EUROPESE CENTRALE BANK MAANDBERICHT MAART In 2006 verschijnt in alle publicaties van de ECB een motief van het bankbiljet van EUR 5.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "EUROPESE CENTRALE BANK MAANDBERICHT MAART In 2006 verschijnt in alle publicaties van de ECB een motief van het bankbiljet van EUR 5."

Transcriptie

1 EUROPESE CENTRALE BANK MAANDBERICHT MAART In verschijnt in alle publicaties van de een motief van het bankbiljet van EUR.

2 Europese Centrale Bank, Adres Kaiserstrasse 9 Frankfurt/Main Duitsland Postadres Postfach 9 Frankfurt/Main Duitsland Telefoon +9 9 Internet Fax +9 9 Telex ecb d Dit is tot stand gekomen onder de verantwoordelijkheid van de Directie van de. De vertalingen worden gemaakt en gepubliceerd door de nationale centrale banken. Alle rechten voorbehouden. Het maken van kopieën voor educatieve en nietcommerciële doeleinden is toegestaan, mits de bron wordt vermeld. De statistieken in deze uitgave zijn afgesloten op maart. ISSN - Print versie ISSN 7- Online versie

3 INHOUD TEN GELEIDE STATISTIEKEN VOOR HET EUROGEBIED S ECONOMISCHE EN MONETAIRE ONTWIKKELINGEN De externe omgeving van het eurogebied 9 Monetaire en financiële ontwikkelingen 9 Prijzen en kosten 7 Productie, vraag en de arbeidsmarkt Begrotingsontwikkelingen 7 Wisselkoers- en betalingsbalansontwikkelingen Kaders: Recente ontwikkeling van de inflatie in de nieuwe EU-lidstaten en de gevolgen van de toetreding tot de EU Herziening van de nationale rekeningen van China Terugdraaien van portefeuilleherschikkingen in het vierde kwartaal van hervat Liquiditeitsverhoudingen en monetairebeleidstransacties tussen 9 november en 7 februari Waarom de aandelenkoersen in de Verenigde Staten sinds kort geen gelijke tred meer houden met die in het eurogebied Ontwikkeling en aard van door niet-mfi s aan huishoudens verstrekte leningen 7 Nieuwe compilatie- en publicatiemethoden voor de HICP van het eurogebied Door medewerkers van de samengestelde macro-economische projecties voor het eurogebied 7 9 Projecties van de invloed van de vergrijzing op de overheidsuitgaven 7 BIJLAGEN Overzicht van de monetaire-beleidsmaatregelen van het Eurosysteem I Het TARGET (Trans-European Automated Real-time Gross settlement Express Transfer) systeem III Publicaties van de Europese Centrale Bank sinds VI Lijst van termen XIII

4 AFKORTINGEN LANDEN BE DK DE GR ES FR IE IT LU NL AT PT FI SE UK JP US België Denemarken Duitsland Griekenland Spanje Frankrijk Ierland Italië Luxemburg Nederland Oostenrijk Portugal Finland Zweden Verenigd Koninkrijk Japan Verenigde Staten ANDERE AFKORTINGEN bbp bruto binnenlands product BIS Bank voor International Settlements BPM IMF Balance of Payments Manual (e editie) CD s depositocertificaten c.i.f. c.i.f. aan de grens van het importerende land CPI consumptieprijsindex Europese Centrale Bank EMI Europees Monetair Instituut EMU Economische en Monetaire Unie ESCB Europees Stelsel van Centrale Banken ESR 9 Europees System van Rekeningen 99 EU Europese Unie EUR euro f.o.b. f.o.b. aan de grens van het exporterende land HICP geharmoniseerde consumptieprijsindex ILO Internationale Arbeidsorganisatie IMF Internationaal Monetair Fonds MFI s monetaire financiële instellingen NACE Rev. Statistische indeling van de economische bedrijvigheid in de Europese Gemeenschap PPI Producentenprijsindex SITC Rev. Standard International Trade Classification (revision ) Conform het binnen de Gemeenschap bestaande gebruik worden de landen van de EU in dit Bericht gerangschikt in alfabetische volgorde van de namen in de nationale talen.

5 TEN GELEIDE In zijn op maart gehouden vergadering heeft de Raad van Bestuur van de besloten de minimale inschrijvingsrente voor de basisherfinancieringstransacties van het Eurosysteem met basispunten te verhogen tot,%. De rentetarieven voor de marginale beleningsfaciliteit en de depositofaciliteit werden eveneens met basispunten verhoogd, tot respectievelijk,% en,%. Overeenkomstig de in maart doorgevoerde veranderingen in het monetaire-beleidskader van de, werden deze beslissingen van kracht bij het begin van de nieuwe reserve-aanhoudingsperiode op maart. Het besluit van de Raad van Bestuur de basisrentetarieven van de met basispunten te verhogen weerspiegelt de opwaartse risico s voor prijsstabiliteit die naar voren zijn gekomen op basis van zowel de economische als de monetaire analyse. De aanpassing van de rentetarieven zal helpen waarborgen dat de middellange- tot lange-termijninflatieverwachtingen in het eurogebied stevig verankerd blijven op een niveau dat in overeenstemming is met prijsstabiliteit, hetgeen een eerste voorwaarde is voor het monetaire beleid om een blijvende bijdrage te leveren aan ondersteuning van economische groei en werkgelegenheidscreatie in het eurogebied. De rentetarieven over het gehele looptijdenspectrum blijven nog steeds, zowel in nominale als reële termen, op zeer laag niveau, en het monetaire beleid blijft accommoderend. Hoewel deze beleidskoers de huidige beoordeling van de Raad van Bestuur weerspiegelt, zal de Raad alle ontwikkelingen met betrekking tot de risico s voor prijsstabiliteit nauwlettend blijven volgen. Allereerst wat betreft de economische analyse, bedroeg volgens de voorlopige (flash) raming van Eurostat de reële bbp-groei in het eurogebied in het vierde kwartaal van kwartaal-op-kwartaal,%. Dit was aanzienlijk lager dan de sterke,% die in het kwartaal daarvoor werd opgetekend. Wanneer men door de korte-termijnvolatiliteit heenkijkt en de recente economische indicatoren en de informatie uit enquêtes beoordeelt, lijken de gegevens er echter op te wijzen dat de economische bedrijvigheid verbetert. Dienovereenkomstig zouden op de korte termijn sterkere groeicijfers te zien moeten zijn, zoals ook naar voren komt in verscheidene op indicatoren gebaseerde ramingen. Wat verder vooruitblikkend, blijven de condities aanwezig voor verdergaande economische expansie in het eurogebied. Het externe klimaat blijft gunstig en verschaft steun aan de uitvoer van het eurogebied. De investeringen zullen naar verwachting krachtig blijven, profiterend van een langdurige periode van zeer gunstige financieringscondities, herstructurering van bedrijfsbalansen en toenemende winsten en efficiëntie bij bedrijven. De consumptiegroei zou eveneens in de loop der tijd geleidelijk sterker moeten worden, overeenkomstig de ontwikkelingen in het reëel besteedbaar inkomen, naarmate de situatie op de arbeidsmarkt geleidelijk verbetert. De door medewerkers van de samengestelde macro-economische projecties van maart hebben additionele informatie aangeleverd voor de analyse van de vooruitzichten voor de economische bedrijvigheid. Deze projecties voorzien een gemiddelde reële bbp-groei op jaarbasis van tussen,7% en,% in, en van tussen,% en,% in 7. De resultaten betekenen een lichte opwaartse bijstelling van de door medewerkers van het Eurosysteem samengestelde projecties van december, en weerspiegelen voornamelijk ietwat sterker vooruitzichten voor de particuliere investeringen gedurende de projectieperiode. De meeste recente voorspellingen door internationale organisaties en instellingen in de particuliere sector laten globaal hetzelfde beeld zien. Naar het oordeel van de Raad van Bestuur houden

6 de neerwaartse risico s voor deze vooruitzichten voor de groei voornamelijk verband met de olieprijsontwikkelingen en mondiale onevenwichtigheden. Wat betreft de prijsontwikkeling, bedroeg volgens de flash raming van Eurostat de HICP-inflatie op jaarbasis in februari,%, vergeleken met,% in januari. Op de korte termijn zal de inflatie waarschijnlijk boven % blijven, waarbij het precieze niveau sterk afhangt van de toekomstige ontwikkelingen in de energieprijzen, die recentelijk betrekkelijk volatiel zijn geweest. Op de wat langere termijn zullen naar verwachting veranderingen in door de overheid gereguleerde prijzen en indirecte belastingen van aanzienlijke invloed zijn op de inflatie in en 7, en een opwaartse invloed kan eveneens worden verwacht van de indirecte effecten van olieprijsstijgingen die zich in het verleden hebben voorgedaan. Tegelijkertijd is in het recente verleden de loondynamiek in het eurogebied gematigd gebleven; de Raad van Bestuur gaat er voorlopig van uit dat dit het geval zal blijven, niet in het minst ten gevolge van de sterke mondiale concurrentiedruk, met name in de verwerkende industrie. Gematigde loontendensen hebben de binnenlandse inflatoire druk helpen beperken, ondanks sterke olieprijsstijgingen. Het is derhalve, vooruitblikkend, van cruciaal belang dat de sociale partners in dit opzicht hun verantwoordelijkheid blijven nemen, ook in de context van een gunstiger economisch klimaat. De door medewerkers van de samengestelde projecties verschaffen een verder ingrediënt voor de beoordeling van de vooruitzichten voor de prijsontwikkeling. De HICP-inflatie op jaarbasis, zo luidt de projectie, zal in tussen,9% en,% liggen, en in 7 tussen,% en,%. Vergeleken met de door medewerkers van het Eurosysteem samengestelde projecties van december betekenen deze marges een lichte opwaartse bijstelling van het profiel van de HICP-inflatie in de komende jaren, en weerspiegelen zij voornamelijk een stijging in de aanname voor de toekomstige olieprijs, overeenkomstig de marktverwachtingen. De risico s voor de vooruitzichten voor de prijsontwikkeling blijven opwaarts en omvatten verdere stijgingen van de olieprijs, een sterker doorwerken van olieprijsstijgingen in de consumptieprijzen dan thans wordt voorzien, extra stijgingen van door de overheid gereguleerde prijzen en indirecte belastingen en belangrijker sterker-dan-verwachte loon- en prijsontwikkelingen ten gevolge van tweederonde-effecten van olieprijsstijgingen uit het verleden. Wat betreft de monetaire analyse, besprak de Raad van Bestuur wederom grondig de beoordeling van de monetaire ontwikkelingen. Het groeitempo van M op jaarbasis blijft fors, niettegenstaande tekenen van een hervatting van de afwikkeling van in het verleden verrichte portefeuilleherschikkingen naar monetaire activa, hetgeen een dempend effect heeft op de totale M- groei. Wanneer men door de korte-termijneffecten van dergelijk portefeuillehandelen heenkijkt, blijft het trendmatige tempo van de monetaire expansie krachtig, hetgeen een afspiegeling is van de stimulerende invloed van het lage renteniveau. Het groeitempo op jaarbasis van de kredietverlening aan de particuliere sector is bovendien gedurende de afgelopen maanden verder aangetrokken, waarbij de kredietverlening aan huishoudens met name voor woninghypotheken en niet-financiële vennootschappen in opvallend tempo is gestegen. Over het geheel genomen wijst de sterke monetaire en kredietgroei in een klimaat van ruime liquiditeit in het eurogebied op risico s voor de prijsstabiliteit op de middellange tot lange termijn. Samengevat, zal de inflatie op jaarbasis volgens de projectie in en 7 ver-

7 TEN GELEIDE hoogd blijven, en de economische analyse geeft aan dat de risico s voor de prijsstabiliteit op de middellange termijn van opwaartse aard blijven. Gezien de sterkte van de monetaire groei en de ruime liquiditeitssituatie, bevestigt de onderlinge toetsing van de uitkomsten van de economische analyse met die van de monetaire analyse dat de opwaartse risico s voor prijsstabiliteit het sterkst zijn. Een aanpassing van de rentetarieven was derhalve gewettigd. Door tijdig te handelen helpt de Raad van Bestuur de middellange- tot lange-termijninflatieverwachtingen in overeenstemming met prijsstabiliteit te houden en daardoor een voortdurende bijdrage te leveren aan duurzame economische groei en werkgelegenheidscreatie. De Raad van Bestuur zal alle ontwikkelingen nauwlettend blijven volgen om ervoor te zorgen dat de risico s voor prijsstabiliteit zich niet concretiseren. Wat betreft het begrotingsbeleid, blijft, hoewel enkele landen voornemens zijn de begrotingspositie nabij evenwicht of in overschot te brengen of te handhaven gedurende de periode van hun stabiliteitsprogramma s, de voortgang naar gezonde overheidsfinanciën in het eurogebied als geheel langzaam. Een aantal landen blijft ernstige onevenwichtigheden rapporteren, en in enkele van deze landen bewerkstelligen de consolidatie-inspanningen nauwelijks het door het Pact voor Stabiliteit en Groei vereiste minimum, ondanks de verbeterende vooruitzichten voor de groei. Tegelijkertijd werpen de budgettaire kosten van de vergrijzing van de bevolking een schaduw over de lange-termijnbegrotingsvooruitzichten voor de meeste landen van het eurogebied. Het is derhalve van essentieel belang dat landen vastbeslotener consolidatie nastreven, en waar nodig concrete en effectieve maatregelen nemen. Deze consolidatie-inspanningen zullen des te gemakkelijker succes hebben wanneer zij deel uitmaken van een veelomvattend hervormingsprogramma dat op adequate wijze voorbereidt op de lange-termijnbegrotingsuitdagingen. Dit zal de geloofwaardigheid van het herziene Pact ten goede komen en vertrouwen in een gezond en groeivriendelijk begrotingsklimaat kweken. De bredere implicaties van de vergrijzing van de bevolking vragen ook op andere terreinen van het economisch beleid om aandacht. Veelomvattende structurele hervormingen in de arbeids- en productmarkten en de verwezenlijking van een gunstig en concurrerend klimaat voor bedrijven zijn van vitaal belang om de potentiële groei te ondersteunen en de werkgelegenheid te vergroten naarmate de demografische effecten intreden. Voltooiing van de interne markt in de EU met inbegrip van de markt voor diensten dient een eerste prioriteit te zijn. Wat betreft het arbeidsaanbod zijn hervormingen in belasting- en socialezekerheidsstelsels essentieel om mensen krachtiger impulsen te geven op de arbeidsmarkt te blijven of zich daarop te begeven. Wat betreft de vraag naar arbeid, bestaat er de noodzaak loonflexibiliteit te bevorderen en arbeidsmarktrigiditeiten weg te nemen. Bovendien zijn beter onderwijs en scholing van belang voor de ontwikkeling van het menselijk kapitaal. De komende vergadering van de Europese Raad op - maart zal de voortgang die is geboekt met de Lissabon-strategie, die vorig jaar nieuw leven is ingeblazen, evalueren. De Raad van Bestuur ondersteunt ten zeerste de door de Europese Commissie en de Europese Raad genomen initiatieven om het hervormingsproces te doen herleven. Een volledige en effectieve verwezenlijking van de noodzakelijke hervormingen is de sleutel tot het economisch succes van de Europese Unie op de lange termijn. 7

8

9 ECONOMISCHE EN MONETAIRE ONTWIKKELINGEN ECONOMISCHE EN MONETAIRE ONTWIKKELINGEN De externe omgeving van het eurogebied DE EXTERNE OMGEVING VAN HET EUROGEBIED Aan het einde van was nog steeds sprake van een relatief krachtige groei van de wereldeconomie. De economische groei in Japan nam toe, terwijl de economische groei in de Verenigde Staten, in ieder geval tijdelijk, een daling te zien gaf. De inflatiedruk bleef in de meeste landen in het algemeen goed onder controle. Al met al blijven de vooruitzichten voor de externe omgeving, en derhalve ook voor de externe vraag in het eurogebied, positief. Verwacht wordt dat de investeringen door de particuliere sector steun zullen ondervinden van de solide winsten en het gunstige financieringsklimaat, gecombineerd met structurele verbeteringen in de bedrijfsbalansen in een aantal landen.. ONTWIKKELINGEN IN DE WERELDECONOMIE Aan het einde van lag het tempo van de mondiale economische bedrijvigheid nog steeds relatief hoog. In het laatste kwartaal nam de bbp-groei in Japan merkbaar toe, terwijl in de Verenigde Staten sprake was van een afname. Uit meer recente tekenen van de mondiale bedrijvigheid begin blijkt dat deze behoorlijk krachtig is gebleven, terwijl ook de bedrijvigheid in de Verenigde Staten zich enigszins lijkt te gaan herstellen. De inflatiedruk bleef in de meeste landen in het algemeen redelijk goed onder controle. De totale consumptieprijsinflatie nam eind in veel landen licht af, deels als gevolg van de daling van de olieprijzen. In de OESO-landen bedroeg de CPI-inflatie in december,7% op jaarbasis, tegen,% in september (zie Grafiek ). Over geheel kwam de CPIinflatie uit op,7%, tegen,% in. Uitgezonderd de prijzen van voedingsmiddelen en energie bleef de CPI-inflatie in ongewijzigd op,9%. Grafiek Prijsontwikkelingen in de OESO-landen (mutaties in procenten per jaar; maandgegevens),,,,,,, -, 999 Bron: OESO. consumptieprijzen (totaal) consumptieprijzen (totaal m.u.v. voedingsmiddelen en energie) producentenprijzen (verwerkende industrie),,,,,,, -, VERENIGDE STATEN In de Verenigde Staten is de bbp-groei in het vierde kwartaal fors vertraagd. Meer recente gegevens duiden er echter op dat de economische bedrijvigheid sinds begin dit jaar weer op de goede weg terug is. De forse groei van de werkgelegenheid en de neerwaartse tendens van de nieuwe aanvragen voor werkloosheidsuitkeringen en het werkloosheidscijfer (aantal mensen dat langer dan week werkloos is) wijzen erop dat de werkgelegenheidssituatie gestaag beter wordt. Na een aanzienlijke vertraging in het laatste kwartaal van lijkt het erop dat de groei van de particuliere consumptie zich in januari weer hersteld heeft. De bedrijfsinvesteringen blijven op een hoog niveau, zoals blijkt uit de recente scherpe toename van de orderontvangsten voor, en de leveringen van, investeringsgoederen evenals het aanhoudend krachtige ondernemersvertrouwen. De totale inflatie op jaarbasis steeg in januari naar,% als gevolg van de hogere ener- 9

10 gieprijzen, terwijl de consumptieprijsinflatie, uitgezonderd voedingsmiddelen en energie, licht daalde tot,%. De vooruitzichten voor de economische bedrijvigheid blijven positief aangezien de bestedingen van huishoudens mogelijk zullen toenemen onder invloed van de aantrekkende arbeidsmarkt. Ook de bedrijfsinvesteringen zullen naar verwachting op een hoog niveau blijven, gezien de hoge bedrijfswinsten en de aanhoudend forse totale vraag. Tegelijkertijd is echter nog steeds sprake van diverse negatieve risico s voor de groei van het bbp, die mogelijk groter zijn geworden door het verder oplopende externe tekort in december. De verwachtingen voor de inflatie op de lange termijn blijven stabiel, hoewel een toename van de benutting van middelen en de hoge energieprijzen de prijzen onder druk blijven zetten. Volgens de centrale tendentieprojecties in het halfjaarlijkse Monetary Policy Report van de Fed komt de reële bbp-groei in uit op circa,% en in 7 op -,%. JAPAN In Japan is recentelijk sprake van een versnelling van de economische bedrijvigheid, terwijl de consumptieprijsdeflatie blijft teruglopen. Volgens voorlopige ramingen is het reële bbp, met een stijging van,% op kwartaalbasis, in het vierde kwartaal van sterk gestegen. Deze reële bbp-groei werd grotendeels gedragen door de binnenlandse particuliere vraag en het uitvoersaldo, terwijl de bijdrage van de overheidssector nihil was. De particuliere consumptie en de investeringen zijn daarmee nog steeds de voornaamste motor van het aanhoudende economische herstel, dat verder geschraagd wordt door het herstel van de uitvoer. Grafiek Belangrijkste ontwikkelingen in de grote geïndustrialiseerde economieën,,,,,, -, -, -, - - eurogebied Verenigde Staten Japan Verenigd Koninkrijk Productiegroei ) (mutaties in procenten per kwartaal; kwartaalgegevens) 999 Inflatie ) (consumptieprijzen; mutaties in procenten per jaar; maandgegevens) 999 -, -, -, Bronnen: Nationale gegevens, BIS, Eurostat en berekeningen van de. ) Voor het eurogebied en het Verenigd Koninkrijk zijn gegevens van Eurostat gebruikt, voor de Verenigde Staten en Japan nationale gegevens. De bbp-cijfers zijn voor seizoen gecorrigeerd. ) HICP voor het eurogebied en het Verenigd Koninkrijk; CPI voor de Verenigde Staten en Japan.,,,,,, - - In steeg het reële bbp met,%, een verbetering ten opzichte van zowel (,%) als (,%). Dit betekent dat de Japanse economie in voor het derde achtereenvolgende jaar met meer dan het potentiële groeicijfer is gegroeid. Wat de toekomst betreft, zijn de economische vooruitzichten gunstig aangezien verwacht wordt dat Japan de vruchten kan gaan plukken van de in het verleden verrichte structurele aanpassingen van de arbeidsmarkt, het bedrijfsleven en de bancaire sector evenals van het krachtige herstel van de regionale handel. Wat betreft de prijsontwikkelingen, bleef het twaalfmaands mutatietempo van de CPI, uitgezon-

11 ECONOMISCHE EN MONETAIRE ONTWIKKELINGEN De externe omgeving van het eurogebied derd verse voedingsmiddelen, in december voor de tweede achtereenvolgende maand licht positief (+,%). Het twaalfmaands mutatietempo van de producentenprijzen afgemeten aan de prijsindex voor binnenlandse handelsgoederen steeg in januari verder tot,7% als gevolg van de stijgende prijzen van (industriële) grondstoffen. De Bank van Japan heeft op 9 februari besloten haar doelstelling voor het uitstaande bedrag aan bij haar aangehouden rekeningen-courant ongewijzigd te laten op circa JPY.-. miljard. Tegelijkertijd werd benadrukt dat mocht de vraag naar liquiditeit door technische factoren buitengewoon laag zijn dit bedrag beneden de ondergrens van haar doelstelling zou mogen uitkomen. VERENIGD KONINKRIJK In het Verenigd Koninkrijk liet de economische groei in het laatste kwartaal van een bescheiden herstel zien. Volgens de eerste cijfers steeg het bbp op kwartaalbasis met,%, voornamelijk onder invloed van de particuliere consumptie. De investeringen namen af en ook de invoergroei daalde. Gezien de aanhoudende uitvoergroei leverde de netto uitvoer een positieve bijdrage aan het bbp. De werkgelegenheidssituatie is recentelijk licht verslechterd door de toegenomen werkloosheid en de matiging van de gemiddelde lonen (exclusief bonussen). Wat de toekomst betreft, wordt verwacht dat het krachtige herstel in de eerste helft van licht zal kunnen afvlakken, hoewel de bbp-groei in naar verwachting in het algemeen krachtiger zal zijn dan in. De HICP-inflatie bedroeg in januari,9% op jaarbasis en bleef daarmee onveranderd ten opzichte van december. Hoewel de transportprijzen aanmerkelijk zijn gestegen, namen alle overige HICP-componenten af. Volgens de Halifax-index daalden de huizenprijzen in januari met,% op maandbasis, hetgeen neerkomt op een stijging van,% op jaarbasis. Het aantal goedgekeurde woninghypotheken steeg in december fors. OVERIGE EUROPESE LANDEN In de meeste andere EU-landen buiten het eurogebied is de productiegroei eind gestegen of op een hoog niveau gebleven. Tegelijkertijd was als gevolg van de lagere energieprijzen sprake van een matiging van de HICP-inflatie. De HICP-ontwikkeling in januari werd beïnvloed door wijzigingen in de door de overheid gereguleerde prijzen in een aantal landen. In Denemarken en Zweden suggereren de korte-termijnindicatoren voor het vierde kwartaal van dat de economische bedrijvigheid gunstig is gebleven, na een toename van de bbp-groei in beide landen in het derde kwartaal. In beide landen lijkt het herstel van de economische bedrijvigheid het gevolg te zijn van zowel binnenlandse als buitenlandse factoren. In vergelijking met een maand eerder daalde de HICP-inflatie in zowel Denemarken als Zweden in januari licht (tot,% respectievelijk,%). De scherpe concurrentie in de detailhandel, de matiging van de lonen en de krachtige productiviteitsgroei droegen bij aan het in toom houden van de inflatie. In de lidstaten die in tot de EU zijn toegetreden bleef het economische beeld in het algemeen zeer positief. Zowel de binnenlandse vraag als de netto uitvoer leverden een forse bijdrage aan de groei. Een aantal Centraal-Europese landen liet een krachtige economische bedrijvigheid zien, met name Slowakije, waar het reële bbp in het vierde kwartaal van op jaarbasis met 7,% toenam. Ook in de Baltische staten bleef de economische groei zeer dynamisch. De HICP-inflatie was in deze landen relatief hoog, onder meer door een krachtige binnenlandse vraag en de stijging van de energieprijzen (zie Kader ).

12 Kader RECENTE ONTWIKKELING VAN DE INFLATIE IN DE NIEUWE EU-LIDSTATEN EN DE GEVOLGEN VAN DE TOETREDING TOT DE EU In dit Kader wordt kort ingegaan op de belangrijkste factoren die een bijdrage hebben geleverd aan de recente ontwikkeling van de inflatie in de nieuwe EU-lidstaten. Vóór de toetreding tot de EU was in deze landen sprake van een forse inflatiedaling. In bedroeg de gewogen gemiddelde HICP-inflatie slechts,9%, tegen,% in het eurogebied (zie de Tabel). Onder invloed van de toetreding tot de EU nam de inflatiedruk in de eerste helft van echter snel toe om in het derde kwartaal uit te komen op,%. Daarna nam de inflatie in de meeste landen geleidelijk aan weer af, deels als gevolg van een neerwaarts basiseffect op de inflatie op jaarbasis, nadat de inflatoire gevolgen van de toetreding tot de EU waren afgezwakt. De gemiddelde inflatie bedroeg in het vierde kwartaal van,% op jaarbasis. De ontwikkeling van de inflatie in de afgelopen drie jaar was per land evenwel zeer verschillend. In de landen die in een relatief hoge inflatie kenden, namelijk Cyprus, Hongarije, Slovenië en Slowakije, was de inflatie eind fors lager. Andere landen, zoals Tsjechië en Polen, die in vanaf een lager inflatieniveau begonnen, zagen de inflatie in stijgen en in de loop van weer dalen tot een meer gematigd niveau. In de Baltische staten steeg de inflatie in fors, grotendeels vanaf een relatief laag niveau en in Litouwen zelfs vanaf een negatief niveau. In heeft deze stijging zich voortgezet. In het algemeen is de ontwikkeling van de inflatie in de nieuwe lidstaten tamelijk volatiel, onder meer als gevolg van het grote aandeel van de voedselprijzen in de HICP-consumptie-index, de in verhouding grote afhankelijkheid van olie en de tamelijk frequente wijzigingen van de indirecte belastingen en de door de overheid gereguleerde prijzen. De recente ontwikkeling van de inflatie in de nieuwe lidstaten is hoofdzakelijk door drie factoren bepaald: de toetreding tot de EU, de sterke stijging van de internationale olieprijzen en de conjuncturele ontwikkelingen. In het kader van de toetreding tot de EU moesten in sommige landen een aantal indirecte belastingen en door de overheid gereguleerde prijzen worden HICP inflatie in de nieuwe EU lidstaten (mutaties in procenten per jaar) I II III IV I II III IV Tsjechië,, -,,,,,,,7,,,, Estland,,,,,,,,9,,,,, Cyprus,,,,9,,,,,,,,7,9 Letland,,,9,,9,, 7, 7,,7,7,7 7, Litouwen,, -,,,7 -,,,,,,,, Hongarije 9,,,7,,, 7, 7,,9,,,, Malta,,,9,7,,,,,,,,, Polen,,9,7,,,,,7,,,,7, Slovenië, 7,,7,7,,7,,,,,,, Slowakije 7,,, 7,,,, 7,,,,,,7 EU- gewogen gemiddelde,7,,9,,,,,,,,,, EU- ongewogen gemiddelde,9,,9,9,,,9,,,,9,, EU- standaarddeviatie,7,,9,,,,,,7,,,,7 eurogebied,,,,,,7,,,,,,, Bron: Eurostat.

13 ECONOMISCHE EN MONETAIRE ONTWIKKELINGEN De externe omgeving van het eurogebied HICP inflatie en enkele componenten in de tien nieuwe lidstaten (maandgegevens; twaalfmaands mutaties in procenten) HICP Totale index HICP Diensten HICP Industriële goederen m.u.v. energie HICP Totale index HICP Voedingsmiddelen en dranken HICP Energie Bronnen: Eurostat en berekeningen van de. Toelichting: Alle indices zijn gewogen. De gewogen HICP-componenten diensten, industriële goederen met uitzondering van energie, en energie zijn slechts beschikbaar sinds januari. verhoogd, in verband met de eisen van de Europese interne markt. Onder invloed van deze aanpassingen viel een versterkte vraag naar een aantal producten waar te nemen, die een opwaartse invloed op de prijzen had. Bovendien trad in het eerste halfjaar van in de nieuwe lidstaten een sterke stijging van de voedselprijzen op (zie de Grafiek). Deze viel grotendeels toe te schrijven aan de deelname van deze landen aan het gemeenschappelijk landbouwbeleid vanaf mei. De opheffing van de nog resterende handelsbarrières en het lagere prijsniveau van veel voedingsmiddelen in deze landen leidde tot een toegenomen vraag naar binnen de EU uitgevoerde voedingsmiddelen, hetgeen eveneens bijdroeg aan de hogere prijzen. Daarnaast heeft de sterke stijging van de olieprijzen sinds medio in alle nieuwe lidstaten enige opwaartse inflatiedruk veroorzaakt door het relatief hoge gewicht van de aan energie gerelateerde prijscomponenten in het HICP-mandje van deze landen (gemiddeld ongeveer,7% in, vergeleken met,% in het eurogebied ). Niettemin liep het inflatoire effect hiervan sterk uiteen tussen de nieuwe lidstaten mede als gevolg van verschillen in het consumptiepatroon en de energie-intensiteit van de productie, alsmede door het bestaan van lange-termijncontracten voor energieleveranties in enkele landen. Bovendien werd de doorwerking van de hogere olieprijzen in de HICP-inflatie in enkele landen afgezwakt door accijnsverlagingen en door het prijsbeleid van de regelgevende autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de energieprijzen voor consumenten (elektriciteit, gas). Voorts speelden conjuncturele ontwikkelingen een belangrijke rol bij de inflatieontwikkelingen in de nieuwe lidstaten gedurende de laatste jaren. Een krachtige groei van de vraag, afnemende negatieve output gaps en snellere loonstijgingen hebben bijgedragen aan de inflatiedruk in een aantal landen. Al deze opwaartse invloeden op de inflatie werden voor een deel gecompenseerd door enkele neerwaartse invloeden op de prijzen. Deze hielden met name verband met de toegenomen

14 invoerconcurrentie op het gebied van industriële goederen (zoals kleding en huishoudelijke apparaten) en de liberalisering van netwerkindustrieën (zoals telecommunicatie), welke laatste tevens voor een deel verband hield met de toetreding tot de EU. Bovendien werd in een aantal landen, te weten Tsjechië, Hongarije, Polen en Slowakije, de inflatiedruk ten dele gecompenseerd door de koersstijging van hun valuta s ten opzichte van de euro. Samenvattend kan worden gesteld dat de prijseffecten die verband hielden met de toetreding tot de EU, tezamen met de sterke stijging van de internationale energieprijzen, in de meeste nieuwe lidstaten hebben geleid tot een scherpe stijging van de inflatie in. De ontwikkelingen in laten zien dat verscheidene landen erin lijken te zijn geslaagd de potentiële tweederonde-effecten van deze inflatoire schokken te vermijden, dan wel te beperken. Voorzichtigheid is echter geboden ten aanzien van een aantal landen met aanhoudend hoge of nog stijgende inflatie in, teneinde het ontstaan van een langduriger periode van inflatiedruk te vermijden. In de drie grootste Midden-Europese economieën (Polen, Tsjechië en Hongarije) trad ook in het laatste kwartaal van weer een krachtige productiegroei op. In deze drie landen was sprake van een aanhoudend dynamische groei van de industriële productie, hoofdzakelijk dankzij de uitvoer. Bovendien versnelde de omzetgroei in de detailhandel, hetgeen wijst op een aanhoudend krachtige particuliere consumptie. De ontwikkeling van de inflatie in januari liet verschillen zien tussen de drie genoemde landen. Terwijl de HICP-inflatie op jaarbasis in Tsjechië opliep tot,%, bleef deze in Polen globaal onveranderd op,9% en trad in Hongarije een daling tot,% op. Wijzigingen van de door de overheid gereguleerde prijzen en de indirecte belastingen lijken de inflatiecijfers voor januari in een aantal landen te hebben beïnvloed. In Hongarije bijvoorbeeld daalde de HICP-inflatie op jaarbasis hoofdzakelijk dankzij een verlaging van het hoogste BTW-tarief (van % tot %). Hierdoor werd de invloed van een bovengemiddelde stijging van de voedselprijzen ruim gecompenseerd. Wat betreft de Europese landen buiten de EU, nam in Zwitserland de economische bedrijvigheid in het tweede halfjaar van in kracht toe. Terwijl de uitvoer tot dusver een zeer grote bijdrage aan de groei levert, lijkt de binnenlandse vraag geleidelijk aan te trekken. De gegevens uit een recente enquête duiden erop dat de economische bedrijvigheid verder is aangetrokken. Op jaarbasis bedroeg de inflatie in januari,%, tegen,% in december. In Rusland steeg de bbp-groei in het derde kwartaal van tot 7% op jaarbasis. Terwijl de economische bedrijvigheid bij voortduring wordt ondersteund door de hoge olieprijzen, wordt de krachtige expansie in toenemende mate bepaald door de binnenlandse vraag. De industriële productie steeg in januari met,% van jaar op jaar. De CPI-inflatie bleef hoog (,7% op jaarbasis in januari), ofschoon er sinds kort sprake is van een geleidelijk dalende tendens. OPKOMENDE LANDEN IN AZIË In de opkomende landen in Azië bleef de economische bedrijvigheid begin nog altijd in krachtig tempo toenemen. Bij verscheidene economieën in de regio was sprake van een verdere versterking van de binnenlandse vraag, ondanks de hoge olieprijzen en de verkrapping van het monetaire beleid in de meeste grote economieën, met uitzondering van China. De inflatiedruk is de laatste maanden in het algemeen tamelijk gematigd geweest, ofschoon in diverse Zuidoost- Aziatische economieën de volledige doorwerking van de vorig jaar ingevoerde verlaging van de brandstofsubsidies nog moet plaatsvinden.

15 ECONOMISCHE EN MONETAIRE ONTWIKKELINGEN De externe omgeving van het eurogebied De economie van China bleef snel groeien. Terwijl het groeitempo van de uitvoer in het laatste kwartaal van verminderde en de bijdrage van het uitvoersaldo aan de bbp-groei afnam, steeg de binnenlandse vraag verder. De recente herziening van de Chinese bbp-gegevens (zie Kader ) in aanmerking genomen, bedroeg de bbp-groei in het vierde kwartaal van volgens voorlopige ramingen 9,9% op jaarbasis, globaal onveranderd ten opzichte van het voorgaande kwartaal. De CPI-inflatie op jaarbasis steeg tot,9% in januari, tegen,% een maand eerder. Over het geheel genomen bleef de inflatiedruk op een gematigd niveau, mede als gevolg van de stijging van de overcapaciteit in een aantal sectoren, zoals de staal- en de automobielindustrie. De overinvesteringen in deze sectoren vormen op hun beurt een zekere bedreiging voor de economie. In Zuid-Korea steeg de bbp-groei in het vierde kwartaal van tot,% op jaarbasis, in vergelijking met,% in het voorgaande kwartaal. De economische vooruitzichten voor de opkomende landen in Azië als geheel blijven gunstig, dankzij een gestage groei van de binnenlandse vraag en de over het algemeen positieve vooruitzichten voor de buitenlandse handel. Met name de krachtige groei in China zal waarschijnlijk een stimulans betekenen voor de uitvoer en de bedrijvigheid in de regio, maar de hoge olieprijzen vormen nog altijd een grote bedreiging. Kader HERZIENING VAN DE NATIONALE REKENINGEN VAN CHINA Het Chinese nationale bureau voor de statistiek heeft onlangs herziene gegevens gepubliceerd met betrekking tot de nationale rekeningen. Deze volgen op de in gehouden eerste uitgebreide nationale enquête over de Chinese economie. De nieuwe gegevens houden onder meer een opwaartse herziening in, met bijna 7%, van het bbp in, alsmede aanpassingen van historische gegevens betreffende de reële bbp-groei op jaarbasis sinds 99, met een gemiddelde verhoging van, procentpunt per jaar. De herzieningen kwamen bijna geheel voort uit een gewijzigde meting van de Chinese dienstensector, die nu naar schatting bijna % groter is dan voorheen werd gedacht. Op basis van de nieuwe gegevens was in het aandeel van de Chinese dienstensector,7% bbp, in vergelijking met,9% volgens eerdere ramingen, terwijl het gewicht van de industriële sector tot ongeveer % is afgenomen, in vergelijking met % voorheen (zie de Tabel). Hoewel de tot dusverre gepubliceerde gegevens uitsluitend betrekking hebben op de productiezijde van het bbp, wordt verwacht dat de meeste herzieningen aan de uitgavenkant toe te schrijven zullen zijn aan de consumptie en dat de Chinese investerings- en spaarquotes China bbp-cijfers aangepast enigszins lager zullen uitkomen. (procentueel aandeel in het bbp in ) Oude Aangepaste Verschil cijfers cijfers Landbouw,, -, Industrie m.i.v. bouwnijverheid,9, -,7 Diensten,9,7, Bron: Chinees nationaal bureau voor de statistiek. Op basis van de herziene gegevens en de voorlopige bbp-ramingen voor is China nu s werelds vierde economie geworden in termen van marktomvang omgerekend op basis van wisselkoersen. Dit is consistent met andere indicatoren van de omvang van de

16 economie, zoals de handel, waarbij China reeds de derde plaats in de wereld bezet. Al met al vertonen de nieuwe statistieken het beeld van een grotere en structureel evenwichtiger Chinese economie dan voorheen werd aangenomen. Aangezien de handelsgegevens naar verwachting niet zullen worden herzien, zal de bijdrage van het uitvoersaldo aan de economische groei geringer worden, en daarmee het beeld oproepen van een economie die minder afhankelijk is van de buitenlandse vraag als groeimotor. Het grotere gewicht van de binnenlandse vraag in de herziene gegevens heeft veel waarnemers ertoe gebracht, ook hun groeiprognoses voor naar boven bij te stellen, met gemiddeld, procentpunt tot ongeveer 9%. De herziening van de gegevens verandert echter niets aan China s externe positie als een zeer groot land met een overschot op de lopende rekening en een groot ecart tussen besparingen en investeringen. Grafiek Belangrijkste ontwikkelingen op de grondstoffenmarkten 7 7 ruwe olie, Brent (USD per vat; links) grondstoffen m.u.v. energie (USD; index: = ; rechts) LATIJNS-AMERIKA Wat Latijns-Amerika betreft, wijzen de meest recente indicatoren op een opleving van de economische bedrijvigheid in Brazilië en Mexico mede als gevolg van een versoepeling van het monetaire beleid in de afgelopen maanden en op een aanhoudend dynamische bedrijvigheid in Argentinië. In Brazilië steeg de industriële productie in december met,% op jaarbasis. De twaalfmaands inflatie, die in januari,7% bedroeg, bleef grotendeels ongewijzigd ten opzichte van december. In Mexico nam de industriële productie in december toe met,7% in vergelijking met een jaar eerder. Hoewel dit cijfer aan de lage kant was ten opzichte van de marktverwachtingen, wijzen andere indicatoren voor de korte termijn (bij voorbeeld in de handelssector) op verbeterde vooruitzichten voor de nabije toekomst. In januari steeg de inflatie op jaarbasis tot,9%, tegen,% in de maand ervoor, terwijl de onderliggende inflatie iets daalde. Argentinië behield een krachtige industriële bedrijvigheid, die in december met 7,9% op jaarbasis toenam. De inflatiedruk bleef echter sterk, waarbij de CPI-inflatie op jaarbasis in januari,% bereikte. Tegen de achtergrond van nog altijd gunstige externe omstandigheden en een verwacht herstel van de binnenlandse vraag in Brazilië en Mexico, blijven de economische vooruitzichten voor de regio als geheel op de korte termijn gunstig. II III IV I Bronnen: Bloomberg en HWWA.. GRONDSTOFFENMARKTEN De olieprijzen lieten de afgelopen maanden sterke schommelingen zien. In december en januari stegen zij opnieuw, waarbij de prijs van ruwe Brent-olie eind januari het hoogste niveau ooit van september naderde, als gevolg van een verdere verkrapping van de fundamentele verhoudingen op de oliemarkt en een verslechtering van de geopolitieke omstandigheden. Na maanden van toenemen-

17 ECONOMISCHE EN MONETAIRE ONTWIKKELINGEN De externe omgeving van het eurogebied de olieleveranties daalde de totale olieproductie in januari met, miljoen vaten per dag, aangezien de leveranties werden onderbroken door weersomstandigheden en logistieke problemen. Vooruitkijkend valt volgens het Internationaal Energieagentschap te verwachten dat de totale vraag naar olie zich zal herstellen ten opzichte van de relatief zwakke vraag in het vierde kwartaal van. In februari daalden de olieprijzen echter enigszins, hoofdzakelijk als gevolg van de aanleg van voorraden in de VS. Niettemin bedroegen zij op maart USD, per vat, % meer dan aan het begin van dit jaar. De geopolitieke omstandigheden blijven van belangrijke betekenis voor de olieprijzen, aangezien de marktdeelnemers bezorgd blijven over de waarborging van toekomstige olieleveranties. De onzekerheid omtrent de olieprijzen op de korte termijn blijft aanzienlijk, zoals geïllustreerd wordt door de impliciet in optiecontracten begrepen olieprijzen die bij voorbeeld met een betrouwbaarheidsinterval van 9% voor december kunnen uiteenlopen van circa USD tot USD 9 per vat. De grondstoffenprijzen met uitzondering van energie zijn de afgelopen maanden eveneens aanzienlijk gestegen door een toename van de prijzen van zowel industriële grondstoffen als voedingsmiddelen. Uitgedrukt in Amerikaanse dollars lagen de prijzen van grondstoffen met uitzondering van energie in februari ongeveer % hoger dan een jaar eerder.. VOORUITZICHTEN VOOR DE EXTERNE OMGEVING Over het geheel genomen blijven de vooruitzichten voor de externe omgeving, en daarmee voor de externe vraag van het eurogebied, positief. Een krachtige winstpositie en een gunstig financieringsklimaat, in combinatie met de structurele verbetering van de balanspositie van bedrijven in een aantal landen, zouden een gunstig effect moeten hebben op met name de investeringen van bedrijven. Overeenkomstig deze beoordeling vertoonde het zesmaands mutatietempo in de samengestelde voorlopende indicator van de OESO in december zijn achtste stijging op rij. De stijgingen waren met name uitgesproken in Noord-Amerika. Hoewel de olieprijzen in februari daalden, blijven ze een van de belangrijkste risicofactoren voor de wereldwijde vooruitzichten. Bovendien blijft het aanhoudende gebrek aan economisch evenwicht op mondiaal niveau een aanzienlijk risico vormen voor de wereldeconomie. 7

18

19 ECONOMISCHE EN MONETAIRE ONTWIKKELINGEN Monetaire en financiële ontwikkelingen MONETAIRE EN FINANCIËLE ONTWIKKELINGEN. DE GELDVOORRAAD EN DOOR MFI S VERSTREKTE KREDIETEN De monetaire groei vlakte in het vierde kwartaal van enigszins af, maar bleef niettemin op een hoog peil en nam vervolgens in januari licht toe. Sinds medio was de lage rentestand de belangrijkste drijvende kracht achter de monetaire ontwikkelingen, zoals bij de componenten van de MFI-balans bleek uit de dynamiek van de meest liquide instrumenten van M die in M zijn begrepen, en bij de tegenposten uit de verdere versnelling van de groei van de kredietverlening aan de particuliere sector. Tegelijkertijd hielden de tekenen van het opnieuw terugdraaien van eerdere portefeuilleherschikkingen die voor het eerst in oktober werden waargenomen gedurende het gehele vierde kwartaal van en, zij het op een meer bescheiden schaal, ook in januari aan. In het algemeen blijven de monetaire gegevens wijzen op opwaartse risico s voor de prijsstabiliteit op de middellange tot lange termijn. HET RUIM GEDEFINIEERDE MONETAIRE AGGREGAAT M In de afgelopen maanden heeft de monetaire groei zich enigszins gematigd, maar is niettemin op een hoog peil gebleven. In het vierde kwartaal van daalde het groeitempo op jaarbasis van M naar 7,%, tegen,% in het vorige kwartaal. De laatste ontwikkelingen in januari tonen echter een toename van het groeitempo op jaarbasis tot 7,%, tegen 7,% in december Grafiek De groei van M en de referentiewaarde (mutaties in procenten; voor seizoen en kalendereffecten gecorrigeerd) M (voortschr. driemaands gecentreerd gemiddelde van de twaalfmaands groei) M (twaalfmaands groei) M (zesmaands groei op jaarbasis) referentiewaarde ( /%) Grafiek M en M gecorrigeerd voor het geraamde effect van portefeuilleherschikkingen (mutaties in procenten per jaar; voor seizoen en kalendereffecten gecorrigeerd) 9 M, officiële cijfers M, gecorrigeerd voor het geraamde effect van portefeuilleherschikkingen ) referentiewaarde ( /%) Bron:. Bron:. ) Ramingen van de omvang van de portefeuilleherschikkingen naar M op basis van de benadering zoals behandeld in het artikel Monetary analysis in real time in het Monthly Bulletin van oktober. Voor nadere gegevens over recente ontwikkelingen wordt verwezen naar het Kader getiteld Terugdraaien van portefeuilleherschikkingen in het vierde kwartaal van hervat, elders in dit. 9

20 , hetgeen wijst op een omkering van de in de loop van het vierde kwartaal waargenomen matiging. Het driemaands gecentreerde voortschrijdende gemiddelde van de groei op jaarbasis van M bedroeg 7,% over de periode van november tot en met januari, tegen 7,% over de periode van oktober tot en met december (zie Grafiek ). De huidige lage rentestand, die zorgt voor lage alternatieve kosten voor het aanhouden van liquiditeit, blijft de belangrijkste drijvende kracht achter de monetaire groei. Deze visie wordt ondersteund door de zeer grote bijdrage aan de groei van M op jaarbasis die wordt geleverd door de toename van de meest liquide componenten van M die zijn begrepen in het eng gedefinieerde aggregaat M. Verder bewijs wordt geleverd door de aanhoudende versnelling van de groei van de kredietverlening aan de particuliere sector. Tegelijkertijd waren gedurende het gehele vierde kwartaal van en, zij het op een meer bescheiden schaal, ook in januari nog steeds tekenen te zien van het opnieuw terugdraaien van eerdere portefeuilleherschikkingen, hetgeen voor het eerst in oktober werd waargenomen. Hierdoor kan de totale groei van M worden getemperd en kan het onderliggende tempo van monetaire expansie worden gedeflatteerd. (Zie Kader voor de recente ontwikkelingen met betrekking tot kwantificering van de invloed van portefeuilleherschikkingen op de geldvoorraad.) Deze visie wordt geïllustreerd door het groeitempo van de M-reeks, gecorrigeerd voor de geschatte invloed van portefeuilleherschikkingen, die momenteel het groeitempo op jaarbasis van de officiële M-reeks overtreft (zie Grafiek ). Opgemerkt dient echter te worden dat, gezien de onzekerheden die onvermijdelijk verbonden zijn aan het schatten van de omvang van deze portefeuilleherschikkingen, terughoudendheid geboden is bij het interpreteren van deze aangepaste maatstaf. Kader TERUGDRAAIEN VAN PORTEFEUILLEHERSCHIKKINGEN IN HET VIERDE KWARTAAL VAN HERVAT De monetaire groei en de inflatie laten beide een aanzienlijke volatiliteit op de korte termijn zien als gevolg van idiosyncratische schokken. Een dergelijke korte-termijnruis kan het signaal verstoren dat het onderliggende groeitempo van de monetaire expansie afgeeft ten aanzien van de risico s voor de toekomstige prijsstabiliteit. Bij het uitvoeren van een diepgaande monetaire analyse ter ondersteuning van monetaire-beleidsbeslissingen is het derhalve noodzakelijk gebruik te maken van zowel institutionele analyse als statistische technieken om de lage mutatiefrequentie of de onderliggende tendensen in de geldvoorraad te signaleren die relevant zijn om de inflatiedruk op de middellange tot lange termijn te voorspellen. Een praktisch voorbeeld van deze uitgebreide benadering van de monetaire analyse bij de betreft het onderkennen en ramen van de invloed op de M-dynamiek van uitzonderlijke portefeuilleherschikkingen naar of van monetaire activa. In dit Kader worden de belangrijkste elementen uiteengezet van de analyse die ten grondslag ligt aan het onderkennen en kwantificeren van deze portefeuilleherschikkingen, als onderdeel van een beoordeling van de recente ontwikkelingen. Zie tevens de eerder gepubliceerde kaders Raming van de omvang van portefeuilleherschikkingen van aandelen naar liquide activa in het van mei en Approaches to identifying and estimating portfolio shifts into and out of M in het Monthly Bulletin van januari.

21 ECONOMISCHE EN MONETAIRE ONTWIKKELINGEN Monetaire en financiële ontwikkelingen Portefeuilleherschikkingen en de normalisering van het beleggingsgedrag In de periode van verhoogde economische en financiële onzekerheid tussen en medio kon de monetaire dynamiek niet eenvoudigweg worden verklaard door het beloop van de conventionele determinanten van de geldvraag, zoals prijzen, bbp en rente. De sterke M-groei gedurende deze periode lijkt het resultaat te zijn geweest van aanzienlijke portefeuilleherschikkingen van aandelen naar liquiditeiten. Dit duidde op een sterke voorkeur van ingezetenen van het eurogebied voor veilige en liquide activa teneinde hun vermogenspositie te beschermen tegen marktvolatiliteit. Het onderkennen en met name het kwantificeren van deze uitzonderlijke portefeuilleherschikkingen naar liquiditeiten werd bemoeilijkt door het gebrek aan rechtstreekse gegevens met betrekking tot de omvang van deze herschikkingen. Naarmate de economische onzekerheid tussen medio en begin afnam, was sprake van een normalisering van het beleggingsgedrag met betrekking tot de vermogensallocatie en vonden nieuwe beleggingen in toenemende mate plaats in risicovollere, langere-termijnbeleggingen in plaats van in liquiditeiten. Het terugdraaien van de portefeuilleherschikkingen gebeurde echter slechts in een zeer laag tempo en vanaf medio tot een aantal maanden geleden werd gedacht dat het was beëindigd. Recente signalen duiden erop dat het terugdraaien van portefeuilleherschikkingen is hervat Er zijn recent tekenen geweest die erop duiden dat het terugdraaien van eerdere portefeuilleherschikkingen is hervat. Met name de zeer gematigde vraag naar aandelen en participaties in geldmarktfondsen (die op jaarbasis daalde in de twaalf maanden tot en met december ) en de sterke vraag naar langerlopende financiële passiva van MFI s duiden op een herschikking van monetaire activa naar risicovollere, in euro luidende langeretermijninstrumenten. Zo duidt ook de sinds augustus waargenomen uitstroom in de netto externe actiefpositie van de MFI-sector op een hernieuwde belangstelling van ingezetenen van het eurogebied voor buitenlandse effecten in plaats van binnenlandse liquiditeiten. Beide ontwikkelingen zijn in overeenstemming met het opnieuw terugdraaien van eerdere portefeuilleherschikkingen naar liquiditeiten. In het verleden hebben de maandelijkse ramingen van de netto aankopen van nietmonetaire effecten door de geldaanhoudende sector van MFI s en niet-ingezetenen een Grafiek A M en netto aankopen van niet-monetaire effecten ) (twaalfmaands stromen; EUR miljard) M (links) netto aankopen van niet-monetaire effecten (omgekeerde schaal; rechts) Bron:. Toelichting: De gegevens voor de laatste twee maanden zijn deels geraamd. ) Berekend als leningen aan ingezetenen van het eurogebied, plus de uitgifte van effecten door de geconsolideerde geld-aanhoudende sector, plus het saldo op lopende rekening, min in M begrepen instrumenten, min langlopende deposito s aangehouden bij MFI s, min de netto externe transacties van de geld-aanhoudende sector ongerekend die in effecten.

22 Grafiek B Conditionele correlatie tussen het rendement op aandelen en dat op langlopende overheidsobligaties (kwartaalgegevens; omgekeerde schaal) aanwijzing gegeven voor de omvang van de portefeuilleherschikkingen (zie Grafiek A; N.B. één van de schalen in de grafiek is omgekeerd). Bij een portefeuilleherschikking naar liquiditeiten zou men verwachten dat de aankopen van niet-monetaire effecten dalen en dat de aangehouden liquiditeiten met ruwweg hetzelfde bedrag stijgen. Dit was inderdaad het geval gedurende en begin, dat wil zeggen de twee perioden die worden gekenmerkt door omvangrijke portefeuilleherschikkingen. Evenzo steeg tussen medio en medio de vervangende maatstaf voor aankopen van niet-monetaire effecten, terwijl de monetaire groei geleidelijk afnam, hetgeen duidt op het langzaam terugdraaien van portefeuilleherschikkingen. Wat betreft een recentere periode blijkt dat de aankopen van niet-monetaire effecten sinds augustus zijn aangetrokken (zoals omcirkeld in Grafiek A), terwijl de instroom in M enigszins is getemperd, maar niettemin op een hoog niveau is gebleven. Over het algemeen sluit dit beloop aan bij de zienswijze dat het terugdraaien van eerdere portefeuilleherschikkingen na een pauze tussen medio en medio in de afgelopen maanden mogelijk is hervat. Tegelijkertijd duiden de relatief geringe omvang van deze stromen (zeker in vergelijking met eind en begin ) en de onvermijdelijk korte waarnemingsperiode erop dat een dergelijke conclusie in dit stadium slechts voorlopig kan zijn. De voorkeur van beleggers voor veilige en liquide monetaire activa zou ook in verband moeten worden gebracht met hun mate van risicoaversie. Aangezien risicoaversie in principe niet waarneembaar is, moet haar rol worden geraamd met gebruik van empirisch bepaalde vervangingsmaatstaven. Eén mogelijke maatstaf voor de totale risicoaversie is de voorwaardelijke correlatie tussen het rendement op langlopende overheidsobligaties en op aandelenbeleggingen (zie Grafiek B; N.B. de schaal in de grafiek is omgekeerd). Om precies te zijn zouden de prijzen van deze twee vermogenscategorieën, gedurende perioden van verhoogde risicoaversie, zich in uiteenlopende richtingen moeten bewegen, doordat beleggers zich terugtrekken uit de aandelenmarkt (waardoor het rendement op aandelen daalt) en obligaties kopen (waardoor het rendement op obligaties stijgt). Hier staat tegenover dat de standaard vermogensallocatie gedurende normale perioden op een positieve correlatie zou wijzen tussen het rendement op aandelen en op obligaties, aangezien een lage rente de aandelenkoersen stimuleert. Deze indicator zou derhalve enige aanwijzingen kunnen bieden voor het mogelijke tijdstip en het patroon van portefeuilleherschikkingen. Zoals blijkt uit Grafiek B is de risicoaversie van beleggers in het eurogebied tussen medio en medio aanzienlijk gestegen, toen de M-groei niet verklaard kon worden door conventionele macro-economische determinanten. Ondanks een forse -, -, -,,,,, conditionele correlatie tussen het rendement op aandelen en dat op langlopende overheidsobligaties gemiddelde conditionele correlatie tussen 9 en 999 -, -, -,,,,, Bron: Ramingen van de. Toelichting: Dow Jones EURO STOXX rendementsindex en de rendementsindex voor tienjaars overheidsobligaties. Voor nadere gegevens wordt verwezen naar Risicoaversie en ontwikkelingen in de monetaire aggregaten in het van december.

23 ECONOMISCHE EN MONETAIRE ONTWIKKELINGEN Monetaire en financiële ontwikkelingen daling vergeleken met is de risicoaversie in ruim boven het lange-termijngemiddelde gebleven. Vanaf de zomer van is deze indicator voor de risicoaversie tot onder het lange-termijngemiddelde gedaald (zoals aangegeven door de cirkel in Grafiek B) naar een niveau vergelijkbaar met dat van vóór de periode van verhoogde onzekerheid die in begon. Deze daling zou verband kunnen houden met het verder terugdraaien van eerdere portefeuilleherschikkingen. Over het algemeen vormen de netto aankopen van niet-monetaire effecten en de indicator van de risicoaversie een bevestiging van de portefeuilleherschikkingen naar liquiditeiten die plaatsvonden tussen en medio en het mogelijk terugdraaien daarvan, zij het in een gematigd tempo, tussen medio en medio. Bovendien, als we de meest recente periode in ogenschouw nemen, wijzen deze indicatoren erop dat een verder terugdraaien van eerdere portefeuilleherschikkingen thans mogelijk aan de gang is. Kwantificering van de invloed van portefeuilleherschikkingen Grafiek C Portefeuilleherschikkingen de correctiefactoren voor het niveau van M (als percentage van M) Bovenstaande analyse biedt geen mogelijkheid tot een mechanische kwantificering van de portefeuilleherschikkingen. Er is ook een zekere mate van oordeelsvorming vereist. Volgens één benadering voor het kwantificeren van de invloed van portefeuilleherschikkingen op de geldvoorraad, die in het verleden door de is toegepast, worden derhalve interventievariabelen (dummies en tendensen) opgenomen om het patroon van portefeuilleherschikkingen in een univariaat tijdreeksmodel van M weer te geven. Deze interventievariabelen zijn gebaseerd op een uitgebreide analyse van onder meer de componenten en tegenposten van M, de monetaire opstelling van de betalingsbalans en de financiële rekeningen. Zoals blijkt uit Grafiek C zijn de real-time ramingen van de omvang van de portefeuilleherschikkingen die volgens deze benadering tot stand zijn gekomen (dat wil zeggen die ramingen die in het verleden zijn gemaakt op basis van de op dat moment beschikbare informatie), naderhand over het algemeen niet belangrijk herzien. Geldvraagvergelijkingen op basis van een waarnemingsperiode die deze periode omvat en waarin weliswaar op basis van kennis achteraf variabelen zijn opgenomen die de invloed weergeven van de volatiliteit van de financiële markt op aangehouden liquiditeiten, blijken bovendien in het algemeen de real-time ramingen door de van de portefeuilleherschikkingen te bevestigen. Bron:. IV In de ramingsprocedure is ook een verdere geringe correctie opgenomen voor eerdere statistische uitschieters en bepaalde volatiele componenten. Er kunnen bijvoorbeeld vergelijkingen worden gemaakt met de resultaten vermeld in Money demand and macroeconomic uncertainty, C. Greiber en W. Lemke, Discussion Paper, Serie : Economisch onderzoek, Nr /, Deutsche Bundesbank.

24 Zoals uit Grafiek C blijkt heeft de omvang van de portefeuilleherschikkingen begin naar raming een hoogtepunt bereikt van ruim % van de geldvoorraad. Hoewel dergelijke real-time ramingen ongetwijfeld omgeven zijn door aanzienlijke onzekerheid, geven de bescheiden ex post herzieningen aan dat de in staat was tot een goed onderbouwde beoordeling te komen van de monetaire ontwikkelingen met gebruikmaking van een M-serie die was gecorrigeerd voor de geraamde invloed van portefeuilleherschikkingen. Aangezien de omvang van de huidige portefeuilleherschikkingen in het niet valt bij de herschikkingen die tussen en medio werden waargenomen (in reactie op aanzienlijke schokken zoals de beurskrach, de terreuraanslagen in de Verenigde Staten op september en de oorlog in Irak), zijn de vereiste mate van oordeelsvorming en de hiermee verband houdende kwantificering beslist onzekerder dan voorheen het geval was. Niettemin kan op basis van alle bovengenoemde informatie worden geconcludeerd dat voor een uitgebreide monetaire analyse enige raming van de huidige omvang van het terugdraaien van portefeuilleherschikkingen nodig is om de daaruit resulterende dempende invloed op de monetaire groei te bepalen. Een dergelijke benadering is vereist om het onderliggende trendmatige groeitempo van de monetaire expansie te bepalen zelfs als dit niet op perfecte wijze geschiedt die relevant is voor het nemen van monetaire-beleidsbeslissingen. BELANGRIJKSTE COMPONENTEN VAN M Het groeitempo op jaarbasis van M bleef in januari sterk, op,%, na gemiddelden van,9% en,% in respectievelijk het vierde en derde kwartaal van (zie Tabel ). M bleef hierdoor de voornaamste drijvende kracht achter de expansie van M, met een bijdrage van,7 procentpunt aan het groeitempo op jaarbasis van M van 7,% dat in januari te zien was (zie Grafiek ). Grafiek Bijdragen aan de twaalfmaands groei van M (bijdragen in procentpunten; groei van M in procenten; voor seizoen en kalendereffecten gecorrigeerd) M overige kortlopende deposito s verhandelbare instrumenten M De matiging van het groeitempo op jaarbasis van M in januari weerspiegelt een lichte daling van de groeicijfers op jaarbasis van de beide componenten van M. Het groeitempo op jaarbasis van de chartale geldomloop daalde in januari tot,%, na in het vierde en derde kwartaal respectievelijk gemiddeld,% en,% te hebben bedragen, terwijl de vraag naar girale deposito s eveneens daalde, tot 9,% in januari, van,% in het vierde kwartaal en,% in het derde kwartaal van. Het groeitempo op jaarbasis van kortlopende deposito s met uitzondering van girale deposi- Bron:.

25 ECONOMISCHE EN MONETAIRE ONTWIKKELINGEN Monetaire en financiële ontwikkelingen to s steeg naar,% in januari, wellicht ten gevolge van het licht hogere niveau van rentevergoeding op deze deposito s, na in het vierde en derde kwartaal van respectievelijk,9% en,% te hebben bedragen. Deze opwaartse beweging verhult de uiteenlopende ontwikkeling in de componenten van deze deposito s: terwijl het groeitempo op jaarbasis van termijndeposito s (d.w.z. deposito s met een vaste looptijd tot en met twee jaar) bleef stijgen, verzwakte het groeitempo op jaarbasis van spaardeposito s (d.w.z. deposito s met een opzegtermijn tot en met drie maanden), en zette daarmee de neerwaartse tendens die de afgelopen kwartalen te zien is geweest, voort. Het groeitempo op jaarbasis van verhandelbare instrumenten dat over het algemeen wordt gekenmerkt door aanzienlijke volatiliteit op de korte termijn daalde in januari tot,%, vergeleken met respectievelijk,% en,% in het vierde en derde kwartaal. Ook hier verhult deze algehele daling enigszins de uiteenlopende ontwikkeling in de onderliggende componenten. Enerzijds zette het groeitempo op jaarbasis van aandelen en participaties in geldmarktfondsen de neerwaartse tendens voort, met een negatief mutatietempo op jaarbasis van -,% in het jaar tot en met januari, na positieve cijfers van,% en,% in respectievelijk het vierde en derde kwartaal van. De vraag naar deze activa, die vaak door huishoudens en bedrijven worden aangehouden als een veilige belegging, niet beïnvloed door de volatiliteit op de financiële markt in tijden van verhoogde onzekerheid, is aldus zeer gematigd gebleven. Dit lijkt erop te duiden dat veilige en liquide monetaire activa in zekere mate worden vervangen door risicovollere en langerlopende waardepapieren. Bovendien daalde het groeitempo op jaarbasis van repo s in januari tot,%, tegen,7% in het vierde kwartaal (zij het met een negatief groeitempo in december) en 9,% in het derde kwartaal van. Anderzijds is de vraag naar schuldbewijzen met een looptijd tot en met twee jaar de afgelopen maanden sterk geweest. Dit is mogelijkerwijs deels een afspiegeling van de opkomst van nieuwe gestructureerde producten waarin deze schuldbewijzen worden gecombineerd met afgeleide instrumenten die aan aandelenkoersen zijn gekoppeld. Dergelijke instrumenten kunnen juist nu bijzonder aantrekkelijk zijn, gezien het feit dat de aandelenkoersen sterk gestegen zijn maar het risicomijdend gedrag van beleggers slechts kort geleden naar een normaal niveau is gedaald. De uitsplitsing van kortlopende deposito s en repo s naar sectoren geeft aan dat huishoudens de afgelopen maanden nog steeds de belangrijkste bijdrage hebben geleverd aan de sterke groei die deze instrumenten te zien geven. Tegelijkertijd daalde de bijdrage van overige financiële intermediairs in het vierde kwartaal van en bleef deze daarna in januari stabiel. Dit markeert een aanzienlijke verandering in de dynamiek die te zien is geweest in de periode tussen september en september, toen de sector overige financiële intermediairs verantwoordelijk was voor twee-derde van de stijging van deze door de particuliere sector aangehouden instrumenten. Omgekeerd stabiliseerde de bijdrage van niet-financiële vennootschappen aan het groeitempo op jaarbasis van kortlopende deposito s en repo s, die in de loop van steeg, zich tussen september en januari op een hoog niveau.

26 Tabel Overzicht monetaire variabelen (kwartaalcijfers zijn gemiddelden; voor seizoen en kalendereffecten gecorrigeerd) Uitstaand bedrag Twaalfmaands groeipercentages als percentage van M ) I II III IV dec. jan. M Chartale geldomloop Girale deposito s M M (= overige kortlopende deposito s) Deposito s met een vaste looptijd tot en met twee jaar Deposito s met een opzegtermijn tot en met drie maanden M M M (= verhandelbare instrumenten) M, 7,,9 7,7,,9,,, 9,,,,, 7, 7,,,7 9, 7,,,,, 7,, 7,,,,,,,,,,,9,,,9,,,, 7,,,7,9,,,,, 7,,, 9,,,,7,, 7, Kredietverlening aan ingezetenen van het eurogebied Kredietverlening aan de overheid Leningen aan de overheid Kredietverlening aan de particuliere sector Leningen aan de particuliere sector Langerlopende financiële passiva (m.u.v. kapitaal en reserves),, 7, 7,9,,,,,,7,, -, -, -,,,,9 7, 7,, 9, 9, 9,9 7, 7,,,9 9, 9,7 9, 9,7, 9,,, Bron:. ) Per de ultimo van de laatste maand waarvoor cijfers beschikbaar zijn. Als gevolg van afronding kunnen zich verschillen voordoen. BELANGRIJKSTE TEGENPOSTEN VAN M Wat betreft de tegenposten liet de twaalfmaands groei van de totale kredietverlening door MFI s aan ingezetenen van het eurogebied in januari een stijging zien tot,%, na groeicijfers van respectievelijk 7,9% en 7,% in het vierde en derde kwartaal. Deze aantrekkende kredietgroei was het gevolg van de aanhoudende opwaartse groeitendens van de kredietverlening aan de particuliere sector, en van een opleving van de dynamiek van de kredietverlening aan de overheidssector (zie Tabel ). Grafiek 7 M en de langerlopende financiële passiva van de MFI s (m.u.v. kapitaal en reserves) (mutaties in procenten per jaar; voor seizoen en kalendereffecten gecorrigeerd) M langerlopende financiële passiva (m.u.v. kapitaal en reserves) In januari steeg de kredietverlening aan de particuliere sector op jaarbasis tot 9,9%, tegen 9,% in het vierde kwartaal van. De opwaartse groeitendens van de kredietverlening aan de particuliere sector hangt niet alleen samen met het huidige lage renteniveau, maar ook met het toegenomen vertrouwen in enkele sectoren van de economie. De groei op jaarbasis van de kredietverlening door MFI s aan de particuliere sector steeg in januari tot 9,7%, tegen 9,% in de maand daarvoor, waarbij Bron:. over alle sectoren gezien de stijging over de gehele linie plaatsvond (zie paragrafen. en.7 voor de ontwikkelingen per sector van de kredietverlening aan de particuliere sector).

27 ECONOMISCHE EN MONETAIRE ONTWIKKELINGEN Monetaire en financiële ontwikkelingen Het groeitempo op jaarbasis van de kredietverlening aan de overheid steeg in januari tot,%, in vergelijking met,7% en,% in respectievelijk het vierde en derde kwartaal van. Dit recente herstel weerspiegelde zowel een stijging van de vraag van overheden naar MFI-krediet als een stijging van de groei op jaarbasis van de door MFI s aangehouden, door overheden uitgegeven schuldbewijzen. Wat betreft de overige tegenposten van M, bleef er sprake van een sterke groei van de beleggingen van de geldaanhoudende sector in langerlopende financiële passiva van MFI s (uitgezonderd kapitaal en reserves) (zie Grafiek 7). Het groeitempo op jaarbasis van deze instrumenten bedroeg in januari,%, na een gemiddelde groei van respectievelijk 9,% en,% in het vierde en derde kwartaal. Deze voortdurende sterke groei wijst op een aanhoudende tendens binnen de geldaanhoudende sector in het eurogebied om in langerlopende financiële instrumenten van het eurogebied te beleggen. Grafiek Tegenposten van M (twaalfmaands stromen; EUR miljard; voor seizoen en kalendereffecten gecorrigeerd) kredietverlening aan de particuliere sector () kredietverlening aan de overheid () netto externe activa () langerlopende financiële passiva (m.u.v. kapitaal en reserves) () overige tegenposten (m.i.v. kapitaal en reserves) () M Bron:. Toelichting: M is alleen als referentie opgenomen (M = ++-+). De langerlopende financiële passiva (m.u.v. kapitaal en reserves) zijn met een omgekeerd teken opgenomen, omdat zij passiva van de MFI-sector vormen. De kapitaalstroom op jaarbasis in de netto externe-vermogenspositie van de MFI-sector werd in januari met EUR miljard weer licht positief, na twee opeenvolgende maanden van kapitaaluitvoer op jaarbasis. De over het geheel genomen neerwaartse tendens in de netto externe-vermogenspositie van de MFI-sector wijst op een toename van de bereidheid binnen de geldaanhoudende sector in het eurogebied om in buitenlandse waardepapieren te beleggen, ten minste in vergelijking met het belang dat niet-ingezetenen aanhouden in activa in het eurogebied (zie Grafiek ). Over het geheel genomen zijn de laatste ontwikkelingen in de netto externe-vermogenspositie in overeenstemming met het terugdraaien van portefeuilleherschikkingen naar monetaire activa dat, zij het in een gematigd tempo, de afgelopen maanden wederom te zien is geweest. Concluderend kan worden gezegd dat in het vierde kwartaal van de ontwikkelingen in de tegenposten van M globaal genomen de recente tendensen hebben bevestigd. De groei van de kredietverlening aan de particuliere sector is dankzij het lage renteniveau sterker geworden en is daarmee een bijdrage blijven leveren aan de monetaire groei. Tegelijkertijd duiden zowel de forse vraag naar langerlopende financiële passiva als de betrekkelijk bescheiden vraag naar aandelen en participaties in geldmarktfondsen op een aanhoudende tendens om de in het verleden verrichte portefeuilleherschikkingen terug te draaien onder invloed van de ontwikkelingen in de netto externe-vermogenspositie van de MFI-sector. ALGEMENE BEOORDELING VAN DE LIQUIDITEIT IN HET EUROGEBIED In het vierde kwartaal van is zowel de nominale money gap die gebaseerd is op de officiële M-reeks als die welke is gebaseerd op de M-reeks gecorrigeerd voor portefeuilleherschikkingen de opwaartse tendens die sinds de tweede helft van is waargenomen, blijven voortzetten, en bereikten deze een nieuw hoogtepunt voor de periode sinds de aanvang van de derde fase van de EMU. 7

28 Grafiek 9 Ramingen van de nominale money gap ) (als percentage van het uitstaande bedrag aan M; voor seizoen en kalendereffecten gecorrigeerd; december 99 = ) nominale money gap op basis van officiële M-cijfers nominale money gap op basis van M gecorrigeerd voor het geraamde effect van portefeuilleherschikkingen ) Grafiek Ramingen van de reële money gap ) (als percentage van het reële uitstaande bedrag aan M; voor seizoen en kalendereffecten gecorrigeerd; december 99 = ) reële money gap op basis van officiële M-cijfers reële money gap op basis van M gecorrigeerd voor het geraamde effect van portefeuilleherschikkingen ) Bron:. ) De maatstaf van de nominale money gap geeft het verschil weer tussen het werkelijke niveau van M en het niveau waarvan sprake zou zijn geweest bij een constante M-groei in overeenstemming met de referentiewaarde van /%, met december 99 als basisperiode. ) Ramingen van de omvang van de portefeuilleherschikkingen naar M op basis van de benadering zoals behandeld in het artikel Monetary analysis in real time in het Monthly Bulletin van oktober. Voor nadere gegevens over recente ontwikkelingen wordt verwezen naar het Kader getiteld Terugdraaien van portefeuilleherschikkingen in het vierde kwartaal van hervat, elders in dit Bron:. ) De maatstaf van de reële money gap geeft het verschil weer tussen het werkelijke niveau van M, gedefleerd met de HICP, en het gedefleerde niveau van M waarvan sprake zou zijn geweest bij een constante nominale M-groei in overeenstemming met de referentiewaarde van /% en een HICP-inflatie conform de door de gehanteerde definitie van prijsstabiliteit, met december 99 als basisperiode. ) Ramingen van de omvang van de portefeuilleherschikkingen naar M op basis van de benadering zoals behandeld in het artikel Monetary analysis in real time in het Monthly Bulletin van oktober. Voor nadere gegevens over recente ontwikkelingen wordt verwezen naar het Kader getiteld Terugdraaien van portefeuilleherschikkingen in het vierde kwartaal van hervat, elders in dit. - De beide gaps bleven echter op een zeer verschillend niveau, in die zin dat de money gap die is gebaseerd op de gecorrigeerde M-reeks op een aanmerkelijk lager niveau ligt (zie Grafiek 9). Gezien de kennelijke hervatting van het terugdraaien van portefeuilleherschikkingen die in het verleden plaatsvonden, is het verschil tussen de twee money gap-maatstaven de afgelopen maanden echter kleiner geworden. Bij de reële money gaps wordt rekening gehouden met het feit dat de opgebouwde liquiditeit deels is geabsorbeerd door hogere prijzen, zoals blijkt uit de inflatie die zich boven de door de nagestreefde prijsstabiliteit beweegt. De reële money gaps gebaseerd op de officiële M- reeks en op de voor de geraamde invloed van portefeuilleherschikkingen gecorrigeerde M zijn beide lager dan de respectieve nominale money gap-maatstaven (zie Grafiek 9 en ). Er dient op gewezen te worden dat deze mechanische maatstaven slechts een globale inschatting van de liquiditeitssituatie bieden. Aangezien de basisperiode in zekere mate willekeurig gekozen wordt, is de uitkomst van deze maatstaven met aanzienlijke onzekerheid omgeven. De maatsta-

29 ECONOMISCHE EN MONETAIRE ONTWIKKELINGEN Monetaire en financiële ontwikkelingen ven dienen dan ook met beleid te worden gehanteerd. De onzekerheid blijkt duidelijk uit de uiteenlopende ramingen die van de vier bovengenoemde maatstaven worden afgeleid. Hoewel de ramingen onzeker zijn, wijst het globale beeld dat uit deze maatstaven kan worden opgemaakt niettemin op de aanwezigheid van ruime liquiditeit in het eurogebied. Een sterke monetaire groei en een sterke groei van de kredietverlening tegen een achtergrond van reeds ruime liquiditeit leveren opwaartse risico s op voor de prijsstabiliteit op de middellange tot langere termijn. Bovendien betekenen deze ontwikkelingen dat de prijsdynamiek van activa nauwlettend in het oog moet worden gehouden omdat mogelijkerwijs prijsafwijkingen kunnen ontstaan.. BELEGGINGEN VAN DE NIET-FINANCIËLE SECTOR EN INSTITUTIONELE BELEGGERS In het derde kwartaal van is de twaalfmaands groei van beleggingen door de niet-financiële sector marginaal gedaald. Tegelijkertijd zijn de inleg bij beleggingsfondsen en de beleggingen van verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen verder toegenomen. NIET-FINANCIËLE SECTOR In het derde kwartaal van, het jongste waarvoor deze gegevens beschikbaar zijn, bedroeg de twaalfmaands groei van beleggingen door de niet-financiële sector,%, na in het tweede kwartaal,% te hebben opgetekend (zie Tabel ). Deze ontwikkeling weerspiegelt een gematigde daling van de twaalfmaands groei van zowel langlopende als kortlopende beleggingen, en vormt een bevestiging van de aanwijzingen in eerdere kwartalen dat het kleiner worden van het verschil tussen de twee groeicijfers dat tot medio te zien was, daarna ten einde was gekomen (zie Grafiek ). Grafiek Beleggingen van de niet-financiële sector (mutaties in procenten per jaar) kortlopende beleggingen ) langlopende beleggingen ) De daling van de twaalfmaands groei van langlopende beleggingen die in het derde kwartaal van te zien was werd voornamelijk bepaald door een verdere daling van de twaalfmaands groei van beleggingen in genoteerde aandelen maar ook door eenzelfde daling in langlopende schuldbewijzen. Tegelijkertijd trok de twaalfmaands groei van beleggingen in beleggingsfondsen verder aan, hetgeen erop lijkt te wijzen dat de terughoudendheid onder beleggers om in langerlopende activa te beleggen voornamelijk betrekking heeft op directe beleggingen in aandelen. Wat betreft de kortlopende beleggingen, werd de daling van het twaalfmaands groeicijfer bepaald door de lagere twaalfmaands groei van chartale kassen en andere direct opvraagbare deposito s. Het twaalfmaands groeitempo van beleggingen in geldmarktfondsen steeg, maar bleef negatief. 9 7 Bron:. ) Met inbegrip van chartaal geld, kortlopende deposito s, kortlopende schuldbewijzen, aandelen/participaties in geldmarktfondsen en vooruitbetalingen van verzekeringspremies en reserves voor uitstaande aanspraken. ) Met inbegrip van langerlopende deposito s, langlopende schuldbewijzen, genoteerde aandelen in beleggingsfondsen m.u.v. aandelen/participaties in geldmarktfondsen en het netto aandeel van huishoudens in levensverzekeringsreserves en reserves van pensioenfondsen

30 Tabel Beleggingen van de niet-financiële sector in het eurogebied Beleggingen Chartaal geld en deposito s Effecten m.u.v. aandelen waarvan: kortlopend waarvan: langlopend Aandelen in beleggingsfondsen waarvan: aandelen in beleggingsfondsen m.u.v. aandelen/participaties in geldmarktfondsen waarvan: aandelen/participaties in geldmarktfondsen Genoteerde aandelen Verzekeringstechnische reserves M ) Twaalfmaands winsten en verliezen op door de niet-financiële sector aangehouden effecten (% bbp) Uitstaand bedrag als percentage van totale beleggingen ) Twaalfmaands groeipercentages III IV I II III IV I II III,,,,,,,,,,,,,,,,9,,7 -, -, -,7,,,,,, -, -,7 -,,,9, -, -, -, -, -,9 -,,,,,,, 7, 7,,,,,7,,,,,,7,,7,,,9,, 9,9,,7, -, -, -, -,,,,,,,9, -, -,,,7,,,,,,, 7, 7,,,,,, 7,,,,,,,,,9,9, Bron:. Toelichting: Voor nadere gegevens wordt verwezen naar Tabel. in Statistieken voor het eurogebied. ) Per de ultimo van het laatste kwartaal waarvoor gegevens beschikbaar zijn. Als gevolg van afronding kunnen zich verschillen voordoen. ) Per de kwartaalultimo. Het monetaire aggregaat M omvat mede door niet-mfi s in het eurogebied (d.w.z. de niet-financiële sector en niet-monetaire financiële instellingen) bij MFI s in het eurogebied en de centrale overheid aangehouden monetaire instrumenten. INSTITUTIONELE BELEGGERS De twaalfmaands groei van de waarde van alle door beleggingsfondsen aangehouden activa steeg in het derde kwartaal van verder, en wel tot,%, na in het tweede kwartaal 7,% te hebben bedragen. Dit weerspiegelt voornamelijk ontwikkelingen in de waarde van aangehouden aandelen. Waardeveranderingen in de stand van de totale activa omvatten waarderingseffecten die voortvloeien uit veranderingen in de activaprijzen. Uit de door de EFAMA aangeleverde stroomgegevens blijkt dat de netto verkopen van beleggingsfondsen (exclusief geldmarktfondsen) in het derde kwartaal van op jaarbasis zijn gestegen ten opzichte van het tweede kwartaal. Met name de vraag naar obligatiefondsen gaf een verdere stijging te zien en wel naar het hoogste niveau dat sinds is opgetekend terwijl de netto inleg op jaarbasis bij aandelenfondsen voor het eerst sinds het tweede kwartaal van weer aantrok (zie Grafiek ). Tegelijkertijd bleef de netto inleg op jaarbasis bij geldmarktfondsen relatief gematigd. Het groeitempo op jaarbasis van de totale beleggingen van verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen in het eurogebied steeg in het derde kwartaal van tot,7%, van,% in het voorgaande kwartaal (zie Grafiek ). Dit weerspiegelt hoofdzakelijk een opleving in de beleggingen in vermogenscategorieën met langere looptijden en, in mindere mate, in activa met kortere looptijden. Met name de twaalfmaands groei van langlopende effecten met uitzondering van aandelen trok verder aan, tot,% het hoogste niveau sinds 99. Voorts is het twaalfmaands groeitempo van beleggingen in genoteerde aandelen verder versterkt, zij het in lager tempo, tot,9%, in vergelijking met,% in het voorgaande kwartaal. Wat betreft activa met kortere looptijden lijken verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen met name hun beleggingen in aandelen van geldmarktfondsen te hebben ver- De European Fund and Asset Management Association (EFAMA) verschaft informatie over de netto verkopen (of netto inleg bij) openbare open-end aandelen- en obligatiefondsen voor Duitsland, Griekenland, Spanje, Frankrijk, Italië, Luxemburg, Oostenrijk, Portugal en Finland. Zie voor meer informatie het kader Recente ontwikkelingen in de netto inleg bij aandelenen obligatiefondsen in het eurogebied in het van juni.

31 ECONOMISCHE EN MONETAIRE ONTWIKKELINGEN Monetaire en financiële ontwikkelingen Grafiek Netto inleg per jaar bij beleggingsfondsen (naar fondstype) (EUR miljard) geldmarktfondsen aandelenfondsen ) obligatiefondsen ) Grafiek Beleggingen van verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen (mutaties in procenten per jaar; bijdragen in procentpunten) aandelen in beleggingsfondsen genoteerde aandelen effecten m.u.v. aandelen overige ) totaal Bronnen: en EFAMA. ) Berekeningen van de op basis van door EFAMA aangeleverde nationale gegevens. 999 Bron:. ) Met inbegrip van leningen, deposito s en verzekeringstechnische reserves. hoogd. De koerswinsten op het totale bezit aan effecten zijn in het derde kwartaal van aanzienlijk gestegen ten opzichte van het tweede kwartaal van dat jaar. Al met al wijzen de gegevens betreffende beleggingsfondsen en verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen erop dat er in de niet-financiële sector enige bereidheid bestaat om via institutionele beleggers te beleggen in risicovollere financiële instrumenten zoals aandelen, terwijl er nog steeds een zekere terughoudendheid lijkt te bestaan ten aanzien van directe beleggingen in aandelen.. GELDMARKTRENTE Tegen de achtergrond van sterker wordende marktverwachtingen van een verdere stijging van de basisrentetarieven van de, steeg tussen december en februari de geldmarktrente voor alle looptijden. Aangezien de stijgingen voor de verschillende looptijden van gelijke omvang waren, bleef de helling van de geldmarktrendementscurve over de driemaandsperiode als geheel goeddeels onveranderd. Na gedurende november substantieel te zijn gestegen als gevolg van marktverwachtingen van een stijging van de basisrentetarieven van de op december, ging de geldmarktrente tussen begin december en eind februari verder omhoog. In december en januari bleef de eenmaands rente globaal stabiel, terwijl de driemaands en de twaalfmaands rente stegen door marktverwachtingen van een verdere stijging in maart van de basisrentetarieven van de. Gegeven de soliditeit van deze verwachtingen, begon in februari ook de eenmaands rente significant te stijgen, terwijl de driemaands en de twaalfmaands rente een gematigder stijging lieten zien. De eenmaands, driemaands, zesmaands en twaalfmaands rente bedroegen op maart respectievelijk

32 ,%,,%,,79%, en,99%, oftewel, 9, en basispunten hoger dan de niveaus van eind november. Als gevolg van deze ontwikkelingen is de helling van de geldmarktrendementscurve, die gedurende december en januari steiler was geworden, in februari weer afgevlakt. Gedurende de afgelopen drie maanden als geheel is de helling van de rendementscurve globaal onveranderd gebleven. Het ecart tussen de twaalfmaands en de eenmaands EURIBOR bedroeg op maart 9 basispunten, vergeleken met basispunten op november (zie Grafiek ). Sinds eind november hebben marktdeelnemers hun verwachtingen aangepast betreffende het beloop van de korte rente in de loop van. Terwijl de verwachtingen voor de eerste paar maanden van licht neerwaarts zijn bijgesteld, zijn de verwachtingen voor de tweede helft van opwaarts bijgesteld. Deze ontwikkelingen worden weerspiegeld in de rentevoeten zoals impliciet begrepen in de driemaands EURIBOR-futures met vervaldata in juni, september en december, die op maart respectievelijk,9%,,% en,% bedroegen, een stijging van respectievelijk, 7 en basispunten ten opzichte van de niveaus van eind november (zie Grafiek ). De impliciete volatiliteit afgeleid uit opties op driemaands EURIBOR-futures is tussen december en februari substantieel gedaald, om op de historisch gezien zeer lage niveaus van eind februari uit te komen. De ontwikkeling van de impliciete volatiliteit gedurende de afgelopen drie maanden, na de rentestap van de en haar communicatiebeleid sinds december, duidt op een daling, tot een Grafiek Korte geldmarktrente (procenten per jaar; procentpunten; daggegevens) Grafiek Driemaands rentetarieven en de rente op futures-contracten in het eurogebied (procenten per jaar; daggegevens),,,7,,, eenmaands EURIBOR (links) driemaands EURIBOR (links) twaalfmaands EURIBOR (links) marge tussen twaalfmaands en eenmaands EURIBOR (rechts) feb. mrt. apr. mei juni juli aug. sept. okt. nov. dec. jan. feb.,,,, -,,,,,,9,,7,,,,,,, driemaands EURIBOR rente op futures-contracten op maart rente op futures-contracten op november I II III IV I II III IV,,,,,9,,7,,,,,,, Bron: : Reuters. Bron: Reuters. Toelichting: Driemaands futures-contracten voor levering aan het eind van het lopende kwartaal en de volgende drie kwartalen, zoals op Liffe genoteerd.

33 ECONOMISCHE EN MONETAIRE ONTWIKKELINGEN Monetaire en financiële ontwikkelingen Grafiek Impliciete volatiliteit afgeleid van opties op driemaands EURIBOR futures-contracten met vervaldatum in september (procenten per jaar; basispunten; daggegevens) procenten per jaar (links) basispunten (rechts) Grafiek 7 -rentevoeten en de daggeldrente (procenten per jaar; daggegevens) minimale inschrijvingsrente bij basisherfinancieringstransacties marginale beleningsrente depositorente daggeldrente (EONIA) marginale rente op basis-herfinancieringstransacties,,,,,,,,,, juli aug. sept. okt. nov. dec. jan. feb.,, Bronnen: Bloomberg en berekeningen van de. Toelichting: De maatstaf in basispunten is het product van de impliciete volatiliteit in procenten en de overeenkomstige rente (zie ook het Kader Maatstaven voor impliciete volatiliteit op basis van opties op korte-rentefutures in het van mei ). I II III IV I Bronnen: en Reuters. zeer laag niveau, van de onzekerheid onder marktdeelnemers over het verwachte beloop van de korte rente in de komende maanden (zie Grafiek ). In december stegen de rentes in het zeer korte segment van de geldmarktrendementscurve als gevolg van het besluit van december om de basisrentetarieven van de met basispunten te verhogen. Uitgezonderd de gebruikelijke kerst- en eindejaarseffecten (die met succes werden beperkt door de verschaffing van ruime liquiditeit door de teneinde tegenwicht te bieden aan de bijkomende onzekerheid over de autonome factoren gedurende deze periode), bleef de EONIA stabiel op,%. In de in januari en februari begonnen aanhoudingsperioden stond de EONIA (uitgezonderd enige uit de liquiditeitsverhoudingen voortkomende volatiliteit begin februari) op een stabiel niveau van respectievelijk,% en,%, en 9 basispunten boven de minimale inschrijvingsrente voor de basisherfinancieringstransacties van het Eurosysteem. Tegen eind februari begon de daggeldrente te stijgen om op februari uit te komen op,%, als gevolg van eindemaandseffecten. Gedurende de afgelopen drie maanden heeft de het in oktober goedgekeurde ruime liquiditeitsbeleid voortgezet. In december en januari werd in het merendeel van de toewijzingen op de basisherfinancieringstransacties liquiditeit verschaft tegen een marginale en gewogen gemiddelde rente van respectievelijk,% en,%, in februari stijgend naar,% en,%. In de laatste basisherfinancieringstransactie van de aanhoudingsperiode die eindigde op 7 maart, stegen de marginale en gewogen gemiddelde rente verder naar respectievelijk,% en,% (zie Grafiek 7). Nadere informatie over de korte rente en de liquiditeitsverhoudingen in de drie meest recente aanhoudingsperioden wordt gegeven in Kader.

34 De marginale en de gewogen gemiddelde rente op de langerlopende herfinancieringstransactie die op december is verricht, stegen met basispunten ten opzichte van de vorige transactie, tot respectievelijk,% en,%, slechts en basispunten lager dan de op die dag geldende driemaands EURIBOR. De transactie werd beïnvloed door een foutieve inschrijving van een tegenpartij (zie tevens Kader ). De marginale toewijzingsrente op de transacties die op januari en februari werden verricht de eerste transacties waarbij het toewijzingsbedrag boven EUR miljard lag bedroeg respectievelijk,7% en,7%, en basispunten lager dan de op die dagen geldende driemaands EURIBOR. Kader LIQUIDITEITSVERHOUDINGEN EN MONETAIRE-BELEIDSTRANSACTIES TUSSEN 9 NOVEMBER EN 7 FEBRUARI In dit Kader wordt ingegaan op het liquiditeitsbeheer van de tijdens de drie reserve-aanhoudingsperioden die eindigden op december, 7 januari en 7 februari. Liquiditeitsbehoefte van het bankwezen De liquiditeitsbehoefte van banken vertoonde in de verslagperiode een sterk seizoenpatroon, zoals in voorgaande jaren te zien is geweest, voornamelijk als gevolg van de toename van de bankbiljetten in omloop (zie Grafiek A). De bankbiljettencirculatie, die de grootste autonome factor vormt (d.w.z. een factor die niet wordt bepaald door de werking van monetaire-beleidsinstrumenten), bereikte op december een historisch hoogtepunt van EUR 7, miljard. Over het geheel genomen droegen autonome factoren voor gemiddeld EUR miljard bij aan het liquiditeitstekort van het Eurosysteem tijdens de verslagperiode. De reserveverplichtingen, de andere grote factor in de liquiditeitsbehoefte van het bankwezen, stegen gedurende dezelfde periode tot EUR miljard. Grafiek A Liquiditeitsbehoefte van het bankwezen en liquiditeitsvoorziening (EUR miljard; de daggemiddelden voor de gehele periode zijn naast elke post weergegeven) basis-herfinancieringstransacties: EUR, miljard langerlopende herfinancieringstransacties: EUR 9, miljard op rekeningen-courant aangehouden bedragen: EUR, miljard niveau reserveverplichtingen (reserveverplichtingen: EUR,9 miljard; overreserves: EUR, miljard) nov. Bron:. Autonome factoren: EUR 7,7 miljard De gemiddelde dagelijkse overreserves (d.w.z. de in rekening-courant aangehouden tegoeden voorzover die de reserveverplichtingen te boven gaan), droegen in de beschouwde periode gemiddeld EUR, miljard bij aan het liquiditeitstekort in het Eurosysteem. De gemiddelde overreserves bereikten in de reserve-aanhoudingsperiode die eindigde op december een recordniveau van EUR, miljard vanwege onverwacht hoge liquiditeitsaanhoudingen bij afzonderlijke banken. dec. 7 jan. 7 feb Liquiditeitsvoorziening Liquiditeitsbehoefte

35 ECONOMISCHE EN MONETAIRE ONTWIKKELINGEN Monetaire en financiële ontwikkelingen In de daaropvolgende twee aanhoudingsperioden daalden de gemiddelde overreserves naar respectievelijk EUR, miljard en EUR,7 miljard (zie Grafiek B). Aanbod van liquiditeit en de rentetarieven Parallel aan de seizoengebonden piek in de behoefte aan liquiditeit nam ook het volume van de open-markttransacties tijdelijk toe (zie Grafiek A). De via basisherfinancieringstransacties toegewezen liquiditeit bedroeg gemiddeld EUR, miljard. De verhouding tussen inschrijvingen van tegenpartijen en toewijzingen daalde gedurende december naar niveaus tussen, en,, om vervolgens weer te stijgen naar rond,. De gemiddelde verhouding tussen inschrijvingen en toewijzingen bedroeg, in de verslagperiode. Overeenkomstig het besluit van de Raad van Bestuur om het toewijzingsbedrag voor de langerlopende herfinancieringstransacties te verhogen van EUR miljard naar EUR miljard, steeg de door deze transacties verschafte liquiditeit in de verslagperiode van EUR 9 miljard naar EUR miljard. De aanhoudingsperiode die eindigde op december Grafiek B Overreserves ) (EUR miljard; gemiddeld niveau per aanhoudingsperiode),,,, In oktober heeft de aan marktdeelnemers laten weten dat zij niet gelukkig was met de opwaartse tendens in het ecart tussen de EONIA (euro overnight index average) en de minimale inschrijvingsrente. Derhalve besloot zij in alle behalve de laatste basisherfinancieringstransacties van een aanhoudingsperiode EUR miljard meer toe te wijzen dan de referentietoewijzing. De toepassing van deze maatregel werd verlengd gedurende de aanhoudingsperiode die eindigde op december. Deze periode begon met marginale en gewogen gemiddelde rentes voor de basisherfinancieringstransacties van respectievelijk,% en,%, terwijl de EONIA,% bedroeg. De verwachtingen van marktdeelnemers betreffende een wijziging van de basisrentetarieven van de werden eind november sterker. Ondanks het feit dat binnen het nieuwe kader een rentewijziging pas in werking treedt aan het begin van de volgende aanhoudingsperiode, steeg,,9,,7, Bron:. ) Door banken op rekeningen-courant boven de reserveverplichtingen aangehouden tegoeden. Grafiek C De EONIA en de rentevoeten van de (dagelijkse rentevoeten in procenten) basis-herfinancieringstransacties, marginale rentevoet basis-herfinancieringstransacties, minimale inschrijvingsrente EONIA bandbreedte gevormd door de rente op de marginale beleningsfaciliteit en die op de depositofaciliteit,,,7,,,,7,,, 9 nov. Bron:. dec. 7 jan.,,9,,7, 7 feb.,,,7,,,,7,,,

36 de EONIA naar,9% terwijl de marginale rente,% bereikte. In het licht van deze onverwachte marktreactie, wees de ook bij de laatste basisherfinancieringstransactie van die aanhoudingsperiode EUR miljard boven de referentietoewijzing toe. De marginale rente bleef staan op,9%, maar de EONIA liep vervolgens terug naar,%. Op de laatste dag van de aanhoudingsperiode, haalde de met een fine-tuning -transactie een verwacht liquiditeitsoverschot ten bedrage van EUR 7, miljard uit de markt. Op de laatste dag van de aanhoudingsperiode bedroeg het netto beroep op de depositofaciliteit EUR,77 miljard, terwijl de EONIA daalde naar,%. De aanhoudingsperiode die eindigde op 7 januari Tijdens de op december gehouden vergadering heeft de Raad van Bestuur van de besloten de basisrentetarieven van de met basispunten te verhogen. De wijziging trad in werking aan het begin van de nieuwe aanhoudingsperiode, die begon op december. De was voornemens het ruime toewijzingsbeleid gedurende deze aanhoudingsperiode voort te zetten, en wees dienovereenkomstig op december EUR miljard meer toe dan de referentietoewijzing. Dit additionele toewijzingsbedrag werd echter geleidelijk verder verhoogd tot EUR miljard bij de volgende basisherfinancieringstransacties in de kerstperiode en aan het einde van het jaar, waarna bij de laatste toewijzing van de aanhoudingsperiode wederom het referentiebedrag werd toegewezen. In de op december verrekende langerlopende herfinancieringstransactie was een foutieve inschrijving er de oorzaak van dat de het voorgenomen bedrag van EUR miljard niet kon toewijzen. Er kon slechts EUR, miljard worden verrekend. Om de resulterende onevenwichtigheid in de liquiditeitsverhoudingen tegen te gaan, verrichte de de volgende dag een extra langerlopende herfinancieringstransactie voor het ontbrekende bedrag. Gedurende de eerste week van de aanhoudingsperiode stond de EONIA op,%, om vervolgens in de kerstperiode naar,% te stijgen. Tegelijkertijd stond de marginale rente op,9-,% en de gewogen gemiddelde rente op,-,%. De additionele vraag voor het einde van het jaar leidde tot een stijging van de EONIA tot,% op december, het geringste ecart boven de minimale inschrijvingsrente aan het einde van het jaar tot dusver. In de eerste twee weken van bleef de EONIA stabiel op,%, maar als gevolg van de marktverwachtingen van ruime liquiditeitsverhoudingen, daalde de EONIA op vrijdag januari tot,%. Liquiditeitsverkrappingsfouten in de autonome factoren en de overreserves stuwden de EONIA de maandag daarop omhoog tot,%. Op de laatste dag van de aanhoudingsperiode bedroeg het netto beroep op de depositofaciliteit EUR,79 miljard, terwijl de EONIA uitkwam op,%. De aanhoudingsperiode die eindigde op 7 februari Het ruime toewijzingsbeleid werd ook in de volgende aanhoudingsperiode voortgezet. Gedurende de eerste twee weken van de aanhoudingsperiode was de EONIA betrekkelijk stabiel op,%, maar steeg naar,% op vrijdag februari, om op de twee laatste dagen van de periode weer te dalen naar,%. De kortdurende stijging van de daggeldrente was het gevolg van een verkrapping van de liquiditeitsverhoudingen na de toewijzing op de laatste basisherfinancieringstransactie. De marginale rente steeg licht van,% naar,%, terwijl de gewogen gemiddelde rente stabiel bleef op,%. Op de laatste dag van de aanhoudings-

37 ECONOMISCHE EN MONETAIRE ONTWIKKELINGEN Monetaire en financiële ontwikkelingen periode verrichte de een liquiditeitsverruimende fine-tuning -transactie ten bedrage van EUR, miljard om een voorziene liquiditeitsonevenwichtigheid van EUR,7 miljard tegen te gaan. De aanhoudingsperiode eindigde enigszins ruim, met een beroep op de depositofaciliteit van in totaal EUR,7 miljard en de EONIA op,%.. OBLIGATIEMARKTEN De rendementen op langlopende overheidsobligaties zijn mondiaal sedert eind november marginaal gestegen. De rendementen op overheidsobligaties in het eurogebied, met name die met middellange looptijden, werden beïnvloed door aanwijzingen op basis waarvan marktdeelnemers op de korte termijn een verbetering verwachtten van de economische bedrijvigheid in het eurogebied. De mate van onzekerheid is op de meeste belangrijkste obligatiemarkten laag gebleven. Tussen eind november en maart zijn de rendementen op tienjaars overheidsobligaties in zowel het eurogebied als de Verenigde Staten licht gestegen, en wel tot respectievelijk,% en,% aan het einde van de verslagperiode (zie Grafiek ). Desalniettemin zijn naar historische maatstaven de rendementen op langlopende obligaties aan weerszijden van de Atlantische oceaan op betrekkelijk lage niveaus gebleven. Het lage niveau van de obligatierendementen in beide economieën blijft derhalve deels toe te schrijven aan de gematigde risicopre- Grafiek Rendement op langlopende overheidsobligaties (procenten per jaar; daggegevens),9,7,,,,9,7,,, eurogebied (links) Verenigde Staten (links) Japan (rechts) II III IV I Bronnen: Bloomberg en Reuters. Toelichting: De rendementen op langlopende overheidsobligaties hebben betrekking op tienjaars obligaties of obligaties met de meest vergelijkbare looptijd.,,,, Grafiek 9 Impliciete volatiliteit van de obligatiemarkt (procenten per jaar; voortschrijdend tiendaags gemiddelde van daggegevens) 7,,,,,, Duitsland Verenigde Staten Japan II III IV I Bron: Bloomberg. Toelichting: De impliciete volatiliteiten zijn die voor algemene futures-contracten, met een "roll-over"-clausule dagen vóór de vervaldatum, zoals door Bloomberg gedefinieerd. Dit houdt in dat, dagen vóór afloop van het contract, de keuze van het contract voor de berekening van de impliciete volatiliteit wordt gewijzigd van het contract dat de vervaldatum nadert naar het volgende contract. 7,,,,,, 7

38 Grafiek Impliciete termijndaggeldrente in het eurogebied (procenten per jaar; daggegevens),, maart november juni,, Grafiek Reëel obligatierendement en break-even -inflatie in het eurogebied (procenten per jaar; ongerekend kosten; daggegevens) break-even -inflatie break-even -inflatie reëel obligatierendement reëel obligatierendement,,,,,,,,,,,,,,,,,,,, 7 9,9,,,9,, Bron: Raming van de. Toelichting: De impliciete termijnrendementscurve, die is afgeleid van de in de markt waargenomen rente-termijnstructuur, geeft de marktverwachtingen weer ten aanzien van de toekomstige korte-renteniveaus. De voor het berekenen van deze impliciete termijnrendementscurves gebruikte methode is uiteengezet in Kader in het van januari 999. De bij de ramingen gebruikte gegevens zijn afgeleid uit swapcontracten., I II III IV I Bronnen: Reuters en berekeningen van de. Toelichting: De reële-obligatierendementen zijn afgeleid van de beurskoersen van aan de HICP voor het eurogebied (met uitzondering van de tabaksprijzen) geïndexeerde Franse en Italiaanse overheidsobligaties. De voor de berekening van de "break-even"-inflatie gebruikte methode is uiteengezet in Kader in het van februari., mie die beleggers verlangen voor het aanhouden van langlopende obligaties, en deels aan de sterke inflatieverwachtingen voor de lange termijn. Het rendementsecart tussen tienjaars overheidsobligaties in de Verenigde Staten en die in het eurogebied is in deze periode globaal ongewijzigd gebleven en bedroeg aan het eind van de verslagperiode basispunten. Het rendement op tienjaars overheidsobligaties in Japan steeg in dezelfde periode tot,% op maart. De onzekerheid onder marktdeelnemers ten aanzien van de korte-termijnontwikkelingen in het marktsegment voor tienjaars obligaties, zoals blijkt uit de impliciete volatiliteit die kan worden afgeleid uit obligatie-opties, is in het eurogebied en in de Verenigde Staten licht gedaald, terwijl deze in Japan iets is gestegen (zie Grafiek 9). Hoewel aan sterke schommelingen onderhevig gedurende de verslagperiode, is het rendement op nominale langlopende obligaties in de Verenigde Staten in de afgelopen drie maanden licht gestegen. Al met al bleven de gepubliceerde gegevens omtrent de indicatoren van de gerealiseerde en de verwachte bedrijvigheid wijzen op een betrekkelijk sterke economische groei. Toch bleven de bbp-cijfers voor de Verenigde Staten over het vierde kwartaal van ver onder de verwachtingen van de marktdeelnemers, hetgeen leek te leiden tot enige bezorgdheid ten aanzien van de vooruitzichten voor de bedrijvigheid op de korte termijn. Dit wordt bevestigd door het feit dat de reële rendementen op geïndexeerde obligaties gedurende de verslagperiode globaal zijn gedaald, waarbij de korterlopende obligaties een sterkere daling lieten zien. Daarnaast is de rendementscurve in de Verenigde Staten verder afgevlakt, en vertoonde in een aantal looptijdsegmenten zelfs een omkering. Ofschoon een omgekeerde rendementscurve in het verleden als teken van een

39 ECONOMISCHE EN MONETAIRE ONTWIKKELINGEN Monetaire en financiële ontwikkelingen krimpende economische groei kon worden gezien, moet worden opgemerkt dat de helling van de rendementscurve in de Verenigde Staten wellicht nu wordt vertekend door de uitzonderlijk lage risicopremies die in de rendementen op langlopende obligaties zijn verdisconteerd. De verdere stijging van de olieprijzen in de afgelopen drie maanden lijkt opwaartse druk te hebben uitgeoefend op de obligatierendementen in de Verenigde Staten doordat beleggers hun inflatieverwachtingen hebben opgeschroefd. Deze interpretatie wordt geschraagd door het feit dat de break-even -inflatiecijfers in de Verenigde Staten, vooral voor de kortere looptijden, sinds eind november zijn gestegen. Zo nam de break-even -inflatie afgeleid van de nominale en reële rendementen op obligaties met vervaldata in 9, in de afgelopen drie maanden met rond basispunten toe. Al met al is het rendement op langlopende obligaties in het eurogebied in de afgelopen drie maanden licht gestegen. De obligatierendementen werden gunstig beïnvloed door de indicatoren op basis van enquêtes die per saldo Grafiek Aandelenindices (index: maart = ; daggegevens) II III IV I duidden op een aantrekkende economische groei in het eurogebied in, ondanks het licht tegenvallende economische groeicijfer in het laatste kwartaal van. De perceptie dat beleggers een opleving verwachten van de bedrijvigheid in het eurogebied op de korte termijn strookt met de stijging van het reële rendement op geïndexeerde obligaties met vervaldata in met ongeveer basispunten in de laatste drie maanden (zie Grafiek ). De marktverwachtingen ten aanzien van de monetaire-beleidskoers van de zijn in deze periode niet beduidend veranderd, al worden iets hogere beleidsrentevoeten verwacht voor de korte en de middellange termijn (zie Grafiek ). Toch bleven de rendementen op obligaties in het eurogebied vrijwel onveranderd na het besluit van de de minimale inschrijvingsrente voor de basisherfinancieringstransacties met basispunten te verhogen tot,% op december. Deze rustige reactie op de obligatiemarkten duidt erop dat de financiële markten met de verkrapping van het monetaire beleid rekening hadden gehouden. De inflatieverwachtingen van de marktdeelnemers voor het eurogebied bleven vrijwel ongewijzigd gedurende de verslagperiode. Dit komt tot uiting in de slechts marginale wijzigingen van de break-even -inflatiecijfers voor alle looptijden (zie Grafiek ). De break-even -inflatiecijfers in het eurogebied zijn derhalve bestand gebleven tegen de olieprijsstijgingen gedurende de afgelopen drie maanden. Op maart bedroeg de tienjaars break-even -inflatie,%. 9 9 eurogebied Verenigde Staten Japan Bronnen: Reuters en Thomson Financial Datastream. Toelichting: Ruime Dow Jones EURO STOXX-index voor het eurogebied, Standard & Poor's -index voor de Verenigde Staten en Nikkei -index voor Japan. 9 9 Zie het Kader Does the flattening of the US yield curve signal lower growth ahead? in het Monthly Bulletin van februari. 9

40 De impliciete volatiliteit op de obligatiemarkten in het eurogebied is zowel in december als in de eerste twee maanden van licht gedaald, en bleef daarmee op naar historische maatstaven tamelijk lage niveaus (zie Grafiek 9). Dientengevolge is de onzekerheid onder de marktdeelnemers ten aanzien van de korte-termijnontwikkelingen in de rendementen op tienjaars obligaties vrij beperkt gebleven. Dit lijkt te duiden op de verwachting dat het lage niveau van de lange rente in het eurogebied en in de hele wereld zal aanhouden.. AANDELENMARKTEN De afgelopen drie maanden werden gekenmerkt door sterke koersstijgingen op de belangrijkste aandelenmarkten. De mondiale aandelenkoersen werden geschraagd door zowel de gerealiseerde als de verwachte hoge bedrijfswinsten. De aandelenkoersen in het eurogebied en de Verenigde Staten zijn in de afgelopen drie maanden gestegen. Tevens zijn de aandelenkoersen in Japan opgelopen, ondanks de aanzienlijke volatiliteit gedurende de periode. Tussen eind november en maart stegen de aandelenkoersen in het eurogebied en in de Verenigde Staten, afgemeten aan respectievelijk de Dow Jones EURO STOXXindex en de Standard & Poor s -index, met rond % en % (zie Grafiek ). De aandelenkoersen in Japan, afgemeten aan de Nikkei -index zijn gedurende dezelfde periode met ongeveer 7% opgelopen. Grafiek Aandelenindices (index: maart = ; daggegevens) eurogebied Verenigde Staten Japan De onzekerheid op de aandelenmarkten, afgemeten aan de impliciete volatiliteit afgeleid uit aandelenopties, is in de Verenigde Staten globaal stabiel gebleven, in het eurogebied licht gestegen, en in Japan fors opgelopen (zie Grafiek ). II III IV I In Japan kunnen de toegenomen onzekerheid op de aandelenmarkten en de sterke daling van de aandelenkoersen tegen het einde van de verslagperiode deels worden toegeschreven aan het onderzoek rond verdenkingen van marktbeïnvloeding door de bestuurders van een Japans internetbedrijf medio januari. Al met al werden de aandelenkoersen in Japan waarschijnlijk wel gestimuleerd door de betrekkelijk gunstige berichten ten aanzien van de economische groei en de bedrijfswinsten. Daardoor werd het sterke herstel voorgezet dat sinds begin is opgetreden. Tegen de achtergrond van betrekkelijk gunstige winstcijfers zijn de aandelenkoersen in de Verenigde Staten in de afgelopen drie maanden gestegen. Zo heeft Thomson Financial 9 9 Bronnen: Reuters en Thomson Financial Datastream. Toelichting: Ruime Dow Jones EURO STOXX-index voor het eurogebied, Standard & Poor's -index voor de Verenigde Staten en Nikkei -index voor Japan. 9 9

41 ECONOMISCHE EN MONETAIRE ONTWIKKELINGEN Monetaire en financiële ontwikkelingen Grafiek Impliciete volatiliteit van de aandelenmarkt (procenten per jaar; voortschrijdend tiendaags gemiddelde van daggegevens) eurogebied Verenigde Staten Japan,,,, Grafiek Ontwikkeling van de verwachte bedrijfswinst per aandeel in het eurogebied en de Verenigde Staten (procenten per jaar; maandgegevens) eurogebied, korte termijn ) eurogebied, lange termijn ) Verenigde Staten, korte termijn ) Verenigde Staten, lange termijn ),, 7, 7,,,,,, II III IV I Bron: Bloomberg. Toelichting: De impliciete volatiliteiten geven de verwachte standaarddeviatie weer van de procentuele mutaties van de beurskoersen gedurende een periode van maximaal drie maanden, zoals impliciet begrepen in de koersen van opties op beurskoersindices. De koersindices waarop de impliciete volatiliteiten betrekking hebben zijn de Dow Jones EURO STOXX -index voor het eurogebied, de Standard & Poor s -index voor de Verenigde Staten en de Nikkei -index voor Japan., II III IV I II III IV I Bronnen: Thomson Financial Datastream en berekeningen van de. Toelichting: Verwachte winstgroei voor het eurogebied van de Dow Jones EURO STOXX-index en voor de Verenigde Staten van de Standard & Poor s -Index. ) Winstverwachtingen van analisten op een termijn van twaalf maanden (groeicijfer van jaar op jaar). ) Winstverwachtingen van analisten op een termijn van drie tot vijf jaar (groeicijfer van jaar op jaar). Datastream in februari gemeld dat de groei op jaarbasis van de totale bedrijfswinst per aandeel van ondernemingen uit de Standard & Poor s -index ongeveer % bedroeg. Volgens dezelfde bron verwachtten analisten dat de winstgroei op jaarbasis voor de komende twaalf maanden rond % zal blijven (zie Grafiek ). De bedrijfswinsten en de aandelenkoersen in de Verenigde Staten bleven dus bestand tegen de hernieuwde stijging van de olieprijzen in de afgelopen drie maanden en de toegenomen geopolitieke spanningen. Dankzij de dubbelcijferige stijging van de aandelenkoersen in het eurogebied hebben in de afgelopen drie maanden deze aandelenkoersen hun sterke opmars gedurende het afgelopen jaar voortgezet. De forse toename van de aandelenkoersen hing samen met de aanhoudend sterke groei van de gerealiseerde en de verwachte bedrijfswinsten. Thomson Financial Datastream maakte in februari bekend dat de ondernemingen die in de Dow Jones EURO STOXX-index zijn opgenomen een winstgroei van rond % op jaarbasis hadden gerealiseerd. Volgens dezelfde bron verwachtten analisten een groeicijfer van % op jaarbasis voor de winst per aandeel van ondernemingen uit de Dow Jones EURO STOXX-index over de komende twaalf maanden. Deze hoge verwachte winstgroei voor bedrijven in het eurogebied strookt met de gunstige beoordeling die kan worden afgeleid uit de indicatoren op basis van enquêtes over het producentenvertrouwen. Wat opviel op de mondiale aandelenmarkten in de afgelopen twaalf maanden was de sterkere prestatie van de aandelenkoersen in het eurogebied ten opzichte

42 van die in de Verenigde Staten. Deze ontwikkeling houdt enigszins verband met de toenemende rente-ecarts tussen de Verenigde Staten en het eurogebied alsmede met de depreciatie van de euro ten opzichte van de Amerikaanse dollar (zie Kader ). De financiële sector, de industrie en de nutsbedrijven hebben in de afgelopen drie maanden beter gepresteerd dan de totale index (zie Tabel ). De financiële sector heeft mogelijk geprofiteerd van het huidige klimaat van lage inflatie en lage rente, terwijl de industrie en de nutsbedrijven mogelijk steun hebben ondervonden van het verbeterde ondernemersvertrouwen in het eurogebied en de stijging van de olieprijzen in laatstgenoemde sector in die periode. Tabel Koersmutaties en historische volatiliteit van de indices voor de verschillende economische sectoren in de Dow Jones EURO STOXX-index (koersmutaties in procenten van ultimokoersen; historische volatiliteit in procenten per jaar) Grondstoffen Olie en gas Diensten voor consumenten Consumptiegoederen Financieel Gezondheidszorg Industrie Technologie Telecommunicatie Nutsbedrijven EURO STOXX Aandeel sector in marktkapitalisatie (ultimogegevens) Koersmutaties (ultimogegevens) -IV -I -II -III -IV januari februari ultimo nov. - maart,,7, 7,,,9,7,,,7, 9,9,,,,,,, 7,,,, 7,, 9,7,7,, -, -,,7, -,,,,,,,, -,,,,,7,, 9,, 7,,,,,,,, -, 9,, 7, 7, -,,7,,,,,,7, 7,, -,7,9,,,, -,,9 -,9,,7,7,,,7 9,,9,, 7,,, -,,, Volatiliteit (gemiddelde per periode) -IV -I -II -III -IV januari februari ultimo nov. - maart,,,,,,,,9,,,,,, 9, 9,,,,,,,,,,9,,,9,,7 7,,9,,,7,,,,,7,,,9,,,9,9, 9, 9,, 9,,,,7,9 9,,7 7,,,7,,,,9 9,9,,9,,,,7 9,,,,,,,7,,,,,,, 9, Bronnen: Thomson Financial Datastream en berekeningen van de. Toelichting: De historische volatiliteit is berekend als de standaarddeviatie op jaarbasis van de dagelijkse mutaties in de index gedurende de desbetreffende periode. De indices voor de verschillende sectoren zijn te vinden in Statistieken voor het eurogebied.

43 ECONOMISCHE EN MONETAIRE ONTWIKKELINGEN Monetaire en financiële ontwikkelingen Kader Waarom de aandelenkoersen in de Verenigde Staten sinds kort geen gelijke tred meer houden met die in het eurogebied In het afgelopen jaar hebben de aandelenkoersen in het eurogebied goed gepresteerd, terwijl die in de Verenigde Staten stagneerden. Tussen eind december en eind december is de ruime Dow Jones EURO STOXX-index met bijna % omhoog geschoten terwijl de Standard & Poor s -index met nog net geen % is gestegen. Dat de aandelenkoersen in het eurogebied het zoveel beter hebben gedaan dan Amerikaanse beurskoersen lijkt moeilijk te verenigen met de relatief zwakkere gerealiseerde en verwachte economische groei in het eurogebied. Hier zouden de Amerikaanse aandelen toch van moeten hebben geprofiteerd. In dit Kader wordt uiteengezet dat een aantal andere fundamentele factoren, zoals een gunstigere ontwikkeling van de bedrijfswinsten, afzwakking van de euro ten opzichte van de Amerikaanse dollar en meer getemperde rentestijgingen in het eurogebied mogelijk verklaren waarom de aandelenmarkt in het eurogebied het zoveel beter heeft gedaan dan die in de Verenigde Staten. Wil men de factoren waardoor de kloof tussen de aandelenkoersen in de twee economische regio s mogelijk is vergroot kunnen beoordelen, kan het nuttig zijn om te bedenken dat, in theorie, de koers van een aandeel gelijk is aan het totaal van de verwachte toekomstige dividenden, verdisconteerd met een maatstaf van de risicovrije rente plus de risicopremie die beleggers verlangen voor het aanhouden van aandelen. In deze berekening kunnen de verwachte toekomstige dividenden vervangen worden door winstverwachtingen, ervan uitgaande dat een bepaald deel van de winst uitbetaald wordt als dividend. Verschillen in de tendensen van aandelenkoersen tussen de ene economie en de andere moeten derhalve het gevolg zijn van verschillen in winstgevendheid, rente en de risicopremie op aandelen. Wat de ontwikkeling van de relatieve winstgevendheid betreft, volgens winstgegevens van Thomson Financial Datastream met betrekking tot de Dow Jones EURO STOXXindex en de Standard & Poor s -index, is de winst per aandeel in het eurogebied in zowel als sterker gegroeid dan die in de Verenigde Staten. Niet alleen was de winstgroei in krachtiger in het eurogebied dan in de Verenigde Staten, hij was ook veel groter dan een jaar eerder werd verwacht. In december verwachtten beursanalisten dat de winst per aandeel in het eurogebied in met,% zou toenemen; in werkelijkheid was dat,%, bijna 7 procentpunt meer dan verwacht. In de Verenigde Staten steeg de winst per aandeel in,%, slechts rond procentpunt meer dan in december werd voorzien (zie Grafiek A). Eén van de factoren die een mogelijke verklaring voor de verschillen tussen beursontwikkelingen in het eurogebied en de Verenigde Staten kunnen geven is de wisselkoers. Forse wisselkoersmutaties kunnen zowel de gerealiseerde winst als de marktverwachtingen ten aanzien van de winst beïnvloeden. Het effect van wisselkoersmutaties op de winst van een bepaald bedrijf en, uiteindelijk, op een ruime aandelenindex zal natuurlijk verschillen, afhankelijk van de mate waarin het bedrijf meer op de invoer danwel op de uitvoer is gericht, zodat, op een geaggregeerd niveau, de richting van de mutatie nog nauwelijks te herkennen is en dus een kwestie van empirisch ondervinden wordt. De Grafiek toont de wisselkoers van de euro ten opzichte van de Amerikaanse dollar, teza-

44 Grafiek A Niet verwachte winst in het eurogebied en in de Verenigde Staten (procenten) Grafiek B Relatieve ontwikkeling van aandelenkoersen in het eurogebied en de Verenigde Staten, en de EUR/USD wisselkoers Relatieve ontwikkeling van de aandelenmarkt (links; percentages) USD/EUR (rechts, omgekerde schaal),, Eurogebied Verenigde Staten Bronnen: Thomson Financial Datastream en berekeningen van de. Toelichting: De niet verwachte winst is het verschil tussen de werkelijke toename van de winst op jaarbasis en de winsttoename die verwacht werd in december van het voorgaande jaar. - I II III IV Bron: Reuters en berekeningen van de.,,,,, I men met de relatieve beursprestaties van de twee economieën. Aangezien de superieure prestatie van aandelen in het eurogebied nauw verband lijkt te houden met de waardedaling van de euro ten opzichte van de dollar gedurende, lijkt het redelijk aan te nemen dat de laatste heeft bijgedragen tot de gunstigere ontwikkeling van bedrijfswinsten in het eurogebied ten opzichte van Amerikaanse bedrijven in, mogelijk door een dienovereenkomstige algemene toename van het concurrentievermogen op de exportmarkt. Zoals eerder uiteengezet, zijn renteontwikkelingen van belang voor aandelenkoersen omdat zij de verdisconteringsfactor beïnvloeden die beleggers bij hun beoordeling van aandelen gebruiken. Om het effect van de rente op aandelenkoersen te kunnen meten is het nuttig om het reële rendement op langlopende obligaties empirisch te bekijken. Gaat dit rendement omhoog dan hebben aandelenkoersen, mutatis mutandis, de neiging omlaag te gaan. Met andere woorden, het effect van de verdisconteringsfactoren op de aandelenkoersen in de Verenigde Staten in moet minder gunstig zijn geweest dan die in het eurogebied. Zo is het rendement op langlopende geïndexeerde obligaties (met vervaldatum in ) tussen december en december nauwelijks gewijzigd, terwijl het reële rendement op vergelijkbare geïndexeerde obligaties (met vervaldatum in ) in de Verenigde Staten met rond basispunten is gestegen. Het is daarom waarschijnlijk dat de krachtige toename van het reële rendement op obligaties het effect van de overwegend positieve ontwikkeling van de beurswinst in de Verenigde Staten ruwweg ongedaan heeft gemaakt. Daarnaast hebben de aandelenkoersen in het eurogebied in mogelijk geprofiteerd van het gevoel onder beleggers dat Amerikaanse aandelen met meer risico gepaard gingen dan aandelen in het eurogebied. In, bijvoorbeeld, werd bij de maandelijkse Merrill Lunch Global Fund Manager-enquête op de vraag in welke regio zij de aande-

45 ECONOMISCHE EN MONETAIRE ONTWIKKELINGEN Monetaire en financiële ontwikkelingen lenbeurzen het meest overgewaardeerd dan wel het meest ondergewaardeerd beschouwden, door een gemiddeld netto percentage van rond % van de ondervraagde vermogensbeheerders (d.w.z. het percentage meest overgewaardeerd minus het percentage meest ondergewaardeerd) geantwoord, dat zij de Amerikaanse aandelenmarkten het meest overgewaardeerd vonden. Voor het eurogebied bedroeg dit percentage gemiddeld ongeveer -%, hetgeen erop duidde dat vermogensbeheerders over het algemeen de aandelenmarkten in het eurogebied als ondergewaardeerd beschouwden. Deze perceptie heeft mogelijk met name institutionele beleggers ertoe bewogen meer aandelen van het eurogebied en minder Amerikaanse aandelen in hun portefeuilles op te nemen, waardoor de relatieve aandelenkoersontwikkelingen beïnvloed werden. Aangezien de koersstijgingen aan weerszijden van de Atlantische Oceaan zich over het algemeen in alle segmenten voordeden komen de verschillen tussen de totale prestaties van de aandelenmarkten in het eurogebied en in de Verenigde Staten duidelijk tot uiting in overeenkomstige prestatieverschillen binnen sectoren. De aandelenkoersen van de financiële sector in het eurogebied een sector die een groter gewicht heeft in de Dow Jones EURO STOXX-index dan dezelfde sector in de Verenigde Staten heeft in de Standard & Poor s -index liep tussen eind en eind echter met 9% op, terwijl de aandelenkoersen van de Amerikaanse financiële sector in diezelfde periode veel minder steeg, namelijk met rond,%. Hierdoor wordt het feit dat de breed gedragen koersprestaties in de twee economieën uiteenlopen uitvergroot. Een mogelijke verklaring voor de sterkere koersstijgingen van de Europese financiële fondsen van de afgelopen jaren kan gelegen zijn in marktspeculaties over verdere vorderingen van de consolidatie van de Europese bancaire sector. Zo hebben mogelijk marktverwachtingen van een aanhoudende grensoverschrijdende consolidatie de aandelenkoersen van Europese banken omhoog gestuwd (met name die van mogelijke overnamekandidaten). Al met al heeft de superieure prestatie van de aandelenkoersen in het eurogebied in vergelijking met die in de Verenigde Staten in bijgedragen tot de vervlakking van enkele bestaande verschillen tussen beurswaarderingsmethoden zoals koers/winstverhoudingen in de twee economieën, en kan daarom beschouwd worden als onderdeel van een equilibratieproces. Eind was de verhouding van aandelenkoersen tot bedrijfswinsten gedurende de voorgaande twaalf maanden, voor bedrijven in de Standard & Poor s -index, tegen, voor bedrijven in de Dow Jones EURO STOXX-index in het eurogebied. Door de relatieve ontwikkelingen van zowel de aandelenindices als de bedrijfswinsten in zijn de twee koers/winstverhoudingen elkaar verder genaderd, met respectievelijk, en,9 aan het eind van het jaar.

46 . DE FINANCIERING EN DE VERMOGENSPOSITIE VAN NIET-FINANCIËLE VENNOOTSCHAPPEN De reële kosten van financiering met vreemd vermogen voor niet-financiële vennootschappen zijn in het vierde kwartaal van naar historische maatstaven laag gebleven. Gedurende dezelfde periode voerden niet-financiële vennootschappen hun financiering met leningen verder op, terwijl hun uitgifte van schuldbewijzen beperkt is gebleven en hun uitgifte van genoteerde aandelen licht is toegenomen. Als gevolg van de aanhoudende groei van schuldfinanciering, is de schuldquote van de sector in het laatste kwartaal van verder opgelopen. FINANCIERINGSKOSTEN De reële kosten van externe financiering van niet-financiële vennootschappen in het eurogebied, berekend door de kosten van de verschillende financieringsbronnen te wegen op basis van de desbetreffende uitstaande bedragen (gecorrigeerd voor waarderingseffecten), waren tot aan het einde van het vierde kwartaal van naar historische maatstaven nog altijd gering (zie Grafiek ). Hoewel de reële kosten van schuldfinanciering licht zijn opgelopen, zijn de reële kosten van de uitgifte van genoteerde aandelen gedurende dezelfde periode gedaald. De reële kosten van de bancaire kredietverlening aan niet-financiële vennootschappen in het eurogebied bleven in het vierde kwartaal op een laag niveau. Wat betreft de uitsplitsing naar looptijd, steeg de korte rente op door MFI s aan niet-financiële vennootschappen verstrekte leningen (met een variabele rente en met een oorspronkelijke rentevaste periode van maximaal één jaar) in het vierde kwartaal met rond tot basispunten, en weerspiegelde daarmee de stijging van de geldmarktrente in diezelfde periode (zie Tabel ). De lange rente op door MFI s aan niet-financiële vennootschappen verstrekte leningen (met een oorspronkelijke rentevaste periode van meer dan vijf jaar) steeg in hetzelfde kwartaal met slechts vijf basispunten. Dit duidde vooral op een trage doorwerking in de afgelopen maanden van de stijging van het rendement op vergelijkbare overheidsobligaties in de door banken berekende rentetarieven voor langlopend krediet. Volgens de in januari gehouden enquête naar de bancaire kredietverlening in het eurogebied zijn de acceptatiecriteria voor leningen aan ondernemingen globaal ongewijzigd gebleven, wat wijst op aanhoudend gunstige kredietvoorwaarden. Grafiek Reële kosten van de externe financiering van de niet-financiële vennootschappen in het eurogebied (procenten per jaar) 7 totale financieringskosten reële korte bancaire debetrente reële lange bancaire debetrente reële kosten van in de markt gefinancierde schuld reële kosten van genoteerde aandelen 999 Bronnen:, Thomson Financial Datastream, Merrill Lynch en Consensus Economics. Toelichting: De reële kosten van de externe financiering van de niet-financiële vennootschappen zijn berekend als gewogen gemiddelde van de kosten van bankkrediet, de kosten van schuldbewijzen en de kosten van aandelen, gebaseerd op de daaraan uitstaande bedragen, gedefleerd met de inflatieverwachtingen (zie Kader in het van maart ). De invoering van de geharmoniseerde reeks bancaire debetrentevoeten begin heeft geleid tot een statistische reeksbreuk. Voor een uitgebreide beschrijving van de maatstaf van de reële kosten van externe financiering van niet-financiële vennootschappen in het eurogebied wordt verwezen naar Kader in het van maart. Zie Kader in het Monthly Bulletin van februari. 7

47 ECONOMISCHE EN MONETAIRE ONTWIKKELINGEN Monetaire en financiële ontwikkelingen Tabel Door MFI s gehanteerde rentevoeten voor nieuwe leningen aan niet-financiële vennootschappen (procenten per jaar; basispunten; gewogen ) ) MFI-rente op leningen Bancaire rekening-courantkredieten aan niet-financiële vennootschappen Leningen aan niet-financiële vennootschappen tot en met EUR miljoen met een variabele rente en een oorspronkelijke rentevaste periode tot en met één jaar met een oorspronkelijke rentevaste periode van meer dan vijf jaar Leningen aan niet-financiële vennootschappen van meer dan EUR miljoen met een variabele rente en een oorspronkelijke rentevaste periode tot en met één jaar met een oorspronkelijke rentevaste periode van meer dan vijf jaar PM Driemaands geldmarktrente Rendement op tweejaars overheidsobligaties Rendement op vijfjaars overheidsobligaties Mutaties in basispunten tot en met dec. IV I II III nov. dec. dec. sept. nov Bron:. ) Voor de periode vanaf december zijn de gewogen MFI-rentevoeten berekend met behulp van landengewichten samengesteld op basis van een voortschrijdend twaalfmaands gemiddelde van de bedragen van nieuwe contracten. Voor de voorafgaande periode, van januari tot en met november, zijn de gewogen MFI-rentevoeten berekend met behulp van landengewichten samengesteld op basis van de gemiddelde bedragen van nieuwe contracten in. Voor nadere informatie wordt verwezen naar Box, Analysing MFI interest rates at the euro area level in het Monthly Bulletin van augustus. De reële kosten van in de markt gefinancierde schuld van niet-financiële vennootschappen namen in het vierde kwartaal toe als gevolg van de hogere marktrentetarieven en de oplopende rendementsecarts tussen bedrijfs- en overheidsobligaties (zie Grafiek ), hoewel zij historisch gezien laag bleven. In deze laatste ontwikkeling komt mogelijk tot uiting dat de aan niet-financiële vennootschappen verstrekte leningen als enigszins risicovoller werden ervaren. Dit houdt mogelijk verband met marktverwachtingen dat de rentelasten van ondernemingen gaan stijgen, evenals de schuldquote van niet-financiële vennootschappen, ondanks de aanhoudend hoge bedrijfswinsten. De reële kosten van aandelenvermogen voor niet-financiële vennootschappen daalden in het vierde kwartaal van, grotendeels door toedoen van gunstige ontwikkelingen op de aandelenmarkt. Tegelijkertijd bleven de reële kosten van aandelenvermogen aanzienlijk hoger dan die van schuldfinanciering. FINANCIERINGSSTROMEN De winstgevendheid van niet-financiële vennootschappen in het eurogebied, afgemeten aan de verschillende winstverhoudingen ontleend aan de geaggregeerde financiële rekeningen van beursgenoteerde niet-financiële vennootschappen in het eurogebied, is in het derde kwartaal van sterk gebleven (zie Grafiek 7). De verbetering van de winstverhoudingen is grotendeels het gevolg van de daling van de bedrijfslasten als percentage van de omzet dankzij geslaagde reorganisaties van niet-financiële vennootschappen. Wat betreft het beloop van de winstgevendheid in alle sectoren, was de winstgevendheid (afgemeten aan de Zie het artikel Developments in corporate finance in the euro area in het Monthly Bulletin van november. 7

48 Grafiek Rendementsecarts tussen obligaties van niet-financiële vennootschappen en overheidsobligaties (basispunten; maandgemiddelden) in euro luidende obligaties van niet-financiële vennootschappen met AA-rating (links) in euro luidende obligaties van niet-financiële vennootschappen met A-rating (links) in euro luidende obligaties van niet-financiële vennootschappen met BBB-rating (links) in euro luidende hoog renderende obligaties (rechts).. Grafiek 7 WSinstquotes van genoteerde niet-financiële vennootschappen in het eurogebied (procent) bedrijfswinst t.o.v. omzet (links) netto winst t.o.v. omzet (links) bedrijfslasten t.o.v. omzet (rechts) Bronnen: Thomson Financial Datastream en berekeningen van de. Toelichting: De berekening is gebaseerd op geaggregeerde financiële kwartaalrekeningen van genoteerde niet-financiële vennootschappen in het eurogebied. De steekproef is geschoond voor uitschieters. In tegenstelling tot de bedrijfswinst, zijnde omzet min de bedrijfslasten, bestaat de netto winst uit bedrijfs- en overige winst na aftrek van belasting, afschrijvingen en buitengewone posten. Bronnen: Thomson Financial Datastream en berekeningen van de. Toelichting: De rendementsecarts betreffen die ten opzichte van overheidsobligaties met AAA-rating. bedrijfswinst en de netto winst in verhouding tot de omzet) in de groot- en detailhandel tezamen over het algemeen lager dan die van alle beursgenoteerde niet-financiële ondernemingen in het eurogebied. Blijkens de geaggregeerde financiële rekeningen is het herstel van de winstgevendheid aldaar bovendien zwakker verlopen dan, bij voorbeeld, in de verwerkende industrie, en de transport- en communicatiesector. Dit lijkt te stroken met de relatief zwakke particuliere consumptie in het eurogebied. De op de aandelenmarkten gebaseerde winstgevendheidmaatstaven wijzen erop dat de winstgroei van grote beursgenoteerde vennootschappen de komende twaalf maanden naar verwachting licht zal dalen, maar desalniettemin waarschijnlijk gunstig zal blijven (zie Grafiek 7). 7 Naast hun beroep op de in ruime mate beschikbare interne middelen voerden niet-financiële vennootschappen in het vierde kwartaal van hun vraag naar externe financiering verder op (zie Grafiek ). De reële twaalfmaands groei van de externe financiering van nietfinanciële vennootschappen steeg van,% in het derde kwartaal tot,% in het vierde bedrijfswinst = omzet min bedrijfslasten; nettowinst = bedrijfs- en overige winst na aftrek van belasting, afschrijvingen en buitengewone posten. 7 De op de Dow Jones EURO STOXX-index gebaseerde maatstaf inzake bedrijfswinsten omvat naast niet-financiële ook financiële vennootschappen.

49 ECONOMISCHE EN MONETAIRE ONTWIKKELINGEN Monetaire en financiële ontwikkelingen Tabel Financiering van de niet-financiële vennootschappen Uitstaand bedrag per de ultimo van het laatste kwartaal waarvoor gegevens beschikbaar zijn (EUR miljard) Twaalfmaands groeipercentages; per de kwartaalultimo IV I II III IV Leningen van MFI s tot en met één jaar meer dan één tot en met vijf jaar meer dan vijf jaar Uitgegeven schuldbewijzen kortlopend langlopend, waarvan: ) met vaste rente met variabele rente Uitgegeven genoteerde aandelen PM: ) Totale financiering Leningen aan niet-financiële vennootschappen Pensioenreserves van niet-financiële vennootschappen.,,,9, 7,. -,7,,,9, 7,,,,,.7 7, 7,,9 7,, 7,9,,,, 9, -,9, -,9 -,,,,7,,7, -,,,7,,,,,9,9.,,9,7,,.9,9,,9, /.9,,,, /,,7,, / Bron:. Toelichting: De gegevens in deze tabel (met uitzondering van de P.M.-posten) zijn ontleend aan de monetaire en bancaire statistieken en de statistieken aangaande effectenuitgiften. Geringe verschillen ten opzichte van de in de statistieken met betrekking tot de financiële rekeningen opgenomen cijfers vloeien in hoofdzaak voort uit verschillen in waarderingsmethoden. ) Het totaal van de schuldbewijzen met een vaste en een variabele rente kan verschillen van het totale bedrag aan uitgegeven schuldbewijzen omdat langlopende nulcouponleningen, waarin waarderingseffecten zijn begrepen, in deze tabel niet apart worden vermeld. ) De gegevens zijn ontleend aan de statistieken met betrekking tot de financiële rekeningen. De totale financiering van de niet-financiële vennootschappen omvat leningen, uitgegeven schuldbewijzen, uitgegeven genoteerde aandelen en pensioenreserves. Leningen aan niet-financiële vennootschappen omvatten leningen verstrekt door MFI s en andere financiële vennootschappen. De cijfers voor het laatste kwartaal worden geraamd op basis van gegevens uit de monetaire en bancaire statistieken en de statistieken aangaande effectenuitgiften. kwartaal. Deze ontwikkeling was hoofdzakelijk het gevolg van een verdere stijging van door MFI s aan niet-financiële vennootschappen verstrekte leningen en een lichte stijging van door niet-financiële vennootschappen uitgegeven genoteerde aandelen. De groei van schuldbewijzen uitgegeven door niet-financiële vennootschappen bleef bescheiden. De twaalfmaands groei van door MFI s aan niet-financiële vennootschappen verstrekte leningen steeg tot,% aan het eind van het vierde kwartaal, tegenover 7,% in het derde kwartaal (zie Tabel ). Het gebruik van bancaire leningen werd gestimuleerd door de lage reële kosten van bankkrediet, de gunstige kredietvoorwaarden en een verhoogd vertrouwen in sommige sectoren van de economie. Uitgesplitst naar looptijd bleef de twaalfmaands groei van door MFI s aan niet-financiële vennootschappen verstrekte langlopende leningen stijgen, van,% in het derde kwartaal tot 9,% op december. De twaalfmaands groei van kortlopend krediet nam toe tot,9% aan het eind van het vierde kwartaal, tegenover,% in het derde kwartaal). De stijging bij langlopende leningen komt overeen met zowel het herstel van de investeringen in vaste activa in het eurogebied als de resultaten van de enquête naar de bancaire kredietverlening in het eurogebied van januari, die erop wijzen dat de stijging van de netto vraag naar kredietverlening door niet-financiële vennootschappen onder meer het gevolg was van investeringen in vaste activa. Volgens gegevens tot en met het derde kwartaal van, bleef, in tegenstelling tot de kredietverlening door MFI s, het twaalfmaands mutatietempo van door niet-mfi s aan niet-financiële vennootschappen verstrekte leningen, negatief. De twaalfmaands groei van de uitgifte van schuldbewijzen door niet-financiële vennootschappen kwam in het vierde kwartaal van uit op,%, tegenover,% in het derde 9

50 Grafiek Uitsplitsing van de reële twaalfmaands groei van de financiering van de niet-financiële vennootschappen (mutaties in procenten per jaar),,, genoteerde aandelen schuldbewijzen door MFI s verstrekte leningen,,, Grafiek 9 Schuldquoten van de niet-financiële vennootschappen (procenten) schuld in verhouding tot het bbp (links) schuld in verhouding tot het bruto bedrijfsresultaat (rechts) 7, 7,,,,,,,,,, 7,,,, -, -,, Bron:. Toelichting: De reële twaalfmaands groei is berekend als het verschil tussen de werkelijke twaalfmaands groei en die van de bbp-deflator., 999 Bronnen: en Eurostat. Toelichting: Het bruto bedrijfsresultaat omvat het bruto bedrijfsresultaat plus gemengd inkomen voor de gehele economie. De gegevens aangaande de schuld zijn ontleend aan de statistieken met betrekking tot de financiële rekeningen; de schuld omvat leningen, uitgegeven schuldbewijzen en pensioenfondsreserves. De gegevens voor het laatste beschikbare kwartaal zijn geraamd. kwartaal. Deze bescheiden groei in een periode van gunstige reële kosten van financiering via de markt houdt mogelijk onder meer verband met een ruime beschikbaarheid van interne middelen, een sterke groei van de bancaire kredietverlening aan niet-financiële vennootschappen en een relatief hoog aflossingsniveau van schuldbewijzen. De rechtstreekse uitgifte van schuldbewijzen door niet-financiële vennootschappen is mogelijk tot op zekere hoogte vervangen door indirecte schuldfinanciering via niet-monetaire financiële vennootschappen zoals special-purpose vehicles (SPV s). Over het vierde kwartaal boekten SPV s een twaalfmaands groei van de uitgifte van schuldbewijzen van,%, tegenover,% in het derde kwartaal. Hoewel het twaalfmaands mutatietempo van door niet-financiële vennootschappen uitgegeven kortlopende schuldbewijzen en langlopende schuldbewijzen tegen een vaste rente heel laag of zelfs negatief uitviel, bleef de twaalfmaands groei van langlopende schuldbewijzen tegen een variabele rente in het vierde kwartaal van hoog. Na een periode van een zeer zwakke netto uitgifte van genoteerde aandelen door niet-financiële vennootschappen werd hiervoor een twaalfmaands groei van,% in het vierde kwartaal genoteerd, tegenover,% in het derde kwartaal. Deze stijging hield verband met de gunstige omstandigheden op de aandelenmarkten, waardoor de reële kosten van aandelenvermogen daalden, alsook met het privatiseringsbeleid van overheidswege. De verbetering van de aandelenuitgifte werd gestimuleerd door de toename van de bruto uitgifte als gevolg van beursintroducties en vervolguitgiften. Vergeleken met de sterke groei van de schuldfinanciering bleef de twaalfmaands groei van genoteerde aandelen uitgegeven door niet-financiële vennootschappen echter laag, waarschijnlijk omdat de reële kosten van aandelenver-

51 ECONOMISCHE EN MONETAIRE ONTWIKKELINGEN Monetaire en financiële ontwikkelingen mogen hoger waren dan die van schuldfinanciering en vanwege de stijgende tendens om eigen aandelen in te kopen. VERMOGENSPOSITIE Als gevolg van de aanhoudende groei van de totale schuldfinanciering door niet-financiële vennootschappen in het eurogebied steeg de schuldquote van deze sector in het vierde kwartaal van verder tot,% (zie Grafiek 9). Dit zou erop kunnen wijzen dat de periode van balansherstructureringen globaal ten einde is gekomen. Uit de hogere bruto investeringen in vaste activa in het eurogebied valt op te maken dat het gunstige financieringsklimaat en de relatief optimistische winstverwachtingen hebben geleid tot een grotere bereidheid onder ondernemingen om schuld aan te gaan en investeringen te plegen. Voor de meeste sectoren lijkt te gelden dat beursgenoteerde niet-financiële vennootschappen zijn begonnen hun schuldquote te verhogen, na deze in eerst te hebben teruggebracht. Grafiek Netto rentelasten van de niet-financiële vennootschappen (% bbp),7,7,,,,,,7,7,,,,, Bronnen: en Eurostat. Toelichting: De netto rentelasten betreffen de rentelasten op in euro luidende bij MFI s opgenomen leningen minus de ontvangen rente op in euro luidende bij MFI s aangehouden deposito s. Hoewel niet-financiële vennootschappen hun schuldquote de afgelopen tijd hebben verhoogd, lijkt hun financiële situatie in het huidige stadium over het algemeen gunstig te zijn. Dit is voornamelijk te danken aan de robuuste groei van de bedrijfswinsten en de aanhoudend lage rentelasten (zie Grafiek )..7 DE FINANCIERING EN DE VERMOGENSPOSITIE VAN HUISHOUDENS De kredietopname door huishoudens is in het vierde kwartaal van verder toegenomen als gevolg van een forse groei bij zowel woninghypotheken als consumptieve kredieten. Evenals in het voorgaande kwartaal, werd de kredietvraag gestimuleerd door het gunstige financieringsklimaat en door een krachtige ontwikkeling van de huizenmarkt in verschillende eurolanden. Hoewel als gevolg van de sterke kredietgroei de schuldquote van huishoudens in het eurogebied verder steeg, was deze naar internationale maatstaven nog steeds betrekkelijk gematigd. FINANCIERINGSKLIMAAT Informatie uit bancaire rentestatistieken en de enquête naar de bancaire kredietverlening duiden erop dat het financieringsklimaat voor de sector huishoudens in het eurogebied in het vierde kwartaal van wederom gunstig was. Zie het Kader The results of the January bank lending survey for the euro area in het Monthly Bulletin van februari.

52 Op basis van de kwartaalgemiddelden bleven de rentetarieven voor door MFI s verstrekte woninghypotheken in het vierde kwartaal globaal ongewijzigd ten opzichte van het voorgaande kwartaal. Hoewel de rente op korterlopende leningen verstrekt door MFI s licht steeg, gaf de rente op langerlopende leningen een geringe daling te zien, waardoor het impliciete rendementsecart tussen lange en korte looptijden afnam tot het laagste niveau sinds de aanvang van de reeks in begin. De rentetarieven voor woninghypotheken zijn in november en december voor alle looptijden omhooggegaan (zie Grafiek ). De rente op consumptieve kredieten verstrekt door MFI s gaf een ietwat ander beeld te zien. Hier waren de gemiddelde tarieven in het vierde kwartaal van voor zowel de kortere als de langere looptijden enigszins lager dan in het derde kwartaal. In december echter beleefden de tarieven voor korterlopend consumptief krediet een lichte stijging, terwijl die voor de langerlopende varianten bleven dalen. Grafiek Bancaire rente op woninghypotheken voor huishoudens (procenten per jaar; ongerekend kosten; nieuwe contracten; gewogen ) ) met een variabele rente en een oorspronkelijke rentevaste periode tot en met één jaar met een oorspronkelijke rentevaste periode van één tot en met vijf jaar met een oorspronkelijke rentevaste periode van vijf tot en met tien jaar met een oorspronkelijke rentevaste periode van meer dan tien jaar,, Bron:. ) Voor de periode vanaf december zijn de gewogen rentevoeten berekend met behulp van landengewichten op basis van een voortschrijdend twaalfmaands gemiddelde van de bedragen van nieuwe contracten. Voor de voorafgaande periode, van januari tot en met november, zijn de gewogen rentevoeten berekend met behulp van landengewichten op basis van de gemiddelde bedragen van nieuwe contracten in. Zie ook het Kader Analysing MFI interest rates at the euro area level in het Monthly Bulletin van augustus. In de in januari gehouden enquête naar de bancaire kredietverlening maakten banken per saldo melding van een lichte aanscherping van de acceptatiecriteria voor woninghypotheken en in mindere mate consumptieve kredieten ten opzichte van het voorgaande kwartaal. Het verschil tussen de in oktober en januari gehouden enquêtes met betrekking tot de acceptatiecriteria voor woninghypotheken kwam met name voort uit een perceptie van toegenomen concurrentie van de zijde van andere banken, terwijl in het geval van de acceptatiecriteria voor consumptief krediet de oorzaak voornamelijk gelegen was in een lagere kredietwaardigheid van de consument. De wijzigingen in de acceptatiecriteria bestonden in beide gevallen hoofdzakelijk uit een verhoging van de marges op risicovollere leningen. FINANCIERINGSSTROMEN De groei op jaarbasis van de totale kredietverlening aan huishoudens zoals afgemeten aan de financiële kwartaalrekeningen nam van,% in het tweede kwartaal van toe tot,% in het derde kwartaal (de meest recente periode waarover cijfers beschikbaar zijn). Gegevens over de kredietverstrekking door MFI s, goed voor rond 9% van het totaal aan uitstaande kredieten aan huishoudens, duiden erop dat deze versterking zich in het vierde kwartaal van heeft voortgezet. Sinds medio is de groei op jaarbasis van de kredietverlening aan huishoudens door niet-monetaire financiële instellingen, te weten overige financiële intermediairs en verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen, aanzienlijk afge-,,,,,,,,,,,,

53 ECONOMISCHE EN MONETAIRE ONTWIKKELINGEN Monetaire en financiële ontwikkelingen Grafiek leningen aan huishoudens Grafiek Schuld van huishoudens in verhouding tot het bbp (twaalfmaands groei in procenten; bijdragen in procentpunten; kwartaalultimo) door MFI s verstrekt consumptief krediet door MFI s verstrekte woninghypotheken overige door MFI s verstrekte leningen totaal door MFI s verstrekte leningen totaal leningen (MFI s plus overige financiële intermediairs plus verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen) 9 7 Bron:. Toelichting: Het totaal van de in het vierde kwartaal van verstrekte leningen (MFI s plus overige financiële intermediairs plus verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen) aan huishoudens is geraamd op basis van de in de monetaire en bancaire statistieken opgenomen transacties. Voor nadere gegevens over de verschillen in de wijze van berekening van de groeipercentages wordt verwezen naar de desbetreffende technische aantekeningen. 9 7 (procenten) Bron:. Toelichting: Ten opzichte van de financiële jaarrekeningen is de schuld als percentage van het bbp op basis van de financiële kwartaalrekeningen (zoals hier weergegeven) iets lager, in hoofdzaak omdat de door de niet-financiële sectoren en banken buiten het eurogebied verstrekte leningen niet zijn inbegrepen. De gegevens voor het laatste kwartaal zijn deels geraamd. nomen (zie Grafiek ). In Kader wordt nader ingegaan op het beloop en de aard van de kredietverlening aan huishoudens door niet-monetaire financiële instellingen. Uit de gegevens van MFI s tot en met januari valt op te maken dat de dynamiek van de kredietopneming door huishoudens bleef toenemen en dat een krachtige vraag naar hypothecair krediet daarbij wederom de belangrijkste motor vormde. De groei op jaarbasis van hypothecair krediet bedroeg in januari,7%, na in het vierde en derde kwartaal van gemiddelde waarden van respectievelijk,% en,7% te hebben genoteerd. Volgens de bancaire kredietenquête van januari wordt de forse vraag naar hypotheken gestimuleerd door de gunstige beoordeling door huishoudens van de vooruitzichten voor de huizenmarkt, maar ook door een sterke verbetering van het consumentenvertrouwen. De groei op jaarbasis van de consumptieve kredieten bedroeg in januari,%, na in het vierde en derde kwartaal van gemiddelde waarden van respectievelijk 7,% en,9% te hebben genoteerd. Deze groeiversnelling strookt met de uitkomsten van de bancaire kredietenquête, die wezen op een aanhoudend hoge, door een verbeterd consumentenvertrouwen gedreven vraag naar consumptief krediet voor de aanschaf van duurzame gebruiksgoederen. De groei op jaarbasis van de overige kredietverlening aan huishoudens bedroeg in januari,%, tegenover gemiddelde waarden van,% en,% in respectievelijk het vierde en het derde kwartaal van.

54 VERMOGENSPOSITIE Als gevolg van de aanhoudend krachtige groei van de kredietverlening aan huishoudens is de schuldquote van de sector huishoudens verder opgelopen tot naar raming ongeveer 7% bbp in het vierde kwartaal van (zie Grafiek ), waarin langlopend krediet de hoofdmoot vormt. Ondanks deze aanhoudende stijging is naar internationale maatstaven het niveau van de schuldenlast nog steeds relatief laag. Als percentage van het besteedbaar inkomen is de totale schuldendienst (rente en aflossingen) voor de sector huishoudens dankzij het huidige lage renteniveau de laatste jaren globaal onveranderd gebleven. Kader Ontwikkeling en aard van door niet-mfi s aan huishoudens verstrekte leningen Leningen van monetaire financiële instellingen (MFI s) zoals die in de hoofdtekst van het worden besproken vormen de belangrijkste financieringsbron voor huishoudens. Volgens de financiële kwartaalrekeningen van de Monetaire Unie maken door MFI s verstrekte leningen iets meer dan 9% uit van de totale uitstaande bedragen (zie Grafiek A), en nemen leningen van niet-monetaire financiële instellingen (niet- MFI s) de rest voor hun rekening. Door niet-mfi s verstrekte leningen betreffen kredietverlening door overige financiële intermediairs en door verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen. Hoewel de leningen van niet-mfi s slechts een gering deel uitmaken van de totale leningen aan huishoudens, is de dynamiek ervan de afgelopen paar jaar veel sterker geweest dan die van de door MFI s verstrekte leningen, hetgeen een merkbare invloed heeft gehad op het groeitempo van de totale kredietverlening aan huishoudens, met een bijdrage van soms wel, procentpunt aan de twaalfmaands groei (zie Grafiek B). Tegen deze achtergrond wordt in dit Kader de ontwikkeling bezien in de dynamiek van door niet-mfi s aan huishoudens verstrekte leningen en wordt enig inzicht geboden in de aard van deze leningen. De gegevens zijn slechts beschikbaar zijn tot en met het derde kwartaal van (gegevens voor het vierde kwartaal van komen begin mei beschikbaar). Thans bestaat ongeveer % van de uitstaande leningen van niet-mfi s uit leningen van overige financiële intermediairs. Deze sector is zeer heterogeen van samenstelling, en omvat onder meer beleggingsfondsen, zogeheten financial vehicle corporations en effectenhandelaren. De resterende % komt voor rekening van verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen. Uit Grafiek C blijkt dat het feit dat de groei van leningen van niet- MFI s de afgelopen jaren veel sterker is geweest dan die van MFI s volledig het gevolg is van de sterke dynamiek van de kredietverlening door de sector overige financiële intermediairs, aangezien de groei van de kredietverlening door verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen sinds eind een globaal neerwaartse tendens heeft laten zien en bij voortduring lager is geweest dan de groei van de kredietverlening door MFI s. Sinds medio is de groei van de kredietverlening door verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen zelfs negatief. Opgemerkt wordt dat de gegevens met betrekking tot de kredietverlening door niet-mfi s in het algemeen niet de gehele populatie instellingen beslaan, wat inhoudt dat een zekere onderschatting van de kredietverlening voor de hand ligt. Dientengevolge dienen deze gegevens met een zekere mate van voorzichtigheid te worden beoordeeld. In de totale kredietverlening zijn leningen van niet-ingezetenen in het eurogebied niet begrepen.

55 ECONOMISCHE EN MONETAIRE ONTWIKKELINGEN Monetaire en financiële ontwikkelingen (aandelen in de totale uitstaande bedragen; III; kwartaalultimocijfers) MFI s 9% Bron: Overige financiële intermediairs % Grafiek A leningen aan huishoudens Verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen % Grafiek B aan huishoudens verstrekte leningen (mutaties in procenten per jaar; kwartaalultimocijfers) 999 Bron:. totaal leningen (MFI s plus niet-mfi s) leningen van MFI s leningen van niet-mfi s (overige financiële intermediairs plus verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen) Het overgrote deel van de leningen van niet-mfi s aan huishoudens betreft langlopende schuld (rond 97% bij de overige financiële intermediairs en rond 9% bij de verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen). Dit beeld is gedurende de periode waarvoor gegevens beschikbaar zijn niet gewijzigd en duidt erop dat de kredietverlening door niet- MFI s aan huishoudens in hoofdzaak bestaat uit woninghypotheken. Dit patroon is in het algemeen gelijk in alle landen van het eurogebied. Ter vergelijking moge dienen dat de kredietverlening door MFI s ook overwegend langlopende schuld betreft (rond 9%); hierin komt met name tot uitdrukking dat woninghypotheken ongeveer 7% van de totale kredietverlening door MFI s aan huishoudens uitmaken. De sterke groei van de door overige financiële intermediairs verstrekte leningen is waarschijnlijk een gevolg van securitisatie. Er zijn bijvoorbeeld aanwijzingen dat in verscheidene landen van het eurogebied in voor aanzienlijk bedragen aan true-sale securitisaties zijn uitgevoerd. Bij een true-sale securitisatie worden leningen gewoonlijk van de balans van een MFI overgeheveld naar die van een financial vehicle corporation en daalt het bedrag aan MFI-leningen (voor wat betreft zowel standen als stromen), terwijl tegelijkertijd het bedrag aan leningen van de overige financiële intermediairs toeneemt. Uit een vergelijking tussen de verschillende landen komt naar voren dat het grootste aandeel van leningen van overige financiële intermediairs in de totale schuld van huishoudens wordt aangetroffen in Nederland, gevolgd door Spanje en Italië. Spanje en Nederland zijn ook de landen waar de groei van de kredietverlening door overige financiële intermediairs de afgelopen jaren gemiddeld het sterkst is geweest. In deze landen Er bestaan twee hoofdvormen van securitisatie van leningen: true-sale securitisatie en synthetische securitisatie. Bij true-sale securitisatie gaat het om de daadwerkelijke overheveling van leningen uit de balans van de oorspronkelijke crediteur, terwijl bij synthetische securitisatie slechts het ermee verbonden kredietrisico wordt overgedragen en de leningen op de balans van de oorspronkelijke kredietverlener blijven staan. Zie het Kader De invloed van de securitisatie van MFI-leningen op de monetaire analyse in het eurogebied in het van september.

56 bestaat de overgrote meerderheid van deze leningen uit gesecuritiseerde woninghypotheken tegen een achtergrond van een zeer sterke groei van hypotheekleningen. Door verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen verstrekte leningen zijn als bron van de financiering van huishoudens relatief belangrijk in Duitsland, Nederland en Frankrijk. De trage groei van de leningen van verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen in de afgelopen jaren kan wellicht worden toegeschreven aan veranderingen in belastingstelsels in sommige eurolanden, waardoor verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen als bron van externe financiering minder aantrekkelijk zijn geworden. Grafiek C Door niet-mfi s aan huishoudens verstrekte leningen (mutaties in procenten per jaar; kwartaalultimocijfers) leningen van niet-mfi s (overige financiële intermediairs plus verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen) leningen van overige financiële intermediairs leningen van verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen Samenvattend kan worden gesteld dat de niet-mfi sector de afgelopen jaren een belangrijke rol heeft gespeeld bij de ontwikkeling van de totale kredietverlening aan huishoudens. Dit zal in de toekomst waarschijnlijk niet anders zijn. Zo zullen, naarmate de omslagstelsels in de sociale zekerheid in een aantal landen worden aangevuld met stelsels met kapitaaldekking, huishoudens in toenemende mate vermogen opbouwen bij verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen dat kan worden benut als onderpand voor leningen. Derhalve zal bij de analyse van de financiering van huishoudens verder moeten worden gekeken dan de kredietverlening door MFI s en zal daarbij ook de kredietverlening door overige financiële intermediairs en door verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen in aanmerking moeten worden genomen. De beschikbaarheid van meer actuele en meer gedetailleerde balansgegevens van overige financiële intermediairs en van verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen zou een dergelijke analyse zeer ten goede komen. - Bron:

57 ECONOMISCHE EN MONETAIRE ONTWIKKELINGEN Prijzen en kosten PRIJZEN EN KOSTEN De inflatie in het eurogebied liep in januari op tot,%. Hoewel de korte-termijnontwikkeling van de HICP vooral wordt beïnvloed door schommelingen in de energieprijzen, wijzen de jongste indicatoren erop dat de indirecte effecten van de recente energieprijsstijgingen tot dusver bescheiden zijn geweest en dat de loonontwikkeling gematigd is gebleven. Tegelijkertijd zullen veranderingen in de door de overheid gereguleerde prijzen en de indirecte belastingen in en 7 naar verwachting een aanzienlijke invloed uitoefenen op de inflatie. De vooruitzichten voor de prijsontwikkelingen zijn onderhevig aan verschillende opwaartse risico s, met name die welke verbonden zijn aan de toekomstige olieprijsontwikkelingen en de potentiële tweederonde-effecten bij de loon- en prijsvorming. Bovendien zouden verdere stijgingen van de door de overheid gereguleerde prijzen en de indirecte belastingen eveneens een opwaartse druk op de inflatie in het eurogebied kunnen veroorzaken.. CONSUMPTIEPRIJZEN VOORLOPIGE RAMING VOOR FEBRUARI Volgens de voorlopige raming van Eurostat is de HICP-inflatie teruggelopen van,% in januari tot,% in februari (zie Tabel ), wat erop wijst dat de HICP-inflatie op jaarbasis wellicht opnieuw begint te dalen, na de toename in januari. Hoewel tot nu toe geen uitsplitsing beschikbaar is, zou deze daling verband kunnen houden met de energieprijzencomponent, aangezien de groei op jaarbasis van de energieprijzen vermoedelijk licht is afgenomen als gevolg van een basiseffect in februari. HICP-INFLATIE TOT JANUARI Na een aanhoudende daling sinds september is de totale HICP-inflatie gestegen tot,% in januari, tegen,% in de voorgaande maand. De stijging van de inflatie was toe te schrijven aan een stijging van de energieprijzen en aan een basiseffect dat de prijzen voor onbewerkte voedingsmiddelen beïnvloedde. Na de toename van de olieprijzen in januari steeg de groei op jaarbasis van de energieprijzen met, procentpunt tot,%. Deze stijging werd hoofdzakelijk aangewakkerd door de brandstoffen voor verwarming en vervoer alsook door de aanhoudende stijging van de gasprijzen. De prijzen Tabel Prijsontwikkelingen (mutaties in procenten per jaar, tenzij anders aangegeven) sept. okt. nov. dec. jan. feb. Geharmoniseerde consumptieprijsindex (HICP) en componenten Totale index Energie Onbewerkte voedingsmiddelen Bewerkte voedingsmiddelen Industriële goederen m.u.v. energie Diensten,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,..... Overige prijsindicatoren Industriële producentenprijzen Olieprijzen (EUR per vat) Grondstoffenprijzen m.u.v. energie,,,,,,7..,,, 9, 7,9,,,, 9,, 7,, 9,,, Bronnen: Eurostat, HWWA en berekeningen van de op basis van gegevens van Thomson Financial Datastream. ) De HICP-inflatie voor februari berust op de voorlopige raming van Eurostat. 7

58 Grafiek Uitsplitsing HICP-inflatie naar belangrijkste componenten (mutaties in procenten per jaar; maandgegevens) totale HICP (links) onbewerkte voedingsmiddelen (rechts) energie (rechts) Bron: Eurostat. totale HICP m.u.v. energie en onbewerkte voedingsmiddelen bewerkte voedingsmiddelen industriële goederen m.u.v. energie diensten voor onbewerkte voedingsmiddelen namen in januari met,% op jaarbasis toe in december was dat,% onder invloed van een basiseffect als gevolg van de gematigde prijsontwikkelingen voor groenten in januari. In tegenstelling tot de totale inflatie liep de groei op jaarbasis van de HICP met uitzondering van energie en onbewerkte voedingsmiddelen licht terug van,% in december tot,% in januari. Wat de verschillende componenten betreft, bleef het mutatietempo op jaarbasis van de prijzen voor bewerkte voedingsmiddelen onveranderd op,%. De sinds begin opgetekende geringe prijsstijgingen voor industriële goederen ongerekend energie hielden in januari aan (zie Grafiek ). De prijzen voor industriële goederen ongerekend energie namen met,% op jaarbasis toe, wat in de hand werd gewerkt door seizoenskortingen in de prijzen voor kleding en schoeisel. De neerwaartse trend van de groei op jaarbasis van de dienstenprijzen zette zich eveneens voort, wat te maken kan hebben met de gematigde ontwikkeling van de prijzen voor transport- en diverse diensten in januari. Samen met de recente publicatie van de cijfers inzake de HICP van het eurogebied voor januari, bracht Eurostat tevens enkele veranderingen in de presentatie en de compilatie aan, namelijk een nieuw referentiejaar voor de index, nieuwe afrondingsregels en nieuwe uitgavengewichten. Die veranderingen worden nader beschreven in Kader 7 Nieuwe compilatie- en publicatiemethoden voor de HICP van het eurogebied. Kader 7 NIEUWE COMPILATIE- EN PUBLICATIEMETHODEN VOOR DE HICP VAN HET EUROGEBIED Op februari publiceerde Eurostat de HICP voor januari. Tegelijkertijd werden enkele veranderingen voorgesteld met betrekking tot de presentatie en de compilatie van deze index. De eerste verandering betreft de invoering van een nieuw referentiejaar. Ten tweede werden de afrondingsmethoden van de HICP-indexcijfers gewijzigd, teneinde de transparantie en de nauwkeurigheid van het HICP-stijgingstempo te verhogen. Voorts vond ook de jaarlijkse bijwerking plaats van de voor de berekening van de HICP gebruikte uitgavengewichten. Dit Kader verstrekt nadere toelichting bij die veranderingen. Deze veranderingen werden aangekondigd in Eurostat News Release / van november.

59 ECONOMISCHE EN MONETAIRE ONTWIKKELINGEN Prijzen en kosten NIEUW REFERENTIEJAAR VOOR DE INDEX Sinds de eerste publicatie van de HICP in 997 werd 99 als referentiejaar voor de indexcijferreeksen gehanteerd. Sinds januari geldt als referentieperiode voor de index (=). De invoering van een nieuwe referentiebasis vereenvoudigt de presentatie van de HICP-indexcijfers en was wenselijk geworden als gevolg van de verschillende verruimingen van de productendekking van de HICP en de uitbreiding van de EU. Daarbij zij opgemerkt dat de bijwerking van het referentiejaar van de index enkel invloed heeft op de presentatie en geen gevolgen heeft voor de gepubliceerde inflatiecijfers voor het eurogebied, dankzij de hieronder beschreven nieuwe afrondingsmethoden. NIEUWE AFRONDINGSMETHODEN Tot nu toe werden de HICP en de inflatiecijfers van het eurogebied meestal samengesteld op basis van tot op één decimaal afgeronde HICP's. Om met name de nauwkeurigheid van de inflatiecijfers van het eurogebied te verhogen, heeft Eurostat zijn methoden voor de compilatie en publicatie enigszins herzien. De nieuwe procedures die vanaf op de HICP's van toepassing zijn zullen de afrondingseffecten verkleinen bij de compilatie van de inflatie van het eurogebied op basis van nationale gegevens. Ten eerste worden volgens de nieuwe methoden de indexcijfers van het eurogebied samengesteld op basis van nationale indexcijfers met meerdere cijfers na de komma (in plaats van met één cijfer na de komma). Ten tweede publiceert Eurostat nu indexcijfers voor het eurogebied die zijn afgerond tot op twee cijfers (in plaats van één) na de komma. Ten derde worden de inflatiecijfers van het eurogebied berekend op basis van de gepubliceerde indexcijfers en verspreid na afronding tot op één decimaal (zoals tot nu eveneens de gewoonte was). Tegelijkertijd zijn de meeste EU-landen (acht eurolanden en negen andere EU-lidstaten) sinds januari eveneens begonnen met de publicatie van HICP-indexcijfers met twee cijfers na de komma. Tabel A Productgewichten in de HICP van het eurogebied (procenten van de totale HICP) Bewerkte voedingsmiddelen Diensten Onbe- m.i.v. alco- Industriële recreatie werkte holische goederen Diensten Diensten enpervoedings- dranken m.u.v. huis- Diensten communi- soonlijke Diensten middelen en tabak energie Energie vesting transport catie diensten diversen, 7,,,,,,,9,,, 7,,,7 9,,,,9,, Tabel B Landengewichten in de HICP van het eurogebied (procenten van de totale HICP) BE DE GR ES FR IE IT LU NL AT PT FI, 9,,7,,7, 9,,,,,,,,7,9,,, 9,,,,,, Bron: Eurostat. Toelichting: Als gevolg van de afronding bedraagt de som van de gewichten mogelijk niet. 9

60 NIEUWE UITGAVENGEWICHTEN VOOR Met het oog op de representativiteit van de indexcijfers voor de bestedingen van de consumenten en de vergelijkbaarheid van de nationale resultaten, worden de uitgavengewichten voor de berekening van de HICP's ieder jaar bijgewerkt door Eurostat en door de nationale bureaus voor de statistiek. De bijwerking betreft zowel de productaandelen in elk land als de aandelen van de landen in het eurogebied en de EU. Daarbij zij echter opgemerkt dat de methoden voor de herziening van de HICP-aandelen enigszins uiteenlopen van het ene euroland tot het andere, vooral als gevolg van verschillen inzake de beschikbaarheid van statistische gegevens waarmee de consumptievolumes op gedetailleerd productniveau kunnen worden aangepast. De tabellen vergelijken de product- en landengewichten voor en. Net als in de voorgaande jaren heeft de jaarlijkse bijwerking slechts een geringe impact op de HICP-gewichten. Het gewicht van energie is licht toegenomen tot 9,%, wat vooral de hogere uitgaven als gevolg van de gestegen energieprijzen weerspiegelt. Het totale gewicht van de diensten in de HICP van het eurogebied blijft onveranderd op,%. De landengewichten van de HICP zijn berekend op basis van de in de nationale rekeningen opgetekende uitgaven voor particuliere consumptie. Veranderingen in de landengewichten van de HICP kunnen derhalve ook het gevolg zijn van herzieningen in de gegevens van de nationale rekeningen. Zie ook Kader van het van maart. Zie Kader van het van april.. INDUSTRIËLE PRODUCENTENPRIJZEN Het jaarlijkse groeitempo van de totale producentenprijzen ongerekend de bouwnijverheid nam toe van,% in november tot,7% (zie Grafiek ). Die versnelling was echter te wijten aan een basiseffect in de jaarlijkse groei van de energiecomponent, aangezien de olieprijzen in de loop van december gemiddeld slechts licht omhooggingen. Ongerekend de bouwnijverheid en energie bleef de groei op jaarbasis van de producentenprijzen stabiel op,%, waardoor de gematigde groei sinds medio werd gehandhaafd. Dit bevestigt derhalve het algemene beeld dat de olieprijzen een sterke prijsdruk uitoefenden, maar in latere stadia van de productieketen slechts beperkt doorwerkten in de prijzen. Grafiek Uitsplitsing industriële producentenprijzen (mutaties in procenten per jaar; maandgegevens) totale industrie, ongerekend bouwnijverheid (links) halffabrikaten (links) investeringsgoederen (links) consumptiegoederen (links) energie (rechts) Het stabiele mutatietempo op jaarbasis van de producentenprijzen ongerekend de bouwnijverheid en energie maskeerde een geringe daling van het mutatietempo op jaarbasis van de prijzen voor consumptiegoederen in december. Het Bronnen: Eurostat en berekeningen van de. - -

61 ECONOMISCHE EN MONETAIRE ONTWIKKELINGEN Prijzen en kosten groeitempo op jaarbasis van de prijzen voor consumptiegoederen was gestaag toegenomen, vooral onder invloed van de prijsontwikkelingen voor tabak en voedingsmiddelen sinds medio, maar de opwaartse beweging hield in december niet aan. De recente daling werd veroorzaakt door een basiseffect ten gevolge van een stijging van de Duitse belastingen op tabak in december. De mutatie op jaarbasis van de prijzen voor halffabrikaten nam licht toe, terwijl de groei op jaarbasis van de prijzen voor investeringsgoederen de afgelopen maanden gematigd is gebleven. Grafiek Door producenten voor grondstoffen en halffabrikaten betaalde prijzen en in rekening gebrachte afzetprijzen (spreidingsindices; maandgegevens) 7 verwerkende industrie; betaalde prijzen verwerkende industrie; afzetprijzen dienstensector; betaalde prijzen dienstensector; afzetprijzen 7 Uit enquêtegegevens omtrent de prijzen voor de verwerkende industrie blijkt een verdere toename van de druk op de inputprijzen (prijzen van grondstoffen en halffabrikaten) in februari. De Eurozone Manufacturing Input Price Index veerde op tot, in februari, het hoogste peil van de laatste twaalf maanden (zie Grafiek ). Hoewel de indicator van de afzetprijzen in de verwerkende industrie eveneens toenam, wijst het in vergelijking met de 999 vorige stijging van de olieprijzen relatief lage peil van de index nog steeds op een beperkte doorwerking van de hogere inputprijzen in de producentenprijzen. De indicator van de inputprijzen in de dienstensector is in januari enigszins teruggelopen, maar ligt met 9, nog steeds ruim boven de drempel die een ongewijzigde productie aangeeft. De hoge energieprijzen worden nog altijd genoemd als een van de oorzaken van de sterke druk op de inputprijzen. De indicator van de afzetprijzen in de dienstensector ligt sinds september boven de %?drempel, wat duidt op een stijging van de afzetprijzen. Niettemin is, naar historische maatstaven, de kloof tussen de indicatoren van de input- en de afzetprijzen nog steeds groot, wat zou kunnen aangeven dat de doorwerking van de hogere inputkosten in de afzetprijzen ook in de dienstensector tot dusver zwak is geweest. Bron: NTC Economics. Toelichting: Een indexwaarde hoger dan geeft een prijsstijging aan, een waarde lager dan een prijsdaling.. ARBEIDSKOSTENINDICATOREN De indicator van de contractlonen in het eurogebied verschaft de eerste informatie over de ontwikkelingen van de arbeidskosten in het laatste kwartaal van. Het jaarlijkse groeitempo van de contractlonen daalde in het vierde kwartaal van tot,%, tegen,% in het voorgaande kwartaal (zie Tabel 7). Voor als geheel bleef de gemiddelde jaarlijkse groei van de contractlonen, net als in, op een peil van,%. Hieruit blijkt dat de stijging van de energieprijzen vooralsnog geen noemenswaardige tweederonde-effecten heeft uitgeoefend op de lonen van het eurogebied. De scherpe internationale concurrentie en de gematigde druk van de binnenlandse vraag hebben de opwaartse druk op de contractlonen in de meeste landen van het eurogebied wellicht helpen temperen.

62 Tabel 7 Arbeidskostenindicatoren (mutaties in procenten per jaar, tenzij anders aangegeven) IV I II III IV Contractlonen Totale arbeidskosten per uur Loonsom per werknemer PM: Arbeidsproductiviteit Arbeidskosten per eenheid product,,,,,,,,.,,,,.,.,7,,,.,.,7,,,9.,9.,,,9,7. Bronnen: Eurostat, nationale gegevens en berekeningen van de. Alle overige beschikbare indicatoren betreffende de groei van de arbeidskosten bevestigen het algemene beeld van een gematigde loongroei in het eurogebied (zie Grafiek 7). De groei van de totale arbeidskosten per uur was sinds begin doorgaans neerwaarts gericht en bereikte in het derde kwartaal,%. De groei op jaarbasis van de loonsom per werknemer schommelt sedert medio rond,%. Op sectorniveau bleef de positieve kloof tussen de mutaties op jaarbasis van de loonsom per werknemer in de verwerkende industrie en de dienstensector gehandhaafd (zie Grafiek ). Dankzij een herstel van de economische bedrijvigheid trok ook de productiviteitsgroei in de loop van aan. In combinatie met de gematigde loongroei oefende de opleving van de productiviteit een neerwaartse druk uit op de toename van de arbeidskosten per eenheid product. Bijgevolg liep de jaarlijkse groei van de arbeidskosten per eenheid product in het derde kwartaal terug tot,7%. Derhalve is het waarschijnlijk dat de door de arbeidsmarkt uitgeoefende inflatoire druk tot het derde kwartaal van matig was.. INFLATIEVOORUITZICHTEN Op de korte termijn zal de inflatie op jaarbasis wellicht boven % blijven onder invloed van het beloop van de energieprijzen. Uit de meest recente indicatoren kan echter niet worden opgemaakt dat zich binnen het eurogebied enige noemenswaardige onderliggende inflatoire druk ontwikkelt. De indirecte effecten van de recente energieprijsstijgingen bleven bescheiden en de loonontwikkelingen, in het bijzonder, bleven matig. Tegelijkertijd oefenen veranderingen in de door de overheid gereguleerde prijzen en de indirecte belastingen in en 7 naar verwachting een belangrijke invloed uit op de inflatie. In de door medewerkers van de samengestelde macro-economische projecties voor het eurogebied betreffende maart wordt voorzien dat de HICP-inflatie in tussen,9% en,% zal liggen, en in 7 tussen,% en,% (zie Kader Door medewerkers van de samengestelde macro-economische projecties voor het eurogebied ). Er moet rekening worden gehouden met verschillende opwaartse risico s voor die projecties, met name die welke gerelateerd zijn aan de toekomstige olieprijsontwikkelingen en de potentiële tweederonde-effecten bij de loon- en prijsvorming. Bovendien zouden ook verdere stijgingen van de door de overheid gereguleerde prijzen en de indirecte belastingen een opwaartse druk op de inflatie in het eurogebied kunnen veroorzaken.

63 ECONOMISCHE EN MONETAIRE ONTWIKKELINGEN Prijzen en kosten Grafiek 7 Enkele arbeidskostenindicatoren Grafiek Loonsom per werknemer naar sector (mutaties in procenten per jaar) (mutaties in procenten per jaar; kwartaalgegevens) loonsom per werknemer contractlonen arbeidskosten per uur industrie m.u.v. bouwnijverheid bouwnijverheid dienstensector,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,, 999 Bronnen: Eurostat, nationale gegevens en berekeningen van de.,,, 999 Bronnen: Eurostat en berekeningen van de.

64

65 ECONOMISCHE EN MONETAIRE ONTWIKKELINGEN Productie, vraag en de arbeidsmarkt PRODUCTIE, VRAAG EN DE ARBEIDSMARKT Volgens de voorlopige raming van Eurostat is het reële bbp van het eurogebied in het vierde kwartaal van op kwartaalbasis met,% gegroeid, tegen,% in het voorgaande kwartaal. De beschikbare landenspecifieke informatie duidt erop dat dit waarschijnlijk de weerspiegeling is van een geringe consumptiegroei en een negatieve bijdrage van de netto uitvoer, terwijl de investeringen relatief krachtig bleven groeien. Samen met andere indicatoren (voornamelijk enquêtes), wijst de krachtige groei van de investeringen in de tweede helft van erop dat de vertraging in het vierde kwartaal wellicht van tijdelijke aard zal zijn. Over geheel steeg het reële bbp van het eurogebied met,% op jaarbasis, tegen,% in. De economische bedrijvigheid zal in naar verwachting aantrekken, geschraagd door een stevige mondiale groei, het huidige gunstige economische en financiële klimaat en tekenen van verbetering op de arbeidsmarkt. Aan die voorspellingen blijven echter neerwaartse risico's verbonden, die vooral voortvloeien uit de onzekerheid rond de olieprijsontwikkelingen en de mondiale evenwichtsverstoringen.. PRODUCTIE EN VRAAG REËEL BBP EN UITGAVENCOMPONENTEN Volgens de voorlopige raming van Eurostat, beliep de reële bbp-groei in het eurogebied in het vierde kwartaal van,% op kwartaalbasis, tegen,% tijdens het voorgaande kwartaal Grafiek 9 Reële bbp-groei en bijdragen (groei op kwartaalbasis en bijdragen in procentpunten per kwartaal; voor seizoen gecorrigeerd) binnenlandse vraag (ongerekend voorraden) voorraadmutaties uitvoersaldo totale bbp-groei (%),,,, -, -, IV I II III IV -, -, Bronnen: Eurostat en berekeningen van de. Toelichting: De meest recente waarneming voor de totale bbp-groei berust op de voorlopige raming van Eurostat.,,,, (zie Grafiek 9). Hoewel werd verwacht dat de reële bbp-groei in het vierde kwartaal van vorig jaar niet zo sterk zou zijn als in het derde kwartaal, vielen de gegevens van Eurostat toch nog wat lager uit. Volgens de beschikbare landenspecifieke informatie weerspiegelt deze vertraging waarschijnlijk een geringe consumptiegroei en een negatieve bijdrage van de netto uitvoer, deels als gevolg van een correctie van de in het derde kwartaal van vorig jaar opgetekende sterke groei van de uitvoer in het eurogebied. De investeringen zijn echter waarschijnlijk relatief krachtig blijven groeien. Over heel groeide het reële bbp op jaarbasis met,% op een voor het aantal werkdagen gecorrigeerde basis, vergeleken met,% in. Naast het effect ervan op de gemiddelde groei in, heeft het economische groeitempo in het laatste kwartaal van ook een overloopeffect van,7% op de gemiddelde reële bbp-groei in tot gevolg, wat strookt met het historisch gemiddelde sinds 99 en meer is dan in het voorgaande jaar. De krachtige groei van de investeringen in de Dit effect kan intuïtief worden gedefinieerd als de mate waarin het bbp in zou groeien, indien alle groeicijfers op kwartaalbasis in dat jaar nihil zouden zijn. Een uitvoerige toelichting van de invloed van overloopeffecten op de gemiddelde groeicijfers op jaarbasis van het reële bbp is te vinden in Kader getiteld "Overloopeffecten op de gemiddelde groei op jaarbasis van het reële bbp" in het van december.

66 Grafiek Groei van de industriële productie en bijdragen (groei en bijdragen in procentpunten; voor seizoen gecorrigeerd) investeringsgoederen consumptiegoederen halffabrikaten totaal ongerekend bouwnijverheid en energie (%),,,, Grafiek Industriële productie, producentenvertrouwen en Purchasing Managers Index (PMI) (maandgegevens; voor seizoen gecorrigeerd) industriële productie ) (links) producentenvertrouwen ) (rechts) PMI ) (rechts),,,,,,, -,, -, - - -, -, - - -, -, -, -, , 999 -, Bronnen: Eurostat en berekeningen van de. Toelichting: De getoonde gegevens zijn berekend als voortschrijdende driemaands gecentreerde gemiddelden ten opzichte van het overeenkomstige gemiddelde drie maanden eerder. Bronnen: Eurostat, conjunctuurenquêtes van de Europese Commissie, NTC Economics en berekeningen van de. ) Verwerkende industrie; procentuele mutaties per driemaands periode. ) Procentuele saldi; mutaties t.o.v. drie maanden eerder. ) Afwijkingen van een indexwaarde van. tweede helft van zou, net als andere indicatoren, wijzen op meer positieve ontwikkelingen aan het begin van. De publicatie van de gegevens van de halfjaarlijkse EC-investeringsenquête, die in het vierde kwartaal van vorig jaar werd gehouden, wijst ook op een stijging, in vergelijking met, van de groei naar volume van de door de bedrijven in geplande investeringen. Al met al zijn de voorwaarden aanwezig voor een gestage economische groei. Het gunstige externe klimaat bevordert de uitvoer van het eurogebied. De langdurige periode van een zeer gunstig financieringsklimaat, eerdere balansherstructureringen en de reeds behaalde en nog aanhoudende robuuste winsten alsook de grotere bedrijfsefficiëntie schragen allemaal het elan van de investeringen. Ook de consumptie zou gaandeweg aantrekken, in overeenstemming met het reële besteedbare inkomen van de huishoudens, naarmate de arbeidsmarktsituatie geleidelijk verbetert. PRODUCTIE PER SECTOR EN INDUSTRIËLE PRODUCTIE Hoewel de uitsplitsing van de toegevoegde waarde in het vierde kwartaal van nog niet beschikbaar is, wijzen verschillende indicatoren voor de sectoren erop dat de vertraging van de bedrijvigheid in dit kwartaal in hoge mate het gevolg kan zijn geweest van ontwikkelingen in de industriële sector, die waarschijnlijk enige vertraging van de uitvoergroei weerspiegelen. De industriële productie (ongerekend de bouwnijverheid) nam tijdens het vierde kwartaal van met,% toe, vergeleken met,9% in het derde kwartaal, en droeg daarmee bij aan de vertraging van de totale bedrijvigheid in het vierde kwartaal. Die verzwakking was vrij algemeen over de belangrijkste sectoren (zie Grafiek ). Voor geheel steeg de industriële productie

67 ECONOMISCHE EN MONETAIRE ONTWIKKELINGEN Productie, vraag en de arbeidsmarkt Grafiek Detailhandelsverkopen, vertrouwen binnen de detailhandel en consumentenvertrouwen (maandgegevens) totale detailhandelsverkopen ) (links) consumentenvertrouwen ) (rechts) vertrouwen binnen de detailhandel ) (rechts),,,,,,,,, -, -, 999 Bronnen: Conjunctuurenquêtes van de Europese Commissie en Eurostat. ) Mutaties in procenten per jaar; voortschrijdende driemaands gecentreerde gemiddelden; gecorrigeerd voor aantal werkdagen. ) Procentuele saldi; voor seizoen en afwijkingen van het gemiddelde gecorrigeerd. Met ingang van januari zijn de uitkomsten voor het consumentenvertrouwen in het eurogebied niet geheel vergelijkbaar met eerdere cijfers als gevolg van wijzigingen in de Franse enquête (ongerekend de bouwnijverheid) met,%, tegen,9% in. Die vertraging hangt vooral samen met ontwikkelingen in de sector halffabrikaten en, in mindere mate, in de sector investeringsgoederen. De orderontvangsten in de industrie namen in december op maandbasis met,% toe. Tijdens het vierde kwartaal van stegen de orderontvangsten in de industrie met,% op kwartaalbasis, wat erop wijst dat de sinds begin vorig jaar ingezette opwaartse tendens aanhield. ENQUÊTEGEGEVENS VOOR DE VERWERKEN- DE INDUSTRIE EN DE DIENSTENSECTOR De enquêteresultaten voor zowel de verwerkende industrie als de dienstensector blijven de vooruitzichten voor een duurzame economische groei ondersteunen. In de verwerkende industrie stegen in februari zowel de PMI als de indicator van het producentenvertrouwen van de EC. De PMI voor de verwerkende industrie bereikt thans het peil van de tweede helft van en toont aan dat het bedrijfsklimaat in de industriële sector voor de achtste maand op rij is verbeterd. De stijging van de indicator van het producentenvertrouwen van de EC in februari was het gevolg van een verbetering van alle componenten van de index (orderportefeuilles, productieverwachtingen en de beoordeling van de voorraden) en was breed gespreid over de drie industriële hoofdsectoren. Alles bijeengenomen, verlengen die ontwikkelingen de opwaartse tendens die de vertrouwensindicator sinds het tweede kwartaal van vertoont (zie Grafiek ). De indicator van het producentenvertrouwen van de EC bereikt thans zijn hoogste peil sinds februari. Wat de dienstensector betreft, duiden zowel de PMI als de indicator van de EC voor het vertrouwen op positieve ontwikkelingen aan het begin van dit jaar. In januari bereikte de PMI voor de dienstensector zijn hoogste peil sinds februari, na de opwaartse tendens die in de zomer van inzette. De indicator van de EC voor het vertrouwen binnen de dienstensector daalde licht in februari. Op de langere termijn bezien, bleef de indicator van de EC voor het vertrouwen binnen de dienstensector globaal beschouwd echter onveranderd sinds het vierde kwartaal van vorig jaar. INDICATOREN VOOR DE BESTEDINGEN VAN HUISHOUDENS Uit de beschikbare gegevens blijkt dat de particuliere consumptie in het vierde kwartaal van enigszins vertraagde ten opzichte van het voorgaande kwartaal. De toename van de detailhandelsverkopen bleef grotendeels stabiel als gevolg van een lichte stijging van de verkoop van voedingsmiddelen en een globaal constant gebleven verkoop van niet-voedingsmiddelen. In hetzelfde kwartaal daalde het aantal registraties van nieuwe personenauto's met %. Al met al droegen de detailhandelsverkopen en het aantal registraties van nieuwe personenauto's in het vierde 7

68 kwartaal van niet bij aan de groei van de particuliere consumptie. Voor geheel namen de detailhandelsverkopen in het eurogebied (gecorrigeerd voor seizoen en aantal werkdagen) met % op jaarbasis toe, ten opzichte van,% in. Het consumentenvertrouwen steeg in februari enigszins uit boven zijn lange-termijngemiddelde. De beoordeling inzake besparingen verbeterde enigszins in diezelfde maand, terwijl de andere componenten onveranderd bleven. De geleidelijke verbetering van het consumentenvertrouwen, die zich sinds medio laat optekenen en deels het gevolg is van een neerwaartse tendens van de werkloosheidsverwachtingen tijdens dezelfde periode, duidt op een matig herstel van de consumptiegroei (zie Grafiek ). Grafiek Werkloosheid (maandgegevens; voor seizoen gecorrigeerd) mutatie per maand, duizenden (links) % beroepsbevolking (rechts) - - -, 9, 9,,,. ARBEIDSMARKT 999 De laatste beschikbare gegevens wijzen erop Bron: Eurostat. dat de arbeidsmarktsituatie in het eurogebied geleidelijk blijft verbeteren. Sedert afgelopen zomer laten de werkgelegenheids- en enquêtecijfers zowel in de industrie als in de dienstensector een verbetering optekenen, hoewel de werkgelegenheidsverwachtingen in de industrie tijdens de eerste twee maanden van dit jaar mogelijk iets minder optimistisch geworden zijn. WERKLOOSHEID In januari bedroeg de werkloosheidsgraad in het eurogebied,%, net als in december (zie Grafiek ). Het aantal werklozen daalde voor de tweede maand op rij. Net als tijdens de vori- - 7, Tabel Werkgelegenheidsgroei (mutaties in procenten t.o.v. voorgaande periode; voor seizoen gecorrigeerd) Twaalfmaands Kwartaalcijfers cijfers III IV I II III Gehele economie waarvan: Landbouw en visserij Industrie Industrie m.u.v. bouwnijverheid Bouwnijverheid Diensten Handel en transport Financiële en zakelijke dienstverlening Openbaar bestuur,,7,,,,, -, -,, -, -, -, -, -, -,9,, -,,, -, -, -,, -, -, -,,,, -, -,,,,9,,,,,,,,9,,,,,,,,7,,7,,,,,,,,, Bronnen: Eurostat en berekeningen van de.

69 ECONOMISCHE EN MONETAIRE ONTWIKKELINGEN Productie, vraag en de arbeidsmarkt Grafiek Werkgelegenheidsgroei en werkgelegenheidsverwachtingen (mutaties in procenten per jaar; procentuele saldi; voor seizoen gecorrigeerd) werkgelegenheidsgroei in de industrie (links) werkgelegenheidsverwachtingen in de verwerkende industrie (rechts),,,,,, -, -, -, -, -, Bronnen: Eurostat en conjunctuurenquêtes van de Europese Commissie. Toelichting: De procentuele saldi zijn gecorrigeerd voor afwijkingen van het gemiddelde. - - werkgelegenheidsverwachtingen in de bouwnijverheid werkgelegenheidsverwachtingen in de detailhandel werkgelegenheidsverwachtingen in de dienstensector - ge maanden, werden de werkloosheidscijfers beïnvloed door methodologische en institutionele wijzigingen in Duitsland. Daardoor valt de onderliggende trend moeilijk in te schatten. Het totale aantal werklozen in het eurogebied ongerekend Duitsland slonk ook in januari. Hoewel de jongste gegevens op zich niet op een werkgelegenheidsgroei wijzen, duiden ze, in combinatie met andere informatie over feitelijke en verwachte werkgelegenheidsontwikkelingen, op een verbetering van de arbeidsmarktsituatie. WERKGELEGENHEID De werkgelegenheid in het eurogebied steeg in het derde kwartaal van op kwartaalbasis met,%, na een eerdere toename met,% zowel in het eerste als in het tweede kwartaal (zie Tabel ). Die verbetering was vooral het resultaat van ontwikkelingen in de dienstensector, vooral in de financiële en zakelijke dienstverlening. Er was ook sprake van enige verbetering in de industrie, waar de werkgelegenheid in het derde kwartaal van met,% steeg (opwaarts bijgesteld met, procentpunt). Dat is echter enkel toe te schrijven aan positieve ontwikkelingen in de bouwnijverheid, aangezien de werkgelegenheidsgroei in de industrie met uitzondering van de bouwnijverheid negatief bleef. Beschikbare gegevens afkomstig van de conjunctuurenquêtes van de Europese Commissie en de PMI in de industrie zouden wijzen op uiteenlopende ontwikkelingen aan het begin van. Enerzijds verbeterden de werkgelegenheidsverwachtingen zoals die naar voren komen uit de conjunctuurenquêtes, in februari fors voor de verwerkende industrie, na een lichte daling in januari, wat strookte met de sinds medio opgetekende algehele opwaartse tendens (zie Grafiek ). Anderzijds zouden de uit de PMI-enquête in de verwerkende nijverheid afgeleide werkgelegenheidsontwikkelingen erop wijzen dat de eveneens sinds de zomer van opgetekende opwaartse tendens rond het jaareinde mogelijk gestopt is. De PMI-index bleef in februari grotendeels stabiel, na in januari te zijn gedaald tot beneden de drempel van die aangeeft dat de werkgelegenheid geen verandering te zien geeft. Volgens zowel de PMI-index als de EC-enquête, die beide duiden op een opwaartse tendens sinds de zomer van, lijken de werkloosheidsverwachtingen in de dienstensector gunstiger te zijn dan in de industrie. 9

70 . VOORUITZICHTEN VOOR DE ECONOMISCHE BEDRIJVIGHEID De meest recente gegevens schragen de opvatting dat de in het vierde kwartaal van opgetekende daling van de reële bbp-groei slechts van tijdelijke aard is. Beschikbare indicatoren wijzen erop dat de economische bedrijvigheid in waarschijnlijk duurzaam zal zijn, zoals blijkt uit de recente verbetering van zowel het consumenten- als het producentenvertrouwen. Die analyse strookt met voorspellingen van internationale en particuliere organisaties. De beoordeling is eveneens in overeenstemming met door medewerkers van de samengestelde macro-economische projecties voor het eurogebied, die wijzen op een reële bbp-groei tussen,7% en,% in en tussen,% en,% in 7 (zie Kader Door medewerkers van de samengestelde macro-economische projecties voor het eurogebied ). Aan die voorspellingen blijven echter neerwaartse risico's verbonden, die vooral voortvloeien uit de onzekerheid rond de olieprijsontwikkelingen en de mondiale evenwichtsverstoringen. Kader DOOR MEDEWERKERS VAN DE SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED Op basis van de tot 7 februari beschikbare informatie, hebben medewerkers van de projecties samengesteld voor de macro-economische ontwikkelingen in het eurogebied. De projectie is dat de gemiddelde reële bbp-groei op jaarbasis in zal liggen tussen,7% en,%, en in 7 tussen,% en,%. Met betrekking tot de inflatie is de projectie dat het gemiddelde groeitempo van de totale Geharmoniseerde Consumptieprijsindex (HICP) in zal variëren tussen,9% en,%, en tussen,% en,% in 7. Technische aannames betreffende de rentes, de wisselkoersen, de olieprijzen en het begrotingsbeleid In het bijzonder wordt uitgegaan van de technische aanname dat de korte marktrente en de bilaterale wisselkoersen gedurende de projectieperiode onveranderd zullen blijven op de niveaus van de periode van twee weken tot 7 februari. De korte rente, afgemeten aan de driemaands Euribor, wordt verondersteld constant te blijven op,%. De technische aanname van constante wisselkoersen impliceert een EUR/USD- De door medewerkers van de samengestelde macro-economische projecties completeren de door medewerkers van het Eurosysteem samengestelde projecties die gezamenlijk op halfjaarbasis zijn opgesteld door deskundigen van de en de nationale centrale banken van het eurogebied. De voor de projecties toegepaste technieken zijn consistent met die welke worden toegepast voor de door medewerkers van het Eurosysteem samengestelde projecties zoals beschreven in "A guide to Eurosystem staff macroeconomic projections exercises,, juni. Om uitdrukking te geven aan de onzekerheid waarmee de projecties zijn omgeven, worden voor de uitkomsten van elke variabele marges gebruikt. De marges zijn gebaseerd op de verschillen tussen de werkelijke uitkomsten en eerdere projecties die gedurende een aantal jaren zijn uitgevoerd. De breedte van de marges is tweemaal de gemiddelde absolute waarde van deze verschillen. Met ingang van juni zullen de door medewerkers van het Eurosysteem en de samengestelde macro-economische projecties zijn gebaseerd op de technische aanname dat de korte marktrente zich zal bewegen overeenkomstig de marktverwachtingen in plaats van constant te blijven gedurende de projectieperiode zoals thans wordt verondersteld. Deze verandering is van puur technische aard. De verandering heeft tot doel de kwaliteit en interne consistentie van de macro-economische projecties verder te verbeteren en impliceert op geen enkele wijze een verandering in de monetaire-beleidsstrategie van de of van de rol van de projecties daarbinnen. De Raad van Bestuur zal zijn beoordeling van de risico s voor prijsstabiliteit en zijn beleidsbeslissingen blijven baseren op een breed scala aan gegevens uit economische en monetaire analyses. De macro-economische projecties zullen een voorname doch niet allesomvattende rol in de strategie van de blijven spelen, zijnde door medewerkers ingebracht achtergrondmateriaal dat niet de inschattingen weergeeft van de Raad van Bestuur. 7

71 ECONOMISCHE EN MONETAIRE ONTWIKKELINGEN Productie, vraag en de arbeidsmarkt wisselkoers van, en een effectieve wisselkoers van de euro die,% lager ligt dan het gemiddelde van. De technische aannames met betrekking tot de lange rente en de prijzen van zowel olie als grondstoffen exclusief energie zijn gebaseerd op marktverwachtingen in de periode van twee weken eindigend op 7 februari. De marktverwachtingen betreffende het nominale rendement op tienjaars overheidsobligaties in het eurogebied impliceren een licht stijgend profiel van een gemiddelde van,% in tot gemiddeld,7% in 7. Gebaseerd op het prijsbeloop dat wordt geïmpliceerd door de markt voor termijncontracten wordt verondersteld dat de gemiddelde olieprijs op jaarbasis in USD, per vat en in 7 USD 7, per vat zal bedragen. De gemiddelde stijging op jaarbasis van de in Amerikaanse dollars luidende prijzen van grondstoffen exclusief energie wordt verondersteld in op,7% en in 7 op,% te liggen. De aannames betreffende het begrotingsbeleid zijn gebaseerd op nationale begrotingsplannen in de afzonderlijke landen van het eurogebied. Zij omvatten enkel die beleidsmaatregelen die reeds door het betreffende parlement zijn goedgekeurd, of die reeds in detail zijn uitgewerkt en het wetgevingsproces zeer waarschijnlijk zullen doorstaan. Aannames betreffende het internationale klimaat De verwachting is dat het externe klimaat van het eurogebied gedurende de projectieperiode gunstig zal blijven. Voorzien wordt dat de reële bbp-groei in de Verenigde Staten robuust blijft, hoewel met licht afnemende tempi. De reële bbp-groei in Azië exclusief Japan zal naar verwachting ruim boven het mondiale gemiddelde blijven, hoewel enigszins lager dan in recente jaren. De groei in de meeste andere grote economieën zal, zo is de projectie, eveneens dynamisch blijven. Over het geheel genomen zal de mondiale reële bbp-groei buiten het eurogebied in naar schatting een gemiddeld niveau van rond,9% bereiken, en in 7,%. Voorzien wordt dat de groei van de externe exportmarkten van het eurogebied in op ongeveer 7,% en in 7 op,9% zal liggen. Projecties voor de reële bbp-groei De voorlopige ( flash ) raming van Eurostat voor het reële bbp van het eurogebied in het vierde kwartaal van duidt op een vertraging van de kwartaal-op-kwartaal groei tot,%. Recente enquête-indicatoren duiden er echter op dat de economische bedrijvigheid aan kracht wint en dat deze daling van de reële bbp-groei waarschijnlijk van tijdelijke aard is geweest. Tegen deze achtergrond, is de projectie dat de gemiddelde reële bbp-groei op jaarbasis in tussen de,7% en,% zal liggen en in 7 tussen de,% en,%. Onder de drijvende krachten is de verwachting dat de groei van de uitvoer de economische bedrijvigheid zal blijven schragen, gesteund door de veronderstelde aanhoudend krachtige buitenlandse vraag. Voorzien wordt dat de particuliere consumptie zal toenemen in overeenstemming met het reëel besteedbare inkomen, hetgeen ondersteund zou moeten worden door enige vooruitgang in de werkgelegenheid gedurende de projectieperiode. De verwachting is echter dat in de stijgende energieprijzen en in 7 toenames in de indirecte belastingen een remmend effect op 7

72 de consumptie zullen hebben. De groei van de totale vaste investeringen is recentelijk versneld en voorzien wordt dat het groeitempo krachtig zal blijven, in een context van aanhoudend gunstige financieringsvoorwaarden, hoge winsten en gunstige vraagvooruitzichten. De particuliere investeringen in woningen zullen, zo wordt voorzien, gedurende de projectieperiode in gematigd tempo blijven groeien. Tabel A Macro-economische projecties voor het eurogebied (gemiddelde procentuele mutaties op jaarbasis) ) 7 HICP Reële bbp Particuliere consumptie Overheidsconsumptie Bruto investeringen in vaste activa Uitvoer (goederen en diensten Invoer (goederen en diensten,,9-,,-,,,7-,,-,,,-,7,-,,,-,,-,,,-,,-,,,-7,,-7,,,-7,,-, ) Voor elke variabele en periode zijn de marges gebaseerd op het gemiddelde absolute verschil tussen werkelijke uitkomsten en door de centrale banken in het eurogebied eerder gemaakte projecties. De projecties voor het reële bbp en zijn componenten hebben betrekking op voor werkdagen gecorrigeerde gegevens. Bij de projecties voor de uitvoer en de invoer is de handel binnen het eurogebied inbegrepen. Projecties betreffende prijzen en kosten Voorzien wordt dat het gemiddelde groeitempo van de totale HICP in tussen,9% en,% zal liggen, en in 7 tussen,% en,%. De projecties betreffende de prijzen zijn afhankelijk van een aantal aannames. Ten eerste wordt verondersteld dat de olieprijzen, die in de afgelopen jaren tot een significante positieve bijdrage van de energiecomponent aan de inflatie op basis van de HICP hebben geleid, gedurende de projectieperiode ruwweg stabiel zullen blijven. Ten tweede wordt de stijging van de nominale loonsom per werknemer tijdens de projectieperiode verondersteld gematigd te blijven. In de projecties voor de prijsontwikkeling zijn geen significante tweede-ronde-effecten van olieprijsstijgingen op de lonen vervat. Ten derde zijn in de projecties slechts die veranderingen in de indirecte belastingen verwerkt waarover vóór 7 februari voldoende zekerheid bestond. Ten slotte zijn de projecties gebaseerd op de verwachting dat de prijsdruk van de invoer uitgezonderd grondstoffen laag blijft. 7

73 ECONOMISCHE EN MONETAIRE ONTWIKKELINGEN Productie, vraag en de arbeidsmarkt Tabel B Vergelijking met de projecties van december (gemiddelde procentuele mutaties op jaarbasis) 7 Reëel bbp december Reëel bbp maart HICP december HICP maart,-,,-,,-,,,7-,,-,,-,,-,,-,,,9-,,-, Vergelijking met de projecties van december Vergeleken met de door medewerkers van het Eurosysteem samengestelde macro-economische projecties die in het - van december werden gepubliceerd, zijn de voor en 7 voorziene marges voor de reële bbp-groei licht opwaarts bijgesteld als gevolg van een ietwat gunstiger vooruitzicht voor de economie van het eurogebied. De nieuw voorziene marge voor het stijgingstempo op jaarbasis van de totale HICP in ligt binnen het bovenste gedeelte van de marge van de projecties van december. De voor 7 voorziene marge is opwaarts bijgesteld. Dit is voornamelijk het gevolg van een veronderstelde stijging van de energieprijzen, resulterend in een grotere bijdrage van de energiecomponent aan de totale HICP. De projecties voor de HICP exclusief energie zijn daarentegen grotendeels onveranderd vergeleken met de projecties van december. 7

74

75 ECONOMISCHE EN MONETAIRE ONTWIKKELINGEN Begrotingsontwikkelingen BEGROTINGSONTWIKKELINGEN In vertoonde de tekortquote van het eurogebied, in een klimaat van een betrekkelijk ongunstige economische groei, een zeer geringe daling terwijl de schuldquote verder is opgelopen. In veel eurolanden bleven zich belangrijke of zelfs ernstige begrotingsonevenwichtigheden voordoen. De daling in en daarna van de tekortquote voor het eurogebied zal naar verwachting bescheiden zijn, ondanks de betere vooruitzichten voor de economische groei. In een aantal landen zijn de begrotingsdoelstellingen en de aanpassingsplannen niet ambitieus genoeg en doen zich aanzienlijke risico s voor als gevolg van een gebrek aan concrete en effectieve maatregelen. Tekortkomingen bij de begrotingsprocedures komen soms ook tot uiting in aanhoudende problemen bij de beheersing van de uitgaven. Voorts zullen de meeste landen de komende decennia te maken krijgen met belangrijke, met de vergrijzing samenhangende uitgavenstijgingen, waartegenover slechts beperkte concrete plannen voor verdere hervormingen staan. Dit alles vraagt om vastberaden consolidatie als onderdeel van geloofwaardige en uitgebreide hervormingsprogramma s waarin ook de tekortkomingen van de begrotingsinstituties worden aangepakt en de houdbaarheid van de stelsels van sociale zekerheid wordt verbeterd. BEGROTINGSONTWIKKELINGEN IN Volgens de geactualiseerde stabiliteitsprogramma s die door de eurolanden eind en begin zijn ingediend is in weinig voorgang geboekt bij het redresseren van de aanzienlijke begrotingsonevenwichtigheden in het eurogebied. Het tekort van de totale overheid in het eurogebied is naar raming gedaald van,7% bbp in tot,% bbp in (zie Tabel 9). Dit resultaat steekt gunstig af bij de najaarsprognose van de Europese Commissie, als gevolg van betere budgettaire ontwikkelingen in een aantal landen (zie Tabel 9 in het van december ). Desalniettemin zal het begrotingstekort in het eurogebied, in hoofdzaak als gevolg van een tegenvallende economische groei, naar verwachting ongeveer, procentpunt bbp hoger uitvallen dan de gemiddelde tekortdoelstelling zoals voorzien bij de vorige actualisatie van de stabiliteitsprogramma s. De begrotingspositie voor op het niveau van het eurogebied weerspiegelt de aanhoudend belangrijke of zelfs ernstige begrotingsonevenwichtigheden in veel eurolanden. In vier eurolanden (Duitsland, Griekenland, Italië en Portugal) ligt de tekortquote boven de referentiewaarde van %. In nog eens drie landen (Frankrijk, Luxemburg en Oostenrijk) zal het tekort naar raming vlakbij of op dat niveau uitkomen. In de andere landen worden geringe tekorten of zelfs overschotten verwacht. Aan de ontwikkeling van de overheidsfinanciën in het eurogebied lagen in vergeleken met een bescheiden reële groei en een licht restrictieve koers van het begrotingsbeleid ten grondslag. De overheidsuitgaven bleven als percentage van het bbp globaal stabiel terwijl de inkomstenquote een lichte stijging liet zien, na een daling in. Met een bbp-groei die naar raming onder de potentiële groei lag, heeft de conjunctuur de begrotingsuitkomsten negatief beïnvloed. Dit staat in schril contrast met de veel gunstiger groeiscenario s waarvan bij de vorige actualisatie van de stabiliteitprogramma s was uitgegaan en verklaart het grootste deel van de afwijking van de gemiddelde begrotingsdoelstelling voor het eurogebied. De afwijkingen ten opzichte van de begrotingsdoelstellingen waren het grootst in enkele van de landen met aanzienlijke begrotingsonevenwichtigheden, en bereikten maar liefst, procentpunt bbp. De gemiddelde schuldquote in het eurogebied is naar verwachting in verder enigszins toegenomen, tot 7% bbp, en heeft dus, in tegenstelling tot de aanvankelijke doelstelling, geen daling vertoond. In zeven landen ligt de schuldquote boven een niveau van % bbp, en in drie 7

76 Tabel 9 Geactualiseerde stabiliteitsprogramma s van de eurolanden België Groei reëel bbp (%) Begrotingssaldo (% bbp) Schuldquote (% bbp) Geactualiseerd programma (dec. ),,,, -,,,, - 9, 9,7,, - Geactualiseerd programma (dec. ),,,,,,,,,,7 9, 9,7 7,, 79, Duitsland Geactualiseerd programma (dec. ),7 /,, - -,9 - / -, - / -,, /, - Geactualiseerd programma (feb. ) ),9,,,, -, -, -, -, -, 7, 9,,, 7, Griekenland Geactualiseerd programma (maart ),9,, - - -,7 -,9 -, - - 9, 7,,7 - - Geactualiseerd programma (dec. ),,,, - -, -, -, -,7-7,9,, 9, - Spanje Geactualiseerd programma (dec. ),9,,, -,,,, -,7,,, - Geactualiseerd programma (dec. ),,,, -,,9,7, -,,,, - Frankrijk Geactualiseerd programma (dec. ),,,, - -,9 -, -, -,9 -,,,, - Geactualiseerd programma (jan. ) ),, / / / -, -,9 -, -,9 -,,,,,, Ierland Geactualiseerd programma (dec. ),,, - - -, -, -, - -,,, - - Geactualiseerd programma (dec. ),,,, -, -, -, -, -,,,, - Italië Geactualiseerd programma (nov. ),,,, - -,7 -, -, -,9 -,,9 99, 9, - Geactualiseerd programma (dec. ),,,,7, -, -, -, -, -,,,,,,7 Luxemburg Geactualiseerd programma (nov. ),,, - - -, -,9 -, - -,,, - - Geactualiseerd programma (nov. ),,,9,9 - -, -, -, -, -, 9, 9,9, - Nederland Geactualiseerd programma (nov. ) / / / - - -, -, -,9 - -,,, - - Geactualiseerd programma (dec. ) / / / / - -, -, -, -, -,,,9, - Oostenrijk Geactualiseerd programma (nov. ),,,, - -,9 -,7 -,, -,,, 9, - Geactualiseerd programma (nov. ),7,,, - -,9 -,7 -,, -,,, 9, - Portugal Geactualiseerd programma (juni ),,,,, -, -, -,9 -, -,, 7, 7,,, Geactualiseerd programma (dec. ),,,,, -, -, -,7 -, -,,,7 9,,, Finland Geactualiseerd programma (nov. ),,,, -,,,, -,,,7, - Geactualiseerd programma (nov. ),,,,,,,,,,,7,7,,, Eurogebied Geactualiseerde programma s -,,, - - -, -, -, - - 7, 9,7, - - Geactualiseerde programma s -,,,, - -, -, -, -, - 7, 7, 9,, - Bronnen: Geactualiseerde stabiliteitsprogramma s - en - en berekeningen van de. Toelichting: Het totaal voor het eurogebied is berekend als gewogen gemiddelde van de voor de afzonderlijke landen beschikbare gegevens, voor zover beschikbaar. ) De reële bbp-groeicijfers voor en 9 zijn berekend op basis van het gemiddelde reële bbp-groeicijfer in -9 > in het geactualiseerde stabiliteitsprogramma. ) De reële bbp-groeicijfers in het geactualiseerde stabiliteitsprogramma liggen tussen,% en,% voor en tussen,% en,% voor. daarvan nabij of boven de %. In enkele van de landen met een schuldquote van meer dan %, te weten Duitsland, Frankrijk, Italië en Portugal, is de schuld opgelopen. BEGROTINGSPLANNEN VOOR /9 Gemiddeld wordt in de geactualiseerde stabiliteitsprogramma s een gestage, zij het slechts bescheiden, verbetering voorzien van de begrotingssaldi in het eurogebied in en de jaren daarna. Volgens de geactualiseerde programma s zal het tekort voor het eurogebied licht afne- 7

77 ECONOMISCHE EN MONETAIRE ONTWIKKELINGEN Begrotingsontwikkelingen men, van, % bbp in tot, % bbp in, terwijl de overheidsschuld in het eurogebied een marginale daling zal vertonen, van 7% bbp in tot 7,% bbp in. Voor duiden de begrotingsvoornemens op een slechts licht restrictieve koers van het begrotingsbeleid op het niveau van het eurogebied, in een klimaat waar de economische groei toeneemt tot een niveau boven de potentiële groei. De voorgenomen tekortreductie is omvangrijker in enkele van de landen die thans een buitensporig tekort kennen. De uit de programma s naar voren komende begrotingsconsolidatie richt zich grotendeels op ombuigingen bij de primaire uitgaven, waarvan de begrotingseffecten echter weer deels zullen worden tenietgedaan door verdere belastingverlagingen. Boekhoudtechnische aanpassingen met betrekking tot het Nederlandse stelsel van sociale zekerheid zullen op het niveau van het eurogebied een gering effect hebben op de totale uitgaven- en inkomstencijfers, maar zullen voor het tekort neutraal uitwerken. Ondanks de voorgenomen verbeteringen zullen zich in op het niveau van het eurogebied en in een aantal lidstaten aanzienlijke begrotingsonevenwichtigheden blijven voordoen. Van de landen die thans aan de buitensporige-tekortprocedure zijn onderworpen zullen Duitsland, Italië en Portugal ook in een tekort van meer dan % bbp kennen. Griekenland is, conform de verplichtingen die het land op zich heeft genomen, voornemens het tekort in tot minder dan % terug te brengen. Frankrijk heeft nogmaals bevestigd het begrotingstekort in op iets minder dan % bbp te zullen handhaven. In de twee landen - Luxemburg en Oostenrijk - die nog geen buitensporig tekort kennen maar die in met belangrijke onevenwichtigheden te kampen hadden, wordt voor weinig vooruitgang voorzien. De overige landen zijn voornemens een globaal gezonde begrotingspositie te handhaven. Voor de periode na wordt in de programma s een verdere gematigde voortgang bij de begrotingsconsolidatie voorzien. Het voornemen is de lichte verkrapping van het begrotingsbeleid voort te zetten, met name in landen met begrotingsonevenwichtigheden en wel via beheersing van de uitgaven, terwijl voor 7 en een geleidelijke daling van de inkomstenquote wordt verwacht. De bedrijvigheid, die naar raming op of boven het niveau van de potentiële groei zal liggen, zal ook bijdragen aan het terugdringen van de tekorten. Als gevolg daarvan zou het tekort in het eurogebied gedurende de door de programma s bestreken periode een daling moeten vertonen van ongeveer? procentpunt bbp per jaar. Desalniettemin zal het eurogebied in nog steeds een gemiddeld tekort kennen van ruim % bbp, ondanks de verwachting van een aanhoudend gunstige economische groei. Landen die thans een buitensporig tekort kennen, waaronder de grootste drie landen van het eurogebied, voorzien nog steeds aanzienlijke tekorten tot tenminste. In de geactualiseerde stabiliteitprogramma s wordt, ten opzichte van de vorige actualisatie, een minder gunstige tekortontwikkeling op de middellange termijn voorzien. Gemiddeld genomen kunnen de herzieningen globaal worden verklaard uit het tegenvallende tekort in, de zeer geringe consolidatie-inspanningen in en de iets minder gunstige economische vooruitzichten. Aan het einde van de door de programma s bestreken periode zal de schuldquote in het eurogebied als geheel nog steeds nabij 7% bbp liggen, slechts iets onder het niveau van. Dit staat in contrast met de meer ambitieuze daling die bij de vorige actualisatie was voorzien, en wordt verklaard door een lagere groei en hogere nominale tekorten. BEOORDELING VAN DE PLANNEN VOOR DE MIDDELLANGE TERMIJN De stabiliteitsprogramma s moeten worden beoordeeld in het licht van de vereisten zoals die zijn vastgelegd in het Verdrag en, dit jaar voor het eerst, het herziene Stabiliteits- en Groeipact. 77

78 Een van de belangrijkste verplichtingen blijft bestaan uit het vermijden dan wel tijdig redresseren van buitensporige tekorten. Daarnaast verlangt het herziene Pact dat elk land een doelstelling voor de middellange termijn vastlegt voor de voor de conjunctuur gecorrigeerde begrotingspositie (ongerekend maatregelen met een eenmalig of tijdelijk effect) tussen een tekort van % en evenwicht of overschot. Deze bepaling strekt ertoe een snelle voortgang te verzekeren naar het verwezenlijken van een houdbare begrotingspositie en om een veiligheidsmarge te scheppen ten opzichte van de tekortlimiet van %. In de herziene gedragscode met betrekking tot de tenuitvoerlegging van het Pact wordt ook gesteld dat van de landen wordt verwacht dat zij de doelstelling voor de middellange termijn realiseren binnen de door het programma bestreken periode en uiterlijk binnen vier jaar na het jaar van indiening van het stabiliteitsprogramma. Het herziene Pact richt zich meer op de aanpassingsinspanning dan het oorspronkelijke Pact, waarin meer de nadruk werd gelegd op de verwezenlijking van de afgesproken tekortniveaus. Landen met een buitensporig tekort moeten gevolg geven aan de door de Raad in het kader van de buitensporige-tekortprocedure gedane aanbevelingen en aanmaningen, waarin gewoonlijk een jaarlijkse aanpassingsinspanning wordt vereist van tenminste,% bbp na correctie voor de conjunctuur en ongerekend maatregelen met een eenmalig of tijdelijk effect. Voor landen die hun doelstelling voor de middellange termijn nog niet hebben gerealiseerd en geen buitensporig tekort kennen, is een aanpassing van,% bbp per jaar ook van toepassing, doch slechts als referentiepunt. Voorts wordt in het herziene Stabiliteits- en Groeipact en de gedragscode sterker de nadruk gelegd op de houdbaarheid van de overheidsfinanciën, met name in verband met de verwachte ontwikkeling van de overheidsschuld en de begrotingslasten als gevolg van de vergrijzing. Het voornemen is te komen tot een uitgebreider beoordeling van de houdbaarheid van de overheidsfinanciën van de verschillende landen op basis van de resultaten van een onlangs gepubliceerd rapport van het Comité voor economische politiek en de Europese Commissie over de invloed van de vergrijzing op de overheidsuitgaven (zie Kader 9). Ten slotte steunt het herziene Pact de versterking van de nationale begrotingsregels en van het beheerskader ten aanzien van de begroting. Kader 9 PROJECTIES VAN DE INVLOED VAN DE VERGRIJZING OP DE OVERHEIDSUITGAVEN Op februari hebben het Comité voor economische politiek van de EU en de Europese Commissie een rapport uitgebracht over de invloed van de vergrijzing op de overheidsfinanciën, waarin projecties zijn opgenomen voor de lidstaten van de EU met betrekking tot de pensioenen, de gezondheidszorg, de bejaardenzorg, het onderwijs en de werkloosheidsuitkeringen in de periode -. In het rapport worden voor alle landen van de EU ramingen gepresenteerd voor de met de vergrijzing verband houdende belastingdruk in de periode van tot. Vijf terreinen van overheidsuitgaven zijn in de beschouwing betrokken: pensioenen, gezondheidszorg, bejaardenzorg, onderwijs en werkloosheidsuitkeringen. De ramingen zijn gebaseerd op gezamenlijke aannames ten aanzien van het toekomstige beloop van demografische en macro-economische grootheden. Voor de raming van de met de vergrijzing verband houdende uitgavenstijgingen op de afzonderlijke terreinen zijn verschillende methodieken toegepast: de projecties met betrekking tot de pensioenen zijn door de nationale autoriteiten uitgevoerd, met gebruikmaking van hun eigen methoden; ten aanzien van de gezond- 7

79 heidszorg, de bejaardenzorg, het onderwijs en de werkloosheidsuitkeringen zijn de effecten geraamd door de Europese Commissie. Vanuit het perspectief van het eurogebied bezien duiden de resultaten op een aanzienlijke met de vergrijzing samenhangende uitgavendruk als gevolg van hogere pensioenen en hogere kosten bij de gezondheidszorg en de bejaardenzorg (zie Tabel A). In bedraagt de uitgavenstijging voor het eurogebied,% bbp, met een spreiding van,% tot ruim % bbp voor de afzonderlijke landen. De tijdspanne waarbinnen de effecten van de vergrijzing zich zullen doen gevoelen verschilt ook van land tot land, maar in het algemeen zullen de effecten vanaf een versnelling laten zien. Lagere werkloosheidsuitkeringen en lagere onderwijsuitgaven zullen waarschijnlijk de druk slechts enigszins mitigeren, en wel gemiddeld met minder dan % bbp. De projecties vormen een belangrijke bijdrage aan het debat over de houdbaarheid van de begrotingen op de lange termijn en over de daarmee samenhangende risico s. Zij wijzen er ook op dat, als gevolg van de effecten van de vergrijzing, in het eurogebied rekening moet worden gehouden met een belangrijke daling van de gemiddelde potentiële reële bbp-groei van,% (-) tot,% (-). Zoals bij alle economische projecties voor de lange termijn, zijn de resultaten omgeven met een aanzienlijke mate van onzekerheid. Zo is het mogelijk dat de aannames van een aanhoudende stijging van de arbeidsparticipatie en van een hogere productiviteitsgroei dan in het verleden te optimistisch zijn en niet volledig bewaartijd zullen worden. Op het terrein van de gezondheidszorg zijn wellicht andere factoren dan de vergrijzing, zoals de invoering van nieuwe en dure technieken, onderschat. Bovendien zijn de pensioenprojecties gebaseerd op nationale modellen waarvan de structuur niet is bekendgemaakt, zodat de resultaten niet op een transparante wijze tot stand zijn gekomen en derhalve slechts met de nodige voorzichtigheid kunnen worden beoordeeld. Hoewel sommige over- Tabel A Geprognosticeerde mutaties in enkele leeftijd-gerelateerde categorieën overheidsuitgaven tussen en / ) (% bbp) België Duitsland Griekenland Spanje Frankrijk ) Ierland Italië Luxemburg Nederland Oostenrijk Portugal ) Finland Eurogebied ) ) Pensioenen Gezondheidszorg Bejaardenzorg Mutatie tussen en Mutatie tussen en Mutatie tussen en Mutatie tussen en,,,9,,,, 7,,9,7,9,,,,,9,,7,,7, 7,,,,,, 9,,,,,,7,,,,,,,, 9,,,,9,,,7,9,, 7,,,,,, 9,,9,,,,,,,, -,,,,,,,,9 9,7 -,,,,,,,,,,,,,,,,,,,, Bron: Comité voor de Economische Politiek en de Europese Commissie (), The impact of ageing on public expenditure, European Economy Special Report /. Toelichting: Deze cijfers hebben betrekking op de centrale projecties voor de overheidsuitgaven aan pensioenen. Wat de gezondheidszorg betreft, hebben de projecties betrekking op de AWG reference scenarios. ) In deze tabel zijn geen projecties begrepen voor onderwijsuitgaven en werkloosheidsuitkeringen, die in het oorspronkelijke rapport wel te vinden zijn. ) In de totale uitgaven voor Griekenland zijn geen pensioenuitgaven begrepen. ) In de totalen voor Griekenland, Frankrijk en Portugal is geen bejaardenzorg begrepen. 79

80 heidspensioenstelsels financieel houdbaar lijken, houdt dit mogelijk in dat voor de toekomstige gepensioneerden de uitkeringen zeer laag zullen zijn, hetgeen aanleiding kan geven tot druk op beleidsmakers om de uitkeringen te verhogen. Ook kunnen zich begrotingsrisico s voordoen als de particuliere pensioenverzekeraars er niet in slagen de toegezegde uitkeringsniveaus te realiseren. Vanuit beleidsperspectief bezien, duiden de projecties erop dat het in sommige landen absoluut noodzakelijk is dat het probleem van de met de vergrijzing samenhangende uitgaven met spoed wordt aangepakt en dat ook de andere landen het zich niet kunnen veroorloven achterover te leunen. Uit het rapport blijkt dat in die landen waar hervormingen tot stand gebracht zijn in de overheidspensioenstelsels op basis van het omslagprincipe de door de vergrijzing teweeggebrachte druk op de overheidsfinanciën aanzienlijk is verlicht. Gezien de onzekerheid met betrekking tot de resultaten van de projecties is het raadzaam niet te snel tevreden te zijn bij het treffen van maatregelen ter waarborging van de houdbaarheid van de begroting. Vanuit dit perspectief bezien, kunnen de plannen voor de middellange termijn zoals deze uit de geactualiseerde stabiliteitsprogramma s naar voren komen de zorg omtrent de begrotingsvooruitzichten op de middellange termijn niet wegnemen. De begrotingdoelstellingen en de aanpassingsplannen zijn in sommige landen teleurstellend en het tekort voor het eurogebied zal, ondanks tamelijk gunstige macro-economische vooruitzichten, naar verwachting slechts een langzame daling vertonen. Voorts blijven aanmerkelijke risico s bestaan vanwege de soms wat te optimistische aannames ten aanzien van de economische groei en als gevolg van het vooruitschuiven van de aanpassingsinspanningen en een gebrek aan uitgewerkte en geloofwaardige maatregelen. De verdere voortgang bij de hervorming van de sociale-zekerheidsstelsels en de institutionele hervormingen lijkt ook beperkt. Van de landen met een buitensporig tekort, is Duitsland voornemens het tekort tot onder een niveau van % bbp terug te brengen, maar niet vóór 7. De cumulatieve aanpassingsinspanning van % bbp in -7 wordt echter volledig vooruitgeschoven naar 7. Voor de periode daarna wordt in het geactualiseerde stabiliteitsprogramma een verdere tekortreductie voorzien tot -,% bbp in 9, wat nog lang niet nabij evenwicht of in overschot is. Verdere hervormingen van de sociale-zekerheids- en belastingstelsel moeten de werkgelegenheid en de houdbaarheid van de begroting versterken. Een beoordeling van de volgende op basis van dit programma te nemen stappen in het kader van de buitensporige-tekortprocedure voor Duitsland vindt thans plaats. Frankrijk is voornemens het tekort in en 7 zeer dichtbij % bbp te houden alvorens tot serieuze consolidatie-inspanningen over te gaan om in begrotingsevenwicht te realiseren. Hoewel de voornemens om de begroting in evenwicht te brengen prijzenswaardig zijn, wordt door het vooruitschuiven van de inspanningen naar latere jaren de geloofwaardigheid van het voornemen van Frankrijk om de doelstelling voor de middellange termijn te realiseren aangetast. De in de afgelopen jaren tot stand gebrachte hervormingen van het stelsel van sociale zekerheid hebben geleid tot een verbetering van de vooruitzichten voor de overheidsfinanciën op de lange termijn, hoewel zich nog steeds aanzienlijke problemen voordoen in verband met de vergrijzing. De keuze van de volgende te nemen procedurele stappen in het kader van de buitensporige-tekortprocedure voor Frankrijk hangt af van het in gerealiseerde tekort en de

81 ECONOMISCHE EN MONETAIRE ONTWIKKELINGEN Begrotingsontwikkelingen komende prognose van de Europese Commissie voor -7. Griekenland, Italië en Portugal hebben de begrotingsdoelstellingen gebaseerd op de aanbevelingen en aanmaningen van de Raad van de EU in het kader van de buitensporige-tekortprocedure; deze landen zijn voornemens in respectievelijk, 7 en het tekort te reduceren tot onder % bbp. Daarna zijn de drie landen voornemens een verdere gematigde consolidatie uit te voeren. De voorgenomen, op de uitgaven gerichte aanpassingsstrategie is redelijk, maar de maatregelen ter verwezenlijking van de doelstellingen in de drie landen zijn nog niet volledig uitgewerkt. Derhalve doet zich een risico voor van overschrijdingen aan de uitgavenkant van de begroting. Bovendien wordt in deze landen nog steeds enigermate gesteund op maatregelen met een tijdelijk effect. Hoewel de toekomstige druk op de begroting in verband met de vergrijzing aanzienlijk is, zijn in de stabiliteitsprogramma s geen concrete plannen voor actie op dit terrein opgenomen. Portugal is voornemens de nationale begrotingsregels te versterken, terwijl in Griekenland een reorganisatie van het nationale bureau voor de statistiek plaatsvindt, die erop is gericht het verzamelen van begrotingsgegevens te verbeteren. Voor wat de andere landen van het eurogebied betreft, voorzien de geactualiseerde stabiliteitsprogramma s in het handhaven respectievelijk het bereiken van landenspecifieke doelstellingen voor de middellange termijn van een begrotingspositie van nabij evenwicht of in overschot. Bovendien moeten deze doelstellingen binnen de door de programma bestreken periode worden gerealiseerd. Weinig landen voorzien echter in concrete hervormingsplannen om het hoofd te bieden aan de begrotingslasten als gevolg van de vergrijzing, terwijl enkele landen voornemens zijn de nationale begrotingsinstituties te versterken. DE TE VOLGEN STRATEGIE De belangrijkste prioriteit voor het eurogebied blijft gelegen in een vastberaden voortzetting van de begrotingsconsolidatie als onderdeel van een op de middellange termijn gerichte strategie ter bevordering van groei en vertrouwen. Buitensporige tekorten moeten zo spoedig mogelijk en in elk geval binnen de door de Raad van de EU aanbevolen termijnen worden geredresseerd. Bij de doelstellingen voor de middellange termijn moet rekening worden gehouden met de problemen die zich nu en in de toekomst voordoen met betrekking tot de houdbaarheid van de overheidsfinanciën, en de realisatie ervan mag niet worden uitgesteld (bijvoorbeeld met het oog op verkiezingen). In sommige gevallen betekent dit dat landen hun begrotingsdoelstellingen verder moeten aanscherpen. In de meeste landen moet met spoed worden gewerkt aan het verminderen van de kwetsbaarheid van de begroting. Het is daarbij met name van belang dat de te nemen maatregelen zo spoedig mogelijk volledig worden uitgewerkt en ten uitvoer gelegd. Ook ten aanzien van begrotingsinstituties die de vaststelling en uitvoering van de begroting en de uitgavenbeheersing versterken zijn in sommige gevallen hervormingen geboden om de begrotingsdoelstellingen beter te kunnen realiseren en de uitvoeringsrisico s te beperken. Het is ook van belang de veiligheidsmarges te vergroten om tegenvallende begrotingsontwikkelingen op de korte en de langere termijn te kunnen opvangen. Meevallers bij de ontvangsten moeten worden benut voor een snellere tekort- en schuldreductie of voor de versterking van buffers tegen mogelijke ongunstige ontwikkelingen. In het verleden zijn dergelijke meevallers vaak ten onrechte beschouwd als permanente inkomsten en is daarvan gebruik gemaakt voor de financiering van hogere uitgaven of belastingverlagingen, waardoor is bijgedragen aan oplopende en hardnekkige begrotingsonevenwichtigheden.

82 Bovendien moet de begrotingsstrategie zich, naast de aanpak van onevenwichtigheden binnen de overheidsrekeningen, ook richten op het versterken van de potentiële groei en de houdbaarheid van de overheidsfinanciën waarborgen. Dat is dan in overeenstemming met de driesporenstrategie voor de aanpak van de vergrijzing, via (i) hervormingen bij de sociale zekerheid, (ii) een hogere arbeidsmarktparticipatie, en (iii) begrotingsconsolidatie en schuldreductie. Hoewel de ervaringen uit het verleden erop duiden dat een op de uitgaven gebaseerde aanpassingsstrategie gewoonlijk de voorkeur verdient boven belastingverhogingen, vormt de geloofwaardigheid van het programma en het totale effect van alle maatregelen de werkelijke sleutel tot positieve effecten op het vertrouwen en de aanbodzijde van de economie. Bij belastingwijzigingen moet terdege rekening worden gehouden met, en worden voorzien in een versterking van, de prikkels om te werken, te investeren en te innoveren. Bij uitgavenombuigingen moet het streven erop zijn gericht bestaande verplichtingen te verminderen en moet de oplossing niet worden gezocht in het ter beschikking stellen van onvoldoende middelen voor bestaande verplichtingen van de centrale of (via lagere overdrachten) de lagere overheid. De hervorming van het uitkeringsstelsel maar ook de stroomlijning en rationalisatie van overheidsdiensten kunnen binnen de begroting belangrijke besparingen opleveren om het tekort en de schuld te doen afnemen en het met de vergrijzing samenhangende financieringsgat te dichten.

83 ECONOMISCHE EN MONETAIRE ONTWIKKELINGEN WISSELKOERS- EN BETALINGSBALANS- ONTWIKKELINGEN Wisselkoers- en betalingsbalansontwikkelingen. WISSELKOERSEN Na een periode van appreciatie in januari is de euro in februari verzwakt. De depreciatie van de nominaal-effectieve wisselkoers van de euro werd vooral veroorzaakt door een daling ten opzichte van de Amerikaanse dollar en de Japanse yen, en in mindere mate, ten opzichte van de Chinese renminbi, enkele Aziatische munten en het Britse pond. AMERIKAANSE DOLLAR / EURO Na in januari enige tijd in waarde te zijn gestegen daalde de euro in februari ten opzichte van de Amerikaanse dollar (zie Grafiek ). De EUR/USD wisselkoers leek wederom beïnvloed te zijn door marktverwachtingen ten aanzien van de koers van het monetaire beleid in de Verenigde Staten en het eurogebied. Met name verwachtingen van een vernauwing van het rente-ecart tussen de Verenigde Staten en het eurogebied lijken iets te zijn teruggelopen, gezien recente gegevens uit de Verenigde Staten. Tegelijkertijd blijven de aanzienlijk externe onevenwichtigheden in de Amerikaanse economie, zoals een ongeëvenaard hoog tekort op de Amerikaanse lopende rekening in, in de ogen van marktdeelnemers, een belangrijke risicofactor voor de Amerikaanse dollar op de middellange termijn. Op maart noteerde de euro USD,, ofwel,% lager dan het niveau van eind januari en,9% beneden het koersgemiddelde over. JAPANSE YEN / EURO Na een stijging in januari deprecieerde de euro ten opzichte van de Japanse yen in februari. Het beloop van de wisselkoers van de yen werd kennelijk beïnvloed door wisselende verwachtingen ten aanzien van het tijdstip waarop de Bank van Japan haar huidige kwantitatieve verruimende beleid zou opgeven. Op maart noteerde de euro JPY,, ofwel,% lager dan het niveau van eind januari en,% boven het koersgemiddelde over (zie Grafiek ). Grafiek Wisselkoersen (daggegevens),,,,, 9,7,7,7,9,,7 USD/EUR december januari februari JPY/EUR (links) JPY/USD (rechts) december januari februari GPB/EUR (links) GPB/USD (rechts) december januari februari,,,,, 9,9,,7,,, Bron:. VALUTA S VAN DE EU-LIDSTATEN De meeste aan het ERM-II deelnemende munteenheden bleven stabiel en noteerden waarden op of rond hun respectievelijke spilkoersen (zie Grafiek ). Een uitzondering was de Slowaakse kroon, die in februari een waardestijging van,% ten opzichte van de euro liet zien, om op maart,% hoger te noteren dan de spilkoers.

84 Grafiek Wisselkoersen binnen het ERM-II (daggegevens; afwijking van de spilkoers in procentpunten),,,,, -, -, -, -,,,,,,, -, -, -, -, -, CYP/EUR EEK/EUR DKK/EUR SKK/EUR december januari februari LTL/EUR SIT/EUR MTL/EUR LVL/EUR december januari februari,,,,, -, -, -, -,,,,,,, -, -, -, -, -, Bron:. Toelichting: Een positieve/negatieve afwijking van de spilkoers ten opzichte van de euro geeft aan dat de valuta zich aan de zwakke/sterke kant van de bandbreedte bevindt. De fluctuatiemarge voor de Deense kroon is ±,%, voor alle andere valuta s bedraagt de standaardfluctuatiemarge ± %. Grafiek 7 De effectieve wisselkoers van de euro: beloop en uitsplitsing ) (daggegevens) Index: 999-I =,,,,,,, december januari februari Bijdragen aan mutaties van de effectieve wisselkoersen ) januari - maart (procentpunten),, -, -, -, -, -,,,,,,,,,, -, -, -, -, -, USD GBP JPY CHF NLS EER- CNY SEK Overig Bron:. ) Een stijging van de index betekent een appreciatie van de euro ten opzichte van de valuta s van de belangrijkste handelspartners van het eurogebied en alle niet aan het eurogebied deelnemende lidstaten van de EU. ) De bijdragen aan de mutaties van de effectieve wisselkoersen van de euro ten opzichte van de valuta s van de groep van handelspartners worden slechts getoond voor de valuta s van de zes belangrijkste handelspartners van het eurogebied. NLS betreft de geaggregeerde bijdrage van de munteenheden van de tien landen die op mei lid van de EU zijn geworden. Overige betreft de geaggregeerde bijdrage van de resterende zeven handelspartners van het eurogebied aan de effectieve koersindex voor de groep van handelspartners. De mutaties zijn berekend met behulp van de overeenkomstige totale handelsgewichten in de effectieve koersindex voor de groep van handelspartners. Deze waardestijging werd nog versterkt door een stijging met basispunten van de voornaamste referentierente van Národná baàka Slovenska. Wat de munten van andere EU-lidstaten betreft, daalde de euro licht ten opzichte van het Britse pond tot een niveau van GBP, op maart, hetgeen,% lager was dan het niveau van eind januari alsook het koersgemiddelde over en apprecieerde ten opzichte van de Zweedse kroon (,%); ten opzichte van de Poolse zloty daalde de euro met,%, maar bleef stabiel ten opzichte van de Tsjechische kroon en de Hongaarse forint.

85 ECONOMISCHE EN MONETAIRE ONTWIKKELINGEN Wisselkoers- en betalingsbalansontwikkelingen OVERIGE VALUTA S Tussen eind januari en maart bleef de euro overwegend stabiel ten opzichte van de Zwitserse frank en de Australische dollar, maar daalde ten opzichte van de Noorse kroon (,%), de Canadese dollar (,9%) en enkele Aziatische munteenheden Grafiek Nominaal- en reëel-effectieve wisselkoersen van de euro ) (maand-/kwartaalgegevens; index 999-I = ) nominaal reëel, CPI reëel, PPI reëel, arbeidskosten per eenheid product in de verwerkende industrie EFFECTIEVE WISSELKOERS VAN DE EURO Op maart lag de nominaal-effectieve wisselkoers van de euro ten opzichte van de valuta s van belangrijke handelspartners van het eurogebied,% onder het niveau van eind januari en,% onder het gemiddelde in (zie Grafiek 7). De depreciatie van de nominaal-effectieve wisselkoers van de euro in deze periode was vooral te wijten aan een daling ten opzichte van de Amerikaanse dollar en de Japanse yen en, in mindere mate, ten opzichte van de Chinese renminbi, enkele Aziatische munten en het Britse pond. Wat de indicatoren voor het internationale concurrentievermogen van het eurogebied naar prijs- en kostenniveau betreft geldt dat de reëeleffectieve wisselkoers van de euro in februari lager stond dan het gemiddelde over het vorige jaar, hetgeen voor het eurogebied lijkt te wijzen op een stijgend prijsconcurrentievermogen (zie Grafiek ). In februari lag de reëel-effectieve wisselkoersindex op basis van de consumptieprijsontwikkelingen,% onder het gemiddelde over, terwijl de index gebaseerd op de ontwikkeling van de producentenprijzen,7% beneden het jaargemiddelde in lag. Deze ontwikkelingen waren grotendeels het gevolg van een daling van de nominaal-effectieve wisselkoers van de euro.. BETALINGSBALANS 999 In vertoonde de lopende rekening van het eurogebied een tekort van EUR 9 miljard, vergeleken met een overschot van EUR, miljard in. Deze ontwikkeling was grotendeels het gevolg van een forse afname van het goederenoverschot die weer vooral te wijten was aan de gestegen kosten van de olie-invoer. De daling van het saldo op de lopende rekening was ook te wijten, zij het in mindere mate, aan een toename van het tekort op de inkomensrekening met EUR miljard als gevolg van gestegen inkomensuitgaven. Op de financiële rekening zorgden de directe investeringen en het effectenverkeer tezamen voor een netto uitstroom van EUR, miljard in, na een netto instroom van EUR, miljard in. Deze afname werd veroorzaakt door zowel een daling van de instroom uit hoofde van schuldbewijzen als een toename van de netto uitstroom uit hoofde van buitenlandse directe investeringen. HANDELSBALANS EN LOPENDE REKENING In het vierde kwartaal van nam de waarde van zowel de in- als de uitvoer van goederen en diensten met,% toe ten opzichte van het voorgaande kwartaal. Hoewel de waarde van de goe- 9 9 Bron:. ) Een stijging van de effectieve koersindices voor de groep van handelspartners betekent een appreciatie van de euro. De meeste recente waarnemingen voor de maandgegevens betreffen februari, terwijl die voor de reëel-effectieve wisselkoersindices voor de groep van handelspartners op basis van de arbeidskosten per eenheid product in de verwerkende industrie het derde kwartaal van betreffen en deels gebaseerd zijn op ramingen. 9 9

86 Tabel Belangrijkste onderdelen van de betalingsbalans van het eurogebied (EUR miljard; voor seizoen gecorrigeerd, tenzij anders aangegeven) voortschrijdende twaalfmaand driemaands gemiddelde gecumuleerde cijfers tot en met tot en met nov. dec. maart juni sept. dec. dec. dec. Lopende rekening Goederenrekening Uitvoer Invoer Dienstenrekening Uitvoer Invoer Inkomensrekening Inkomensoverdrachtenrekening -9, -,,, -,9-7,, -9,,, 7,,,7,,, 7, 9, 9, 99,,,,,,9,,,7 9, 9,,,,9,,,,,,,,,,,,,9,,,, 9,, 9,,, 9,, 9,,,7 -, -,7 -, -, -, -7, -, -, -7, -, -, -, -, -, -, -, Financiële rekening ) Effectenverkeer en directe investeringen tezamen Directe investeringen Effectenverkeer Aandelen Schuldbewijzen Obligaties en notes Geldmarktinstrumenten -, -,9,, 9,9-9,9 -, 9, -7, -,7 -,, -,7-7,7, -, -,9 -, -,7 -,9 -, -,7 -, -, -,7 -,9,,,9-9, 7,, -,9, -,9,7 9,,,7, -7, -,9,,7 -, -,9, -, -, -, -9,7, -,7 -,, -,9 -, -,,9, 7, -9, -, 9, Bron:. Toelichting: Als gevolg van afronding kunnen zich verschillen voordoen. ) De cijfers hebben betrekking op saldi (netto stromen). Een positief (negatief) teken geeft een netto instroom (uitstroom) aan. Niet voor seizoen gecorrigeerd. derenin- en uitvoer wederom fors steeg, met respectievelijk,% en,%, zwakte de handel in diensten aanzienlijk af; er deed zich zelfs een afname van de in- en uitvoer van diensten voor (met respectievelijk,7% en,%). De uitsplitsing van handelsgegevens naar volume en prijzen (beschikbaar tot en met november ) doet vermoeden dat de aanhoudende groei van de uitvoerwaarde van goederen vooral het gevolg is van stijgende uitvoervolumes. Dit is grotendeels te danken aan gunstige buitenlandse vraagverhoudingen en de vertraagde invloed van de toename van het prijsconcurrentievermogen die het gevolg was van de waardedaling van de euro in medio. Inmiddels geeft de toename van de waarde van de goedereninvoer vooral de stijging van de invoerprijzen weer, aangezien de groei van het invoervolume tegen het eind van het jaar licht is afgenomen. De stijging van de invoerprijzen in het vierde kwartaal werd vooral veroorzaakt door het beloop van de prijzen van grondstoffen met uitzondering van olie, en de deprecia- Grafiek 9 Saldo op lopende rekening en handelsbalans eurogebied (EUR miljard; maandgegevens; voor seizoen gecorrigeerd) saldo lopende rekening (twaalfmaands gecumuleerd; links) handelsbalans (twaalfmaands gecumuleerd; links) uitvoer van goederen en diensten (voortschrijdend driemaands gemiddelde; rechts) invoer van goederen en diensten (voortschrijdend driemaands gemiddelde; rechts) Bron: -.

87 ECONOMISCHE EN MONETAIRE ONTWIKKELINGEN Wisselkoers- en betalingsbalansontwikkelingen Grafiek Inkomensrekening van het eurogebied, ontvangsten en uitgaven (EUR miljard; maandgegevens; voor seizoen gecorrigeerd) inkomensrekening (twaalfmaands gecumuleerde gegevens; links) inkomensontvangsten (driemaands voortschrijdend gemiddelde; rechts) inkomensuitgaven (driemaands voortschrijdend gemiddelde; rechts) Grafiek Saldo op de olierekening van het eurogebied en de prijzen van ruwe olie (Brent) (maandgegevens) - saldo op de olierekening in EUR miljard (links) ) prijzen van ruwe olie (Brent) in USD per vat (rechts) prijzen van ruwe olie (Brent) in euro per vat (rechts) Bron:. Bronnen: Eurostat en Bloomberg. ) De olierekening is gecumuleerd over twaalf maanden. tie van de euro, terwijl ook de olieprijzen op een hoog niveau bleven steken. Hogere invoerprijzen verklaren mogelijk ook deels de recente vertraging van de groei van het invoervolume. Wat de ontwikkelingen in als geheel (zie Grafiek 9 en Tabel ) betreft, liet de lopende rekening een tekort van EUR 9 miljard zien (rond,% bbp), vergeleken met een overschot van EUR, miljard in (rond,% bbp). Dit was vooral het gevolg van een afname van het goederenoverschot met EUR 7,7 miljard (van EUR, miljard in naar EUR, miljard in ) en, in mindere mate, een toename van het inkomenstekort met EUR miljard (van EUR miljard in naar EUR miljard in ). De stijging van het inkomenstekort geeft een krachtige groei van de inkomensuitgaven weer (zie Grafiek ), die deels veroorzaakt lijkt te zijn door de forse toename van de door niet-ingezetenen aangehouden aandelen uitgegeven door ingezetenen van het eurogebied. De saldi op diensten en inkomensoverdrachten bleven overwegend stabiel. De afname van het goederenoverschot is met name te wijten aan de verslechtering van het handelsbalanstekort uit hoofde van olie, dat op zijn beurt grotendeels veroorzaakt werd door de stijgende kosten van de olie-invoer. In Grafiek is te zien dat het tekort op de olierekening gestegen is tot EUR miljard (ongeveer,% bbp) in, vergeleken met EUR miljard een jaar eerder (rond,% bbp). Deze toename verklaart een groot deel van de afname van het goederenoverschot met EUR 7,7 miljard in. Ook is in Grafiek duidelijk het verband te zien tussen de toename van het olietekort en de stijging van de olieprijzen, hoewel de invloed van de olieprijsstijging verzacht werd door de appreciatie van de euro sinds (hetgeen tot uiting komt in de prijs van ruwe Brent-olie die in euro s lager is dan in Amerikaanse dollars). Vanuit de langere termijn bezien hebben de forse olieprijsstijgingen in de jaren 999- en 7

88 Grafiek Netto directe investeringen en effectenverkeer (EUR miljard; twaalfmaands gecumuleerde gegevens) - - netto directe investeringen en effectenverkeer tezamen netto directe investeringen netto effectenverkeer - - Bron:. Toelichting: Een positief (negatief) getal geeft een netto instroom in (uitstroom uit) het eurogebied aan. - gezorgd voor een bijna vier keer zo groot tekort op de olierekening van het eurogebied in het afgelopen decennium (een toename van ongeveer,% bbp). FINANCIËLE REKENING In de maanden van het laatste kwartaal van deed zich een aanzienlijke gemiddelde netto uitstroom van EUR 7,7 miljard voor uit hoofde van de directe investeringen en het effectenverkeer van het eurogebied tezamen (zie Tabel ). Met name de netto uitstroom uit hoofde van schuldbewijzen (EUR,9 miljard) was het gevolg van de verkoop door nietingezetenen van in het eurogebied uitgegeven geldmarktinstrumenten ten bedrage van EUR,7 miljard in november en december. Vanuit een breder perspectief beschouwd, zorgden de directe investeringen en het effectenverkeer tezamen voor een netto uitstroom van EUR, miljard in, tegen een netto instroom van EUR, miljard in. Gecumuleerd over twaalf maanden steeg de netto kapitaalinstroom in de eerste zeven maanden van, om vervolgens te slinken vanwege een afnemende netto instroom uit hoofde van het effectenverkeer en een toenemende netto uitstroom uit hoofde van de directe investeringen in het buitenland (zie Grafiek ). De afname van het effectenverkeer is het gevolg van een dalende tendens van de netto beleggingen in aandelen in het eurogebied sinds de zomer van. De instroom uit hoofde van de netto transacties in schuldbewijzen uitgegeven in het eurogebied liep scherp terug tot dicht bij het nulpunt in, aangezien de netto uitstroom uit hoofde van obligaties en notes die samenviel met de verruiming van het rendementsecart op langlopende overheidsobligaties tussen de VS en het eurogebied ongedaan gemaakt werd door een netto instroom uit hoofde van geldmarktinstrumenten. Het tekort uit hoofde van de directe investeringen liep in op met EUR, miljard ten opzichte van het jaar daarvoor als gevolg van zowel hogere investeringen in het buitenland door ingezetenen van het eurogebied, en lagere investeringen in het eurogebied door niet-ingezetenen. De verklaring hiervoor kan mogelijk gevonden worden in de toegenomen bereidheid van multinationals in het eurogebied tot expansie in buitenland, sinds zich enige verbetering heeft voorgedaan in de economische vooruitzichten voor het eurogebied. Tegelijkertijd was de economische groei in andere regio s in de wereld nog krachtiger in, waardoor investeringen door buitenlandse multinationals mogelijk een andere bestemming hebben gekregen dan het eurogebied.

89 STATISTIEKEN VOOR HET EUROGEBIED STATISTIEKEN VOOR HET EUROGEBIED S

90 S

91 INHOUD OVERZICHTSTABEL VOOR HET EUROGEBIED Overzichtstabel van de economische indicatoren voor het eurogebied S STATISTIEKEN MONETAIR BELEID. Geconsolideerde financiële rekening van het Eurosysteem S. Belangrijkste rentetarieven van de S7. Monetaire-beleidstransacties van het Eurosysteem toegewezen via tenders S. Statistieken minimumreserves en liquiditeit S9 MONETAIRE EN BANCAIRE ONTWIKKELINGEN EN BELEGGINGSFONDSEN. Geaggregeerde balans van de MFI s in het eurogebied S. Geconsolideerde balans van de MFI s in het eurogebied S. Monetaire statistieken S. Leningen van MFI s, uitsplitsing S. Bij MFI s aangehouden deposito s, uitsplitsing S7. Door MFI s aangehouden effecten, uitsplitsing S.7 Herwaardering van enkele posten op de balans van de MFI s S. Uitsplitsing naar valuta van enkele posten op de balans van de MFI s S.9 Geaggregeerde balans van de beleggingsfondsen in het eurogebied S. Activa van de beleggingsfondsen in het eurogebied naar fonds- en beleggerstype S FINANCIËLE EN NIET-FINANCIËLE REKENINGEN. Belangrijkste financiële activa van de niet-financiële sectoren S. Belangrijkste passiva van de niet-financiële sectoren S7. Belangrijkste financiële activa en passiva van verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen S. Besparings-, investerings-, beleggings- en financieringsoverzicht op jaarbasis S9 FINANCIËLE MARKTEN. Effecten m.u.v. aandelen, naar oorspronkelijke looptijd, ingezetenschap van emittent en valuta S. Effecten m.u.v. aandelen uitgegeven door ingezetenen van het eurogebied, naar sector van de emittent en instrumenttype S. Groei van effecten m.u.v. aandelen uitgegeven door ingezetenen van het eurogebied S. Genoteerde aandelen uitgegeven door ingezetenen van het eurogebied S. Door MFI s op in euro luidende deposito s van en leningen aan ingezetenen van het eurogebied toegepaste rentetarieven S7. Geldmarktrente S9.7 Rendement op overheidsobligaties S. Effectenbeursindices S PRIJZEN, PRODUCTIE, VRAAG EN ARBEIDSMARKT. HICP, andere prijzen en kosten S. Productie en vraag S. Arbeidsmarkt S9 ) Nadere gegevens zijn te vinden op: statistics@ecb.int. Op de website van de ( zijn langere reeksen en meer gedetailleerde gegevens te vinden. S

92 OVERHEIDSFINANCIËN. Ontvangsten, uitgaven en tekort/overschot S. Schuld S. Schuldmutatie S. Ontvangsten, uitgaven en tekort/overschot op kwartaalbasis S. Schuld en schuldmutatie op kwartaalbasis S 7 EXTERNE STROMEN EN STANDEN 7. Betalingsbalans S 7. Monetaire opstelling van de betalingsbalans S 7. Geografische uitsplitsing van de betalingsbalans en de internationale investeringspositie S 7. Internationale investeringspositie (m.i.v. de internationale reserves) S 7. Goederenhandel S WISSELKOERSEN. Effectieve wisselkoersen S7. Bilaterale wisselkoersen S 9 ONTWIKKELINGEN BUITEN HET EUROGEBIED 9. In andere EU-lidstaten S9 9. In de Verenigde Staten en Japan S7 GRAFIEKEN TECHNISCHE AANTEKENINGEN TOELICHTING S7 S7 S77 Verklaring der tekens - geen gegevens beschikbaar. gegevens nog niet beschikbaar nul of verwaarloosbaar (v) voorlopig S

93 OVERZICHTSTABEL VOOR HET EUROGEBIED Overzichtstabel van de economische indicatoren voor het eurogebied (mutaties in procenten per jaar, tenzij anders aangegeven). Monetaire ontwikkelingen en rentevoeten M ) HICP Lopende rekening en vermogensoverdrachtenrekening M ) Industriële producentenprijzen Goederen M )) 7,,, -, 9,9,,, 7,9 7, -,,,, I 9, 7,,7-7,,9,,7 II 9, 7, 7, - 7,,,, III,,, -,,,, IV,9, 7, -,9,,, sept.,,,,,,,, okt.,, 7,9,,9,,, nov.,, 7, 7, 9,,,, dec.,, 7, 7, 9,,,7, jan.,, 7,. 9,7.,,9 feb ,,. Prijzen, productie, vraag en arbeidsmarkt Arbeidskosten per uur Directe investeringen M )) voortschrijdend driemaands gemiddelde (gecentreerd) Reëel bbp Effectenverkeer Leningen van MFI s aan ingezetenen van het eurogebied m.u.v. MFI s en overheid ) Industriële productie m.u.v. bouwnijverheid Officiële reserves (standen per ultimo) In euro luidende effecten m.u.v. aandelen uitgegeven door niet-financiële en niet-monetaire financiële vennootschappen ) Bezettingsgraad in verwerkende industrie (%) Effectieve wisselkoers euro t.o.v. handelspartners ) (999 I = ) Nominaal Driemaands rentevoet (EURIBOR, % per jaar, gemiddelden per periode) Werkgelegenheid 7 Reëel (CPI) 7 Rendement op tienjaars overheidsobligaties (% per jaar, gemiddelden per periode) Werkloosheid (% beroepsbevolking),,,,,9,,7,9,,..,,., I,,,,,,,9, II,,9,,,7,,, III,,,,,,,7, III,,.,7,9,., sept.,, - -, - -, okt.,, - -,, -, nov.,, - -,9 - -, dec.,,7 - -, - -, jan.,. - -.,7 -, feb., Betalingsbalans, officiële reserves en wisselkoersen (EUR miljard, tenzij anders aangegeven) Betalingsbalans (netto stromen) USD/EUR wisselkoers,,7 -, 7,,7,,9,9 -,9, -,,,,,, I,, -,,,,7 7,, II -9,7, -,,,,,,9 III -,9, -97, 9,,9,9,,99 IV -,9, -, -7,,,9,, sept. -,,7 -,7,,9,,, okt. -,, -, -,,,,, nov. -,, -,9 -,7,7,7,9,7 dec.,, -, -,9,,7,, jan.....,,,, feb......,7,,9 Bronnen:, Europese Commissie (Eurostat en DG Economische en financiële aangelegenheden) en Reuters. Toelichting: Voor meer gegevens wordt verwezen naar de desbetreffende tabellen. ) De mutaties in procenten per jaar in de maandgegevens verwijzen naar de maandultimo, terwijl die in kwartaal- en jaargegevens verwijzen naar de twaalfmaands mutatie in het gemiddelde per periode van de reeks. Voor nadere gegevens wordt verwezen naar de Technische aantekeningen. ) In M en de componenten van M zijn geen door niet-ingezetenen van het eurogebied aangehouden aandelen/participaties in geldmarktfondsen en schuldbewijzen met een looptijd tot en met twee jaar begrepen. ) Voor de definitie van de groepen handelspartners en overige informatie wordt verwezen naar de Toelichting. S

94 STATISTIEKEN MONETAIR BELEID. Geconsolideerde financiële rekening van het Eurosysteem (EUR miljoen). Activa Goud en goudvorderingen Vorderingen op niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in vreemde valuta Vorderingen op ingezetenen van het eurogebied, luidende in vreemde valuta Vorderingen op niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro Kredietverlening aan kredietinstellingen binnen het eurogebied, luidende in euro Basis-herfinancieringstransacties Langerlopende herfinancieringstransacties Fine-tuning -transacties met wederinkoop Structurele transacties met wederinkoop Marginale beleningsfaciliteit Kredieten u.h.v. margestortingen Overige vorderingen op kredietinstellingen binnen het eurogebied, luidende in euro Effecten uitgegeven door ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro Overheidsschuld, luidende in euro Overige activa 7 jan. feb. feb. 7 feb Passiva Bankbiljetten in omloop Verplichtingen aan kredietinstellingen binnen het eurogebied, luidende in euro Rekeningen-courant (met inbegrip van reserveverplichtingen) Depositofaciliteit Termijndeposito s Fine-tuning -transacties met wederinkoop Deposito s u.h.v. margestortingen Overige verplichtingen aan kredietinstellingen binnen het eurogebied, luidende in euro Uitgegeven schuldbewijzen Verplichtingen aan overige ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro Verplichtingen aan niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro Verplichtingen aan ingezetenen van het eurogebied, luidende in vreemde valuta Verplichtingen aan niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in vreemde valuta Tegenwaarde toegewezen bijzondere trekkingsrechten in het IMF Overige passiva Herwaarderingsrekeningen Kapitaal en reserves Bron:. 7 jan. feb. feb. 7 feb S

95 STATISTIEKEN VOOR HET EUROGEBIED Statistieken monetair beleid. Belangrijkste rentetarieven van de (niveaus in procenten per jaar; mutaties in procentpunten) Per ) Depositofaciliteit Basis-herfinancieringstransacties Marginale beleningsfaciliteit Niveau Mutatie Niveau Vasterentetenders Vaste rentevoet Variabelerentetenders Minimale inschrijvingsrente Niveau 999 jan., -, - -, - ),7,7, -..., -,, -,7, -...,, 9 apr., -,, - -,, -, nov.,,, -,,, feb.,,, -,,, 7 maart,,, -,,, april,7,,7 -,,7, 9 juni,,, -,,, ),... -,...,... sept.,, -,,,, okt.,7, -,7,,7, mei, -, -, -,, -, aug., -, -, -,, -, sept.,7 -, -,7 -,,7 -, 9 nov., -, -, -,, -, dec.,7 -, -,7 -,,7 -, 7 maart, -, -, -,, -, juni, -, -, -,, -, dec.,, -,,,, maart,, -,,,, Bron:. ) Tussen januari 999 en 9 maart hebben de data betrekking op de depositofaciliteit en de marginale beleningsfaciliteit. Voor de basis-herfinancieringstransacties gaan mutaties in de rentevoet in per de eerste transactie na de aangegeven datum. De mutatie per september is op diezelfde dag ingegaan. Met ingang van maart hebben de data betrekking op de depositofaciliteit en de marginale beleningsfaciliteit, alsook op de basis-herfinancieringstransacties (waarbij de mutaties ingaan per de basis-herfinancieringstransactie die plaatsvindt na de bijeenkomst van de Raad van Bestuuur) tenzij anders aangegeven. ) Op december 99 heeft de aangekondigd dat, bij wijze van uitzondering, tussen en januari 999 een smalle bandbreedte van basispunten zou gelden tussen de marginale beleningsrente en de depositorente, om de overgang voor de marktdeelnemers naar het nieuwe stelsel te vergemakkelijken. ) Op juni heeft de aangekondigd dat de basis-herfinancieringstransacties van het Eurosysteem, met ingang van de op juni te verrekenen transactie, zouden worden uitgevoerd als variabele-rentetenders. De minimale inschrijvingsrente is de minimale rente waartegen tegenpartijen inschrijvingen kunnen indienen. Mutatie Niveau Mutatie 7 S 7

96 . Monetaire-beleidstransacties van het Eurosysteem toegewezen via tenders (EUR miljoen; rentevoeten in procenten per jaar). Basis- en langerlopende herfinancieringstransacties ) Datum verrekening Inschrijvingen (bedrag) Aantal deelnemers Toewijzing (bedrag) Minimale inschrijvingsrente Marginale rentevoet ) Gewogen gemiddelde rentevoet Looptijd, dagen 7 Basis-herfinancieringstransacties nov.. 9.,,, 9. 9.,,, ,,, 7..,,, ,,9, dec..7.,,9, ,,9, ,,, ,,, jan. 9..,,, ,,, 7. 9.,,, 7 9..,,, 7 feb ,,, ,,, ,,, 7. 9.,,, 7..,,, Langerlopende herfinancieringstransacties maart.. -,9, 9 april ,,9 9 mei.. -,, 9 juni 7.. -,,7 9 juli.7. -,7, 9 sept.. -,, ,9, okt... -,7,9 9 dec..9. -,, ) ,, 9 ) ,, 97 jan ,7, 9 feb..9. -,7,7 9 ) ) Variabele-rentetenders. Overige tendertransacties Datum verrekening S Soort transactie Inschrijvingen (bedrag) Aantal deelnemers Toewijzing (bedrag) Vasterentetenders Vaste rentevoet Minimale inschrijvings rente Variabele-rentetenders Marginale rentevoet ) 7 Gewogen gemiddelde rentevoet Looptijd, dagen mei Aantrekken van termijndeposito s.., mei Aantrekken van termijndeposito s.., nov. Transactie met wederinkoop.7. -,,,7 7 dec. Aantrekken van termijndeposito s.., jan. Transactie met wederinkoop.. -,,, 7 feb. Transactie met wederinkoop ,,, maart Aantrekken van termijndeposito s.., juni Aantrekken van termijndeposito s.7.7, juli Aantrekken van termijndeposito s 9. 9., aug. Aantrekken van termijndeposito s, sept. Transactie met wederinkoop. 9. -,,9, okt. Aantrekken van termijndeposito s.99., dec. Aantrekken van termijndeposito s. 7., jan. Transactie met wederinkoop ,,7, 7 febr. Transactie met wederinkoop.. -,,, Bron:. ) De opgenomen bedragen kunnen enigszins afwijken van die in de Tabellenreeks. als gevolg van toegewezen maar niet verrekende transacties. ) Met ingang van april worden gesplitste tendertransacties, d.w.z. transacties met een looptijd van een week die als standaardtenders worden uitgevoerd naast een basis-herfinancieringstransactie, aangemerkt als basis-herfinancieringstransacties. Zie Tabel.. voor gesplitste tendertransacties die vóór april zijn uitgevoerd. ) Op juni heeft de aangekondigd dat met ingang van de transactie die op juni zou worden verrekend, de basis-herfinancieringstransacties van het Eurosysteem als variabele-rentetenders zouden worden uitgevoerd. De minimale inschrijvingsrente is de minimale rente waartegen tegenpartijen inschrijvingen kunnen indienen. ) Bij liquiditeitsverruimende (-verkrappende) transacties is de marginale rentevoet de laagste (hoogste) rente waartegen middelen worden toegewezen. ) Dit betreft een uitzonderlijke transactie in het kader van een langerlopende herfinancieringstransactie omdat de door een onjuiste inschrijving de vorige dag niet in staat was zijn langerlopende herfinancieringstransactie tot het volledige bedrag uit te voeren. 9

97 STATISTIEKEN VOOR HET EUROGEBIED Statistieken monetair beleid. Statistieken minimumreserves en liquiditeit (EUR miljard; gemiddelden per periode van dagposities, tenzij anders aangegeven; rente in procenten per jaar). Reservebasis van reserveplichtige kredietinstellingen Reservebasis per ) : Passiva waarop een reservecoëfficiënt van % wordt toegepast Passiva waarop een reservecoëfficiënt van % wordt toegepast Deposito s (giraal, met vaste looptijd en opzegtermijn tot en met jaar) Schuldbewijzen met vaste looptijd tot en met jaar Deposito s (met vaste looptijd en opzegtermijn van meer dan jaar) Repo s Schuldbewijzen met vaste looptijd van meer dan jaar.,7.,,9.9, 79,.,.,9.9,7,., 9,7., I.,9.7, 7,.99,.,., II., 7.,,.7,.7,9.,9 juli., 7., 9,.,.,.9,9 aug.., 7., 99,9.9,.,., sept.., 7.,7 9,.97,7.,.,9 okt..7, 7.,,.7,.7,., nov..97,9 7.,,.7,.,., dec..,7 7.9, 99,.7,.7,9.,. Reserve-aanhoudingen Aanhoudingsperiode eindigend: Verplichte reserves Rekeningen-courant van kredietinstellingen Overreserves Tekorten Rente op verplichte reserves,,,,, 7,9,,,, I,,,,, II,,,9,, III 9,7,,,, IV,,,,,7 7 jan.,,,,,9 7 feb.,7,,7,, 7 maart 7, Liquiditeit Rekeningen-courant van kredietinstellingen Aanhoudingsperiode eindigend: Netto activa van het Eurosysteem in goud en vreemde valuta Liquiditeitsverruimende factoren Monetaire-beleidstransacties van het Eurosysteem Basisherfinancieringstransacties Langerlopende herfinancieringstransacties Marginale beleningsfaciliteit Overige liquiditeitsverruimende transacties Depositofaciliteit Liquiditeitsverkrappende factoren 7 Overige liquiditeitsverkrappende transacties Bankbiljetten in omloop Tegoeden van de centrale overheid bij het Eurosysteem 9 Overige factoren (per saldo) Basisgeld,,,,,,,, 7, -,,,7 9,,7 7,,,,, 7,, -,,, I, 77,,,,,, 9,, -9,,,9 II, 7, 9,,,,,,, -,,, III,, 9,,,,,,, -,,, okt. 7,9, 9,,,,,, 7,9 -,,, nov., 9, 9,,,,,,, -7,9,, dec.,, 9,,,,, 9,, -9,, 9,9 7 jan. 7,, 9,,,,, 9,, -,, 7, 7 feb.,, 9,,,,,,, -,7, 7,9 Bron:. ) Ultimo. S 9

98 MONETAIRE EN BANCAIRE ONTWIKKELINGEN EN BELEGGINGSFONDSEN. Geaggregeerde balans van de MFI s in het eurogebied (EUR miljard; uitstaande bedragen per ultimo). Activa 7 9 Eurosysteem., 7,,,,,,,, -, 7,9,,.97,,,,,,,,7, -, 9,, 7, I.7, 99,9,, 77, 7,,9,, -,,, 79, II.,,,,, 7,9,,, -, 9,, 9, III., 9,,,,,,,9, -,9,9,, okt..7,,,,,,,,,7 -,,9,, nov..,9,,,,9, 7,7,, -, 9,,,9 dec..,,,7,,,7,,, -, 7,, 7, jan. (v).,,,7,, 7, 7,, 7, -,9 9,,, MFI s met uitzondering van het Eurosysteem 9.79,., 7, 7.,.9,9.9,., 7,7.7, 7, 9,9.7,,.,.,.,, 7.,.7,.7,7.99,9,., 7, 9,9.9,9 9,.,9 I.,.,, 7.9,.7,.9,.,,., 7, 97,.,,.9,9 II.79,9., 7, 7.9,.9,.9,.,9,9., 7, 999,.,,.7,7 III.,.,,9.,.7,.7,.,,.7,,.,.7,,.7, okt..9,.9,9,.,.,.,.99,9,.,,7 99,.77,,.,9 nov..7,.97,7,.7,.7,7.,.,9,.,9 7,.9,.77,,.,7 dec..,.,,.9,.9,.,.,,.,,9.,9.,9,., jan. (v).9,.79,,.,.,.,.9,,.,7,.,.7,,.,. Passiva Chartale Deposito s van ingezetenen van het eurogebied Uitgegeven Kapitaal en Externe Overige geldomloop Centrale schuldbewijzen reserves passiva passiva MFI s overheid S Leningen aan ingezetenen van het eurogebied Overheid Overige ingezetenen van het eurogebied MFI s Aangehouden effecten m.u.v. aandelen, uitgegeven door ingezetenen van het eurogebied Overige overheid/ overige ingezetenen van het eurogebied Overheid Eurosysteem Overige ingezetenen van het eurogebied Bron:. ) Door ingezetenen van het eurogebied uitgegeven bedragen. De door niet-ingezetenen van het eurogebied uitgegeven bedragen zijn begrepen in de externe activa. ) Door ingezeten van het eurogebied aangehouden bedragen. ) De door niet-ingezetenen van het eurogebied aangehouden bedragen aan schuldbewijzen met een looptijd tot en met twee jaar zijn begrepen in de externe passiva. Aandelen/ participaties in geldmarktfondsen ).,,,,,9, -,, 7, 9,.97, 7,,,7,, -,, 7, 7, I.7,,,, 7,,7 -, 9,9,9 7, II.,,9, 7,,7, -, 7,,, III.,, 9, 7,,,9 -,, 7, 9,7 okt..7,,7,, 7, 9,7 -,, 7, 9, nov..,9,9 9, 7,9 7,9, -, 9,, 9,7 dec..,,7,,,, -,, 7,,7 jan. (v).,,, 7,9 7,, -, 9,,7, MFI s met uitzondering van het Eurosysteem 9.79, -.77,,.7,.,9,.,.,.,.,9., -.7, 7,7.,9.79, 77,.9,9.99,.,.7, I., -.,,.7,.,7 7,.,.,.,7.77,7 II.79,9 -.,9,.9,.79, 9,.7,.,7.,.97, III., -.9,,.9,7.7,7 7,9.7,.77,.,7.99, okt..9, -.,9, 7.9,7.9, 7,.,7.7,.9,.9, nov..7, -.,7 7, 7.,.97, 7,7.7,.9,.9,., dec.., -.9,, 7.9,., 97,.,7.9,.,.,9 jan. (v).9, -.,,7 7.,., 9,.9,.,.,., MFI s 7 Aandelen/ participaties in geldmarktfondsen ) Aangehouden aandelen/ deelnemingen uitgegeven door ingezetenen van het eurogebied Externe activa 9 Vaste activa Overige activa

99 STATISTIEKEN VOOR HET EUROGEBIED Monetaire en bancaire ontwikkelingen en beleggingsfondsen. Geconsolideerde balans van de MFI s in het eurogebied (EUR miljard; uitstaande bedragen per ultimo; transacties gedurende de periode). Activa Leningen aan ingezetenen van het eurogebied Overheid Overige ingezetenen van het eurogebied Aangehouden effecten m.u.v. aandelen, uitgegeven door ingezetenen van het eurogebied Uitstaande bedragen Overheid Overige ingezetenen van het eurogebied 7 Aangehouden aandelen/ deelnemingen uitgegeven door overige ingezetenen van het eurogebied Externe activa 9 Vaste activa., 7.9,, 7.,.79,., 9,,.,7 7,.,.79,.9,,9 7.,.9,.9,9,9,.,9 7,.,9 I.9,.9,9 7, 7.7,.99,.,,,9., 9,., II 7.,.77,, 7.99,.,.,7,9 7,7.7, 7,.,7 III 7.7,9.9,9,.,.,9., 7,7 7,7., 77,., okt. 7.,.9,,.,.9,.,, 7,7.9, 7,., nov. 7., 9.,9,.,.97,.,, 7,., 7,.9, dec. 7., 9.,,9.9,.9,7.,,9 77,.9,9 7,9., jan. (v)., 9., 7,.,.,., 7, 79,9.9, 77,9.7, Transacties 79,,, 7, 7,,, 9,, -, -,., 99,7-7,,7 9,9,,, 7,,7, I,, -,,,,,,7 7, -,, II, 7,,9,9 9,7,,,,,, III,7, 7,,7 -,7 -, -,,9 7,, -, okt.,, -,,,,,7 7,9,,9 -, nov. 7, 77,7 -,7,,,,,,,, dec. -, 97,,7 7,7-7, -,, -, -,, -, jan. (v) 9,9 77, -,,,,,,7 9, -,, Overige activa. Passiva Chartale geldomloop Deposito s van de centrale overheid Deposito s van overige overheid/ overige ingezetenen van het eurogebied Aandelen/ participaties in geldmarktfondsen ) Uitstaande bedragen Uitgegeven schuldbewijzen ) Kapitaal en reserves 7 Externe passiva Overige passiva 9 Overschot inter-mfi passiva., 97,9,7.9,,.7,.,7.,.9,,9.79,,,.,9,9.,7.7,.,.,9, I.9, 7, 7,.7,,.,.,9.,.9,, II 7., 9,,.99,,.,9.,.,., -, III 7.7,9 7,, 7.,,.,.,.,., -7, okt. 7.,, 79, 7.7, 9,.,.,7.,.7, -, nov. 7.,,, 7.7, 9,7.,.7,.7,.,9 -, dec. 7.,,9 7, 7.,,.7,.9,9.9,.,7,9 jan. (v).,,9 9,7 7.7,,7.,.,.,.,,9 Transacties 79, 79,,,7,7,,, -,,., 7,, 77,, 97,, 7, 9, 7,7 I,,, 7, 9,7,,, 7, -, II,,, 7,,7,,, 9, -, III,7, -9,,, 7,7 9, 7,9,9 -, okt,, -,,9 -,,,,9 -,, nov. 7,,,7, -9,,, 9,,, dec. -,, -,, -7, -,7 7, -9,7 -,9, jan. (v) 9,9 -, 7,, 9,,7 7,7,, -, Bron:. ) Door ingezetenen van het eurogebied aangehouden bedragen. ) De door niet-ingezetenen van het eurogebied aangehouden bedragen met een looptijd tot en met twee jaar zijn begrepen in de externe passiva. S

100 . Monetaire statistieken (EUR miljard en twaalfmaands groeipercentages; voor seizoen gecorrigeerd; uitstaande bedragen en groeipercentages per ultimo, transacties gedurende de periode). Monetaire aggregaten ) en tegenposten M M-M M M-M M M voortschr. -maands gemiddelde (gecentreerd) Langerlopende financiële passiva Kredietverlening aan de overheid 7 9 Uitstaande bedragen.,.,.,9 97,., -.,.,.9, 7.9,,.9,7.,.7, 9,., -.,.97,.,9 7., 7, I.,7.7,., 9,9.7, -.79,.7,., 7.7,7 7, II.7,.7,9., 9,.79, -.797,., 9., 7.9, 9, III.,.9,.97,.,.979,7 -.,.9, 9.,.,, okt..9,.,., 99,.99, -.9,.,9 9.9,., 7, nov..79,7.,.,., 7.9,7 -.9,9.77, 9.77,., 9, dec..7,.9,9.7, 99, 7.7, -.9,9., 9.,.7,, jan. (v).,.7,., 99, 7.99, -.,., 9.,.79,7 9, Transacties 9,, 7,9,, -,,9,9 7, 9,,,,,, -,, 7,,, I 9,, 99, -, 7,9-7,,,,,9 II,,7,,, -,,, 7,, III 9,9 7,7,,, - 7,,9, 9, -, okt.,,, -,, -,, 7,,9 -, nov. 9,,, -, 9, -,, 77,, -, dec. 7,,7 9, -,, -, 7,7,,, jan. (v) 7,,,9,,7 -,,9, 9,, Groeipercentages dec.,, 7,, 7, 7,,9,,7, 9, dec. 9,,,7,,,,, 7, 7,, maart 9,, 7,,,,,7, 7, 7, 9, juni,9,,, 7, 7, 9,,,,, sept.,,,,,,,7, 9,, 77,7 okt.,,,, 7,9,,9, 9,,9, nov.,,9,, 7, 7,,7, 9, 9, -, dec.,,,, 7, 7,,, 9, 9, -,7 jan. (v),,,, 7,.,, 9,9 9,7, G. Monetaire aggregaten (twaalfmaands groeipercentages; voor seizoen gecorrigeerd) M M Kredietverlening aan overige ingezetenen van het eurogebied G. Tegenposten (twaalfmaands groeipercentages; voor seizoen gecorrigeerd) langerlopende financiële passiva leningen aan de overheid leningen aan overige ingezetenen van het eurogebied Leningen Netto externe activa ) Bron:. ) De monetaire aggregaten omvatten de monetaire passiva van de MFI s en de centrale overheid (postkantoren, schatkist) ten opzichte van de niet tot de MFIsector behorende ingezetenen van het eurogebied, met uitzondering van de centrale overheid. (voor de definities van M, M en M wordt verwezen naar de Lijst van termen). ) De cijfers in het onderdeel Groeipercentages zijn totalen van transacties gedurende de twaalf maanden die aflopen in de aangegeven periode. S

101 STATISTIEKEN VOOR HET EUROGEBIED Monetaire en bancaire ontwikkelingen en beleggingsfondsen. Monetaire statistieken (EUR miljard en twaalfmaands groeipercentages; voor seizoen gecorrigeerd; uitstaande bedragen en groeipercentages per ultimo, transacties gedurende de periode). Componenten van de monetaire aggregaten en van de langerlopende financiële passiva Chartale geldomloop Girale deposito s Deposito s met vaste looptijd tot en met jaar Deposito s met opzegtermijn tot en met maanden Repo s Aandelen/ participaties in geldmarktfondsen Schuldbewijzen met looptijd tot en met jaar Schuldbewijzen met looptijd van meer dan jaar Deposito s met opzegtermijn van meer dan maanden Deposito s met vaste looptijd van meer dan jaar Kapitaal en reserves Uitstaande bedragen,9.9,7.,.,, 9, 9,7.79, 9,7.,.,,7.,.,., 9,,9,.9, 9,.7,.,9 I 77,.9,.9,.,,,,.,7 9,9.7,., II 9,7.7,7.9,.,7 9,7,9,., 9,.9,., III 7,.,.,.,9,9,,., 7,.,., okt.,.,.7,.,7 7,,,.,7 7,.7,., nov. 9,.,.9,.,9 7,,7,.9,9,7.,.7, dec.,.9,.9,.,,,,.,9,.,.9, jan. (v),.9,.,.,,7,,., 7,.7,.9,7 Transacties 77,,9-9,7, -, 7, -, 9, -,,9,, 7,7 -,,,,7,, -,,, I,9, -,, -,7 -,7 -,,,,9, II, 7,,,,7 9,7,,,,, III,7 7,, 7,,,,, -, 7,,9 okt. 7,,,, -7, -,,, -,7 9,,7 nov.,7,9,9,, -7,,, -,,, dec. -,, 9, -, -, -7,,, -, 7,, jan. (v),,,,, -,9 7,,,,, Groeipercentages dec.,9, -,, -,, -,9,9 -,7,,7 dec. 7, 7, -, 7,,7,,, -,,, maart 7, 7,,7,,,,,, 9,, juni 7, 9,,,,,,,7, 9,,7 sept.,, 7,,9,,7,, -,,, okt.,,,,7,, 7,, -,,7, nov., 9,7,7,,, 7,,9 -,,, dec.,7,9,, -, -,,, -,9 7, 7, jan. (v), 9,,,7, -,, 9, -,9,, 7 9 G. Componenten van de monetaire aggregaten (twaalfmaands groeipercentages; voor seizoen gecorrigeerd) G. Componenten van de langerlopende financiële passiva (twaalfmaands groeipercentages; voor seizoen gecorrigeerd) chartale geldomloop girale deposito s deposito s met opzegtermijn tot en met maanden schuldbewijzen met looptijd van meer dan jaar deposito s met vaste looptijd van meer dan jaar kapitaal en reserves Bron:. S

102 . Leningen van MFI s, uitsplitsing ) (EUR miljard en twaalfmaands groeipercentages; uitstaande bedragen en groeipercentages per ultimo, transacties gedurende de periode). Leningen aan financiële intermediairs en niet-financiële vennootschappen Verzekeringsinstellingen en Overige financiële pensioenfondsen intermediairs ) Tot en met jaar Tot en met jaar Uitstaande bedragen,,,,., 9,,.,,,,,., 97, 7,., I, 9,7,,.9,9 9,,.,9 II,,9,,9.,.,,.9,7 III,,, 7,.,., 7,.7, okt.,9,,7 9,.,.,,.7, nov. 7,,7 7, 77,.7,.7, 9,7.7,7 dec.,,, 7,.,., 9,.777, jan. (v) 7,,9, 9,.,9.,,.797, Transacties,,,,,7 -,9, 9,, 9,, 7,7,,7,, I, 7,9,9,9 7, 7,,,7 II,,, 9,,, 9, 7,9 III, -, 9,7 7,,7 -,,,9 okt.,7, -,9 -,7 7,,9, 7,7 nov.,,, 7,7,9 9,,, dec. -, -9,,,7,9,,9,9 jan. (v),,, 7, 9,9, 7,, Groeipercentages dec.,,,,, -,7,, dec.,9,, 9,,,, 7, maart,7,, 7,,9,9,,9 juni 7, 9,,9,,,, 7, sept.,7, 7,, 7,,,, okt.,,, 9, 7,,,, nov. 7,,,9,7 7,7,, 9, dec.,,7,,,, 9, 9, jan. (v),9,,9,,,,9 9, G. Leningen aan financiële intermediairs en niet-financiële vennootschappen (twaalfmaands groeipercentages) Niet-financiële vennootschappen Tot en met jaar Meer dan jaar tot en met jaar 7 Meer dan jaar overige financiële intermediairs niet-financiële vennootschappen 999 Bron:. ) MFI-sector met uitzondering van het Eurosysteem; de sectorclassificatie is gebaseerd op ESR 9. ) Tot deze categorie behoren beleggingsfondsen. S

103 STATISTIEKEN VOOR HET EUROGEBIED Monetaire en bancaire ontwikkelingen en beleggingsfondsen. Leningen van MFI s, uitsplitsing ) (EUR miljard en twaalfmaands groeipercentages; uitstaande bedragen en groeipercentages per ultimo, transacties gedurende de periode). Leningen aan huishoudens ) G. Leningen aan huishoudens (twaalfmaands groeipercentages) Consumptief krediet Woninghypotheken Overige leningen Tot en met jaar Meer dan jaar tot en met jaar Meer dan jaar Tot en met jaar Uitstaande bedragen.,,,, 9,.,,,.,7 7,, 9,,.,,, 9,,.9,,,., 7,, 99,, I., 9,, 9,,.,, 7,.,9 7,9, 9,7 7, II.99, 7,, 97,,.77,,,., 7, 9,9,, III.79,,7, 99,,.9,, 7,.77, 7,9,,, okt..,,,9,,9.,,9 7,.7, 7,,,7 7, nov..,,,,7,.77,,,.79,9 7, 7,, 7, dec..9,,7,7,9,.97,,,., 7,,9 99, 7, jan. (v).9,9,,,9,.9,,,7., 79,, 97, 7,9 Transacties,,,, -, 77, -,9,,, -, -,9, 7, 9, 7,,,,9,9,9,,7 -,,, I,, -,,, 9, -,,,,, -,, II,,7,,,7 7,7,, 7,,,,, III 9,,7,,,,,,, -, -,7,,7 okt.,,,,,, -,,,7, -,,,7 nov.,,7 -,,7,,,,,,,, -, dec.,,,,,,,,, -, -,7 -,9, jan. (v),, -,,,,,,,9 -, -, -,, Groeipercentages dec.,,,, -,, -,,,, -, -,9, dec. 7,9,,,7,9,,,,,9 -,,, maart,, 7,7, 7,,,,,,,,, juni,,7,, 7,,,,,7,,,, sept., 7, 7,7,,,,7,,,,,, okt.,9 7, 9,,,,9,,7,,,,, nov. 9,,,, 9,,,,,,,,,7 dec. 9, 7, 7,,7 9,,,,7,7,,,, jan. (v) 9,,, 7, 9,,7 7, 7,9,,, -,, 7 Meer dan jaar tot en met jaar Meer dan jaar 9 Tot en met jaar Meer dan jaar tot en met jaar Meer dan jaar consumptief krediet woninghypotheken overige leningen 999 Bron:. ) MFI-sector met uitzondering van het Eurosysteem; de sectorclassificatie is gebaseerd op ESR 9. ) Met inbegrip van instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van huishoudens. S

104 . Leningen van MFI s, uitsplitsing ) (EUR miljard en twaalfmaands groeipercentages; uitstaande bedragen en groeipercentages per ultimo, transacties gedurende de periode). Leningen aan de overheid en aan niet-ingezetenen van het eurogebied Overheid Niet-ingezetenen van het eurogebied Centrale overheid Deelstaatoverheid Overige overheid Lagere overheid Wettelijke socialeverzekeringsinstellingen Banken ) Niet-banken Overheid Overige Uitstaande bedragen 7,,,,9,.77,9., 7,7 9,,, 9,,,7,.97,7.,,, 7, I,,,,,.,., 7,7,,7 II 7,, 7, 7,,.9,., 7,,, III,9, 7,,,7.7,., 7,, 7, IV( v ),,,,7,.,., 7, 7,7 77, Transacties,7 -,9 -,,, 9, 9,, -,, -,9, -,9 7, -, 7, 9,9,, 7, I -, -, -,, -,, 9,,,, II, -,7 -,,, 9,9,,9,,7 III 7,, -,,,,,,,, IV (v),7, -,7, -, -,7 -,,7,, Groeipercentages dec.,7 -, -,, 77, 9, 9,, -7,7, dec. -,7, -,, -,,,,9,, maart -, -, -,, -,,,,,, juni -, -, -,, -,7 7, 9,9,,, sept.,7, -,, -, 9,9,,,, dec. (v), -, -,,9,9,9,,9, 7, G7. Leningen aan de overheid en aan niet-ingezetenen van het eurogebied (twaalfmaands groeipercentages) overheid niet-ingezeten banken niet-ingezeten niet-banken Bron:. ) MFI-sector met uitzondering van het Eurosysteem; de sectorclassificatie is gebaseerd op ESR 9. ) Met banken" worden in deze tabel instellingen buiten het eurogebied aangeduid die vergelijkbaar zijn met MFI s. S

105 STATISTIEKEN VOOR HET EUROGEBIED Monetaire en bancaire ontwikkelingen en beleggingsfondsen. Bij MFI s aangehouden deposito s, uitsplitsing ) (EUR miljard en twaalfmaands groeipercentages; uitstaande bedragen en groeipercentages per ultimo, transacties gedurende de periode). Door financiële intermediairs aangehouden deposito s Verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen Overige financiële intermediairs ) Giraal Met vaste looptijd Met opzegtermijn Repo s Giraal Met vaste looptijd Met opzegtermijn Tot en met jaar G. Door financiële intermediairs aangehouden deposito s (twaalfmaands groeipercentages) Meer dan jaar Tot en met maanden Meer dan maanden 7 Uitstaande bedragen 9 Tot en met jaar Meer dan jaar Tot en met maanden Meer dan maanden,,9,7,,, 9,,,9,,,,,, 9,, 9,,,,,, 9, 7,,, 9, I 97,,7,,,, 9, 9,9,,,,,,7 II 9,7,,,,,, 79,,7 9,,,,,7 III,9,,,9,,,,, 9,7 7,,,, okt. 9,9,,,,,, 7,, 7,,,,,7 nov., 7,9, 9,7,,,,,, 9,,, 7, dec., 7,, 9,,,,,,,,,,, jan. (v), 7,7 9, 7,,,, 9, 9, 79, 9,9,, 9, Transacties 9,,,9,,,,,,, 7,,,, 9,9,7, 7,7 -, -,, 7,,9,,7,, 7,7 I,, -,,,, -,,, -9,,,,,7 II -, -, -,,7,,,,,7,9,,,,9 III 7, -,,,9,,,9,,,, -,, -, okt.,9,7 -,9,,,, 9,9 -,,,9,, 7, nov. -,, -,,,, -,9, -7,,7,,, -, dec., -, 9, -,,, -,, -,7,,9 -,, -, jan. (v) 9,, -,,9,,,,,9 -,, -,, 9, Groeipercentages dec.,, 9,9,9,,, 7,,,, 7, - 7, dec. 7,,,, -, -, 7,9,7,,, 7, - 7, maart,,, 7,,7 -, -, 7,, 9,,, -, juni,,,,,, -,,,,,, -, sept., -, 7,9,,,,, 7,, 9,, -,9 okt.,, -,,,,, 9,7,7,,,9 -, nov.,, -,,,,9,9 7,,,9, 7, -,9 dec.,, -,,,,9 -,,7,9,,, -, jan. (v),, -,,,,,,,,7 9, -, -, Repo s verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen overige financiële intermediairs 999 Bron:. ) MFI-sector met uitzondering van het Eurosysteem; de sectorclassificatie is gebaseerd op ESR 9. ) Tot deze categorie behoren beleggingsfondsen. S 7

106 . Bij MFI s aangehouden deposito s, uitsplitsing ) (EUR miljard en twaalfmaands groeipercentages; uitstaande bedragen en groeipercentages per ultimo, transacties gedurende de periode). Door niet-financiële vennootschappen en huishoudens aangehouden deposito s Niet-financiële vennootschappen Huishoudens ) Giraal Met vaste looptijd Met opzegtermijn Repo s Giraal Met vaste looptijd Met opzegtermijn Repo s Tot en met jaar Meer dan jaar Tot en met maanden Meer dan maanden Tot en met jaar Meer dan jaar Tot en met maanden Meer dan maanden 7 9 Uitstaande bedragen.,,, 7,,,,.97,.,,,.79, 9,9,9., 7,7 9, 7,,, 9,7.,.,,,.,,, I.9, 7,, 7,,,,.7,.,,,.,9,7, II., 7, 7, 7,9,,,.,.9,,,., 7,, III., 79, 9,9,,9,,.,.,,,9.,,9, okt..9, 7,,9,,,,7.,.9, 7,,.9,,, nov..77,9 7,9 99,,,,,.9,.,,,.,,7, dec.., 7,, 7,,,,.,.,,7,.,,, jan. (v)., 79,9, 7, 7,,,.,.,, 9,.,,, Transacties 7,,9 9,7,9,, -,,9 9, -,, 7, -,7 -,,, 7,,,,7 -, 7, 9, -9,,, -,9,7 I -, -, -, -, -,, -,,,9 -, -,,, -, II,, -7,7,, -, -, 7,, -, -,, -,, III, -,, -,, -,, -, -,, -,, -,, okt.,7,9,,,, -,7,9,,9 -, -, -, -, nov. 7, 7,9 -,,9,,,,,, -, -,,, dec.,,,, -,,,,,,,9 7,,9,7 jan. (v) -, -7, -,,,7,,9 -, -,, -,9,,7, Groeipercentages dec. 7,,7 7,,, -,9 -,,7 7,9-7,7, 9, -, -9, dec. 7, 7,7, 9,9, 7, -,,,9 -,,, -,, maart 7, 9,,7,,, -,,, -,7,,, -, juni,,,,,9 -, -,, 7, -,,9,,, sept., 9,,7 -,7, -, -,7, 7,,,, -, -, okt. 9,,7 7,,, -, -,, 7,,,, -, -, nov. 9,,7,,, -9, -9,, 7,,,, -, -, dec.,,9,7 -,,9-9, -7,9,,,9 -,, -, -, jan. (v),,,9 -,,7-7,,, 7,, -,9, -,, G9. Door niet-financiële vennootschappen en huishoudens aangehouden deposito s (twaalfmaands groeipercentages) niet-financiële vennootschappen huishoudens 999 S Bron:. ) MFI-sector met uitzondering van het Eurosysteem; de sectorclassificatie is gebaseerd op ESR 9. ) Met inbegrip van instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van huishoudens.

107 STATISTIEKEN VOOR HET EUROGEBIED Monetaire en bancaire ontwikkelingen en beleggingsfondsen. Bij MFI s aangehouden deposito s, uitsplitsing ) (EUR miljard en twaalfmaands groeipercentages; uitstaande bedragen en groeipercentages per ultimo, transacties gedurende de periode). Door de overheid en niet-ingezetenen van het eurogebied aangehouden deposito s Centrale overheid Overheid Deelstaatoverheid Overige overheid Lagere overheid Wettelijke socialeverzekeringsinstellingen Niet-ingezetenen van het eurogebied Banken ) Niet-banken Overheid Overig Uitstaande bedragen 7,,,,9,9.,.,, 9,,, 7,7, 9,,.,9.7,,9, 77, I 9,9,, 7,,7.9,.9,7 7,,, II,,, 9,7,.7,9., 7,,, III 7,,, 7,,.97,., 79,9, 7,7 IV (v),,,,9,9.,.,,,, Transacties,, -, -,,,7 7,, -,,,,7,,, 7,,,,9, I -, -,, -, -,, 7,,, 9, II,,,7,,7,,7 -,, -,7 III -,9 -,,9,7 -,,7 7,9 7,,7, IV (v),,, 9, -,,,,,, Groeipercentages dec.,, -, -,,, 7,, -,,7 dec.,,,, 9,,,, 7,, maart -, -, 9,,,,,7 7,, 7, juni -, -, 9,,,9,,,, 9, sept., -7,9, 7,9,9 7,,,,7, dec. (v),,,,,,9,,,7, 7 9 G. Door de overheid en niet-ingezetenen van het eurogebied aangehouden deposito s (groeipercentages) overheid niet-ingezeten banken niet-ingezeten niet-banken Bron:. ) MFI-sector met uitzondering van het Eurosysteem; de sectorclassificatie is gebaseerd op ESR 9. ) Met banken" worden in deze tabel instellingen buiten het eurogebied aangeduid die vergelijkbaar zijn met MFI s. S 9

108 . Door MFI s aangehouden effecten, uitsplitsing ) (EUR miljard en twaalfmaands groeipercentages; uitstaande bedragen en groeipercentages per ultimo, transacties gedurende de periode) Effecten m.u.v. aandelen MFI s Overheid Overige ingezetenen van het eurogebied Euro Andere valuta s Euro Andere Euro valuta s Uitstaande bedragen Andere valuta s 7 Nietingezetenen van het eurogebied 9 Aandelen en deelnemingen MFI s Niet-MFI s Nietingezetenen van het eurogebied.7,., 7,.7,, 9,,,.7, 79,7, 7,.99,.,7 9,9.,, 9,, 7,7.,,,, I.9,.,9,.,,,9, 797,9.7, 9, 7,, II.9,., 7,7.,,,,9 7,7., 9, 7,, III.9,9.9, 7,9.,,, 9,7 9,.7, 97, 7,, okt..,., 9,7.,,9 99,, 9,., 97, 9,7, nov..7,., 7,., 7, 9,, 9,9.,, 9,,7 dec..7,.9,,., 7, 7,, 9,.,, 9,, jan. (v).,.,,.,,9 9,9, 9,9.9,, 79,, Transacties, 9,, 79,,,,7 9,9, 7, 9, -7,,,,9,,, -,, 7,,,, I 7,7 9,,7, -, 7, -,, 7, 9,,, II,9, -,, -,,9,,,,, -,7 III,,, -,,9 -,9,9,,,,7, okt.,,,7,,,,,,9, 7,9 -, nov. 77, 7,,, -,,9,,7,,,, dec. -, -, -,9 -,7 -,, -,, -,9 -, -,, jan. (v) 99, 7,7 -,9,,,,,,,,7, Groeipercentages dec. 9,9,,7,9,,, 7,,9,7, -, dec.,,,, 7,7, -7,,,,, 7, maart 9, 9,,,9 -,, -, 9, 7,,9,, juni,,,, -9,9,7,,,,,, sept.,,9,9 -,,,,, 9,,7,, okt., 7,,, -9,,, 9,7,,,9, nov. 9, 7, 9,, -, 7,, 7,,9 7, 9,, dec. 9,, -,,7 -,,,7 7,, 9, 7,, jan. (v) 9,, -,,9 -,,9 7,,,,9 7, 7, G. Door MFI s aangehouden effecten (twaalfmaands groeipercentages) - effecten m.u.v. aandelen aandelen en deelnemingen Bron:. ) MFI-sector met uitzondering van het Eurosysteem; de sectorclassificatie is gebaseerd op ESR 9. S

109 STATISTIEKEN VOOR HET EUROGEBIED Monetaire en bancaire ontwikkelingen en beleggingsfondsen.7 Herwaardering van enkele posten op de balans van de MFI s ) (EUR miljard). Afboeking/afwaardering van leningen aan huishoudens ) Consumptief krediet Woninghypotheken Overige leningen Tot en met jaar Meer dan jaar tot en met jaar Meer dan jaar Tot en met jaar Meer dan jaar tot en met jaar 7 Meer dan jaar 9 Tot en met jaar Meer dan jaar tot en met jaar Meer dan jaar -,7 -, -, -, -, -, -, -, -7, -, -, -, -, -, -,7 -, -, -, -, -, -,7 -, -, -, I -, -, -, -, -, -,, -, -,7 -, -, -, II -, -, -, -, -,,, -,7 -, -, -, -, III -,9 -, -, -, -,,, -, -,9 -,, -, okt. -, -, -, -, -,,, -, -, -,, -, nov. -,, -, -, -,,, -, -, -,, -, dec. -, -, -, -, -, -, -, -, -, -, -,7 -, jan. (v) -, -, -, -, -,9 -,, -, -, -, -, -,. Afboeking/afwaardering van leningen aan niet-financiële vennootschappen en niet-ingezetenen van het eurogebied Niet-financiële vennootschappen Tot en met jaar Meer dan jaar tot en met jaar Meer dan jaar Niet-ingezetenen van het eurogebied Tot en met jaar Meer dan jaar -7, -, -, -7, -, -, -,7 -, -, -, -, -, -, -, I -, -, -,7 -,9 -, -, -, II -, -,9 -, -, -,, -, III -, -,9 -, -,7 -, -, -, okt. -, -, -, -,,,, nov. -,7 -,, -,,,, dec. -, -, -, -, -, -, -, jan. (v) -,7 -, -, -,7 -,, -, 7. Herwaardering van door MFI s aangehouden effecten Effecten m.u.v. aandelen MFI s Overheid Overige ingezetenen van het eurogebied Euro Andere valuta s Euro Andere valuta s Euro Andere valuta s 7 Nietingezetenen van het eurogebied 9 Aandelen en deelnemingen MFI s Niet-MFI s Nietingezetenen van het eurogebied -, -, -,,, -, -, -,9 9,,,,,, -,, -,,9 -,,,,,, I,9,,,, -,7,,,,,7, II 7,,9, 7,,,,, 9,,9,, III -,,, -, -,,,,,, 7,, okt. -, -,, -,, -,, -, -,9 -, -,, nov., -,,,,,,, 7,9,,, dec.,,, -,,,,,,,7,, jan. (v) -, -, -, -, -, -,7 -, -,,9,,,9 Bron:. ) MFI-sector met uitzondering van het Eurosysteem; de sectorclassificatie is gebaseerd op ESR 9. ) Met inbegrip van instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van huishoudens. S

110 . Uitsplitsing naar valuta van enkele posten op de balans van de MFI s ) (percentages van totaal; uitstaande bedragen in EUR miljard; ultimocijfers). Deposito s Alle valuta s (uitstaand bedrag) Euro ) MFI s ) Andere valuta s Alle USD JPY CHF GBP 7 valuta s (uitstaand bedrag) Van ingezetenen van het eurogebied Euro ) 9 Niet-MFI s Andere valuta s.,9 9,,7,,,,9.9,9 97,,7,7,,,.79, 9,,,,,,.77, 97,,,7,,, I.,7 9, 9,,,,,., 97,,,9,,, II.79, 9,9 9,,,,, 7., 9,9,,9,,, III.7,7 9, 9,,7,,, 7., 9,7,,,,, IV (v)., 9,9 9,,7,,, 7., 9,,,,,, Van niet-ingezetenen van het eurogebied.,,9,,,, 9,,, 9,,,, 9,.7,,7,,,, 9,,9,,,9,, 9, I.9,7,9,,,,9 9,7 7,,, 9,,, 9, II.,,,,,, 9, 7,, 7,,,, 9,9 III.,,,,,, 9,7 79,9,9,,,, 9,9 IV (v).,,9,,,, 9,,, 7,,,7, 9,. Schuldbewijzen uitgegeven door MFI s in het eurogebied Alle valuta s Euro ) (uitstaand bedrag) 7.,,, 7,9,,7,.,9,, 7,,7,9,7 I.79,9,,,,7,9,9 II.9,7, 7, 9,,,9, III.99,,9, 9,,,, IV (v).,,, 9,,,, USD Andere valuta s JPY USD JPY CHF CHF GBP GBP Bron:. ) MFI-sector met uitzondering van het Eurosysteem; de sectorclassificatie is gebaseerd op ESR 9. ) Voor niet-ingezetenen van het eurogebied duidt de term MFI s op instellingen die vergelijkbaar zijn met MFI s in het eurogebied. ) Waaronder posten luidende in de nationale uitdrukkingen van de euro. S

111 STATISTIEKEN VOOR HET EUROGEBIED Monetaire en bancaire ontwikkelingen en beleggingsfondsen. Uitsplitsing naar valuta van enkele posten op de balans van de MFI s ) (percentages van totaal; uitstaande bedragen in EUR miljard; ultimocijfers). Leningen Alle valuta s (uitstaand bedrag) Euro ) MFI s ) Andere valuta s USD JPY CHF 7 9 Aan ingezetenen van het eurogebied.9, , 9,,,,,,.7, , 9,,,,,, I.7, , 9,,,,,, II.9, , 9,,,,,, III.7, , 9,,7,,,, IV (v).9, ,9 9,,7,7,,, Aan niet-ingezetenen van het eurogebied.,, 9, 9,,7, 9, 7,7,,,,, 7,.,,, 9,9,7,,7,, 7,,,, 7, I.,,, 9,,, 9, 7,7,,,,, 7, II., 9,,7,,, 9, 7,, 9,,,, 7, III., 9,, 9,,,, 7,, 9,9,,,9, IV (v)., 7,7,,9,,, 7, 9,,7,,7,, GBP Alle valuta s (uitstaand bedrag) Euro ) Niet-MFI s Andere valuta s USD JPY CHF GBP. Aangehouden effecten m.u.v. aandelen Uitgegeven door MFI s ) Uitgegeven door niet-mfi s Alle Euro ) Andere valuta s Alle Euro ) Andere valuta s valuta s (uitstaand bedrag) USD JPY CHF GBP 7 valuta s (uitstaand bedrag) 9 USD JPY CHF GBP Uitgegeven door ingezetenen van het eurogebied.7, 9,,,7,,9,.7, 9,,,,,,., 9,,,,,,.7, 9,,,9,,, I., 9,,,,,,.9,7 9,,7,9,,, II., 9,,,,,,.9, 9,,,,,, III.7, 9,,,,,,., 9,,9,,,, IV (v)., 9,,,,,,.99, 97,9,,,,, Uitgegeven door niet-ingezetenen van het eurogebied 7,9,,9,,,9,,,,,,,,,, 9,7,,, 7,,,,,,,7 9, I 9,,9,,,,,,,7,,7 7,, 9, II 97, 7,9,,,, 7, 77,,,9, 7,9, 9,9 III 7, 9,, 9,,, 7, 9,, 9,,,,9, IV (v) 99, 7,7,,,,7,,,, 7,7 7,,9, Bron:. ) MFI-sector met uitzondering van het Eurosysteem; de sectorclassificatie is gebaseerd op ESR 9. ) Voor niet-ingezetenen van het eurogebied duidt de term MFI s op instellingen die vergelijkbaar zijn met MFI s in het eurogebied. ) Waaronder posten luidende in de nationale uitdrukkingen van de euro. S

112 .9 Geaggregeerde balans van de beleggingsfondsen in het eurogebied ) (EUR miljard; uitstaande bedragen per ultimo). Activa Inleg Tot en met jaar Meer dan jaar Aangehouden aandelen/ deelnemingen Vaste activa Overige activa II.,,7., 7,7.,7.,9 99,, 9,7 III.,,., 7,.7,.79,,,, IV.79, 9,.7, 7,.9,., 7,,,7 I.,,9.7, 79,.,.,7,,, II., 9,9.77,7 9,.7,.,9 79, 7,7, III (v).7,,.,,7.7,., 7, 7, 7,. Passiva Opgenomen deposito s en leningen Aandelen in beleggingsfondsen II.,,.,, III.,,.,, IV.79,,., 9, I.,,.7,, II., 7,.99,9, III (v).7, 9,.,,7. activa/passiva naar fonds- en beleggerstype Aangehouden effecten m.u.v. aandelen Fondstype Gemengde fondsen Aangehouden aandelen in beleggingsfondsen 7 Aandelenfondsen Obligatiefondsen Vastgoedfondsen Overige fondsen Fondsen voor het publiek 7 9 Overige passiva Fondsen naar beleggerstype Fondsen voor bijzondere beleggers II.,,.7, 9, 9,,.9, 9, III., 79,., 9, 9,,., 9, IV.79,,.9, 9, 9,9 7,.79, 99, I.,,9.7, 9,7, 7,.9,., II.,.9,.9, 97, 7,,.79,., III (v).7,.,.,9.,, 7,.,., G. Totale activa van de beleggingsfondsen (EUR miljard) aandelenfondsen obligatiefondsen gemengde fondsen vastgoedfondsen 999 Bron:. ) Niet zijnde geldmarktfondsen. Voor nadere gegevens wordt verwezen naar de Toelichting. S

113 STATISTIEKEN VOOR HET EUROGEBIED Monetaire en bancaire ontwikkelingen en beleggingsfondsen. Activa van de beleggingsfondsen in het eurogebied naar fonds- en beleggerstype (EUR miljard; uitstaande bedragen per ultimo). Beleggingsfondsen naar fondstype Inleg Aangehouden effecten m.u.v. aandelen Tot en met jaar Meer dan jaar Aangehouden aandelen/ deelnemingen Aangehouden aandelen in beleggingsfondsen Vaste activa Overige activa Aandelenfondsen II,,9,,, 9, 7, - 7, III 79,,9,,, 7, 7, - 7, IV,,,7,, 7,, -, I,9,7,7,,7 79,, -, II.9,,,,, 9, 7,9 -,9 III (v).,,,,9 7,9.,, -, Obligatiefondsen II.7,, 979,7 9, 9,,, -, III., 7,.,, 9,,, -, IV.9,,7.,9, 97, 9,9, -, I.7, 97,.,,7 997, 9,, - 7,7 II.9,,.,,.7,,, - 9, III (v).,9,.,7 7,.,7,, - 99, Gemengde fondsen II 9,,,,,,,7,, III 9,, 7,,7, 9,,,, IV 9,, 7,7,7,,,, 7, I 9,7, 7,,,,,,,7 II 97,,9 7,, 9, 7,,, 9, III (v).,,,,,,,,, Vastgoedfondsen II 9,, 9,,7,,7, 9, 9, III 9,, 9,,7,,,,,7 IV 9,9,7 7,,7,9, 7,,,7 I,,,,7 7,7, 7,,9 9, II 7,,,, 7,, 7, 7, 9, III (v),,,7, 7,,, 9,, Beleggingsfondsen naar beleggerstype Inleg Aangehouden effecten m.u.v. aandelen Aangehouden aandelen/ deelnemingen Aangehouden aandelen in beleggingsfondsen Vaste activa Overige activa Fondsen voor het publiek II.9, 7,., 9, 7, 9,7, III.,,.9, 99, 9,,, IV.79, 7,.7,., 9, 7,,9 I.9,,.9,.,7 9,,,7 II.79, 7,.,.,9,,9 7, III (v).,,.,.7,,9, 7, Fondsen voor bijzondere beleggers II 9,,,, 7,,, III 9,,, 9,7 7,9,, IV 99,,,, 7,, 7, I.,, 7,7,,9, 7, II., 7, 7,, 9,,, III (v).,, 99,9 9,9 9,,, Bron:. 7 S

114 FINANCIËLE EN NIET-FINANCIËLE REKENINGEN. Belangrijkste financiële activa van de niet-financiële sectoren (EUR miljard en twaalfmaands groeipercentages; uitstaande bedragen per ultimo, transacties gedurende de periode) Chartaal geld Chartaal geld en deposito s Deposito s van niet-financiële sectoren niet zijnde centrale overheid bij MFI s in het eurogebied Giraal Met vaste looptijd Met opzegtermijn 7 9 Uitstaande bedragen II.9,.,9 7,.,9.,.9,.,9 79,,7 97,,7 III.7,.,9,.,.,.,.,,,,, IV.,.,7,7.,.,.77,9.,7,,, 7, I.,.7,,.,.7,.,., 7, 7,, 7, II 7.9,.,,.,.,.,.7, 77,7,, 7, III 7.9,9., 9,.,.,.7,.7, 77,, 9, 9, Transacties II 9, 9,,,, -,7,7 -,9 9, -7, -, III 9, 9,,,,,,, -9,7,, IV 9,,, 9,, 9,9,9, -,7, -, I,,9 -, -, 7, -7,,7-9,7, -,9, II 79,,,,, -,, -,9,,9 -, III 9,,,7,7-7,,, -, -9, 7,, Groeipercentages II,, 9,,, -,7, -,7,,9 7,7 III,,,,, -,, -,,7,7, IV,, 7,, 7,,,,,9,, I,,9,, 7,9,, -,,7,, II,,,7, 9,,,9 -, -,,, III,,7,,,,7, -, -,,, Repo s Deposito s van centrale overheid bij MFI s in het eurogebied Deposito s bij niet-mfi s ) PM: deposito s van niet- MFI s bij banken buiten het eurogebied Effecten m.u.v. aandelen Aandelen ) Verzekeringstechnische reserves Kortlopend Langlopend Genoteerde aandelen Uitstaande bedragen Aandelen in beleggingsfondsen 7 Aandelen/ participaties in geldmarktfondsen 9 Netto aandeel van huishoudens in levensverzekerings reserves en reserves van pensioenfondsen Vooruitbetalingen van verzekeringspremies en reserves voor uitstaande aanspraken II.9,,.7,.7,7.9,.9,,7.,7.,, III.9,7,.79,7.,.,.9,,9.,9.7,, IV.97,,.777,.7,.,.99,,.,.77,,7 I.97, 7,.,.9,.79,.9, 9,.7,.7, 9, II.,,9.7,.,.,.,,7.77,.97,9 9, III.,7,.,.9,.,., 9,.,.,, Transacties II 9,9, 9,,,,, 7,,, III,,,7, 9, 7, -,,,, IV -9, -9, -9, -, -, -9, -,,,, I, -,,,9,, 7,9 7,,9 9, II,9,,9,7,,9,,9,,7 III -, -, -,, -7,,,9, 7,, Groeipercentages II,,,,,,,7,,, III,,9,,,,,,,, IV,,,,,9,7 -,,,, I, -,,,,, -,,,, II, -,,, -,, -,,,,7 III, -,,, -,, -,, 7,,7 S Bron:. ) Omvat deposito s bij de centrale overheid in het eurogebied (S. in ESR 9), overige financiële intermediairs (S. in ESR 9) en verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen (S. in ESR 9). ) Ongerekend niet-genoteerde aandelen.

115 STATISTIEKEN VOOR HET EUROGEBIED Financiële en niet-financiële rekeningen. Belangrijkste passiva van de niet-financiële sectoren (EUR miljard en twaalfmaands groeipercentages; uitstaande bedragen per ultimo, transacties gedurende de periode) Opgenomen bij MFI s in het eurogebied Leningen opgenomen bij MFI s en overige financiële vennootschappen in het eurogebied door Overheid Niet-financiële vennootschappen Huishoudens ) Kortlopend Langlopend Kortlopend Langlopend Kortlopend PM: leningen opgenomen Langlopend buiten het eurogebied door niet- MFI s Uitstaande bedragen II 7.9,.79, 7.9, 9,9 9,,.7,7.7,9.,.,9 9,.7,9, III 7.7,.,7 7.7, 9,7 9,,.7,.7,7.7,.7, 9,7.7,, IV 7.77,.9, 7.79,7 97,,9,9.77,.9,.9,., 9,.9,7, I.,9 9.,7 7.77,9 9, 77,,9.,.9,9.,.7, 9,.979,, II.7, 9.,.,7 9,,,.9,.,.7,7.,,.,, III 9.9, 9.,., 9, 7,,9.9,.,.79,.,,7.79, 7,7 Transacties II,,, -9,, -, 7,,, 9,,, -, III, 7,, -, -, -,, -,,7, -,9,7,9 IV,,7 9,7, -9,, 7,,,,9, 77,, I,7,9 7, -, -, -, 9,,,,9,,,7 II, 97,,7 -,7, -,,7,,,,,7 9, III,,7 9, 9,,,, -,,7 9, -, 97,7, Groeipercentages II,,9,,7, -,, -,,,,,, III,,,7,9, -,, -,,,,,, IV,,,9 -,9 -, -,9,,,,,,, I,,, -, -, -,,,,,,,, II,7,, -, -, -,,,,7,,,, III,, 7,, -,,,,,,,,9, 7 9 Effecten m.u.v. aandelen uitgegeven door Overheid Niet-financiële vennootschappen Kortlopend Langlopend Kortlopend Langlopend Genoteerde aandelen uitgegeven door nietfinanciële vennootschappen Depositoverplichtingen centrale overheid Pensioenfondsreserves van niet-financiële vennootschappen 7 9 Uitstaande bedragen II.,.,7,.7,,7 9,,.,,9 9, III.,.7,,7.9,,,,.7, 9, 9, IV.7,.79,,.,,,,.9,, 99,9 I.77,9., 99,.,,9,,7.,,,7 II.,9.,,.,,,,.,,7, III.,., 7,.,7,,,7.7,9, 9, Transacties II,7 99,, 7,9,7,,, -7,, III,,,,, -,7,7,,, IV -, -,7 -, -, -, -9, -,, 9,, I,,7,,,9,,,7 -,, II,7 9,,7 7,,,, -,,7, III -, -, -,,9 -, -,7, 79,,, Groeipercentages II,9,,9,,, -,,,, III,,,,,,9,,,, IV,,,,,, -,, 7,,7 I,7,,,,,,9,,, II,7,,,,,,,,7, III,7, -,,7,,,,,7, Bron:. ) Waaronder instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van huishoudens. S 7

116 . Belangrijkste financiële activa en passiva van verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen (EUR miljard en twaalfmaands groeipercentages; uitstaande bedragen per ultimo, transacties gedurende de periode) Belangrijkste financiële activa Deposito s bij MFI s in het eurogebied Leningen Effecten m.u.v aandelen Giraal Met vaste looptijd Met opzegtermijn Repo s 7 Kortlopend Langlopend 9 Kortlopend Langlopend Uitstaande bedragen II.,, 9,9,,, 7,9,7,.,,., III.97, 7,, 9,,,,, 9,.,,., IV.9,, 9,,,,, 7, 7,.7, 7,., I., 97,,7,,7 9,, 9, 7,.79,,.9, II., 9,7,,,7,, 7,7 7,.,,.77, III.,9,9, 7,7,7, 9,, 7,.,,7.797, Transacties II 9, 7, -,9,7 -, -,9 -, -,7 -,7,,, III,,, 7, -, -,,9,9, 7, -,, IV, 9,9 -,7,,,7 -, -7, -,,, 9, I 9,,,,9, -, -,, -,, -,,7 II, -, -,,,, -, -, -, 7,7 -,, III 7, 7, -,,,,9,, -,, -,7, Groeipercentages II,, -,,9, -,,,,7,,, III, 7,, 7,7 -,,7, 7,, 9,9 -,7, IV, 7,,, -, 7, -, -,9 -, 9,,, I,7,,, -, -, -, -, -,9 9,7,, II,,,,7, -, -7, -, -7,,,,9 III,7, -,,,, -7, -, -,,7,, Belangrijkste financiële activa Genoteerde aandelen Aandelen ) Aandelen in beleggingsfondsen Aandelen/ participaties in geldmarktfondsen Vooruitbetalingen van verzekeringspremies en reserves voor uitstaande aanspraken 7 Leningen opgenomen bij MFI s en overige financiële vennootschappen in het eurogebied 9 Opgenomen bij MFI s in het eurogebied Belangrijkste passiva Effecten m.u.v. aandelen Genoteerde aandelen Verzekeringstechnische reserves Netto aandeel van huishoudens in levensverzekerings reserves en reserves van pensioenfondsen Vooruitbetalingen van verzekeringspremies en reserves voor uitstaande aanspraken Uitstaande bedragen II.7,, 7,,,., 9,,7, 9,9.9,.,9 9,9 III.79,7, 7,, 7,7.9, 9,7,,,.99,9.9, 97, IV.,, 7,7 7,,.7, 79,,,7 7,9.,.,7 99, I.7, 7,7 77, 7,,., 9,,,,.79,.,9,9 II.7, 7,, 9,,., 9,,,,.7,.7,9,7 III., 9, 9, 9,,.79, 9,,,,.,.7,, Transacties II, -,, -,, 9,9, 7,,,, 9,, III,,, -,,,,7 -, -,,,7,, IV,, 7,,,, -, -,,,, 9,, I,,9,,,, 9,7,,7, 7,,,9 II,,,,7,,,,,,, 7,, III 9,,,,,,7,7,,,, 7,9 7, Groeipercentages II,,, -, -,,,,,,,,, III,9,,, -,,, 7,,,7,,, IV,,,,9,,,,9,,,,, I,,,,,,,,7,,,,, II,, 7, 7, 7,,, 7,,,,,7, III,,9,, 7,,,, 7,,9, 7,, Bron:. ) Ongerekend niet-genoteerde aandelen. S

117 STATISTIEKEN VOOR HET EUROGEBIED Financiële en niet-financiële rekeningen. Besparings-, investerings-, beleggings- en financieringsoverzicht op jaarbasis (EUR miljard, tenzij anders aangegeven). Alle sectoren in het eurogebied Netto verwerving van niet-financiële activa Bruto investeringen in vaste activa Verbruik vaste activa (-) Voorraadmutaties ) Nietgeproduceerde activa Monetair goud en bijzondere trekkingsrechten 7 Netto verwerving van financiële activa Chartaal geld en deposito s Effecten m.u.v. aandelen ) 9 Leningen Aandelen en deelnemingen Verzekeringstechnische reserves Overige beleggingen (per saldo) ) 99,., -,,,.,, 79,9 7,,., 9,, 999,7.9, -,7,,., -,,, 797,.,7, 7, 9,.9, -9, 7, -,., -,,, 7,7.9,,7,,., -97, -,,.9,7,7, 7, 9, 9, 7, -, 7,., -., -,,.9, -,,9,,9,, 9,,.7, -., -7,,., -, 79,,7,,,, 9,.,9 -.9,, -,.7, -, 9, 9, 97,,,, Vermogensmutaties ) Bruto besparingen Verbruik vaste activa (-) Per saldo te ontvangen vermogensoverdrachten 7 Chartaal geld en deposito s 9 Netto verwerving van passiva Effecten m.u.v. aandelen ) Leningen Aandelen en deelnemingen Verzekeringstechnische reserves 99 97,.99, -,,9.7, 7, 7,, 9,, 999 9,., -,7,.9,9,9 7, 7, 7, 7, 7,7.9, -9,,.7,,7, 7,., 7,9 9,.9, -97,,.9,7, 9,,,, 9,.,9 -.,,.,,,,,7,,9., -.,,.7, 7,7 7, 9,9 9,,,.9, -.9, 7,.9,9.,9,,7,,. Niet-financiële vennootschappen Netto verwerving van niet-financiële activa Bruto investeringen in vaste activa Verbruik vaste activa (-) Netto verwerving van financiële activa Chartaal geld en deposito s Effecten m.u.v. aandelen ) Leningen 7 Aandelen en deelnemingen Aandelen en deelnemingen Vermogensmutaties ) 9 Bruto besparingen Netto verwerving van passiva Effecten m.u.v. aandelen ) Leningen 99,, -,,7,, 9,,,,,, 7,, 999 7,, -9, 7,,,,,,, 77,, 9,,9,7 7, -, 97,7 7,7,7,,,,7.99,,9,,, 7, -, 7,9,,,, 7,,7 799,,,,,7 7, -,,, -,7,, 9,,,9,,,9,9 7, -9, 9, 9,7 -,,9, 7,,, 77,9 9,,,9 77, -,,, -,7, 7,, 7,9 7,,9 7,9,. Huishoudens ) Netto verwerving van niet-financiële activa Bruto investeringen in vaste activa Verbruik vaste activa (-) Netto verwerving van financiële activa Chartaal geld en deposito s Effecten m.u.v. aandelen ) 99 7, 9, -7,,7 9, -, 77,,9,,9,7,.97,, 999 9, 9, -, 9,, -,, 9,7, 7,,,.,9,, 9, -,, 7,,,7,9,9,,,.7,, 7,9 9,7-7,, 7,7 9,,,7,, 7,9 77,.,,,, -,7,, 7,,, 7, 9,,,.79,7, 7,, -, 7, 7,, 9,7, 7, 77,,,9.9,9,9,7, -7,, 7, 7, 9,,7, 7,,,.,,7 7 Aandelen en deelnemingen Verzekeringstechnische reserves Vermogensmutaties ) 9 Bron:. ) Met inbegrip van netto verwerving van waarden. ) Ongerekend financiële derivaten. ) Financiële derivaten, overige te ontvangen/betalen bedragen en statistische verschillen. ) Als gevolg van besparingen en per saldo te ontvangen vermogensoverdrachten, na aftrek van verbruik vaste activa (-). ) Met inbegrip van instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van huishoudens. ) Bruto besparingen als percentage van het besteedbare inkomen. Netto verwerving van passiva Leningen PM: Bruto besparingen Besteedbaar inkomen Bruto spaarquote ) S 9

118 FINANCIËLE MARKTEN. Effecten m.u.v. aandelen, naar oorspronkelijke looptijd, ingezetenschap van emittent en valuta (EUR miljard en groeipercentages gedurende de periode; voor seizoen gecorrigeerd; transacties gedurende de maand en uitstaande bedragen per ultimo; nominale bedragen) Uitstaande bedragen in euro ) Bruto uitgiften Netto uitgiften Uitstaande bedragen Door ingezetenen van het eurogebied In euro In alle valuta s Seizoenvrij ) Bruto uitgiften Netto uitgiften Uitstaande bedragen Bruto uitgiften Netto uitgiften Twaalfmaands groei Netto uitgiften Zesmaands groei 7 9 dec.., 7,9,7.7,, -, 9., 9,7 -, 7, 7,,9 jan..97, 79,,9., 7, 7, 9., 77,7 9, 7,, 7, feb..7, 7,9 9,.7, 7,7, 9., 79,, 7,, 7,9 maart.,,9 7,., 77,7, 9.7, 77,7, 7,, 7, april.,,,.9,,, 9.9,,, 7, 7,7, mei., 99,7,.9,9,7, 9.9,,, 7,,, juni.,., 9, 9.77, 9,,., 9,,,, 9, juli.,, -7,9 9., 7,7,.,7,,9 7,,9, aug.., 7,, 9.7,7 7, -,.9, 7,7 -, 7,, 7, sept..7, 9,9, 9., 77,,.,,, 7,, 7, okt..7, 797,, 9.7, 7, 7,., 79,, 7,,, nov.., 79, 7, 9., 7,,., 77, 7, 7, 7,7 7, dec..,,, 9., 79,7 -,.,, -, 7, 7,, Langlopend dec. 9.,7 9,, 7.7,,,.,,9,7 7,, 7, jan. 9.,,,7 7.7,,7 7,.9,,9 7,7,,, feb. 9.9,9,, 7.9,, 9,7.9,,7,, 7,, maart 9.7,, 7, 7.97,, 9,9.79,, 7,, 7,7, april 9.,,9,9.,,,.9,,7 7,, 7, 9, mei 9.9,, 7,9.9,,9,.97, 9, 7,,,9,7 juni 9.,,,.,,, 9.9,,,9 9,,, juli 9.7,, -,.,, -,9 9.9,9, -,, -,, aug. 9.7, 7, -,.,, -, 9., 77,7 -,,, 7, sept. 9.7,, 9,.7,,, 9.,,,,, 7, okt. 9.77,,,.,, 9, 9.,9 9,9,,,7, nov. 9.,7 7,,.9,,, 9.7,, 79,,,9 7,7 dec. 9.9,7 7, 9,.7,,, 9.,7,,, 7,, G. Totale uitstaande bedragen en bruto uitgiften van effecten m.u.v. aandelen door ingezetenen van het eurogebied (EUR miljard) totale bruto uitgiften (rechts) totale uitstaande bedragen (links) uitstaande bedragen in euro (links) Bronnen: en BIS (voor uitgiften door niet-ingezetenen van het eurogebied). ) Totale in euro luidende uitgiften van effecten met uitzondering van aandelen door ingezetenen en niet-ingezetenen van het eurogebied. ) Voor de berekening van de groei wordt verwezen naar de Technische aantekeningen. De zesmaands groeipercentages zijn op jaarbasis. S

119 STATISTIEKEN VOOR HET EUROGEBIED Financiële markten. Effecten m.u.v. aandelen uitgegeven door ingezetenen van het eurogebied, naar sector van de emittent en instrumenttype (EUR miljard; transacties gedurende de maand en uitstaande bedragen per ultimo; nominale bedragen). Uitstaande bedragen en bruto uitgiften Uitstaande bedragen MFI s (m.i.v. het Eurosysteem) Nietmonetaire financiële vennootschappen Nietfinanciële vennootschappen Bruto uitgiften Niet-MFI s Overheid MFI s Niet-MFI s Overheid Centrale Overige (m.i.v. het Centrale overheid overheid Eurosysteem) overheid Nietmonetaire financiële vennootschappen Nietfinanciële vennootschappen Overige overheid I II III IV sept okt nov dec Kortlopend I II III IV sept okt nov dec Langlopend I II III IV sept okt nov dec Waarvan langlopend met vaste rente I II III IV sept okt nov dec Waarvan langlopend met variabele rente I II III IV sept okt nov dec Bron:. ) Het verschil tussen het totaal aan langlopende schuldbewijzen en langlopende schuldbewijzen met een vaste of variabele rente bestaat uit obligaties met een nul-couponrente en herwaarderingseffecten. S

120 . Effecten m.u.v. aandelen uitgegeven door ingezetenen van het eurogebied, naar sector van de emittent en instrumenttype (EUR miljard; transacties gedurende de periode; nominale bedragen). Netto uitgiften Niet seizoenvrij MFI s (m.i.v. het Eurosysteem) Nietmonetaire financiële vennootschappen Nietfinanciële vennootschappen Seizoenvrij Niet-MFI s Overheid MFI s Niet-MFI s Overheid Centrale Overige (m.i.v. het Centrale overheid overheid Eurosysteem) overheid Nietmonetaire financiële vennootschappen Nietfinanciële vennootschappen Overige overheid 7 9,, 7,, 97,,,, 7,,,,7 7,, 79, 9, 7,, 7, 7,7 7, 9, 7,, I,,,,7, 9, 9, 7, 9,,,, II,7, 7,, 99,,,,,,9,, III,,, -,9 -,,,9 9,9 9,,,, IV,,,7 -, -,,, 7,,,,9, sept.,,7, -,,,, 9, 9,,,, okt.,,9, 9, -,,,,, 7, -,, nov. 7,, 9, -,,9,9 7,7,, -,9,, dec. -, -, 7, -,9-9,, 7,, 9,9 -,,7, Langlopend, 9, 7,9,9, 9,7, 99, 7,,,, 79, 9,,,,, 7, 9,9 7,,,, I,,, -, 99,,7 9,,,9,, 7, II 9,7,9 7,,7 97,,,,,,,, III,7,,7,9-7,,, 9, 9, 7,7,, IV 7, 9,, 7, -,, 9,,,7, 7,,7 sept.,,7,, 9,,,,9,,,, okt.,,,, -,,,7,,, -,7, nov. 79, 9, 9,,,7 7,,9,, -,9,, dec., -, 7,, -,9,9 7, 7,9 9,9, 9,9, G. Netto uitgiften van effecten m.u.v. aandelen, wel en niet voor seizoen gecorrigeerd (EUR miljard; transacties gedurende de maand; nominale bedragen) netto uitgiften netto uitgiften, seizoenvrij Bron:. I II III IV I II III IV I II III IV - S

121 STATISTIEKEN VOOR HET EUROGEBIED Financiële markten. Groei van effecten m.u.v. aandelen uitgegeven door ingezetenen van het eurogebied ) (mutaties in procenten) Twaalfmaands groei (niet seizoenvrij) Niet-MFI s Overheid MFI s Niet-MFI s Overheid Nietfinanciële overheid overheid Centrale Overige (m.i.v. Nietmonetairfinanciële overheid Niet- Centrale het vennootschappen Eurosysteem) financiële vennootschappen vennootschappen 7 9 MFI s (m.i.v. het Eurosysteem) Nietmonetaire financiële vennootschappen Zesmaands groei, seizoenvrij Overige overheid dec. 7,,,,,,,9,,,9,,7 jan. 7, 9,,,,, 7, 9,,,,, feb. 7,,,,9,, 7,9,,,,9, maart 7, 9,7,,,,9 7, 9,7 9,9,,,7 april 7, 9,9,,,7,7,, 9,,,, mei 7, 9,,,7,,7, 9, 9,,,, juni,,,,,, 9,, 7,,,,7 juli 7,,,,,,9,,,,, 9, aug. 7,,,9,,, 7, 9,,,,7,7 sept. 7, 9,,,,,7 7, 9,,,, 9,7 okt. 7, 9,,,9,,,,,,,, nov. 7, 9,,,9,, 7,,9,,7,, dec. 7,,,,,,9,,,9,,, Langlopend dec. 7,,,,,7, 7, 9,7,,9,,9 jan.,,,9,,,, 9,,7,,, feb.,,,,,,,,,,,, maart,,,,,,,, 9,,7,9, april, 9,7,,,, 9,, 9,, 7,, mei, 9,,,9,,7,7 9,7 9,,,, juni 9,,9 9,9,,7,,, 7,,7 7,, juli,,,,7,,,,,7,7,, aug.,,,9,,, 7, 9,,,, 9, sept., 9,,,,9, 7,,,,,9, okt., 9,,9,,,,,,,,,9 nov., 9,,,,,9 7,7,,,,, dec.,,9,,,9,,,,,,7, G. Twaalfmaands groei langlopende schuldbewijzen, naar sector van de emittent, in alle valuta s tezamen (mutaties in procenten per jaar) overheid MFI s (m.i.v. het Eurosysteem) niet-mfi s Bron:. ) Voor de berekening van de groeipercentages wordt verwezen naar de Technische aantekeningen. De zesmaands groeipercentages zijn op jaarbasis. S

122 . Groei van effecten m.u.v. aandelen uitgegeven door ingezetenen van het eurogebied ) (vervolg) (mutaties in procenten) Langlopend met vaste rente Niet-MFI s Overheid MFI s Niet-MFI s Overheid Nietfinanciële overheid overheid Centrale Overige (m.i.v. Nietmonetairfinanciële overheid Niet- Centrale het vennootschappen Eurosysteem) financiële vennootschappen vennootschappen MFI s (m.i.v. het Eurosysteem) Nietmonetaire financiële vennootschappen Langlopend met variabele rente Overige overheid 7 9 In alle valuta s tezamen,,,,,,7,, 7,,,,,7,,,,, 9,,,, 9,9, I,7,, -,,,7, 9,,7 7, 7,7, II,,,,,,7 9,,9,7,,, III,,,,,,,7 9,7, 7,7,, IV,7,,,,,9 9,,, 9,,7,9 juli,,,,,,,, 7,,,, aug.,,,,9,,7, 9,,,,, sept.,,,7,,,,9 7,,,,, okt.,7, 7,,,7,,,, 7,9,7, nov.,9,, -,,,,,7, 9,,,9 dec.,,9,,,7,,7,,, 9,, In euro,,,,,9,7,7 7, 7,,9,,,,9 9, -,,,, 7,,,,, I,, 7,9 -,,,7 7,,,9, 7,,9 II,,,,,,,9,,,7 9,,7 III,,,,,9,,,9,,,, IV,,,,,7,,,,,,, juli,,9, -,, 7,, 9, 7,,,, aug.,, 9,9,7,, 9,, 7, 7,,,7 sept.,, 9,9,,,,,,7 9, 7,, okt.,, 9,7,,,7,,, 9,,, nov.,, 7, -,,,9 7,7,,,,, dec.,, 9,,, 7,,,7,, 9,, G. Twaalfmaands groei kortlopende schuldbewijzen, naar sector van de emittent, in alle valuta s tezamen (mutaties in procenten per jaar) overheid MFI s (m.i.v. het Eurosysteem) niet-mfi s Bron:. ) Voor de berekening van de groeipercentages wordt verwezen naar de Technische aantekeningen. S

123 STATISTIEKEN VOOR HET EUROGEBIED Financiële markten. Genoteerde aandelen uitgegeven door ingezetenen van het eurogebied ) (EUR miljard, tenzij anders aangegeven; marktwaarde). Uitstaande bedragen en twaalfmaands groeipercentages (uitstaande bedragen per ultimo) MFI s Niet-monetaire financiële vennootschappen Index dec. = Twaalfmaands groeipercentage Twaalfsmaands groeipercentage Twaalfsmaandsgroeipercentage Niet-financiële vennootschappen Twaalfsmaands groeipercentage G7. Twaalfmaands groei van genoteerde aandelen uitgegeven door ingezetenen van het eurogebied (mutaties in procenten per jaar) dec..7,,, 9,,7,,.7,9, jan..7,,,,,7 7,,.9,, feb..,,, 7,9, 77,,.7,, maart.7,,, 7,9, 7,7,.,9, april.7,,, 79,,,7,.,,7 mei.7,9,9,,,,,.7,,7 juni.79,,,,,7,,.,, juli.79,,,9,,,,9.7,, aug..,,,9,,,,.7,, sept..77,9,,9 79,,,,.7,,7 okt..77,,,9 9,, 7,,.,,7 nov..9,,,,9,,,9.9,,9 dec..,,,,7,9 7,7,.9,, jan..,,,,,9,,9.,, feb..,,7,,,,,.9,, maart.,,7,9 77,7,,,.,7, april.9,7,9,9,, 9,,.9,, mei.7,7,, 7,,,,.7,, juni.,7,, 9,,,,.,, juli.,7,, 77,9,,7,.7,, aug..,,, 7,, 7,,.,9, sept..,7,, 7,,,7,7.7,, okt..,,, 7,,,,.,, nov..7,,7, 9,,,,.,,9 dec..,,,,7,,,.,, 7 9, MFI s niet-monetaire financiële vennootschappen niet-financiële vennootschappen,,,,,,,,,,, -, -, Bron:. ) Voor de berekening van de index en de groeipercentages wordt verwezen naar de Technische aantekeningen. S

124 . Genoteerde aandelen uitgegeven door ingezetenen van het eurogebied ) (EUR miljard; marktwaarde). Transacties gedurende de maand Bruto uitgiften MFI s Niet-monetaire financiële vennootschappen Aflossingen Netto uitgiften Bruto uitgiften Aflossingen Netto uitgiften Bruto uitgiften 7 Aflossingen Netto uitgiften 9 Niet-financiële vennootschappen Bruto uitgiften Aflossingen Netto uitgiften dec.,7,,,,,,,9 -,,,, jan.,9,,,,,,9,,9,,, feb.,,,9,,,,, -,,,, maart,,,,,,,, -,,, 9, april,,7,,,,,,,,9,, mei,, -,9,,,,,,,9, -, juni,9,,,7, -,9,,,,9,, juli,,9,,,,,,,,,9, aug.,,9 -,9,, -,,,,,9,7, sept.,,,7,,9 -,,,,,,, okt.,,,,,,,,,,,,7 nov.,,,,,,,,,,, -, dec.,,,,,,,,,,9,,7 jan.,, -,,,,,,,,, -,7 feb.,,7,,,,,,,,,, maart,,,,9,,,,,,9,,9 april,,,,,,,,,7,, -, mei,7,,,,,,,,,,, juni,,,7,9,,9,,7,,,, juli 7, 7,,,,9 -,,,,,,, aug.,,9,9,,,,, -,,, -, sept.,,,,,,,,,,7,7, okt.,,,9,, -,,7,,7,,, nov. 7,,,,,,,,,,,, dec.,9,,9,, -,7,9,, 7,,, G. Bruto uitgiften van genoteerde aandelen, naar sector van de emittent (EUR miljard; transacties gedurende de maand; marktwaarde) niet-financiële vennootschappen MFI s niet-monetaire financiële vennootschappen 999 Bron:. ) Voor de berekening van de groeipercentages wordt verwezen naar de Technische aantekeningen. S

125 STATISTIEKEN VOOR HET EUROGEBIED Financiële markten. Door MFI s op op in in euro euro luidende deposito s deposito s van en van leningen leningen aan ingezetenen aan ingezetenen van het eurogebied van het eurogebied toegepaste rentetarieven toegepaste rentetarieven (procenten per jaar; uitstaande bedragen per ultimo; nieuwe contracten als gemiddelden per periode, tenzij anders aangegeven). Rente op deposito s (nieuwe contracten) Deposito s van huishoudens Deposito s van niet-financiële vennootschappen Giraal ) Met vaste looptijd Met opzegtermijn ), ) Giraal ) Met vaste looptijd Tot en met jaar Meer dan jaar tot en met jaar Meer dan jaar Tot en met maanden Meer dan maanden Tot en met jaar Meer dan jaar tot en met jaar Meer dan jaar 7 9 jan.,7,9,9,,9,9,9,,,, feb.,7,9,9,,97,9,9,,,7, maart,7,9,,,9,7,9,,,,99 april,7,,9,,9,,9,,,9, mei,7,9,,,97,,9,,,, juni,9,9,,,7,,9,,,7, juli,,9,,9,,,9,,,, aug.,9,9,7,,,,9,,,9, sept.,9,97,,,,9,9,,,97, okt.,9,9,,,9,7,97,,,, nov.,7,,,,99,7,99,,,, dec.,7,,,,9,,,,,,. Rente op leningen aan huishoudens (nieuwe contracten) Consumptief krediet Woninghypotheken Overige leningen Naar oorspronkelijke rentelooptijd Naar oorspronkelijke rentelooptijd naar oorspronkelijke rentelooptijd Rekeningcourantkredieten ) Variabele rente en tot en met jaar Meer dan jaar tot en met jaar Meer dan jaar Effectieve rente in procenten per jaar ) Variabele rente en tot en met jaar Meer dan jaar tot en met jaar Meer dan jaar tot en met jaar Meer dan jaar Effectieve rente in procenten per jaar ) Variabele rente en tot en met jaar Meer dan jaar tot en met jaar 7 9 jan. 9,,97,,,,,97,,,7,9,, feb. 9,,,, 7,77,,9,9,,9,,7,9 maart 9,,,7, 7,,,9,,7,97,,,7 april 9,,,,9 7,,,9,,,9,97,7, mei 9,,9,, 7,,,,,,9,,, juni 9,,, 7,9 7,7,,7,,9,9,,, juli 9,,7, 7,9 7,,,7,,,7,9,,9 aug. 9,,99,7, 7,99,,7,,99,9,,9, sept. 9, 7,, 7,9 7,,,9,9,9,,,, okt. 9,,, 7,99 7,7,,7,99,9,,,, nov. 9,9,7, 7, 7,,,9,97,9,,,9, dec. 9,77,7, 7, 7,,9,,,,99,,7, Repo s Meer dan jaar. Rente op leningen aan niet-financiële vennootschappen (nieuwe contracten) Rekeningcourantkredieten ) naar oorspronkelijke Overige leningen tot en met EUR miljoen rentelooptijd Variabele rente en tot en met jaar Meer dan jaar tot en met jaar Meer dan jaar Overige leningen van meer dan EUR miljoen naar oorspronkelijke rentelooptijd Variabele rente en tot en met jaar Meer dan jaar tot en met jaar Meer dan jaar 7 jan.,,97,9,7,,9, feb.,,9,7,,,, maart,,9,,,,7, april,,,,,,,99 mei,,9,,,99,, juni,,7,,,9,, juli,,,,,9,7,77 aug.,,9,,,7,, sept.,,,,,9,9,7 okt.,,,,,,, nov.,9,9,,99,,,9 dec.,,9,,,,,9 Bron:. ) Voor deze categorie zijn de nieuwe contracten en de uitstaande bedragen hetzelfde. Ultimocijfers. ) Voor deze categorie zijn de huishoudens en de niet-financiële vennootschappen tezamen genomen en toegewezen aan huishoudens omdat de uitstaande bedragen van de niet-financiële vennootschappen te verwaarlozen zijn vergeleken bij die van huishoudens in alle deelnemende lidstaten tezamen. ) De effectieve rente in procenten per jaar omvat de totale kosten van een lening. Deze totale kosten omvatten rente en andere (aanverwante) kosten zoals informatiekosten, beheerskosten, documentaire kosten, garanties, enz. S 7

126 . Door MFI s op in euro luidende deposito s van en leningen aan ingezetenen van het eurogebied toegepaste rentetarieven (procenten per jaar; uitstaande bedragen per ultimo; nieuwe contracten als gemiddelden per periode, tenzij anders aangegeven). Rente op deposito s (uitstaande bedragen) Giraal ) Deposito s van huishoudens Deposito s van niet-financiële vennootschappen Met vaste looptijd Met opzegtermijn )) Giraal ) Met vaste looptijd Tot en met jaar Meer dan jaar Tot en met maanden Meer dan maanden Tot en met jaar Meer dan jaar 7 9 jan.,7,9,,9,9,9,,7, feb.,7,9,,97,9,9,,7, maart,7,9,,9,7,9,9,7,99 april,7,9,,9,,9,,7,99 mei,7,9,9,97,,9,,, juni,9,9,,7,,9,,, juli,,9,,,,9,,,9 aug.,9,9,,,,9,,, sept.,9,9,9,,9,9,,, okt.,9,9,7,9,7,97,,, nov.,7,9,,99,7,99,,, dec.,7,,,9,,,,,. Rente op leningen (uitstaande bedragen) Leningen aan huishoudens Leningen aan niet-financiële vennootschappen Woninghypotheken, Consumptief krediet en overige leningen, Met een looptijd van Tot en met jaar met een looptijd van Meer dan jaar tot en met jaar Meer dan jaar met een looptijd van Tot en met Meer dan jaar jaar tot en met jaar Meer dan jaar Tot en met jaar 7 Meer dan jaar tot en met jaar Repo s Meer dan jaar jan.,7,,79,7,97,77,,9, feb.,7,,7, 7,,7,9,9, maart,7,,7,7,97,77,,9, april,9,,7,,9,7,,,7 mei,,,7,,7,7,,, juni,,,7 7,9,9,7,,, juli,7,9, 7,9,,7,,,9 aug.,,, 7,9,,7,,, sept.,,,9 7,9,,7,,7, okt.,9,9, 7,9,,7,,77, nov.,,7, 7,,77,7,9,79, dec.,,, 7,9,7,7,,, 9 G9. Nieuwe deposito s met vaste looptijd (procenten per jaar, exclusief administratiekosten; gemiddelden per periode), huishoudens, tot en met jaar niet-financiële vennootschappen, tot en met jaar huishoudens, meer dan jaar niet-financiële vennootschappen, meer dan jaar, 7, G. Nieuwe leningen met een variabele rente of met een voor maximaal jaar vaste rente (procenten per jaar, exclusief administratiekosten; gemiddelden per periode) huishoudens, consumptief krediet huishoudens, woninghypotheken niet-financiële vennootschappen, tot en met EUR miljoen niet-financiële vennootschappen, meer dan EUR miljoen 7,,, 7,, 7,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,, S Bron:.

127 STATISTIEKEN VOOR HET EUROGEBIED Financiële markten. Geldmarktrente (procenten per jaar; gemiddelden per periode) Girale deposito s (EONIA) Eenmaands deposito s (EURIBOR) Eurogebied ) Verenigde Staten Japan Driemaands deposito s (EURIBOR) Zesmaands deposito s (EURIBOR) Twaalfmaands deposito s (EURIBOR) Driemaands deposito s (LIBOR) Driemaands deposito s (LIBOR) 7,,,,,,,,,,,,7,,,9,,,,,, IV,,,,,,, I,,,,9,,, II,7,,,,9,, III,,,,,,77, IV,,,,,,, feb.,,,,,,, maart,,,,9,,, april,,,,7,7,, mei,7,,,,9,7, juni,,,,,,, juli,7,,,,7,, aug.,,,,,,, sept.,9,,,7,,9, okt.,7,,,7,,7, nov.,9,,,,,, dec.,,,7,,7,9,7 jan.,,9,,,,,7 feb.,,,,7,9,7,7 G. Geldmarktrente in het eurogebied (maandcijfers; procenten per jaar) 9, eenmaands driemaands twaalfmaands 9, 9, G. Driemaands geldmarktrente (maandcijfers; procenten per jaar) eurogebied Japan Verenigde Staten 9,,,,, 7, 7, 7, 7,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,, ,, , Bron:. ) Vóór januari 999 werden op basis van de nationale, met het bbp gewogen rentevoeten, rentevoeten voor het eurogebied geconstrueerd. Voor nadere gegevens wordt verwezen naar de Toelichting. S 9

128 .7 Rendement op overheidsobligaties (procenten per jaar; gemiddelden per periode) jaar jaar Eurogebied ) Verenigde Staten Japan jaar 7 jaar jaar jaar jaar 7,9,7,,7,,,99,7,77,9,7,,,,,,,,,,9 IV,,,,,,7, I,,,99,,7,, II,,,7,7,,, III,,,,9,,, IV,,79,,,,, feb.,,7,97,,,, maart,9,7,,,7,9, april,,,9,,7,, mei,,,7,,,,7 juni,7,,,9,,, juli,9,,,99,,, aug.,,,7,99,,, sept.,,,,,,9, okt.,,,,,,, nov.,7,,,,,, dec.,,,7,,,, jan.,,9,,,9,,7 feb.,97,7,,7,,,7 G. Rendement op overheidsobligaties, eurogebied (maandcijfers; procenten per jaar) G. Rendement op tienjaars overheidsobligaties (maandcijfers; procenten per jaar), jaar jaar 7 jaar,, eurogebied Verenigde Staten Japan, 9, 9, 9, 9,,,,, 7, 7, 7, 7,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,, ,, , Bron:. ) Tot en met december 99 zijn de rendementen voor het eurogebied berekend op basis van geharmoniseerde nationale rendementen op overheidsobligaties, gewogen met het bbp. Daarna bestaan de gewichten uit de nominale uitstaande bedragen aan overheidsobligaties in elke looptijdklasse. S

129 STATISTIEKEN VOOR HET EUROGEBIED Financiële markten. Effectenbeursindices (indices in punten; gemiddelden per periode) Referentie Ruim Grondstoffen Dow Jones EURO STOXX indices Belangrijkste sectoren Olie en gas Financieel Industrie Diensten voor consumenten Consumptiegoederen Technologie Nutsbedrijven Telecommunicatie Gezondheidszorg Verenigde Staten Standard & Poor s Japan Nikkei 7 9,.,7,,9 9, 9, 99,, 7,,7 7,, 9,9 9.,9,.,,, 9,9,,, 9,, 99, 9,9.,.,9 9,., 7,,, 7, 7,7 7, 97,,, 7,.7,., IV 9,.9,7,9,7,,7 9,,, 7,, 9,.,7.7, I 7,., 9, 77, 7,9, 9, 9,9 7, 9,, 7,.9,7.9, II,.,7 9, 77,7,, 7, 9,7,,7,,7.,., III,.,,9,,7, 9,,,, 9,7,.,.,9 IV,.,,,,,, 7,,,, 7,.,.7, feb. 79,., 9, 79,,, 7, 9, 77, 7,,,7.99,7.,7 maart 79,., 99, 79,, 9, 7,7 9, 7,,7,,.9,9., april 7,9.,7 9, 7,7 7,9, 9, 7,,,,,.,.77, mei 7,.,,7 7,,7, 7,,, 9,,,.79,.7, juni,.,7 97,7,, 7, 77,,,,,7,.,., juli 9,.7,,,9 9, 9,,,,, 7,,.,9.7,9 aug.,.,,,7 7,, 9,,9 97,,9,7 7,.,., sept.,.,,7,, 9, 9,,9,7 7,,,.,.9, okt.,.,,,,,, 7,, 7,7,,.9,.,9 nov.,7.,9,, 9,,,,,9,, 7,.,7., dec.,7.,, 9,,,,,7 9, 7,, 9,.,., jan.,.,9, 9, 7, 9,,,, 9,, 9,.77,7., feb. 9,.7, 7,9 9,,,,7,9,7 7, 9,,.77,.7, G. Dow Jones EURO STOXX Ruim, Standard & Poor s en Nikkei (januari 99 = ; maandgemiddelden) Dow Jones EURO STOXX Ruim Standard & Poor s Nikkei Bron:. S

130 PRIJZEN, PRODUCTIE, VRAAG EN ARBEIDSMARKT. HICP, andere prijzen en kosten (mutaties in procenten per jaar, tenzij anders aangegeven). Geharmoniseerde consumptieprijsindex Index = ) m.u.v. onbewerkte voedingsmiddelen en energie Goederen Diensten (seizoenvrij, procentuele mutatie t.o.v. voorgaande periode) % totaal ),,, 9,,,, 7,,7 9,, 7 9 9,9,,,7, ,,,,, ,9,,,, ,,,,, IV 9,,,,,7,,,,,, I 9,,,7,,,,7,,,, II 99,9,,,,,7,,,,, III,,,,,,,,,,, IV,,,,,,,7,,,, sept.,,,,9,,,,,,, okt.,,,,,,,,,,, nov.,,,,, -,,,, -,, dec.,,,,,,,,, -,7, jan.,7,,,7,,,, -,,, feb. )., Bewerkte voedingsmiddelen Onbewerkte voedingsmiddelen Industriële goederen m.u.v. energie Energie (niet seizoenvrij) Diensten Voedingsmiddelen (m.i.v. alcoholische dranken en tabak) Bewerkte voedingsmiddelen Goederen Industriële goederen Industriële goederen m.u.v. energie Energie Huisvesting Huur Diensten Transport Onbewerkte voedingsmiddelen Communicatie Recreatie en persoonlijke diensten Diversen % totaal ) 9,, 7, 9,9,7 9,,,,,9,,,,,,, -,,,, -,,,,,,,,,,,,9 -,,7,,,,,,,,,9, -,,,,,,,,,,,,7 -,,, IV,, -,7,,,,,,9 -,,, I,,,,9, 7,,,, -,9,, II,,,,,,,7,, -,,, III,,,,,,7,,, -,,, IV,9,,,7,,,,9,7 -,7,,7 aug.,,7,,,,,,, -,,, sept.,,,,,,,,, -,,,9 okt.,9,,,9,,,,9,9 -,,,7 nov.,,,,,,,,9, -,7,,7 dec.,7,,,7,,,,, -,7,, jan.,9,,,,,,,, -,,, Bronnen: Eurostat en berekeningen van de. ) Heeft betrekking op de indexperiode. ) Een raming op basis van voorlopige cijfers van Duitsland, Spanje en Italië (en indien beschikbaar van andere lidstaten), alsmede voorlopige informatie omtrent energieprijzen. 7 9 S

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM OPGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM OPGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM OPGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED Op basis van de tot 24 mei 2007 beschikbare informatie hebben medewerkers van het Eurosysteem projecties

Nadere informatie

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM OPGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM OPGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM OPGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED Op basis van de tot 19 mei 2006 beschikbare informatie hebben medewerkers van het Eurosysteem projecties

Nadere informatie

Door staf van het Eurosysteem samengestelde macro-economische projecties voor het eurogebied

Door staf van het Eurosysteem samengestelde macro-economische projecties voor het eurogebied Door staf van het Eurosysteem samengestelde macro-economische projecties voor het eurogebied Op basis van de tot 20 november 2004 beschikbare informatie hebben stafleden van het Eurosysteem projecties

Nadere informatie

Mario Draghi, President van de ECB, Vítor Constâncio, Vice-President van de ECB, Frankfurt am Main, 3 september 2015

Mario Draghi, President van de ECB, Vítor Constâncio, Vice-President van de ECB, Frankfurt am Main, 3 september 2015 Inleidende Verklaring Mario Draghi, President van de ECB, Vítor Constâncio, Vice-President van de ECB, Frankfurt am Main, 3 september 2015 Dames en heren, de Vice-President en ik heten u van harte welkom

Nadere informatie

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO- ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO- ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO- ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED Op basis van de tot 20 mei 2005 beschikbare informatie hebben medewerkers van het Eurosysteem projecties

Nadere informatie

Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België

Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België Financieel Forum West-Vlaanderen Kortrijk - 24 februari 2015 Jan Smets A. De stand van

Nadere informatie

Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België

Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België Financieel Forum Gent - 26 februari 2015 Jan Smets A. De stand van zaken 1. De (lange)

Nadere informatie

Voorjaarsprognoses : Europees herstel houdt aan ondanks nieuwe risico's

Voorjaarsprognoses : Europees herstel houdt aan ondanks nieuwe risico's IP/11/565 Brussel, 13 mei 2011 Voorjaarsprognoses 2011-2012: Europees herstel houdt aan ondanks nieuwe risico's Het geleidelijke herstel van de EU-economie zet door, zo blijkt uit de vooruitzichten voor

Nadere informatie

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED Op basis van de tot 20 mei 2008 beschikbare informatie hebben medewerkers van het Eurosysteem projecties

Nadere informatie

Technische aannames betreffende de rentes, de wisselkoersen, de grondstoffenprijzen en het begrotingsbeleid

Technische aannames betreffende de rentes, de wisselkoersen, de grondstoffenprijzen en het begrotingsbeleid Kader DOOR MEDEWERKERS VAN DE SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED Op basis van de tot 19 februari 2010 beschikbare informatie hebben medewerkers van de projecties samengesteld

Nadere informatie

Technische aannames betreffende de rente, de wisselkoersen, de grondstoffenprijzen en het begrotingsbeleid

Technische aannames betreffende de rente, de wisselkoersen, de grondstoffenprijzen en het begrotingsbeleid Kader DOOR MEDEWERKERS VAN DE SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED Op basis van de tot en met 18 februari 2011 beschikbare informatie hebben medewerkers van de projecties samengesteld

Nadere informatie

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED Op basis van de tot 24 mei 2011 beschikbare informatie hebben medewerkers van het Eurosysteem projecties

Nadere informatie

Door staf van het Eurosysteem samengestelde macro-economische projecties voor het eurogebied

Door staf van het Eurosysteem samengestelde macro-economische projecties voor het eurogebied Door staf van het Eurosysteem samengestelde macro-economische projecties voor het eurogebied Op basis van de tot 17 mei 2004 beschikbare informatie hebben stafleden van het Eurosysteem projecties opgesteld

Nadere informatie

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED Op basis van de tot 19 november 2010 beschikbare informatie hebben medewerkers van het Eurosysteem projecties

Nadere informatie

Technische aannames betreffende de rente, de wisselkoersen, de grondstoffenprijzen en het begrotingsbeleid

Technische aannames betreffende de rente, de wisselkoersen, de grondstoffenprijzen en het begrotingsbeleid Kader DOOR MEDEWERKERS VAN DE SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED Op basis van de tot en met 25 augustus 2011 beschikbare informatie hebben medewerkers van de projecties samengesteld

Nadere informatie

EUROPESE CENTRALE BANK MAANDBERICHT JUNI In 2005 verschijnt in alle publicaties van de ECB een motief van het bankbiljet van EUR 50.

EUROPESE CENTRALE BANK MAANDBERICHT JUNI In 2005 verschijnt in alle publicaties van de ECB een motief van het bankbiljet van EUR 50. EUROPESE CENTRALE BANK MAANDBERICHT JUNI In verschijnt in alle publicaties van de een motief van het bankbiljet van EUR. Europese Centrale Bank, Adres Kaiserstrasse 9 Frankfurt/Main Duitsland Postadres

Nadere informatie

Technische aannames betreffende de rente, de wisselkoersen, de grondstoffenprijzen en het begrotingsbeleid

Technische aannames betreffende de rente, de wisselkoersen, de grondstoffenprijzen en het begrotingsbeleid Kader DOOR MEDEWERKERS VAN DE SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED Op basis van de tot en met 22 februari 2013 beschikbare informatie hebben medewerkers van de projecties samengesteld

Nadere informatie

Projecties betreffende het internationale klimaat. Projecties voor de reële bbp-groei

Projecties betreffende het internationale klimaat. Projecties voor de reële bbp-groei Kader DOOR MEDEWERKERS VAN DE SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED Op basis van de tot 23 augustus 2013 beschikbare informatie, hebben medewerkers van de projecties samengesteld

Nadere informatie

STATISTIEKEN VAN DE ECB EEN KORT OVERZICHT

STATISTIEKEN VAN DE ECB EEN KORT OVERZICHT STATISTIEKEN VAN DE ECB EEN KORT OVERZICHT AUGUSTUS 2003 De statistieken van de Europese Centrale Bank (ECB) hebben als belangrijkste doel de ondersteuning van het monetaire beleid van de ECB en andere

Nadere informatie

Technische aannames betreffende de rente, de wisselkoersen, de grondstoffenprijzen en het begrotingsbeleid

Technische aannames betreffende de rente, de wisselkoersen, de grondstoffenprijzen en het begrotingsbeleid Kader DOOR MEDEWERKERS VAN DE SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED Op basis van de tot 20 augustus 2010 beschikbare informatie hebben medewerkers van de projecties samengesteld

Nadere informatie

Statistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012

Statistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012 Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012 Inleiding Lorette Ford De economische ontwikkeling van een land kan door middel van drie belangrijke economische indicatoren

Nadere informatie

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED Op basis van de tot 27 mei 2010 beschikbare informatie hebben medewerkers van het Eurosysteem projecties

Nadere informatie

Economische voorjaarsprognoses 2015: herstel wint aan kracht dankzij economische rugwind

Economische voorjaarsprognoses 2015: herstel wint aan kracht dankzij economische rugwind Europese Commissie - Persbericht Economische voorjaarsprognoses 2015: herstel wint aan kracht dankzij economische rugwind Brussel, 05 mei 2015 De economie in de Europese Unie profiteert dit jaar van een

Nadere informatie

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED Op basis van de tot en met 24 mei 2012 beschikbare informatie hebben medewerkers van het Eurosysteem

Nadere informatie

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED Op basis van de tot 20 november 2008 beschikbare informatie hebben medewerkers van het Eurosysteem projecties

Nadere informatie

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED Op basis van de tot 22 mei 2009 beschikbare informatie hebben medewerkers van het Eurosysteem projecties

Nadere informatie

Voorjaarsprognose : naar een licht herstel

Voorjaarsprognose : naar een licht herstel EUROPESE COMMISSIE - PERSBERICHT Voorjaarsprognose 2012-13: naar een licht herstel Brussel, 11 mei 2012 Na de productiekrimp eind 2011 wordt de EU-economie nu geacht in een milde recessie te verkeren.

Nadere informatie

PERSBERICHT. Eerste publicatie van MFI-rentestatistieken voor het eurogebied 1

PERSBERICHT. Eerste publicatie van MFI-rentestatistieken voor het eurogebied 1 10 december 2003 PERSBERICHT Eerste publicatie van MFI-rentestatistieken voor het eurogebied 1 Vandaag introduceert de Europese Centrale Bank (ECB) een nieuwe reeks geharmoniseerde statistieken betreffende

Nadere informatie

Economische najaarsprognoses 2013: geleidelijk herstel, externe risico's

Economische najaarsprognoses 2013: geleidelijk herstel, externe risico's EUROPESE COMMISSIE PERSBERICHT Brussel, 5 november 2013 Economische najaarsprognoses 2013: geleidelijk herstel, externe risico's In de afgelopen maanden zijn er een aantal bemoedigende signalen geweest

Nadere informatie

Oktober 2015. Macro & Markten. 1. Rente en conjunctuur :

Oktober 2015. Macro & Markten. 1. Rente en conjunctuur : Oktober 2015 Macro & Markten 1. Rente en conjunctuur : VS Zoals al aangegeven in ons vorig bulletin heeft de Amerikaanse centrale bank FED de beleidsrente niet verhoogd. Maar goed ook, want naderhand werden

Nadere informatie

Verslag Antwerpen, februari Guy Quaden Gouverneur

Verslag Antwerpen, februari Guy Quaden Gouverneur Verslag 200 Antwerpen, februari 20 Guy Quaden Gouverneur Bbp-groei in de voornaamste economieën (veranderingspercentages naar volume t.o.v. het voorgaande jaar, tenzij anders vermeld) 2008 2009 200 p.m.

Nadere informatie

Prijzendashboard 01 INHOUD

Prijzendashboard 01 INHOUD Prijzendashboard 01 Januari-juni 2019 Volgens het prijzendashboard van het CBS was er in Nederland in de eerste helft van 2019 meer inflatie dan in 2018. Bij de consumentenprijzen, lonen en prijzen voor

Nadere informatie

Datum : 2 april 2002 Aan : De Minister van Economische Zaken

Datum : 2 april 2002 Aan : De Minister van Economische Zaken CPB Notitie Datum : 2 april 2002 Aan : De Minister van Economische Zaken Economierapportage april 2002 1 De internationale conjunctuur lijkt door het dieptepunt heen. In de Verenigde Staten en Zuidoost-Azië

Nadere informatie

AEGON Equity Fund. vierde kwartaal 2006

AEGON Equity Fund. vierde kwartaal 2006 Profiel Het AEGON Equity Fund is een besloten fonds voor gemene rekening, waarin verzekeringsrelaties van AEGON kunnen participeren. Het AEGON Equity Fund belegt wereldwijd in aandelen met de nadruk op

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Vooral opwaartse bijstelling overheidsconsumptie. Kwartaal-op-kwartaalgroei 0,6 procent

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Vooral opwaartse bijstelling overheidsconsumptie. Kwartaal-op-kwartaalgroei 0,6 procent Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB05-144 21 december 2005 9.30 uur Groei economie derde kwartaal 2005 hoger dan eerder geraamd De Nederlandse economie is in het derde kwartaal van 2005 met

Nadere informatie

Internationale varkensvleesmarkt 2012-2013

Internationale varkensvleesmarkt 2012-2013 Internationale varkensvleesmarkt 212-213 In december 212 vond de jaarlijkse conferentie van de GIRA Meat Club plaats. GIRA is een marktonderzoeksbureau, dat aan het einde van elk jaar een inschatting maakt

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 5 december 2014

PERSBERICHT Brussel, 5 december 2014 01/2010 05/2010 09/2010 01/2011 05/2011 09/2011 01/2012 05/2012 09/2012 01/2013 05/2013 09/2013 01/2014 05/2014 09/2014 Inflatie (%) PERSBERICHT Brussel, 5 december 2014 Geharmoniseerde consumptieprijsindex

Nadere informatie

Perscommuniqué. Het Federaal Planbureau evalueert de gevolgen van de duurdere dollar en de hogere olieprijzen voor de Belgische economie

Perscommuniqué. Het Federaal Planbureau evalueert de gevolgen van de duurdere dollar en de hogere olieprijzen voor de Belgische economie Federaal Planbureau Economische analyses en vooruitzichten Perscommuniqué Brussel, 15 september 2000 Het Federaal Planbureau evalueert de gevolgen van de duurdere dollar en de hogere olieprijzen voor de

Nadere informatie

CPB Notitie. Economierapportage maart De wereldeconomie. Datum : 27 maart 2003 Aan : De Minister van Economische Zaken

CPB Notitie. Economierapportage maart De wereldeconomie. Datum : 27 maart 2003 Aan : De Minister van Economische Zaken CPB Notitie Datum : 27 maart 2003 Aan : De Minister van Economische Zaken Economierapportage maart 2003 1 De Nederlandse economie blijft ondermaats presteren. Dit geldt zelfs indien door een voorspoedig

Nadere informatie

De economische groei bedraagt 0,2 % in het eerste kwartaal van 2016

De economische groei bedraagt 0,2 % in het eerste kwartaal van 2016 Instituut voor de nationale rekeningen PERSCOMMUNIQUÉ 28-4-2016 Links: Publicatie NBB.Stat Algemene informatie De economische groei bedraagt 0,2 % in het eerste kwartaal van 2016 Over het hele jaar 2015

Nadere informatie

Werkloosheid in de Europese Unie

Werkloosheid in de Europese Unie in de Europese Unie Diana Janjetovic en Bart Nauta De werkloosheid in de Europese Unie vertoont sinds 2 als gevolg van de conjunctuur een wisselend verloop. Door de economische malaise in de jaren 21 23

Nadere informatie

Technische aannames betreffende rentes, wisselkoersen, grondstoffenprijzen en begrotingsbeleid

Technische aannames betreffende rentes, wisselkoersen, grondstoffenprijzen en begrotingsbeleid Kader DOOR MEDEWERKERS VAN DE SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED Op basis van de tot en met 23 februari 2012 beschikbare informatie hebben medewerkers van de projecties samengesteld

Nadere informatie

10889/10 VP/mg DG G I

10889/10 VP/mg DG G I RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 24 juni 2010 (OR. en) 10889/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0135 (E) ECOFIN 360 UEM 209 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE RAAD overeenkomstig

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 16.5.2007 COM(2007) 256 definitief 2007/0090 (CNS) Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD overeenkomstig artikel 122, lid 2, van het Verdrag betreffende

Nadere informatie

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED 1

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED 1 DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED 1 Op grond van de op 22 mei 2013 beschikbare informatie hebben medewerkers van het Eurosysteem projecties

Nadere informatie

Kentering op de Europese woningmarkten

Kentering op de Europese woningmarkten Na een hausse die twaalf jaar duurde, is nu in de meeste Europese landen waaronder Nederland een afvlakking van de huizenprijsstijging te zien. In enkele landen dalen de prijzen zelfs. Een belangrijke

Nadere informatie

De economische groei bedraagt 0,4 % in het eerste kwartaal van 2014

De economische groei bedraagt 0,4 % in het eerste kwartaal van 2014 Instituut voor de nationale rekeningen 2014-04-30 Links Publicatie BelgoStat On-line Algemene informatie De economische groei bedraagt 0,4 % in het eerste kwartaal van 2014 Bij een stijging van 0,3 % in

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 14 januari 2015

PERSBERICHT Brussel, 14 januari 2015 PERSBERICHT Brussel, 14 januari 2015 Geharmoniseerde consumptieprijsindex - december 2014 o De Belgische inflatie volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex daalt in december naar -0,4%,

Nadere informatie

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED Op basis van de tot 25 november 2011 beschikbare informatie hebben medewerkers van het Eurosysteem projecties

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2017 t/m 31 maart Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2017 t/m 31 maart Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Eerste kwartaal 2017-1 januari 2017 t/m 31 maart 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gestegen van 105,7% naar 110,5%; De beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

EUROPESE CENTRALE BANK MAANDBERICHT

EUROPESE CENTRALE BANK MAANDBERICHT EUROPESE CENTRALE BANK MAANDBERICHT J uli 00 Europese Centrale Bank, 00 Adres Kaiserstrasse 9 D-0 Frankfurt am Main Duitsland Postadres Postfach 0 9 D-00 Frankfurt am Main Duitsland Telefoon +9 9 0 Internet

Nadere informatie

De economische groei bedroeg 0,2 % in het eerste kwartaal van Over het hele jaar 2018 nam het bbp met 1,4 % toe

De economische groei bedroeg 0,2 % in het eerste kwartaal van Over het hele jaar 2018 nam het bbp met 1,4 % toe Instituut voor de nationale rekeningen PERSCOMMUNIQUÉ 2019-04-29 Links: Publicatie NBB.Stat Algemene informatie De economische groei bedroeg 0,2 % in het eerste kwartaal van 2019 Over het hele jaar 2018

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal 2017-1 juli 2017 t/m 30 september 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad eind september 2017 is 117,8% en is gestegen ten opzichte

Nadere informatie

CRB CCR SR/LVN Conclusies van de sociale gesprekspartners op basis van de documentatienota Macro economische context

CRB CCR SR/LVN Conclusies van de sociale gesprekspartners op basis van de documentatienota Macro economische context CRB 2016-0510 SR/LVN 03.02.2016 Conclusies van de sociale gesprekspartners op basis van de documentatienota Macro economische context 2 CRB 2016-0510 Overzicht groei sinds 1996 Onder invloed van de conjuncturele

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 7 november 2014

PERSBERICHT Brussel, 7 november 2014 01/2010 05/2010 09/2010 01/2011 05/2011 09/2011 01/2012 05/2012 09/2012 01/2013 05/2013 09/2013 01/2014 05/2014 09/2014 Inflatie (%) PERSBERICHT Brussel, 7 november 2014 Geharmoniseerde consumptieprijsindex

Nadere informatie

Voorjaarsprognoses 2013: EU-economie herstelt langzaam van een aanhoudende recessie

Voorjaarsprognoses 2013: EU-economie herstelt langzaam van een aanhoudende recessie EUROPESE COMMISSIE PERSBERICHT Brussel, 3 mei 2013 Voorjaarsprognoses 2013: EU-economie herstelt langzaam van een aanhoudende recessie Na in 2012 in een recessie te hebben verkeerd, zal de EU-economie

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal 2017-1 januari 2017 t/m 31 maart 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad eind maart 2017 is 112,6% en is gestegen ten opzichte

Nadere informatie

De macro-economische vooruitzichten voor de wereldeconomie: evenwichtige groei in Europa, terugval in de Verenigde Staten en Japan

De macro-economische vooruitzichten voor de wereldeconomie: evenwichtige groei in Europa, terugval in de Verenigde Staten en Japan Economie en onderneming De macro-economische vooruitzichten 2006-2012 voor de wereldeconomie: evenwichtige groei in Europa, terugval in de Verenigde Staten en Japan Meyermans, E. & Van Brusselen, P. (2006).

Nadere informatie

Tabel 1: Economische indicatoren (1)

Tabel 1: Economische indicatoren (1) Tabel 1: Economische indicatoren (1) Grootte van de Openheid van de Netto internationale Saldo op de lopende rekening (% economie (in economie (Export + BBP per hoofd, nominaal (EUR) BBP per hoofd, nominaal,

Nadere informatie

Economische vooruitgang

Economische vooruitgang #EURoad2Sibiu Economische vooruitgang Mei 219 NAAR EEN MEER VERENIGDE, STERKERE EN DEMOCRATISCHERE UNIE De ambitieuze EU-agenda voor banen, groei en investeringen en de versterking van de eengemaakte markt

Nadere informatie

Internationale Economie. Doorzettend, maar mager groeiherstel, veel neerwaartse risico s

Internationale Economie. Doorzettend, maar mager groeiherstel, veel neerwaartse risico s Internationale Economie Doorzettend, maar mager groeiherstel, veel neerwaartse risico s Wim Boonstra, 27 november 2014 Basisscenario: Magere groei wereldeconomie, neerwaartse risico s De wereldeconomie

Nadere informatie

STATISTIEKEN VAN DE ECB EEN KORT OVERZICHT AUGUSTUS 2005

STATISTIEKEN VAN DE ECB EEN KORT OVERZICHT AUGUSTUS 2005 STATISTIEKEN VAN DE ECB EEN KORT OVERZICHT AUGUSTUS 5 NL De statistieken van de Europese Centrale Bank (ECB) hebben als belangrijkste doel de ondersteuning van het monetaire beleid van de ECB en van andere

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2016 t/m 31 december Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2016 t/m 31 december Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Vierde kwartaal 2016-1 oktober 2016 t/m 31 december 2016 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gestegen van 98,8% naar 105,7%; De beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

Winstgroei en buffers ondersteunen investerings herstel

Winstgroei en buffers ondersteunen investerings herstel Na de snelle daling van de bedrijfswinsten door de kredietcrisis, is er recentelijk weer sprake van winstherstel. De crisis heeft echter geen gat geslagen in de grote financiële buffers van bedrijven.

Nadere informatie

Factsheet 1 WAAROM EEN INVESTERINGSPLAN VOOR DE EU?

Factsheet 1 WAAROM EEN INVESTERINGSPLAN VOOR DE EU? Factsheet 1 WAAROM EEN INVESTERINGSPLAN VOOR DE EU? Als gevolg van de wereldwijde economische en financiële crisis heeft de EU met een laag investeringsniveau te kampen. Alleen met gezamenlijke gecoördineerde

Nadere informatie

Marktontwikkelingen varkenssector

Marktontwikkelingen varkenssector Marktontwikkelingen varkenssector 1. Inleiding In de deze nota wordt ingegaan op de marktontwikkelingen in de varkenssector in Nederland en de Europese Unie. Waar mogelijk wordt vooruitgeblikt op de te

Nadere informatie

De economische groei bedraagt 0,5 % in het eerste kwartaal van 2017

De economische groei bedraagt 0,5 % in het eerste kwartaal van 2017 Instituut voor de nationale rekeningen PERSCOMMUNIQUÉ 28-4-2017 Links: Publicatie NBB.Stat Algemene informatie De economische groei bedraagt 0,5 % in het eerste kwartaal van 2017 Over het hele jaar 2016

Nadere informatie

De economische groei bedraagt 0,3 % in het eerste kwartaal van 2015. De economische activiteit stijgt met 1,1 % over het hele jaar 2014

De economische groei bedraagt 0,3 % in het eerste kwartaal van 2015. De economische activiteit stijgt met 1,1 % over het hele jaar 2014 Instituut voor de nationale rekeningen 2015-04-29 Links: Publicatie NBB.stat Algemene informatie De economische groei bedraagt 0,3 % in het eerste kwartaal van 2015 De economische activiteit stijgt met

Nadere informatie

Hoofdstuk 2: Het Taylor-Romer model

Hoofdstuk 2: Het Taylor-Romer model Hoofdstuk 2: Het Taylor-Romer model 1. Opbouw van de AV-lijn A. Relatie tussen reële bbp en rente Fragment: Belgische glansprestatie (Tijd, 31/12/2004) Bestedingen De consumptie van de gezinnen groeide

Nadere informatie

Het cyclische herstel ombuigen in duurzame en inclusieve groei. Gouverneur Jan Smets NBB jaarverslag 2017

Het cyclische herstel ombuigen in duurzame en inclusieve groei. Gouverneur Jan Smets NBB jaarverslag 2017 Het cyclische herstel ombuigen in duurzame en inclusieve groei Gouverneur Jan Smets NBB jaarverslag 2017 DE WERELD EN EUROPA IN 2017: De economische groei versnelde Het monetaire beleid bleef ondersteunend...

Nadere informatie

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD NL NL NL EUROPESE COMMISSIE Brussel, 4.8.2010 COM(2010) 421 definitief VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD over de toepassing van Verordening (EG) nr. 453/2008 van het Europees

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 15 maart 2016

PERSBERICHT Brussel, 15 maart 2016 01/2010 05/2010 09/2010 01/2011 05/2011 09/2011 01/2012 05/2012 09/2012 01/2013 05/2013 09/2013 01/2014 05/2014 09/2014 01/2015 05/2015 09/2015 01/2016 Inflatie (%) PERSBERICHT Brussel, 15 maart 2016 Geharmoniseerde

Nadere informatie

Driemaandelijkse beslissing van de Nationale Bank van België inzake het contracyclische bufferpercentage (1 januari 2016): 0 %

Driemaandelijkse beslissing van de Nationale Bank van België inzake het contracyclische bufferpercentage (1 januari 2016): 0 % Driemaandelijkse beslissing van de Nationale Bank van België inzake het contracyclische bufferpercentage (1 januari 2016): 0 % Krachtens artikel 5, 2 van Bijlage IV van de Bankwet heeft de Nationale Bank

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 16 januari 2017

PERSBERICHT Brussel, 16 januari 2017 PERSBERICHT Brussel, 16 januari 2017 Geharmoniseerde consumptieprijsindex - december 2016 o De Belgische inflatie volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex bedraagt in december 2,2% ten

Nadere informatie

In 2011 verschijnt in alle publicaties van de ECB een motief van het bankbiljet van EUR 100.

In 2011 verschijnt in alle publicaties van de ECB een motief van het bankbiljet van EUR 100. E U R O P E S E C E N T R A L E B A N K E U R O S Y S T E E M m a a n d b e r i c h t m a a r t 2 1 1 In 211 verschijnt in alle publicaties van de een motief van het bankbiljet van EUR 1. Europese Centrale

Nadere informatie

Datum : 4 december 2003 Aan : De Minister van Economische Zaken

Datum : 4 december 2003 Aan : De Minister van Economische Zaken CPB Notitie Datum : december Aan : De Minister van Economische Zaken Economierapportage december De wereldeconomie is het afgelopen kwartaal sterk opgeveerd en de verwachting is dat het herstel zal doorzetten.

Nadere informatie

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE EUROPESE COMMISSIE Brussel, XXX [ ](2013) XXX draft MEDEDELING VAN DE COMMISSIE Uitvoering van artikel 260 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie Aanpassing van de gegevens die worden

Nadere informatie

CPB Notitie. Bijstelling meerjarencijfers Inleiding. Datum : 3 juli 2003

CPB Notitie. Bijstelling meerjarencijfers Inleiding. Datum : 3 juli 2003 CPB Notitie Datum : 3 juli 2003 Bijstelling meerjarencijfers 2004-2007 1 Inleiding De analyse van het Hoofdlijnenakkoord in mei 2003 in CPB Notitie 2003/49 is gebaseerd op het voorzichtige scenario van

Nadere informatie

Kwartaaloverzicht arbeidsmarkt 2005/2

Kwartaaloverzicht arbeidsmarkt 2005/2 Hans Langenberg In het tweede kwartaal van 2005 vond voor het eerst in twee jaar geen verdere daling plaats van het aantal banen. Ook is de werkloosheid gestabiliseerd. Wel was er een stagnatie in de toename

Nadere informatie

BIJLAGE. bij de DISCUSSIENOTA OVER DE VERDIEPING VAN DE ECONOMISCHE EN MONETAIRE UNIE

BIJLAGE. bij de DISCUSSIENOTA OVER DE VERDIEPING VAN DE ECONOMISCHE EN MONETAIRE UNIE EUROPESE COMMISSIE Brussel, 31.5.2017 COM(2017) 291 final ANNEX 3 BIJLAGE bij de DISCUSSIENOTA OVER DE VERDIEPING VAN DE ECONOMISCHE EN MONETAIRE UNIE NL NL Bijlage 3. Voornaamste economische tendensen

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Derde kwartaal juli 2017 t/m 30 september Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Derde kwartaal juli 2017 t/m 30 september Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Derde kwartaal 2017-1 juli 2017 t/m 30 september 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gestegen van 113,6% naar 116,5%; De beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

BEHEERSVERSLAG TRANSPARANTINVEST 4/3/2015. Macro & Markten, strategie. 1. Rente en conjunctuur : EUROPA

BEHEERSVERSLAG TRANSPARANTINVEST 4/3/2015. Macro & Markten, strategie. 1. Rente en conjunctuur : EUROPA BEHEERSVERSLAG TRANSPARANTINVEST 4/3/15 Macro & Markten, strategie 1. Rente en conjunctuur : EUROPA De Europese rentevoeten zijn historisch laag, zowel op het korte als op het lange einde, en geven de

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN Eerste kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen

NATIONALE REKENINGEN Eerste kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen NATIONALE REKENINGEN 1999 Eerste kwartaal Kwartaalaggregaten Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en Economische Statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie

Nadere informatie

Hoe (slecht) gaat het met de conjunctuur? Edwin De Boeck Fedustria 13 oktober 2011

Hoe (slecht) gaat het met de conjunctuur? Edwin De Boeck Fedustria 13 oktober 2011 Hoe (slecht) gaat het met de conjunctuur? Edwin De Boeck Fedustria 3 oktober Grote Recessie was geen Grote Depressie Wereldhandel Aandelenmarkt 9 8 7 8 VS - S&P-5 vergelijking met crash 99 Wereld industriële

Nadere informatie

ECONOMISCHE INDICATOREN VOOR BELGIE

ECONOMISCHE INDICATOREN VOOR BELGIE WEKELIJKSE PUBLICATIE NATIONALE BANK VAN BELGIE DEPARTEMENT ALGEMENE STATISTIEK SYNTHESE VAN DE PROGNOSES 998 r r Realisaties NBB EC OESO EC OESO (veranderingspercentages tov het voorgaande jaar) A BBP

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 13 mei 2015

PERSBERICHT Brussel, 13 mei 2015 01/2010 05/2010 09/2010 01/2011 05/2011 09/2011 01/2012 05/2012 09/2012 01/2013 05/2013 09/2013 01/2014 05/2014 09/2014 01/2015 Inflatie (%) PERSBERICHT Brussel, 13 mei 2015 Geharmoniseerde consumptieprijsindex

Nadere informatie

Voor wie verstandig handelt! Gematigde groei

Voor wie verstandig handelt! Gematigde groei Gematigde groei Trendsamenvatting Naam Definitie Scope Conclusie Invloed: Gematigde groei De ontwikkeling in het afzetpotentieel van de belangrijkste afzetmarkten en potentiële groeimarkten. Focus op Europa,

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 14 december 2016

PERSBERICHT Brussel, 14 december 2016 PERSBERICHT Brussel, 14 december 2016 Geharmoniseerde consumptieprijsindex - november 2016 o De Belgische inflatie volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex bedraagt in november 1,7% ten

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 13 oktober 2016

PERSBERICHT Brussel, 13 oktober 2016 PERSBERICHT Brussel, 13 oktober 2016 Geharmoniseerde consumptieprijsindex - september 2016 o De Belgische inflatie volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex bedraagt in september 1,8% ten

Nadere informatie

Rabobank Noord- en Oost-Achterhoek Dick Sein

Rabobank Noord- en Oost-Achterhoek Dick Sein Rabobank Noord- en Oost-Achterhoek Dick Sein Directeur Particulieren en Private Banking 5 februari 15 Welkom Rabobank Noord- en Oost-Achterhoek Voorstellen Tim Legierse Hoofd Nationaal Onderzoek 3 Visie

Nadere informatie

HOE BETAALT U? HOE ZOU U WILLEN BETALEN?

HOE BETAALT U? HOE ZOU U WILLEN BETALEN? HOE BETAALT U? HOE ZOU U WILLEN BETALEN? 2/09/2008-22/10/2008 Er zijn 329 antwoorden op 329 die voldoen aan uw criteria DEELNAME Land DE - Duitsland 55 (16.7%) PL - Polen 41 (12.5%) DK - Denemarken 20

Nadere informatie

Het Europees kader inzake begrotingstoezicht

Het Europees kader inzake begrotingstoezicht Het Europees kader inzake begrotingstoezicht Seminarie voor leerkrachten, 26 oktober 2016 Wim Melyn Patrick Bisciari Departement Studiën Groep Overheidsfinanciën Structuur van de uiteenzetting Belang van

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie krimpt 4,5 procent in eerste kwartaal 2009

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie krimpt 4,5 procent in eerste kwartaal 2009 Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB09-038 15 mei 2009 9.30 uur Economie krimpt 4,5 procent in eerste kwartaal 2009 Grootste krimp na de Tweede Wereldoorlog Export en investeringen vallen

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie groeit 2,9 procent in Economische groei vierde kwartaal 2,7 procent

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie groeit 2,9 procent in Economische groei vierde kwartaal 2,7 procent Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB07-010 13 februari 2007 9.30 uur Economie groeit 2,9 procent in 2006 De Nederlandse economie is in 2006 met 2,9 procent gegroeid. Dit is bijna twee keer

Nadere informatie

Het waren weekjes weer wel: 38 en 39

Het waren weekjes weer wel: 38 en 39 aug. okt. dec. feb. april juni aug. aug. okt. dec. feb. april juni aug. aug. okt. dec. feb. april juni aug. Het waren weekjes weer wel: 38 en 39. De nieuwe macrocijfers.5..5. -.5 -. -.5 -. -.5 % -.6 -.6.

Nadere informatie

september MARKTCOMMENTAAR

september MARKTCOMMENTAAR september 2016 MARKTCOMMENTAAR INHOUDSOPGAVE INLEIDING Over het algemeen leidt het kleine aantal transacties tijdens de zomermaanden tot een grotere prijsvolatiliteit. Uitgezonderd enkele bewegingen die

Nadere informatie

Recente ontwikkelingen in de kredietvoorwaarden van banken

Recente ontwikkelingen in de kredietvoorwaarden van banken Recente ontwikkelingen in de kredietvoorwaarden van banken Een van de informatiebronnen voor de ecb bij het voeren van het monetaire beleid is de Bank Lending Survey, een kwalitatieve kwartaalenquête naar

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 11 september 2015

PERSBERICHT Brussel, 11 september 2015 01/2010 05/2010 09/2010 01/2011 05/2011 09/2011 01/2012 05/2012 09/2012 01/2013 05/2013 09/2013 01/2014 05/2014 09/2014 01/2015 05/2015 Inflatie (%) PERSBERICHT Brussel, 11 september 2015 Geharmoniseerde

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 11 december 2015

PERSBERICHT Brussel, 11 december 2015 PERSBERICHT Brussel, 11 december 2015 Geharmoniseerde consumptieprijsindex - november 2015 De Belgische inflatie volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex stijgt in november naar 1,4%, ten

Nadere informatie