APPLICATION MANAGER. Gebruikershandleiding. Dit document beschrijft hoe Brain Force Application Manager gebruikt kan worden.

Transcriptie

1 APPLICATION MANAGER Gebruikershandleiding AUTHEUR(S) Tom van Lint VERSIE [Versie] Concept KLANTNAAM BRAIN FORCE B.V. DATUM 9 april 2015 SAMENVATTING Dit document beschrijft hoe Brain Force Application Manager gebruikt kan worden. BRAIN FORCE BV P.O. BOX BA VEENENDAAL VENDELIER PD VEENENDAAL T INFO@BRAINFORCE.NL

2 Revisie Tabel Datum Gewijzigd door Versie Status Toelichting 7 juli 2014 Tom van Lint 0.1 Concept Initiële versie 23 juli 2014 Frans Snijders 0.2 Concept Toevoegen, verwijderen van applicatie en package toegevoegd. 25 juli 2014 Cor Besseling 0.3 Concept Toegevoegd AM Data Collector VERSIE [Versie] Concept 2/55

3 Inhoud 1 Inleiding Error! Bookmark not defined. 1.1 Achtergrond Error! Bookmark not defined Opdracht omschrijving Error! Bookmark not defined. 2 Application Lifecycle proces Error! Bookmark not defined. 3 Technische eisen voor Application ManagerError! Bookmark not defined. 4 Registreren en eerste gebruik Registratie 4 5 Application Manager instellingen Instellingen Settings Manage tenant users Manage groups Manage lookup lists Manage API key Switch Tenant 13 6 Gebruikers Interface Applications Toevoegen nieuwe applicatie in A.M Verwijderen applicatie uit A.M Packages Toevoegen Package in A.M Verwijderen Package uit A.M Activities Remarks 50 7 Application Manager Management functies Rapportage functionaliteit 50 8 AM Data Collector voor Packaging Robot Installeren AM Data Collector Instellen activities.xml Ophalen data multi value Multi Value Package informatie Multi Value Applicatie informatie 54 Bijlagen VERSIE [Versie] Concept 3/55

4 1 Registreren en eerste gebruik 1.1 Registratie Als aan alle voorwaarden uit hoofdstuk 3 voldaan is, kan men zich gaan aanmelden voor Application Manager. BRAIN FORCE B.V. Support maakt de omgeving voor uw bedrijf in Application Manager gereed. De aangeleverde hoofdgebruiker ontvangt een mailtje met inloggegevens. Hierbij dient rekening te worden gehouden dat de opgegeven inlognaam verbonden is aan een Microsoft Live account. Afbeelding 1 Disclaimer: Dit account is noodzakelijk om op de Windows Azure omgeving te werken en zal op geen enkele wijze voor andere doeleinden worden gebruikt. VERSIE [Versie] Concept 4/55

5 2 Application Manager instellingen Eenmaal ingelogd komt men in een scherm waarbij welke uit 3 delen bestaat. Hier wordt verder in deze handleiding op in gegaan. Rechts boven ziet men een viertal opties voor instellingen en om uit te loggen. De 3 knoppen verwijzen elk naar een ander gedeelte van de instellingen. Afbeelding Instellingen Afbeelding 3 Door het klikken op de gebruikersnaam, wordt het volledige menu getoond. Van hier uit heeft men onder andere de mogelijkheid om lijsten en gebruikers te beheren. VERSIE [Versie] Concept 5/55

6 2.1.1 Settings Afbeelding 4 De eerste knop Settings geeft de applicatieinformatie weer. Deze informatie kan relevant zijn indien er ondersteuning nodig is Manage tenant users Afbeelding 5 De tweede knop Manage tenant users biedt de gelegenheid om gebruikers te beheren. Om een gebruiker toe te voegen, klikt men op het teken aan de rechterkant. VERSIE [Versie] Concept 6/55

7 Afbeelding 6 Hier vult men de betreffende informatie in en slaat dit op door op de Save knop te klikken. De waarde ExpireDate wordt automatisch gevuld. Indien het account een beperkte geldigheid moet hebben, dient dit worden ingevuld volgens de waarde 1/1/ :00 AM. Indien alle informatie naar tevredenheid is ingevuld, klikt men op het teken aan de rechterkant. Hiermee wordt de gebruiker uitgenodigd om gebruik te maken van Application Manager. De uitnodiging zoals in afbeelding 1 zal naar het opgegeven adres worden gestuurd. Indien de informatie juist is ingevuld zal men het volgende venster te zien krijgen: Afbeelding 7 Een adres mag eenmaal voorkomen. Indien het adres al aan een bestaande gebruiker gekoppeld is, zal de nieuwe gebruiker niet worden toegevoegd. VERSIE [Versie] Concept 7/55

8 Afbeelding 7 Indien de informatie moet worden bijgewerkt, dient men op de betreffende regel te dubbelklikken Manage groups Afbeelding 8 De derde knop Manage groups gebruikt men om de aangemaakte gebruikers onder te brengen in groepen met bepaalde rechten. VERSIE [Versie] Concept 8/55

9 5.1.4 Manage lookup lists Afbeelding 9 VERSIE [Versie] Concept 9/55

10 De vierde knop Manage lookup lists geeft direct na erop klikken een nieuw menu weer. In dit menu kunnen alle waardes die in een lijst staan worden aangepast en nieuwe waardes kunnen worden toegevoegd. In dit nieuwe menu, geeft de eerste knop afbeelding 4. nogmaals de Application information weer, zoals in De tweede knop Manage lijsten ) biedt de mogelijkheid om alle algemene lijsten te beheren. Door te klikken op de knop krijgt men de gelegenheid waardes toe te voegen in de bestaande lijst. Afbeelding 10 Afbeelding 11 Zoals in afbeelding 10 te zien is, heeft men de gelegenheid om hier nieuwe waardes toe te voegen aan bestaande lijsten. De volledige lijsten zijn te zien in afbeelding 11. VERSIE [Versie] Concept 10/55

11 Afbeelding 12 De derde knop Manage suppliers biedt de mogelijkheid om leveranciers toe te voegen. De knop geeft toegang tot het scherm waar detail informatie ingevuld kan worden. Afbeelding 13 Met de vierde knop Manage vendor kunt u (software) fabrikanten toevoegen. VERSIE [Versie] Concept 11/55

12 Afbeelding 14 Met de vijfde knop Manage language is het mogelijk om de lijst met talen te beheren Manage API key Afbeelding 15 Een van de krachtige punten van Application Manager is dat alle informatie op een overzichtelijke manier naar Excel te exporteren is. Om te waarborgen dat men met de juiste eigen gegevens werkt, is het noodzakelijk om een aantal stappen te volgen. Deze stappen worden uitgelegd in hoofdstuk 6 (+) klopt dit nog bij de oplevering?. VERSIE [Versie] Concept 12/55

13 5.1.6 Switch Tenant Afbeelding 16 De derde knop (de gebogen pijltjes) biedt de mogelijkheid om te wisselen van Tenant / omgeving. Dit zal alleen van toepassing zijn Indien de ingelogde gebruiker rechten heeft op meer dan één project. VERSIE [Versie] Concept 13/55

14 3 Gebruikers Interface 3.1 Applications Toevoegen nieuwe applicatie in A.M. Start Application Manager op en Log In. Selecteer Applications VERSIE [Versie] Concept 14/55

15 Klik op het + teken om een applicatie toe te voegen. VERSIE [Versie] Concept 15/55

16 Voordat de applicatie wordt toegevoegd binnen de Application Manager is het raadzaam om de applicatie eerst te installeren op een (schone) machine. Hiermee kan vaak onder de help file de producentnaam, de naam en de versie van de applicatie worden achterhaald. Na het opstaren van de applicatie wordt tevens duidelijk welke taal de applicatie heeft. VERSIE [Versie] Concept 16/55

17 Vul de applicatienaam in. Onder Producent klik op Add new value, indien de Producent nog niet bestaat. Vul de Vendor Name in. Vul de Vendor Website in. VERSIE [Versie] Concept 17/55

18 Klik op de save button. Vul onder Producent ibm in. Selecteer de VendorName IBM Corporation. VERSIE [Versie] Concept 18/55

19 Officiële applicatie naam: Vul de applicatie versie in. Selecteer onder Architectuur het systeem waarop de applicatie geïnstalleerd gaat worden. Selecteer onder Status, verzocht wanneer met de applicatie kan worden gestart. Selecteer onder Taal, de taal van de applicatie. VERSIE [Versie] Concept 19/55

20 Vul de Asset ID in, indien deze wordt gebruikt, de Asset ID is een soort label welke voor diverse doeleinden kan worden gebruikt. Selecteer door wie de applicatie is aangevraagd. VERSIE [Versie] Concept 20/55

21 Selecteer de machine waarop de applicatie geïnstalleerd gaat worden. Selecteer de Technisch Applicatie beheerder. Selecteer de Functionele applicatie beheerder. VERSIE [Versie] Concept 21/55

22 Save de applicatie door op het floppy icoon te klikken. Opbouw van de applicatie naam: VERSIE [Versie] Concept 22/55

23 Selecteer Applications Vul Spss in en druk op Enter. De geselecteerde applicatie wordt nu zichtbaar. Dubbelklik nu op de applicatie. VERSIE [Versie] Concept 23/55

24 Selecteer Attributen. VERSIE [Versie] Concept 24/55

25 Deze applicatie vervangt, geef hier de naam van de applicatie welke wordt vervangen door de nieuwe applicatie. Selecteer onderdeel van andere applicatie, indien van toepassing. Selecteer Applicatietype. Selecteer Software categorie. VERSIE [Versie] Concept 25/55

26 Applicatie Installatie vereisten, geef hier aan welke applicaties benodigd zijn om de applicatie te kunnen installeren, b.v. de applicatie Progress OpenEdge 10.1C deze is benodigd om de applicatie Mips Glims te kunnen installeren, zonder Progress OpenEdge 10.1C kan de applicatie dus niet geinstalleerd worden. Installatiebron locatie, geef hier de locatie van de applicatie source aan. Selecteer Updatecyclus. Installatiebeschrijving, geef hier de locatie van de installatiebeschrijving aan. Testbeschrijving, geef hier de locatie van de testbeschrijving aan. VERSIE [Versie] Concept 26/55

27 Selecteer het Doel platform. VERSIE [Versie] Concept 27/55

28 Applicatie afhankelijkheden, geef hier de applicaties weer waar de applicatie een afhankelijkheid mee heeft, b.v. Adobe Reader, binnen een applicatie worden regelmatig pdf files als help files gebruikt, Adobe Reader is dus een afhankelijkheid. Adobe Reader is geen installatie vereiste omdat de applicatie geïnstalleerd kan worden zonder dat daarbij Adobe Reader benodigd is. Gebruikershandleiding, geef hier de locatie van een eventueel Gebruikershandleiding weer. Selecteer Software level van de applicatie. Distributie groep, dit zijn de AD groepen die gebruikt worden voor de betreffende applicatie. Selecteer Rationalisatie VERSIE [Versie] Concept 28/55

29 Selecteer de afdeling waarvoor de applicatie voor bestemd is. Selecteer het bedrijfsproces. Selecteer Rationalisatie status VERSIE [Versie] Concept 29/55

30 Selecteer Licenties Selecteer Licentie type, vul de overige gegevens in. VERSIE [Versie] Concept 30/55

31 Selecteer Compatibiliteit. Geef de compatibiliteit van de applicatie aan in het Platform Compatibility overzicht. VERSIE [Versie] Concept 31/55

32 3.1.2 Verwijderen applicatie uit A.M. Selecteer de applicatie welke uit de Application Manager verwijderd dient te worden. Klik vervolgens op het vuilnisbak icoon. Klik op OK VERSIE [Versie] Concept 32/55

33 3.2 Packages Toevoegen Package in A.M. Selecteer Applications Vul Spss in en druk op Enter. De geselecteerde applicatie wordt nu zichtbaar. VERSIE [Versie] Concept 33/55

34 Dubbelklik nu op de applicatie. Klik op het + teken naast Related Packages (0) om een package toe te voegen. VERSIE [Versie] Concept 34/55

35 Selecteer Package type Package versie Selecteer Packages status VERSIE [Versie] Concept 35/55

36 Selecteer SLA. VERSIE [Versie] Concept 36/55

37 Selecteer Ontwikkeling. Selecteer de Package engineer Selecteer de Package methode Wanneer na het selecteren van de Package engineer en de Package methode, de package wordt opgeslagen en daarna opnieuw geopend, wordt bovenstaand venster weergegeven. VERSIE [Versie] Concept 37/55

38 Selecteer Package. Package locatie: S:\Applications\IbmCorporation_SpssStatistics_22_EN_x86_W7x86_01\Package Package bestandsnaam: IbmCorporation_SpssStatistics_22_EN_x86_W7x86_01 Package documentatie: S:\Applications\IbmCorporation_SpssStatistics_22_EN_x86_W7x86_01\Documentation VERSIE [Versie] Concept 38/55

39 Voorgeïnstalleerde packages, selecteer hier de packages die eventueel vooraf geïnstalleerd moeten worden. VERSIE [Versie] Concept 39/55

40 VERSIE [Versie] Concept 40/55

41 VERSIE [Versie] Concept 41/55

42 Selecteer Test. Wanneer de package in de Test fase wordt aangeboden dan dient de Package status onder het tabblad Algemeen aangepast te worden naar Test. VERSIE [Versie] Concept 42/55

43 Selecteer de Test engineer. Selecteer de Geteste platformen. VERSIE [Versie] Concept 43/55

44 Selecteer het Test resultaat. Selecteer UAT. Wanneer de package in de UAT fase wordt aangeboden dan dient de Package status onder het tabblad Algemeen aangepast te worden naar UAT. VERSIE [Versie] Concept 44/55

45 Selecteer de Test gebruiker. Selecteer Gebruikertest resultaat. Selecteer Deployment. Wanneer de package in de Deployement fase wordt aangeboden dan dient de Package status onder het tabblad Algemeen aangepast te worden naar Deployment. VERSIE [Versie] Concept 45/55

46 Selecteer de Distributie beheerder. Selecteer de applicatie distributie methode. VERSIE [Versie] Concept 46/55

47 Selecteer Packages VERSIE [Versie] Concept 47/55

48 De package is nu zichtbaar in het overzicht, is dit niet het geval klik op het gebogen pijl icoon. VERSIE [Versie] Concept 48/55

49 Verwijderen Package uit A.M. Selecteer de package welke uit de Application Manager verwijderd dient te worden. Klik vervolgens op het vuilnisbak icoon. Klik op OK VERSIE [Versie] Concept 49/55

50 6.1 Activities 6.2 Remarks 7 Application Manager Management functies 7.1 Rapportage functionaliteit VERSIE [Versie] Concept 50/55

51 8 AM Data Collector voor Packaging Robot Voor het vullen van de documentatie, die met Packaging Robot 3.x kan worden gegenereerd tijdens een package run, kan de AM Data Collector worden geïmplementeerd. 8.1 Installeren AM Data Collector Kopieer de volgende bestanden naar C:\Packages\Working op de package stations: - AMXmlDataCollector.exe - AMXmlDataCollector.exe.config - Microsoft.Threading.Tasks.dll - Microsoft.Threading.Tasks.Extensions.dll - Simple.OData.Client.Net40.dll - System.Net.Http.Extensions.dll - System.Net.Http.Primitives.dll Open een CMD box. Voer het volgende commando uit, waarbij de variabelen zijn vervangen door die in AM worden gebruikt: C:\Packages\Working\AMXmlDataCollector.exe -u <Application Manager Address> -p <Api Key> -t <Tenant ID> Bijvoorbeeld: C:\Packages\Working\AMXmlDataCollector.exe -u -p BRNdch99Aq7pmsRK -t 59a7bb0c-4d a19f-15afb09bba57 VERSIE [Versie] Concept 51/55

52 8.2 Instellen activities.xml Alle stappen die in Packaging Robot (PR) worden uitgevoerd, staan geconfigureerd in de Activities.xml. Standaard wordt PR geïnstalleerd zónder data collector. De standaard XML zal zodoende vervangen moeten worden. Browse naar C:\ProgramData\BRAIN FORCE\Packaging Robot\Configuration. Selecteer de activities.xml en druk op F2 Wijzig de naam in activities default.xml. Kopieer de bij AM Data Collector geleverde activities.xml bestanden naar C:\ProgramData\BRAIN FORCE\Packaging Robot\Configuration. Twee activities XML worden geleverd: VERSIE [Versie] Concept 52/55

53 o Activities AMData PL.xml Leest de data uit AM gebaseerd op de Package List o Activities AMData PLO.xml Leest de data uit AM gebaseerd op de Official Name Package List Kopieer de gewenste XML op dezelfde plek en hernoem de naar activities.xml Let op: Indien PR eerder al eens is opgestart met de oude activities.xml, dan dient PR eenmalig opgestart te worden met het volgende commando: "C:\Program Files\BRAIN FORCE\Packaging Robot\Packaging Wizard\PackagingWizard.exe" /restart Maak vervolgens een snapshot van het package station om alle wijzingen te bewaren. 8.3 Ophalen data multi value Binnen AM kan gebruik worden gemaakt van multi value drop down boxen. Deze worden door de standaard Data Collector niet opgehaald. Wanneer deze informatie gebruikt moet worden in de documentatie, kan de activities.xml worden aangepast. Dit kan op diverse manieren en kan worden geïmplementeerd door een BRAIN FORCE specialist Multi Value Package informatie De volgende velden zijn multi value velden binnen de Package informatie: Veldnaam Veld waarde TestedPlatform 23 PackageEngineers 25 VERSIE [Versie] Concept 53/55

54 TestEngineer 26 PackageDependencies 27 TestUsers 29 DeploymentAdmin 30 Door onderstaande code in een VB-script op te slaan en deze als nieuw stap te laten uitvoeren in PR kunnen bovenstaande waardes worden opgehaald. Dim oshell Set oshell = WScript.CreateObject("WScript.Shell") result = oshell.run( "C:\Packages\Working\AMXmlDataCollector.exe -o C:\Packages\Working\AM-MVP-23.xml -a MVP -s 23 -i C:\Packages\Working\output.xprml", 1, TRUE) result = oshell.run( "C:\Packages\Working\AMXmlDataCollector.exe -o C:\Packages\Working\AM-MVP-25.xml -a MVP -s 25 -i C:\Packages\Working\output.xprml", 1, TRUE) result = oshell.run( "C:\Packages\Working\AMXmlDataCollector.exe -o C:\Packages\Working\AM-MVP-26.xml -a MVP -s 26 -i C:\Packages\Working\output.xprml", 1, TRUE) result = oshell.run( "C:\Packages\Working\AMXmlDataCollector.exe -o C:\Packages\Working\AM-MVP-27.xml -a MVP -s 27 -i C:\Packages\Working\output.xprml", 1, TRUE) result = oshell.run( "C:\Packages\Working\AMXmlDataCollector.exe -o C:\Packages\Working\AM-MVP-29.xml -a MVP -s 29 -i C:\Packages\Working\output.xprml", 1, TRUE) result = oshell.run( "C:\Packages\Working\AMXmlDataCollector.exe -o C:\Packages\Working\AM-MVP-30.xml -a MVP -s 30 -i C:\Packages\Working\output.xprml", 1, TRUE) Multi Value Applicatie informatie De volgende velden zijn multi value velden binnen de Applicatie informatie: Veldnaam Veld waarde FinancialOwner 6 VendorID 7 ApplicationDepartment 12 ApplicationBussinessProcess 13 ApplicationPerequisites 14 ApplicationReplaces 19 ApplicationTargetPlatform 22 ApplicationDeliveryMethode 33 ApplicationSoftwareCatagory 34 ApplicationDependencies 35 ApplicationDeploymentMethod 37 Door onderstaande code in een VB-script op te slaan en deze als nieuw stap te laten uitvoeren in PR kunnen bovenstaande waardes worden opgehaald. Dim oshell Set oshell = WScript.CreateObject("WScript.Shell") result = oshell.run( "C:\Packages\Working\AMXmlDataCollector.exe -o C:\Packages\Working\AM-MVA-6.xml -a MVA -s 6 -i C:\Packages\Working\output.xprml", 1, TRUE) result = oshell.run( "C:\Packages\Working\AMXmlDataCollector.exe -o C:\Packages\Working\AM-MVA-7.xml -a MVA -s 7 -i C:\Packages\Working\output.xprml", 1, TRUE) result = oshell.run( "C:\Packages\Working\AMXmlDataCollector.exe -o C:\Packages\Working\AM-MVA-12.xml -a MVA -s 12 -i C:\Packages\Working\output.xprml", 1, TRUE) result = oshell.run( "C:\Packages\Working\AMXmlDataCollector.exe -o C:\Packages\Working\AM-MVA-13.xml -a MVA -s 13 -i C:\Packages\Working\output.xprml", 1, TRUE) result = oshell.run( "C:\Packages\Working\AMXmlDataCollector.exe -o C:\Packages\Working\AM-MVA-14.xml -a MVA -s 14 -i C:\Packages\Working\output.xprml", 1, TRUE) result = oshell.run( "C:\Packages\Working\AMXmlDataCollector.exe -o C:\Packages\Working\AM-MVA-19.xml -a MVA -s 19 -i C:\Packages\Working\output.xprml", 1, TRUE) result = oshell.run( "C:\Packages\Working\AMXmlDataCollector.exe -o C:\Packages\Working\AM-MVA-22.xml -a MVA -s 22 -i C:\Packages\Working\output.xprml", 1, TRUE) result = oshell.run( "C:\Packages\Working\AMXmlDataCollector.exe -o C:\Packages\Working\AM-MVA-33.xml -a MVA -s 33 -i C:\Packages\Working\output.xprml", 1, TRUE) result = oshell.run( "C:\Packages\Working\AMXmlDataCollector.exe -o C:\Packages\Working\AM-MVA-34.xml -a MVA -s 34 -i C:\Packages\Working\output.xprml", 1, TRUE) VERSIE [Versie] Concept 54/55

55 result = oshell.run( "C:\Packages\Working\AMXmlDataCollector.exe -o C:\Packages\Working\AM-MVA-35.xml -a MVA -s 35 -i C:\Packages\Working\output.xprml", 1, TRUE) result = oshell.run( "C:\Packages\Working\AMXmlDataCollector.exe -o C:\Packages\Working\AM-MVA-37.xml -a MVA -s 37 -i C:\Packages\Working\output.xprml", 1, TRUE) VERSIE [Versie] Concept 55/55