'''vt.^'i^ HOLLAND ZUID. Nota van beantwoording op de zienswijzen ontwerp beheerplan bijzondere natuurwaarden Broekvelden, Vettenbroek & Polder Stein

Transcriptie

1 '''vt.^'i^ HOLLAND ZUID Nota van beantwoording op de zienswijzen ontwerp beheerplan bijzondere natuurwaarden Broekvelden, Vettenbroek & Polder Stein

2 Bevoegde gezagen NATURA 2000 P'^^^j^^ HOLLAND Vastgesteld d.d. m Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie Vastgesteld

3 Inhoudsopgave 1 Inleiding en leeswijzer 1.1 Inleiding 1.2 Openbare Voorbereidingsprocedure van Afd. 3.4 van de AwB 1.3 Inspraak, 1.4 Vervolgprocedure 1.5 Leeswijzer, 2 Beantwoording inspraakreacties Waterbeheer Landbouw Ganzenpopulatie Natura 2000-gebied Luchtvaart Toegankelijkheid gebied Tekstuele opmerkingen Draagvlak / betrokkenheid beheerplan -5- Bijlage 1 Overzicht insprekers 7 - ^tota van beantwoording zienswijzen ontwerpbeheerplan bijzondere natuunwaarden Broekvelden. Vettenbroek & Polder Stein i

4 1 inleiding en leeswijzer 1.1 Inleiding ln deze nota van beantwoording beantwoorden de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie (EL&l) en Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland (GS) de zienswijzen op het ontwerpbeheerplan bijzondere natuunwaarden Broekvelden, Vettenbroek & Polder Stein. In het ontwerpbeheerplan zijn de Natura 2000 instandhoudingsdoelen uitgewerkt in ruimte en tijd. Daamaast is het huidige gebruik getoetst aan deze doelen. De staatssecretaris en GS boden dit document ter inspraak aan, om kennis te kunnen nemen van reacties op het ontwerpbeheerplan en deze te kunnen verwerken in het uiteindelijke beheerplan. 1.2 Openbare Voorbereidingsprocedure van Afd. 3.4 van de Awb De inspraakprocedure is aangekondigd met een kennisgeving in de Nederlandsche Staatscourant van 2 november Van 7 november 2011 tot en met 16 december 2011 was het mogelijk om het ontwerpbeheerplan in te zien op het Provinciehuis van Zuid-Holland, op het gemeentehuis van Bodegraven-Reeuwijk, op het ministerie van EL&l en via intemet. Tijdens deze periode kon iedereen die dat wilde, schriftelijk reageren op de inhoud van het ontwerpbeheerplan. 1.3 Inspraak De staatssecretaris en GS ontvingen in totaal 7 zienswijzen, van zowel individuele insprekers als van organisaties. Zie bijlage 1 voor een overzicht van de zienswijzen. 1.4 Vervolgprocedure Na verwerking van de zienswijzen hebben de staatssecretaris van EL&I en GS van Zuid-Holtand het beheerplan bijzondere natuunwaarden Broekvelden, Vettenbroek & Polder Stein vastgesteld. Tegen het besluit tot vaststelling van dit plan, staat beroep open op de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Specifiek gaat het daarbij om die delen van het beheerplan die beschrijven welke activiteiten onder welke voonwaarden vergunningvrij zijn (art. 39 lid 3 Nbw). Het beheerplan bijzondere natuunvaarden heeft een maximale geldigheidsduur van zes jaar. Het bevoegd gezag heeft de mogelijkheid na deze zes jaar de geldigheid van het beheerplan met zes jaar te verlengen. Er moet dan wel een evaluatie hebben plaatsgevonden waaruit blijkt dat een verlenging gerechtvaardigd is en het opstellen van een nieuw beheerplan niet noodzakelijk is. 1.5 Leeswijzer Voor het beantwoorden van de zienswijzen zijn in deze nota alle vragen, open aanmerkingen, suggesties, adviezen en aanbevelingen opgeschreven en geordend naar thema. Daarbij is getracht de punten die in de zienswijzen zijn verwoord, zo helder mogelijk samen te vatten en te bundelen. Per thema zijn specifieke onderwerpen behandeld. Het antwoord van de staatssecretaris en GS is per ondenwerp weergegeven. Zienswijzen die hebben geteid tot een aanpassing van de tekst in het uiteindelijke beheerplan zijn weergegeven onder het kopje "wijziging / aanvulling in definitief beheerplan". Een genummerd overzicht van de instanties en personen die hebben gereageerd, is in bijlage 1 bijgevoegd. De nummers die in de nota bij de weergave van de inspraakreacties zijn vermeld, venwijzen naar dit overzicht. Nota van t>eantwoording zienswijzen ontwerpbeheerplan bijsïndere natuurwaarden Broekvelden. Vettenbroek & Polder Stein -1-

5 2 Beantwoording inspraakreacties 2.1 Waterbeheer 1. Zienswijze: Voor het Hoogheemraadschap van Rijnland (1) is het van belang dat de aanwijzing van een deel van het Natura 2000-gebied Broekvelden, Vettenbroek en Polder Stein als waterlichaam correct in het beheerplan bijzondere natuurwaarden wordt opgenomen. In het ontwerpbeheerplan wordt gesproken over polder Stein-Noord als onderdeel van het wateriichaam. Hier dienen tevens de polders Oukoop en Negenviertel aan toegevoegd te worden. Antwoord: ln het ontwerpbeheerplan is het wateriichaam correct op kaart weergegeven, maar de tekstuele beschrijving Is inderdaad onvolledig. Wijziqinq / aanvulling in definitief beheerplan: Om de kaart op de tekst te laten aansluiten zijn de eerste 3 zinnen van de betreffende alinea direct boven tabel 2-3 (pagina 35) gewijzigd in: "De polders Stein-Noord, Oukoop en Negenviertel zijn ook als waterlichaam aangewezen (zie figuur 2-3), de KRW-score voor dit waterlichaam is op dit moment matig. De inschatting is dat met een aantal maatregelen de KRW-score "goed" behaald wordt in Voor de polders Stein-Noord, Oukoop en Negenviertel zijn de volgende KRW-maatregelen geformuleerd: het instellen van een meer natuurlijk (flexibel) peil, het baggeren van de watergangen en het ecologisch slootschonen." 2. Zienswijze: De Vereniging van Eigenaren "De Slulpwljkse Plassen" (3) stelt dat de in polder Stein-Noord beschreven wateraanvoer niet juist is (pagina 63). In plaats van wateraanvoer vanuit plas Nieuwenbroek, is er sprake van wateraanvoer vanuit plas Roggebroek naar polder Stein-Noord via het opvoergemaal aan de Twaalfmorgen. Daarnaast wordt dit opvoergemaal ten behoeve van de waterkwaliteit van de Reeuwijkse Plassen buiten werking gesteld. Antwoord: De in het ontwerpbeheerplan beschreven wateraanvoer is correct weergegeven. Via een watergang die parallel aan de Oukoopse kade loopt, wordt water vanuit Nieuwenbroek via het inlaatgemaal Roggebroek in de polder Stein-Noord ingelaten. Deze situatie is weergegeven op de beheerkaarten van het Hoogheemraadschap van Rijnland (ROR-56 en ROR-57). Aangezien het Hoogheemraadschap van Rijnland voomemens is het watersysteem van polder Stein-Noord af te koppelen van de Reeuwijkse Plassen, wordt deze beschrijving echter gedurende de beheerplanperiode achterhaald door de actualiteit. Wijziginq / aanvullinq in definitief beheerplan: De zin "wateraanvoer plaatsvindt vanuit plas Nieuwenbroek, waar een relatief goede waterkwaliteit heerst" (pagina 63 ontwerpbeheerplan) wordt verwijderd. 2.2 Landbouw 1. Zienswijze: De insprekers (4, 5, 6, 7) maken zich zorgen over de uitstraling van voomamelijk een tweetal niet-broed vogels (smient, kleine zwaan) buiten het Natura 2000-gebied Nota van beantwoording eenswijzen ontwerpbeheerplan bijzondere natuurwaarden Broekvelden, Vettenbroek & Polder Slein -2-

6 Broekvelden, Vettenbroek & Polder Stein. In het Natura 2000-aanwijztngsbesluit is een instandhoudingsdoelstelling opgenomen voor de smient en kleine zwaan, tegelijkertijd foerageren de dieren volgens de insprekers op landbouwgebied in omliggende polders. De insprekers stellen dat de schade aan landbouwpercelen aan het toenemen is, en pleiten voor het blijven vergoeden van de gemaakte schade- Antwoord: ln het ontwerpbeheerplan wordt op pagina 32 (onder foerageergebieden ganzen en smienten) het actuele beleid van de provincie Zuid-Holland beschreven over schade aan landbouwgewassen door overwinterende ganzen en smienten, en de aanwijzing van foerageergebieden. Binnen de foerageergebieden (In de omgeving van Reeuwijk gaat het om ongeveer 600 ha) kunnen agrariërs aanspraak maken op subsidie, buiten deze gebieden mogen schade veroorzakende ganzen en smienten worden verjaagd op grond van een ontheffing Flora- en faunawet. Voor een volledige uitleg wordt venwezen naar het document "Beheersgebledsplan foerageergebieden ganzen en smienten" van de provincie Zuid-Holland uit Aanvullend wordt op pagina 30 (onder faunabeheer) beschreven onder welke voonwaarden aanspraak kan worden gemaakt op een tegemoetkoming vanuit het Faunafonds voor geleden schade door beschermde soorten. Wijziqinq / aanvullinq in definitief beheerplan: geen. 2.3 Ganzenpopulatie Natura 2000-gebied 1. Zienswijze: De insprekers (4, 5, 6, 7) maken zich zorgen over de ganzenpopulatie in het Natura 2000-gebied Broekvelden, Vettenbroek & Polder Stein. De insprekers stellen dat deze sterk is toegenomen. De insprekers pleiten voor het terugdringen van deze populatie tot een respectabel aantal, om zodoende meer ruimte te bieden voor de niet-broedvogels waar een instandhoudingsdoelstelling voor het Natura 2000-gebied is geformuleerd. Antwoord: Op grond van recente tellingen is er inderdaad sprake van overzomerende ganzen die schade veroorzaken aan landbouwgewassen. In het "faunabeheerplan zomerganzen Zuid-Holland" en het hieruit voortvloeiende "Regioplan Reeuwijkse Plassen en omstreken" (zie pagina 31 van het ontwerpbeheerplan) worden concrete maatregelen benoemd om de aantallen broedparen van grauwe gans, brandgans en nijlgans (en ln mindere mate Canadese gans, soepgans en Indische gans) terug te dringen, inclusief streefaantallen van de soorten. Hierbij gaat het om maatregelen als nestbehandeling, afschot en/of de vangst van ruiende vogels. In de periode wordt gestreefd naar het bereiken van de streefaantallen, en in ieder geval een teruggang. In het Natura 2000-beheerplan is dit faunabeheer getoetst aan de instandhoudingsdoelen van het gebied, en onder voorwaarden (zie paragraaf van het ontwerpbeheerplan) opgenomen als beheer waar geen vergunning in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 voor vereist is. Wiiziqinq ƒ aanvullinq in definitief beheerplan: geen 2. Zienswijze: De Agrarische Natuurvereniging Lange Ruige Weide (7) stelt dat de ganzenpopulatie in het Natura 2000-gebied sterk is toegenomen en dat deze de weidevogelpopulatie aangrenzend aan het Natura 2000-gebied (met name de gebieden aan de Parallelweg, Hoogeind, Laageind en de Steinsedijk) negatief kan beïnvloeden. Nota van beantwoording zienswijzen ont^rpbeheerplan bijzortdere natuurwaarden Broekvelden. Vettenbroek & Polder Stein -3-

7 Antwoord: In de beantwoording van de voorgaande zienswijze is reeds ingegaan op de rol van het Natura 2000-beheerplan in de kwestie van overzomerende ganzen. Door de toetsing van het faunabeheer aan de instandhoudingsdoelstellingen in het Natura 2000-beheerplan is dit beheer onder de in het Natura 2000-beheerplan genoemde voonvaarden vergunningsvrij in het kader van de Natu u ra be scherm in gswet Weidevogels vormen geen doelstelling vanuit het Natura 2000-beheerplan, en vallen zodoende buiten de reikwijdte van het beheerplan. Wijziging / aanvulling in definitief beheerplan: geen. 2.4 Luchtvaart 1. Zienswijze: De Vereniging van Eigenaren De Slulpwljkse Plassen (3) merkt op dat het Natura 2000-gebied Broekvelden, Vettenbroek & Polder Stein in de aanvliegroute van Rotterdam Airpor! ligt. De vereniging stelt dat het aantal vluchtbewegingen de laatste jaren aanzienlijk is toegenomen, met name door laag overvliegende helikopters (politie, leger, traumahelikopter, foto's, tellingen).de vereniging stelt dat dit tot het opvliegen van grote aantallen weidevogels, ganzen en smienten leidt. Antwoord: ln het ontwerpbeheerplan wordt op pagina 131 onder kleine luchtvaart venwezen naar de gedragscode "verantwoord vliegen, gedragscode voor de kleine recreatieve luchtvaart". In de code is opgenomen dat laag vliegen boven (o.a.) Natura 2000-gebieden vermeden dient te worden, en indien dit onvermijdelijk is, dat boven Natura 2000-gebieden een minimale hoogte van ft wordt aangehouden. Indien aan deze randvoorwaarde wordt voldaan, wordt verstoring van vogels met een instandhoudingsdoelstelling tot een minimum beperkt. Onder deze voorwaarde is het betreffende gebruik vergunningvrij. Op vliegbewegingen van hulpdiensten, het leger of vliegbewegingen bij calamiteiten is de genoemde gedragscode niet van toepassing. Echter, ondanks het bericht over de toegenomen aantallen vliegbewegingen van hulpdiensten en het leger, is er in het gebied sprake van een sterke toename van het aantal smienten en krakeenden. Als er al sprake zou zijn van verstoring dan leidt dit dus zeker niet tot negatieve effecten op de instandhoudingsdoelstelling van deze soorten. Wiiziqinq / aanvullinq in definitief beheerplan: ln het beheerplan wordt in tabel 7-7 de kleine luchtvaart toegevoegd als een type bestaand gebruik dat expliciet wordt getoetst aan de instandhoudingsdoelstellingen van het Natura 2000-gebied Broekvelden, Vettenbroek & Polder Stein. Onder effectbeoordeling wordt als voorwaarde opgenomen dat laag vliegen boven Natura 2000-gebieden vermeden dient te worden, en indien dit onvermijdelijk is, dat boven Natura 2000-gebieden een minimale hoogte van ft wordt aangehouden. De randvoorwaarde geldt niet bij calamiteiten of voor hulpdiensten. Deze formulering sluit aan bij de reeds in het ontwerpbeheerplan opgenomen conclusies dat "ten aanzien van kleine luchtvaart en ballonvaren er geen negatieve effecten zijn". 2.5 Toegankelijkheid gebied Nota van t}eantwoordlng zienswijzen ontwerpbeheerplan bijzondere nabjunwaarden Broekvelden, Vettenbroek & Polder Stein -4-

8 1. Zienswijze: De Vereniging van Eigenaren De Slulpwljkse Plassen (3) merkt in reactie op de tekst in paragraaf "wandelen en fietsen" op pagina 130 van het ontwerpbeheerplan op dat het kavelpad achter de huizen aan de Twaalfmorgen (zijde Polder Stein) niet door wandelaars, fietsers of vogelspotters mag worden gebruikt. Dit is opgenomen in ontheffingen en vergunningen. Het pad mag alieen voor noodzakelijke werkzaamheden in het kader van beheer en onderhoud worden gebruikt. Antwoord: De opmerking sluit aan bij de huidige strekking van de betreffende paragraaf. Het deelgebied is nauwelijks toegankelijk voor wandelaars, fietsers of vogelspotters. Zodoende speelt verstoring van rustende vogels geen rol, ook omdat het gebied vooral 's nachts door rustende vogels (kleine zwaan) wordt gebnjikt. Wijziqinq / aanvullinq in definitief beheerplan: geen. 2.6 Tekstuele opmerkingen 1. Zienswijze: De Vereniging van Eigenaren De Sluipwijkse Plassen (3) merkt op dat in het kader in paragraaf "bovenstaande tekst" moet worden vervangen door "onderstaande tekst". Antwoord: De betreffende tekst wordt als volgt gewijzigd: Wijziqinq / aanvulling in definitief beheerplan: "bovenstaande tekst" wordt vervangen door "onderstaande tekst". 2. Zienswijze: De Vereniging van Eigenaren De Sluipwijkse Plassen (3) merkt op dat in paragraaf 6.1 onder recreatie (2^ alinea) bij de formulering "het oostelijke gedeelte van de plas" de aanduiding "BroekveldenA/ettenbroek" ontbreekt. Antwoord: De betreffende tekst wordt als volgt gewijzigd: Wijziging / aanvullinq in definitief beheerplan: "het oostelijke gedeelte van de plas" wordt vervangen door "het oostelijke gedeelte van de plas Broekveiden/Vettenbroek". 2.7 Draagvlak / betrokkenheid beheerplan 1. Zienswiize: De Vereniging van Eigenaren De Sluipwijkse Plassen (3) is geen gesprekspartner geweest bij de uitwerking van het huidige Natura 2000-beheerplan. ondanks haar verzoek hiertoe via een zienswijze op het aanwijzingsbesluit voor het Natura gebied bij het voormalige ministerie van LNV. De vereniging zou graag bij de evaluatie van het huidige beheerplan en de uitwerking een volgend beheerplan Natura 2000 voor het gebied betrokken willen worden. Antwoord: Uw verzoek wordt meegenomen bij de volgende ronde voor het actualiseren van het Natura 2000-beheerplan over 6 jaar. Wijziging / aanvulling ln definitief beheerplan: qeen. 2. Zienswijze: Staatsbosbeheer (2) geeft aan vanwege de goede samenwerking met de provincie Zuld-Holland en de gemeente Bodegraven-Reeuwijk bij de totstandkoming van het beheerplan geen aanvullingen of opmerkingen op het ontwerpbeheerplan heeft. Beide Nota van beantwoording zieriswijzen ontwerpbeheerplan bijzondere natuurwaarden Broekveklen. Vettenbnsek & PokJer Stein -5-

9 partijen worden bedankt voor de prettige samenwerking. Antwoord: Vanuit de provincie is de samenwerking met Staatsbosbeheer en de gemeente Bodegraven-Reeuwijk eveneens als prettig en constructief en/aren. De provincie bedankt belde partijen voor haar inbreng. Wijziqinq / aanvulling ln definitief beheerplan: geen. Nota van beantwoording zienswijzen ontwerptjeheerplan bijzondere natuunvaarden Broekvelden, Vettenbroek & Polder Stein -6-

10 Bijlage 1 Overzicht insprekers m 1 Hoogheemraadschap van Rijnland Dhr. M. Boogaard 8 december Staatsbosbeheer Mw. A.M. Roessen 14 december Vereniging van Eigenaren "De Sluipwijkse Plassen" Mw. M. Dekker-Sigtermans 15 december Gezamenlijke reactie particulieren Gezamenlijke reactie particulieren 6 LTD Noord Dhr. / Mw. C. Vroege Dhr. / Mw. M.T.S. Hoogendljk Fam. Van den Hoeven Dhr. / Mw. H. Kastelein Dhr. K. Verheul Dhr. K. Goudrlaan Dhr. J. Peters Dhr. C. van Holst Dhr./Mw. L.W.M. Verleun Dhr. / Mw. K. Verduyn Dhr. / Mw. M. J. van Leeuwen Dhr./Mw. S.J. Schenk Dhr. / Mw. T.H.H, van Vuren 15 december december december ANV Lange Ruige Weide Dhr. / Mw. G. van den Hoeven 15 december 2011 Nota vai beantwoording zienswijzen ontwerpbeheerplan bijzondere natuunvaarden Broekvelden, Vettenbroek & Pokter Stem -7-