Handleiding MC3-FRUIT

Transcriptie

1 Handleiding MC3-FRUIT Omschrijving: MC3-FRUIT (software v1.13) Paginas: 63 Doc.nr: Type: Handleiding Van: BVDB Versie: 1.9 File: Do MC3-FRUIT V19 NL.docx Initialen: Datum: VDH Products BV

2 Inhoudsopgave 1 Functionele specificatie Inleiding Fasen en koelen Verwarming Ontdooien Ventilatiefuncties Bevochtigen Dag/nacht-mode Sperren Extern temperatuursetpoint Bediening Opstart-pagina Hoofd-pagina Cel-pagina Menu-pagina s Fase Dag/Nacht-pagina Temperatuur-pagina Ventilatie-pagina Vochtigheid-pagina Ontdooi-pagina Teller-pagina Sensor-pagina s Alarm-pagina s Parameter-pagina Tijd/datum-pagina Meerdere bedienpanelen Celnaam Ingangs- en uitgangsfuncties Pt1000 Temperatuursensor-ingangsfuncties Digitale ingangsfuncties Pagina 2 van 63

3 3.3 Analoge ingangsfuncties Relais-uitgangsfuncties Analoge uitgangsfuncties Alarmmonitor relais-uitgangsfuncties Hardware configuratie Ethernet aansluiten Configuratie van I/O-kanalen MC3-Fruit configuratie Alarmmonitor configuratie Configuratie overzicht Parameters Cel-parameters Netwerk-parameters Regelaar-parameters Alarmen Aansluittekeningen Overzicht van MC3-FRUIT regelaars Interne printen MC3-FRUIT regelaars Print MC Processor Print MC3 Analog-in Print MC3 Digital-out Print MC3 Digital-in Print MC3 Analog-out Print MC3 Analog-in Print MC3 Analog-in/out Print MC3 Digital-in/out Print MC3 Analog-in/out Print MC3 Analog in MC3-FRUIT LCD bedienpaneel (opbouw montage) MC3-FRUIT LCD bedienpaneel (inbouw montage) Afmetingen MC3-FRUIT regelaar (3 printposities breed) Pagina 3 van 63

4 8.2 MC3-FRUIT regelaar (2 printposities breed) MC3-FRUIT LCD bedienpaneel (opbouw montage) MC3-FRUIT LCD bedienpaneel (inbouw montage) Timingdiagram heetgas ontdooien Pagina 4 van 63

5 1 Functionele specificatie 1.1 Inleiding De MC3-FRUIT regelaar bevat meerdere celregelaars (max. 5) die de temperatuur, vochtigheid en ventilatie kunnen regelen, monitoren en registreren van koel- en bewaarcellen. Elke celregelaar kan maximaal 8 verdampers regelen. De MC3-FRUIT is erg geschikt voor het regelen van fruitbewaarcellen, maar kan ook voor veel andere regeltechnische toepassingen worden gebruikt. De MC3-FRUIT regelaar heeft een groot aantal analoge en digitale ingangen en uitgangen die vrij configureerbaar zijn. De ingangen worden gebruikt om de MC3-FRUIT regelaar te voorzien van metingen en externe gegevens die vereist zijn voor de regelprocessen. De MC3-FRUIT regelaar gebruikt deze ingangen gecombineerd met de regelinstellingen (setpoint, parameters enz.) om regelwaardes te berekenen. De regelwaardes worden via relais en analoge uitgangen naar de te regelen processen geleid. Meerdere MC3-FRUIT regelaars kunnen met een ethernet netwerk worden verbonden waardoor ze regeltechnische gegevens kunnen uitwisselen. Op die manier kunnen ze samen een geïntegreerd regelsysteem vormen met onderling gecoördineerde regelacties, terwijl hun autonome werking behouden blijft in het geval van netwerkstoringen. De MC3-FRUIT regelaar kan worden bediend met één of meer lokale bedienpanelen. Bediening op afstand kan worden gedaan met behulp van het VDH Alfa Server Program (VASP). VASP geeft toegang tot de geavanceerdere bedienfuncties zoals, registraties, alarminstellingen enz. De software versie van de MC3-FRUIT regelaaris op te vragen met parameter P7000. Om de samenwerking van meerdere MC3-FRUIT regelaars binnen één netwerk te realiseren wordt geadviseerd om regelaars toe te passen met gelijke software versies. Regelaars met verschillende software versies kunnen mogelijk niet correct met elkaar samenwerken. Tevens wordt dringend geadviseerd om na inbedrijfstelling van een regelaar de ingestelde configuratie (zie hoofdstuk 4) en parameters (zie hoofdstuk 5) goed te noteren en te bewaren. Dan is een regelaar indien nodig veel eenvoudiger en sneller te uit te wisselen. De volgende paragrafen beschrijven de functionele werking van de regelaars. 1.2 Fasen en koelen De celregelaars onderscheiden 3 fasen waarin ze functioneren. Deze fasen hebben vooral betrekking op de regeling van de koeling. Inkoelfase: In deze fase start de cel met koelen als de regeltemperatuur boven het temperatuursetpoint + temperatuurdifferentie komt. Het koelen stopt als het temperatuursetpoint is bereikt. Het koelen wordt alleen gestart als daarmee de maximum koelcapaciteit in de koelgroep (parameter P2100) niet wordt overschreden. Om die reden moet de koelcapaciteit van elke cel voor Pagina 5 van 63

6 de inkoelfase worden ingesteld (parameter P0300). Ten gevolge van de maximalisatie moeten cellen soms wachten totdat er koelcapaciteit beschikbaar is. Bewaarfase: In deze fase koelen de cellen eenmaal per bewaarcyclus tijdinterval (parameter P2201). De volgorde waarin de cellen starten met koelen wordt bepaald door het celnummer. De cel met het laagste celnummer begint. Niet alle cellen starten op hetzelfde moment omdat ook in deze fase een maximum koelcapaciteit van toepassing is, de maximum koelcapaciteit van de bewaargroep (parameter P2200). Om die reden moet de koelcapaciteit van elke cel voor de bewaarfase worden ingesteld (parameter P0301). De bewaarfase er erg geschikt om meerdere cellen te regelen met een beperkte compressor capaciteit en een beperkt aantal compressor starts. Deze fase kan worden vrijgegeven of geblokkeerd (parameter P0110). Standbyfase: In deze fase koelt de cel alleen als dat vereist is om heetgas te leveren aan een andere cel die staat te wachten op een heetgas ontdooiactie. De andere functies van de cel (ontdooien, verwarming, bevochtigen en automatisch ventileren) zijn geblokkeerd. Deze fase kan worden vrijgegeven of geblokkeerd (parameter P0111). 1.3 Verwarming De celverwarming wordt aangeschakeld als de regeltemperatuur beneden het actuele temperatuursetpoint + verwarmen setpointoffset verwarmen differentie (parameters P0400 en P0401) komt. De verwarming stopt als het actuele temperatuursetpoint + verwarmen setpointoffset is bereikt. 1.4 Ontdooien De celregelaars ondersteunen 3 ontdooimethoden: Natuurlijk ontdooien: Gedurende de ontdooitijd (parameter P0851) is de functie ventileren tijdens koelen van de verdampers aangeschakeld en het koelen is geblokkeerd. Bij meerder verdampers worden de verdampers gelijktijdig ontdooid. Elektrisch ontdooien: Deze ontdooimethode start alleen als de ontdooitemperatuur lager is als de ontdooi-vrijgavetemperatuur (parameter P0850). Gedurende ontdooien blijft de functie ventileren tijdens koelen van de verdampers uit. De ontdooiing stopt automatisch als de eindeontdooitemperatuur (parameter P0852) is bereikt of de maximale ontdooitijd (parameter P0851) is verstreken. Na de ontdooiing vindt het uitdruppen plaats. Na elektrisch ontdooien kan de ventilatie worden vrijgegeven op tijd, ontdooitemperatuur of op een combinatie van beide (parameters P0872..P0874). Bij meerdere verdampers worden de verdampers niet gelijktijdig maar na elkaar ontdooid. Heetgas ontdooien: Deze ontdooimethode vereist een andere cel die koelt om heetgas te leveren. Het aantal koelende cellen dat is vereist voor heetgas ontdooien kan worden ingesteld (parameter P2402). De maximum tijd die een cel moet wachten op heetgas kan ook worden ingesteld. Als deze maximum tijd is verstreken of er zijn te veel cellen die op heetgas wachten (parameter P2401), dan worden andere cellen geforceerd om te gaan koelen om heetgas te leveren. De cellen met de Pagina 6 van 63

7 grootste koelvraag worden als eerst geforceerd om te gaan koelen. Als dat niet resulteert in een voldoende aantal koelende cellen, dan worden ook cellen in de standbyfase geforceerd om te gaan koelen. Deze ontdooimethode start alleen als de ontdooitemperatuur lager is als de ontdooivrijgavetemperatuur (parameter P0850). Gedurende ontdooien blijft de functie ventileren tijdens koelen van de verdampers uit. De ontdooiing stopt automatisch als de einde-ontdooitemperatuur (parameter P0852) is bereikt of de maximale ontdooitijd (parameter P0851) is verstreken. De ontdooiing wordt ook gestopt als er geen heetgas meer beschikbaar is. Na het ontdooien vindt het uitdruppen, drukvereffenen B en een pumpdown plaats. Na heetgas ontdooien kan de ventilatie worden vrijgegeven op tijd, ontdooitemperatuur of op een combinatie van beide (parameter P0872..P0874). Bij meerdere verdampers worden de verdampers niet gelijktijdig maar na elkaar ontdooid. Een ontdooiactie kan handmatig worden gestart, op kloktijd-intervallen, effectieve koeltijdintervallen of op realtime-tijdsmomenten (parameters P0810..P0843). 1.5 Ventilatiefuncties De celregelaars ondersteunen 3 afzonderlijke ventilatiefuncties: Ventileren tijdens koelen: Deze ventilatiefunctie is gekoppeld aan een verdamper en wordt gebruikt tijdens koelen en natuurlijk ontdooien. De functie kan automatisch aan en uit worden geschakeld, maar kan ook continu worden aangeschakeld door handmatig bediening (zie paragraaf 2.7) of met een digitale ingang. Aan deze ventilatiefunctie is nog een extra relaisfunctie gekoppeld: Ventileren hoog toerental. Deze relaisfunctie is actief (alleen tijdens koelen) als de regeltemperatuur boven het temperatuursetpoint + ventilatie hoog toerental setpointoffset (P0360) + ventilatie hoog toerental differentie (P0361) komt. De functie stopt als de regeltemperatuur het temperatuursetpoint + ventilatie hoog toerental setpointoffset bereikt. Ventileren tijdens verwarmen: Deze ventilatie functie is actief tijdens verwarmen. Automatisch ventileren: Deze ventilatiefunctie is niet gekoppeld aan koelen. De functie kan worden geschakeld op realtime-tijdsperiodes, puls/pauze basis of puls/pauze basis gesynchroniseerd met koelen (parameters P0700..P0731). Puls/pauze gesynchroniseerd met koelen betekend: Na een koelactie en de ventilatie uitschakelvertraging start de automatische ventilatie met een pauzetijd. Met parameters (P0411, P0701) kan worden ingesteld dat de relais met functie Ventileren tijdens koelen ook worden geactiveerd voor de functies Ventileren tijdens verwarmen en/of Automatisch ventileren. De relais met functie Ventileren tijdens koelen worden ook geactiveerd tijdens natuurlijk ontdooien. Pagina 7 van 63

8 1.6 Bevochtigen De celregelaar ondersteund 3 bevochtigings-modes: Uit: De bevochtigings-regeling is continu uit. Continu: De bevochtigings-regeling is continu actief Automatisch: De bevochtigings-regeling wordt geactiveerd op geavanceerde automatische bevochtigings-timinginstellingen waaronder puls/pauze-timing en synchronisatie met koelen en ventilatie (parameters P0600..P0631). Als de bevochtigings-regeling is geactiveerd, dan kan de regeling optioneel worden gebaseerd op de regel-rh-sensoren, het actuele RH-regelsetpoint en RH-differentie (parameter P0640..P0642): Bevochtigen wordt aangeschakeld als de regel-rh beneden het actuele RH-setpoint + bevochtigen setpointoffset bevochtigen differentie komt. Bevochtigen wordt uitgeschakeld als het actuele RH-setpoint + bevochtigen setpointoffset is bereikt. Een extra beperkende voorziening kan worden gebruikt om de totale bevochtigingstijd binnen een tijdsperiode te beperken: Een maximum bevochtigingstijd binnen een bloktijd kan worden ingesteld (parameters P0630..P0631). 1.7 Dag/nacht-mode De dag/nacht-mode wordt gebruikt om de temperatuur- en RH-setpoints te bepalen. De mode kan handmatig, automatisch (parameter P0160..P0163) of met een digitale ingang worden geschakeld. 1.8 Sperren Als sperren is geactiveerd dan stoppen alle regelfuncties. Sperren kan worden geactiveerd gedurende realtime-tijdsperiodes (parameter P1000..P1035) of met een digitale ingang. Indien vereist kan het sperren worden genegeerd voor automatische ventilatie (parameter P1040). 1.9 Extern temperatuursetpoint Het normale dag- en nacht-temperatuursetpoint kan worden veranderd door een externe digitale ingang, bijvoorbeeld een schakelaar. De digitale ingang kan worden gebruikt om een alternatief setpoint of een offset op het normale setpoint te starten, herstarten of te stoppen. Verschillende timing en activatie opties zijn beschikbaar (parameters P0170..P0173). Pagina 8 van 63

9 2 Bediening Lokale bediening van de MC3-FRUIT worden gedaan met het bedienpaneel verbonden aan de RS485 Wide aansluiting van de MC3 Processor. Standaard kunnen alle celregelaars van de MC3- FRUIT worden bediend met één bedienpaneel. Meerdere bedienpanelen per MC3-FRUIT is optioneel, zie paragraaf De taal voor de bedienpanelen kan worden ingesteld (parameter P6300). De volgende paragraven beschrijven alle indicaties en knoppen van het paneel. Als echter een functie van de regelaar niet wordt gebruikt (niet ingesteld), dan worden de betreffende indicaties niet getoond op de pagina s. Voorbeeld: Als er geen relatieve vochtigheid (RH) sensoren zijn geconfigureerd, dan worden er ook geen RH-waardes en geen RH-setpoint getoond. Pagina 9 van 63

10 2.1 Opstart-pagina Bij het opstarten toont het paneel de opstartpagina. De pagina toont de productie en netwerk informatie van het paneel zelf (niet van de aangesloten MC3-FRUIT regelaar) LCD BP MC3 Software v1.03 Serienummer 2 Produktie jaar 2014 Produktie week 23 Netwerknummer Hoofd-pagina Na 10 seconden verschijnt de hoofdpagina: Woe 19 Mrt : Elstar Braeburn 1.3 F 20 Jonagold Conferenc Cel S De bovenste regel toont de huidige datum en tijd. De pagina toont ook een lijst van cellen die kunnen worden bediend met het paneel. Voor elke cel wordt één regel gebruikt die toont (van links naar rechts) het celnummer, de celnaam (zie paragraaf 2.16), het actuele temperatuursetpoint en een statussymbool (indien van toepassing). De gebruikte symbolen staan in onderstaande tabel, geordend van hoge naar lage prioriteit. Symbool Omschrijving F Fataal alarm W Waarschuwing / Niet-fataal alarm Koelen (pijl naar beneden: temperatuur verlagen) P Pumpdown na koelen # Ontdooien D Uitdruppen E Drukvereffenen B na ontdooien P Pumpdown na ontdooien Verwarmen (pijl naar boven: temperatuur verhogen) V Ventilatie B Sperren (Blocked) (regelvertraging, sperren actief of deur open) S Standbyfase - Uit Pagina 10 van 63

11 In het geval dat er (onbevestigde) alarmen zijn knippert het scherm en wordt de buzzer aangeschakeld (indien ingesteld). Alle alarmen kunnen worden bevestigd met de Alarm-reset toets. Als alle cellen in de lijst zijn uitgeschakeld, dan kan het scherm worden uitgeschakeld met de Aan/uit toets. Dit wordt ook automatisch gedaan twee minuten nadat de laatste cel is uitgeschakeld. Het scherm kan weer worden aangeschakeld met de Aan/uit toets. Een cel kan worden geselecteerd in de lijst met de Omhoog en Omlaag toets. De geselecteerde cel wordt aangegeven met een pijl (aan de linkerkant). Met de Enter toets kan de celpagina worden geopend. Opmerking: In het geval van netwerkstoringen (tussen het bedienpaneel en de MC3-FRUIT regelaar) wordt de hoofdpagina niet getoond. De onderste regel toont dan Netwerkstoring en de buzzer wordt aangeschakeld (indien ingesteld). De Alarm-reset toets kan worden gebruikt om dit alarm te bevestigen. 2.3 Cel-pagina 21 Conference D C 12.3 % Inkoelen 2.3h 11p De celpagina toont meer details van de cel, van boven naar beneden: Het celnummer, de celnaam en de dag- of nachtmode (D = dag, N = Nacht). De actuele regeltemperatuur, het temperatuursetpoint en de celstatus met behulp van dezelfde symbolen als op de hoofdpagina. De actuele relatieve vochtigheid (RH), het RH-setpoint en de bevochtigings-status ( = bevochtigen is aangeschakeld). De actuele fase of uit stand en de koeluren en koelactie tellers. Het actuele temperatuursetpoint wordt geïnverteerd getoond als er een extern temperatuursetpoint actief is. De resterende tijd wordt onder het temperatuursetpoint weergegeven (indien van toepassing). Als het temperatuursetpoint is gekoppeld aan een andere cel (parameter P0130), dan wordt die cel aangegeven met >> x, met x = het celnummer van de cel waaraan gekoppeld is. Indien gewenst kan een alternatieve displayinhoud worden ingesteld (parameter P0134): De celregeltemperatuur wordt getoond in een groter lettertype. Dit schakelt het weergeven van het temperatuur-setpoint, RH-waardes en tellers uit. Het cel-statussymbool wordt in de Pagina 11 van 63

12 rechterbovenhoek van het scherm weergegeven. Koelen wordt aangegeven met een groter *- symbool naast de temperatuurwaarde, ontdooien wordt aangegeven met een groter #-symbool. De cel kan worden aan- en uitgeschakeld met de Aan/uit toets. Het duurt soms enige tijd om een cel uit te schakelen, bijvoorbeeld als een pumpdown afgemaakt moet worden. Gedurende deze transitietijd wordt er >>Uit getoond. Zodra de cel volledig is uitgeschakeld geeft het scherm Uit aan. Het aan- en uitschakelen kan aan een andere cel worden gekoppeld (parameter P0101). Dat blokkeert het handmatig schakelen. Op de celpagina kan de Alarm-reset toets gebruikt worden om de alarmen te bevestigen alleen van de geselecteerde cel (en niet van de ander cellen). De Enter toets kan worden gebruikt om de celpagina te verlaten en de hoofdpagina weer op te roepen. Met de Omhoog en Omlaag toets kunnen de menupagina s voor de geselecteerde cel worden opgeroepen. 2.4 Menu-pagina s Fase D/N Ontdooien Temperatuur Tellers Ventilatie Vochtigheid Sensoren Alarmen Parameters Tijd/datum De Omhoog en Omlaag toetsen kunnen worden gebruikt om te schakelen tussen de menupagina s. Met de functietoetsen links en rechts kunnen de celspecifieke subpagina s worden opgeroepen. Druk op Enter om een pagina te verlaten. Direct wisselen tussen een subpagina en een andere subpagina is ook mogelijk door herhaaldelijk op de Omhoog of Omlaag toets te drukken. Dit geldt alleen voor de subpagina s van de eerste menupagina. Pagina 12 van 63

13 2.5 Fase Dag/Nacht-pagina Fase D/N Inkoelen Bewaren Standby Dag Nacht Deze pagina toont de actuele fase en dag- of nachtmode. De functietoetsen kunnen worden gebruikt om de instellingen te veranderen. 2.6 Temperatuur-pagina Temperatuur Dag -0.5ºC Setp Diff 0.3ºC Nacht -1.1ºC Deze pagina toont de normale dag- en nacht-temperatuursetpoints en temperatuurdifferentie. Een pijl voor het dag- of nachtsetpoint geeft de dag/nacht-mode aan. De functietoetsen kunnen worden gebruikt om de instellingen te veranderen. Opmerking: Deze pagina geeft geen extern temperatuursetpoint aan (geactiveerd met een digitale ingang). Alleen de normale setpoints worden getoond. Als het temperatuursetpoint is gekoppeld aan een andere cel (parameter P0130), dan wordt die cel aangegeven met >> x, met x = het celnummer van de cel waaraan gekoppeld is. Het setpoint van de cel waaraan gekoppeld is wordt overgenomen als dag- en nachtsetpoint van deze cel. 2.7 Ventilatie-pagina Ventilatie Auto Cont Deze pagina toont de ventilatiemode koelen. De functietoetsen kunnen worden gebruikt om de instellingen te veranderen. Pagina 13 van 63

14 2.8 Vochtigheid-pagina Vochtigheid Dag 20.1 % Uit Setp Auto Cont Nacht 21.4 % Deze pagina toont de normale dag- en nacht-rh-setpoints en de bevochtigings-mode. Een pijl voor het dag- of nachtsetpoint geeft de dag/nacht-mode aan. De functietoetsen kunnen worden gebruikt om de instellingen te veranderen. Als het RH-setpoint is gekoppeld aan een andere cel (parameter P0140), dan wordt die cel aangegeven met >> x, met x = het celnummer van de cel waaraan gekoppeld is. Het setpoint van de cel waaraan gekoppeld is wordt overgenomen als dag- en nachtsetpoint van deze cel. 2.9 Ontdooi-pagina Ontdooien Uit Start Natuurlijk Stop >Uit Elektrisch Heetgas Deze pagina toont de geselecteerde ontdooimethode, ontdooistatus en voorziet in functietoetsen om handmatig een ontdooiactie te starten en te stoppen. De functietoetsen kunnen worden gebruikt voor het wijzigen van de ontdooimethode en voor het starten/stoppen van een ontdooiactie. De actuele ontdooimethode is aangegeven met een pijl. De ontdooistatus wordt getoond aan de linkerkant van de onderste regel. Onderstaande tabel geeft aan welke waarden getoond kunnen worden. Ontdooi status Uit Wachten (Ontdooien aangevraagd, wachten op start) Aan Uitdruppen Vereffn. (= Drukvereffening B) Pumpdown Vent. (= Ventilatie voor koelen) Pagina 14 van 63

15 2.10 Teller-pagina Tellers 64.6 Uren Reset 18 Pulsen Reset Deze pagina toont de koeluren en koelactie tellers. De functietoetsen kunnen worden gebruikt om de tellers te resetten Sensor-pagina s De sensorpagina s tonen de temperatuur- en RH-sensormetingen. Functietoets R1 kan worden gebruikt om te schakelen naar de volgende sensorpagina. Sensoren 1/5 Meer T_regel RH_regel 1-0.4ºC % 2-0.6ºC % Gm -0.5ºC Gm 12.3 % De gemiddelde (Gm) regel-sensormeting wordt getoond op de onderste regel. Sensoren 2/5 Meer T_product 1-0.1ºC 6-0.4ºC 2 0.3ºC 7 0.2ºC 3 0.1ºC 8 0.1ºC 4-0.4ºC 5 0.2ºC Sensoren 3/5 Meer T_ontdooi 1-1.3ºC 6-0.8ºC 2-2.4ºC 7-1.7ºC 3-1.2ºC 8-0.9ºC 4-1.7ºC 5-1.6ºC Pagina 15 van 63

16 Sensoren 4/5 Meer T_uitblaas 1-1.5ºC 6-0.9ºC 2-1.7ºC 7-1.3ºC 3-1.3ºC 8-0.7ºC 4-1.2ºC 5-1.8ºC Sensoren 4/5 Meer RH_info % % % % % % % % 2.12 Alarm-pagina s Alarmen 1/2 Wis Woe 19 Mrt :02 F4 Temp alarm... Ma 17 Mrt :46 W26 Geen heetgas Deze pagina toont een alarmlijst van de cel. De laatste 100 alarmen worden onthouden. Functietoetsen L4 en R4 kunnen worden gebruikt om door de lijst heen te bladeren. Functietoets R1 kan worden gebruikt om de lijst te wissen. Alarmen die nog steeds actief zijn (oorzaak niet opgelost) worden geïnverteerd weergegeven. De alarmen die kunnen optreden zijn gespecificeerd in paragraaf Parameter-pagina Standby fase toegestaan P = Nee Rng 0 1 Def 0 OK Pagina 16 van 63

17 De parameters (van de geselecteerde cel) worden getoond op deze pagina. De Omhoog en Omlaag toetsen kunnen worden gebruikt om door de parameterlijst te gaan en een parameter te selecteren. De functietoetsen L2 en R2 kunnen worden gebruikt om direct naar een andere parametergroep te gaan. De bovenste 2 regels tonen de (verkorte) parameteromschrijving en indien van toepassing de parametereenheid. De volledige omschrijving is verderop in deze handleiding gespecificeerd. Het onderste deel van de pagina toont (indien van toepassing) een verdere uitleg van de actuele parameterwaarde, de minimum en maximum waarde (Rng = Range) en de standaard waarde (Def = Default). Door de Enter toets in te drukken en ingedrukt te houden kan een parameterwaarde worden veranderd met de Omhoog en Omlaag toetsen. Selecteer OK om de pagina te verlaten Tijd/datum-pagina Uren Tijd Min 15:49 Dag-Maand Jaar Deze pagina toont de tijd en datum. De functietoetsen kunnen worden gebruikt om de instellingen te veranderen Meerdere bedienpanelen Standaard kunnen alle celregelaars van de MC3-FRUIT bediend worden met één bedienpaneel. Deze standaardinstelling geldt voor de bedienpanelen met netwerknummer 100 (= standaard). Als meerdere bedienpanelen zijn gewenst, één per celregelaar of één voor een deel van de aanwezige celregelaars, dan kunnen de netwerknummers 101 tot en met 105 worden gebruikt voor de afzonderlijke bedienpanelen. Het bereik van elk bedienpaneel kan afzonderlijk worden ingesteld (parameters P6311..P6314). Het netwerknummer van een bedienpaneel kan worden gewijzigd door de Omlaag, Omhoog, Enter en Aan/uit toetsen tegelijk in te drukken. De onderstaande pagina wordt getoond. Pagina 17 van 63

18 (NL) Netwerknummer (EN) Networknumber (DE) Netzwerknummer = 100 Met de Omhoog en Omlaag toetsen kan het netwerknummer van het bedienpaneel worden gewijzigd. Door de Enter toets in te drukken wordt het netwerknummer opgeslagen en verschijnt de opstartpagina weer. Opmerking: Het netwerknummer wordt ook weergegeven op de opstartpagina. Pagina 18 van 63

19 2.16 Celnaam De celnamen die worden getoond op de hoofdpagina en de celpagina s kunnen worden ingevoerd tijdens de hardware configuratie (zie paragraaf ). Als geen naam is ingevoerd dan wordt de standaard naam Cel x gebruikt, met x = celnummer. Als een batch is gestart en toegewezen aan een cel met de batchfunctionaliteit van VASP, dan wordt de batchnaam gebruikt op het bedienpaneel in plaats van de celnaam. Pagina 19 van 63

20 3 Ingangs- en uitgangsfuncties Onderstaande tabel specificeert de ingang- en uitgangsfuncties van elke celregelaar van de MC3- FRUIT regelaar. Elke aangesloten sensor en regelingang is beschikbaar (indien gewenst) voor elke celregelaar. Elke regeluitgang kan aan meerdere uitgangen worden toegekend. Relais functies van dezelfde celregelaars kunnen worden gecombineerd, bijvoorbeeld: Hetzelfde relais kan worden geconfigureerd om te worden bekrachtigd voor de uitgangsfunctie Ventileren tijdens koelen verdamper 1 en ook voor uitgangsfunctie Automatisch ventileren. Elke digitale ingang en relaisuitgang kan indien nodig door de MC3-FRUIT regelaar worden geïnverteerd. 3.1 Pt1000 Temperatuursensor-ingangsfuncties Omschrijving Engelse omschrijving (op webpagina s) Regel-temperatuursensor 1 Control temperature sensor 1 Regel-temperatuursensor 2 Control temperature sensor 2 Ontdooi-temperatuursensor verdamper 1 Defrost temperature sensor evaporator 1 Ontdooi-temperatuursensor verdamper 2 Defrost temperature sensor evaporator 2 Ontdooi-temperatuursensor verdamper 3 Defrost temperature sensor evaporator 3 Ontdooi-temperatuursensor verdamper 4 Defrost temperature sensor evaporator 4 Ontdooi-temperatuursensor verdamper 5 Defrost temperature sensor evaporator 5 Ontdooi-temperatuursensor verdamper 6 Defrost temperature sensor evaporator 6 Ontdooi-temperatuursensor verdamper 7 Defrost temperature sensor evaporator 7 Ontdooi-temperatuursensor verdamper 8 Defrost temperature sensor evaporator 8 Product-temperatuursensor 1 Product temperature sensor 1 Product-temperatuursensor 2 Product temperature sensor 2 Product-temperatuursensor 3 Product temperature sensor 3 Product-temperatuursensor 4 Product temperature sensor 4 Product-temperatuursensor 5 Product temperature sensor 5 Product-temperatuursensor 6 Product temperature sensor 6 Product-temperatuursensor 7 Product temperature sensor 7 Product-temperatuursensor 8 Product temperature sensor 8 Uitblaas-temperatuursensor verdamper 1 Exhaust temperature sensor evaporator 1 Uitblaas-temperatuursensor verdamper 2 Exhaust temperature sensor evaporator 2 Uitblaas-temperatuursensor verdamper 3 Exhaust temperature sensor evaporator 3 Uitblaas-temperatuursensor verdamper 4 Exhaust temperature sensor evaporator 4 Uitblaas-temperatuursensor verdamper 5 Exhaust temperature sensor evaporator 5 Uitblaas-temperatuursensor verdamper 6 Exhaust temperature sensor evaporator 6 Uitblaas-temperatuursensor verdamper 7 Exhaust temperature sensor evaporator 7 Uitblaas-temperatuursensor verdamper 8 Exhaust temperature sensor evaporator 8 Pagina 20 van 63

21 3.2 Digitale ingangsfuncties Omschrijving Engelse omschrijving (op webpagina s) Niet-fataal alarm 1 Non fatal alarm 1 Niet-fataal alarm 2 Non fatal alarm 2 Niet-fataal alarm 3 Non fatal alarm 3 Fataal alarm 1 (regeling uit) Fatal alarm 1 Fataal alarm 2 (regeling uit) Fatal alarm 2 Fataal alarm 3 (regeling uit) Fatal alarm 3 Sperren 1 (regeling uit) Blocking 1 Sperren 2 (regeling uit) Blocking 2 Sperren 3 (regeling uit) Blocking 3 Deur open (regeling uit, gemaximaliseerd tijd) Door open Continu ventileren tijdens koelen Continuous ventilation (niet tijdens elektrisch/heetgas ontdooien) Continu koelen Continuous cooling Nachtmode Night mode Extern temperatuursetpoint External temperature set point 3.3 Analoge ingangsfuncties Omschrijving Engelse omschrijving (op webpagina s) Regel-temperatuursensor 1 Control temperature sensor 1 Regel-temperatuursensor 2 Control temperature sensor 2 Ontdooi-temperatuursensor verdamper 1 Defrost temperature sensor evaporator 1 Ontdooi-temperatuursensor verdamper 2 Defrost temperature sensor evaporator 2 Ontdooi-temperatuursensor verdamper 3 Defrost temperature sensor evaporator 3 Ontdooi-temperatuursensor verdamper 4 Defrost temperature sensor evaporator 4 Ontdooi-temperatuursensor verdamper 5 Defrost temperature sensor evaporator 5 Ontdooi-temperatuursensor verdamper 6 Defrost temperature sensor evaporator 6 Ontdooi-temperatuursensor verdamper 7 Defrost temperature sensor evaporator 7 Ontdooi-temperatuursensor verdamper 8 Defrost temperature sensor evaporator 8 Product-temperatuursensor 1 Product temperature sensor 1 Product-temperatuursensor 2 Product temperature sensor 2 Product-temperatuursensor 3 Product temperature sensor 3 Product-temperatuursensor 4 Product temperature sensor 4 Product-temperatuursensor 5 Product temperature sensor 5 Product-temperatuursensor 6 Product temperature sensor 6 Product-temperatuursensor 7 Product temperature sensor 7 Product-temperatuursensor 8 Product temperature sensor 8 Uitblaas-temperatuursensor verdamper 1 Exhaust temperature sensor evaporator 1 Uitblaas-temperatuursensor verdamper 2 Exhaust temperature sensor evaporator 2 Uitblaas-temperatuursensor verdamper 3 Exhaust temperature sensor evaporator 3 Uitblaas-temperatuursensor verdamper 4 Exhaust temperature sensor evaporator 4 Uitblaas-temperatuursensor verdamper 5 Exhaust temperature sensor evaporator 5 Uitblaas-temperatuursensor verdamper 6 Exhaust temperature sensor evaporator 6 Uitblaas-temperatuursensor verdamper 7 Exhaust temperature sensor evaporator 7 Uitblaas-temperatuursensor verdamper 8 Exhaust temperature sensor evaporator 8 Regel-RH-sensor 1 Control RH sensor 1 Pagina 21 van 63

22 Omschrijving Engelse omschrijving (op webpagina s) Regel-RH-sensor 2 Control RH sensor 2 Info-RH-sensor 1 Info RH sensor 1 Info-RH-sensor 2 Info RH sensor 2 Info-RH-sensor 3 Info RH sensor 3 Info-RH-sensor 4 Info RH sensor 4 Info-RH-sensor 5 Info RH sensor 5 Info-RH-sensor 6 Info RH sensor 6 Info-RH-sensor 7 Info RH sensor 7 Info-RH-sensor 8 Info RH sensor Relais-uitgangsfuncties Omschrijving Engelse omschrijving (op webpagina s) Vloeistofklep verdamper 1 Solenoid valve evaporator 1 Vloeistofklep verdamper 2 Solenoid valve evaporator 2 Vloeistofklep verdamper 3 Solenoid valve evaporator 3 Vloeistofklep verdamper 4 Solenoid valve evaporator 4 Vloeistofklep verdamper 5 Solenoid valve evaporator 5 Vloeistofklep verdamper 6 Solenoid valve evaporator 6 Vloeistofklep verdamper 7 Solenoid valve evaporator 7 Vloeistofklep verdamper 8 Solenoid valve evaporator 8 Zuigklep verdamper 1 Suction valve evaporator 1 Zuigklep verdamper 2 Suction valve evaporator 2 Zuigklep verdamper 3 Suction valve evaporator 3 Zuigklep verdamper 4 Suction valve evaporator 4 Zuigklep verdamper 5 Suction valve evaporator 5 Zuigklep verdamper 6 Suction valve evaporator 6 Zuigklep verdamper 7 Suction valve evaporator 7 Zuigklep verdamper 8 Suction valve evaporator 8 Natuurlijk ontdooien verdamper 1 Offcycle defrost evaporator 1 Natuurlijk ontdooien verdamper 2 Offcycle defrost evaporator 2 Natuurlijk ontdooien verdamper 3 Offcycle defrost evaporator 3 Natuurlijk ontdooien verdamper 4 Offcycle defrost evaporator 4 Natuurlijk ontdooien verdamper 5 Offcycle defrost evaporator 5 Natuurlijk ontdooien verdamper 6 Offcycle defrost evaporator 6 Natuurlijk ontdooien verdamper 7 Offcycle defrost evaporator 7 Natuurlijk ontdooien verdamper 8 Offcycle defrost evaporator 8 Elektrisch ontdooien verdamper 1 Electrical defrost evaporator 1 Elektrisch ontdooien verdamper 2 Electrical defrost evaporator 2 Elektrisch ontdooien verdamper 3 Electrical defrost evaporator 3 Elektrisch ontdooien verdamper 4 Electrical defrost evaporator 4 Elektrisch ontdooien verdamper 5 Electrical defrost evaporator 5 Elektrisch ontdooien verdamper 6 Electrical defrost evaporator 6 Elektrisch ontdooien verdamper 7 Electrical defrost evaporator 7 Elektrisch ontdooien verdamper 8 Electrical defrost evaporator 8 Heetgas ontdooien verdamper 1 Hotgas defrost evaporator 1 Heetgas ontdooien verdamper 2 Hotgas defrost evaporator 2 Heetgas ontdooien verdamper 3 Hotgas defrost evaporator 3 Pagina 22 van 63

23 Omschrijving Engelse omschrijving (op webpagina s) Heetgas ontdooien verdamper 4 Hotgas defrost evaporator 4 Heetgas ontdooien verdamper 5 Hotgas defrost evaporator 5 Heetgas ontdooien verdamper 6 Hotgas defrost evaporator 6 Heetgas ontdooien verdamper 7 Hotgas defrost evaporator 7 Heetgas ontdooien verdamper 8 Hotgas defrost evaporator 8 Verzamel heetgas ontdooien Collect hotgas defrost (OR-functie van functies Heetgas ontdooien verdamper 1..8) Ergens heetgas ontdooien (in het netwerk) Any hotgas defrost (OR-functie van functies Heetgas ontdooien verdamper 1..8 van alle celregelaars) Drukvereffening A Pressure equalizing A Drukvereffening B verdamper 1 Pressure equalizing B evaporator 1 Drukvereffening B verdamper 2 Pressure equalizing B evaporator 2 Drukvereffening B verdamper 3 Pressure equalizing B evaporator 3 Drukvereffening B verdamper 4 Pressure equalizing B evaporator 4 Drukvereffening B verdamper 5 Pressure equalizing B evaporator 5 Drukvereffening B verdamper 6 Pressure equalizing B evaporator 6 Drukvereffening B verdamper 7 Pressure equalizing B evaporator 7 Drukvereffening B verdamper 8 Pressure equalizing B evaporator 8 Ventileren tijdens koelen verdamper 1 Cooling ventilation evaporator 1 Ventileren tijdens koelen verdamper 2 Cooling ventilation evaporator 2 Ventileren tijdens koelen verdamper 3 Cooling ventilation evaporator 3 Ventileren tijdens koelen verdamper 4 Cooling ventilation evaporator 4 Ventileren tijdens koelen verdamper 5 Cooling ventilation evaporator 5 Ventileren tijdens koelen verdamper 6 Cooling ventilation evaporator 6 Ventileren tijdens koelen verdamper 7 Cooling ventilation evaporator 7 Ventileren tijdens koelen verdamper 8 Cooling ventilation evaporator 8 Ventilatie hoog toerental High RPM ventilation Ventilatie na koelen Ventilation after cooling (tijdens pumpdown en ventilatie uitschakelvertraging P0351) Automatisch ventileren Automatic ventilation Ventileren tijdens verwarmen Heating ventilation Verwarming Heating Bevochtigen Humidify Alarm (niet-fataal of fataal) Alarm Niet-fataal alarm Non fatal alarm Fataal alarm Fatal alarm Aan On Sperren (actief) Blocking Deur open (gemaximaliseerd op tijd) Door open Nachtmode Night mode Regelvertraging Control delay Inkoelfase Cool phase Bewaarfase Store phase Standbyfase Standby phase Uit (volledig uitgeschakeld) Off (switching off finished) Extern temperatuursetpoint (actief) External temperature set point Pagina 23 van 63

24 Omschrijving Engelse omschrijving (op webpagina s) Afsluitluik verdamper 1 Shutter evaporator 1 (gesloten tijdens elektrische/heetgas ontdooien, uitdruppen, drukvereffening B en puimpdown na ontdooien) Afsluitluik verdamper 2 Shutter evaporator 2 Afsluitluik verdamper 3 Shutter evaporator 3 Afsluitluik verdamper 4 Shutter evaporator 4 Afsluitluik verdamper 5 Shutter evaporator 5 Afsluitluik verdamper 6 Shutter evaporator 6 Afsluitluik verdamper 7 Shutter evaporator 7 Afsluitluik verdamper 8 Shutter evaporator Analoge uitgangsfuncties Omschrijving Engelse omschrijving (op webpagina s) Ventilatie verdamper 1 Ventilation evaporator 1 Ventilatie verdamper 2 Ventilation evaporator 2 Ventilatie verdamper 3 Ventilation evaporator 3 Ventilatie verdamper 4 Ventilation evaporator 4 Ventilatie verdamper 5 Ventilation evaporator 5 Ventilatie verdamper 6 Ventilation evaporator 6 Ventilatie verdamper 7 Ventilation evaporator 7 Ventilatie verdamper 8 Ventilation evaporator Alarmmonitor relais-uitgangsfuncties De MC3-FRUIT heeft een separate alarmmonitor die kan worden gebruikt om de alarmen van meerdere celregelaars te combineren en daarmee relais aan te sturen. Omschrijving Alarm (niet-fataal of fataal) Niet-fataal alarm Fataal alarm Engelse omschrijving (op webpagina s) Alarm Non fatal alarm Fatal alarm Pagina 24 van 63

25 4 Hardware configuratie De hardware configuratie wordt ingesteld met behulp van een interne webpagina van de regelaar. Om deze webpagina in een browser te kunnen bekijken moet de computer met een ethernet kabel (en indien van toepassing een ethernet-switch) aangesloten worden op de ethernet aansluiting van de regelaar. 4.1 Ethernet aansluiten Om de ethernet verbinding te maken moet aan de regelaar een IP-adres worden gegeven. Het standaard adres van de MC3-FRUIT regelaar is Het IP-adres kan worden gewijzigd door gebruik te maken van VDH IP configurator (VDH_Conf), beschikbaar op de VDH website: Dit programma kan zoeken naar aangesloten MC3 regelaars. Door gebruik te maken van het MAC adres kan de MC3 regelaar worden gevonden. Start het programma en selecteer de betreffende ethernet interface. Druk op Scan om naar de beschikbare MC3 regelaars te zoeken. Alle gevonden MC3 regelaars worden in een lijst geplaatst. Zowel het MAC-adres als ook het IP-adres worden getoond. Het MAC adres van de regelaar is geprint op een sticker op de MC3 Processor. Door gebruik te maken van het MAC-adres kan de MC3-FRUIT regelaar worden geselecteerd in de lijst. Selecteer de regelaar en stel de gewenste netwerkinstelling in. Voer het wachtwoord (password) in en druk op de Set toets om de netwerkinstellingen van de geselecteerde MC3-FRUIT te wijzigen. Pagina 25 van 63

26 Gebruik een webbrowser om verbinding te maken naar de MC3-FRUIT door het invoeren van in de adresbalk van de browser. De volgende webpagina verschijnt: Alle toegang tot deze pagina s is afgeschermd met een wachtwoord om onbedoelde wijzigingen te voorkomen. 4.2 Configuratie van I/O-kanalen De I/O-kanalen kunnen worden gekoppeld aan de verschillen de ingang- en uitgangsfuncties zoals genoemd in paragraaf 3. De I/O-kanalen zijn gedefinieerd door de positie van de PCB (print) in de regelaar en door het nummer van het kanaal op de PCB. De volgorde van de PCB s is zoals in onderstaande figuur is weergegeven: Links 1 up Midden 3 2 Rechts 5 4 De I/O-kanalen op een PCB zijn genummerd van links naar rechts, eerst boven en daarna onder. Als er verschillende type kanalen beschikbaar zijn op een PCB, dan begint de nummering voor elk type met 1. De selectielijsten op de webpagina s (hieronder beschreven) bevatten alleen de kanalen die daadwerkelijk aanwezig zijn. Pagina 26 van 63

27 4.2.1 MC3-Fruit configuratie Selecteer Controller config en MC3-Fruit config voor de configuratie pagina van de celregelaars. Boven aan de pagina wordt een selectielijst weergegeven om een celregelaar (Cell controller) te selecteren en ook een veld om een naam (Name) toe te kennen aan de geselecteerde celregelaar. De ingegeven naam wordt gebruikt op het bedienpaneel. Elke ingangs- en uitgangsfunctie kan worden toegewezen aan een I/O-kanaal door een hardwarenummer (hardware number) te selecteren van de selectielijst. Het is mogelijk om meerdere ingangsfuncties toe te wijzen aan hetzelfde hardware-nummer. Voorbeeld: De ingangsfuncties Blocking (Sperren) voor celregelaar 1 en 2 kunnen beide worden toegewezen aan hardwarenummer board 4 - input 5. Elke uitgangsfunctie kan worden toegewezen aan één of meer hardware-nummers. Voorbeeld: Analoge uitgangsfunctie Ventilation evaporator 1 (Ventilatie verdamper 1) voor celregelaar 1 kan worden toegewezen aan hardware-nummer board 1 output 1 en board 2 output 2. Pagina 27 van 63

28 Het is ook mogelijk om meerdere relais uitgangsfuncties van dezelfde celregelaar toe te wijzen aan hetzelfde relais (OR-functie). Voorbeeld: Als relais-uitgangsfuncties Cooling ventilation evaporator 1 (Ventileren tijdens koelen verdamper 1) en Automatic ventilation (Automatisch ventileren) beide worden toegewezen aan relais met hardware-nummer board 2 output 3, dan wordt het relais bekrachtigd gedurende het koelen van verdamper 1 en ook tijdens automatisch ventileren. Voor de digitale ingangsfuncties en de relais-uitgangsfuncties wordt een Mode instelling normal en inverted weergegeven. De instelling inverted inverteert de normale werking. Voorbeeld: Een geïnverteerde digitale ingangsfunctie Blocking (Sperren) wordt een digitale ingang Release (Vrijgave) en een geïnverteerde relais-uitgangsfunctie Alarm wordt een relais-uitgangsfuncties Watch alarm (Waakalarm) (bekrachtigd als er geen alarmen actief zijn). Voor de vochtigheid- en analoge temperatuur-ingangsfuncties wordt een Mode instelling weergegeven: 0..1Vdc, 0..10Vdc, 0..20mA of 4..20mA. Deze instelling selecteert het spannings- of stroombereik dat correspondeert met een RH van % of een temperatuurbereik zoals ingesteld met parameters P6400..P6423. Let op: Deze Mode en parameter instellingen moet exact corresponderen met het type ingang en sensor! Nadat er wijzigingen zijn aangebracht op een webpagina moeten de wijzigingen naar de regelaar worden gestuurd door de submit toets in te drukken onderaan de pagina. Als alle veranderingen zijn gemaakt, dan moet de regelaar opnieuw worden opgestart om de wijzigingen te activeren. Dit kan worden gedaan door de voedingsspanning van de regelaar even te onderbreken of door de knop Restart the application te gebruiken. Deze knop staat op de webpagina onder tab Other, subtab Restart application. Pagina 28 van 63

29 4.2.2 Alarmmonitor configuratie Selecteer Controller config en Alarm monitor config voor de configuratie pagina van de alarmmonitor. Op deze pagina kunnen relais worden toewezen aan de uitgangsfuncties van de alarmmonitor. Nadat er wijzigingen zijn aangebracht moeten de wijzigingen naar de regelaar worden gestuurd door de submit toets in te drukken onderaan de pagina. Als alle veranderingen zijn gemaakt, dan moet de regelaar opnieuw worden opgestart om de wijzigingen te activeren. Dit kan worden gedaan door de voedingsspanning van de regelaar even te onderbreken of door de knop Restart the application te gebruiken. Deze knop staat op de webpagina onder tab Other, subtab Restart application. Pagina 29 van 63

30 4.2.3 Configuratie overzicht Selecteer Controller config en Config overview voor het configuratie overzicht. Deze pagina toont een overzicht van de I/O-configuratie. Uitgangskanalen die aan meerdere uitgangsfuncties zijn toegewezen zijn rood gemarkeerd. Pagina 30 van 63

31 5 Parameters Er zijn 3 types parameters: cel-, netwerk- en regelaarparameters. De celparameters betreffen één celregelaar van een MC3-FRUIT regelaar die één specifieke cel regelt. De netwerkparameters bevatten de instellingen voor de algehele coördinatie van koel- en ontdooiacties binnen een netwerk van MC3-FRUIT regelaars. De regelaarparameters zijn de instellingen voor één MC3-FRUIT en gelden voor alle celregelaars binnen een MC3-FRUIT regelaar. De parameters kunnen worden bekeken en gewijzigd op de parameterpagina (zie paragraaf 2.13) en met VASP. 5.1 Cel-parameters Nr. Omschrijving Bereik Eenh. 1 Stand. 2 Algemeen P 0100 Celnummer = Niet toegewezen, cel gaat/blijft uit P 0101 Aan/uit-schakelen koppelen aan celnummer = Niet gekoppeld Waarschuwing: De cel schakelt uit als de gerefereerde cel niet aanwezig is of niet bereikbaar is via het netwerk! P 0110 Bewaarfase toegestaan = Nee 1 = Ja P 0111 Standbyfase toegestaan = Nee 1 = Ja P 0130 Temperatuursetpoint koppelen aan celnummer = Niet gekoppeld Als de gerefereerde cel aan is, dan worden de dag- en nacht-temperatuursetpoint gelijk gehouden aan het actuele temperatuur setpoint van die cel. P 0131 Min. instelbaar temperatuursetpoint C P 0132 Max. instelbaar temperatuursetpoint C P 0133 Temperatuur weergeven in hele getallen = Nee 1 = Ja P 0134 Grote weergave regeltemperatuur op celpagina 0 = Nee 1 = Ja Opmerking: Deze optie vereist bedienpanelen met software versie 1.05 of hoger Eenheid 2 Standaard waarde Pagina 31 van 63

32 Nr. Omschrijving Bereik Eenh. 1 Stand. 2 P 0140 RH-setpoint koppelen aan celnummer = Niet gekoppeld Als de gerefereerde cel aan is en een RH setpoint gebruikt, dan worden de dag- en nacht RH-setpoints gelijk gehouden aan het actuele RH setpoint van die cel. P 0141 Min. instelbaar RH-setpoint % 0.0 P 0142 Max. instelbaar RH-setpoint % P 0143 RH weergeven in hele getallen = Nee 1 = Ja P 0150 Max. deur open tijd min 5 P 0151 Regelvertraging bij opstarten s 10 P 0160 Starttijd nacht uur = Niet actief (handmatige bediening of via digitale ingang) P min 00 P 0162 Starttijd dag uur = Niet actief (handmatige bediening of via digitale ingang) P min 00 P 0170 Extern temperatuursetpoint timing = Geen extern temperatuursetpoint 1 = Start door puls van digitale ingang (geen herstart) 2 = Start en herstart door puls van digitale ingang 3 = Start en stop door puls op digitale ingang (stop ook door timer) 4 = Gedurende puls van digitale ingang P 0171 Tijdsduur extern temperatuursetpoint min 3 P0170 = 1..3 P 0172 Extern temperatuursetpoint C P 0173 Type extern temperatuursetpoint = Absoluut 1 = Relatief/offset t.o.v. normale setpoint P 0180 Zuigklep aansturing 0 = Klep open tijdens koelactie, pumpdown na koelen en pumpdown na heetgas ontdooien. 1 = Klep open als celregelaar aan is behalve gedurende heetgas ontdooien (inclusief uitdruppen en drukvereffening B) Hoofdstuk 7 geeft opties weer in een timingdiagram Sensoroffsets P 0200 Offset regel-temperatuursensor K 0.0 P 0201 Offset regel-temperatuursensor K 0.0 P 0210 Offset ontdooi-temperatuursensor verdamper K 0.0 P 0211 Offset ontdooi-temperatuursensor verdamper K 0.0 P 0212 Offset ontdooi-temperatuursensor verdamper K 0.0 P 0213 Offset ontdooi-temperatuursensor verdamper K wordt gebruikt om aan te geven wanneer een parameter van toepassing is. Pagina 32 van 63

33 Nr. Omschrijving Bereik Eenh. 1 Stand. 2 P 0214 Offset ontdooi-temperatuursensor verdamper K 0.0 P 0215 Offset ontdooi-temperatuursensor verdamper K 0.0 P 0216 Offset ontdooi-temperatuursensor verdamper K 0.0 P 0217 Offset ontdooi-temperatuursensor verdamper K 0.0 P 0220 Offset product-temperatuursensor K 0.0 P 0221 Offset product-temperatuursensor K 0.0 P 0222 Offset product-temperatuursensor K 0.0 P 0223 Offset product-temperatuursensor K 0.0 P 0224 Offset product-temperatuursensor K 0.0 P 0225 Offset product-temperatuursensor K 0.0 P 0226 Offset product-temperatuursensor K 0.0 P 0227 Offset product-temperatuursensor K 0.0 P 0230 Offset uitblaas-temperatuursensor verdamper K 0.0 P 0231 Offset uitblaas-temperatuursensor verdamper K 0.0 P 0232 Offset uitblaas-temperatuursensor verdamper K 0.0 P 0233 Offset uitblaas-temperatuursensor verdamper K 0.0 P 0234 Offset uitblaas-temperatuursensor verdamper K 0.0 P 0235 Offset uitblaas-temperatuursensor verdamper K 0.0 P 0236 Offset uitblaas-temperatuursensor verdamper K 0.0 P 0237 Offset uitblaas-temperatuursensor verdamper K 0.0 P 0260 Offset regel-rh-sensor % 0.0 P 0261 Offset regel-rh-sensor % 0.0 P 0270 Offset info-rh-sensor % 0.0 P 0271 Offset info-rh-sensor % 0.0 P 0272 Offset info-rh-sensor % 0.0 P 0273 Offset info-rh-sensor % 0.0 P 0274 Offset info-rh-sensor % 0.0 P 0275 Offset info-rh-sensor % 0.0 P 0276 Offset info-rh-sensor % 0.0 P 0277 Offset info-rh-sensor % 0.0 Koelen P 0300 Cel koelcapaciteit in inkoelfase (en standbyfase) kw 0 P 0301 Cel koelcapaciteit in bewaarfase kw 1.0 P 0330 Min. koeltijd min 1 P 0331 Min. tijd tussen 2 koelacties min 0 P 0332 Max. koeltijd in bewaarfase min 30 P 0340 Max. temperatuur onder setpoint (waarna de koeling K 0.5 geforceerd uit gaat mits min. koeltijd is verstreken) P 0341 Max. temperatuur boven setpoint (waarna de koeling K 1.5 geforceerd aan gaat) P 0350 Pumpdowntijd na koelactie s 0 P 0351 Ventilatie uitschakelvertraging na koelactie min 0 (relaisfunctie ventileren tijdens koelen) (tijd start na pumpdown tijd = sluiten zuigklep) P 0360 Ventilatie hoog toerental setpointoffset K 2.0 P 0361 Ventilatie hoog toerental differentie K 0.5 Pagina 33 van 63

34 Nr. Omschrijving Bereik Eenh. 1 Stand. 2 Verwarmen P 0400 Verwarmen setpointoffset K 0.0 P 0401 Verwarmen differentie K 0.5 P 0410 Ventileren tijdens verwarmen = Nee 1 = Ja (relais functie ventileren tijdens verwarmen) P 0411 Relais Ventileren tijdens koelen activeren voor functie ventileren tijdens verwarmen 0 = Nee 1 = Ja Deze parameter vereenvoudigt toewijzing van "Ventileren tijdens verwarmen bij meerdere verdampers Bevochtigen P 0600 Automatisch bevochtigen timing = Tijdens koelen 1 = Tijdens automatisch ventileren 2 = Tijdens koelen en automatisch ventileren 3 = Puls/pauze 4 = Puls/pauze en tijdens koelen 5 = Puls/pauze tijdens ventileren tijdens koelen 6 = Puls/pauze tijdens automatisch ventileren 7 = Puls/pauze tijdens ventileren tijdens koelen en automatisch ventileren P 0610 Bevochtigen uitschakelvertraging na koelen s P0600 = 0 of 2 P 0611 Bevochtigen uitschakelvertraging na automatisch s 0 P0600 = 1 of 2 P 0615 Ventileren tijdens koelen uitschakelvertraging na s 0 P0600 = 5 of 7 P 0616 Automatisch ventileren uitschakelvertraging na s 0 P0600 = 6 of 7 P 0620 Pulstijd bevochtigen s P0600 = 3..7 P 0621 Pauzetijd bevochtigen s P0600 = 3..7 P 0630 Max. bevochtigingstijd in bloktijd bevochtiging min 60 P 0631 Bloktijd bevochtiging min 60 P 0640 RH gebaseerd bevochtigen = Nee 1 = Ja (Ja = Als bevochtigen actief is volgens de ingestelde bevochtigingsmode en timing (P ), dan wordt bevochtigen geregeld op basis van de regel-rhsensoren en RH-setpoint.) P 0641 Bevochtigen setpointoffset % 0.0 Pagina 34 van 63