Doos inhoud Zadel Zadelpen Voorwiel Pedalen Voorlamp Bel. Optioneel Voordrager Handrem voor. o o

Transcriptie

1 Handleiding Altec & Umit Versie

2 Doos inhoud Zadel Zadelpen Voorwiel Pedalen Voorlamp Bel o o Optioneel Voordrager Handrem voor Stap voor stap 1. Uitpakken 2. Spatbord en voorlamp 3. Voorwiel 4. Stuur en stuurpen 4.1 Stuur 4.2 Klemvoorbouw met inwendige schroefdraad 5. Zadel en zadelpen 6. Pedalen 7. Remmen 7.1 Remmen Zijtrekrem 7.2 Trommelrem 7.3 Remhendels 8. Voordrager 8.1 Voordrager achter steun 8.2 Voordrager balhoofd Benodigdheden gereedschappen Steeksleutel 15 voor montage pedalen en as-moeren Steeksleutel/dopsleutel 13/14 voor afstellen zadel Inbussleutel 6 voor het vastzetten van stuur en afstellen van hoek stuurhendel Fietspomp

3 Gefeliciteerd met uw nieuwe aanschaf! Deze handleiding zal een toegevoegde waarde zijn om uw fiets rijklaar te maken. Om veilig en duurzaam gebruik te maken raden wij u aan om alle stappen door te nemen. Voor optimale levensduur van de fiets raden wij u aan de fiets door een fietsspecialist rijklaar te maken. Het niet correct rijklaar maken van de fiets verminderd de prestaties en kan leiden tot gevaarlijke situaties.

4 1. Uitpakken Haal voorzichtig de fiets uit de doos en verwijder alle beschermingsmateriaal. Om efficiënt en veilig aan de slag te gaan plaats de fiets op zijn kop op een kleed. Zorg ervoor dat de fiets stabiel genoeg staat om aan de slag te gaan.

5 2. Bevestigen van spatbord en voorlamp Plaats het spatbord (A) met het bevestigingsplaatje (B) wat aan het spatbord vastzit achter de voorvork (C). Plaats eerst een ring (D) om de bout (E) en daarna door het gat in de koplampbevestigingshouder (F). Plaats deze door het gat welke in de voorvork zit en haal hem door het bevestigingsplaatje heen. Vervolgens een veerring (G) en de borgbout (H). Bevestig nu de spatbord afstandhouder (I) aan de voorvork met behulp van een boutje (J) met een veerring (K), doe dit aan beide zijden van de fiets. Indien u een voordrager heeft dient deze op de voordrager bevestigt te worden.

6 3. Voorwiel Plaats het voorwiel in de voorvork. Plaats het voorwiel zo in de vorkschede dat de voorwielhouders de uitstekende delen van de as goed omsluiten. Bevestig de borgschijfjes en de as-moeren op de as. Haal de beide as-moeren om beurten in meerdere stappen aan, zodat het wiel in het midden blijft. De conuslager van de as moet zo zijn ingesteld dat het wiel soepel draait. De conusborgmoer moet stevig aangehaald zijn tegen de as-conus zodat de conus niet los kan raken. Let op: Bij het monteren van het voorwiel is het belangrijk dat de as zich op de juiste wijze in de voorwielhouder bevindt. Alleen dan kunt u er zeker van zijn dat de fiets stevig aan de vork gemonteerd is. Let bij het inbouwen van het wiel op eventuele wielrichtingen. U vindt de juiste gegevens op de banden.

7 4.1 Stuur Het vastzetten van het stuur De fiets is afgeleverd met het stuur in dwarsrichting of naast 1 het frame en dient in de juiste positie gezet te worden. Plaats het stuur met de remmen in de rijrichting in het voorvorkframe (8), draai de expandeerbout (2) vast met ring-steeksleutel 13 om met een inbussleutel 6mm. De hoogte veranderen Draai de expanderbout (2) met een ring-steeksleutel 13 linksom uit de voorbouw (1). U kunt het stuur in hoogte verstellen nadat de expanderbout (2) enkele slagen is losgedraaid en de wigwerking in de stuur-as met een lichte slag bovenop de expanderbout is opgeheven. Daardoor wordt ook de klemspanning van het klemstuk (7) tussen de voorbouwafschuining (6) en het voorvorkframe (8) opgeheven. Nu kan de hoogte van het stuur worden afgesteld door het stuur naar boven of naar beneden in de voorvork frame (8) te draaien. Draai de voorbouw vervolgens weer goed vast.

8 4.2 Klemvoorbouw met inwendige schroefdraad Voor de montage van de voorbouw moet het gehele voorwiel zijn gemonteerd. De voorvork moet zo zijn gedraaid dat de remstangen zich aan de voorkant van de voorvork bevinden. Verwijder het kunststof dopje (1) uit de inbusschroef van de afdekkap (2). Draai de inbusschroef in de afdekkap los (2) en neem de afdekkap eraf. Verwijder de rubberband van de voorvork-as (3). In deze toestand kan de voorvork naar beneden uit de stuurkopbuis vallen. Hierbij kunnen afzonderlijke onderdelen kwijt raken. Til de fiets in deze toestand niet aan het frame op! Plaats een afstandsring (4) (spacer) op de voorvork-as (3). Plaats de voorbouw (5) op de voorvork-as. Voorbouw en voorvork-as moeten bovenaan gelijk zijn. Druk de voorbouw (5) naar beneden en haal beide inbusschroeven in de voorbouw om beurten aan. Tussen voorbouw (5), afstandsring (4) en stuurkop (6) mag geen ruimte over zijn. Plaats de afdekkap (2) op de voorvork-as. Haal de inbusschroef in de afdekkap (2) handmatig aan. Plaats het kunststof dopje (1) weer in de inbusschroef.

9 Klemvoorbouw met bevestigingsklem Draai de inbusschroef van de bevestigingsklem (1) los. Zolang de bevestigingsklem (1) los is, kan de voorvork-as naar beneden uit de stuurkopbuis vallen. Hierbij kunnen afzonderlijke onderdelen kwijt raken. Til de fiets in deze toestand niet aan het frame op! Druk de bevestigingsklem (1) naar beneden en haal de inbusschroef aan. De schroefverbinding van de bevestigingsklem (1) moet naar voren wijzen. Plaats een afstandsring (2) (spacer) op de voorvork-as (3). Plaats de voorbouw (4) op de voorvork-as. Voorbouw en voorvork-as moeten bovenaan gelijk zijn. Tussen bevestigingsklem (1), afstandsring (2) en voorbouw mag geen ruimte over zijn. Plaats zo nodig nog een afstandsring Haal beide inbusschroeven op de voorbouw om beurten aan. Plaats de afdekkap (5) weer op de voorvork-as.

10 De voorbouw rechtzetten Draai de twee voorste inbusschroeven op de voorbouw los. Draai de stuurstang zo dat u gemakkelijk bij de rem- en versnellingshendels kunt. Draai beide voorste inbusschroeven op de voorbouw om beurten vast. Bij sommige voorbouwen kan ook de hoek versteld worden. Draai de inbusschroef in het scharnier los en stel de hoek zo schuin af als u wilt. Draai de schroef weer vast.

11 Eindcontrole Knijp de voorrem in en probeer of u de fiets voor- of achteruit kunt rijden. In de stuurkoplager mag geen speling voelbaar zijn. Draai als dit wel het geval is de inbusschroeven op de voorvork-as klem van de voorbouw iets los, druk de voorbouw met kracht naar beneden en draai beide inbusschroeven om beurten weer vast. Probeer of het stuur gemakkelijk en soepel beweegt: Zet het stuur recht en til het wiel voor aan het frame op. Het stuur moet vanzelf naar binnen slaan. Als dit niet zo is, moeten de inbus-schroeven op voorvork-asklem resp. bevestigingsklem van de voorbouw iets worden losgedraaid en met lichte druk in de richting van de stuurkop worden vastgeschroefd. Controleer of er tussen de voorbouw, afstandsring en stuurkop geen ruimte aanwezig is. Draai anders de voorbouw los en schuif deze verder op de voorvork-as. Controleer de aanhaalmomenten van alle schroeven.

12 5. Zadel en zadelpen Het vastzetten van het zadel Steek de zadelpen in de zitbuis (minimaal 7 cm). Zet de zadelpenbout (A) goed vast met een 14 mm sleutel. Indien uw fiets is uitgerust met een snelspanbout dient u deze stevig aan te drukken in de richting van het frame. Bij zadels met een snelspanner wordt het zadel in hoogte versteld door het los- en vastdraaien van deze snelspannerhendel. Hellingshoek Met schroef B wordt de hellingshoek van het zadel versteld. Het zadel dient horizontaal of eventueel heel iets achterover te zijn afgesteld. De hellingshoek van het zadel is een persoonlijke aangelegenheid. Pas na een lange fietstocht zult u merken wat voor u de prettigste stand is. Zadel hoogte instellen Over het algemeen is de stand van het zadel goed als u met het been gestrekt met uw voet het pedaal in de laagste stand raakt. Als u in deze stand op het zadel zit, moet u met uw tenen de grond nog kunnen raken.

13 6. Pedalen Monteren van de pedalen 1. Het pedaal met de letter L hoort bij de linker crank, het pedaal met de letter R hoort bij de rechter crank. Rechts is de zijde waar ook het tandwiel zit. (zie afbeelding) 2. Schroef met de hand het linker pedaal een paar slagen vast, zie afbeelding. De draairichting is linksom, tegen de wijzers van de klok in. Draai vervolgens het pedaal vast met de goed sleutel (let op: het linker pedaal heeft linkse schroefdraad!). 3. Herhaal dit voor het rechterpedaal, voor dit pedaal is de draairichting rechtsom, met de wijzers van de klok mee. Let op: Bij het vastdraaien van de pedalen altijd vastzetten in de rijwielrichting. Bij het losdraaien tegen de rijwielrichting in. Controleer of de pedalen stevig vastzitten.

14 7.1 Remmen Zijtrekrem Zijtrekrem Instelling en bevestiging van de remschoen, remblokjes afstellen Indien de remschijven niet precies tegen de velgrand liggen, moeten deze opnieuw worden afgesteld. Draai de remschoenmoer los en lijn de remschijven door het samendrukken van de remstangen precies uit. Draai vervolgens de remschoenmoer weer vast. Controle van de remmen. Voor het eerste gebruik de remmen controleren! Controleer eerst of de remmen goed zijn bevestigd. Rijd vervolgens langzaam een stukje op uw fiets en probeer of de remmen goed werken. De rem op het achterwiel moet zo goed werken dat het achterwiel direct geheel stil staat. Hetzelfde geldt voor de rem op het voorwiel. Wanneer dit niet het geval is, moeten de remmen zoals hieronder beschreven worden bijgesteld. Eerste ingebruikneming Controleer of bij het inknijpen van de handrem de remblokjes goed en schoon tegen de flanken van de velg worden gedrukt en of de handremhendel geheel tot het handvat kan worden ingeknepen. Is dit niet het geval dan dient u de rem beslist bij te stellen. De flanken van de velgen kunnen met een droge doek worden afgenomen zodat eventuele resten van vet en straatvuil worden verwijderd. 7.2 Trommelrem De trommelrem heeft veel weg van de terugtraprem maar heeft een grotere remkracht. Deze wordt via een bowdenkabel bediend en kan dus ook als voorwielrem worden gemonteerd. Trommelremmen hebben slechts een aanzet van 1 mm waardoor de bediening gemakkelijk is maar de remkracht erg sterk is. Dit betekent een grote belasting van de spaken. Daarom hebben fietsen met trommelremmen vaak 40 of zelfs 48 spaken. De trommelrem moet eerst op gang komen en kan tijdens deze fase eventueel ongelijkmatig aangrijpen. Wanneer de rem begint te kraken of knarsen, moeten de remvoeringen worden vervangen. Schakel hiervoor een erkend fietsenmaker in.

15 7.3 Remhendels Bevestiging van remhendels Het remhendelframe (1) wordt met behulp van een klembeugel (2) op het stuur geklemd. De klembeugel wordt via een verzonken, in het hendelframe (1) liggende, spanschroef (3) vastgemaakt. De bowdenremkabel is met een draaibare nippel in de hendel (4) gehangen die zich altijd in de richting van de kabel draait. Zo wordt voorkomen dat de kabel knakt. Als huls van de bowdenkabel is op het hendelframe slechts een eenvoudige tegenlager (5) zonder instelmogelijkheden aangebracht. De instelling van de bowdenkabel wordt direct op de velgrem uitgevoerd. Fijnstelling van de remmen Het fijnstellen van de remmen gebeurt bij de meeste remmen op de remgrepen. Als de weerstand van de remhendel onvoldoende is, moet de kabel strakker worden afgesteld. Houd de kartelschroef vast terwijl u de fijnstelschroef losdraait. Controleer de weerstand door de remhendel in te knijpen. Als de gewenste spanning is bereikt, draait u de kartelschroef weer aan. Als er te veel weerstand is, doet u het tegenovergestelde. Houd eerst de fijnstelschroef vast terwijl u de kartelschroef losdraait. Als de gewenste spanning is bereikt, draait u de fijnstelschroef weer aan.

16 8.3 Voordrager met achtersteun Plaats eerst volgens plaatje 1 de achtersteun op de horizontale drager en zet deze met de 4 boutjes vast. Bevestig volgens plaatje 2 de stuurbeugels op de achtersteun. Zet de beugels losjes vast op het rek. de beugels kunnen bij plaatsing op de fiets nog iets versteld moeten worden. Zet tenslotte volgens plaatje 3 de twee draagsteunen onder het rek. Verwijder voor het plaatsen van het rekje op de fiets eerst het eventueel aanwezige voorlicht. Draai de wielmoeren van het voorwiel los, verwijder ook het ringetje. Hang het transportrek met de stuurbeugels aan het stuur en plaats de draagsteunen op de as van het voorwiel. Plaats nu eerst het ringetje en vervolgens de moer op de as. Doe dit voor beide zijden. Verplaats indien nodig de stuurbeugels iets t.o.v. de achter steun om de horizontale drager iets naar achter te laten hellen. Draai vervolgens alle bouten en moeren goed vast. Monteer eventueel het voorlicht aan de lampsteunen van de draagsteun D Belangrijk: Maximaal belastbaar: 10 kg Geschikt voor 26 en 28 inch fiets Is niet geschikt voor personenvervoer.

17 8.2 Voordrager met balhoofd Draai de stuurpenbout (1) los tot ongeveer één cm boven het stuur. LET OP dat de taps toelopende moer/kegel niet in het frame valt. Trek het stuur nu voorzichtig uit de fiets (balhoofd). Draai nu de balhoofdmoer los naar links met sleutel 30/32. Plaats nu de montageplaat (4) en monteer nu de balhoofdmoer (3) terug en draai vast naar rechts. Plaats nu het stuur terug en draai stuurpenbout (1) goed vast. Bij eventuele balhoofdspeling kunt u balhoofdmoer (3) links losdraaien en de moer (6) met de hand iets aandraaien naar rechts. Als de hand vastzit kunt u (3) met de sleutel 30/32 vastdraaien.

18 Versnellingen afstellen: Afstellen Nexus 3 versnelling: Als u voor een Shimano Nexus 3 naaf heeft gekozen, heeft u ieder geval voor kwaliteit. Enkel als u de maximale kwaliteit van de naaf wilt benutten, dient het product goed afgesteld te zijn. Volgen de onderstaande stappen uit om de maximale kwaliteit uit de naaf te halen. Wanneer te doen? Voor in gebruik name fiets Versnelling schiet af en toe door. Opeens fiets je een versnelling lichter of zwaarder zonder aan je versteller gezeten te hebben. Je moet je versteller verder draaien dan het nummer voordat deze pas de versnelling pakt. Stap 1: Zet de Shifter, die aan het einde van uw stuur zit, in de tweede versnelling.

19 Stap 2: Om te zien of de versnelling goed afgesteld is, dient u te kijken op de versnellingbox die u vind bij het achterwiel. Het gele streepje die u daar ziet moeten tussen de witte lijnen op de versnellingbox vallen. Op de onderstaande afbeelding ziet u dat de versnelling die goed afgesteld is, deze versnelling dient dus afgesteld te worden. Stap 3: Draai nu het moertje wat tegen de versnellingbox zit geplaatst los. In de meeste gevallen lukt dit met de hand. Mocht dit niet met de hand lukken, dan kunt u een steeksleutel 10 gebruiken.

20 Stap 4: Zodra het moertje los is kunt u met de hand aan de grote stelschroef draaien. Draai nu net zo lang aan de stelschroef tot dat het gele streepje tussen de twee witte lijnen valt. Stap 5: Controleer of het gele streepje goed tussen de twee witte lijnen valt. Zie onderstaand om te zien hoe de versnelling goed afgesteld is. Stap 6: Draai nu de moer die tegen de versnellingbox geplaatst is weer vast. Deze zorgt ervoor dat stelschroef in de juiste positie blijft zitten. Uw fiets is weer gereed om in gebruik genomen te worden. Het enige wat u nog rest is onbezorgd de fiets in gebruik te nemen!

21 Afstellen Nexus 7 versnelling: Het afstellen van een Shimano Nexus 7 versnelling is geen hogere wiskunde. Als u de onderstaande stappen van deze handleiding goed uitvoert kunt u deze werkzaamheden gemakkelijk zelf uitvoeren. De Nexus versnellingsnaaf wordt bediend door een kabel. Deze kan rekken of gewoon simpelweg niet helemaal goed afgesteld zijn. Wanneer te doen? Voor in gebruik name fiets Versnelling schiet af en toe door. Opeens fiets je een versnelling lichter of zwaarder zonder aan je versteller gezeten te hebben. Je moet je versteller verder draaien dan het nummer voordat deze pas de versnelling pakt. Stap 1: Schakel de Shifter, die aan einde van uw stuur zit, in de vierde versnelling.

22 Stap 2: Druk de kettingkast een beetje aan de kant. Nu zie je twee gele streepjes staan. Bij een goede afstelling staan deze streepjes precies in een lijn. Zoals je ziet op de onderstaande afbeelding is dat niet het geval hier. Stap 3: Draai nu aan het stelwieltje bij de versteller naar links of naar rechts, totdat de gele streepjes precies tegenover elkaar staan.

23 Stap 4: De gele streepjes staan nu weer netjes naast elkaar gepositioneerd. U dient nu de versteller aan het einde van het stuur een paar keer, zonder te trappen, van 1 naar 7 en weer terug te schakelen. De kabel zal zich zodoende weer in de ideale positie zetten om gemakkelijk te schakelen. Als eindcontrole dient u te controleren of de streepjes nog netjes in positie staan, zoals onderstaand afgebeeld. Stap 5: Uw fiets is weer gereed om in gebruik genomen te worden. Het enige wat u nog rest is onbezorgd de fiets in gebruik te nemen!