mevrouw M. Horselenberg, burgemeester/voorzitter;

Transcriptie

1 2008 N 603 NOTULEN van de extra openbare vergadering van de raad van de gemeente Lelystad, gehouden op donderdag 18 september 2008 te uur in het Stadhuis te Lelystad. Aanwezig zijn: mevrouw M. Horselenberg, burgemeester/voorzitter; mevrouw J. d Arnaud-Appelo (PvdA), de heren P.L.W.J. Baaten (InwonersPartij), J. van de Beek (PvdA), C.E. Braaf (CDA), D.W. Bussink (CDA), L.J.J. Caniels (CDA), H. Doornbos (PvdA), M. El Mhassani (PvdA), W.J. Erica (Leefbaar Lelystad), S.G.J. van Erk (VVD), H.W. Gerritzen (VVD), P.C.W. Hamstra (VVD), E. van der Herberg (PvdA), J.M. van den Heuvel (SP), Z.J. van der Houwen (PvdA), de heren W. Jansen (InwonersPartij), S.J. Kok (GroenLinks), mevrouw L.A. Kreuger-Sietses (GroenLinks), mevrouw F. Linde (SP), de heren E.H.G. Marseille (VVD), A.M. Meijering (PvdA), mevrouw E.W. Middelkoop-Ferron (PvdA), de heer S.W. Ongering (InwonersPartij), mevrouw J. Rommy-Agata (PvdA), mevrouw A.F.M. van Rijnsoever (InwonersPartij), de heren B. Siepel (Christenunie), H.P. Soomers (PvdA), C. van Veluwen (Christenunie), mevrouw C.P.M. de Waal (SP), mevrouw E. van Wageningen (Christenunie), de heren P.H. Walraven (SP) en W.B. Zweers (Leefbaar Lelystad), leden van de raad; alsmede de heren J.A. Fackeldey, W. ofe Jager, A. Kok, J. Lodders en mevrouw J. Nuijt-Verschoor, wethouders; en de heren T.J. Caldenhoven, plaatsvervangend gemeentesecretaris, en J. Woltjer, griffier. Afwezig zijn: de heren B. Belhaj (PvdA), C.J.J. Homan (StadsPartij) en mevrouw M. Jacobs-Haagen (VVD), leden van de raad.

2 2008 N 604 Agenda 1 Opening N Stand van zaken IJsselmeerziekenhuizen N Opening De voorzitter: De vergadering is geopend. Vanochtend is aan het college door twee fractievoorzitters het verzoek gericht om te praten over de situatie rondom het ziekenhuis. Dat hebben wij gehonoreerd. Dat betekent dat de sessies van het Opinieplein, daar hebben we het zojuist in het presidium over gehad, niet doorgaan en verplaatst zullen worden naar volgende week donderdag. De heer Van der Houwen: Neemt u mij niet kwalijk dat ik even bij u inbreek. Ik begrijp dat in het presidium zojuist is besloten om de Opiniepleinsessie naar volgende week donderdag te verplaatsen. We hebben dan inderdaad om onze terminologie te gebruiken een witte donderdag staan, een lege donderdag. Anderzijds is het wel zo, en ik hoop dat de griffie zich dat bewust is, dat er de nodige mensen moeten worden afgezegd voor vanavond, ook voor vanavond laat. We hebben vanavond laat nog een sessie staan, onder andere over de Agora, waarbij diverse mensen uitgenodigd zijn. Dus indien in het presidium besloten is om het Opinieplein te verdagen naar volgende week, zou ik u willen verzoeken zoveel mogelijk mensen toch nog ervan in kennis te stellen dat het Opinieplein niet doorgaat. De voorzitter: De griffier knikt instemmend, dus ik neem aan dat er zo gehandeld is en gaat worden. Bericht van verhindering is ontvangen van mevrouw Jacobs en ik zie dat de heer Homan eveneens niet aanwezig is. Ik weet dat de fractievoorzitter van de PvdA pech heeft met de auto. Normaliter, omdat ik het woord voer, gaat de plaatsvervangend voorzitter hier zitten. We hebben even overleg gehad en omdat hij ook plaatsvervangend fractievoorzitter is, blijft hij liever op zijn plek zitten. Volgens mij moet dat kunnen. Mocht het echt lastig zijn, dan moeten we maatregelen nemen. 2. Stand van zaken IJsselmeerziekenhuizen De voorzitter: Dames en heren. Er is mij verzocht uiteen te zetten welke acties zijn ondernomen. Met uw goedkeuren zal ik uiteenzetten wat tot ons is gekomen en waar we op dit moment staan, alvorens u het debat aanvangt. Woensdag 17 september heeft de Inspectie voor de Volksgezondheid aan het IJsselmeerziekenhuis aangegeven, dat de ok-ruimtes zowel in Lelystad als in Emmeloord per direct gesloten moeten worden. Dit bericht kwam ongeveer om uur bij mij binnen. Om uur is de adviseur Crisisbeheersing hierover geïnformeerd uur, na een korte fase van beeldvorming, heb ik besloten om na telefonisch overleg met de ziekenhuisdirectie bijstand aan te vragen in de vorm van een noodhospitaal. Dit in overleg met de commissaris van de Koningin. Dit verzoek is vervolgens om uur telefonisch gedaan aan het LOCC, dat is de Landelijke Organisatie Crisis Coördinatiepunt, ook wel het Nationaal Coördinatiecentrum. Tevens is Defensie verzocht voorbereidingen te treffen en aanwezig te zijn bij het afstemmingsoverleg van uur.

3 2008 N 605 In het afstemmingsoverleg om uur waren aanwezig de adviseur Crisisbeheersing, de bestuursadviseur, hoofd Communicatie, Defensie, directie ziekenhuis en mijn persoon. In dat overleg is een globaal beeld gegeven vanuit de ziekenhuisdirectie. De Inspectie voor de Gezondheidszorg heeft meerdere controles en steekproeven uitgevoerd. De laatste hiervan was twee weken geleden. Maandag jl. heeft de Inspectie aan de directie aangekondigd over te gaan tot het sluiten van de ok s in Lelystad en Emmeloord. Oorzaken daarvoor. Ten eerste de bouwkundige luchtbeheersingssystemen. Daaraan lag een rapportage ten grondslag van 17 juli en 29 augustus. Deze oorzaak kan leiden tot een aanwijzing tot sluiting. Het ziekenhuis is met de Inspectie in discussie geweest over de gehanteerde en geconstateerde waardes van de metingen. Ten tweede discipline en gedrag. Protocollen ontbreken of worden niet voldoende nageleefd. Het ziekenhuis wil voordat de Inspectie het bericht uitbrengt, een persverklaring afgeven. Dat was om uur. Er is onrust onder het personeel. Emmeloord is nog in afwachting van nieuwe metingen die een dag tevoren hebben plaatsgevonden. Het ziekenhuis is al bezig met het stopzetten van de geplande operaties en het verhuizen van de patiënten. Er is globaal gepresenteerd waar patiënten in andere ziekenhuizen opgevangen kunnen worden. Dit plan gaat uit van het inzetten van extra mobiele operatiekamercapaciteit; bijstand Defensie. Tijdens dit overleg zijn onderstaande acties afgesproken. - Indienen van de bijstandsaanvraag; - Checken beschikbaarheid capaciteit Defensie; - Ondersteuning van de afdeling Communicatie van de gemeente. Dat betekent dat twee van onze communicatiemedewerkers het ziekenhuis hebben geassisteerd bij de persconferentie. - Het verzoek tot LOCC om af te stemmen met het ministerie VWS. In de periode van uur tot uur is de bijstandsaanvraag opgesteld, afgestemd met het LOCC en het NCC en de provincie, de commissaris van de Koningin. De eerste bijstandsaanvraag bleek niet ontvankelijk, omdat de noodzaak en de prioriteitstelling volgens het LOCC onvoldoende waren. Daarom is een tweede verzoek opgesteld waarin de tekst is opgenomen, dat er in de omliggende regio gekeken is naar de opvangmogelijkheden. Afstemmingsoverleg van uur. Dat waren de burgemeester, de adviseur Crisisbeheersing, Defensie en de bestuursadviseur. Bij het tweede overleg blijkt dat de Inspectie een beslissende stem heeft in de bijstandsaanvraag. Telefonisch wordt in het overleg door het ministerie van VWS aangegeven dat men mogelijk niet instemt met een bijstandsaanvraag. Het ministerie VWS verzoekt om overleg met de directie van het ziekenhuis en de inspecteur Gezondheidszorg over dit punt. Defensie geeft aan dat de verkenningseenheid om uur zal arriveren in Lelystad om eventuele voorbereidingen te kunnen treffen uur tot uur. Diverse persconferenties in het ziekenhuis. Ook blijkt dat de Inspectie haar persbericht heeft verzonden. Er wordt door de adviseur Crisisbeheersing en de officier Veiligheidsregio gesproken met de directeur van het ziekenhuis. Afgesproken wordt dat hij contact opneemt met de Inspectie over de bijstandsaanvraag. Vanuit het LOCC wordt aangegeven dat de aanvraag ontvangen is en dat er gewacht wordt op het advies.

4 2008 N 606 Om uur komt het bericht informeel binnen dat de Inspectie en het ziekenhuis afgestemd hebben en dat de Inspectie de bijstandsaanvraag steunt. Tegelijkertijd wordt de burgemeester gebeld door de directeur-generaal van het ministerie van VWS. Deze geeft aan nog geen besluit te willen nemen op deze bijstandsaanvraag. Opvallend daarbij is dat in het persbericht van de Inspectie nog een andere datum wordt gehanteerd, die niet bij de eerste rapportage is aangegeven. Er is al een meting geweest op 28 april en die gegevens zijn verzonden naar de Raad van Bestuur van het ziekenhuis zelf. Bij ons werd gerapporteerd dat er alleen een rapportage was van 17 juli en 29 augustus. Om uur is er weer een nader overleg. Daarin heb ik gevraagd of de verklaringen kloppen die zijn afgegeven door de Inspectie en waarom de directie van het ziekenhuis dit niet heeft gemeld. De directie van het ziekenhuis geeft aan dat er inderdaad wel op 28 april een rapportage is geweest, maar dat er opnieuw gemeten is op 17 juli en dat er toen storingen waren met de meetapparatuur en vandaar dat het op 29 augustus herhaald is. Om uur gisteravond wordt er overleg gevoerd tussen de specialist en Defensie over de technische en medische eisen die gesteld worden aan de mobiele ok s. Een vraagpunt hierbij is: voldoen de voorzieningen van Defensie aan de eisen die gesteld worden door de Inspectie voor de ok-ruimte. Inmiddels zijn mobiele voorzieningen onlangs neergezet in Enschede, maar dat was een ic-centrum en dat is wat anders dan een ok-centrum. Voor een ic-centrum geldt een minder strenge regelgeving. De specialisten willen vooraf zekerheid hebben over dit punt. Vandaag zijn de specialisten ter plekke geweest om dit te bekijken in Elspeet waar Defensie inderdaad de mobiele capaciteit heeft neergezet. Normaliter is het zo dat wij een noodvoorziening hebben, dat staat in het rampenscenario, in Utrecht waar je terecht kunt bij calamiteiten. Het eerste verzoek van ons ziekenhuis was om te kijken of we daar naartoe konden gaan, zodat handelingen konden plaatsvinden. Die capaciteit werd al gebruikt door een ander ziekenhuis en was niet voorhanden. Daarnaast zijn er wel twee mobiele units okruimte aanwezig, maar die staan bij het ziekenhuis in Vught en zijn de komende drie weken nog bezet. Daarna komen ze vrij. Dat was de reden dat er bijstand werd gevraagd bij Defensie. Vandaag is er heel regelmatig en intensief overleg geweest tussen alle partijen. Dat betekent dat er uiteindelijk morgen, overdag, een overleg zal plaatsvinden. Ten eerste met de commissaris van de Koningin, of met de gedeputeerde Volksgezondheid, en een delegatie vanuit het college. En er komt nog een afzonderlijk gesprek met de Raad van Toezicht van dit ziekenhuis, ook met het ministerie om te kijken wat de stand van zaken is. Wij hebben dat nadrukkelijk verzocht voordat zij definitief een standpunt gingen innemen, omdat wij van gedachten willen wisselen over de verregaande consequentie. Inmiddels hebben wij ook advies ingewonnen bij de GGD, de directeur van de GGD is hier ook aanwezig, en hebben we gevraagd wat het betekent als wij kijken naar de normeringen die gehanteerd worden voor de bereikbaarheid van de ziekenhuizen. U moet zich realiseren dat de norm geldt: er komt bij de Meldkamer een melding binnen, dan heeft de ambulance 15 minuten de tijd om naar de cliënt toe te gaan, 5 minuten de tijd om ter plekke acute zorg te verrichten en dan resteren er nog 25 minuten om naar het ziekenhuis toe te komen. Dat is het eerste. Het tweede is, dat ook is gekeken naar het verzoek voor de ok-ruimte die betrekking heeft op acute behandeling en gynaecologie, wat het betekent als je niet in het ziekenhuis terecht kunt maar bijvoorbeeld aan het bevallen bent en er doen zich complicaties voor.

5 2008 N 607 Daarvan ligt toch een kritische noot van de directeur van de GGD wat dat zou kunnen betekenen. Denk bijvoorbeeld aan bloedingen en denk bijvoorbeeld aan andere complicaties waarbij inderdaad meteen operatief ingrijpen noodzakelijk is. Dat zijn zaken die wij morgen expliciet willen bespreken op het ministerie van Volksgezondheid. Want het allerbelangrijkste vinden wij dat de veiligheid van onze inwoners en daarbuiten gegarandeerd is. En of je dan met een ambulance moet of in een noodhospitaal komt, garanties moeten er komen. Ik denk dat iedereen er recht op heeft; dat we weten dat het allemaal goed gebeurt. Dat moeten we bespreken en dan zullen we de deskundige medische kennis meenemen, want dat lijkt mij wel verstandig. We hebben niet de pretenties dat bestuurders dat allemaal hebben, maar we gaan eens even kijken hoe het ministerie daar in staat en wat voor antwoord zij daarop kunnen formuleren. Dit is een korte schets van de activiteiten die hebben plaatsgevonden. Er is natuurlijk heel veel meer gebeurd. Er is net een persconferentie geweest om uur, die ik niet heb kunnen volgen, vanuit de Raad van Bestuur van het ziekenhuis, heb ik begrepen. Maar onze inspanning is erop gericht vanuit het bestuur, dus zowel de provincie, het gemeentebestuur van Noordoostpolder, en het gemeentebestuur van Lelystad, om te kijken welke garanties we kunnen geven, wat daarvoor noodzakelijk is, enzovoort. Het is een lastig proces maar wij doen alles op alles om te zorgen dat het op een goede manier plaatsvindt. We hopen naar onze inwoners en iedereen die afhankelijk is van zorg, het juiste antwoord daarop te kunnen geven en dat het ziekenhuis, want dat is de eerste taak van het ziekenhuis, er op de juiste, openhartige manier over communiceert naar haar cliënten toe en dat het niet zo mag gebeuren dat mensen tevergeefs komen of op weg zijn naar het ziekenhuis zonder dat ze dit weten. Dat betekent in communicatieve zin dat het nogal het een en ander vergt. Dit is wat wij hebben gedaan en dit is ook wat onze rol is. Ik doe het nu even vanuit de verantwoordelijkheid burgemeesterschap, omdat die assistentie alleen via mij aangevraagd kan worden, maar we hebben dat in intensief overleg gedaan met het college en ook regelmatig afgestemd. Wij zijn bereid alle vragen te beantwoorden en zullen die voornamelijk verdelen over de volksgezondheid wat wethouder Nuijt betreft, over de financiën wat wethouder Kok betreft en als er vragen zijn over de bijstand zal ik ze voor u gaan beantwoorden. Dank u wel. Het verzoek heeft mij bereikt via de fractievoorzitter van de VVD. De heer Marseille heeft mij gebeld, dus ik geef hem het eerst het woord. De heer Marseille: Mevrouw de voorzitter. Een week na ons debat van vorige week staan we voor het schijnbaar onvermijdelijk failliet van ons ziekenhuis. De Inspectie voor de Volksgezondheid heeft in april het ziekenhuis gewaarschuwd voor een onveilige situatie op de ok. Gisteren is wegens het uitblijven van maatregelen besloten alle operatiekamers, en naar wij begrepen hebben ook de verloskamers, te sluiten. Het ziekenhuis dat nu niet meer kan opereren is daarmee feitelijk buiten gebruik gesteld. Uit de maatregel van de Inspectie leiden wij af dat de Inspectie deze situatie dermate ernstig beoordeelt dat zij tot deze drastische maatregel is overgegaan. Dit ondanks een wel erg laconieke reactie van de Raad van Bestuur, zoals wij die gisteren via Omroep Flevoland konden waarnemen. Wij zijn van mening dat het meerdere maanden bewust doorwerken in een aantoonbaar onveilige situatie voor veel patiënten onaanvaardbare risico s met zich

6 2008 N 608 heeft meegebracht. Wij mogen toch aannemen dat de Inspectie voor de Volksgezondheid niet lichtvaardig tot deze maatregel heeft besloten. Juist om die reden stellen wij de volgende vragen. - Is in de diverse besprekingen die door het college de afgelopen periode met de Raad van Bestuur zijn gevoerd, op enigerlei wijze direct of indirect melding gemaakt van de aanschrijving van de Inspectie? - Is u bekend op welk moment de Raad van Toezicht door de Raad van Bestuur op de hoogte is gesteld van de door de Inspectie gestelde eisen? - Aannemend dat de Raad van Toezicht door de Raad van Bestuur van een dergelijk groot probleem op de hoogte is gesteld, willen wij het college vragen om de Raad van Toezicht erop aan te spreken, dat zij hierover de betrokken gemeentebesturen niet heeft ingelicht en niet in beeld heeft gebracht op welke wijze het probleem tijdig had kunnen worden opgelost. - Kan het college ons informeren over het moment waarop de medische staf van de problemen op de hoogte is gesteld? De extra metingen die zijn verricht kunnen toch niet onopgemerkt zijn gebleven. Zeker de betrokken patiënten hebben er recht op om te weten wie er verantwoordelijk is voor de bewust genomen risico s. Daarbij dient wat ons betreft de schuldvraag uitdrukkelijk aan de orde te komen. Een treinbestuurder die door rood licht rijdt, loopt het risico strafrechtelijk te worden vervolgd. Dat geldt dan toch ook voor een ziekenhuisbestuurder die een rode kaart negeert? Kan het college dat onder de aandacht brengen van de Inspectie? U hebt zojuist uitgebreid aangegeven welke stappen het college de afgelopen 24 uur heeft ondernomen. Wij waarderen die. Wij onderschrijven dat er ook bij tijdelijke maatregelen garanties moeten zijn voor het waarborgen van de veiligheid van onze burgers. Maar we constateren dat wij er hiermee nog niet zijn, want dit zijn noodmaatregelen. Onze hoofdlijn zoals vorige week is uitgesproken, verandert niet. Het accent ligt wat ons betreft nog meer bij de taak van het college, dat het college een doorstart voorbereidt voor de situatie na deze problematiek. Wij geven nog even kort onze hoofdlijn weer. Ten eerste. Het belang van een goede gezondheidszorg met een basisziekenhuis in Lelystad staat voor de VVD-fractie voorop. Het proces om dit weer te bereiken moet primair gericht zijn op het belang van Lelystad om een volwaardig ziekenhuis te behouden. De taak van het college dient er naar onze mening op gericht te zijn die doelen na te streven en daarbij op zoek te gaan naar partners die bereid zijn de samenwerking met Lelystad aan te gaan, waarbij die partners gezien de omstandigheden de vrijheid moeten hebben om hun zienswijze in te brengen voor het bereiken voor de door ons beoogde doelstelling. De kosten van het in te stellen onderzoek, waarover we vorige week zo uitgebreid hebben gesproken, kunnen wat ons betreft na dit debacle helemaal worden bespaard. Die informatie is wat ons betreft op dit moment niet meer dan overbodig. Wij vonden dat vorige week feitelijk al, maar nu kunnen we nauwelijks nog bedenken wat wij daarmee moeten. Wel leeft bij ons nog de vraag hoe de Raad van Bestuur in april kon besluiten, zoals gisteren aangegeven, om noodzakelijke investeringen uit te stellen als er toen nog geen sprake was van het pas deze zomer zichtbaar geworden tekort. Mevrouw d Arnaud: Mevrouw de voorzitter. De fractie van de PvdA maakt zich grote zorgen over de sluiting van de operatiekamers in de IJsselmeerziekenhuizen. Recent werden we opgeschrikt door de financiële problemen en nu dit. Voor de fractie van de PvdA wordt het functioneren van de Raad van Bestuur en de Raad van Toezicht steeds discutabeler. Werknemers en de medische staf van de

7 2008 N 609 IJsselmeerziekenhuizen zitten in een moeilijke positie. Aan de ene kant proberen zij hun werk zo goed mogelijk te doen en aan de andere kant wordt dat bij de handen afgebroken door mismanagement. Terecht maken inwoners van Lelystad zich grote zorgen over de reeks van berichtgevingen; vooral het bericht dat de operatiekamers niet voldoen aan noodzakelijke voorwaarden voor verantwoorde zorg. Daarbij is vandaag bekendgemaakt dat de verloskamers ook gesloten zijn, omdat de veiligheid van de te leveren zorg vooropstaat. De vragen. De Raad van Bestuur, de heer Gersji Pereira, heeft in de persconferentie van vanavond om uur gezegd te willen blijven staan, ook al is het zwaar weer. Maar de ondernemingsraad en de medische staf van de Jsselmeerziekenhuizen en het college van de Noordoostpolder hebben het vertrouwen opgezegd in de Raad van Bestuur. - Hoe beoordeelt u gezien de allang spelende problemen het bestuurlijk draagvlak van de Raad van Bestuur? - Hoe beoordeelt u het inzicht van en hebt u vertrouwen in de daadkracht van de Raad van Toezicht? Zij hebben niet het vertrouwen in de Raad van Bestuur opgezegd. - Wat vindt u ervan dat de Raad van Bestuur en het managementteam zichzelf als crisisteam IJsselmeerziekenhuizen hebben ingesteld? - Hebt u vertrouwen in de daadkracht van het vanmiddag ingestelde crisisteam? - Wat vindt u ervan dat ook sinds woensdagmiddag uur de verloskamers gesloten zijn en dat dit pas vandaag naar buiten is gebracht? - Is het waar dat de noodunits door de minister zijn geweigerd? - Wat zijn uw vervolgacties behalve het overleg waar u net melding van maakte? De heer Jansen: Mevrouw de voorzitter. Ik praat hier als fractievoorzitter van de InwonersPartij maar ook als direct slachtoffer van het gebeuren. Ik zal u vertellen waarom. Ik zou namelijk deze week geopereerd worden in het IJsselmeerziekenhuis hier in Lelystad. Daar wil ik toch iets over kwijt. Ik wil duidelijk maken, in deze raad en vooral aan de inwoners van Lelystad, dat het zo slecht niet gesteld is met het personeel van het ziekenhuis. Dat het ook niet zo slecht gesteld is met de medische staf, want daar heb ik tot aan vandaag alle vertrouwen in gehad; als patiënt, en nu ook bestuurlijk. Als ik kijk naar wat de oorzaken zijn van het huidige probleem, dan kan ik constateren dat dat komt door de directie wegens het slecht gevoerde financiële beleid, een slecht communiceren met de medische staf en haar personeel, dat zij gejokt hebben, informatie hebben achtergehouden en mensen op het verkeerde been hebben gezet. Ik zal dat uitleggen. Slecht financieel beleid mag blijken uit de tekorten van 7 miljoen. Maar het is niet slechts 7 miljoen. Er zijn ook nog twee gemeenten die diepte-investeringen als garantie hebben gesteld. Als je die twee bedragen bij elkaar gaat optellen, dan kom ik op een bedrag van bijna 14 miljoen. Overheidsorganisaties zijn in april dit jaar in principe al op het verkeerde been gezet. Achterhouden van informatie. Willens en wetens met die informatie de volksgezondheid op het spel gezet. Belangrijke informatie achtergehouden. Afgelopen maandag, dinsdag en woensdag was ik in het ziekenhuis en ik zag nog volle zalen waar met die mensen nog afspraken werden gemaakt. Operatieafspraken, mri s werden nog gemaakt. Mensen werden niet op de hoogte gesteld, woensdag nog, toen ik daar rondliep, van de situatie zoals die was. Daarmee zet je mensen op het verkeerde been. Ook is het vertrouwen opgezegd in de directie door de bonden, AbvaKabo. Dus ook door het personeel, de ondernemingsraad, vele patiënten, gedupeerden en door het

8 2008 N 610 college van Noordoostpolder. Wat heeft het ons allemaal gebracht? Wat zijn nu de gevolgen hiervan? Een slecht imago bij de Nederlandse media. Ik had Lelystad veel liever op een andere manier landelijk in de publiciteit gezien. Tweede Kamervragen die al gesteld zijn. Onrust in de Flevolandse samenleving. Het voortbestaan van het ziekenhuis is op het spel gezet. En extra inspanningen door het bestuur, met name van Lelystad, waarvoor ik het bestuur dan ook hartelijk wil bedanken, dat u hierop zo adequaat hebt gereageerd. Ook een gevolg is extra inzet van ambulances, want als er een aanrijding is met gewonden, waar moeten ze zo snel naartoe? Ook daarmee breng je de volksgezondheid in gevaar. Dan de Raad van Toezicht, die het vertrouwen in de directie niet heeft opgezegd. Mevrouw d Arnaud heeft het al benoemd. Wat is de reden van de Raad van Toezicht om het vertrouwen te handhaven in deze directie? Daar heb ik geen enkel argument voor gehoord. Derhalve willen wij een motie indienen. Waarom een motie? Om een uitspraak van de gemeenteraad van Lelystad te bewerkstelligen in een signaal naar de Raad van Toezicht toe, maar ook naar andere partijen. Motie "De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 18 september 2008 Constaterende dat: - de ziekenhuisdirectie informatie heeft achtergehouden; - de ziekenhuisdirectie een slecht financieel beleid heeft gevoerd; - de ziekenhuisdirectie al vanaf april dit jaar op de hoogte was van de omissies in de operatieruimten van het ziekenhuis; - de ziekenhuisdirectie desondanks, willens en wetens risico s heeft genomen in het kader van de volksgezondheid om te opereren zonder de daarvoor bestemde maatregelen te hebben genomen. Overwegende dat: het vertrouwen in de ziekenhuisdirectie ernstig is geschaad. Spreekt uit: Zegt het vertrouwen in de ziekenhuisdirectie op. En gaat over tot de orde van de dag. (Deze motie is ingediend door de fractie van de InwonersPartij) De voorzitter: De motie maakt onderdeel uit van de beraadslagingen. De heer Siepel: Mevrouw de voorzitter. Ik wil graag beginnen met een compliment aan uw adres en degenen die u hebben bijgestaan, voor het adequaat optreden in de afgelopen 24 uur, gegeven de situatie. Maar als ik dat zo zeg dan zeg ik tegelijk iets anders, namelijk dat k het onbegrijpelijk vind dat het initiatief van de kant van de gemeente moest komen om noodmaatregelen te treffen in het belang van de veiligheid en de gezondheidszorg voor onze bevolking. Want wat had meer voor de hand gelegen dan dat de Raad van Bestuur zelf vanuit zijn verantwoordelijkheid het initiatief had genomen tot het nemen van maatregelen om de zorg in Lelystad, zeker de operatieve zorg, zo goed mogelijk te laten doorgaan? Dat is toch hun eerste verantwoordelijkheid? Natuurlijk hebben wij als gemeente een eigen verantwoordelijkheid voor onze bevolking, maar als het ziekenhuis in de problemen komt en zijn werk niet kan voortzetten dan ligt daar nadrukkelijk een verantwoordelijkheid. Ik wil graag van u horen of u die opvatting deelt. Daaraan gekoppeld, anderen hebben daar ook al de vinger bij gelegd maar ik hecht er ook aan om dat te doen vanuit de Christenunie, de rol van de Raad van Toezicht in dit geheel. Die is naar ons gevoel in deze buitengewoon ernstige problematiek te

9 2008 N 611 veel op de achtergrond gebleven. Wij zien wel de voorzitter van de Raad van Bestuur in de media, maar wij horen niet van de Raad van Toezicht, terwijl dat toch in dit soort ernstige situaties het hoogste orgaan in bestuurlijke zin van het ziekenhuis is. Deelt u onze opvatting dat de Raad van Toezicht meer van zijn verantwoordelijkheid publiek had moeten blijk geven dan ze tot nu heeft gedaan? Wij vinden het des te erger, omdat door zo laat te reageren op alle signalen, de uitkomsten van metingen enzovoort, de Raad van Bestuur ook het personeel in een buitengewoon vervelende situatie heeft gebracht, dat ze pas op het laatste moment hebben gehoord wat voor ernstigs er in het ziekenhuis aan de hand was. Dat is ernstig voor patiënten, dat is ernstig voor toekomstige patiënten, maar het is ook buitengemeen onheus ten opzichte van het personeel, als men zo lang al op de hoogte is van wat er mis is en dan het personeel niet informeert. Wij kunnen ons dan ook goed voorstellen dat de ondernemingsraad daarover ernstige woorden heeft gesproken. Maar nu. Als blijkt uit uw informatie dat het departement van VWS nog niet zover is dat ze de vestiging van noodoperatiekamers in Lelystad wil toestaan, dan baart ons dat wel zorgen. We zouden u dan ook willen vragen om als het nodig is, nog extra druk op het departement uit te oefenen om daarin wel mee te werken. Want dat lijkt ons gegeven de situatie de enige manier om ervoor te zorgen, dat in geval van spoedeisende operatieve hulpverlening de inwoners van Lelystad toch op een goede manier geholpen kunnen worden. Als die ambulances namelijk allemaal ver moeten rijden, dan betekent dat dat de aanrijdtijden en de hulptijden ook voor de anderen, die misschien niet spoedeisend geholpen moeten worden, langer worden. De ambulances zijn meer onderweg en minder beschikbaar en dat is ook een verslechtering van de situatie. Dus de aanrijdtijden moeten kort kunnen blijven en dat kan alleen maar als er operatieve capaciteit in Lelystad voorhanden is. Dus wat ons betreft zet u alles op alles om het zover te krijgen dat hier operatieve capaciteit in de stad voorhanden blijft, zoveel als nodig is. Ik weet eigenlijk niet zo goed hoe het verder moet. Dat is voor ons het belangrijkste, dat dat nu snel geregeld is. Want als ook de verloskamers dicht zijn, dan heb je helemaal geen tijd. Dus hoe eerder die noodoperatiekamers er zijn hoe beter. En die komen alleen maar uit de voorraad, die hoeven niet van het front gehaald te worden heb ik begrepen, dus die moeten toch snel inzetbaar zijn. Daar is nu net het rampenscenario voor. Hier is echt een ramp aan de hand voor de gezondheidszorg van Lelystad. De heer Caniels: Mevrouw de voorzitter. Ik wil me graag aansluiten bij de complimenten die de heer Siepel heeft gegeven voor de acties zoals u die zojuist uitvoerig hebt toegelicht. De opmerkingen die door mijn collega s al zijn gemaakt over het functioneren van zowel de Raad van Toezicht als de Raad van Bestuur hoef ik niet te herhalen; die deel ik. In het verlengde daarvan zou ik willen vragen of het gemeentebestuur informatie heeft hoe de benoemingsprocedure van de Raad van Toezicht inclusief haar voorzitter is. Die informatie zouden wij wel graag willen hebben. Verder heb ik uit uw verhaal begrepen, maar ik check het even, dat op 28 april de Inspectie blijkbaar reeds heeft geconstateerd dat er iets niet goed was in het ziekenhuis. De vraag die ik aan u heb: heeft de Inspectie niet een zodanige informatieplicht aan het lokale bestuur, dat bij dat soort zorgelijke constateringen ook het gemeentebestuur langs de lijn van de Inspectie wordt geïnformeerd? Ik constateer dat dat blijkbaar niet gebeurd is en als dat niet gebeurd is zou ik u willen

10 2008 N 612 vragen: hebt u daar de inspecteur op gewezen? En als u dat nog niet gedaan hebt, zou u dat dan alsnog willen doen? Er is in de vorige informatie steeds gesproken over een tekort van 7 miljoen. Daaraan is de interpretatie in mijn beleving gegeven dat als er niets zou gebeuren, het tekort zou oplopen tot 7 miljoen. Ik hoor nu dat er sprake is van een feitelijk tekort op dit moment van 7 miljoen. Vervolgens had ik de vraag of de informatie klopt dat het ziekenhuis op dit moment 50 miljoen aan leningen heeft uitstaan, wat de positie is van de schuldeisers in de richting van het ziekenhuis, met name de INGbank, en waarop de verwachting zou kunnen zijn gebaseerd dat het allemaal nog wel goed komt met het ziekenhuis. Ten slotte, over de procedure van de bijstand. Ik begrijp uit uw betoog dat de inspecteur van Volksgezondheid blijkbaar blokkeert - ik zeg het even bewust in mijn eigen woorden - dat een door u en door de commissaris van de Koningin, neem ik aan, ondersteunde bijstandsaanvraag niet tot stand komt. Ik zou graag van u willen weten: wie heeft in deze situatie, de bijstandsaanvraag, het hoogste woord en hoe is diegene op de daarvoor betreffende verantwoordelijkheid aan te spreken? Mevrouw De Waal: Mevrouw de voorzitter. Er is al een heleboel gezegd. Onze fractie kan zich aansluiten bij wat de collega s hebben gezegd en de vragen die zijn gesteld. Wij achten het ook van groot belang dat de Raad van Bestuur en de Raad van Toezicht van het ziekenhuis danig aan de tand gevoeld worden, omdat het vertrouwen ongelooflijk ernstig is beschadigd. Wij hebben nog wel de vraag wat er na de bevindingen van de Inspectie in april door het ziekenhuis aan acties is ondernomen, want dat is onduidelijk voor ons. We hebben er alle vertrouwen in, gezien de manier waarop de afgelopen dagen door de burgemeester en het college is gehandeld, dat ook de komende periode alles op alles gezet zal worden om zo goed mogelijk de zorg te waarborgen. De vraag over de ambulances speelde bij ons ook. Het lijkt ons inderdaad moeilijk worden in deze situatie om het met het huidige bestand allemaal goed te regelen en voor elkaar te krijgen. Dus wij zouden ook de vraag willen stellen of er gekeken kan worden naar inzet van extra ambulances. De heer Zweers: Mevrouw de voorzitter. Ik probeer het ook beperkt te houden. Wij kunnen ons voor het grootste gedeelte volledig aansluiten bij datgene wat door onze voorgangers is gezegd. Ik wil er wel een paar highlights uithalen. Met name de Raad van Toezicht. Die zien blijkbaar niet toe, wie doet dat dan wel? Bovendien, de vraag is al eerder gesteld maar ik wil hem graag herhalen: wie ziet er toe op de Raad van Toezicht en wie stelt hem überhaupt aan? Hoe worden de zaken gecontroleerd? Kijkend naar de wijze waarop de voorzitter van de Raad van Bestuur in het nieuws is, kunnen we bijna niet anders concluderen dan dat hij nog steeds in een staat van ontkenning verkeert. Een beetje populair uitgedrukt: in onze beleving heeft hij een plaat voor zijn hoofd en mist hij de aansluiting met de realiteit. Zeker als we zien dat nog niet zo lang geleden personeelsleden een presentje en een complimentje hebben gekregen omdat er zo goed was gepresteerd. En nu zit men op de schopstoel. Dat is toch moeilijk uit te leggen. Dat patiënten naar elders zouden moeten voor een operatie, is al buitengewoon vervelend en zorgwekkend, maar er zit ook nog een praktische kant aan; of wellicht een onpraktische kant. Stel, dat de heer Jansen in een ziekenhuis wordt geopereerd buiten onze regio, dan zullen wij toch een stukje verder moeten rijden om hem een fruitmand te bezorgen. Kunt u zich voorstellen dat er dan familieleden zijn die enige weken bij hun familielid op bezoek moeten in een ziekenhuis elders, dat wellicht

11 2008 N 613 onbereikbaar is voor openbaar vervoer en dergelijke? Overigens wordt mij ingefluisterd dat mijn fractiegenoot de heer Erica ook met smart uitkijkt in welk ziekenhuis hij wordt geholpen. Wij hopen van ganser harte dat dat in Lelystad is. Mevrouw Kreuger: Mevrouw de voorzitter. Allereerst willen wij ook onze waardering uitspreken voor de wijze waarop de burgemeester en het college gehandeld hebben. Het verbaast ons zeer dat die acties vanuit het college moesten komen en niet direct uit het bestuur; een vreemde zaak. Wij hebben een vraag. U had het er zojuist over dat er gezocht is naar noodcapaciteit in Utrecht. Bent u ervan op de hoogte dat er ook in Amsterdam, in het AMC, een noodhospitaal beschikbaar si voor rampen? Hoewel het natuurlijk een verre van ideale situatie is. Er is al heel veel gezegd. Het verbaast ons ook heel erg, de hele gang van zaken. Dat een bestuur na jaren de financiën niet op orde krijgt is één, maar de manier waarop hier met veiligheid wordt omgegaan en naar wij begrepen hebben dat dit al enige maanden speelt, verbaast ons enorm. Met name in een ziekenhuis, als het om veiligheid gaat, moet je bij de eerste alarmbel maatregelen nemen en niet zeggen: we wachten eerst nog een meting af en nog een meting en dan wachten tot er van buitenaf wordt ingegrepen. Onvoorstelbaar dat dat gebeurt. Verder hebben we vragen over de positie van de Raad van Toezicht en de gesprekken die u met de Raad van Toezicht hebt gehad; of zult hebben, dat is me niet helemaal duidelijk. Maar die vragen zijn ook door de collega s gesteld. Dus daar zijn we erg benieuwd naar. De voorzitter: Geen andere sprekers meer uit de raad? Dan zullen we even schorsen, om goed te kunnen antwoorden. De voorzitter schorst de vergadering. De voorzitter heropent de vergadering. Wethouder Nuijt: Mevrouw de voorzitter. De heer Marseille heeft gezegd dat hij in het belang van een goede gezondheidszorg, staat voor het behouden van een volwaardig ziekenhuis. Het blijkt vanavond wel dat de hele raad daarvoor staat. Als college hebben wij daar de laatste anderhalve week voor gestaan. Uit het oogpunt van volksgezondheid vinden wij het belangrijk dat ons ziekenhuis behouden blijft voor onze inwoners. Dat zijn zaken waar we voor staan en waar we voor gaan als college. Dat betekent dat we de afgelopen dagen daarmee voortdurend bezig zijn geweest. De afgelopen raadsvergadering heb ik u gemeld welke stappen wij gezet hebben nadat de financiële problematiek duidelijk geworden was. Ik heb dat ook via data aangegeven. U hebt zojuist van de burgemeester vernomen welke informatie er ten aanzien van het sluiten van de operatiekamers de afgelopen dagen tot ons gekomen is. Zelf werd ik dinsdagmorgen, nadat wethouder Kok midden in de nacht op de hoogte gesteld was, door hem gebeld. Daarna werd ik op woensdagmorgen geïnformeerd door de secretaris van de Raad van Bestuur, waarna ik onmiddellijk de burgemeester op de hoogte gesteld heb en u hebt gehoord wat de vervolgstappen in dezen qua informatie geweest zijn. Waar wij voor staan wat de volksgezondheid betreft was: welke stappen zet het ziekenhuis ten aanzien van de acute zorg op dit moment en de veiligheid? Dat hebben wij nagetrokken. Daarover zijn we in overleg geweest. En u hebt gehoord dat

12 2008 N 614 wij aangedrongen hebben op het plaatsen van een noodhospitaal en de stand van zaken daaromtrent. Als het om de langere termijn gaat, ik heb dat vorige week ook al gezegd, hebben we een onderzoek in gang gezet wat betreft de financiële stand van zaken. Daar hebben we hoe dan ook inzicht voor nodig. Ik kom daar zo nog even op terug. Vervolgens zijn wij in gesprek met diegenen die daar in feite zeggenschap over hebben. Wat dat betreft kunnen wij aandringen en onze verantwoordelijkheid nemen, maar wij hebben niet directe verantwoordelijkheid ten aanzien van de continuering van het ziekenhuis. Maar wij doen datgene wat wij kunnen. Zo hebben wij morgen een gesprek met de zorgverzekeraar, met Achmea, en u hebt al gehoord dat er ook een gesprek gepland is op het ministerie, waarbij ook de Raad van Toezicht aanwezig zal zijn, over de gang van zaken. Dan de opmerkingen die de heer Marseille gemaakt heeft over het onderzoek. Hij zei: dat onderzoek waar we het vorige week nog over hadden is wat mijn fractie betreft niet meer noodzakelijk. Daarvan wil ik zeggen dat wij dat nog wel steeds noodzakelijk achten. Zoals u weet gaat dat onderzoek morgen starten. We hebben dat afgesproken. We hebben over de onderzoeksopdracht contact gehad met KPMG. Het is van belang dat we op korte termijn een analyse hebben van de financiële situatie waarin het ziekenhuis verkeert, want als je voor de lange termijn naar een oplossing gaat zoeken, dan zul je moeten weten in welke situatie het ziekenhuis financieel verkeert. Wij willen graag voor die lange termijn een oplossing hebben, want dat is van belang in het kader van de zorg zoals die door het ziekenhuis aan onze inwoners verleend wordt. Wat dat betreft vinden wij dat dat onderzoek, dat heel snel tot resultaat zal komen, ik heb u daarvan de data genoemd in de vorige raadsvergadering, gaat plaatsvinden. De heer Marseille: Mag ik daarover een vraag stellen? Het onderzoek zoals we dat vorige week nog in gedachten hadden, even los van onze mening daar toen al over, ging uit van een continuïteit van een ziekenhuis dat van plan was in de komende maanden wat extra inspanningen te leveren om er financieel zo goed mogelijk weer uit te komen. Er is nu een totaal andere situatie. Er moeten noodmaatregelen genomen worden. Het is maar de vraag hoeveel effect dat zal hebben op bijvoorbeeld het aantal verrichtingen. Dus eigenlijk moet je op dit moment constateren dat je een heleboel gegevens schattenderwijs gaat inbrengen die voor de korte termijn geen enkel effect hebben. We zien dat de Raad van Bestuur zegt: we hebben niet geïnvesteerd want we zagen al dat we daar niet de middelen voor hadden. Dus wie gaat er nu investeren om de voorzieningen op peil te brengen om te zorgen dat zo snel mogelijk de operatiekamers weer in gebruik genomen kunnen worden? Het wil er bij ons niet in dat het mogelijk is om dat vanuit de huidige situatie te realiseren. Dus dan praat je over een nieuwe organisatie met daarbij een andere partner, zoals ik in eerste termijn aangaf. Het uitrekenen hoe het straks verdergaat vanuit de huidige situatie, daarvan vragen wij ons echt af wat het nut nog is. Ik zag de wethouder Financiën met zijn hoofd schudden, dus hij is het kennelijk niet met mij eens. De voorzitter: Wethouder Kok, kunt u dat schudden even toelichten? Wethouder A. Kok: Wat je ook doet, je hebt informatie nodig. En dat is informatie die met een week beschikbaar is. Dat is op korte termijn: hoe lang is de polsstok echt? We praten allemaal over het failliet van het ziekenhuis. Dat is nog niet zeker. Het is te voorbarig om dat nu al te zeggen. We moeten echt informatie hebben, snelle informatie. Dat is niet een diepgaande analyse of wat dan ook. Het gaat er in de eerste week om hoe lang de financiële polsstok is van het ziekenhuis. Dat heb je nodig wil je met Achmea, wil je met het ministerie, wil je met de Nederlandse

13 2008 N 615 zorgautoriteit, dat zijn de drie partners waar we terecht moeten, gaan praten. Daarop wachten we niet. We hebben morgen al het eerste gesprek met Achmea om vooral te kijken hoe zij erin zitten en hoe we de Lelystadse belangen het beste naar voren kunnen brengen. Dat hebben we heel bewust gedaan. Maar je hebt ook informatie nodig. Dus ik hecht er echt aan om dat onderzoek wel te gaan doen. U weet als beste, mijnheer Marseille, dat informatie de basis is, ook als je met andere ziekenhuizen praat, ook als je met overheden praat. Iedereen wil weten: er is een gat, maar hoe groot is dat gat dan? De voorzitter: Wethouder Nuijt, gaat u verder. Wethouder Nuijt: Ik dacht dat ik min of meer had aangegeven dat wij onderscheid maken tussen de korte en lange termijn wat betreft dat onderzoek. We willen graag een doorstart wat betreft de continuïteit van het ziekenhuis en de zorg die geleverd wordt, in welke vorm dan ook, want daar zul je in de volgende fase pas een oplossing voor vinden, hopen wij, met betrokkenen. Voor de korte termijn zijn er een aantal zaken op te lossen, maar voor de lange termijn hebben we die analyse van de financiële gegevens nodig. Ik heb vorige week gezegd dat wij dat volgens de afspraken met KPMG binnen een week op tafel hebben en dan komt al de volgende fase in zicht. Maar met name de lange termijn, en dat is in feite waar u over spreekt: welke kant moet het met ons ziekenhuis op gaan, en: we willen ons ziekenhuis hier behouden in het kader van de goede gezondheidszorg voor onze inwoners - en daar staan wij als college uiteraard volledig achter en zetten we ons ook voor in - komt in de volgende fase vanzelf aan de orde. Daartoe zijn er een aantal gesprekken opnieuw gearrangeerd. Dit is mijn reactie daarop. Op de financiële kant zal inderdaad wethouder Kok straks ingaan. De heer Jansen: Mag ik nog even een vraag stellen aan wethouder Kok? U spreekt met Achmea, maar spreekt Achmea dan tevens voor alle andere zorgverzekeraars? Wethouder A. Kok: Nee, maar het is zo geregeld dat Achmea als belangrijkste zorgverzekeraar, die ook een zorgkantoor exploiteert voor deze regio, onze gesprekspartner is. Die heeft een directe verantwoordelijkheid voor het functioneren van de ziekenhuiszorg in Lelystad. Wethouder Nuijt: Mevrouw d Arnaud merkt op dat er sprake is van mismanagement naar haar inzicht, maar zij zegt ook: de medewerkers zetten zich uitermate in om juist de kwaliteit te handhaven. Ik denk dat wij als college de aandacht die zij daarvoor vraagt volledig onderschrijven. Het zijn met name de medewerkers en het medisch team die zich duidelijk inspannen om de patiëntenzorg op een goede manier te verlenen en ook om die voort te zetten in de situatie waarin we nu met het ziekenhuis zitten. Dat de verloskamers inmiddels ook gesloten zijn in relatie met het sluiten van de operatiekamers, want die kunnen niet open zijn, en dat is ook al door de burgemeester toegelicht, omdat er soms aanvullende medische zorg nodig is, hebben wij vanavond via de persconferentie vernomen. We hebben begrepen dat de GGD daarvan eind van de middag op de hoogte is gesteld. De heer Jansen: Mag ik daar een vraag over stellen, over het personeel? U zegt dat het college het personeel een warm hart toedraagt, en dat siert het college natuurlijk. Dat doen wij als raad ook. Maar een en ander heeft consequenties voor het personeel, namelijk mensen die een jaarcontract hebben, dat heb ik al via de media tot mij laten komen, gaan er als eerste uit. Die mensen hebben allemaal hun baan opgezegd, zijn nu werkzaam bij het ziekenhuis in Lelystad. Kunt u ook een pleidooi voor deze mensen houden?

14 2008 N 616 Wethouder Nuijt: Dat kan ik niet, want daar gaan wij niet over. U weet dat dat soort zaken aan de Raad van Bestuur is. Wij spelen geen enkele rol in de directievoering van het ziekenhuis. Dat hebben we bij herhaling hier naar voren gebracht. Wij kunnen alleen aandacht vragen en daarom geef ik hier ook duidelijk aan dat wij begaan zijn met die medewerkers en dat wij in onze gesprekken in het kader van de continuering van het ziekenhuis ook de werkgelegenheid van de medewerkers in het oog houden. Dat is de achtergrond van mijn opmerkingen in dezen. Er zijn door mevrouw d Arnaud, door de heer Jansen en voorzover ik me herinner ook door mevrouw De Waal opmerkingen gemaakt over het ambulancevervoer. Zoals u weet zijn wij door de sluiting aangewezen op het, en dan ga ik van het Zuiderzeeziekenhuis uit in dit geval, St. Jansdal in Harderwijk en het Flevoziekenhuis in Almere. Qua aanrijdtijden bestaat er een bepaalde norm en die norm is 45 minuten, zoals wij weten vanuit de GGD. Dat betekent dat er 15 minuten voor voorrijden is, 5 minuten voor stabilisatie, en als u dat optelt dan blijven nog 25 minuten over. Dat betekent dat je dan in Harderwijk of in Almere zou moeten zijn. Dat is mogelijk volgens de GGD. Men heeft de ambulanceritten tot op heden gemonitord en het blijkt dat men tot nu toe aan de vraag kan voldoen. Wel heeft men het zo geregeld via afspraken met Achmea, die daarvoor financieel weer garant staan, dat men extra materieel en personeel kan inzetten, want je moet natuurlijk het juiste aantal ambulances op de weg houden. Er is wel een risico, en dat zullen we ook gebruiken in het kader van het aandringen op het vestigen van een noodhospitaal hier, dat geldt met name verloskunde. U hebt gehoord dat gynaecologie in feite gesloten is en dat men verwijst, ook de verloskundigen, naar de beide ziekenhuizen in de omgeving. Maar de aanvullende zorg die eventueel nodig is moet dan ook daar verricht worden. Daarom willen wij graag dat zo snel mogelijk die noodunit tot stand gebracht wordt. Daarop gaan we morgen in Den Haag opnieuw aandringen, zodat dat gerealiseerd wordt. Want we zien daar een zeker risico in. Op een ambulance rijdt uiteraard de chauffeur mee, maar ook een verpleegkundige intensive care. Die kan echter niet de verloskundige handelingen verrichten in het kader van de vervolgingrepen, mocht dat nodig zijn op dat moment. De heer Marseille: Ik zou nog een vraag willen stellen over die normtijden. Die 45 minuten zijn bepaald om in zoveel mogelijk gevallen binnen die 45 minuten te komen, maar als je zo hoort hoe je dat uitrekent, dan is het natuurlijk heel zorgelijk dat je bijna standaard, dan moet er helemaal niets tegen zitten, op die 45 minuten uitkomt. We weten allemaal dat wil je in 25 minuten naar óf het ziekenhuis in Harderwijk óf het ziekenhuis in Almere rijden, je eigenlijk in Lelystad moet vertrekken vanaf een plek waar je direct op een van de dreven zit. Dan mag er helemaal niets tegen zitten. Dan mag er in Harderwijk of in Almere niets tegenzitten. Dus neem je een enorm risico door te zeggen: dat halen we met die 45 minuten wel. Wethouder Nuijt: De GGD heeft aangegeven dat ze binnen 15 a 20 minuten in Harderwijk of Almere kunnen zijn, mocht dat nodig zijn. Maar wij onderkennen de opmerking die u maakt. Dat is ook reden dat wij om bijstand verzocht hebben en zo snel mogelijk die operatie-units hier in Lelystad gevestigd willen hebben. Mevrouw d Arnaud: Ik constateer met het antwoord van de wethouder dat wij eigenlijk als Lelystad teruggaan naar de tijd toen we nog een pionierstad waren, toen hier nog geen ziekenhuis was, en mensen regelmatig onderweg in de auto bevielen, omdat de afstand te ver was. Helaas moeten we constateren dat wij nu dus even teruggaan in de tijd.

15 2008 N 617 De voorzitter: Misschien mag ik even antwoorden dat dit morgen onderdeel is van de besprekingen op het ministerie en wij natuurlijk dezelfde zorg hebben die geuit wordt door onze gemeenteraad en zeker door het personeel, de verloskundigen enzovoort. Dat gaan we bekijken, want die 45 minuten blijft krap. Er hoeft zich maar iets voor te doen en je gaat er overheen. Volgens mij staat veiligheid voorop, dus vandaar dat we dat in de besprekingen geagendeerd hebben. Het woord is aan de heer Jansen. De heer Jansen: Blijft één vraag voor mij over. Waarom wordt het Anthoniusziekenhuis in Emmeloord hier niet bij betrokken? Wethouder Nuijt: In Sneek. Vanuit Noordoostpolder gaan ze naar Sneek. Maar dat heb ik niet beantwoord. Ik beantwoord de vraag alleen voor het Zjiderzeeziekenhuis in Lelystad. Als ik voor Emmeloord spreek dan komt Sneek in beeld, Heerenveen enzovoort. Maar ik ben nu alleen van de situatie uitgegaan voor onze eigen inwoners. Wethouder A. Kok: Mevrouw de voorzitter. Ik zal eerst ingaan op de enigszins technische vragen van de CDA-fractie. Vervolgens zal ik ingaan op onze opvattingen over de Raad van Bestuur en de Raad van Toezicht. De grootte van het verlies. Het verlies van 7 miljoen is het verlies tot en met juli De verwachting is dat bij ongewijzigd beleid het verlies tot 10 miljoen oploopt over geheel Dat is informatie die ik niet heb gecontroleerd, maar die wij van het ziekenhuis zelf hebben gekregen. Uw overige vragen van schuldeisers, hoeveel leningen er zijn, hoe de positie van de ING is, zijn nu juist onderdeel van het onderzoek dat we proberen binnen een week boven tafel te krijgen. Hoe komt een Raad van Toezicht tot stand? Dat is vrij eenvoudig. Er wordt een stichting opgericht door bepaalde mensen en die benoemen een Raad van Toezicht. Vervolgens benoemt die Raad van Toezicht zichzelf of door andere leden te laten toetreden of zichzelf te herbenoemen. Meestal is er een maximale zittingstermijn. Er komt daarbij geen verkiezing of wat dan ook aan de orde. Wie controleert de Raad van Toezicht? De Raad van Toezicht is in het ziekenhuis het hoogste orgaan, dus daar controleert niemand de Raad van Toezicht. Maar uiteindelijk heeft wel de Inspectie en vervolgens daarachter het ministerie en de minister de uiteindelijke verantwoordelijkheid voor het ziekenhuis. Die kunnen wel de Raad van Toezicht overstijgen. De heer Zweers: Een korte vraag ter verduidelijking. Men benoemt zichzelf en men controleert dus zichzelf? Wethouder A. Kok: Men controleert de Raad van Bestuur en men benoemt zelf, maar niet zichzelf. Na een bepaalde zittingstermijn moet je weer een ander lid benoemen. Ook die verkiezing gebeurt door de overige leden van de Raad van Toezicht. De heer Caniels: Mag ik een korte verhelderende vraag stellen? Ik had het over het functioneren van de Raad van Toezicht in de zin van wie controleert nu de Raad van Toezicht? De Raad van Toezicht wordt dus niet gecontroleerd. Maar uit uw antwoord leid ik af dat die eventueel buiten werking kan worden gesteld of woorden van die strekking, door het ministerie. Wethouder A. Kok: Precies. Zo hebt u het goed begrepen. Dan kom ik toe aan de opvatting van het college over de Raad van Bestuur. Het college is van mening dat er bij de Raad van Bestuur mismanagement heeft plaatsgevonden. Het college heeft geen vertrouwen in de Raad van Bestuur als crisismanager. Laat ik dat helder en duidelijk hier zeggen.

16 2008 N 618 Dan de Raad van Toezicht. Ik constateer met bijvoorbeeld de heer Siepel van de Christenunie, dat de Raad van Toezicht niet zichtbaar is. Dat constateert ook het college en dat betreurt het college; dat is denk ik niet goed. Ook constateert het college dat tot op heden de Raad van Toezicht niet uitblinkt in daadkracht, althans daadkracht die ook naar buiten komt. Wij weten niet wat ze precies op de achtergrond doen. Het college heeft regelmatig contact met de vice-voorzitter van de Raad van Toezicht en tevens voorzitter van de financiële auditcommissie. Het college heeft bij de Raad van Toezicht aangedrongen om wel die daadkracht te gaan tonen. Dat is wat ik over de Raad van Toezicht kwijt kan op dit moment. De heer Marseille: Mevrouw de voorzitter, ik weet niet of u die vragen nog gaat beantwoorden, maar ik heb in eerste termijn duidelijk een aantal vragen gesteld waarvan ik dacht dat wethouder Kok die zou meenemen, over wat er door de diverse organen precies is gedaan. Wanneer is wie op de hoogte gesteld? Een van de vragen was juist gericht op de Raad van Toezicht: is die Raad van Toezicht voor zover u weet, en ik mag dat toch bijna aannemen, door de Raad van Bestuur op de hoogte gesteld van de problemen met de Inspectie en gaat u die Raad van Toezicht erop aanspreken dat hij die informatie niet tijdig aan de betrokken gemeentebesturen heeft doorgegeven? Want wij hebben niet anders van u begrepen dan dat ook het college pas deze week over deze problemen is geïnformeerd. Wethouder A. Kok: Misschien kan ik daar wel op antwoorden. Het is wel moeilijk omdat ik wel van alles hoor maar niet kan nagaan wat precies de waarheid is. Laat ik dat vooropstellen, ik hoor verhalen. Ik heb de indruk gekregen in mijn contacten met de Raad van Toezicht dat er grote miscommunicatie aanwezig is tussen de Raad van Toezicht en de Raad van Bestuur. De Raad van Toezicht ontkent dat men volledig op de hoogte is gesteld door de Raad van Bestuur, in de laatste kwestie opnieuw. Zoals de Raad van Toezicht tegen mij zegt, maar ik moet voorzichtig zijn, want ik weet niet precies wat er allemaal gebeurd is: wij zijn zelf ook verrast. De heer Marseille: Als u die informatie hebt, en ik begrijp dat u niet anders kunt reageren dan vanuit die informatie, en je constateert dat een Raad van Toezicht zijn toezicht niet zodanig heeft georganiseerd, dat ze van hele belangrijke besluiten en berichten op de hoogte is, dan kan ik bijna niet anders concluderen dan dat ook de Raad van Toezicht in dezen een enorme misser heeft gemaakt. Wethouder A. Kok: In ieder geval is men verantwoordelijk voor al die enorme missers. Daarom is ook de Raad van Toezicht uitdrukkelijk onderwerp van het onderzoek dat wij gaan doen. Dus alle procedures en alle informatiestromen, dat is natuurlijk van wezenlijk belang. De heer Van der Houwen: Als ik daar even op mag aansluiten. U zegt namens het college dat de Raad van Toezicht uitdrukkelijk onderdeel is van het onderzoek dat u gaat doen. U hebt morgen een gesprek op het ministerie. Is het zo dat u als college aandringt bij het ministerie om met de Raad van Toezicht te gaan praten en eventueel ook aan het ministerie de suggestie zou doen om de Raad van Toezicht onder curatele te laten stellen, te laten vervangen of wat dies meer zij? Wethouder A. Kok: Dat is het college morgen nog niet van plan. Ik vind dat we dat moeten doen nadat uit onderzoek is gebleken wat precies de rol, de functie en het functioneren van de Raad van Toezicht is geweest. Ik vind dat nu te vroeg en wil dat graag beoordelen aan de hand van echt goede informatie en niet op basis van allerlei mededelingen die in losse vorm tot ons komen.

17 2008 N 619 De heer Van der Houwen: Niettemin, u spreekt zelf als ik me niet vergis van miscommunicatie. Dat is niet mis, miscommunicatie tussen enerzijds de Raad van Toezicht en anderzijds Raad van Bestuur. Dat is dus tweezijdig. Ook dat ligt bij de Raad van Toezicht. Wethouder A. Kok: Dat klopt. Maar mijn zin daarvoor was dat ik die informatie heb op basis van losse informatie en dat ik dat graag geconstateerd wil hebben door een onafhankelijk onderzoeker. Want ik hoor allerlei verhalen, maar ik wil graag weten hoe het precies zit. Iedereen heeft zijn eigen verhaal. Dat wordt altijd gekleurd door je eigen omstandigheden. Dat onderzoek is echt snel klaar, het eerste deel althans. Het is heel nuttig om je dan over een week een oordeel te vormen naar aanleiding van onafhankelijke bevindingen. De voorzitter: Er zijn nog twee vragen voor mij overgebleven. Dat is met name de vraag van de heer Siepel: wie beoordeelt het verzoek tot bijstand dat is neergelegd bij het NCC of het LOCC? In eerste instantie vallen wij onder de minister van Binnenlandse Zaken. Daar komt het binnen en daar wordt advies ingewonnen. Dit gaat over Volksgezondheid en daarin wordt geadviseerd. Het moge duidelijk zijn dat dit een ministeriële beslissing hoort te zijn. Die indruk heb ik niet. Als ik zie dat de inspecteur allerlei dingen naar buiten brengt die nog niet op waarheid berusten, dan denk ik: een ambtenaar moet zijn eigen beperkingen in zich hebben. Dat heb ik vanmiddag maar even fijntjes gemeld. Dat betekent met zo n verzoek dat van de commissaris van de Koningin en de burgemeester komt, dat wij beiden hebben gezegd dat wij hierover een bestuurlijk besluit wensen te hebben. Laat dat duidelijk zijn. Dat zullen we morgen ook wel bespreken, want volgens mij past het in de lijn van de hiërarchie zoals we die kennen en dan kan het niet zo zijn dat het op een andere manier plaatsvindt. Andere zaak die door mevrouw Kreuger naar voren werd gebracht, de capaciteit in het AMC, het Academisch Medisch Centrum in Amsterdam. Wij hebben een calamiteitenziekenhuis, en dat staat in het rampenplan dat geldt voor heel Nederland, dat zit in Utrecht. Dus met grote calamiteiten, grote infecties, ziekten, epidemieën, gaat iedereen daar naartoe. Maar die is nu bezet door een ander ziekenhuis en dat betekent dat die capaciteit niet aanwezig is. Dat is erg jammer. Dat geldt ook voor de ok s die nu gekoppeld zijn aan het ziekenhuis in Vught. Dat is ook niet beschikbaar, dus er blijft wat dat betreft weinig meer over dan een beroep te doen op Defensie, omdat daar nog capaciteit is. Het AMC heeft wel capaciteit maar die is onvoldoende. Dat zijn enkele bedden. Dat betekent dat je dit grote vraagstuk niet aankan. Ook het VU heeft nog wel enkele bedden en plekken beschikbaar, maar dat heeft niet het volume dat daarvoor nodig is. Zo wordt dat bekeken en dat doen we samen met onze RGF en. Mevrouw Kreuger: Het staat mij bij dat er onder het AMC een noodhospitaal ligt, voor nucleaire rampen en dat soort zaken. Een volledig ingericht hospitaal. De voorzitter: Dat is echt als bijna de wereld vergaat dan hebben we nog wat. Mevrouw Kreuger: Het ligt er wel ongebruikt. De voorzitter: Gelukkig maar dat het er is. Wij volgen wat in het rampenplan staat, pellen af en dan kom je tot deze oplossing. Zo werkt dat in Nederland en daaraan dient iedereen zich te houden. De heer Siepel: Komt u nog op het antwoord op de vraag die ik gesteld heb, of u niet met ons van mening bent dat de Raad van Toezicht dan wel de Raad van Bestuur

18 2008 N 620 het initiatief had moeten nemen om de continuïteit van de operatieve gezondheidszorg in Lelystad veilig te stellen? Want nu is het initiatief van de gemeente gekomen. Gelukkig ook maar. U hebt uw verantwoordelijkheid verstaan. Maar bent u niet met mij van mening dat het bevoegd gezag van het ziekenhuis dit zelf had moeten doen, al of niet via u, en niet had moeten wachten tot de gemeente iets deed? De voorzitter: U hebt gehoord in de beantwoording van wethouder Nuijt dat inderdaad de secretaris van de Raad van Bestuur contact heeft opgenomen met de wethouder, dat de wethouder mij heeft geïnformeerd en dat wij het hebben ingericht en daarover gesprekken hebben gevoerd. Er had in mijn ogen veel sneller gehandeld kunnen worden, maar dat geldt voor de hele voorgeschiedenis. Je moet hier nooit te lang mee wachten, want dan ren je achter de feiten aan. Dat blijkt nu wel weer. Met name én naar het medisch personeel én naar de cliënten die aanwezig zijn in het ziekenhuis vind ik dat van wezenlijk belang. Het ligt nu eenmaal zo. Wij hebben al gezegd dat wij het vertrouwen wat dat betreft opzeggen. We hebben daar geen vertrouwen meer in. Dat is ook een duidelijk standpunt van het college. Dat zijn heel zware woorden en die spreekt het college bijna nooit uit. Ik denk dat dit voldoende voor u moet kunnen zijn om te weten hoe wij tegenover deze zaak staan. Daadkrachtig, georganiseerd, in chronologische volgorde zaken afwerken en helderheid verschaffen naar eenieder staat altijd voorop met calamiteiten en in mijn beleving had dat stukken beter gekund, zeg ik vanuit mijn portefeuille. De heer Caniels: Mag ik nog een vraag stellen? Ik heb geen antwoord van u gehad op de vraag of de inspecteur van Volksgezondheid niet het college had moeten informeren over de constateringen die hij in a^ril al gedaan had. De vraag die ik gesteld heb over de bijstandprocedure hebt u beantwoord aan de heer Siepel. Daar heb ik kennis van genomen. De voorzitter: Die vraag had wethouder Nuijt al beantwoord, maar ik zal hem nog even herhalen. De inspecteur heeft alleen verantwoording af te leggen aan de minister van Volksgezondheid, en richting het ziekenhuis het rapport neerleggen valt onder de minister. Dat is overigens wel jammer, hetzelfde geldt in het onderwijs, dat we vanuit het lokale bestuur vaak hebben aangedrongen om de informatie ook tot ons te krijgen, maar dat is niet zo geregeld. Dat betekent dat de inspecteur zich heeft gehouden aan de richtlijnen die zijn uitgezet. Hooguit kan een RGF er, van de GGD, nadere informatie vragen als het om volksgezondheidsvraagstukken gaat. Dan kan hij inlichtingen inwinnen, maar dat is te allen tijde achteraf. Die bevoegdheid geldt niet voor ons. Wij kunnen hooguit vriendelijk verzoeken om enige inlichtingen onze kant uit te laten gaan. Dat behoeft zelfs niet beantwoord te worden. Zo hebben wij dat geregeld in Nederland. Mevrouw De Waal: Ik had aangegeven dat wij benieuwd zijn naar de acties die door de leiding van het ziekenhuis zijn genomen sinds het rapport en op basis van het rapport van eind april. Daar heb ik niets over gehoord. Mijn vraag is dus, ook omdat het niet alleen te maken heeft met de luchtbeheersing maar ook met gedrag, discipline, gedragscodes enzovoort, of daarover bij het college iets bekend is. Wethouder A. Kok: Zo ver als wij weten is de Raad van Bestuur op basis van de signalen, want of er een rapport is dat is mij nog niet echt helder geworden, van de Inspectie aan het werk geslagen met plannen. Je kunt een heel verhaal houden over wat er allemaal gebeurd is, maar die plannen hebben uiteindelijk niet geresulteerd in een op tijd genomen maatregel. Er is van alles gebeurd, maar als dat geen effect heeft dan heeft het weinig zin om daar verder op in te gaan.

19 2008 N 621 De heer Jansen: Ik heb goed geluisterd naar het college en dat noopt mij tot een aanpassing van de motie. Ik heb gehoord dat het college ook mismanagement onderstreept van de Raad van Bestuur. Ik praat echter in mijn motie over ziekenhuisdirectie. Dus daar waar ziekenhuisdirectie staat, wordt dit gewijzigd in Raad van Bestuur. U hebt dat onderzoek goed uitgelegd. Daarom wil ik onder het tweede gedachtestreepje toevoegen het woord mogelijk. In afwachting dan van het onderzoek. Wij denken als je een tekort hebt van 10 miljoen in 2008, dat we er wel van kunnen uitgaan dat het misschien een slecht financieel beleid is. Daarom willen we mogelijk een slecht financieel beleid invoeren. De voorzitter: Het lijkt me het allerbeste dat we zeggen constaterende dat de Raad van Bestuur: en dan al die zinnen erachter. Dan vangen we het keurig op. Is er behoefte aan een tweede termijn, of schorsing? De heer Van der Houwen: Ik verzoek namens mijn fractie om een korte schorsing. De voorzitter schorst de vergadering. De voorzitter heropent de vergadering. De voorzitter: De heer Jansen wil nog een correctie aanbrengen op zijn motie. De heer Jansen: In overleg met alle andere partijen is de motie nogmaals enigszins aangepast. De derde wijziging betreft aandachtstreepje drie. Dit wordt als volgt: al vanaf april dit jaar op de hoogte was van de tekortkomingen en de daaraan verbonden risico s voor patiënten in de operatieruimten van het ziekenhuis;. Dat is de laatste wijziging en daarmee is de motie door alle fracties mede ondertekend. In tweede termijn De heer Marseille: Mevrouw de voorzitter. In eerste termijn heb ik mijn betoog in twee delen opgebouwd. In het eerste deel ben ik bewust ingegaan op de vraag wie nu uiteindelijk verantwoordelijk is. Ik heb daarbij aangegeven dat de betrokken patiënten er recht op hebben om te weten wie verantwoordelijk is voor de bewust genomen risico s. In de motie spreken we ook uit dat die risico s genomen zijn. In de uitspraak van het college, dat het vertrouwen in de Raad van Bestuur er niet meer is, heeft het college weliswaar impliciet wel antwoord gegeven op die schuldvraag, maar toch denk ik dat het belangrijk is dat er op enig moment, en wij begrijpen dat nu niet alle feiten goed voorhanden zijn, wat meer duidelijkheid komt hoe het in de voorgeschiedenis gegaan is. Was april het eerste moment waarop er een controle geweest is of was dat al een lang slepende kwestie die ertoe geleid heeft dat de druk op de ketel gezet is? Wij vinden nog steeds dat zeker de betrokken patiënten er recht op hebben om op die vragen wel degelijk een antwoord te krijgen. Als het gaat om het opzeggen van het vertrouwen in de Raad van Bestuur, dan constateren we dat er nog maar één groep is waar wij vertrouwen in hebben en dat is de kwaliteit en de toewijding van het personeel. Dat is ook een van de partijen die nu de dupe gaat worden van de ontstane situatie. Het college doet heel erg zijn best om een noodvoorziening te realiseren, maar we weten allemaal dat dat maar een heel tijdelijke oplossing kan zijn. Als je gaat nadenken over de lange termijn oplossing dan zal er hoe dan ook geld moeten komen om de investeringen te plegen die nu heel bewust niet zijn gedaan vanuit het argument: daar hebben we het geld niet voor. Hetgeen weer heeft geleid tot deze ellende. Het lijkt erop dat je op dat punt haast in

20 2008 N 622 een vicieuze cirkel zit. Wij geven het college wel de ruimte, en de wethouder financiën heeft mij overtuigd dat je bepaalde gegevens moet hebben en hopelijk geeft dat onderzoek daar antwoord op, maar of dat de vragen oplost waarmee we zitten, daar hebben wij enige twijfel over. Wij constateren met het college, en daar zijn we heel blij mee, dat het college dezelfde doelstelling heeft als wij, namelijk het behoud van een volwaardig, kwalitatief goed ziekenhuis in Lelystad, maar vrezen, en waarschijnlijk ook met het college, dat er nog een lange weg te gaan is om dat te bereiken. Mevrouw d Arnaud: Mevrouw de voorzitter. De fractie van de PvdA is ontzettend boos en verdrietig dat de inwoners van Lelystad in deze situatie worden gebracht door een falende Raad van Bestuur en Raad van Toezicht. Er is niet adequaat gehandeld door de Raad van Bestuur. Er zijn vandaag vragen gesteld in de Tweede Kamer door de PvdA. Ik heb vandaag contact gehad met Eelke van der Veen, ons Tweede Kamerlid die over gezondheidszorg gaat. Gezamenlijk hebben wij de volgende vragen gesteld. We hebben vragen gesteld over de kwaliteit van de zorg, over het leveren van de spoedeisende zorg, over de aanrijdtijden van de ambulances in Flevoland en of de capaciteit van de omringende ziekenhuizen voldoende is. We hebben gevraagd of de Raad van Bestuur al in april 2008 op de hoogte was van de onveilige situaties van de ok en zo ja, wat men daarvan vindt, en wat de noodzakelijke maatregelen zijn om de noodzakelijke kwaliteits- en veiligheidseisen te verkrijgen. Tot slot hebben we de vraag gesteld hoe de financiële positie van de IJsselmeerziekenhuizen wordt beoordeeld. Wij doen een oproep aan andere fracties om hun Tweede Kamerleden te benaderen, zoals wij dat ook hebben gedaan. Wij houden de Raad van Toezicht verantwoordelijk voor alle misstappen en gevolgen van het handelen van de Raad van Bestuur zolang zij het vertrouwen niet opzegt. Wij prijzen de inzet van het personeel van het ziekenhuis. Ondanks alles doen zij toch met grote inzet hun werk. Wij hebben vernomen dat zij vanmiddag zelfs in de andere ziekenhuizen zijn wezen praten om te kijken in hoeverre zij hun operaties kunnen doorzetten. In Meppel zijn 33 bedden beschikbaar en kan men volgende week al beginnen. In Harderwijk is geen plek. In Almere is er plek van uur tot uur en in de weekenden. Daarbij is ook nog vervoer geregeld voor het personeel. Ik moet zeggen, mijn complimenten dat ondanks alles, ondanks een falende Raad van Toezicht en Raad van Bestuur, het personeel zich toch voor de bevolking van Lelystad zo ontzettend inzet. En in het belang van de bevolking van Lelystad wensen wij het college morgen heel veel succes. De heer Jansen: Mevrouw de voorzitter. Wij zijn zeer content dat de volledige raad, alle fracties, zich zo hard hebben gemaakt om eensgezind dit standpunt in te nemen. Daar wil ik u hartelijk voor bedanken. Er blijven bij ons nog wel twee punten van zorg over. Dat hebben we vanavond al aan de orde gehad, dat is het ambulancevervoer. We zouden graag willen dat het college daar nog eens indringend naar kijkt. Maar ook in het kader van de werkgelegenheid van het personeel van het ziekenhuis, dat de banen die nu op de tocht staan niet verloren gaan. We hebben ons uitgesproken over de Raad van Bestuur, en dat is heel goed, maar we zouden van het college willen dat ze in het onderzoek ook meenemen op welke wijze je de Raad van Toezicht op een goede en democratische manier zou moeten inbedden. We hopen natuurlijk dat er nooit een volgende keer komt, maar je zou in ieder geval enige invloed moeten kunnen uitoefenen op de Raad van Toezicht, want dat is natuurlijk in ons aller belang.

21 2008 N 623 De heer Siepel: Mevrouw de voorzitter. In de beantwoording van de vragen uit de raad in eerste termijn hebt u gezegd, dat het college het vertrouwen heeft verloren in de Raad van Bestuur. U merkt wel aan de motie zoals die nu op tafel ligt, dat dat gevoelen gedeeld wordt in de raad. Dat neemt echter niet weg dat wij vanuit onze fractie er wel bij u op blijven aandringen om indringend met de Raad van Bestuur te blijven praten, ondanks het feit dat u het vertrouwen opzegt, want die Raad van Bestuur zit op dit moment nog in het zadel. Terecht of onterecht, en meer onterecht dan terecht, maar ze zitten er nog en dragen hun verantwoordelijkheid. Dus laat u niet ontmoedigen door het opzeggen van het vertrouwen om hen nadrukkelijk in het gesprek te blijven betrekken. Het tweede is dit. Wij willen u graag aansporen vanuit de Christenunie om morgen uw uiterste best te doen in het gesprek op het departement van VWS om die vervangende ok-ruimte hier in Lelystad te krijgen. Dat lijkt ons essentieel, met name voor de toekomst op langere termijn van het ziekenhuis. Want als er een tijdlang hier niet geopereerd kan worden, dan wordt de toekomst veel onzekerder en we hebben in Lelystad een volwaardig basisziekenhuis nodig. Daar zijn die vervangende operatiekamers een essentieel onderdeel van om dat veilig te stellen. Dus doet u alstublieft uw uiterste best om dat morgen voor elkaar te krijgen en weet u daarbij in ieder geval gesteund door de fractie van de Christenunie. De heer Caniels: Mevrouw de voorzitter. Ik ondersteun die laatste opmerking. Mevrouw De Waal: Mevrouw de voorzitter. Ik wil hier meteen op inhaken. In de eerste schorsing heb ik met iemand staan praten die mij wist te vertellen, dat het binnen een dag of een paar dagen geregeld kan worden dat de huidige operatiekamers weer te gebruiken zijn. Er schijnen installaties te zijn die per unit de hele luchtkwaliteit, luchtdruk en alles wat nodig is voor zo n operatiekamer te regelen binnen een paar dagen. Ik ben geen deskundige, maar het lijkt me allicht goed om te onderzoeken of dat inderdaad een goed alternatief is, omdat wij lang moeten wachten op vervangende ok s, dat er met patiënten heen en weer gereden moet worden en we het ambulanceprobleem hebben. Als we dat op die manier zouden kunnen voorkomen dan scheelt dat een hoop gedoe, denk ik. Ik heb vernomen dat de heer Pereira vanavond in de persconferentie heeft aangegeven dat er een compleet renovatieplan klaarligt. Of dat nu plotseling klaar is of hoe dat precies tot stand is gekomen, weet ik niet, maar de vraag rijst dan wel: wat is de stand van zaken met eventuele verhuisplannen van het ziekenhuis, want die lagen er een tijdje geleden ook. Dan hebben we nog een laatste vraag. Is het college op de hoogte van een eventuele gouden handdruk als de heer Pereira vertrekt, en of daarop misschien nog enige invloed uitgeoefend kan worden. Tot slot wil ik meegeven dat onze fractie veel waardering heeft voor de opstelling van het college en zeker voor het personeel van het ziekenhuis. De heer Zweers: Mevrouw de voorzitter. Ik vind dat er vanavond, hoewel het een buitengewoon serieus onderwerp is, wellicht wat luchtig is vergaderd, maar de serieuze toon is wel goed gezet. We hebben een lachje tussendoor gehad en dat getuigt ook hoe goed wij hier met elkaar kunnen omgaan en hoe goed wij hier gezamenlijk het signaal kunnen afgeven van het belang van ons eigen ziekenhuis. Zover wij hebben begrepen heeft met name het personeel deze bijeenkomst vanavond als zeer ondersteunend ervaren.

22 2008 N 624 Ik wil afsluiten met een opmerking richting het college, omdat wel gebleken is dat vanuit de Raad van Bestuur en via andere kanalen, de communicatie niet altijd even helder en duidelijk is. Misschien kan het college daarin verbetering aanbrengen door actief naar de inwoners te communiceren en ervoor te zorgen dat als er resultaten zijn, deze zo snel mogelijk kenbaar worden. Dit aansluitend op de discussie die wij in de vorige raadsvergadering hebben gehad en wat is ingebracht door de InwonersPartij. Mevrouw Kreuger: Mevrouw de voorzitter. Er is al heel veel gezegd. De raad is gelukkig heel eensgezind in dit onderwerp. Het signaal is duidelijk. Wat wij alleen nog willen zeggen is dat we het college morgen heel veel sterkte wensen en dat wij hopen dat ten aanzien van de Raad van Toezicht en de Raad van Bestuur die besluiten genomen worden, en als ze dat niet zelf doen, dat hopelijk het ministerie of wie dan ook de juiste beslissing zal nemen. Wethouder Nuijt: Mevrouw de voorzitter. Er is aangegeven dat we nog een lange weg te gaan hebben in dezen, met als doelstelling natuurlijk de continuïteit van het ziekenhuis en de zorg. Dat onderkennen we. Er is sprake geweest, zoals mevrouw d Arnaud aangaf, van boosheid over het falen van de Raad van Bestuur en de Raad van Toezicht. U hebt gehoord wat ons college daarover gezegd heeft. U doet een oproep aan andere fracties en dat is aan de fracties, maar hier zijn we in ieder geval eensgezind over de standpunten die we in dezen hebben. Er is over misstappen gesproken, met name aandacht voor het personeel gevraagd en voor de werkgelegenheid. Ik dacht dat ik dat in mijn eerste termijn al aangegeven had. Het personeel is natuurlijk gebaat bij voortzetting en continuering van het ziekenhuis. Wij begrijpen dat ze op dit moment in een moeilijke situatie verkeren, waar zij juist borg willen staan voor de kwaliteit op dit moment onder de huidige omstandigheden. Wij waarderen de inzet zowel van het personeel als van het medisch specialistenteam. Er is nog extra aandacht gevraagd voor het ambulancevervoer. Ik dacht dat ik had aangegeven dat we dat hebben, dat we zorgen dat er zoveel mogelijk materieel beschikbaar is én personeel, want daar gaat het in feite om. Er moeten mensen op die wagens zitten. En dat er afspraken gemaakt zijn met de zorgverzekeraar over de financiering daarvan. Wel is het zaak dat inzake het ambulancevervoer de noodoperatiekamer zo snel mogelijk gerealiseerd wordt. Dat zal dan ook morgen in Den Haag aangegeven worden, omdat het met name in het belang van de verloskunde is in ons gebied. Er is aangegeven door met name de ChristenUnie dat we moeten blijven praten ondanks onze onvrede over het functioneren van de Raad van Bestuur en de Raad van Toezicht. Dat zullen we doen in het belang van het ziekenhuis en de zorg aan onze inwoners. Als het om verhuisplannen gaat, dan is dat aan het ziekenhuis. Mochten wij daarin betrokken raken dan staan wij klaar om daarover overleg te voeren. Over een gouden handdruk heeft mijn collega, wethouder Kok, al wel contacten gehad en ons gevoelen daarover kenbaar gemaakt, maar wij gaan daar niet over want dat is natuurlijk aan de Raad van Toezicht en overeenkomsten die daarover in het verleden gesloten zijn. Communicatie naar bewoners staat voor ons centraal. We zullen daar ook bij het ziekenhuis voortdurend op aandringen. Het moet natuurlijk niet zo zijn dat wij de communicatie voor het ziekenhuis verrichten. In eerste instantie is het ziekenhuis aan zet. Wij zullen over onze besluiten en onze handelingen onze burgers informeren.

23 2008 N 625 En morgen zullen we ons met alle kracht en macht inzetten om gerealiseerd te krijgen dat hier een extra unit komt. De heer Siepel: Mag ik hierop reageren? Het college zei: we hebben die unit vooral nodig in het belang van de verloskunde. Dat lijkt mij een te enge benadering. Ik heb juist in mijn tweede termijn betoogd dat we die operatiekamers nodig hebben voor de brede functies van het ziekenhuis. Dus ik hoop dat u het morgen niet beperkt tot de gynaecologie en de verloskunde. Het gaat om de hele breedte van de operatieve zorg hier in Lelystad. Wethouder Nuijt: Laat dat duidelijk zijn. Maar de acute zorg is met name daarop gericht, om dat gerealiseerd te krijgen, om dat als argument te gebruiken. Natuurlijk moeten wij hier voor de totale zorg een goed functionerende operatiekamer hebben. De voorzitter: Ik heb nog een paar opmerkingen toe te voegen. Het verzoek om bijstand dat is uitgegaan behelst inderdaad gynaecologie en acute zorg. Dat is in overleg gebeurd met de ziekenhuisdirectie, omdat dat het allerbelangrijkste is en ook het enige is dat je zou kunnen onderbouwen. Dat is wel van wezenlijk belang. Tot die twee zaken heeft het zich beperkt. Morgen in de onderhandelingen met het ministerie zullen we inderdaad nadrukkelijk naar voren brengen wat dit betekent en welke risico s ermee gepaard kunnen gaan. Ik heb nog één opmerking, omdat we zojuist een persbericht onder ogen hebben gekregen. Ten eerste van de IJsselmeerziekenhuizen als het gaat om de Raad van Bestuur die zich niet kan beperken om ook iets over het bestuur te zeggen wat niet zo verstandig is. Het tweede is dat er ook vanuit de medische staf een persbericht is uitgegaan, waarin zij het vertrouwen heeft opgezegd in de heer Pereira en geen actie van hem zien om dit probleem te kunnen oplossen. Dat betekent als je het hebt over de samenstelling van het crisisteam, dat er binnen het crisisteam een probleem is gerezen. Ook daarover zullen we morgen opnieuw overleg hebben, want ik denk dat het nu toch echt aan de Raad van Toezicht is om in te grijpen. Anders werk je niet in het belang van het personeel en de cliënten. Dus we gaan morgen weer met frisse moed verder met deze zaak. Wij doen wat mogelijk is en zullen alles goed voor het voetlicht brengen, maar realiseert u zich ook dat wij niet de beslissing nemen. Als hij genomen was dan had deze oplossing zo uitgevoerd kunnen worden en was hij al operabel geweest zelfs. Defensie stond klaar met 700 man. Ze hadden afgelopen nacht kunnen werken en dan had hij vanavond om uur in gebruik genomen kunnen worden. Zo snel kan er gehandeld worden in Nederland en soms loop je zo vast op bureaucratie. Ik wou hiermee afronden. Ik wil nog even de motie in stemming brengen. Dat moet ik officieel nog doen. Ik dank u voor de sterke bijdrage vanuit het gemeentebestuur.