Machtigingsaanvraag waterlopen

Transcriptie

1 Infrastructuurwerken Linkeroever Identificatie Document THV ATLAS OWV4-ATL-RAP-004-VG-Machtigingsaanvraag waterlopen-3-ggb BAM NV

2 OWV4-ATL-RAP-004-VG--3-GGB Inhoudsopgave 1 Inleiding Doel van dit document Leeswijzer Referenties Uittreksel atlas der waterlopen Beschrijvende nota machtigingsaanvraag Palingbeek Basisgegevens Beschrijvende nota Vlietbosbeek Basisgegevens Beschrijvende nota Karperreed Basisgegevens Beschrijvende nota Slijkhoekbeek Basisgegevens Beschrijvende nota Laarbeek Basisgegevens Beschrijvende nota Kleine Kerkenkauterbeek en afwaartse niet-geklasseerde waterloop Basisgegevens Beschrijvende nota Verbinding Rot/Middenvijver Palingbeek Basisgegevens Nieuwe verbinding Rot/Middenvijver - Palingbeek BIJLAGE I Waterlopenkaart Provincie Antwerpen dienst waterbeleid BIJLAGE II Plannen machtigingsaanvraag BIJLAGE III Rioleringsplannen /34

3 1 Inleiding InfrastructuurwerkenLinkeroever OWV4-ATL-RAP-004-VG--3-GGB Voor de uitvoering van de infrastructuurwerken Linkeroever, dienen ook enkele aanpassingen doorgevoerd te worden aan bestaande waterlopen. Voor de uitvoering van deze aanpassingen dient een machtiging voor de werken aan de waterlopen aangevraagd te worden. Deze machtiging voor werken aan de waterlopen wordt aan de aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning gekoppeld. 1.1 Doel van dit document Het doel van deze nota is om de geplande werken aan de verschillende waterlopen in het projectgebied te beschrijven en te verantwoorden, met oog op het verkrijgen van een machtiging van de beheerder van de waterlopen. 1.2 Leeswijzer In deze nota is in hoofdstuk 2 een verklaring in verband met het uittreksel uit de atlas der waterlopen toegevoegd. In hoofdstuk 3 worden de waterlopen die aangepast dienen te worden, beschreven en worden de nodige aanpassingen beschreven en verantwoord. 1.3 Referenties De gehanteerde referenties in deze rapportage zijn uiteengezet in tabel 1. Ref.nr Doc.code Doc.titel Revisie Datum Ref. 1 Vademecum Natuurtechniek Inrichting Maart 1994 en beheer van waterlopen Tabel 1. Referenties 3/34

4 2 Uittreksel atlas der waterlopen InfrastructuurwerkenLinkeroever OWV4-ATL-RAP-004-VG--3-GGB Op een overleg met de Provincie Antwerpen dienst waterbeleid werd meegedeeld dat er regelmatig verwarring is over de benaming van waterlopen: verschillende partijen gebruiken een andere basis. Daarnaast is de officiële atlas der waterlopen niet volledig geactualiseerd. Niet alle recente wijzigingen zijn opgenomen. De Provincie Antwerpen dienst waterbeleid geeft mee dat deze wijzigingen pas doorgevoerd zullen worden na de werken van de Infrastructuurwerken Linkeroever. Bijgevolg werd afgesproken dat er geen uittreksel van de atlas der waterlopen bij deze machtigingsaanvraag toegevoegd moet worden. De Provincie Antwerpen dienst waterbeleid heeft een waterlopenkaart doorgegeven. Er werd afgesproken dat deze waterlopenkaart bij de opmaak van ontwerp- en vergunningsplannen gebruikt zal worden als basis voor de benoeming van de waterlopen. Deze kaart is toegevoegd in BIJLAGE I. De bestaande toestand van de waterlopen is ook weergegeven op het inplantingsplan met kenmerk OWL1-ATL- TEK-401 (plan 317/374). 4/34

5 OWV4-ATL-RAP-004-VG--3-GGB 3 Beschrijvende nota machtigingsaanvraag Volgende geplande werken aan de bestaande waterlopen worden vervolgens beschreven: Palingbeek: ο Deel van Palingbeek herprofileren ο Deel van Palingbeek verleggen ο Lozingen op Palingbeek ο Nieuwe ecoduiker voorzien tussen Palingbeek en Karperreed onder Canadastraat Vlietbosbeek: ο Deel van Vlietbosbeek verleggen ο Nieuwe ecoduiker in Vlietbosbeek onder E34 Karperreed: ο Deel van Karperreed verleggen ο Nieuwe ecoduiker voorzien onder Keetberglaan ο Lozingen op Karperreed Slijkhoekbeek: ο Verleggen van deel van Slijkhoekbeek ο Lozingen op Slijkhoekbeek Laarbeek: ο Nieuwe ecoduiker onder E17 ο Lozingen op Laarbeek Kleine Kerkenkauterbeek en afwaartse niet-geklasseerde waterloop ο Deel van Kleine Kerkenkauterbeek afschaffen ο Verleggen van niet-geklasseerde waterloop Verbinding Rot/Middenvijver Palingbeek: ο Verleggen verbinding Rot/Middenvijver Palingbeek Bovenstaande geplande werken zijn eveneens aangeduid op de machtigingsplannen OWL1-ATL-TEK-540 t.e.m. 555 (zie plannen 329/347 t.e.m. 347/347) 5/34

6 OWV4-ATL-RAP-004-VG--3-GGB 3.1 Palingbeek Basisgegevens Volgende identificatiegegevens zijn opgehaald van het portaal Geopunt Vlaanderen: Palingbeek: ο Gewestcode (VHA-waterloop): 3129 ο Registratiecode, provinciaal nummer: A.S.05 ο Categorie: geklasseerd, tweede categorie ο Beheerder: Provincie Antwerpen De Palingbeek ontspringt in bestaande toestand aan de noordoostrand van Zwijndrecht en stroomt langs het Vlietbos en de E34, om t.h.v. het Sint-Annabos en de Blokkersdijk uit te monden in de Schelde. Het beperkend dwarsprofiel van de Palingbeek in bestaande toestand wordt geschetst in Figuur 1. Ter volledigheid bedraagt het beperkend dwarsprofiel voor deze zone 15 m2 met een minimale bovenbreedte van +/- 9 m. Figuur 1. Beperkend dwarsprofiel Palingbeek - bestaande toestand Beschrijvende nota Herprofileren deel Palingbeek Omwille van de interactie met de geplande infrastructuurwerken Linkeroever dient de Palingbeek ook heringericht te worden. Het deel van de Palingbeek dat langs Blokkersdijk stroomt wordt enkel aan de rechteroever (zuidelijke oever) geherprofileerd. De zone die geherprofileerd wordt, wordt aangeduid op Figuur 2. 6/34

7 OWV4-ATL-RAP-004-VG--3-GGB Figuur 2. Aanduiding zone waar Palingbeek geherprofileerd wordt Teneinde het vogelrichtlijnengebied en de broedplaats van de Bruine Kiekendief niet te verstoren wordt ter hoogte van de Blokkersdijk de noordzijde van de Palingbeek (linkeroever) niet geherprofileerd. De herprofilering zal gebeuren door vanuit de as van de waterloop het nieuwe profiel voor de rechteroever uit te zetten. Het oorspronkelijke bodempeil (zonder aanslibbing) en lengteprofiel worden hersteld. Lokaal kan het hierdoor noodzakelijk zijn om de linkeroever aan te passen, echter zonder de bovenzijde van talud aan te passen. De herprofilering wordt als volgt ontworpen: De bodembreedte van de ontworpen toestand wordt t.o.v. de oorspronkelijke toestand hersteld en bedraagt minstens 2,50 m. Aangezien er ter hoogte van de monding in de Schelde gepompt wordt (het pompgemaal tophat wordt behouden zoals in bestaande toestand) en de verhanglijn tot en met de duiker Blokkersdijk bijgevolg door het pompstation bepaald wordt, wordt er geopteerd om het bodempeil over deze zone vlak uit te voeren op 0,20 m TAW. Er wordt gewerkt met een talud van 20/4 (onder de winterwaterlijn) en 12/4 (boven de winterwaterlijn) en een winterbed of plasberm. Het bodempeil van het winterbed wordt net onder het maximaal gemiddelde waterpeil (gegevens opgevraagd bij de Provincie dienst waterbeleid) op 0,60 m TAW voorzien. Het winterbed wordt voorzien met een minimale breedte van 1 m. Door toepassing van een winterbed wordt de erosiekracht van het water opgevangen door de vooroever. Aangezien het laagste maaiveldpeil van het beperkend dwarsprofiel van de bestaande Palingbeek op zo n 2 m TAW gelegen is, wordt de talud aan rechteroever van de Palingbeek in ontwerp voorzien om aan te leggen tot 2 m TAW. Dit houdt in dat de ontworpen Palingbeek een diepte van 1,8 m heeft ten opzicht van bovenkant talud aan rechteroever van Palingbeek (0,4 m tussen bodem en winterbed en 1,4 m tussen 7/34

8 OWV4-ATL-RAP-004-VG--3-GGB winterbed en bovenkant talud). Op deze wijze wordt een overdreven grote kruinbreedte en diepte van de Palingbeek vermeden en blijft ruiming voor onderhoud mogelijk. Langsheen de rechteroever van de Palingbeek wordt een vlakke onderhoudszone van 5 m voorzien. Aangezien de bovenzijde van het talud langsheen de linkeroever behouden blijft, blijft de 5 m-zone die reeds in bestaande toestand aanwezig is, behouden. Voorgaande wordt visueel voorgesteld in Figuur 3. Figuur 3. Dwarssectie ontworpen rechteroever Palingbeek langsheen Blokkersdijk Het dwarsprofiel van de waterloop wordt maximaal ingericht cfr. de NTMB-principes. Uit natuurtechnisch oogpunt zijn taluds van 12/4 aanvaardbaar zonder teenbeschoeiing of taludversterking cfr. Vademecum Natuurtechniek Inrichting en beheer van waterlopen [ref. 1]. Onder de waterlijn is 20/4 aangewezen, zonder teenbeschoeiing of taludversterking. De bodem van de waterloop en de talud onder het winterbed worden niet ingezaaid. Het winterbed wordt eveneens niet ingezaaid maar biedt ruimte voor natuurlijke rietontwikkeling. Het talud boven het winterbed wordt afgewerkt met een laag schrale grond met een dikte van 0,5 m en wordt ingezaaid met een bloemen- en kruidenmengsel om afspoelen van het talud tegen te gaan. Dit wordt weergegeven in Figuur 4. Het typedwarsprofiel van de waterloop is eveneens weergegeven op OWL1-ATL-TEK-427 (plan 345/347). Figuur 4. Dwarsprofiel van Palingbeek met weergave natuurtechnische inrichting Tussen de zuidelijke zijde van Blokkersdijk en de Noordknoop wordt een bufferzone naast de Palingbeek voorzien over een lengte van zo n 240 m. De breedte van de bufferzone bedraagt maximaal 24 m. Deze bufferzone wordt volledig van de Palingbeek gescheiden door een dijk. De 5-m zone aan de zuidelijke zijde van de Palingbeek loopt over deze dijk door. Dit buffervolume is een extra buffervolume ten opzichte van het 8/34

9 OWV4-ATL-RAP-004-VG--3-GGB minimaal te voorzien buffervolume in dit project. Het wordt echter nu reeds gerealiseerd om toekomstige projecten niet te hypothekeren. Tussen de bufferzone en de Palingbeek is een knijpconstructie met overstort (zie Figuur 8) voorzien om beperkte lozing mogelijk te maken Verleggen deel Palingbeek In de zone tussen Blokkersdijk en de Canadastraat valt de nieuwe weginfrastructuur samen met de bestaande Palingbeek. De Palingbeek zal in dit deel verlegd worden in noordelijke richting. Figuur 5. Aanduiding van de zone waar de Palingbeek verlegd wordt Door Provincie Antwerpen dienst waterbeleid wordt een verbinding tussen Palingbeek en Karperreed gevraagd zodat er water kan uitgewisseld worden tussen beide stroomgebieden. De grens tussen Palingbeek en Karperreed komt in de ecoduiker onder de Canadastraat te liggen. Het bodempeil van de Palingbeek komt ter hoogte van de Canadastraat op 1,60 m TAW te liggen. De bodemhelling van de Palingbeek stroomafwaarts van de Canadastraat tot aan Blokkersdijk bedraagt dan 1,25 pro mille. Door de beperkte ruimte en de diep ingesneden waterloop (H = 4 à 5 m) wordt er geopteerd om met taluds (zowel linker- als rechteroever) van 8/4 en een winterbed of plasberm op rechteroever te werken. Een bodembreedte van 2,5 m wordt voorzien. De bodem van het winterbed wordt 0,40 m hoger genomen dan de bodem van de waterloop. Het winterbed kan in droge omstandigheden dienst doen als onderhoudszone. De breedte van de plasberm wordt daarom minimaal 2 m breed genomen. Op de plaatsen waar de beschikbare ruimte het toelaat wordt er alternerend ook een winterbed op linkeroever voorzien. De nieuw ontworpen waterloop krijgt op deze manier een meanderend uitzicht. Voorgaande wordt visueel voorgesteld in Figuur 6. 9/34

10 OWV4-ATL-RAP-004-VG--3-GGB Figuur 6. Ontworpen dwarssectie Palingbeek tussen Canadastraat en Blokkersdijk Het dwarsprofiel van de waterloop wordt maximaal ingericht cfr. de NTMB-principes. Bij een taludhelling van 8/4 is de kans op afschuiven van het talud onder en net boven de waterlijn reëel. Daarom wordt er zowel teenbeschoeiing als taludversterking voorzien. Onderaan de taluds worden schanskorven met een dikte van 30 cm voorzien. Deze schanskorven worden afgedekt met 10 cm gebiedseigen grond. De schanskorven worden tegengehouden door perkoenpalen die aan de voet van de taluds voorzien worden. Ook op het winterbed wordt versterking voorzien in de vorm van zware stortstenen. Deze doen dienst als ondersteuning van de bovenliggende taludhelling van 8/4. De stortstenen worden eveneens afgedekt met 10 cm gebiedseigen grond. De bodem van de waterloop en de talud onder het winterbed worden niet ingezaaid. Het winterbed wordt eveneens niet ingezaaid maar biedt ruimte voor natuurlijke rietontwikkeling. Het talud boven het winterbed wordt afgewerkt met een laag schrale grond met een dikte van 0,4 m en wordt ingezaaid met een bloemen- en kruidenmengsel om afspoelen van het talud tegen te gaan. Dit wordt weergegeven in Figuur 7. Het typedwarsprofiel van de waterloop is eveneens weergegeven op OWL1-ATL-TEK-427 (plan 345/347). Figuur 7. Dwarsdoorsnede Palingbeek met natuurtechnische inrichting Lozingen op de Palingbeek In het volledige project Infrastructuurwerken Linkeroever worden bufferbekkens voorzien om te voldoen aan de opgelegde buffervoorwaarden. Afwaarts van de bufferbekkens wordt steeds een knijpconstructie met overstort voorzien om te voldoen aan de opgelegde voorwaarden betreffende beperkte lozing. Afwaarts van deze knijpconstructie wordt een lozingsconstructie voorzien waarlangs het hemelwater kan lozen in de waterloop. Op de Palingbeek worden drie zulke nieuwe lozingspunten voorzien: Een eerste lozingspunt wordt voorzien ten oosten van de Canadastraat 10/34

11 OWV4-ATL-RAP-004-VG--3-GGB Een tweede lozingspunt wordt 350 m ten westen van de aansluiting van de Vlietbosbeek op de Palingbeek voorzien Een derde lozingspunt wordt voorzien ter hoogte van Knoop Noord. Een doorsnede van deze lozingsconstructie is weergegeven in Figuur 8. OS-peil: 1,10 Knijpopening: 200mm Bufferbekken Palingbeek Figuur 8. Dwarsdoorsnede van verbinding tussen bufferzone en Palingbeek, met knijpopening en overstort De bestaande duikers onder de E34 (verbindingen langsgrachten Smoutpot op Palingbeek) worden in de nieuwe situatie op dezelfde locatie voorzien. In bestaande toestand loost de riolering van de Charles De Costerlaan in de Palingbeek, ter hoogte van de zuidoostelijke hoek van Blokkersdijk. Deze lozing wordt iets meer verlegd in oostelijke richting in ontworpen toestand, zie Figuur 9. Figuur 9. Weergave van verbinding Middenvijver - Palingbeek onder de Charles De Costerlaan 11/34

12 OWV4-ATL-RAP-004-VG--3-GGB Overwelvingen op de Palingbeek In de Palingbeek wordt één overwelving voorzien onder de Canadastraat. Deze vormt de verbinding tussen Palingbeek en Karperreed. De nieuwe verbinding tussen de Palingbeek en Karperreed dwarst de Canadastraat. Ter hoogte van deze dwarsing wordt een ecotunnel voorzien met een droge zone langsheen de waterloop. Het bodemprofiel en het winterbed (aan de noordelijke zijde van de ecotunnel) van de Palingbeek / Karperreed lopen door in de ecoduiker. Het winterbed kan dienst doen als ecopassage voor fauna. Er wordt geen hogere ecopassage voorzien, aangezien deze ecoduiker op het hoogste punt van de Palingbeek en Karperreed gelegen is. De vloerplaat van de ecoduiker wordt 1,4 m lager voorzien dan het bodempeil van de waterloop in de ecoduiker. Dit biedt de mogelijkheid om in een latere fase aanpassingen aan de Palingbeek en Karperreed mogelijk te maken. Om de ecopassage toegankelijk te maken voor fauna, worden hellingen voorzien (helling 12/4) vanaf maaiveld tot aan de ecopassage. Dit is weergegeven op Figuur 11. De doorsnedes van de ecoduikers zijn eveneens weergegeven op het plan met kenmerk OWL1-ATL-TEK-429 (347/347). Het profiel van de waterloop wordt verwezenlijkt door schanskorven. De oevers en de ecopassage in de ecotunnel worden afgewerkt met schanskorven, bedekt met teelaarde en wortelstronken. Figuur 10. Dwarsdoorsnede ecotunnel verbinding Palingbeek Karperreed onder Canadastraat (kunstwerk 28) 12/34

13 OWV4-ATL-RAP-004-VG--3-GGB Figuur 11. Grondplan ecotunnel onder Canadastraat (kunstwerk 28) 13/34

14 OWV4-ATL-RAP-004-VG--3-GGB 3.2 Vlietbosbeek Basisgegevens Volgende identificatiegegevens zijn opgehaald van het portaal Geopunt Vlaanderen: Vlietbosbeek: ο Gewestcode (VHA-waterloop): ο Registratiecode, provinciaal nummer: A.S.05.1 ο Categorie: geklasseerd, tweede categorie ο Beheerder: Provincie Antwerpen In bestaande toestand dwarst de Vlietbosbeek de E34 door middel van een koker. De koker die de E34 dwarst heeft een breedte van 1,2 m en een hoogte van 1,4 m. Opwaarts van de koker die de E34 dwarst is de Vlietbosbeek ingebuisd met een koker met breedte 0,8 m en een hoogte van 1,2 m. Opwaarts van deze koker is de Vlietbosbeek een open waterloop met een bodembreedte van 1,7 m en taludhellingen van zo n 5/4. De zone van de Vlietbosbeek die binnen het projectgebied valt wordt aangegeven op Figuur 12. Figuur 12. Aanduiding zone aanpassingen Vlietbosbeek Beschrijvende nota Verleggen deel Vlietbosbeek In ontworpen toestand wordt de Vlietbosbeek over een beperkte lengte (150 m) verlegd en wordt de bestaande inbuizing vervangen door een waterloop in open loop. De doorsteek onder de E34 en het aansluitpunt op de Palingbeek worden verschoven in westelijke richting. Het bestaande bodempeil 1,50 m TAW bepaalt het bodempeil opwaarts van het deel Vlietbosbeek dat vernieuwd wordt. Afwaarts sluit de Vlietbosbeek aan op het bodempeil van de Palingbeek. Het vernieuwde stuk van de Vlietbosbeek heeft een constante langshelling van 8,3 mm/m. 14/34

15 OWV4-ATL-RAP-004-VG--3-GGB De Vlietbosbeek wordt voorzien met taludhellingen van 12/4. Een bodembreedte van 1,7 m wordt voorzien. Een winterbed met een breedte van 2 m wordt voorzien. De bodem van het winterbed wordt 0,40 m hoger genomen dan de bodem van de waterloop. Dit wordt weergegeven op Figuur 13. Figuur 13. Dwarsdoorsnede Vlietbosbeek Het dwarsprofiel van de waterloop wordt maximaal ingericht cfr. de NTMB-principes. Uit natuurtechnisch oogpunt zijn taluds van 12/4 aanvaardbaar cfr. Vademecum Natuurtechniek Inrichting en beheer van waterlopen [ref. 1] zonder teenbeschoeiing of taludversterking om regelmatig onder water te komen. De bodem van de waterloop en de talud onder het winterbed worden niet ingezaaid. Het winterbed wordt eveneens niet ingezaaid maar biedt ruimte voor natuurlijke rietontwikkeling. Het talud boven het winterbed wordt afgewerkt met een laag schrale grond met een dikte van 0,5 m en wordt ingezaaid met een bloemen- en kruidenmengsel om afspoelen van het talud tegen te gaan. Dit wordt weergegeven in Figuur 14. Het typedwarsprofiel van de waterloop is eveneens weergegeven op OWL1-ATL-TEK-427 (plan 345/347). Figuur 14. Dwarsprofiel Vlietbosbeek met aanduiding natuurtechnische inrichting Overwelving op Vlietbosbeek De Vlietbosbeek stroomt in bestaande toestand via een inbuizing onder de E34 door, op de westgrens van het Vliet. Met de heraanleg van de infrastructuur wordt deze verbinding opgewaardeerd tot een volwaardige natte ecologische verbinding (kunstwerk 5). Deze onderdoorgang van de Vlietbosbeek onder de E34 wordt gebouwd als een ecotunnel tussen Blokkersdijk en het Vlietbos. Om de natuurfunctie te kunnen vervullen bestaat de tunnel uit zowel een droge als een natte zone. Het bodemprofiel en het winterbed (op rechteroever van de Vlietbosbeek) van de Vlietbosbeek lopen door in de ecoduiker. Bij lage waterstand kan het winterbed dienst doen als ecopassage voor fauna. Er wordt eveneens nog een hogere ecopassage voorzien, die gebruikt kan worden bij hogere waterstand. Om deze hogere ecopassage toegankelijk te maken voor fauna, worden hellingen voorzien vanaf maaiveld tot aan de hogere ecopassage. Ten noorden van de ecotunnel wordt 15/34

16 OWV4-ATL-RAP-004-VG--3-GGB eveneens een faunabrugje voorzien, zodat fauna de Palingbeek kan oversteken. Dit is weergegeven op Figuur 16. Ter hoogte van de middenbermen tussen de bovenliggende wegen worden openingen met roosters geplaatst, zodat zonlicht in de ecotunnel valt en de totale lengte wordt opgesplitst. De ecotunnel verbreedt aan de afwaartse zijde, zodat een aansluiting op de Palingbeek onder een hoek van 60 mogelijk is. De doorsnedes van de ecoduikers zijn eveneens weergegeven op het plan met kenmerk OWL1-ATL-TEK-429 (347/347). Het profiel van de waterloop wordt verwezenlijkt door schanskorven. De oevers en de ecopassage in de ecotunnel worden afgewerkt met schanskorven, bedekt met teelaarde en wortelstronken. Figuur 15. Dwarsdoorsnede van de ecotunnel Vlietbosbeek Figuur 16. Grondplan ecoduiker Vlietbosbeek 3.3 Karperreed Basisgegevens Volgende identificatiegegevens zijn opgehaald van het portaal Geopunt Vlaanderen: 16/34

17 Karperreed: ο Gewestcode (VHA-waterloop): 3150 ο Registratiecode, provinciaal nummer: A.S.05bis ο Categorie: geklasseerd, tweede categorie ο Beheerder: Polder Land van Waas InfrastructuurwerkenLinkeroever OWV4-ATL-RAP-004-VG--3-GGB De Karperreed stroomt langsheen de noordelijke zijde langsheen de E34 tussen de Canadastraat en de Nieuwe weg. De zone van de Karperreed die gelegen is in het projectgebied is aangeduid op Figuur 17. Figuur 17. Aanduiding van zone werken Karperreed Beschrijvende nota Verleggen deel Karperreed Door Provincie Antwerpen dienst waterbeleid wordt een verbinding tussen Palingbeek en Karperreed gevraagd zodat er water kan uitgewisseld worden tussen beide stroomgebieden. Om deze verbinding mogelijk te maken, dient de Karperreed gedeeltelijk verlegd en geherprofileerd te worden. Ter hoogte van de Canadastraat is het ontworpen bodempeil gelegen op 1,6 m TAW. De bodemhelling van Karperreed van de Canadastraat tot aan de aansluiting op de bestaande toestand ter hoogte van rondpunt Keetberglaan Nieuwe Weg bedraagt 3 pro mille. Zowel voor het verlegde deel van de Palingbeek als voor het verlegde deel van de Karperreed wordt hetzelfde dwarsprofiel aangehouden. Door de beperkte ruimte en de diep ingesneden waterloop (H = 4 à 5 m) wordt er geopteerd om met taluds (zowel linker- als rechteroever) van 8/4 en een winterbed of plasberm op rechter- of linkeroever te werken. Een bodembreedte van 2,5 m wordt voorzien. De bodem van het winterbed wordt 0,40 m hoger genomen dan de bodem van de waterloop. Het winterbed kan in droge omstandigheden dienst doen als onderhoudszone. De breedte van de plasberm wordt daarom minimaal 2 m breed genomen. Voorgaande wordt weergegeven op Figuur 6. Het dwarsprofiel van de waterloop wordt maximaal ingericht cfr. de NTMB-principes. Bij een taludhelling van 8/4 is de kans op afschuiven van het talud onder en net boven de waterlijn reëel. Daarom wordt er zowel 17/34

18 OWV4-ATL-RAP-004-VG--3-GGB teenbeschoeiing als taludversterking voorzien. Onderaan de taluds worden schanskorven met een dikte van 30 cm voorzien. Deze schanskorven worden afgedekt met 10 cm gebiedseigen grond. De schanskorven worden tegengehouden door perkoenpalen die aan de voet van de taluds voorzien worden. Ook op het winterbed wordt versterking voorzien in de vorm van zware stortstenen. Deze doen dienst als ondersteuning van de bovenliggende taludhelling van 8/4. De stortstenen worden eveneens afgedekt met 10 cm gebiedseigen grond. De bodem van de waterloop en de talud onder het winterbed worden niet ingezaaid. Het winterbed wordt eveneens niet ingezaaid maar biedt ruimte voor natuurlijke rietontwikkeling. Het talud boven het winterbed wordt afgewerkt met een laag schrale grond met een dikte van 0,4 m en wordt ingezaaid met een bloemen- en kruidenmengsel om afspoelen van het talud tegen te gaan. Dit wordt weergegeven in Figuur 18. Het typedwarsprofiel van de waterloop is eveneens weergegeven op OWL1-ATL-TEK-427 (plan 354/347). Figuur 18. Dwarsprofiel Karperreed met aanduiding natuurtechnische inrichting Overwelving op Karperreed De Karperreed dwarst de Keetberglaan. Ter hoogte van deze dwarsing wordt een ecotunnel voorzien met een droge zone langsheen de waterloop (kunstwerk 29). Het bodemprofiel en het winterbed (aan de westelijke zijde van de ecotunnel) van Karperreed lopen door in de ecoduiker. Bij lage waterstand kan het winterbed dienst doen als ecopassage voor fauna. Er wordt eveneens nog een hogere ecopassage voorzien, die gebruikt kan worden bij hogere waterstand. De vloerplaat van de ecoduiker wordt 1,4 m lager voorzien dan het bodempeil van de waterloop in de ecoduiker. Dit biedt de mogelijkheid om in een latere fase aanpassingen aan de Karperreed mogelijk te maken. Om deze hogere ecopassage toegankelijk te maken voor fauna, worden hellingen (helling 12/4) voorzien vanaf maaiveld tot aan de hogere ecopassage. De doorsnedes van de ecoduikers zijn eveneens weergegeven op het plan met kenmerk OWL1-ATL-TEK-429 (plan 347/347). Het profiel van de waterloop wordt verwezenlijkt door schanskorven. De oevers en de ecopassage in de ecotunnel worden afgewerkt met schanskorven, bedekt met teelaarde en wortelstronken. 18/34

19 OWV4-ATL-RAP-004-VG--3-GGB Figuur 19. Dwarsdoorsnede ecotunnel Karperreed onder Keetberglaan (Kunstwerk 29) Figuur 20. Grondplan kunstwerk 29 (ecotunnel onder Keetberglaan) Lozingen op Karperreed De afwatering van de Canadastraat en de Keetberglaan (delen binnen het projectgebied) wordt rechtstreeks op de Karperreed aangesloten, zoals in bestaande toestand ook het geval is. De vernieuwde verharde oppervlakte is te klein om op een realistische manier te kunnen bufferen en af te knijpen. Er wordt geen olie-afscheider of zandvang voorzien aangezien dit om lokale wegenis gaat. 19/34

20 OWV4-ATL-RAP-004-VG--3-GGB 3.4 Slijkhoekbeek Basisgegevens Volgende identificatiegegevens zijn opgehaald van het portaal Geopunt Vlaanderen: Slijkhoekbeek: ο Gewestcode (VHA-waterloop): ο Registratiecode, provinciaal nummer: A.S ο Categorie: geklasseerd, tweede categorie ο Beheerder: Provincie Antwerpen In bestaande toestand dwarst de Slijkhoekbeek de E17 ter hoogte van de Pastoor Coplaan en mondt deze uit in de Burchtse Scheibeek. Deze stroomt vervolgens tussen de woonkern van Zwijndrecht en de bedrijventerreinen Westpoort, VAB en Alpha Campus. Provincie Antwerpen dienst waterbeleid deelt mee dat deze waterloop heel gevoelig is voor wateroverlast. Op deze plaats worden bijgevolg ook strengere bufferen lozingsvoorwaarden opgelegd. De zone van de Slijkhoekbeek waar aanpassingen voorzien worden in het projectgebied is aangeduid op Figuur 21. Figuur 21. Aanduiding zone aanpassingen Slijkhoekbeek 20/34

21 OWV4-ATL-RAP-004-VG--3-GGB Beschrijvende nota Verleggen deel Slijkhoekbeek Omwille van de gekende wateroverlast (Heidam Zwijndrecht) wordt, in overleg met de beheerder van de waterloop (Provincie Antwerpen - dienst waterbeleid) een bypass voorzien tussen de Slijkhoekbeek en de Laarbeek, aan de zuidzijde van de E17. Op deze manier wordt de Burchtse Scheibeek ontlast. Na bijkomend overleg met de beheerder van de waterloop werd afgesproken dat de bestaande dwarsing van de Slijkhoekbeek onder de E17 niet opnieuw in gebruik genomen mag worden, waardoor de Slijkhoekbeek volledig van de Burchtse Scheibeek afgekoppeld wordt. De Slijkhoekbeek wordt bijgevolg gedeeltelijk verlegd en zal volledig afwateren richting Laarbeek via de bypass. Het nut van de duiker onder E17 komt te vervallen en de duiker zal opgevuld worden. De bestaande koker van de Slijkhoekbeek onder de bestaande afrit van de E17 naar de Pastoor Coplaan komende van Gent blijft behouden. Net afwaarts van deze koker wordt een stuk van zo n 110 m lengte open waterloop voorzien (verlegd ten opzichte van bestaande waterloop, gezien de bestaande waterloop gedempt moet worden voor de aanleg van de nieuwe afrit komende uit Gent). Het stuk open waterloop (110 m lengte) wordt voorzien met een bodembreedte van 80 cm en met taludhellingen van 8/4. De diepte van de waterloop bedraagt zo n 2,0 m. Het toegepaste dwarsprofiel wordt weergegeven in Figuur 22. Er is aan de linkerzijde van de waterloop voldoende breedte beschikbaar als ruimingszone. Ook aan de rechterzijde is er nog ruimte beschikbaar als ruimingszone, enkel niet ter hoogte van de hoek van het voetbalveld. Figuur 22. Ontworpen dwarssectie open gedeelte verlegde Slijkhoekbeek Figuur 23. Grondplan van aangepaste ligging Slijkhoekbeek 21/34

22 OWV4-ATL-RAP-004-VG--3-GGB Afwaarts van het stuk open waterloop dat voorzien wordt, wordt een inbuizing van de Slijkhoekbeek voorzien tot aan het lozingspunt in de Laarbeek. Deze inbuizing is noodzakelijk omwille van ruimtegebrek om een open waterloop met voldoende flauwe taludhellingen te voorzien. Het ruimtegebrek wordt veroorzaakt door de opgelegde GRUP-grens, het nieuwe wegontwerp, bestaande Fluxysleidingen die in de zone tussen het nieuwe wegontwerp en de GRUP-grens gelegen zijn en het stijgend maaiveld richting Laarbeek. De diameter van de inbuizing loopt op van diameter 800 m tot mm aan het lozingspunt. De inbuizing van de Slijkhoekbeek loost uiteindelijk in de Laarbeek (L-vormige uitstroomconstructie onder 60 op de as van de Laarbeek). Het dwarsprofiel van het stuk open waterloop wordt maximaal ingericht cfr. de NTMB-principes. Bij een taludhelling van 8/4 is de kans op afschuiven van het talud onder en net boven de waterlijn reëel. Bijgevolg wordt zowel teenbeschoeiing als taludversterking voorzien worden. Onderaan de taluds worden schanskorven met een dikte van 30 cm voorzien. Deze schanskorven worden afgedekt met 10 cm gebiedseigen grond. De schanskorven worden tegengehouden door perkoenpalen die aan de voet van de taluds voorzien worden. De bodem van de waterloop en de talud onder de waterlijn worden niet ingezaaid. Het talud boven het winterbed wordt afgewerkt met een laag schrale grond met een dikte van 0,4 m en wordt ingezaaid met een bloemen- en kruidenmengsel om afspoelen van het talud tegen te gaan. Dit wordt weergegeven in Figuur 24. Het typedwarsprofiel van de waterloop is eveneens weergegeven op OWL1-ATL-TEK-427 (plan 345/347). Figuur 24. Dwarsprofiel open stuk Slijkhoekbeek met aanduiding natuurtechnische inrichting Lozing op Slijkhoekbeek In het volledige project Infrastructuurwerken Linkeroever worden bufferbekkens voorzien om te voldoen aan de opgelegde buffervoorwaarden. Afwaarts van de bufferbekkens wordt steeds een knijpconstructie met overstort voorzien om te voldoen aan de opgelegde voorwaarden betreffende beperkte lozing. Afwaarts van deze knijpconstructie wordt een lozingsconstructie voorzien waarlangs het hemelwater kan lozen in de waterloop. Op de Slijkhoekbeek worden twee zulke nieuwe lozingspunten voorzien: Een eerste lozingspunt wordt voorzien ter hoogte van de buffergracht/ baangracht langsheen de E17, ter hoogte van de bestaande afrit van het aansluitingscomplex Zwijndrecht, komende van Gent. Dit is het lozingspunt van het nieuwe bufferbekken dat voorzien wordt ter hoogte van het aansluitingscomplex Kruibeke. Een tweede lozingspunt wordt ten oosten van de Pastoor Coplaan voorzien. Dit is het lozingspunt van het bufferbekken dat in de verbindingslus met de Pastoor Coplaan voorzien wordt. 22/34

23 OWV4-ATL-RAP-004-VG--3-GGB De beide tunnels van de Antwerpsesteenweg (zowel de fietstunnel als de tunnel voor voertuigen) worden aangesloten op de ingebuisde Slijkhoekbeek. Aangezien de nieuwe ingebuisde Slijkhoekbeek op dezelfde locatie komt te liggen als de bestaande riolering van de Antwerpsesteenweg, wordt de bestaande riolering van de Antwerpsesteenweg (deel ten zuiden van de E17, stroomrichting naar het noorden) aangesloten op de ingebuisde Slijkhoekbeek. In bestaande toestand sluit de bestaande riolering van het deel van de Pastoor Coplaan ten zuiden van de E17 aan op de bestaande koker (inbuizing Slijkhoekbeek onder de Pastoor Coplaan). In ontworpen toestand wordt voorzien om deze bestaande koker (inbuizing Slijkhoekbeek onder de Pastoor Coplaan) te verplaatsen in zuidoostelijke richting. De bestaande toekomende riolering van het deel van de Pastoor Coplaan ten zuiden van de E17 wordt in ontworpen toestand opnieuw aangesloten op de verlegde Slijkhoekbeek om de bestaande afwatering in stand te houden. De kolken van de Hoefijzersingel worden rechtstreeks op de ingebuisde Slijkhoekbeek aangesloten. 23/34

24 OWV4-ATL-RAP-004-VG--3-GGB 3.5 Laarbeek Basisgegevens Volgende identificatiegegevens zijn opgehaald van het portaal Geopunt Vlaanderen: Laarbeek: ο Gewestcode (VHA-waterloop): 3746 ο Registratiecode, provinciaal nummer: A.S.07 ο Categorie: geklasseerd, tweede categorie ο Beheerder: Provincie Antwerpen In bestaande toestand stroomt de Laarbeek onder de E17 door ter hoogte van RWZI Burcht. Opwaarts, net ten noorden van de E17, heeft de Laarbeek een bodembreedte van 3 m en taludhellingen van 6/4. Het bestaande bodempeil bedraagt hier 1,1 m TAW. De situatie afwaarts, ten zuiden van de E17, zal aangepast worden door Provincie Antwerpen dienst waterbeleid. Een bodempeil van 0,69 m TAW zal afwaarts van de doorsteek onder de E17 gerealiseerd worden cfr. de ontwerpplannen van het afwaarts project van Provincie Antwerpen. De zone van de Laarbeek waar aanpassingen voorzien worden in het projectgebied is aangeduid op Figuur 25. Figuur 25. Aanduiding aanpassingen Laarbeek 24/34

25 OWV4-ATL-RAP-004-VG--3-GGB Beschrijvende nota Nieuwe ecoduiker onder E17 In het ontwerp wordt op dezelfde locatie als de bestaande koker een nieuwe koker voorzien onder de E17 (kunstwerk K3). Het betreft een eco-fietsverbinding, waardoor zowel een fietspad, de Laarbeek (met ecoverbinding) als een koker voor nutsvoorzieningen lopen. Opwaarts en afwaarts van de nieuwe ecoduiker dient de Laarbeek plaatselijk opnieuw aangewerkt te worden na het plaatsen van de nieuwe ecoduiker. Het bestaande dwarsprofiel van het deel van de Laarbeek opwaarts van de E17 wordt doorgetrokken. Een bodembreedte van 3 m wordt voorzien, evenals taludhellingen van 6/4. In het deel Laarbeek dat vernieuwd wordt, wordt binnen het project een vlak stuk voorzien op de linkeroever met een breedte van minimaal 1m. Deze vlakke stukken vormen het verlengde van de ecopassage die voorzien wordt in de ecoduiker. Voorgaand profiel wordt doorgetrokken in de ecoduiker. Dit wordt weergegeven op Figuur 26. De doorsnedes van de ecoduikers zijn eveneens weergegeven op het plan met kenmerk OWL1-ATL- TEK-428 (plan 346/347). Het profiel van de waterloop wordt verwezenlijkt door schanskorven. De oevers en de ecopassage in de ecotunnel worden afgewerkt met schanskorven, bedekt met teelaarde en wortelstronken. Figuur 26. Weergave Laarbeek in ecoduiker Opwaarts, ten noorden van de E17, wordt het bestaande bodempeil van 1,1 m TAW aangehouden. Afwaarts, ten zuiden van de E17, wordt aangesloten op het voorzien bodempeil van 0,69 m TAW (project Provincie Antwerpen dienst waterbeleid). De Laarbeek heeft zo een maximale langshelling van 2 mm/m in de ecoduiker. 25/34

26 OWV4-ATL-RAP-004-VG--3-GGB Opwaarts en afwaarts van de nieuwe ecoduiker, waar de Laarbeek plaatselijk aangewerkt moet worden aan de nieuwe ecoduiker wordt volgend dwarsprofiel voorzien. Wegens de steile taludhellingen van 6/4 dient teenbeschoeiing en taludversterking voorzien te worden. Als teenbeschoeiing worden perkoenpalen genomen. Deze perkoenpalen steken 50 cm uit boven het bodempeil. Achter de perkoenpalen worden vlechtmatten ontworpen, met daarachter een grindkoffer. Als taludversterking worden schanskorven met een dikte van 30 cm voorzien. Deze schanskorven steunen op de perkoenpalen, en worden afgedekt met 10 cm gebiedseigen grond. Ook op het vlak deel (verlenging ecopassage) wordt versterking voorzien in de vorm van zware stortstenen. Deze doen dienst als ondersteuning van de bovenliggende taludhelling van 6/4. De stortstenen worden eveneens afgedekt met 10 cm gebiedseigen grond. De bodem van de waterloop en de talud onder het vlak gedeelte worden niet ingezaaid. Het vlakke deel wordt eveneens niet ingezaaid. Het talud boven de taludversterking wordt afgewerkt met een laag schrale grond met een dikte van 0,4 m en wordt ingezaaid met een bloemen- en kruidenmengsel om afspoelen van het talud tegen te gaan. Dit wordt weergegeven in Figuur 27. Het typedwarsprofiel van de waterloop is eveneens weergegeven op OWL1-ATL-TEK-427 (plan 345/347). Figuur 27. Dwarsprofiel Laarbeek met aanduiding natuurtechnische inrichting Lozingen op de Laarbeek In het volledige project Infrastructuurwerken Linkeroever worden bufferbekkens voorzien om te voldoen aan de opgelegde buffervoorwaarden. Afwaarts van de bufferbekkens wordt steeds een knijpconstructie met overstort voorzien om te voldoen aan de opgelegde voorwaarden betreffende beperkte lozing. Afwaarts van deze knijpconstructie wordt een lozingsconstructie voorzien waarlangs het hemelwater kan lozen in de waterloop. Op de Laarbeek wordt één zulk nieuwe lozingspunt voorzien: Een eerste lozingspunt wordt voorzien in het midden van de ecoduiker, tussen de verschillende strengen van de E17. Dit is het lozingspunt van het nieuwe bufferbekken dat voorzien wordt in de Zuidknoop. In bestaande toestand vloeit de Slijkhoekbeek in de Burchtse Scheibeek. De Burchtse Scheibeek mondt vervolgens uit in de Laarbeek, opwaarts van de koker onder de E17. Wegens de verlegging van de 26/34

27 OWV4-ATL-RAP-004-VG--3-GGB Slijkhoekbeek (zie hoofdstuk ) wordt dit punt verplaatst en mondt de verlegde Slijkhoekbeek in de nieuwe ontworpen situatie uit net ten zuiden van de ecoduiker van de Laarbeek. Net ten noorden van de ecoduiker onder de E17 lozen de langsgrachten die onderaan de taluds van de omhullende worden voorzien ook in de Slijkhoekbeek. 3.6 Kleine Kerkenkauterbeek en afwaartse niet-geklasseerde waterloop Basisgegevens Volgende identificatiegegevens zijn opgehaald van het portaal Geopunt Vlaanderen: Kleine Kerkenkauterbeek: ο Gewestcode (VHA-waterloop): ο Registratiecode, provinciaal nummer: A.S.05.4 ο Categorie: geklasseerd, tweede categorie ο Beheerder: Provincie Antwerpen In bestaande toestand stroomt de Kleine Kerkenkauterbeek van de Neerstraat naar Bemdt. Deze waterloop loopt even gelijk met Bemdt en sluit vervolgens aan op een niet-geklasseerde waterloop die de E34 dwarst. Deze niet geklasseerde waterloop loost vervolgens op de Karperreed. Dit is weergegeven op Figuur 28. Figuur 28. Tracé Kleine Kerkenkauterbeek Beschrijvende nota Deel van Kleine Kerkenkauterbeek afschaffen Een deel van de ontworpen weginfrastructuur (Kluifrotonde) valt samen met een deel van de Kleine Kerkenkauterbeek. De Kleine Kerkenkauterbeek wordt, op de locatie waar deze gelijk loopt met Bemdt, aangesloten op de nieuwe baangrachten die langsheen de verlegde Smoutpot worden aangelegd. Deze baangrachten staan in verbinding met de Karperreed en Palingbeek via de bestaande doorsteken onder de E34. Deze bestaande doorsteken worden ook in de ontworpen toestand terug aangesloten, om de bestaande afwatering te garanderen. 27/34

28 OWV4-ATL-RAP-004-VG--3-GGB Verleggen van niet-geklasseerde waterloop De niet-geklasseerde waterloop wordt vervangen door de langsgrachten die voorzien worden langsheen Smoutpot. De bestaande dwarsing onder de E34 (verbinding niet-geklasseerde waterloop met de Karperreed) wordt aangesloten op de nieuwe langsgracht langsheen Smoutpot zodat de afwatering naar de Karperreed behouden blijft. 28/34

29 3.7 Verbinding Rot/Middenvijver Palingbeek InfrastructuurwerkenLinkeroever OWV4-ATL-RAP-004-VG--3-GGB Basisgegevens De bestaande verbinding Rot/Middenvijver Palingbeek betreft geen geklasseerde waterloop. In bestaande toestand is de Middenvijver verbonden met de Palingbeek via een leiding diameter 1000 mm die aansluit op een buffergracht, om vervolgens via een doorsteek onder de E34 (koker 2000 mm x 900 mm) te lozen op de Palingbeek. Aan de noordzijde van Middenvijver is reeds een aanzet voorzien voor een toekomstige verbinding naar het Sint-Annabos, onder de Charles De Costerlaan door. Deze verbinding is in bestaande toestand nog niet aanwezig. Dit wordt weergegeven op Figuur 29. Figuur 29. Verbinding Middenvijver - Palingbeek in bestaande toestand. Bestaande verbinding met Palingbeek in rode aanduiding, aanzet voor verdere aansluiting in gele aanduiding Nieuwe verbinding Rot/Middenvijver - Palingbeek Ten gevolge van de geplande infrastructuurwerken kan de bestaande verbinding tussen Middenvijver/Rot Palingbeek (zie Figuur 29) niet behouden blijven. Dit is weergegeven op Figuur /34

30 OWV4-ATL-RAP-004-VG--3-GGB Figuur 30. Aanduiding bestaande verbinding Middenvijver - Palingbeek bij ontwerp scenario aansluiting op de Charles De Costerlaan Bijgevolg dient een nieuwe verbinding voorzien te worden om de waterafvoer van Middenvijver/Rot in stand te houden. Deze verbinding wordt voorzien in het verlengde van de reeds voorziene aanzet in het noorden van Middenvijver. Aangezien de Charles De Costerlaan behouden blijft, dient een inbuizing onder de Charles De Costerlaan voorzien te worden. Deze inbuizing wordt in grondplan schuin onder de Charles De Costerlaan aangelegd. Tussen Middenvijver en de Charles De Costerlaan zijn 2 grote waterleidingen gelegen (diam. 600 mm en diam 700 mm, gietijzer). Op deze leidingen is er ter hoogte van de aanzet reeds een sifonnering uitgevoerd (bovenkant waterleidingen plaatselijk op -0,25 m TAW). De locatie waar de verbinding hier moet komen, is bijgevolg vastgelegd. De bestaande gasleiding diam 250 (Fluxys) die de Charles De Costerlaan dwarst zal buiten dienst genomen worden, waardoor de verbinding die de Charles De Costerlaan dwarst onder een zo klein mogelijk hoek onder de Charles De Costerlaan getrokken kan worden met oog op de afwatering. Deze hoek wordt bepaald door het ontwerp van een open afvoergracht die gerealiseerd zal worden in een eventueel toekomstscenario bij het uitvoeren van een derde Scheldekruising (Oosterweelverbinding). Deze maatregel zorgt er voor dat het ontwerp toekomstvast is, maar heeft wel tot gevolg dat de verbinding de Charles De Costerlaan niet loodrecht dwarst. De inbuizing onder de Charles De Costerlaan wordt vervolgens doorgetrokken tot aan de bestaande zijtak van de Palingbeek waar de overstort van de Aquafin-afvoerleiding in bestaande toestand op loost. Voorgaande wordt voorgesteld op Figuur 31. Het bodempeil van de aanzet die voorzien wordt aan de noordelijke zijde van Middenvijver, is gelegen op 1,1 m TAW. De voorziene aanzet wordt doorgetrokken. De inbuizing tot aan het lozingspunt in de bestaande zijtak van de Palingbeek, waarin de overstort van de Aquafin-leiding in toekomt, wordt ontworpen met een constante langshelling van 2 mm/m. Ter hoogte van het lozingspunt komt de inbuizing toe op een BOK-peil van 0,74 m TAW. Het bestaande bodempeil bedraagt hier 0,12 m TAW. 30/34

31 OWV4-ATL-RAP-004-VG--3-GGB Figuur 31. Weergave nieuwe verbinding Middenvijver/Rot - Palingbeek om afwatering Middenvijver in stand te houden 31/34

32 OWV4-ATL-RAP-004-VG--3-GGB BIJLAGE I Waterlopenkaart Provincie Antwerpen dienst waterbeleid 32/34

33 2 OS b is K a rp e rre ed A.S.05 Palingbeek Kleine A.S.05.2 Rotbeek A.S A.S.05.1 Vli A. Lan S.05.3 gge me t etbosbeek.4 A.S.05 uterbeek nka K e rk e ANTWERPEN ZWIJNDRECHT 07 S. A. BEVEREN 1ste categorie.1 k.1 ee 7 0 b S. oek. A kh ij Sl 2de categorie 3de categorie Niet geklasseerd ek Bevaarbaar be B ar Waterlopen k La A.S.07 Laarbeek ee.1 eib 7.0 h.s Sc A e ts ch r u ee 1Z 1 BV s eld ch e polder Land van Waas Provinciegrens Gemeentegrens m DIENST INTEGRAAL WATERBELEID Departement Leefmilieu Bron data: AGIV en Provincie Antwerpen Waterlopenkaart 16 juli 2015

34 OWV4-ATL-RAP-004-VG--3-GGB BIJLAGE II Plannen machtigingsaanvraag MACHTIGINGSAANVRAAG WATERLOPEN 317 / 347 Overzichtsplan bestaande toestand waterlopen (machtigingsaanvraag) 1/ / 347 Themaplan waterlopen op kadaster 1 1/ / 347 Themaplan waterlopen op kadaster 2 1/ / 347 Themaplan waterlopen op kadaster 3 1/ / 347 Themaplan waterlopen op kadaster 4 1/ / 347 Themaplan waterlopen op stafkaart 1 1/ / 347 Themaplan waterlopen op stafkaart 2 1/ / 347 Themaplan waterlopen op stafkaart 3 1/ / 347 Themaplan waterlopen op stafkaart 4 1/ / 347 Grondplan waterlopen (machtigingsaanvraag) 1 1/ / 347 Grondplan waterlopen (machtigingsaanvraag) 2 1/ / 347 Grondplan waterlopen (machtigingsaanvraag) 3 1/ / 347 Grondplan waterlopen (machtigingsaanvraag) 4, 1/ / 347 Grondplan waterlopen (machtigingsaanvraag) 5 1/ / 347 Grondplan waterlopen (machtigingsaanvraag) 6 1/ / 347 Grondplan waterlopen (machtigingsaanvraag) 7 1/ / 347 Grondplan waterlopen (machtigingsaanvraag) 8 1/ / 347 Grondplan waterlopen (machtigingsaanvraag) 9 1/ / 347 Grondplan waterlopen (machtigingsaanvraag) 10 1/ / 347 Grondplan waterlopen (machtigingsaanvraag) 11 1/ / 347 Grondplan waterlopen (machtigingsaanvraag) 12 1/ / 347 Grondplan waterlopen (machtigingsaanvraag) 13 1/ / 347 Grondplan waterlopen (machtigingsaanvraag) 14 1/ / 347 Grondplan waterlopen (machtigingsaanvraag) 15 1/ / 347 Grondplan waterlopen (machtigingsaanvraag) 16 1/ / 347 Lengteprofiel waterlopen V7P - P6A - F4Z - LA4 1/ / 347 Dwarsprofielen waterlopen / 347 Typedetails waterlopen / 347 Typedwarsprofielen Waterlopen 1/ / 347 Details ecoduiker K3 1/ / 347 Details ecoduikers Vlietbosbeek (K5), Palingbeek (K28) en Karperreed (K29) 1/20 33/34

35 BIJLAGE III Rioleringsplannen InfrastructuurwerkenLinkeroever OWV4-ATL-RAP-004-VG--3-GGB RIOLERING 143 / 347 Zoneringsplan riolering 1/ / 347 Grondplan riolering 1 1/ / 347 Grondplan riolering 2 1/ / 347 Grondplan riolering 3 1/ / 347 Grondplan riolering 4 1/ / 347 Grondplan riolering 5 1/ / 347 Grondplan riolering 6 1/ / 347 Grondplan riolering 7 1/ / 347 Grondplan riolering 8 1/ / 347 Grondplan riolering 8' P&R 153 / 347 Grondplan riolering 9 1/ / 347 Grondplan riolering 10 1/ / 347 Grondplan riolering 11 1/ / 347 Grondplan riolering 12 1/ / 347 Grondplan riolering 13 1/ / 347 Grondplan riolering 14 1/ / 347 Grondplan riolering 15 1/ / 347 Grondplan riolering 16 1/500 34/34