Opleidingsstatuut. Sportkunde. Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. studiejaar

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Opleidingsstatuut. Sportkunde. Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. studiejaar"

Transcriptie

1 Opleidingsstatuut Sportkunde Hogeschool van Arnhem en Nijmegen studiejaar

2 2 INHOUD Inleiding... 3 Algemene bepalingen... 4 Deel 1: Studiegids... 5 Uitgangspunten van het onderwijs... 5 Visie op onderwijs HAN Sport & Bewegen... 7 De opbouw van de opleiding Sportkunde Competentieprofiel HAN-Sportkunde De invloed van de Hbo-standaard op de opleiding Sportkunde Relatie domeincompetenties Sportkunde en Dublin Descriptoren Doelen van de opleidingen Studentbegeleiding HAN sport en bewegen Minoraanbod van het instituut Lesdagen en vakanties Interne organisatie Deel 2: Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en examenregeling Sportkunde Reglement examencommissie HAN Sport en Bewegen Regeling tentamenbureau Faculteit Gezondheid, Gedrag en Maatschappij (HAN) Regeling externe toezichthouders bij examens Deel 3: Beschrijving van het onderwijs Hoofdstuk 1: Curriculumoverzichten (voltijd) Hoofdstuk 2: Gegevens onderwijseenheden, integrale toetsen, Propedeutische fase Hoofdstuk 3: Gegevens, onderwijseenheden en integrale toetsen post-propedeutische fase Hoofdstuk 4: Verkorte programma s Hoofdstuk 5: Gegevens HAN-gecertificeerde minoren en daartoe behorende onderwijseenheden Hoofdstuk 6: Opsomming onderwijseenheden van AD-graad naar bachelorgraad Bijlage 1 Begrippenlijst Opleidingsstatuut en Studentenstatuut

3 3 Inleiding In dit opleidingsstatuut geven wij je informatie over de gang van zaken tijdens je studie aan de Hoge- school van Arnhem en Nijmegen. Je treft ook informatie aan over bijvoorbeeld de jaarplanning, uitgangspunten voor ons onderwijs, studieopbouw, ondersteunende faciliteiten, de examenregeling en de procedures met betrekking tot jouw rechtsbescherming. Volgens de wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW, artikel 7.59) dient een hbo-instelling een studentenstatuut vast te stellen en aan alle studenten bekend te maken. Het studentenstatuut bestaat uit twee delen: het instellingsspecifieke deel (dus: de HAN) en het opleidingsspecifieke deel (dus: de opleiding), zie figuur 1. Het instellingsspecifieke deel - we noemen dat het studentenstatuut - bevat een beschrijving van jouw rechten en plichten, zoals die voortvloeien uit de wet, en een overzicht van de regelingen die jouw rechten beschermen: een beschrijving van de procedures voor bezwaar en beroep binnen de instelling; een beschrijving van de beroepsrechten die zijn ontleend aan de WHW en andere wettelijke regelingen, en; een beschrijving van aanvullende procedures die door de HAN zijn getroffen ter bescherming van jouw rechten. Dit instellingspecifieke deel kun je terugvinden op HAN Insite. Het opleidingsspecifieke deel we noemen dat verder het opleidingsstatuut (OS) bestaat uit drie delen: 1. Studiegids. In de studiegids vind je informatie over de opbouw van de opleiding en over de beroepstaken en competenties die in je opleiding centraal staan. Verder krijg je informatie over de organisatie van de opleiding, de invulling van studentcoaching en de faciliteiten die er binnen de opleiding, het instituut of de HAN voor jou zijn. Ook krijg je de algemene informatie die voor alle HAN- studenten geldt, zoals de jaarplanning, de vakanties en de tentamen- en herkansingsperiodes. 2. Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens. Hier vind je met name de regels voor de uitvoering van het onderwijs en de tentamens en examens. 3. Beschrijving van het onderwijs. In deel 3 vind je onder andere informatie over het curriculum van jouw opleiding, de onderwijseenheden en tentaminering, de integrale toetsen en de minoren van jouw opleiding. De informatie in dit deel maakt onlosmakelijk deel uit van de Onderwijs- en examenregeling (OER) die in deel 2 van het opleidingsstatuut is gepresenteerd. Figuur 1 Studentenstatuut en Opleidingsstatuut

4 4 Algemene bepalingen Dit statuut is het opleidingsspecifieke deel van het studentenstatuut als bedoeld in artikel 7.59 lid 4 van de wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW), hierna te noemen opleidingsstatuut. Dit opleidingsstatuut is van toepassing op de opleiding Sportkunde, hierna te noemen de opleiding, in het studiejaar In dit opleidingsstatuut zijn jouw rechten en plichten enerzijds en van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen anderzijds zo goed mogelijk vastgelegd. Dit opleidingsstatuut omvat onder andere een beschrijving van de studieopbouw en de ondersteunende faciliteiten die je door de instelling worden aan- geboden, de vastgestelde onderwijs- examenregeling en de procedures voor je rechtsbescherming in aanvulling op die van de instelling. Dit opleidingsstatuut is vastgesteld bij besluit van de faculteitsdirectie van 3 juli De faculteitsraad heeft op 30 juni 2017 ingestemd met de tekst van het opleidingsstatuut. Wijzigingen van dit opleidingsstatuut worden door de faculteitsdirectie bij afzonderlijk besluit vastgesteld. Wijzigingen gedurende het lopende studiejaar vinden uitsluitend plaats indien dit noodzakelijk is voor de bescherming van de belangen van studenten. Wijzigingen kunnen al eerder genomen beslissingen op basis van het opleidingsstatuut, of één van de daarin opgenomen reglementen, niet ten nadele van studenten beïnvloeden. De faculteitsdirectie draagt zorg voor een passende bekendmaking van dit opleidingsstatuut, de daarin opgenomen reglementen en van eventuele wijzigingen van deze documenten. Een belangstellende kan het opleidingsstatuut raadplegen op insite HAN en op de website van de HAN.

5 5 Deel 1: Studiegids Uitgangspunten van het onderwijs Uitgangspunten van het onderwijs aan de HAN In elke opleiding van de hogeschool word je, als student, opgeleid tot startbekwaam beroepsbeoefenaar. Maar je leert meer. Je doet gedurende de opleiding niet alleen kennis op, je spiegelt deze ook aan de mening van anderen. Op die manier leer je keuzes te maken en je een mening te vormen over je vakgebied. Dat geeft je straks de mogelijkheid vakkennis en vakbekwaamheid toe te passen in nieuwe, onbekende en deels onvoorziene situaties. De maatschappij heeft behoefte aan mensen die oplossingen bedenken voor nieuwe problemen. We leren je kennis en vaardigheden aan die je helpen om te blijven werken aan je professionele ontwikkeling. Goed beroepsonderwijs is afgestemd op ontwikkelingen in de samenleving en in het beroepenveld. Continu wordt aansluiting gezocht bij wat er wordt gevraagd van afgestudeerden; vorm en inhoud van het onderwijs zijn permanent in ontwikkeling met als doel om je zo goed mogelijk voor te bereiden op de arbeidsmarkt. Leren via beroepstaken Een belangrijke kernwaarde binnen de HAN is de centrale rol van de beroepspraktijk in het onderwijs. Het is onze opdracht je op te leiden tot een startbekwame beroepsbeoefenaar. Het leren via beroeps- taken is daarbij een sturend uitgangspunt. Beroepstaken zijn betekenisvolle, hele taken zoals deze in al hun complexiteit in de werkelijkheid door de beroepsbeoefenaar (expert) worden uitgevoerd. Hele taak wil zeggen dat deze niet wordt opgeknipt in deelaspecten maar door jou steeds in zijn totaal wordt geoefend. De meeste beroepstaken doen een beroep op meerdere competenties. Zelfsturing Met ons onderwijs willen wij je leren om zelfstandig beroepstaken uit te voeren, je beroepshandelen te verbeteren en zelfstandig je loopbaan te ontwikkelen. Het gaat niet alleen om het succesvol afronden van je studie, maar ook om het blijvend succesvol functioneren in het werkveld. Voor jou zal het neerkomen op een geleidelijke ontwikkeling van minder naar meer zelfsturing en van afnemende sturing door docenten. Flexibilisering Flexibilisering is een belangrijk uitgangspunt. Je hebt in ieder geval 30 studiepunten vrije keuzeruimte in je opleiding om je opleiding te verbreden of te verdiepen. Wij noemen die keuzeruimte een minor. Hierdoor heb je de mogelijkheid je te richten op specifieke vragen van de arbeidsmarkt en je geeft vorm aan eigen profilering. Toetsing en beoordeling Of je in voltijd, in deeltijd of duaal studeert, je wordt getoetst op dezelfde, voor de opleiding geformu- leerde, beroepstaken en competenties. Daarbij wordt gestreefd naar een maximale validiteit en be- trouwbaarheid. Bij validiteit stellen we ons de vraag of het tentamen dat meet wat het zou moeten me- ten. Bij betrouwbaarheid kijk je naar de vergelijkbaarheid van de resultaten. Onderwijseenheden Onderwijseenheden zijn georganiseerd rondom beroepstaken. Onderwijseenheden hebben als basis een omvang van 2.5 studiepunten of een veelvoud daarvan. Zij worden geprogrammeerd binnen de vier onderwijsperioden van het HAN-jaarrooster. Studentcoaching De HAN hecht er aan je zorg en ondersteuning te bieden bij het studeren aan de HAN en bij het inrichten van je studie. Studentcoaching is daarom een belangrijk aspect van het HAN-onderwijs. De studentcoach helpt je bij het ontwikkelen van de zelfsturing die je nodig hebt om je studie te volbrengen. Naast het bovengenoemde is hij voor jou het eerste aanspreekpunt in bijzondere situaties, bijvoorbeeld als de studie niet zo verloopt als je gepland had of bij langdurige ziekte of handicap. De studentcoach kan je helpen wegen te zoeken om je resultaten bij de studievoortgang te verbeteren. Een bijzondere taak van de studentcoach is het ondersteunen bij het kiezen van een minor in de hoofdfase van je opleiding. Wat wordt van de student gevraagd De vraag of je je doelen bereikt, is voor een belangrijk deel afhankelijk van je eigen inzet. Wij ver- wachten dat je doordachte keuzes maakt in je leerproces, dat je actief deelneemt aan het onderwijs, dat je aanwezig bent en je tijd vrijmaakt voor zelfstudie. Alleen dan kun je je studie succesvol afronden. Je krijgt het druk, maar de beloning is hoog: je beheerst straks een prachtig vak waar je je hele leven plezier van hebt.

6 6 De opbouw van de opleidingen Het eerste jaar van je studie heet de propedeuse (officieel de propedeutische fase) en heeft een studielast van 60 studiepunten. (De studielast wordt uitgedrukt in studiepunten. Eén studiepunt is gelijk aan 28 uren studie.) De propedeuse heeft een drietal functies: een oriënterende, een verwijzende en een selecterende. Deze drie functies hangen nauw met elkaar samen. De propedeuse moet je een goed beeld geven van de hele studie. Gedurende dit eerste jaar word je in staat gesteld na te gaan of de opleiding aansluit bij je capaciteiten en interesses. Dit is de oriënterende functie van de propedeuse. In de loop van dit jaar kun je beslissen of je deze opleiding wilt blijven volgen, of voor een andere opleiding binnen of buiten de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen kiest. Studieadviezen in het midden en aan het eind van het propedeutisch jaar helpen bij die beslissing. Dit is de verwijzende functie van de propedeuse. Tot slot kent de propedeuse ook een selecterende functie. Die functie is tweeledig: aan de ene kant beoordeel je zelf of je geschikt bent voor de studie of niet. Anderzijds word je ook beoordeeld op basis van je studieresultaten, die steeds worden bezien in het licht van motivatie, studiehouding en persoonlijke omstandigheden. Studieadvies Uiterlijk aan het einde van het eerste jaar van de propedeutische fase krijg je een schriftelijk studieadvies, gebaseerd op het aantal behaalde studiepunten. Dat advies bepaalt of je je opleiding al dan niet kunt voortzetten. Je hoeft dat advies niet op te volgen, maar bent wel zelf verantwoordelijk voor de keuze die je maakt, tenzij het om een bindend negatief studieadvies (BNSA) gaat. In dit laatste geval word je direct uitgeschreven en kun je je voor dezelfde opleiding niet meer inschrijven. De basisindeling van elke opleiding bestaat uit een major en een minor. De major is je hoofdrichting, waarin je je beroepscompetenties ontwikkelt. Dit deel omvat maximaal 210 studiepunten. Daarnaast krijg je in een minor (30 studiepunten) de ruimte om je interesses en capaciteiten te specialiseren of juist te verbreden. In de onderstaande tabel is de omvang van de indelingen van de opleiding weergegeven in studielast uitgedrukt in studiepunten. Indeling van de op- Major Minor Totaal leiding Propedeuse postpropedeuse Totaal Je kiest zelf voor een minor als verbreding of verdieping van je studie. Ons totale aanbod aan minoren vind je in de HAN-onderwijscatalogus (Alluris en Insite). Alle bacheloropleidingen hebben een studielast van 240 studiepunten. Uitzondering hierop zijn de bacheloropleidingen die een versneld traject hebben gericht op studenten met een vwo-diploma. Deze laatstgenoemde bacheloropleidingen hebben een studielast van 180 studiepunten. Een Ad-programma heeft een studielast van minimaal 120 studiepunten. Er zijn ook vrije minoren, die je bij een andere onderwijsinstelling kunt volgen of die je zelf samenstelt uit onderdelen van onderwijs van verschillende instituten van de HAN of een andere (onderwijs)instelling. Kijk voor het totale minorenaanbod op of op Kies Op Maat is een online platform waar alle studenten aan het hoger onderwijs in Nederland kunnen kiezen uit minoren en vakken van de deelnemende instellingen. Het doel van Kies Op Maat is het vergroten van de mobiliteit van alle studenten binnen het Hoger Onderwijs. Voordat je een minor gaat volgen heb je toestemming nodig van de examencommissies. Als je een minor wilt volgen uit het minoraanbod van de HAN, dan is de toestemming van je studieloopbaanbegeleider voldoende. De regels voor het volgen van een vrije minor zijn te vinden op soorten minoren zijn er?

7 7 Visie op onderwijs HAN Sport & Bewegen Visie op onderwijs Bij het inrichten van het onderwijs gaat het Instituut HAN Sport & Bewegen ervan uit dat de individuele talentontwikkeling van studenten centraal moet staan. Binnen de driehoek student, docent, werkveld wordt zowel de persoonlijke als de professionele ontwikkeling van studenten gestimuleerd, richting het beroep en de benodigde competenties daarvoor. Er zijn aldus op alle niveaus van de opleiding nauwe contacten met het werkveld. Zo zullen ook professionals uit het werkveld meewerken aan de toetsing van de studenten. Daarnaast is een commissie uit het beroepenveld betrokken bij de ontwikkelingen in inhoud en vormgeving van het onderwijs. Om daadwerkelijk te kunnen spreken van integrale ontwikkeling richting het beroep en de benodigde competenties daarvoor, gaan we uit van onderwijs waarin zowel kennis en vaardigheden als ook beroepshouding een belangrijke rol uitmaken. Bovenstaande levert de volgende uitgangspunten voor de onderwijsvormgeving op: De student verwerft beroepscompetenties door onderwijs waarin de realiteit van het beroepsmatig handelen het uitgangspunt vormt. Om de competenties van het beroep waarvoor een student wordt opgeleid te ontwikkelen, is het onderwijs zo ingericht dat de reële beroepssituatie het uitgangspunt vormt. Permanente reflectie op het beroep en de beroepsuitoefening is ingebouwd in het onderwijs en komt zowel in de begeleiding als in de toetsing tot uitdrukking; m.a.w. de student spiegelt zich continu aan de eisen van het beroep. De student leert te leren ( leren leren, levenslang leren). De snelle veranderingen in het werk van een professional maken het noodzakelijk dat deze er voortdurend voor zorgt dat zijn expertise is aangepast, uitgebreid en/of verlegd. Doel is dat de student een houding ontwikkelt waarin life long learning (levenslang leren) een vanzelfsprekendheid is. De student is in toenemende mate in staat om zijn eigen leerproces te sturen. In de loop van de opleiding is de student in toenemende mate verantwoordelijk voor eigen keuzes ten aanzien van het leren. Dit vraagt om een goed inzicht in de eigen sterke en zwakke eigenschappen en een goed inzicht in de manier waarop de student leert. Daartoe reflecteert hij op (de ontwikkeling van) deze kwaliteiten en op eigen wensen en mogelijkheden om deze in te zetten en eventueel aan te passen t.b.v. de toekomstige beroepsuitoefening. De student leert voor een beroep waarin het vraaggericht handelen centraal staat en waarin innovatie en ontwikkeling van dat beroep vanzelfsprekendheden zijn.. Een professional in de dienstverlening werkt vraaggericht. De vraag van de deelnemer/cliënt staat centraal bij het zoeken naar een oplossing. Als (toekomstig) professional helpt de student de deelnemer/cliënt om de goede vraag te formuleren. De ontwikkelingen in het werkveld vragen van een professional een actieve houding gericht op (kennis)ontwikkeling en innovatie. Onderwijsinhoud De opleidingen Sport & Bewegen zijn hogere beroepsopleidingen en zij verhouden zich dan ook tot de eisen die de beroepspraktijk stelt. Zij zijn zó ingericht, dat zij adequaat voorbereiden op die beroepspraktijk. In samenwerking met de verschillende beroepenvelden, zijn beroepsprofielen opgesteld van de beroepspraktijkbeoefenaars. Het beroepsprofiel van de beginnende professional vormt het uitgangspunt van elke bacheloropleiding. Op basis van de visie van de opleiding(en) en het geldende beroepsprofiel, is een opleidingsprofiel ontwikkeld. In dit (landelijk) opleidingsprofiel komen de speerpunten van de opleiding terug en is bijvoorbeeld de keuze voor bepaalde uitstroomprofielen geborgd. Het onderwijs van een opleiding is gericht op het realiseren van het opleidingsprofiel. Beroepstaken/opdrachten en competenties Het beroepsprofiel is een complex geheel van verschillende hoofdtaken van een beroepsbeoefenaar. Deze hoofdtaken zijn opgedeeld in beroepstaken/opdrachten. Een beroepstaak/opdracht vormt als het ware een klein deel van de taken uit het beroepsprofiel. Hieronder staat de door HAN Sport & Bewegen gehanteerde definitie van beroepstaak. Een beroepstaak/opdracht is een betekenisvolle taak zoals deze in alle complexiteit in de werkelijkheid door een beroepsbeoefenaar (expert) wordt uitgevoerd. De beroepstaken zijn de bouwstenen van het onderwijsprogramma. Om goed te functioneren in een bepaalde beroepstaak, moet een student tijdens de opleiding bepaalde competenties ontwikkelen. Deze competenties zijn voor elk beroep net iets anders. De competenties vormen het uitgangspunt voor het onderwijs en de toetsing binnen de opleiding. Hieronder staat de gehanteerde definitie van een competentie. Competenties zijn een geïntegreerd geheel van kennis, inzicht, vaardigheden en beroepshouding. Een competente student is in een bepaalde context in staat om de meest geschikte handelingen en hulpmiddelen te kiezen die hem in staat stellen beroepstaken uit te voeren en het beoogde resultaat te bereiken. Het gedrag van de student en het eindresultaat zijn meetbaar gemaakt door middel van vooraf bepaalde indicatoren.

8 Bij iedere competentie zijn verschillende handelingscriteria/eindkwalificaties geformuleerd. Deze maken duidelijk waar het bij de betreffende competentie om gaat. Om competenties optimaal te kunnen ontwikkelen en dus goed te kunnen functioneren in een beroepstaak en uiteindelijk te voldoen aan het beroepsprofiel, is een curriculum ontwikkeld waarin de student aan de competenties binnen de beroepstaken kan werken. Het curriculum bestaat uit verschillende onderwijseenheden (OWE s). Iedere onderwijseenheid kent een aantal leerdoelen. Deze leerdoelen vloeien logisch voort uit de handelingscritiera/eindkwalificaties en vormen het uitgangspunt voor de inhoud en vorm van het onderwijs. Bij iedere OWE wordt specifiek ingegaan op een aantal handelingscriteria/eindkwalificaties van de competentie. De competenties worden vervolgens getoetst aan de hand van vooraf gestelde beoordelingscriteria, die zijn afgeleid uit de handelingscriteria/eindkwalificaties en leerdoelen. In onderstaande figuur is schematisch weergegeven hoe de afleiding eruit ziet vanuit de beroepspraktijk tot toetsing van de verschillende opleidingen. 8

9 9 Beroepspraktijk Beroepsprofiel beginnende professional Opleidingsprofiel Beroepstaken Competenties Handelingscriteria per niveau Onderwijseenheden Toetsingsitems Beoordelingscriteria De inrichting van het onderwijs De leeromgeving Het is van belang om de student niet los te zien van de toekomstige beroepsomgeving. Dat betekent ook, dat wanneer het streven is om de student maximaal voor te bereiden op het functioneren binnen die toekomstige beroepscontext(en), de taken die de opleiding en het curriculum aanbieden, ook daadwerkelijk aansluiten bij deze contexten. Het realiteitsgehalte van deze taken is hierbij van essentieel belang. Ook de aanwezigheid van voorbeeld en expertgedrag van o.a. docenten en andere betrokkenen bij het onderwijs, levert een substantiële bijdrage. Concrete kenmerken voor de leeromgeving in de opleidingen Sport & Bewegen: - Omstandigheden in het onderwijs zijn zoveel mogelijk overeenkomstig de praktijk, inclusief levensechte werksituaties; - Stage wordt gezien als een centrale plek waar al het leren samenkomt. - De student wordt gestimuleerd actief aan de slag te gaan; - De docent is vakinhoudelijk deskundige en coach; - Het onderwijs geeft impulsen tot zelfstandig werken en denken. In de loop van de opleiding krijgt de student een toenemende eigen verantwoordelijkheid voor het leren; - De student ontwikkelt een besef van eigen bekwaamheid. Onderwijsvormen Hieronder volgt een beschrijving van een aantal veelvoorkomende onderwijs- en werkvormen zoals die binnen het opleidingsprogramma van de opleidingen van het ISBS worden gehanteerd. Projecten en projectonderwijs Het projectonderwijs bij de opleidingen van het Instituut Sport en Bewegingsstudies voldoet aan de volgende kenmerken: (1) een probleem is het vertrekpunt voor het leerproces, (2) de studenten werken als groep onder begeleiding zelfstandig aan een probleem, (3) kennis, inzicht en vaardigheden van het vakgebied moeten worden toegepast, (4) het betreft levensechte problemen die ingebed zijn in een maatschappelijke context, (5) de docent treedt op als begeleider van het leerproces en (6) het project verloopt in fasen die steeds afgesloten worden door peilingen waarin proces en product beoordeel en geëvalueerd kunnen worden. Hoorcolleges Hoorcolleges zijn bijeenkomsten waarbij het gehele cohort of een nauw omschreven deel daarvan aanwezig is en een docent instructie verzorgt en/of kennis overbrengt.

10 10 Tutorgroepen Tutorgroepen zijn bijeenkomsten waarbij in groepen van 15 of 30 studenten wordt ingegaan op de theorie. Werkcolleges Werkcolleges zijn bijeenkomsten waarbij in groepen van 15 of 30 studenten wordt gewerkt aan de beroepsopdrachten. Practica Tijdens practicumbijeenkomsten zal er vooral gewerkt worden aan het aanleren en oefenen van specifieke vaardigheden die voor een SGM er, SBE er of leraar LO belangrijk zijn. De practicumbijeenkomsten vinden meestal onder begeleiding van een vakdocent plaats. De grootte van de groepen is hierbij afhankelijk van het type practicum. Sportvaardigheden Tijdens sportvaardigheden staat het ervaren, aanleren en oefenen relevante bewegingsvaardigheden centraal. Ook komt hier aan bod wat de methodische leerlijnen inhouden. De inhoud van de bijeenkomsten is afhankelijk van het curriculum van de betreffende opleiding. De ordening van sportvaardigheden gebeurt in verschijningsvormen, een ordening waarbij niet de sporttak maar de beleving van de deelnemers centraal staat. Stages De beroepspraktijk als krachtige leeromgeving neemt een centrale plaats in binnen de opleidingen. Naast opdrachten in de praktijk zijn er blok- en lintstages waarbij de student verschillende beroepstaken in het werkveld oefent. Studentcoaching/studentcoaching Er zijn specifieke bijeenkomsten en werkwijzen voor studentcoaching/studentcoaching. Deze begeleidingslijn loopt de hele opleiding door. Zelfstudie Naast de zelfstudie die een student buiten het geroosterde programma aan zijn studie besteed, zijn er geprogrammeerde momenten van zelfstudie. Hierin is de student in de gelegenheid is om voorbereidingsopdrachten voor de bijeenkomsten uit te werken en/of bezig te gaan met andere onderwijsgerelateerde activiteiten zoals het werken aan projecten / beroepsproducten. Naast bovenstaande vormen van onderwijs wordt er binnen het Instituut Sport en Bewegingsstudies ook gewerkt met meer blended vormen van onderwijs. Kennisclips en online leeromgevingen spelen hierin een centrale rol. Onderwijsorganisatie Het Instituut HAN Sport & Bewegen streeft ernaar een professional community1 te vormen. Een dergelijke gemeenschap wordt gevormd door studenten, docenten en het werkveld samen. Dit heeft ook gevolgen voor het onderwijs. Zo is een student tijdens zijn gehele sport & bewegen studie lid van een leerteam, dat bestaat uit een vaste groep studenten en docenten. De eerste twee-en-een-half jaar werkt hij in een bachelor-team en in de laatste anderhalf jaar in een expertiseteam. Bij de keuze voor een expertiseteam kan een student kiezen uit: health promotion, health & performance, ontwikkeling van sporttalent, sport en voeding, sporteconomie & sportmanagement. Dit geeft hem naast de uitstroomprofielen van de verschillende opleidingen de mogelijkheid om zich te profileren. Naast het verzorgen van onderwijs voor de opleidingen van het instituut, richten de expertiseteams zich ook op toegepast wetenschappelijk onderzoek binnen de desbetreffende deelgebieden. Ze ontwikkelen kennis op basis van vragen uit de praktijk en ideeën van studenten en docenten. De ontwikkelde kennis wordt opgenomen in het onderwijsprogramma en anderzijds terugvertaald in de richting van het werkveld. Op deze manier houden we het onderwijs state of the art en wordt samen met de beroepspraktijk gewerkt aan innovatie en ontwikkeling. Studenten werken in het kader van hun opleiding binnen de expertiseteams samen met docenten, onderzoekers en professionals uit het werkveld. 1 Zie Strategisch beleidsplan FGGM pag 4

11 11 De opbouw van de opleiding Sportkunde HAN Sport en Bewegen gelooft in de kracht van sport en bewegen. Sport en bewegen houdt je fit en vitaal, geeft je zelfvertrouwen, biedt kansen om anderen te ontmoeten, plezier te hebben en grenzen te verleggen. Sport kan een doel op zich zijn, als iemand zijn prestaties wil verbeteren of gewoon omdat het leuk is om te doen. En sport (en bewegen!) is ook een middel, gericht op gezondheidsbevordering of om mee te doen en erbij te horen. Met onze opleiding Sportkunde leiden we professionals op die iedereen in beweging krijgen. Alles wat de sportkundige doet, is gericht op het bevorderen van sport en bewegen (in de samenleving) en een gezonde en actieve leefstijl bij mensen. Dat doen ze eigenlijk nooit alleen; sportkundigen werken altijd samen in multidisciplinair verband. Daarbij baseren ze hun handelen en de interventies op door middel van onderzoek verkregen theoretische inzichten. Met oog voor signalen en ontwikkelingen in de markt en samenleving profileert de sportkundige zich als een ondernemende en innovatieve speler in het veld. Afhankelijk van het gekozen uitstroomprofiel ligt de nadruk meer op het managen, faciliteren en coördineren van sport en bewegen of meer op het ontwerpen en uitvoeren van beweegprogramma s en op het coachen van individuen of (doel)groepen. Bij de start van de opleiding krijgt de student basisvaardigheden in gezamenlijke vakken en kiest de student voor een specifiek deel van de propedeuse: stream coach of stream manager. Binnen het specifieke deel krijgt de student al verdieping in het meer managen, faciliteren en coördineren of meer het ontwerpen, uitvoeren en coachen van beweegprogramma s. De studentcoaches zorgen voor begeleiding in de logische routes. Dit begint al voor de opleiding bij de intake en wordt gecontinueerd bij aanvang van de studie. De beroepsbekwaamheden van de Sportkundige: We onderscheiden drie beroepsbekwaamheden van de Sportkundige: Uitvoeringsbekwaam Managementbekwaam en Coachbekwaam. Uitvoeringsbekwaam wil zeggen dat: De sportkundige in staat is sport en Beweegprogramma s te beoordelen op de kwaliteit en effectiviteit waarbij afhankelijk van de context dit betekent dat hij/zij: o die programma s op maat kan ontwerpen, uit kan voeren en coördineren, verantwoorden en evalueren o die sport en beweegprogramma s doelmatig kan inzetten waarbij de sportkundige verantwoordelijk is voor de opdrachtverstrekking, rapportage en implementatie. Managementbekwaam wil zeggen dat de Sportkundige in staat is: Een beweegaanbod te vernieuwen Leiding te geven aan medewerkers/vrijwilligers en/of organisaties Evenementen te organiseren Processen en werkzaamheden te coördineren Behoeftes / resultaten te onderzoeken Verbinding tot stand te brengen ( bruggen bouwen ) Coachbekwaam wil zeggen dat de Sportkundige in staat is: Mensen te begeleiden naar een actieve / gezonde leefstijl Vooraf en tijdens beweegactiviteiten te stimuleren tot deelname Te adviseren bij leefstijlverandering; bij voeding en bewegen Hierbij in samenwerking met andere professionals Een Sportkundige bezit deze drie beroepsbekwaamheden. Door de keuze van een uitstroomprofiel en door de gekozen stream in het begin van de opleiding profileert de sportkundige zich in een specifieke richting waarbij een beroepsbekwaamheid centraal staat. Daardoor is die sportkundige toegerust om in die context een grotere complexiteit te hanteren en zich daardoor te profileren op de arbeidsmarkt van sport & bewegen. Er zijn logische routes weergegeven voor de opleiding in de infographic Sportkunde (han.nl/sportkunde)

12 12 Hieronder worden de uitstroomprofielen van Sportkunde beschreven. Met de keuze voor een uitstroomprofiel geef je richting aan de accenten die je in je opleiding wilt leggen. Sport en agogiek: meedoen! Met het uitstroomprofiel Sport en Agogiek als achtergrond houd je je als sportkundige bezig met het gedrag van mensen en gedragsveranderingsprocessen. Je richt je daarbij met name op mensen die niet zelfstandig in beweging (willen) komen of hier hulp bij nodig hebben. Het gaat dan om mensen met een (tijdelijke) beperking of afstand tot de maatschappij; zij nemen vaak minder deel aan sport en hebben een minder actieve leefstijl. Uitgangspunt is dat iedereen mogelijkheden en talenten heeft als het gaat om sport en bewegen; de sportkundige helpt deze kansen te ontdekken èn te benutten. Je zet sport en bewegen enerzijds in als middel om een actieve en gezonde leefstijl, integratie of meer zelfvertrouwen te bevorderen. Anderzijds kunnen sport en bewegen ook een doel op zich zijn: je leert mensen beter te bewegen zodat ze bijvoorbeeld mee kunnen doen met reguliere of aangepaste sport. In dit uitstroomprofiel houd je je bezig met thema s als het bevorderen van (sport)participatie van mensen met een afstand tot de reguliere sport, buurtsport gericht op integratie van culturen door middel van sport en sportstimulering voor mensen die zelf niet in beweging (kunnen) komen. De nadruk ligt op het ontwikkelen, uitvoeren en coördineren van sport- en beweegactiviteiten/-programma s op maat. Daarnaast zijn coachen en managen belangrijke vaardigheden. Als sportkundige met het uitstroomprofiel Sport en Agogiek realiseer je gedragsverandering bij mensen door onder meer: het ontwerpen van innovatieve beweegprogramma s op maat; het uitvoeren hiervan in samenwerking met andere professionals; individuen op basis van een hulpvraag succesvol te begeleiden; inzichten te bieden in iemands aanwezige mogelijkheden en talenten en daarop in te spelen; onderzoek te doen naar de behoefte van een bepaalde doelgroep om in beweging te komen. Sportkundigen met het uitstroomprofiel Sport en Agogiek zijn vaak werkzaam in de sector zorg en welzijn, bij gemeentelijke overheden en zowel intra- als extramuraal bij (zorg)instellingen. Beroepen en functies waar je op kunt solliciteren: beweegcoach, sport- en beweegagoog, buurtsportcoach, beweegmakelaar of sportconsulent. Sport en vitaliteit: gezondheid! Als sportkundige met het uitstroomprofiel Sport en Vitaliteit lever je een bijdrage aan een fitte, vitale en energieke samenleving. Je helpt anderen op basis van gedragsveranderingsmodellen hun mogelijkheden, talenten en kansen op het gebied van sport en bewegen te ontdekken en te benutten. Zowel die van de persoon zelf als de mogelijkheden die de omgeving te bieden heeft. Je zet dus sport en bewegen in als middel om een gezonde en actieve leefstijl te bevorderen waarbij ook aandacht is voor het belang en de rol van goede voeding. Gezondheid is immers van grote maatschappelijke waarde, draagt bij aan persoonlijke ontwikkeling, deelname aan het maatschappelijk en sociale leven en aan een duurzame arbeidsloopbaan. Belangrijke thema s waar je in dit uitstroomprofiel mee te maken krijgt, zijn leefstijlcoaching, gedragsveranderingsprocessen, arbeid en gezondheid (vitaliteitsmanagement), bevorderen van beweegactiviteiten gericht op het behouden of realiseren van een gezonde leefstijl, de invloed van voedingspatronen op beweegprogramma s. Het coachen en adviseren van (doel)groepen en individuen krijgt de meeste aandacht maar je kunt ook sport- en beweegactiviteiten/-programma s ontwikkelen, uitvoeren en managen. Als sportkundige met het uitstroomprofiel Sport en Vitaliteit realiseer je gezondheid op fysiek, mentaal en sociaal vlak door onder meer: groepen en individuen naar een gezonde en actieve leefstijl te coachen; beweegprogramma s en gezondheidsinterventies te ontwerpen en te implementeren (ook voedingsaspecten kunnen hierbij een rol spelen); het ontwikkelen van gezondheidsbeleid of sportbeleid voor een organisatie of gemeente; onderzoek te doen naar de effecten van sport en bewegen op gezondheid en fysiek welbevinden. Sportkundigen met het uitstroomprofiel Sport en Vitaliteit zijn zowel in de profit- als in de non-profitsector werkzaam. In de profitsector binnen HRM/ P&O-afdelingen, binnen advies- en organisatiebureaus, fitness & health-centra, etc. In de non-profit sector bij (gemeentelijke) overheden, GGD, preventiecentra of kenniscentra. Beroepen en functies waar je op kunt solliciteren: leefstijlcoach, vitaliteitsadviseur, beweegcoach, beleidsmedewerker, programmamanager sport, en projectleider.

13 13 Sport en management: (ook) presteren! Als sportkundige met dit uitstroomprofiel maak je het mogelijk dat andere mensen sporten. Je houdt je bezig met de maatschappelijke waarde van sport, sportbeleid, sportmarketing en actieve vrijetijdsbesteding. Je hebt een hands on-mentaliteit en kunt leidinggeven aan teams, projectgroepen en veranderingsprocessen. Je werkt vaak samen met mensen uit het verschillende vakgebieden en ontwikkelt innovaties op het gebied van sport en bewegen en kan deze ook vermarkten. Op die manier breng je mensen in beweging of faciliteer je anderen om dat te doen. Binnen de context van (breedte)sport en actieve vrijetijdsbesteding onderzoek je hoe het management van sportaanbieders en sportaccommodaties verbeterd kan worden en hoe maatschappelijke ontwikkelingen vertaald kunnen worden in nieuw sportbeleid. Centrale thema s binnen dit uitstroomprofiel zijn advies en beleid, evenementenorganisatie, leisuremanagement (sport- en beweegprogramma s voor toerisme en vrije tijd), innovatief ondernemen en sportmarketing, bewegen in de openbare ruimte. Het accent ligt op managementcompetenties als leidinggeven, organiseren, coördineren en adviseren. Maar natuurlijk ben je, net als iedere sportkundige, ook in staat sport- en beweegactiviteiten uit te voeren en te begeleiden. Als sportkundige met het uitstroomprofiel Sport en Management krijg je mensen indirect of direct in beweging door onder meer: het managen van het (commerciële) aanbod bij sportorganisaties; het organiseren van sport- en gezondheidsevenementen; het in de markt zetten van nieuwe, innovatieve sport- en beweegprogramma s; verbindingen te leggen, netwerken op te bouwen en te onderhouden zowel binnen als buiten je eigen (sport)organisatie; onderzoek te doen naar bijvoorbeeld de economische effecten van sport- en gezondheidsevenementen. Sportkundigen met het uitstroomprofiel Sport en Management zijn werkzaam bij overheden, sportorganisaties of in het bedrijfsleven. Je moet denken aan voetbalclubs, sportbonden, evenementenorganisaties of afdelingen Evenementen binnen bedrijven, bedrijven die vakantieparken exploiteren. Beroepen en functies waar je op kunt solliciteren: verenigingsmanager, sport- en leisuremanager, evenementenmanager, beleidsmedewerker, co-trainer in veranderingsprocessen, sportmarketeer.

14 14 Competentieprofiel HAN-Sportkunde Organiseren Bij de competentie Organiseren staat centraal dat de sportkundige kan functioneren als programmamaker en organisator van (beweeg)programma s en evenementen die een bijdrage leveren aan een actievere leefstijl, vitaliteit of de vergroting van sportdeelname van een doelgroep. Een sportkundige is in staat om (beweeg)programma s en evenementen uit te voeren, te ontwerpen, te coördineren, te implementeren en te evalueren. Niveau Niveau 1: Operationeel Niveau 2: Operationeel-Tactisch Niveau 3: Tactisch-Strategisch De student voert gevarieerde (beweeg)activiteiten en evenementen uit voor relatief eenvoudige situaties waarbij het accent ligt op de groep en minder op de individuele deelnemer. Bereidt (beweeg)activiteiten en evenementen planmatig voor, rekening houdend met de deelnamemotieven van de doelgroep. Hanteert bij de uitvoering van activiteiten methodische principes, didactische werkvormen en organisatievormen afgestemd op de doelgroep. Evalueert (beweeg)activiteiten systematisch. De student ontwerpt gevarieerde (beweeg)activiteiten voor specifieke doelgroepen / contexten met aandacht voor de deelnemers met hun verschillende motieven. Handelingscriteria Ontwerpt en ontwikkelt programma s planmatig, waarbij rekening wordt gehouden met de doelen en de specifieke kenmerken van de individuele deelnemers. Hanteert methodische principes, werkvormen en organisatievormen die recht doen aan de doelen van individuele deelnemers en de complexiteit van de context. Evalueert programma s planmatig en doet waar nodig verbetervoorstellen, waarbij rekening wordt gehouden met het beleid van de organisatie. De student ontwerpt en coördineert gevarieerde (beweeg)programma s die aansluiten bij de wensen, mogelijkheden en beperkingen van specifieke doelgroepen in lijn met beleid van de organisatie. Ontwerpt en ontwikkelt sport- en beweegprogramma s op basis van onderzoek naar de wensen, mogelijkheden en beperkingen van de doelgroep in lijn met beleid van de organisatie. Coördineert de uitvoering, werft deelnemers, lost problemen op, stelt bij waar nodig is en stuurt anderen effectief aan. Evalueert programma s planmatig, rapporteert hierover en doet voorstellen met betrekking tot de implementatie van het programma.

15 15 Besturen / (Beleid vormen) Bij de competentie Besturen staat centraal dat de sportkundige zicht heeft op beleidsvorming en onderlinge samenhang van beleid, kwaliteit en leiderschap binnen een organisatie. De sportkundige komt middels visieontwikkeling, plannen en het stellen van doelen tot beleids- of organisatieadvies met als doel een verbetering van de bedrijfs- of processturing. Niveau 1: Operationeel De student heeft inzicht in de totstandkoming van beleid. Heeft kennis van relevant beleid in het veld van sport en bewegen en kan daarin de verschillende actoren en hun belangen benoemen. Herkent en analyseert verschillende aspecten van de totale beleidscyclus. Typeert de structuur, cultuur en strategie van een organisatie. Niveau Niveau 2: Operationeel-Tactisch De student is in staat een beleidsanalyse te maken. Handelingscriteria Houdt rekening met verschillende belangen en machtsverhoudingen bij het analyseren van beleidsmatige vraagstukken. Signaleert en analyseert een beleidsmatig probleem binnen een organisatie. Doet aanbevelingen voor beleidsontwikkelingen waarbij rekening gehouden wordt met maatschappelijke ontwikkelingen. Niveau 3: Tactisch-Strategisch De student is in staat om een beleidsmatig probleem te analyseren en te evalueren en hierover een advies te formuleren. Adviseert in beleidsmatige vraagstukken met verschillende belangen, actoren en machtsverhoudingen en houdt rekening met verschillende scenario s. Analyseert en definieert een complex probleem en formuleert hier een onderbouwde eigen mening over. Formuleert een beleidsvoorstel op basis van eigen visie op sport, bewegen en/of vitaliteit.

16 16 Managen Bij de competentie Managen staat centraal dat de sportkundige in staat is om werkzaamheden aan te sturen en te coördineren zodat deze effectief en efficiënt uitgevoerd worden in lijn met de visie en strategische doelstellingen van de organisatie. De sportkundige geeft (bege)leiding en ondersteuning aan diverse organisaties en/of (overheids)instellingen (of projectgroepen) die werkzaam zijn binnen het werkveld van sport en bewegen. Doel daarbij is om mensen in beweging te krijgen, sport en bewegen mogelijk te maken, en vraag en aanbod in dit veld op elkaar af te stemmen. Niveau Niveau 1: Operationeel Niveau 2: Operationeel-Tactisch Niveau 3: Tactisch-Strategisch De student heeft kennis van de markt en kan deze gebruiken voor zijn/haar project. Verwerkt kennis en analyses en maakt een planning voor een project. Maakt gebruik van managementvaardigheden in een versimpelde context. Heeft kennis van relevant beleid, trends, maatschappelijke en/of marktontwikkelingen. De student kan op basis van kennis en analyse managementdoelen stellen en op methodische wijze werken aan de uitvoering daarvan. Handelingscriteria Stelt managementdoelen en gebruikt kennis van betrokken partijen om op methodische wijze tot resultaat te komen. Voert op duurzame en adequate wijze materiële, financiële en/of organisatorische beheerstaken uit. Houdt bij de uitvoering van activiteiten rekening met kwaliteit en /of (veiligheids)risico s. De student kan in (project)groepen functioneren waarbij hij processen en programma s coördineert en waarbij hij medewerkers inhoudelijk en procesmatig doelgericht aanstuurt. Vertaalt het vastgestelde beleid naar operationele en/of strategische doelen, (deel)beleidsplannen en actieplannen. Managet werk- en/of organisatieprocessen rondom het uitvoeren van geplande sport- en beweegactiviteiten. Evalueert de uitvoering van beleid en behaalde resultaten vanuit visie en doelstelling.

17 17 Ondernemen Bij de competentie Ondernemen staat centraal dat de sportkundige ontwikkelingen in de maatschappij signaleert en kansen benut in het sport- en bewegingslandschap. Hiervoor is hij voortdurend gericht op het ontwikkelen, innoveren en verbeteren van het sport- en beweegaanbod en toont hij een ondernemende houding. De sportkundige werkt altijd klantgericht en houdt rekening met de wensen en behoeften van de doelgroepen waarmee hij werkt. Niveau Niveau 1: Operationeel Niveau 2: Operationeel-Tactisch Niveau 3: Tactisch-Strategisch De student benoemt ontwikkelingen en trends in de maatschappij en kan een deel van de sport- en beweegmarkt in beeld brengen. Brengt het bestaand aanbod in kaart van diensten of producten binnen een deel van het veld van sport, bewegen en vitaliteit. Herkent en benoemt trends en ontwikkelingen in de maatschappij. Benoemt belangen van betrokken partijen. De student kan vanuit het inzicht in behoeften en mogelijkheden van een doelgroep een nieuw aanbod creëren. Handelingscriteria Creëert (nieuw) aanbod binnen het veld van sport, bewegen en vitaliteit dat aansluit bij behoeften, mogelijkheden en interesses van een doelgroep. Signaleert en interpreteert relevante ontwikkelingen in de wereld van sport en bewegen en reageert hier ondernemend en vernieuwend op. Beargumenteert en weegt belangen van betrokken partijen en (onder)handelt vanuit een win-win -gedachte. De student weet als maatschappelijk ondernemer beleid te ontwikkelen dat consumenten bindt aan de organisatie en dat een duurzame bijdrage levert aan het werkveld van sport en bewegen. Creëert innovatieve en duurzame sport- en beweegdiensten op basis van onderzoek naar de wensen, mogelijkheden en beperkingen van de doelgroep. Is ondernemend, durft risico s te nemen en buiten gebaande paden te gaan in het verbeteren van het sport- en beweegaanbod. Vervult een actieve rol in een netwerk en kan anderen meekrijgen door overtuigende communicatie.

18 18 Adviseren Bij de competentie Adviseren staat centraal dat de sportkundige in staat is om mensen aan te zetten tot een actieve leefstijl en/of om organisaties te adviseren hoe gezondheid of vitaliteit bevorderd kan worden. Hiervoor heeft hij juiste kennis en hanteert hij modellen van gedragsbeïnvloeding, gedragsverandering en organisatieverandering. Voor verschillende doelgroepen en/of organisaties is de sportkundige in staat een adequaat programma en advies te verzorgen. Niveau Niveau 1: Operationeel Niveau 2: Operationeel-Tactisch Niveau 3: Tactisch-Strategisch De student kan een eenvoudig advies opstellen om gezondheid of vitaliteit te bevorderen. Geeft een eenvoudig leefstijladvies op basis van relevante gezondheidsmetingen. Stelt een advies op over hoe vitaliteit bevorderd kan worden in lijn met maatschappelijke ontwikkelingen. Evalueert het geformuleerde advies. De student kan een organisatie adviseren over het bevorderen van participatie, prestatie of vitaliteit. Handelingscriteria Brengt advies uit om participatie, prestatie of vitaliteit te bevorderen, waarin (recente) wetenschappelijke kennis en inzichten zijn verwerkt. Levert een constructieve bijdrage aan het tot stand komen van een omgeving die uitnodigt tot een actieve leefstijl. Trekt juiste conclusies op basis van evaluatie en onderzoek rondom het advies. De student kan een adequaat advies formuleren en kan draagvlak creëren bij betrokken partijen. Formuleert onderbouwde aanbevelingen en passende interventies voor problemen uit het vakgebied van sport, bewegen en vitaliteit. Creëert draagvlak voor het advies. Adviseert over de implementatie van het advies met oog voor draagvlak en barrières.

19 19 Begeleiden Bij de competentie Begeleiden staat centraal dat de sportkundige in staat is om verschillende groepen planmatig en adequaat te begeleiden. Hij houdt hierbij rekening met de specifieke kenmerken, wensen en eisen van de doelgroep. De sportkundige kan afwijkend gedrag signaleren, hanteren en indien nodig voor doorverwijzing zorgen naar andere specialisten en conflicthantering toepassen. Het plaatsen van gedrag in een sociale en culturele context is daar een belangrijk onderdeel van. Tevens is de sportkundige in staat om effectieve coachingstrategieën toe te passen. Niveau Niveau 1: Operationeel Niveau 2: Operationeel-Tactisch Niveau 3: Tactisch-Strategisch De student kan basale begeleidings- en coachingstechnieken toepassen. Kan (problemen in) gedrag verklaren door middel van theorieën of modellen. De student kan de kennis van begeleidings- en coachingstechnieken koppelen aan de vraag en de behoefte van de deelnemers. Handelingscriteria Analyseert de problemen en belemmeringen van een cliënt of deelnemer, gerelateerd aan de vraag van de deelnemer. De student begeleidt en coacht op verantwoorde wijze in trajecten of programma s binnen het kader van meedoen, presteren of vitaliteit. Analyseert de begeleidingsbehoefte van deelnemers en zet coachingstechnieken adequaat en op maat in. Past gesprekstechnieken toe in een begeleidingsgesprek. Reflecteert op begeleidingsgesprek. Past gespreks- en coachingstechnieken effectief toe en stemt daarbij af op het individu. Evalueert begeleidingstraject en rapporteert over de voortgang in multidisciplinair perspectief. Motiveert doelgroepen tot gedragsverandering of tot meedoen aan beweegprogramma. Ontwikkelt een verantwoord begeleidingstraject en verwijst door waar nodig. Past de methode van coaching/begeleiding aan op basis van eigen reflectie, feedback van anderen en het behaalde resultaat.

20 20 Samenwerken Bij de overstijgende competentie Samenwerken staat centraal dat de sportkundige in staat is om samenwerking te bevorderen en een actieve bijdrage te leveren aan het behalen van gemeenschappelijke doelen, onder andere door het delen van kennis en goede communicatie hierover. Niveau 1: Operationeel De student deelt informatie, kennis en ideeën met anderen en investeert in het opbouwen van goede werkrelaties met anderen. Deelt informatie, kennis en ideeën met anderen op een constructieve en effectieve wijze. Investeert in het opbouwen van goede werkrelaties met anderen en werkt respectvol met anderen aan een opdracht. Werkt systematisch en effectief aan projecten in een projectgroep. Niveau Niveau 2: Operationeel-Tactisch De student wisselt op eigen initiatief informatie uit en heeft inzicht in de verschillende partners en komt met voorstellen tot het behalen van een gezamenlijk resultaat. Handelingscriteria Neemt initiatieven om informatie te delen en doet dit met enthousiasme en betrokkenheid. Benoemt de grenzen en mogelijkheden van het eigen functioneren binnen een groep en kan hierop reflecteren. Heeft inzicht in de verschillende partners waarmee samengewerkt kan worden om een doel te bereiken en creëert draagvlak voor samenwerking. Niveau 3: Tactisch-Strategisch De student bouwt aan functionele en duurzame werkrelaties waarbinnen effectieve oplossingen gevonden kunnen worden voor vraagstukken gesteld vanuit verschillenden disciplines van het beroepenveld. Integreert kennis, inzichten, attitudes en vaardigheden van verschillende vakinhoudelijke disciplines om tot oplossingen te komen voor problemen uit het werkveld. Bouwt aan functionele en duurzame werkrelaties met anderen om aan een gezamenlijk doel te werken. Draagt kennis, inzichten en vaardigheden over aan professionals binnen of buiten de eigen organisatie met enthousiasme en betrokkenheid.

21 21 Professionele ontwikkeling In de overstijgende competentie Professionele ontwikkeling staat centraal dat de sportkundige in staat is om op een adequate wijze te blijven werken aan zijn competenties in de meest brede betekenis. Hij is in staat om kritisch te reflecteren op zijn gedrag, beroepsrol en professionele ontwikkeling teneinde zich te ontwikkelen als professional in het werkveld. Niveau Niveau 1: Operationeel Niveau 2: Operationeel-Tactisch Niveau 3: Tactisch-Strategisch De student kan reflecteren op eigen gedrag en handelen en correct mondeling en schriftelijk communiceren. Kan reflecteren op eigen gedrag en doelen stellen voor de eigen professionele ontwikkeling. Handelt volgens een methodisch/cyclische benadering van verbeterprocessen (bijv. Plan, Do, Check, Act). Benoemt een eigen opvatting over elementen van sport en bewegen. Kan zelfstandig een afgebakende opdracht uitvoeren. Accepteert en geeft feedback op adequate wijze. Communiceert zowel mondeling als schriftelijk correct. De student ontwikkelt eigen vakvisie en kan meerdere communicatievormen gebruiken om effectief te communiceren. Handelingscriteria Reflecteert (methodisch) op eigen gedrag en weet feedback om te zetten in verbeteringen. Heeft respect en empathie voor de maatschappelijke en culturele achtergronden. Formuleert een visie op het vakgebied en een zelfbeeld in relatie tot het beroepsprofiel en stelt dit bij. Toont initiatief, kan zelfstandig werken en het eigen leerproces aansturen. Accepteert en geeft collegiale werkbegeleiding, feedback en intervisie. Gebruikt op adequate wijze verschillende vormen van communicatie. De student ontwikkelt en expliciteert eigen vakvisie en volgt ontwikkelingen op zowel nationaal als internationaal niveau die van belang zijn voor sport, bewegen en/of vitaliteit. Reflecteert op professionele houding en handelen binnen het beroepsprofiel. Houdt in professioneel handelen rekening met verschillen in maatschappelijke en culturele achtergronden. Expliciteert een (internationale) vakvisie door reflectie op werkzaamheden en door relaties te leggen met maatschappelijke en ethische vraagstukken. Handelt zelfstandig en resultaatgericht binnen het gestelde (beleids)kader en/of in een (inter)nationale omgeving. Neemt verantwoordelijkheid voor het eigen leerproces en heeft leervaardigheden ontwikkeld die hem in staat stellen tot voortdurende professionalisering van het eigen functioneren in beroepssituaties. Communiceert effectief met zowel vakgenoten als nietprofessionals, binnen en buiten de eigen organisatie.

22 22 Kennisontwikkeling Bij de overstijgende competentie Kennisontwikkeling staat centraal dat de sportkundige zich bewust is van de noodzaak tot het funderen van eigen professioneel handelen. Hij ontwikkelt een onderzoekende houding en versterkt de eigen ontwikkeling en bekwaamheden waarmee hij kan bijdragen aan de ontwikkeling van kennis en kunde in de beroepspraktijk. Niveau 1: Operationeel De student stelt juiste vragen en trekt conclusies naar aanleiding van gegevens en (aangeboden en zelf verzameld) materiaal of literatuur. Toont onderzoekende houding door interesse te tonen in kennis over sport, bewegen en vitaliteit. Zoekt en verwerkt informatie uit vakliteratuur en betrouwbare en wetenschappelijke bronnen bij opdrachten. Verzamelt, inventariseert en ordent gegevens. Trekt conclusies uit aangeboden materiaal. Verantwoordt keuzes met behulp van bronnen. Niveau Niveau 2: Operationeel-Tactisch De student gebruik vakliteratuur bij onderzoek naar nieuwe trends en ontwikkelingen binnen het werkveld waarbij hij nauwkeurig en volledig data inventariseert en de juiste conclusies trekt uit het verzameld materiaal. Handelingscriteria Toont onderzoekende houding door zich actief te verdiepen in kennis over sport, bewegen en vitaliteit. Interpreteert en analyseert informatie uit vakliteratuur en betrouwbare bronnen. Verzamelt, ordent en verwerkt gegevens aan de hand van kwalitatieve en kwantitatieve onderzoeksmethoden. Trekt de juiste conclusies uit verzameld materiaal. Verantwoordt keuzes/ werkwijze met behulp van wetenschappelijke bronnen. Niveau 3: Tactisch-Strategisch De student kan een praktijkgericht (deel)onderzoek uitvoeren en kan de relevantie daarvan aangeven voor het werkveld van sport, bewegen en vitaliteit. Toont onderzoekende houding door kennis en onderzoek in het veld van sport, bewegen en vitaliteit kritisch te beoordelen op kwaliteit en bruikbaarheid voor de praktijk. Interpreteert en analyseert informatie van internationale- en vakliteratuur en betrouwbare bronnen. Verzamelt, ordent, verwerkt en analyseert gegevens aan de hand van kwalitatieve en kwantitatieve onderzoeksmethoden. Rapporteert voorstellen die mogelijk generaliseerbaar zijn naar andere situaties. Verantwoordt keuzes/ werkwijze met behulp van (internationale) wetenschappelijke bronnen.

23 23 Het landelijk beroepsprofiel Sportkunde De eindkwalificaties van de opleiding 1. Onderzoeken en ontwikkelen De sportkundige onderzoekt en ontwikkelt het sport- en beweegaanbod. De sportkundige is een onderzoekende professional in een sport- en beweegcontext. Hij stelt vragen, analyseert en interpreteert resultaten van onderzoek, voert praktijkgericht onderzoek uit, trekt conclusies en handelt overeenkomstig. Op basis van de opgedane kennis ontwikkelt hij passend sport- en beweegaanbod en monitort de kwaliteit en het effect daarvan. De wensen en mogelijkheden van stakeholders en de kwaliteit van projecten en programma s ter bevordering van sport en bewegen staan hierbij centraal. De sportkundige: 1. analyseert en interpreteert informatie uit relevante bronnen; 2. maakt de verbinding tussen de resultaten uit onderzoek en de ontwikkeling van de sport- en beweegaanbod; 3. ontwerpt en ontwikkelt het sport- en beweegaanbod op basis van onderzoek naar de wensen, mogelijkheden en beperkingen van de doelgroep; 4. vertaalt het beleid van de organisatie naar concrete sport- en beweegprogramma s; 5. doet gestructureerd onderzoek naar de kwaliteit en de effectiviteit van het sport- en beweegaanbod en rapporteert hierover; 6. ontwikkelt een eigen visie op sport en bewegen door reflectie op werkzaamheden en door relaties te leggen met maatschappelijke en ethische vraagstukken; 2. Coördineren, positioneren en begeleiden De sportkundige coördineert, positioneert en begeleidt projecten en programma s ter bevordering van sport en bewegen. De sportkundige voert projecten en beweegprogramma s uit en heeft daarbij een uitvoerende, een coördinerende of een leidinggevende rol. Hij leidt en begeleidt mensen binnen deze projecten en programma s. De sportkundige: 1. signaleert en interpreteert relevante lokale, regionale, nationale en internationale ontwikkelingen; 2. plant, coördineert en organiseert sport- en beweegprojecten en -programma s en stelt daarbij prioriteiten op basis van belang, urgentie en ambitie; 3. werft en motiveert doelgroepen tot deelname aan sport- en beweegprogramma s; 4. begeleidt, coacht en adviseert op verantwoorde wijze doelgroepen binnen het sport en beweegaanbod; 5. initieert, organiseert en rapporteert over de voortgang van sport- en beweegprojecten en -programma s en stelt bij indien dat nodig is; 6. stemt de planning, organisatie en begeleiding van sport- en beweegprogramma s af met relevante partijen; 7. werkt samen in multidisciplinair verband; 8. positioneert de (sport)organisatie en/of het sport- en beweegprogramma in de publieke, de georganiseerde en de commerciële sportsector. 3. Leiding geven/managen en organiseren De sportkundige managet en organiseert de werk- en/of bedrijfsprocessen van een sport- en beweegorganisatie en is daarin ondernemend. De sportkundige draagt binnen gestelde kaders zorg voor het managen en organiseren van een goede bedrijfsvoering en een adequate uitvoering van de werkzaamheden. De Sportkundige realiseert daarmee de randvoorwaarden voor een kwalitatief goed sport- en beweegaanbod.

24 24 De sportkundige: 1. formuleert doelen en gebruikt deze als leidraad in het werk; 2. Managet werk- en/of organisatieprocessen rondom het uitvoeren van geplande activiteiten sport-en beweegprojecten/activiteiten; 3. stuurt medewerkers en/of vrijwilligers taak-, resultaat- en mensgericht aan; 4. maakt een keuze voor tijd, financiële middelen en menskracht die in activiteiten worden geïnvesteerd; 5. handelt integer naar de hoeveelheid beschikbare tijd, financiële middelen en menskracht en legt hierover verantwoording af; 6. werkt samen met professionals en vrijwilligers, zoals bestuurders, deelnemers, trainers, (para)medici, vrijwilligers en beleidsmakers om doelen te behalen; 4. Evalueren en adviseren De sportkundige ontwikkelt, evalueert en adviseert over strategie en beleid omtrent sport en bewegen. De sportkundige hanteert de beleidscyclus met als doel de continuïteit en kwaliteit van zowel het sport- en beweegaanbod als de (sport)organisatie te borgen en te ontwikkelen. De sportkundige: 1. signaleert en interpreteert relevante ontwikkelingen in de wereld van sport en bewegen en handelt daarnaar; 2. formuleert strategie en beleid om sport- en beweegaanbod te ontwikkelen en zorgt voor de verdere implementatie van dit beleid; 3. gebruikt de visie van de organisatie als leidraad en referentiekader bij het maken van keuzes op het gebied van strategie en beleid; 4. geeft onderbouwde adviezen voor de ontwikkeling van strategie en beleid van de organisatie; 5. Vertaalt het vastgestelde beleid naar (deel)beleidsplannen en actieplannen; 6. evalueert de uitvoering van beleid en de behaalde resultaten vanuit visie en doelstellingen. De invloed van de Hbo-standaard op de opleiding Sportkunde Bij het formuleren van de eindkwalificaties van de opleiding Sportkunde is rekening gehouden met de vier kenmerken van de startende beroepsprofessional uit de hbo-standaard. Deze standaard borgt het hbobachelorniveau en zorgt ervoor dat de student: een gedegen theoretische basis verkrijgt; het onderzoekend vermogen verwerft dat hem in staat stelt om bij te kunnen dragen aan de ontwikkeling van het beroep; over voldoen de professioneel vakmanschap beschikt; de beroepsethiek en maatschappelijke oriëntatie ontwikkelt die past bij een verantwoordelijke professional. In deze vier kenmerken is rekening gehouden met de Dublin-descriptoren en de criteria voor accreditatie door de NVAO. 1. De sportkundige beschikt over een gedegen theoretische basis De opleiding sportkunde vraagt een hoeveelheid basiskennis (Nederlands, Engels, algemene ontwikkeling ed) vooral om de vakspecifieke kennis van het werkveld waarvoor de sportkundige wordt opgeleid. De afgestudeerde moet voldoende weten en begrijpen van de materie waar het in het werkveld van sport en bewegen over gaat. De vaststelling en de borging van zo n kennisbasis door de opleiding is van eminent belang. De opleiding zorgt dat de student over de theoretische bagage beschikt die hem de basis biedt om kritisch en creatief naar het eigen vakgebied van de sportkundige te kijken. Er wordt in dit geval gesproken van een goed gestructureerd kennisbestand. De kennisbasis van sportkunde is daarmee onlosmakelijk verbonden met het hbo-bachelorniveau. 2. De sportkundige beschikt over onderzoekend vermogen De opleiding Sportkunde leidt professionals op die goed methodisch kunnen handelen en een gezonde nieuwsgierigheid hebben voor vernieuwingen in het werkveld. De afgestudeerde sportkundige:

25 25 Heeft een kritische houding ten aanzien van modellen, theorieën en onderzoeksresultaten van anderen kan evidenced based denken en handelen heeft innovatief vermogen is oplossingsgericht kan multidisciplinair denken en handelen heeft het vermogen om te reflecteren op de gekozen aanpak kan een visie vormen 3. De sportkundige beschikt over professioneel vakmanschap Vakmanschap is onlosmakelijk verbonden met de opleiding tot sportkunde. De startende beroepsbeoefenaar moet beschikken over competenties die nodig zijn om in de praktijk goed te kunnen functioneren. Voor de opleidingen betekent dit dat studenten reeds vroeg in de opleiding ervaring op moeten doen in de beroepspraktijk. Ook het hebben van een internationale oriëntatie maakt onderdeel uit van het vakmanschap, evenals het beschikken over een ondernemende houding. 4. De sportkundige beschikt over beroepsethiek en maatschappelijke oriëntatie Van startende sportkundigen wordt verwacht dat ze relaties kunnen leggen met maatschappelijke en ethische vraagstukken. Ook dienen ze te beschikken over culturele bagage. Het gaat om het bewustzijn van de betekenis van de geleerde kennis en vaardigheden in hun maatschappelijke context. Van startende sportkundigen mag worden verwacht dat zij beschikken over het vermogen om kennis kritisch te beoordelen aan de hand van morele waarden.

26 De invloed van de Hbo-standaard op de opleiding Sportkunde Bij het formuleren van de eindkwalificaties van de opleiding Sportkunde is rekening gehouden met de vier kenmerken van de startende beroepsprofessional uit de hbo-standaard. Deze standaard borgt het hbobachelorniveau en zorgt ervoor dat de student: een gedegen theoretische basis verkrijgt; het onderzoekend vermogen verwerft dat hem in staat stelt om bij te kunnen dragen aan de ontwikkeling van het beroep; over voldoen de professioneel vakmanschap beschikt; de beroepsethiek en maatschappelijke oriëntatie ontwikkelt die past bij een verantwoordelijke professional. In deze vier kenmerken is rekening gehouden met de Dublin-descriptoren en de criteria voor accreditatie door de NVAO. 1. De sportkundige beschikt over een gedegen theoretische basis De opleiding sportkunde vraagt een hoeveelheid basiskennis zoals Nederlands, Engels en daarnaast gaat het vooral om de vakspecifieke kennis van het werkveld waarvoor de sportkundige wordt opgeleid. De afgestudeerde moet voldoende weten en begrijpen van de materie waar het in het werkveld van sport en bewegen over gaat. De vaststelling en de borging van zo n kennisbasis door de opleiding is van eminent belang. De opleiding zorgt dat de student over de theoretische bagage beschikt die hem de basis biedt om kritisch en creatief naar het eigen vakgebied van de sportkundige te kijken. Er wordt in dit geval gesproken van een goed gestructureerd kennisbestand. De kennisbasis van sportkunde is daarmee onlosmakelijk verbonden met het hbo-bachelorniveau. 2. De sportkundige beschikt over onderzoekend vermogen De opleiding Sportkunde leidt professionals op die goed methodisch kunnen handelen en een gezonde nieuwsgierigheid hebben voor vernieuwingen in het werkveld. De afgestudeerde sportkundige: Heeft een kritische houding ten aanzien van modellen, theorieën en onderzoeksresultaten van anderen kan evidenced based denken en handelen heeft innovatief vermogen is oplossingsgericht kan multidisciplinair denken en handelen heeft het vermogen om te reflecteren op de gekozen aanpak kan een visie vormen 3. De sportkundige beschikt over professioneel vakmanschap Vakmanschap is onlosmakelijk verbonden met de opleiding tot sportkunde. De startende beroepsbeoefenaar moet beschikken over competenties die nodig zijn om in de praktijk goed te kunnen functioneren. Voor de opleidingen betekent dit dat studenten reeds ervaring op moeten doen in de beroepspraktijk. Ook het hebben van een internationale oriëntatie maakt onderdeel uit van het vakmanschap, evenals het beschikken over een ondernemende houding. 4. De sportkundige beschikt over beroepsethiek en maatschappelijke oriëntatie Van startende sportkundigen wordt verwacht dat ze relaties kunnen leggen met maatschappelijke en ethische vraagstukken. Ook dienen ze te beschikken over culturele bagage. Het gaat om het bewustzijn van de betekenis van de geleerde kennis en vaardigheden in hun maatschappelijke context. Van startende sportkundigen mag worden verwacht dat zij beschikken over het vermogen om kennis kritisch te beoordelen aan de hand van morele waarden. 26

27 Relatie domeincompetenties Sportkunde en Dublin Descriptoren Dublin Descriptor HBO kwalificatie HBO-kenmerken Knowledge and understanding: have demonstrated knowledge and understanding in a field of study that builds upon and supersedes their general secondary education, and is typically at a level that, whilst supported by advanced textbooks, includes some Applying knowledge and understanding: can apply their knowledge and understanding in a manner that indicates a professional approach to their work or vocation, and have competences typically demonstrated through devising Making judgements: have the ability to gather and interpret relevant data (usually within their field of study) to inform judgements that include reflection on relevant social, scientific or ethical issues. Brede, multidisciplinaire basis: de afgestudeerde is toegerust met actuele en multidisciplinaire kennis, inzichten, houdingen en vaardigheden teneinde de taken van een beginnend beroepsbeoefenaar zelfstandig te kunnen uitvoeren. Probleemgericht werken: de afgestudeerde kan relevante (wetenschappelijke) kennis, inzichten, houdingen en vaardigheden toepassen bij het definiëren, analyseren en oplossen van complexe problemen in de beroepspraktijk. Methodisch en reflectief denken en handelen: de afgestudeerde is in staat relevante informatie te verzamelen en analyseren teneinde projectmatig te werken en te reflecteren op het beroepsmatig handelen, mede vanuit ethische en maatschappelijke vragen. Brede professionalisering Multidisciplinaire integratie Probleemgericht werken (Wetenschappelijke) toepassing Creativiteit en complexiteit in handelen Methodisch en reflectief denken en handelen Besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid Communication: can communicate information, ideas, problems and solutions to both specialist and nonspecialist audiences. Sociaal communicatieve bekwaamheid: de afgestudeerde kan intern en extern communiceren, teamgericht samenwerken, en leiding geven aan projecten in een multidisciplinaire, multiculturele en internationale arbeidsomgeving. Sociaal communicatieve bekwaamheid Basiskwalificering voor managementfuncties Learning skills: have developed those learning skills that are necessary for them to continue to undertake further study with a high degree of autonomy. Professionalisering: de afgestudeerde heeft de cognitieve vermogens ontwikkeld die hem/haar in staat stellen tot voortdurend professionaliseren van de eigen beroepsuitoefening en tot functioneren in uiteenlopende beroepssituaties. 27 Transfer en brede inzetbaarheid Brede professionalisering

28 HBO Competenties Deelcompetentie SK competenties Brede professionalisering Multidisciplinaire integratie Wetenschappelijke toepassing Transfer en brede inzetbaarheid Werkt zelfstandig* en resultaatgericht samen in een multidisciplinair team, ook in een internationale omgeving. Geeft richting en inhoud aan de ontwikkeling van de persoonlijke beroepsrelevante competenties, onder andere op basis van feedback en reflectie. Kan (recent wetenschappelijke) kennis en inzichten toepassen in verschillende beroepssituaties. Is ondernemend, toont initiatief en durft risico te nemen. Is toegerust met actuele kennis, inzichten, concepten en onderzoeksresultaten. Is resultaatgericht en Is toegerust om oplossingen te bieden voor vraagstukken gesteld vanuit verschillenden disciplines van het beroepenveld. Kan kennis, inzichten, houdingen en vaardigheden van verschillende vakinhoudelijke disciplines integreren vanuit het perspectief van het beroepsmatig handelen. Kan (recent wetenschappelijke) kennis, inzichten, theorieën, concepten en onderzoeksresultaten toepassen op een voorspelbare en betrouwbare manier in verschillende beroepssituaties. Kan relevante informatie verzamelen uit diverse bronnen. Kan kennis, inzichten en vaardigheden toepassen in verschillende beroepssituaties. Kan kennis, inzichten en vaardigheden overdragen aan professionals binnen de organisaties. Ondernemen Begeleiden Besturen Organiseren Managen Samenwerken Adviseren Professionele ontwikkeling Kennis ontwikkeling Ondernemen Begeleiden Besturen Organiseren Managen Samenwerken Adviseren Professionele ontwikkeling Kennis ontwikkeling Ondernemen Begeleiden Besturen Organiseren Managen Samenwerken Adviseren Professionele ontwikkeling Kennis ontwikkeling Ondernemen Begeleiden Besturen Organiseren Managen Samenwerken Adviseren Professionele ontwikkeling Kennis ontwikkeling

29 HBO Competenties Deelcompetentie SK competenties Creativiteit en complexiteit in handelen Probleemgericht werken Methodisch en reflectief denken en handelen Sociaal communicatieve bekwaamheid Kan vraagstukken in de beroepspraktijk, waarvan het probleem op voorhand niet duidelijk is omschreven en waarop standaardprocedures niet van toepassing zijn, analyseren. Komt met ideeën voor oplossingen. Is creatief, heeft zicht op (on-)mogelijkheden. Kan zelfstandig een probleem definiëren bij een complexe praktijksituatie. Analyseert de gestelde eisen en mogelijkheden. Pakt de problemen uit het vakgebied stelselmatig aan op basis van relevante theoretische kennis en inzichten, Ontwikkelt en past zinvolle oplossingsstrategieën toe en kan de effectiviteit hiervan beoordelen. Kan in een multidisciplinaire omgeving een onderzoekstraject, ontwikkeltraject en implementatietraject inrichten en geschikte methoden kiezen en toepassen. Stelt realistische doelen. Stelt projectplannen op. Kan een projectplan beoordelen op inhoudelijke, financiële en organisatorische gronden. Voert werkzaamheden van het project uit volgens de geselecteerde methoden en technieken. Reflecteert op beroepsmatig handelen op basis van het verzamelen en analyseren van relevant informatie. Communiceert op diverse manieren effectief met verschillende geledingen. Werkt zelfstandig en werkt resultaatgericht samen in een multidisciplinair team. Kan luisteren naar de inbreng van een ander. Heeft een eigen inbreng. Reflecteert op eigen gedrag. Ondernemen Begeleiden Besturen Organiseren Managen Samenwerken Adviseren Professionele ontwikkeling Kennis ontwikkeling Ondernemen Begeleiden Besturen Organiseren Managen Samenwerken Adviseren Professionele ontwikkeling Kennis ontwikkeling Ondernemen Begeleiden Besturen Organiseren Managen Samenwerken Adviseren Professionele ontwikkeling Kennis ontwikkeling Ondernemen Begeleiden Besturen Organiseren Managen Samenwerken Adviseren Professionele ontwikkeling Kennis ontwikkeling

30 HBO Competenties Deelcompetentie SK competenties Basiskwalificering voor management functies Besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid Kan leidinggevende en managementtaken uitvoeren. Is in staat om duidelijke instructies te geven en planningen op te stellen. Controleert de voortgang in een project en kan anticiperen op onvoorziene omstandigheden Voert effectief en efficiënt overleg met betrokkenen. Kan werk verdelen en delegeren binnen een project. Heeft de juiste beroepshouding en betrekt daarin relevante ethische aspecten. Is betrokken bij haar of zijn taakstelling. Is kwaliteit gericht. Is prestatiegericht. Is gericht op dienstverlening. Ondernemen Begeleiden Besturen Organiseren Managen Samenwerken Adviseren Professionele ontwikkeling Kennis ontwikkeling Ondernemen Begeleiden Besturen Organiseren Managen Samenwerken Adviseren Professionele ontwikkeling Kennis ontwikkeling 30

31 Doelen van de opleidingen Domeinen De opleiding Sportkunde is onderdeel van het domein Sport en Bewegen van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. De opleidingen Sport, Gezondheid en Management (SGM) en Sport- en Bewegingseducatie (SBE) gaan met ingang van het studiejaar samen verder onder de naam Sportkunde. Voor de studenten zal er niet veel veranderen, want de uitstroomprofielen van de huidige opleidingen zullen ook bij Sportkunde gekozen kunnen worden. Het is een studie waarbij je wordt opgeleid binnen het brede speelveld van sport, bewegen en gezondheid. De opleidingen binnen het domein Binnen het domein Sport en Bewegen biedt de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen drie opleidingen aan: Sport, Gezondheid en Management (SGM, voltijd), Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Lichamelijke Opvoeding (ALO, voltijd en deeltijd) en Sport- en Bewegingseducatie (SBE, voltijd) en Sportkunde (SKN, voltijd). SGM Als Sport- en Gezondheidsmanager organiseer en regel je activiteiten, zodat mensen gezond(er) kunnen leven en op ieder niveau kunnen sporten en presteren. Tijdens je studie Sport, Gezondheid en Management (SGM) bij de HAN zal je breed worden opgeleid en leer je zo alles van sport, bewegen en gezondheid. Je bent leefstijlbegeleider én sportmanager. ALO Als leraar Lichamelijke Opvoeding kun je groepen kinderen en jongeren in beweging krijgen én houden. Je leert leerlingen beter bewegen en wijst ze de weg in het grote aanbod van sport- en bewegingsmogelijkheden. SBE De HAN-opleiding Sport- en Bewegingseducatie (SBE) leert je om sport en bewegen in te zetten om het welzijn van mensen te bevorderen. De SBE'er krijgt iedereen in beweging! SPORTKUNDE Je leert uiteenlopende doelgroepen in beweging te krijgen met praktijkcases en hoe je bijvoorbeeld je eigen sportzaak opzet en runt. Je verdiept je ook in (leefstijl)coaching. Daarbij streef je een gezonde(re) leefstijl of een beter welbevinden na en leer je mensen te genieten van sport en bewegen. Als Sportkundige ga je op een ondernemende, kritische en bevlogen manier een sportorganisatie besturen of goed gezondheidsbeleid ontwikkelen. Of je gaat sport- en beweegprogramma's ontwikkelen voor mensen voor wie sport geen vanzelfsprekendheid is. Jouw belangrijkste taak is gericht op sport, bewegen en een gezonde leefstijl. Zo breng je mensen in beweging en bevorder je hun welzijn. 31

32 Studentbegeleiding HAN sport en bewegen Binnen het instituut Sport en Bewegingsstudies van de Hogeschool Arnhem en Nijmegen wordt gewerkt met studentenbegeleiding vanuit een integrale benadering. Begeleiding staat in verbinding met andere onderdelen als lessen, projecten of stages. Elke docent speelt een rol bij de competentieontwikkeling en de persoonlijke ontwikkeling van studenten. We onderscheiden een aantal rollen binnen de begeleiding. De docent, de studentcoach en de peercoach. Tijdens het werkplekleren (stage) wordt de student ook begeleid. Dit gebeurt door de persoon op de werkplek (werkplekbegeleider) en de docent die de werkplek bezoekt (werkplekleren). De docent die onderwijs verzorgt of de werkplek bezoekt, speelt een rol bij de competentieontwikkeling van een student tijdens activiteiten die horen bij een onderwijseenheid (OWE). De studentcoach begeleidt de student gedurende zijn hele opleiding bij zijn competentieontwikkeling en persoonlijke ontwikkeling, bewaakt samen met de student de rode draad in de studieroute en begeleidt hem bij het maken van keuzes hierin. De peercoach is een andere student (vaak ouderejaars) die gekoppeld is aan jongerejaars studenten en daarbij begeleiding geeft in enerzijds praktische zaken en anderzijds persoonlijke ontwikkeling. De werkplekbegeleider begeleidt de student vanuit de stageplaats of werkplek en helpt de student bij zijn competentieontwikkeling en persoonlijke ontwikkeling. Taken en competenties docent (gekoppeld aan de OWE en werkplekleren) Profiel: Maakt de student vertrouwd met het beroep/de beroepen waarvoor hij/zij opgeleid wordt en de beroepstaken die daarbij horen; inspireert de student tot professionele ontwikkeling die aansluit bij persoonlijke ontwikkeling, door terugkoppeling te geven en ontwikkelperspectief te bieden met betrekking tot gedrag en houding tijdens onderwijstaken en werkplekleren. Taken: Coacht bij de ontwikkeling van de beroepscompetenties, sluit daarbij aan bij het niveau van de student en biedt ontwikkelperspectief Geeft feedback op de verschillende rollen die de student aan moet leren nemen in het kader van beroepsontwikkeling Geeft feedback op de rol die de student aanneemt in het groeps en samenwerkingsproces en biedt ontwikkelperspectief hierin Prikkelt, motiveert en daagt studenten individueel en in het groepsproces uit met betrekking tot ontwikkeling van de (overstijgende) beroepscompetenties Adviseert (gevraagd en ongevraagd) over keuzes voor leerbronnen, studietraject en deelname aan integrale toetsingen op basis van wat de student aan gedrag en competentieniveau laat zien tijdens onderwijsactiviteiten Heeft zo nodig (in overleg met student) contact met de coach van de student over barrières en knelpunten in persoonlijke en professionele ontwikkeling Taken en competenties studentcoach Profiel: Bewaakt met de student de rode draad in zijn/haar professionele en persoonlijke ontwikkeling, fungeert daarin als persoonlijk klankbord en vraagbaak. Stelt kritische vragen en confronteert en inspireert de student in zijn ontwikkeling tot beginnend professional. Zoekt met de student naar de manier waarop hij het beroep waarvoor hij wordt opgeleid een persoonlijke invulling kan geven, die past bij zijn drijfveren en ambities. Begeleidt hem bij het formuleren van een ontwikkelpad daarvoor 32

33 en biedt ondersteuning bij het omgaan met de (persoonlijke en professionele) barrières die hij tegenkomt. Taken: Coacht bij de ontwikkeling van een beroepsbeeld en visie, sluit daarbij aan bij het niveau van de student en biedt ontwikkelperspectief Begeleidt de student gedurende zijn gehele opleiding bij de ontwikkeling van een brede blik Bekijkt regelmatig met de student de studievoortgang, signaleert belemmeringen of knelpunten hierin en zoekt samen met de student naar manieren om hiermee om te gaan Bespreekt en ondertekent het studiecontract Helpt, ondersteunt of verwijst door, bij vragen/problemen met de studie(loopbaan) of als de persoonlijke situatie leidt tot belemmering van de studieloopbaan (bv in het geval van een problematische thuissituatie, handicap, ingrijpende levensgebeurtenissen, enz) Adviseert over de keuze van een uitstroomprofiel, specialisatie en van (vrije) minoren, zodanig dat een studieroute wordt gevolgd die aansluit bij de persoonlijke en professionele drijfveren en ambities van de student Aan het begin van de opleiding krijgt een student een studentcoach toegewezen, beginnend met het eerste jaar, waar de studentcoach ook de docent is. Vanaf het tweede jaar krijg je een studentcoach voor de rest van je studie. De studentcoaching vindt plaats in individuele gesprekken én in groepsbijeenkomsten. Inhoud studentcoaching In het eerste en tweede jaar is het programma voor studentcoaching voor een groot deel voorgeprogrammeerd, geïntegreerd in het curriculum en sluit aan bij wat er op dat moment binnen de opleiding aan bod komt. Het gaat om algemene zaken die voor elke student een belangrijke rol spelen in het volgen van de studie en het zelfstandig richting kunt geven aan je eigen beroeps en persoonlijke ontwikkeling. Je bekijkt samen met je studentcoach welke ondersteuning je nodig hebt in je studieloopbaan, persoonlijke ontwikkeling en beroepsontwikkeling. Tijdens de volgende jaren van je studie zal het initiatief voor, en de invulling van contactmomenten met de studentcoach steeds meer bij jou komen te liggen, zodat je hierin je eigen regie ontwikkelt. Tijdens bijeenkomsten leer je hoe je jouw studie en ontwikkeling vorm kunt geven en welke vaardigheden (studieplanning, reflecteren, leren kiezen etc.) je daarvoor nodig hebt. Ook zal tijdens groepsbijeenkomsten uitleg gegeven worden over hoe je een (digitaal) portfolio op moet bouwen en hoe je jezelf hierin kunt presenteren als een toekomstig beroepsbeoefenaar. Daarnaast volgt ook uitleg over het studenteninformatiesysteem (Alluris) en het gebruik van Scholar als communicatiemiddel. Je leert om de, tijdens onderwijseenheden opgedane kennis, vaardigheden en houdingsaspecten op een zodanige manier te presenteren en te verwerken in beroepsproducten (tentamen, stageverslag, adviesrapport, presentatie e.d.) dat deze succesvol ingezet kunnen worden. Na het afronden van een onderwijseenheid bekijk je dan samen met je studentcoach hoe het gegaan is en waar je ontwikkelpunten voor de lange en korte termijn liggen. Dit vormt de leidraad voor je ontwikkeling als student, als persoon en als toekomstig beroepsbeoefenaar, en wordt als input gebruikt voor de drie integrale deeltoetsen (één aan het einde van de propedeuse, één in de hoofdfase en de laatste aan het einde van de opleiding). Daarnaast is tijdens de individuele gesprekken of groepsbijeenkomsten ruimte voor andere onderwerpen als bijvoorbeeld het maken van een keuze voor een minor of een stageplaats, het reflecteren op bepaalde beroepsvaardigheden, ontwikkeling van je talenten en het vooruitkijken naar profilering in de arbeidsmarkt. Studentcoaching wordt binnen de HAN, en ook binnen HAN Sport en Bewegen, gezien als een 33

34 instrument (voor student en opleiding) om je talenten op een zo goed mogelijke manier te herkennen en ontwikkelen. Instrumenten Tijdens de opleiding zul je gebruik maken van een aantal instrumenten die ook ingezet worden bij studentcoaching. Dit zijn het portfolio, het studentvolgsysteem en het studiecontract. Portfolio Het portfolio is een bewaarplaats van bestanden/documenten waarmee je jouw eigen individuele ontwikkeling (leer proces) zichtbaar maakt en het door jou behaalde niveau aantoont. Het portfolio vervult verschillende functies: persoonlijke leerarchivering; interactie tussen jou en de opleiding over jouw planning, ontwikkeling en prestaties; beoordeling(en). De bewijslast wordt geordend naar beroepstaak per niveau (1=oriënterend, 2=operationeel tactisch en 3=tactisch strategisch). Je werkt met een digitaal portfolio. Hierbij zijn een format voor het studentvolgsysteem en een overzicht van het studiecontract (vanuit Alluris) toegankelijk. Bij het digitaal portfolio verleen je zelf toegang aan anderen tot jouw portfolio. De applicatiebeheerder brengt vooraf namen in van potentiële studiebegeleiders, docenten en medestudenten (binnen domein of opleidingencluster) in de portfolio omgeving. Het domein bepaalt welke groepen van namen dat worden (bijvoorbeeld alle docenten van een domein, of alle studenten van een cohort van een specifieke major). Je kunt de toegang definiëren naar rubriek. Zo is de rubriek archief voor niemand anders dan jij zelf toegankelijk. Maar de rubriek ontwikkeling kun je zowel voor studiebegeleiders en docenten als voor (een door het domein vastgesteld aantal) medestudenten openstellen. Ook externe begeleiders kunnen als gast toegang krijgen tot jouw portfolio omgeving. Er zijn verschillende rollen voor externe begeleiders, interne begeleiders, medestudenten en examinatoren. Sommigen hebben alleen leesrechten, anderen kunnen in het ontwikkelingsdeel feedback geven via een feedbackformulier. Het domein bepaalt wie welke rollen krijgt. Vergeet niet zelf een back up te maken van het materiaal dat je in je digitale portfolio plaatst. Bij de afsluiting van je studie bewaart de HAN het digitaal portfolio gedurende twee jaar. Bij afsluiten of staken van de studie kun je het portfolio naar een eigen informatiedrager exporteren. Studiecontract Het studiecontract is in principe de studieroute zoals vastgelegd en weergegeven in Alluris (het studie informatie systeem). Het eerste studiecontract bij aanvang van de opleiding is een standaardcontract. In de loop van het tweede studiejaar leg je het vervolg van je leerroute vast in een persoonlijk studiecontract. Ook deze studiecontracten komen te staan in Alluris. Indien een studiecontract bijgesteld dient te worden, dan dient dit altijd in overleg te gaan met je studentcoach. Als je studentcoach je studiecontract heeft geaccordeerd, kun je inschrijven voor onderwijseenheden c.q. (deel)toetsen. Indien een student studievertraging dreigt op te lopen, dient zo spoedig mogelijk contact opgenomen te worden met de studentcoach. In een gesprek zullen vernieuwde afspraken gemaakt worden ten opzichte van het lopende studiecontract zoals vermeld in Alluris. Deze afspraken worden schriftelijk vastgelegd door studentcoach én de student. 34

35 Topsporters en studentcoaching Studenten met een HAN topsportstatus kunnen gebruik maken van extra ondersteuning en studiefaciliteiten. Hiertoe wordt een sport studiecontract opgesteld tussen student en studentcoach. HAN Sport en Bewegen streeft ernaar, om topsportende studenten zo goed mogelijk te faciliteren om sport en studie te kunnen combineren. Uiteraard zal dit maatwerk zijn en voor elke student afzonderlijk worden vastgesteld. Daarom speelt de studentcoach in dit traject een belangrijke rol. 35

36 Minoraanbod van het instituut Een minor kiezen, waarom en hoe doe ik dat? De major en minor Iedere bachelor bestaat uit een major en een minor. De major is de hoofdrichting van de opleiding waarin je de beroepscompetenties ontwikkelt. De minor is een soort keuzevak waarin je je beroepscompetenties verbreedt of verdiept om je in je beroepsuitoefening te kunnen profileren. De keuze van een minor is afhankelijk van jouw ambities en talenten. Als je een major en een minor voldoende hebt afgerond ben je startklaar voor de arbeidsmarkt. Diplomasupplementen en getuigschriftvertalingen Het diplomasupplement vermeldt de (eind)beoordeling van de integrale toetsing(en) en vermeldt daarbij welke onderdelen het examen omvatte. Je minor vormt hiervan een onderdeel. De minor Een minor bestaat uit 30 studiepunten. Je kunt kiezen voor een blokminor (een half jaar full time onderwijs) of een lintminor (1 jaar parttime onderwijs). Een minor biedt je de kans om je te verdiepen of te specialiseren. Naast het algemene majorprogramma en je eventuele keuze voor een uitstroomprofiel, is een minor dus bij uitstek de manier om je te profileren! Afhankelijk van je studie heb je verschillende momenten waarop je een minor kunt gaan volgen. HAN Sport & Bewegen studenten kunnen een minor volgen in hoofdfase 3. Je kunt je minor op verschillende manieren vullen: - Door een minor te kiezen uit het HAN Sport & Bewegen aanbod. Dit zijn minoren die goed aansluiten op de verschillende major programma s van HAN Sport & Bewegen. - Door een minor te kiezen uit het brede HAN aanbod; let daarbij goed op instroomeisen. - Door een vrije minor te kiezen. Hieronder vallen minoren die je volgt bij een andere hogeschool of universiteit in het binnen- of buitenland. Ook kun je zelf een vrije minor samenstellen op basis van onderwijseenheden van andere opleidingen binnen de HAN of in binnen- of buitenland. Aan een vrije minor zijn speciale voorwaarden en regels verbonden (zie scholarpagina van de examencommissie HAN Sport & Bewegen onder Sport en Bewegen / Instituut Sport- en Bewegingsstudies / Examencommissie en op de scholarpagina van Internationalisering). Er zijn dus vele mogelijkheden en kansen om je te specialiseren of te verbreden door je minorkeuze. Oriëntatie: Hoe kom je op de hoogte van het aanbod van en procedures rondom de minoren? Informatie kun je op verschillende manieren verzamelen: - Het totale minoraanbod van de HAN staat op HAN Insite/minoren en is opgenomen in de HAN-onderwijscatalogus (ALLURIS). Het minoraanbod dat toegankelijk is voor externe studenten wordt opgenomen op HAN.nl en Per minor staat onder andere vermeld: - beroepstaak of -taken die centraal staan; - bijbehorende competenties en indicatoren die gehanteerd worden bij integrale toetsing; - onderwijseenheden die als leerbron kunnen dienen; - eventuele instapeisen. - op HAN Insite / minoren vind je bovendien een Excel bestand waarin een eerste indicatie staat van welke minoren passen bij jouw opleiding. - Voor minoren bij andere hogescholen en universiteiten kun je kijken op en op de websites van de hogescholen en universiteiten. - Er worden 2 minormarkten georganiseerd door de HAN (in Nijmegen en Arnhem). Op deze minormarkten worden de minoren gepromoot en gepresenteerd; een excellent moment om kennis te maken met minoren van zowel binnen als buiten het instituut. - Eind februari is de HAN-folder beschikbaar met een overzicht van alle HAN minoren - SLB gesprekken in januari/februari 36

37 - Hoorcolleges over de gang van zaken rondom de minoren in januari/februari. Inhoudelijke keuze De minor die je kiest is een uitgelezen kans om je studie te verdiepen/specialiseren of te verbreden. Door middel van je POP ben je al na aan het denken over hoe de minor aansluit bij je studie en je keuze voor een uitstroomprofiel of afstudeerrichting. Je opleiding heeft daartoe een aantal criteria opgesteld waar je minorkeuze aan moet voldoen. Bespreek je minorkeuze daarom met je studentcoach en neem onderstaande criteria mee in je overwegingen, motivatie voor en onderbouwing van je minorkeuze; is de minor die je kiest: - Een verbreding van of verdieping op je majorprogramma en vertoont hij geen overlap hiermee. - Sluit hij aan bij je POP en uitstroomprofiel/afstudeerrichting. - Sluit hij aan bij actuele trends en ontwikkelingen in je toekomstige werkveld - Sluit hij aan bij je toekomstperspectieven en -plannen als beroepsbeoefenaar. - Van voldoende omvang (30 STP) Inschrijven voor een minor Je kunt je inschrijven voor: a. Een minor binnen HAN Sport & Bewegen / de HAN b. Een vrije minor in Nederland of het buitenland. c. Een vrije minor via a. Een minor binnen HAN Sport & Bewegen / de HAN Voor de start van de inschrijfperiode: - Controleer of je voldoet aan de instroomeisen van de minor en of de minor bij je opleiding past. Informatie hierover vind je op HAN-Insite/minoren. - Overleg voorafgaande aan de inschrijfperiode met je studentcoach over je plannen, planning en mogelijkheden. Dan loop geen risico dat hij je keuze niet goedkeurt! - Beargumenteer in Alluris bij motivatie je keuze voor een minor in je Persoonlijk OntwikkelingsPlan (POP) dat je afstemt met je studentcoach. Hierbij plaats je je keuze voor een minor in het kader van je beroep, je ambities en talenten, ook je keuze voor een uitstroomprofiel/afstudeerrichting is hierbij belangrijk. Vervolgens verantwoord je de samenhang tussen major en minor. Zie ook de elementen die hierboven genoemd staan onder inhoudelijke keuze. De inschrijving - Voor een HAN Sport & Bewegen/HAN minor schrijf je je in Alluris in. Op Insite vind je ook een handleiding die je stap voor stap door het proces van inschrijving leidt. - Uiterlijk 1 september en 1 maart staat het minoraanbod voor het eerst volgende semester (HAN-breed) in Alluris. - Inschrijven kan 2 keer per jaar gedurende een beperkte periode voor het eerstvolgende semester. De data worden gecommuniceerd via HAN Insite en via scholar Sport en Bewegen Instituut Sport- en Bewegingsstudies / Minoren. - Je inschrijving dient goedgekeurd te worden door je studentcoach voordat je mag deelnemen aan de minor. Je studentcoach ontvangt een toevoegverzoek leerroute in Alluris. Je studentcoach beoordeelt je keuze en je motivatie en keurt je verzoek goed- of af. Bij twijfel of bij een vrije minor legt hij je verzoek ter beoordeling aan de examencommissie voor. - Bij een afkeuring van de studentcoach verschijnt dit in je studiecontract. Je dient dan een andere minorleerroute te kiezen. - Wanneer het maximale aantal deelnemers overschreden wordt, volgt een loting. Studenten van HAN Sport en Bewegen hebben voorrang bij HAN Sport en Bewegen minoren. En verder Houd rekening met het feit dat een aantal HAN Sport & Bewegen minoren maar 1 x per jaar wordt aangeboden. Dit geldt ook voor veel andere minoren. 37

38 b. Een vrije minor in Nederland of het buitenland Onder de titel vrije minor vallen minoren die je volgt bij een andere hogeschool of universiteit in het binnen- of buitenland. Ook kun je zelf een vrije minor samenstellen op basis van onderwijseenheden van andere opleidingen binnen de HAN of een andere onderwijsinstelling in binnen of buitenland. Daar moet je zelf veel voorwerk voor doen, maar je kunt beginnen met het kijken op de scholarpagina internationalisering onder Sport en Bewegen / Instituut Sport- en Bewegingsstudies. Aan een vrije minor zijn speciale voorwaarden en regels verbonden en je moet er aan de examencommissie toestemming voor vragen. Kijk voor meer informatie op de scholarpagina: Sport en Bewegen / (Instituut) Sport- en Bewegingsstudies / Examencommissie. Of mail naar Examencommissie.sportenbewegen@han.nl - Kies je een vrije minor dan schrijf je je NIET in in Alluris maar volg je de regeling vrije minoren (zie scholarpagina: Sport en Bewegen / (Instituut) Sport- en Bewegingsstudies / Examencommissie). Dit betekent in de eerste plaats dat je goed onderbouwt in het aanvraagformulier waarom je de betreffende minor wilt volgen en leg je vast welke werkzaamheden/leeractiviteiten jij gaat doen, welke bewijzen jij daarvan zal opleveren en hoe de beoordeling plaatsvindt. (Voor contractuele vastlegging leer-werk-situaties wordt aangesloten bij de formats voor de stage- of duaalcontracten.) Je studentcoach beoordeelt je verzoek op basis van dezelfde criteria als bij een gewone minor. Je studentcoach dient vervolgens je aanvraag in bij de examencommissie HAN Sport en Bewegen die besluit of je deel mag nemen aan de betreffende vrije minor. - De beoordeling van een vrije minor vindt plaats door de examinatoren die door de examencommissie van de opleiding zijn aangesteld. Deze aangewezen examinator kan een examinator zijn van de andere hogeschool waar je je vrije minor volgt. Indien je je vrije minor bij een bedrijf volgt, dan kan het zijn dat behalve een examinator vanuit de opleiding, er ook een examinator uit die externe organisatie wordt aangesteld. Als je een minor bij een andere hogeschool wil volgen, moet je je als student inschrijven bij de DUO-groep (voorheen IB- Groep) op grond van een zogenaamde tweede inschrijving of als cursist. Informeer bij de betreffende Hogeschool hoe zij dat regelen. - Het aanvragen van een vrije minor kost meer tijd. Zorg dat je daar op tijd achteraan gaat en de goede procedure volgt (zie de scholarpagina van de examencommissie voor procedureinformatie). De examencommissie zorgt, na goedkeuring, voor je registratie in Alluris. Na afronding van je minor dien je het bewijs van het behalen van je minor met je eindresultaat, in bij de examencommissie die voor registratie in Alluris zorgt. c. Een vrije minor via - Voor de inschrijving voor een minor via volg je de procedure die beschreven staat op - De minoren op wwww.kiesopmaat.nl vallen onder de titel vrije minor dus je volgt ook de onder b. beschreven punten. Wat is de rol van je studentcoach bij je keuze voor een minor? Je studentcoach: 1. Informeert en begeleidt je bij je keuze voor en planning van de minor en de procedures hieromheen: Hij/zij bespreekt je mogelijkheden, wensen, studieplanning en het aanbod van minoren of in ieder geval hoe je je daarop kunnen oriënteren. Tevens geeft hij je toelichting op de wijze van inschrijving. In je voorbesprekingen met je studentcoach leggen jullie vast welke minor je wanneer wilt volgen en wat je onderbouwing en motivatie hiervoor is. Let daarbij op de criteria onder het kopje inhoudelijke keuze. 2. Hij/zij beoordeelt en keurt je minorkeuze goed of af in Alluris op basis van je motivatie. 38

39 3. Bij twijfel of de minor past bij je beroepsprofiel wordt je keuze ter goedkeuring aan de curriculumvoorzitter of examencommissie voorgelegd. 4. Hij/zij controleert dat je je maar voor 1 minor inschrijft. 5. Mocht je een vrije minor kiezen, dan dient hij/zij jouw verzoek in bij de examencommissie HAN Sport & Bewegen 6. Tijdens je minor heb je minimaal 3x persoonlijk contact met je studentcoach over de voortgang minor (of telefonisch bij buitenlandse minor). Dit gesprek gaat over of de minor inderdaad aansluit bij je verwachtingen. 7. Als er opmerkelijke dingen te melden zijn t.a.v. de passendheid van de minor of de gang van zaken bij de andere instelling, dan geeft de studentcoach dit door aan de minorcoördinator, zodat we leren van jullie ervaringen. Belangrijk om te weten: - Je kunt maar 1 minor volgen. Je mag je dus niet voor meer dan 1 minor inschrijven!! - Inschrijving is bindend!! Je kunt je niet terugtrekken. - Een aantal minoren wordt maar 1x per jaar aangeboden. - Aangeboden minoren gaan door bij voldoende aanmelding. Bij te weinig aanmeldingen kan het instituut besluiten de minor terug te trekken. Je wordt hierover tijdig geïnformeerd door het instituut dat de minor aanbiedt. - Denk dus na over een alternatieve minor voor het geval de minor van je eerste keuze niet doorgaat. - Een 2 e minor volgen kan alleen als post-initieel onderwijs gevolgd worden 2. - Je inschrijving is pas definitief nadat je studentcoach akkoord heeft gegeven in Alluris. Zeker bij populaire minoren is het belangrijk om te controleren in Alluris of je studentcoach je minorkeuze heeft goedgekeurd. - Voor vrije minoren zijn er aparte regels en procedures. Zie scholar pagina Examencommissie onder Instituut Sport- en Bewegingsstudies. - Sommige minoren worden 1x per jaar aangeboden, sommige 2x per jaar. In de meeste gevallen zijn daar dan verschillende leerroutes voor gemaakt met de toevoeging s1 of s2 (semester 1 of 2). Wees dus alert op de programmering van de minoren. - De meeste minoren zijn blokminoren (= full time onderwijs gedurende een half jaar voor 30 EC). maar er zijn ook lintminoren die parttime onderwijs verzorgen met een looptijd van een jaar. 2 e minor alleen voor excellente studenten. Ben jij een excellente student? Dan mag je een 2 e minor volgen mits: - geen studieachterstand hebt en maximaal 4,5 jaar over je studie doet; - minimaal 1 van de 2 minoren een HAN Sport & Bewegen minor is; - je studentcoach je aanvraag voor 2 e minor ondersteunt; - je studentcoach je 2 e minor goedkeurt op basis van bovengenoemde criteria; - je studentcoach goedkeuring krijgt van de minorcoördinator om de aanvraag in te dienen; - de examencommissie de gezamenlijke aanvraag van jou en je studentcoach goedkeurt. Als je een 2 e minor wilt volgen, moet je hiervoor toestemming vragen van de examencommissie. Dat doe je middels het Formulier indienen verzoek. Als de 2 e minor een vrije minor betreft (andere instelling, buitenland, zelf samengesteld) dan dien je daarvoor een aanvraag in middels het van toepassing zijnde aanvraagformulier (andere instelling of zelf samengesteld). Houd er rekening mee dat bij te weinig inschrijvingen het aanbiedende instituut de minor kan annuleren. Studenten voor wie de inschrijving een 1 e inschrijving is, krijgen voorrang. Andere studenten kunnen geen 2 e minor volgen. Belangrijke adressen: Astrid.Merkus@han.nl: voor al je vragen over HAN Sport en Bewegen minoren Servicedesk.SZ@han.nl voor al je vragen over de inschrijving op HAN minoren 2 Snelle studenten kunnen alleen een extra minor volgen (voucher) als zij hierdoor geen studievertraging oplopen. Bij te weinig inschrijvingen kan de minor alsnog worden geannuleerd. 39

40 voor het aanvragen van een vrije minor voor informatie over minoren bij andere Hogescholen binnen Nederland voor informatie vanuit HAN Sport & Bewegen over minoren voor info over HAN minoren en de wijze van inschrijving. algemene HAN info Programmering van de minoren is onder voorbehoud; minoren gaan door bij voldoende inschrijvingen. Evt. wijziging worden voorbehouden; de meest actuele versie van het aanbod van de minoren is altijd te vinden op scholar: Sport en Bewegen / Instituut Sport- en Bewegingsstudies / minoren. * Blokonderwijs is fulltime in een korte periode (1 of 2 blokken). Bij lintonderwijs wordt het onderwijs over langere periode aangeboden parallel aan andere modules. 40

41 Minoraanbod ISBS soort Taal Toelatingsprocedure Health & Performance at work: (M_ISBSHPW) Wil jij een bijdrage leveren aan een gezonder arbeidsklimaat? Je leert binnen een (arbeids)organisatie systematisch de gezondheid te bevorderen waarbij de relatie met arbeidsprestaties en organisatiedoelstellingen centraal staat. Er wordt veel aandacht besteed aan het adviseursvak en veranderkunde. Gezonde schakel in school en wijk (M_ISBSGSSW) (was Health performance at School en daarvoor Gezonde School en wijk) Altijd al willen leren hoe je de integrale gezondheid van (groepen) mensen kunt bevorderen? Je leert hoe je mensen kunt empoweren, bestaande hulpbronnen kunt benutten en effectieve interventies ontwikkelen en implementeren, door onder meer samen te werken met andere sectoren, lobby en pleitbezorging. Blessurepreventief samenwerken in de sport: (M_ISBSBPS) Je leert trainingsprogramma s ontwikkelen gericht op mensen met sportspecifieke aandoeningen samen met professionals van andere disciplines. Sport en economie: (M_ISBSSE) Je leert de economische krachten kennen en analyseren die invloed hebben op de sportwereld. In de commerciële sport ga je na hoe maximale winst gemaakt kan worden met de opzet van een competitie en een mediaplan. In de evenementen branche zoek je naar de economische (financieel en niet-financieel) impact van evenementen op stad, regio en/of land. Gouden Kansen: aandacht voor sporttalent in buurt, onderwijs en sport (M_ISBSGK) Je combineert de school de wijk en de sportvereniging om een beter aantrekkelijker en professioneler sport- en beweegaanbod te creëren. Leefstijlprogramma op maat (M_ISBSLPM) Je ontwerpt een individueel leefstijlprogramma om iemand na een grondige analyse op weg te helpen naar een gezonde leefstijl. Het accent ligt op bewegen, maar ook voeding speelt een rol. Verdiepend / verbredend vorm Locatie 1 e sem e sem Verantw docent NL nee blok Papendal x Rianne den Heijer verdiepend NL nee blok Nijmegen x Gwendolijn Boonekamp Verdiepend (ALO/fysio) Verbredend (SGM) NL nee blok Nijmegen x x Heleen van der wilt verdiepend NL nee blok Nijmegen x Jelle Schoemaker verdiepend NL nee blok Papendal x x Jan-Willem Teunissen verdiepend NL nee blok Nijmegen x x Marie-Louise Verhees max aant. Deelnemers (ext tussen haakjes) 24 (-10) 25 (-10) 24 (-8) 100 (-50) 24 (-6) 24 (-6) per keer Begeleiden van buitengewone doelgroepen binnen sport en bewegen (M_ISBSBBD) Je leert motorische leerproblemen, sociaal-emotionele problemen en gedragsproblemen signaleren en verminderen binnen het reguliere onderwijs. Sports & Talent (M_ISBSSTE) (was Sports Performance Enhancement M_ISBSSPE) Sport & talent (M_ISBSSTN) (was Prestatieverbetering in de sport (M_ISBSPVS) Heb jij altijd al willen weten hoe je prestaties in je eigen sport optimaliseert? Wil je zicht op factoren die de prestatie in een bepaalde sport bepalen en hoe je invloed kunt uitoefenen op het leveren van prestaties? Heb je affiniteit met jeugdige talentvolle sporters? Dan is deze minor echt iets voor jou! Verdiepend / verbredend NL nee blok Papendal/ Nijmegen x (P) x (N) Mieke van de Berg verdiepend UK/NL nee blok Papendal x (UK) X (NL) Marjolein Torenbeek 30(-6) per keer 30 (-6) per keer 41

42 Sportvoeding: (M_ISBSSPV) Sports Nutrition (M_ISBSSN) Wil jij een bijdrage leveren aan betere prestaties en gezondheid van sporters? Je leert individuele sportvoedingsadviezen te geven en sporters te begeleiden bij het halen van hun doelstellingen. Daarnaast leer je voorlichting geven aan groepen sporters om hun gedrag op het gebied van voeding aan te passen. Sport Event Marketing (M_ISBSSEM) (was Sport Tourism Event Management: M_ISBSSTEM) Binnen de context van sport, recreatie en toerisme leer je organisaties te adviseren hoe ze sporttoeristische zaken zoveel mogelijk kunnen benutten en je leert hoe je de uitvoering van de gekozen oplossingen kunt ondersteunen. Sportbestuurder van de toekomst: (M_ISBSSBT) Wil jij veranderingen initiëren die leiden tot een verbeterd en gezond sportief klimaat? In deze minor onderzoek je hoe de sport en sportorganisaties zich na 2011 verder moeten ontwikkelen en je leert onder meer sportorganisaties te professionaliseren zodat zij actief en adequaat op de toekomstige veranderingen en uitdagingen te kunnen reageren verdiepend NL/UK nee blok Nijmegen x (NL en UK) Verbredend/ verdiepend x( NL en UK) Gert Vriend 35 (-15) 35 (-20) UK nee blok Nijmegen x Luuk Janssen 24 (-8) verdiepend NL nee blok Papendal x Sanne Cobussen 60 (-10) Programmering onder voorbehoud: Minors gaan door bij voldoende inschrijvingen 42

43 Lesdagen en vakanties Jaarplanning studiejaar Wk Datum Onderwijsweek Bijzonderheden aug-17 Intro 1 Herkansing/opstart aug-17 Intro 2 Introductie 36 4-sep Start studiejaar Maandag 4 september sep sep sep okt okt okt-17 Herfstvakantie 14 t/m 22 oktober okt okt nov nov nov nov dec dec dec dec-17 Kerstvakantie 23 december 2017 t/m 7 januari jan-18 Kerstvakantie Nieuwjaarsdag, 1 januari jan jan jan jan feb Start 2 e semester 7 12-feb-18 Voorjaarsvakantie Carnaval 11 t/m 13 februari feb feb mrt mrt mrt mrt Goede Vrijdag, 30 maart apr Tweede Paasdag, 2 april apr apr apr Koningsdag 27 april apr-18 Meivakantie 28 aprilt/m 6 mei 2018; Bevrijdingsdag 5 mei mei Hemelvaartsdag, 10 mei 2018; dag na Hemelvaart 11 mei mei mei Tweede Pinksterdag, 21 mei mei jun jun jun jun jul jul-18 Jaarafsluiting 1 Jaarafsluiting jul-18 Zomervakantie Nijmeegse vierdaagse 17 juli t/m 20 juli jul-18 Zomervakantie Zomervakantie 14 juli t/m 19 augustus jul-18 Zomervakantie 32 6-aug-18 Zomervakantie aug-18 Zomervakantie aug-18 1 Herkansing/opstart aug-18 2 Introductie 36 3-sep-18 3 Start studiejaar Maandag 3 september

44 Lestijden Lesuur Lesuur 0 Lesuur 1 Lesuur 2 Pauze Lesuur 3 Lesuur 4 Lesuur 5 Lesuur 6 Lesuur 7 Lesuur 8 Pauze Lesuur 9 Lesuur 10 Lesuur 11 Lesuur 12 Lesuur 13 Lesuur 14 Lesuur 15 Lesuur 16 Lesuur 17 Tijd uur uur uur uur uur uur uur uur uur uur uur uur uur uur uur uur uur uur uur uur 44

45 Interne organisatie Faculteiten, domeinen en instituten De HAN kent de volgende 4 faculteiten (werkmaatschappijen): Economie en Management (FEM); Educatie (FE); Gezondheid, Gedrag en Maatschappij (FGGM); Techniek (FT). Het interfacultair instituut HAN Masterprogramma s biedt onderdak aan de masteropleidingen van de HAN. De ondersteunende diensten van de HAN zijn ondergebracht in het Service Bedrijf. Binnen de faculteiten zijn aan elkaar verwante bacheloropleidingen geclusterd in domeinen. Een instituut is een organisatorische eenheid die uit een of meer domeinen bestaat. De faculteit Gezondheid, Gedrag en Maatschappij kent de volgende domeinen: Health, Nursing, Social Studies en Sport. Management en organisatie op faculteits- en instituutsniveau De faculteit GGM verzorgt voor bijna studenten een breed scala van hbo-bachelor- en AD-opleidingen. In onderstaand overzicht staan deze opleidingen en de instituten waartoe ze behoren. Zie voor een actueel overzicht van de directie van de faculteit GGM de pagina op HAN-Insite: Instituten Instituut voor Maatschappelijke en Sociaal- Culturele Studies (IMSS) Instituut voor Sociale en Pedagogische Studies (ISPS) Instituut voor Vaktherapeutische en Psychologische Studies (IVPS) Instituut Paramedische Studies (IPS) Instituut Sport en Bewegingsstudies (ISBS) Instituut Verpleegkundige Studies (IVS) Instituut Zakelijke dienstverlening (IZD) Opleidingen Culturele en Maatschappelijke Vorming (CMV) Maatschappelijk werk en dienstverlening (MWD) Pedagogiek (PED) Sociaal pedagogische hulpverlening (SPH) Creatieve therapie (CT) Toegepaste Psychologie (TP) Ergotherapie (ERGO) Fysiotherapie (FYSIO) Logopedie (LOGO) Voeding en Diëtetiek (V&D) Mondzorgkunde (MZK) Sport en bewegingseducatie (SBE) Sport, gezondheid en management (SGM) Sportkunde (samenvoeging SBE en SGM vanaf ) Lerarenopleiding lichamelijke oefening/opvoeding (LLO) Verpleegkunde (HBOV) Medische Hulpverlening (MHV) Lerarenopleiding Gezondheidszorg en welzijn (LGW) Management in de Zorg en Dienstverlening (MZD) Bij de faculteit kan ook een inservice-opleiding gevolgd worden: de opleiding tot Operatieassistent en Anesthesiemedewerker. De contractactiviteiten FGGM worden verricht vanuit het instituut Zakelijke Dienstverlening (opleiding, advies en coaching). Bij de faculteit zijn lectoren aangesteld die praktijkgericht onderzoek uitvoeren, ten behoeve van de ontwikkeling van het onderwijs, de beroepspraktijk en het kennisdomein. De lectoraten voeren praktijkgericht onderzoek uit waarvan de resultaten mede ten goede komen aan de opleidingen bijv. nieuwe vormen van dienstverlening op het gebied van welzijn, sport en gezondheid. Lectoren leveren een belangrijke bijdrage aan de ontwikkeling van de HAN richting een University of Applied Sciences (UAS). De meeste lectoraten bestaan uit een lector en een kenniskring waaraan ook docenten deelnemen. Momenteel werkt het instituut met name samen met het Kenniscentrum Revalidatie, Arbeid en Sport. 45

46 De samenstelling van de lectoraten en kenniscentra verandert soms gedurende het jaar. De meest actuele informatie over de samenstelling en bemensing van de lectoraten en kenniscentra is te vinden op de websites van de kenniscentra: Kenniscentrum HAN SOCIAAL: Kenniscentrum Duurzame Zorg: Kenniscentrum Revalidatie, Arbeid, Sport: Interfacultair Kenniscentrum Publieke Zaak: Conform het HAN-statuut Lectoraten van februari 2008 en het Strategisch Onderzoeksbeleid van de HAN leveren lectoren een bijdrage aan het onderwijs van de bachelor- en masteropleidingen. Zij doen dat o.a. door te participeren in curriculumcommissies, in examencommissies, door gastcolleges te geven en minoren te verzorgen. Verder brengen zij de verbinding tussen onderzoek en onderwijs tot stand door een bijdrage te leveren aan de doorlopende leerlijn onderzoek in de curricula, en door studenten en docenten mee te nemen en mee te laten werken in concrete praktijkgerichte onderzoeksprojecten. Doordat de vragen komen van het werkveld en de resultaten daarvan terugvloeien naar het onderwijs en curriculum wordt de relatie tussen werkveld-onderwijs-onderzoek versterkt. Bij het instituut geven lectoren lessen in de volgende onderwijseenheden in de hoofdfase: Lesgever als Specialist (ALO), Effectiviteit van Interventies (SBE), Praktijkstage (SGM), minor Sport en Talent, minor Gouden Kansen, Onderzoek in Sport en Bewegen 2 (ALO, SBE en SGM), gastcolleges in verschillende onderwijseenheden, waaronder de minor Health & Work en stage SGM hoofdfase 2. Lectoren leveren een bijdrage aan de professionalisering van docenten in onderzoeksvaardigheden en aan de ontwikkeling en implementatie van een doorlopende leerlijn onderzoek in het curriculum van de opleidingen van FGGM. Docenten worden in de gelegenheid gesteld deel te nemen aan de kenniskringen van de lectoraten. De kenniskringen voeren praktijkgericht onderzoek uit waarvan de resultaten mede ten goede komen aan de opleidingen bijv. in de vorm van nieuwe inzichten voor hulp- en dienstverlening in het werkveld sport en bewegen. Enkele actuele voorbeelden van praktijkgericht onderzoek: volwassenen op gezond gewicht, gemeente Bronckhorst vitaliteit binnen het MKB Slimme sportkeuze testen en volgen van kinderen in de leeftijd van 6-16 jaar op basis- en voortgezet onderwijsscholen in Nijmegen e.o. op fysieke, cognitieve en persoonlijkheid in sportdeelname Talent (h)erkend ontwikkeling instrument om sportief talent te herkennen Samenwerking met FC Twente om talentidentificatie U10 te verbeteren Onderzoek naar verbeteren zelfsturend vermogen talentvolle sporters bij PSV Verbeteren van talentidentificatie volleybaltalenten bij jong-oranje en regioselecties in samenwerking met Innosport Papendal In samenwerking met Loopland Gelderland onderzoeken van interventie om kinderen beter te leren bewegen Beet your competitors (PhD) Dutch Sports Nutrition and Supplement Study (DSSS) (PhD) Ook studenten kunnen aan onderzoeksprojecten in een lectoraat deelnemen bijv. in het kader van de volgende onderwijseenheden/beroepstaken in de hoofdfase: Onderzoek in Sport en Bewegen 1 en 2 en de minoren Sport en Talent en Gouden Kansen. Zij kunnen op die manier met behulp van de lectoraten afstudeeropdrachten werven. Studenten kunnen ook in een eerdere fase hun opleiding waarin zij in aanraking komen met onderzoeksvaardigheden participeren in projecten van een lectoraat, zoals bijvoorbeeld in hun stage in het 2 de jaar waarbij kinderen worden getest op hun motorische vaardigheden, Loopland Gelderland in studiejaar 1 bij het beter leren lopen van kinderen die ze in hun stage lesgeven. Bij FGGM zijn vrijwel alle BA-opleidingen, alsmede de faculteitsdirectie en het faculteitsbureau gehuisvest op de HANcampus Nijmegen (Kapittelweg 33). De BA-opleidingen van het instituut Sport en Bewegingsstudies zijn ondergebracht in het Gymnasion (Heyendaalseweg/Nijmegen) en de BA-opleiding Maatschappelijk Werk en Dienstverlening in het pand aan de Prof. Molkenboerstraat te Nijmegen. De BA-opleiding Mondzorgkunde is gehuisvest in het gebouw aan de Philip van Leydenlaan (hier bevindt zich ook de faculteit Tandheelkunde van de RU Nijmegen). Het instituut Zakelijke Dienstverlening met onder andere de AD-/BA-opleidingen LGW en MZD zijn ondergebracht aan de Berg en Dalseweg 81 te Nijmegen. 46

47 HAN-campus Nijmegen, de Radboud Universiteit Nijmegen (RU) en het UMC St. Radboud maken onderdeel uit van Campus Heyendaal. Examencommisie(leden) De examencommissie stelt vast of een student voldoet aan de voorwaarden die in de onderwijs- en examenregeling (OER) worden gesteld ten aanzien van kennis, inzicht en vaardigheden die nodig zijn voor het verkrijgen van de bachelorgraad en de associate degree graad. De examencommissie wijst voor het afnemen van tentamens en het vaststellen van de uitslag daarvan examinatoren aan. De leden van de examencommissie worden benoemd door de faculteitsdirecteur. Zie ook het reglement examencommissie (deel 2 van dit opleidingsstatuut). Leden van de examencommissie: Naam Opleiding Functie Rob ter Horst Voorzitter Daniëlle van Dorst Vicevoorzitter, deskundige o.g.v. juridische zaken Angèle Welie Secretaris Megga Bernhardt SGM / SKN Lid voor de opleiding Hester de Vries ALO Lid voor de opleiding, plv. secretaris Maaike Oosterink SBE / SKN Lid voor de opleiding Christine Schutgens Lid, deskundige o.g.v. toetsing / onderwijskundige zaken Mark de Niet Lid, deskundige o.g.v. onderzoek Ingrid Schinkel-Vries HAN, Mondzorgkunde Extern lid, lid van de examencommissie IPS Saskia Tuinder Extern lid, Fontys Hogeschool Annemarie Weel Ambtelijk secretaris Medezeggenschap en inspraak van studenten en medewerkers op HAN-, faculteits- en instituutsniveau Bij de HAN is inspraak en medezeggenschap geregeld op verschillende niveaus binnen de organisatie. Je hebt opleidingscommissies, faculteitsraden en de (centrale) medezeggenschapsraad. Opleidingscommissie (OC) Op opleidingsniveau is er een opleidingscommissie. De opleidingscommissie adviseert over allerlei opleidingszaken, zoals over de Onderwijs- en Examenregeling en de uitvoering ervan. De opleidingscommissie heeft ook instemming op enkele onderdelen van de Onderwijs- en Examenregeling. Het aantal leden van de opleidingscommissie varieert per opleiding. De helft van de opleidingscommissie bestaat uit docenten, de helft uit studenten. Als student of docent kun je via de opleidingscommissie meedenken over het onderwijs en de organisatie van jouw opleiding. Vraag bij je opleidingsmanager meer informatie over de opleidingscommissies. Faculteitsraad (FR) Op faculteitsniveau is er een faculteitsraad. Deze raad heeft het recht om alle faculteitszaken te bespreken en vragen te stellen aan de directie. Die is verplicht hierop gemotiveerd te reageren. De faculteitsraad heeft instemmingsrecht als het gaat om beleid, begroting, onderwijs- en examenregelingen enzovoorts. Een faculteitsraad bestaat uit 12 leden: 6 personeelsleden en 6 studenten. Als student of docent kun je in de faculteitsraad meepraten over het beleid van de faculteit als geheel, maar ook over het beleid van alle instituten die onder de faculteit vallen. Zie Insite > Faculteit Gezondheid, Gedrag en Maatschappij > Over ons voor de samenstelling van de faculteitsraad en de ambtelijke ondersteuning. Medezeggenschapsraad (MR) Via de medezeggenschapsraad hebben personeel en studenten op HAN-niveau inspraak. Het CvB is verplicht op vragen en opmerkingen gemotiveerd te reageren. De medezeggenschapsraad heeft instemmingsrecht als het gaat om beleid, begroting, onderwijs- en examenregelingen enzovoorts. De medezeggenschapsraad bestaat uit 16 leden: 8 personeelsleden en 8 studenten. Als student of medewerker kun je in de medezeggenschapsraad meepraten over het algemene en vaak abstracte beleid van de hogeschool. Zie HAN Insite > Medezeggenschap voor de samenstelling van de medezeggenschapsraad en het secretariaat. 47

48 Kwaliteitszorg Systeem van kwaliteitszorg van het domein/instituut Het instituut peilt regelmatig de mening van studenten over allerlei zaken die betrekking hebben op het onderwijs in de ruime zin van het woord. In de eerste plaats het feitelijke onderwijs dat je in een bepaalde periode gevolgd hebt, maar bijvoorbeeld ook het studiemateriaal, planning van de uren en studietaken. Beroepenveldcommissie(s) Om de kwaliteit van de opleiding te kunnen bewaken, hecht de HAN groot belang aan de mening van deskundigen uit de werkvelden waarvoor opgeleid wordt. Deze deskundigen komen minstens 2 maal per jaar bijeen in de vergaderingen van de beroepenveldcommissie. De beroepenveldcommissie bestaat uit de volgende leden: Chiel van Kollenburg Erik Dewinter Geert Geurken Gerard Molleman Jurgen Hillaert Jan Minkhorst Jans Bekhuis Jos Gelling Karen van Brunschot Kyra Jurriens Theo de Bruin Pieter Verhoogt Externe toezichthouder Om een oordeel over de kwaliteit van het examen te vormen wordt er toezicht gehouden door externe toezichthouders te benoemen. De beoordeling over de kwaliteit van het examen betreft in het bijzonder: a) de kwaliteit van toetsing en beoordeling b) de kwaliteit van studenten (realisatie van de beoogde (eind)kwalificaties) c) de organisatorische kwaliteit van het examen De externe toezichthouders zijn: Wouter de Groot Paul de Bruijn Gijs de Haardt Voor de HAN is kwaliteitsverbetering en kwaliteitszorg van groot belang. De nadere uitwerking wordt per instituut vormgegeven. Daarom wordt hieronder nader ingegaan op het kwaliteitszorgsysteem van HAN Sport & Bewegen. HAN Sport & Bewegen ziet zichzelf als een lerende organisatie, dat wil zeggen dat zij gericht is op de kwaliteit van het onderwijs en het steeds beter tegemoet komen aan de eisen en wensen van de studenten, het werkveld én de overheid. Een sterke kwaliteitscultuur op opleidingsniveau draagt bij aan die kwaliteitsverbetering. Op basis van een gedeelde onderwijsvisie worden doelen geformuleerd voor verbetering van het onderwijs en voelen opleidingen zich eigenaar van de onderwijskwaliteit en de verbetering daarvan. De opleidingen binnen HAN S&B definiëren kwaliteitszorg als het proces van voortdurend verbeteren volgens de systematiek van de zogenaamde Deming-cyclus (Plan Do Check Act). Om goed zicht te houden op de onderwijskwaliteit worden de studenten binnen HAN Sport en Bewegen regelmatig naar hun mening gevraagd. Zo vullen de studenten aan het eind van elk blok een evaluatie in, waarbij de tevredenheid over het specifieke programma, de studielast, de kwaliteit van docenten, van de modules van het betreffende blok wordt gemeten. Studentenpanels worden 1 keer per jaar gehouden (bv in de vorm van een café) om dieper op de resultaten van de enquêtes in te kunnen gaan en knelpunten te bespreken. Alle studenten van de HAN, en dus ook die van HAN Sport & Bewegen, wordt gevraagd om mee te werken aan de jaarlijkse, landelijke NSE (Nationale Studenten Enquête). Dit levert waardevolle informatie op die vergeleken kan worden met gegevens van andere opleidingen binnen en buiten de HAN. Op basis van al deze evaluatiegegevens, ook van docenten, wordt bekeken wat er goed is aan het onderwijs en op welke punten verbeteringen nodig zijn. De resultaten van de enquêtes worden gerapporteerd aan én besproken met studenten en medewerkers (onder andere in opleidingscommissie, studentenoverleg, curriculumcommissie en docententeams). De studenten worden op drie manieren geïnformeerd over de conclusies van de evaluaties en de 48

49 benodigde verbeteracties: 1. In de modulehandleidingen van de verschillende onderwijseenheden wordt beschreven welke verbeteringen er zijn aangebracht in de module t.o.v. het vorige studiejaar. 2. Via een nieuwsbrief van de OC worden de studenten aan het eind van het studiejaar geïnformeerd over de resultaten van alle onderwijsevaluaties. 3. Op HAN-scholar worden studenten op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen op het terrein van de kwaliteitszorg en de uitkomsten van (onderwijs)evaluaties. Kwaliteitssysteem HAN Sport & Bewegen De Faculteit voor Gezondheid, Gedrag en Maatschappij (GGM) en de opleidingen binnen HAN Sport & Bewegen hanteren een integraal systeem voor kwaliteitszorg. Via het kwaliteitszorgsysteem verzamelen de faculteit en de opleidingen systematisch gegevens over de kwaliteit van alle onderwijsorganisatieaspecten van het onderwijs zelf tot en met de randvoorwaarden zoals lesroosters, onderwijslokalen, computervoorzieningen). Het kwaliteitszorgsysteem beschrijft 6 aspecten van het onderwijs: Doelstellingen van de opleiding Onderwijsprogramma Kwaliteit en kwantiteit van docenten Voorzieningen (huisvesting, bibliotheek, onderwijsruimten, ICT-voorzieningen) Interne kwaliteitszorg (betrokkenheid van studenten bij onderwijskwaliteit) Resultaten (competentieniveau van afstudeerders, onderwijsrendement). Wij betrekken alle (belangen)groepen actief in ons kwaliteitstraject: medewerkers, studenten, stagebegeleiders en afgestudeerden. Om de kwaliteit van de opleiding te bewaken hechten we ook veel waarde aan de mening van deskundigen uit de werkvelden. Zij komen een aantal malen per jaar bijeen in vergaderingen. Naast deze interne kwaliteitsverbeteringen worden alle opleidingen van de HAN iedere zes jaar beoordeeld door een extern panel van de Nederlands Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO). Deze accreditatie is een nationaal kwaliteitskeurmerk en is een voorwaarde voor wettelijke erkenning op nationaal en internationaal niveau van het getuig- schrift van de opleiding. De studenten spelen hierbij een belangrijke rol: een afvaardiging van de studenten vormen een studentenpanel. De commissie bevraagt het studentenpanel op hun ervaringen binnen de opleiding, met het onderwijsprogramma en met de docenten. Organisatie Binnen HAN Sport & Bewegen hebben verschillende teams en functionarissen taken op het gebied van kwaliteitszorg, Binnen de teams: De Curriculum Commissie, onder leiding van de teamleider, draagt verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het curriculum van de betreffende bachelor. De CC bewaakt dat de evaluaties systematisch plaatsvinden, dat de resultaten worden geanalyseerd en dat er verbeterplannen worden gemaakt. De Teams zijn verantwoordelijk voor de kwaliteit van de onderwijseenheden, de toetsing en andere (onderwijs) taken die binnen de verantwoordelijkheid van het team vallen. Het gaat dan om zowel het ontwikkelen van de onderwijseenheden als om de uitvoering van het onderwijsprogramma (hoorcolleges, tutorgroepen, toetsen etc.). De KwaliteitsCommissie Onderwijs van het instituut is verantwoordelijk voor het adviseren over het beleid rondom de kwaliteitszorgcyclus binnen het instituut op instituutsniveau en op bachelorniveau. De opleidingsteams zijn verantwoordelijk voor het verloop van de kwaliteitszorgcyclus binnen de verschillende opleidingen. De Teamleiders dragen samen zorg voor die aspecten van het onderwijs, die alle teams aangaan. De Opleidingscommissie heeft de taak (gevraagd en ongevraagd) advies uit te brengen over de OER (onderwijs- en examenregeling) en de wijze waarop deze regeling door de opleiding wordt uitgevoerd. De Examencommissie heeft een sturende en controlerende functie m.b.t. de inrichting en de kwaliteit van het onderwijs, het examen en het toetsprogramma. De Beroepenveldcommissie, bestaande uit vertegenwoordigers uit het werk- en beroepenveld, ziet er op toe dat de inhoud van het onderwijsprogramma, aansluit bij de wensen en eisen vanuit het werkveld. Tenslotte heeft iedere medewerker/docent de taak de kwaliteit van zijn of haar professioneel handelen te bewaken en te verbeteren. Dat kan o.a. door mee te werken aan de (tussentijdse) onderwijsevaluaties, het medewerkerstevredenheidsonderzoek, het uitvoeren van de verbeterplannen en scholing. Om de kwaliteit van de examinering te borgen heeft HAN S&B externe toezichthouders bij de examinering aangesteld. Ook worden er bij de examinering externe examinatoren ingezet. 49

50 Studentenvoorzieningen op faculteits- en instituutsniveau Een overzicht van de belangrijkste studentenvoorzieningen van de HAN staat in het algemeen deel van het Studentenstatuut. Zie ook de HAN website: In dit hoofdstuk staan de voorzieningen centraal die relevant zijn voor de faculteit GGM. Openingstijden gebouwen (peildatum: ) Kapittelweg 33 Prof. Molkenboerstraat 3 ma t/m do vr ma t/m do vr 7.30 tot uur 7.30 tot uur 7.30 tot uur 7.30 tot uur Heyendaalsweg 121 (Albertinum) ma t/m vr 8.30 tot uur Heyendaalseweg 141 (Gymnasion) ma t/m do vr tot uur tot uur Berg en Dalsweg 81 ma t/m vr 8.30 tot uur Tijdens de schoolvakanties zijn er voor alle gebouwen afwijkende openingstijden. Kijk voor meer informatie op HAN Insite / Service Bedrijf / Facilitaire Zaken / producten en diensten / In en om het gebouw. Voorzieningen op locatie Kapittelweg Het Vraagpunt Voor al je vragen over je inschrijving, collegegeld, tentamens, Alluris, of andere zaken rondom je studie kun je terecht bij 't Vraagpunt. Vanaf 1 maart heeft Campus Nijmegen één centraal Vraagpunt voor alle faculteiten. Deze bevindt zich op de begane grond van de B-vleugel op de Kapittelweg 33. Zie ook HAN Insite / Service Bedrijf / Studentzaken / Rondom mijn studie / t Vraagpunt Tijdens openingstijden zijn de medewerkers van 't Vraagpunt als volgt te bereiken via: - nummer: (024) Vraagpunt.SZ-Nijmegen@han.nl - Openingstijden: ma, woe, vr: uur. Di en do van Receptie Onze recepties vind je veelal in het hart van het gebouw. De medewerkers van de receptie zijn het eerste aanspreekpunt voor alle bezoekers van de HAN-gebouwen. Deze bevindt zich aan één balie in de centrale hal (A0.07). Hier worden bezoekers te woord gestaan en de telefooncentrale beheerd. Naast de behandeling van de telefoon en het ontvangen van bezoekers kun je bij de receptie ook hen terecht voor: - het aanmelden en laten ontvangen van bezoekers - ziek en herstelmeldingen - het melden van calamiteiten (brand/ongevallen) - het melden van wensen, ideeën en klachten m.b.t. het gebouw/de locatie - gevonden en verloren goederen Tijdens openingstijden is de receptie intern te bereiken via het nummer Openingstijden: ma t/m do: uur en vrijdag: uur. Kijk voor informatie over de receptie ook op HAN Insite / Service Bedrijf / Facilitaire Zaken / producten en diensten / In en om het gebouw / balies Servicedesk De ServiceDesk is op de Campus in Nijmegen hét aanspreekpunt voor alle facilitaire en ICT-vragen, meldingen, reserveringen en klachten. De ServiceDesk is telefonisch bereikbaar van maandag t/m vrijdag van 8.00 uur tot uur. De balies van de ServiceDesk in Arnhem en Nijmegen zijn geopend van maandag t/m vrijdag van 8.00 uur tot uur. Balie: Kapittelweg 33 Nijmegen, C-vleugel, ruimte C 1.54 Telefoon: (024) servicedesk@han.nl 50

51 Tijdens schoolvakanties gelden afwijkende openingstijden. De Servicedesk vind je online op HAN Insite / Service Bedrijf / Facilitaire Zaken / producten en diensten Reserveren studie- en vergaderruimten, catering en AV-middelen Zelf online een studie- of vergaderruimte of een AV-middel reserveren? Ga naar HAN Insite / Service Bedrijf / Facilitaire Zaken / producten en diensten / Servicedesk / Aanvragen en Reserveren. Heb je hulp nodig bij het reserveren of heb je vragen? Neem dan contact op met de ServiceDesk. Afhalen van gereserveerde AV-middelen: - Bij de meeste gebouwen binnen de HAN kun je het gereserveerde AV-middel afhalen bij de receptie van het desbetreffende gebouw. - Op de Kapittelweg 33 kun je AV-middelen afhalen bij de AV-balie in de D vleugel (D 137) Studenten moeten zich identificeren bij het ophalen van het gereserveerde AV-middel. Voor medewerkers is het mogelijk om diverse AV-middelen te laten bezorgen. Deze service kan men aanvragen via de ServiceDesk. Snellaadstations smartphones en tablets Raakt de batterij van jouw smartphone of tablet ook zo snel leeg? Geen nood! Binnen de HAN zijn op een aantal locaties snellaadstations voor smartphones en tablets aanwezig. Hoe werkt het? De snellaadstations bestaan uit 10 kluisjes: 2 voor tablets en 8 voor smartphones. In iedere locker kan een apparaat aan de oplader worden gelegd. Dankzij usb-technologie is een telefoon of tablet binnen een half uur weer klaar voor gebruik. De display van het snellaadstation geeft aan wanneer een smartphone of tablet is opgeladen. Waar kan ik de snellaadstations in Nijmegen vinden? Je vindt de snellaadstations op de volgende locaties: - Kapittelweg 33 in Nijmegen (kantine) - Kapittelweg 35 in Nijmegen (kantine) - Laan van Scheut 10 in Nijmegen (centrale hal) Wil je meer informatie over de snellaadstations? Kijk dan op HAN Insite / Service Bedrijf / Facilitaire Zaken / producten en diensten / In en om het gebouw / Faciliteiten. HANCard voor studenten Nieuwe HAN studenten krijgen automatisch een HANCard thuisgestuurd. Met de HANCard kun je, nadat je privésaldo hebt opgewaardeerd, gebruik maken van de volgende faciliteiten: - Printen, kopiëren en scannen - Betalen bij de cateraars - Betalen van boetes bij de studiecentra - Betalen bij de readerwinkels en copyshops - Lenen van boeken bij de studiecentra Bovendien heb je de HANCard nodig om je te identificeren bij tentamens. Je kunt het privésaldo van je HANCard online opwaarderen via de HANCard portal op het tabblad Credit. Je kunt hier opwaarderen met ideal of Sofort (Europese ideal). Op korte termijn kan dit ook met Creditcard. Daarnaast zijn er in Nijmegen oplaadpunten in de hal van de volgende locaties: - Kapittelweg 33, Nijmegen - Laan van Scheut 10, Nijmegen Hier kun je met pinpas en Creditcard opwaarderen. Als je de HANCard kwijt bent geraakt kun je deze via de HANCard portal kwijt melden (tabblad account ). Hier kun je ook een nieuwe HANCard aanvragen. Hier zijn eenmalig kosten ( 12,50) aan verbonden. 51

52 Lees meer over de HANcard op HAN Insite / Service Bedrijf / Facilitaire Zaken / producten en diensten / HANcard Studentenondersteuning Studentendecanaat Het studentendecanaat is een decanaatsvoorziening voor de campus in Arnhem en de campus in Nijmegen. De decanen vormen een tweedelijns voorziening voor studenten op het gebied van studentbegeleiding. Je studentcoach (slb er) is het eerste aanspreekpunt voor jou binnen de HAN. Je kunt bij het studentendecanaat terecht als je: Financiële problemen hebt t.g.v. ziekte of bijzondere omstandigheden; Vragen hebt op het gebied van financiën of wet- en regelgeving; Een functiebeperking of chronische ziekte hebt en je (samen met de senior slb er) wilt bespreken of bepaalde voorzieningen om te kunnen studeren geregeld kunnen worden; Algemene vragen hebt over de combinatie topsport en studie; Hulp nodig hebt bij bezwaar- en beroepsprocedures. Studieproblemen hebt waarbij je graag een onafhankelijke advies zou willen hebben. Zie voor meer informatie en de contactgegevens van de studentendecanen HAN Insite / Service Bedrijf / HAN Studiesucces / Experts / Studentendecanen Vertrouwenspersonen De HAN is een organisatie waar we met respect met elkaar omgaan. Helaas kan het echter ook bij ons voorkomen dat je als medewerker of student te maken krijgt met ongewenst gedrag. Je kunt je dan wenden tot één van de vertrouwenspersonen. Iedere melding wordt strikt vertrouwelijk behandeld. Slechts na jouw toestemming onderneemt de vertrouwenspersoon eventuele verdere stappen. Zie voor meer informatie en de contactgegevens van de vertrouwenspersonen HAN Insite / Service Bedrijf / Human Resources / Producten en diensten / Klacht en bezwaar / Vertrouwenspersonen. Aandachtsfunctionaris meldcode Huiselijk Geweld Een uitgangspunt van HAN-beleid is, dat wij alle medewerkers en studenten een veilige omgeving willen bieden. In zo n omgeving - op de hogeschool of thuis - is geweld in een afhankelijkheidssituatie onacceptabel. Maar wat moet je doen, als je vermoedt dat er sprake is van b.v. huiselijk geweld of kindermishandeling? De landelijk ingevoerde meldcode Huiselijk Geweld biedt daarbij uitkomst. Als er signalen zijn van huiselijk geweld of kindermishandeling kan iedereen die op de HAN werkt of studeert contact opnemen met de aandachtsfunctionaris. Zij biedt hulp bij de uitvoering van de vijf stappen van de meldcode. De aandachtsfunctionaris van de HAN is Marianne de Bruijn. Marianne.debruijn@han.nl Voor meer informatie en de contactgegevens van de aandachtsfunctionarissen zie: HAN Insite / Service Bedrijf / Human Resources / Producten en diensten / Klacht en bezwaar / Meldcode Huiselijk Geweld. Ombudsman Met klachten over onbehoorlijke gedragingen of situaties binnen de HAN kun je terecht bij een onafhankelijke ombudsman. Zijn rol is bemiddelend; uitspraken van de ombudsman zijn juridisch niet bindend. De ombudsman is de heer Egbert Hulshof. E: Egbert.Hulshof@han.nl Locatie: Bisschop Hamerhuis, kamer B2.01A Studentenpsycholoog HAN Bij de studentenpsycholoog kun je terecht met persoonlijke problemen, die het functioneren in je studie beïnvloeden. Voorbeelden zijn: studiestress en faalangst, negatief zelfbeeld, overmatig piekeren, somberheid, gevoelens van angst, uitstelgedrag en motivatieproblemen. De studentenpsychologen zijn gebonden aan de kwaliteitskaders en beroepscode van het Nederlands Instituut van Psychologen en hebben een beroepsgeheim. Het traject van de studentenpsychologen bestaat uit een aantal vaste onderdelen. Hieronder worden alle onderdelen kort uitgelegd, zodat je weet wat je te wachten staat op het moment dat je naar de studentenpsycholoog gaat. 52

53 Intakegesprek Voorafgaand aan elke vorm van begeleiding vindt een intakegesprek plaats met één van de studentenpsychologen. Tijdens het intakegesprek wordt een inventarisatie gemaakt van de problematiek waar je als student tegen aanloopt. Aan de hand van deze inventarisatie wordt een indicatie voor een begeleidingstraject opgesteld. Individuele gesprekken In dit kortdurende begeleidingstraject werk je aan een duidelijk geformuleerd doel. In het algemeen geldt als werkwijze de cognitieve gedragstherapie. Het kortdurende begeleidingstraject bestaat uit maximaal vijf gesprekken met de studentenpsycholoog. Groepen Tijdens een groepsbijeenkomst werk je samen met andere studenten aan je problematiek. In elke bijeenkomst worden er vaardigheden en technieken aangereikt waarmee je aan de slag kunt gaan. Doorverwijzing externe begeleiding Indien er meer nodig is of je vraag niet aansluit bij ons aanbod kijk je samen met de studentenpsycholoog welke ondersteuning buiten de HAN het beste bij je past. Vaak is er een verwijzing van de huisarts nodig. De studentenpsycholoog kan in bepaalde gevallen besluiten dat er nog enkele gesprekken ter overbrugging nodig zijn. De studentenpsychologen hebben zowel in Arnhem als in Nijmegen een werkplek. In Nijmegen is dit het Bisschop Hamerhuis, kamer H3.08. Voor meer informatie en de contactgegevens van de psychologen zie: HAN Insite / Service Bedrijf / HAN Studiesucces / Ik heb vragen over / Psychologische Hulpverlening Studentenpastor De Studentenkerk campus Nijmegen is er voor alle HAN-studenten en -medewerkers: gelovig, zoekend, niet gelovig. Je krijgt er de ruimte om in een ongedwongen sfeer anderen te ontmoeten, je te verdiepen, te leren mediteren, je eigen mening te uiten en samen te vieren. Daarnaast is er ruimte om je eigen verhaal te vertellen in een persoonlijk gesprek. Eva Martens is studentenpastor. Je kunt een afspraak maken voor een persoonlijk gesprek over dingen die je bezighouden, positief of negatief. Mogelijke onderwerpen: identiteit, vriendschap, stress, verslaving, twijfels, emoties, geloof, studiekeuze, levenskeuzes, (homo)seksualiteit, verlies, idealen, cultuurschok, inspiratie, pesten, ouders, God, heimwee, toekomstdromen etc. Voor meer informatie: Eva.martens@han.nl of info@studentenkerk.ru.nl, Studentenkerk Nijmege zit op de Erasmuslaan 9A. Openingstijden: ma-do: uur; vr uur Studie(loopbaan)begeleiding en Studiekeuze Binnen de HAN zijn er verschillende personen waar je terecht kunt als je vragen hebt over je studie(loopbaan) of studiekeuze: - De studentcoach is je eerste aanspreekpunt binnen de HAN. Je kunt bij hem of haar terecht als je vragen over je studie hebt of als je ondersteuning bij je studie kunt gebruiken. Hij of zij helpt je reflecteren op je keuzes en stuurt je aan bij het ontwikkelen van competenties. Per jaar heb je enkele individuele gesprekken met je studentcoach waarin onder andere je studievoortgang en de te maken keuzes aan de orde komen. - Als je door persoonlijke problemen studievertraging oploopt of als bijvoorbeeld ziekte aparte aanpassingen vraagt in het studieprogramma, dan stuurt de studentcoach je door naar de senior studentcoach van je opleiding. Ook als je vragen hebt over bijvoorbeeld speciale voorzieningen bij tentamens en colleges, de combinatie topsport en studie, uitschrijving of de overstap naar een andere studie kan de senior studentcoach je van dienst zijn. - Heb je vragen over zaken die niet direct met de opleiding zelf te maken hebben, dan kun je terecht bij HAN Studiesucces. Daarbij kun je denken aan vragen over financiën of financiële problemen, psychische problemen, bezwaar-/beroepsprocedures, uitschrijven, van studie wisselen en trainingen op het gebied van studievaardigheden, persoonlijke ontwikkeling of taal. Kijk daarvoor in het linkermenu (onder het tabblad 'Ik heb vragen over'). Zie voor meer informatie HAN Insite / Service Bedrijf / HAN Studiesucces / Ik heb vragen over 53

54 Studiewisselpunt Twijfel je over je studie? Weet je zeker dat je niet verder wilt of kunt gaan met je huidige studie, maar weet je niet welke opleiding wel goed bij je past? Heb je vragen over of je en eventueel welke vervolgstudie of tweede studie je moet gaan doen? Blijf er niet mee rondlopen, de HAN denkt met je mee! Deze vragen kun je bespreken in een persoonlijk gesprek met een studiekeuzecoach van het Studiewisselpunt, maar je kunt er ook voor kiezen om de workshop Studiekeuze te volgen. In de centrale hal (D0.42) vind je het Studiewisselpunt, hier kun je terecht voor: - Alle vragen over studiekeuze die je maar kunt bedenken. - Kort studiekeuzegesprek - Individueel traject - Workshop Studiekeuze: Vergroot je Wereld - Online studiekeuzetips - Hulp bij Studiekeuze T of E studiewisselpunt.ggm@han.nl Zie voor meer informatie HAN Insite / Service Bedrijf / HAN Studiesucces / Ik heb vragen over / Studiekeuze en doorstuderen Financiële ondersteuning bij bijzondere omstandigheden (o.a. profileringsfonds) Hieronder vind je de verschillende mogelijkheden die er zijn voor financiële ondersteuning. - Studiefinanciering (DUO): extra studiefinanciering Als je door ziekte of een functiebeperking (waaronder ook dyslexie) studievertraging oploopt kun je via DUO extra studiefinanciering aanvragen. Daarbij gelden voor studenten die nog onder het oude stelsel van studiefinanciering vallen andere regels dan voor studenten die onder het huidige stelsel van studiefinanciering 3 vallen. - Beroep doen op financiële steun uit het profileringsfonds van de HAN als: o Je door ziekte of een functiebeperking aantoonbaar meer studievertraging hebt dan één jaar. o Je door zwangerschap en bevalling of door bijzondere familieomstandigheden aantoonbare studievertraging oploopt. o De oorzaak van de studievertraging aantoonbaar ligt bij de manier waarop de opleiding is ingericht of het onderwijs is georganiseerd. o Je naast je studie steeds bezig bent met het beoefenen van topsport en je over een jaarlijkse HAN- (topsport)verklaring beschikt en aantoonbare studievertraging hebt. o Je een bestuursfunctie hebt bij een studentenorganisatie en je hierdoor studievertraging oploopt. Dit geldt ook voor het lidmaatschap van de opleidingscommissie, de faculteits-, instituuts- of medezeggenschapsraad. - Financiële noodsituaties In geval van acute en incidentele financiële nood kun je een beroep doen op het noodfonds van de HAN. In een aantal financiële noodsituaties kun je een beroep doen op een particulier fonds. Zie voor meer informatie HAN Insite / Service Bedrijf / HAN Studiesucces / Ik heb vragen over / Financiën Netwerk Diversiteit FGGM Het Netwerk Diversiteit FGGM stimuleert beleidsontwikkeling en -uitvoering waarbij, zowel vanuit het student- als vanuit het medewerkerperspectief, optimaal rekening gehouden wordt met het feit dat individuen van elkaar verschillen. Niet alleen allochtoon en autochtoon, maar ook man en vrouw, jong en oud, wel en niet gehandicapt, seksuele geaardheid, religie, burgerschap, burgerlijke staat, enzovoort. Het Netwerk streeft naar een klimaat waarbinnen er voor studenten en medewerkers continue aandacht is voor de eigen positie en de daarmee samenhangende individuele (on)mogelijkheden. Daarnaast dient uiteraard ook aandacht te zijn voor de collectieve onderwijs- en organisatiedoelstellingen. Het Netwerk ziet het als een uitdaging om die beide belangen (individu organisatie) tot zijn recht te laten komen. 3 Je valt hieronder als je voor het eerst studiefinanciering voor het hbo kreeg of krijgt vanaf of na september

55 T Nevzat Cingöz, voorzitter Netwerk Bureau Klachten en Geschillen Heb je een klacht over een medewerker van de HAN? Ben je het niet eens met een beoordeling of opdracht? Het Bureau Klachten en Geschillen zorgt ervoor dat klachten en beroepschriften bij de juiste hogeschoolorganen terechtkomen. Verder verzorgt het bureau het secretariaat van het College van Beroep voor de Examens. Het Bureau Klachten en Geschillen is te bereiken via: E: Bureau.klachtengeschil@han.nl T: A: Verlengde Groenestraat 75 Nijmegen / Postbus 31178, 6503 CD NIJMEGEN Studenteninformatievoorziening HAN Voorlichtingscentrum Met al je vragen kun je terecht bij de medewerkers van het HAN VoorlichtingsCentrum. Zij kunnen je alles vertellen over bijvoorbeeld de (master)opleidingen, samenwerkingsvormen, voorlichtingsactiviteiten of organisatiegegevens van de HAN. Hieronder staan de contactgegevens: HAN VoorlichtingsCentrum (HVC) Openingstijden: maandag t/m vrijdag uur T (024) E info@han.nl Studiecentra De HAN beschikt over 6 studiecentra, 2 in Arnhem en 4 in Nijmegen. De studiecentra HAN voorzien studenten, docenten, onderzoekers en lectoren t.b.v. studie of werk van vakliteratuur, zowel fysiek als digitaal en ondersteunen en bemiddelen bij het zoeken, vinden, beoordelen, verwerken en publiceren van deze vakinhoudelijke informatie. Op de volgende locaties kun je van een studiecentrum gebruik maken: Studiecentrum Kapittelweg; Kapittelweg 33, Nijmegen Studiecentrum Sport en Bewegen Gymnasion; Heyendaalseweg 141, Nijmegen Studiecentrum MWD Nijmegen; Prof. Molkenboerstraat 3, Nijmegen Studiecentrum Educatie; Kapittelweg 35, Nijmegen Studiecentrum Economie-Techniek; Ruitenberglaan 31, Arnhem Studiecentrum Pabo Arnhem; Ruitenberglaan 27, Arnhem Voor meer informatie, onder andere over de openingstijden en telefoonnummers, kun je terecht op de website van de studiecentra: International Office Het HAN International office kent twee locaties, één in Arnhem op de Ruiterberglaan 33 en één in Nijmegen op de Kapittelweg 33, B0.02. Medewerkers en studenten kunnen bij het HAN International Office terecht met vragen over onder andere staf en studenten uitwisseling, beursprogramma s, partner universiteiten en instellingen, buitenlandse samenwerking, Internationale projecten, aanmelding studie-stage buitenland, registratie staf mobiliteit buitenland en vragen over visa buitenlandse studenten (bachelor en exchange). Het HAN International Office heeft een informatie balie welke op werkdagen (maandag t/m vrijdag) geopend is van uur. Meer informatie over het HAN International Office is te vinden op HAN Insite / Service Bedrijf / International Office. 55

56 De Faculteit GGM kent haar eigen contactpersonen binnen het HAN International Office; Yvonne van der Meijs, beleidsmedewerker Internationalisering Monique Nederhoed, proces coördinator o.a. uitgaande mobiliteit Agnes van Kalleveen, proces coördinator o.a. inkomende mobiliteit Voor vragen, stuur een naar Vanaf 1 januari 2013 is het voor iedere student van de faculteit GGM die in het kader van zijn/haar studie naar het buitenland gaat verplicht om een voorbereidingsmodule te volgen. Alleen studenten die al eerder in het kader van studie of stage voor minstens 3 maanden in het buitenland zijn geweest én studenten uit het buitenland die een volledige opleiding aan de HAN volgen zijn hiervan uitgezonderd Een student heeft een aantal mogelijkheden: - een voorbereiding als onderdeel van de minor internationalisering, - een voorbereiding als onderdeel van de minor Sustainable Development Cooperation - De facultaire voorbereidingsmodule voor alle overige FGGM studenten Voor alle studenten die geen voorbereidingsmodule volgen in het kader van een minor is een faculteitsbrede voorbereidingsmodule ontwikkeld, bestaande uit 3 verplichte bijeenkomsten, vaak voorafgegaan en /of aangevuld met een instituuts- of opleidingsspecifiek deel. Je meldt je voor de facultaire voorbereidingsmodule aan door het aanmeldformulier in te vullen en per te sturen naar international.ggm@han.nl Voor meer informatie over de inhoud van het voorbereidingsprogramma en de data van de bijeenkomsten, kun je terecht op de insite van het International Office. Het Hogeschoolblad Sense Op de hoogte blijven van alles wat te maken heeft met de HAN? In het magazine Sense vind je alles over belangrijke gebeurtenissen en ontwikkelingen binnen en buiten de HAN. En natuurlijk staan er spraakmakende artikelen in over studeren, stagelopen en vrije tijd. Op de website van Sense kun je alles nalezen en reageren op de artikelen: Overige voorzieningen Kantine en Studentencafé De kantine is van maandag tot en met donderdag van uur geopend. Op vrijdag is de kantine tot uur geopend. Tijdens schoolvakanties is de kantine beperkt geopend: van uur. Café 'Zalloon is van maandag tot en met vrijdag van uur geopend. Op tentamen- en lesvrije dagen is het café gesloten. CampusStore In de CampusStores van Arnhem en Nijmegen kun je terecht voor: Kantoorartikelen en kaarten Readers HAN-artikelen, cadeau-artikelen, relatiegeschenken, HAN sportkleding en hygiëne-artikelen Post dienstverlening Copyshop De campusstore in Nijmegen is te vinden op de Kapittelweg 33 in ruimte D De winkel is van maandag tot en met donderdag geopend van 8.30 tot en op vrijdag tot Copyshop De copyshop bevindt zich op de begane grond van de D-vleugel in de CampusStore. Studenten kunnen bij de copyshop o.a. terecht voor: - zwart-wit kopieën vanaf een oplage van 70 pagina s - het kopiëren van sheets 56

57 - het inbinden en/of lamineren van verslagen e.d. - het maken van kleurkopieën Tijdens openingstijden is de copyshop te bereiken via Openingstijden: zie CampusStore. N.B.: Op elke verdieping staan kopieerapparaten (copiers/printers) waar studenten en medewerkers met hun HANcard zelf kunnen kopiëren. Behandelcentrum IPS Het Behandelcentrum IPS biedt studenten en medewerkers van de HAN met dreigende en reeds aanwezige lichamelijke klachten behandelingen aan op het gebied van Ergotherapie (werkplekonderzoek), Fysiotherapie, Logopedie en Voeding en Diëtetiek. Het Behandelcentrum IPS is primair opgezet om studenten de mogelijkheid te geven in huis echte patiënten te behandelen en te begeleiden onder supervisie van een gekwalificeerde paramedische professional. Bezoekadres: Behandelcentrum IPS Kantoor: B1.02 (administratie) Behandelkamer: C1.25 Kapittelweg 33 Nijmegen 6525 EN Nijmegen Zie voor meer informatie HAN Insite / Gezondheid Gedrag en Maatschappij / Over ons / Behandelcentrum IPS Audiovisueel Centrum FGGM Bij het Audiovisueel Centrum FGGM (AVC) kun je terecht voor verschillende diensten op het gebied van audiovisuele media. Hoe kun je ons bereiken? Je kunt ons bereiken via audiovisueelcentrum.ggm@han.nl (024-35) Of kom langs in D1.26 aan de Kapittelweg. We zijn alle werkdagen van tot aanwezig. Voor alle aanvragen/reserveringen geldt minimaal 2 weken van te voren aanvragen. Het Praktijkhuis: voor toekomstige zorgprofessionals Het Praktijkhuis is een interdisciplinaire leer-/werkomgeving binnen de HAN. Studenten van de paramedische en verpleegkundige opleidingen leren samen met docenten te werken aan realistische praktijksituaties binnen de gezondheidszorg, zoals het oefenen met simulatiepatiënten. Meer informatie over de activiteiten en faciliteiten van het Praktijkhuis vind je op het weblog: Sportfaciliteiten Studenten van de HAN kunnen een sportkaart aanschaffen, waarmee gebruik gemaakt kan worden van de accommodaties van HAN Seneca (het centrum voor sport en gezondheid van de HAN), de accommodaties van de gemeente Arnhem of de sportfaciliteiten van de Radboud Universiteit Nijmegen. Zie voor meer informatie de volgende website: en HAN Employment HAN Employment is het arbeidsloket van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen dat bemiddelt tussen HBO/WOafgestudeerden, studenten en werkgevers. Wij bieden bedrijven en instellingen de mogelijkheid om via onze afdeling vacatures voor vaste banen, bijbanen en werkervaringsplaatsen onder de aandacht te brengen bij onze studenten en alumni. Kandidaten en studenten kunnen bij ons terecht voor trainingen op het gebied van solliciteren, netwerken en arbeidsmarktoriëntatie. Zie voor meer informatie en de contactgegevens de volgende website: 57

58 HAN Centrum voor Valorisatie en Ondernemerschap (CvVO) HAN CvVO is een onderdeel van de HAN dat bijdraagt aan het realiseren van activiteiten, projecten en financiering rondom valoriseren (circulatie van kennis), innoveren en ondernemerschap. Het HAN CvVO bundelt op één plek binnen de HAN kennis en ervaring in ondernemend onderwijs, valorisatienetwerken en het verzilveren van subsidiekansen. Telefoon: Het HAN CvVO is tevens bereikbaar via: HAN-talencentrum en de taalkamer Taalondersteuning (studenten) In de meeste opleidingen moeten studenten veel schrijven of mondeling presenteren. Dat gaat niet bij iedereen vanzelfsprekend goed. In De Taalkamer van het HAN-Talencentrum kunnen studenten terecht voor individuele taalcoaching maar ook voor cursussen schrijven, spelling en NT2. Er is ook een cursus voor studenten met dyslexie. De cursussen zijn bedoeld voor Nederlandstalige, Duitstalige en anderstalige studenten. Cursussen en trainingen (studenten, medewerkers, externen) Naast de taalondersteuning voor studenten hebben wij een groot en gevarieerd aanbod aan cursussen en trainingen Nederlands, Engels, Duits, Frans en Spaans. Zie voor meer informatie en de contactgegevens HAN Insite / Educatie / Talencentrum ( Schrijfcoaching Heb je behoefte aan schrijfcoaching bij het schrijven van je (afstudeer-)verslag of scriptie? Wil je werken aan je spreekvaardigheid? Moet je een presentatie geven, maar voel je je onzeker of wil je samen kijken naar de opzet? Dan kun je je aanmelden voor schrijfcoaching. In sessies van drie kwartier per keer werk je samen met een schrijfcoach aan jouw schrijfproduct of presentatie. Kosten Schrijfcoaching Wij werken met een persoonlijke strippenkaart van 2 of 5 strippen; 1 strip is goed voor 1 coachingsgesprek. De strippenkaart met 5 strippen wordt het meest gebruikt. De kaart met 2 strippen is alleen handig als je al bijna helemaal klaar bent met je scriptie of als aanvulling op de kaart met 5 strippen. De strippenkaart met 2 strippen kost 100,- en de kaart met 5 strippen kost 185,- Als je een doorverwijzing hebt van je studentcoach, betaalt je opleiding voor deze strippenkaart. Het kan zijn dat jouw studentcoach bepaalt hoeveel strippen jij vergoed krijgt. Zie voor meer informatie HAN Insite / Service Bedrijf / HAN Studiesucces / Ik heb vragen over / Taalondersteuning en schrijfcoaching Cursussen taalondersteuning Naast individuele coaching kun je bij De Taalkamer ook cursussen volgen. Op de site van de taalkamer lees je meer over de inhoud, kosten en de startdata. Bij elke cursus vind je een aanmeldformulier. Voor een cursus kun je, net als voor coaching, doorverwezen worden door je studentcoach. Kosten cursus taalondersteuning Een cursus van 8 weken kost 185,- of 200,-. Een cursus van 4 weken kost 100,- Als een student een doorverwijzing heeft van zijn/ haar slb er, sturen wij de rekening naar het instituut. In de meeste instituten monitoren de senior-slb ers het aantal inschrijvingen. Op de site van de taalkamer staat meer informatie over annuleringsvoorwaarden en kosten die mogelijk voor rekening van de student komen. Taalcursussen die in aanmerking kunnen komen voor vergoeding: 58

59 Type cursus Eerste hulp bij spelling Eerste hulp bij zinnen Schrijven met dyslexie Schrijfvaardigheid voor NT2 ers Schrijfvaardigheid voor Caribisch- Nederlandse studenten Voor wie? Studenten met Nederlands als moedertaal Studenten die Nederlands als hun moedertaal ervaren Studenten in de hoofd- en eindfase met Nederlands als moedertaal Studenten in de hoofd- en eindfase die Nederlands als moedertaal ervaren Studenten met (vormen van) dyslexie Anderstalige studenten die het staatsexamen NT2, programma II hebben gehaald Caribisch-Nederlandse studenten Studeren met een functiebeperking of chronische ziekte Voor studenten met een functiebeperking of chronische ziekte is studeren soms lastig. Vaak moeten er op de instelling speciale faciliteiten zijn. Zulke functiebeperkingen zijn bijvoorbeeld doofheid of blindheid, maar ook rolstoelgebruik, epilepsie, dyslexie, diabetes of psychische problemen. De HAN houdt hier waar redelijk en haalbaar rekening mee door verschillende voorzieningen. De examencommissie van de betreffende opleiding beslist over toekenning daarvan. Mogelijke voorzieningen - Aanpassingen toegankelijkheid gebouwen - Studiehulpmiddelen - Tentamenfaciliteiten - Mogelijke alternatieven in het studieprogramma - Roosteraanpassingen - Beperkte aanwezigheidsplicht - Financiële voorzieningen bij studievertraging Uitzondering: persoonlijke verzorging Studenten met een functiebeperking die hulp nodig hebben bij persoonlijke (dagelijkse) verzorging moeten zelf zorgdragen voor deze ondersteuning. Regelen van de nodige voorzieningen vanwege een functiebeperking Als je een functiebeperking of chronische ziekte hebt en je wilt gebruik maken van speciale voorzieningen, dan kun je het beste contact opnemen met de senior studentcoach voor een intakegesprek. Bij dit gesprek kan, indien gewenst, ook de studentendecaan aanwezig zijn. In het gesprek wordt besproken welke begeleiding en welke voorzieningen gewenst zijn. Ook komen de mogelijke belemmeringen bij de studie en de toekomstige beroepsmogelijkheden aan bod. De studentendecaan geeft informatie over de faciliteiten die HAN-breed zijn vastgesteld. Na het intakegesprek wordt er een verslag gemaakt van de wensen t.a.v. begeleiding, regelingen en voorzieningen. Vervolgens kan de senior studentcoach (indien nodig) bij examencommissie en/of faculteitsdirectie de gewenste voorzieningen aanvragen. Na goedkeuring kunnen de definitieve afspraken vastgelegd worden in een onderwijsovereenkomst. Je kunt je aanmelden voor een intakegesprek via Vermeld je naam, de opleiding, studentnummer en je functiebeperking. Rechten bij de HAN als er sprake is van dyslexie Als je een officiële dyslexieverklaring hebt, kun je een beroep doen op speciale voorzieningen, zoals extra tijd bij tentamens, teksten met een groter lettertype en aangepaste toetsvormen. Mogelijke voorzieningen Bij alle HAN-opleidingen kom je in aanmerking voor: - verlenging van tijd bij tentamens (25% van de tentamentijd); - tentamens met een groter lettertype. In sommige gevallen heb je misschien verdergaande vormen van ondersteuning nodig. Je hebt daar alleen dan recht op voor zover de aanpassingen geen onevenredige belasting vormen voor de opleiding en niet de 59

60 inhoudelijke eisen van de opleiding aantasten. De examencommissie (of de directeur van het betrokken instituut of opleiding) beslist of dergelijke voorzieningen daadwerkelijk geboden kunnen worden. Als je gewend bent bepaalde hulpmiddelen te gebruiken ter ondersteuning bij dyslexie tijdens tentamens (bijv. readingpen, daisy-speler, Kurzweil) kun je bespreken of dat ook mogelijk is binnen je opleiding. In principe ben je zelf verantwoordelijk voor de kosten van de aanschaf van dergelijke hulpmiddelen. Het is mogelijk om thuis en op school gebruik te maken van Kurzweil. Wat je kunt doen als je denkt dat je dyslexie hebt Diagnose dyslexie en dyslexieverklaring Als het vermoeden bestaat dat er sprake is van dyslexie, kun je je laten testen. Als het onderzoek uitwijst dat je dyslectisch is, krijg je een officiële dyslexieverklaring. Je hebt dan recht op extra voorzieningen, zoals extra tentamentijd. Als je studievertraging oploopt, zijn er mogelijkheden om in aanmerking te komen voor financiële ondersteuning. 4 Vrijwel elke orthopedagoog is in staat een onderzoek naar dyslexie af te nemen. De kosten hiervoor bedragen dan al gauw 700 tot Onderzoek naar dyslexie (studentvriendelijke prijzen) OPM Nijmegen, een maatschap van orthopedagogen en GZ-psychologen, neemt bij studenten een dyslexieonderzoek af en geeft bij constatering van dyslexie een officiële dyslexieverklaring af. Kosten liggen tussen 400 en 450. Contactgegevens Adres: Toernooiveld 5, Nijmegen Tel: Studenten kunnen bellen voor een afspraak op donderdagavond tussen uur en uur en vragen naar Monique Braat of Mieke Willemsen Internet: Begeleiding/cursussen voor studenten met dyslexie De Taalkamer van het HAN-Talencentrum biedt verschillende taalcursussen aan, waaronder een cursus 'Schrijven met dyslexie'. Hulpmiddelen dyslexie (Kurzweil) Informatie over het softwareprogramma Kurzweil voor dyslectische studenten. Kurzweil is een softwareprogramma dat van oorsprong bestemd is voor dyslectische studenten. Het leest alle soorten teksten voor en kan ook gebruikt worden als je zelf teksten schrijft. Het programma spreekt tijdens het typen de letters, woorden of hele zinnen uit. Zo hoor je zowel de spelling als de zinsconstructie. Daarnaast heeft Kurzweil nog veel andere mogelijkheden o.a. op het gebied van overzicht en ordening. Het programma is door alle studenten en medewerkers met een geldig HANaccount te gebruiken. Zij kunnen Kurzweil ook thuis gebruiken. Hoe kan ik Kurzweil aanvragen en gebruiken? Studenten en medewerkers die Kurzweil willen gebruiken, kunnen dit bij de ServiceDesk van de HAN aanvragen. De ServiceDesk stelt dan de software beschikbaar in HAN Workspace. Workspace biedt studenten en medewerkers van de HAN toegang tot de virtuele eigen HAN werkplek. Nadat de ServiceDesk Kurzweil heeft geactiveerd, kan hiermee via HAN Workspace worden gewerkt. Als je vervolgens Kurzweil opstart in HAN Workspace krijg je een inlogscherm te zien. Kies een gebruikersnaam en log in. Op Insite HAN staat uitgelegd hoe je HAN Workspace installeert op je computer of notebook. Hoe kan ik ondersteuning krijgen in het gebruik van Kurzweil? Zijn er trainingen? In Kurzweil zelf zit een handige helpfunctie. Door op F1 te drukken wordt de helpfunctie gestart. Tevens kun je op de website veel informatie vinden over Kurzweil. De HAN biedt geen specifieke trainingen aan in het gebruik van Kurzweil. Voor vragen kun je terecht bij de servicedesk@han.nl. 4 Voor meer informatie zie: paragraaf: Financiële ondersteuning bij bijzondere omstandigheden (o.a. profileringsfonds) in dit hoofdstuk en HAN Insite / Service Bedrijf / HAN Studiesucces / Ik heb vragen over / Financiën 60

61 Bijlage 1: Plattegrond locatie RSC Begane grond (1) Begane grond (2) 61

Opleidingsstatuut. Leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad. in Lichamelijke Opvoeding. Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. studiejaar

Opleidingsstatuut. Leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad. in Lichamelijke Opvoeding. Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. studiejaar Opleidingsstatuut Leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Lichamelijke Opvoeding Hogeschool van Arnhem en Nijmegen studiejaar 2017-2018 1 2 INHOUD Inleiding... 3 Algemene bepalingen... 4 Deel

Nadere informatie

Onderwijs aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Onderwijs aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleidingsstatuut Associate degree programma Directievoering Civieltechnische Projecten (DCP) Associate degree programma Projectvoorbereiding en Realisatie (PVR) Studiejaar 2014 2015 Deel 1 Onderwijs aan

Nadere informatie

1a Onderwijs aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

1a Onderwijs aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleidingsstatuut Instituut Engineering Bacheloropleidingen (en Ad-programma s): - Elektrotechniek - Industrieel Product Ontwerpen - Technische Bedrijfskunde - Werktuigbouwkunde Studiejaar 2015 2016 Deel

Nadere informatie

Competentieprofiel. Instituut voor Interactieve Media. Competentieprofiel studenten Instituut voor Interactieve Media vastgesteld juni 2006

Competentieprofiel. Instituut voor Interactieve Media. Competentieprofiel studenten Instituut voor Interactieve Media vastgesteld juni 2006 Competentieprofiel Instituut voor Interactieve Media Competentieprofiel studenten Instituut voor Interactieve Media vastgesteld juni 2006 Aangepast in maart 2009 Inleiding De opleiding Interactieve Media

Nadere informatie

Opleidingsstatuut Voor de ten dele aan het experiment leeruitkomsten deelnemende deeltijdse bacheloropleiding Leraar Voorgezet Onderwijs van de

Opleidingsstatuut Voor de ten dele aan het experiment leeruitkomsten deelnemende deeltijdse bacheloropleiding Leraar Voorgezet Onderwijs van de Opleidingsstatuut Voor de ten dele aan het experiment leeruitkomsten deelnemende deeltijdse bacheloropleiding Leraar Voorgezet Onderwijs van de eerste graad in Lichamelijke Opvoeding van de Hogeschool

Nadere informatie

Leraar voortgezet onderwijs

Leraar voortgezet onderwijs Sport en Bewegen HAN Leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Lichamelijke Opvoeding Opleidingsstatuut voor de bacheloropleiding Studiejaar 2015-2016 1 Sport en Bewegen HAN Inleiding 4 Deel 1:

Nadere informatie

De 6 Friesland College-competenties.

De 6 Friesland College-competenties. De 6 Friesland College-competenties. Het vermogen om met een open enthousiaste houding nieuwe dingen aan te pakken. Het vermogen jezelf steeds beter te leren kennen. Het vermogen om in te schatten in welke

Nadere informatie

Competentiemeter docent beroepsonderwijs

Competentiemeter docent beroepsonderwijs Competentiemeter docent beroepsonderwijs De beschrijving van de competenties in deze competentiemeter is gebaseerd op: - de bekwaamheidseisen uit de Algemene Maatregel van Bestuur als uitwerking van de

Nadere informatie

Sport, Gezondheid en Management

Sport, Gezondheid en Management Sport en Bewegen HAN Sport, Gezondheid en Management Opleidingsstatuut voor de bacheloropleiding Studiejaar 2015-2016 1 Sport en Bewegen HAN 2 HAN Inleiding 4 Deel 1: Studiegids 6 Uitgangspunten van het

Nadere informatie

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt:

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt: Achtergrond Basisschool De Regenboog staat in de wijk Zuid-west in Boekel en valt onder het bestuur van Zicht PO. Evenals de andere scholen onder dit bestuur gaan wij de komende periode vorm geven aan

Nadere informatie

Leraar voortgezet onderwijs

Leraar voortgezet onderwijs Sport en Bewegen HAN Leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Lichamelijke Opvoeding Opleidingsstatuut voor de gedeeltelijk aan het experiment leeruitkomsten deelnemende deeltijdse bacheloropleiding

Nadere informatie

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten PR 180724 V1 Beroepscompetentie- profiel Afgeleid van de niveaubepaling NLQF, niveau 6 heeft RBCZ kerncompetenties benoemd voor de complementair/alternatief therapeut. Als uitgangspunt zijn de algemene

Nadere informatie

Opleidingsstatuut Bacheloropleiding Automotive Studiejaar 2015 2016. Regeling Externe toezichthouders bij examens

Opleidingsstatuut Bacheloropleiding Automotive Studiejaar 2015 2016. Regeling Externe toezichthouders bij examens Opleidingsstatuut Bacheloropleiding Automotive Studiejaar 2015 2016 Regeling Externe toezichthouders bij examens Inhoudsopgave 1. Positie en benoeming externe toezichthouders... 3 2. Taak externe toezichthouder

Nadere informatie

Alle competenties moeten met voldoende zijn beoordeeld

Alle competenties moeten met voldoende zijn beoordeeld BEOORDELINGSFORMULIER / Artistieke Praktijk II jaar 4 Blad 1 Toetscode: Datum: Handtekening student: Beoordelaar 1: Handtekening beoordelaar 1: Beoordelaar 2: Handtekening beoordelaar 2: Extern deskundige:

Nadere informatie

Bijlage 3 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG

Bijlage 3 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG Bijlage 3 SFORMULIER EINDPRODUCT PDG Naam deelnemer: Gabriëlle Copini Beoordelaar: Ella ten Barge ROC/AOC: Friesland College Paraaf beoordelaar: Eindproduct (aankruisen) in beeld/lesgeven op pad/ecursie

Nadere informatie

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen.

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen. Competentie 1: Creërend vermogen De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen. Concepten voor een ontwerp te ontwikkelen

Nadere informatie

competentieprofiel groepsleerkracht/ docent algemeen vormend onderwijs Het Driespan

competentieprofiel groepsleerkracht/ docent algemeen vormend onderwijs Het Driespan Samenwerken Omgevingsgericht/samenwerken Reflectie en zelfontwikkeling competentieprofiel groepsleerkracht/ docent algemeen vormend onderwijs Het Driespan Competentieprofiel stichting Het Driespan, (V)SO

Nadere informatie

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren. Bijlage V Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en. Tabel ter vergelijking NLQF niveaus 5 t/m 8 en Dublindescriptoren NLQF Niveau 5 Context Een onbekende, wisselende

Nadere informatie

Functionele omschrijving van de beweegprofessional BeweegKuur

Functionele omschrijving van de beweegprofessional BeweegKuur Functionele omschrijving van de beweegprofessional BeweegKuur Inleiding Bewegen is voor veel mensen niet vanzelfsprekend. Professionals zijn nodig om belemmeringen bij mensen weg te nemen, hen te adviseren,

Nadere informatie

Bekwaamheidseisen of competenties docenten LD

Bekwaamheidseisen of competenties docenten LD Bekwaamheidseisen of competenties docenten LD Bekwaamheidseisen docenten LD vmbo en havo/vwo. (tekst: Wet op de beroepen in het onderwijs en Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel / 2006). 1. Zeven

Nadere informatie

Competentievenster 2015

Competentievenster 2015 Windesheim zet kennis in werking Competentievenster 2015 TWEEDEGRAADS LERARENOPLEIDING WINDESHEIM Inleiding 3 Het competentievenster van de tweedegraads lerarenopleidingen van Hogeschool Windesheim vormt

Nadere informatie

Bekwaamheidseisen of competenties docenten LC

Bekwaamheidseisen of competenties docenten LC Bekwaamheidseisen of competenties docenten LC Bekwaamheidseisen docenten LC vmbo en havo/vwo. (tekst: Wet op de beroepen in het onderwijs en Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel / 2006). 1. Zeven

Nadere informatie

REGELING EXTERNE TOEZICHTHOUDERS BIJ EXAMENS Instituut voor Toegepaste Biowetenschappen en Chemie. studiejaar

REGELING EXTERNE TOEZICHTHOUDERS BIJ EXAMENS Instituut voor Toegepaste Biowetenschappen en Chemie. studiejaar REGELING EXTERNE TOEZICHTHOUDERS BIJ EXAMENS Instituut voor Toegepaste Biowetenschappen en Chemie studiejaar 20172018 Inhoud REGELING EXTERNE TOEZICHTHOUDERS BIJ EXAMENS... 1 1. Positie en benoeming externe

Nadere informatie

Bijlage 1 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODCUCT PDG

Bijlage 1 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODCUCT PDG Bijlage 1 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODCUCT PDG Naam deelnemer: Gabriëlle Copini Beoordelaar: Ella ten Barge ROC/AOC: Friesland College Eindproduct (aankruisen) X in beeld/lesgeven op pad/ecursie aan

Nadere informatie

Handreiking toelichting bij descriptoren NLQF

Handreiking toelichting bij descriptoren NLQF Handreiking toelichting bij descriptoren NLQF CONTEXT Context Instroom Een bekende, stabiele leef- en leeromgeving. 1 Een herkenbare leef- en werkomgeving. Tussen niveau 1 en 2 is geen verschil in context;

Nadere informatie

Breidt netwerk min of meer bij toeval uit. Verneemt bij bedrijven wensen voor nieuwe

Breidt netwerk min of meer bij toeval uit. Verneemt bij bedrijven wensen voor nieuwe Accountmanager Accountmanager onderhoudt relaties met bedrijven en organisaties met het doel voor praktijkleren binnen te halen. Hij kan nagaan welke bedrijven hebben, doet voorstellen voor bij bedrijven

Nadere informatie

Master Healthy Ageing Professional (MHAP)

Master Healthy Ageing Professional (MHAP) 1. Basisgegevens Soort aanvraag (kruis aan wat van toepassing is): Naam instelling(en) Contactpersoon/contactpersonen Contactgegevens Nieuwe Nieuw Ad programma X Nieuwe hbo master Nieuwe joint degree 1

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Bijlage, Bachelor Opleiding Docent Muziek

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Bijlage, Bachelor Opleiding Docent Muziek ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Bijlage, Bachelor Opleiding Docent Muziek Studiejaar 2013-2014 Algemeen 1. Deze bijlage bij het algemene gedeelte van de Onderwijs- en examenregeling van Codarts is van toepassing

Nadere informatie

SWOT-ANALYSE. 1 Interpersoonlijk competent. 1.1 Eisen. 1.2 Mijn ontwikkelpunten. 1.3 Mijn leerdoelen

SWOT-ANALYSE. 1 Interpersoonlijk competent. 1.1 Eisen. 1.2 Mijn ontwikkelpunten. 1.3 Mijn leerdoelen SWOT-ANALYSE Met een SWOT-analyse breng ik mijn sterke en zwakke punten in kaart. Deze punten heb ik vervolgens in verband gebracht met de competenties van en leraar en heb ik beschreven wat dit betekent

Nadere informatie

1. Interpersoonlijk competent

1. Interpersoonlijk competent 1. Interpersoonlijk competent De docent BVE schept een vriendelijke en coöperatieve sfeer in het contact met deelnemers en tussen deelnemers, en brengt een open communicatie tot stand. De docent BVE geeft

Nadere informatie

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren. Bijlage V Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en. Tabel ter vergelijking NLQF niveaus 5 t/m 8 en Dublindescriptoren NLQF Niveau 5 Context Een onbekende, wisselende

Nadere informatie

Competentie- en indicatorenoverzicht Masteropleiding Leren en Innoveren Hogeschool Rotterdam IVL/Kenniskring Versterking Beroepsonderwijs

Competentie- en indicatorenoverzicht Masteropleiding Leren en Innoveren Hogeschool Rotterdam IVL/Kenniskring Versterking Beroepsonderwijs Competentie- en indicatorenoverzicht Masteropleiding Leren en Innoveren Hogeschool Rotterdam IVL/Kenniskring Versterking Beroepsonderwijs COMPETENTIES EN INDICATOREN 1 Interpersoonlijke competentie De

Nadere informatie

COMPETENTIE 1: INTERPERSOONLIJK COMPETENT

COMPETENTIE 1: INTERPERSOONLIJK COMPETENT DE SBL competenties COMPETENTIE 1: INTERPERSOONLIJK COMPETENT De leraar primair onderwijs moet ervoor zorgen dat er in zijn groep een prettig leef- en werkklimaat heerst. Dat is de verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Begrippenkader Studieloopbaanbegeleiding en Reflectie

Begrippenkader Studieloopbaanbegeleiding en Reflectie Begrippenkader Studieloopbaanbegeleiding en Reflectie Kariene Mittendorff, lectoraat Innovatief en Effectief Onderwijs Studieloopbaanbegeleiding Binnen scholen wordt op verschillende manieren gewerkt aan

Nadere informatie

Aantekenformulier van het assessment PDG

Aantekenformulier van het assessment PDG Aantekenformulier van het assessment PDG Kandidaat: Assessor: Datum: Een startbekwaam docent voldoet aan de bekwaamheidseisen voor leraren in het tweedegraadsgebied (zie competentie 1 t/m 7 op de volgende

Nadere informatie

Competentieprofiel van de opleider CHVG

Competentieprofiel van de opleider CHVG Competentieprofiel van de opleider CHVG Competentieprofiel van de opleider per competentiegebied 0. Competentiegebied: handelen als expert De opleider beantwoordt aan het competentieprofiel van de betreffende

Nadere informatie

Thermometer leerkrachthandelen

Thermometer leerkrachthandelen Thermometer leerkrachthandelen Leerlijnen en ontwikkelingslijn voor leerkrachten van WSKO 1 Inleiding Leerkracht zijn is een dynamisch en complex vak. Mensen die leerkracht zijn en binnen onze organisatie

Nadere informatie

Sport, Gezondheid en Management. Cursusjaar 2015/2016. Stage jaar 2. Feedback en beoordeling werkveldbegeleider

Sport, Gezondheid en Management. Cursusjaar 2015/2016. Stage jaar 2. Feedback en beoordeling werkveldbegeleider Sport, Gezondheid en Management Cursusjaar 2015/2016 Stage jaar 2 Feedback en beoordeling werkveldbegeleider Naam student: Danny Sims Naam John van Apeldoorn werkveldbegeleider: Organisatie: Eco coachen

Nadere informatie

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Supplement h. Functie docent Functie zoals genoemd in artikel 2 lid 1 sub h Besluit personeel veiligheidsregio s 1.1 Algemene

Nadere informatie

Eindbeoordeling van het assessment Startbekwaam (op grond van portfolio, presentatie en criterium gericht interview)

Eindbeoordeling van het assessment Startbekwaam (op grond van portfolio, presentatie en criterium gericht interview) Eindbeoordeling van het assessment Startbekwaam (op grond van portfolio, presentatie en criterium gericht interview) Student: Opleidingsassessor: Studentnummer:. Veldassessor:. Datum: Een startbekwaam

Nadere informatie

Competenties en bekwaamheden van een Daltonleerkracht

Competenties en bekwaamheden van een Daltonleerkracht Naam: School: Daltoncursus voor leerkrachten Competenties en bekwaamheden van een Daltonleerkracht Inleiding: De verantwoordelijkheden van de leerkracht zijn samen te vatten door vier beroepsrollen te

Nadere informatie

Competentie 1 Ondernemerschap Initiëren en/of creëren van producten en/of diensten, zelfstandig en ondernemend.

Competentie 1 Ondernemerschap Initiëren en/of creëren van producten en/of diensten, zelfstandig en ondernemend. Naam student: Studentnummer: Evaluatieformulier meewerkstage CE In te vullen door de bedrijfsbegeleider van de stage biedende organisatie voorafgaand aan het eindgesprek met de stagedocent. De stagiair

Nadere informatie

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Supplement aa. Functie specialist opleiden en oefenen Functie zoals genoemd in artikel 2 lid 1 sub aa. Besluit personeel veiligheidsregio

Nadere informatie

Bijlagen 3 t/m 6 bij OER Academie Voor Deeltijd opleiding Communicatie

Bijlagen 3 t/m 6 bij OER Academie Voor Deeltijd opleiding Communicatie Communicatie (COM) Bijlagen 3 t/m 6 bij OER Academie Voor Deeltijd 2016-2017 opleiding Communicatie Bijlage 3: Competenties Competentie overzicht opleiding Communicatie Dit zijn de competenties die de

Nadere informatie

Deze versie treedt in werking op 1 september 2013 en vervangt alle voorgaande versies.

Deze versie treedt in werking op 1 september 2013 en vervangt alle voorgaande versies. III FACULTEIT Maatschappij & Recht vastgesteld door de faculteitsdirectie op 26-02-2013 instemming van de facultaire medezeggenschapsraad op. 2013. Deze versie treedt in werking op 1 september 2013 en

Nadere informatie

De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk

De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk Op de HBOV van de Hogeschool Leiden wordt sinds het studiejaar 2013-2014 gewerkt met CBP s, Competentie Beoordelingen in de Praktijk. Gedachte hierachter is, dat

Nadere informatie

Beoordelen in het HBO

Beoordelen in het HBO Beoordelen in het HBO Eef Nijhuis Saxion Joke van der Meer HAN RIZO 12 maart 2013 Competentiegericht leren Competenties bepalen de inhoud van leren en toetsen Leren en beoordeling zijn gericht op effectief

Nadere informatie

Bijlage C behorende bij artikel 2 lid 3 Besluit personeel veiligheidsregio

Bijlage C behorende bij artikel 2 lid 3 Besluit personeel veiligheidsregio Bijlage C behorende bij artikel 2 lid 3 Besluit personeel veiligheidsregio Supplement f. Functie procesmanager multidisciplinair oefenen Functie zoals genoemd in artikel 2 lid 3 sub f Besluit personeel

Nadere informatie

OER Master facultair hoofdstuk 10 Maatschappij & Recht Vastgesteld d.d

OER Master facultair hoofdstuk 10 Maatschappij & Recht Vastgesteld d.d III FACULTEIT Maatschappij & Recht vastgesteld door de faculteitsdirectie op 13-02- 2014 instemming van de facultaire medezeggenschapsraad op 24-04 2014. Deze versie treedt in werking op 1 september 2014

Nadere informatie

Opleidingskunde,Training & Human Development

Opleidingskunde,Training & Human Development Opleidingskunde, Deze flyer over praktijkleren bij de bacheloropleiding Opleidingskunde beschrijft informatie over de volgende onderwerpen: Inhoud: 1. Het beroep 2. Deskundigheidsbevordering van medewerkers

Nadere informatie

Opleidingsstatuut Voor de gedeeltelijk aan het experiment leeruitkomsten deelnemende deeltijdse bacheloropleiding Chemie van de Hogeschool van Arnhem

Opleidingsstatuut Voor de gedeeltelijk aan het experiment leeruitkomsten deelnemende deeltijdse bacheloropleiding Chemie van de Hogeschool van Arnhem Opleidingsstatuut Voor de gedeeltelijk aan het experiment leeruitkomsten deelnemende deeltijdse bacheloropleiding Chemie van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Studiejaar 2016-2017 1 2016-2017 Inhoud

Nadere informatie

Minor Toegepaste Psychologie

Minor Toegepaste Psychologie Minor Toegepaste Psychologie 1 Inleiding Waarom houden mensen zich niet aan dieetvoorschriften? Hoe kan ik ze dan stimuleren om dat wel te doen? Hoe kan ik teamsporters leren om beter om te gaan met zelfkritiek?

Nadere informatie

ten behoeve van het beoordelingsportfolio Startbekwaamheid Hoofdfase 3, ALO

ten behoeve van het beoordelingsportfolio Startbekwaamheid Hoofdfase 3, ALO Zelfevaluatie ten behoeve van het beoordelingsportfolio Startbekwaamheid Hoofdfase 3, AL pleiding Academie voor Lichamelijke pvoeding Februari 2013 Zelfevaluatie ten behoeve van het beoordelingsportfolio

Nadere informatie

Deze versie treedt in werking op 1 september 2016 en vervangt alle voorgaande versies.

Deze versie treedt in werking op 1 september 2016 en vervangt alle voorgaande versies. III FACULTEIT COMMUNICATIE EN JOURNALISTIEK Vastgesteld door de faculteitsdirectie op 14 maart 2016. Instemming van de facultaire medezeggenschapsraad op 4 juli 2016. Deze versie treedt in werking op 1

Nadere informatie

PVA Jaar 2. Stefan Timmer S1001410 Klas: CE 2b

PVA Jaar 2. Stefan Timmer S1001410 Klas: CE 2b PVA Jaar 2 Stefan Timmer S1001410 Klas: CE 2b Inhoudsopgave blz. Voorblad - Inhoudsopgave 2 Plan van aanpak tweede jaar 3-4 Bijlage 1: Algemene domeincompetenties 5-6 (wat heb ik geleerd) Bijlage 2: Belangrijkste

Nadere informatie

TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE Praktijk 8 Deeltijd

TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE Praktijk 8 Deeltijd TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE Praktijk 8 Deeltijd Titel vak: Praktijk 8 Kwartaal: 4 Voltijd/deeltijd: Deeltijd Studiejaar: 2 Datum versie: April 2013 ECTS: 5 Assessoren: Vakcoördinator: Caroline Zijlstra, Chris

Nadere informatie

Wendbaar en waarde(n)vol onderwijs!

Wendbaar en waarde(n)vol onderwijs! Wendbaar en waarde(n)vol onderwijs! In ons onderwijs staat de mens centraal, of het nu gaat om studenten of medewerkers, om ouders of werknemers uit het bedrijfsleven, jongeren of volwassenen. Wij zijn

Nadere informatie

Context. Instroom. 1 Een herkenbare leef- en werkomgeving. 2 Een herkenbare leef- en werkomgeving. 3 Een herkenbare, wisselende leef- en werkomgeving.

Context. Instroom. 1 Een herkenbare leef- en werkomgeving. 2 Een herkenbare leef- en werkomgeving. 3 Een herkenbare, wisselende leef- en werkomgeving. Context Een bekende, stabiele leef- en leeromgeving. 1 Een herkenbare leef- en werkomgeving. 2 Een herkenbare leef- en werkomgeving. 3 Een herkenbare, wisselende leef- en werkomgeving. 4 Een herkenbare,

Nadere informatie

COMPETENTIEPROFIEL ONDERSTEUNER PASSEND ONDERWIJS. Resultaatgebieden 1. Ondersteuning en advisering aan IB en leraren

COMPETENTIEPROFIEL ONDERSTEUNER PASSEND ONDERWIJS. Resultaatgebieden 1. Ondersteuning en advisering aan IB en leraren COMPETENTIEPROFIEL ONDERSTEUNER PASSEND ONDERWIJS De ondersteuner passend onderwijs is werkzaam in een team van professionals dat wordt aangestuurd door een ondersteuningsmanager. De ondersteuner passend

Nadere informatie

Rapport Docent i360. Test Kandidaat

Rapport Docent i360. Test Kandidaat Rapport Docent i360 Naam Test Kandidaat Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Sterkte/zwakte-analyse 3. Feedback open vragen 4. Overzicht competenties 5. Persoonlijk ontwikkelingsplan Inleiding Voor u ligt het

Nadere informatie

Functieprofiel: Adviseur Functiecode: 0303

Functieprofiel: Adviseur Functiecode: 0303 Functieprofiel: Adviseur Functiecode: 0303 Doel (Mede)zorgdragen voor de vormgeving en door het geven van adviezen bijdragen aan de uitvoering van het beleid binnen de Hogeschool Utrecht kaders en de ter

Nadere informatie

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ROEMEENSE TAAL EN CULTUUR

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ROEMEENSE TAAL EN CULTUUR DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ROEMEENSE TAAL EN CULTUUR 2015-2016 Deel B: opleidingsspecifiek deel 1. Algemene bepalingen Artikel 1.1 Begripsbepalingen Artikel 1.2

Nadere informatie

FUNCTIEBESCHRIJVING Medior adviseur Expertisecentrum

FUNCTIEBESCHRIJVING Medior adviseur Expertisecentrum FUNCTIEBESCHRIJVING Medior adviseur Expertisecentrum Algemene informatie Organisatie: MEE Gelderse Poort Afdeling: Primair Proces Functiebenaming: Medior Adviseur Expertisecentrum Datum: 17 juni 2016 Functiegroep:

Nadere informatie

Werkproces 1: Interpersoonlijk competent: De leerkracht is zich bewust van zijn houding en gedrag en de invloed daarvan op de groep.

Werkproces 1: Interpersoonlijk competent: De leerkracht is zich bewust van zijn houding en gedrag en de invloed daarvan op de groep. Werkproces 1: Interpersoonlijk competent: De leerkracht is zich bewust van zijn houding en gedrag en de invloed daarvan op de groep. Competentie 1.1: Stimuleert een respectvolle omgang binnen de groep.

Nadere informatie

Bijlage A Competenties van de opleiding

Bijlage A Competenties van de opleiding Bijlage A Competenties van de opleiding A.1 Curriculum opleiding Werktuigbouwkunde Bouwstenen Stenden Hogeschool heeft de strategische keuze gemaakt om al haar opleidingen op te bouwen met behulp van (deels

Nadere informatie

Het adviseren over, ontwikkelen, uitvoeren of handhaven van beleidsterreinen en beleidsprocessen.

Het adviseren over, ontwikkelen, uitvoeren of handhaven van beleidsterreinen en beleidsprocessen. Functiebeschrijving Functienaam Adviseur IV Normfunctienaam Adviseur IV Code Peildatum N03.01.08 1-1-2013 Functiereeks Beleid Het adviseren over, ontwikkelen, uitvoeren of handhaven van beleidsterreinen

Nadere informatie

Leraar voortgezet onderwijs

Leraar voortgezet onderwijs Sport en Bewegen HAN Leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Lichamelijke Opvoeding Inrichtingsvorm voltijd Opleidingsstatuut voor de bacheloropleiding Studiejaar 2016-2017 1 2 Sport en Bewegen

Nadere informatie

Post HBO opleiding Management in Zorg en Welzijn

Post HBO opleiding Management in Zorg en Welzijn Zorg en Welzijn Algemeen De post-hbo opleiding Management in Zorg en Welzijn is een opleiding van 1,5 jaar voor mensen met een afgeronde hbo-opleiding die werkzaam zijn in de sector zorg en welzijn en

Nadere informatie

Academie voor Talent en Leiderschap Veiligheidsregio s. Leiderschapsprofiel strategisch leidinggevende

Academie voor Talent en Leiderschap Veiligheidsregio s. Leiderschapsprofiel strategisch leidinggevende Leiderschapsprofiel strategisch leidinggevende Leidinggevende*: er zijn 6 hoofdrollen geïdentificeerd voor de leidinggevende en 3 niveaus van leiderschap, te weten strategisch, tactisch en operationeel.

Nadere informatie

Sport, Gezondheid en Management

Sport, Gezondheid en Management Opleidingsstatuut voor de bacheloropleiding Sport, Gezondheid en Management Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Sport en Bewegen studiejaar 2014-2015 Inhoud Deel 1: Onderwijs aan de HAN 5 Algemene bepalingen

Nadere informatie

Keuzedeel mbo. Zorg en technologie. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0137

Keuzedeel mbo. Zorg en technologie. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0137 Keuzedeel mbo Zorg en technologie gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo Code K0137 Penvoerder: Sectorkamer zorg, welzijn en sport Gevalideerd door: Sectorkamer Zorg, welzijn en sport Op: 26-11-2015

Nadere informatie

Leraar basisonderwijs LB

Leraar basisonderwijs LB Leraar basisonderwijs LB Functiewaardering: 43343 43333 43 33 Salarisschaal: LB Werkterrein: Onderwijsproces -> Leraren Activiteiten: Beleids- en bedrijfsvoeringsondersteunende werkzaamheden, overdragen

Nadere informatie

Stagebekwaamheidsgesprek Hoofdfase 1 Feedbackformulier

Stagebekwaamheidsgesprek Hoofdfase 1 Feedbackformulier Naam student: Studentnummer: Stagebekwaamheidsgesprek Hoofdfase 1 Feedbackformulier Bram Boonen Ellen Koop Datum 25 april 2013 Aanbieding Productcriteria Vormvereisten 1e aanbieding Assessmentdossier Het

Nadere informatie

Bijlage BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG

Bijlage BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG Bijlage BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG Naam deelnemer: Gabriëlle Copini Beoordelaar: Matt Huntjens ROC/AOC: Friesland College Paraaf beoordelaar: Eindproduct (aankruisen) in beeld/lesgeven op pad/excursie

Nadere informatie

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) Masteropleiding Leraar Engels. Studiejaar

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) Masteropleiding Leraar Engels. Studiejaar Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) Masteropleiding Leraar Engels Deeltijd Studiejaar 2018-2019 Citeertitel Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) Masteropleiding Leraar Engels Deeltijd Datum

Nadere informatie

FUWA-VO Voorbeeldfunctie docent LD Type 1

FUWA-VO Voorbeeldfunctie docent LD Type 1 FUWA-VO Voorbeeldfunctie docent LD Type 1 Functie-informatie Functienaam Docent LD Type 1 Salarisschaal 12 Functiebeschrijving Context De werkzaamheden worden uitgevoerd binnen een instelling voor voortgezet

Nadere informatie

FUNCTIEFAMILIE 1.2 Klantenadviserend (externe klanten)

FUNCTIEFAMILIE 1.2 Klantenadviserend (externe klanten) Doel van de functiefamilie Vanuit een specialisatie professioneel advies of begeleiding geven aan externe klanten deze klanten oplossingen aan te reiken of maximaal te ondersteunen in het vinden van een

Nadere informatie

Beroepsproduct (aankruisen) Datum: UITSTEKEND GOED x VOLDOENDE NOG NIET VOLDOENDE

Beroepsproduct (aankruisen) Datum: UITSTEKEND GOED x VOLDOENDE NOG NIET VOLDOENDE BIJLAGE D: SFORMULIEREN BEROEPSPRODUCTEN Bij de beroepsproducten wordt steeds een variant op onderstaand formulier gebruikt. De nadere invulling van de variant is afhankelijk van de geselecteerde criteria

Nadere informatie

EVC-Beroeps-Overstijgende-Competentiestandaard niveau 1

EVC-Beroeps-Overstijgende-Competentiestandaard niveau 1 EVC-Beroeps-Overstijgende-Competentiestandaard niveau 1 Context: Een herkenbare leef- en werkomgeving Bezit basale/algemene kennis van eenvoudige feiten en ideeën gerelateerd aan een beroep of kennisdomein.

Nadere informatie

LEERCOACH IN DE NETWERKSCHOOL. Verantwoordelijkheden

LEERCOACH IN DE NETWERKSCHOOL. Verantwoordelijkheden Leercoaches begeleiden studenten in hun leertraject, studievoortgang en ieontwikkeling binnen de Netwerkschool ROC Nijmegen. Deze notitie uit 2013 beschrijft de verantwoordelijkheden, bevoegdheden en kerntaken

Nadere informatie

Werken met leeruitkomsten in de Saxion Parttime School

Werken met leeruitkomsten in de Saxion Parttime School Werken met leeruitkomsten in de Saxion Parttime School Dick Sweitser, Vera de Ruiter en Paul Schunselaar Kom verder. Saxion. 23 maart 2016 Werken met leeruitkomsten.. Waarmee.. Aansluiten bij de ontwikkel-/

Nadere informatie

Sport & Economie. Bedrijfseconomie. Voltijd

Sport & Economie. Bedrijfseconomie. Voltijd Sport & Economie Bedrijfseconomie Voltijd Auteurs : Tom Falk Versie : 3.0 Opleiding : SGM / ALO / SBE / externe opleidingen Studiejaar : Hoofdfase 3 Blok : Blok 1 /2 Onderwijseenheid : Bedrijfseconomie

Nadere informatie

Werkdocument 1 Opleidingsconcept

Werkdocument 1 Opleidingsconcept Samenvatting De basis van de samenwerking binnen Samenscholing.nu is de gezamenlijke visie op de eisen waaraan onderwijskrachten in Rotterdam moeten voldoen. De aard van de opleiding is afgestemd op het

Nadere informatie

FUNCTIEBESCHRIJVING Senior adviseur Expertisecentrum

FUNCTIEBESCHRIJVING Senior adviseur Expertisecentrum FUNCTIEBESCHRIJVING Senior adviseur Expertisecentrum Algemene informatie Organisatie: MEE Gelderse Poort Afdeling: Primair Proces Functiebenaming: Senior Adviseur Expertisecentrum Datum: 17 juni 2016 Functiegroep:

Nadere informatie

kempelscan P2-fase Studentversie

kempelscan P2-fase Studentversie kempelscan P2-fase Studentversie Pedagogische competentie Kern 2.1 Pedagogisch competent Pedagogisch handelen Je draagt bij aan een veilige leef- en leeromgeving in de groep O M V G Je bent consistent

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 4 Opleidingsdeel hbo-pedagogiek

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 4 Opleidingsdeel hbo-pedagogiek Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 4 Opleidingsdeel hbo-pedagogiek 2018-2019 Opleidingsdeel voor de bachelor pedagogiek van Driestar hogeschool (onderdeel van Driestar educatief) Onderwijs- en examenregeling

Nadere informatie

Niveaubeschrijvingen NLQF per descriptor met toelichting, versie 23 maart 2017

Niveaubeschrijvingen NLQF per descriptor met toelichting, versie 23 maart 2017 Niveaubeschrijvingen NLQF per descriptor met toelichting, versie 23 maart 2017 Context Descriptor Instroom Een bekende, stabiele leef- en leeromgeving. 1 Een herkenbare leef- en werkomgeving. Tussen niveau

Nadere informatie

ONZE AGENDA OPLEIDEN IN ROTTERDAM VOOR DE WERELD VAN MORGEN STRATEGISCHE AGENDA

ONZE AGENDA OPLEIDEN IN ROTTERDAM VOOR DE WERELD VAN MORGEN STRATEGISCHE AGENDA ONZE AGENDA OPLEIDEN IN ROTTERDAM VOOR DE WERELD VAN MORGEN STRATEGISCHE AGENDA VOORWOORD Hoe leiden we elke student op tot de professional voor de wereld van morgen? Met de blik op 2025 daagt die vraag

Nadere informatie

Begrippenlijst Studentenstatuut (belangrijkste begrippen in alfabetische volgorde) 1

Begrippenlijst Studentenstatuut (belangrijkste begrippen in alfabetische volgorde) 1 Begrippenlijst Studentenstatuut (belangrijkste begrippen in alfabetische volgorde) 1 In het HAN Studentenstatuut en de bijgevoegde reglementen wordt verstaan onder: A B C Ambtelijk secretaris: een medewerker

Nadere informatie

BEKWAAMHEIDSEISEN leraren VO met niveau-indicatoren jaar 3

BEKWAAMHEIDSEISEN leraren VO met niveau-indicatoren jaar 3 BEKWAAMHEIDSEISEN leraren VO met niveau-indicatoren jaar 3 1. INTERPERSOONLIJK COMPETENT De leraar die interpersoonlijk competent is, geeft op een goede manier leiding aan leerlingen (individueel en in

Nadere informatie

Functiebeschrijving Manager Kwaliteitsbeleid

Functiebeschrijving Manager Kwaliteitsbeleid Functiebeschrijving Manager Kwaliteitsbeleid Binnen O2A5 staat een belangrijke verandering voor de deur, namelijk de invoering van zgn. onderwijsteams. Voor een succesvolle implementatie van deze organisatieverandering

Nadere informatie

2. Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken. Oordeel voldoende / onvoldoende * Instelling: Fase: 1 2 3*

2. Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken. Oordeel voldoende / onvoldoende * Instelling: Fase: 1 2 3* Competentiekaart verzorgende IG (de eisen ten aanzien van loopbaan en de burgerschapsdimensies zijn in de kaart verwerkt, behalve de politiek-juridische dimensie die geheel op school wordt behandeld) Competentiekaart

Nadere informatie

Samenvatting aanvraag macrodoelmatigheidstoets associate degree-opleiding Officemanagement

Samenvatting aanvraag macrodoelmatigheidstoets associate degree-opleiding Officemanagement Samenvatting aanvraag macrodoelmatigheidstoets associate degree-opleiding Officemanagement Saxion. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd

Nadere informatie

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Supplement l. Functie instructeur Functie zoals genoemd in artikel 2 lid 1 sub l Besluit personeel veiligheidsregio s 1.1 Algemene

Nadere informatie

A. Nadere facultaire invulling van onderstaande artikelen uit de HU-OER 2015-2016

A. Nadere facultaire invulling van onderstaande artikelen uit de HU-OER 2015-2016 10 FACULTAIRE OER: FACULTEIT COMMUNICATIE EN JOURNALISTIEK Vastgesteld door de faculteitsdirecteur op 2 maart 2015 Met nstemming van de facultaire medezeggenschapsraad A. Nadere facultaire invulling van

Nadere informatie

Zorginnovaties en technologie

Zorginnovaties en technologie Keuzedeel mbo Zorginnovaties en technologie gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo Code K0138 Penvoerder: Sectorkamer zorg, welzijn en sport Gevalideerd door: Sectorkamer Zorg, welzijn en sport

Nadere informatie

VISIE OP ONDERWIJS. Associate degrees voltijd

VISIE OP ONDERWIJS. Associate degrees voltijd VISIE OP ONDERWIJS Associate degrees voltijd Voor u ligt de Visie op Onderwijs voor de Associate degree-opleidingen. Deze visie is tot stand gekomen met de partners in het mbo en het hbo in de regio. In

Nadere informatie

Experimenteren met flexibiliseren

Experimenteren met flexibiliseren Experimenteren met flexibiliseren HORDELOPEN 8 november 2018 Marlies van Winkelhof Meike Moonen Het vaste onderwijsprogramma loslaten en leerroutes bieden die écht op maat van de student zijn? FLEXIBILISEREN

Nadere informatie

Competentiegericht Onderwijs

Competentiegericht Onderwijs Competentiegericht Onderwijs Verband tussen economische groei en innovatie van een land en het competentiebeleid en levenslang leren van een land Vlaanderen > koppeling kan beter en proactiever Hefboom

Nadere informatie