Nota van antwoord bij Natura 2000-beheerplan Oeffelter Meent (141) Beantwoording inspraakreacties op Ontwerpbeheerplan september 2015

Transcriptie

1 Nota van antwoord bij Natura 2000-beheerplan Oeffelter Meent (141) Beantwoording inspraakreacties op Ontwerpbeheerplan september 2015 Datum April 2016 Status Definitief

2 Colofon Deze nota van antwoord is een uitgave van het Ministerie van Economische Zaken in samenwerking met het Ministerie van Infrastructuur en Milieu en Provincie Noord- Brabant. Ministerie van Economische Zaken Directie Natuur & Biodiversiteit Bezuidenhoutseweg AC Den Haag Postbus EK Den Haag Loket van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO)

3 Inhoud Deel A: Inleiding 4 Deel B: Inspraakreacties 6 1 Proces, communicatie en beleid 6 2 Bestaand gebruik, onderbouwing en sociaal economische aspecten Bestaand gebruik Beschrijving gebied 8 3 Uitvoeringsprogramma en monitoring Wijze van uitvoering maatregelen Verwachte schade door maatregelen Monitoring 9

4 Deel A: Inleiding Inleiding en leeswijzer In deze nota van antwoord beantwoorden de staatssecretaris van Economische Zaken, de minister van Infrastructuur en Milieu en Gedeputeerde Staten van provincie Noord-Brabant, het bevoegd gezag voor het Natura 2000-gebied Oeffelter Meent, de zienswijzen (inspraakreacties) op het ontwerpbeheerplan Oeffelter Meent. Het ontwerpbeheerplan beschrijft om welke bijzondere natuurdoelen het in dit Natura 2000-gebied gaat en met welke maatregelen deze doelen behouden kunnen worden. De staatssecretaris, de minister en Gedeputeerde Staten hebben het ontwerpbeheerplan ter inspraak aangeboden om kennis te kunnen nemen van reacties en ideeën naar aanleiding van de voorstellen die in het beheerplan staan. De reacties zijn in deze nota van antwoord verwerkt. In dit document is de argumentatie terug te lezen waarom zienswijzen wel of niet tot aanpassing van het beheerplan hebben geleid. Proces De inspraakprocedure is aangekondigd met een kennisgeving in de Nederlandse Staatcourant op 13 oktober Van 13 oktober 2015 t/m 24 november 2015 was het mogelijk om een zienswijze in te dienen op het ontwerpbeheerplan. Tijdens deze periode konden belanghebbenden schriftelijk, via internet of mondeling reageren op de plannen. Inspraak De staatssecretaris ontving op de aangeboden stukken in totaal reacties van twee insprekers. Dit betrof één (belangen)organisatie en één overheidsorganisatie. Zienswijzen PAS-gebiedsanalyse De PAS gebiedsanalyse heeft separaat van het Natura 2000-beheerplan ter inzage gelegen. Zienswijzen op de PAS-gebiedsanalyse zijn in het kader van dat traject beantwoord en hebben mogelijk geleid tot aanpassingen aan de gebiedsanalyse. De antwoorden op de PAS-gebiedsanalyse staan in de Nota s van Antwoord, Zienswijzen op het ontwerp Programma Aanpak Stikstof d.d. 1 juli 2015 en de partiële herziening van de PAS 15 december 2015 en zijn te vinden op de website: pas.natura2000.nl. Per 1 juli 2015 is de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) in werking getreden. Zienswijzen op de gebiedsanalyse en PAS gerelateerde zienswijzen van het ontwerp Natura 2000-beheerplan zijn in deze nota s van antwoord beantwoord met een verwijzing naar de Nota van Antwoord, Zienswijzen op het Programma Aanpak Stikstof.

5 Vervolgprocedure Na verwerking van de resultaten van de inspraak en bestuurlijk overleg over het ontwerpbeheerplan stellen de staatssecretaris van Economische Zaken, de minister van Infrastructuur en Milieu en Gedeputeerde Staten van de provincie Noord- Brabant het beheerplan Oeffelter Meent vast. Tegen het besluit om het beheerplan vast te stellen, is beroep mogelijk bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Het beheerplan wordt vastgesteld voor een periode van zes jaar. In die periode worden de ontwikkelingen in het gebied en de resultaten van de maatregelen gevolgd. Aan het einde van de looptijd van het beheerplan volgt een evaluatie die informatie levert voor het volgende beheerplan. Het beheerplan kan met maximaal zes jaar worden verlengd. Leeswijzer Voor het beantwoorden van de zienswijzen zijn in deze nota van antwoord alle vragen, opmerkingen, suggesties, adviezen en aanbevelingen geordend naar thema. Elk thema is vervolgens behandeld in een apart hoofdstuk en verder onderverdeeld in paragrafen per onderwerp. Per onderwerp zijn de betreffende inspraakreacties in zwarte tekst weergegeven, met daaronder in een cursief blauw lettertype de antwoorden van het bevoegd gezag. Bij inspraakreacties die hebben geleid tot een aanpassing van de tekst in het uiteindelijke beheerplan, is dit in het antwoord met een vet lettertype aangegeven. In deze nota van antwoord zijn zienswijzen geanonimiseerd verwoord. Eensluidende zienswijzen zijn samengevoegd en van een antwoord voorzien.

6 Deel B: Inspraakreacties De inspraakreacties zijn gegroepeerd naar een aantal thema s. De ingebrachte zienswijze(n) wordt eerst omschreven. Daaronder staat in een cursief blauw lettertype het antwoord vermeld. Bij inspraakreacties die hebben geleid tot een aanpassing van de tekst in het uiteindelijke beheerplan, is dit in het antwoord met een vet lettertype aangegeven. 1 Proces, communicatie en beleid Dit hoofdstuk geeft de antwoorden op de zienswijzen die ingaan op het proces, de communicatie, de plannen en het beleid. Proces en communicatie Inspreker is niet tevreden over de terinzagelegging middels een elektronische bekendmaking. De elektronische bekendmakingen zijn alleen binnen de dekking s- Hertogenbosch verstuurd, waardoor niet alle relevante abonnees de bekendmaking hebben gekregen en belanghebbenden niet de informatie hebben gekregen waarop ze wettelijk recht hadden. De elektronische bekendmaking bevatte alleen een link naar een website. De informatie op de website waarnaar in de elektronische bekendmaking wordt verwezen, was aan verandering onderhevig, waardoor dit naar mening van inspreker een onbetrouwbare manier van publiceren is die in strijd is met de rechtszekerheid. De bevoegde gezagen vinden het spijtig dat de elektronische bekendmaking niet helemaal goed is gegaan. Toch is er voldoende mogelijkheid geweest om kennis te nemen van het voornemen. De website waar in de bekendmaking naar wordt verwezen bevat de actuele relevante informatie. Op 7 oktober is in een breed scala aan kranten geadverteerd over de inloopbijeenkomsten en inspraakprocedure voor de Brabantse Natura 2000-gebieden. Voor Oeffelter Meent is geadverteerd in het Brabants Dagblad en de lokale bladen Boxmeers weekblad, Cuijks weekblad en 1Lokaal weekkrant in de regio Gennep en Bergen. Op 13 oktober is de Kennisgeving terinzagelegging Natura 2000-ontwerpbeheerplannen Brabant gepubliceerd in de Staatscourant. Uiteraard heeft het ook op de website van provincie en op ( gestaan. Bevoegde gezagen zijn van mening dat belanghebbenden hiermee voldoende zijn geïnformeerd. Inspreker waardeert het dat er informatiesessies zijn georganiseerd. Inspreker heeft minder goede ervaringen met de registratie en volledigheid van ingediende zienswijzen in commentaarnota s. Daarom het verzoek om de nota niet te anonimiseren en in ieder geval de postcode van de straat van de inspreker te vermelden in het verslag. Voor de beantwoording van de zienswijzen is gekozen voor de werkwijze zoals beschreven in de leeswijzer. De geanonimiseerde deelzienswijzen zijn zorgvuldig geformuleerd om een zo volledig mogelijke reactie te geven, die zowel recht doet aan de vragen en opmerkingen van de inspreker als duidelijkheid verschaft aan andere lezers. Inspreker vraagt aandacht voor blijvende en adequate regie vanuit de provincie per natuurgebied om zo betrokken partners met elkaar in contact te houden en tijdig ontwikkelingen te kunnen anticiperen.

7 De provincie zal zich ook in de toekomst inzetten om partners in het gebied bij de ontwikkelingen te betrekken, bijvoorbeeld bij het uitwerken van de maatregelen en het opstellen van het handhavingsplan. Dit is vastgelegd in de Uitvoeringsovereenkomst (bijlage 12 bij het beheerplan), die is gesloten en ondertekend door de bij de uitvoering betrokken partners. Daarin kan ook de in het beheerplan aangegeven communicatie verder worden uitgewerkt. Beleid Inspreker wil graag dat een kaartje uit het Projectplan voor de verbetering van de monding en loop van de Oeffeltse Raam wordt toegevoegd in paragraaf van het beheerplan. Het betreffende kaartje is ter verduidelijking toegevoegd in het beheerplan. 2 Bestaand gebruik, onderbouwing en sociaal economische aspecten Dit hoofdstuk geeft de antwoorden op de zienswijzen die ingaan op het bestaand gebruik, de instandhoudingsdoelen, de onderbouwing en de sociaal economische onderbouwing. 2.1 Bestaand gebruik Agrarische activiteiten Inspreker verzoekt alle agrarische activiteiten in en rond het Natura 2000-gebied toe te staan in het beheerplan. Zowel buiten als binnen de inrichting, waaronder de toepassing van dierlijke mest. Voorts verzoekt inspreker om handhaving van het waterpeil voor agrarische functies. In het beheerplan zijn de huidige activiteiten in en rondom het Natura 2000-gebied getoetst, waaronder ook agrarische activiteiten. Zoals beschreven in hoofdstuk 4 van het beheerplan kunnen agrarische activiteiten worden voorgezet, hiervoor geldt algemene wet- en regelgeving. Emissie van meststoffen wordt via de PAS geregeld. Voor nieuwe en gewijzigde activiteiten is het toetsingskader beschreven in hoofdstuk 8 van het beheerplan. In het beheerplan zijn geen maatregelen ten aanzien van waterpeil voorzien. Inspreker is bezorgd over de houdbaarheid van het bestaand agrarisch gebruik en geeft aan dat het recht op bestaand gebruik overdraagbaar dient te zijn. Als dit onvoldoende het geval is dient er een taxatie/waardering uitgevoerd te worden van de rechten van de (agrarische ) gebruikers, ter voorkoming van negatieve effecten van een toekomstig uitsterfbeleid. Ook bij continuering van bestaand gebruik is er nog steeds een negatief effect op de waarde van de eigendomsrechten als gevolg van gewijzigde bestemming. Agrarische activiteiten kunnen worden voorgezet, hiervoor geldt algemene wet- en regelgeving. Emissie van meststoffen wordt via de PAS geregeld. Het beheerplan resulteert niet in een wijziging in het bestaand agrarisch gebruik of in bestemmingswijzigingen. Bestaand gebruik is niet persoonsgebonden, maar wel plaatsgebonden. Overdraagbaarheid van het bestaand gebruik wordt dan ook niet geregeld in het beheerplan. Dit neemt niet weg dat op andere wijze het bestaand gebruik feitelijk op een ander kan overgaan.

8 Inspreker geeft aan dat voor een aantal gebieden slechts enkele dagen ontwikkelingsruimte voor meldingen onder de PAS beschikbaar waren en dat niet alle meldingen goed zijn ingevoerd. Inspreker verzoekt om te onderzoeken of de meldingen van dit gebied correct zijn ingevuld. De meldingensystematiek is onderdeel van de PAS en staat los van het beheerplan. Zie Nota van Antwoord, zienswijzen op het Programma Aanpak Stikstof. Jacht, beheer en schadebestrijding Inspreker vraagt via de Nieuwe Natuurwet de jacht te heropenen. Bij het niet heropenen, wordt een schadevergoeding verzocht voor de onteigening van de jacht. Het beheerplan op basis van huidige wet- en regelgeving vastgesteld. In het ontwerpbeheerplan wordt niet voorgesteld om verandering in de huidige regels voor de jacht door te voeren. Jacht wordt gereguleerd door de Flora- en faunawet. Deze wet wordt straks vervangen door de nieuwe natuurwet (Wet Natuurbescherming). In deze inspraakprocedure was het mogelijk om een zienswijze in te dienen voor het ontwerpbeheerplan Oeffelter Meent, het is niet mogelijk om in te spreken op de Wet Natuurbescherming. Inspreker geeft aan dat beheer en schadebestrijding van wezenlijk belang zijn voor het voorkomen en bestrijden van schade op agrarische percelen in en rond het Natura 2000-gebied. Inspreker verzoekt daarom te verwijzen naar de inhoud van het faunabeheerplan (per diersoort). Het Natura 2000 beheerplan is namelijk leidend, er dient daarom een duidelijke koppeling met het faunabeheerplan gemaakt te worden. Daarnaast geeft inspreker aan dat voor het behalen van de natuurdoelen beheer en schadebestrijding van wezenlijk belang is om te voorkomen dat soorten te lijden hebben door predatie van soorten zoals de vos en roofvogels. Het ontwerpbeheerplan voorziet niet in een verandering in de huidige regels voor beheer en schadebestrijding. Het Natura 2000-gebied Oeffelter Meent is aangewezen voor de soorten kleine modderkruiper en kamsalamander. Predatie is geen bedreiging voor het halen van de doelen voor deze soorten. In de poelen met kamsalamander wordt wel, indien nodig, vis weggevangen om predatie te voorkomen. Dit is echter geen predatie waarvoor beheer of schadebestrijding nodig is zoals inspreker bedoelt. Om deze reden is geen verwijzing naar de inhoud van het faunabeheerplan opgenomen in het beheerplan. 2.2 Beschrijving gebied In hoofdstuk 3 van het beheerplan staat een paragraaf over waterkwaliteit, hierin worden KRW-normen genoemd. Inspreker geeft aan dat de getallen in deze tekst niet meer kloppen en verzoekt om deze te verwijderen en enkel te verwijzen naar de normen. Het voorstel van inspreker is overgenomen. De tekst in het beheerplan is aangepast, zodat nu wordt verwezen naar KRW-normen van type R5. 3 Uitvoeringsprogramma en monitoring Dit hoofdstuk geeft de antwoorden op de zienswijzen die ingaan op de wijze van uitvoering, de borging, planning, verantwoordelijkheden, de financiering en de verwachte schade van de voorgestelde maatregelen en de monitoring van die maatregelen

9 3.1 Wijze van uitvoering maatregelen Inspreker verzoekt de vegetatiekartering uit 2015 te verwerken in de toewijzing van kansrijke locaties voor glanshaverhooiland (bijlage 5 van het beheerplan). In het beheerplan zijn de maatregelen voor de instandhoudingdoelstelling op hoofdlijnen uitgewerkt. Bij de formulering van maatregelen voor uitbreiding van de habitattypen is rekening gehouden met de kaart in Bijlage 5. Voorafgaand aan de uitvoering worden de maatregelen in meer detail uitgewerkt. Hierbij worden de meest recente inzichten betrokken, waaronder de vegetatiekartering van Verwachte schade door maatregelen Inspreker refereert aan de melkveewet en het belang van grond voor veehouders. Het is van groot belang dat er tegen aanvaardbare condities compenserende landbouwgrond beschikbaar komt. Het beheerplan voorziet niet in omzetting van landbouwgrond in natuur. Mocht bij uitwerking van de maatregelen toch blijken dat er gevolgen zijn voor landbouwgronden dan wordt overeenstemming met grondeigenaren gezocht en wordt indien nodig gecompenseerd. 3.3 Monitoring Inspreker geeft aan dat de waterkwaliteit wordt gemeten volgens de Kaderrichtlijn Water. Verzoekt om aan te geven dat de hierbij horende meetfrequenties volstaan voor de monitoring van het Natura 2000-gebied Vanuit Natura 2000 worden specifieke eisen gesteld aan de monitoring. De vereiste frequentie vanuit Natura 2000 komt niet in alle gevallen overeen met de frequentie voor de KRW. Aan verzoek van inspreker kan dan ook niet worden voldaan. Voor het bepalen van de waterkwaliteit in Natura 2000-gebieden wordt gebruik gemaakt van gegevens die met bestaande meetnetten (bijvoorbeeld SNL, NEM, KRW, provinciaal bodemmeetnet, provinciaal beleidsmeetnet verdroging, gegevens van de waterschappen) verzameld worden. De datasets die middels deze meetnetten verzameld worden geven een afdoend beeld van de waterkwaliteit.