VISUELE AANDACHT BIJ VROEGGEBOREN BABY S: SITUATIESPECIFIEK OF STABIEL OVER CONTEXTEN?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "VISUELE AANDACHT BIJ VROEGGEBOREN BABY S: SITUATIESPECIFIEK OF STABIEL OVER CONTEXTEN?"

Transcriptie

1 Vakgroep Experimenteel-Klinische en Gezondheidspsychologie Academiejaar Eerste examenperiode VISUELE AANDACHT BIJ VROEGGEBOREN BABY S: SITUATIESPECIFIEK OF STABIEL OVER CONTEXTEN? Masterproef neergelegd tot het behalen van de graad van Master in de Psychologie, optie Klinische Psychologie door Stéphanie De Leenheer Promotor: Prof. Dr. Herbert Roeyers Begeleiding: Lic. Leen De Schuymer

2

3 DANKWOORD Toen ik voor een thesis rond prematuriteit koos, wist ik hier niet veel meer over dan dat baby s soms te vroeg geboren worden en dat ze vaak al een hele weg hebben afgelegd voor ze eindelijk naar huis mogen. Dankzij deze thesis, kwam ik niet alleen meer te weten over de theoretische zaken in verband met vroeggeboren baby s, maar kreeg ik ook de kans om deze wondertjes te ontmoeten. In de eerste plaats wil ik graag Leen, mijn thesisbegeleidster, bedanken voor de steeds snelle reacties en antwoorden op al mijn vragen. De opbouwende feedback en aanmoedigende woorden waren een stimulans om er volop voor te gaan. Ook wil ik graag Professor Roeyers bedanken om me de kans te geven deze thesis te kunnen schrijven. Uiteraard ook een woord van dank aan de kindjes en de ouders die hun huis openzetten voor ons en meewerkten aan het onderzoek. Het was verrijkend om de kindjes te zien ontwikkelen en de verhalen van de ouders te horen. Ik wens hen allemaal het allerbeste toe voor de toekomst. Ook een woordje van dank voor Marieke, mijn collega codeerder. Het coderen tijdens de mooie zomermaanden werd iets lichter met een partner erbij. Tenslotte wil ik ook nog mijn ouders bedanken voor hun steun en rotsvast vertrouwen in mij gedurende mijn hele opleiding. Hoewel ze al gewend zijn aan mijn onzekere en paniekerige gedrag, stonden ze ook nu weer klaar om me te verzekeren dat alles wel in orde zou komen. Ook bedankt aan mijn familie en vrienden om ervoor te zorgen dat ik af en toe toch ook nog wel eens van het zonlicht genoot. i

4 INHOUDSTAFEL ABSTRACT. p.1 INLEIDING 1.Vroeggeboorte 1.1. Definitie en prevalentie... p Risicofactoren.. p Complicaties op korte termijn. p Complicaties op lange termijn Majeure problemen. p Mineure problemen. p Sociale aandacht 2.1. Wat loopt er anders. p Verklaringen Beschermingshypothese.. p Moeder-kind synchroniteit.. p Regulatie van biologische functies.. p Aandachtsregulatie.. p Visuele aandacht 3.1. Wat is aandacht.. p Aandacht en visuele ontwikkeling.. p Visuele aandacht bij op tijd geboren en premature baby s Fixeren van aandacht.. p Losmaken van aandacht.. p Huidig onderzoek en onderzoeksvragen 4.1. Huidig onderzoek p Onderzoeksvragen... p METHODE 1. Participanten.. p Procedure... p Meetinstrumenten.. p Visuele aandachtstaken. p Variabelen. p RESULTATEN 1. Sociale moeder-kind interactie.. p Computertaak: no-gap/overlap paradigma p ii

5 3.Samenhang tussen sociale interactie en computertaak.. p DISCUSSIE 1.Bespreking en verklaring resultaten 1.1. Sociale moeder-kind interactie.. p Computertaak: no-gap/overlap paradigma p Samenhang tussen sociale interactie en computertaak. p Sterktes en zwaktes van het onderzoek 2.1. Sterktes. p Zwaktes. p Implicaties voor interventies. p Tips voor verder onderzoek.. p Conclusie. p.45 REFERENTIES p iii

6 ABSTRACT Het doel van huidig onderzoek was na te gaan of er een samenhang was tussen visuele aandachtsregulatie binnen een sociale en niet-sociale context bij vroeggeboren en op tijd geboren baby s. Hiervoor werden 61 baby s (19 vroeggeboren en 42 op tijd geboren) longitudinaal onderzocht op 4 en 6 maanden gecorrigeerde leeftijd. De visuele aandacht werd gemeten binnen een niet-sociale (i.e. no-gap/overlap paradigma) en een sociale context (i.e. gestandaardiseerde moeder-kind interactie). Binnen het no-gap/overlap paradigma werd onderzocht hoe snel de aandacht werd losgemaakt terwijl bij de moeder-kind interactie werd nagegaan hoeveel van de tijd gespendeerd werd aan kijken naar moeder, wegkijken of oriënteren. De tijd die baby s nodig hadden om hun aandacht los te maken binnen de nietsociale context werd gecorreleerd met hun kijkgedrag binnen de moeder-kind interactie. Binnen de sociale context bleek het veranderende kijkgedrag, waarbij baby s steeds minder gaan wegkijken en minder naar de moeder gaan kijken om meer te kunnen oriënteren, trager te ontwikkelen bij vroeggeboren baby s. Op 6 maanden bleken vroeggeboren baby s die er langer over deden om hun aandacht los te maken meer weg te kijken in de sociale context. Op tijd geboren baby s die snel hun aandacht konden losmaken, bleken dan weer minder naar de moeder te kijken. De resultaten boden dus evidentie voor samenhang tussen visuele aandacht binnen een sociale en niet-sociale context. Vroeggeboren baby s bleken een minder mature aandachtsregulatie te hebben dan op tijd geboren baby s. De resultaten ondersteunen eerdere evidentie dat aandachtsregulatie niet specifiek is voor één context maar dat er hiervoor een samenhang is tussen een sociale en niet-sociale context. 1

7 INLEIDING 1. Vroeggeboorte 1.1. Definitie en prevalentie De laatste jaren is niet alleen het percentage van kinderen die voor de gestationele leeftijd van 37 weken geboren zijn, gestegen. Ook hun overlevingskansen (vooral voor extreem vroeggeboren baby s) zijn sterk toegenomen (Allen, 2008; Forcada-Guex, Pierrehumbert, Borghini, Moessinger, & Muller-Nix, 2006; Msall & Park, 2008). In 2008 werden in Vlaanderen 7,4% van alle baby s te vroeg geboren. Dit bleek uit het jaarrapport van het Studiecentrum voor Perinatale Epidemiologie (SPE) (Cammu, Martnes, Martens, De Coen, & Defoort, 2009). Binnen de groep van vroeggeboren baby s kan men een onderscheid maken tussen de vroeggeboren (<37 weken), zeer vroeggeboren (<32 weken) en extreem vroeggeboren (<28 weken) baby s (Cammu et al., 2009). Indeling op basis van gestationele leeftijd (i.e. het aantal zwangerschapsweken) is soms vertekend omdat de methoden om de gestationele leeftijd te bepalen niet altijd sluitend zijn (Lynch & Zhang, 2007). Gestationele leeftijd wordt bepaald aan de hand van de datum van de laatste menstruatie, een echografie of neonatale ontwikkeling. Geen enkele van deze methodes kan echter met absolute zekerheid het aantal zwangerschapsweken bepalen. Daarom wordt er ook vaak een onderscheid gemaakt tussen baby s op basis van hun geboortegewicht. Bij een geboortegewicht van 2500 gram, spreekt men van een laag geboortegewicht. Verder is er ook nog een zeer laag geboortegewicht ( 1500 gram) en een extreem laag geboortegewicht ( 1000 gram) (Aylward, 2005). Geboortegewicht zou het best de overlevingskansen voorspellen (Rosetti, 2001). Hoewel de medische vooruitgang ervoor gezorgd heeft dat deze kinderen een betere kans op overleven hebben, blijven ze toch een verhoogd risico lopen op problemen in de verdere ontwikkeling (Rossetti, 2001). Op dit moment ligt de grens voor levensvatbaarheid op 26 zwangerschapsweken (Devlieger, 2005). Vanaf een baby op deze leeftijd of ouder ter wereld komt, stelt het medische team alles in het werk om deze baby een maximale kans op overleven te geven. Het is echter niet zeker of hiermee ook de levenskwaliteit verbeterd wordt (Vanhaesebrouck et al., 2004). Het aantal overlevende extreem vroeggeboren geboren baby s mag de laatste 10 jaar dan wel toegenomen zijn, het voorkomen van neurologische beperkingen bij deze kinderen is echter niet afgenomen (Covlin, McGuire, & Fowlie, 2004). Daarom is het belangrijk dat men hen ook blijft opvolgen nadat ze de Neonatale Intensive 2

8 Care Unit (NICU) verlaten hebben. Volgens Allen (2002) is er veel aandacht voor onderzoek naar de onmiddellijke zorgen voor vroeggeboren baby s op de NICU. De bezorgdheid is echter dat hierdoor verder onderzoek naar de gezondheids-, emotionele, en schoolse opvolging op latere leeftijd belemmerd wordt Risicofactoren Er zijn heel wat factoren die tot een vroeggeboorte kunnen leiden. Als men bij een vorige zwangerschap reeds een vroeggeboorte heeft gehad, is dit de belangrijkste risicofactor om opnieuw een vroeggeboren kind te krijgen. De kans op een tweede vroeggeboren baby is 25 %, de kans op een derde neemt zelfs toe tot 70 % (Rossetti, 2001). Ook een zwangerschap die via medische assistentie tot stand is gekomen, infecties bij moeder of foetus, uitrekking van de baarmoeder en een verslechterde gezondheid van moeder of kind kunnen tot een vroeggeboorte leiden (Allen, 2008). Slechte voeding, onvoldoende prenatale zorg, middelenmisbruik, meerlingenzwangerschap, een laag sociaal-economisch status (Rossetti, 2001), en de leeftijd van de moeder (Rigter, 2002) verhogen eveneens het risico op een geboorte voor 37 zwangerschapsweken. Vaak zijn er tijdens de zwangerschap al complicaties die wijzen op een vroeggeboorte. De voornaamste problemen zijn het loskomen van de placenta, het vroegtijdig breken van de vliezen en chorioamnionitis, een ontsteking die ook de baarmoeder aantast (Vanhaesebrouck et al., 2004) Complicaties op Korte Termijn Omdat de vroeggeboren baby niet de kans heeft gekregen om in de baarmoeder tot een volle ontwikkeling te komen, komt hij/zij ter wereld met een organensysteem dat nog niet volledig ontwikkeld is (Devlieger, 2005). Allerlei mogelijke complicaties zijn hier het gevolg van, waarbij problemen met de ademhaling een groot risico vormen. Één van die complicaties die het meest voorkomt, is het Respiratoir Distress Syndroom (RDS). Hierbij zijn de longen onvoldoende ontwikkeld en laat een gebrek aan surfactant de longen dichtklappen bij het uitademen. Hoe vroeger het kind geboren is, hoe groter het risico op deze aandoening (Rossetti, 2001). Tussen 20 en 32 zwangerschapweken is een belangrijke periode voor het ongeboren kind omdat in deze periode er snelle hersengroei- en ontwikkeling plaatsvindt (Covlin et al., 2004). Ook de bloedvaten in de hersenen zijn nog niet sterk genoeg waardoor het risico op 3

9 intercraniale bloedingen toeneemt. Deze kunnen zonder gevolgen blijven maar in het slechtste geval leiden ze tot problemen op lange termijn, zoals mentale retardatie (Rossetti, 2001). Een longitudinaal onderzoek bij extreem vroeggeboren baby s (hier 26 weken) in Vlaanderen (Extreme Premature Infants in Belgium-studie) toonde aan dat 63 % van de overlevende baby s die in het onderzoek betrokken werden, bij het verlaten van de NICU minstens 1 van de 3 volgende ernstige problemen vertoonden: chronische longaandoeningen, ernstige neuromorbiditeit en retinopathie, een aandoening waarbij vroeggeboren baby s blind worden of slecht zien (Vanhaesebrouck et al., 2004; De Groote et al., 2007). De kans op retinopathie en de ernst hiervan stijgen naarmate de baby vroeger geboren wordt (Glass, 2002). Hoeveel te vroeg een baby geboren wordt, heeft ook een effect op de longproblemen (Rossetti, 2001). Hoe vroeger een baby geboren wordt, hoe minder goed de prognose. Zo zou 60% van de baby s die voor de leeftijd van 32 weken geboren worden, respiratoire problemen ervaren, terwijl dit 10% van de baby s treft die tussen 34 en 36 weken geboren worden. De voornaamste doodsoorzaken die men ziet bij extreem vroeggeboren baby s zijn hersenbloedingen, infecties, hardnekkige hypotensie en aangeboren misvormingen van verschillende organen (Vanhaesebrouck et al., 2004) Complicaties op Lange Termijn Zelfs als deze complicaties van de eerste dagen en weken overwonnen worden, zijn deze baby s nog niet uit de gevarenzone. Hoewel een reviewstudie van Colvin en collega s (2004) heeft aangetoond dat het merendeel van baby s die op 32 weken of later geboren worden dezelfde overlevingskansen en neurologische ontwikkeling hebben als baby s die op tijd geboren worden, is er toch een deel dat wel problemen ervaart. Want hoewel vele baby s en kinderen die te vroeg geboren worden later helemaal geen problemen ontwikkelen, hebben ze toch een verhoogde kwetsbaarheid om op latere leeftijd beperkingen te ontwikkelen en dit risico neemt toe naarmate de gestationele leeftijd daalt (Allen, 2008) Majeure problemen De problemen die bij deze baby s ontstaan, kan men indelen in 2 categorieën (Aylward, 2002). Men heeft de majeure problemen, de ernstige aandoeningen zoals een ernstige mentale handcap, blind-en doofheid, epilepsie en cerebrale parese. Deze aandoeningen worden vaak al 4

10 vlug opgemerkt op babyleeftijd. In de andere categorie zitten de mineure problemen die men vaak pas op latere leeftijd, vaak wanneer de kinderen al naar school gaan, ontdekt. De meeste problemen ziet men op motorisch, cognitief en sensorisch gebied. Zo hebben vroeggeboren baby s meer kans op cerebrale parese (Allen, 2008; Colvin et al., 2004). Dit is een stoornis als gevolg van zuurstoftekort in de hersenen en tast de motoriek aan (Colvin et al., 2004). De spiertonus is aangetast en dit leidt tot problemen die kunnen variëren van mineure (problemen met kracht) tot majeure problemen die voor levenslange beperkingen zorgen (vb. niet zelfstandig kunnen eten, niet kunnen lopen, ). De EPIBEL-studie wees uit dat op 3 jarige leeftijd 70% van de kinderen geboren voor 26 zwangerschapsweken, mentale en psychomotorische beperkingen vertoonden, en 36% een achterstand op de neuromotorische ontwikkeling (De Groote et al., 2007). Hoewel deze problemen minder frequent voorkomen, ziet men dat er bij deze kinderen ook soms sprake is van gehoorproblemen. Deze gaan op latere leeftijd vaak gepaard met taalproblemen of een vertraagde ontwikkeling (Colvin et al., 2004). Ook krijgen deze kinderen vaak te maken met gezichtsproblemen zoals bij- en verziendheid, strabisme en astigmatisme (Glass, 2002). Verder is er bij deze kinderen soms ook sprake van visuele verwerkingsproblemen. Vaak is dit bij kinderen die enige hersenbeschadiging hebben opgelopen door de vroeggeboorte Mineure problemen In vele onderzoeken is er vooral veel aandacht voor de majeure problemen zoals chronische longaandoeningen, cerebrale parese of gezichtproblemen. Er is nu meer en meer onderzoek naar de mineure problemen op andere domeinen. Vaak is er 1 van de processen of vaardigheden die een rol spelen binnen het domein, aangetast door de prematuriteit van het kind. Onder mineure problemen verstaat men subtielere problemen op het vlak van het sociale, het schoolse, op vlak van leren, persoonlijkheid, emotie en aandacht (Aylward, 2002). De laatste jaren is men meer en meer geïnteresseerd geraakt in de mogelijke gedrags- en schoolproblemen, waaronder problemen met leren, taal, aandacht en visuo-perceptuele processen (Allen, 2008). Door meer te weten te komen over de moeilijkheden die vroeggeboren kinderen mogelijks ervaren en hiervoor predictoren te zoeken in de vroege kindertijd, kan men ouders beter begeleiden en de gezondheids- en schoolzorg beter plannen (Salt & Redshaw, 2006). Een meta-analyse uitgevoerd door Bhutta en collega s, wees uit dat te vroeg geboren baby s het op lagere schoolleeftijd beduidend slechter deden op cognitieve 5

11 taken, dan hun op tijd geboren tegenhangers uit de controlegroepen (Bhutta, Cleves, Casey, Cradock, & Anand, 2002). De problemen die deze kinderen op school ervaren, kunnen in de adolescentie ook emotionele problemen met zich meebrengen. Een groeiende onzekerheid en de ontwikkeling van een laag zelfbeeld zijn hier enkelen van (Msall & Park, 2008). Ook bleek uit onderzoek dat kinderen die te vroeg geboren werden, op latere leeftijd meer kans hebben om internaliserende en externaliserende problemen te ontwikkelen (Bhutta et al., 2002). Ook op volwassen leeftijd ervaren te vroeg geboren kinderen soms nog problemen. Zo zou een te laag geboortegewicht ook een effect kunnen hebben op de ontwikkeling van persoonlijkheid (Pyhälä et al., 2009). Binnen persoonlijkheid kan men het BIS (Behavioral Inhibition System) en het BAS (Bahavioral Approach System) onderscheiden. Zo gaan mensen die hoog scoren op het BIS-systeem meer gevoelig zijn voor straf en negatieve situaties gaan vermijden, terwijl mensen die hoog scoren op het BAS-systeem net meer gevoelig zijn voor beloning en meer plezier gaan zoeken. Wanneer men gaat kijken naar de ontwikkeling van deze systemen bij jongvolwassenen die geboren zijn met een te laag geboortegewicht, ziet men dat ze minder plezier gaan zoeken (Pyhälä et al., 2009). De laatste tijd is er ook meer interesse voor de mogelijke problemen met aandacht. Gerichte aandacht op jonge leeftijd zou een goede onafhankelijke voorspeller zijn van ADHD en aandachtsproblemen op latere leeftijd (Lawson & Ruff, 2004). Vroeggeboorte zou ook samenhangen met een hoger risico op ADHD (Bhutta et al., 2002; Stjernqvist & Svenningsen, 1999). Aandacht is ook 1 van de basisvaardigheden die de meer complexe vaardigheden ondersteunen en die op hun beurt dan weer de algemene intelligentie beïnvloeden. Het is een elementair element dat ook een rol speelt in andere aspecten van cognitie (Rose, Feldman, & Jankowski, 2004; Rose, Feldman, Jankowski, & Van Rossem, 2008). Uit onderzoek van Rose, Feldman en Jankowski (2003) bleek dat zowel betere aandacht als betere verwerkingssnelheid gerelateerd waren aan een beter visueel herkenningsgeheugen. Dit is op zijn beurt dan weer gerelateerd aan het algemene IQ en taal. Kinderen die op 5, 7 en 12 maanden een goed herkenningsgeheugen hadden, bleken op 11 jaar ook beter te presteren op intelligentietesten (Rose et al., 2003). Men kan cognitie van baby s best zien als een mogelijkheid die uit meerdere facetten bestaat (Rose et al., 2004). De 3 factoren die na factoranalyse naar voor kwamen, waren aandacht, snelheid en geheugen. Het mag dus duidelijk zijn dat aandacht een belangrijke rol speelt binnen het dagelijkse leven, zowel binnen sociale interacties als bij gewone informatieverwerking. Vroeggeboren baby s lijken zowel binnen sociale en niet-sociale contexten problemen te hebben. 6

12 2. Sociale Aandacht 2.1. Wat Loopt Er Anders? Te vroeg geboren baby s worden vaak omschreven als moeilijkere sociale partners dan op tijd geboren baby s (Eckerman, Oehler, Hannan, & Molitor, 1995). Er zijn 2 opvallende kenmerken aan hun gedrag binnen sociale situaties. Ofwel gaan ze te hevig reageren tijdens een sociale interactie, ofwel gaan ze net te weinig reageren (Hsu & Jeng, 2008). Het overdreven reageren van te vroeg geboren baby s bleek uit verschillende onderzoeken. Eckerman en collega s (1995) toonden aan dat extreem vroeggeboren baby s de eerste weken nadat ze geboren zijn, op bijna alle stimulatie die ze krijgen van hun moeder (praten, aanraken, gezichten trekken) gaan reageren met teruggetrokken gedrag en negatief affect: ogen sluiten en een negatieve gelaatsuitdrukking. Rond 33 à 34 weken gestationele leeftijd beginnen ze een onderscheid te maken tussen de verschillende stimulatie en neemt hun terugtrekkend gedrag en negatief affect af. Wel reageren ze angstig wanneer de moeder hen aanraakt terwijl ze ook tegen hen aan het praten is (Eckerman, Oehler, Medvin, & Hannan, 1994). Wanneer de moeder tijdens de interactie te intrusief is, reageren ze eveneens met meer negatief affect. Ze gaan meer wenen, trunten (= zachtjes kreunen), hun blik afwenden, en meer vermoeid gedrag vertonen dan op tijd geboren baby s (Feldman & Eidelman, 2006). Een kiekeboe-spel met een onderzoeker, wat normaal tot veel positieve gevoelens leidt, zorgt bij vroeggeboren baby s op 4 maanden net voor meer negatief dan positief affect. De baby s vertonen dan meer motorische ontrust, gaan meer wegkijken en lachen minder (Eckerman, Hsu, Molitor, Leung, & Goldstein, 1999). In een onderzoek van Hsu en Jeng (2008) bleken Taiwanese vroeggeboren baby s sneller negatief affect (wenen, fronsen) te vertonen wanneer hun moeder tijdens de interactie plots non-responsief bleef en een uitgestreken gezicht behield (i.e. still-face). Ze bleven ook langer in deze negatieve emotionele toestand hangen dan de op tijd geboren baby s uit de controlegroep. Uit deze overreactie blijkt dat vroeggeboren baby s meer prikkelbaar zijn (Malatesta, Grigoryev, Lamb, Albin, & Culver, 1986). Wanneer ouders in interactie zijn met hun kind, kan de baby hier op 2 verschillende manieren reageren. Ofwel vertoont het responsiviteit en wordt de aangeboden stimulatie verwerkt (Eckerman et al., 1995). Op deze manier geeft de baby aan dat er kan doorgegaan worden met de stimulatie. Er kan echter ook gereageerd worden met teruggetrokken gedrag. Hiermee geeft de baby aan dat hij/zij wil dat de stimulatie stopt. Het negatieve en terugtrekkende gedrag van vroeggeboren baby s is dus een signaal naar de ouders toe om te stoppen waarmee ze bezig zijn. 7

13 Hoewel bleek dat vroeggeboren baby s vaak overreageren op prikkels die ze krijgen tijdens sociale situaties, is er ook evidentie dat ze hierbij net minder gaan reageren. Tijdens sociale situaties gaan ze vaak vooral korte, frequente blikken delen met hun interactiepartner (Lester, Hoffman, & Brazelton, 1985), zijn ze vaak minder alert voor sociale situaties, gaan ze meer hun blik afwenden (Field, 1979 zoals beschreven in Lester et al., 1985), maken ze minder oogcontact (Malatesta et al., 1986) en gaan ze minder responsief reageren bij gelaatsuitdrukkingen van hun moeder (Schmücker et al., 2005). Ook zouden ze later beginnen met responsief lachen (Colvin et al., 2004). Er is evidentie dat er bij vroeggeboren baby s sprake is van een vertraagde ontwikkeling van hun kijkgedrag (van Beek, Hopkins, Hoeksma, & Samson, 1994). Baby s die geboren worden na een voldragen zwangerschap gaan op 6 weken al veel naar het gezicht van hun moeder kijken. Dit wordt niet gemerkt bij vroeggeboren baby s op de gecorrigeerde leeftijd van 6 weken. Zij gaan immers meer van de tijd tijdens de moeder-kind interactie spenderen aan wegkijken dan op tijd geboren baby s. Ook op 12 en 18 weken kijken ze nog meer weg dan de baby s uit de controlegroep. Terwijl men bij op tijd geboren baby s op 12 en 18 weken ziet dat de tijd die ze spenderen aan kijken naar de moeder afneemt om zo meer naar hun eigen ledematen te kijken, ziet men bij vroeggeboren baby s dat ze op diezelfde leeftijd net meer naar hun moeder gaan kijken. Ook zij gaan meer en meer naar hun eigen ledematen beginnen kijken maar de ontwikkeling waarbij baby s steeds minder naar hun moeder gaan kijken in functie van het kijken naar hun eigen ledematen, verloopt bij hen trager. Onderzoek wees uit dat vroeggeboren baby s de interactie met hun sociale partner zelf minder gaan initiëren (Landry, Smith, Miller-Loncar, & Swank, 1998) of zelf gaan leiden (Lester al al., 1985). Ook zouden ze minder sociale glimlachjes vertonen (Malatesta et al., 1986). Omdat ouders geen beloning krijgen van hun kind voor de interactie die ze zijn aangegaan, gaan ouders vaak minder tijd en energie steken in het interageren met en socialiseren van hun baby. Uit eerder onderzoek van Eckerman en collega s (1994) bleek dat zeer vroeggeboren baby s op de gestationele leeftijd van 35 weken op dezelfde manier reageren op iemand die tegen hen praat, als een op tijd geboren baby op 40 weken. Dit doen ze door hun oogjes langer open te houden. Dit werd (samen met weinig activiteit van de ledematen en een positieve, expressieve gelaatsuitdrukking) als visuele aandacht benoemd. Dit biedt evidentie voor het feit dat vroeggeboren baby s wel degelijk dezelfde sociale partners kunnen zijn als op tijd geboren baby s, en hun ouders wel op een positieve manier kunnen aanmoedigen om met hen in interactie te blijven gaan. Wanneer ouders tegen hun 8

14 baby praten en ze zien dat deze aandachtig is en naar hen kijkt, is dit voor de ouders een bekrachtiger om verder te blijven doen. Bovendien is het belangrijk om op te merken dat het hier om groepsverschillen gaat en dat de bevindingen niet op alle vroeggeboren baby s toe te passen zijn Verklaringen Kinderen die te vroeg geboren worden, ervaren vaak problemen op sociaal vlak, problemen die vaak al op jonge leeftijd beginnen. Over de jaren heen hebben onderzoekers deze problemen vanuit verschillende standpunten proberen verklaren. De nadruk lag hierbij vaak op problemen binnen de moeder-kind interactie Beschermingshypothese Hoe vroeger een baby geboren wordt en hoe minder deze weegt bij de geboorte, hoe meer angst moeders gaan hebben (Zelkowitz, Bardin, & Papageorgiou, 2007). Angst die moeders hebben doordat hun baby te vroeg is geboren of een te laag geboortegewicht heeft, gaat een invloed hebben op hoe ze met hun baby gaan omgaan. Op een responsieve manier en cognitief stimulerende manier omgaan met baby is vaak moeilijk voor angstige moeders (Singer et al., 2003). Hoe meer de moeder zich zorgen gaat maken, hoe meer geïrriteerd haar baby zal zijn (Holditch-Davis, Schwartz, Black, & Scher, 2007). Ook de stress die de moeder ervaart, kan een rol spelen bij de omgang met haar baby (Feldman, 2007a). Moeders die meer stress ervoeren, zouden minder wederkerigheid vertonen in de relatie met hun baby. Toch kan deze stress ook positieve effecten hebben op de moeder-kind interactie. Moeders die veel stress ervaren hebben toen hun baby in de NICU lag of moeders die nog steeds stress ervaren omwille van de risicovolle medische toestand van hun baby, gaan meer positieve betrokkenheid vertonen (Holditch-Davis et al., 2007). Hoewel ze dus veel stress ervaren of ervoeren, gaan ze toch meer lachen, interageren en hun baby aanraken. Zo willen de moeders mogelijks compenseren en hun onrijpe baby beschermen. Doordat ze gaan overcompenseren voor hun baby, gaan ze waarschijnlijk ook overstimuleren. 9

15 Moeder-Kind Synchroniteit Synchroniteit kan men omschrijven als het op elkaar afstemmen van biologisch ritme, affectieve toestand en gedrag tussen mensen (Feldman, 2007b). Dit is al aanwezig vanaf het derde trimester van de zwangerschap. De synchroniteit tussen moeder en kind zorgt ervoor dat de sociaal-emotionele vaardigheden van de baby ten volle kunnen ontwikkelen (Feldman, 2007c). Op deze manier leren ze hoe zich empathisch op te stellen, ontwikkelt hun zelfregulatie en leren ze symbolen te gebruiken (Feldman, 2007b). Vroeggeboren baby s gaan vaak minder alert zijn in sociale situaties, maken weinig oogcontact en reageren met overdreven negatief gedrag waardoor de ouders zich op een andere manier gaan gedragen dan ouders van op tijd geboren baby s. Volgens Feldman (2007b) is het voor vroeggeboren baby s en hun moeder vaak moeilijk om zich tijdens de moeder-kind interactie op elkaar af te stemmen. Dit komt zowel door bepaalde gedragingen van de moeder als van de baby. Bij de moeder wordt vaak gezien dat ze haar vroeggeboren baby gaat overstimuleren tijdens de interactie tussen beiden. Volgens Lester en collega s (1985) zijn de vroeggeboren baby s vaak minder goed leesbaar tijdens de interactie waardoor de moeder zich nog meer gaat inzetten om de interactie zelf te leiden. Ook uit andere literatuur bleek evidentie voor het overstimulerend gedrag van de moeder. Wanneer moeders met hun baby s praten, gaan ze hen ook vaak aanraken of strelen. Deze combinatie wordt vaak gebruikt om de aandacht van de baby te trekken maar bij vroeggeboren baby s heeft dit een negatief effect (Eckerman et al., 1994). Wanneer ze én worden aangekeken, én worden aangesproken én worden aangeraakt, reageren ze met overdreven verdrietig gedrag en gaan ze minder naar hun moeder kijken. Ze worden als het ware te veel gestimuleerd. Moeders gaan vaak ook te intrusief zijn (Feldman & Eidelman, 2006). Ze zijn te fysiek bezig met het kind, onderbreken de baby als die iets aan het doen is en leiden zelf te veel de interactie. Toch blijkt dat vroeggeboren baby s wel degelijk baat hebben van stimulerend gedrag van hun moeder bij het ontwikkelen van hun sociale en relationele vaardigheden (Landry, Smith, & Swank, 2006). Wanneer moeders echter gaan overstimuleren, leidt dit niet tot een snellere ontwikkeling, integendeel. Voorgaande auteurs boden evidentie voor meer negatieve gevolgen bij overstimulering. Een veel gehoorde opmerking over vroeggeboren baby s is dat ze binnen de sociale interactie vaak geen duidelijke signalen geven aan hun interactiepartner (Eckerman et al., 1999; Lester et al., 1985). Eckerman en collega s (1999) concludeerden dat het tijdens een kiekeboe- 10

16 spelletje duidelijk was dat vroeggeboren baby s minder positief en meer negatief affect ervoeren, maar dat de manier waarop ze deze affecten kenbaar maakten aan hun sociale partner minder duidelijk waren. Met andere woorden, de signalen waaruit blijkt of een kind zich goed of slecht voelt (i.e. lachen, motorische onrust, vocalisaties en triestige gezichten) zijn minder duidelijk te herkennen voor de interactiepartner. Dit maakt het voor de moeder en alle anderen die met vroeggeboren baby s interageren moeilijk om te merken wat de baby nu precies wil duidelijk maken. Dit maakt het bovendien ook moeilijk om hierop gepast te reageren. Forcada-Guex en collega s (2006) stelden dat de negatieve consequenties van een vroeggeboorte te compenseren zijn door een goede moeder-kind interactie. Deze stelling volgend, moet men er dan ook rekening mee houden dat een minder goede moeder-kind interactie de tekorten ook kan vergroten. Uit voorgaand onderzoek bleek dat er bij vroeggeboren baby s en hun moeder 2 veel voorkomende interactiepatronen zijn op 6 maanden: een sensitieve moeder en een sensitieve-meewerkende baby, en een controlerende moeder en een compulsieve-meegaande baby (Forcada-Guex et al., 2006). Het eerste patroon bleek inderdaad positieve effecten te hebben voor de vroeggeboren baby s. Op 18 maanden bleek de groep vroeggeboren baby s het even goed te doen als op tijd geboren baby s voor slapen, eten, psychosomatische klachten, en gedrags- en emotionele problemen. Bij de vroeggeboren baby s die eerder meegaand waren en een controlerende moeder hadden, waren de uitkomsten minder positief en bleken er meer problemen op de voorgaande 4 domeinen. Wanneer moeders hun meegaande baby veel controleerden, bleek dit een negatieve invloed te hebben op de persoonlijkheids- en sociale ontwikkeling van de vroeggeboren baby Regulatie Biologische Functies Bij kinderen die te vroeg geboren zijn, ziet men vaak dat ze problemen hebben met de regulatie van hun biologische functies. Deze functies maken belangrijke ontwikkelingen door tussen 30 en 34 zwangerschapsweken, wat er dus op wijst dat de ontwikkeling van deze functies dus al begint in de baarmoeder (Feldman, 2006). Baby s die te vroeg geboren worden, hebben deze kans op ontwikkeling niet ten volle gekregen doordat ze te vroeg ter wereld zijn gekomen. Daarom ook dat deze functies bij hen vaak minder goed ontwikkeld zijn. Zo vertonen ze een onregelmatig ritme bij functies zoals eten en slapen, reageren ze minder intens en met minder energie (Hughes, Shults, McGrath, & Medoff-Cooper, 2002), kunnen ze zich moeilijker aanpassen aan nieuwe situaties (Larroque, N Guyen The Tich, 11

17 Guédeney, Marchand, & Burguet, 2005; Medoff-Cooper, 1986) en is de regulatie van de hartslag minder goed (Feldman, 2006). Dat deze kinderen een onregelmatig ritme hebben, is een klacht die bij vele ouders van vroeggeboren kinderen opgemerkt wordt. Vaak geven ze ook aan dat hun baby lastig is (Hughes et al., 2002). Natuurlijk is het voor elke ouder aanpassen aan het onregelmatige ritme van een baby maar voor ouders van een te vroeg geboren baby is dit een nog grotere uitdaging. Hoewel het niet vaak empirisch onderzocht is, gaat men er vanuit dat de regulatie van biologische functies de basis vormen voor de regulatie van sociale functies (Feldman, 2007c). Doordat moeder en baby elkaars ritme leren en hieraan hun eigen gedrag aanpassen, gaat er zich synchroniteit in sociale interacties ontwikkelen (Lester et al., 1985). Als baby s achterlopen bij de ontwikkeling van deze biologische functies, zoals slaap-waak ritme en de regulatie van de hartslag, gaat dit ook een negatieve invloed hebben op hun aandachtsregulatie en op sociale synchroniteit tussen moeder en kind (Feldman, 2006) Aandachtsregulatie Voorgaande auteurs verklaarden het feit dat vroeggeboren baby s andere sociale partners zijn vanuit problemen binnen de moeder-kind interactie. De problemen op vlak van aandacht binnen sociale situaties zouden dus een sociale oorzaak hebben. De moeder zouden door hun overstimulerend gedrag te veel vragen van hun baby die hierop niet op een gepaste manier kan reageren en daardoor als minder alert overkomt. Er is echter ook evidentie dat deze problemen verklaard kunnen worden door problemen met aandacht in het algemeen, met andere woorden, dat de moeilijkheden eerder te verklaren zijn vanuit een kindfactor. Onderzoek met vroeggeboren baby s met weinig en veel medische risico s bood evidentie dat vroeggeboren baby s met weinig medische risico s op 36 weken gestationle leeftijd minder lang naar een volwassene ging kijken die tegen hen praatte dan de baby s met vele risico s (Eckerman et al., 1995). Dit wees erop dat ze hun aandacht sneller losmaakten om naar iets anders te kijken. Er was geen controlegroep van op tijd geboren baby s waardoor er niet kon onderzocht worden of de vroeggeboren baby s uit de lage risicogroep langer bleven kijken en dus minder snel hun aandacht konden losmaken dan op tijd geboren baby s. Volgens Landry en collega s (1998) gebruiken moeders 2 verschillende strategieën om de aandacht van hun baby te sturen tijdens de interactie. De ene strategie is behouden van aandacht. Hierbij is het principe dat de moeder ervoor gaat zorgen dat de aandacht van de baby gefixeerd blijft op het voorwerp waarmee hij bezig is. Dit vraagt geen extra inspanning 12

18 van het aandachtssysteem van de baby want hij moet enkel zijn aandacht blijven volhouden. Bij de tweede strategie, directiviteit, wordt er wel een extra inspanning gevraagd van het aandachtssysteem. Hierbij wil de moeder immers dat de baby naar iets anders kijkt dan waarmee hij bezig is en moet de aandacht dus losgemaakt en verschoven worden. Vroeggeboren baby s bleken meer baat te hebben van behouden van aandacht en tegelijk meer negatieve gevolgen te hebben van directiviteit dan op tijd geboren baby s. Dit bleek uit de mate van responsiviteit. Dit biedt evidentie voor het feit dat vroeggeboren baby s meer moeite hebben met het losmaken van hun aandacht dan op tijd geboren baby s. Bij behouden van aandacht kan men het speelgoed beschouwen als een centrale stimulus waar ze naar moeten blijven kijken. Moeders stimuleren hen om hun aandacht hierop gefixeerd te houden. Bij directiviteit kan men het speelgoed ook beschouwen als een centrale stimulus maar proberen moeders hun baby naar iets anders te laten kijken. Ze zijn dus verplicht om hun aandacht hiervan los te maken en deze te verschuiven naar datgene dat de moeder wil. Deze laatste strategie lijkt niet te werken en zeker niet bij vroeggeboren baby s. Wanneer ze hun aandacht gewoon mogen blijven richten op datgene waarmee ze bezig zijn, vertonen ze meer responsief gedrag. Pas wanneer er van hen geëist wordt dat ze naar iets anders kijken en dus hun aandacht moeten losmaken om te kunnen verschuiven, ziet men dat ze hierop afhaken omdat dit te veel gevraagd is en ze dus minder responsief gaan reageren. Uit de voorgaande literatuur blijkt dat vroeggeboren baby s in moeder-kind interacties vaak andere sociale partners zijn dan op tijd geboren baby s. Ze vertonen minder positief affect en meer negatief affect en gaan zelf minder de interacties leiden. Onderzoek toont ook consistent aan dat vroeggeboren baby s moeilijkheden hebben met hun aandachtsregulatie binnen sociale situaties. Zo gaan ze minder alert zijn, minder oogcontact maken en meer wegkijken. De problemen met de aandachtsregulatie worden vaak toegeschreven aan de maternale manier van interageren met de vroeggeboren baby, zoals overstimulerend, intrusief of overbeschermend zijn (Eckerman et al., 1994; Feldman & Eidelman, 2006; Forcada-Guex et al., 2006; Lester et al., 1985). Er is echter ook evidentie voor de bevinding dat problemen op sociaal vlak veroorzaakt worden door algemene problemen met aandachtsregulatie bij de baby zelf, namelijk dat ze meer problemen hebben met het losmaken van aandacht (Landry et al., 1998). De bedoeling van deze masterproef is niet om verder onderzoek te doen naar beïnvloedende maternale factoren, aangezien daar al veel onderzoek naar is gebeurd. Wel is het de bedoeling om na te gaan of het kijkgedrag van vroeggeboren baby s binnen sociale situaties te verklaren is vanuit algemene problemen met aandacht. Met andere woorden om na 13

19 te gaan of de problemen met aandachtsregulatie contextspecifiek zijn voor sociale situaties of dat deze problemen net gecorreleerd zijn met andere, niet-sociale contexten zoals aandachtstaken 3. Visuele Aandacht 3.1.Wat is Aandacht? Aandacht kan men omschrijven als een staat van paraatheid of alertheid (Colomobo, 2001). Volgens Colombo (2001) gaat het bij baby s de eerste maanden vooral over het bereiken van een dergelijke toestand en niet zozeer om het volhouden van deze toestand. Men kan aandacht ook omschrijven als het focussen op, oriënteren op en verschuiven naar bepaalde objecten of gebeurtenissen (van de Weijer-Bergsma, Wijnroks, & Jongmans, 2008), of anders gezegd: het fixeren, losmaken en verschuiven van aandacht. Volgens van de Weijer-Bergsma en collega s (2008) ontwikkelen belangrijke aspecten van aandacht zich reeds tijdens het eerste levensjaar, en is het één van de mechanismen die mogelijks de risico s die vroeggeboren baby s lopen en de grote variabiliteit binnen deze groep kunnen verklaren Aandacht en Visuele Ontwikkeling Het visuele systeem is het meest complexe zintuiglijk systeem en bij de geboorte ook het minst ontwikkelde (Glass, 2002). De ontwikkeling van dit systeem begint net als die van de andere zintuiglijke systemen reeds tijdens de zwangerschap. In de baarmoeder wordt de foetus al blootgesteld aan allerlei stimulatie. Het is echter pas na de geboorte dat de baby kan geconfronteerd worden met visuele prikkeling (Glass, 2002; Hunnius, Geuze, Zweens, & Bos, 2008). Hunnius en collega s (2008) onderzochten of de vroege blootstelling van vroeggeboren baby s aan visuele prikkels een versnelde visuele- en aandachtsontwikkeling met zich meebracht. Dit bleek inderdaad zo te zijn maar dit voordeel verdween na ongeveer 16 weken gecorrigeerde leeftijd. Ook Ricci en collega s (2008) vonden evidentie voor de bevorderende functie van vroege ervaringen buiten de baarmoeder bij vroeggeboren baby s. Ze zouden op 40 weken gestationele leeftijd meer maturiteit vertonen in hun spontane en gerichte oogbewegingen dan op tijd en pasgeboren baby s. Het visueel zintuiglijke systeem is gelinkt aan aandacht omdat het een rol speelt bij het richten en verschuiven van onze blik (Glass, 2002). 14

20 3.3. Visuele Aandacht bij Vroeggeboren en Op Tijd Geboren Baby s Visuele aandacht kan omschreven worden als de mogelijkheid om selectief en snel naar objecten en gebeurtenissen in onze visuele wereld te kijken (McConnell & Bryson, 2005). De belangrijkste componenten van visuele aandacht die een rol spelen in de eerste maanden van de ontwikkeling, zijn het fixeren, losmaken en verschuiven van aandacht (Colombo, 2001) Fixeren van aandacht In de literatuur zijn er tegenstrijdigheden te vinden rond het afnemen of toenemen van de kijkduur (=aandacht). Hierbij is het belangrijk om een onderscheid te maken tussen statische en dynamische stimuli. Bij statische stimuli gaan op tijd geboren baby s met het ouder worden steeds minder lang hun aandacht op nieuwe stimuli fixeren (Glass, 2002; Rose, Feldman, & Jankowski, 2001). Met andere woorden, de tijd die ze spenderen met kijken naar de stimulus neemt af omdat ze sneller vertrouwd geraken met een stimulus. Op 40 weken gestationele leeftijd bleek er geen significant verschil te zijn tussen vroeggeboren en op tijd geboren baby s voor fixatie van een statische zwart-wit stimulus (Ricci et al., 2008). Op 35 weken gestationele leeftijd bleken 91% van de gezonde vroeggeboren baby s er al in te slagen deze stimulus te fixeren, op 40 weken was dit 97% van alle (op tijd en vroeggeboren) baby s. Het onderzoek van Rose en collega s (2001) toonde aan dat vroeggeboren baby s op 5, 7 en 12 maanden langer hun aandacht gaan fixeren op nieuwe stimuli dan op tijd geboren baby s. Ze hadden dus meer tijd nodig om vertrouwd te raken met nieuwe stimuli. Dit kan verklaard worden door een minder efficiënte aandachtsstijl die ze gebruiken waardoor hun informatieverwerking trager verloopt en ze dus langer hun aandacht op de stimulus moeten richten om hiermee vertrouwd te raken. Eerder onderzoek van Rose wees ook uit dat vroeggeboren baby s op 6 maanden langer naar een nieuwe stimulus gaan kijken om er vertrouwd mee te worden (Rose, 1983). Een ander onderzoek naar visuele aandacht bij vroegen op tijd geboren baby s op 2, 4 en 6 maanden maakte gebruik van een habituatietaak en herkenningstaak (Bonin, Pomerleau, & Malcuit, 1998). Hierbij werd er geen verschil gevonden tussen de 2 groepen voor de ontwikkeling van visuele aandacht. Bij spelsituaties (= dynamische stimuli) gaat de fixatieduur vanaf 7 maanden toenemen met de leeftijd (Lawson & Ruff, 2004). Dat baby s meer gaan blijven kijken in spelsituaties wijst erop dat ze een langere volgehouden aandacht hebben ontwikkeld (Butcher, Kalverboer, 15

21 Geuze, & Stremmelaar, 2002), dat ze beter zelf hun aandacht vrijwillig kunnen sturen en dat ze zich minder gaan laten afleiden (Colombo et al., 2004). Volgehouden aandacht in een spelsituatie kan men herkennen aan de serieuze gelaatsuitdrukking en de pogingen om bij een object te komen (Lawson & Ruff, 2004). Hier is de evidentie voor vroeggeboren baby s uiteenlopend. Sommige onderzoekers vonden op 8 maanden geen verschil tussen vroeg en op tijd geboren baby s voor volgehouden aandacht in een spelsituatie (Pridham, Becker, & Brown, 2000) terwijl anderen vonden dan ze op 1 jaar wel meer volgehouden aandacht hebben dan op tijd geboren baby s (Ruff, Lawson, Parrinello, & Weissberg, 1990). Volgens Ruff en collega s (1990) zou er bij de vroeggeboren baby s die een langere volgehouden aandacht hebben, sprake zijn van minder activiteit tijdens het spelmoment. Hierdoor zouden ze meer tijd en energie hebben om aandachtig te zijn. Er zijn verschillende factoren die een invloed hebben op de volgehouden aandacht (Ruff et al., 1990). Zo bepalen de kenmerken van de stimulus en de toestand waarin de baby s zich bevinden (vb. moe zijn, honger hebben) hoe goed de aandacht kan gefixeerd blijven Losmaken van Aandacht Kinderen zijn reeds op jonge leeftijd in staat om hun aandacht los te koppelen, enkel de vloeiendheid waarmee dit gebeurt kan variëren (Colombo, 2001). Met het ouder worden gaan ze steeds beter hun aandacht kunnen losmaken en verschuiven, en verwerven ze betere strategieën om objecten te analyseren. In de eerste 6 maanden gaan gezonde baby s er steeds beter in slagen om een goed evenwicht te vinden tussen het richten en verschuiven van hun aandacht, tussen engagement en disengagement (Butcher, Kalverboer & Geuze, 2000; Butcher et al., 2002). Ze slagen er steeds beter in om de aandacht die ze richten op een bepaalde stimulus te inhiberen en hun aandacht te verschuiven naar een andere stimulus. De reactietijd op een taak die het losmaken van de aandacht meet, neemt dan ook af met de leeftijd (Hunnius, Geuze, & van Geert, 2006). De meeste problemen met het verschuiven van aandacht blijken tussen 1 en 3-4 maanden voor te komen (Butcher et al., 2000). Het lukt baby s wel om hun aandacht te fixeren maar het losmaken en verschuiven verloopt nog moeizaam. Dit doet vermoeden dat de processen die een rol spelen bij het fixeren van aandacht op deze leeftijd meer ontwikkeld zijn dan de processen die zorgen voor het losmaken en verschuiven van de blik. Vanaf 3 à 4 maanden zijn de processen die ervoor zorgen dat men de aandacht/blik inhibeert beter ontwikkeld en gaat het dus makkelijker zijn om de blik te verschuiven wanneer er een andere stimulus 16

22 tevoorschijn komt. Tegen 6 maanden zou de disengagement voltooid moeten zijn (Butcher et al., 2000) en op het niveau van een volwassene (Hood & Atkinson, 1993; Matsuzawa & Shimojo, 1997), en begint ook de objectpermanentie zich te ontwikkelen (Glass, 2002). Het losmaken en verschuiven van aandacht kan onderzocht worden aan de hand van het nogap/overlap paradigma (Abelkop & Frick, 2003; Frick, Colombo, & Saxon, 1999; Matsuzawa & Shimojo, 1997; McConnel & Bryson, 2005). Hierbij zijn er 2 condities: no-gap en overlap. Bij de no-gap trial verdwijnt de centrale stimulus als de perifere stimulus verschijnt. Bij de overlap trial blijven beide stimuli gelijktijdig aanwezig. Bij deze laatste trial is de baby dus verplicht om de aandacht los te maken voor hij verschoven kan worden. Matsuzawa en Shimojo (1997) gebruikte dit paradigma bij hun onderzoek naar het losmaken van aandacht bij op tijd geboren baby s tussen 2.5 en 12 maanden. Het feit dat jonge baby s trager hun aandacht gingen losmaken op de overlap trials dan oudere baby s bood evidentie voor de stelling dat losmaken van aandacht sneller verloopt naarmate men ouder wordt. Neurologisch gezien kan gesteld worden dat de ontwikkeling van oriëntatie van de blik, afhangt van de maturiteit van de oculo-motorische banen. Ook McConnell en Bryson (2005) concludeerden uit hun onderzoek dat kinderen op 2 maanden meer tijd nodig hebben voor het losmaken van hun aandacht dan baby s van 4 maanden. Ook zouden baby s op 2 maanden sneller hun aandacht gewoon verschuiven (reflexmatig) dan hun aandacht loskoppelen en verschuiven. Bij Frick en collega s (1999) werd ook gevonden dat jongere kinderen het moeilijker hebben om aandacht te los te maken in overlap trials. Kinderen op 3 maanden zouden hun aandacht trager losmaken van de centrale naar de perifere stimulus, dan kinderen op 4 maanden. Op 4 maanden hebben baby s ook een tragere reactietijd op de overlap trials dan op 6 maanden (Abelop & Frick, 2003). Voor de no-gap trials is dit leeftijdsverschil er niet. Frick en collega s (1999) maakten in hun onderzoek onderscheid tussen short- en long lookers op basis van de gemiddelde kijkduur tijdens een test voorafgaand aan het no-gap/overlap paradigma. Long lookers, die stimuli langer fixeerden, zouden er op de overlap trials langer over doen om hun blik te verschuiven dan de short lookers. Als besluit kan men dus stellen dat de fixatie van aandacht correleert met de latentietijd op de overlaptrials. Ze hebben het hier dan moeilijker om hun aandacht van de centrale stimulus los te maken en te beginnen verschuiven naar de perifere stimulus omdat ze zo gefixeerd zijn op de centrale stimulus. Butcher en collega s (2002) deden een onderzoek naar het losmaken van aandacht bij zeer vroeggeboren (hier < 32 weken) baby s met periventriculaire echogeniciteit (PVE). Dit zijn veranderingen in het hersenweefsel die opspoorbaar zijn met een echografie. De baby s werden vanaf 6 weken 20 weken lang getest en dit om de 2 weken. Men zag dat de 17

23 vroeggeboren kinderen met PVE uit de lage risicogroep, het voor de gecorrigeerde leeftijd van 10 weken beter deden dan de op tijd geboren baby s. Dit hield in dat ze hun aandacht sneller konden losmaken en verschuiven naar perifere stimuli dan de baby s uit de op tijd geboren groep. Dit voordeel was vanaf de leeftijd van 16 weken verdwenen en deden de te vroeg geboren baby s uit de lage risicogroep het niet meer beter. Dit leidde tot de conclusie dat van zodra losmaken van aandacht in ruwe mate ontwikkeld is en er aan de verfijning begonnen wordt, deze verfijning bij vroeggeboren baby s trager verloopt. Hoewel er geen significante verschillen gevonden werden tussen de op tijd geboren baby s en de vroeg geboren kinderen uit de lage risicogroep, was er toch evidentie dat losmaken van aandacht trager ontwikkelt bij deze laatste groep. Dit werd duidelijk aan de hand van de fouten die ze maakten. Men zag bij de op tijd geboren kinderen dat fouten die op onrijpheid wijzen (i.e. niet kunnen wegkijken van fixatiepunt, kijken naar targetzijde maar niet naar de perifere stimulus) sneller afnamen dan bij de kinderen uit de lage risico vroeggeboren groep. Wanneer men de lage en hoge risicogroep samennam, zag men wel een significant verschil tussen de op tijd en de te vroeg geboren groep wat losmaken van aandacht betreft, in het nadeel van de vroeggeboren groep. Dit leidde tot de veronderstelling dat de moeilijkheden bij de verfijning van losmaken van aandacht mogelijks niet door de duur van de PVE komt maar eerder door de complicaties die gepaard gaan met een extreme vroeggeboorte. Ook Hunnius en collega s (2008) deden onderzoek naar losmaken van aandacht bij vroeggeboren baby s. Zij vonden ook evidentie voor de stelling dat vroeggeboren baby s de eerste weken een voordeel hebben tegenover de op tijd geboren baby s op dezelfde leeftijd. Op 10 en 14 weken gecorrigeerde leeftijd hebben vroeggeboren baby s minder tijd nodig om hun aandacht los te maken en te verschuiven naar de perifere stimulus. Dit voordeel voor vroeggeboren baby s verdwijnt naarmate ze ouder worden en blijkt ook uit onderzoek van Rose en collega s (2001). Op 5,7 en 12 maanden gecorrigeerde leeftijd bleken de vroeggeboren baby s minder snel hun aandacht los te maken en te verschuiven dan op tijd geboren baby s. Hierbij moet wel vermeld worden dat er werd gebruik gemaakt van een andere taak dan het no-gap/overlap paradigma. Hoewel er vooral evidentie is voor het minder presteren van te vroeg geboren baby s, is er toch ook evidentie dat ze het de eerste weken op bepaalde aspecten van aandacht beter doen dan op tijd geboren baby s (Bonin et al., 1998; Ricci et al. 2008). Hoewel er voor te vroeg geboren baby s veel kan foutlopen, is het belangrijk om te onthouden dat vele van deze baby s wel een normale ontwikkeling meemaken (Rose, 1983). De significante verschillen die men vaak gaat vinden tussen te vroeg geboren en op tijd geboren kinderen, is omdat in de 18

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) * 132 Baby s die te vroeg geboren worden (bij een zwangerschapsduur korter dan 37 weken) hebben een verhoogd risico op zowel ernstige ontwikkelingproblemen (zoals mentale

Nadere informatie

INLEIDING. Samenvatting

INLEIDING. Samenvatting INLEIDING Iedereen die ooit heeft gezien hoe een baby van enkele weken oud zijn omgeving verkent en bekijkt, heeft ongetwijfeld opgemerkt dat het kijkgedrag van een pasgeborene zich sterk onderscheidt

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) SAMENVATTING Jaarlijks wordt 8% van alle kinderen in Nederland prematuur geboren. Ernstige prematuriteit heeft consequenties voor zowel het kind als de ouder. Premature

Nadere informatie

Dutch summary. Nederlandse samenvatting

Dutch summary. Nederlandse samenvatting Dutch summary Nederlandse samenvatting 127 Kinderen die te vroeg geboren worden, dat wil zeggen bij een zwangerschapsduur korter dan 37 weken, worden prematuren genoemd. Na de bevalling worden ernstig

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017)

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) Hechtingsrelatie Zelfregulatie en interactie tijdens de nacht Onderdeel van de discussie rond sensitief en responsief ouderschap richt zich

Nadere informatie

DE ONTWIKKELING VAN DE VISUELE AANDACHT IN DE EERSTE LEVENSMAANDEN BIJ VROEGGEBOREN KINDEREN

DE ONTWIKKELING VAN DE VISUELE AANDACHT IN DE EERSTE LEVENSMAANDEN BIJ VROEGGEBOREN KINDEREN Vakgroep Experimenteel-Klinische en Gezondheidspsychologie Academiejaar 2009-2010 Eerste examenperiode DE ONTWIKKELING VAN DE VISUELE AANDACHT IN DE EERSTE LEVENSMAANDEN BIJ VROEGGEBOREN KINDEREN Masterproef

Nadere informatie

Algemeen. Prematuur geboren kinderen: Sociaalcommunicatieve ontwikkeling in de eerste levensjaren. Leen De Schuymer

Algemeen. Prematuur geboren kinderen: Sociaalcommunicatieve ontwikkeling in de eerste levensjaren. Leen De Schuymer Prematuur geboren kinderen: Sociaalcommunicatieve ontwikkeling in de eerste levensjaren Leen De Schuymer Algemeen Deze resultatenbundel is gebaseerd op het doctoraatsonderzoek van Leen De Schuymer. Dit

Nadere informatie

Theorie! Cognitive Bias Modification! Resultaten onderzoek!

Theorie! Cognitive Bias Modification! Resultaten onderzoek! Cognitive Bias Modification Resultaten onderzoek December 2013 Jules Reijnen Ron Jacobs Theorie Cognitive Bias Modification (CBM) is een recent onderzoeksgebied dat zich richt op de vertekening (bias)

Nadere informatie

Onderzoek en behandeling bij kinderen met visuele problemen door stoornissen in hersenfuncties. Informatie voor verwijzers

Onderzoek en behandeling bij kinderen met visuele problemen door stoornissen in hersenfuncties. Informatie voor verwijzers Onderzoek en behandeling bij kinderen met visuele problemen door stoornissen in hersenfuncties Informatie voor verwijzers Zie jij wat ik zie? Kinderen met CVI Visuele problemen en beperkingen in het dagelijks

Nadere informatie

Exposure to Parents Negative Emotions in Early Life as a Developmental Pathway in the Intergenerational Transmission of Depression and Anxiety E.

Exposure to Parents Negative Emotions in Early Life as a Developmental Pathway in the Intergenerational Transmission of Depression and Anxiety E. Exposure to Parents Negative Emotions in Early Life as a Developmental Pathway in the Intergenerational Transmission of Depression and Anxiety E. Aktar Summary 1 Summary in Dutch (Samenvatting) Summary

Nadere informatie

CHAPTER 13 NEDERLANDSE SAMENVATTING - VOOR DE LEEK -

CHAPTER 13 NEDERLANDSE SAMENVATTING - VOOR DE LEEK - CHAPTER 13 NEDERLANDSE SAMENVATTING - VOOR DE LEEK - CHAPTER 13 Het doel van mijn promotieonderzoek was het exploreren van de invloed van onderstaande factoren op de regulatie van stresshormonen bij veel

Nadere informatie

Kinderneurologie.eu. Het foetaal alcohol syndroom. www.kinderneurologie.eu

Kinderneurologie.eu. Het foetaal alcohol syndroom. www.kinderneurologie.eu Het foetaal alcohol syndroom Wat is het foetaal alcohol syndroom? Het foetaal alcohol syndroom is een combinatie van aangeboren afwijkingen bij een baby die veroorzaakt zijn door alcohol gebruik van de

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Dutch summary)

Nederlandse samenvatting (Dutch summary) Nederlandse samenvatting (Dutch summary) 1 Vroeggeboorte na antenatale inflammatie bronchiale hyperreactiviteit als onderliggende oorzaak van Vroeggeboorte Over vroeggeboorte, ook wel prematuriteit genoemd,

Nadere informatie

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017)

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) 2. Introductie slaapproblemen Deze introductie beschrijft de definitie van slaapproblemen en slaapstoornissen, de prevalentie en de gevolgen

Nadere informatie

Dutch summary 1. Dutch summary. Dutch summary

Dutch summary 1. Dutch summary.   Dutch summary http://hdl.handle.net/1765/105797 Dutch summary Dutch summary 1 Dutch summary 2 Erasmus Medical Center Rotterdam Dutch summary 3 Introductie Kinderen die in de neonatale periode zeer ernstig ziek zijn

Nadere informatie

Cerebrale Visuele Stoornissen. Jij maakt het verschil!

Cerebrale Visuele Stoornissen. Jij maakt het verschil! Cerebrale Visuele Stoornissen Weet bij jij kinderen wat ik zie? Weet jij wat ik zie? Jij maakt het verschil! Studiedag Carantegroep 20-05-2011 Even voorstellen Marieke Steendam ergotherapeut VVB-team Koninklijke

Nadere informatie

stoppen zware drinkers minder vaak met het drinken van alcoholhoudende drank dan vrouwen met een lager alcoholgebruik.

stoppen zware drinkers minder vaak met het drinken van alcoholhoudende drank dan vrouwen met een lager alcoholgebruik. Samenvatting In Nederland gebruikt ongeveer 80% van de vrouwen in de vruchtbare leeftijd alcoholhoudende drank. Veel vrouwen staken het alcoholgebruik zodra ze zwanger zijn of eerder al, als ze zwanger

Nadere informatie

Growing into a different brain

Growing into a different brain 221 Nederlandse samenvatting 221 Nederlandse samenvatting Groeiend in een ander brein: de uitkomsten van vroeggeboorte op schoolleeftijd De doelen van dit proefschrift waren om 1) het inzicht te vergroten

Nadere informatie

Ouders gebruiken voor het temperament van hun kind(eren) spontaan woorden als

Ouders gebruiken voor het temperament van hun kind(eren) spontaan woorden als 1 Temperament van het kind en (adoptie)ouderschap Sara Casalin Ouders gebruiken voor het temperament van hun kind(eren) spontaan woorden als verlegen, blij, impulsief, zenuwachtig, druk, moeilijk, koppig,

Nadere informatie

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals Gedragsproblemen komen veel voor onder kinderen en adolescenten. Als deze problemen ernstig zijn en zich herhaaldelijk voordoen, kunnen ze een negatieve invloed hebben op het dagelijks functioneren van

Nadere informatie

Richtlijn Multidisciplinaire richtlijn Excessief huilen

Richtlijn Multidisciplinaire richtlijn Excessief huilen Richtlijn Multidisciplinaire richtlijn Excessief huilen Onderbouwing Uitgangsvraag Welke effectieve methoden voor preventie, signalering, diagnostiek en behandeling van een baby die excessief huilt zijn

Nadere informatie

7-10-2013. Emotieherkenning bij CI kinderen en kinderen met ESM

7-10-2013. Emotieherkenning bij CI kinderen en kinderen met ESM 7--3 Sociaal-emotioneel functioneren van kinderen met een auditieve/ communicatieve beperking Emotieherkenning bij kinderen en kinderen met Rosanne van der Zee Meinou de Vries Lizet Ketelaar Rosanne van

Nadere informatie

Psycho sociale gevolgen bij kinderen met CP. Susanne Sluijter Orthopedagoog Mytylschool De Trappenberg Mytylschool Behandelteam Merem Huizen

Psycho sociale gevolgen bij kinderen met CP. Susanne Sluijter Orthopedagoog Mytylschool De Trappenberg Mytylschool Behandelteam Merem Huizen Psycho sociale gevolgen bij kinderen met CP Susanne Sluijter Orthopedagoog Mytylschool De Trappenberg Mytylschool Behandelteam Merem Huizen Ontwikkelingsfasen bij kinderen. 3 Basisbehoeften van kinderen.

Nadere informatie

Neuropsychologisch. Anne M. Buunk Neuropsycholoog UMCG Wetenschappelijk onderzoek gevolgen SAB

Neuropsychologisch. Anne M. Buunk Neuropsycholoog UMCG Wetenschappelijk onderzoek gevolgen SAB Neuropsychologisch onderzoek (NPO) na een SAB Anne M. Buunk Neuropsycholoog UMCG Wetenschappelijk onderzoek gevolgen SAB Waarom? Ik wil graag weer aan het werk! Ik ben erg moe en prikkelbaar. Ik kan slecht

Nadere informatie

Vereenvoudigde Nederlandse samenvatting

Vereenvoudigde Nederlandse samenvatting Vereenvoudigde Nederlandse samenvatting 151 152 Vroeggeboorte In de westerse wereld wordt 5 tot 13 procent van alle kinderen te vroeg geboren, waarbij vroeggeboorte wordt gedefinieerd als een zwangerschapsduur

Nadere informatie

Patiëntenvoorlichting Verloskunde. Roken en zwangerschap. Inhoudsopgave. Als je zwanger probeert te worden 2. Als je zwanger bent 3

Patiëntenvoorlichting Verloskunde. Roken en zwangerschap. Inhoudsopgave. Als je zwanger probeert te worden 2. Als je zwanger bent 3 Patiëntenvoorlichting Verloskunde Roken en zwangerschap Inhoudsopgave Als je zwanger probeert te worden 2 Als je zwanger bent 3 Na de zwangerschap 5 Stoppen met roken 6 Tips om te stoppen 7 Hulp bij het

Nadere informatie

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De nadelige gezondheidsrisico s/gevolgen van roken en van depressie en angststoornissen zijn goed gedocumenteerd, en deze aandoeningen doen zich vaak tegelijkertijd voor. Het doel

Nadere informatie

Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen

Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen SAMENVATTING Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen klinische populaties, waaronder ook de Aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit (ADHD). Ook al wordt

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting 161. Samenvatting. Nederlandse samenvatting voor niet ingewijden

Nederlandse samenvatting 161. Samenvatting. Nederlandse samenvatting voor niet ingewijden Nederlandse samenvatting 161 1 2 3 Samenvatting Nederlandse samenvatting voor niet ingewijden 4 5 6 7 8 9 10 11 12 Nederlandse samenvatting 163 Wereldwijd is het percentage kinderen dat te vroeg geboren

Nadere informatie

Communicatie. Els Ronsse. april 2008

Communicatie. Els Ronsse. april 2008 Communicatie Els Ronsse april 2008 Communicatie =? Boodschappen Heen en weer Coderen loopt bij mensen met autisme vaak fout Maar communicatie is meer. Relatiegericht Aandacht vragen Bevestiging geven Aanmoedigen

Nadere informatie

Lange termijn functioneren en participatie bij jongeren met chronische pijn en vermoeidheid. Tessa Westendorp

Lange termijn functioneren en participatie bij jongeren met chronische pijn en vermoeidheid. Tessa Westendorp Lange termijn functioneren en participatie bij jongeren met chronische pijn en vermoeidheid Tessa Westendorp 24 januari 2014 Hoofdthema s binnen mijn onderzoek: Revalidatiebehandeling Jongeren met chronisch

Nadere informatie

Wacht maar tot ik groot ben!

Wacht maar tot ik groot ben! www.geerttaghon.be Wacht maar tot ik groot ben! Omgaan met agressie bij kleine kinderen Geert Taghon 2013 Ontwikkeling kleine kind De wereld leren kennen en zich hieraan aanpassen (adaptatie) Processen

Nadere informatie

Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić

Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić Rode wangen, zweethanden en coy-smiles: De rol van emotionele en socio-cognitieve

Nadere informatie

Wat je moet weten over roken voor, tijdens en na de zwangerschap Longziekten

Wat je moet weten over roken voor, tijdens en na de zwangerschap Longziekten Wat je moet weten over roken voor, tijdens en na de zwangerschap Longziekten Beter voor elkaar 2 Roken als je zwanger probeert te worden Minder vruchtbaar Roken maakt vrouwen en mannen minder vruchtbaar.

Nadere informatie

Kraamafdeling. Vroegtijdige weeën. gebroken vliezen en vroeggeboorte

Kraamafdeling. Vroegtijdige weeën. gebroken vliezen en vroeggeboorte Kraamafdeling Vroegtijdige weeën gebroken vliezen en vroeggeboorte In deze folder leest u over de oorzaak, gevolgen en behandeling van vroegtijdige weeën. Een zwangerschap duurt gemiddeld 40 weken, maar

Nadere informatie

Baby s die veel huilen Informatie voor ouders

Baby s die veel huilen Informatie voor ouders Baby s die veel huilen Informatie voor ouders Albert Schweitzer ziekenhuis november 2014 pavo 1177 Inleiding Als uw baby veel huilt gaat u van alles proberen om de oorzaak te vinden. Zeker als uw baby

Nadere informatie

Dreigende vroeggeboorte

Dreigende vroeggeboorte Dreigende vroeggeboorte T +32(0)89 32 50 50 F +32(0)89 32 79 00 info@zol.be Campus Sint-Jan Schiepse bos 6 B 3600 Genk Campus Sint-Barbara Bessemerstraat 478 B 3620 Lanaken Medisch Centrum André Dumont

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting. Verschillende vormen van het visuele korte termijn geheugen en de interactie met aandacht

Nederlandse samenvatting. Verschillende vormen van het visuele korte termijn geheugen en de interactie met aandacht Nederlandse samenvatting Verschillende vormen van het visuele korte termijn geheugen en de interactie met aandacht 222 Elke keer dat je naar iets of iemand op zoek bent, bijvoorbeeld wanneer je op een

Nadere informatie

Doe een klein onderzoek naar de taalregels die een kind in jouw omgeving al dan niet onder de knie heeft en schrijf daar een verslag over.

Doe een klein onderzoek naar de taalregels die een kind in jouw omgeving al dan niet onder de knie heeft en schrijf daar een verslag over. Naam: Klas: Nr: Datum: Vak: Nederlands Leerkracht: Taalverwerving Opdracht 1 Doe een klein onderzoek naar de taalregels die een kind in jouw omgeving al dan niet onder de knie heeft en schrijf daar een

Nadere informatie

Dia 1. Dia 2. Dia 3. Aspecten van cognitief functioneren in Autisme Spectrum Stoornissen. Executieve functies en autisme (Hill, 2004)

Dia 1. Dia 2. Dia 3. Aspecten van cognitief functioneren in Autisme Spectrum Stoornissen. Executieve functies en autisme (Hill, 2004) Dia 1 Aspecten van cognitief functioneren in Autisme Spectrum Stoornissen Een reactie van Bibi Huskens Dia 2 Executieve functies en autisme (Hill, 2004) Problemen in: Planning Inhibitie Schakelvaardigheid

Nadere informatie

Proudy. Praktijk voor psychomotorishe kindertherapie

Proudy. Praktijk voor psychomotorishe kindertherapie Proudy Praktijk voor psychomotorishe kindertherapie Wat is psychomotorische kindertherapie? Pmkt is een vorm van kindertherapie bedoeld voor kinderen die vast lopen in hun ontwikkeling en dat in hun gedrag

Nadere informatie

Verstandelijke beperkingen

Verstandelijke beperkingen 11 2 Verstandelijke beperkingen 2.1 Definitie 12 2.1.1 Denken 12 2.1.2 Vaardigheden 12 2.1.3 Vroegtijdig en levenslang aanwezig 13 2.2 Enkele belangrijke overwegingen 13 2.3 Ernst van verstandelijke beperking

Nadere informatie

MEE Nederland. Raad en daad voor iedereen met een beperking. Moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind

MEE Nederland. Raad en daad voor iedereen met een beperking. Moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind MEE Nederland Raad en daad voor iedereen met een beperking Moeilijk lerend Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind Moeilijk lerend Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind Inhoudsopgave

Nadere informatie

CHAPTER 12. Samenvatting

CHAPTER 12. Samenvatting CHAPTER 12 Samenvatting Samenvatting 177 In hoofdstuk 1 wordt een toegenomen overleving gerapporteerd van zeer vroeggeboren kinderen, gerelateerd aan enkele nieuwe interventies in de perinatologie. Uitkomsten

Nadere informatie

ZELFINVULLIJST DEPRESSIEVE SYMPTOMEN (INVENTORY OF DEPRESSIVE SYMPTOMATOLOGY: IDS-SR) 1 (In te vullen door patiënt)

ZELFINVULLIJST DEPRESSIEVE SYMPTOMEN (INVENTORY OF DEPRESSIVE SYMPTOMATOLOGY: IDS-SR) 1 (In te vullen door patiënt) ZELFINVULLIJST DEPRESSIEVE SYMPTOMEN (INVENTORY OF DEPRESSIVE SYMPTOMATOLOGY: IDS-SR) 1 (In te vullen door patiënt) Naam:.. Datum: - - Kruis bij elke vraag het antwoord aan dat de afgelopen zeven dagen

Nadere informatie

Bijlage 25: Autismespectrumstoornis in DSM-5 (voorlopige Nederlandse vertaling) 1

Bijlage 25: Autismespectrumstoornis in DSM-5 (voorlopige Nederlandse vertaling) 1 Bijlage 25: Autismespectrumstoornis in DSM-5 (voorlopige Nederlandse vertaling) 1 Moet voldoen aan de criteria A, B, C en D A. Aanhoudende tekorten in sociale communicatie en sociale interactie in meerdere

Nadere informatie

Medisch trauma in de babytijd impact en behandeling

Medisch trauma in de babytijd impact en behandeling Medisch trauma in de babytijd impact en behandeling Heleen Mülder, klinisch psycholoog Psychotherapie Jeugd Drachten / Infant Netwerk Friesland OCRN symposium 20 november 2018 Opbouw van deze presentatie

Nadere informatie

Zaken voor mannen. Verhalen van mannen met epilepsie

Zaken voor mannen. Verhalen van mannen met epilepsie Zaken voor mannen Verhalen van mannen met epilepsie Introductie Niet alle mannen vinden het prettig om over hun gezondheid te praten. Ieder mens is anders. Elke man met epilepsie ervaart zijn epilepsie

Nadere informatie

Samenvatting. (Summary in Dutch)

Samenvatting. (Summary in Dutch) (Summary in Dutch) 142 In dit proefschrift is de rol van de gezinscontext bij probleemgedrag in de adolescentie onderzocht. We hebben hierbij expliciet gefocust op het samenspel met andere factoren uit

Nadere informatie

Een aandachtige blik op

Een aandachtige blik op INLEIDING Een aandachtige blik op temperamentt Valerie Van Cauwenberge Prof. Dr. Roeljan Wiersema SWVG Studiedag Leuven, 2 december 21 Temperament = individuele id verschillen tussen kinderen in reactiviteit

Nadere informatie

Gespreksrichtlijnen tussen goeden slechthorenden

Gespreksrichtlijnen tussen goeden slechthorenden Gespreksrichtlijnen tussen goeden slechthorenden Communiceren doe je met zijn tweeën Deze folder is bedoeld voor de goedhorenden die in hun omgeving iemand kennen die slechthorend is, en voor slechthorenden

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nicotine en alcohol kunnen de placenta passeren en zo het risico op nadelige uitkomsten voor het ongeboren kind verhogen. Stoppen met roken en alcoholgebruik tijdens de zwangerschap lijkt vanzelfsprekend,

Nadere informatie

KINDEREN EN JONGEREN MET NAH EN ONDERWIJS. Nathalie Ansoms Gery Smans Revalidatiecentrum Pulderbos 25-03-2011

KINDEREN EN JONGEREN MET NAH EN ONDERWIJS. Nathalie Ansoms Gery Smans Revalidatiecentrum Pulderbos 25-03-2011 KINDEREN EN JONGEREN MET NAH EN ONDERWIJS Nathalie Ansoms Gery Smans Revalidatiecentrum Pulderbos 25-03-2011 INHOUD Definitie NAH Gevolgen Lichamelijke gevolgen Cognitieve gevolgen Gedrag en beleving Sociale

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/28766 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Steggerda, Sylke Jeanne Title: The neonatal cerebellum Issue Date: 2014-09-24 Chapter

Nadere informatie

Retinopathie (ROP) bij te vroeg geboren kinderen. Oogheelkunde

Retinopathie (ROP) bij te vroeg geboren kinderen. Oogheelkunde Retinopathie (ROP) bij te vroeg geboren kinderen Oogheelkunde Wat is prematuren retinopathie? Prematuren retinopathie (ROP) is een aandoening die kan ontstaan in het netvlies van te vroeg geboren kinderen.

Nadere informatie

Autisme en een verstandelijke beperking 20 september 2016

Autisme en een verstandelijke beperking 20 september 2016 Autisme en een verstandelijke beperking 20 september 2016 Cecile Blansjaar: orthopedagoog/autisme specialist Gedragskundige Stichting de Waerden Mede oprichter De Sociale Bron Wat is Autisme? In Nederland

Nadere informatie

Deel 1: Positieve psychologie

Deel 1: Positieve psychologie Deel 1: Positieve psychologie Welkom bij: Positieve gezondheid. Jan Auke Walburg 2 Carla Leurs 3 4 Bloei Bloei is de ontwikkeling van het fysieke en mentaal vermogen. Welbevinden en gezondheid Verschillende

Nadere informatie

BAAS over uw emoties

BAAS over uw emoties BAAS over uw emoties Vind de werkelijke oorzaak van uw problemen. Verwijder alles wat u tegenhoudt om te groeien als mens. Groei als mens, zonder remmingen, overwin trauma s, angsten en pijn. Word werkelijk

Nadere informatie

Prematuren Retinopathie

Prematuren Retinopathie Prematuren Retinopathie Oogheelkunde Locatie Hoorn/Enkhuizen (ROP=Retinopathie of Prematurity) (ROP=Retinopathie of Prematurity) Wat is ROP? Prematuren retinopathie (ROP) is een aandoening die kan ontstaan

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Pouw, Lucinda Title: Emotion regulation in children with Autism Spectrum Disorder

Nadere informatie

14-7-2012. Carol Dweck. Wat is Intelligentie?

14-7-2012. Carol Dweck. Wat is Intelligentie? Carol Dweck Wat is Intelligentie? 1 Wat is Intelligentie? Wat is Intelligentie? Meervoudige Intelligentie - Gardner 2 Voorlopige conclusie In aanleg aanwezig potentieel (50% erfelijk bepaald) Domeinspecifiek

Nadere informatie

Ontwikkelingsgerichte Zorg Couveuse-unit

Ontwikkelingsgerichte Zorg Couveuse-unit Uw kind verblijft momenteel op de couveuse-unit van het MCL. Om de ontwikkeling van uw kind zo goed mogelijk te steunen en te stimuleren wordt in het MCL ontwikkelingsgerichte zorg toegepast. In deze folder

Nadere informatie

Baby s die veel huilen. Informatie voor ouders

Baby s die veel huilen. Informatie voor ouders Baby s die veel huilen Informatie voor ouders Inleiding Als uw baby veel huilt gaat u van alles proberen om de oorzaak te vinden. Zeker als uw baby zich nauwelijks laat troosten. Dit kan allerlei gevoelens

Nadere informatie

Preventie van werkdruk in de bouwsector. Werknemer

Preventie van werkdruk in de bouwsector. Werknemer Preventie van werkdruk in de bouwsector Werknemer Inhoud Wat is werkdruk/stress? Welke factoren bevorderen stress op het werk? Hoe herken ik stress-symptomen bij mezelf? Signalen van een te hoge werkdruk

Nadere informatie

Voel jij wat ik bedoel? www.psysense.be 17/5/2008

Voel jij wat ik bedoel? www.psysense.be 17/5/2008 Voel jij wat ik bedoel? www.psysense.be 17/5/2008 Gevoel en emoties / definitie Emoties: in biologische zin: affectieve reacties. Prikkeling van dit systeem geeft aanleiding tot allerlei lichamelijke reacties.

Nadere informatie

Emotieregulatie bij kinderen en jongeren met ADHD

Emotieregulatie bij kinderen en jongeren met ADHD Emotieregulatie bij kinderen en jongeren met ADHD Valerie Van Cauwenberghe en Prof. dr. Roeljan Wiersema Emotieregulatie bij kinderen en jongeren met ADHD Dit onderzoek werd uitgevoerd door: Prof. dr.

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING 143. Nederlandse samenvatting

NEDERLANDSE SAMENVATTING 143. Nederlandse samenvatting NEDERLANDSE SAMENVATTING 143 Nederlandse samenvatting 144 NEDERLANDSE SAMENVATTING De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) stelt dat psychische gezondheid een staat van welzijn is waarin een individu zich

Nadere informatie

regio Gooi en Vechtstreek Niet uitgeslapen? Jongeren en slapeloosheid www.cjggooienvechtstreek.nl

regio Gooi en Vechtstreek Niet uitgeslapen? Jongeren en slapeloosheid www.cjggooienvechtstreek.nl regio Gooi en Vechtstreek Niet uitgeslapen? Jongeren en slapeloosheid www.cjggooienvechtstreek.nl n Niet uitgeslapen? Jongeren en slapeloosheid We slapen gemiddeld zo n zeven tot acht uur per nacht. Dat

Nadere informatie

How to present online information to older cancer patients N. Bol

How to present online information to older cancer patients N. Bol How to present online information to older cancer patients N. Bol Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Goede informatievoorziening is essentieel voor effectieve

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

Blok 2 638ms Hooggemiddeld Blok 2 dient om de meervoudige verwerkingssnelheid te meten middels een 2- keuze-reactietijdtaak.

Blok 2 638ms Hooggemiddeld Blok 2 dient om de meervoudige verwerkingssnelheid te meten middels een 2- keuze-reactietijdtaak. De Specialistische rapportage is alleen als toevoeging op de Basisrapportage te gebruiken en interpretatie vereist uitgebreide expertise op het gebied van neuropsychologisch onderzoek. Naam Anna Iris de

Nadere informatie

Fetal Origins of Socioeconomic Inequalities. in Early Childhood Health. The Generation R Study. Lindsay Marisia Silva SAMENVATTING

Fetal Origins of Socioeconomic Inequalities. in Early Childhood Health. The Generation R Study. Lindsay Marisia Silva SAMENVATTING Fetal Origins of Socioeconomic Inequalities in Early Childhood Health The Generation R Study Lindsay Marisia Silva SAMENVATTING Sociaal-economische gezondheidsverschillen vormen een groot maatschappelijk

Nadere informatie

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S 2 Ik en autisme In het vorige hoofdstuk is verteld over sterke kanten die mensen met autisme vaak hebben. In dit hoofdstuk vertellen we over autisme in het algemeen. We beginnen met een stelling. In de

Nadere informatie

FAS(D) de gevaren van alcohol voor het ongeboren kind. Lotte van Elburg, psycholoog i.o. tot GZ-psycholoog Salima Kamp, GZ-psycholoog / orthopedagoog

FAS(D) de gevaren van alcohol voor het ongeboren kind. Lotte van Elburg, psycholoog i.o. tot GZ-psycholoog Salima Kamp, GZ-psycholoog / orthopedagoog FAS(D) de gevaren van alcohol voor het ongeboren kind Lotte van Elburg, psycholoog i.o. tot GZ-psycholoog Salima Kamp, GZ-psycholoog / orthopedagoog FAS(D) team INTER-PSY Rudi Kohl Esther Verbeek Salima

Nadere informatie

Wat zijn de neuropsychologische gevolgen van een hersentumor bij kinderen. Dr Femke Aarsen, klinisch neuropsycholoog

Wat zijn de neuropsychologische gevolgen van een hersentumor bij kinderen. Dr Femke Aarsen, klinisch neuropsycholoog Wat zijn de neuropsychologische gevolgen van een hersentumor bij kinderen. Dr Femke Aarsen, klinisch neuropsycholoog Wat is neuropsychologie? Neuropsychologie is de psychologie die zich bezighoudt met

Nadere informatie

Stress, depressie en cognitie gedurende de levensloop

Stress, depressie en cognitie gedurende de levensloop SAMENVATTING Stress, depressie en cognitie gedurende de levensloop Inleiding Cognitief functioneren omvat verschillende processen zoals informatieverwerkingssnelheid, geheugen en executief functioneren,

Nadere informatie

Lichaamsbewustzijn bij kinderen met psychiatrische problematiek

Lichaamsbewustzijn bij kinderen met psychiatrische problematiek Lichaamsbewustzijn bij kinderen met psychiatrische problematiek Workshop GNOON n.a.v. Onderzoek Master Daphne Uphof & Maloe Hofland Introductie Maloe Hofland Kind en Jeugd ambulant Master PMT Daphne Uphof

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING 188 Type 1 Diabetes and the Brain Het is bekend dat diabetes mellitus type 1 als gevolg van hyperglykemie (hoge bloedsuikers) kan leiden tot microangiopathie (schade aan de kleine

Nadere informatie

Executieve functies en emotieregulatie. Annelies Spek Klinisch psycholoog/senior onderzoeker Centrum autisme volwassenen, GGZ Eindhoven

Executieve functies en emotieregulatie. Annelies Spek Klinisch psycholoog/senior onderzoeker Centrum autisme volwassenen, GGZ Eindhoven Executieve functies en emotieregulatie Annelies Spek Klinisch psycholoog/senior onderzoeker Centrum autisme volwassenen, GGZ Eindhoven Inhoud 1. Executieve functies en emotieregulatie 2. Rol van opvoeding

Nadere informatie

Samenvatting. Coparenting en Angst van het Kind

Samenvatting. Coparenting en Angst van het Kind Samenvatting Coparenting en Angst van het Kind In dit proefschrift worden verschillende associaties tussen coparenting en angst binnen het gezin getoetst, zoals voorgesteld in het model van Majdandžić,

Nadere informatie

BABYWIJS : PROFESSIONELE BABYOPVANG

BABYWIJS : PROFESSIONELE BABYOPVANG BABYWIJS : PROFESSIONELE BABYOPVANG Met korting via Gastouderland De IKK-erkende online scholing van KinderWijs TV voor beroepskrachten in de kinderopvang die werken met 0-jarigen. De ontwikkeling van

Nadere informatie

Nieuwsbrief voor ouders. Universiteit van Amsterdam. De sociale ontwikkeling van kinderen. Amsterdam, april 2012, jaargang 5, nr.

Nieuwsbrief voor ouders. Universiteit van Amsterdam. De sociale ontwikkeling van kinderen. Amsterdam, april 2012, jaargang 5, nr. Nieuwsbrief voor ouders De sociale ontwikkeling van kinderen Universiteit van Amsterdam Amsterdam, april 2012, jaargang 5, nr. 1 Beste ouder, Door middel van deze nieuwsbrief willen wij u op de hoogte

Nadere informatie

Papa's hand is best groot

Papa's hand is best groot Welkom bij de cursus Ouderbegeleiding Als het anders loopt... vroeggeboorte en couveuse ouderschap Doel van de cursus Kennis delen Beter leren begrijpen en ondersteunen van ouders als ze te maken krijgen

Nadere informatie

EUROPESE DAG VAN DE BEROERTE VAN HARTE WELKOM

EUROPESE DAG VAN DE BEROERTE VAN HARTE WELKOM EUROPESE DAG VAN DE BEROERTE VAN HARTE WELKOM Programma Welkomstwoord door Anja van Enckevort, ketenregisseur Film: CVA-keten Noord-Limburg Vermoeidheid na CVA door Anja Kuperus, geriatriefysiotherapeut

Nadere informatie

In Balans.met je zelf en binnen je gezin

In Balans.met je zelf en binnen je gezin In Balans.met je zelf en binnen je gezin PROGRAMMA De organisatie Hersenen - Hersenletsel Hersenletsel en gevolgen Moeilijkste hersenfuncties Waar iedereen last van heeft en waarom In balans in het gezin

Nadere informatie

26/02/2013. Prenatale ontwikkeling. De geboorte. Pasgeborene

26/02/2013. Prenatale ontwikkeling. De geboorte. Pasgeborene Prenatale ontwikkeling De geboorte Pasgeborene 1 Motorische ontwikkeling 5 fasen van arousal state 1. Rustige slaap (1/3) 2. REM slaap (1/3 1/4) 3. Passieve waaktoestand 4. Actieve waaktoestand 5. Huilen

Nadere informatie

Het hechtingsproces. bij kinderen tussen de 0 en 2 jaar. Kindergeneeskunde. Hechting. Hoe verloopt het hechtingsproces?

Het hechtingsproces. bij kinderen tussen de 0 en 2 jaar. Kindergeneeskunde. Hechting. Hoe verloopt het hechtingsproces? Het hechtingsproces bij kinderen tussen de 0 en 2 jaar Kindergeneeskunde In deze brochure leest u meer over de hechtingsprocessen bij baby s in de leeftijd van 0 tot 12 maanden. Daar waar ouders staat

Nadere informatie

Mijn kind heeft een LVB

Mijn kind heeft een LVB Mijn kind heeft een LVB Wat betekent een licht verstandelijke beperking nu precies? Informatie voor ouders van kinderen en jongeren met een licht verstandelijke beperking in de leeftijd van 6 tot 23 jaar

Nadere informatie

Figuur 1: schematische weergave van een cel

Figuur 1: schematische weergave van een cel Inleiding De titel van het proefschrift is Preventing the transmission of mitochondrial diseases. Dat wil zeggen: het tegengaan dat mitochondriële ziekten worden doorgegeven aan het nageslacht. Mitochondriën

Nadere informatie

MANIEREN OM MET OUDERPARTICIPATIE OM TE GAAN

MANIEREN OM MET OUDERPARTICIPATIE OM TE GAAN Blijf kalm; Verzeker je ervan dat je de juiste persoon aan de lijn hebt; Zeg duidelijk wie je bent en wat je functie is; Leg uit waarom je belt; Geef duidelijke en nauwkeurige informatie en vertel hoe

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Achtergrond In 2016 werden in Nederland 169.136 kinderen geboren; hiervan werden 11.622 kinderen prematuur ofwel te vroeg geboren (na minder dan 37 weken zwangerschap) en 2.295 extreem prematuur (na minder

Nadere informatie

De ontwikkeling van depressie bij kinderen en adolescenten met ADHD

De ontwikkeling van depressie bij kinderen en adolescenten met ADHD De ontwikkeling van depressie bij kinderen en adolescenten met ADHD Samenvatting 10 tot 40% van de kinderen en adolescenten met ADHD (Attention Deficit Hyperactivity Disorder) ontwikkelen symptomen van

Nadere informatie

Wetenschappelijke Samenvatting. 1. Kwetsbaarheid en emotionele verwerking bij depressie

Wetenschappelijke Samenvatting. 1. Kwetsbaarheid en emotionele verwerking bij depressie Wetenschappelijke Samenvatting 1. Kwetsbaarheid en emotionele verwerking bij depressie In dit proefschrift wordt onderzocht wat spaak loopt in de hersenen van iemand met een depressie. Er wordt ook onderzocht

Nadere informatie

Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. InFoP 2. Inhoud

Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. InFoP 2. Inhoud Informatie voor Familieleden omtrent Psychose InFoP 2 Inhoud Introductie Module I: Wat is een psychose? Module II: Psychose begrijpen? Module III: Behandeling van psychose de rol van medicatie? Module

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Burnout, een toestand van mentale uitputting door chronische stress in de werksituatie, vormt een ernstig maatschappelijk probleem dat momenteel veel aandacht krijgt. In

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING Dit proefschrift heeft als doel de zorg voor prematuur geboren kinderen te verbeteren. Het gaat in dit proefschrift om kinderen die geboren zijn na een zwangerschapsduur van minder

Nadere informatie

nederlandse samenvatting Dutch summary

nederlandse samenvatting Dutch summary Dutch summary 211 dutch summary De onderzoeken beschreven in dit proefschrift zijn onderdeel van een grootschalig onderzoek naar individuele verschillen in algemene cognitieve vaardigheden. Algemene cognitieve

Nadere informatie

Infant Mental Health

Infant Mental Health Infant Mental Health WAIMH Vlaanderen wants you! WAIMH Vlaanderen VZW Draagvlak uitbouwen voor IMH professionals 16 november 2017 20u Antwerpen www.waimh-vlaanderen.be Ik zie u graag Motherhood constellation

Nadere informatie