FIAT SEICENTO NL INSTRUCTIEBOEK

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "FIAT SEICENTO 603.45.266 NL INSTRUCTIEBOEK"

Transcriptie

1 FIAT SEICENTO NL INSTRUCTIEBOEK

2 Geachte cliënt, Hartelijk dank dat u voor een Fiat hebt gekozen en gefeliciteerd met uw keuze voor de Seicento. Wij hebben dit boekje samengesteld zodat u elk onderdeel van uw Seicento leert kennen en u uw auto op de juiste manier zult gebruiken. Wij raden u aan alle hoofdstukken door te lezen voordat u voor de eerste keer met de auto gaat rijden. Dit instructieboekje bevat informatie, tips en aanwijzingen die u zullen helpen de technische kwaliteiten van uw Seicento volledig te benutten. Bovendien zult u belangrijke aanwijzingen vinden voor uw veiligheid en die van de andere inzittenden, het in conditie houden van de auto en milieubewust autorijden. In de SERVICE- EN GARANTIEHANDLEIDING vindt u naast het schema voor het geprogrammeerde onderhoud: het garantiecertificaat en de bijbehorende voorwaarden een overzicht van de speciale aanvullende service voor cliënten. Veel leesplezier en goede reis! Hoewel in dit instructieboekje alle uitvoeringen van de Seicento beschreven worden, dient u de informatie aan te houden die betrekking heeft op de versie, de motoruitvoering en het uitrustingsniveau van de auto die u gekocht hebt. 1

3 VEILIG EN MILIEUBEWUST RIJDEN Veiligheid en respect voor het milieu zijn de uitgangspunten geweest bij het ontwerpen van de Seicento. Dankzij deze opvatting kon de Seicento strenge veiligheidstests het hoofd bieden en goed doorstaan. De Seicento voldoet daarmee aan de hoogste eisen in zijn klasse. Bovendien is deze auto, naar alle waarschijnlijkheid, al voorbereid op de toekomstige normen. Daarnaast is de Seicento door het doorlopende onderzoek naar nieuwe en doeltreffende bijdragen aan het behoud van het milieu, een auto die navolging verdient. Alle uitvoeringen zijn uitgerust met emissiereductiesystemen die bijdragen aan de bescherming van het milieu en waarmee de uitstoot van schadelijke uitlaatgassen lager is dan de nu geldende normen. De Seicento is niet alleen een milieubewuste auto tijdens het gebruik, maar ook daarna. Fiat heeft hard gewerkt een zeer ambitieus doel te bereiken: 100% recycling. Aan het einde van zijn lange levensduur kan de Seicento eenvoudig ontmanteld en al zijn onderdelen gerecycleerd worden. Voor de natuur betekent dat een groot voordeel: niets gaat verloren, niets wordt gestort en er zijn minder nieuwe grondstoffen nodig. 2 WEGWIJS IN UW AUTO

4 SIGNALEN VOOR EEN CORRECT GEBRUIK De signalen die u op deze pagina ziet, zijn zeer belangrijk. Zij staan bij onderdelen in dit boekje waar we extra aandacht voor vragen. Zoals u ziet, bestaat elk signaal uit een verschillend symbool. Zo wordt direct duidelijk om welk onderwerp het gaat: Veiligheid van de inzittenden. Attentie. Het niet of gedeeltelijk opvolgen van deze instructies kan gevaar opleveren voor de inzittenden. Bescherming van het milieu. Aanwijzing voor het juiste gedrag, zodat het gebruik van de auto zo min mogelijk schade aan het milieu oplevert. Conditie van de auto. Attentie. Het niet of gedeeltelijk opvolgen van deze instructies schaadt de conditie van de auto en zal in veel gevallen ook de garantie doen vervallen. WEGWIJS IN UW AUTO 3

5 WEGWIJS IN UW AUTO SYMBOLEN Op of in de nabijheid van enkele onderdelen van uw Seicento zijn specifiek gekleurde plaatjes aangebracht met daarop symbolen die uw aandacht vragen en die voorzorgsmaatregelen aangeven die u in acht moet nemen als u met het betreffende onderdeel te maken krijgt. FIAT CODE Voor een nog betere bescherming tegen diefstal is de auto uitgerust met een elektronische startblokkering (Fiat CODE). Het systeem schakelt automatisch in als de start-/contactsleutel wordt uitgenomen. In de handgreep van de sleutels zit een elektronisch component gemonteerd dat bij het starten van de motor een signaal ontvangt via een speciale antenne die in het start-/contactslot is ingebouwd. Dit signaal wordt omgezet in een steeds wisselende code en vervolgens aan de regeleenheid van de Fiat CO- DE gezonden, die, als de code wordt herkend, het starten van de motor mogelijk maakt. De sleutels fig. 1 Bij de auto worden geleverd: twee sleutels A als de auto is uitgerust zonder diefstalalarm; twee sleutels A en twee afstandsbedieningen B als de auto is uitgerust met centrale portiervergrendeling met afstandsbediening en diefstalalarm. P4Q00200 fig. 1 4 WEGWIJS IN UW AUTO

6 A - De sleutel met blauwe handgreep dient voor: het starten de portieren de achterklep de dop van de brandstoftank het in-/uitschakelen van de airbag aan passagierszijde. B - Afstandsbediening voor diefstalalarm. Samen met de sleutels hebt u een CODE-card ontvangen fig. 2 waarop staat aangegeven: P4Q00028 op de voorzijde: A - de elektronische code voor het uitvoeren van een noodstart; B - de mechanische code van de sleutels; op de achterzijde: C - vakjes voor het aanbrengen van de codestickers van de eventuele afstandsbedieningen. De CODE-card moet op een veilige plaats worden bewaard. Wij raden u aan de elektronische code op de CODE-card altijd bij u te hebben omdat deze onmisbaar is voor het uitvoeren van een noodstart. DUPLICAATSLEUTELS Als u extra sleutels wenst, wendt u dan met alle sleutels die reeds in uw bezit zijn, en de CODE-card tot de Fiat-dealer. De Fiat-dealer moet zowel de nieuwe sleutels als de reeds in uw bezit zijnde sleutels (tot een maximum van 7 sleutels) in het geheugen opslaan. De Fiat-dealer zal u vragen uw eigendomsrecht op de auto te bewijzen. Als tijdens het opslaan van een nieuwe sleutelcode de reeds opgeslagen sleutelcodes niet opnieuw worden ingevoerd, worden ze uit het geheugen gewist, zodat eventueel verloren sleutels niet meer gebruikt kunnen worden voor het starten van de motor. DE WERKING Iedere keer als u de contactsleutel in stand STOP of PARK uitneemt, fig. 2 WEGWIJS IN UW AUTO 5

7 schakelt het beveiligingssysteem de startblokkering in. Draai bij het starten van de motor de start-/contactsleutel in MAR: 1) Als de code wordt herkend, gaat het controlelampje op het instrumentenpaneel kort knipperen; het beveiligingssysteem heeft de door de sleutel gezonden code herkend en de startblokkering wordt opgeheven. Draai de sleutel in stand AVV om de motor te starten. 2) Als het controlelampje blijft branden, wordt de code niet herkend. In dat geval raden wij u aan de sleutel in stand STOP en vervolgens in MAR te draaien; als de motor geblokkeerd blijft, probeer het dan opnieuw met de andere geleverde sleutels. Als de motor nog niet aanslaat, voer dan zelf een noodstart uit (zie hoofdstuk NOODGEVALLEN) of raadpleeg de Fiat-dealer. Tijdens het rijden met de contactsleutel in MAR: 1) Als het controlelampje tijdens het rijden gaat branden, betekent dit dat het systeem zichzelf controleert (bijv. bij een vermindering van de spanning). 2) Als met de contactsleutel in MAR het controlelampje blijft knipperen, dan betekent dit dat de auto niet is beveiligd door de startblokkering. Neem contact op met de Fiat-dealer om alle sleutels in het geheugen te laten opslaan. BELANGRIJK Bij krachtige stoten kunnen de elektronische componenten in de sleutel beschadigd worden. BELANGRIJK Elke sleutel heeft een eigen code die verschillend is van alle andere codes, en die moet worden opgeslagen in de regeleenheid van het systeem. Bij verkoop van de auto moet de nieuwe eigenaar de sleutels van de auto (inclusief alle duplicaatsleutels waarmee de auto op dat moment is uitgerust) en de CODE-card ontvangen. DIEFSTALALARM Het diefstalalarm regelt de volgende functies: het op afstand ver-/ontgrendelen van de portieren; omtrekbeveiliging (openen van portieren, motorkap en achterklep); volumetrische beveiliging (binnendringing in het interieur); beveiliging tegen het loskoppelen of doorsnijden van de voedingskabels. DE AFSTANDSBEDIENING fig. 3 De afstandsbediening is uitgerust met een knop A en een lampje B voor inschakeling van het diefstalalarm of het vergrendelen van de portieren; de knop schakelt de afstandsbediening in en het lampje knippert als de zender een code stuurt naar de ontvanger. De afstandsbediening werkt met radiogolven en moet dicht bij de auto worden bediend. 6 WEGWIJS IN UW AUTO

8 Ministeriële goedkeuring In overeenstemming met de wetgeving in ieder land ten aanzien van radiozendapparatuur: zijn achterin dit boekje de typegoedkeuringen voor de verschillende landen gegeven. staat, voor de landen waar een zendmachtiging verplicht is, het toelatingsnummer op de afstandsbediening. DE WERKING Het diefstalalarm van de Seicento wordt bediend via de ontvanger in het plafondlampje voor (fig. 4: B knop - A lampje) en in-/uitgeschakeld via de op radiogolven werkende afstandsbediening. De sensoren C voor de interieurbeveiliging zijn in het plafondlampje geplaatst. Het systeem werkt alleen als de contactsleutel is uitgenomen in stand STOP of PARK. De regeleenheid van het diefstalalarm heeft een sirene met eigen voeding. De sirene kan buiten werking worden gesteld. Diefstalalarm inschakelen: druk kort op knop A-fig. 3 van de afstandsbediening. U hoort een biep -geluid en de richtingaanwijzers gaan ongeveer 3 seconden branden (alleen bepaalde landen). Gedurende de tijd dat het systeem is ingeschakeld, knippert het lampje A-fig. 5 links op de stuurkolombekleding. Diefstalalarm uitschakelen: druk opnieuw op de knop van de afstandsbediening. U hoort twee keer een biep -geluid en de richtingaanwijzers knipperen twee keer (alleen bepaalde landen). P4Q00030 P4Q00173 P4Q00029 fig. 3 fig. 4 fig. 5 WEGWIJS IN UW AUTO 7

9 Interieurbeveiliging uitschakelen: voordat u het diefstalalarm inschakelt, is het ook mogelijk de interieurbewaking uit te schakelen. Ga als volgt te werk draai vanuit stand STOP de sleutel in stand MAR en vervolgens onmiddellijk weer in stand STOP. Trek de sleutel vervolgens uit het contactslot. Het lampje A gaat ongeveer 2 seconden branden om de uitschakeling te bevestigen. U stelt de interieurbewaking weer in bedrijf (voordat u het diefstalalarm inschakelt) door de sleutel weer in stand MAR te draaien en langer dan 30 seconden te wachten of door het diefstalalarm nogmaals in te schakelen. Als u bij uitgeschakelde interieurbeveiliging een via het start-/contactslot gevoede elektrische installatie wilt gebruiken (bijv. elektrische ruitbediening), moet de sleutel in stand MAR worden gedraaid, de installatie worden bediend en de sleutel binnen 30 seconden weer in stand STOP worden gedraaid. Op deze manier wordt de interieurbewaking niet opnieuw ingeschakeld. Sirene uitschakelen: houd de knop van de afstandsbediening gedurende 4 seconden ingedrukt tijdens het inschakelen van het diefstalalarm en laat de knop vervolgens los. Vijf bieps geven aan dat de sirene buiten werking is en het diefstalalarm is ingeschakeld. ZELFDIAGNOSE VAN HET SYSTEEM Als bij het inschakelen van het diefstalalarm de biep wordt gevolgd (na 1 seconde) door een tweede, zeer korte biep, is het raadzaam te controleren of de portieren, de motorkap en de achterklep gesloten zijn. Probeer vervolgens nogmaals het diefstalalarm in te schakelen. Als de situatie zich herhaalt, dient u contact op te nemen met de Fiat-dealer. PROGRAMMEREN VAN HET SYSTEEM Bij aflevering van de nieuwe auto is het diefstalalarm al geprogrammeerd door de Fiat-dealer. Het verdient aanbeveling het programmeren door de Fiat-dealer te laten uitvoeren. Als u in loop der tijd een nieuwe afstandsbediening nodig hebt, dient u contact op te nemen met de Fiatdealer. Neemt u dan de bordeauxrode sleutel, alle andere sleutels en de CODE-card mee. 8 WEGWIJS IN UW AUTO

10 BATTERIJEN VERVANGEN fig. 6 Als u op het knopje van de afstandsbediening drukt en de portieren worden niet vergrendeld en de richtingaanwijzers gaan niet knipperen, dan moet u de batterijen vervangen door batterijen van hetzelfde type: 1) open het plastic dekseltje door de punt van een schroevendraaier in de inkeping van het oog te steken, zoals is aangegeven in de figuur; 2) plaats de nieuwe batterij B volgens de aangegeven polariteit; 3) sluit het plastic dekseltje. P4Q00031 Lege batterijen zijn schadelijk voor het milieu. Ze moeten bij een daarvoor bestemd depot worden ingeleverd. Ze kunnen ook ingeleverd worden bij een Fiat-dealer. Die zorgt vervolgens voor de afvoer. WANNEER GAAT HET ALARM AF Als het systeem is ingeschakeld, gaat het alarm in de volgende gevallen af: 1) Als één van de portieren, de motorkap of de achterklep wordt geopend. 2) Als de accu of de voedingskabels van het diefstalalarm worden losgemaakt. 3) Als er iets in het interieur komt (volumetrische beveiliging). 4) Als de contactsleutel in stand MAR wordt gedraaid. Als het alarm in werking treedt, wordt de akoestische sirene ongeveer 26 seconden geactiveerd (maximaal 3 maal en onderbroken door pauzes van 5 seconden, als de oorzaak van het alarm blijft bestaan) en knipperen de richtingaanwijzers ongeveer 5 minuten (alleen bepaalde landen). Na een alarmsignalering schakelt het diefstalalarm over naar zijn normale bewakingsfunctie. Druk op de knop van de afstandsbediening om het alarm te onderbreken; als dit niet lukt, kunt u het alarm uitschakelen door de sleutelschakelaar fig. 7 in stand OFF te draaien (zie de volgende paragraaf SYSTEEM BUITEN WERKING STELLEN). P4Q01054 fig. 6 fig. 7 WEGWIJS IN UW AUTO 9

11 SYSTEEM BUITEN WERKING STELLEN Als de batterijen van de afstandsbediening leeg zijn, of als er een storing is in het diefstalalarm, kunt u het systeem buiten werking stellen met de sleutel van de sleutelschakelaar A-fig. 9, waarvan twee exemplaren zijn geleverd. Het is raadzaam de sleutels A niet in de auto te laten. Open de motorkap: de regeleenheid met sirene is voor de accu geplaatst; om het systeem buiten werking te stellen, moet u de rubber dop omhoog kantelen, de sleutel in de schakelaar steken, hem indrukken en linksom draaien (stand OFF ): het systeem is uitgeschakeld. P4Q01055 Om het systeem weer in te schakelen, drukt u de sleutel in en draait u de sleutel rechtsom (stand ON ). Laat de sleutel niet in de schakelaar zitten. Sluit de schakelaar af met de rubber dop om te voorkomen dat er vocht of stof inkomt. Omdat het diefstalalarm stroom verbruikt, raden wij u aan het diefstalalarm met de afstandsbediening uit te schakelen en het systeem buiten werking te stellen door de sleutelschakelaar in stand OFF te draaien als u de auto langer dan een maand niet denkt te gebruiken. Zo voorkomt u dat de accu ontlaadt. WANNEER IS HET ALARM AFGEGAAN Als na uitschakeling van het diefstalalarm, het lampje A-fig. 5 gaat branden of knipperen, dan betekent dit dat het alarm tijdens uw afwezigheid is afgegaan: constant branden: batterij van de afstandsbediening leeg 1 keer knipperen: portier rechts 2 keer knipperen: portier links 5 keer knipperen: volumetrische sensoren (beweging in het interieur van de auto) 6 keer knipperen: motorkap 7 keer knipperen: achterklep 8 keer knipperen: start-/contactslot opengebroken 9 keer knipperen: voedingskabels diefstalalarm onderbroken 10 keer knipperen: ten minste 3 oorzaken. Het lampje dooft als u de sleutel in stand MAR draait of na ongeveer 2 minuten. fig WEGWIJS IN UW AUTO

12 VEILIGHEIDS- GORDELS P4Q01000 HET GEBRUIK VAN DE VEILIGHEIDSGORDELS (ZITPLAATSEN VOOR EN ZIJZITPLAATSEN ACHTER) Maak de gordel vast door de gesp B-fig. 9 in de sluiting C te drukken, totdat hij hoorbaar blokkeert. Trek de veiligheidsgordel geleidelijk uit. Als de oprolautomaat blokkeert, laat dan de gordel een stukje teruglopen en trek hem vervolgens weer geleidelijk uit. Druk om de gordel los te maken op knop D. Begeleid de gordel tijdens het teruglopen om te voorkomen dat de gordelband draait. fig. 9 WEGWIJS IN UW AUTO 11

13 Via de rolautomaat wordt de lengte van de gordel automatisch aangepast aan het postuur van de drager, waarbij er voldoende bewegingsruimte overblijft. Als de auto op een steile helling staat, kan de rolautomaat blokkeren; dit is een normaal verschijnsel. Bovendien blokkeert de rolautomaat als u de gordel snel uittrekt. Hij blokkeert ook bij hard remmen, botsingen en bij hoge snelheden in bochten. GEBRUIK VAN DE VEILIGHEIDSGORDELS ACHTER De veiligheidsgordels achter moeten worden gebruikt zoals is aangegeven in fig. 10. Om verkeerde verbindingen te voorkomen, passen de gespen A en C van de zijgordels niet in de sluiting F van de middengordel en gesp E niet in de sluitingen B en D van de zijgordels. P4Q01001 Voor maximale veiligheid moet u de rugleuning rechtop zetten, tegen de leuning aan gaan zitten en de gordel goed laten aansluiten op borst en bekken. fig WEGWIJS IN UW AUTO

14 Ga goed rechtop zitten, steun tegen de rugleuning en leg dan de gordel om. Bedenk dat achterpassagiers die geen gordel dragen tijdens een ernstig ongeval, ook gevaar opleveren voor de voorpassagiers. GEBRUIK VAN DE HEUPGORDEL VAN DE ZITPLAATS MIDDENACHTER Gordel vastmaken: druk de gesp A-fig. 11 in de sluiting B totdat hij hoorbaar blokkeert. Gordel losmaken: druk op knop C. Gordel afstellen: stel de gordel af met klem D, trek aan uiteinde E om de gordel te verkorten en aan deel F om te verlengen. BELANGRIJK De gordel is correct afgesteld als hij goed aansluit op het bekken. HOOGTEVERSTELLING VAN DE VEILIGHEIDSGORDELS Voor de veiligheidsgordels voor zijn twee bevestigingspunten A en B-fig. 12 in de portierstijl gemonteerd. Voordat u voor het eerst gaat rijden, moet de hoogte van de geleidebeugel aangepast worden aan het postuur van de inzittenden; laat indien nodig de geleidebeugel op het bovenste bevestigingspunt monteren. BELANGRIJK Laat deze handeling uitsluitend door de Fiat-dealer uitvoeren omdat het hier de rijveiligheid betreft. P4Q00037 P4Q00018 fig. 11 fig. 12 WEGWIJS IN UW AUTO 13

15 ALGEMENE OPMERKINGEN OVER HET GEBRUIK VAN VEILIGHEIDSGORDELS EN KINDERZITJES De gordelband mag nooit gedraaid zijn. Het diagonale gordelgedeelte moet via het midden van de schouder schuin over de borst liggen. Het horizontale gordelgedeelte moet over het bekken en niet over de buik liggen, zodat wordt voorkomen dat u tijdens een botsing onder de gordel uitschuift. Draag geen voorwerpen (sieraden, gespen, enz.) die een goed aansluiten van de gordel op het lichaam van de passagier verhinderen fig. 13. P4Q00038 Draag altijd veiligheidsgordels, zowel voorin als achterin! Rijden zonder veiligheidsgordels vergroot het risico op ernstig letsel of dodelijke afloop bij een ongeval. ZEER GEVAAR- LIJK: bij auto s die zijn uitgerust met een airbag aan passagierszijde mag geen kinderzitje op de voorstoel worden gemonteerd. Als het absoluut noodzakelijk is een kind op de passagiersstoel voor te vervoeren, kan de airbag voor aan passagierszijde buiten werking worden gesteld. Voor een optimale bescherming van de volwassen passagier voor is het raadzaam de airbag onmiddellijk weer in werking te stellen als u geen kinderen meer vervoert. Gebruik de gordel niet voor een kind dat bij een volwassene op schoot zit, waarbij de gordel beiden zouden moeten beschermen fig. 14. P4Q00039 fig. 13 fig WEGWIJS IN UW AUTO

16 Ook vrouwen die in verwachting zijn moeten een gordel dragen: ook voor hen (zowel voor de aanstaande moeder als het kind) is de kans op letsel bij een ernstig ongeval groter als ze geen gordel dragen. Uiteraard moeten zwangere vrouwen het onderste deel van de gordel meer naar beneden omleggen, zodat de gordel onder de buik langs loopt fig. 15. P4Q00040 HOE U DE VEILIGHEIDSGORDELS IN OPTIMALE STAAT HOUDT 1) Zorg dat de gordel goed uitgetrokken en niet gedraaid is; controleer ook of de oprolautomaat zonder haperingen werkt. 2) Vervang de gordels na een ongeval, ook al zijn ze ogenschijnlijk niet beschadigd. 3) U kunt de gordels met de hand wassen met warm water en een neutrale zeep. Knijp ze uit en laat ze in de schaduw drogen. Gebruik geen bijtende, blekende of kleurende middelen. Vermijd het gebruik van alle chemische producten die het weefsel kunnen aantasten. 4) Voorkom dat er vocht in de oprolautomaat komt; de werking van de oprolautomaten is alleen gegarandeerd, als ze niet nat zijn geweest. KINDEREN VEILIG VERVOEREN Voor optimale bescherming bij een ongeval moeten alle inzittenden zittend reizen en beschermd worden door goedgekeurde veiligheidssystemen. Dit geldt met name voor kinderen. Het hoofd van kleine kinderen is in verhouding met de rest van het lichaam groter en zwaarder dan dat van volwassenen, terwijl spieren en botstructuur nog niet volledig zijn ontwikkeld. Daarom moeten kleine kinderen door andere systemen beschermd worden dan door de veiligheidsgordels. fig. 15 WEGWIJS IN UW AUTO 15

17 De resultaten van het onderzoek over de optimale bescherming van kleine kinderen zijn opgenomen in de Europese ECE/R44-voorschriften die wettelijk verplicht zijn. De systemen zijn onderverdeeld in vier groepen: Groep 0 gewicht: 0-10 kg Groep 1 gewicht: 9-18 kg Groep 2 gewicht: kg Groep 3 gewicht: kg Zoals u ziet is er een gedeeltelijke overlapping tussen de groepen; daarom zijn er in de handel systemen verkrijgbaar die geschikt zijn voor verschillende gewichtsgroepen. Alle systemen moeten zijn voorzien van de typegoedkeuring en van een goed vastgehecht plaatje met het controlemerk, dat absoluut niet mag worden verwijderd. Kinderen met een gewicht boven 36 kg of met een lengte van meer dan 1,50 m worden, met betrekking tot de veiligheidssystemen, gelijkgesteld met volwassenen en moeten dan ook normaal de veiligheidsgordels omleggen. In het Fiat Lineaccessori-programma zijn kinderzitjes opgenomen voor elke gewichtsgroep fig. 16, die speciaal ontworpen en ontwikkeld zijn voor de Fiat-modellen. Wij raden u aan kinderen altijd op de zitplaatsen achter te vervoeren omdat die plaatsen bij een ongeval de meeste bescherming bieden. Monteer absoluut geen kinderzitje op de stoel van de passagier voor als deze is uitgerust met een airbag. Als bij een ongeval de airbag in werking treedt (opblaast), kan dit ernstig en zelfs fataal letsel tot gevolg hebben, onafhankelijk van de zwaarte van het ongeluk. In dat geval moet u er absoluut zeker van zijn dat de airbag buiten werking is gesteld (het gele lampje op het instrumentenpaneel moet branden). P4Q0010 fig WEGWIJS IN UW AUTO

18 GROEP 0 Baby s tot 10 kg moeten in wiegjes worden vervoerd die achterstevoren zijn geplaatst fig. 17, waardoor het achterhoofd wordt gesteund en bij abrupte snelheidswisselingen de nek niet wordt belast. Het wiegje moet op zijn plaats worden gehouden door de veiligheidsgordel en het kind moet op zijn beurt worden beschermd door de gordel van het wiegje zelf. In de figuur worden slechts aanwijzingen gegeven voor de montage. Houdt u voor de montage van het kinderzitje aan de instructies. De fabrikant is verplicht deze instructies bij te leveren. GROEP 1 Kinderen met een gewicht vanaf 9 kg moeten worden vervoerd in kinderzitjes met een kussen fig. 18 die naar voren zijn gekeerd, waarbij de veiligheidsgordel van de auto zowel het kinderzitje als het kind op zijn plaats moet houden. In de figuur worden slechts aanwijzingen gegeven voor de montage. Houdt u voor de montage van het kinderzitje aan de instructies. De fabrikant is verplicht deze instructies bij te leveren. Er bestaan kinderzitjes die geschikt zijn voor de gewichtsgroepen 0 en 1. Deze kinderzitjes kunnen worden bevestigd aan de veiligheidsgordels achter en hebben zelf gordels om het kind te beschermen. Vanwege het gewicht kan het gevaarlijk zijn als ze verkeerd worden gemonteerd, waarbij een kussen tussen het kinderzitje en de veiligheidsgordels van de auto wordt geplaatst. Houdt u voor de montage strikt aan de bijgeleverde instructies. GROEP 2 Vanaf 15 kg kunnen kinderen direct door de veiligheidsgordels van de auto worden beschermd. P4Q00188 P4Q00189 P4Q00190 fig. 17 fig. 18 fig. 19 WEGWIJS IN UW AUTO 17

19 Kinderen moeten zo in de kinderzitjes worden geplaatst, dat het diagonale gordelgedeelte schuin over de borst en niet langs de nek moet liggen. Het horizontale gordelgedeelte moet over het bekken en niet over de buik van het kind liggen fig. 19. In de figuur worden slechts aanwijzingen gegeven voor de montage. Houdt u voor de montage van het kinderzitje aan de instructies. De fabrikant is verplicht deze instructies bij te leveren. GROEP 3 Vanaf 22 kg kunnen kinderen op een kussen vervoerd worden fig. 20. De borstomvang is dan van dien aard dat de kinderen gewoon tegen de rugleuning kunnen steunen en niet meer in een kinderzitje hoeven te worden vervoerd Kinderen die langer zijn dan 1,50 m kunnen net zoals volwassenen de veiligheidsgordels omleggen. Hieronder zijn de richtlijnen voor een veilig vervoer van kinderen aangegeven, waaraan u zich dient te houden: 1) Plaats het kinderzitje bij voorkeur op één van de zitplaatsen achter omdat deze plaatsen bij een ongeval de meeste bescherming bieden. 2) Vervoer kinderen nooit op de stoel van de passagier voor als deze is uitgerust met een airbag. 3) Als de airbag aan passagierszijde (optional) buiten werking wordt gesteld, moet altijd gecontroleerd worden of het betreffende gele lampje op het instrumentenpaneel brandt. fig. 20 P4Q ) Houdt u bij de montage van het kinderzitje strikt aan de instructies. De fabrikant is verplicht deze instructies bij te leveren. Bewaar de instructies samen met het instructieboekje in de auto. Monteer geen gebruikte kinderzitjes waarvan de gebruiksaanwijzingen ontbreken. 5) Controleer of de gordels goed zijn vastgemaakt door aan de gordelband te trekken. 6) In elk kinderzitje kan slechts één kind vervoerd worden; vervoer nooit twee kinderen in één zitje. 7) Controleer altijd of de gordel niet langs de nek van het kind loopt. 8) Zorg er tijdens de rit voor dat het kind geen afwijkende houding aanneemt of de gordels losmaakt. 9)Vervoer kinderen nooit in uw armen, ook geen pasgeboren kinderen. Niemand is sterk genoeg om ze bij een ongeval vast te houden. 10) Na een ongeval moet het zitje door een nieuw exemplaar worden vervangen. 18 WEGWIJS IN UW AUTO

20 GORDELSPANNERS Voor een nog effectievere bescherming zijn de veiligheidsgordels voor van de Seicento voorzien van gordelspanners. Dit systeem wordt bij een heftige botsing door een sensor in werking gesteld en trekt de gordel enige centimeters aan. Op deze wijze worden de inzittenden veel beter op hun plaats gehouden en wordt de voorwaartse beweging beperkt. Het blokkeren van de veiligheidsgordel geeft aan dat de gordelspanner in werking is geweest; de gordel wordt niet meer opgerold, ook niet als hij wordt begeleid. De gordelspanner behoeft geen enkel onderhoud of smering. Elke verandering van de oorspronkelijke staat zal de doelmatigheid verminderen. Als de gordelspanner door extreme natuurlijke omstandigheden (overstromingen, zeestormen) met water en modder in contact is geweest, dan moet hij worden vervangen. Voor een maximale bescherming door de gordelspanners moet de veiligheidsgordel zo worden omgelegd dat hij goed aansluit op borst en bekken. Als de gordelspanners in werking treden, ontsnapt er een beetje rook. Deze rook is niet schadelijk en duidt niet op brand. Het is streng verboden de gordelspanners te demonteren of open te maken. Onderhoud van de gordelspanners moet worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel. Wendt u daarom altijd tot de Fiat-dealer. De gordelspanner kan slechts één keer worden gebruikt. Als de gordelspanner heeft gewerkt, dient u contact op te nemen met de Fiatdealer om de gordelspanner te laten vervangen. Het systeem heeft een geldigheid van 10 jaar, vanaf de productiedatum die op een sticker staat vermeld. Na deze periode moet de gordelspanner worden vervangen. Werkzaamheden waarbij stoten, sterke trillingen of verhitting (maximaal 100 C gedurende ten hoogste 6 uur) optreden, kunnen de gordelspanners beschadigen of activeren: bij die omstandigheden horen niet trillingen die voortgebracht worden door een slecht wegdek of door contacten met kleine obstakels zoals trottoirs. Als er iets aan de gordelspanners moet gebeuren, dient u contact op te nemen met de Fiat-dealer. WEGWIJS IN UW AUTO 19

21 START-/CONTACT- SLOT De sleutel kan in 4 standen worden gedraaid fig. 21. STOP: motor uit, sleutel uitneembaar en stuurslot geblokkeerd. Enkele elektrische installaties werken (bijv. autoradio). MAR: contact aan. Alle elektrische installaties werken. AVV: starten van de motor. PARK: motor uit, parkeerverlichting aan, sleutel uitneembaar, stuurslot geblokkeerd. Om de sleutel in stand PARK te kunnen draaien, moet u knop A indrukken. Als het start-/contactslot is geforceerd (bijv. bij een poging tot diefstal), moet u, voordat u weer gaat rijden, de werking van het slot laten controleren bij de Fiat-dealer. STUURSLOT Inschakelen: zet de sleutel in stand STOP, of PARK, trek de sleutel uit het start-/contactslot en draai het stuur totdat het vergrendelt. Uitschakelen: draai het stuur iets heen en weer, terwijl u de sleutel in stand MAR draait. fig. 21 P4Q00004 Verwijder de sleutel altijd uit het contact als u uit de auto stapt. Zo voorkomt u onvoorzichtig gebruik van de bedieningsknoppen en -hendels. Vergeet de auto niet op de handrem te zetten. Schakel de eerste versnelling in als de auto op een helling omhoog staat; schakel hem in zijn achteruit als hij op een helling omlaag staat. Verwijder de sleutel nooit uit het contactslot als de auto nog in beweging is. Bij de eerste stuuruitslag blokkeert het stuur automatisch. Dit geldt ook als de auto wordt gesleept. 20 WEGWIJS IN UW AUTO

22 DASHBOARD Uitvoeringen met stuur links De aanwezigheid en de opstelling van de instrumenten en de controlelampjes kunnen per uitvoering verschillen. fig. 22 P4Q Inbouwplaats linker luidspreker - 2. Uitstroomopeningen voor ontwaseming/ontdooiing van de zijruit - 3. Bedieningshendel buitenverlichting - 4. Claxon - 5. Instrumentenpaneel - 6. Stuurwiel met airbag - 7. Bedieningshendel ruitenwissers- /sproeiers voor/achter - 8. Centrale luchtroosters - 9. Toerenteller Uitstroomopeningen voor ontwaseming/ontdooiing van de voorruit Dashboardkastje Inbouwplaats rechter luidspreker Uitstroomopeningen voor ontwaseming/ontdooiing van de zijruit Aflegvak onder het dashboard Bedieningsknoppen Bedieningsknoppen elektrische ruitbediening Bedieningsknoppen voor verwarming en ventilatie Inbouwplaats autoradio/aflegvak Hoogteregelaar koplampen Start-/contactslot Zekeringenkastje. WEGWIJS IN UW AUTO 21

23 Uitvoeringen met stuur rechts De aanwezigheid en de opstelling van de instrumenten en de controlelampjes kunnen per uitvoering verschillen. fig. 23 P4Q Inbouwplaats linker luidspreker - 2. Uitstroomopeningen voor ontwaseming/ontdooiing van de zijruit - 3. Uitstroomopeningen voor ontwaseming/ontdooiing voorruit - 4. Centrale luchtroosters - 5. Toerenteller - 6. Bedieningshendel buitenverlichting - 7. Hoogteregelaar koplampen - 8. Instrumentenpaneel - 9. Stuurwiel met airbag Claxon Uitstroomopeningen voor ontwaseming/ontdooiing van de zijruit Bedieningshendel ruitenwissers/-sproeiers voor/ achter Inbouwplaats rechter luidspreker Start-/contactslot Zekeringenkastje Bedieningsknoppen elektrische ruitbediening Inbouwplaats autoradio/aflegvak - 18.Bedieningsknoppen verwarming en ventilatie Bedieningsknoppen Dashboardkastje Aflegvak onder het dashboard. 22 WEGWIJS IN UW AUTO

24 INSTRUMENTENPANEEL P4Q01004 P4Q01005 fig Uitvoeringen met stuur links fig Uitvoeringen met stuur rechts A. Druktoets voor het instellen van de tijd - B. Snelheidsmeter - C. Brandstofmeter - D. Druktoets voor het op nul zetten van de dagteller - E. Totaal kilometerteller/mijlenteller of dagteller F. Klokje WEGWIJS IN UW AUTO 23

25 INSTRUMENTEN SNELHEIDSMETER MIJLENTELLER (fig ) A - Totaal kilometerteller of totaal mijlenteller. B - Snelheidsmeter. P4Q01006 C - Keuzetoets omschakeling/op nul zetten kilometerteller/mijlenteller of dagteller. Kort indrukken = omschakelen van totaalstand naar dagstand en omgekeerd Langer indrukken = dagteller op nul zetten. D - Display totaal aantal km. P4Q01009 BRANDSTOFMETER Het waarschuwingslampje A-fig. 29 van de reservebrandstof gaat branden, als er nog 5 tot 7 liter brandstof in de tank aanwezig is. Rijd niet met een bijna lege tank: door een onregelmatige brandstoftoevoer kan de katalysator beschadigen. fig. 26 P4Q01007 P4Q01008 fig. 27 fig. 28 fig WEGWIJS IN UW AUTO

26 KLOK B-fig. 30 Weergave van de tijd. Druk voor het op tijd zetten van uren op knopje A-fig. 30. Elke keer als u het knopje indrukt, verspringt het klokje een eenheid. Als u het knopje even ingedrukt houdt, lopen de cijfers automatisch door. Als u dichtbij de juiste tijd bent, laat u het knopje los en stelt u de exacte tijd in door het knopje telkens in te drukken en los te laten. P4Q01056 TOERENTELLER fig. 31 Als de wijzernaald in het rode gebied staat, betekent dit dat de motor met extreem hoge toerentallen draait. Deze toerentallen mogen slechts kort worden aangehouden. BELANGRIJK De regeleenheid van de elektronische inspuiting blokkeert tijdelijk de toevoer van brandstof als de motor met te hoge toerentallen draait, waardoor het motorvermogen zal afnemen. P4Q01010 fig. 30 fig. 31 WEGWIJS IN UW AUTO 25

27 De lampjes branden in de volgende gevallen: Controle- en waarschuwingslampjes RICHTINGy AANWIJZERS (groen) (knipperend) Als u de hendel van de richtingaanwijzers (pijlen) bedient. 3 BUITENVERLICHTING (groen) Als de buitenverlichting is ingeschakeld. RICHTINGAANl WIJZERS VAN EEN EVENTUELE AANHANGER (groen) Als u de hendel van de richtingaanwijzers (pijlen) bedient. GROOTLICHT 1 (blauw) Als het grootlicht is ingeschakeld. > (geel) DEFECT IN HET ANTI-BLOKKEER- SYSTEEM (ABS)- Als het ABS-systeem niet goed werkt. Het conventionele remsysteem blijft werken. Neem zo spoedig mogelijk contact op met de Fiat-dealer. Als u de contactsleutel in stand MAR draait, gaat het lampje branden. Na twee seconden moet het lampje doven. De auto is uitgerust met een elektronische remdrukverdeling (EBD). Als bij een draaiende motor tegelijkertijd waarschuwingslampjes > en x gaan branden, dan is er een storing in het EBD-systeem; in dat geval kunnen bij hard remmen de achterwielen vroegtijdig blokkeren waardoor de auto kan gaan slippen. Rijd zeer voorzichtig naar de dichtstbijzijnde Fiat-dealer om het systeem te laten controleren. Als bij een draaiende motor alleen het waarschuwingslampje > gaat branden, dan is er een storing in het ABS In dat geval werkt het conventionele remsysteem op de normale manier, terwijl geen gebruik wordt gemaakt van het anti-blokkeersysteem. Onder deze omstandigheden kan ook de werking van het EBD-systeem verminderen. Ook in dit geval raden wij u aan onmiddellijk en zeer voorzichtig naar de dichtstbijzijnde Fiat-dealer te rijden, om het systeem te laten controleren. 26 WEGWIJS IN UW AUTO

28 STORING U IN MOTOR- MANAGEMENT- SYSTEEM (EOBD) (geel) Als u de contactsleutel in stand MAR draait, gaat het lampje branden. Het moet doven nadat de motor is gestart. Het lampje gaat eerst branden om de juiste werking ervan aan te geven. Als het lampje blijft branden of tijdens het rijden gaat branden: 1. Constant branden - duidt op een defect in het inspuit-/ontstekingssyteem. Dit kan tot gevolg hebben dat schadelijke uitlaatgasemissie toeneemt, de prestaties verminderen, de auto slechter gaat rijden en het brandstofverbruik toeneemt. U kunt onder deze omstandigheden doorrijden zonder te veel van de motor te eisen of met hoge snelheid te rijden. Als er lang met een brandend waarschuwingslampje wordt doorgereden, kunnen beschadigingen ontstaan. Neem zo snel mogelijk contact op met de Fiat-dealer. Het lampje dooft als de storing verdwijnt. De storing wordt door het systeem in het geheugen opgeslagen. 2. Knipperend lampje - duidt op de mogelijkheid dat de katalysator beschadigd wordt (zie EOBD-SYSTEEM in dit hoofdstuk). Als het lampje knippert, moet het gaspedaal worden losgelaten zodat de motor met lage toerentallen draait en het lampje niet meer knippert; u kunt met matige snelheid doorrijden waarbij rij-omstandigheden moeten worden vermeden die kunnen leiden tot het opnieuw gaan knipperen van het lampje. U dient zo snel mogelijk contact op te nemen met de Fiat-dealer. Als u de contactsleutel in stand MAR draait en het lampje U gaat niet branden of het gaat branden of knipperen tijdens het rijden, dan dient u zo snel mogelijk contact op te nemen met de Fiat-dealer. AIRBAG PASSAGIERS- F ZIJDE UITGE- SCHAKELD (geel) Het lampje brandt als de airbag aan passagierszijde is uitgeschakeld. Als het lampje tijdens het starten van de motor gaat knipperen, duidt dit niet op een storing; het betekent alleen dat het airbagsysteem bedrijfsklaar wordt gemaakt. K BRANDSTOF- RESERVE (geel) Als er nog 5 7 liter brandstof in de tank aanwezig is. WEGWIJS IN UW AUTO 27

29 FIAT CODE (geel) In drie gevallen (met de contactsleutel in stand MAR): 1. Eén maal knipperen - code van de sleutel herkend. Het is mogelijk de motor te starten. 2. Constant branden - code van de sleutel niet herkend. Voer voor het starten van de motor een noodstart uit (zie hoofdstuk NOODGEVALLEN). 3. Knipperend - de auto wordt niet beveiligd door het systeem. Het is mogelijk de motor te starten. x HANDREM AANGETROKKEN/- TE LAAG REM- VLOEISTOFNIVEAU (rood) In drie gevallen: 1. Als de handrem is aangetrokken. 2. Als de remvloeistof onder het minimum niveau is gedaald. 3. Gelijktijdig met het lampje > om een storing aan te geven in de elektronische remdrukverdeling EBD. Als het lampje x tijdens het rijden gaat branden, controleer dan of de handrem niet is aangetrokken. Als het lampje blijft branden en de handrem is niet aangetrokken, moet u onmiddellijk stoppen en contact opnemen met de Fiatdealer. STORING AIRBAG û (rood) Het lampje is aanwezig als er twee airbags zijn (bestuurdersen passagierszijde) of als de auto is uitgerust met een elektronische airbag aan bestuurderszijde. Het gaat branden als het systeem niet goed werkt. Als u de contactsleutel in stand MAR draait, gaat het lampje branden. Het moet na ongeveer 4 seconden doven. Als het lampje blijft branden of als het gaat branden tijdens het rijden, stop dan onmiddellijk en neem contact op met de Fiat-dealer. 28 WEGWIJS IN UW AUTO

30 g STORING ELEKTRISCHE STUURBEKRACH- TIGING (rood) In twee gevallen: 1 - Als het beschermingssysteem tegen oververhitting van de elektromotor van de stuurbekrachtiging in werking treedt na veelvuldig draaien aan het stuur. Verdraai het stuur niet en wacht totdat het lampje gedoofd is, voordat de manoeuvre wordt voorgezet. 2 - Als er een storing is in de elektrische stuurbekrachtiging. Als u de contactsleutel in stand MAR draait, gaat het lampje branden. Na twee seconden moet het lampje doven. Als het lampje blijft branden, werkt de elektrische stuurbekrachtiging niet meer en moet er met meer kracht aan het stuur worden gedraaid. Het rijden met de auto wordt hierdoor niet beïnvloed. Neem contact op met de Fiat-dealer. TE HOGE KOELu VLOEISTOF- TEMPERATUUR (rood) Als de motor oververhit is. Als het lampje gaat branden tijdens het rijden, moet de auto worden stilgezet met draaiende motor en moet iets gas worden gegeven om de koelvloeistof sneller te laten circuleren. Als het lampje na 2 3 minuten niet dooft, moet de motor worden uitgezet en contact worden opgenomen met de Fiat-dealer. ACCU WORDT w NIET VOLDOENDE OPGELADEN (rood) Als er een defect is in het laadcircuit van de dynamo. Als u de contactsleutel in stand MAR draait, gaat het lampje branden. Het moet doven nadat de motor is gestart. TE LAGE MOTORv OLIEDRUK (rood) Als de motoroliedruk onder de normale waarde zakt. Als u de contactsleutel in stand MAR draait, gaat het lampje branden. Het moet doven nadat de motor is gestart. Als de motor stationair draait, kan het voorkomen dat het lampje iets later dooft. Als de motor zwaar belast is, kan het lampje gaan knipperen als de motor stationair draait. Het moet doven zodra u iets gas geeft. Als het lampje gaat branden tijdens het rijden, moet de motor worden uitgezet en contact worden opgenomen met de Fiatdealer WEGWIJS IN UW AUTO 29

31 ZITPOSITIE INSTELLEN ZITPLAATSEN VOOR Verstel de stoelen alleen als de auto stil staat. Verstellen in lengterichting Trek hendel A-fig. 32 omhoog en schuif de stoel naar voren of naar achteren. Als u rijdt, moeten de armen licht gebogen zijn en de handen op het stuurwiel steunen. Laat de hendel los en controleer of de stoel goed geblokkeerd is door hem naar voren en naar achteren te schuiven. Als de stoel niet goed geblokkeerd is, kan deze onverwachts verschuiven, waardoor een gevaarlijke situatie kan ontstaan. Verstellen van de rugleuning Draai knop B-fig. 33. HOOFDSTEUNEN Zitplaatsen voor fig. 34 De hoofdsteunen voor kunnen in hoogte worden versteld. Afstellen: druk op knop A en verplaats de hoofdsteun omhoog of omlaag in de gewenste stand; na het verstellen moet u de knop weer loslaten en controleren of de hoofdsteun goed in de zitting geborgd is door hem omhoog en omlaag te schuiven. De Sporting-uitvoering heeft vaste hoofdsteunen voor. P4Q00005 P4Q00006 P4Q01011 fig. 32 fig. 33 fig WEGWIJS IN UW AUTO

32 Zitplaatsen achter fig. 35 Voor de zitplaatsen achter zijn twee vaste hoofdsteunen verkrijgbaar. Druk op de twee knoppen om ze te verwijderen. Let erop dat de hoofdsteunen zo zijn ingesteld dat ze het hoofd steunen en niet de nek. Alleen in deze positie bieden ze bescherming, wanneer de auto van achteren aangereden wordt. TOEGANG TOT DE ZITPLAATSEN ACHTER Van beide kanten kunt u de achterzitplaatsen gemakkelijk bereiken. Trek de hendel C-fig. 36 omhoog en klap de rugleuning naar voren. Controleer na het terugklappen of de stoel goed geblokkeerd is door naar voren en naar achteren te schuiven. ACHTERUITKIJKSPIEGEL De spiegel is verstelbaar met hendel A-fig ) anti-verblindingsstand; 2) normale stand. In beide standen kan de spiegel in alle richtingen worden afgesteld. De spiegel is uitgerust met een veiligheidsvoorziening: de spiegel springt tijdens een botsing los. P4Q01012 P4Q00007 P4Q00010 fig. 35 fig. 36 fig. 37 WEGWIJS IN UW AUTO 31

33 BUITENSPIEGELS Handbediende verstelling: Van binnenuit met knop B- fig. 38. VERWARMING EN VENTILATIE Als de breedte van de spiegel A in een nauwe doorgang problemen oplevert, dan kan de spiegel van stand 1 in stand 2 worden geklapt. Als optional is een tweede, van binnenuit verstelbare, buitenspiegel leverbaar voor de rechterzijde van de auto. P4Q01013 P4Q00032 fig. 39 fig Luchtrooster voor ontdooiing of ontwaseming van de voorruit - 2. Centraal, verstelbaar luchtrooster - 3. Verstelbaar luchtrooster zijkant - 4. Uitstroomopeningen zijkant voor luchttoevoer naar de beenruimte van de zitplaatsen voor. 32 WEGWIJS IN UW AUTO

34 VERSTELBARE EN REGELBARE LUCHTROOSTERS fig. 40 De roosters kunnen naar boven en naar beneden gekanteld worden. A - Regelknop voor de luchtopbrengst: draai in stand rooster open draai in stand ç rooster dicht. B - Regelschuif voor het richten van de luchtstroom. C - Vast luchtrooster voor de zijruiten. P4Q00047 BEDIENINGSKNOPPEN fig. 41 A - Draaiknop voor regeling van de luchttemperatuur (menging van warme/koude lucht). B - Draaiknop voor inschakeling van de aanjager. C - Draaiknop voor de luchtverdeling. D - Schuif om het recirculatiesysteem in te schakelen, waarbij er geen lucht van buiten binnenkomt. P4Q00019 VERWARMING 1) Draaiknop voor de luchttemperatuur A-fig. 41: in het rode vlak. 2) Draaiknop voor de aanjager B: schakel de gewenste snelheid in. 3) Draaiknop voor de luchtverdeling C: in stand: voor verwarming van de beenruimte en ontwaseming van de voorruit; voor lucht uit de roosters in het midden en aan de zijkant; µ voor toevoer naar de beenruimte en koelere lucht uit de uitstroomopeningen op het dashboard voor gespreide verwarming; w voor verwarming bij lage buitentemperaturen: voor een maximale luchttoevoer in de beenruimte moeten de luchtroosters in het midden en aan de zijkant worden gesloten; - voor snelle ontwaseming van de voorruit. fig. 40 fig. 41 WEGWIJS IN UW AUTO 33

35 BELANGRIJK Ga voor een snelle verwarming als volgt te werk: sluit alle luchtroosters op het dashboard; zet draaiknop A in het rode vlak; zet draaiknop B van de aanjager op de maximale snelheid; zet draaiknop C in stand -. ONTWASEMEN EN/OF ONTDOOIEN VAN DE ACHTERRUIT Druk op knop (. Nadat de achterruit ontwasemd is, is het raadzaam het systeem uit te schakelen. Plak geen stickers op de weerstandsdraden van de achterruitverwarming: dit kan kortsluiting en oververhitting veroorzaken, waardoor de achterruit kan barsten. Snelle ontwaseming/ontdooiing van de voorruit en de zijruiten voor 1) Draaiknop voor de luchttemperatuur A-fig. 41: in het rode vlak. 2) Draaiknop voor de aanjager B: schakel de maximum snelheid in. 3) Draaiknop voor de luchtverdeling C: in stand -. 4) Regelschuif D in stand U. Nadat de ruiten ontwasemd zijn, kan een stand gekozen worden waarbij het comfort optimaal blijft. Om het eventuele beslaan van de ruiten te voorkomen, moeten de volgende aanwijzingen in acht worden genomen: BELANGRIJK Als het buiten extreem vochtig is en/of bij regen en/of bij grote verschillen in interieuren buitentemperatuur, raden wij u de volgende procedure aan om het beslaan van de ruiten te voorkomen: regelschuif in stand U; draaiknop voor de luchttemperatuur in het rode vlak; draaiknop voor de aanjager ten minste in stand 2; draaiknop voor de luchtverdeling in stand - met de mogelijkheid om stand in te schakelen, mits de ruiten niet opnieuw beslaan. Als de auto is uitgerust met airconditioning, wordt het ontwasemen van de ruiten versneld door naast de bovengenoemde instellingen ook knop in te drukken. 34 WEGWIJS IN UW AUTO

36 VENTILATIE 1) Zij- en middenroosters: geheel open. 2) Draaiknop voor de luchttemperatuur A-fig. 41: in het blauwe vlak. 3) Regelschuif D in stand U. 4) Draaiknop voor de aanjager B: schakel de gewenste snelheid in. 5) Draaiknop voor de luchtverdeling C: in stand. RECIRCULATIE Met regelschuif D in stand T circuleert alleen de lucht in het interieur. BELANGRIJK Dit systeem is vooral bruikbaar bij geconcentreerde luchtvervuiling (in de file, in tunnels, enz.). Het is niet raadzaam dit systeem langdurig te laten werken, vooral niet als u met meer personen in de auto zit. Gebruik de recirculatie-functie niet tijdens regenachtige of koude dagen omdat hierdoor de ruiten aan de binnenzijde kunnen beslaan. HANDBEDIENDE AIRCONDITIONING De airconditioning wordt handmatig bediend. BEDIENINGSKNOPPEN fig. 42 Als schakelaar E wordt ingedrukt, schakelt de aanjager automatisch op de 1 e snelheid in. A - Draaiknop voor regeling van de luchttemperatuur (menging van warme/koude lucht). B - Draaiknop voor inschakeling van de aanjager. P4Q00020 C - Draaiknop voor de luchtverdeling. D - Schuif voor inschakeling van het recirculatiesysteem. BELANGRIJK Als u het recirculatiesysteem inschakelt, koelt de lucht bij zomerse temperaturen sneller af. Dit systeem is vooral bruikbaar bij geconcentreerde luchtvervuiling (in de file, in tunnels, enz.). Het is niet raadzaam dit systeem langdurig te laten werken, vooral niet als u met meer personen in de auto zit. E - Schakelaar voor in-/uitschakeling van de airconditioning. Het systeem gebruikt koelmiddel R134a. Bij lekkage is dit middel niet schadelijk voor het milieu. Gebruik in geen geval het middel R12, omdat dit middel de componenten van het systeem kan beschadigen. fig. 42 WEGWIJS IN UW AUTO 35

37 AIRCONDITIONING (koeling) 1) Draaiknop voor de luchttemperatuur A-fig. 42: in het blauwe vlak. 2) Airconditioning: druk op schakelaar E. 3) Schuif D: in stand T. 4) Draaiknop voor de aanjager B: schakel de gewenste snelheid in. 5) Draaiknop voor de luchtverdeling C: in stand. Voor een gematigde koeling: zet de regelschuif in stand U, verhoog de temperatuur en verlaag de snelheid van de aanjager. Schakel de airconditioning niet in voor het verwarmen en ventileren, maar gebruik daarvoor de basisfuncties van het verwarmings- en ventilatiesysteem (zie voorgaande hoofdstuk). BELANGRIJK De airconditioning kan goed gebruikt worden om de ruiten sneller te ontwasemen, omdat de lucht droger wordt. Zet hiervoor de bedieningsknoppen op ontwasemen en schakel de airconditioning in door schakelaar in te drukken. ONDERHOUD VAN HET SYSTEEM Schakel in de winter de airconditioning 1 keer per maand gedurende 10 minuten in. Laat voor het zomerseizoen de werking van de airconditioning controleren door de Fiat-dealer. Het systeem gebruikt koelmiddel R134a. Bij lekkage is dit middel niet schadelijk voor het milieu. Gebruik in geen geval het middel R12, omdat dit middel de componenten van het systeem beschadigt en omdat dit middel CFK s (chloorfluorkoolwaterstoffen) bevat. 36 WEGWIJS IN UW AUTO

38 HENDELS AAN HET STUUR HENDEL LINKS Met de linker hendel bedient u de meeste onderdelen van de buitenverlichting. De buitenverlichting werkt uitsluitend als de contactsleutel in stand MAR staat. Als u de buitenverlichting inschakelt, gaan ook de verlichting van het instrumentenpaneel en de bedieningsknoppen op het dashboard branden. Buitenverlichting fig. 43 Draai de schakelaar van stand å in stand 6. Op het instrumentenpaneel gaat het controlelampje 3 branden. Dimlicht fig. 44 Draai de schakelaar van stand 6 in stand 2. Grootlicht fig. 45 Druk de hendel naar voren in de richting van het dashboard in stand 2. Op het instrumentenpaneel gaat het controlelampje 1 branden. Het grootlicht wordt uitgeschakeld als u de hendel naar het stuur trekt. P4Q00049 P4Q00050 P4Q00051 fig. 43 fig. 44 fig. 45 WEGWIJS IN UW AUTO 37

39 Grootlichtsignaal fig. 46 Trek de hendel naar het stuur (stand zonder vergrendeling). Richtingaanwijzers (pijlen) fig. 47 Plaats de hendel: naar boven - rechter richtingaanwijzer ingeschakeld naar beneden - linker richtingaanwijzer ingeschakeld. Op het instrumentenpaneel gaat het controlelampje y knipperen. De richtingaanwijzers schakelen automatisch uit als de auto weer rechtuit rijdt. Als u kort richting aan wilt geven, druk de hendel dan iets naar boven of naar beneden zonder dat de hendel vergrendelt. Zodra u de hendel loslaat, gaat deze automatisch terug. HENDEL RECHTS Ruitenwissers/-sproeiers fig. 48 Deze werkt uitsluitend als de contactsleutel in stand MAR staat. Standen: 0 - Ruitenwissers uitgeschakeld. 1 - Interval wissen. 2 - Langzaam continu wissen. 3 - Snel continu wissen. 4 - Tijdelijk snel wissen: als u de hendel loslaat, springt deze direct weer in stand 0 en schakelen de ruitenwissers automatisch uit. P4Q00052 P4Q00014 P4Q01045 fig. 46 fig. 47 fig WEGWIJS IN UW AUTO

F I A T B R A V O 603.83.122 NL S N E L G I D S

F I A T B R A V O 603.83.122 NL S N E L G I D S F I A T B R A V O 603.83.122 NL S N E L G I D S DASHBOARD 1 Linker hendel: bediening buitenverlichting - 2 Instrumentenpaneel - 3 Rechter hendel: bediening ruitenwissers, achterruitwisser, trip computer

Nadere informatie

F I A T 5 0 0 603.83.297 NL S N E L G I D S

F I A T 5 0 0 603.83.297 NL S N E L G I D S F I A T 5 0 0 603.83.297 NL S N E L G I D S Raadpleeg voor een uitvoerige beschrijving en meer informatie, of in noodgevallen, het instructieboek. DASHBOARD 1 Linker hendel: bediening buitenverlichting

Nadere informatie

IN EEN OOGOPSLAG. Panoramadak. Parkeerhulp achter

IN EEN OOGOPSLAG. Panoramadak. Parkeerhulp achter Panoramadak Dankzij het brede glazen dak zijn het zicht en de lichtinval in het interieur ongekend. 78 Te openen achterruit (SW) Dankzij deze voorziening hebt u eenvoudig toegang tot de bagageruimte zonder

Nadere informatie

Ducato INSTRUCTIEBOEKJE

Ducato INSTRUCTIEBOEKJE Ducato INSTRUCTIEBOEKJE ABSOLUUT LEZEN! BRANDSTOF TANKEN Benzinemotoren: Tank uitsluitend loodvrije benzine met een minimum octaangetal 95 RON. Dieselmotoren: Tank uitsluitend dieselbrandstof voor motorvoertuigen

Nadere informatie

FIAT DOBLÒ 603.45.891 NL INSTRUCTIEBOEK

FIAT DOBLÒ 603.45.891 NL INSTRUCTIEBOEK FIAT DOBLÒ 603.45.891 NL INSTRUCTIEBOEK Geachte cliënt, Hartelijk dank dat u voor een Fiat hebt gekozen en gefeliciteerd met uw keuze voor de Fiat Doblò. Wij hebben dit boekje samengesteld zodat u elk

Nadere informatie

603.45.278 INSTRUCTIEBOEKJE

603.45.278 INSTRUCTIEBOEKJE 603.45.278 INSTRUCTIEBOEKJE Importeur voor België: FIAT AUTO BELGIO Genèvestraat 175 1140 Brussel Importeur voor Nederland: FIAT AUTO NEDERLAND B.V. Hullenbergweg 1-3 1101 BW Amsterdam Zuidoost ABSOLUUT

Nadere informatie

FIAT SCUDO 603.81.143 NL INSTRUCTIEBOEK

FIAT SCUDO 603.81.143 NL INSTRUCTIEBOEK FIAT SCUDO 603.81.143 NL INSTRUCTIEBOEK Geachte cliënt, Hartelijk dank dat u voor een Fiat hebt gekozen en gefeliciteerd met uw keuze voor de Fiat SCUDO. Wij hebben dit boekje samengesteld om u de kwaliteiten

Nadere informatie

FIAT MULTIPLA 603.45.730 NL INSTRUCTIEBOEK

FIAT MULTIPLA 603.45.730 NL INSTRUCTIEBOEK FIAT MULTIPLA 603.45.730 NL INSTRUCTIEBOEK Geachte cliënt, H artelijk dank dat u voor een Fiat hebt gekozen en gefeliciteerd met uw keuze voor de Fiat Multipla. Wij hebben dit boekje samengesteld zodat

Nadere informatie

INSTRUCTIEBOEK 604.31.037 NL ALFA

INSTRUCTIEBOEK 604.31.037 NL ALFA INSTRUCTIEBOEK 604.31.037 NL ALFA 156 Geachte cliënt, Hartelijk dank dat u voor een Alfa Romeo hebt gekozen. Zoals iedere Alfa Romeo is uw Alfa 156 ontworpen om maximale veiligheid, comfort en rijplezier

Nadere informatie

L ANCIA L YBRA GEBRUIK EN ONDERHOUD 603.45.316 NL

L ANCIA L YBRA GEBRUIK EN ONDERHOUD 603.45.316 NL L ANCIA L YBRA 603.45.316 NL GEBRUIK EN ONDERHOUD Zeer geachte cliënt, Wij feliciteren u met uw aankoop en bedanken u dat u voor een LANCIA hebt gekozen. Wij hebben dit boekje samengesteld om u de kwaliteiten

Nadere informatie

FIAT ULYSSE 603.45.458 NL INSTRUCTIEBOEK

FIAT ULYSSE 603.45.458 NL INSTRUCTIEBOEK FIAT ULYSSE 603.45.458 NL INSTRUCTIEBOEK WEGWIJS IN UW AUTO Fiat-CODE... 7 Diefstalalarm... 12 Start-/contactslot... 14 Portieren... 14 Kinderveiligheidsslot... 19 Zitplaatsen voor... 20 Zitplaatsen achter...

Nadere informatie

Alfa 604.31.655 NL INSTRUCTIEBOEK

Alfa 604.31.655 NL INSTRUCTIEBOEK Alfa 604.31.655 NL INSTRUCTIEBOEK Geachte cliënt, Hartelijk dank dat u voor een Alfa Romeo hebt gekozen. Uw Alfa GT is ontworpen om maximale veiligheid, comfort en rijplezier te garanderen. Dit instructieboekje

Nadere informatie

604.31.649 NL INSTRUCTIEBOEK ALFA

604.31.649 NL INSTRUCTIEBOEK ALFA 604.31.649 NL INSTRUCTIEBOEK ALFA 147 Geachte cliënt, Hartelijk dank dat u voor een Alfa Romeo hebt gekozen. Uw Alfa 147 is ontworpen om maximale veiligheid, comfort en rijplezier te garanderen. Dit instructieboekje

Nadere informatie

FIAT PANDA 603.81.058 NL INSTRUCTIEBOEK

FIAT PANDA 603.81.058 NL INSTRUCTIEBOEK FIAT PANDA 603.81.058 NL INSTRUCTIEBOEK Geachte cliënt, Hartelijk dank dat u voor een Fiat hebt gekozen en gefeliciteerd met uw keuze voor de Fiat Panda. Wij hebben dit boekje samengesteld zodat u elk

Nadere informatie

X Veiligheidsgordel 3 Verklikkerlicht brandt (met waarschuwingstoon) bij ingeschakelde ontsteking: Gordel omdoen, zie pagina 33.

X Veiligheidsgordel 3 Verklikkerlicht brandt (met waarschuwingstoon) bij ingeschakelde ontsteking: Gordel omdoen, zie pagina 33. Instrumenten verklikkerlichten De verklikkerlichten die hier staan vermeld, zijn niet in alle auto s aanwezig. Deze beschrijving geldt voor alle instrumentenuitvoeringen. X Veiligheidsgordel 3 Verklikkerlicht

Nadere informatie

veiligheid van de inzittenden; conditie van de auto; bescherming van het milieu.

veiligheid van de inzittenden; conditie van de auto; bescherming van het milieu. F I A T 5 0 0 603.81.189 I N S T R U C T I E B O E K Geachte cliënt, Hartelijk dank dat u voor een Fiat hebt gekozen en gefeliciteerd met uw keuze. Wij hebben dit boekje samengesteld zodat u elk onderdeel

Nadere informatie

De voorkant. De zijkant. De banden

De voorkant. De zijkant. De banden Controlepunten: De voorkant De verlichting moet heel zijn en werken (de werking van de verlichting, remlichten en richtingaanwijzers kan voor je gaat rijden gecontroleerd worden door de examinator) De

Nadere informatie

Voorstoelen HANDMATIG VERSTELBARE STOELEN

Voorstoelen HANDMATIG VERSTELBARE STOELEN Voorstoelen HANDMATIG VERSTELBARE STOELEN verstellen. Als u dit toch doet, kunt u de macht over het stuur verliezen en letsel veroorzaken. 1. Verstelling naar voren/naar achteren. 2. Hoogteverstelling.

Nadere informatie

FIAT PUNTO 603.45.567 NL INSTRUCTIEBOEK

FIAT PUNTO 603.45.567 NL INSTRUCTIEBOEK FIAT PUNTO 603.45.567 NL INSTRUCTIEBOEK Geachte cliënt, Hartelijk dank dat u voor een Fiat hebt gekozen en gefeliciteerd met uw keuze voor de Fiat Punto. Wij hebben dit boekje samengesteld zodat u elk

Nadere informatie

ANCIA 603.45.549 NL LANCIA PHEDRA INSTRUCTIEBOEK

ANCIA 603.45.549 NL LANCIA PHEDRA INSTRUCTIEBOEK ANCIA 603.45.549 NL LANCIA PHEDRA INSTRUCTIEBOEK Veilig en milieubewust rijden... 2 Signalen voor een correct gebruik van de auto... 6 Symbolen... 7 Inhoud... 11 WEGWIJS IN UW AUTO... 12 Lancia CODE...

Nadere informatie

F I A T 5 0 0 530.02.160

F I A T 5 0 0 530.02.160 F I A T 5 0 0 530.02.160 I N S T R U C T I E B O E K Geachte cliënt, Hartelijk dank dat u voor een Fiat hebt gekozen en gefeliciteerd met uw keuze. Wij hebben dit boek samengesteld zodat u elk onderdeel

Nadere informatie

Verwarming en ventilatie

Verwarming en ventilatie Verwarming en ventilatie BEDIENINGSELEMENTEN 1. Temperatuurregeling. Afzonderlijk instelbaar voor de bestuurder en de passagier voorin. 2. Programma voor maximaal ontdooien. 3. Luchtverdeling. In de geselecteerde

Nadere informatie

Hartelijk gefeliciteerd met de aanschaf van een COBRA alarmsysteem type 889.

Hartelijk gefeliciteerd met de aanschaf van een COBRA alarmsysteem type 889. COBRA 889 INLEIDING Hartelijk gefeliciteerd met de aanschaf van een COBRA alarmsysteem type 889. De belangrijkste vernieuwing in deze 889-serie bestaat uit het systeem, dat de herkenningscode van de afstandsbediening

Nadere informatie

Kort overzicht BEDIENINGSKNOPPEN

Kort overzicht BEDIENINGSKNOPPEN Kort overzicht Kort overzicht BEDIENINGSKNOPPEN 6 5 4 3 2 1 12 9 3 6 80 100 120 km/h 60 140 40 160 LAND - - ROVER 20 0 180 200 H4959 7 8 9 1. Frisseluchtrooster - bedieningsknop 2. Ventilator - regeling

Nadere informatie

Stoelen IN DE JUISTE HOUDING ZITTEN

Stoelen IN DE JUISTE HOUDING ZITTEN IN DE JUISTE HOUDING ZITTEN E81931 2 U mag de stoel niet tijdens het rijden verstellen. Als u dit toch doet, kunt u de macht over het stuur verliezen en letsel veroorzaken. 1 De stoel, de hoofdsteun, de

Nadere informatie

Wij raden u aan de waarschuwingen en tips aandachtig te lezen die worden voorafgegaan door de symbolen:

Wij raden u aan de waarschuwingen en tips aandachtig te lezen die worden voorafgegaan door de symbolen: F I A T B R A V O 603.81.708 NL I N S T R U C T I E B O E K Geachte cliënt, Hartelijk dank dat u voor een Fiat hebt gekozen en gefeliciteerd met uw keuze voor de Fiat Bravo. Wij hebben dit boek samengesteld

Nadere informatie

VOERTUIGCONTROLE SEAT IBIZA. Rijschool van Zuylen

VOERTUIGCONTROLE SEAT IBIZA. Rijschool van Zuylen VOERTUIGCONTROLE SEAT IBIZA OPENEN MOTORKAP Motorkap in gesloten toestand OPENEN MOTORKAP Trek de hendel naar achteren en de motorkap is ontgrendeld. OPENEN MOTORKAP In het midden van de motorkap, net

Nadere informatie

FIAT SCUDO NL INSTRUCTIEBOEK

FIAT SCUDO NL INSTRUCTIEBOEK FIAT SCUDO 603.45.699 NL INSTRUCTIEBOEK WELKOM AAN BOORD VAN DE SCUDO Geachte cliënt, Hartelijk dank dat u voor een Fiat hebt gekozen en gefeliciteerd met uw keuze voor de SCUDO. Wij hebben dit boekje

Nadere informatie

F I A T P U N T O 530.02.145 NL I N S T R U C T I E B O E K I N S T R U C T I E B O E K

F I A T P U N T O 530.02.145 NL I N S T R U C T I E B O E K I N S T R U C T I E B O E K F I A T P U N T O 530.02.145 NL I N S T R U C T I E B O E K I N S T R I E B O E K Geachte cliënt, Hartelijk dank dat u voor een Fiat hebt gekozen en gefeliciteerd met uw keuze voor de Fiat Punto. Wij hebben

Nadere informatie

Gefeliciteerd met uw nieuwe autoalarm! Inhoud

Gefeliciteerd met uw nieuwe autoalarm! Inhoud Gefeliciteerd met uw nieuwe autoalarm! Lees de gebruikershandleiding voor gebruik zorgvuldig door en maak u vertrouwd met de verschillende functies van uw autoalarm. Deze handleiding beschrijft de functies

Nadere informatie

De voorkant. De zijkant. De banden

De voorkant. De zijkant. De banden Controlepunten: In deze handleiding vind je de specifieke voertuigkenmerken van de Suzuki Swift. Algemene dingen kun je in je Ris praktijkboek vinden. Dus hier kun je b.v. vinden met welk knopje je de

Nadere informatie

RUITENWISSERS/-SPROEIERS

RUITENWISSERS/-SPROEIERS Elektrische functie printen RUITENWISSERS/-SPROEIERS RUITENWISSERS/-SPROEIERS - BESCHRIJVING De ruitenwissers/-sproeiers worden bediend via de hendel rechts naast het stuur: de hendel kan - door omhoog

Nadere informatie

FIAT DUCATO 603.81.136 NL INSTRUCTIEBOEK

FIAT DUCATO 603.81.136 NL INSTRUCTIEBOEK FIAT DUCATO 603.81.136 NL INSTRUCTIEBOEK Geachte cliënt, Hartelijk dank dat u voor een Fiat hebt gekozen en gefeliciteerd met uw keuze voor de Fiat Ducato. Wij hebben dit boekje samengesteld om u de kwaliteiten

Nadere informatie

COP Quick start KA OLANDESE :32 Pagina 1. FordKa. Feel the difference

COP Quick start KA OLANDESE :32 Pagina 1. FordKa. Feel the difference OP Quick start K OLNS 7-07-2008 8:32 Pagina FordKa Kort Owner s overzicht handbook Feel the difference K0468_Service_Portfolio_090508. 09.05.2008 5:52:47 Uhr 604.39.307 PP K OL 8-07-2008 4:03 Pagina S

Nadere informatie

FIAT STRADA NL INSTRUCTIEBOEK

FIAT STRADA NL INSTRUCTIEBOEK FIAT STRADA 603.50.926 NL INSTRUCTIEBOEK Geachte cliënt, Hartelijk dank dat u voor een Fiat hebt gekozen en gefeliciteerd met uw keuze voor de Fiat Strada. Wij hebben dit boekje samengesteld zodat u elk

Nadere informatie

FIAT STILO 603.45.644 NL INSTRUCTIEBOEK

FIAT STILO 603.45.644 NL INSTRUCTIEBOEK FIAT STILO 603.45.644 NL INSTRUCTIEBOEK Geachte cliënt, Hartelijk dank dat u voor een Fiat hebt gekozen en gefeliciteerd met uw keuze voor de Fiat Stilo. Wij hebben dit boekje samengesteld zodat u elk

Nadere informatie

Stoelen VOORSTOELEN. Juiste zithouding H6544L. Stoelen

Stoelen VOORSTOELEN. Juiste zithouding H6544L. Stoelen Stoelen VOORSTOELEN De stoel nooit afstellen als het voertuig in beweging is. Als van deze instructies wordt afgeweken, kan dit leiden tot lichamelijk letsel of verlies van controle over het voertuig.

Nadere informatie

veiligheid van de inzittenden; conditie van de auto; bescherming van het milieu.

veiligheid van de inzittenden; conditie van de auto; bescherming van het milieu. F I A T D U C A T O G E B R U I K E N O N D E R H O U D Geachte cliënt, Hartelijk dank dat u voor een Fiat hebt gekozen en gefeliciteerd met uw keuze voor de Fiat Ducato. Wij hebben dit boek samengesteld

Nadere informatie

FIAT PUNTO 603.81.046 NL INSTRUCTIEBOEK

FIAT PUNTO 603.81.046 NL INSTRUCTIEBOEK FIAT PUNTO 603.81.046 NL INSTRUCTIEBOEK Geachte cliënt, Hartelijk dank dat u voor een Fiat hebt gekozen en gefeliciteerd met uw keuze voor de Fiat Punto. Wij hebben dit boekje samengesteld om u de kwaliteiten

Nadere informatie

COP LUM KA NL 16-07-2008 16:43 Pagina 1. Feel the difference. FordKa Instructieboekje. Owner s handbook

COP LUM KA NL 16-07-2008 16:43 Pagina 1. Feel the difference. FordKa Instructieboekje. Owner s handbook COP LUM KA NL 16-07-2008 16:43 Pagina 1 FordKa Instructieboekje Owner s handbook Feel the difference K10468_Service_Portfolio_090508.1 1 09.05.2008 15:52:47 Uhr 001-025 Ford KA NL 22-07-2008 9:45 Pagina

Nadere informatie

NL ESP-Systeem

NL ESP-Systeem 603.83.515 NL ESP-Systeem ESP-SYSTEEM (Electronic Stability Program) Dit systeem bewaakt de stabiliteit van de auto als de wielen hun grip verliezen, waardoor de auto beter op koers blijft. De werking

Nadere informatie

GT-912/GT-913/GT-914 Gebruikers handleiding

GT-912/GT-913/GT-914 Gebruikers handleiding GT-912/GT-913/GT-914 Gebruikers handleiding Rho-Delta b.v. Escudostraat 2 2991 XV Barendrecht Tel. +03110-4795755 Fax. +03110-2927461 www.rhodelta.nl info@rhodelta.nl - OMSCHRIJVING De GT-912 /GT-913/GT-914

Nadere informatie

Verkorte gebruiksaanwijzing

Verkorte gebruiksaanwijzing Verkorte gebruiksaanwijzing Fun2Go Contactgegevens fabrikant: Tel. +31 (0)315 257370 E-mail: info@vanraam.com Website: www.vanraam.com Van Raam Aaltenseweg 56 7051 CM Varsseveld Nederland Versie 18.06

Nadere informatie

Instructie Voertuig (auto) controle Kia Cee d Autorijschool Lolkama

Instructie Voertuig (auto) controle Kia Cee d Autorijschool Lolkama Instructie www.lolkama.com Instructie Voertuig (auto) controle Kia Cee d Autorijschool Lolkama Voor het CBR praktijkexamen worden door de examinator, controle vragen gesteld over de banden, motor, dashboard

Nadere informatie

LCD scherm va LCD scherm

LCD scherm va LCD scherm scherm 1. Gebruik scherm Met het in Uw scooter ingebouwde scherm kunt U alle rij-, stuuracties, remmen en bedienen van het voertuig bepalen. De elektrische installatie van de scooter en de elektronica

Nadere informatie

Mauer GmbH Technologie voor beveiliging. Code Combi B VdS-Cl 2 Artikelnummer 82131 - standaard

Mauer GmbH Technologie voor beveiliging. Code Combi B VdS-Cl 2 Artikelnummer 82131 - standaard Informatie over de bediening: Mauer GmbH Technologie voor beveiliging Code Combi B VdS-Cl 2 Artikelnummer 82131 - standaard Bedieningsinstructies Lees deze instructies aandachtig door voordat u het slot

Nadere informatie

Handleiding: Verreiker roterend max. hefvermogen 20,6 mtr. incl. machinist

Handleiding: Verreiker roterend max. hefvermogen 20,6 mtr. incl. machinist Handleiding: Verreiker roterend max. hefvermogen 20,6 mtr. incl. machinist BEDIENINGSUITLEG 1 - Bestuurderszetel 17 - Hendel stuurafstelling 2 - Sleutelschakelaar (START) 18 - Bedieningshendel hijsen linker

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing kort

Gebruiksaanwijzing kort O-Pair² Van Raam BV Aaltenseweg 56 7051 CM Varsseveld Tel. : +31 (0)315 257370 E-mail : info@vanraam.nl Internet : www.vanraam.nl Versie 14.10 Zadelhoogte U stelt de zadelhoogte correct in, door op de

Nadere informatie

Sloten en alarm ALARM-SYSTEEM

Sloten en alarm ALARM-SYSTEEM Sloten en alarm ALARM-SYSTEEM H6716G Uw voertuig is voorzien van een uiterst verfijnd elektronisch diefstalalarm en motor-immobilisatiesysteem. Tevens beschikt het voertuig over een aantal extra veiligheidssystemen.

Nadere informatie

Uw gebruiksaanwijzing. ALFA ROMEO GT

Uw gebruiksaanwijzing. ALFA ROMEO GT U kunt de aanbevelingen in de handleiding, de technische gids of de installatie gids voor. U vindt de antwoorden op al uw vragen over de in de gebruikershandleiding (informatie, specificaties, veiligheidsaanbevelingen,

Nadere informatie

Gebruikershandleiding Puch Radius, State of the Art, Boogy BMS

Gebruikershandleiding Puch Radius, State of the Art, Boogy BMS Gebruikershandleiding Puch Radius, State of the Art, Boogy BMS Gefeliciteerd! U heeft gekozen voor een fiets met elektrische ondersteuning, de E-bike. Uw E-bike zal u door zijn elektrische ondersteuning

Nadere informatie

Praktijk Vragen over auto

Praktijk Vragen over auto Praktijk Vragen over auto BANDEN: Wat moet je controleren op Auto banden 1- spannig: Meters/Lampjes Juiste banden spanning hangt af: Auto (merk, Type, gewicht) maat Gewicht lading (of aantal personen).

Nadere informatie

Uw gebruiksaanwijzing. FIAT DUCATO

Uw gebruiksaanwijzing. FIAT DUCATO U kunt de aanbevelingen in de handleiding, de technische gids of de installatie gids voor. U vindt de antwoorden op al uw vragen over de in de gebruikershandleiding (informatie, specificaties, veiligheidsaanbevelingen,

Nadere informatie

Praktijk Vragen over auto

Praktijk Vragen over auto Praktijk Vragen over auto 1 BANDEN: Wat moet je controleren op Auto banden 1- spannig: Meters/Lampjes Juiste banden spanning hangt af: Auto (merk, Type, gewicht) maat Gewicht lading (of aantal personen).

Nadere informatie

Verkorte gebruiksaanwijzing

Verkorte gebruiksaanwijzing Verkorte gebruiksaanwijzing VeloPlus Contactgegevens fabrikant: Tel. +31 (0)315 257370 E-mail: info@vanraam.com Website: www.vanraam.com Van Raam Aaltenseweg 56 7051 CM Varsseveld Nederland Versie 18.06

Nadere informatie

Clifford Electronics Benelux bv. Tel.+31 20 40 40 919 Fax. +31 20 40 40 948

Clifford Electronics Benelux bv. Tel.+31 20 40 40 919 Fax. +31 20 40 40 948 Clifford Electronics Benelux bv. Tel.+31 20 40 40 919 Fax. +31 20 40 40 948 Belangrijke informatie Gefeliciteerd met de aankoop van uw voertuig beveiligingsysteem. Het is ontworpen om jaren van probleemloze

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING. SELCA IS200 klasse 2 alarm SELCA IS300 klasse 3 alarm. SCM goedkeuringsnr. AA030037

GEBRUIKSAANWIJZING. SELCA IS200 klasse 2 alarm SELCA IS300 klasse 3 alarm. SCM goedkeuringsnr. AA030037 GEBRUIKSAANWIJZING SELCA IS200 klasse 2 alarm SELCA IS300 klasse 3 alarm SCM goedkeuringsnr. AA030037 Beste klant, Wij danken u voor de aanschaf van het hightech SELCA modulair alarm systeem. Deze gebruiksaanwijzing

Nadere informatie

Climate control VENTILATIEOPENINGEN

Climate control VENTILATIEOPENINGEN VENTILATIEOPENINGEN 1 1 2 2 3 3 E90911 1. Ventilatieopeningen voor het gezicht 2. Ventilatieopening voor de bestuurdersschoot 3. Bedieningselementen van ventilatieopeningen, middenconsole achterin Opmerking:

Nadere informatie

Uw gebruiksaanwijzing. ALFA ROMEO 156

Uw gebruiksaanwijzing. ALFA ROMEO 156 U kunt de aanbevelingen in de handleiding, de technische gids of de installatie gids voor ALFA ROMEO 156. U vindt de antwoorden op al uw vragen over de ALFA ROMEO 156 in de gebruikershandleiding (informatie,

Nadere informatie

Veiligheidsgordels ALGEMENE INFORMATIE

Veiligheidsgordels ALGEMENE INFORMATIE ALGEMENE INFORMATIE oefenen hun werking uit via het beendergestel van het lichaam en horen laag over de voorkant van het bekken, de borstkas en de schouders gedragen te worden. Draag het heupgedeelte van

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING Ding Bas Autostoel 9-36 kg

GEBRUIKSAANWIJZING Ding Bas Autostoel 9-36 kg GEBRUIKSAANWIJZING Ding Bas 1-2-3 Autostoel 9-36 kg Opmerkingen: 1. Dit is een Universele Autostoel. Deze autostoel is goedgekeurd volgens de Richtlijn 40.04 en is bedoeld voor gebruik in een voertuig.

Nadere informatie

Het instructieboekje van uw auto is ook te vinden op de website van Peugeot, in de rubriek "MyPeugeot".

Het instructieboekje van uw auto is ook te vinden op de website van Peugeot, in de rubriek MyPeugeot. Het instructieboekje van uw auto is ook te vinden op de website van Peugeot, in de rubriek "MyPeugeot". Als u het instructieboekje online raadpleegt, hebt u tevens toegang tot de meest recente informatie.

Nadere informatie

Veiligheid van kinderen

Veiligheid van kinderen Veiligheid van kinderen KINDERZITJES Voor maximale veiligheid moeten kinderen altijd achterin zitten. Wij raden u aan om kinderen nooit voorin te laten zitten. Als het echter onvermijdelijk is om een kind

Nadere informatie

Gebruikershandleiding kort

Gebruikershandleiding kort kort Van Raam BV Aaltenseweg 56 7051 CM Varsseveld Positie zitting Om de positie van de stoel correct in te stellen zet de berijder een voet op het pedaal in de uiterste stand vanaf de berijder. Stel de

Nadere informatie

Elektrische functie printen DIMLICHT

Elektrische functie printen DIMLICHT Elektrische functie printen DIMLICHT DIMLICHT BESCHRIJVING De auto is uitgerust met twee dimlichten in de koplampunits. Het dimlicht wordt ingeschakeld als de stuurkolomschakelaar in de stand na de stand

Nadere informatie

Powerpack. gebruikshandleiding

Powerpack. gebruikshandleiding Powerpack gebruikshandleiding 1 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding De RMA powerpack is een hulpmiddel voor de begeleiding. Het vergemakkelijkt het duwen van een rolstoel gebruiker. De hulpmotor is niet ontworpen

Nadere informatie

LCD scherm ve LCD scherm

LCD scherm ve LCD scherm scherm. Gebruik scherm Met het in Uw scooter ingebouwde scherm kunt U alle rij-, stuuracties, remmen en bedienen van het voertuig bepalen. De elektrische installatie van de scooter en de elektronica zelf

Nadere informatie

Sloten en alarmen. Gebruiken van de zender

Sloten en alarmen. Gebruiken van de zender Sloten en alarmen ALARMSYSTEEM* Uw voertuig is voorzien van een uiterst verfijnd elektronisch diefstalalarm en motorimmobilisatiesysteem. Teneinde maximale veiligheid en maximaal bedieningsgemak te garanderen

Nadere informatie

Pagina. Paragraaf. 1.1 Openen. 1.2 Starten. 1.3 Uitschakelen. 1.4 Afsluiten. 2.1 Tanken. 3.1 Openen kap. 3.2 Sluiten kap. 1.

Pagina. Paragraaf. 1.1 Openen. 1.2 Starten. 1.3 Uitschakelen. 1.4 Afsluiten. 2.1 Tanken. 3.1 Openen kap. 3.2 Sluiten kap. 1. Paragraaf 1.1 Openen 1.2 Starten 1.3 Uitschakelen 1.4 Afsluiten 2.1 Tanken 3.1 Openen kap 3.2 Sluiten kap 1.3 Zijruiten verwijderen en plaatsen 1.3 Uitschakelen 5.1 Motorkap openenn 6.1 Kachel bedienenn

Nadere informatie

Auto Alarm FM5000 FM500 FM600 FM700 LCD MINI

Auto Alarm FM5000 FM500 FM600 FM700 LCD MINI Auto Alarm FM5000 FM500 FM600 FM700 LCD MINI I. Functies FM 2-weg autoalarm. 2. Alarm aan (stil) Druk nogmaals 1x op de knop van de afstandbediening om alarm in AUTO Localiseren status te activeren, indien

Nadere informatie

Accu en oplader instructies: Eigen bedrijfsgegevens

Accu en oplader instructies: Eigen bedrijfsgegevens Accu en oplader instructies: Eigen bedrijfsgegevens 1. Als u de accu helemaal leeg hebt gereden, zorg er dan voor dat u uw accu kort hierna weer aan de lader zet (binnen enkele uren). 2. Laat de accu nooit

Nadere informatie

WAAROM KIEZEN VOOR ORIGINELE ONDERDELEN

WAAROM KIEZEN VOOR ORIGINELE ONDERDELEN F I A T P A N D A G E B R U I K E N O N D E R H O U D WAAROM KIEZEN VOOR ORIGINELE ONDERDELEN Wij, die uw auto hebben bedacht, ontworpen en gebouwd, kennen daarvan werkelijk elk detail en onderdeel. In

Nadere informatie

voorwaarts gericht Gebruiksaanwijzing groep gewicht leeftijd kg 9m-4j

voorwaarts gericht Gebruiksaanwijzing groep gewicht leeftijd kg 9m-4j voorwaarts gericht Gebruiksaanwijzing ECE R44 04 groep gewicht leeftijd 1 9-18 kg 9m-4j 1 Dank u voor uw keuze voor de Besafe izi Comfort. BeSafe heeft dit product uiterst zorgvuldig ontworpen om uw kind

Nadere informatie

Verkorte gebruiksaanwijzing

Verkorte gebruiksaanwijzing Verkorte gebruiksaanwijzing OPair Contactgegevens fabrikant: Tel. +31 (0)315 257370 E-mail: info@vanraam.com Website: www.vanraam.com Van Raam Aaltenseweg 56 7051 CM Varsseveld Nederland Versie 18.06 Let

Nadere informatie

Cobra Alarm 4627. Gebruikers Handleiding

Cobra Alarm 4627. Gebruikers Handleiding Cobra Alarm 4627 Gebruikers Handleiding Clifford Electronics Benelux BV Tel.+31 20 40 40 919 info@clifford.nl ISO 9001:2008 Cobra Alarmsysteem: Diefstal is de laatste tijd explosief gestegen. CAN Bus manipulatie

Nadere informatie

Dit beveiligingssysteem voor uw auto is getest en goedgekeurd door

Dit beveiligingssysteem voor uw auto is getest en goedgekeurd door SYSTEEM 2980 COMPLEET ALARMSYSTEEM MET AFSTANDSBEDIENING GEBRUIKERSHANDLEIDING GOED BEWAREN VOOR TOEKOMSTIG GEBRUIK DIT SYSTEEM MAG UITSLUITEND DOOR EEN VAKKUNDIG INSTALLATEUR WORDEN INGEBOUWD BELANGRIJK

Nadere informatie

VOORWAARTS GERICHT GEBRUIKSAANWIJZING ECE R GROEP GEWICHT LEEFTIJD kg 4-12 j

VOORWAARTS GERICHT GEBRUIKSAANWIJZING ECE R GROEP GEWICHT LEEFTIJD kg 4-12 j VOORWAARTS GERICHT GEBRUIKSAANWIJZING ECE R44 04 GROEP GEWICHT LEEFTIJD 2-3 15-36 kg 4-12 j 1 Bedankt dat U voor de BeSafe izi Up hebt gekozen BeSafe heeft dit product uiterst zorgvuldig ontworpen om uw

Nadere informatie

Gemaksvoorzieningen ZONNEKLEPPEN DIMMER VOOR DE INSTRUMENTENVERLICHTING ZONNESCHERMEN

Gemaksvoorzieningen ZONNEKLEPPEN DIMMER VOOR DE INSTRUMENTENVERLICHTING ZONNESCHERMEN Gema ksvoorzie ningen ZONNEKLEPPEN DIMMER VOOR DE INSTRUMENTENVERLICHTING AUTO E80434 De zonneklep kan tegen verblinding naar beneden of zijwaarts worden geklapt. ZONNESCHERMEN E993 Verdraai het duimwieltje

Nadere informatie

SCdefault. 900 Montagerichtlijn. Accessories Part No. Group Date Instruction Part No. Replaces 12 799 012 9:88-15 May 03 12 798 998 12 798 998 Jun 02

SCdefault. 900 Montagerichtlijn. Accessories Part No. Group Date Instruction Part No. Replaces 12 799 012 9:88-15 May 03 12 798 998 12 798 998 Jun 02 SCdefault 900 Montagerichtlijn SITdefault Kinderzitje Saab Child Seat MONTERINGSANVISNING INSTALLATION INSTRUCTIONS MONTAGEANLEITUNG INSTRUCTIONS DE MONTAGE Accessories Part No. Group Date Instruction

Nadere informatie

Voertuig Controle BMW 116d Sportline

Voertuig Controle BMW 116d Sportline Voertuig Controle BMW 116d Sportline Voor het praktijkexamen wordt door de examinator een aantal vragen gesteld over de motor, de banden of het dashboard. Lees deze pagina een aantal keren aandachtig door

Nadere informatie

Cobra 4627 Alarmsysteem met DriverCards

Cobra 4627 Alarmsysteem met DriverCards Cobra 4627 Alarmsysteem met DriverCards Gebruikershandleidingding Effectief en gebruiksvriendelijk Het in uw voertuig gemonteerde Cobra alarmsysteem biedt een simpele, maar uiterst effectieve en gebruiksvriendelijke

Nadere informatie

Voertuig Controle Golf 7

Voertuig Controle Golf 7 Voertuig Controle Golf 7 Voor het praktijkexamen wordt door de examinator een aantal vragen gesteld over de motor, de banden of het dashboard. Lees deze pagina een aantal keren aandachtig door zodat je

Nadere informatie

y Verwarming op brandstof 87

y Verwarming op brandstof 87 Klimat 5 1 y Verwarming op brandstof 87 912-B, 912-D Op. no. 87516 01- Benzine 30618 095-1 Diesel 3730 340-1 20000 excl. automaat Benzine 30618 095-1 Er is een nieuwe generatie verwarming geïntroduceerd

Nadere informatie

installatiehandleiding Alarmlicht met sirene

installatiehandleiding Alarmlicht met sirene installatiehandleiding Alarmlicht met sirene INSTALLATIEHANDLEIDING ALARMLICHT MET SIRENE Gefeliciteerd met de aankoop van het WoonVeilig alarmlicht met sirene. Telefoonnummer WoonVeilig 0900-388 88 88

Nadere informatie

INSTALLATIE HANDLEIDING MKR 41

INSTALLATIE HANDLEIDING MKR 41 INSTALLATIE HANDLEIDING MKR 41 MKR41 HI-SEC DEZE KIT BESTAAT UIT: 1. Elektronische module met een startonderbrekingssysteem, knipperlichtsignalering, aansluitingen voor alle typen deurvergrendeling en

Nadere informatie

Gebruikershandleiding Inhoud

Gebruikershandleiding Inhoud Gebruikershandleiding Inhoud 1 Overzicht onderdelen...4 2 Display en bediening... 6 2.1 Functies stuurbediening... 6 2.2 Functies display... 7 2.3 Gashendel (Optioneel)... 9 3 atterijpakket en lader...

Nadere informatie

INSTRUCTIEBOEK 530.05.014 NL ALFA

INSTRUCTIEBOEK 530.05.014 NL ALFA INSTRUCTIEBOEK 530.05.014 NL ALFA Geachte klant, Wij bedanken u dat u voor een Alfa Romeo hebt gekozen. Uw Alfa Spider is ontworpen voor een veilige, comfortabele en rustige rit, zoals u van Alfa Romeo

Nadere informatie

Handleiding: Rupsdumper roterende kipbak.

Handleiding: Rupsdumper roterende kipbak. Handleiding: Rupsdumper roterende kipbak. Veiligheidsvoorzieningen Beschermingsvoorzieningen mogen alleen worden verwijderd resp. geopend na stilstand van de dumper met geactiveerde parkeerrem, uitschakelen

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing. izi Modular: voor- & achterwaarts gericht. izi Modular RF: achterwaarts gericht. Lichaamslengte cm.

Gebruiksaanwijzing. izi Modular: voor- & achterwaarts gericht. izi Modular RF: achterwaarts gericht. Lichaamslengte cm. a f d e b c i Gebruiksaanwijzing g h 4 > 5 cm izi Modular: voor- & achterwaarts gericht izi Modular RF: achterwaarts gericht 5 Lichaamslengte 6-05 cm. Lichaamslengte 88-05 cm. Max. gewicht 8 kg. Leeftijd

Nadere informatie

GfS Day Alarm. Algemene omschrijving...p. 2. Montage handleiding en functies...p. 3. Instellingen van magneet contacten...p. 4

GfS Day Alarm. Algemene omschrijving...p. 2. Montage handleiding en functies...p. 3. Instellingen van magneet contacten...p. 4 Art.-Nr.: Art.-Nr.: Montage handleiding Inhoud Algemene omschrijving...p. Montage handleiding en functies...p. Instellingen van magneet contacten...p. Aansluiting met draadloos magneet contact...p. Aansluiting

Nadere informatie

ROAM Special Cycles B.V. Haarstraat 19b 5324 AM Ammerzoden Tel.nr

ROAM Special Cycles B.V. Haarstraat 19b 5324 AM Ammerzoden Tel.nr ROAM Special Cycles B.V. Haarstraat 19b 5324 AM Ammerzoden Tel.nr. 073-5997042 Accu en oplader instructies: 1. Als u de accu helemaal leeg hebt gereden, zorg er dan voor dat u uw accu kort hierna weer

Nadere informatie

GT909NL. Gebruikershandleiding

GT909NL. Gebruikershandleiding GT909NL Gebruikershandleiding Rhodelta b.v. Escudostraat 2 2991 XV Barendrecht Tel. +31 102927461 Fax + 31 104795755 www.rhodelta.nl info@rhodelta.nl 1.0 HANDZENDER OMSCHRIJVING GT889 GT969CH GT889: handzender

Nadere informatie

Wind, Sun & Rain Sensor Instructions

Wind, Sun & Rain Sensor Instructions Awning Instructions Wind, Sun & Rain Sensor Instructions B C D Nederlands Wind, Zon & Regen Sensor Instructies Inhoud Garantie Voordat u de sensor aansluit raden wij u aan de instructies zorgvuldig door

Nadere informatie

INSTRUCTIEBOEK 530.05.000 NL ALFA

INSTRUCTIEBOEK 530.05.000 NL ALFA STRUCTIEBOEK 530.05.000 NL ALFA 159 Geachte klant, Wij bedanken u dat u voor een Alfa Romeo heeft gekozen. Uw Alfa 159 is ontworpen voor een veilige, comfortabele en rustige rit, zoals u van Alfa Romeo

Nadere informatie

installatiehandleiding Alarmlicht met sirene

installatiehandleiding Alarmlicht met sirene installatiehandleiding Alarmlicht met sirene INSTALLATIEHANDLEIDING ALARMLICHT MET SIRENE Gefeliciteerd met de aankoop van het Egardia alarmlicht met sirene. Website Egardia www.egardia.com Klantenservice

Nadere informatie

Installation instructions, accessories. Stuurwiel, leer. Volvo Car Corporation Gothenburg, Sweden , ,

Installation instructions, accessories. Stuurwiel, leer. Volvo Car Corporation Gothenburg, Sweden , , Installation instructions, accessories Instructienr. 30756608 Versie 1.2 Ond. nr. 30756607, 30756606, 31316446 Stuurwiel, leer IMG-339612 Volvo Car Corporation Stuurwiel, leer- 30756608 - V1.2 Pagina 1

Nadere informatie

604.31.031 NL INSTRUCTIEBOEK ALFA GTV

604.31.031 NL INSTRUCTIEBOEK ALFA GTV 604.31.031 NL INSTRUCTIEBOEK ALFA GTV Geachte cliënt, Hartelijk dank dat u voor een Alfa Romeo hebt gekozen. Zoals iedere Alfa Romeo is uw Alfa GTV ontworpen om maximale veiligheid, comfort en rijplezier

Nadere informatie

Vehicle Security System VSS3 - Alarm system remote

Vehicle Security System VSS3 - Alarm system remote Vehicle Security System VSS3 - Alarm system remote Alarmsysteem met afstandsbediening leidraad bij het instellen - Dutch Geachte klant, In deze handleiding vindt u de informatie en bedieningen die nodig

Nadere informatie

Verwarming en ventilatie

Verwarming en ventilatie KLIMAATREGELING Druk op de knop CLIMATE om het touchscreenmenu van de klimaatregeling weer te geven. 1. Menu voor instellingen van de klimaatregeling. 2. Menu voor stoelverwarming/-klimaat voorin. N.B.:

Nadere informatie

************************* **************** ******** ***

************************* **************** ******** *** Bij deelname aan het Tussentijdstoets moet je de volgende documenten overhandigen: een geldig theorie certificaat een wettelijk toegestaan, geldig identiteitsbewijs. ************************* ****************

Nadere informatie