Hey jij daar! We wensen je heel veel succes vandaag en op je examen straks! Namens het team van de Nationale Examentraining,

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Hey jij daar! We wensen je heel veel succes vandaag en op je examen straks! Namens het team van de Nationale Examentraining,"

Transcriptie

1 Trainingsboek Nederlands VWO 2016

2 Hey jij daar! Welkom op de examentraining Nederlands VWO! Het woord examentraining zegt het al: trainen voor je examen. Tijdens deze training behandelen we de examenstof in blokken en oefenen we ermee. Daarnaast besteden we ook veel aandacht aan de vaardigheden voor je examen; je leert handigheidjes, krijgt uitleg over de meest voorkomende vragen en leert uit welke onderdelen een goed antwoord bestaat. Verder gaan we in op hoe je de stof het beste kunt aanpakken, hoe je verder komt als je het even niet meer weet en vooral ook hoe je zorgt dat je overzicht houdt. Naast de grote hoeveelheid informatie die je krijgt, ga je zelf ook aan de slag met examenvragen. Tijdens het oefenen hiervan zijn er genoeg trainers beschikbaar om je verder te helpen, zodat je leert werken met de goede strategie om je examen aan te pakken. Hierbij is de manier van werken belangrijk, maar je kunt natuurlijk altijd inhoudelijke vragen stellen; ook over de onderdelen die niet klassikaal behandeld worden. Voor iedere vraag zijn er uiteraard uitwerkingen beschikbaar, maar gebruik deze informatie naar eigen inzicht. Vergeet niet dat je op je examen ook geen uitwerkingen krijgt. Sommige vragen worden klassikaal besproken, andere vragen moet je zelf nakijken. Mocht je nog meer willen oefenen na deze examentraining, neem dan een kijkje op Daar vind je oude examens en ons lesmateriaal van vorig jaar. Na de tips volgen het programma voor vandaag en de bijbehorende opgaven. We verwachten niet dat je alle opgaven binnen de tijd af krijgt, maar probeer steeds zo ver mogelijk te komen. Als je niet verder komt, vraag dan om hulp! We willen je graag leren hoe je er wél uit kunt komen. En onthoud goed, nu hard werken scheelt je straks misschien een heel jaar hard werken We wensen je heel veel succes vandaag en op je examen straks! Namens het team van de Nationale Examentraining, Eefke Meijer Hoofdcoördinator Nationale Examentraining Nederlands VWO

3 Tips en trics bij het voorbereiden en tijdens je examens Examens voorbereiden Tip 1: Heb vertrouwen in jezelf Laat je niet gek maken door uitspraken als Nu komt het er op aan. Het examen is een afsluiting van je hele schoolperiode. Je hebt er dus jaren naartoe gewerkt en hebt in die tijd veel kennis en kunde opgedaan om examen te kunnen doen. In al die jaren ben je nooit wakker geworden om vervolgens te ontdekken dat al je kennis was verdwenen. De beste garantie voor succes is voorbereiden, en dat is nu net wat je al die jaren op school hebt gedaan. Heb vooral vertrouwen in jezelf! Tip 2: Bereid je goed voor Om jezelf goed voor te bereiden op je eindexamen maak je een planning, leer je de stof en oefen je met vragen. Hoe pak je dit nou het beste aan? Begin allereerst met het maken van een overzicht van alle stof en een planning. Je kunt bijvoorbeeld een schema maken met daarin alle hoofdstukken die je moet leren en welke onderwerpen daarbij horen. Daarbij schrijf je wanneer je welk onderdeel gaat leren. Als je aan de slag gaat met leren, zorg dat je op tijd begint en plan dan niet teveel studieuren achter elkaar. Pauzes zijn noodzakelijk, maar zorg ervoor dat ze kort blijven, anders moet je iedere keer opnieuw opstarten. Wissel verschillende vakken af en wissel het leren af met oefenen. Op die manier kun je je beter concentreren en leer je effectiever. Wat je concentratie (en je planning) ook ten goede komt, is leren op vaste tijdstippen. Tip 3: Leer alsof je examens zit te maken Oefenen voor je examen bestaat natuurlijk ook uit het voorbereiden op de situatie zelf. Dit betekent dat je je leeromgeving zoveel mogelijk moet laten lijken op je examensituatie. Zorg dus voor zo min mogelijk afleiding (lees: leg je telefoon weg) en maak je tafel zo leeg mogelijk. Maak ook een keer een proefexamen met een timer of eierwekker erbij, zodat je weet hoe het is om voor langere tijd een examen te maken en zodat je weet hoe je je tijd het beste in kunt delen. Tip 4: Herhaal de geleerde stof Belangrijk is om alle leerstof te herhalen! Wat heb je de vorige dagen ook alweer geleerd? Door te herhalen blijft de stof langer in je hoofd (lange termijn geheugen) en verklein je de kans dat je het weer vergeet. Zorg dat je de dag vóór het examen geen nieuwe stof meer hoeft te leren en dat je alles nog even doorneemt en herhaalt. Tip 5: Leer op verschillende manieren (lezen, schrijven, luisteren, zien en uitspreken) Alleen maar lezen in je boek verandert al snel in staren in je boek zonder dat je nog wat opneemt. Wissel het lezen van de stof in je boek dus af met het schrijven van een samenvatting. Let op dat je in een samenvatting alleen belangrijke punten overneemt, zodat het ook echt een samenvatting wordt. Kijk ook eens op Youtube, daar zijn talloze filmpjes te zien waarin de stof duidelijk wordt uitgelegd. Maak daar gebruik van, want op die manier komt de stof nog beter binnen omdat je er naar hebt kunnen luisteren. Met mindmaps zorg Nationale Examentraining Nederlands VWO

4 je er voor dat je de stof voor je kunt zien en kunt overzien. Het werkt tot slot heel goed om de stof aan iemand uit te leggen die de stof minder goed beheerst dan jij. Door uit te spreken waar de stof over gaat merk je vanzelf waar je nog even in moet duiken en welke onderdelen je prima beheerst. Mindmap: Goed voor jezelf zorgen! Tip 1: Zorg voor voldoende beweging Eigenlijk is leren net als topsport: het vergt een goede voorbereiding, planning, rust, oefenen en concentratie. Om een goede prestatie te leveren, is het belangrijk dat je je fit voelt. Sporten en bewegen tussen het leren door en aan het einde van de dag is daarom aan te raden. Het doorbreekt de sleur van het leren, brengt zuurtstof naar de hersenen, zorgt voor ontspanning en dat je je weer opgeladen voelt om verder te gaan met leren. Tip 2: Zorg voor een goede balans tussen spanning en ontspanning Om een goede prestatie te leveren is er een goede balans nodig tussen spanning en ontspanning. Spanning zorgt ervoor dat je alert bent en ontspanning zorgt ervoor dat je je aandacht erbij kan houden. Teveel spanning is niet goed en teveel ontspanning ook niet. Als je merkt dat je té ontspannen bent en dat daardoor je concentratie en motivatie weg zijn, Nationale Examentraining Nederlands VWO

5 probeer dan voor jezelf doelen te stellen. Slagen met een 8 gemiddeld bijvoorbeeld, dan komt die gezonde spanning vanzelf. Als je té gespannen bent, probeer dan eens of mindfulness iets is voor jou of ga lekker sporten. Tip 3: Zorg voor voldoende slaap Een nachtje doorblokken is geen slim idee. Je hebt namelijk slaap nodig om goed te kunnen functioneren en concentreren. Bovendien, tijdens je slaap wordt alle geleerde informatie van die dag vastgelegd in je geheugen. Langdurig onthouden lukt dus beter als je na het leren gaat slapen, in plaats van eindeloos door te blijven leren. Tip 4: Zorg dat je goed eet en drinkt Het onderzoek naar het verband tussen voeding en geheugen staat weliswaar nog in de kinderschoenen, toch weten we al een aantal handige dingen daarover. En waarom zou je daar geen gebruik van maken? Zo is het inmiddels duidelijk dat je hersenen veel energie nodig hebben in periodes van examens, dus ontbijt elke dag goed. Let dan wel op wat je eet, want brood, fruit en pinda s leveren meer langdurige energie dan koekjes en snoep. Koffie en thee bevatten cafeïne, wat kan zorgen voor een betere concentratie. Drink er echter niet teveel van; het kan je onrustig maken. En dan het examen zelf De dag is eindelijk gekomen. Je bent er klaar voor en de examens worden uitgedeeld. Je mag beginnen! Tip 1: Blijf rustig en denk aan de strategieën die je hebt geleerd Wat doe je tijdens het examen? - Lees rustig alle vragen - Blijf niet te lang hangen bij een vraag waar je het antwoord niet op weet - Schrijf zoveel mogelijk op maar. voorkom wel dat je onzinverhalen gaat schrijven. Dat kost uiteindelijk meer tijd dan dat het je aan punten gaat opleveren. - Noem precies het aantal antwoorden, de redenen, de argumenten, de voorbeelden die worden gevraagd. Schrijf je er meer, dan worden die niet meegerekend en dat is natuurlijk zonde van de tijd. - Vul bij meerkeuzevragen maar één antwoord in. Verander je je antwoord, geef dit dan duidelijk aan. - Ga je niet haasten, ook al voel je tijdsdruk. Tussendoor even een mini-pauze nemen is alleen maar goed voor je concentratie. - Let niet op wat klasgenoten doen. Sommige van hen zullen al snel klaar zijn, maar trek je daar niets van aan en ga rustig verder. - Heb je tijd over? Controleer dan of je volledig antwoord hebt gegeven op álle vragen. Hoe saai het ook is, het is belangrijk, je kunt immers gemakkelijk per ongeluk een (onderdeel van een) vraag overslaan. Nationale Examentraining Nederlands VWO

6 - Tot slot: bedenk van tevoren of je thuis je antwoorden van het zojuist gemaakte examen wilt nakijken. Hoe reageer je als blijkt dat je veel fouten hebt? Heeft dit negatieve of juist positieve invloed op het leerwerk voor de examens die nog komen gaan? Tip 2: Los een eventuele black-out op met afleiding Mocht je toch een black-out krijgen, bedenk dan dat je kennis echt niet verdwenen is. Krampachtig blijven nadenken versterkt de black-out alleen maar verder. Het beste is om even iets anders te gaan doen. Ga even naar de WC of leg gewoon even je pen neer. Als je goed bent voorbereid, zit de kennis in je hoofd en komt het vanzelf weer boven. En mocht het bij die ene vraag toch niet lukken, bedenk dan dat je niet alle vragen goed hoeft te hebben om toch gewoon je examen te halen. Nationale Examentraining Nederlands VWO

7 Hoe pak je open vragen en meerkeuzevragen aan? Een examen bestaat vaak uit een mix van open en meerkeuzevragen. Je hebt verschillende strategieën om tot het juiste antwoord te komen. Bij meerkeuzevragen gaat het erom dat je de juiste uitspraak of bewering kiest, bij meerkeuzevragen is het belangrijk dat je antwoord geeft op de vraag, dat je volledig bent of dat je de juiste berekening toepast. Meerkeuzevragen Veel leerlingen vinden meerkeuzevragen lastig. Er staan namelijk vaak meerdere antwoordmogelijkheden die op elkaar lijken. Hoe pak je zo n vraag nou het handigste aan? Tip 1: Omcirkel en streep de foute antwoorden weg Lees de vraag goed en omcirkel eventueel de belangrijkste kernwoorden uit de vraag. Vervolgens kun je het beste eerst nagaan welk antwoord je zelf zou geven. Daarna vergelijk je dat met alle antwoordmogelijkheden die er staan. Vaak kun je dan al de twee meest foute antwoord wegstrepen. Er blijven dan nog twee antwoorden over. Lees de vraag nogmaals en bekijk welk antwoord van de twee overgebleven antwoorden het meest volledig is. Tip 2: Blijf bij je gevoel Het komt je vast bekend voor: je krijgt een toets terug, waarbij je ziet dat je het goede antwoord toch nog op het laatst hebt veranderd in een antwoord dat fout blijkt te zijn. Daarom: je eerste ingeving blijkt meestal te kloppen. Verander je antwoord alleen als het een extreem wilde gok was, als je nieuwe inzichten hebt gekregen of als je de vraag per ongeluk verkeerd hebt gelezen. Tip 3: Gok als je het antwoord niet weet Het kan natuurlijk gebeuren dat je het antwoord echt niet weet op de vraag. Gok in dat geval het antwoord, wie weet gok je goed. Je hebt immers een kans van 1 op 4 en misschien zelfs groter als je een fout antwoord hebt weg kunnen strepen. Als je moet gokken, kun je dat slim doen : - Streep foute antwoorden eerst weg - Let op woorden als altijd, nooit of in geen enkel geval. Vaak zijn die fout. - Laat je niet leiden door de langste zin of het meest ingewikkelde antwoorden. - Heb je bij je vorige vragen al drie keer A geantwoord, trek je daar niets van aan. Een vierde keer A kan ook gewoon. - Bekijk welke antwoorden sterk op elkaar lijken, vaak is een van die twee antwoorden juist. Open vragen Tip 1: Wees volledig Het komt vaak voor dat vragen niet volledig worden beantwoord en dat je daardoor niet alle punten voor die vraag krijgt. Kijk daarom goed wat er precies gevraagd wordt. Let op woorden als: leg uit, verklaar, waarom etc. Als er gevraagd wordt naar twee redenen, let Nationale Examentraining Nederlands VWO

8 er dan op dat je ook echt twee redenen geeft. Als je er meer geeft, tellen die niet mee. Nadat je het antwoord hebt opgeschreven, lees de vraag dan nog even door en kijk of je volledig bent geweest. Tip 2: Haal informatie uit de bronnen Vaak krijg je bij een vraag een bron erbij. Dit kan een kaart, afbeelding, grafiek, tabel of afbeelding zijn. Het goed bestuderen van de bron kan je al een eind op weg helpen in het beantwoorden van de vraag. Wat zie ik eigenlijk? Wat is de titel? Wat geeft de bron weer? Is er een legenda? Wat staat er op de x-as en y-as? Welke eenheden zijn er gebruikt? Wie is de maker? Staat er een jaartal bij? Tip 3: Schrijf tussenstappen op Je krijgt niet alleen punten voor het juiste antwoord, ook de tussenberekeningen leveren punten op. Het is jammer om die punten te verliezen, terwijl je wel weet hoe het moet. Tip 4: Schrijf nuttige informatie op Weet je het antwoord op de vraag niet, maar weet je wel iets nuttigs te melden over de vraag? Schrijf maar op! Vaak krijg je hier ook punten voor. Zorg er wel voor dat het relevant blijft en dat je geen onzin op gaat schrijven. Tip 5: Zorg dat je alles nog even controleert Je hebt de laatste vraag gemaakt en het liefst wil je zo snel mogelijk naar huis. Blijf toch nog even zitten en controleer je toets nog even. Heb je niet per ongeluk een vraag overgeslagen? Heb je antwoord gegeven op de vraag? Zijn je antwoorden leesbaar? Ben je nog iets vergeten? Nationale Examentraining Nederlands VWO

9 Programma Blok 1 Blok 2 Blok 3 Blok 4 Blok 5 Blok 6 Blok 7 De tekst en de auteur Indeling van de tekst Functies en tekstrelaties Leesstrategieën Samenvatten Schrijven Oefenen Nationale Examentraining Nederlands VWO

10 Welkom op de examentraining Nederlands VWO Wat gaan we doen? Introductie en voorstelronde Theorieblok 1 De tekst en de auteur Theorieblok 2 Tekstverbanden Theorieblok 3 Leesstrategieën Theorieblok 4 Onderwerp en hoofdgedachte Koffiepauze Theorieblok 5 Samenvatten Theorieblok 6 Functies van tekstgedeelten Theorieblok 7 Argumentatie Lunchpauze Oefenen Middagsnack Oefenen Avondeten Afsluiting De tekst en de auteur Tekstdoel Tekstsoort De auteur De vragen uit het eindexamen hebben betrekking op een viertal teksten; één lange tekst en drie kortere teksten. Die teksten zijn eerder gepubliceerd in kranten of opiniebladen. Het zijn teksten over onderwerpen van maatschappelijke aard. De auteur schrijft niet zomaar ; hij wil met zijn tekst effect bereiken. Een tekst heeft dus een bepaald doel. De doelen die jij moet kunnen onderscheiden zijn: o informeren o uiteenzetten o overtuigen o activeren o beschouwen o amuseren Nationale Examentraining Nederlands VWO

11 De tekst en de auteur Tekstdoel Tekstsoort De auteur Voorbeeldvraag Hoe kan het schrijfdoel van de tekst het beste getypeerd worden? Als A. activerend B. beschouwend C. betogend D. uiteenzettend De tekst en de auteur Tekstdoel Tekstsoort De auteur Over het algemeen schrijft de auteur zijn tekst voor een bepaald publiek. Hij richt zich tot een specifieke groep mensen. Die doelgroep heeft de schrijver in gedachten als hij zijn tekst schrijft. Het tekstdoel en de doelgroep hebben (natuurlijk) met elkaar te maken. De tekst en de auteur Tekstdoel Tekstsoort De auteur Voorbeeldvraag Tot welke lezersgroep is de tekst vooral gericht? Mensen die A. besluiten om uit medelijden met de dieren vegetariër te worden. B. niet weten dat er van alles fout gaat in de vleessector. C. vlees blijven eten ondanks hun besef van de misstanden in de veeindustrie. D. zich niets aantrekken van de milieuschade en het dierenleed dat de vee-industrie veroorzaakt. Nationale Examentraining Nederlands VWO

12 De tekst en de auteur Tekstdoel Tekstsoort De auteur We onderscheiden drie tekstsoorten: uiteenzetting betoog beschouwing. De tekstsoort hangt samen met het tekstdoel, maar het is niet precies hetzelfde. De tekstsoort herken je vooral aan de structuur van de tekst Tekstdoel: Tekstsoort: Wat wil de schrijver met zijn tekst? Hoe zit de tekst in elkaar? De tekst en de auteur Tekstdoel Tekstsoort De auteur De grens tussen de verschillende tekstsoorten is niet altijd even scherp te trekken, vaak is er sprake van een mengvorm. Voorbeeld In zijn betoog laat de schrijver op sommige plaatsen in de tekst veel ruimte voor de lezer om zich een eigen mening te vormen in dat geval is de tekst op die plaatsen behalve overtuigend, ook beschouwend. Er is dan sprake van een betogende tekst met beschouwende elementen. Voorbeeld In zijn betoog geeft de schrijver veel toelichting bij zijn onderwerp, omdat hij vindt dat de lezer eerst meer kennis van dat onderwerp nodig heeft, vóórdat hij het met zijn standpunt eens kan worden. We hebben te maken met een betogende tekst met uiteenzettende elementen. De tekst en de auteur Tekstdoel Tekstsoort De auteur Voorbeeldvraag Hoe kan de tekst als tekstsoort het beste getypeerd worden? Deze tekst is vooral A. een beschouwende tekst met activerende elementen. B. een beschouwende tekst met betogende elementen. C. een betogende tekst met activerende elementen. D. een betogende tekst met beschouwende elementen. Nationale Examentraining Nederlands VWO

13 De tekst en de auteur Tekstdoel Tekstsoort De auteur Aanpak van de vraagstukken 1. Bepaal het onderwerp en de hoofdgedachte van de tekst. 2. Bepaal het (hoofd)doel van de tekst. Vaak kun je aan de formulering van de hoofdgedachte het doel al herkennen. De hoofdgedachte van een betoog is een stelling; de hoofdgedachte van een beschouwing is vaak een open vraag. 3. Kijk welke elementen de schrijver gebruikt om de hoofdgedachte te ondersteunen of toe te lichten. Hoe gaat de schrijver te werk? Let hierbij goed op de tekstfuncties. 4. Bepaal met welke mengvorm je te maken hebt. De tekst en de auteur Tekstdoel Tekstsoort De auteur De auteur heeft zelf ook een mening. Hij laat in zijn tekst bijna altijd blijken wat hij zelf vindt van het onderwerp waarover hij schrijft. Niet alleen in een betoog! Je kunt vragen verwachten over de intenties, opvattingen en gevoelens van de auteur. Let goed op woorden en uitdrukkingen waarmee de auteur aan zichzelf refereert, zoals ik en mij. Let op woorden en uitdrukkingen die per definitie op subjectiviteit duiden, zoals en terecht of gelukkig maar. (Uitdrukkingen die niet zo neutraal zijn dus). De tekst en de auteur Tekstdoel Tekstsoort De auteur Voorbeeldvraag Hoe kan de houding van de auteur ten opzichte van het onderwerp van de tekst het beste gekarakteriseerd worden? A. kritisch en betrokken B. bezorgd, maar weinig kritisch C. neutraal en afstandelijk D. zakelijk en professioneel Voorbeeldvraag In welke alinea komt het standpunt van de auteur het duidelijkst naar voren? Nationale Examentraining Nederlands VWO

14 Tekstverbanden De opbouw van de tekst Tekstverbanden en signaalwoorden Oefenopgave Teksten Een tekst vormt een samenhangend geheel. Dat wil zeggen dat de elementen waaruit een tekst bestaat, in meer of mindere mate met elkaar verband houden. Dat verband is op verschillende niveaus aanwezig: op het niveau van letters, woorden, zinnen, alinea s, paragrafen, hoofdstukken, boeken Tekstverbanden De opbouw van de tekst Tekstverbanden en signaalwoorden Oefenopgave Alinea s Alinea s zijn typografisch herkenbaar: ze beginnen altijd op een nieuwe regel; in de examenteksten zijn de alinea s genummerd. Alinea s vormen inhoudelijk een eenheid. Ze bestaan uit zinnen die sterk onderling verband houden. Alinea s hebben een eigen (deel)onderwerp en een eigen hoofdgedachte, daarom worden ze ook wel de kleinste hoeveelheid tekst genoemd. De zin die de hoofdgedachte van een alinea bevat, wordt de kernzin genoemd. Tekstverbanden De opbouw van de tekst Tekstverbanden en signaalwoorden Oefenopgave Tekstgedeelten Soms zijn bepaalde alinea s inhoudelijk sterk met elkaar verbonden zo sterk, dat ze een apart gedeelte in de tekst vormen. Zulk soort groepjes van alinea s worden tekstgedeelten genoemd. Ook voor deze tekstgedeelten geldt dat ze een (deel)onderwerp en een hoofdgedachte hebben. Een tekstgedeelte kan uit één alinea bestaan. Nationale Examentraining Nederlands VWO

15 Tekstverbanden De opbouw van de tekst Tekstverbanden en signaalwoorden Oefenopgave Tekstverbanden bepalen de opbouw van de tekst en geven de tekst betekenis. Verbanden tussen zinnen, zinsgedeelten en alinea s zijn vaak (maar niet altijd) te herkennen aan signaalwoorden (of: indicatoren). Signaalwoorden zijn woorden in de tekst je kunt ze dus onderstrepen, omcirkelen of markeren. Signaalwoorden zijn (dus) een belangrijk hulpmiddel om inzicht te krijgen in de opbouw van de tekst. Signaalwoorden kunnen uit meer dan één woord bestaan. Tekstverbanden De opbouw van de tekst Tekstverbanden en signaalwoorden Oefenopgave Verband Signaalwoorden en -zinnen ook, verder, dan, vervolgens, ten eerste ten tweede ten slotte, opsommend bovendien, niet alleen, behalve, daarbij maar, echter, daarentegen, doch, enerzijds anderzijds, daar staat tegenstellend tegenover, in tegenstelling tot doordat, waardoor, hierdoor, daardoor, zodat, te danken aan, te causaal (oorzaak-gevolg) wijten aan, het gevolg van, ten gevolge van, de oorzaak hiervan is, brengt met zich mee redengevend omdat, want, daarom, aangezien, vanwege, derhalve, namelijk, (argumentatief) immers eerst, hierna, erna, vervolgens, voordat, nadat, toen, terwijl, chronologisch intussen, wanneer, tegelijkertijd, tijdens (Let ook op jaartallen en bijwoordelijke bepalingen van tijd.) in vergelijking met, vergeleken met, zoals, net als, evenals, vergelijkend eveneens, hetzelfde, soortgelijke, analoog aan, ook Tekstverbanden De opbouw van de tekst Tekstverbanden en signaalwoorden Oefenopgave Verband Signaalwoorden en -zinnen toch, echter, hoewel, ondanks, evenwel, niettegenstaande, toegevend desalniettemin, weliswaar, ook al voorwaardelijk toelichtend samenvattend als, indien, mits, tenzij, stel dat denk hierbij aan, bijvoorbeeld, zo, ter illustratie samengevat, kortom, kort gezegd concluderend dus, aldus, hieruit volgt, concluderend aankondigend ik zal in de volgende alinea s, : van de hierboven besproken, het bovenstaande, zoals ik eerder terugblikkend zei Nationale Examentraining Nederlands VWO

16 Tekstverbanden De opbouw van de tekst Tekstverbanden en signaalwoorden Oefenopgave Oefenopgave 1 Leesstrategieën Leesstrategieën Globaal lezen Analyserend lezen Zoekend lezen De drie leesstrategieën die je tijdens je examen gebruikt: globaal (of oriënterend) lezen analyserend (of intensief) lezen zoekend lezen. Leesstrategieën Leesstrategieën Globaal lezen Analyserend lezen Zoekend lezen Doel: De hoofdlijn van de tekst vaststellen. Je kijkt met wat voor soort tekst je te maken hebt en waar de tekst over gaat. Nationale Examentraining Nederlands VWO

17 Leesstrategieën Leesstrategieën Globaal lezen Analyserend lezen Zoekend lezen 1. Lees de titel! 2. Bestudeer de bron 3. Lees de inleiding en het slot door De inleiding van een tekst omvat de eerste of de eerste twee alinea s. Uit de inleiding blijkt vaak het onderwerp van de tekst. Soms wordt er een hoofdvraag of een probleemstelling geformuleerd. Het slot omvat meestal de laatste, of de laatste twee alinea s. In het slot geeft de schrijver meestal een conclusie of een oplossing voor een probleem. Soms geeft hij een samenvatting. 4. Lees nog een keer de titel Leesstrategieën Leesstrategieën Globaal lezen Analyserend lezen Zoekend lezen Doel: Behalve over de inhoud probeer je ook iets te weten te komen over de opbouw van de tekst. Lees de tekst alinea-voor-alinea. Stop na elke alinea even met lezen! Maak met pen, potlood en markeerstift de structuuren de essentiële inhoudelijke elementen zichtbaar. Leesstrategieën Leesstrategieën Globaal lezen Analyserend lezen Zoekend lezen 1. Lees de alinea. 2. Omcirkeltijdens het lezen de signaalwoorden en signaalzinnen. Bedenk ook waarom je die signaalwoorden onderstreept. Welk verband ben je op het spoor? 3. Markeer de kernzin. Kernzin: de hoofdmededeling van de alinea. Vaak de eerste of de laatste zin. Soms staat de hoofdmededeling verspreid over twee zinnen markeer in dat geval beide zinnen. Soms kom je een alinea tegen zonder kernzin. Vraag je af hoe dat kan! 4. Onderstreep andere belangrijke informatie. Nationale Examentraining Nederlands VWO

18 Leesstrategieën Leesstrategieën Globaal lezen Analyserend lezen Zoekend lezen Oefenopgave 2 Leesstrategieën Leesstrategieën Globaal lezen Analyserend lezen Zoekend lezen Doel: Het vinden van specifieke informatie in de tekst. Je zoekt gericht. Gebruik je tijdens het maken van de vragen waarbij naar specifieke informatie uit de tekst gevraagd wordt. Onderwerp en hoofdgedachte Onderwerp Hoofdgedachte Kopjesvragen Het onderwerp van een tekst geeft in één of enkele woorden aan waar de tekst over gaat. Het onderwerp van een tekst is niet hetzelfde als de inhoud van een tekst. Twee teksten met hetzelfde onderwerp kunnen qua inhoud heel verschillend zijn. Het onderwerp van de tekst wordt meestal duidelijk in de eerste twee alinea s. Het onderwerp van een tekst vind je door globaal te lezen. Nationale Examentraining Nederlands VWO

19 Onderwerp en hoofdgedachte Onderwerp Hoofdgedachte Kopjesvragen Wat een schrijver precies over het onderwerp vertelt, noemen we de hoofdgedachtevan een tekst. hoofdgedachte = onderwerp + wat er over dat onderwerp gezegd wordt. Vaak wordt er gevraagd naar de hoofdgedachte van een alinea of van een tekstgedeelte. Soms wordt er in plaats van naar de hoofdgedachte, gevraagd naar de hoofdvraag, of de overkoepelende vraag. Onderwerp en hoofdgedachte Onderwerp Hoofdgedachte Kopjesvragen De beruchte kopjesvragen vallen ook in deze categorie. Voorbeeldvraag De tekst kan onderverdeeld worden in vier delen. Deze delen kunnen van de volgende kopjes worden voorzien: 1. (Kopje 1) 2. (Kopje 2) 3. (Kopje 3) 4. (Kopje 4) Bij welke alinea begint deel 2? Bij welke alinea begint deel 3? Bij welke alinea begint deel 4? Onderwerp en hoofdgedachte Onderwerp Hoofdgedachte Kopjesvragen Elke kopje beschrijft het onderwerp van een tekstgedeelte. Jij moet bepalen welke alinea s hetzelfde deelonderwerp hebben en dus samen zo n tekstgedeelte vormen. Als je goed analyserend gelezen hebt, kun je deze vragen relatief snel beantwoorden. Aan de kernzinnen die je onderstreept hebt, kun je zien welke alinea s hetzelfde deelonderwerp hebben. Nationale Examentraining Nederlands VWO

20 Onderwerp en hoofdgedachte Onderwerp Hoofdgedachte Kopjesvragen Oefenopgave 3 Examen 2011-II opgave 3, 4, 5, 6 Samenvatten Het examen Samenvatten Informatie ordenen Beoordelingsvragen Verandering in het examen Nederlands: grote samenvattingsopdracht is verdwenen. Maar: samenvatten is nog steeds onderdeel van het eindexamen! Samenvatten Het examen Samenvatten Informatie ordenen Beoordelingsvragen Tekstgedeelten reduceren tot de hoofduitspraak De leerling kan teksten en tekstgedeelten reduceren tot de hoofduitspraak of hoofduitspraken met (belangrijke) ondergeschikte uitspraken. Ordenen van informatie De leerling kan informatie uit teksten en tekstgedeelten (her)ordenen tot hoofduitspraak of hoofduitspraken met (belangrijke) ondergeschikte uitspraken. Beoordelen van samenvattingen De leerling kan beoordelen of een gegeven samenvatting de hoofduitspraak of hoofduitspraken van de tekst of het tekstgedeelte bevat met (belangrijke) ondergeschikte uitspraken. Nationale Examentraining Nederlands VWO

21 Samenvatten Het examen Samenvatten Informatie ordenen Beoordelingsvragen Open samenvattingsopdracht Voorbeeldvraag Geef een samenvatting van alinea 4 in maximaal 30 woorden. Voorbeeldvraag Vat de onderstaande column samen in maximaal 50 woorden, in het licht van het genoemde onderzoek. Wat moet je laten zien? Dat je hoofd- en bijzaken van elkaar kunt onderscheiden en dat je inzicht hebt in de opbouw van de tekst. Samenvatten Het examen Samenvatten Informatie ordenen Beoordelingsvragen Aanpak 1. Lees de tekst of het tekstgedeelte globaal en probeer te achterhalen wat het onderwerp is en met wat voor tekstsoort je te maken hebt. 2. Lees de tekst analyserend. Markeer en onderstreep weer de kernzinnen en andere hoofdzaken in de tekst. En let op de tekstverbanden. Schrik niet als je grote tekstdelen tegenkomt waar geen relevante informatie voor je samenvatting in staat dat kan. Zo n gedeelte kan (moet!) je weglaten in je samenvatting. Samenvatten Het examen Samenvatten Informatie ordenen Beoordelingsvragen 3. Werk de informatie uit tot een lopend verhaal. Je mag de informatie in je samenvatting herordenen. (Het hoeft niet!) Je mag de informatie in je samenvatting herformuleren. (Het hoeft niet!) Je mag zinsdelen letterlijk uit de tekst overschrijven zonder aan te geven dat het een citaat is. Een lopend verhaal is geen losse verzameling zinnen. Geef dus verbanden aan; gebruik signaalwoorden. 4. Controleer of je alle informatie verwerkt hebt in je samenvatting en of de hoofdgedachte van de tekst in je samenvatting staat. Soms vindt je de hoofdgedachte letterlijk in de tekst terug meestal in de inleiding of het slot maar soms ook niet, in dat geval moet je hem zelf formuleren. Nationale Examentraining Nederlands VWO

22 Samenvatten Het examen Samenvatten Informatie ordenen Beoordelingsvragen 5. Controleer het aantal woorden. Zorg dat je binnen het maximumaantal woorden blijft! De 10-procentregel is vervallen max. 50 woorden is dus écht max. 50 woorden. 6. Controleer je formuleringen en taalgebruik. Je krijgt geen puntenaftrek voor onjuiste formuleringen en taalfouten. Waarom is het toch belangrijk om je samenvatting goed te controleren? Slecht gekozen formuleringen kunnen ervoor zorgen dat jouw begrip van de inhoud en samenhang van de tekst niet duidelijk uit je samenvatting blijkt. 7. Zet de titel en de naam van de auteur boven je samenvatting. Samenvatten Het examen Samenvatten Informatie ordenen Beoordelingsvragen Oefenopgave 4 Officieel voorbeeldexamen opgave 33 Samenvatten Het examen Samenvatten Informatie ordenen Beoordelingsvragen Geleide samenvattingsopdracht Verschil met open samenvattingsopdracht: bij een geleide samenvatting worden één of meer aandachtspuntengegeven. Die aandachtspunten vertellen je wat de hoofdzaken zijn van het tekstgedeelte dat je moet samenvatten. Voorbeeldvraag Geef een samenvatting van alinea 2 in maximaal 40 woorden, waaruit in ieder geval blijkt waarom een ramp fascineert en wat de functies zijn van de publieke aandacht voor en het gezamenlijke beleven van een ramp. Nationale Examentraining Nederlands VWO

23 Samenvatten Het examen Samenvatten Informatie ordenen Beoordelingsvragen Aanpak 1. Herformuleer de aandachtspunten voor jezelf tot vragen Uit je samenvatting moeten de antwoorden op deze vragen blijken. Voorbeeld (vervolg) Waarom fascineert een ramp? Wat zijn de functies van de publieke aandacht voor het gezamenlijke beleven van een ramp? 2. Ga op dezelfde manier te werk als bij een vrije samenvattingsopdracht. 3. Gebruik je vragen als controlemiddel bij stap 4. Heb ik op die vragen antwoord gegeven in mijn samenvatting? Samenvatten Het examen Samenvatten Informatie ordenen Beoordelingsvragen Soms wordt je gevraagd een zogeheten argumentatieschema in te vullen. Voorbeeldvraag Vul op basis van alinea 3 tot en met 7 het onderstaande argumentatieschema aan. Samenvatten Het examen Samenvatten Informatie ordenen Beoordelingsvragen Oefenopgave 5 Officieel voorbeeldexamen opgave 34, 35, 36 Nationale Examentraining Nederlands VWO

24 Samenvatten Het examen Samenvatten Informatie ordenen Beoordelingsvragen Je hoeft zelf geen samenvatting te schrijven, maar je moet andere samenvattingen beoordelen. Soms moet je aangeven welke informatie-elementen niet in een samenvatting moeten worden opgenomen. Voorbeeldvraag Welk van de onderstaande informatie-elementen hoort niet in een samenvatting van de tekst thuis? A. criminaliteitscijfers B. jongeren C. onveiligheidsgevoel D. Veelplegers Samenvatten Het examen Samenvatten Informatie ordenen Beoordelingsvragen Soms moet je een hele samenvatting beoordelen: je krijgt de keuze uit vier samenvattingen van een tekst(gedeelte), waaruit de je beste moet kiezen. Een samenvatting die je moet beoordelen, moet (natuurlijk) aan dezelfde eisen voldoen als een samenvatting die je zelf maakt. Samenvatten Het examen Samenvatten Informatie ordenen Beoordelingsvragen Aanpak 1. Bepaal zelf de hoofdgedachte van het tekstgedeelte waar de vraag over gaat. Kijk of die hoofdgedachte duidelijk terugkomt in de samenvattingen die je moet beoordelen. 2. Bekijk van elke samenvatting of hij volledig en kernachtig genoeg is. Bevat de samenvatting alle hoofdzaken? Is er geen onbelangrijke informatie (bijzaken) opgenomen? 3. Bekijk of alle verbanden die in de samenvattingen gelegd worden, juist zijn. Nationale Examentraining Nederlands VWO

25 Functies van tekstgedeelten Functies van tekstgedeelten Functiewoorden Oefenopgave Alle elementen in een tekst staan daar met een bedoeling, ze hebben dus een bepaalde functie ze staan er niet voor niks! Ieder woord heeft een functie binnen een zin, iedere zin heeft een functie binnen een alinea en iedere alinea heeft een functie binnen de tekst. In het examen zitten veel vragen over de functies van alinea s. Functies van tekstgedeelten Functies van tekstgedeelten Functiewoorden Oefenopgave Functies van alinea s Alinea s vormen de grootste bouwstenen van een tekst een alinea heeft als geheel dan ook een functie binnen die tekst. De eerste alinea kan bijvoorbeeld de aanleiding voor het schrijven van de tekst beschrijven, of er wordt een probleemstelling geformuleerd, of er wordt een vraag gesteld. De laatste alinea heeft vaak als functie: een conclusie trekken, of een aanbeveling doen, of een samenvattinggeven. Soms heeft één alinea meerdere functies. Als een alinea meerdere functies heeft, wordt er gevraagd naar de belangrijkstefunctie. Altijd meerkeuzevragen. Functies van tekstgedeelten Functies van tekstgedeelten Functiewoorden Oefenopgave Voorbeeldvraag Wat is de functie van alinea 4? Vaak wordt er gevraagd wat de functie van een alinea is ten opzichte van een andere alinea, of ten opzichte van de gehele tekst. Voorbeeldvraag Welke functie heeft alinea 3 ten opzichte van alinea 2? Voorbeeldvraag Hoe kan de functie van alinea 13 het beste getypeerd worden binnen het geheel van de tekst? Voor het antwoord op deze vraag zijn tekstrelaties belangrijk. Signaalwoorden kunnen je dus goed helpen bij deze vragen! Nationale Examentraining Nederlands VWO

26 Functies van tekstgedeelten Functies van tekstgedeelten Functiewoorden Oefenopgave Bijlage 1 Functies van tekstgedeelten Functies van tekstgedeelten Functiewoorden Oefenopgave Oefenopgave 6 Argumentatie Stellingen en argumenten Redeneringen Aanvaardbaarheid De auteur gebruikt argumenten om zijn stelling of mening te onderbouwen. Je kent argumentatie van je eigen betoog dat je voor het SE moest schrijven. Je moet argumenten in te tekst kunnen herkennen en het type argument benoemen. Dat laatste houdt in dat je kunt herkennen waarop een bepaald argument gebaseerd is. Nationale Examentraining Nederlands VWO

27 Argumentatie Stellingen en argumenten Redeneringen Aanvaardbaarheid (controleerbaar) feit voorbeeld vergelijking (of: analogie) Eindexamentrainingen helpen helemaal niet, want leerlingen die zo n training volgen scoren niet hoger op het examen. Die examentrainer Nederlands heeft absoluut geen gevoel voor mode. Kijk maar naar de schoenen die hij draagt! Of de examentraining leuk was? Nee, het was net een gewone schooldag. ervaring (of: Je kunt merken dat het voorjaar eraan zit te komen: het wordt empirisch argument) s ochtends steeds vroeger licht. gezag (of: autoriteit) gevolg Het is oké om genante foto s van jezelf op Facebook te zetten; Heleen van Royen doet het ook. Veel te veel mensen doen technische studies. Over tien jaar hebben we een overschot aan techneuten en een tekort aan neerlandici. Argumentatie Stellingen en argumenten Redeneringen Aanvaardbaarheid nut (of: gewenst gevolg) gevoel, intuïtie of emotie (of: emotioneel argument) algemene normen en waarden geloof (of: persoonlijke overtuiging, moreel argument) Meer studenten zouden Nederlands moeten gaan studeren, dan hebben we over een paar jaar ook nog genoeg eindexamentrainers. De verkoop van kleding met konijnenbont zou verboden moeten worden. De tranen springen me in de ogen als ik zie hoe die arme, zielige konijntjes krijsen van de pijn als ze levend geplukt worden! Maar goed dat ze weg is bij die kerel: hij ging de hele tijd vreemd! Het is een slechte zaak dat de AIVD zoveel telefoongesprekken afluistert; dat ondermijnt het recht op privacy. Argumentatie Stellingen en argumenten Redeneringen Aanvaardbaarheid Stellingen en argumenten kunnen zich op vier manieren tot elkaar verhouden. We kennen: 1. enkelvoudige argumentatie 2. meervoudige argumentatie 3. nevenschikkende argumentatie 4. onderschikkende argumentatie. Nationale Examentraining Nederlands VWO

28 Argumentatie Stellingen en argumenten Redeneringen Aanvaardbaarheid 1. Enkelvoudige argumentatie Een standpunt wordt met één enkel argument onderbouwd. Zwarte Piet moet blijven (stelling) Want de meerderheid van de bevolking wil dat. (argument) Argumentatie Stellingen en argumenten Redeneringen Aanvaardbaarheid 2. Meervoudige argumentatie Een standpunt wordt met twee (of meer) op zichzelf staande argumenten onderbouwd. Zwarte Piet moet blijven (stelling) Want de meerderheid van de en Zwarte Piet is cultureel Bevolking wil dat erfgoed. (argument 1) (argument 2) Argumentatie Stellingen en argumenten Redeneringen Aanvaardbaarheid 3. Nevenschikkende argumentatie Een standpunt wordt met twee (of meer) deelargumenten onderbouwd. Die deelargumenten zijn van elkaar afhankelijk. Zwarte Piet moet worden afgeschaft (stelling) Want Zwarte Piet is en discriminatie is verboden discriminerend in Nederland. (deelargument 1) (deelargument 2) Nationale Examentraining Nederlands VWO

29 Argumentatie Stellingen en argumenten Redeneringen Aanvaardbaarheid 4. Onderschikkende argumentatie De stelling wordt door een hoofdargument ondersteund; het hoofdargument wordt door (een of meer) subargumentenondersteund. Zwarte Piet moet blijven (stelling) Want de meeste mensen in Nederland willen dat (hoofdargument) Dat blijkt wel uit alle reacties op Facebook en Twitter (subargument) Argumentatie Stellingen en argumenten Redeneringen Aanvaardbaarheid 4. Onderschikkende argumentatie De stelling wordt door een hoofdargument ondersteund; het hoofdargument wordt door (een of meer) subargumentenondersteund. Zwarte Piet moet blijven (stelling) Want de meeste mensen in Nederland willen dat (hoofdargument) Dat blijkt wel uit alle reacties op en de massale steun voor de Facebook en Twitter online handtekeningenactie. (subargument 1) (subargument 2) Argumentatie Stellingen en argumenten Redeneringen Aanvaardbaarheid Redeneringen (of: argumentaties) zijn series van logische denkstappen. Niet alleen in een betoog, ook in een uiteenzetting of beschouwing. Voorbeeldvraag Welk van de onderstaande reeksen geeft de opbouw van de redenering uit alinea 5 het beste weer? A. stelling argument voorbeeld tegenwerping B. tegenstelling voorbeeld stelling toelichting C. stelling- voorbeeld beoordeling argument D. tegenstelling stelling argument uitwerking Aanpak: Bekijk van elke zin wat zijn functie is. Nationale Examentraining Nederlands VWO

30 Argumentatie Stellingen en argumenten Redeneringen Aanvaardbaarheid Oefenopgave 7 Argumentatie Stellingen en argumenten Redeneringen Aanvaardbaarheid Je moet een betoog op aanvaardbaarheid kunnen beoordelen. Dat houdt in dat je kritische vragen stelt bij: De bron Is de schrijver deskundig ten aanzien van het onderwerp van de tekst? Is de schrijver partijdig? Is het medium betrouwbaar? De informatie die verstrekt wordt Zijn de gegevens controleerbaar? Zijn de gegevens relevant? Zijn de gegevens volledig? Zijn de gegevens up-to-date? De argumentatie Is de argumentatie helder en duidelijk genoeg? Zijn de redeneringen logisch? Zijn de argumenten die schrijver geeft relevant? Ondersteunt de argumentatie voldoende het standpunt dat de schrijver inneemt? Argumentatie Stellingen en argumenten Redeneringen Aanvaardbaarheid Drogreden: een argumentatie die niet klopt, maar wel aannemelijk lijkt onjuiste oorzaakgevolgrelatie valse vergelijking verkeerde autoriteit overhaaste generalisatie Door het Sinterklaasfeest worden zwarte werknemers door blanke werknemers niet als gelijkwaardige collega s gezien. Zwarte Piet moet blijven, we gaan de Kerstman toch ook niet afschaffen?! Zwarte Piet moet blijven, dat zegt Erik van Muiswinkel (een goede vriend van de hoofdpiet) ook. De donkere Nederlander voelt zich zwaar gediscrimineerd door Zwarte Piet. cirkelredenering Zwarte Piet moet blijven, want hij mag niet worden afgeschaft! Nationale Examentraining Nederlands VWO

31 Argumentatie Stellingen en argumenten Redeneringen Aanvaardbaarheid persoonlijke aanval ontduiken bewijslast vertekenen van een standpunt Zwarte Piet moet worden afgeschaft, wie vóór Zwarte Piet is, is een racist! Het spreekt voor zich dat Zwarte Piet niet mag worden afgeschaft! De tegenstanders van Zwarte Piet willen het Sinterklaasfeest van ons afpakken! bespelen van het publiek Mijn moeder werd door een jongen uitgescholden voor Zwarte Piet. Nou, mijn moeder is een sterke vrouw, maar ik had haar nog nooit zo aangeslagen gezien. Wat vreselijk! Zwarte Piet moet worden afgeschaft! Examens En nu OEFENEN! Examens En nu OEFENEN! Een examen Nederlands maak je nooit zonder: Pen of potlood Markeerstiften Woordenboek Nationale Examentraining Nederlands VWO

32 Evaluatie Laat ons weten wat je van de training vond: Enthousiast na deze training? Kijk op voor al je andere vakken Nationale Examentraining Nederlands VWO

33 Oefenopgave 1: tekstverbanden Lees de onderstaande tekst en markeer de signaalwoorden. Geef daarna van de gemarkeerde signaalwoorden aan op welk verband ze duiden. Lageropgeleiden voortaan ook hogeropgeleid Iedereen hoort bij de elite Wie de basisschool heeft afgerond, mag zich voortaan hogeropgeleid noemen. Het kabinet hoopt daarmee de kloof tussen hoger- en lageropgeleiden te dichten. Momenteel is minstens een HBObachelordiploma vereist om hogeropgeleid genoemd te worden. Vicepremier Lodewijk Asscher vindt dat niet eerlijk ten opzichte van de lageropgeleiden: Dat soort etiketten creëert een tweedeling in de samenleving. Wie zegt dat iemand met een vmbo-diploma lager is opgeleid dan iemand met een PhD? Partijen als de PVV en de SP proberen al langer aansluiting te vinden bij de ontevreden groep die denkt dat alles in ons land bepaald wordt door een hogeropgeleide elite. Volgens Asscher zorgen deze partijen voor polarisatie: Ik steun het streven naar gelijkheid. Als kabinet zeggen wij daarom: iedereen hoort bij de elite De onderwijswereld reageert enthousiast. Rector magnificus juf Joke van Universiteit De Triangel in Geldrop: Wie straks bij ons de Citotoets heeft afgerond, heeft de wereld aan zijn voeten liggen. Het maken van die toets is niet voor iedereen weggelegd, dus onze alumni mogen hartstikke trots zijn op dat papiertje. Er zijn ook kritische geluiden. Justin Hoekman, fietsenmaker in Alphen aan den Rijn, is bang dat hij geen geschikt personeel meer kan vinden: Die knappe koppen van de universiteit zijn helemaal niet goed met hun handen. Ik heb jongens en meisjes nodig die een band kunnen plakken, geen wijsneuzen die de hele dag in de boeken zitten. Asscher denkt dat het met de negatieve gevolgen wel meevalt: Het voelt natuurlijk wat onwennig dat mensen uit Volendam nu ook bij de elite horen, maar ook zij kunnen op hun eigen beperkte manier hun steentje bijdragen. Bron: De Speld [12 december 2014] Nationale Examentraining Nederlands VWO

34 Oefenopgave 2: leesstrategieën Lees het volgende tekstfragment en markeer in elke alinea de kernzin. Kunstmest voor het brein (fragment) (1) De jeugd van tegenwoordig heeft een gebrekkige algemene ontwikkeling. De meeste jongeren hebben nog nooit van Horatius of Bonifatius gehoord. Ook hun kennis van vakken die van praktisch belang zijn voor onze toekomst, zoals ecologie, genetica en technologie, schiet tekort. Het is een internationaal probleem. Ouders, gooi die Game Boy weg, doe de televisie uit en zet je kinderen aan het huiswerk, schreef de Amerikaan Thomas Friedman onlangs, want de mensen in China en India hongeren naar jullie banen. Hij waarschuwt ervoor dat China en India het Westen economisch zullen overvleugelen als we er niet voor zorgen dat onze jeugd beter is gekwalificeerd voor de complexe banen van een innoverende kenniseconomie. (2) De beste kwalificatie om te kunnen slagen is een hoog IQ, dat in belangrijke mate bepaalt of een jongere de flexibiliteit en het leervermogen heeft om succesvol te zijn in een competitieve, snel veranderende economie. Het vreemde is dat, ondanks alle klachten over het onderwijs, het gemiddelde IQ in westerse landen voortdurend stijgt. Onze jeugd weet steeds minder, maar wordt wel steeds slimmer. Volgens de Amerikaan Steven Johnson hebben we die toegenomen intelligentie nu juist te danken aan de Game Boy en de televisie. Hij betoogt dat de door veel ouders verafschuwde videospelletjes en tv-programma s de intelligentie verhogen op een manier waarop de school dat niet kan (3) Computergames en populaire tvprogramma s zijn in de loop der jaren steeds ingewikkelder geworden. Het aloude Pac-Man (het gele happertje) was een simpele oefening in handoogcoördinatie en het herkennen van patronen. Moderne Pokémonvideogames en Doom (een science fictionavontuur in de ruimte) eisen veel meer van de speler. Johnson illustreert de complexiteit van moderne games door te wijzen op een walk through (een informele handleiding) voor Grand Theft Auto III (een ontsnapte crimineel moet uit handen van politie en straatbendes blijven) die maar liefst woorden lang is. (4) Populaire tv-series uit de jaren zestig en zeventig zijn naar hedendaagse normen zo simpel dat het moeilijk voorstelbaar is dat er ooit volwassenen naar keken. De kijker hoefde maar een handvol personen te leren kennen, de karakters waren clichématig en er was een duidelijk onderscheid tussen good guys, sukkels, en bad guys. Elke episode hadéén verhaallijn, die zich bewoog naar een voorspelbaar happy end: de schurken werden gevangen, de hoofdpersonen overleefden. De eerste politieserie met meervoudige verhaallijnen was Hill Street Blues (1981). In een aflevering speelden soms tien verhaallijnen door elkaar heen, waren de karakters complexer, de plots ingewikkelder en lag het tempo hoger. Deze serie wordt weer ver overtroffen door The Sopranos. Hier lopen de verhaallijnen veel langer door, hebben ze meer Nationale Examentraining Nederlands VWO

35 80 om het lijf en is er geen duidelijk onderscheid tussen hoofdverhaal en bijvertellingen. Oefenopgave 6: functies van tekstdelen Fragment uit het examen Nederlands 2008-I Lees het onderstaande fragment uit de tekst De illusies van de kenniseconomie. Binnen het tekstgedeelte van alinea 3 tot en met 6 heeft elke alinea een eigen functie. Geef van elke alinea aan wat deze functie is, kies uit de volgende functiewoorden: argument, conclusie, definitie, gevolg, onderbouwing, oorzaak, probleemstelling, samenvatting, stelling, tegenstelling, uitwerking, vermoeden, voorwaarde, weerlegging. De illusies van de kenniseconomie (fragment) Het Innovatieplatform van premier Balkenende wil dat Nederland tot de kopgroep van de kenniseconomieën gaat behoren. Volgens Harry Kunneman, hoogleraar sociale theorie en rector magnificus van de Universiteit voor Humanistiek, worden er verwachtingen geschapen die niet of slechts ten dele zijn waar te maken (1) De ontwikkeling van Nederland als kennisland staat hoog op de politieke agenda. In korte tijd is er brede consensus ontstaan over de noodzaak de achterstandspositie van Nederland om te buigen. Nederland dient tot de kopgroep van innoverende landen te gaan behoren. In Europees verband zullen de uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling tussen nu en 2010 verhoogd worden tot 3 procent van het bruto nationaal product, wat voor Nederland een verhoging van ruim 30 procent betekent. Naast onderzoeksinvesteringen door bedrijven gaat het vooral om investeringen in bèta-studies die bijdragen aan innovaties op gebieden als ICT, genomics en nanotechnologie. (2) Merkwaardig is de grote eensgezindheid waarmee dit technologiebeleid uitgedragen wordt. Er kan immers een groot vraagteken geplaatst worden bij een belangrijke vooronderstelling waarop dit beleid stoelt. In de vele rapporten en artikelen over dit onderwerp wordt als vanzelfsprekend aangenomen dat er een directe koppeling bestaat tussen technologische innovatie en economische groei aan de ene kant en toename van welzijn en verbetering van de kwaliteit van leven aan de andere kant. Innovatie moet, technologie doet goed, zo luidt de heilsboodschap. (3) Het zal duidelijk zijn: met het ontwikkelen van nieuwe kennis en nieuwe technologische producten wil men de economie vooruit helpen. Maar tegelijkertijd wordt de verwachting gewekt dat door technologische vernieuwing de levenskwaliteit zal toenemen. De burger krijgt aldus de illusie voorgespiegeld van een bestaan waarin op den duur alle bedreigingen uitgebannen zijn en dat volledig maakbaar is. (4) In postindustriële samenlevingen als de onze verwachten de mensen dan ook dat de kwaliteit van het dagelijks leven steeds meer zal toenemen door de technologische vooruitgang op gebieden als medische zorg, wonen, voeding, communicatie, transport en vrije tijd. Nationale Examentraining Nederlands VWO

36 Met andere woorden: we gaan er al dan niet bewust van uit dat het bestaan beheersbaar is. Dit vooruitgangsgeloof en de daarmee gepaard gaande illusies wortelen in een newtoniaans wereldbeeld. Dat wereldbeeld verbreidde zich in de achttiende en negentiende eeuw over bijna alle wetenschappen en kreeg in de twintigste eeuw in de meeste westerse maatschappijen een dominante positie. Vandaar het bijna onbegrensde vertrouwen in de beheersbaarheid van het bestaan. Bedrijfsleven en overheid hebben er een groot commercieel en politiek belang bij deze illusie van een maakbare toekomst in stand te houden. De werkelijkheid waarin wij mensen leven, kan echter nooit geheel doorzien en begrepen worden, laat staan dat we als Frankenstein alsmaar kunnen blijven knutselen aan de basiscondities van het leven. (5) Het zijn de exacte wetenschappen zelf die de al te naïeve verwachtingen logenstraffen. Het is bijvoorbeeld wetenschappelijk vastgesteld dat in allerlei natuurlijke stelsels bijvoorbeeld het weer onder bepaalde omstandigheden heel kleine, niet exact meetbare ontwikkelingen enorm versterkt kunnen worden, waardoor ze onvoorspelbare resultaten kunnen hebben. Een tot de verbeelding sprekend voorbeeld: de vleugelslag van een vlinder in een Zuid- Amerikaans oerwoud kan uiteindelijk leiden tot een vloedgolf in de noordelijke IJszee. Het gedrag van natuurlijke systemen is dikwijls chaotisch en ondoorzichtig. Dat geldt voor alle complexe systemen, en dus ook voor een bijzonder interessante categorie: de levende wezens, variërend van amoeben tot kreeften en van fruitvliegjes tot mensapen. (6) Met dit vrij recente wetenschappelijk inzicht komt ook de aloude droom van een exacte wetenschap van het menselijk bestaan in een ander licht te staan. Niet alleen mensen zelf, maar ook beschavingen en samenlevingen zijn complexe en dynamische stelsels van wetmatige samenhangen en chaotische processen, waarbij voortdurend nieuwe en onverwachte mogelijkheden ontstaan. De opvatting dat een dergelijke wetenschap ooit de mens in al zijn biologische, mentale en sociologische aspecten zal kunnen doorgronden en voorspellen, is niet langer houdbaar. Fragment uit het examen Nederlands 2006-I Nationale Examentraining Nederlands VWO

37 Opdracht 7: redeneringen Lees het volgende fragment uit de tekst De vloek van het feminisme. In alinea 3 wordt beweerd dat de vrouw net als de man carrière moet kunnen maken. In dezelfde alinea worden de argumenten gegeven die aan deze opvatting ten grondslag liggen. Van welk type argumentatie is hier sprake? Van een argumentatie op basis van A. oorzaak gevolg B. overeenkomst vergelijking C. voorbeelden D. voor- en nadelen De vloek van het feminisme (fragment) (1) Nogal wat Nederlanders en andere Europeanen vragen zich terecht af of we, gezien het lage geboortecijfer van gemiddeld 1,7 kind per vrouw, niet méér kinderen zouden moeten krijgen. De redenen hiervoor zijn dat met zo n laag geboortecijfer de kosten van de vergrijzing uiteindelijk niet meer zijn op te brengen en dat met dit soort cijfers de Europese bevolking langzaam maar zeker zal verdwijnen, en met haar de Europese cultuur. Dat is geen aantrekkelijk perspectief voor onze nakomelingen. (2) Het lage geboortecijfer is een rechtstreeks gevolg van het feminisme, dat sedert de jaren zestig van de vorige eeuw de traditionele visie op de rol van de vrouw niet aflatend en met succes onder vuur heeft genomen. In die traditionele visie werd de vrouw als broedmachine beschouwd en veroordeeld tot het aanrecht. Zij werd opgesloten in huis, veroordeeld tot een saai leven als moeder en homemaker, zij was afhankelijk en kon niet zelfstandig handelen. Kortom, het traditionele denken stond de zelfontplooiing van de vrouw in de weg. (3) Daar moest volgens het feminisme een eind aan komen. De vrouw is even getalenteerd als de man en ze moet dus, net als hij, kunnen studeren en daarna haar eigen boterham kunnen verdienen in een betaalde baan. Ze moet net als de man carrière kunnen maken en de top kunnen bereiken. Dan pas is ze gelijk aan de man en kan ze zichzelf volledig ontplooien. Fragment uit het examen Nederlands 2009-II Nationale Examentraining Nederlands VWO

38 Bijlage 1: lijst van functiewoorden Functiewoorden Aanbeveling Aanleiding Afweging Argument Beantwoording Begripsomschrijving Beoordeling Bewering Bewijs(voering) Conclusie Constatering Definitie Doelstelling De schrijver geeft goede raad of een advies. Bijvoorbeeld een suggestie om tot de oplossing van een probleem te komen. Aanbevelingen vindt je meestal aan het einde van de tekst, in het slot. De schrijver geeft aan welke gebeurtenis om omstandigheid hem ertoe gebracht heeft dit stuk te schrijven. Let op: het gaat hier dus niet om de aanleiding van het probleem dat in de tekst wordt beschreven, maar over de reden voor de schrijver om erover te gaan schrijven! Meestal heeft dit te maken met een recente gebeurtenis. De aanleiding is vaak onderdeel van de inleiding van het begin van de tekst dus. De schrijver bespreekt voor- en nadelen en vergelijkt die. Op basis van zo n afweging trekt hij zijn conclusie. De schrijver zegt waarom hij iets vindt hij onderbouwt hiermee een bewering of stelling. De schrijver geeft antwoord op eerder gestelde vraag. Let op: als er sprake is van een beantwoording, moet er ook ergens in de tekst natuurlijk ook een vraagstelling zitten! De schrijver geeft aan wat hij met een bepaalde term in de tekst bedoelt. Vaak gaat het dan om een niet-alledaagse term; de schrijver wil dan zeker weten dat de lezer snapt wat hij met dat woord of begrip wil aanduiden. Let op: het gaat echt alleen om de omschrijving van het specifieke woord of de specifieke woordgroep niet van het hele verschijnsel. Begripsomschrijving is hetzelfde als definitie. De schrijver geeft zijn oordeel over een onderwerp dat kan natuurlijk een positief of een negatief oordeel zijn. De schrijver verkondigt zijn mening. Hij maakt duidelijk wat hij ergens van vindt als hij dat niet doet en alleen maar iets vaststelt, is er geen sprake van een bewering, maar van een constatering. Een bewering is hetzelfde als een stelling. De schrijver toont aan dat een bewering of theorie juist is. De schrijver komt op grond van het voorafgaande (dus: de rest van de tekst) tot een gevolgtrekking. De schrijver stelt iets vast/ markt iets op, zonder dat hij er direct wat van vindt of er een mening over heeft. Een constatering is objectiever dan een bewering of stelling. De schrijver geeft aan wat hij met een bepaalde term in de tekst bedoelt. Vaak gaat het dan om een niet-alledaagse term; de schrijver wil dan zeker weten dat de lezer snapt wat hij met dat woord of begrip wil aanduiden. Let op: het gaat alleen om de definitie van het specifieke woord of de specifieke woordgroep niet van het hele verschijnsel. Definitie is hetzelfde als begripsomschrijving. De schrijver geeft aan wat hij wil bereiken. Nationale Examentraining Nederlands VWO

39 Gevolg Hypothese Karakterisering Ontkenning Oorzaak Opsomming Probleemstelling Samenvatting Stelling Tegenstelling Tegenwerping Theorie Toelichting Toepassing Uitwerking Verklaring of reden Vermoeden Verslag van onderzoek Voorbeelden De schrijver beschrijft het gevolg dat door een oorzaak ontstaan is. De schrijver veronderstelt iets wat nog niet bewezen is. De schrijver geeft voornaamste kenmerken of eigenschappen van een verschijnsel. Schrijver ontkent de juistheid van een bewering. Als hij ook nog bewijst dat iets onjuist is, is er sprake van een weerlegging. Schrijver geeft aan waardoor iets geworden is zoals het is. Een oorzaak heeft altijd een gevolg en andersom. De schrijver geeft een reeks dus een opeenvolging van bijvoorbeeld gevolgen, oorzaken, voorbeelden, verklaringen of argumenten. De schrijver schets het probleem aan dat hij (in zijn tekst) gaat bespreken. De schrijver geeft in het kort het belangrijkste punten van een tekst of tekstgedeelte weer een samenvatting vind je over het algemeen aan het eind van zo n tekst of tekstgedeelte. De schrijver verkondigt zijn mening. Hij maakt duidelijk wat hij ergens van vindt als hij dat niet doet en alleen maar iets vaststelt, is er geen sprake van een stelling, maar van een constatering. Een bewering is hetzelfde als een bewering. De schrijver beweert iets dat tegenover een andere bewering in de tekst. De schrijver maakt bezwaar tegen een eerdere bewering of argumentatie als hij ook nog uitlegt waarom die eerdere bewering of argumentatie niet klopt, is er sprake van een weerlegging. Schrijver beschrijft wat over een bepaald onderwerp is bedacht, vaak gaat het dan om wetenschappelijke opvattingen. Theorie staat los van de praktijk. De schrijver probeert een mening of bewering te verduidelijken. Het doet dit niet om de lezer te overtuigen (dan zou je namelijk met een argument te maken hebben), maar om de lezer die bewering te laten begrijpen. Als toelichting gebruikt de schrijver soms een voorbeeld, maar lang niet altijd! De schrijver beschrijft hoe een bepaalde theorie in praktijk wordt toegepast. De schrijver werkt een stelling of theorie in detail uit hij verteld er wat meer over. Iemand legt uit waarom een bepaalde keuze gemaakt is, waarom een bepaalde situatie ontstaan is. De schrijver uit een vermoeden; hij geeft hoe wat denkt dat het geval is, zonder dat hij daar uitsluitsel over kan geven. Schrijver geeft resultaten van een wetenschappelijk onderzoek. De schrijver verduidelijkt iets met concrete voorbeelden. Nationale Examentraining Nederlands VWO

40 Voorbehoud Voorwaarde Vraagstelling Weerlegging De schrijver geeft aan dat hij alleen met iets instemt, als er vooraf aan een beperkende voorwaarde wordt voldaan. De schrijver stelt een eis waaraan voldaan moet worden voordat iets kan plaatsvinden. De schrijver stelt de hoofdvraag die hij in zijn tekst wil beantwoorden. De vraagstelling vind je meestal in de inleiding van een tekst in het begin dus. Als er een vraagstelling in de tekst staat, is het logisch dat er ook een antwoord te vinden is. De schrijver toont aan dat een eerdere bewering of argumentatie onjuist is als de schrijver alleen bezwaar maakt tegen die eerdere bewering zonder precies uit te leggen waarom die onjuist is, is er geen sprake van een weerlegging, maar van een tegenwerping. Nationale Examentraining Nederlands VWO

41 Oefenexamens Nationale Examentraining Nederlands VWO

Hey jij daar! We wensen je heel veel succes vandaag en op je examen straks! Namens het team van de Nationale Examentraining,

Hey jij daar! We wensen je heel veel succes vandaag en op je examen straks! Namens het team van de Nationale Examentraining, Trainingsboek Wiskunde VMBO Basis 2016 Hey jij daar! Welkom op de examentraining Wiskunde VMBO-Basis! Het woord examentraining zegt het al: trainen voor je examen. Tijdens deze training behandelen we de

Nadere informatie

Hey jij daar! We wensen je heel veel succes vandaag en op je examen straks! Namens het team van de Nationale Examentraining,

Hey jij daar! We wensen je heel veel succes vandaag en op je examen straks! Namens het team van de Nationale Examentraining, Trainingsboek Nederlands HAVO 2016 Hey jij daar! Welkom op de examentraining Nederlands HAVO! Het woord examentraining zegt het al: trainen voor je examen. Tijdens deze training behandelen we de examenstof

Nadere informatie

Beste leerling, We wensen je heel veel succes vandaag en op je examen straks! Namens het team van de Nationale Examentraining,

Beste leerling, We wensen je heel veel succes vandaag en op je examen straks! Namens het team van de Nationale Examentraining, Trainingsboek Nederlands VWO 2015 Beste leerling, Welkom op de examentraining Nederlands VWO! Het woord examentraining zegt het al: trainen voor je examen. Tijdens deze training behandelen we de examenstof

Nadere informatie

Beste leerling, We wensen je heel veel succes vandaag en op je examen straks! Namens het team van de Nationale Examentraining,

Beste leerling, We wensen je heel veel succes vandaag en op je examen straks! Namens het team van de Nationale Examentraining, Trainingsboek Nederlands HAVO 2015 Beste leerling, Welkom op de examentraining Nederlands HAVO! Het woord examentraining zegt het al: trainen voor je examen. Tijdens deze training behandelen we de examenstof

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Examenbundel Nederlands

Samenvatting Nederlands Examenbundel Nederlands Samenvatting Nederlands Examenbundel Nederlands 2006-2007 Samenvatting door een scholier 1526 woorden 1 mei 2007 7,5 102 keer beoordeeld Vak Nederlands Samenvatting examenbundel Nederlands 2006-2007 1.

Nadere informatie

onthouden. Schrijfdoelen Schrijfdoel Inhoud schrijfdoel Voorbeeld vermaakt door een leuk, spannen, aangrijpend of interessante tekst.

onthouden. Schrijfdoelen Schrijfdoel Inhoud schrijfdoel Voorbeeld vermaakt door een leuk, spannen, aangrijpend of interessante tekst. Nederlands Leesvaardigheid Leesstrategieën Oriënterend lezen Globaal lezen Intensief lezen Zoekend lezen Kritisch lezen Studerend lezen Om het onderwerp vast te stellen en te bepalen of de tekst bruikbaar

Nadere informatie

Hey jij daar! We wensen je heel veel succes vandaag en op je examen straks! Namens het team van de Nationale Examentraining,

Hey jij daar! We wensen je heel veel succes vandaag en op je examen straks! Namens het team van de Nationale Examentraining, Trainingsboek Wiskunde VMBO 2016 Hey jij daar! Welkom op de examentraining Wiskunde VMBO! Het woord examentraining zegt het al: trainen voor je examen. Tijdens deze training behandelen we de examenstof

Nadere informatie

Teksverklaringen!!!!! Samenvattingen!! - Meerkeuzevragen! - Open! !!!! Nederlands! 1. Spellen! 2. Samenvatting schrijven

Teksverklaringen!!!!! Samenvattingen!! - Meerkeuzevragen! - Open! !!!! Nederlands! 1. Spellen! 2. Samenvatting schrijven NEDERLANDS Nederlands Teksverklaringen Samenvattingen 1. Hoofdgedachte 2. Meerkeuzevragen 3. Tekstverbanden 4. Open vragen 5. Argumentatie 6. Mening en doel van de schrijver 1. Spellen 2. Samenvatting

Nadere informatie

De theorie voor leesvaardigheid in de vorm van een stappenplan

De theorie voor leesvaardigheid in de vorm van een stappenplan De theorie voor leesvaardigheid in de vorm van een stappenplan 1. Globaal lezen a. Lees eerst altijd een tekst globaal. Dus: titel, inleiding, tussenkopjes, slot en bron. b. Denk na over het onderwerp,

Nadere informatie

Oriënterend lezen. Globaal lezen. Intensief lezen. Zoekend leen. Kritisch lezen. Studerend lezen

Oriënterend lezen. Globaal lezen. Intensief lezen. Zoekend leen. Kritisch lezen. Studerend lezen Samenvatting Nederlands leesvaardigheid 1 en 2 en argumenteren katern Lezen hoofdstuk 1 Leesstrategieën Manieren van heten leesstrategieën Leesdoel Leesstrategie Aanpak vaststellen Snel bepalen of een

Nadere informatie

Aantekeningen die je moet leren voor het SE Leesvaardig voor Eldeweek 2 en je eindexamen!! Goed bewaren dus!!!! Naam: Leesvaardig Blok 1

Aantekeningen die je moet leren voor het SE Leesvaardig voor Eldeweek 2 en je eindexamen!! Goed bewaren dus!!!! Naam: Leesvaardig Blok 1 Aantekeningen die je moet leren voor het SE Leesvaardig voor Eldeweek 2 en je eindexamen!! Goed bewaren dus!!!! Naam: Leesvaardig Blok 1 Tekstverband Signaalwoord Voorbeeld Reden Omdat, want, daarom Ik

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Tekstbegrip

Samenvatting Nederlands Tekstbegrip Samenvatting Nederlands Tekstbegrip Samenvatting door een scholier 1533 woorden 7 mei 2003 7,1 291 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Centraal examen Nederlands Tekstbegrip 2 Signaalwoorden/ signaalzinnen

Nadere informatie

Leesvaardigheid H1.1 Leesstrategieën

Leesvaardigheid H1.1 Leesstrategieën Samenvatting door F. 808 woorden 9 januari 2016 8,2 20 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands Leesvaardigheid H1 Leesstrategieën Leesdoel Lees-Strategie Aanpak Bekijk een boek: Onderwerp

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Lezen Hoofdstuk 1, 2 en 3

Samenvatting Nederlands Lezen Hoofdstuk 1, 2 en 3 Samenvatting Nederlands Lezen Hoofdstuk 1, 2 en 3 Samenvatting door E. 951 woorden 24 november 2012 5,5 4 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands NEDERLANDS LEZEN H1 1: Leesstrategieën

Nadere informatie

Waarom een samenvatting maken?

Waarom een samenvatting maken? Waarom een samenvatting maken? Er zijn verschillende manieren om actief bezig te zijn met de leerstof. Het maken van huiswerk is een begin. De leerstof is al eens doorgenomen; de stof is gelezen en opdrachten

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Module 9

Samenvatting Nederlands Module 9 Samenvatting Nederlands Module 9 Samenvatting door een scholier 1519 woorden 26 juni 2004 7,5 55 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Kiliaan Module 9: A3 Tekstsoorten A4 Structuur van de boodschap C4

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Lezen h 1.2 t/m 5.2 2

Samenvatting Nederlands Lezen h 1.2 t/m 5.2 2 Samenvatting Nederlands Lezen h 1.2 t/m 5.2 2 Samenvatting door Ive 1045 woorden 27 juni 2018 5,3 3 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Talent Samenvatting Nederlands 1.2 t/m 5.2 1.2 Leesstrategieën

Nadere informatie

Samenvatting door Manou 656 woorden 24 mei keer beoordeeld. Nederlands. Samenvatting Nederlands leesvaardigheid.

Samenvatting door Manou 656 woorden 24 mei keer beoordeeld. Nederlands. Samenvatting Nederlands leesvaardigheid. Samenvatting door Manou 656 woorden 24 mei 2016 6 24 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands Samenvatting Nederlands leesvaardigheid Leesvaardigheid Schrijfdoelen en Tekstsoorten Er zijn

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Cursus lezen en schrijven(h1)

Samenvatting Nederlands Cursus lezen en schrijven(h1) Samenvatting Nederlands Cursus lezen en schrijven(h1) Samenvatting door V. 1312 woorden 4 januari 2013 6,7 9 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands Cursus lezen Hoofdstuk 1: De verschillende

Nadere informatie

Examen VWO. Nederlands

Examen VWO. Nederlands Nederlands Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Dinsdag 23 mei 13.30 16.30 uur 20 06 Vragenboekje Voor dit examen zijn maximaal 45 punten te behalen; het examen bestaat uit 19

Nadere informatie

Hier vertel je wat je hebt gedaan om informatie te vinden. Wat en waar gezocht? Wie geïnterviewd, enz.

Hier vertel je wat je hebt gedaan om informatie te vinden. Wat en waar gezocht? Wie geïnterviewd, enz. Onderzoeksverslag Omslag en titelpagina Op het omslag staan in elk geval de titel van het onderzoek en de namen van de schrijvers. Op de titelpagina opnieuw de titel en de namen van de schrijvers. Nu uitgebreid

Nadere informatie

STAPPENPLANNEN HAVO-VWO

STAPPENPLANNEN HAVO-VWO STAPPENPLANNEN HAVO-VWO 1. Algemeen stappenplan examenteksten 1. Wat is het onderwerp van de opdracht/tekst? 2. Welke gegevens uit de tekst heb ik nodig voor een antwoord? werk met markeerstiften! 3. Gaat

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 1,2,3 par 1 en 2: algemene theorie en lezen

Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 1,2,3 par 1 en 2: algemene theorie en lezen Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 1,2,3 par 1 en 2: algemene theorie en lezen Samenvatting door L. 1007 woorden 25 juni 2013 4,2 2 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Taaldomein hoofdstuk 1 1.1 Schrijfdoel

Nadere informatie

Leerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar

Leerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar Startles 35 Introductieles Het vak begrijpend en studerend lezen. Wat houdt het in? Wat heb je er aan? Nu en straks op de middelbare school? de 1 36 De leerling kan: - verschillende leesdoelen noemen -

Nadere informatie

Examen VWO. Nederlands. tijdvak 1 maandag 14 mei 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen VWO. Nederlands. tijdvak 1 maandag 14 mei 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Examen VWO 2012 tijdvak 1 maandag 14 mei 13.30-16.30 uur Nederlands Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 20 vragen en een samenvattingsopdracht. Voor dit examen zijn maximaal 49 punten

Nadere informatie

Samenvatting door een scholier 1141 woorden 26 januari keer beoordeeld. Nederlands. Nederlands Proefwerk Schrijven H.3.

Samenvatting door een scholier 1141 woorden 26 januari keer beoordeeld. Nederlands. Nederlands Proefwerk Schrijven H.3. Samenvatting door een scholier 1141 woorden 26 januari 2011 6 13 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Op niveau Nederlands Proefwerk Schrijven H.3. 1. Omgaan met informatie. 1.1 Een onderwerp kiezen.

Nadere informatie

De illusies van de kenniseconomie

De illusies van de kenniseconomie noot 1 Tekst 1 De illusies van de kenniseconomie Het Innovatieplatform van premier Balkenende wil dat Nederland tot de kopgroep van de kenniseconomieën gaat behoren. Volgens Harry Kunneman, hoogleraar

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 3

Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 3 Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 3 Samenvatting door een scholier 802 woorden 14 februari 2004 5,4 39 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Topniveau 3.5 persuasieve teksten betoog beschouwing Bevat

Nadere informatie

Examen HAVO. Nederlands Nederlands. tijdvak 1 maandag 18 mei 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage

Examen HAVO. Nederlands Nederlands. tijdvak 1 maandag 18 mei 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage Examen HAVO 2009 tijdvak 1 maandag 18 mei 13.30-16.30 uur tevens oud programma Nederlands Nederlands Bij dit examen hoort een bijlage Dit examen bestaat uit 21 vragen en een samenvattingsopdracht. Voor

Nadere informatie

Lezen. Doelgroep Lezen. Omschrijving Lezen

Lezen. Doelgroep Lezen. Omschrijving Lezen Lezen Het programma is met name geschikt voor groepen waarin grote niveauverschillen bestaan en voor leerlingen die het gewone oefenen met teksten niet interessant meer vinden. Doelgroep Lezen Muiswerk

Nadere informatie

Beantwoord alle vragen en maak alle opdrachten in de uitwerkbijlage.

Beantwoord alle vragen en maak alle opdrachten in de uitwerkbijlage. Examen VMBO-GL en TL 2017 tijdvak 1 vrijdag 12 mei 13.30-15.30 uur Nederlands CSE GL en TL Bij dit examen horen een bijlage en een uitwerkbijlage. Beantwoord alle vragen en maak alle opdrachten in de uitwerkbijlage.

Nadere informatie

CSE Duits / Frans : Wat wil het CITO van je weten?"

CSE Duits / Frans : Wat wil het CITO van je weten? CSE Duits / Frans : Wat wil het CITO van je weten?" Anders gezegd: wat moeten jullie weten om het CSE goed te kunnen maken en wat moeten jullie hiervoor doen? Hieronder volgt een aantal zaken die kunnen

Nadere informatie

Wat ga je in deze opdracht leren? Meer leren over: soorten vragen, vraagwoorden, signaalwoorden en sleutelwoorden

Wat ga je in deze opdracht leren? Meer leren over: soorten vragen, vraagwoorden, signaalwoorden en sleutelwoorden Wat ga je in deze opdracht leren? Meer leren over: soorten vragen, vraagwoorden, signaalwoorden en sleutelwoorden Soorten vragen, vraagwoorden, signaal- en sleutelwoorden Schema 1 Soorten vragen Open vraag

Nadere informatie

Hey jij daar! We wensen je heel veel succes vandaag en op je examen straks! Namens het team van de Nationale Examentraining,

Hey jij daar! We wensen je heel veel succes vandaag en op je examen straks! Namens het team van de Nationale Examentraining, Trainingsboek Nederlands VMBO 2016 Hey jij daar! Welkom op de examentraining Nederlands VMBO! Het woord examentraining zegt het al: trainen voor je examen. Tijdens deze training behandelen we de examenstof

Nadere informatie

Leerstofoverzicht Lezen in beeld

Leerstofoverzicht Lezen in beeld Vaardigheden die bij één passen, worden in Lezen in beeld steeds bij elkaar, in één blok aangeboden. Voor Lezen in beeld a geldt het linker. Voor Lezen in beeld b t/m e geldt het rechter. In jaargroep

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Module 2

Samenvatting Nederlands Module 2 Samenvatting Nederlands Module 2 Samenvatting door een scholier 885 woorden 29 januari 2004 6,3 23 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Taallijnen Het PR-model kun je op 3 manieren gebruiken: 1. Het

Nadere informatie

Uitleg examen Nederlands kaderberoepsgerichte leerweg

Uitleg examen Nederlands kaderberoepsgerichte leerweg Uitleg examen Nederlands kaderberoepsgerichte leerweg Het examen Nederlands voor de kaderberoepsgerichte leerweg bestaat uit leesteksten en kijk-/luisterteksten (en vaak ook een advertentietekst) waarover

Nadere informatie

Samenvatting Examenstof Nederlands Havo

Samenvatting Examenstof Nederlands Havo Samenvatting door een scholier 2098 woorden 29 april 2018 7.7 13 keer beoordeeld Vak Nederlands Samenvatting Examenstof Nederlands Havo Tekstdoel Uitgangspunt Tekstsoort Tekstvorm (voorbeeld) Informeren

Nadere informatie

Examen HAVO. Nederlands. tijdvak 1 maandag 19 mei 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen HAVO. Nederlands. tijdvak 1 maandag 19 mei 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Examen HAVO 2008 tijdvak 1 maandag 19 mei 13.30-16.30 uur Nederlands Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 22 vragen en een samenvattingsopdracht. Voor dit examen zijn maximaal 53 punten

Nadere informatie

Leerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar

Leerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar Startles 35 Introductieles Het vak begrijpend en studerend lezen. Wat houdt het in? Wat heb je er aan? Nu en straks op de middelbare school? de 1 36 De leerling kan: - verschillende leesdoelen noemen -

Nadere informatie

Leerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar

Leerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar Startles 35 Introductieles Het vak begrijpend en studerend lezen. Wat houdt het in? Wat heb je er aan? Nu en straks op de middelbare school? de 1 36 De leerling kan: - verschillende leesdoelen noemen -

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands H2 Argumentatie

Samenvatting Nederlands H2 Argumentatie Samenvatting Nederlands H2 Argumentatie Samenvatting door S. 873 woorden 26 november 2016 5,8 5 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands H2 Argumentatie Par 1 Standpunten Als je een standpunt

Nadere informatie

Tekst lezen zonder hulp: samenvatten

Tekst lezen zonder hulp: samenvatten 1. Bekijk de buitenkant van de tekst: de titel, de tussenkopjes en het plaatje. De tekst gaat over de laatste speelgoedrage: de fidget spinner. Wat gaat de tekst je hierover vertellen, denk je? 2. Welke

Nadere informatie

Wat is belangrijk? ik kan me niet concentreren. ik heb geen zin. ik ben de helft weer vergeten. ik snap er niets van

Wat is belangrijk? ik kan me niet concentreren. ik heb geen zin. ik ben de helft weer vergeten. ik snap er niets van ik kan me niet concentreren ik heb geen zin ik ben de helft weer vergeten ik snap er niets van Maar al te vaak hoor je dergelijke verzuchtingen van mensen die boven hun studieboeken gebogen zitten. Al

Nadere informatie

Leerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar 2013-2014

Leerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar 2013-2014 Startles 35 Introductieles Het vak begrijpend en studerend lezen. Wat houdt het in? Wat heb je er aan? Nu en straks op de middelbare school? de 1 36 De leerling kan: - verschillende leesdoelen noemen -

Nadere informatie

Hoe leer ik voor Biologie

Hoe leer ik voor Biologie Hoe leer ik voor Biologie Bestuderen van basisstof Lees de leerstof Bekijk de bijbehorende afbeeldingen/tekeningen Begrijp je waar het om gaat? Nee, maak aantekeningen en vraag in de les Maak een samenvatting

Nadere informatie

Leerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar

Leerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar Startles 35 Introductieles Het vak begrijpend en studerend lezen. Wat houdt het in? Wat heb je er aan? Nu en straks op de middelbare school? de 1 36 De leerling kan: - verschillende leesdoelen noemen -

Nadere informatie

Brochure Begrijpend lezen VMBO 1

Brochure Begrijpend lezen VMBO 1 Brochure Begrijpend lezen VMBO 1 Brochure Begrijpend lezen VMBO 2 Inleiding Het belang van begrijpend lezen kan nauwelijks overschat worden. Het niveau van begrijpend lezen dat kinderen aan het einde van

Nadere informatie

LEZEN BK 2 OVER DE GRENS PERRON 1

LEZEN BK 2 OVER DE GRENS PERRON 1 Over de grens Deze module heet Over de grens. Wat kan dat allemaal betekenen? Je gaat over de grens als je met vakantie naar Frankrijk gaat, op bezoek bent bij je familie in Australië of een weekendtripje

Nadere informatie

Beantwoord alle vragen en maak alle opdrachten in de uitwerkbijlage.

Beantwoord alle vragen en maak alle opdrachten in de uitwerkbijlage. Examen VMBO-GL en TL 2017 tijdvak 2 dinsdag 20 juni 13.30-15.30 uur Nederlands CSE GL en TL Bij dit examen horen een bijlage en een uitwerkbijlage. Beantwoord alle vragen en maak alle opdrachten in de

Nadere informatie

Hoe leer je Pools? Goede technieken = goed geheugen. Hoe leer je Pools? E-book

Hoe leer je Pools? Goede technieken = goed geheugen. Hoe leer je Pools? E-book Hoe leer je Pools? Goede technieken = goed geheugen Hoe leer je Pools? E-book 1 Voordat je met een cursus Pools begint, ontwikkel je eigen methode om Pools te leren. Wat is jouw doel? Op welke wijze wil

Nadere informatie

BBL-4, topklinisch traject RdGG Pagina 1 van 7 Persoonlijke ontwikkeling Studievaardigheden

BBL-4, topklinisch traject RdGG Pagina 1 van 7 Persoonlijke ontwikkeling Studievaardigheden BBL-4, topklinisch traject RdGG Pagina 1 van 7 Inleiding en leerdoelen Leren en studeren is een belangrijk onderdeel in je opleiding tot verpleegkundige. Om beter te leren studeren is het belangrijk niet

Nadere informatie

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken - 2 - Weer huiswerk? Nee, deze keer geen huiswerk, maar een boekje óver huiswerk! Wij (de meesters en juffrouws) horen jullie wel eens mopperen als je huiswerk opkrijgt.

Nadere informatie

Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * werkstuk

Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * werkstuk Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * werkstuk Antoniusschool Groep 5/6 Let op: deze heb je het hele schooljaar nodig! Hoe maak je een spreekbeurt? Mijn voorbereiding: 1. Je kiest

Nadere informatie

5 havo Nederlands mevr. Rozendaal. Leesvaardigheid examenvoorbereidingen

5 havo Nederlands mevr. Rozendaal. Leesvaardigheid examenvoorbereidingen naam: Leesvaardigheid examenvoorbereidingen Opdracht: vul de juiste begrippen in op de lege plekken. Je kunt kiezen uit: acceptatie afhankelijk belanghebbend beschouwing betrouwbare deskundige discussiant

Nadere informatie

Schrijven - Samenvatten vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Schrijven - Samenvatten vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 23 August 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/74629 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.

Nadere informatie

Reflectieformulier Lees vaardig, blok 6, opdracht 12 De vragen gaan over de tekst en de vragen van opdracht 9, 10 en 11.

Reflectieformulier Lees vaardig, blok 6, opdracht 12 De vragen gaan over de tekst en de vragen van opdracht 9, 10 en 11. Reflectieformulier Lees vaardig, blok 6, opdracht 12 De vragen gaan over de tekst en de vragen van opdracht 9, 10 en 11. 1 Over de tekst Vind je de tekst wel of niet moeilijk? Kruis A of B aan en vul de

Nadere informatie

Leerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar 2013-2014

Leerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar 2013-2014 Startles 35 Introductieles Het vak begrijpend en studerend lezen. Wat houdt het in? Wat heb je er aan? Nu en straks op de middelbare school? de 1 36 De leerling kan: - verschillende leesdoelen noemen -

Nadere informatie

Examenopgaven VMBO-KB 2004

Examenopgaven VMBO-KB 2004 Examenopgaven VMBO-KB 2004 tijdvak 2 woensdag 23 juni 13.30-15.30 uur NEDERLANDS LEESVAARDIGHEID-SCHRIJFVAARDIGHEID CSE KB Bij dit examen horen een uitwerkbijlage en een tekstboekje. Beantwoord alle vragen

Nadere informatie

Tekst lezen en leesstrategieën toepassen

Tekst lezen en leesstrategieën toepassen Dit is een blokles. Vraag aan je docent of je individueel moet werken of mag samenwerken. Tekst lezen en leesstrategieën toepassen In een blokles oefen je in het toepassen van alle leesstrategieën die

Nadere informatie

Bekijk bij een boek: Titel Flaptekst Inhoudsopgave Voorwoord Auteur. Lees de voorkeursplaatsen: Stel vast:

Bekijk bij een boek: Titel Flaptekst Inhoudsopgave Voorwoord Auteur. Lees de voorkeursplaatsen: Stel vast: Samenvatting door M. 1142 woorden 21 oktober 2013 5,6 7 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands Leesdoel Leesstrategie Aanpak Snel vaststellen of een tekst bruikbaar of interessant is voor

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Lezen en Argumenteren

Samenvatting Nederlands Lezen en Argumenteren Samenvatting Nederlands Lezen en Argumenteren Samenvatting door B. 1258 woorden 29 oktober 2014 4,3 4 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands Betrouwbaarheid controle 1.auteur 2.publicatieplaats

Nadere informatie

BEGRIJPEND LEZEN 1 NEDERLANDS TEKSTSOORTEN EN TEKSTDOELEN

BEGRIJPEND LEZEN 1 NEDERLANDS TEKSTSOORTEN EN TEKSTDOELEN BEGRIJPEND LEZEN 1 NEDERLANDS TEKSTSOORTEN EN TEKSTDOELEN 0 AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG: - Kun je het onderwerp uit een zin bepalen. - Kun je het onderwerp van een tekst bepalen. - Kun je een soort tekst

Nadere informatie

Nederlands CSE GL en TL

Nederlands CSE GL en TL Examen VMBO-GL en TL 2010 tijdvak 2 maandag 21 juni 13.30-15.30 uur Nederlands CSE GL en TL Bij dit examen horen een bijlage en een uitwerkbijlage. Beantwoord alle vragen en maak alle opdrachten in de

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Blok 8 en 9

Samenvatting Nederlands Blok 8 en 9 Samenvatting Nederlands Blok 8 en 9 Samenvatting door een scholier 1705 woorden 14 januari 2006 6,5 11 keer beoordeeld Vak Nederlands Blok 8 We onderscheiden de volgende tekstdoelen (wat de schrijver met

Nadere informatie

en 2 Brochure Begrijpend lezen VMBO 1

en 2 Brochure Begrijpend lezen VMBO 1 en 2 Brochure Begrijpend lezen VMBO 1 Brochure Begrijpend lezen VMBO 2 Inleiding Het belang van begrijpend lezen kan nauwelijks overschat worden. Het niveau van begrijpend lezen dat kinderen aan het einde

Nadere informatie

Lesbrief: Mediawijs Thema: Mens & Dienstverlenen in de toekomst

Lesbrief: Mediawijs Thema: Mens & Dienstverlenen in de toekomst Lesbrief: Mediawijs Thema: Mens & Dienstverlenen in de toekomst Copyright Stichting Vakcollege Groep 2015. Alle rechten voorbehouden. Inleiding Dat mensen gebruik maken van media is niet nieuw. Er zijn

Nadere informatie

Nederlands, leesvaardigheid (oude stijl) en Nederlands (nieuwe stijl)

Nederlands, leesvaardigheid (oude stijl) en Nederlands (nieuwe stijl) Nederlands, leesvaardigheid (oude stijl) en Nederlands (nieuwe stijl) Examen VWO Vragenboekje Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 16 mei 9.00 12.00 uur 20 01 Voor dit examen zijn

Nadere informatie

CONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo havo/vwo

CONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo havo/vwo Tussendoelen Nederlands onderbouw vo havo/vwo Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten Subdomein A 1.1: Woordenschat 1.1 h/v de betekenis van onbekende woorden afleiden uit de context; 1.2 h/v de betekenis

Nadere informatie

Examen VWO. Nederlands. tijdvak 1 woensdag 16 mei 9.00-12.00 uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen VWO. Nederlands. tijdvak 1 woensdag 16 mei 9.00-12.00 uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Examen VWO 2007 tijdvak 1 woensdag 16 mei 9.00-12.00 uur Nederlands Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 20 vragen en een samenvattingsopdracht. Voor dit examen zijn maximaal 50 punten

Nadere informatie

Hoe gaat het met je studie?

Hoe gaat het met je studie? 195 195 HOOFDSTUK 12 Hoe gaat het met je studie? WOORDEN 1 Kies uit: onvoldoende controleren gymnastiek mening huiswerk 1 Heb je je al gemaakt? 2 Ik was op school niet zo goed in. Ik vond sport niet leuk.

Nadere informatie

Ontdek je kracht voor de leerkracht

Ontdek je kracht voor de leerkracht Handleiding les 1 Ontdek je kracht voor de leerkracht Voor je ligt de handleiding voor de cursus Ontdek je kracht voor kinderen van groep 7/8. Waarom deze cursus? Om kinderen te leren beter in balans te

Nadere informatie

leesvaardigheid Nederlands H5

leesvaardigheid Nederlands H5 leesvaardigheid Nederlands H5 Begrijpend lezen Wees je er altijd van bewust dat de antwoorden op de vragen in de leestekst staan. Bij leesvaardigheid wordt namelijk getoetst of jij begrijpt wat er in de

Nadere informatie

Lezen 2F is erop gericht om leerlingen te begeleiden naar het door Meijerink c.s. geformuleerde referentieniveau 2F voor begrijpend lezen.

Lezen 2F is erop gericht om leerlingen te begeleiden naar het door Meijerink c.s. geformuleerde referentieniveau 2F voor begrijpend lezen. Lezen 2F Lezen 2F is erop gericht om leerlingen te begeleiden naar het door Meijerink c.s. geformuleerde referentieniveau 2F voor begrijpend lezen. Doelgroepen Lezen 2F Lezen 2F is vooral bedoeld voor

Nadere informatie

Leeratelier: Actief studeren deel 2

Leeratelier: Actief studeren deel 2 Leeratelier: Actief studeren deel 2 Doel: Aanleren en inoefenen van belangrijke studievaardigheden Wie: Leercoach naam (e-mailadres) Hoe: Met behulp van presentaties en oefeningen Wanneer: data 2.4 Diepere

Nadere informatie

Tekst lezen en verbanden leggen

Tekst lezen en verbanden leggen Tekst lezen en verbanden leggen 1. Bekijk vóór je de tekst gaat lezen de buitenkant van de tekst (titels, illustratie, vetgedrukte zinnen). a) Voorspel kort wat het onderwerp van de tekst is en wat de

Nadere informatie

Handleiding Strategieles Verbanden niveau A

Handleiding Strategieles Verbanden niveau A Handleiding Strategieles Verbanden niveau A Een onderdeel van Nieuwsbegrip Zilver zijn de strategielessen. De strategielessen zijn bedoeld om de strategieën voor begrijpend lezen bij de leerlingen te introduceren

Nadere informatie

Nederlands CSE GL en TL

Nederlands CSE GL en TL Examen VMBO-GL en TL 2009 tijdvak 1 dinsdag 19 mei 9.00-11.00 uur Nederlands CSE GL en TL Bij dit examen horen een bijlage en een uitwerkbijlage. Beantwoord alle vragen en maak alle opdrachten in de uitwerkbijlage.

Nadere informatie

Dia 1 Introductie max. 2 minuten!

Dia 1 Introductie max. 2 minuten! 1 Dia 1 Introductie max. 2 minuten! Vertel: Deze les gaat vooral over het gebruik van sociale media. Maar: wat weten jullie eigenlijk zelf al over sociale media? Laat de leerlingen in maximaal een minuut

Nadere informatie

Hoe een training in metacognitieve vaardigheden leerlingen en docenten helpt! Bijeenkomst 2

Hoe een training in metacognitieve vaardigheden leerlingen en docenten helpt! Bijeenkomst 2 Hoe een training in metacognitieve vaardigheden leerlingen en docenten helpt! Bijeenkomst 2 Rodica Ernst-Militaru R.Ernst@udenscollege.nl Plonie Nijhof nyh@hermannwesselinkcollege.nl Deze bijeenkomst 14:00-15:15

Nadere informatie

Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * website * voorlezen

Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * website * voorlezen Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * website * voorlezen Antoniusschool Groep 7/8 Let op: deze heb je het hele schooljaar nodig! Hoe maak je een spreekbeurt? Mijn voorbereiding:

Nadere informatie

Stercollectie Nederlands hv123

Stercollectie Nederlands hv123 Samenvatting Lezen ONDERWERP B AAN SLAG VAN - EEN STAP TEKST 1-4 Je kunt omschrijven wat het onderwerp van een tekst is. Je kunt vier punten noemen waar je op let als je het onderwerp van een tekst moet

Nadere informatie

OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID

OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID Beleid is alleen nodig als je iets gaat veranderen. INLEIDING Het beleid van een organisatie bepaalt hoe je moet werken en wat de bestuurders belangrijk vinden. Dat beleid

Nadere informatie

Beantwoord alle vragen en maak alle opdrachten in de uitwerkbijlage.

Beantwoord alle vragen en maak alle opdrachten in de uitwerkbijlage. Examen VMBO-KB 2015 tijdvak 2 dinsdag 16 juni 13.30-15.30 uur Nederlands CSE KB Bij dit examen horen een bijlage en een uitwerkbijlage. Beantwoord alle vragen en maak alle opdrachten in de uitwerkbijlage.

Nadere informatie

VOLLEDIGE INSTRUCTIES LEESVAARDIGHEID

VOLLEDIGE INSTRUCTIES LEESVAARDIGHEID VOLLEDIGE INSTRUCTIES LEESVAARDIGHEID Maak een mindmap of schema van een tekst ga je dan doen? Naar aanleiding van een titel, ondertitel, plaatjes en of de bron van de tekst ga je eerst individueel (en

Nadere informatie

Examen VMBO-KB. Nederlands CSE KB. tijdvak 2 maandag 18 juni 13.30-15.30 uur. Bij dit examen horen een bijlage en een uitwerkbijlage.

Examen VMBO-KB. Nederlands CSE KB. tijdvak 2 maandag 18 juni 13.30-15.30 uur. Bij dit examen horen een bijlage en een uitwerkbijlage. Examen VMBO-KB 2007 tijdvak 2 maandag 18 juni 13.30-15.30 uur Nederlands CSE KB Bij dit examen horen een bijlage en een uitwerkbijlage. Beantwoord alle vragen en maak alle opdrachten in de uitwerkbijlage.

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Top niveau -

Samenvatting Nederlands Top niveau - Samenvatting Nederlands Top niveau - Samenvatting door een scholier 1412 woorden 6 april 2005 5,5 6 keer beoordeeld Vak Nederlands Nederlands: 3.5 Uiteenzetting herkennen Uiteenzetting (tekst) geef je

Nadere informatie

Uitleg examen Nederlands basisberoepsgerichte leerweg

Uitleg examen Nederlands basisberoepsgerichte leerweg Uitleg examen Nederlands basisberoepsgerichte leerweg Het examen Nederlands voor de basisberoepsgerichte leerweg bestaat uit leesteksten en kijk-/luisterteksten (en vaak ook een advertentietekst) waarover

Nadere informatie

Een staatsexamen Nederlands overleven

Een staatsexamen Nederlands overleven Een staatsexamen Nederlands overleven De inleiding van een tekst kan verschillende functies hebben, zoals: 1 de aanleiding voor het schrijven van de tekst noemen 2 de hoofdgedachte van de tekst formuleren

Nadere informatie

Lesbrief: Bewust sociaal Thema: Wat is Mens & Dienstverlenen?

Lesbrief: Bewust sociaal Thema: Wat is Mens & Dienstverlenen? Lesbrief: Bewust sociaal Thema: Wat is Mens & Dienstverlenen? Copyright Stichting Vakcollege Groep 2015. Alle rechten voorbehouden. Inleiding Zonder dat we het door hebben worden we steeds asocialer. Dit

Nadere informatie

Schrijven - Tekstdoelen vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/74610

Schrijven - Tekstdoelen vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/74610 Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 25 augustus 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/74610 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.

Nadere informatie

Examen HAVO. Nederlands Nederlands. tijdvak 1 maandag 17 mei 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen HAVO. Nederlands Nederlands. tijdvak 1 maandag 17 mei 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Examen HAVO 2010 tijdvak 1 maandag 17 mei 13.30-16.30 uur tevens oud programma Nederlands Nederlands Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 18 vragen en een samenvattingsopdracht. Voor

Nadere informatie

Examenopgaven VMBO-GL en TL

Examenopgaven VMBO-GL en TL Examenopgaven VMBO-GL en TL 2003 tijdvak 2 woensdag 18 juni 13.30 15.30 uur NEDERLANDS LEESVAARDIGHEID CSE GL EN TL NEDERLANDS LEESVAARDIGHEID VBO-MAVO-D Bij dit examen hoort een tekstboekje. Dit examen

Nadere informatie

Examenvoorbereiding 2017 Nederlands (HAVO)

Examenvoorbereiding 2017 Nederlands (HAVO) Examenvoorbereiding 2017 Nederlands (HAVO) Het Nederlands examen bestaat uit drie onderdelen, namelijk: 1. centraal schriftelijk examen (op examenrooster: Nederlands) Hierover vind je informatie op pagina

Nadere informatie

Tekst lezen en vragen stellen over de tekst

Tekst lezen en vragen stellen over de tekst Voorspellen Kijk naar de tekst. Voorspel waar de tekst over gaat. Let op de titel, de kopjes en het plaatje. Tekst lezen en vragen stellen over de tekst 1. Lees de uitleg. Tijdens het lezen van een tekst,

Nadere informatie

Examen HAVO. Nederlands. tijdvak 1 woensdag 16 mei 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen HAVO. Nederlands. tijdvak 1 woensdag 16 mei 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Examen HAVO 2007 tijdvak 1 woensdag 16 mei 13.30-16.30 uur Nederlands Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 22 vragen en een samenvattingsopdracht. Voor dit examen zijn maximaal 49 punten

Nadere informatie

HOE SCHRIJF JE EEN GOED BETOOG? THEORIE EN VOORBEELDEN 4 VWO BLOK 2

HOE SCHRIJF JE EEN GOED BETOOG? THEORIE EN VOORBEELDEN 4 VWO BLOK 2 HOE SCHRIJF JE EEN GOED BETOOG? THEORIE EN VOORBEELDEN 4 VWO BLOK 2 Toelichting In deze powerpoint staat theorie en uitleg over het betoog De dia s met theorie zijn oranje gekleurd Op de witte dia s staan

Nadere informatie

Aanpak van een cursus

Aanpak van een cursus Aanpak van een cursus Je gaat best op zoek naar een efficiënte manier van studeren. In het hoger onderwijs is het immers niet meer doeltreffend om alles op dezelfde manier aan te pakken. Je kan dus niet

Nadere informatie

Hoofdstuk 3 Meerkeuzevragen Hoe moet je meerkeuzevragen aanpakken? Tien tips bij de aanpak van meerkeuzevragen 34

Hoofdstuk 3 Meerkeuzevragen Hoe moet je meerkeuzevragen aanpakken? Tien tips bij de aanpak van meerkeuzevragen 34 Inhoud Voorwoord 7 Inleiding 8 Hoofdstuk 1 Het Examen Lezen programma I 11 1.1 Wat wordt er getoetst bij het examen? 11 1.2 Hoe wordt het examen afgenomen? 11 1.3 Welke tekstsoorten bevat het examen? 12

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing

Programma van Inhoud en Toetsing Onderdeel: Grammatica zinsdelen (RTTI) Lesperiode: 1 Hoofdstuk: 1, 2,3 & 5 Theorie blz 28, 68, 108, 188, 189 De leerling moet de volgende zinsdelen kennen: persoonsvorm onderwerp werkwoordelijk gezegde

Nadere informatie