The Fact Club jeugdwerkloosheid

Transcriptie

1 The Fact Club jeugdwerkloosheid Symposium Jeugdwerkloosheid: harde realiteit of veelbesproken fabel 13 december

2 2

3 Inhoud Inleiding pagina 4 Jeugdwerkloosheid: 2011-nu (per maand) pagina 5 Jeugdwerkloosheid: pagina 6 Jeugdwerkloosheid: internationaal pagina 8 Jeugdwerkloosheid: regio pagina 9 Jeugdwerkloosheid: opleiding pagina 10 Jeugdwerkloosheid: afkomst pagina 11 Jeugdwerkloosheid: werkloosheidsduur en baanvindduur pagina 12 Arbeidspositie: jongeren vs beroepsbevolking pagina 13 Bijlage: handout presentatie pagina 14 3

4 Inleiding The Fact Club presenteert vandaag een serie feiten over jeugdwerkloosheid. Hiermee hopen we de debatten op dit symposium van een feitelijke basis en dus van extra kwaliteit te voorzien. In dit boekje vindt u alle feiten die in de presentatie langs komen. Handig dus om de rest van de dag bij de hand te houden. De presentatie Met deze presentatie hebben we geprobeerd de meest relevante feiten over de jeugdwerkloosheid te laten zien. Wij pretenderen echter niet een compleet beeld te geven, nog los van de vraag of dit überhaupt mogelijk is, hebben we vanwege beperkte presentatietijd keuzes moeten maken. Hierbij een korte toelichting op de keuzes die zijn gemaakt. In het eerste deel van de presentatie geven we context bij het begrip jeugdwerkloosheid. We kijken naar de officiële definitie, historische ontwikkeling, de relatie met reguliere werkloosheid en de situatie in andere landen. Hierdoor wordt duidelijk waar we het over hebben. Vervolgens gaan we dieper op de situatie in: we specificeren naar regio, geslacht, afkomst en opleidingsniveau. Op deze manier hopen we inzicht te geven waar de kern van het probleem ligt. We sluiten af met een vergelijking tussen jongeren en de gehele beroepsbevolking: wat zijn de verschillen in baanvindduur, werkloosheidsduur en positie op de arbeidsmarkt. Hiermee maken we duidelijk in hoeverre de situatie van jongeren afwijkt van de gehele beroepsbevolking. We hebben voor de presentatie, op de internationale vergelijkingen na, gebruik gemaakt van gegevens van het CBS. Dit is wat ons betreft de meest betrouwbare bron. Daarnaast zijn, door gebruik van een bron, de verschillende cijfers het best met elkaar te vergelijken. Tijdens de presentatie worden de belangrijkste cijfers uitgelicht. In dit boekje staan alle cijfers achter de sheets. The Fact Club The Fact Club is in mei 2012 opgericht door De Publieke Zaak. Doel van The Fact Club is het publieke debat voeden met feiten. Dit doen we op verschillende manieren: Fact reports In fact reports zijn de belangrijkste feiten over een maatschappelijke thema verwerkt in overzichtelijke en interactieve infographics. Mei 2012 hebben we een fact report over de arbeidsmarkt gepubliceerd en in augustus, speciaal voor de verkiezingen, een fact report met feiten over de belangrijkste verkiezingsthema s. Factchecking Tijdens de verkiezingen hebben we dagelijks uitspraken van politici gecontroleerd. De resultaten presenteerden we drie weken lang iedere ochtend op BNR en de laatste tien dagen voor de verkiezingen iedere avond bij Nieuwsuur. Sinds oktober heeft The Fact Club een eigen rubriek op BNR waarin we iedere week (maandag 10.50) een actuele kwestie van feitelijke context voorzien. Presentaties The Fact Club maakt ook presentaties op maat om congressen en debatten over de meest uiteenlopende onderwerpen van een feitelijke basis te voorzien. Meer weten? Neem dan contact op via info@thefactclub.nl. The Fact Club werkt onder andere samen met het CBS en SEO economisch onderzoek. Meer info:. Volg ons ook via en via facebook.com/thefactclub. 4

5 Jeugdwerkloosheid: 2011-nu (per maand)* Werkloosheidspercentage (mannen en vrouwen) Werkloosheidspercentage (mannen) Werkloosheidspercentage (vrouwen) 2011 januari 9,6 8,8 10, februari 9,4 9 9, maart 9,2 9,1 9, april 9 8,9 9, mei 9,3 9 9, juni 9,3 9 9, juli 10, , augustus 9,8 9,5 10, september 10,5 10,3 10, oktober 10,5 9,9 11, november 10,1 9,6 10, december 10,5 10, januari 11,2 10,9 11, februari 11,7 11,6 11, maart 11,8 11,1 12, april 12,1 11,1 13, mei 12 11,2 12, juni 12,2 11,5 13, juli 12,4 11,4 13, augustus 12, september 13 12, oktober 13,3 12,3 14, Jeugdwerkloosheid - maanden Werkloosheidspercentage (mannen en vrouwen) Werkloosheidspercentage (mannen) Werkloosheidspercentage (vrouwen) * We kijken hier naar de werkloosheidsdefinitie van het CBS en niet naar de geregistreerde werkloosheid van het UWV, omdat de definitie van het CBS ons inziens een completer beeld geeft. Bron: CBS Statline - Werkloze en werkzame beroepsbevolking per maand 5

6 Jeugdwerkloosheid: (jaren) Jeugdwerkloosheidspercentage (mannen en vrouwen) Jeugdwerkloosheidspercentage (mannen) Jeugdwerkloosheidspercentage (vrouwen) ,3 2,5 2, ,2 3,6 2, ,4 6,7 3, ,4 6,4 4, ,5 7,7 5, ,3 9,4 7, ,1 10,6 7, ,1 8,7 7, ,3 8,2 8, ,7 8,8 8, ,6 8, ,4 11,1 9, ,4 16, ,9 20,3 15, ,4 19,3 15, ,6 16,9 14, , , ,2 11,7 14, ,4 12, ,3 10,2 12, ,4 9,7 11, ,1 9, ,5 9,5 9, ,8 11,6 12, ,3 13,8 12, ,2 12,8 13, ,7 11,8 13, ,2 9,7 10, ,6 8, ,5 6,6 8, ,7 5, ,4 7 7, ,5 9 7, ,6 10,6 10, ,2 13,1 13, ,6 11,9 13, ,4 9,1 11, ,2 8,4 10, ,4 8,3 8, ,6 10, ,7 11,7 11, ,8 9,5 10,2 6

7 Axis Title 25 Jeugdwerkloosheid Werkloosheidspercentage (mannen en vrouwen) Werkloosheidspercentage (mannen) Werkloosheidspercentage (vrouwen) Jeugdwerkloosheid Jeugdwerkloosheidspercentage (vrouwen) Jeugdwerkloosheidspercentage (mannen en vrouwen) Jeugdwerkloosheidspercentage (mannen) Bron: CBS Statline - Beroepsbevolking; vanaf

8 Jeugdwerkloosheid: internationaal * 2011 jeugdwerkloosheid reguliere werkloosheid verhouding EU 21,4 9,7 2,2 Eurolanden 20,8 10,1 2,1 België 18,7 7,2 2,6 Denemarken 14,2 7,6 1,9 Duitsland 8,6 5,9 1,5 Ierland 29,4 14,4 2,0 Griekenland 44,4 17,7 2,5 Spanje 46,4 21,7 2,1 Frankrijk 22,9 9,6 2,4 Italië 29,1 8,4 3,5 Nederland 7,6 4,4 1,7 Oostenrijk 8,3 4,2 2,0 Portugal 30,1 12,9 2,3 VK 21,1 8 2,6 VS 17,3 8,9 1,9 Japan 8,2 4,6 1,8 2012M M M M M M M M M09 EU 22,4 22,5 22,6 22,6 22,6 22,6 22,6 22,7 22,8 Eurolanden 22,0 22,2 22,5 22,6 22,7 22,8 23,0 23,0 23,3 België 18,2 18,5 18,5 18,3 18,2 18,1 18,2 18,2 18,0 Denemarken 14,4 15,2 15,4 15,0 14,7 14,4 14,4 14,4 14,2 Duitsland 8,1 8,0 8,0 8,1 8,1 8,1 8,1 8,0 8,0 Ierland 31,1 31,5 31,5 31,6 32,1 33,1 33,9 34,4 34,5 Griekenland 52,1 52,5 52,3 53,3 54,3 55,3 55,6 : : Spanje 50,2 50,9 51,3 52,0 52,7 52,9 53,5 53,8 54,2 Frankrijk 23,3 23,3 23,3 23,3 23,8 24,4 24,9 25,3 25,7 Italië 33,0 33,9 35,2 34,6 34,6 33,6 34,4 33,9 35,1 Nederland 9,0 9,4 9,3 9,4 9,2 9,3 9,2 9,4 9,7 Oostenrijk 8,7 8,6 8,9 8,9 8,5 8,7 9,3 9,9 9,9 VK 22,0 21,8 21,7 21,3 21,0 20,9 20,4 : : VS 16,0 16,5 16,4 16,4 16,1 16,5 16,4 16,8 15,5 Japan 9,5 9,2 8,6 9,2 8,3 7,4 8,2 8,0 7,0 * Noot: De international definitie van werkloosheid wijkt van de nationale definitie (Eurostat hanteert geen 12-uurs grens). Hierdoor wijkt af het werkloosheidspercentage van Nederland in deze af van eerdere tabellen. Bron: Eurostat - Unemployment rate, annual average, by sex and age groups (%) 8

9 Jeugdwerkloosheid: regio jeugdwerkloosheid in % Utrecht 8,7% 11,4% 13,3% 13,7% 10,4% Amsterdam 10,4% 7,9% 13,3% 16,2% 14,9% 's-gravenhage 10,6% 13,2% 11,0% 14,7% 15,9% Rotterdam 12,0% 14,7% 16,8% 21,5% 18,6% Groningen (PV) 16,3% 13,2% 15,6% 13,3% 13,1% Friesland (PV) 10,2% 8,7% 11,3% 10,7% 10,3% Drenthe (PV) 11,9% 10,7% 14,5% 12,8% 11,7% Overijssel (PV) 8,3% 6,9% 10,1% 10,8% 9,3% Flevoland (PV) 10,5% 9,4% 12,4% 16,0% 10,1% Gelderland (PV) 8,1% 7,6% 9,2% 10,6% 9,0% Utrecht (PV) 7,5% 7,5% 9,7% 10,0% 8,4% Noord-Holland (PV) 8,8% 6,8% 10,0% 11,5% 11,2% Zuid-Holland (PV) 8,7% 9,2% 11,3% 12,9% 10,4% Zeeland (PV) 8,4% 6,1% 7,7% 6,4% 5,3% Noord-Brabant (PV) 8,1% 7,3% 11,0% 11,1% 8,5% Limburg (PV) 13,1% 12,1% 15,0% 13,1% 9,5% 25,0% Jeugdwerkloosheid - G4 20,0% 15,0% Utrecht Amsterdam 10,0% 's-gravenhage Rotterdam 5,0% 0,0% Bron: CBS Statline - Beroepsbevolking; regio 9

10 Jeugdwerkloosheid: opleiding* Met startkwalificatie Zonder startkwalificatie % jeugdwerkloosheid % jeugdwerkloosheid , ,4 11, ,2 14, , , ,5 14, ,8 12, ,3 11, ,6 14, ,1 16, ,7 13, Jeugdwerkloosheid - startkwalificatie Met startkwalificatie Zonder startkwalificatie * het gaat hier om verschillende uitsplitsingen (leeftijd en opleiding) dus om lage aantallen, hierdoor is de foutmarge is hoger. Bron: CBS Statline - Beroepsbevolking; behaalde onderwijs naar herkomst geslacht en leeftijd 10

11 Jeugdwerkloosheid: afkomst* Autochtonen Westerse allochtonen Niet-westerse allochtonen ,2 9,7 14, ,4 10,6 15, ,1 11,7 20, ,2 16,6 23, ,3 13,8 26, ,6 11,6 21, , , ,7 12,2 16, ,2 13,3 20, ,7 13, ,7 11,1 23,4 30 Jeugdwerkloosheid - afkomst Autochtonen Westerse allochtonen Niet-westerse allochtonen * het gaat hier om verschillende uitsplitsingen (leeftijd en afkomst) dus om lage aantallen, hierdoor is de foutmarge is hoger. Bron: CBS Statline - Beroepsbevolking; behaalde onderwijs naar herkomst geslacht en leeftijd 11

12 Jeugdwerkloosheid: werkloosheidsduur en baanvindduur Baanvindduur (2011) (personen x1000) (%tov totaal) tot 6 maanden % 71% 6 tot 12 maanden % 14% 12 tot 24 maanden % 10% 24 maanden of meer % 5% Totaal Werkloosheidsduur (2011) 0 tot 6 maanden % 62% 6 tot 12 maanden % 12% 12 tot 24 maanden % 7% 24 maanden of meer % 5% Onbekend % 14% Totaal % 60% 40% 20% 0% 0 tot 6 maanden Baanvindduur (t.o.v. totaal werklozen) 6 tot 12 maanden 12 tot 24 maanden 24 maanden of meer % 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% Werkloosheidsduur (t.o.v. totaal werklozen) 0 tot 6 maanden 6 tot 12 maanden 12 tot 24 maanden 24 maanden of meer Onbekend Bron: CBS Statline - Werkloze beroepsbevolking; baanvindduur en persoonskenmerken + CBS Statline: Werkloze beroepsbevolking; werkloosheidsduur en persoonskenmerken 12

13 Arbeidspositie: jongeren vs beroepsbevolking Totaal aantal werkzame personen (x1000) Bruto arbeidsparticipatie (%) 71,1 42,1 Netto arbeidspariticipatie (%) 67,2 38 Beroepsbevolking (x1000) % tov totaal beroepsbevolking Arbeidspositie Totaal vaste arbeidsrelatie % 46% Totaal werknemers flex. arbeidsrelatie % 49% Werknemers tijd. uitzicht op vast % 12% Werknemers tijdelijk >= 1 jaar % 3% Werknemers overig tijdelijk % 5% Uitzendkrachten % 7% Oproep- of invalkrachten % 14% Werknemers vast geen vaste uren % 3% Werkkring: werkn. tijd. geen vaste uren % 5% Zelfstandigen % 4% Arbeidsduur Arbeidsduur: 12 tot 20 uur per week % 23% Arbeidsduur: 20 tot 35 uur per week % 33% Arbeidsduur: 35 uur of meer per week % 44% Arbeidsduur 12 of meer totaal Gemiddelde anciënniteit (Het aantal jaren dat personen in dienst zijn bij hun huidige werkgever of in hun eigen bedrijf) 10,1 1,8 Baanvinder (Personen die deel uitmaken van de werkzame beroepsbevolking en korter dan een jaar geleden in hun huidige baan begonnen zijn) % 42% Baanwisselaar (Baanvinders die vanuit een substantiële baan - een baan van twaalf uur of meer per week gedurende minimaal één jaar - overgestapt zijn naar een andere baan.) % 7% Bron: CBS Statline - Beroepsbevolking; kerncijfers naar geslacht en andere persoonskenmerken 13

14 Bijlage handout presentatie Slide 1 en 2 Slide 3 en 4 Slide 5 en 6 14

15 Slide 7 en 8 Slide 9 en 10 Slide 11 en 12 15

16 Slide 13 en 14 16

17 17

18 18