Erasmus Universiteit Rotterdam; Europese Fiscale Studies VERBODEN. Buiten de EU gevestigde onderneming. en de vergunning toegelaten exporteur

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Erasmus Universiteit Rotterdam; Europese Fiscale Studies VERBODEN. Buiten de EU gevestigde onderneming. en de vergunning toegelaten exporteur"

Transcriptie

1 Erasmus Universiteit Rotterdam; Europese Fiscale Studies NADRUK VERBODEN Buiten de EU gevestigde onderneming en de vergunning toegelaten exporteur Door: mr Jeanneke M.W. Timman - Boeijen 2011/2012

2 INHOUDSOPGAVE Inleiding Handel en samenwerkingsvormen de eeuw ste eeuw 4 Oorsprong van goederen 4 De economische werkelijkheid anno nu 5 Onderzoeksvraag 5 Hoofdstuk 1 Probleemstelling en aanpak 1.1 De casus Uitwerking casus 6 Hoofdstuk 2 Preferentiële oorsprong bij bilaterale overeenkomsten 2.1 Preferentiële oorsprong van goederen Bepalingen in het Communautair douanewetboek Bepalingen in Protocol nr Aantonen oorsprong Vergunning toegelaten exporteur Sancties De vestigingsplaats van de exporteur Bewijs van oorsprong: het certificaat Aanvraag certificaat EUR 1 of EUR-MED Kan BV CH een certificaat aanvragen? Conclusie inzake aanvraag certificaat door BV CH Bewijs van oorsprong: de factuurverklaring Voorlopige conclusie inzake vergunning toegelaten exporteur 12 Hoofdstuk 3 Preferentiële oorsprong bij unilaterale regelingen 3.1 De eenzijdig vastgestelde regelingen nader beschouwd Het Algemeen Preferentiële Systeem Preferentiële tariefmaatregelen voor 14 bepaalde landengroepen of gebieden 3.2 Voorlopige conclusie vestigingsplaats van de exporteur 14 Hoofdstuk 4 Douanebeleid afgifte vergunning toegelaten exporteur 4.1 Werkwijze Douane Uittreksel uit het handelsregister Het initiële onderzoek Resumé 16 1

3 Hoofdstuk 5 Het territorialiteitsbeginsel 5.1 De jurisdictie van de EU Jurisdictie EU in relatie tot de lidstaten Jurisdictie EU in relatie tot de burgers van de lidstaten De jurisdictie van een (lid)staat Jurisdictie van een staat in relatie tot de EU Jurisdictie van een staat in relatie tot andere staten Het toepassingsgebied van het CDW Toetsing voorlopige conclusie aan het territorialiteitsbeginsel Conclusie Netelige kwesties 20 Hoofdstuk 6 Ontwikkelingen oorsprong en tariefspreferenties 6.1 Het Groenboek van de Commissie Het gemoderniseerde douanewetboek Het Europese Parlement De Wereldhandelsorganisatie Slotconclusie Rol Douane; een aanbeveling 23 Hoofdstuk 7 Samenvatting 24 Bijlage Vergunning toegelaten exporteur 25 2

4 INLEIDING De voltooiing van de interne markt, de afbouw van obstakels voor de internationale handel en investeringen, en de grotere noodzaak om de veiligheid en de beveiliging aan de buitengrenzen van de Gemeenschap te garanderen, hebben de rol van de douaneautoriteiten ingrijpend gewijzigd, waardoor zij een leidende rol in de toeleveringsketen hebben gekregen en zij bij het toezicht op en het beheer van het internationale handelsverkeer als katalysator voor het concurrentievermogen van landen en bedrijven fungeren. De douanewetgeving moet derhalve beantwoorden aan de nieuwe economische realiteit en de nieuwe rol en missie van de douaneautoriteiten 1 Handel en samenwerkingsvormen Handel en handigheid daarin, is altijd al een wezenlijk onderdeel geweest van de welvaart van Nederland de eeuw Het politieke klimaat in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden 2 was na het overlijden van Philips II in rustiger vaarwater gekomen. De Republiek was in staat zich te richten op het exploreren en exploiteren van nieuwe gebieden ten behoeve van de handel. Daar bestond ook aanleiding toe omdat na 1558 de invoer stokte van Aziatische producten door de Portugezen. De Portugezen hadden het alleenrecht 3 op deze handel. Alhoewel de Nederlandse scheepvaart van oudsher sterk georiënteerd was op het Oostzee gebied 4 - de Noord-Nederlandse schippers waren in feite de vrachtvaarders van Europa - gingen zij zich nu ook richten op de handel met Azië. In 1595 zond de Compagnie van Verre 5, onder leiding van Cornelis Houtman een expeditie van zwaarbewapende schepen uit. Zij verkenden de handelsroute naar de Oost. De Verenigde Nederlanden stonden aan de vooravond van belangrijke ontwikkelingen op economisch, wetenschappelijk en cultureel gebied. In 1602 werd - onder politieke druk - de VOC 6 opgericht voor de handel met Azië. De VOC kreeg niet alleen het alleenrecht op de handel met Azië; de VOC mocht eveneens verdragen sluiten, oorlogen voeren en, indien nodig, lokale besturen elders installeren. De VOC had dus rechten die normaliter waren voorbehouden aan een soevereine staat. De Verenigde Nederlanden ontwikkelden zich in enkele decennia tot een wereldmacht Zesde overweging van (ontwerp) VO Nr van het Europese Parlement en de Raad; van 23 april 2008 tot vaststelling van het communautair douanewetboek. Opgericht bij de Acte van Verlatinghe van Nadat Christoffel Columbus in 1492 Amerika had ontdekt en Vasco da Gama een zeeroute naar India had gevonden, werd bij pauselijk decreet de wereld verdeeld tussen Spanje en Portugal. Ook werd wel gevaren op de Levant; het gebied ten oosten van de Middellandse zee. In 1594 opgericht door negen Amsterdammers. Initiatiefnemer was dominee Petrus Plancius. De Vereenigde Oostindische Compagnie. 3

5 19 20ste eeuw Vier eeuwen later, aan het begin van de 21 ste eeuw maakt Nederland deel uit van de Europese Unie, hierna: de EU. Samen met Frankrijk, Duitsland, Italië, België en Luxemburg heeft Nederland aan de wieg gestaan van deze Unie, die in drie fasen tot stand is gekomen 7. Een van de belangrijkste doelstelling van de EU is de economische integratie. Dit betekent, kort gezegd, het wegnemen van economische grenzen tussen lidstaten zodat een vrij verkeer mogelijk is van goederen, personen, diensten en kapitaal 8. De EU kent een Douane Unie 9 waarbij aan de EU volledig bevoegdheid toe komt om ten behoeve van deze Douane Unie verdragen te sluiten of regelgeving te ontwerpen die uniform van kracht is. De EU is op wereldniveau geen onbelangrijke partij; zij is goed voor een vijfde van de wereldhandel. Een ander belangrijk doel van de EU is de welvaart van de EU lidstaten te bevorderen. De markten van de lidstaten worden door de EU als een gemeenschappelijke markt benaderd en gestimuleerd. Binnen de EU bestaat een daadwerkelijk vrij verkeer van personen en goederen. Ten aanzien van het vrije verkeer van goederen houdt dit in dat op het moment dat de goederen de buitengrenzen van de EU - dat zijn de grenzen met de landen die buiten het grondgebied van de EU liggen - overschrijden, pas heffing van in- of uitvoerrecht aan de orde komt. Over de hoogte van de invoertarieven onderhandelt de EU met derde landen in de hele wereld en sluit overeenkomsten af of stelt eenzijdig regelingen vast ter zake van tariefpreferenties (tariefsverlagingen). Onder andere op deze wijze bevordert of beschermt zij de handel binnen de EU. Oorsprong van goederen Om bepaalde landen te laten profiteren van tariefsvoordelen, ofwel tariefpreferenties, is het van belang aan te tonen dat de goederen uit het desbetreffende land afkomstig zijn. Hierbij draait het om het begrip oorsprong van een goed. Een goed heeft de oorsprong Nederland als het hier is verkregen of hier een substantiële be- of verwerking heeft ondergaan. Met behulp van een certificaat kan worden aangetoond dat een goed, bijvoorbeeld, de oorsprong Nederland heeft. Ook is het mogelijk de oorsprong aan te tonen met een zogenoemde factuurverklaring geplaatst op de factuur van de goederen. Het op een factuur mogen plaatsen van een rechtsgeldige factuurverklaring waaruit de preferentiële oorsprong van een goed blijkt, kan alleen onder bepaalde voorwaarden en op basis van een door de Douaneautoriteiten verleende vergunning toegelaten exporteur. Zie hierna, paragraaf 2.1 bij het onderdeel Preferentiële oorsprong Fase 1: : de Europese Gemeenschappen (de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal; de Europese Economische Gemeenschap; de EEG, en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie; EGA ( Euratom)) fase 2: : de Europese Unie en de Europese Gemeenschappen; fase 3: sinds 2009: de Europese Unie. Zie artikel 3 VEU (oud artikel 2 VEU) Zie artikel 28 VWEU. Kenmerken Douane-unie: (1) omvat het gehele goederenverkeer; (2) heffing van douanerechten of soortgelijke heffingen tussen de lidstaten is verboden en (3) een gemeenschappelijk douanetarief is van toepassing voor de invoer van goederen uit derde landen. 4

6 De economische werkelijkheid anno nu Zolang een onderneming gevestigd is binnen de EU kan de EU direct haar invloed uitoefenen via haar beleid dat is neergelegd in regelgeving. Je zou kunnen zeggen dat een onderneming dan keurig past binnen de geldende modellen van regelgeving en beïnvloeding en kan profiteren van rechten of is onderworpen aan plichten. Ondernemingen echter opereren veelal in concernverband waarbij moeder- en dochtervennootschappen zich vestigen in landen waar het economische en fiscale klimaat het meest gunstig is. Met andere woorden: een onderneming is niet of in de EU gevestigd of daar buiten. De realiteit anno nu is dat het speelveld van een onderneming in beginsel - sinds enkele decennia en mede als gevolg van de ICT 10 ontwikkelingen - is uitgebreid tot de gehele wereld. Een onderneming kan met meerdere landen een sterke band ontwikkelen. In het kader van de winstmaximalisatie maken concerns actief gebruik van de economische, technologische en fiscale mogelijkheden welke een land, waar ook ter wereld, hen kan bieden. Een concern kan dus gerust haar hoofdvestiging in Zwitserland hebben, haar productiebedrijven in Nederland en Duitsland, haar callcenter in India en haar administratiekantoor in Hongarije. Onderzoeksvraag In dit kader is het interessant te onderzoeken of een buiten de EU gevestigde vennootschap in aanmerking kan komen voor een vergunning toegelaten exporteur zelfafgifte oorsprongsbewijzen voor goederen welke zij laat exporteren van een binnen de EU gevestigde dochtervennootschap. Op deze vraag wordt antwoord gegeven aan de hand van de behandeling van een casus. 10 Informatie en Communicatie Technologie. 5

7 1 PROBLEEMSTELLING EN AANPAK 1.1 De casus De vraag: Kan de Nederlandse Douane aan een in Zwitserland gevestigde vennootschap een vergunning toegelaten exporteur zelfafgifte oorsprongsbewijzen verstrekken indien deze vennootschap goederen exporteert, rechtstreeks uit Nederland, welke zij heeft betrokken van haar dochtervennootschap welke de goederen in Nederland heeft geproduceerd? De feiten: Een internationaal concern BV CH heeft een verkoopmaatschappij gevestigd in Zwitserland. Een van haar dochtervennootschappen, BV NL, is gevestigd in Nederland. BV NL, produceert goederen die de Nederlandse oorsprong hebben. BV NL verkoopt direct na de productie de goederen aan haar Zwitserse moeder. De goederen blijven echter in Nederland. De Zwitserse moeder verkoopt de goederen vervolgens aan een onderneming in Tunesië. De moeder factureert ter zake van de verkoop aan de onderneming in Tunesië. Vanuit Nederland worden de goederen door BV NL rechtstreeks vervoerd naar Tunesië. Goederen met de oorsprong EU komen in aanmerking voor een preferentieel invoertarief in Tunesië gelet op Protocol nr. 4 11, hierna: het Protocol. Het bewijs dat de goederen de oorsprong EU hebben kan eenvoudig worden verstrekt door middel van een factuurverklaring. BV CH verzoekt de Nederlandse Douane om een vergunning toegelaten exporteur zelfafgifte oorsprongsbewijzen. 1.2 Uitwerking casus Voor de beantwoording van bovenstaande vraag wordt allereerst in hoofdstuk 2 onderzocht hoe een en ander is geregeld in de huidige relevante regelgeving ter zake van preferentiële oorsprong welke bij bilaterale overeenkomst zijn bepaald. Dit leidt tot een voorlopige conclusie. Deze voorlopige conclusie wordt in hoofdstuk 3 aangehouden tegen vergelijkbare regelgeving ter zake van preferentiële oorsprong, bepaald bij eenzijdig vastgestelde regelingen. In hoofdstuk 4 wordt het beleid van de Nederlandse Douane onderzocht inzake het afgeven van vergunningen toegelaten exporteur zelfafgifte oorsprongsbewijzen. In hoofdstuk 5 wordt vervolgens het territorialiteitsbeginsel behandeld. Gekeken wordt wat het effect is van dit beginsel op de bovenstaande casus. Tot slot wordt in hoofdstuk 6 aandacht besteed aan recente ontwikkelingen op het terrein van preferentiële oorsprong. Ook is in dit hoofdstuk de slotconclusie opgenomen met aanbevelingen voor de Douane. In hoofdstuk 7 volgt de samenvatting. 11 Protocol nr. 4 bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en de Republiek Tunesië betreffende de definitie van het begrip producten van oorsprong en de methoden van administratieve samenwerking (Besluit 2006/612/EG). 6

8 2 PREFERENTIELE OORSPRONG BIJ BILATERALE OVEREENKOMSTEN In de casus verzoekt BV CH om een vergunning toegelaten exporteur zelfafgifte oorsprongsbewijzen. Met deze vergunning kan zij op haar facturen een verklaring plaatsen dat de goederen van oorsprong EU zijn. Als zij hiermee aantoont dat de goederen van preferentiële oorsprong zijn kan vervolgens een tariefsvoordeel worden genoten bij invoer van de goederen in Tunesië. In dit hoofdstuk bekijken we of BV CH in aanmerking kan komen voor de vergunning toegelaten exporteur. De volgende onderdelen passeren hierbij de revue. Allereerst wordt nader stil gestaan bij het begrip preferentiële oorsprong. Daarna wordt gekeken naar de relevante bepalingen in de douanewetgeving en die in de betreffende preferentiële oorsprongsovereenkomst. Vervolgens worden de procedures inzake het bewijs van oorsprong, een certificaat of een factuurverklaring, behandeld. Het hoofdstuk wordt afgesloten met een voorlopige conclusie. 2.1 Preferentiële oorsprong van goederen Oorsprong Wereldwijd verschaffen landen aan elkaar om handelspolitieke redenen tariefsvoordelen bij invoer van goederen. Het gaat dan om goederen uit dat specifieke land die worden begunstigd. Voor het van toepassing zijn van een bepaald begunstigend douanetarief is het dus van belang om de oorsprong van een goed te kunnen bepalen. Zo kunnen om handelspolitieke redenen bepaalde producten met oorsprong land X een tariefvoordeel bij invoer in land Y genieten. Overigens is de oorsprong van een goed niet het enige criterium op grond waarvan een tariefspreferentie wordt toegepast. Naast de oorsprong van een goed moet ook worden voldaan aan belangrijke andere criteria zoals: het rechtstreekse vervoer van de goederen van, bijvoorbeeld, het land van uitvoer naar de Gemeenschap en het gebruik van bepaalde bewijsmiddelen van oorsprong zoals een certificaat. Voor sommige producten is het zonder meer duidelijk dat zij afkomstig zijn uit een bepaald land. Zij zijn dan van oorsprong uit dat bepaalde land omdat zij daar geheel en al zijn verkregen uit materialen van dat land. In de meeste gevallen zijn producten evenwel het resultaat van be- of verwerkingen waarbij de gebruikte materialen zijn ingevoerd vanuit een ander land- en dus niet uit het land van oorsprong komen. Toch kan ook in zo n situatie het goed de oorsprong krijgen wanneer deze be- of verwerkingen voldoende substantieel zijn. Preferentiële oorsprong De Gemeenschap kent begunstigde tarieven voor bepaalde landen of gebieden waarmee zij een bilaterale overeenkomst heeft afgesloten. Ook kent de Gemeenschap eenzijdig, unilateraal, door haar vastgestelde regelingen waarbij begunstigde tarieven worden toegekend aan bepaalde derde landen en gebieden. Op grond van bepaalde criteria, afhankelijk van de overeenkomst of regeling, kunnen goederen met oorsprong land X tariefsvoordelen genieten. We spreken in zo n situatie van de preferentiële oorsprong van een goed. 7

9 Zoals opgemerkt moet de preferentiële oorsprong van een goed worden aangetoond. Dat kan, bijvoorbeeld, met een certificaat. Ook kan een vereenvoudigde procedure van toepassing zijn. Aan exporteurs kan namelijk, onder voorwaarden, de zogenoemde vergunning toegelaten exporteur zelfafgifte oorsprongsbewijzen worden verleend. Die vergunning geeft de mogelijkheid bij export, een verklaringen van de preferentiële oorsprong te plaatsten op de factuur of op een ander handelsdocument. In de meeste preferentiële regelingen wordt deze verklaring aangeduid als: factuurverklaring. Gelet op het feit dat het bij preferentiële oorsprong om aanzienlijke fiscale en commerciële belangen kan gaan is de controle door de Douaneautoriteiten op de oorsprong van goederen van groot belang. In alle bilaterale overeenkomsten of unilaterale regelingen zijn ten aanzien van tariefpreferenties controlemogelijkheden opgenomen op de overgelegde certificaten of factuurverklaringen bij in- en uitvoer. 2.2 Bepalingen in het Communautair douanewetboek In het Communautair douanewetboek 12, hierna: het CDW, wordt in de artikelen 22 tot en met 27 de oorsprong van goederen geregeld. De niet-preferentiële oorsprongsregels, opgenomen in de artikelen 22 tot en met 26, worden hier niet verder besproken. In deze casus gaat het immers om de preferentiële oorsprong. De preferentiële oorsprong is geregeld in artikel 27 van het CDW. Artikel 27 bepaalt, in samenhang met artikel 20, lid 3, letters d en e, dat de regels voor: (1) preferentiële oorsprong, gebaseerd op door de Gemeenschap bilateraal afgesloten overeenkomsten, zijn te vinden in die overeenkomsten; (2) preferentiële oorsprong, gebaseerd op door de Gemeenschap unilateraal vastgestelde regelingen, zijn te vinden in de Toepassingsbepalingen van het CDW, hierna het TCDW 13 in de artikelen 66 tot en met 123. Ad (1) Preferentiële oorsprong bij bilateraal afgesloten overeenkomsten De voorwaarden waaraan de goederen moeten voldoen om in aanmerking te kunnen komen voor preferentiële oorsprong, zijn geregeld in een overeenkomst met dat land of groepen van landen. Deze overeenkomsten kunnen onderling verschillen. Bij de overeenkomsten horen protocollen die naast regels over de preferentiële oorsprong van goederen ook bepalingen bevatten met betrekking tot een goede administratieve samenwerking tussen de Douaneautoriteiten van de verdragspartijen. Deze laatste bepalingen zijn toegespitst op de controle door de Douaneautoriteiten van de oorsprongsbewijzen en het regelen van daaruit voortvloeiende geschillen. Ad (2) Preferentiële oorsprong bij unilateraal vastgestelde regelingen Deze regelingen worden nader behandeld in hoofdstuk Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad, tot vaststelling van het communautair douanewetboek (CDW). Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie, houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek (TVo. CDW) 8

10 2.3 Bepalingen in Protocol nr. 4 In de voorliggende casus zijn, zoals we zagen, de tariefpreferenties geregeld in het Protocol behorend bij de overeenkomst die de EU heeft gesloten met de Republiek Tunesië hierna: de overeenkomst. Het Protocol geeft aan deze overeenkomst een nadere uitwerking. Hierna worden eerst de van toepassing zijnde artikelen van het Protocol met betrekking tot het aantonen van oorsprong, de status van toegelaten exporteur en de sancties op een rij gezet. Vervolgens wordt de vestigingsplaats van de exporteur en het aantonen van de oorsprong, nader beschouwd Aantonen oorsprong Zoals hiervoor al is opgemerkt moet de oorsprong van een goed worden aangetoond. Het Protocol heeft hier omtrent, de artikelen 16, 17, 22 en 23 opgenomen: artikel 16 bepaalt dat het protocol van toepassing is op producten van oorsprong uit de Gemeenschap die in Tunesië worden ingevoerd op vertoon van een EUR 1, EUR-MED 14 certificaat of door middel van een verklaring van de exporteur, de zogenoemde factuurverklaring, op een handelsbescheid. artikel 17 regelt de procedure voor de afgifte van een certificaat EUR 1 of EUR-MED. Deze certificaten kunnen worden aangevraagd, door de exporteur bij de douaneautoriteiten van het land van uitvoer. In onze casus is dat dus bij de Nederlandse Douane. Zie hiervoor paragraaf 2.4. artikel 22 verwijst naar de mogelijkheid tot een meer praktische regeling om de oorsprong van een goed aan te kunnen tonen. Dit artikel geeft nadere regels voor het opstellen van een zogenoemde factuurverklaring. Een toegelaten exporteur ex artikel 23 van het Protocol kan zo een factuurverklaring afgeven. Zie hiervoor paragraaf 2.5. Artikel 23 van het Protocol werkt het begrip toegelaten exporteur nader uit Vergunning toegelaten exporteur Volgens artikel 23 van het Protocol, kan iedere exporteur die veelvuldig producten verzendt waarop de overeenkomst van toepassing is, een vergunning toegelaten exporteur aanvragen. Volgens datzelfde artikel zijn het de Douaneautoriteiten van het land van uitvoer die deze kunnen verlenen. Dit kunnen zij doen indien de nodige waarborgen worden geboden met betrekking tot de controle op de oorsprong van de producten en de naleving van alle andere voorwaarden van het Protocol. Het tweede lid van artikel 23 bepaalt vervolgens nog eens afzonderlijk dat de Douaneautoriteiten aan de status van toegelaten exporteur de door hun noodzakelijk geachte voorwaarden kunnen verbinden. 14 Het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 kan in vrijwel alle op de oorsprong van goederen gebaseerde regelingen (het APS uitgezonderd) als bewijsmiddel dienen. Het certificaat inzake goederenverkeer EUR-MED kan als bewijsmiddel inzake de oorsprong van goederen dienen binnen de Pan-Euro-Mediterrane Zone. De Pan- Euro-Mediterrane Zone omvat: de EU, IJsland, Noorwegen, Zwitserland, Liechtenstein, Algerije, Egypte, Jordanië, Libanon, Marokko, Syrië, Tunesië, Turkije, Palestina en de Faeröer. 9

11 2.3.3 Sancties In het Protocol is ook een sanctiebepaling opgenomen. Artikel 35 bepaalt dat sancties worden getroffen tegen een ieder die een document met onjuiste gegevens opstelt of doet opstellen met het doel de goederen onder de preferentiële regeling te brengen. Deze sanctiebepaling is niet nader uitgewerkt in het Protocol. Daarvoor moeten we kijken in de nationale regelgeving. Bestuurlijke boeten kunnen, in dit kader, worden opgelegd op grond van, bijvoorbeeld, de artikelen 9:4 en 9:5 van de Algemene Douanewet, juncto de artikelen 10:1 en 10:2 van de Algemene Douaneregeling. Ter zake van de strafrechtelijke bepalingen kunnen, bijvoorbeeld, gelden de artikelen 10:5, 10:10 en 10:11 van de Algemene Douanewet, juncto de artikelen 11:2 en 11:3 van de Algemene Douaneregeling De vestigingsplaats van de exporteur Opvallend is dat in het Protocol nergens melding wordt gemaakt van een voorwaarde die ziet op de vestigingsplaats van de exporteur. Eerder hebben we gezien dat artikel 27 CDW de kaderbepaling vormt voor preferentiële oorsprong. De specifieke bepalingen van het Protocol zijn aldus limitatief. Meer bepalingen kent het CDW niet. De conclusie is dan ook dat op basis van de letterlijke tekst van het Protocol, iedere exporteur in beginsel in aanmerking kan komen voor een vergunning toegelaten exporteur. 2.4 Bewijs van oorsprong: het certificaat In de nationale douanewetgeving zijn nadere regels opgenomen met betrekking tot bewijzen van oorsprong. Zo bepaalt artikel 2:2, lid 1 van het Douanebesluit dat nadere regels gesteld kunnen worden met betrekking tot de in het internationale verkeer te bezigen verklaringen inzake de oorsprong van goederen. Hieraan is uitvoering gegeven in de Algemene Douaneregeling en wel in artikel 1:13. Dit artikel definieert tal van begrippen waaronder: certificaat van oorsprong, certificaat inzake goederenverkeer en leveranciersverklaring. De artikelen 1:14 tot en met 1:17 geven vervolgens nadere regels met betrekking tot de aanvraag van certificaten om de oorsprong van goederen te kunnen aantonen Aanvraag certificaat EUR 1 of EUR-MED Artikel 1:16 van de Algemene Douaneregeling regelt hoe - dus onder welke voorwaarden - en waar een aanvraag voor de afgifte van het certificaat moet worden ingediend. Een dergelijke aanvraag voor een certificaat moet in ieder geval ingediend worden bij de Kamer van Koophandel zoals bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van de Wet op de kamers van koophandel en fabrieken De Kamer van Koophandel voorziet de aanvraag van haar bevindingen en maakt deze bekend aan de inspecteur. Deze bevindingen van de Kamer van Koophandel hebben met name betrekking op de verificatie van de oorsprong van het goed. Aan de hand van overgelegde stukken van leveranciers en de producent, stelt de Kamer van Koophandel de juistheid van de geclaimde oorsprong van het goed vast. Vervolgens maakt de Kamer van Koophandel haar bevindingen bekend aan de Douane (de inspecteur). 10

12 Het opvallende aan artikel 1:16 is, dat het gedetailleerd aangeeft bij welke Kamer van Koophandel de aanvraag moet worden ingediend. Dat hangt af van: (1) Waar de onderneming of rechtspersoon is ingeschreven in het Handelsregister conform artikel 6 van de Handelsregisterwet 2007; of (2) Waar de aanvrager woont dan wel is gevestigd; of (3) Waar de goederen zich bevinden in geval van een onderneming die in een andere lidstaat van de Europese Unie is gevestigd en waarvan de goederen via Nederland uitgaan Kan BV CH een certificaat aanvragen? BV CH kan op basis van artikel 1:16 Algemene Douaneregeling niet zelf een certificaat aanvragen! Zij kan namelijk aan geen van de voorwaarden van dit artikel voldoen. Dit houdt verband met het feit dat zij niet in de EU is gevestigd want: Aan voorwaarde (1) kan zij niet voldoen omdat zij haar statutaire zetel niet in Nederland heeft waardoor inschrijving door BV CH in het handelsregister gelet op artikel 6, eerste lid, van de Handelsregisterwet 2007, niet mogelijk is. Aan voorwaarde (2) kan zij evenmin voldoen want zij is gevestigd in Zwitserland en in Zwitserland is geen Kamer van Koophandel in de zin van de Wet op de kamers van koophandel en fabrieken Zie hiervoor hetgeen gedefinieerd is in artikel 1:13, letter d, van de Algemene Douaneregeling. Ook aan voorwaarde (3) kan zij niet voldoen omdat zij in een derde land is gevestigd. Nu BV CH zelf geen certificaat kan aanvragen is de vraag aan de orde of zij dat wel kan bereiken door zich te laten vertegenwoordigen. Vertegenwoordiging in douanezaken De mogelijkheid van vertegenwoordiging in douanezaken is geregeld in artikel 5 van het CDW. Op grond van artikel 5, lid 2, is zowel directe als indirecte vertegenwoordiging mogelijk. Bij directe vertegenwoordiging wordt in naam en voor rekening van de vertegenwoordigde gehandeld. Bij indirecte vertegenwoordiging wordt in naam van de vertegenwoordiger maar voor rekening van de vertegenwoordigde gehandeld. Als BV CH zich wil laten vertegenwoordigen zal deze vertegenwoordiger, gelet op artikel 5, lid 3, CDW in de Gemeenschap moeten wonen. Via de vorm van indirecte vertegenwoordiging kan BV CH een certificaat van goederenverkeer aanvragen. Dit is dan mogelijk op grond van artikel 1:16, lid 1, letter b, Algemene Douaneregeling; dus op naam van de vertegenwoordiger doch voor rekening (en risico) van BV CH. De vertegenwoordiger moet overigens wel in Nederland wonen of zijn gevestigd! Dit vloeit voort uit het feit dat de aanvraag moet plaatsvinden bij een Kamer van Koophandel in het gebied waar de aanvrager woont of is gevestigd. Dat gebied moet dan logischerwijze een gebied zijn ergens in Nederland aangezien met kamer, gelet op artikel 1:13, letter d, van de Algemene Douaneregeling, bedoeld wordt: de Kamer van Koophandel in de zin van de Wet op de kamers van koophandel en fabrieken

13 2.4.3 Conclusie inzake aanvraag certificaat door BV CH De vraag of BV CH een certificaat EUR 1 of EUR-MED - beide ook aangeduid met de algemene term: certificaat inzake goederenverkeer - kan aanvragen, moet bevestigend worden beantwoord. Via indirecte vertegenwoordiging kan zij het certificaat inzake goederenverkeer aanvragen om het vervolgens te laten viseren door de Douane. Met dit certificaat kan BV CH de oorsprong van de Nederlandse goederen aantonen. Dit is dus gebaseerd op artikel 17 van het Protocol, juncto: artikel 5, lid 3, CDW en artikel 1:16 van de Algemene Douaneregeling. 2.5 Bewijs van oorsprong: de factuurverklaring Het behoeft waarschijnlijk geen nader betoog dat de procedure om een certificaat aan te vragen via de Kamer van Koophandel en de Douane, een tamelijk tijdrovende en omslachtig methode is. BV CH zal daarom graag gebruik willen maken van de vereenvoudigde procedure van de factuurverklaring waarvoor de vergunning toegelaten exporteur nodig is. De geldende regels daarvoor zijn enkel opgenomen in het Protocol. In de nationale bepalingen van de Algemene Douanewet blijken geen nadere regels opgenomen te zijn met betrekking tot de vergunning toegelaten exporteur. 2.6 Voorlopige conclusie inzake vergunning toegelaten exporteur Eerder hebben we gezien, bij paragraaf 2.2, dat in de Communautaire douanewetgeving geen nadere bepalingen zijn opgenomen die zien op de vereenvoudigde procedure van de factuurverklaring. Bij paragraaf 2.5 zien wij dat ook in de nationale bepalingen van de Algemene Douanewet ter zake geen nadere regels zijn opgenomen. De bepalingen van het Protocol zijn dus bepalend. In het Protocol zijn ter zake van de (vergunning) toegelaten exporteur, gelet op de artikelen 22 en 23, geen voorwaarden opgenomen met betrekking tot de vestigingsplaats van de exporteur. Pure grammaticale interpretatie van de vigerende wet- en regelgeving - zijnde de artikelen 27, letter a, juncto artikel 20, lid 3, letter d, van het CDW en de artikelen 16, 17, 22 en 23 van het Protocol, leidt tot de voorlopige conclusie dat aan BV CH - een niet in de EU of begunstigd land gevestigde onderneming - een vergunning toegelaten exporteur zou kunnen worden verleend. Nergens in het Protocol of in de Algemene Douanewet staat immers vermeld dat de exporteur in de EU moet zijn gevestigd! 12

14 3 PREFERENTIELE OORSPRONG BIJ UNILATERALE REGELINGEN Het preferentiële stelsel van EU is niet alleen gebaseerd op conventionele akkoorden maar ook op autonome of unilaterale regelingen. Het douanetarief van de EU omvat dus mede preferentiële tariefmaatregelen die door de EU ten gunste van bepaalde landen, groepen van landen of gebieden, eenzijdig zijn vastgesteld. In het kader van deze casus wordt bekeken hoe in deze eenzijdige regelingen wordt omgegaan met het vereenvoudigd kunnen aantonen van de preferentiële oorsprong van goederen. Werpt dit mogelijk een ander licht op de voorlopige conclusie bij paragraaf 2.6? 3.1 De eenzijdig vastgestelde regelingen nader beschouwd De eenzijdig door de Gemeenschap vastgestelde preferentiële regels zijn in het CDW opgenomen in artikel 27, letter b van het CDW, juncto artikel 20, lid 3, letter e, en nader uitgewerkt in het TCDW onder de artikelen 66 tot en met 123. Uit het TCDW valt op te maken dat er twee hoofd systemen zijn van eenzijdig vastgestelde preferentiële regels, namelijk: (1) regels ten behoeve van ontwikkelingslanden, het zogenoemde Algemeen Preferentiële Systeem, hierna: het APS en. (2) de eenzijdig vastgestelde preferentiële regels ten gunste van bepaalde landen en gebieden Het Algemeen Preferentiële Systeem Onder de eenzijdige door de Gemeenschap ten gunste van bepaalde landen unilateraal vastgestelde regels, wordt dus begrepen het APS 16. Wat direct opvalt is dat het APS niet het begrip toegelaten exporteur kent. Er wordt namelijk volgens een andere - meer eenvoudige - methodiek gewerkt. In het APS wordt gewerkt met het begrip geregistreerde exporteur in combinatie met een zogenoemd attest van oorsprong. Een exporteur komt in aanmerking voor de status van geregistreerde exporteur als hij zich laat registreren in de gegevensbank van de Commissie. Dit bepaalt artikel 92 in samenhang met artikel 69 van het TCDW. In beide artikelen wordt melding gemaakt van het formulier van het model in bijlage 13quater. De voorwaarden waaraan de geregistreerde exporteur moet voldoen staan vermeld in artikel 94. Een verwijzing naar de vestigingsplaats wordt daar niet gemaakt. Ook in artikel 67, waar de van toepassing zijnde begrippen zijn gedefinieerd, worden de in lid 1, letters t en u, gegeven definities van de begrippen exporteur en respectievelijk geregistreerde exporteur niet nader uitgewerkt ter zake van de vestigingsplaats van de (geregistreerde) exporteur. Kortom, in geen enkele toepassingsbepaling wordt een directe of indirecte verwijzing gemaakt naar de vestigingsplaats van de (geregistreerde) exporteur. Conclusie: noch in de bepalingen van de toepassingsverordening noch in het formulier van het model in bijlage 13quater staat bepaald dat de (geregistreerde) exporteur in de EU of het begunstigd land moet zijn gevestigd! Ten behoeve van, bijvoorbeeld, Moldavië en Kosovo. De van toepassing zijnde bepalingen in het CDW zijn die van artikel 20, lid 3, letter e, en artikel 27, letter b, en de artikelen 66 tot en met 97 TCDW. 13

15 3.1.2 Preferentiële tariefmaatregelen voor bepaalde landengroepen of gebieden In de artikelen 98 tot en met 123 van het TCDW is de andere hoofd regeling opgenomen van de eenzijdig door de Gemeenschap vastgestelde tariefpreferenties. Bij deze regeling zijn in artikel 109 nadere regels vastgesteld omtrent het bewijs van oorsprong. Hier geldt wel weer het systeem van de factuurverklaring van de exporteur zoals dat ook van toepassing is bij de door de Gemeenschap met bepaalde landen of groepen van landen afgesloten bilaterale overeenkomsten. In de artikelen 116 en 117 van het TCDW wordt het begrip toegelaten exporteur nader gedefinieerd. Hier zien wij in artikel 116, lid 1, letter a, dat een factuurverklaring mag worden opgesteld door een toegelaten exporteur in de Gemeenschap in de zin van artikel 117. In artikel 117 staat niet vermeld dat de exporteur in de EU moet wonen of gevestigd moet zijn. Wat bedoeld wordt in artikel 116 met de aanduiding: een toegelaten exporteur in de Gemeenschap in de zin van artikel 117 is niet eens zo duidelijk. De zinsnede in de Gemeenschap duidt wellicht op wonen of gevestigd zijn in de Gemeenschap. Maar het zou ook kunnen betekenen: een exporteur die zijn werkzaamheden of activiteiten verricht in de Gemeenschap. 3.2 Voorlopige conclusie vestigingsplaats exporteur In de artikelen 66 tot en met 97 van het TCDW wordt ter zake van de eenzijdig door de Gemeenschap bepaalde tariefpreferenties, het zogenoemde APS, noch bij het begrip geregistreerde exporteur noch bij het begrip exporteur als voorwaarde gesteld dat deze moet zijn gevestigd in de EU of het begunstigd land. Dit is wellicht anders bij de eenzijdig door de Gemeenschap vastgestelde tariefpreferenties ten gunste van bepaalde landen en gebieden 17. Daar zou uit artikel 116, lid 1, letter a, van het TCDW opgemaakt kunnen worden dat een factuurverklaring mag worden opgesteld door een toegelaten exporteur die woont of is gevestigd in de Gemeenschap! Kortom, ook al is de regelgeving ten aanzien van de vestigingsplaats van de exporteur beslist niet duidelijk geregeld in het TCDW, het feit dat artikel 116 van het TCDW er wel op zou kunnen duiden, geeft natuurlijk te denken. 17 Zie de artikelen 98 tot en met 123 TCDW 14

16 4 DOUANEBELEID AFGIFTE VERGUNNING TOEGELATEN EXPORTEUR In hoofdstuk 3 hebben we gezien dat bij de eenzijdig vastgestelde preferentiële regelingen, alleen in artikel 116 van het TCDW mogelijk is bepaald dat een exporteur in de Gemeenschap moet wonen of zijn gevestigd wil deze in aanmerking kunnen komen voor een vergunning toegelaten exporteur. Dat geeft twijfel aan de juistheid van onze voorlopige conclusie aan het slot van hoofdstuk 2. In dit hoofdstuk wordt het beleid en de werkwijze van de Douane onderzocht ter zake van de vergunningverlening toegelaten exporteur. 4.1 Werkwijze Douane De Douane heeft haar uitvoeringsbeleid neergelegd in het zogenoemde Handboek Douane en het Handboek Veiligheid, Gezondheid, Economie en Milieu, of wel het handboek VGEM. Beide handboeken zijn gepubliceerd op de officiële website van de Belastingdienst. Volgens vaste jurisprudentie zijn gepubliceerde handboeken geldend recht en kan hierop een beroep worden gedaan. Het Handboek Douane bevat uitvoeringsregels met betrekking tot de oorsprong van goederen. In Hoofdstuk Preferentiële oorsprong en herkomst, bij onderdeel 7, Vereenvoudigde procedures, wordt de vergunning toegelaten exporteur nader uitgewerkt. Opvallend is ook hier dat nergens expliciet in de tekst is opgenomen dat de exporteur in de Gemeenschap moet zijn gevestigd. Echter wanneer we de, aan de ambtenaren van de Douane, voorgeschreven beoordelingsprocedures nader bestuderen blijkt dat bij de afgifte van een vergunning in de praktijk voorwaarden worden gesteld aan de aanvraagprocedure waaruit impliciet kan worden afgeleid dat de exporteur in Nederland moet zijn gevestigd. Bij de onderdelen en wordt dit nader uitgewerkt Uittreksel uit het handelsregister In het Handboek Douane, bij onderdeel Behandeling verzoek om afgifte van een vergunning toegelaten exporteur is te lezen dat bij een aanvraag de exporteur een recent uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel moet voegen. Geduid wordt op een inschrijving van de onderneming in de Kamer van Koophandel in Nederland. Volgens de Wet op de kamers van koophandel en fabrieken 1997, moeten personen die een onderneming in Nederland drijven, zich inschrijven. Met betrekking tot niet in Nederland gevestigde ondernemers is bepaald dat een buitenlandse vennootschappen zich alleen kan inschrijven als deze een vestiging in Nederland heeft. Hieruit kan de conclusie worden getrokken dat de Douane in haar beleid er vanuit gaat dat een onderneming in Nederland moet zijn gevestigd. Het gevolg is dat - nu BV CH zelf geen uittreksel uit het handelsregister kan overleggen - BV CH geen vergunning toegelaten exporteur kan aanvragen bij de Douane. Bij subparagraaf hadden wij ook al geconstateerd dat BV CH ook niet zelf - op eigen naam dus - een certificaat bij de Kamer van Koophandel kan aanvragen gelet op de bepalingen van artikel 1:16 van de Algemene Douaneregeling BV CH kan echter wel, via indirecte vertegenwoordiging, dus op naam van een vertegenwoordiger (en voor eigen rekening), een certificaat verkrijgen! 15

17 4.1.2 Het initiële onderzoek Bij een nieuwe aanvraag voor een vergunning toegelaten exporteur stelt de Douane een zogenoemd initieel onderzoek in. Dit onderzoek wordt ter plaatse in de administratie van de exporteur verricht. Een dergelijk onderzoek in de administratie verwijst, naar mijn mening, naar een onderzoek op het vestigingsadres van de exporteur in Nederland. Immers de Douane controleert, bijzondere omstandigheden daargelaten, in Nederland. Dit op grond van het feit dat de jurisdictie - de rechtsmacht - van de Nederlandse Douane, in beginsel, niet verder reikt. In het volgende hoofdstuk wordt bij dit territorialiteitsbeginsel nader stil gestaan. 4.2 Resumé Uit het gepubliceerde uitvoeringsbeleid van de Douane kan, zij het impliciet, worden geconcludeerd dat bij de beoordeling of een vergunning toegelaten exporteur kan worden verleend aan een exporteur, de Douane er van uit gaat dat de exporteur in Nederland, dus in de EU moet zijn gevestigd! 16

18 5 HET TERRITORIALITEITSBEGINSEL 5.1 De jurisdictie van de EU Jurisdictie EU in relatie tot de lidstaten De huidige EU steunt op twee verdragen. Enerzijds is er het Verdrag betreffende de EU, hierna: de VEU. Het VEU regelt de hoofdzaken van de EU. Anderzijds is er het Verdrag betreffende de werking van de EU, hierna de VwEU. Het VwEU geeft aldus een nadere uitwerking van het VEU. Artikel 4 van het VEU bepaalt dat bevoegdheden die in de Verdragen niet aan de Unie zijn toegedeeld, toebehoren aan de lidstaten. Artikel 5 herhaalt dit nog eens in de laatste zin van het tweede lid. Tevens geeft artikel 5 aan, de wijze waarop de EU dient om te gaan met haar bevoegdheden. In het VwEU worden de bevoegdheden van de EU vervolgens nader uitgewerkt. De EU kan dus enkel optreden op de terreinen die genoemd zijn in de VwEU; zie hiervoor de artikelen 1 tot en met 6 VwEU. De EU voert ten behoeve van haar 27 lidstaten een gemeenschappelijke handelspolitiek 19 uit. Zij is exclusief bevoegd tot de Douane-unie op grond van artikel 3 VwEU. Dat betekent dus dat de EU, bij uitsluiting van de lidstaten, geheel vrij is te bepalen hoe de Douane-unie vorm wordt gegeven. Je zou kunnen zeggen dat de lidstaten op het terrein van Douane aangelegenheden hun jurisdictie - zolang zij lid zijn van de EU - hebben overgedragen aan de Unie Jurisdictie EU in relatie tot de burgers van de lidstaten De EU regelgeving is gericht op personen die gevestigd zijn binnen de EU. Dit vloeit rechtstreeks voort uit artikel 20 van het VwEU. Burger van de Unie is een ieder die de nationaliteit van een lidstaat bezit. Dit burgerschap van de Unie komt naast het nationale burgerschap. De burgers van de Unie genieten rechten en hebben plichten die bij de Verdragen zijn bepaald. Waar gesproken wordt over burger kan daarvoor in de plaats worden gelezen een vennootschap welke zijn statutaire zetel, het hoofdbestuur of de hoofdvestiging binnen de EU heeft. Dit bepaalt artikel 54 van het VwEU. 5.2 De jurisdictie van een (lid)staat Jurisdictie van een staat in relatie tot de EU Het kenmerk van een staat is dat zij zich op ieder terrein bevoegd kan verklaren op te treden zolang de grondwet van die staat dat niet uitsluit of beperkt. De EU daarentegen kan enkel op die terreinen optreden die de VEU en VwEU aan haar hebben toebedeeld. Op grond van artikel 3, lid 1, letter a, van de WVEU is de EU exclusief bevoegd op het gebied van de Douane Unie. Zoals bekend heeft de EU bij verordening nr. 2913/92 het CDW, vastgesteld. Het CDW vormt, tezamen met nog andere communautaire en nationale 19 Zie artikel 3 VEU (oud artikel 2 VEU) 17

19 regelgeving zoals de Algemene Douanewet, het Algemeen Douanebesluit, de Algemene Douaneregeling, de douanewetgeving. Ter zake van de bepalingen van het CDW en de daarop betrekking hebbende toepassingsverordening, het TCDW, hebben de lidstaten hun jurisdictie als het ware overgedragen aan de EU Jurisdictie van een lidstaat in relatie tot andere staten Voor zover de lidstaten op bepaalde terreinen geen samenwerking zijn aangegaan binnen de EU dan wel dat de EU het aan lidstaten vrij laat bepaalde onderwerpen zelf te regelen 20, kennen lidstaten hun eigen jurisdictie. Dat wil zeggen: een lidstaat is dan vrij in de wetgevende en uitvoerende macht binnen het territorium van haar eigen grondgebied. Een lidstaat heeft, echter, zonder nadere regelgeving, geen rechtsmacht over het grondgebied van een andere lidstaat. Een staat heeft dus nimmer rechtsmacht over enige andere soevereine staat waar ook ter wereld. Concreet betekent dit bijvoorbeeld, dat een parlement van een staat, geen wetten kan uitvaardigen die van toepassing zijn op het grondgebied van een andere staat. Ook de uitvoerende macht van een staat kan geen bevoegdheid uitoefenen in een andere staat. Dat de reikwijdte van de nationale Douanewetgeving niet verder reikt dan het territorium van Nederland blijkt ook direct uit de praktijk van alle dag. De Nederlandse Douane kan geen - los nog van de praktische uitvoerbaarheid - controles uitvoeren op het grondgebied van een andere staat indien dit niet nadrukkelijk in wet- of regelgeving is opgenomen. Ook bij het opleggen van sancties zien wij hetzelfde probleem rijzen. De Nederlandse Douane kan weliswaar sancties opleggen, op grond van nationale regelgeving, ter zake van begane verzuimen, vergrijpen of het plegen van strafbare feiten door een niet in Nederland gevestigde onderneming op Nederlands grondgebied. Echter het effectueren ervan jegens een vennootschap die niet in de EU is gevestigd, is naar mijn mening problematisch. De Nederlandse Douaneautoriteiten kunnen hun rechtsmacht niet op het grondgebied van een andere staat uitoefenen. Dit laatste zou alleen mogelijk zijn als de communautaire regelgeving daar, bijvoorbeeld in het CDW, in zou voorzien. 5.3 Het toepassingsgebied van het CDW Het CDW geeft regelen met betrekking tot het handelsverkeer tussen de Gemeenschap en derde landen voor zover het goederen betreft 21. De communautaire douanewetgeving is in het gehele douanegebied van de Gemeenschap op eenvormige wijze van toepassing gelet op artikel 1 CDW. Het douanegebied van de Gemeenschap behelst, grosso modo, de grondgebieden van de 27 lidstaten met hun territoriale wateren en luchtruim. Artikel 2 CDW staat overigens een ruimere werkingssfeer toe. Dit is het geval wanneer er sprake is van specifieke regelingen of van internationale overeenkomsten. Dat is natuurlijk ook logisch. De hoofdregel is dat het toepassingsgebied van het CDW reikt tot het gezamenlijke grondgebied van de 27 lidstaten. Wanneer de EU echter overeenkomsten sluit met derde landen zijn sommige bepaalde communautaire regels ook van toepassing buiten de EU Zie artikel 4. Lid 1 VEU Het communautair douanewetboek bepaalt en definieert de wetgeving die van toepassing is op de in- en uitvoer van goederen tussen de Gemeenschap en derde landen. 18

20 5.4 Toetsing voorlopige conclusie aan het territorialiteitsbeginsel. Alhoewel een letterlijke uitleg van artikel 27 CDW in samenhang met Protocol nr. 4, leidt tot de conclusie dat een niet in de EU gevestigde ondernemer in aanmerking kan komen voor een vergunning toegelaten exporteur, blijkt uit hetgeen in dit hoofdstuk nader uiteen is gezet, dat een nadere nuancering op zijn plaats is. Het territorialiteitsbeginsel begrenst de rechten en plichten van burgers en bedrijven. Zo kan BV CH nimmer een beroep doen op rechten gebaseerd op het recht van de EU. Immers, rechten en plichten komen enkel toe aan inwoners van een staat en - op basis van de EU verdragen - enkel toe aan de inwoners, zijnde burgers of vennootschappen van de EU. De rechten en plichten van de EU regarderen burgers en vennootschappen die niet in de EU zijn gevestigd, in beginsel niet! 22 Het territorialiteitsbeginsel begrenst eveneens de rechtsmacht van een staat. De Nederlandse Douaneautoriteiten kunnen niet autonoom hun toezichtstaken uitoefenen op het grondgebied van een andere, niet EU staat, tenzij met instemming van die staat. Op grond van het territorialiteitsbeginsel kan de Nederlandse Douane op het grondgebied van Zwitserland waar BV CH is gevestigd dus niets uitrichten. 5.5 Conclusie De vraag in de onderzochte casus zou, gelet op het voorgaande, moeten worden geherformuleerd. De vraag die, gelet op het territorialiteitsbeginsel, dan beantwoord moet worden is de vraag of een niet in de EU gevestigde vennootschap een beroep kan doen op wettelijke bepalingen van de EU. Het antwoord daarop is ontkennend. Rechten en plichten toegekend aan inwoners van de EU (burgers en bedrijven) kunnen enkel deze inwoners 23 regarderen. Het behoeft ook geen nader betoog dat het stelsel van de preferentiële tariefmaatregelen valt of staat met een adequaat toezicht op de oorsprongsbepalingen. Door het ontbreken van jurisdictie - van rechtsmacht - van de Nederlandse Douane is het voor haar niet mogelijk, autonoom de opgedragen toezichtstaken uit te voeren ten aanzien van een niet in de EU gevestigde vennootschap. De slotconclusie is dan ook dat aan een niet in de EU gevestigde vennootschap geen vergunning toegelaten exporteur kan worden verleend. Het territorialiteitsbeginsel staat daaraan in de weg Uitzondering hierop vormen, bijvoorbeeld, de (preferentiële) overeenkomsten welke de EU met een derde land sluit. Dat is pas anders als de EU een vereenkomst sluit met een derde land en in die overeenkomst bepaalde rechten en plichten opneemt. 19

21 5.6 Netelige kwesties De onder 5.5 verwoorde conclusie wringt; het kan niet maar het zou wel moeten kunnen! Dit houdt, met name, verband met de volgende aspecten. (1) De niet binnen de EU gevestigde ondernemer kan wel een certificaat inzake goederenverkeer krijgen bij een Kamer van Koophandel maar kan geen beroep doen op de vereenvoudigde regeling! Weliswaar controleert de Kamer van Koophandel de oorsprongsstatus van de betreffende zending. Daar houdt het dan echter mee op. Want als achteraf blijkt dat de oorsprongsstatus toch ten onrechte is vastgesteld dan is het maar de vraag in hoeverre de Douane doeltreffende sancties kan treffen jegens een niet in de EU gevestigde vennootschap. Men zou kunnen betogen dat hier dan ook precies de grens ligt van hetgeen de EU aan faciliteiten heeft willen geven aan niet in de EU gevestigde ondernemingen. (2) Met deze gedachte zou mee gegaan kunnen worden ware het niet dat niet zozeer aan de niet in de EU gevestigde ondernemer een tariefsvoordeel wordt geboden maar aan de importeur van het derde land waarmee de EU een overeenkomst heeft gesloten! De exporteur vervult in deze slechts de rol van intermediair. (3) Ook als we ons richten op de oorsprong van de goederen wringt de conclusie al helemaal. De oorsprong van de goederen blijft in de casus, immers EU. Met andere woorden: is het gemaakte onderscheid naar de vestigingsplaats van de exporteur binnen deze context in alle gevallen dan wel zo gerechtvaardigd? (4) De EU heeft zich onder andere ten doel gesteld het stimuleren van de economie en het verhogen van de welvaart van de lidstaten 24. Dat impliceert dat de EU de handel zoveel mogelijk zou moeten stimuleren. In deze casus wordt de handel van de exporteur niet echt bevorderd als deze voor iedere zending van de goederen een oorsprongscertificaat moet laten ophalen door een vertegenwoordiger! Deze omslachtige procedure is tijdrovend en betekent een lastenverzwaring voor de ondernemer. (5) Het punt blijft bestaan dat zowel in artikel 27 van het CDW als in de bepalingen van Protocol nr. 4 niets is bepaald ten aanzien van de vestigingsplaats van de exporteur! Dat gaat, op vergelijkbare wijze, ook op voor de eenzijdige regeling van het APS! De communautaire regels lijken het toe te staan dat een exporteur ook buiten de EU gevestigd kan zijn. Kortom, er zijn voldoende argumenten om nader stil te staan bij het feit dat er sprake lijkt te zijn van een onevenwichtigheid in deze kwestie. 24 Zie artikel 3 VEU 20

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen 2001R1207 NL 18.02.2008 002.002 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B M1 VERORDENING (EG) Nr. 1207/2001 VAN DE RAAD van

Nadere informatie

5814/17 CS/bb DGG 3B. Raad van de Europese Unie. Brussel, 16 februari 2017 (OR. en) 5814/17. Interinstitutioneel dossier: 2016/0330 (NLE) UD 16 SPG 7

5814/17 CS/bb DGG 3B. Raad van de Europese Unie. Brussel, 16 februari 2017 (OR. en) 5814/17. Interinstitutioneel dossier: 2016/0330 (NLE) UD 16 SPG 7 Raad van de Europese Unie Brussel, 16 februari 2017 (OR. en) 5814/17 Interinstitutioneel dossier: 2016/0330 (NLE) UD 16 SPG 7 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Overeenkomst in de vorm

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 juni 2014 (OR. en) 9965/14 Interinstitutioneel dossier: 2014/0147 (NLE) AELE 40 N 14 UD 148

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 juni 2014 (OR. en) 9965/14 Interinstitutioneel dossier: 2014/0147 (NLE) AELE 40 N 14 UD 148 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 17 juni 2014 (OR. en) 9965/14 Interinstitutioneel dossier: 2014/0147 (E) AELE 40 N 14 UD 148 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE RAAD over

Nadere informatie

CASUS HERKOMST EN OORSPRONG Vragen en antwoorden omtrent de Leveranciersverklaring

CASUS HERKOMST EN OORSPRONG Vragen en antwoorden omtrent de Leveranciersverklaring CASUS HERKOMST EN OORSPRONG Vragen en antwoorden omtrent de Leveranciersverklaring Vraag 1 Waartoe dienen leveranciersverklaringen? Vraag 2 Hoe vul ik een leveranciersverklaring in? Vraag 3 Is een distributeur

Nadere informatie

OORSPRONG VAN GOEDEREN

OORSPRONG VAN GOEDEREN OORSPRONG VAN GOEDEREN PREFERENTIELE OORSPRONG NIET PREFERENTIELE OORSPRONG DOEL Tarifaire handelspolitiek Niet tarifaire handelspolitiek quota s contingenten vergunningen Verminderde rechten OF vrijstelling

Nadere informatie

BIJLAGE. Aanhangsel. bij het. voorstel voor een besluit van de Raad

BIJLAGE. Aanhangsel. bij het. voorstel voor een besluit van de Raad EUROPESE COMMISSIE Brussel, 29.1.2015 COM(2015) 24 final ANNEX 1 BIJLAGE Aanhangsel bij het voorstel voor een besluit van de Raad betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in het Gemengd

Nadere informatie

I. INLEIDING 11. II. ALGEMEEN Wettelijke basis Doel Wat is oorsprong en wat is herkomst? 15

I. INLEIDING 11. II. ALGEMEEN Wettelijke basis Doel Wat is oorsprong en wat is herkomst? 15 INHOUDSTAFEL I. INLEIDING 11 II. ALGEMEEN 13 1. Wettelijke basis 13 2. Doel 15 3. Wat is oorsprong en wat is herkomst? 15 III. REGELS VAN OORSPRONG 17 1. Algemeen 17 2. Geheel en al verkregen 17 3. Toereikende

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 10 augustus 2006 (OR. en) 11463/06 UD 79 OC 532

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 10 augustus 2006 (OR. en) 11463/06 UD 79 OC 532 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 10 augustus 2006 (OR. en) 11463/06 UD 79 OC 532 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1207/2001

Nadere informatie

DGC 2A ASSOCIATIE TUSSEN DE EUROPESE UNIE EN TURKIJE. Het Gemengd Comité. Brussel, 12 mei 2015 (OR. en) UE-TR 4802/15

DGC 2A ASSOCIATIE TUSSEN DE EUROPESE UNIE EN TURKIJE. Het Gemengd Comité. Brussel, 12 mei 2015 (OR. en) UE-TR 4802/15 ASSOCIATIE TUSSEN DE EUROPESE UNIE EN TURKIJE Het Gemengd Comité Brussel, 12 mei 2015 (OR. en) UE-TR 4802/15 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ EU-TURKIJE

Nadere informatie

BIJLAGE. Aanhansgel. bij het. voorstel voor een besluit van de Raad

BIJLAGE. Aanhansgel. bij het. voorstel voor een besluit van de Raad EUROPESE COMMISSIE Brussel, 29.1.2015 COM(2015) 27 final ANNEX 1 BIJLAGE Aanhansgel bij het voorstel voor een besluit van de Raad betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in het gemengd

Nadere informatie

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN VAN DE HUIDIGE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN EN DE NIEUWE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN VAN DE HUIDIGE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN EN DE NIEUWE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST EN VAN DE HUIDIGE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN EN DE NIEUWE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST AF/EEE/BG/RO/DC/nl 1 BETREFFENDE DE TIJDIGE BEKRACHTIGING VAN DE OVEREENKOMST BETREFFENDE

Nadere informatie

BIJLAGE. Aanhangsel. bij het. voorstel voor een besluit van de Raad

BIJLAGE. Aanhangsel. bij het. voorstel voor een besluit van de Raad EUROPESE COMMISSIE Brussel, 29.1.2015 COM(2015) 23 final ANNEX 1 BIJLAGE Aanhangsel bij het voorstel voor een besluit van de Raad betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in de Associatieraad

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 19 april 2006 (24.04) (OR. en) 8478/06 LIMITE VISA 109 FRONT 80 COMIX 383. NOTA het secretariaat-generaal

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 19 april 2006 (24.04) (OR. en) 8478/06 LIMITE VISA 109 FRONT 80 COMIX 383. NOTA het secretariaat-generaal Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 19 april 2006 (24.04) (OR. en) PUBLIC 8478/06 LIMITE VISA 109 FRONT 80 COMIX 383 NOTA van: aan: vorig doc. Betreft: het secretariaat-generaal de Raad 8277/06

Nadere informatie

BIJLAGE. bij het. Voorstel voor een besluit van de Raad

BIJLAGE. bij het. Voorstel voor een besluit van de Raad EUROPESE COMMISSIE Brussel, 15.5.2014 COM(2014) 269 final ANNEX 1 BIJLAGE bij het Voorstel voor een besluit van de Raad over het door de Europese Unie in te nemen standpunt in de Stabilisatie- en associatieraad

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.10.2016 COM(2016) 672 final 2016/0328 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot sluiting van een overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Unie

Nadere informatie

BIJLAGE. bij het. Voorstel voor een besluit van de Raad

BIJLAGE. bij het. Voorstel voor een besluit van de Raad EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.3.2017 COM(2017) 133 final ANNEX 1 BIJLAGE bij het Voorstel voor een besluit van de Raad inzake het namens de Europese Unie in het Gemengd Comité van de Regionale Conventie

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 10 juli 2006 (13.07) (OR. en) 11347/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/0119 (ACC) UD 77

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 10 juli 2006 (13.07) (OR. en) 11347/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/0119 (ACC) UD 77 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 10 juli 2006 (13.07) (OR. en) 11347/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/0119 (ACC) UD 77 VOORSTEL van: de Europese Commissie d.d.: 5 juli 2006 Betreft: Voorstel voor

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 26 maart 2015 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 26 maart 2015 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 26 maart 2015 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2015/0016 (E) 6986/15 NT 7 UD 38 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE RAAD betreffende

Nadere informatie

Door: Caspar Jansen 2009/2010. Preferentiële oorsprong: de prijs af fabriek

Door: Caspar Jansen 2009/2010. Preferentiële oorsprong: de prijs af fabriek Door: Caspar Jansen 2009/2010 Preferentiële oorsprong: de prijs af fabriek Inhoudsopgave 1 Inleiding p. 2 2 Oorsprong p. 4 2.1 Algemeen preferentieel systeem p. 4 2.2 Preferentiële oorsprong door verdrag

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD NL NL NL EUROPESE COMMISSIE Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD Brussel, 17.5.2010 COM(2010)233 definitief 2010/0125 (NLE) betreffende de sluiting van een protocol bij de Euro-mediterrane overeenkomst

Nadere informatie

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN VAN DE HUIDIGE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN EN DE NIEUWE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN VAN DE HUIDIGE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN EN DE NIEUWE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST 443 der Beilagen XXIII. GP - Staatsvertrag - 91 niederländische Erklärungen (Normativer Teil) 1 von 13 EN VAN DE HUIDIGE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN EN DE NIEUWE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE LIJST VAN AFKORTINGEN INLEIDING...1

INHOUDSOPGAVE LIJST VAN AFKORTINGEN INLEIDING...1 INHOUDSOPGAVE LIJST VAN AFKORTINGEN... v INLEIDING...1 1. INLEIDING DOUANERECHT...3 1.1. Algemeen...3 1.1.1. Vrijhandelszone...3 1.1.2. Tariefunie...4 1.1.3. Douane-unie...4 1.2. Wetgeving...5 1.3. Heffingen

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 10 november 2015 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 10 november 2015 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 10 november 2015 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2015/0014 (E) 13405/15 COWEB 116 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE RAAD betreffende

Nadere informatie

Voorstel voor een. VERORDENING (EU) Nr. VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een. VERORDENING (EU) Nr. VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Voorstel voor een Brussel, 6.10.2010 COM(2010) 544 definitief 2010/0272 (COD) C7-0316/10 VERORDENING (EU) Nr. VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot intrekking van Verordening (EG)

Nadere informatie

BIJLAGE. Aanhangsel. bij het. voorstel voor een Raad

BIJLAGE. Aanhangsel. bij het. voorstel voor een Raad EUROPESE COMMISSIE Brussel, 29.1.2015 COM(2015) 26 final ANNEX 1 BIJLAGE Aanhangsel bij het voorstel voor een Raad betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in het Gemengd Comité, opgericht

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 26 maart 2015 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 26 maart 2015 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 26 maart 2015 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2015/0015 (E) 6985/15 NT 6 UD 37 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE RAAD betreffende

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT WERKDOCUMENT. Commissie begrotingscontrole

EUROPEES PARLEMENT WERKDOCUMENT. Commissie begrotingscontrole EUROPEES PARLEMENT 2004 Commissie begrotingscontrole 2009 17.9.2008 WERKDOCUMENT over Speciaal verslag nr. 2/2008 van de Europese Rekenkamer over bindende tariefinlichtingen (BTI's) Commissie begrotingscontrole

Nadere informatie

1. Inschrijvingsplicht voor rechtspersonen en ondernemingen

1. Inschrijvingsplicht voor rechtspersonen en ondernemingen Handelsregister 1. Inschrijvingsplicht voor rechtspersonen en ondernemingen Op grond van art. 5 aanhef en sub a Handelsregisterwet 2007 wordt een onderneming die in Nederland is gevestigd en die toebehoort

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 5.10.2017 COM(2017) 574 final 2017/0252 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in het Subcomité

Nadere informatie

Samenvatting. Aanleiding voor het onderzoek

Samenvatting. Aanleiding voor het onderzoek Samenvatting Aanleiding voor het onderzoek Het nationale bestuursrecht is van oudsher verbonden met het territorialiteitsbeginsel. Volgens dat beginsel is een autoriteit alleen bevoegd op het grondgebied

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 mei 2002 (OR. en) 8697/02 UD 33

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 mei 2002 (OR. en) 8697/02 UD 33 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 27 mei 2002 (OR. en) 8697/02 UD 33 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Verordening van de Raad betreffende tijdelijke schorsing van de autonome rechten

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 14.4.2015 COM(2015) 155 final 2015/0080 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot uitvoering van het antiontwijkingsmechanisme dat voorziet

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 4 april 209 (OR. en) 208/0390 (COD) PE-CONS 7/9 VISA 49 COMIX 36 PREP-BXT 77 CODEC 572 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: VERORDENING

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 22.09.2000 COM(2000) 590 definitief 2000/0242 (ACC) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD houdende goedkeuring van een overeenkomst in de vorm van een

Nadere informatie

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207 in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207 in samenhang met artikel 218, lid 9, L 80/26 25.3.2017 BESLUIT (EU) 2017/561 VAN DE RAAD van 21 maart 2017 betreffende het door de Europese Unie in de Gemengde Commissie EU-Mexico in te nemen standpunt ten aanzien van wijzigingen van bijlage

Nadere informatie

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN VAN DE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN VAN DE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN VAN DE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE DE GELIJKTIJDIGE UITBREIDING VAN DE EUROPESE UNIE EN DE EUROPESE ECONOMISCHE

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie verzoekschriften MEDEDELING AAN DE LEDEN

EUROPEES PARLEMENT. Commissie verzoekschriften MEDEDELING AAN DE LEDEN EUROPEES PARLEMENT 2004 Commissie verzoekschriften 2009 29.03.2011 MEDEDELING AAN DE LEDEN Betreft: Verzoekschrift 1609/2008, ingediend door D. A. L. (Britse nationaliteit), over vermeende discriminatie

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE 10.11.2015 L 293/15 GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE van 8 juli 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 514/2014 van het Europees Parlement en de Raad met specifieke bepalingen

Nadere informatie

Zaak T-205/99. Hyper Srl tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

Zaak T-205/99. Hyper Srl tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen Zaak T-205/99 Hyper Srl tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen Douanerechten Invoer van televisietoestellen uit India Ongeldige certificaten van oorsprong Verzoek tot kwijtschelding van invoerrechten

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 28.11.2002 COM(2002) 679 definitief 2002/0280 (CNS) Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr. 539/2001 tot vaststelling

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 4.11.2013 COM(2013) 718 final 2013/0341 (NLE) Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 met betrekking tot de tarief-

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 29.11.2007 COM(2007) 761 definitief 2007/0266 (ACC) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD over het standpunt van de Gemeenschap in het Gemengd Comité EG-Faeröer

Nadere informatie

BETREFFENDE DE VOORRECHTEN EN IMMUNITEITEN VAN DE EUROPESE UNIE

BETREFFENDE DE VOORRECHTEN EN IMMUNITEITEN VAN DE EUROPESE UNIE C 326/266 Publicatieblad van de Europese Unie 26.10.2012 PROTOCOL (Nr. 7) BETREFFENDE DE VOORRECHTEN EN IMMUNITEITEN VAN DE EUROPESE UNIE DE HOGE VERDRAGSLUITENDE PARTIJEN, OVERWEGENDE dat krachtens de

Nadere informatie

Vrije Verkeer: Directe Vertegenwoordiging (januari 2014) INHOUD

Vrije Verkeer: Directe Vertegenwoordiging (januari 2014) INHOUD INHOUD 2 Inleiding 2 Wat houdt directe vertegenwoordiging in? 3 Toepassing directe vertegenwoordiging 4 Begrip direct vertegenwoordiger en vertegenwoordigde 4 Wie kan zich direct laten vertegenwoordigen

Nadere informatie

Welkom! Programma. 9 april Webinar "vertegenwoordiging in douanezaken" Webinar. Vertegenwoordiging in douanezaken

Welkom! Programma. 9 april Webinar vertegenwoordiging in douanezaken Webinar. Vertegenwoordiging in douanezaken Webinar Vertegenwoordiging in douanezaken Welkom! Programma Verschillende vormen van vertegenwoordiging Voorwaarden De (juiste) volmacht Vertegenwoordiging in de praktijk: Gebreken in de vertegenwoordigingsbevoegdheid

Nadere informatie

VRAGEN ALGEMEEN EN WETGEVING Oefenvragen

VRAGEN ALGEMEEN EN WETGEVING Oefenvragen VRAGEN ALGEMEEN EN WETGEVING Oefenvragen Vraag 1 Wie zijn in Nederland aangewezen als douaneautoriteiten? Zoek ook in de nationale wetgeving. Motiveer uw antwoord. Vraag 2 Geef aan wat de status is van

Nadere informatie

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING. Begeleidend document bij het

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING. Begeleidend document bij het EUROPESE COMMISSIE Brussel, 13.12.2013 SWD(2013) 513 final WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING Begeleidend document bij het Voorstel voor een richtlijn van

Nadere informatie

DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN. In overeenstemming met de Minister van Financiën;

DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN. In overeenstemming met de Minister van Financiën; MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van, nr. 149093, houdende wijziging van de Algemene douaneregeling

Nadere informatie

PROTOCOL (Nr. 7) BETREFFENDE DE VOORRECHTEN EN IMMUNITEITEN VAN DE EUROPESE UNIE

PROTOCOL (Nr. 7) BETREFFENDE DE VOORRECHTEN EN IMMUNITEITEN VAN DE EUROPESE UNIE C 115/266 NL Publicatieblad van de Europese Unie 9.5.2008 PROTOCOL (Nr. 7) BETREFFENDE DE VOORRECHTEN EN IMMUNITEITEN VAN DE EUROPESE UNIE DE HOGE VERDRAGSLUITENDE PARTIJEN, OVERWEGENDE dat krachtens de

Nadere informatie

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE. van

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 29.4.2014 C(2014) 2737 final UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE van 29.4.2014 tot vaststelling van de lijst van bewijsstukken die door visumaanvragers moeten worden overgelegd

Nadere informatie

Amendement 3 Claude Moraes namens de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken AMENDMENTEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT *

Amendement 3 Claude Moraes namens de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken AMENDMENTEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT * 3.4.2019 A8-0047/3 Amendement 3 Claude Moraes namens de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken Verslag A8-0047/2019 Sergei Stanishev Vaststelling van de lijst van derde landen

Nadere informatie

BIJLAGE. bij het. Voorstel voor een besluit van de Raad

BIJLAGE. bij het. Voorstel voor een besluit van de Raad EUROPESE COMMISSIE Brussel, 5.3.2015 COM(2015) 103 final ANNEX 1 BIJLAGE bij het Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting van de overeenkomst tussen de Europese Unie en de Verenigde

Nadere informatie

Plaatsen van vuilroosters, zandvang en aanpassing constructie op de onbevaarbare waterlopen van 2 de categorie in de Provincie Antwerpen

Plaatsen van vuilroosters, zandvang en aanpassing constructie op de onbevaarbare waterlopen van 2 de categorie in de Provincie Antwerpen PROVINCIE ANTWERPEN OFFERTEFORMULIER Plaatsen van vuilroosters, zandvang en aanpassing constructie op de onbevaarbare waterlopen van 2 de categorie in de Provincie Antwerpen Gebruikte eenheid in het inschrijvingsbiljet:

Nadere informatie

OPEN OFFERTEAANVRAAG BESTEKNUMMER DRG 11

OPEN OFFERTEAANVRAAG BESTEKNUMMER DRG 11 1 OPEN FERTEAANVRAAG BESTEKNUMMER DRG 11 UITVOERING VAN WERKEN : BOUWEN VAN EEN DOORGANGSGEBOUW VOLGENS DE BREEAM-METHODIEK FERTEFORMULIER AANBESTEDENDE OVERHEID POM OOST-VLAANDEREN 2 OPDRACHTGEVER : POM

Nadere informatie

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN VAN DE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN VAN DE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST 404 der Beilagen XXII. GP - Beschluss NR - S-Erklärung Niederländisch (Normativer Teil) 1 von 13 GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN VAN DE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST GEMEENSCHAPPELIJKE

Nadere informatie

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 5. 12. 83 Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen Nr. L 339/ 19 VERORDENING (EEG) Nr. van 14 november 1983 3351/83 VAN DE RAAD betreffende de regeling ter vergemakkelijking van de afgifte van certificaten

Nadere informatie

Aan de hand van de door de partijen aan de Europese Commissie gedane kennisgevingen is in de bijgevoegde tabellen:

Aan de hand van de door de partijen aan de Europese Commissie gedane kennisgevingen is in de bijgevoegde tabellen: C 73/6 NL Publicatieblad van de Europese Unie 9.3.2017 Bericht van de Commissie over de toepassing van de regionale conventie betreffende de pan-euromediterrane preferentiële oorsprongsregels of de protocollen

Nadere informatie

OPDRACHTGEVEND BESTUUR : VZW Katholiek Basisonderwijs H. Hart Winterslag-Genk Margarethalaan Genk

OPDRACHTGEVEND BESTUUR : VZW Katholiek Basisonderwijs H. Hart Winterslag-Genk Margarethalaan Genk STAD : Genk OPDRACHTGEVEND BESTUUR : VZW Katholiek Basisonderwijs H. Hart Winterslag-Genk Margarethalaan 70 3600 Genk BENAMING VAN DE OPDRACHT : GT-160490-66 Infrastructuurwerken Omgevingswerken Kleuterschool

Nadere informatie

2. In het arrest van 20 september 2001 heeft het Hof uitspraak gedaan over twee prejudiciële vragen die respectievelijk betrekking hadden op:

2. In het arrest van 20 september 2001 heeft het Hof uitspraak gedaan over twee prejudiciële vragen die respectievelijk betrekking hadden op: Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 11 juni 2002 (26.06) (OR. fr) PUBLIC 9893/02 Interinstitutioneel dossier: 2001/0111 (COD) LIMITE 211 MI 108 JAI 133 SOC 309 CODEC 752 BIJDRAGE VAN DE IDISCHE

Nadere informatie

Nota naar aanleiding van het verslag. Inhoudsopgave

Nota naar aanleiding van het verslag. Inhoudsopgave 34 409 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten in verband met het van toepassing worden van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 oktober 2013

Nadere informatie

1. Inleiding. 1 Verordening (EG) nr. 1383/2003 van de Raad van 22 juli 2003 inzake het optreden van

1. Inleiding. 1 Verordening (EG) nr. 1383/2003 van de Raad van 22 juli 2003 inzake het optreden van 01-02-2012 Richtlijnen van de Europese Commissie betreffende de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten (IER) door de douaneautoriteiten van de EU met betrekking tot goederen, met name geneesmiddelen,

Nadere informatie

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 8.5.2018 COM(2018) 261 final 2018/0124 (CNS) Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD tot wijziging van Richtlijnen 2006/112/EG en 2008/118/EG wat betreft de opname van de Italiaanse

Nadere informatie

Vertegenwoordiging bij uitvoer

Vertegenwoordiging bij uitvoer Vertegenwoordiging bij uitvoer Vertegenwoordiging bij uitvoer per 6 april 2008 Met ingang van 6 april 2008 wordt de vertegenwoordiging bij uitvoer in het Sagitta Uitvoersysteem geïmplementeerd. Dit heeft

Nadere informatie

NOTA VAN WIJZIGING. Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

NOTA VAN WIJZIGING. Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: 32 622 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en het Burgerlijk Wetboek ter implementatie van richtlijn nr. 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 13 juli 2009

Nadere informatie

De gevolgen van het DWU voor de niet-preferentiële oorsprong

De gevolgen van het DWU voor de niet-preferentiële oorsprong Nationaal Douanecongres 2016 De gevolgen van het DWU voor de niet-preferentiële oorsprong Frank 1 Bertens, Beleidsadviseur exportdocumenten, Hoofdkantoor Kamer van Koophandel te Utrecht, stafafdeling HR-Export.

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie L 277/23

Publicatieblad van de Europese Unie L 277/23 18.10.2008 Publicatieblad van de Europese Unie L 277/23 VERORDENING (EG) Nr. 1024/2008 VAN DE COMMISSIE van 17 oktober 2008 tot vaststelling van gedetailleerde maatregelen ter uitvoering van Verordening

Nadere informatie

7107/15 JVS/jvc DGD 1. Raad van de Europese Unie. Brussel, 28 april 2015 (OR. en) 7107/15. Interinstitutioneel dossier: 2015/0049 (NLE)

7107/15 JVS/jvc DGD 1. Raad van de Europese Unie. Brussel, 28 april 2015 (OR. en) 7107/15. Interinstitutioneel dossier: 2015/0049 (NLE) Raad van de Europese Unie Brussel, 28 april 2015 (OR. en) 7107/15 Interinstitutioneel dossier: 2015/0049 (NLE) VISA 85 COLAC 20 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Overeenkomst tussen de

Nadere informatie

AEOF-certificaat factsheet

AEOF-certificaat factsheet Europese Commissie - AEO Opleidingsmodule voor Marktdeelnemers AEOF-certificaat factsheet oktober 2007 AEOF betekent AEO-certificaat voor Douanevereenvoudigingen en Veiligheid. Een AEO-certificaat voor

Nadere informatie

Informatieblad Vertegenwoordiging 1

Informatieblad Vertegenwoordiging 1 Informatieblad Vertegenwoordiging Op dit informatieblad staan veelgestelde vragen over vertegenwoordiging 1 Algemeen 2 Bijzondere verplichtingen/verantwoordelijkheden partijen 3 Machtiging en opdracht

Nadere informatie

BIJLAGE. bij. Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

BIJLAGE. bij. Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 20.12.2017 COM(2017) 830 final ANNEX 1 BIJLAGE bij Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot aanvulling van het Besluit van de Raad van 22 mei 2017 waarbij machtiging wordt

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 11117 5 juni 2012 Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 29 mei 2012, nr. WJZ

Nadere informatie

AANGENOMEN TEKSTEN Voorlopige uitgave

AANGENOMEN TEKSTEN Voorlopige uitgave Europees Parlement 2014-2019 AANGENOMEN TEKSTEN Voorlopige uitgave P8_TA-PROV(2019)0047 Douanewetboek van de Unie: opname van de Italiaanse gemeente Campione d'italia en de Italiaanse wateren van het meer

Nadere informatie

De Vennootschap (Handelsnaam of benaming, rechtsvorm, nationaliteit, zetel) :

De Vennootschap (Handelsnaam of benaming, rechtsvorm, nationaliteit, zetel) : Provincie Stad Aanbestedende overheid Benaming van de opdracht Limburg Sint-Truiden Wegen en Verkeer Limburg Aanpassing N3 Rotonde Stayen OFFERTEFORMULIER De ondergetekende (Naam en voornaam) : Hoedanigheid

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD. betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD. betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 28.02.2006 COM(2006) 89 definitief Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren (door de Commissie ingediend)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017 Datum van inontvangstneming : 06/03/2017 Vertaling C-45/17-1 Zaak C-45/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 januari 2017 Verwijzende rechter: Conseil d État (Frankrijk) Datum

Nadere informatie

OFFERTEFORMULIER. Leveren en plaatse afstandsbewaking op technische infrastructuur waterlopen 2 de categorie

OFFERTEFORMULIER. Leveren en plaatse afstandsbewaking op technische infrastructuur waterlopen 2 de categorie PROVINCIE ANTWERPEN OFFERTEFORMULIER Leveren en plaatse afstandsbewaking op technische infrastructuur waterlopen 2 de categorie Gebruikte eenheid in het inschrijvingsbiljet: EURO De ondergetekende : (Naam

Nadere informatie

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE. van

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 6.6.2016 C(2016) 3347 final UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE van 6.6.2016 tot vaststelling van de lijst van bewijsstukken die visumaanvragers moeten verstrekken in Iran,

Nadere informatie

Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen BESLUIT Nr. 3 / 86 VAN HET GEMENGD COMITÉ EEG-FINLAND. van 11 december 1986

Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen BESLUIT Nr. 3 / 86 VAN HET GEMENGD COMITÉ EEG-FINLAND. van 11 december 1986 Nr. L 100 / 8 Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen 11. 4. 87 BESLUIT Nr. 3 / 86 VAN HET GEMENGD COMITÉ EEG-FINLAND van 11 december 1986 houdende aanvulling en wijziging van Protocol nr. 3 betreffende

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 maart 2008 (25.03) (OR. en) 7041/08 VISA 77 COMIX 172

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 maart 2008 (25.03) (OR. en) 7041/08 VISA 77 COMIX 172 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 7 maart 2008 (25.03) (OR. en) 704/08 VISA 77 COMIX 72 NOTA van: de Belgische, de Luxemburgse en de Nederlandse delegatie aan: de Groep visa Betreft: Initiatief van België,

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 29.3.2017 COM(2017) 153 final 2017/0069 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 17.5.2016 COM(2016) 262 final 2016/0136 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Europese Unie in de Associatieraad EU-Midden-Amerika in te nemen

Nadere informatie

Daenshuis Uitbreiding en verbouwing van een WGC Offerteformulier Blz.: O. 1 van 6. Sinte Annalaan 41 bus Aalst

Daenshuis Uitbreiding en verbouwing van een WGC Offerteformulier Blz.: O. 1 van 6. Sinte Annalaan 41 bus Aalst Daenshuis Uitbreiding en verbouwing van een WGC Offerteformulier Blz.: O. 1 van 6 BESTEK NUMMER: IN OPDRACHT VAN: GEBOUW / LIGGING: WERK / PERCEEL: 1407 Bouw en afwerking Wijkgezondheidscentrum Daenshuis

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Nieuwsbrief Rijksdienst voor Sociale zekerheid Directie Internationale Betrekkingen www.rsz.fgov.be Onderwerp Interimakkoorden en Europese Overeenkomst inzake Sociale Zekerheid: achterhaald?

Nadere informatie

DETACHERING DEFINITIE = TIJDELIJKE TEWERKSTELLING IN EEN ANDER LAND MAAR ONDERWORPEN BLIJVEN AAN DE SOCIALE ZEKERHEID VAN UW NORMAAL WERKLAND

DETACHERING DEFINITIE = TIJDELIJKE TEWERKSTELLING IN EEN ANDER LAND MAAR ONDERWORPEN BLIJVEN AAN DE SOCIALE ZEKERHEID VAN UW NORMAAL WERKLAND DETACHERING DEFINITIE = TIJDELIJKE TEWERKSTELLING IN EEN ANDER LAND MAAR ONDERWORPEN BLIJVEN AAN DE SOCIALE ZEKERHEID VAN UW NORMAAL WERKLAND WETTELIJKE BASIS Europese Verordening 883/2004 die in voege

Nadere informatie

Overeenkomst/machtiging voor het optreden als direct vertegenwoordiger met financiële faciliteiten

Overeenkomst/machtiging voor het optreden als direct vertegenwoordiger met financiële faciliteiten Overeenkomst/machtiging voor het optreden als direct vertegenwoordiger met financiële faciliteiten Ondergetekenden, Opdrachtgever / Direct vertegenwoordigde Bedrijfsnaam :... Adres :... Postcode, Plaats

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 7.5.2018 COM(2018) 264 final 2018/0125 (NLE) Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1388/2013 betreffende de opening en het beheer

Nadere informatie

Toelichting op de voorwaarden om in aanmerking te komen voor een AEO-certificaat en de te volgen procedure voor multinationals en grote ondernemingen

Toelichting op de voorwaarden om in aanmerking te komen voor een AEO-certificaat en de te volgen procedure voor multinationals en grote ondernemingen Bijlage 1 Toelichting op de voorwaarden om in aanmerking te komen voor een AEO-certificaat en de te volgen procedure voor multinationals en grote ondernemingen 1. Juridische mededeling In dit document

Nadere informatie

23.3.2011 Publicatieblad van de Europese Unie L 77/25

23.3.2011 Publicatieblad van de Europese Unie L 77/25 23.3.2011 Publicatieblad van de Europese Unie L 77/25 VERORDENING (EU) Nr. 284/2011 VAN DE COMMISSIE van 22 maart 2011 tot vaststelling van specifieke voorwaarden en gedetailleerde procedures voor de invoer

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 10.3.2016 COM(2016) 133 final 2016/0073 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in de Gemengde Commissie die

Nadere informatie

KROATIË BENODIGDE TRANSPORTVERGUNNINGEN. 1. Benodigde transportvergunningen voor Nederlandse vervoerders

KROATIË BENODIGDE TRANSPORTVERGUNNINGEN. 1. Benodigde transportvergunningen voor Nederlandse vervoerders KROATIË BENODIGDE TRANSPORTVERGUNNINGEN 1. Benodigde transportvergunningen voor Nederlandse vervoerders - Gewaarmerkte kopie Eurovergunning voor grensoverschrijdend vervoer. - Voor het vervoer naar, van

Nadere informatie

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2018/724 VAN DE COMMISSIE

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2018/724 VAN DE COMMISSIE L 122/14 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2018/724 VAN DE COMMISSIE van 16 mei 2018 betreffende bepaalde handelspolitieke maatregelen met betrekking tot bepaalde producten van oorsprong uit de Verenigde Staten

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 1028 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Nadere informatie

OPDRACHTGEVEND BESTUUR. Gemeente Lint Koning Albertstraat Lint. BRANDVEILIG MAKEN ontmoetingscentrum De Witte Merel FASE 4

OPDRACHTGEVEND BESTUUR. Gemeente Lint Koning Albertstraat Lint. BRANDVEILIG MAKEN ontmoetingscentrum De Witte Merel FASE 4 OPDRACHTGEVEND BESTUUR Gemeente Lint Koning Albertstraat 41 2547 Lint BRANDVEILIG MAKEN ontmoetingscentrum De Witte Merel FASE 4 INSCHRIJVINGSBILJET. Gebruikte eenheid in het inschrijvingsbiljet: EURO.

Nadere informatie

UE-MA 2705/ : :41 AL/ih NL

UE-MA 2705/ : :41 AL/ih NL ASSOCIATIE TUSSEN DE EUROPESE UNIE EN MAROKKO - De Associatieraad - Brussel, 27 juli 2005 (OR. en) UE-MA 2705/05 OC 560 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE RAAD betreffende

Nadere informatie

GEMOTIVEERD ADVIES VAN EEN NATIONAAL PARLEMENT INZAKE DE SUBSIDIARITEIT

GEMOTIVEERD ADVIES VAN EEN NATIONAAL PARLEMENT INZAKE DE SUBSIDIARITEIT Europees Parlement 2014-2019 Commissie juridische zaken 19.5.2016 GEMOTIVEERD ADVIES VAN EEN NATIONAAL PARLEMENT INZAKE DE SUBSIDIARITEIT Betreft: Gemotiveerd advies van de Poolse Sejm inzake het voorstel

Nadere informatie

Bijeenkomst Overzicht bijzonderheden. Achteraf afgeven certificaat. Bijzonderheden en vereenvoudigingen

Bijeenkomst Overzicht bijzonderheden. Achteraf afgeven certificaat. Bijzonderheden en vereenvoudigingen Bijeenkomst 34-3 Bijzonderheden en vereenvoudigingen 1 Overzicht bijzonderheden achteraf afgeven certificaten afgifte duplicaten vervanging certificaten onvolledige aangifte (overlegging achteraf) EUR.1

Nadere informatie

388 der Beilagen XXII. GP - Staatsvertrag - Schlussakte Niederländisch (Normativer Teil) 1 von 11 SLOTAKTE. AF/CE/LB/nl 1

388 der Beilagen XXII. GP - Staatsvertrag - Schlussakte Niederländisch (Normativer Teil) 1 von 11 SLOTAKTE. AF/CE/LB/nl 1 388 der Beilagen XXII. GP - Staatsvertrag - Schlussakte Niederländisch (Normativer Teil) 1 von 11 SLOTAKTE AF/CE/LB/nl 1 2 von 11 388 der Beilagen XXII. GP - Staatsvertrag - Schlussakte Niederländisch

Nadere informatie

DIRECTE VERTEGENWOORDIGING

DIRECTE VERTEGENWOORDIGING Overeenkomst/machtiging voor het optreden als direct vertegenwoordiger met financiële faciliteiten Ondergetekenden, Opdrachtgever / Direct vertegenwoordigde Bedrijfsnaam :... Adres :... Postcode, Plaats

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 17.6.2003 COM(2003) 348 definitief 2003/0127 (CNS) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij de lidstaten worden gemachtigd in het belang van de Europese

Nadere informatie

Voor de delegaties gaat hierbij de ontwerp-verordening zoals deze er na de vergadering van de Groep visa van 20 februari 2003 uitziet.

Voor de delegaties gaat hierbij de ontwerp-verordening zoals deze er na de vergadering van de Groep visa van 20 februari 2003 uitziet. Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 26 februari 2003 (10.03) (OR. en) PUBLIC 6614/03 Interinstitutioneel dossier: 2003/0027 (CNS) LIMITE VISA 35 COMIX 117 NOTA van: aan: nr. Comv.: Betreft: het

Nadere informatie