Proeve van Bekwaamheid Studiehandleiding VS2 jeugd

Transcriptie

1 Studiehandleiding Volleybalscheidsrechter VS 2 jeugd Inleiding Jij ben nog geen 18 en wilt jeugdscheidsrechter worden binnen je vereniging. Dit is de studiehandleiding bij de opleiding tot vereniging jeugdscheidsrechter, dus om te kunnen fluiten in de jeugd- en de laagste regioklassen, (niet hoger dan 3 de klasse). De studiehandleiding bestaat uit een scan en een zevental vragen. De scan helpt je door het beantwoorden van een aantal vragen inzicht te krijgen in wat je al wel of niet beheerst. Uit de scan rollen een aantal opdrachten. Deze kun je zelf doen of met hulp van mensen uit je vereniging. De opdrachten zijn zo opgezet dat er vaak sprake is van overleg met een begeleider of een ervaren scheidsrechter. De begeleiding kan vanuit de club worden geregeld. Overleg hierover met je scheidsrechtercoördinator (misschien heeft deze functionaris in jouw vereniging een andere benaming, maar het is de persoon die alles rondom de scheidsrechter regelt). Wanneer je tijdens of na afloop van deze opdrachten nog vragen hebt, kun je bij je scheidsrechtercoördinator ook aangeven dit onderwerp tijdens één van de workshops te willen volgen. Deze workshop zal opgezet worden n.a.v. jouw vragen en zal niet als een standaardles worden uitgevoerd. Wanneer je denkt dat je geschikt bent om op zelfstandig als jeugdscheidsrechter te fluiten kun je een eindtoets (Proeve van Bekwaamheid) aanvragen bij de scheidsrechtercoördinator. Iemand zal je dan volgens een landelijk vastgesteld protocol beoordelen bij een wedstrijd die jij fluit. Als je beoordeling goed is kan je club voor jou een licentie aanvragen. Alle materialen die je in je pakket hebt gekregen staan ook online op de website. U kunt deze downloaden via de downloadbank. Hier is tevens een digitale spelregeltoets te vinden. Ook het spoorboekje VS 2 met handige tips en spelregels die nodig zijn op jouw niveau, wat extra handig is om te gebruiken naast het spelregelboekje, is te downloaden via onze website.. Veel succes! Volleybalscheidsrechter 2 jeugd Proeve van Bekwaamheid VA/VS2J/PvB/

2 Mijn naam is: Mijn woonplaats is: Mijn adres is: Mijn telefoonnummer is: Ik ben geboren op: Ik speel in de jeugd, bij de vereniging Ik volleybal al jaar. De reden dat ik deze opleiding volg is: Als ik de opleiding gevolgd heb verwacht ik dat ik de volgende zaken geleerd heb: Over de volgende specifieke onderwerpen wil ik in de opleiding meer leren: Volleybalscheidsrechter 2 jeugd Proeve van Bekwaamheid VA/VS2J/PvB/

3 Competentiescan Jeugdscheidsrechter Jij wilt jeugdscheidsrechter worden binnen je vereniging. Volgens ons heb je daar wat kennis van spelregels en een aantal vaardigheden voor nodig. Deze scan helpt je inzicht te krijgen in wat je al wel of niet beheerst. De nummers achter de onderdelen verwijzen naar opdrachten verderop in de studiehandleiding die je uit kunt voeren als je een onderdeel niet beheerst. Wees verstandig en doe veel opdrachten. Leren doe je door te doen! Als het antwoord nee is, wordt de genummerde opdracht aanbevolen. Het fluiten 1. Ik heb al een aantal keren als scheidsrechter gefloten (jeugd, toernooi, o.i.d.). ja/nee1t/m7 (indien nee, ga dan verder met punt 5) 2. Ik fluit onmiddellijk af als ik een fout zie. ja/nee 1 3. Ik geef eerst de richting en dan de fout aan. ja/nee 1 4. Ik ken de meeste scheidsrechter tekens (uitvoering en betekenis) ja/nee 1 Voor de wedstrijd 5. Ik weet hoe ik de spelerskaarten en het net moet controleren. ja/nee 2 6. Ik weet wat ik moet doen bij de toss en welke keuzes de aanvoerders kunnen maken. ja/nee 2/3 7. Ik weet hoe het inslaan en het serveren voor aanvang geregeld is. ja/nee 2 Het wedstrijdformulier 8. Ik weet hoe het regiowedstrijdformulier, dat we bij de jeugd gebruiken, ingevuld en afgesloten moet worden. ja/nee 3 De wedstrijd 9. Ik weet waar ik op moet letten bij de serve. ja/nee Ik ken de regels voor opstellingen en zie wanneer een opstellingsfout gemaakt wordt. ja/nee Ik heb een goed beeld van de technische fouten die in de lagere klassen voorkomen en ik weet wanneer ik wel of niet voor een technische fout moet fluiten. ja/nee Ik weet hoe time-outs en wissels geregeld moeten worden. ja/nee Ik weet hoe er gehandeld moet worden bij een blessure. ja/nee Ik ken de spelregels m.b.t. de libero. ja/nee 5 Het netgebeuren 15. Ik weet wanneer er sprake is van een netfout. ja/nee Ik ken de regels die horen bij de middenlijn (voetfout e.d.) ja/nee Ik weet wie, waar en wanneer er aangevallen mag worden. ja/nee Ik weet wie, waar en wanneer mag blokkeren. ja/nee 5 Gedragingen 19. Ik weet wat aanvoerders, spelers en coaches wel en niet mogen. ja/nee Ik kan de betrokkenen bij een wedstrijd corrigeren op ongewenst gedrag. ja/nee Ik weet hoe ik om moet gaan met commentaar op mijn leiding. ja/nee 7 Regio 22. Ik ben op de hoogte van de belangrijkste afspraken uit het regioreglement m.b.t. de competitie en de afspraken voor de scheidsrechters (aanwijzing, declaraties etc.) ja/nee 7 Volleybalscheidsrechter 2 jeugd Proeve van Bekwaamheid VA/VS2J/PvB/

4 De opdrachten De hieronder beschreven opdrachten zijn een belangrijk onderdeel van het leertraject. Omdat je eerst een scan hebt uitgevoerd weet je nu welke kennis en/of vaardigheden je nog mist. Om die kennis of vaardigheden op te doen weet je ook welke opdrachten je kan doen. Overzicht van de opdrachten. 1. De tekens. 2. Wat doe ik vóór de wedstrijd. 3. Hoe vul ik het wedstrijdformulier in. 4. De technische beoordeling. 5. De spelregels. 6. Opstellingen. 7. Hoe word ik een steeds betere scheidsrechter. Volleybalscheidsrechter 2 jeugd Proeve van Bekwaamheid VA/VS2J/PvB/

5 Opdracht 1: de tekens Bestudeer de tekens uit het spelregelboekje. Vraag, indien nodig, uitleg aan je begeleider of een ervaren scheidsrechter. Oefen de tekens eerst voor een spiegel. Oefen vervolgens tijdens een oefenwedstrijdje of training. Vraag na afloop na hoe de gebaren door de spelers en coaches ervaren werden. Noteer hieronder je aandachtspunten Volleybalscheidsrechter 2 jeugd Proeve van Bekwaamheid VA/VS2J/PvB/

6 Opdracht 2: wat doe ik voor de wedstrijd In deze opdracht ga je na wat er allemaal gedaan wordt als voorbereiding op de wedstrijd. Kom jij als scheidsrechter de zaal binnen en fluit je meteen voor het begin van de wedstrijd? Nee, daar gaat heel wat aan vooraf. Maar wat? En in welke volgorde? Het gaat er bij deze opdracht om dat je zicht krijgt op al deze handelingen die je achtereenvolgens verricht voordat de wedstrijd begint. Om daar achter te komen ga je als volgt te werk: 1. Noteer hier een aantal handelingen die je naar jouw idee uitvoert voordat de wedstrijd begint. Zet er het tijdstip bij waarop je denkt dat je ze uitvoert. Handeling Hoeveel minuten vóór aanvang van de wedstrijd? 2. De volgende stappen onderneem je allemaal in de voorbereiding op een wedstrijd. Deze stappen staan echter niet in de juiste volgorde. Zet in het onderste schema de juiste volgorde neer. 1 inspelen aan het net 2 toss 3 serveren 4 melden bij de zaalleiding 5 controleren speelveld, net en bal 6 fluitsignaal eerste opslag 7 opstellen teams, controleren opstelling 8 wisselen met inspelen 9 controleren wedstrijdformulier, spelerskaarten van de spelers en coaches tijd in minuten voorafgaand aan wedstrijd Bespreek wat je genoteerd hebt na de wedstrijd met de scheidsrechter of met je begeleider. Volleybalscheidsrechter 2 jeugd Proeve van Bekwaamheid VA/VS2J/PvB/

7 Opdracht 3: hoe vul ik het wedstrijdformulier in Het gaat er bij deze opdracht om dat je oefent in het op correcte wijze invullen van het wedstrijdformulier. Het correct invullen van het wedstrijdformulier is voor veel scheidsrechters een hele klus. Hoe doet een ervaren scheidsrechter dat? Ga daarbij als volgt te werk: 1. In je mapje vind je de Invulinstructie Wedstrijdformulier. Bestudeer deze. Heb je hier vragen over, noteer deze dan hieronder Ga vervolgens naast een ervaren teller een wedstrijd mee helpen tellen en let op wat de scheidsrechter met de teller bespreekt. 4. Zoek op je vereniging een ervaren scheidsrechter en vraag hem/haar of je tijdens een wedstrijd samen een wedstrijdformulier mag invullen en dit na afloop bespreken met hem/haar. Bespreek jouw vragen over het invullen van het wedstrijdformulier met hem/haar. Welke tips / aandachtspunten leverde dit gesprek jou op? 5. Ga nu alleen tellen. Zoek een goede zitplaats op tijdens de wedstrijd, zodat je alles wat van belang is ziet en hoort. Vul het wedstrijdformulier compleet in. 6. Bespreek na afloop van de wedstrijd het wedstrijdformulier met de scheidsrechter. Wat zijn de belangrijkste tips die je kreeg? Doe dit eventueel nogmaals. Dan zal je merken dat je het invullen van het wedstrijdformulier steeds beter onder de knie krijgt. Wat is nou jouw eigen top-3 van aandachtspunten voor het correct invullen van het wedstrijdformulier? Volleybalscheidsrechter 2 jeugd Proeve van Bekwaamheid VA/VS2J/PvB/

8 Opdracht 4: de technische beoordeling A: Bekijk één of meerdere sets van een wedstrijd met een ervaren scheidsrechter of met een speler die actief is op het niveau waarop jij fluit. Bespreek samen met je begeleider welke technische fouten je ziet en waarom er wel of niet gefloten had moeten worden. Misschien is het mogelijk om na de wedstrijd aan de scheidsrechter van die wedstrijd om zijn visie op het geheel te bespreken. Noteer vervolgens jouw aandachtpunten. B: Bezoek een training van een team uit een jeugdklasse waar jij zult gaan fluiten. Kijk bij een technische oefening naar het spelen van de bal. Vraag aan de spelers om aan te geven wanneer zij een bal spelen die "technisch fout" is. Bespreek tijdens of na de training jouw mening met trainer en spelers. Volleybalscheidsrechter 2 jeugd Proeve van Bekwaamheid VA/VS2J/PvB/

9 Opdracht 5: de spelregels A: Bekijk de spelregels uit het spelregelboekje. Bestudeer die onderdelen waar je iets meer over wilt weten. De spelregels zijn voor de Topdivisie en lager. Voor jouw niveau zijn er aanpassingen. Bespreek daarom wat je gelezen hebt met je begeleider of een ervaren scheidsrechter om de spelregels te plaatsen in het niveau waarop jij gaat fluiten. B: Bekijk het regioreglement voor de wedstrijden en voor de scheidsrechters. Controleer of er zaken in dit reglement staan die anders zijn dan die in het spelregelboekje. Noteer deze en bespreek deze met een speler of trainer. C: Om je eigen kennis te toetsen vind je op de volgende pagina twee spelregeltoetsen. Deze kun je maken en tegelijkertijd kun je je antwoorden controleren. De antwoorden vind je verderop in deze handleiding. Volleybalscheidsrechter 2 jeugd Proeve van Bekwaamheid VA/VS2J/PvB/

10 Spelregeltoets 1 Spelregels/reglementen cursus Jeugdscheidsrechter 1. Wanneer geeft de scheidsrechter toestemming om de bal op te slaan? a. Als beide teams speelklaar opgesteld staan en de serveerder de bal heeft. b. Als het ontvangende team speelklaar is. c. Als de serveerder in de opslagzone staat. 2. Wanneer mag er een spelonderbreking aangevraagd worden? a. Als het spel dood ligt. b. Als het spel van een team erg slecht is. c. Als de coach de spelers iets wil zeggen. 3. Een team heeft 8 spelers. Hoeveel reglementaire wissels heeft dat team maximaal per set? a. Twee. b. Vier bij jeugdwedstrijden en zes bij senioren en jeugd top en hoofdklasse. c. Zes bij jeugdwedstrijden en vier bij senioren en jeugd top en hoofklasse. 4. Team A speelt tegen team B. De stand is Bij welke stand wint team A? a b c De scheidsrechter fluit en steekt 8 gespreide vingers omhoog. Wat is er aan de hand? a. Te laat opgeslagen. b. De speler met nummer 8 wordt gewisseld. c. Er is 8 keer gewisseld. 6. Welk van de volgende opstellingen is fout op het moment van opslag? a. De linksvoor staat rechts van de midvoor. b. De linksvoor staat rechts van de midachter. c. De rechtsachter staat links van de linksvoor. 7. De bal raakt tijdens het spel het net buiten de antenne. Wat is jouw beslissing? a. De bal is uit. b. Jij laat doorspelen. c. Jij laat alleen doorspelen als de bal terugkomt in de richting van het speelveld. 8. Wat is het scheidsrechtersteken voor "viermaal spelen"? a. Vier vingers vooruit steken. b. Vier vingers omhoog steken. c. Met vier vingers wijzen naar de speler die voor de 4de keer de bal speelde. 9. Een speler raakt tijdens het spel het net aan buiten de antenne. Is dit fout? a. Niet fout als deze speler de bal heeft gespeeld. b. Alleen fout als het spel er door wordt beïnvloed. c. Altijd fout. 10. De scheidsrechter fluit, wijst de middenlijn aan en direct daarna een speler. Wat is er aan de hand? a. De speler heeft de bal tegen de onderkant van het net gespeeld. b. De scheidsrechter vraagt aan een speler bij hem te komen. c. De speler raakt onreglementair het veld van de tegenpartij aan. Volleybalscheidsrechter 2 jeugd Proeve van Bekwaamheid VA/VS2J/PvB/

11 11. Wat beslist de scheidsrechter als twee tegenstanders gelijktijdig een fout maken? a. Hij laat het spel doorgaan. b. Hij geeft dubbelfout. c. Hij kiest één van beide fouten als eerst gemaakte fout. 12. Wat is het scheidsrechterteken dat jij gebruikt om aan te geven dat de bal is "aangeraakt"? a. Met de handpalm van de ene hand over de vingers van de verticaal gehouden andere hand strijken. b. De beide armen, met de handpalm naar voren, verticaal omhoog steken. c. Eén hand, met de handpalm naar beneden, op het net of over het net leggen. 13. De wedstrijd is al bezig. Nu pas komt er nog een speler binnen. Hij staat niet vermeld op het wedstrijdformulier. Mag hij nog deelnemen aan de wedstrijd? a. Ja, nadat hij zijn spelerskaart heeft laten zien. b. Ja, nadat hij is bijgeschreven, maar pas in de volgende set. c. Nee, niet meer toegestaan. 14. Wie komt/komen bij de scheidsrechter om te bepalen wie er met de service begint? a. De aanvoerders van beide teams. b. De coaches van beide teams. c. De aanvoerder en coach van elk team. 15. Wat is de hoogte van het net voor jongens jeugd-b? a. 2,24m. b. 2,30m, c. 2,35m. 16. Wie bepaalt met welke bal er gespeeld gaat worden? a. De aanvoerder van de thuisclub. b. De scheidsrechter. c. De beide aanvoerders samen. 17. Welke speler(s) van het serverende team kan (kunnen) bij de opslag geen opstellingsfout maken? a. De midachter en de linksachter. b. De linksachter. c. De rechtsachter. 18. Tijdens de opslag raakt de serveerder één van de lijntjes, die de zijkant van het opslagvak aangeven. Wat beslist de scheidsrechter? a. De opslag is goed. b. De opslag gaat naar de tegenpartij. c. De opslag moet worden overgenomen. 19. De opslag wordt uitgevoerd vóór het fluitsignaal van de scheidsrechter. Wat beslist de scheidsrechter? a. Hij laat opnieuw serveren. b. De opslag gaat naar de tegenpartij. c. Hij laat gewoon doorspelen. Volleybalscheidsrechter 2 jeugd Proeve van Bekwaamheid VA/VS2J/PvB/

12 20. Mag de serveerder bij het serveren de achterlijn raken in de jeugd-b klasse? a. Ja, als hij er maar niet overheen stapt. b. Ja, als het per ongeluk gebeurt. c. Nee, want er moet buiten het veld worden geserveerd. 21. De opslag van team A wordt door een speler van team B over het net geblokkeerd. Wat beslist de scheidsrechter? a. De speler van team B krijgt een gele kaart. b. Hij laat gewoon doorspelen. c. Hij fluit af en er wordt opnieuw opgeslagen door team A, die een punt erbij krijgt. 22. Mag een speler met de handen over het net heen komen? a. Nee, dit is verboden. b. Ja, bij een aanvalsslag als dit de derde bal is. c. Ja, bij het blokkeren als daarbij de tegenstander zijn aanval heeft afgerond. 23. Mogen de spelers tijdens een time-out het speelveld verlaten? a. Nee, dat mag nooit. b. Ja, als de coach dit toestaat. c. Ja, dat mag, hoeft niet. 24. Hoeveel tijd duurt de pauze tussen de eerste en de tweede set? a. Maximaal drie minuten. b. Twee minuten. c. Drie minuten. Volleybalscheidsrechter 2 jeugd Proeve van Bekwaamheid VA/VS2J/PvB/

13 Spelregeltoets 2 1. Team A speelt de bal over het net. De pass wordt door team B goed verwerkt, waarna team A het net aan de onderkant aanraakt. De bal is niet in de buurt. Wat moet ik als scheidsrechter beslissen? a. Netfout team A, B krijgt de opslag b. Ik doe alsof ik niets zie en laat doorspelen c. Geen invloed op het spel, doorspelen d. Ik vraag de teller om hulp 2. Er rolt een bal van een andere wedstrijd in het veld waar ik aan het fluiten ben. Team A was aan opslag. Wat beslist ik? a. Als er geen gevaar is: doorspelen b. Dubbel fout en geef team A de opslag c. Ik fluit af en geef team B de opslag d. Ik doe alsof ik niks zie 3. Tussen 2 sets moet een van de speelsters van team A plassen en verdwijnt in de kleedruimte en komt direct daarna terug. Wat moet ik beslissen? a. Ik laat de volgende set gewoon beginnen met eventueel die speelster in de basis b. Ik geef een kaart: onsportief gedrag c. Aanvoerder bij je roepen en zeggen, dat je pas weg mag na toestemming. d. De speler mag niet meer mee doen. 4. Een van beide teams heeft de spelerskaarten vergeten. Wat moet de scheidsrechter doen? a. Geen spelerskaarten is niet spelen b. Eerst legitimatie en daarna naam en geboorte data vermelden op het wedstrijdformulier, aanvoerder + spelers laten tekenen Kan voor de VS2 anders zijn. c. Handtekening aanvoerder op wedstrijdformulier d. Niets, spelen 5. Team A wil serveren. Opslag gaat niet goed en de bal valt op de grond. Wat moet je als scheidsrechter beslissen? a. Team B krijgt de opslag b. Een 2 e opslag laten nemen. c. Zeggen tegen de aanvoerder dat je niet van die geintjes houdt. d. Team A krijgt punt afgetrokken. 6. Team A vraagt een Time-Out aan en na afloop van die Time-out nog een 2 e Time-out. Wat moet ik als scheids beslissen? a. Kan niet, ik weiger 2 e Time-out b. Ik vind dit onsportief: gele kaart als officiële waarschuwing c. 2 e Time-out geven aan team A d. Team B krijgt een punt erbij 7. Team B heeft een wissel gehad en toen een Time-out en daarna opnieuw een wissel. Kan dat? a. Is correct: toestaan b. Kan niet: is spelophouden c. Ik roep de aanvoerder bij me: kan niet d. Correct, indien het een terug wissel is Volleybalscheidsrechter 2 jeugd Proeve van Bekwaamheid VA/VS2J/PvB/

14 8. Tijdens de derde set van de wedstrijd Volley 1 tegen Set Up komt een speelster van Volley 2 binnen. Mag ze nog meespelen? a. Kan nooit b. Als ze vooraf op het wedstrijdformulier staat c. Ja, als ze vooraf op het wedstrijdformulier stond en nadat ze zich gelegitimeerd heeft d. Nee, zij staat bij een ander team ingeschreven 9. De eerste set is Wanneer is de set afgelopen? a b c d De coach moet weg. Mag iemand anders nog die wedstrijd het coachen overnemen? a. Alleen als die op het wedstrijdformulier staat b. Iedereen met geldige spelerskaart en die op het wedstrijdformulier staat c. Van die vereniging iedereen met spelerskaart d. Iedereen met een geldige bondslegitimatie 11. Wanneer mag een Time-out aangevraagd worden tijdens een wedstrijd? a. Altijd b. Altijd, als die team pas 1 Time-out heeft gehad. c. Als het spel dood is d. Nadat het spel is begonnen. 12. De eerste bal wordt door team A heel duidelijk gedragen. Wat moet ik beslissen? a. Dragen mag niet, ook niet bij 1 e bal b. Bij eerste bal mag dat, 2 e en 3 e bal niet c. Ik laat doorspelen, niets aan de hand d. Ik kijk de andere kant op 13. Team A kan kampioen worden. Heeft span doeken en supporters mee. Wat moet de scheidsrechter nu beslissen? a. Supporters op de tribune b. Spandoeken mogen naast het veld staan c. Geen spandoeken binnen vrije zone d. a+c 14. Er speelt iemand mee bij Volley 1 die volgens de scheidsrechter ook bij een andere vereniging hoort. Wat doe ik als scheidsrechter? a. Ik laat niet beginnen, kan nooit b. Ik vraag de aanvoerder om uitleg c. Aantekening op wedstrijdformulier en laat spelen d. Ik weiger die speler Volleybalscheidsrechter 2 jeugd Proeve van Bekwaamheid VA/VS2J/PvB/

15 Opdracht 6: opdracht opstellingen Proeve van Bekwaamheid Ga eens na welke opstellingsvarianten je eigen team kent. Beschrijf deze en noteer in welke variant de meest gemaakte fout voorkomt. Op de volgende pagina vind je een achttal opstellingsvarianten. Bekijk deze eens en oordeel welke opstellingen correct zijn en welke niet. Als je zelf niet speelt, kun je ook met een ervaren scheidsrechter een wedstrijd bekijken en zo de opdracht doen. Opstellingen Geef bij elke opstellingsvariatie aan of de opstelling goed of fout is. Geef bij een foute opstelling aan welke spelers ten opzichte van elkaar verkeerd staan. Ga er bij deze opdracht vanuit dat alle tenen naar het net en de tegenpartij wijzen. De spelers zijn genummerd overeenkomstig met de algemeen veronderstelde spelersposities. Dit houdt in dat de spelers met rugnummer 1, 5 en 6 achterspelers zijn en 2, 3 en 4 voorspelers. Volleybalscheidsrechter 2 jeugd Proeve van Bekwaamheid VA/VS2J/PvB/

16 Opstellingen Geef bij elke opstellingsvariatie aan of de opstelling goed of fout is. Geef bij een foute opstelling aan welke spelers ten opzichte van elkaar verkeerd staan. Ga er bij deze opdracht vanuit dat alle tenen naar het net en de tegenpartij wijzen. De spelers zijn genummerd overeenkomstig met de algemeen veronderstelde spelersposities. Dit houdt in dat de spelers met rugnummer 1, 5 en 6 achterspelers zijn en 2, 3 en 4 voorspelers. Basisopstelling voor alle variaties Opstellingsvariatie 4 Opstellingsvariatie 1 Opstellingsvariatie 5 Opstellingsvariatie 2 Opstellingsvariatie 6 Opstellingsvariatie 3 Opstellingsvariatie 7 Volleybalscheidsrechter 2 jeugd Proeve van Bekwaamheid VA/VS2J/PvB/

17 Opdracht 7: hoe word ik een betere scheidsrechter Zijn topscheidsrechters zo geboren of kan jij ook een heel goede scheidsrechter worden. Het gaat er in deze opdracht dus om dat je te weten komt hoe je stap voor stap kunt werken aan je kwaliteiten als scheidsrechter. Ga als volgt te werk: 1. Bestudeer de eisen die de Nevobo stelt aan een Jeugdscheidsrechter. Zelfscan voor de deelnemer Vóór de wedstrijd Tijdens de wedstrijd Na de wedstrijd Is tijdig aanwezig Draagt correcte kleding: wit shirt met embleem, fluit met koord om nek, gymschoenen aan Stelt zich voor aan de zaalwacht, ontvangt formulier en spelerskaarten Controleert veld: nethoogte, antennes correct geplaatst, zijlijn antenne Verricht de toss: fluit hoorbaar voor de toss, stelt zich voor aan aanvoerders en teller, voert toss uit, maakt afspraken met aanvoerders, geeft net vrij voor inspelen Maakt afspraken met teller Controleert formulier en spelerskaarten Controleert op sierraden e.d. Controleert wedstrijdbal Fluit hoorbaar voor einde inspeeltijd Legt contact met teller voor toestemming eerste opslag Zit rechtop/staat rechtop Fluit hoorbaar Maakt handgebaren in juiste volgorde Houdt handgebaren even aan, zodat ieder deze gezien kan hebben Maakt de handgebaren rustig, één voor één Blijft bij zijn beslissing t.a.v. zijn waarnemingen Controleert tijd bij time-out Controleert aantal time-outs Geeft teller de tijd om de wissel te noteren Controleert regelmatig het tellen Voelt de wedstrijd aan: de gehanteerde technische lijn bevordert de spelvreugde Beëindigt de wedstrijd met de juiste handgebaren Wikkelt wedstrijdformulier af: neemt het formulier volledig door, zet paraaf bij hiaten, verschrijvingen en vergissingen, vermeldt aantal parafen, laat mogelijke straf- en protestzaken noteren, laat tekenen door teller en aanvoerders, tekent zelf Bedankt de teller Levert formulier in op de afgesproken plaats Wat zijn nu jouw aandachtpunten tijdens de wedstrijden? Volleybalscheidsrechter 2 jeugd Proeve van Bekwaamheid VA/VS2J/PvB/

18 2. Leidt nu een aantal wedstrijden om te controleren of je lijstje klopt. Kun je deze punten verbeteren in de praktijk? Ga na of je eigen fluiten verbetert als je deze aandachtspunten per wedstrijd hanteert. 3. Beoordeel jezelf met bovenstaande lijst na afloop van een wedstrijd. Laat ook jezelf scoren door je begeleider of een ervaren scheidsrechter met behulp van bovenstaande lijst. Bespreek de resultaten en verschillen met je begeleider of maak een verslag over je aandachtspunten. Observatieformulier voor de begeleider Laat je begeleider of een andere ervaren scheidsrechter deze lijst invullen bij een wedstrijd van jou als afsluiting van je leertraject als VS 2-er. Bespreek deze daarna! Met de input van beide partijen kun je je alleen maar verbeteren. Moment Criteria Wat zag ik/wat hoorde ik Vóór de wedstrijd Is tijdig aanwezig Draagt correcte kleding: wit shirt met embleem, fluit met koord om nek, gymschoenen aan Stelt zich voor aan de zaalwacht, ontvangt formulier en spelerskaarten Controleert veld: nethoogte, antennes correct geplaatst, zijlijn antenne Verricht de toss: fluit hoorbaar voor de toss, stelt zich voor aan aanvoerders en teller, voert toss uit, maakt afspraken met aanvoerders, geeft net vrij voor inspelen Maakt afspraken met teller Controleert formulier en spelerskaarten Controleert op sieraden e.d. Controleert wedstrijdbal Fluit hoorbaar voor einde inspeeltijd Legt contact met teller voor toestemming eerste opslag Volleybalscheidsrechter 2 jeugd Proeve van Bekwaamheid VA/VS2J/PvB/

19 Tijdens de wedstrijd Zit rechtop Fluit hoorbaar Maakt handgebaren in juiste volgorde Houdt handgebaren even aan, zodat ieder deze gezien kan hebben Maakt rustig één handgebaar Blijft bij zijn beslissing t.a.v. zijn waarnemingen Controleert tijd bij time-out Controleert aantal time-outs Geeft teller de tijd om de wissel te noteren Controleert regelmatig het tellen Beëindigt de wedstrijd met de juiste handgebaren Na de wedstrijd Wikkelt wedstrijdformulier af: neemt het formulier volledig door, zet paraaf bij hiaten, vermeldt aantal parafen, laat mogelijke strafen protestzaken noteren, laat tekenen door teller en aanvoerders, tekent zelf Bedankt de teller Levert formulier in op de afgesproken plaats Volleybalscheidsrechter 2 jeugd Proeve van Bekwaamheid VA/VS2J/PvB/

20 Antwoorden opdrachten Opdracht 5: de spelregels Spelregeltoets 1 Spelregeltoets 2 1. A 1. C 2. A 2. B 3. B 3. C 4. B 4. B 5. A 5. A 6. A 6. C 7. A 7. B 8. B 8. C 9. B 9. A 10. C 10. B 11. B 11. C 12. A 12. A 13. C 13. D 14. A 14. C 15. A Geslaagd als 9 vragen juist beantwoord worden 16. B 17. C 18. A 19. A 20. C 21. C 22. C 23. C 24. A Geslaagd als 14 vragen juist beantwoord worden. Opdracht 6: opdracht opstellingen Opstellingsvariatie 1 = fout (1 en 2) Opstellingsvariatie 2 = fout (3 en 6) Opstellingsvariatie 3 = goed Opstellingsvariatie 4 = fout (3 en 6) Opstellingsvariatie 5 = fout (3 en 4) Opstellingsvariatie 6 = fout (1 en 2) Opstellingsvariatie 7 = fout (1 en 6) Volleybalscheidsrechter 2 jeugd Proeve van Bekwaamheid VA/VS2J/PvB/