulering van bodemleven. Gezien dit feit is er geen oordeel gegeven over de effectiviteit van de verschillende maatregelen Kosten van de maatregelen Op basis van literatuurgegevens en expert judgement zijn daar waar enigszins mogelijk de kosten van de maatregelen bepaald welke beoordeeld zijn als praktisch en teelttechnisch mogelijk (+) en gelden voor de klimaatrisico s in De kosten zijn weergegeven middels een bandbreedte en hebben louter een indicatief karakter. Met name ontwikkelingskosten van nieuwe rassen en technologie zijn op voorhand slechts zeer indicatief aan te geven. De ontwikkelingskosten van nieuwe technologieën zijn bijvoorbeeld hoog 6 Ditzelfde geldt voor ontwikkeling van nieuwe gewasbeschermingsmiddelen en veredeling. Er zijn bedrijven die jaarlijks 300 miljoen euro investeren in onderzoek naar nieuwe gewasbeschermingsmiddelen en nieuwe rassen 7. Indien geen kostenindicatie kan worden gegeven (vanwege de complexiteit van de maatregel) wordt dit aangegeven met nb (niet bekend). Pagina 10 van 63

11 3 Adaptatiemaatregelen plantaardige productiesystemen 3.1 Inleiding Om schade als gevolg van klimaatverandering te beperken of voorkomen zullen landbouwsystemen zich mogelijk aan moeten passen. In dit hoofdstuk wordt een algemeen overzicht gegeven van verschillende type adaptatiemaatregelen ten behoeve van plantaardige teelten. De weergegeven maatregelen zijn met name gericht op onder andere de volgende klimaatfactoren: droogte, hevige regenval, vorst, wind, en hagel. Naast deze klimaatfactoren wordt ingegaan op technologische ontwikkeling welke mogelijk zouden kunnen bijdragen een klimaatadaptatie. 3.2 Aanpassen van zaai/plant- en oogsttijdstip Vroeger zaaien of planten in de lente zorgt voor een verlenging van het groeiseizoen, zodat in combinatie met een gewas (met een kort groeiseizoen), blootstelling aan droogte en hoge temperaturen tijdens de zomermaanden wordt beperkt (minder warmte- en waterstress) 8. De toepassing van deze maatregel hangt onder andere af van de begaanbaarheid en bewerkbaarheid van het perceel. Mogelijkerwijs is de maatregel alleen uitvoerbaar na droge winters. Om minder afhankelijk te zijn van de begaanbaarheid en bewerkbaarheid, kan mogelijk de mechanisatie worden aangepast. Voorbeelden zijn: toepassen van rupstrekkers; no-tillage systeem of minimale bodembewerking (zie 3.3); Vaste rijpadenteelt met behulp van precisielandbouwtechnologie (zie eveneens 3.11). Het aanpassen van plant- en oogstdata is een adaptatiemaatregel die geldt voor de individuele akkerbouwer. De adaptatiemaatregel situeert zich op bedrijfsniveau, maar is daarbij sterk afhankelijk van de gewassen in rotatie (gewasniveau). Op sectorniveau (onderzoek, machinefabrikanten) dienen nadere oplossingen te worden ontwikkeld om tijdstippen te optimaliseren en technologie te ontwikkelen welke kan bijdragen aan een betere bewerkbaarheid en begaanbaarheid van de percelen. Mogelijk dat eveneens de ontwatering moet worden aangepast (drainage op bedrijfsniveau, waterpeilen op regionaal niveau). 3.3 Waterconserverende en minimale bodembewerking Ter bestrijding van droogte kunnen verscheidene waterreducerende technieken worden toegepast. Dit kan worden bewerkstelligd door het vergroten van het vochtbergend- en vasthoudend vermogen van de bodem middels het verbeteren van de bodemstructuur en het verbeteren van de organische stofhuishouding. Maatregelen om de bodemstructuur te verbeteren zijn: opheffen ploegzool middels grondbewerking; stimuleren van het bodemleven (niet ploegen, gewasresten onderwerken, organische bemesting etc.). Maatregelen om de organische stofhuishouding te verbeteren zijn: inwerken gewasresten in de bodem (bv. graanstoppels en stro); telen van een groenbemester (gewas in winterperiode dat in het voorjaar wordt doodgespoten en ondergewerkt); toedienen van organische stof (bv. organische mest). Pagina 11 van 63

12 Adaptatiemaatregelen plantaardige productiesystemen Een ander voorbeeld van een waterconserverende techniek is minimale bodembewerking (in het buitenland aangeduid als no-tillage). Deze techniek beoogt een minimalisatie van grondbewerkingen, gewasresten van het vorig seizoen worden geheel of deels op het maaiveld achtergelaten in plaats van volledig onderploegen 8. Fig. 3.1 Groenbemester (links inwerken groenbemester, rechts: ondergewerkte groenbemester) 9. NMI en de sectie Bodemkwaliteit van Wageningen Universiteit hebben recente bodemchemische en biologische kennis in verband gebracht met praktijkonderzoek en monitoring op 23 bedrijven op zeeklei. Zeeklei heeft veelal een slechte bodemstructuur. Uit het onderzoek blijkt dat er een verband is tussen bodemchemische eigenschappen van de grond en de bodemstructuur. Vooral de calciumbezetting aan het kleihumuscomplex (Cation Exchange Capacity: CEC), de samenstelling van de organische stof en bodemleven bieden aangrijpingspunten voor een daadwerkelijke verbetering van de bodemstructuur. Een lage calciumbezetting aan de CEC leidt tot structuurverslechtering. Hiervoor kunnen de volgende maatregelen worden ingezet 10 : bekalken van de grond; op maat bemesten met magnesium, natrium en kalium; het achterlaten van oogstresten en het gebruik en de keuze van groenbemesters en organische meststoffen; gebruik van verzurende meststoffen om de calcium uit schelpresten beter beschikbaar te maken; minimale grondbewerking om het bodemleven zo min mogelijk te verstoren; een bouwplan met gewassen die veel organische stof achterlaten; opnemen gewassen die gunstig zijn voor aanmaak van glomaline door mycorrhizaschimmels. De in deze paragraaf beschreven maatregelen spelen zich voornamelijk af op bedrijfsniveau. Een mogelijke interessante grondverbetering (o.a. organische stof) is het idee van kunstmatige terra preta (vruchtbare, rulle zware aarde die is aangetroffen regenwouden). Biomassa wordt door pyrolyse (verhititng zonder zuurstof) omgezet in olie, gas en koolstof (zie fig.3 2. Bij dit proces wordt een grondverbetering geproduceerd met de volgende weergegeven positieve effecten op de bodemkwaliteit 11 : chemische bodemkwaliteit: CEC (Cation Exchange Capacity); Nutriënten; fysische bodemkwaliteit: Vochthoudend vermogen; Structuurstabiliteit biologische bodemkwaliteit: Vooral indirect effect door effect op milieu; Pagina 12 van 63

13 Adaptatiemaatregelen plantaardige productiesystemen verder beperking verliezen: Uitspoeling nutriënten en bestrijdingsmiddelen; Verlaging emissie N2O en CH. Fout! Bladwijzer Het biochar-concept lijkt een veelbelovend concept door potentiële win-winsituaties niet gedefinieerd. : energie uit biomassa (CO 2 -efficiënt); permanente CO2-opslag); positief landbouwkundig en milieukundig effect. Vanwege enkele openstaande kennisvragen met betrekking tot de ontwikkeling van Biochar (o.a. logistieke concepten t.b.v. verzameling bijproducten, opschaling tot semi-industrieel niveau, onderzoek naar landbouwkundige werking en ontwikkeling van Best Practices toepassing in landbouw) lopen diverse onderzoeken Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.. Fig. 3.2 Terra preta bodemprofiel 12 (links) en productieproces Biochal 13 (rechts). Om Biochar daadwerkelijk in de landbouw (op bedrijfsniveau) toe te passen, dient in eerste instantie nog het nodige onderzoek door de sector te worden uitgevoerd en in de praktijk toepasbare Biochar te worden ontwikkeld. 3.4 Verbeteren en optimaliseren van de ontwatering Volledige verzadiging van het bodemprofiel en water aan maaiveld kunnen leiden tot verrotting of verdrinking van het gewas. Ontwatering van percelen (doorlatendheid) kan worden verbeterd middels bewerkingen in het bodemprofiel: diepere grondbewerking dan traditionele ploegzool van circa 0,30 m (dieper ploegen, spitten of woelen); diepe grondbewerking van circa 2 m (diepploegen, diepspitten of diepwoelen); inzaai en onderwerken groenbemester. De doorlatendheid van het bodemprofiel kan eveneens worden bevorderd middels het behouden en stimuleren van het bodemleven (bv. niet ploegen, organische bemesting etc.). Door bijvoorbeeld wormen worden verticale gangen in de bodem gemaakt welke de verticale doorlatendheid van de bodem kunnen verbeteren. Belangstelling en aandacht voor bodemleven in de landbouw groeit. Naast de bodembewerkingen kan de (oppervlakkige) ontwatering van landbouwpercelen worden verbeterd door de volgende maatregelen 14 : aanleg en onderhoud drainage (eventueel intensiever draineren); (extra) afvoergreppels (maken in natte percelen); percelen rond leggen (kilveren); schonen en uitdiepen van perceelsloten. Pagina 13 van 63

14 Adaptatiemaatregelen plantaardige productiesystemen Een negatief aspect van oppervlakkige afspoeling is de afvoer van nutriënten en gronddeeltjes van de akker. Verdichting van het bodemprofiel leidt tot schade onder zowel natte als droge omstandigheden. Preventie van bodemverdichting is dus belangrijk. De volgende maatregelen zijn mogelijk Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. : voorkomen dat geoogst wordt onder natte omstandigheden (bv. door overcapaciteit in het machinepark); toepassing van lage druk banden; gewas en ras afstemmen op de structuurgevoeligheid van het perceel; teelt van diepwortelende gewassen en groenbemesters (opheffen van verdichting); afspraken maken met loonwerker in het kader van bodemverdichting (capaciteit is voor loonwerkers vaak bepalend); vaste rijpadenteelt (alleen rijpaden zijn onderhevig aan verdichting). In het onderzoek van NMI en de sectie Bodemkwaliteit van Wageningen Universiteit (zie 3.3) is eveneens gekeken naar het effect van een betere bodemstructuur op de waterinfiltratie. Modelberekeningen laten zien dat meer organische stof en een lagere bulkdichtheid leiden tot een hogere infiltratiesnelheid met minder kans op het tijdelijk blank komen staan van akkers. Meer organische stof leidt tot minder waterstagnatie na een regenbui van 1 centimeter per half uur 10. Maatregelen om de organische stofhuishouding te verbeteren zijn 3.3 weergegeven. De weergegeven adaptatiemaatregelen dienen vrijwel allemaal op bedrijfsniveau te worden getroffen. De sector dient o.a. nieuwe drainagetechnologie te ontwikkelen. Daarnaast dient de sector bodembeschermende technologie (lage druk banden, vaste rijpadenteelt etc.) verder te onderzoeken en doorontwikkelen. Uitdiepen van perceelsloten is een maatregel welke op regionaal niveau moet worden genomen. 3.5 Irrigatie Planten kunnen alleen groeien wanneer de vochtvoorziening voldoende is. Droogteperioden gedurende het groeiseizoen kunnen worden gecompenseerd door irrigatie (toevoer van water in plaats van, of in aanvulling op de natuurlijke neerslag). Er zijn verschillende irrigatiemethoden: beregenen: Bovengrondse toevoer van water (grondwater of oppervlaktewater) middels een sproeier of Waterkanon; druppelirrigatie of gietdarmen: Toevoer van water naar het gewas gebeurt middels druppelslangen (liggend op maaiveld). Naast water kunnen eventueel opgeloste meststoffen worden toegediend (druppelfertigatie). Gietdarmen zijn slangen welke op maaiveld tussen het gewas worden aangebracht. In de slangen bevinden zich op regelmatige afstand gaatjes welke onder druk water geven; deels onder water zetten perceel: Water wordt oppervlakkig volvelds of tussen ruggen toegediend; ondergronds buizensysteem: Een ondergronds (diepte 0,30 m) buizensysteem genaamd Subterranean Plant Systeem (SPS) is een techniek die momenteel in Nederland land getest wordt (zie Fig. 3.3). Dit systeem kan gewassen ondergronds voorzien van water en meststoffen door het rondpompen van water door een slangensysteem. Het systeem kan tevens water rondpompen dat met restwarmte (bv. van een vergistinginstallatie) is verwarmd. Wageningen Universiteit onderzoekt het systeem in de praktijk 15. Pagina 14 van 63

15 Adaptatiemaatregelen plantaardige productiesystemen Fig. 3.3 Aanleg ondergronds buizensysteem Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. (links) en vorenirrigatie: deels onder waterzetten perceel (rechts) 16. Naast het vochtvoorzieningssysteem speelt het watermanagement (in het kader van een zo efficiënt gebruik) een belangrijke rol. Tegenwoordig zijn er verschillende systemen beschikbaar waarbij de vochtvoorziening kan worden geoptimaliseerd. Een voorbeeld is plaatsing van vochtsensoren (welke continue de actuele beschikbare hoeveelheid water meet) het perceel kan aanbrengen en middels internet een advies kunnen opvragen 17. Om te kunnen irrigeren is de beschikbaarheid van (kwalitatief) voldoende water een vereiste. Om in tijden van droogte voldoende wateraanvoer te waarborgen kunnen de volgende maatregelen worden genomen: aanpassing van het oppervlaktewatersysteem in peilbeheerste gebieden; vasthouden van water in gebieden waar geen water kan worden aangevoerd uit het oppervlaktewatersysteem. Bijvoorbeeld overtollig water in de winter opslaan en aanwenden in de zomermaanden wanneer watertekorten optreden). Dit principe kan op diverse manieren worden uitgevoerd 8 ; vasthouden van regenwater voor kleinschalige irrigatie. Dit vereist de aanleg van regenwaterputten en/of vijvers; vasthouden van schoon infiltratiewater. Dit vereist de aanleg van retentie- en infiltratiestructuren om infiltratiewater vast te houden in geschikte zones enerzijds en het bewaken van de kwaliteit anderzijds. De aanleg van infiltratiestructuren kan beschouwd worden als de uitbreiding van de waterwingebieden; vasthouden van overtollig oppervlaktewater. De opslag van overtollig oppervlaktewater op landbouwgronden kan gaan over de aanleg van overstromingsgebieden en polders. Het land blijft in het bezit van de landbouwer maar hij wordt vergoed voor de schade geleden door eventuele overstroming; beregening uit grondwater (ook in extreem droge jaren, dus geen beregeningsverboden). Voor beregenen uit oppervlaktewater is aanvoer van grote hoeveelheden gebiedsvreemd water nodig 14. In Zeeland is een pilot waterconservering op perceelsniveau opgestart. Met dit type waterconservering wordt de waterhuishouding in de percelen zo goed mogelijk afgestemd op de eisen van het gewas. Het gaat om een van de eerste waterconserveringsprojecten op zware grond. In 2009 zal het pilotproject waterconservering op perceelsniveau uitgevoerd worden door het plaatsen van in totaal 11 conserveringsstuwen in de Absdalepolder en in de Van Alsteinpolder. Als de pilot goed verloopt zal het projectgebied opgeschaald worden naar het gehele afwateringsgebied Paal en daarna naar heel Zeeuws-Vlaanderen. Naar verwachting zullen circa 15 boeren deelnemen aan de pilot 18. Maatregelen om water bij de plant te krijgen spelen op bedrijfsniveau. Ditzelfde geldt voor het vasthouden van regenwater ten behoeve van kleinschalige irrigatie. De sector kan nieuwe irrigatietechnologie ontwikkelen of bestaande technologieën uitontwikkelen. Pagina 15 van 63

16 Adaptatiemaatregelen plantaardige productiesystemen Indien infiltratiewater of oppervlaktewater tijdelijk moet worden geborgen zijn zowel maatregelen op bedrijfsniveau als regionaal niveau vereist. 3.6 Water- en peilbeheer Het huidige ontwateringssysteem in de akkerbouw is met name ingericht op optimaliseren van de vochtvoorziening (voldoende drooglegging), met als doel het een maximale opbrengst en goede oogstomstandigheden 14. De volgende maatregelen kunnen worden getroffen met betrekking tot het waterbeheer van het perceel 14 : intensiever draineren: Huidige systemen zijn vaak diep met minder drains aangebracht, waardoor opbolling tussen drains toeneemt. Aanbrengen van extra drains (verkleinen drainafstand) verlaagt de opbolling; flexibel peilbeheer en regelbare drainage: Het belangrijkste doel hiervan is het vasthouden van neerslagoverschotten. In Nederland worden neerslagoverschotten vastgehouden om wateroverlast elders te voorkomen (piekberging) of om droogte te bestrijden (waterconservering en subirrigatie). Bij waterconservering kan onderscheid worden gemaakt tussen het vasthouden van lokale neerslagoverschotten en van subirrigatie en infiltratie van water afkomstig van elders. Een techniek waarmee drainage geregeld kan worden is peilgestuurd draineren. Aan het einde van het drainagestelsel wordt een in hoogte verstelbare uitmonding aangebracht (systeem van Ad van Iersel). De drainagebuizen monden niet uit in een watergang, maar in een zogenaamde verzameldrain (zie Fig. 3.4). De afwateringshoogte van die verzameldrain kan door de boer zelf worden afgesteld. Afhankelijk van het grondgebruik is dat bijvoorbeeld op 50 cm onder maaiveld voor bouwland, of op 30 cm onder maaiveld voor grasland 17 ; piekberging neerslagoverschotten: Waterberging kan aan maaiveld plaatsvinden. Daarnaast zijn er systemen in ontwikkeling om water in de percelen (beneden maaiveld) te bergen. Momenteel zijn er drainagesystemen in ontwikkeling waarmee water tijdens pieken kan worden geborgen, waarbij wateroverlast tot een minimum wordt beperkt. Het idee bestaat uit een intensieve drainage welke relatief diep wordt aangebracht. Nadeel van het systeem is de toename van de kans op droogteschade. Dit kan worden beperkt door het onder water zetten van de drains (in de zomer) of door het deels afdoppen van de drains 14 ; conservering van lokale neerslagoverschotten: Middels stuwbeheer wordt water vastgehouden. In niet gedraineerde percelen is het effect van peilverhoging gering. Alleen in wateraanvoergebieden, waarbij water via drains in percelen wordt geïnfiltreerd kan substantieel op beregenen bespaard worden. Bij grootschalige toepassing van waterconservering kan wateroverlast ontstaan en zullen waterbeheerders en niet de boeren de regie over het stuwbeheer moeten voeren 14 ; subirrigatie via drainage: Water wordt middels het drainagesysteem in de bodem geïnfiltreerd. Uit een studie is gebleken dat door toepassing van deze techniek een substantiële verhoging van de grondwaterstand kan worden bewerkstelligd (geldt voor goed doorlatende gronden). Voor dit systeem zal veel gebiedsvreemd water moeten worden aangevoerd en door toepassing van dit systeem zal het waterbergende vermogen afnemen; Pagina 16 van 63

17 Adaptatiemaatregelen plantaardige productiesystemen Fig. 3.4 Schematische weergave traditionele drains en peilgestuurde (regelbare) drainage 19. onderwaterdrainage: Onderwaterdrains nivelleren de grondwaterstand. In de winter wordt de grondwaterstand door een drainerende werking verlaagd en in de zomer verhoogd door een infiltrerende werking. Onderwaterdrains zijn effectief bij het reguleren van de grondwaterstand met als voordeel het remmen van de bodemdaling enerzijds en verbeteren van de draagkracht van grasland anderzijds. Op Praktijkcentrum Zegveld worden de effecten van onderwaterdrains onderzocht 20. Deze techniek is mogelijk interessant voor veenweidegebieden vanwege maaivelddaling als gevolg van natuurlijke veenafbraak. Draineren is een maatregel op bedrijfsniveau. Flexibel peilbeheer en conservering van lokale neerslagoverschotten zijn maatregelen die spelen op zowel bedrijfsniveau als regionaal niveau. De sector zal innovatieve drainagetechnologie verder moeten uitontwikkelen. 3.7 Ontwikkeling van nieuwe rassen Om te anticiperen op mogelijke gevolgen van klimaatverandering kunnen nieuwe rassen worden ontwikkeld middels verdeling (conventionele methode) of middels een biotechnologische aanpak (genetische modificatie). De aandacht dient hierbij uit te gaan naar de ontwikkeling van gewassen Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. : droogte- en hitteresistentie; waterresistentie (bv. tegen verrotting onder natte omstandigheden); ziekte- en plagenresistentie. Ontwikkeling van nieuwe rassen is vaak een tijdrovend en kostbaar proces. Dergelijke ontwikkeling zullen vanuit de sector komen (onderzoek, bedrijfsleven). Indien beschikbaar zullen deze rassen op gewasniveau kunnen worden ingezet. 3.8 Bestrijden van ziekten en plagen Als gevolg van klimaatverandering kan er een toename van bestaande ziekten en plagen plaatsvinden Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. en mogelijke introductie van nieuwe ziekten en plagen. Maatregelen ter preventie en bestrijding van ziekten en plagen zijn de volgende: chemische bestrijding (spuiten met pesticiden en fungiciden); bestrijding met natuurlijke middelen (bv. oliën); biologische bestrijding door toepassing en stimuleren functionele agrobiodiversiteit, bijvoorbeeld stimuleren natuurlijke vijanden door het zaaien van bloemrijke akkerranden (zie Fig. 3.5); ruimere vruchtwisseling in bouwplan; telen in stroken (bijvoorbeeld inzaai groenbemester om vruchtwisseling te vergroten); alternatieve (hete lucht) of biologische (grond)ontsmetting; toepassing en (verdere) ontwikkeling innovatieve gewasbeschermingstechnieken (voorbeelden zijn UV-belichting (zie Fig. 3.5) en ozon-behandeling); coating van zaden; ontwikkeling van resistente rassen (zie 3.7). Pagina 17 van 63

18 Adaptatiemaatregelen plantaardige productiesystemen Fig. 3.5 Bloemrijke akkerrand 21 (links) en gewasbescherming met UV-licht 22 (rechts) beslissingondersteunende (BOS)- en waarschuwingssystemen: Om ziekten en plagen te bestrijden worden beslissingondersteunende (BOS)- en waarschuwingssystemen mogelijk belangrijker. Voor bestrijding van ziekten en plagen in gewassen in akkerbouw en vollegronds- groenteteelt, fruitteelt, bollenteelt, en boom- en vasteplanten zijn de laatste jaren al BOSsen ontwikkeld. Er is bijvoorbeeld een BOS ontwikkeld die aangeeft welke invloed de weersomstandigheden rondom het toepassingstijdstip hebben op de effectiviteit van de toepassing (GEWIS) 23 ; robuuste gewassen: De verwachting is dat een robuust gewas minder gevoelig is voor ziekten en plagen. Dit kan deels worden gestuurd door het realiseren van een goede bodem met biodiversiteit (bodemleven), structuur en nutriënten (bemesting). Chemische en natuurlijke bestrijding van ziekten en plagen vindt vrijwel plaats op gewasniveau. Gewasrotatie en agrobiodiversiteit speelt op bedrijfsniveau en agrobiodiversiteit van stimuleringsregeling op regionaal niveau. Ontwikkeling van innovatieve bestrijdingstechnieken, coatings, resistente rassen en technologie speelt op sectoraal niveau. Toelating van gewasbeschermingsmiddelen is wel een aspect dat speelt op regionaal/bestuurlijk niveau (overheid, Europees beleid). 3.9 Bescherming tegen hagel, wind en vorst Hagel Als gevolg van (hevige) hagelbuien kan schade aan het gewas optreden. Om de gewasschade te beperken of voorkomen zijn de volgende maatregelen mogelijk: afdekken van het gewas met netten; overkapconstructies; Hagelkon, apparaat waarmee geprobeerd wordt hagelbuien te voorkomen. Sturen van schokgolven met geluid in de wolk om de opbouw van de hagelwolk te verstoren; teelten welke ongevoelig zijn voor hagel telen ter plaatse van hagelbanen. Dit zijn stroken in Nederland, die meer dan andere gebieden getroffen worden door hagelbuien. Weergegeven maatregelen zorgen voor een preventieve werking. Gewasherstellende middelen spuiten op bijvoorbeeld vruchten kunnen een curatieve werking hebben. Daarnaast kunnen er gewasbeschermingsmiddelen worden ingezet om bv. infecties te bestrijden (als gevolg van hagel zijn gewassen bijvoorbeeld gevoeliger voor bepaalde infecties). Pagina 18 van 63

19 Adaptatiemaatregelen plantaardige productiesystemen Fig. 3.6 Afdekking gewas met netten 24 (links) en overkapping 25 (midden) en hagelkanon 26 (rechts). Beschermingsmaatregelen tegen hagel vinden plaats op bedrijfsniveau. Curatieve middelen worden toegepast op gewasniveau. Eventuele ontwikkeling van dergelijke middelen wordt geïnitieerd op sectorniveau. Indien teelten worden afgestemd op zogenaamde hagelbanen dienen mogelijk maatregelen op regionale schaal te worden getroffen Wind Als gevolg van hevige wind (eventueel in combinatie met regen) kan gewasschade ontstaan omdat het gewas gaat liggen. Bij tarwe wordt dit legering van het gewas genoemd. Om gewassen tegen wind te schermen zijn de volgende maatregelen mogelijk: telen van een sterk gewas (kort en stevig); toedienen van groeiregulatoren (remt lengtegroei en bevordert dikte); bomen en hagen rondom de akker planten (zie Fig. 3.7); toepassen van windschermen of windbrekers. Maatregelen om gewassen tegen wind te beschermen spelen op bedrijfsniveau. Ontwikkeling van sterkere gewassen of middelen worden vanuit de sector gestuurd. Aanplant van bomen zal vanwege de impact op het landschap eveneens vanuit de regio worden gestuurd. Fig. 3.7 Bomen dienen als windbrekers rond de akker. Pagina 19 van 63

20 Adaptatiemaatregelen plantaardige productiesystemen Vorst Om gewassen tegen vorst te beschermen kunnen de passieve en actieve maatregelen worden toegepast. Passieve maatregelen zijn de maatregelen die voor een vorstperiode worden genomen om actieve bescherming zo veel mogelijk te voorkomen. Passieve maatregelen tegen vorst zijn 27 vorstongevoelige rassen en vorstresistente rassen toepassen en ontwikkelen; chemische zaadbehandeling; selectie rassen op basis van gewasontwikkeling (bv. rassen die later bloeien); plantdata aanpassen; groeiregulatoren andere chemische middelen; veranderen van het landschap en microklimaat (bv. door middel van bomen); optimaliseren van de bemesting (gezond gewas is minder gevoelig); bodembewerking vermijden (een bodem met grote met lucht gevuld poriën zal minder warmte opslaan en overdragen); afdekking van bodem en/of gewas met plastic of stro (zie Fig. 3.8). Actieve maatregelen die tegen vorst beschermen zijn Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. : beregenen/irrigeren (bovengronds, ondergronds, warm- en koud water); verwarmingsinstallaties (hete luchtkanonnen, vuurpotten zie Fig. 3.8 etc.); windmachines (ventilatoren) of helikopters; afdekken van het gewas. Fig. 3.8 Bescherming tegen vorst door een strodek 28 inks) en door vuurpotten 29 rechts). Wanneer vorst optreedt aan het begin van het groeiseizoen kan het opgekomen plantje afsterven. Voor enkele gewassen heeft de teler de mogelijkheid het gewas opnieuw in te zaaien. In Nederland zijn onder andere vanwege vorstschade (in 2008) percelen suikerbieten overgezaaid 30. Wind machines, beregening and heaters (hete luchtkanonnen) kunnen alleen ingezet worden bij vorst van maximaal -5 C 31. De maatregelen ter bescherming tegen vorst spelen voornamelijk op gewas- en bedrijfsniveau. Pagina 20 van 63

21 Adaptatiemaatregelen plantaardige productiesystemen 3.10 Weersverzekering Financiële schade als gevolg van een klimaatextreem kunnen mogelijk worden gecompenseerd door het afsluiten van weersverzekeringen. In 2006 heeft het LEI onderzoek gedaan naar de mogelijkheden voor het opzetten van een brede weersverzekering in de land- en tuinbouw. In het onderzoek zijn de volgende conclusies getrokken 32 : hagel-, storm- en regenschade in open teelten zijn in Nederland al te verzekeren. Dit geldt in beperkte mate ook voor vorstschade. Schade door droogte en sneeuwval bleek niet verzekerbaar; draagvlak voor een op solidariteit gebaseerde brede weersverzekering binnen de plantaardige sectoren is onvoldoende breed; onder andere vanwege het ontbreken van voldoende statistische gegevens over het optreden en de omvang van weerschade is er geen brede weersverzekering op de markt gekomen; zonder hulp van de overheid komt er onder de huidige omstandigheden waarschijnlijk geen brede weersverzekering op de markt; met financiële rugdekking van de overheid staan de akkerbouw- en vollegrondsgroentesector en de verzekeraars positief tegenover het opzetten van een brede weersverzekering. De sectoren glastuinbouw en bloembollen hebben weinig belangstelling voor een brede weersverzekering. In deze sectoren zijn de meest gangbare risico's te verzekeren of wordt schade door regen, droogte en vorst zoveel mogelijk voorkomen via voorzorgmaatregelen (bloembollen). Gegeven het huidige overheidsbeleid ligt het initiatief voor het opzetten van een brede weersverzekering bij het bedrijfsleven en zijn (sectorale) belangenbehartigers. Vanwege de huidige tegenstellingen tussen vraag en aanbod is de kans van slagen echter gering. Bij financiële ondersteuning door de overheid staan de meeste sectorvertegenwoordigers en de verzekeraars positief tegenover het opzetten van een brede weersverzekering Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.. Op 27 april 2009 heeft Minister Verburg van LNV aan de Tweede Kamer gemeld dat zij een deel van het Europese landbouwbudget, dat zij in de toekomst zelf mag benutten, wil gaan gebruiken om een brede weersverzekering te ondersteunen. De verzekering moet een voorziening bieden bij calamiteiten voor alle open teelten en voor alle weersrisico s zoals extreme regenval, droogte, vorst, sneeuw, ijzel, storm, hagel en erosie. Het doel van de steun aan een brede weersverzekering is om uiteindelijk te komen tot een privaat gedragen instrument dat in de markt functioneert 33. Afsluiten van een weersverzekering is een maatregel op bedrijfsniveau. Het opzetten van een weersverzekering en uitvoering vindt zoal op overheidsniveau (regionaal) en sectorniveau plaats Technologische ontwikkelingen Precisielandbouw Precisielandbouw is een productiemethode waarbij een landbouwperceel locatiespecifiek wordt bewerkt, in tegenstelling tot de gangbare landbouw waarbij percelen over het algemeen uniform worden behandeld. Onkruidbestrijding, gewasbescherming, grondbewerking, irrigatie en bemesting kunnen daarbij worden afgestemd op de feitelijke toestand ter plekke binnen het perceel waarbij ook de keuze van het (juiste) tijdstip belangrijk is. Precisielandbouw heeft een duidelijk "high tech" imago waarbij onder meer Remote Sensing en Global Positioning Systems technieken worden gebruikt. Er is een interessante weblog over precisielandbouw die regelmatig nieuwe berichten plaatst ( 34. Pagina 21 van 63

22 Adaptatiemaatregelen plantaardige productiesystemen De eerste generatie precisielandbouw wordt in Nederland momenteel op enkele grootschalige landbouwbedrijven toegepast. Voorbeelden van technieken zijn rechtgeleiding van trekkers en variabel doseren van meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen. Bij de tweede generatie precisielandbouw wordt middels een IT-systeem informatie opgeslagen over de factoren die (een) succesvolle groei van een bepaald gewas beïnvloeden. Van het beoogde perceel wordt vervolgens nauwkeurig informatie over de grondsoort, zuurgraad, vochttoestand en dergelijke in kaart gebracht en in een IT-systeem ingevoerd waaruit vervolgens volgt wat er nodig is om de optimale conditie te creëren voor het gewas. Een GPSgestuurd voertuig met een nauwkeurige doseerarm voegt de ontbrekende stoffen toe. De conditie van de bodem en van het gewas wordt regelmatig in kaart gebracht. Dit kan gebeuren met behulp van sensoren en camera s. De metingen worden gekoppeld aan het centrale IT-systeem waarin ook de groeimodellen en informatie over ziektes en plagen zijn opgenomen, zodat de toevoeging van stoffen nog beter kan worden afgestemd op de behoefte. Het GPS-gestuurde voertuig dient alleen de voedings- en bestrijdingsmiddelen toe die op die plek voor dat gewas nodig zijn 35. Fig. 3.9 Eerste en tweede generatie precisielandbouw (PL). De technologieën die nodig zijn voor tweede generatie precisielandbouw zijn in principe bekend, maar er dient een integratieslag te worden gemaakt. Kennis van bodem en gewasgroei moet o.a. ondergebracht worden in IT-modellen, welke moeten worden gekoppeld aan weersvoorspellingen. Dit alles moet gekoppeld worden aan meet- en registratiesystemen op het land. Hieruit moeten instructies volgen die het met een doseerarm uitgeruste landbouwvoertuig nauwkeurig moet opvolgen Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd Robotisering Robotisering in de landbouw staat aan het begin van een sterke ontwikkeling, waarbij verschillende rollen weggelegd lijken te zijn voor grote robots (formaat trekker en combine) en kleine robots (formaat flinke schoenendoos tot kleine koelkast). Grote robots kunnen teelthandelingen zoals zaaien, spuiten en oogsten geheel of gedeeltelijk zelfstandig uitvoeren. Kleine robots lijken vooral nuttig te zijn voor het selectief en pleksgewijs bestrijden van ziekten, plagen en onkruiden. Ook kunnen ze waarnemingen doen aan de toestand van gewas en bodem ten behoeve van toepassing van gewasgroeimodellen. Hierbij kunnen ontwikkelingen in gewasgroeimodellen, sensoren en waarnemingsplatformen (robots) elkaar versterken 36. Pagina 22 van 63

23 Adaptatiemaatregelen plantaardige productiesystemen Door de Wageningen Universiteit is de afgelopen jaren een wedstrijd georganiseerd waarbij veldrobots bepaalde handelingen moesten uitvoeren. Zogenaamde Field Robots zijn weergegeven in fig Fig Kleine veldrobots deelnemend aan een robotwedstrijd 37 (links) en een autonome wiedrobot 38 (rechts). Voordat er daadwerkelijk robots op de akker (en zonder toezicht) ingezet kunnen worden zal nog het nodige onderzoek moeten worden uitgevoerd. Precisielandbouw, automatisering en robotisering kan mogelijk er toe leiden dat werkzaamheden ook s nachts kunnen worden uitgevoerd Meetinstrumenten ruwvoerteelt In de laatste tientallen jaren is grote vooruitgang geboekt in de efficiëntie van ruwvoerproductie op melkveebedrijven. Het streven naar kostprijsbeheersing, een efficiënte inzet van grondstoffen en het winnen van ruwvoer van hoge kwaliteit maakt ook in de komende jaren een verdere verbetering van de ruwvoerproductie noodzakelijk. Om effectief bij te kunnen sturen is het beschikbaar komen van meetmethoden, waarbij de informatie tijdig beschikbaar is, gewenst. Wageningen UR heeft een overzicht van technieken gemaakt waarvan de verwachting is dat het de moeite waard is om concepten op te stellen waarmee het bedrijfsleven meetinstrumenten voor snelle meetmethoden kan ontwikkelen 39. Recentelijk zijn nieuwe technieken ontwikkeld, die geschikt lijken voor toepassing in snelle meetmethoden voor de melkveehouder. Melkveehouders hebben behoefte aan snelle meetmethoden bij het bepalen van: de drogestofopbrengst van gras op het veld, de samenstelling en voederwaarde van het verse gras op het veld; de samenstelling en voederwaarde van de kuil. Pagina 23 van 63

Project Klimaat en Landbouw Noord Nederland. 12 februari Peter Prins. Projectleider K & L

Project Klimaat en Landbouw Noord Nederland. 12 februari Peter Prins. Projectleider K & L Project Klimaat en Landbouw Noord Nederland 12 februari 21 Peter Prins Projectleider K & L Opzet presentatie Waarom dit initiatief? Fasering Werkwijze Tussentijdse resultaten Voorlopige conclusies Klimaatverandering

Nadere informatie

Bodem en Water, de basis

Bodem en Water, de basis Bodem en Water, de basis Mogelijkheden voor verbeteringen 5 febr 2018 Aequator Groen & Ruimte bv Het jaar 2017 April tot 30 juni April tot sept Aequator Groen & Ruimte bv 2 Jaar 2017 2017 Zomer warmer

Nadere informatie

Klimaat en landbouw Noord- Nederland: 'effecten van extremen'

Klimaat en landbouw Noord- Nederland: 'effecten van extremen' Klimaat en landbouw Noord- Nederland: 'effecten van extremen' Verslag van onderzoeksfase 2: de invloed van extreme weersomstandigheden op gewassen en landbouwhuisdieren en verkenning van mogelijke adaptatiemaatregelen

Nadere informatie

Waarom is de bodem belangrijk voor het waterbeheer?

Waarom is de bodem belangrijk voor het waterbeheer? Waarom is de bodem belangrijk voor het waterbeheer? Gera van Os Lector Duurzaam Bodembeheer (CAH Vilentum) Onderzoeker Bodem- en plantgezondheid (WUR) Bodembeheer Waterbeheer Diepe sporen als gevolg van

Nadere informatie

Klimaat en landbouw Noord- Nederland: 'effecten van extremen'

Klimaat en landbouw Noord- Nederland: 'effecten van extremen' Klimaat en landbouw Noord- Nederland: 'effecten van extremen' Verslag van onderzoeksfase 2: de invloed van extreme weersomstandigheden op gewassen en landbouwhuisdieren en verkenning van mogelijke adaptatiemaatregelen

Nadere informatie

Landbouwkundig belang van een goede waterhuishouding Everhard van Essen Jan van Berkum

Landbouwkundig belang van een goede waterhuishouding Everhard van Essen Jan van Berkum Landbouwkundig belang van een goede waterhuishouding Everhard van Essen Jan van Berkum Aequator Groen & Ruimte bv Opzet presentatie Wat is het belang van een goede waterhuishouding? Wat is een optimale

Nadere informatie

Naar een klimaatbestendige bodem

Naar een klimaatbestendige bodem Naar een klimaatbestendige bodem Jeroen Willemse Delphy BV Water op het land 1 Sporen van mest uitrijden Sporen van grond klaarmaken 2 Sporen van het poten Banen in het land 3 Extreme regenval in het voorjaar

Nadere informatie

Limburg Waterproof Klimaat, water en landbouw

Limburg Waterproof Klimaat, water en landbouw Limburg Waterproof Klimaat, water en landbouw Provincie Limburg Maastricht, 14 september 216 Joris Schaap, Profiel 214 heden Zelfstandig hydroloog en bodemkundige 28-214 Adviseur water in het landelijk

Nadere informatie

Vernatten en akkerbouw? Olga Clevering (Praktijkonderzoek Plant en Omgeving) Bram de Vos en Francisca Sival (Alterra)

Vernatten en akkerbouw? Olga Clevering (Praktijkonderzoek Plant en Omgeving) Bram de Vos en Francisca Sival (Alterra) Vernatten en akkerbouw? Olga Clevering (Praktijkonderzoek Plant en Omgeving) Bram de Vos en Francisca Sival (Alterra) Inhoud Vormen van vernatten Modelberekeningen Veldexperimenten Conclusies en discussie

Nadere informatie

Toepassing van onderwaterdrains in stad en land: mogelijkheden en kansen

Toepassing van onderwaterdrains in stad en land: mogelijkheden en kansen Toepassing van onderwaterdrains in stad en land: mogelijkheden en kansen Workshop 1.4 Kennisconferentie Deltaprogramma Jan van den Akker Alterra / Wageningen UR janjh.vandenakker@wur.nl Bodemdaling Component

Nadere informatie

Dienst Landbouw Voorlichting (teruggaand tot voor 1900) Aequator Groen & Ruimte bv 3

Dienst Landbouw Voorlichting (teruggaand tot voor 1900) Aequator Groen & Ruimte bv 3 Groenbemesters, goed voor grond, boer en waterbeheerder Bodemverdichting Everhard van Essen Aequator Groen & Ruimte bv Even voorstellen Aequator Groen & Ruimte bv 2 1 Waar komen we vandaan? Dienst Landbouw

Nadere informatie

Report 1695.N.17. Mestbewerking en Waterkwaliteit. een case studie voor het beheergebied van waterschap Aa en Maas.

Report 1695.N.17. Mestbewerking en Waterkwaliteit. een case studie voor het beheergebied van waterschap Aa en Maas. Report 1695.N.17 Mestbewerking en Waterkwaliteit een case studie voor het beheergebied van waterschap Aa en Maas de samenvatting Rapport 1695.N.17 Mestbewerking en Waterkwaliteit Een case studie voor waterschap

Nadere informatie

Beter Bodembeheer de diepte in

Beter Bodembeheer de diepte in Beter Bodembeheer de diepte in 6 april 2017 Nijkerk Partners in PPS Duurzame Bodem: LTO Nederland, NAV, Brancheorganisatie Akkerbouw (Penvoerder), Agrifirm, IRS, Suiker Unie, AVEBE, CZAV, NAO, Bionext

Nadere informatie

Bodem, productiefactor onder druk - Verslag

Bodem, productiefactor onder druk - Verslag bekeken2052x Bodem, productiefactor onder druk - Verslag 2 mei 2016 Maandagochtend 18 april stond in een goed bezocht Atelier de afnemende vruchtbaarheid van de Flevolandse bodem centraal. Gesprekspartners

Nadere informatie

Milieu. Waterkwaliteit: Denk aan: nitraat uitspoeling / erfwater / gewasbeschermingsmiddelen / alles wat oppervlakte- en grondwater kan vervuilen

Milieu. Waterkwaliteit: Denk aan: nitraat uitspoeling / erfwater / gewasbeschermingsmiddelen / alles wat oppervlakte- en grondwater kan vervuilen Naam: Milieu Waterkwaliteit: Denk aan: nitraat uitspoeling / erfwater / gewasbeschermingsmiddelen / alles wat oppervlakte- en grondwater kan vervuilen Slootrandenbeheer Baggeren Krabbescheer bevorderen

Nadere informatie

Peilgestuurde drainage

Peilgestuurde drainage Peilgestuurde drainage Water: de onmisbare productiefactor Met nieuwe drainagetechnieken krijgen agrariërs en tuinders, net als met stuwtjes in sloten, meer mogelijkheden om regenwater vast te houden.

Nadere informatie

Opdrachten. Organische bemesting opdrachten 1

Opdrachten. Organische bemesting opdrachten 1 Opdrachten Organische bemesting opdrachten 1 Inleiding Je weet dat je melk moet drinken om voldoende calcium binnen te krijgen voor de opbouw van je botten. Calcium is dus een belangrijk element voor de

Nadere informatie

Goede. Goed voor landbouw, natuur én waterbeheer 19A

Goede. Goed voor landbouw, natuur én waterbeheer 19A Goede grond Goed voor landbouw, natuur én waterbeheer 2015 19A goed bodembeheer - Goede grond BETER VASTHOUDEN REGENWATER BETERE GEWASGROEI EN BEWORTELING GEZOND BODEMLEVEN BETER VASTHOUDEN VOEDINGSSTOFFEN

Nadere informatie

De slimme ecologische oplossing tegen wateroverlast én droogte.

De slimme ecologische oplossing tegen wateroverlast én droogte. De slimme ecologische oplossing tegen wateroverlast én droogte. NATUURBEHEER & LANDBOUW www.hydrorock.com Natuurbeheer en watermanagement Droogte, hittegolven, hevige regenval en overstromingen. Ze komen

Nadere informatie

DUURZAAM BODEMBEHEER IN DE LANDBOUW

DUURZAAM BODEMBEHEER IN DE LANDBOUW DUURZAAM BODEMBEHEER IN DE LANDBOUW Samen de schouders onder duurzaam bodembeheer EEN GEZONDE BODEM IS IN BELANG VAN DE HELE MAATSCHAPPIJ Wageningen UR en het Louis Bolk Instituut hebben in opdracht van

Nadere informatie

Effecten van extremen

Effecten van extremen Samenvatting onderzoeksfase 2 De invloed van extreme weersomstandigheden op gewassen en landbouwhuisdieren en verkenning van mogelijke adaptatiemaatregelen. Samenvatting Effecten van extremen 1 2 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Het klimaat en onze bodem

Het klimaat en onze bodem Het klimaat en onze bodem Gera van Os, Lector duurzaam bodembeheer Het klimaat en onze bodem Ons klimaat verandert Wateroverlast Droogte Verzilting Klimaatakkoord Transitie is nodig voor adaptatie en mitigatie

Nadere informatie

Flevoland: naar een gezonde bodem voor een gezonde sector

Flevoland: naar een gezonde bodem voor een gezonde sector Flevoland: naar een gezonde bodem voor een gezonde sector Sjef Staps, Louis Bolk Instituut Flevo atelier bodem, 18-4-2016 Louis Bolk (1866-1930) We zouden het leven moeten bestuderen met vergrootglazen

Nadere informatie

Winst met water! > In Actie. Waarom nu? Hoe doen we dit? Eigen project! Doelstellingen. (Klik of scroll naar de volgende pagina)

Winst met water! > In Actie. Waarom nu? Hoe doen we dit? Eigen project! Doelstellingen. (Klik of scroll naar de volgende pagina) Winst met water! > In Actie > Waarom nu? > Hoe doen we dit? > Idee voor eigen project! > Doelstellingen (Klik of scroll naar de volgende pagina) Deltaplan Agrarisch Waterbeheer: winst met water! Het agrarisch

Nadere informatie

AQUATISCHE LANDBOUW. haal meer uit land én water

AQUATISCHE LANDBOUW. haal meer uit land én water AQUATISCHE LANDBOUW haal meer uit land én water AQUATISCHE LANDBOUW Waarom wel het land, maar niet de sloot benutten in de veenweiden? Dat is de vraag waar het om draait in het icoon Aquatische landbouw

Nadere informatie

STUREN MET WATER. over draagvlak en draagkracht in de westelijke veenweiden

STUREN MET WATER. over draagvlak en draagkracht in de westelijke veenweiden STUREN MET WATER over draagvlak en draagkracht in de westelijke veenweiden STUREN MET WATER Het ontwerp Sturen met water van het Veenweide Innovatiecentrum Zegveld (VIC) zet in op actief, dynamisch grondwaterbeheer

Nadere informatie

Projectpartijen. Initiatiefnemers LTO-Noord ForFarmers Hendrix Waterschap Rijn en IJssel

Projectpartijen. Initiatiefnemers LTO-Noord ForFarmers Hendrix Waterschap Rijn en IJssel Carel de Vries Aanleiding Toekomstvisie LTO Noord-Gelderland Sectorvisie mestbeleid: Koersvast richting 2020 Deltaplan Agrarisch Waterbeheer Watervisie 2030, Water schap Rijn en IJsselAgenda Achterhoek

Nadere informatie

Wageningen University & Research. Zijn robotisering en automatisering oplossingen voor een duurzame akkerbouw?

Wageningen University & Research. Zijn robotisering en automatisering oplossingen voor een duurzame akkerbouw? Wageningen University & Research Zijn robotisering en automatisering oplossingen voor een duurzame akkerbouw? Mechanisatie en landbouw quiz Vraag 1: Mechanisatie a. Teelt aanpassen op mechanisatie of b.

Nadere informatie

De bodem van Flevoland

De bodem van Flevoland De bodem van Flevoland Om de bodem van Flevoland te leren kennen, moeten we terug in de tijd. Op 3 oktober 1939 is de Noordoostpolder ontstaan als diepe droogmakerij in de voormalige Zuiderzee. Na de tweede

Nadere informatie

Toetsing van effecten van toediening van biochar op opbrengst en bodemkwaliteit in meerjarige veldproeven

Toetsing van effecten van toediening van biochar op opbrengst en bodemkwaliteit in meerjarige veldproeven Toetsing van effecten van toediening van biochar op opbrengst en bodemkwaliteit in meerjarige veldproeven J.J. de Haan, D. van Balen & C. Topper (PPO-agv Wageningen UR) M.J.G. de Haas, H. van der Draai

Nadere informatie

Klimaatverandering en onze voedselzekerheid

Klimaatverandering en onze voedselzekerheid Klimaatverandering en onze voedselzekerheid Prof. Dr. Martin Kropff Rector Magnificus Wageningen University Vice-president Raad van Bestuur Wageningen UR Ons klimaat verandert Ons klimaat verandert Oplossingsrichtingen

Nadere informatie

van harte welkom Koolstof Kringlopen

van harte welkom Koolstof Kringlopen van harte welkom Koolstof Kringlopen 1 Programma 13:30 Opening met lezing 14:00 Instructie geleide rondgang 14:15 Geleide rondgang 16:45 Actieve demonstratie machines Afsluiting met drankje & snack Koolstof

Nadere informatie

Niet-kerende grondbewerking

Niet-kerende grondbewerking Niet-kerende grondbewerking Een innovatieve manier van wateropslag Korte introductie Niet-kerende grondbewerking, de naam zegt het al, is een methode van grondbewerking waarbij de bodem niet gekeerd wordt,

Nadere informatie

Hightech meets Nature. Natuurinclusief en precisielandbouw

Hightech meets Nature. Natuurinclusief en precisielandbouw Hightech meets Nature Natuurinclusief en precisielandbouw Joris Roskam, 26 januari 2018 Bayer Science for a better life Innovatie voor mensen, dieren en planten Mensen Dieren Planten Page 2 Bayer Crop

Nadere informatie

Organische stof: daar draait het om! Gouden Grond 26 januari 2018 Wim Stegeman. Saalland Advies 1

Organische stof: daar draait het om! Gouden Grond 26 januari 2018 Wim Stegeman. Saalland Advies 1 Organische stof: daar draait het om! Gouden Grond 26 januari 2018 Wim Stegeman Saalland Advies 1 Wat ga ik vertellen? Wie ben ik? Wat is het? Eigen stappen Tips Vragen Saalland Advies 2 Introductie Akkerbouwbedrijf

Nadere informatie

Pilots zoetwatervoorziening: van concept naar uitvoering

Pilots zoetwatervoorziening: van concept naar uitvoering Pilots zoetwatervoorziening: van concept naar uitvoering Ervaringen uit de projecten GO-FRESH en Waterhouderij Programma: 1. Presentatie Walter Jonkers (provincie Zeeland) 2. Filmpjes uit het veld: proeven

Nadere informatie

Proosten op het leven in de bodem

Proosten op het leven in de bodem Proosten op het leven in de bodem Nick van Eekeren Marleen Zanen Inhoud Bodemleven onderdeel van bodemkwaliteit Functies bodemleven Effect management op bodemleven 1 Diensten en functies bodem Productie

Nadere informatie

Veilig werken. Duurzaam bodemgebruik in de landbouw

Veilig werken. Duurzaam bodemgebruik in de landbouw Veilig werken Duurzaam bodemgebruik in de landbouw Programma voor vandaag: Duurzaam bodemgebruik in de landbouw Kahoot Oefentoets bodemgebruik Veilig werken & Duurzaam bodemgebruik? Veilig werken & Duurzaam

Nadere informatie

BedrijfsWaterWijzer, de tool voor de toekomst?

BedrijfsWaterWijzer, de tool voor de toekomst? BedrijfsWaterWijzer, de tool voor de toekomst? Koeien & Kansen is een samenwerkingsverband van 16 melkveehouders, proefbedrijf De Marke, Wageningen UR en adviesdiensten. De resultaten vindt u op: www.koeienenkansen.nl

Nadere informatie

Bodemvruchtbaarheid. fundament onder voedselproductie. René Schils

Bodemvruchtbaarheid. fundament onder voedselproductie. René Schils Bodemvruchtbaarheid fundament onder voedselproductie René Schils Bodemvruchtbaarheid fundament onder voedselproductie Wat is bodemvruchtbaarheid? Waarom is bodemvruchtbaarheid belangrijk? Wat zijn de actuele

Nadere informatie

Stellingen Sturen op basisafvoer. water verbindt

Stellingen Sturen op basisafvoer. water verbindt Stellingen Sturen op basisafvoer Stelling 1: Voor ons watersysteem EN de daarin gepositioneerde grondgebruiksfuncties is DROOGTE een veel groter probleem dan WATEROVERLAST Argumenten stelling 1 Areaal

Nadere informatie

Netwerkdag IKN Jan Broos, Adviesbureau Broos Water BV 20 april 2017

Netwerkdag IKN Jan Broos, Adviesbureau Broos Water BV 20 april 2017 Het verbeteren van de waterkwaliteit; de rol van de landbouw Netwerkdag IKN Jan Broos, Adviesbureau Broos Water BV 20 april 2017 Broos Water BV Als praktijkgericht kennis- en adviesbureau werken wij aan

Nadere informatie

PEILVERHOGING IN HET VEENWEIDEGEBIED; GEVOLGEN VOOR DE INRICHTING EN HET BEHEER VAN DE WATERSYSTEMEN

PEILVERHOGING IN HET VEENWEIDEGEBIED; GEVOLGEN VOOR DE INRICHTING EN HET BEHEER VAN DE WATERSYSTEMEN PEILVERHOGING IN HET VEENWEIDEGEBIED; GEVOLGEN VOOR DE INRICHTING EN HET BEHEER VAN DE WATERSYSTEMEN JOS SCHOUWENAARS WETTERSKIP FRYSLÂN VEENWEIDE SYMPOSIUM 11 APRIL 2019 OPZET PRESENTATIE 1. Wat is de

Nadere informatie

Gezonde bodem, precisielandbouw & weerbaar gewas. onderdeel van Koepelproject plantgezondheid bomen en vaste planten

Gezonde bodem, precisielandbouw & weerbaar gewas. onderdeel van Koepelproject plantgezondheid bomen en vaste planten Gezonde bodem, precisielandbouw & weerbaar gewas onderdeel van Koepelproject plantgezondheid bomen en vaste planten Doel van project Door middel van beperkte eerste ervaringen in een project waarin boomkwekers

Nadere informatie

Fysische eigenschappen

Fysische eigenschappen Fysische eigenschappen Fysische bodemkengetallen - structuur - - Hoe snel is de grond te berijden - Hoe snel verslempt de grond - Hoe groot is de doorwortelbaarheid - Storende laag/ploegzool - Watervasthoudend

Nadere informatie

Kennisdocument bodembeheer

Kennisdocument bodembeheer Kennis en tips uit de bodembijeenkomsten Kennisdocument bodembeheer In september 2015 startte het project Vruchtbare Kringloop Overijssel. Samen werken wij aan een vruchtbare bodem en een efficiënte benutting

Nadere informatie

DUURZAAM BODEMBEHEER VOOR EEN VRUCHTBARE TOEKOMST

DUURZAAM BODEMBEHEER VOOR EEN VRUCHTBARE TOEKOMST DUURZAAM BODEMBEHEER VOOR EEN VRUCHTBARE TOEKOMST Lector Duurzaam Bodembeheer (CAH Vilentum) Onderzoeker Bodem- en plantgezondheid (Wageningen UR) Duurzaam Bodembeheer DUURZAAM BODEMBEHEER VOOR EEN VRUCHTBARE

Nadere informatie

Bedrijfskaart. Biodiverse Bloembollenteelt

Bedrijfskaart. Biodiverse Bloembollenteelt 1 DOEL De gezondheid en productie van uw gewassen hangt af van zowel techniek als van een natuurlijk evenwicht. U werkt immers met levend materiaal. In de praktijk gaat om het verzorgen van het bodemleven,

Nadere informatie

LNV bodemstrategie. Gerrie Haenen. Ministerie LNV Plantaardige Agroketens en Voedselkwaliteit. 15 november 2018

LNV bodemstrategie. Gerrie Haenen. Ministerie LNV Plantaardige Agroketens en Voedselkwaliteit. 15 november 2018 LNV bodemstrategie Gerrie Haenen Ministerie LNV Plantaardige Agroketens en Voedselkwaliteit Bodemkwaliteit Goede bodemkwaliteit voor hoogproductieve landbouw, en voor: duurzame voedselproductie, minder

Nadere informatie

Peilgestuurde Drainage

Peilgestuurde Drainage Een innovatieve manier van wateropslag Peilgestuurde Drainage Korte introductie Drainage wordt al lange tijd gebruikt voor ontwatering. Recente ontwikkelingen in deze techniek maken het mogelijk om drainagesystemen

Nadere informatie

Verbeter de bodem Blijf ervan af!

Verbeter de bodem Blijf ervan af! Verbeter de bodem Blijf ervan af! Combinatie rijpaden en gereduceerde grondbewerking Wijnand Sukkel, Wiepie Haagsma Derk van Balen, e.a. Grondbewerking en bodemverdichting Hoofdgrondbewerking o.a. ingezet

Nadere informatie

Presentatie tekst Velddag. Verdrogingsbestrijding Groote Peel. Peilopzet in combinatie met peilgesturde drainage

Presentatie tekst Velddag. Verdrogingsbestrijding Groote Peel. Peilopzet in combinatie met peilgesturde drainage Presentatie 20-06 - 2007 1 tekst Velddag Verdrogingsbestrijding Groote Peel Peilopzet in combinatie met peilgesturde drainage Programma 2 Welkomstwoord door DB-lid Peter van Dijk Presentatie film Peilgestuurde

Nadere informatie

BODEMBREED INTERREG Resultaten veldonderzoek 2009 nateelt groenbemesters

BODEMBREED INTERREG Resultaten veldonderzoek 2009 nateelt groenbemesters BODEMBREED INTERREG Resultaten veldonderzoek 29 nateelt groenbemesters Nederlands Limburg Onderdeel: Werkgroep 3 Document: Rapport Tijdstip: januari 21 Versie: 1 Status: definitief Opgesteld door: Praktijkonderzoek

Nadere informatie

Beter waterbeheer en - kwaliteitsmanagement begint op de akker

Beter waterbeheer en - kwaliteitsmanagement begint op de akker november 2008 rapport 0 1150 Beter waterbeheer en - kwaliteitsmanagement begint op de akker Dr.ir. D. W. Bussink Dr. ir. L. van Schöll Ing. H. van der Draai Prof. dr. ir. W.H. van Riemsdijk (WUR) nutriënten

Nadere informatie

Gevolgen van klimaatverandering voor de landbouw

Gevolgen van klimaatverandering voor de landbouw Gevolgen van klimaatverandering voor de landbouw hydrologische en gewasopbrengst-berekeningen 30 september 2011 Aequator Groen & Ruimte bv Klimaatverandering Vergelijk weerjaren 2001-2010 met 2046-2055

Nadere informatie

Organische stof Impact op waterhuishuishouding

Organische stof Impact op waterhuishuishouding Landbouw & Waterkwaliteit Organische stof Impact op waterhuishuishouding 26 januari 2018 Gerard H. Ros Nutriënten Management Instituut Waterschap Amstel, Gooi en Vecht Wageningen Universiteit Gerard Ros

Nadere informatie

Bodemgeschiktheidseisen stedelijk gebied

Bodemgeschiktheidseisen stedelijk gebied Bodemgeschiktheidseisen stedelijk gebied uit: Riet Moens / Bouwrijp maken http://team.bk.tudelft.nl/publications/2003/earth.htm Uit: Standaardgidsen (1999) 1.7.3 Uitwerking voor stedelijke functies De

Nadere informatie

Voorjaarstoepassing van drijfmest op kleigrond voor aardappelen

Voorjaarstoepassing van drijfmest op kleigrond voor aardappelen Voorjaarstoepassing van drijfmest op kleigrond voor aardappelen In PPL het (Programma PrecisieLandbouw) (PPL) investeren investeren landbouwbedrijfsleven en en ministerie van van LNV LNV in in hulpmiddelen

Nadere informatie

Preventie Buxus, bodem en bodemleven

Preventie Buxus, bodem en bodemleven Preventie Buxus, bodem en bodemleven Teelt van buxus op bedden Achtergrondinformatie In de buxusteelt kunnen verschillende problemen ontstaan tijdens de teelt. Cylindrocladium en wortelrot zijn wel de

Nadere informatie

Watertekort en wateroverschot op hetzelfde bedrijf

Watertekort en wateroverschot op hetzelfde bedrijf Watertekort en wateroverschot op hetzelfde bedrijf Hoe een graszodenbedrijf met een te droog deel en een te nat deel zijn problemen oplost Foto Waterschap Limburg Korte introductie Leon Steenbergen heeft

Nadere informatie

Achtergrond rapportage beleidsregel toepassen van drainage in attentiegebieden. Juni 2011

Achtergrond rapportage beleidsregel toepassen van drainage in attentiegebieden. Juni 2011 Achtergrond rapportage beleidsregel toepassen van drainage in attentiegebieden Juni 2011 Achtergrond van de lagen benadering De oorsprong van de lagenbenadering moet gezocht worden in de negentiende eeuw,

Nadere informatie

Open teelten op zandgronden hebben meer tijd nodig om te voldoen aan nitraatrichtlijn

Open teelten op zandgronden hebben meer tijd nodig om te voldoen aan nitraatrichtlijn Resultaten Systeemonderzoek Vredepeel geven aan: Open teelten op zandgronden hebben meer tijd nodig om te voldoen aan nitraatrichtlijn BAVB workshop 11 februari 2014 Janjo de Haan Nieuw mestbeleid heeft

Nadere informatie

BedrijfsWaterWijzer, de tool voor de toekomst?

BedrijfsWaterWijzer, de tool voor de toekomst? BedrijfsWaterWijzer, de tool voor de toekomst? Koos Verloop (WUR) UDV Dronten 9 november 2017 Koeien & Kansen is een samenwerkingsverband van 16 melkveehouders, proefbedrijf De Marke, Wageningen UR en

Nadere informatie

Kansen voor NKG op zand

Kansen voor NKG op zand Kansen voor NKG op zand Sander Bernaerts DLV plant 14 juni Vessem NKG Niet Kerende Grondbewerking betekent het systematisch vermijden van intensief kerende of mengende grondbewerking en het zoveel mogelijk

Nadere informatie

BASIS en Bodemkwaliteit op zandgrond:

BASIS en Bodemkwaliteit op zandgrond: BASIS en Bodemkwaliteit op zandgrond: Zoektocht naar een duurzaam bodembeheer op klei en zand Programma Bodem 5 juni 2012, Janjo de Haan en Derk van Balen Systeemonderzoek Ontwikkeling van strategieën

Nadere informatie

Stikstofproblematiek: kader voor duurzame voedselproductie

Stikstofproblematiek: kader voor duurzame voedselproductie Stikstofproblematiek: kader voor duurzame voedselproductie Jan Willem Erisman Arnhem, 24 januari 2018 Louis Bolk (1866-1930) Hoe ruimer zou onze opvatting van het leven zijn, indien het ons gegeven was

Nadere informatie

Een slimme oplossing voor ecologisch watermanagement.

Een slimme oplossing voor ecologisch watermanagement. Een slimme oplossing voor ecologisch watermanagement. OVERHEID & PUBLIEKE DIENSTEN www.hydrorock.com Overheden en watermanagement Watermanagement in stedelijke gebieden is zeer actueel. Klimaatverandering

Nadere informatie

Handboek snijmaïs. 1 Inleiding 1.1 Herkomst en introductie maïs... 7 1.2 Arealen... 7 1.3 Rasontwikkelingen... 8 1.4 Gebruiksvormen van maïs...

Handboek snijmaïs. 1 Inleiding 1.1 Herkomst en introductie maïs... 7 1.2 Arealen... 7 1.3 Rasontwikkelingen... 8 1.4 Gebruiksvormen van maïs... 1 Inleiding 1.1 Herkomst en introductie maïs... 7 1.2 Arealen... 7 1.3 Rasontwikkelingen... 8 1.4 Gebruiksvormen van maïs... 10 6 1 Inleiding Na gras is snijmaïs het belangrijkste gewas voor de melkveehouderij.

Nadere informatie

Inhoud. Voorwoord 5. Inleiding 6

Inhoud. Voorwoord 5. Inleiding 6 Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Grond bewerken 9 1.1 Grond bewerken is noodzakelijk 9 1.2 Grondbewerkingswerktuigen 10 1.3 Bodem en grondbewerking 17 1.4 De invloed van grondbewerkingsmachines op de structuur

Nadere informatie

Een visie op de toekomstige landbouw in Nederland

Een visie op de toekomstige landbouw in Nederland Een visie op de toekomstige landbouw in Nederland Jan Willem Erisman ALV Markdal, Galder, 24 september 2018 Inhoud Introductie Louis Bolk Instituut Achtergronden huidige landbouw De visie van de minister

Nadere informatie

Beheerpakketten Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer. Water

Beheerpakketten Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer. Water Beheerpakketten Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer Water 2019 13 Botanisch waardevol grasland Categorie Water Tot in de vijftiger jaren waren veel graslanden rijk aan (bloeiende) kruiden en grassen.

Nadere informatie

Boeren op weg naar klimaatbestendige productie

Boeren op weg naar klimaatbestendige productie Boeren op weg naar klimaatbestendige productie Resultaten van het project Klimaat en landbouw in Noord-Nederland Verantwoording Projectleiding Naam: Instituut/organisatie: Postadres: Email: Ing. P. Prins

Nadere informatie

Weerbaarheid door diversiteit. Studiedag NVTL 2015, Wijnand Sukkel

Weerbaarheid door diversiteit. Studiedag NVTL 2015, Wijnand Sukkel Weerbaarheid door diversiteit Studiedag NVTL 2015, Wijnand Sukkel Ontwikkelingen in de landbouw Schaalvergroting, afnemende genetische (gewas) diversiteit in tijd en ruimte Uitsluiten van niet productieve

Nadere informatie

Ruwvoeravond. Passen alternatieve gewassen bij u?

Ruwvoeravond. Passen alternatieve gewassen bij u? Ruwvoeravond Passen alternatieve gewassen bij u? Hoornaar, 16 feb 2017 Akkerbouwmatige Ruwvoerteelt Planmatig werken aan een optimale(ruwvoer)opbrengst door te sturen op bodem en gewas +2.000 kg ds Wat

Nadere informatie

Minder grondbewerking in de maïsteelt. Technieken & onderzoeksresultaten Joachim Deru

Minder grondbewerking in de maïsteelt. Technieken & onderzoeksresultaten Joachim Deru Minder grondbewerking in de maïsteelt Technieken & onderzoeksresultaten Joachim Deru Inhoud Waarom minder intensieve grondbewerking? Hoe minder intensieve grondbewerking? Onderzoek bodem & mais Proefveldbezoek

Nadere informatie

Bodemkunde. Datum: vrijdag 24 juni 2016 V 2.1. V3.1 V4.1

Bodemkunde. Datum: vrijdag 24 juni 2016 V 2.1. V3.1 V4.1 Bodemkunde Datum: vrijdag 24 juni 2016 V 2.1. V3.1 V4.1 Bodems en hun eigenschappen 3 Bodems en hun eigenschappen Opdracht: - Zoek op wat het bodemprofiel is waar je zelf woont / werkt / stage loopt 4

Nadere informatie

Proeftuinen Flevoland natuurinclusieve landbouw

Proeftuinen Flevoland natuurinclusieve landbouw Proeftuinen Flevoland natuurinclusieve landbouw Leen Janmaat & Jan Willem Erisman 18 December 2018 Hoe ruimer zou onze opvatting van het leven zijn, indien het ons gegeven was dit eens te bestuderen met

Nadere informatie

Hoe maak je een bemestingsplan binnen de gebruiksnormen

Hoe maak je een bemestingsplan binnen de gebruiksnormen Hoe maak je een bemestingsplan binnen de gebruiksnormen Natuur en Landschap Pleasure green Milieu Tonnis van Dijk Nutriënten Management Instituut NMI 3 november 2011 Beperkingen in bemesting Europese regelgeving:

Nadere informatie

Veerkrachtige landbouw Het conceptueel kader voor biodiversiteit in Zeeland

Veerkrachtige landbouw Het conceptueel kader voor biodiversiteit in Zeeland Veerkrachtige landbouw Het conceptueel kader voor biodiversiteit in Zeeland Chris Koopmans Jan Willem Erisman Louis Bolk Instituut Onafhankelijk kennisinstituut, duurzame landbouw, voeding en gezondheid

Nadere informatie

Kan stimuleren van agrobiodiversiteit zonder externe gelden?

Kan stimuleren van agrobiodiversiteit zonder externe gelden? Resultaten met functionele agrobiodiversiteitsmaatregelen vanuit project Boeren en Agrobiodiversiteit.. Kan stimuleren van agrobiodiversiteit zonder externe gelden? Jan de Wit Louis Bolk Instituut 1 Biodiversiteit?

Nadere informatie

Precies bemesten door meer meten!

Precies bemesten door meer meten! Precies bemesten door meer meten! 2 Hoe help ik mijn bodem zo goed mogelijk de vernieling in Bodemaspecten fysisch, b.v.: structuur (grondbewerking, bandenspanning, bekalking) grondsoort (egalisatie, mengwoelen,

Nadere informatie

De positieve kant van onkruid Boomkwekerij Hans Puijk - Vlamings

De positieve kant van onkruid Boomkwekerij Hans Puijk - Vlamings De positieve kant van onkruid Boomkwekerij 13-02-2016 Hans Puijk - Vlamings Inhoud Bodem, balans en elementen (herh) Bewerkingen en bodem management Wat zeggen onkruiden op het perceel Uitbreiding, nieuw

Nadere informatie

Klimaat en landbouw Noord- Nederland: adaptatiemaatregelen

Klimaat en landbouw Noord- Nederland: adaptatiemaatregelen Klimaat en landbouw Noord- Nederland: adaptatiemaatregelen Rapportage fase III: actieplannen voor Noord-Nederland voor aanpassing aan klimaatverandering Definitief Grontmij Nederland B.V. Houten, 22 november

Nadere informatie

Ontwerp-Handreiking Onderzoek bodemverdichting landelijk gebied

Ontwerp-Handreiking Onderzoek bodemverdichting landelijk gebied Ontwerp-Handreiking Onderzoek bodemverdichting landelijk Dag van de precisiebemesting 23 november 2018 Annelies de Graaf (annelies.degraaf@sikb.nl) ONTWERP-HANDREIKING Onderzoek bodemverdichting landelijk

Nadere informatie

Vergroening en verduurzamen landbouw

Vergroening en verduurzamen landbouw Duurzame landbouw Gezond voedsel - Vitaal platteland Vergroening en verduurzamen landbouw Wim Dijkman Dronten, 2-12 2014 1 Agenda Groen Ondernemen Gemeenschappelijk Landbouwbeleid Maatregelen POP en water

Nadere informatie

CONSERVERENDE AKKERBOUW. Saalland. Mts Klein Swormink - Stegeman BIOBEURS

CONSERVERENDE AKKERBOUW. Saalland. Mts Klein Swormink - Stegeman BIOBEURS CONSERVERENDE AKKERBOUW Saalland Mts Klein Swormink - Stegeman WIE BEN IK? Wim Stegeman Tot 2009 werkzaam bij R&D DuPont Vanaf 2005 boer samen met Marga Klein Swormink Vanaf 2009 eigen adviesburo Saalland

Nadere informatie

Bodem & Klimaat. Op weg naar een klimaatbestendig bodembeheer

Bodem & Klimaat. Op weg naar een klimaatbestendig bodembeheer Bodem & Klimaat Op weg naar een klimaatbestendig bodembeheer Jaartemperaturen en warmterecords in De Bilt sinds het begin van de metingen in 1706 Klimaatverandering KNMI scenarios Zomerse dagen Co de Naam

Nadere informatie

Kringlooplandbouw: Meer verdienen met aandacht voor het natuurlijk systeem. Linda van der Weijden

Kringlooplandbouw: Meer verdienen met aandacht voor het natuurlijk systeem. Linda van der Weijden Kringlooplandbouw: Meer verdienen met aandacht voor het natuurlijk systeem Linda van der Weijden Opzet Inhoud: Hoe ontwikkel je met het natuurlijk systeem? Proces: Hoe pakken we dat aan? 2 Wat is kringlooplandbouw?

Nadere informatie

BODEMBEWERKING BIJ SUIKERBIETEN WELKE KIEZEN?

BODEMBEWERKING BIJ SUIKERBIETEN WELKE KIEZEN? BODEMBEWERKING BIJ SUIKERBIETEN WELKE KIEZEN? Ronald Euben Wat vraagt de biet? 2 Bij de zaai Enkele (kleine) kluiten bovenaan (dichtslaan, erosie) Verkruimelde, aangedrukte laag (contact zaad bodem) Vaste,

Nadere informatie

De impact van Veldleeuwerik; 15 jaar verder

De impact van Veldleeuwerik; 15 jaar verder Duurzame landbouw Gezond voedsel - Vitaal platteland De impact van Veldleeuwerik; 15 jaar verder Gijs Kuneman 15 juni 2017 1 Evaluatievragen Inzet en motivatie Veldleeuwerikteler Inschatten van impact

Nadere informatie

DAW; ook voor droogte Kennisdag Zoetwater 27 november 2018

DAW; ook voor droogte Kennisdag Zoetwater 27 november 2018 DAW; ook voor droogte Kennisdag Zoetwater 27 november 2018 Willem Jan Sanders Wat is DAW? (Deltaplan Agrarisch Waterbeheer) Het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer, kortweg DAW, is een initiatief van LTO Nederland,

Nadere informatie

RENHEIDE OP PEIL Doel pilot Beoogde effecten Maatregelen

RENHEIDE OP PEIL Doel pilot Beoogde effecten Maatregelen Doel pilot GGOR: Gewogen Grondwater- en Oppervlaktewater Regime Verbetering waterhuishouding voor zowel landbouw als natuur Betere stuurbaarheid waterpeil in Buulder Aa Natuurlijker peilverloop (winter

Nadere informatie

Toekomst bemesting aardappelen. Bart Debussche 31/01/2017

Toekomst bemesting aardappelen. Bart Debussche 31/01/2017 Toekomst bemesting aardappelen Bart Debussche 31/01/2017 Overzicht Terugblik Evolutie Toekomst 1. Bemestingsnormen 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012

Nadere informatie

SKB-Showcase. Praktijkdemo s met ondernemers uit de akker- en tuinbouw. Slotbijeenkomst SKB Showcase Biezenmortel 11 december 2014

SKB-Showcase. Praktijkdemo s met ondernemers uit de akker- en tuinbouw. Slotbijeenkomst SKB Showcase Biezenmortel 11 december 2014 Nutriënten Management Instituut B.V. Postbus 250, 6700 AG Wageningen T: 088 8761280 E: nmi@nmi-agro.nl I: www.nmi-agro.nl SKB-Showcase Praktijkdemo s met ondernemers uit de akker- en tuinbouw Romke Postma

Nadere informatie

Luchtkwaliteit: ammoniak en broeikasgassen. VK Loonwerkers Najaar 2018

Luchtkwaliteit: ammoniak en broeikasgassen. VK Loonwerkers Najaar 2018 Luchtkwaliteit: ammoniak en broeikasgassen VK Loonwerkers Najaar 2018 Dit project wordt mede mogelijk gemaakt door: Methaan Lachgas Kooldioxide Ammoniak Nitraat Fosfaat Milieuopgave melkveehouderij 1 Ammoniak

Nadere informatie

Bodemverdichting, een sluipend probleem. Jan van den Akker et al

Bodemverdichting, een sluipend probleem. Jan van den Akker et al Bodemverdichting, een sluipend probleem Jan van den Akker et al Inleiding Bodemfysische criteria Oorzaken Gevolgen Preventie Conclusies De volgende stap Opbouw voordracht Bodemfysische criteria (1) Pakkingsdichtheid

Nadere informatie

Masterclass Fruitteelt

Masterclass Fruitteelt Masterclass Fruitteelt Voelen van de bodem 21 maart 2013, Henk van Reuler en Ton Baltissen Wat is een bodem? Buitenste deel van de aardkorst waar de plantenwortels zich in bevinden, 1 2 m Bodem bestaat

Nadere informatie

Kansrijke maatregelen

Kansrijke maatregelen Kansrijke maatregelen Fase 1: Landbouw op Peil 5 juli 2011 Everhard van Essen Aequator Groen & Ruimte bv Ingrijpen in: Optimalisatie van water in landbouwgebieden: 1. Afwatering (slootprofiel, verhang,

Nadere informatie

c.c. De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu Mevrouw S.A.M. Dijksma Postbus EX Den Haag Bilthoven, 29 augustus 2016

c.c. De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu Mevrouw S.A.M. Dijksma Postbus EX Den Haag Bilthoven, 29 augustus 2016 Technische commissie bodem Postbus 30947 T 070 4566596 2500 GX Den Haag E info@tcbodem.nl Staatssecretaris van Economische Zaken De heer ir. M.H.P van Dam Postbus 20401 2500 EK Den Haag c.c. De Staatssecretaris

Nadere informatie

SPNA SPNA. Laboratorium. Directzaai. Directzaai 12-1-2011. Minimale grondbewerking in het Oldambt Ervaringen SPNA 2003 2010

SPNA SPNA. Laboratorium. Directzaai. Directzaai 12-1-2011. Minimale grondbewerking in het Oldambt Ervaringen SPNA 2003 2010 12-1-211 SPNA Stichting Proefboerderijen Noordelijke Akkerbouw: 12-1-211 Minimale grondbewerking in het Oldambt Ervaringen SPNA 23 21 Masterclass Niet-Kerende Grondbewerking Jaap van t Westeinde www.spna.nl

Nadere informatie