FC 785-PC. Gebruiksaanwijzing (Opbouw en Inbouw) Omschrijving : FC 785-PC Fruitthermostaat Doc.nr.:

Transcriptie

1 FC 785PC Gebruiksaanwijzing (Opbouw en Inbouw) Omschrijving : FC 785PC Fruitthermostaat Doc.nr.: Soort: HANDLEIDING Aantal bladen: 24 Versie: V2.1 Bestand: Do FC785PC v2.1 NL.wpd Software: FC785PC V2.7 Door: BJB Datum: VDH Products BV Roden Holland Paraaf: Kast: Doc'99

2 FC 785PC Klant : Algemeen Pagina : 2 van 24 Inhoudsopgave 1. Technische specificaties FC 785PC regelaar LMS Relais (uitbreidings) module LMS Pt1 (uitbreidings) module LMS Supply module tbv uitbeidings modules Functionele specificaties Bediening Aan/uit zetten van de regelaar Uitlezen van de voeler groepen Uitlezen voelers apart Uitlezen en wijzigen setpoint en differentie Fase regelaar instellen Ventilatiemode koelen instellen Ontdooimode instellen Handmatig starten ontdooiing Tijd uitlezen en bijstellen Uitlezen en resetten van de puls en urentellers Het menu Programmeren interne instellingen Parametertabel Voeler kalibratie Alarmeringen Frontaanzichten Aansluitschema's Maatgegevens...24 Bij de samenstelling van dit document is met de meeste zorg te werk gegaan en de informatie hierin wordt geacht betrouwbaar te zijn. VDH Products aanvaardt echter geen enkele aansprakelijkheid voor eventuele fouten of vergissingen en behoudt zich het recht voor dit document zonder kennisgeving aan te passen of te wijzigen.

3 FC 785PC Klant : Algemeen Pagina : 3 van Technische specificaties 1.1 FC 785PC regelaar: Algemeen Type : FC 785PC Fruitthermostaat Opbouwuitvoering: Huis : Grijs kunststof Materiaal : Polystyrol 454h KG 2 natur BASF Afmetingen : 213 x 18 x 85mm (bhd) Front : Polycarbonaat (IP44) Inbouwuitvoering: Huis : Plaatstaal inbouwpaneel Materiaal : Plaatstaal zilvergrijs gespoten Afmetingen : 217 x 155 x 85mm (bhd) Paneeluitsparing : min. 28 x 146mm (bh) Front : Polycarbonaat (IP44) Temperatuurbereik : 4./+5. C per,1 C Voeding : 23 Vac; 5/6 Hz (1/+5%). Opgenomen verm. : 9 VA Werktemperatuur : 2/+5 C Opslagtemperatuur : 2/+6 C Werkvochtigheid : 1/+9 % RH niet condenserend Nauwkeurigheid : ±,5 % van het bereik Let op: Het softwareversienummer van de FC 785PC regelaar is op te vragen met parameter P991. Om de samenwerking van meerdere FC 785PC regelaars op 1 alfanetwerk te realiseren wordt geadviseerd om FC 785PC regelaars toe te passen met gelijke softwareversienummers. Regelaars met verschillende softwareversienummers kunnen mogelijk niet correct met elkaar samenwerken. Front Display : 4cijferig digitaal display t.b.v. de gemeten temperatuur 4cijferig digitaal display t.b.v. pulsenteller 4cijferig digitaal display t.b.v. realtime klok 4cijferig digitaal display t.b.v. urenteller Led's : Regel = Led Regeltemperatuur op display Produkt Ontd. = Led Produkttemperatuur op display = Led Ontdooitemperatuur op display = Led Alarm actief (knipperend) = Led Koeling actief = Led Ontdooiing actief = Led Ventilator actief (relais functie automatisch ventileren en/of ventileren tijdens koelen ) = Led Ventilatiemode koelen op automatisch = Led Ventilatiemode koelen op continu Sper = Led Spertijd actief = Led ontdooimode op geen ontdooiing = Led ontdooimode op natuurlijk ontdooiing = Led ontdooimode op elektrische ontdooiing = Led ontdooimode op heetgas ontdooiing Led Ontdooien actief knippert als de regelaar wil gaan ontdooien/heeft aangevraagd maar nog verhinderd wordt. Led Ventilator actief brandt als er een ventilator aanstaat. Dat kan zijn in verband met relaisfuncties ventileren tijdens koelen (P41,P956) en/of automatisch ventileren (P42..P412, P957).

4 FC 785PC Klant : Algemeen Pagina : 4 van 24 Het temperatuurdisplay (linksboven) toont door gedurende de tijd dat de deur open staat (deurcontact). Deze tijd is gemaximaliseerd met parameter P92. De meest rechter decimale punt van het temperatuurdisplay (linksboven) brandt als er bevochtigd wordt. Als deze punt knippert wil de regelaar bevochtigen maar wordt daarin nog verhinderd (door de instellingen met parameter P393 en P394). De meest linker decimale punt van het temperatuurdisplay (linksboven) knippert als er een opdracht Opschonen log wordt uitgevoerd. Deze opdracht kan via het alfanet worden gegeven. De leds bij de INKOELFASE en BEWAARFASE toetsen knipperen beide als de regelaar in de standbyfase is. Alle decimale punten van het temperatuur en klokdisplay (bovenste displays) knipperen als er wordt ontvochtigd. Toetsen : AAN/UIT = Aan/uit toets regelaar met Led SETP. = Setpoint druktoets met Led (UP) = Up toets (DOWN) = Down toets DIFF. = Differentie toets met Led = Ventilatiemode koelen auto/continu toets SENS. = Sensor omschakel toets INKOEL FASE = Starttoets inkoelfase met Led BEWAAR FASE = Starttoets bewaarfase met Led = Ontdooimode keuze toets = Resettoets pulsteller = Resettoets urenteller = Klok instellen toets In en Uitgangen Voelers : Temperatuurvoeler1, def. Regel (Pt1, 3leider DIN/IEC 751) Temperatuurvoeler2, def. Produkt (Pt1, 3leider DIN/IEC 751) Temperatuurvoeler3, def. Ontd. (Pt1, 3leider DIN/IEC 751) Temperatuurvoeler4, def. niet toegewezen (Pt1, 3leider DIN/IEC 751) Letop! Voeler functies zijn programmeerbaar via de interne parameter instellingen (P11.. P116). Communicatie : I²C netwerk (Max.5 m) (2draads afgeschermd V(shield),SDA,SCL) RS485 netwerk (Max.1 km) (2xTwistedpair afgeschermd Shield,2xGND,A,B) Relaisuitgangen : RY1 Relais1, def. alarm (C/NO/NC, 25Vac/1A niet inductief) Volgende relais hebben gemeenschappelijke common; RY2 Relais2, def. niet toegewezen (NO, 25Vac/1A niet inductief) RY3 Relais3, def. niet toegewezen (NO, 25Vac/1A niet inductief) RY4 Relais4, def. niet toegewezen (NO, 25Vac/1A niet inductief) RY5 Relais5, def. niet toegewezen (NO/NC, 25Vac/1A niet inductief) Letop! Relaisfuncties zijn programmeerbaar via de interne parameter instellingen (P951.. P962). Opmerking: def. = Default (Standaard instelling vanaf fabriek).

5 FC 785PC Klant : Algemeen Pagina : 5 van 24 LET OP! RS485netwerk leggen met 2x twisted pair afgeschermde kabel,75mm2, waarbij LineA met LineA, LineB met LineB en GND met GND wordt doorverbonden. De afscherming mag alleen aan één zijde van de kabel aan aarde worden gelegd. Zorg ervoor dat de kabel zonder zijtakken wordt gelegd, met een maximale totale lengte van 1 km. Tevens dient de RS485netwerk kabel aan beide uiteinden te worden afgesloten met een weerstand van 25 Ohm tussen LineA en LineB. Als er een interface aan het einde van de kabel geplaatst is, wordt het afsluiten door middel van de jumpers geadviseerd in plaats van een weerstand. LET OP! De I2Cextension bus leggen met 2x,75mm2 afgeschermde kabel, waarbij aansluiting SCL aan SCL en SDA aan SDA gelegd moet worden en de afscherming wordt aan V gelegd (niet aan aarde leggen). Zorg ervoor dat de kabel zonder zijtakken wordt gelegd, met een maximale totale lengte van 5 meter. Deze kabel hoeft niet te worden afgesloten. Zie aansluitschema s achterin deze handleiding!! 1.2 LMS Relais (uitbreidings) module: (Max. 1 module) Voeding : 12Vdc (1mA) (Uit aparte voeding) Communicatie : I 2 C netwerk (3draads V,SDA,SCL) Adresjumpers : Relaismodule1; J1 en J2 plaatsen. Relaisuitgangen : RY1 Relais6, def. niet toegewezen (C/NO/NC, 25Vac/1A niet inductief) RY2 Relais7, def. niet toegewezen (C/NO, 25Vac/1A niet inductief) RY3 Relais8, def. niet toegewezen (C/NO, 25Vac/1A niet inductief) RY4 Relais9, def. niet toegewezen (C/NO, 25Vac/1A niet inductief) Letop! Relaisfuncties programmeerbaar via de interne parameter instellingen (P951.. P962). 1.3 LMS Pt1 (uitbreidings) module: (Max. 3 modules) Voeding : 12Vdc (1mA) (Uit aparte voeding) Communicatie : I 2 C netwerk (3draads V,SDA,SCL) Adresjumpers : Pt1module1; J1, J2 plaatsen en J3 niet plaatsen. (5 tm 8) Pt1module2; J2 plaatsen en J1, J3 niet plaatsen. (9 tm 12) Pt1module3; J1 plaatsen en J2, J3 niet plaatsen. (13 tm 16) Pt1 ingangen : Temperatuurvoeler1 (Pt1, 3leider DIN/IEC 751) Temperatuurvoeler2 (Pt1, 3leider DIN/IEC 751) Temperatuurvoeler3 (Pt1, 3leider DIN/IEC 751) Temperatuurvoeler4 (Pt1, 3leider DIN/IEC 751) Letop! Voelerfuncties programmeerbaar via de interne parameter instellingen (P11.. P116). 1.4 LMS Supply module tbv uitbeidings modules Voeding : 23Vac 5/6Hz, 7VA Uitgangspanningen : 3x 12Vdc

6 FC 785PC Klant : Algemeen Pagina : 6 van Functionele specificaties De FC 785PC kent drie fasen, nl.; 1. Standbyfase: In deze fase gaat de regelaar alleen maar koelen t.b.v. heetgas levering aan een andere regelaar die heetgas wil gaan ontdooien. De functies ontdooien, bevochtigen, ontvochtigen, verwarmen en automatisch ventileren zijn niet actief. Zie paragraaf 3.5 voor het instellen van de standbyfase. 2. Inkoelfase: Hierbij koelt de regelaar continu (indien temperatuur hoger dan setpoint). De totale koelcapaciteit binnen een subnet (P87) van de regelaars in de inkoelfase kan worden gemaximaliseerd (P84). De koelcapaciteit van elke cel moet dan op de regelaar worden ingesteld (P83). Deze maximalisatie van koelcapaciteit kan wel tot gevolg hebben dat een regelaar moet wachten totdat andere regelaars in de inkoelfase stoppen met koelen. Binnen een subnet kan de regelaar worden toegekend aan een inkoelgroep (P86). Als een regelaar start met koelen zullen andere regelaars met hetzelfde inkoelgroepnummer (P86) en subnetnummer (P87) ook starten met koelen, onafhankelijk van de eventuele maximalisatie van de koelcapaciteit. 3. Bewaarfase: Hierbij koelt de regelaar één keer in een cyclustijd van P37, totdat de temperatuur weer lager of gelijk is aan het setpoint. Tijdens deze koeling worden andere regelaars in hetzelfde subnet geblokkeerd als een instelbaar maximum aantal gelijktijdig koelende cellen (P38) is bereikt. Binnen een subnet kan de regelaar worden toegekend aan een bewaargroep. Als een regelaar start met koelen zullen andere regelaars met hetzelfde bewaargroepnummer (P82) en subnetnummer (P87) ook starten met koelen, onafhankelijk van het genoemde maximum aantal (P38). Als de temperatuur boven de maximale temperatuur boven het setpoint (P36) komt, zal de koeling ook ingeschakeld worden ondanks het feit dat de regelaar in het subnet nog niet koelen mag. Er wordt dan gewoon naar het setpoint toe gekoeld. Dit kan gebruikt worden als extra maatregel om te voorkomen dat de temperatuur te hoog wordt als de regelaar via de normale regelingen niet snel genoeg aan de beurt komt. Dat kan bijvoorbeeld optreden in fase bewaren door een te korte cyclus tijd koelen (P37) in verhouding tot het aantal regelaars. Het kan ook optreden door koelcapaciteits instellingen gemaakt met parameters P38, P83 en P84 of als er niet lang genoeg is ingekoeld. De regelparameters kunnen via een interne programmering ingesteld worden. Zo kan er gekozen worden tussen geen ontdooiing, natuurlijke ontdooiing, elektrische ontdooiing of heetgas ontdooiing. Er wordt ontdooid op realtime basis (met maximaal 12 inschakelpunten) of met een interval (P516) instelbaar tussen 1 en 48 uur. Zolang de temperatuur van de verdamper boven de ontdooivrijgavetemperatuur (P517) is, kan de ontdooiing niet gestart worden. Na het ontdooien schakelt de ventilator weer in als de ventilatorvertragingstijd (P521) is afgelopen. a. Geen ontdooiing De ventilator draait als de thermostaat vraagt. Als de koeling daarna afslaat, draait de ventilator nog gedurende een programmeerbare vertragingstijd (P41) door. b. Natuurlijke ontdooiing Ventilatorsturing tijdens koelen als bij a. De ventilator loopt door als er ontdooid wordt. De ontdooiing wordt beëindigd op tijd (P518). c. Elektrische ontdooiing Ventilatorsturing tijdens koelen als bij a. Tijdens het ontdooien is de ventilator uitgeschakeld. De ontdooiing wordt beëindigd op temperatuur (P519), met begrenzing op tijd (P518). Na het ontdooien wordt de koeling en de ventilator gedurende de uitdruptijd (P52) geblokkeerd, daarna schakelt de ventilator weer in als de ventilatorvertragingstijd (P521) is afgelopen. Als de ventilatorvertragingstijd (P521) negatief is dan draait de ventilator eerst P521, daarna komt pas de koelactie.

7 FC 785PC Klant : Algemeen Pagina : 7 van 24 d. Heetgas ontdooiing Ventilatorsturing tijdens koelen als bij a. Bij heetgas ontdooiing wordt er via het netwerk afgevraagd of één of meerdere andere regelaars aan het koelen zijn. Is dit niet het geval, dan zal de regelaar 3 wachten. Is er daarna nog geen enkele regelaar aan het koelen, dan zal de koeling van de regelaar waarvan de regelwaarde het verst van het setpoint af ligt ingeschakeld worden. Tijdens het ontdooien is de ventilator uitgeschakeld. De ontdooiing wordt beëindigd op temperatuur (P519), met begrenzing op tijd (P518). Na het ontdooien wordt de koeling en de ventilator gedurende de uitdruptijd (P52) geblokkeerd, daarna schakelt de ventilator weer in als de ventilatorvertragingstijd (P521) is afgelopen. Als de ventilatorvertragingstijd (P521) negatief is dan draait de ventilator eerst P521, daarna komt pas de koelactie. Indien een als alarmingangscontact gekozen voeleringang gesloten wordt, stopt de koeling (en ventilator) en brandt de alarmled, dit ter indicatie. 3. Bediening Nadat de regelaar van voedingsspanning is voorzien wordt enkele seconden gewacht voordat de regelaar functioneert. In het klok display (rechtsboven) staat dan St.UP. Tijdens de normale bedrijfsmode geven de bovenste displays de gemeten temperatuur en de tijd aan en in de onderste displays staan de standen van de puls en urentellers. 3.1 Aan/uit zetten van de regelaar Met de toets AAN/UIT kan de regelaar worden geactiveerd of worden uitgezet. 3.2 Uitlezen van de voeler groepen Bij het inschakelen is de gemiddelde temperatuur van de actieve regelsensoren in het temperatuurdisplay (linksboven) te zien. Het is mogelijk de gemiddelde temperatuur van de actieve produktvoelers of de laagste temperatuur van de actieve ontdooivoelers uit te lezen, door één of meerdere keren op de SENS. toets te drukken. De laatst gekozen temperatuur blijft staan. Ter indicatie van de actieve temperatuur uitlezing zijn naast het temperatuurdisplay drie LED s geplaatst Regel, Produkt en Ontd. (Opm. Bij ontdooivoeler 2 knippert dan ook nog de meest linkse LED). 3.3 Uitlezen voelers apart Druk de SETP. en de SENS. toetsen tegelijk in. In het temperatuurdisplay (linksboven) komt de waarde van sensor1 terwijl in het klok display (rechtsboven) SE 1" staat om aan te geven dat nu sensor1 wordt weergegeven. Door nu op de UP en/of DOWN toetsen te drukken worden de volgende sensors weergegeven ( SE 2" etc.). Door op de AAN/UIT toets te drukken of gedurende een aantal seconden geen toetsen in te drukken komt de regelaar weer in de normale bedrijfsmode. 3.4 Uitlezen en wijzigen setpoint en differentie Om het setpoint of de differentie uit te lezen of te veranderen moet de SETP. of DIFF. toets vastgehouden worden. Nu verschijnt het setpoint of de differentie in het temperatuurdisplay (linksboven). Deze kan nu met de UP of DOWN toets veranderd worden zolang de SETP. of DIFF. toets is ingedrukt. LET OP!! Als parameter P85 niet op staat zal het setpoint knipperen met een n ten teken dat het setpoint gekoppeld is aan een andere regelaar.

8 FC 785PC Klant : Algemeen Pagina : 8 van 24 Mocht er gebruik gemaakt worden van het nachtsetpoint (P35 en P351), dan komt er, indien momenteel het nachtsetpoint wordt gebruikt, nigh te staan in het klokdisplay (rechtsboven) bij het bekijken van het setpoint. Als het dagsetpoint van kracht is, blijft het klokdisplay gewoon de tijd weergeven. Met behulp van de SETP. toets en de UP en DOWN toetsen kan het huidige setpoint gewijzigd worden. Wil men dag en nachtsetpoint beiden wijzigen dan moet de SETP. toets 7 seconden worden vastgehouden. Nu komt het nachtsetpoint in beeld. Na het loslaten van de SETP. toets kan nu tussen het dag en het nachtsetpoint worden geschakeld met de SETP. toets. Met de UP en DOWN toetsen kan het getoonde setpoint gewijzigd worden. 3.5 Fase regelaar instellen Door op de INKOELFASE of BEWAARFASE toets te drukken kan de desbetreffende fase actief gemaakt worden, de LED boven de betreffende toets brandt ter indicatie welke fase actief is. Door gelijktijdig te drukken op de INKOELFASE en de BEWAARFASE toetsen kan de regelaar in de standbyfase worden gezet (mits P91 = 1), ter indicatie van deze fase zullen de beide LED s knipperen. 3.6 Ventilatiemode koelen instellen Door op de toets te drukken kan de ventilatiemode koelen omgeschakeld worden van automatisch ( ) naar continu ( ) (relais functie ventileren tijdens koelen). De ventilator wordt tijdens elektrisch of heetgasontdooien echter wel uitgeschakeld. De led s naast het pulsdisplay (linksonder) geven de actuele ventilatiemode koelen aan. De regelaar onthoudt de ventilatormode koelen zodat door uit en opnieuw inschakelen de ventilator mode koelen niet verandert. 3.7 Ontdooimode instellen Door op de toets te drukken kan de ontdooimode worden ingesteld afhankelijk van parameter P51 en P Handmatig starten ontdooiing Door gelijktijdig op de UP en DOWN toetsen te drukken kan de ontdooiing handmatig gestart worden onafhankelijk van de ontdooitimer. 3.9 Tijd uitlezen en bijstellen Het klokdisplay (rechtsboven) geeft de actuele tijd aan. Klok bijstellen door langer dan 1 seconde op de toets te drukken. De kloktijd in het klokdisplay is nu met de UP en DOWN toetsen bij te zetten. De weekdag kan worden versteld door nog een keer langer dan 1 seconde op de toets te drukken. Door de AAN/UIT toets in te drukken wordt de ingestelde tijd en dag naar de andere FC785 PC regelaars op het netwerk verzonden om daarmee te synchroniseren. Vervolgens gaat de regelaar naar de normale bedrijfsmode. De normale bedrijfsmode kan ook worden bereikt (zonder tijds synchronisatie) door gedurende een aantal seconden geen toets in te drukken. 3.1 Uitlezen en resetten van de puls en urentellers Het pulsendisplay (linksonder) geeft het aantal koelcycli aan, het urendisplay (rechtsonder) het aantal bedrijfsuren van de koeling. Door de (reset pulsen) toets van de koelcycli of (reset uren) van de bedrijfsurenteller in te drukken wordt de bijbehorende teller op nul gezet. Bij grotere tellerstanden dan 999 resp verschijnt er ofl (overflow) in het betreffende display.

9 FC 785PC Klant : Algemeen Pagina : 9 van Het menu Door nogmaals opnieuw de actuele fase te selecteren waarin de regelaar staat, kan men in het menu komen: Tijdens inkoelen de INKOELFASE toets nogmaals indrukken, tijdens bewaren de BEWAARFASE toets nogmaals indrukken en tijdens standby de toetsen INKOELFASE en BEWAARFASE nogmaals tegelijk indrukken. Het menu heeft de onderstaande items. Met behulp van de SENS toets kan een volgend item geselecteerd worden. Door op de AAN/UIT toets te drukken of gedurende een aantal seconden geen toetsen in te drukken komt de regelaar weer in de normale bedrijfsmode. 1. PulS = Pulsen en Koeluren In het temperatuurdisplay (linksboven) staat PulS met daaronder in het pulsendisplay (linksonder) het aantal koelpulsen dat gedurende deze dag (vanaf : uur) zijn geweest. In het klokdisplay (rechtsboven) staat hour met daaronder in het urendisplay (rechtsonder) het aantal uren dat de koeling vandaag heeft gedraaid. De regelaar onthoudt de pulsen en de uren gedurende een week. Met behulp van de UP en DOWN toetsen kan men schakelen tussen de weekdagen. De weergegeven dag wordt aangegeven door de dagleds boven het klokdisplay (rechterboven). Zo kan men per dag zien hoeveel pulsen en uren de regelaar de afgelopen week heeft gemaakt. 2. VEnt = Ventilatieuren In het temperatuurdisplay (linksboven) staat VEnt met daarnaast in het klokdisplay (rechtsboven) het aantal uren dat gedurende deze dag (vanaf : uur) geventileerd is (automatisch en/of tijdens koelen). In het pulsendisplay (linksonder) staat het aantal uren automatisch ventileren en in het uren display (rechtsonder) staat het aantal uren ventileren tijdens koelen. De regelaar onthoudt de ventilatieuren gedurende een week. Met behulp van de UP en DOWN toetsen kan men schakelen tussen de weekdagen. De weergegeven dag wordt aangegeven door de dagleds boven het klokdisplay (rechtsboven). Zo kan men per dag zien hoeveel uren de regelaar heeft geventileerd. 3. humi = Bevochtigen menu Hiermee kan de bevochtigings mode van de regelaar worden geselecteerd. In het temperatuurdisplay (linksboven) staat humi. In het pulsendisplay (linksonder) staat off, Auto of cont waarmee de bevochtigingsmode off, auto en continu worden aangegeven. Met de toets kan tussen de verschillende bevochtigings modes worden geschakeld. In het klokdisplay (rechtsboven) staat het aantal uren dat gedurende deze dag (vanaf : uur) is bevochtigd. In bevochtigingsmode off en continu is de bevochtiging continu uit respectievelijk aangeschakeld. In de bevochtigingsmode auto wordt de bevochtiging geschakeld volgens het bevochtings type dat is ingesteld met parameter P39. Het bevochtigings type kan worden ingesteld op bevochtigen tijdens koelen, tijdens automatisch ventileren en puls/pauze bevochtigen. Verschillende combinaties van deze opties zijn ook mogelijk. Voor de opties bevochtigen tijdens koelen en bevochtigen tijdens automatisch ventileren kan een afzonderlijke nabevochtigingstijd worden ingesteld. De regelaar heeft ook parameters om de totale bevochtigingstijd binnen een tijdsperiode te begrenzen. Deze parameters kunnen bijvoorbeeld gebruikt worden om te voorkomen dat een ultrasoonbevochtiger te heet wordt door langdurig gebruik. Deze begrenzing geldt onafhankelijk van de ingestelde bevochtigingsmode en type. Met parameter P394 wordt een bloktijd ingesteld, met parameter P393 de maximale bevochtigingstijd per bloktijd. Als er bijvoorbeeld binnen 1,5 uur maximaal 35 bevochtigd mag worden moet de volgende instelling gemaakt worden: P393 = 35 min, P394 = 9 min.

10 FC 785PC Klant : Algemeen Pagina : 1 van 24 De regelaar onthoudt de bevochtigingsuren gedurende een week. Met behulp van de UP en DOWN toetsen kan men schakelen tussen de weekdagen. De weergegeven dag wordt aangegeven door de dag leds boven het klokdisplay. Zo kan men per dag zien hoeveel uren de regelaar heeft bevochtigd. Als de regelaar aan het bevochtigen is, is dit tijdens de normale bedrijfsmode te zien doordat in het temperatuurdisplay (linksboven) de meest rechter punt continu brandt. Als deze punt knippert wil de regelaar bevochtigen (conform de bevochtigingsmode) maar wordt daarin verhinderd door de begrenzingen van P393 en P dehu = Ontvochtigen menu Hiermee kan de regelaar aan het ontvochtigen worden gezet. In het temperatuurdisplay (linksboven) staat dehu. In het pulsdisplay (linksonder) staat on of off, waarmee wordt aangegeven of de ontvochtiging aan staat of uit is. Als de ontvochtiging aan is dan staat in het urendisplay (rechtsonder) ofwel cont, dat wil zeggen dat de ontvochtiging aanblijft totdat iemand hem handmatig weer uit zet, ofwel er loopt een teller die aangeeft hoeveel de ontvochtiging nog doorgaat. Om de ontvochtiging handmatig aan of uit te zetten kan men op de de toets drukken. In het klokdisplay (rechtsboven) gaat de aanduiding van on naar off en weer terug. Als zo de ontvochtiging aan gezet wordt, blijft hij continu ontvochtigen. Om de aflooptimer te zetten moet men de SETPtoets vasthouden en dan kan, door tegelijkertijd op de UP of DOWN toetsen te drukken, de timer met intervallen van 1 omhoog c.q. omlaag gezet worden. De ontvochtiging kan ook automatisch worden gestart met behulp van parameter P38 en P381. Als de regelaar aan het ontvochtigen is, is dit tijdens normaal bedrijf te zien doordat in het temperatuur en klokdisplay (bovenste displays) alle punten knipperen. Ontvochtigen wordt bereikt doordat (boven het setpoint) de koeling en de verwarming tegelijk aangezet worden en doordat de koeling een grotere capaciteit heeft dan de verwarming zal de temperatuur langzamer naar het setpoint gaan, waardoor het produkt langer droogt. 5. info = Info menu Tijdens het info menu geven de dag leds ma..zo de status van de relais 1..7 weer. In het temperatuurdisplay (linksboven) staat info. Hiermee geeft de regelaar aanvullende informatie over de status waarin hij zich bevindt. Met de UP en DOWN toets kunnen verschillende statussen zichtbaar worden: cool : koelstatus In het pulsendisplay (linksonder) staat cool. Het urendisplay (rechtsonder) geeft de koelstatus weer welke de volgende waarden kan hebben: = Regelaar is niet aan het koelen 1 = Regelaar is niet aan het koelen omdat hij gesperd is 2 = Regelaar wil graag gaan koelen en wacht op het netwerk 3 = Regelaar is aan het koelen en werkt nu zijn verplichte minimum koeltijd (P31) af 4 = Regelaar is aan het koelen 5 = Regelaar wil graag ophouden met koelen en wacht op het netwerk 6 = Regelaar is aan het afzuigen (pumpdown) 7 = Regelaar mag niet gaan koelen omdat de verplichte tijd tussen 2 koelacties (P32) nog niet is verstreken 8 = Regelaar wil graag ophouden met koelen om te gaan ontdooien en wacht op het netwerk 9 = Regelaar gaat zo koelen, maar is eerst de druk aan het vereffenen (P526) Als deze regelaar de master is in zijn subnet, toont het klokdisplay (rechtsboven) de nog resterende de tijd in tot de volgende bewaarcyclus.

11 FC 785PC Klant : Algemeen Pagina : 11 van 24 defr : ontdooistatus In het pulsendisplay (linksonder) staat defr. Het urendisplay (rechtsonder) geeft de ontdooistatus weer welke de volgende waarden kan hebben: = Regelaar is niet aan het ontdooien 1 = Regelaar gaat zo ontdooien 2 = Regelaar gaat zo natuurlijk ontdooien 3 = Regelaar gaat zo elektrisch ontdooien 4 = Regelaar wacht op het netwerk om heetgas te gaan ontdooien 1 = Regelaar is aan het natuurlijk ontdooien 11 = Regelaar is aan het elektrisch ontdooien 12 = Regelaar is aan het heetgas ontdooien 13 = Regelaar is aan het uitdruppen 14 = Regelaar is aan het afzuigen (pumpdown) 15 = Regelaar is aan het voor ventileren Als de regelaar op interval ontdooien staat, toont het klokdisplay (rechtsboven) de nog resterende de tijd in tot de volgende ontdooicyclus. net : netwerkstatus Alleen als deze regelaar de master is in zijn subnet. In het pulsendisplay (linksonder) staat net. Het urendisplay (rechtsonder) geeft het aantal regelaars aan dat er in dit subnet zijn.

12 FC 785PC Klant : Algemeen Pagina : 12 van Programmeren interne instellingen Druk de SETP. en DIFF. toets tegelijk langer dan 5 seconden in. Als parameter P94 niet nul is wordt er nu eerst om een wachtwoord gevraagd. In het pulsendisplay (linksonder) verschijnt COdE en in het temperatuurdisplay (linksboven) kan het wachtwoord worden ingevoerd. Het eerste cijfer knippert, met de UP en DOWN toetsen kan de waarde van dit cijfer worden aangepast. Als het cijfer op de juiste waarde is ingesteld dan moet de het bevestigd worden door op de SETP. toets te drukken. Daarna kan het volgende cijfer ingegeven worden. Als het laatste cijfer bevestigd is met de SETP. toets zal de regelaar het ingegeven wachtwoord controleren. Als dit goed is kan kom je in de parametermode. Als het fout is springt de regelaar terug naar normaal bedrijf. Als P94 nul is, dan wordt de wachtwoord controle overgeslagen en kom je direct in de parametermode. In de parametermode verschijnt nu P11" in het temperatuurdisplay (linksboven). Het getal achter de P is een parameternummer, welke veranderd kan worden met de UP of DOWN toets. In de pulsendisplay (linksonder) komt de waarde van de parameter. Door gelijktijdig drukken op de SETP. toets met de UP of DOWN toets, kan de waarde worden veranderd. Door op de AAN/UIT toets te drukken of gedurende een aantal seconden geen toetsen in te drukken komt de regelaar weer in de normale bedrijfsmode. 4.1 Parametertabel. Nr Omschrijving Bereik Eenheid Default P 11 Groep voelers: Functie voeler1 (Regelaar) = niet toegewezen 1 = regelvoeler 2 = produktvoeler 3 = ontdooivoeler 4 = ontdooivoeler verdamper2 5 = alarmkontakt in (no): regelingen uit 6 = deurkontakt in (no): koeling + vent. uit gedurende max. deurkontakt tijd (P92) 7 = sperkontakt in (no): alles uit..7 1 P 12 P 13 P 14 Functie voeler2 Functie voeler3 Functie voeler4 (Regelaar) (Regelaar) (Regelaar) P 15 P 16 P 17 P 18 Functie voeler5 Functie voeler6 Functie voeler7 Functie voeler8 (LMSUNIT1 Pt11) (LMSUNIT1 Pt12) (LMSUNIT1 Pt13) (LMSUNIT1 Pt14) P 19 P 11 P 111 P 112 Functie voeler9 Functie voeler1 Functie voeler11 Functie voeler12 (LMSUNIT2 Pt11) (LMSUNIT2 Pt12) (LMSUNIT2 Pt13) (LMSUNIT2 Pt14) P 113 P 114 P 115 P 116 Functie voeler13 Functie voeler14 Functie voeler15 Functie voeler16 (LMSUNIT3 Pt11) (LMSUNIT3 Pt12) (LMSUNIT3 Pt13) (LMSUNIT3 Pt14)

13 FC 785PC Klant : Algemeen Pagina : 13 van 24 Nr Omschrijving Bereik Eenheid Default P 21 P 22 P 23 P 24 Groep voeler offsets: (tbv kalibratie) Offset voeler1 Offset voeler2 Offset voeler3 Offset voeler4 (Regelaar) (Regelaar) (Regelaar) (Regelaar) P 25 P 26 P 27 P 28 Offset voeler5 Offset voeler6 Offset voeler7 Offset voeler8 (LMSUNIT1 Pt11) (LMSUNIT1 Pt12) (LMSUNIT1 Pt13) (LMSUNIT1 Pt14) P 29 P 21 P 211 P 212 Offset voeler9 Offset voeler1 Offset voeler11 Offset voeler12 (LMSUNIT2 Pt11) (LMSUNIT2 Pt12) (LMSUNIT2 Pt13) (LMSUNIT2 Pt14) P 213 P 214 P 215 P 216 Offset voeler13 Offset voeler14 Offset voeler15 Offset voeler16 (LMSUNIT3 Pt11) (LMSUNIT3 Pt12) (LMSUNIT3 Pt13) (LMSUNIT3 Pt14) Groep koelen: P 31 P 32 Minimale koeltijd Minimale tijd tussen twee koelacties P 33 P 34 Maximale koeltijd tijdens bewaren Pumpdown tijd na koelactie seconden 3 P 35 P 36 Maximale doorkoeltemperatuur onder het setpoint, waarna de koeling geforceerd uit gaat (mits minimale koeltijd is verstreken) Maximale temperatuur boven het setpoint, waarna de koeling geforceerd aan gaat P 37 P 38 Cyclustijd koelen bij bewaren Maximum aantal tegelijk koelen bij bewaren (in subnet) P 35 P 351 Starttijd nacht Eindtijd nacht (24. = niet actief) P 36 P 361 Minimum instelbaar setpoint Maximum instelbaar setpoint Groep ontvochtigen: P 38 P 381 Ontvochtigingstijd Ontvochtigingsinterval ( = alleen handmatige start) uren 24

14 FC 785PC Klant : Algemeen Pagina : 14 van 24 Nr Omschrijving Bereik Eenheid Default P 39 Groep bevochtigen: Bevochtigingstype = tijdens koelen 1 = tijdens automatische ventileren 2 = tijdens koelen en automatisch ventileren 3 = puls/pauze 4 = puls/pauze en tijdens koelen (na een normale beëindiging van een koelactie met eventuele nabevochtigingstijd P391 volgt eerst opnieuw een pauzetijd P396)..4 P 391 P 392 Nabevochtigingstijd na koelen (tijd start na sluiten vloeistofklep) Nabevochtigingstijd na automatisch ventileren (tijd start na automatische ventilatie actie) P 393 P 394 Maximale bevochtigingstijd in bloktijd (P394) Bloktijd bevochtiging P 395 P 396 Pulstijd bevochtigen Pauzetijd bevochtigen Opmerking: Met software versie 2.5 dienen P391 en P392 op tenminste 1 min te worden ingesteld om te kunnen bevochtigen tijdens koelen resp. automatisch ventileren. Groep ventileren: P 41 P 42 Naventileertijd na koelactie (relaisfunctie ventileren tijdens koelen) (tijd start na pumpdown tijd = sluiten zuigklep) Automatisch ventileren mode: = niet automatisch ventileren 1 = automatisch ventileren op realtime klok 2 = automatisch ventileren op puls/pauze tijd 3 = automatisch ventileren op puls/pauze tijd gesynchroniseerd met koelen (na een normale beëindiging van een koelactie en naventileertijd P41 volgt eerst opnieuw een pauzetijd P44) P 43 P 44 Pulstijd automatisch ventileren Pauzetijd automatisch ventileren P 45 P 46 P 47 P 48 P 49 P 41 P 411 P 412 Automatisch ventileren starttijd nr1 (24. = niet actief) Automatisch ventileren stoptijd nr1 (24. = niet actief) Automatisch ventileren starttijd nr2 (24. = niet actief) Automatisch ventileren stoptijd nr2 (24. = niet actief) Automatisch ventileren starttijd nr3 (24. = niet actief) Automatisch ventileren stoptijd nr3 (24. = niet actief) Automatisch ventileren starttijd nr4 (24. = niet actief) Automatisch ventileren stoptijd nr4 (24. = niet actief)

15 FC 785PC Klant : Algemeen Pagina : 15 van 24 Nr Omschrijving Bereik Eenheid Default P 51 P 52 Groep ontdooien: Electrisch ontdooien mogelijk = nee, 1 = ja Heetgas ontdooien mogelijk = nee, 1 = ja P 53 P 54 P 55 P 56 P 57 P 58 P 58 P 51 P 511 P 512 P 513 P 514 P 515 Ontdooimode = op realtime basis 1 = op interval basis Ontdooitijdstip1 Ontdooitijdstip2 Ontdooitijdstip3 Ontdooitijdstip4 Ontdooitijdstip5 Ontdooitijdstip6 Ontdooitijdstip7 Ontdooitijdstip8 Ontdooitijdstip9 Ontdooitijdstip1 Ontdooitijdstip11 Ontdooitijdstip12 (24. = niet actief) (24. = niet actief) (24. = niet actief) (24. = niet actief) (24. = niet actief) (24. = niet actief) (24. = niet actief) (24. = niet actief) (24. = niet actief) (24. = niet actief) (24. = niet actief) (24. = niet actief) P 516 P 517 P 518 P 519 P 52 Ontdooiintervaltijd Ontdooivrijgavetemperatuur Maximale ontdooitijd (per verdamper) Einde ontdooitemperatuur Uitdruptijd (tijd start na sluiten heetgas klep/stoppen elektrische ontdooiing van de laatste verdamper) uur P 521 Ventilator aan vertraging na ontdooien (relaisfunctie ventileren tijdens koelen) (tijd start na uitdrup tijd, bij negatief gaat eerst de ventilator x draaien voordat een eventuele koelactie in komt) P 522 P 523 P 524 P 525 Maximaal aantal cellen gelijktijdig aan het electrisch ontdooien (in subnet) Maximaal aantal cellen gelijktijdig aan het heetgas ontdooien (in subnet) Minimaal aantal cellen aan het koelen tijdens een heetgasontdooiing (in subnet) Aantal verdampers te ontdooien Bij elektrische of heetgasontdooiing met 2 verdampers wordt eerst verdamper 1 en daarna verdamper 2 ontdooid. Per verdamper wordt de ontdooiing beëindigd op temperatuur (P519) en/of tijd (P518) P 526 P 527 P 528 P 529 P 53 Drukvereffeningstijd voor koelactie (zie ook P962) Direct koelen na ontdooiien = nee, 1 = ja Pumpdowntijd na ontdooien (tijd start na uitdrup tijd) Ventilatievrijgave (automatisch ventileren en ventileren tijdens koelen) na ontdooien op = tijd(p521), 1 = temperatuur(p53) Ventilatievrijgavetemperatuur na ontdooien seconden seconden 18 1.

16 FC 785PC Klant : Algemeen Pagina : 16 van 24 Nr Omschrijving Bereik Eenheid Default Groep alarmen: P 61 P 62 P 63 P 64 Absoluut minimum alarm bij inkoelen Absoluut minimum alarm vertraging bij inkoelen Absoluut maximum alarm bij inkoelen Absoluut maximum alarm vertraging bij inkoelen P 65 P 66 P 67 P 68 Relatief minimum alarm bij inkoelen Relatief minimum alarm vertraging bij inkoelen Relatief maximum alarm bij inkoelen Relatief maximum alarm vertraging bij inkoelen P 69 P 61 P 611 P 612 Absoluut minimum alarm bij bewaren Absoluut minimum alarm vertraging bij bewaren Absoluut maximum alarm bij bewaren Absoluut maximum alarm vertraging bij bewaren P 613 P 614 P 615 P 616 Relatief minimum alarm bij bewaren Relatief minimum alarm vertraging bij bewaren Relatief maximum alarm bij bewaren Relatief maximum alarm vertraging bij bewaren P 617 Actie bij minimum alarm: = Alleen melden via alarm relais 1 = Melden via alarm relais en alles uit..1 P 618 Actie bij maximum alarm: = Alleen melden via alarm relais 1 = Melden via alarm relais en alles uit..1 Groep sperren: P 71 P 72 Sper starttijd1 maandag t/m vrijdag (24. = niet actief) Sper stoptijd1 maandag t/m vrijdag (24. = niet actief) P 73 P 74 Sper starttijd2 maandag t/m vrijdag (24. = niet actief) Sper stoptijd2 maandag t/m vrijdag (24. = niet actief) P 75 P 76 Sper starttijd3 maandag t/m vrijdag (24. = niet actief) Sper stoptijd3 maandag t/m vrijdag (24. = niet actief) P 77 P 78 Sper starttijd4 maandag t/m vrijdag (24. = niet actief) Sper stoptijd4 maandag t/m vrijdag (24. = niet actief) P 79 P 71 Sper starttijd1 zaterdag t/m zondag (24. = niet actief) Sper stoptijd1 zaterdag t/m zondag (24. = niet actief) P 711 P 712 Sper starttijd2 zaterdag t/m zondag (24. = niet actief) Sper stoptijd2 zaterdag t/m zondag (24. = niet actief) P 713 P 714 Sper starttijd3 zaterdag t/m zondag (24. = niet actief) Sper stoptijd3 zaterdag t/m zondag (24. = niet actief) P 715 P 716 Sper starttijd4 zaterdag t/m zondag (24. = niet actief) Sper stoptijd4 zaterdag t/m zondag (24. = niet actief) P 72 Sper negeren voor automatisch ventileren =nee 1=ja..1

17 FC 785PC Klant : Algemeen Pagina : 17 van 24 Nr Omschrijving Bereik Eenheid Default Groep netwerk: P 81 Netwerknummer (uniek nummer instellen voor elke in het netwerk opgenomen regelaar) P 82 Bewaargroepnummer: ( = niet actief) Regelaars met gelijke bewaargroepnummers in hetzelfde subnet zullen tijdens bewaren gelijktijdig starten met koelen..31 P 83 P 84 Koelcapaciteit van deze cel Maximaal te vragen koelcapaciteit tijdens inkoelen (in subnet) kw kw. 5 P 85 Setpoint gekoppeld aan regelaar in hetzelfde subnet met netwerknummer ( = niet gekoppeld)..31 P 86 Inkoelgroepnummer: ( = niet actief) Regelaars met gelijke inkoelgroepnummers in hetzelfde subnet zullen tijdens inkoelen gelijktijdig starten met koelen..31 P 87 Subnetnummer Alleen regelaars met hetzelfde subnetnummer werken samen in een netwerk (Hiermee kunnen meerdere masters op hetzelfde netwerk worden gerealiseerd.)..31 Groep overig: P 91 P 92 Cel mag gebruikt worden om als standbycel te fungeren en bij te springen als er heetgas gevraagd wordt door een andere cel =nee, 1=ja Maximale deurkontakttijd P 93 P 94 P 95 Loginterval Wachtwoord ([] = niet aktief) Bevochtigen opnemen in logging =nee, 1=ja Voor het gebruik hiervan (waarde ja ) is recente Alfanet PC software vereist. Bij oudere versies wordt het bevochtigen in de log getoond door een offset van 1 op logitem setpoint gedurende bevochtigen []..[9999]..1 5 [] Groep relais toewijzing: P 951 P 952 P 953 P 954 P 955 P 956 P 957 P 958 P 959 P 96 P 961 P 962 P 963 P 964 Functie vloeistofklep naar relais = geen relais toegewezen 1..5 = relais1..5 op regelaar 6..9 = relais1..4 op LMS relais module Functie zuigklep naar relais Functie natuurlijk ontdooien naar relais Functie elektrisch ontdooien1 naar relais Functie heetgas ontdooien1 naar relais Functie ventileren tijdens koelen naar relais Functie automatisch ventileren naar relais Functie verwarmen naar relais Functie alarm naar relais Functie elektrisch ontdooien2 naar relais Functie heetgas ontdooien2 naar relais Functie drukvereffening naar relais (relais wordt bekrachtigd P526 seconden voor de eerste koelactie na een heetgasontdooiing, relais valt af bij aanvraag heetgas ontdooiing) Functie verzamel heetgas ontdooien naar relais (relais is bekrachtigd als heetgasontdooien1 of heetgas ontdooien2 actief is) Functie bevochtigen naar relais Opmerking: Er kunnen meerdere functies worden toegewezen op 1 relais. B.v. ventileren tijdens koelen (P956) en automatisch ventileren (P957) op hetzelfde relais

18 FC 785PC Klant : Algemeen Pagina : 18 van 24 Nr Omschrijving Bereik Eenheid Default Groep software / productie: P 991 P 992 P 993 Software versienummer Serienummer Productiedatum jaar/week 5. Voeler kalibratie Met de parameters P21 t/m P216 kunnen de temperatuur voelers 1 t/m 16 worden gekalibreerd. Wijst de temperatuur voeler bijvoorbeeld,2 C te veel aan, dan moet de desbetreffende voeler offset,2 C lager worden ingesteld. 6. Alarmeringen Indien een relais als alarmrelais is geconfigureerd (P959), dan is normaal het relais opgetrokken en valt het bij een alarm af. Hierdoor wordt ook alarm gegeven als de voedingsspanning wegvalt. Tijdens alarm knippert de desbetreffende alarm LED op het front. Afhankelijk van de Interne Parameters zal de regeling stoppen of doorgaan. Een alarm kan veroorzaakt worden door: Voelerstoring : E1 = Temperatuurvoeler1 regelaar Sensor1 defekt E2 = Temperatuurvoeler2 regelaar Sensor2 defekt E3 = Temperatuurvoeler3 regelaar Sensor3 defekt E4 = Temperatuurvoeler4 regelaar Sensor4 defekt E5 = Temperatuurvoeler5 LMS module1 Pt11 defekt E6 = Temperatuurvoeler6 LMS module1 Pt12 defekt E7 = Temperatuurvoeler7 LMS module1 Pt13 defekt E8 = Temperatuurvoeler8 LMS module1 Pt14 defekt E9 = Temperatuurvoeler9 LMS module2 Pt11 defekt.. t/m.. E16 = Temperatuurvoeler16 LMS module3 Pt14 defekt Temperatuur alarm : A lo = Absoluut minimum temperatuuralarm A hi = Absoluut maximum temperatuuralarm r lo = Relatief minimum temperatuuralarm r hi = Relatief maximum temperatuuralarm Andere alarmen: A1 = Geen heetgas ontdooiing mogelijk omdat er niet meer FC 785PC s in het subnet zitten. De alarmmeldingen worden zichtbaar gemaakt in het temperatuurdisplay (linksboven). Reset Alarm: Als er een nieuwe alarmmelding ontstaat zal die eerst continu worden getoond in het temperatuurdisplay (linksboven). De nieuwe alarmmeldingen kunnen een voor een worden bevestigd met de UP of DOWN toets. Als alle nieuwe alarmmeldingen zijn bevestigd zal de normale inhoud van het display knipperend worden afgewisseld met de nog aanwezige alarmmeldingen. Met de UP of DOWN toets kan worden gewisseld tussen de nog aanwezige alarmmeldingen.

19 FC 785PC Klant : Algemeen Pagina : 19 van Frontaanzichten Frontaanzicht FC 785 PC opbouw uitvoering tek Frontaanzicht FC785PC inbouw uitvoering tek

20 FC 785PC Klant : Algemeen Pagina : 2 van Aansluitschema's Aansluitschema FC 785 PC opbouwuitvoering tek w6

21 FC 785PC Klant : Algemeen Pagina : 21 van 24 Aansluitschema tek w8: FC785PC opbouw + LMS Relais module + LMS Pt1 module LMS Voedings module

22 FC 785PC Klant : Algemeen Pagina : 22 van 24 Aansluitgegevens FC785PC inbouwuitvoering tek w5 Aansluitgegevens RS 485 Netwerk:

23 FC 785PC Klant : Algemeen Pagina : 23 van 24 Voorbeeld aansluitingen RS485netwerk met netwerknummers en subnetnummers:

24 FC 785PC Klant : Algemeen Pagina : 24 van Maatgegevens FC785PC opbouwuitvoering tek LMS Supply en Pt1 Module tek FC785PC inbouwuitvoering tek LMS Relay Module tek.