Januari Taalwetenschappen Faculteit der Geesteswetenschappen Universiteit van Amsterdam

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Januari Taalwetenschappen Faculteit der Geesteswetenschappen Universiteit van Amsterdam"

Transcriptie

1 Januari 2007 Taalwetenschappen Faculteit der Geesteswetenschappen Universiteit van Amsterdam

2 Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus RA Utrecht Telefoon: Fax: Internet: QANU Tekst en cijfermateriaal uit deze uitgave mogen, na toestemming van QANU en voorzien van bronvermelding, door middel van druk, fotokopie, of op welke andere wijze dan ook, worden overgenomen. 2 QANU / Taalwetenschappen, Faculteit der Geesteswetenschappen, Universiteit van Amsterdam

3 INHOUDSOPGAVE Voorwoord 5 Deel I Algemeen deel 7 1. Inleiding 9 2. Taak en samenstelling van de commissie Werkwijze van de commissie Algemene inhoudelijke bevindingen 19 Deel II Facultair deel Rapport over de Faculteit der Geesteswetenschappen van de Universiteit van Amsterdam 25 Deel III Opleidingsdeel Rapport over de bacheloropleiding Taalwetenschap en de masteropleiding General Linguistics Rapport over de bachelor- en de masteropleiding Documentaire informatiewetenschappen en de masteropleiding Archiefwetenschap 73 Bijlagen 103 Bijlage A: Curricula vitae van de leden van de commissie 105 Bijlage B: Domeinspecifiek referentiekader 107 Bijlage C: Programma s van de bezoeken van de commissie 117 Bijlage D: Lijst met afkortingen 123 QANU / Taalwetenschappen, Faculteit der Geesteswetenschappen, Universiteit van Amsterdam 3

4 4 QANU / Taalwetenschappen, Faculteit der Geesteswetenschappen, Universiteit van Amsterdam

5 VOORWOORD Dit rapport is onderdeel van de kwaliteitsbeoordeling van universitaire bachelor- en masteropleidingen in Nederland. Het doel van het rapport is om een betrouwbaar beeld te geven van de kwaliteit van de voor beoordeling voorgelegde opleidingen, een terugkoppeling te geven naar de interne kwaliteitszorg van de betrokken instellingen en als basis te dienen voor de accreditatie van de beoordeelde opleidingen door de Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO). QANU streeft ernaar de opleidingen op een onafhankelijke, objectieve en kritische manier te beoordelen en constructieve en opbouwende kritiek te leveren op basis van een gestandaardiseerde verzameling van kwaliteitscriteria en altijd met een oog voor de specifieke omstandigheden van de opleiding. De Visitatiecommissie Taalwetenschappen van QANU heeft haar werkzaamheden met grote toewijding uitgevoerd in een periode die wordt gekenmerkt door de overgang naar de bachelormasterstructuur. Wij verwachten dat de overwegingen en de oordelen van de commissie zullen bijdragen aan de verdere verbetering van de kwaliteit van de beoordeelde opleidingen. Wij zijn veel dank verschuldigd aan de voorzitter en de overige leden van de visitatiecommissie voor hun bereidheid om deel te nemen aan deze beoordeling en voor de toewijding waarmee ze hun taak hebben uitgevoerd. Ook gaat onze dank uit naar de staf en de medewerkers van de betrokken instellingen voor hun inspanningen en hun medewerking aan deze beoordeling. drs. J.G.F. Veldhuis voorzitter van het bestuur van QANU mr. C.J. Peels directeur van QANU QANU / Taalwetenschappen, Faculteit der Geesteswetenschappen, Universiteit van Amsterdam 5

6 6 QANU / Taalwetenschappen, Faculteit der Geesteswetenschappen, Universiteit van Amsterdam

7 DEEL I: ALGEMEEN DEEL QANU / Taalwetenschappen, Faculteit der Geesteswetenschappen, Universiteit van Amsterdam 7

8 8 QANU / Taalwetenschappen, Faculteit der Geesteswetenschappen, Universiteit van Amsterdam

9 1. Inleiding In de onderwijsvisitaties voor de Letterenfaculteiten zijn acht clusters van opleidingen gevormd. Taalwetenschappen is één van die clusters. Tot dit cluster behoren de bachelor- en masteropleidingen Taalwetenschap en verwante opleidingen, zoals Taal- en spraakpathologie, Taal- en spraaktechnologie en Vergelijkende Indo-Europese taalwetenschap, maar ook de bachelor- en masteropleidingen Communicatie- en informatiewetenschappen en verwante opleidingen, zoals Bedrijfscommunicatie, Communicatiestudies, Documentaire informatiewetenschap, Archiefwetenschap en ICT en vertalen. In dit rapport brengt de visitatiecommissie Taalwetenschappen (hierna: de commissie) verslag uit van haar bevindingen. Het rapport bestaat uit drie delen: een algemeen deel (I). Dit deel gaat in op de taak, de samenstelling en de werkwijze van de commissie. Hierin komen ook enkele algemene bevindingen van inhoudelijke aard ter sprake. een facultair deel (II). Per bezochte faculteit wordt een beschrijving gegeven van de facetten waarvoor opleidingsoverstijgend beleid is ontwikkeld. een opleidingsdeel (III). Per opleiding behandelt de commissie de onderwerpen en facetten uit het accreditatiekader van de NVAO. In dit deel spreekt zij oordelen uit op onderwerp- en facetniveau. Het bevat regelmatig verwijzingen naar het facultaire deel. Dit algemene deel geeft, conform de richtlijnen in het QANU-kader, een beschrijving van de taak, de samenstelling en de werkwijze van de commissie en een opsomming van de uitgangspunten van de commissie. In de slotparagraaf van dit deel gaat de commissie kort in op een aantal algemene inhoudelijke bevindingen. QANU / Taalwetenschappen, Faculteit der Geesteswetenschappen, Universiteit van Amsterdam 9

10 10 QANU / Taalwetenschappen, Faculteit der Geesteswetenschappen, Universiteit van Amsterdam

11 2. Taak en samenstelling van de commissie Taak van de commissie De taak van de commissie was het uitvoeren van een visitatie van de opleidingen die deel uitmaken van het cluster Taalwetenschappen op basis van en in overeenstemming met het beoordelingskader van QANU. De commissie kreeg de taak om op basis van door de faculteiten aan te leveren informatie en door middel van ter plaatse te voeren gesprekken een oordeel te geven over de verschillende aspecten van de kwaliteit van de betrokken opleidingen, zoals beschreven in het bovengenoemde kader, en de punten te identificeren die naar haar oordeel verbeterd moeten worden. Betrokken opleidingen De commissie beoordeelde de volgende opleidingen: Vrije Universiteit Amsterdam (bezoek op 26 en 27 april 2005): bacheloropleiding Taalwetenschap (56803) bacheloropleiding Communicatie- en informatiewetenschappen (56826) masteropleiding Taalwetenschap (66803) masteropleiding Communicatie- en informatiewetenschappen (66826) masteropleiding ICT en vertalen (60040) Universiteit Utrecht (bezoek op 10 en 11 mei 2005): bacheloropleiding Taalwetenschap (56803) bacheloropleiding Communicatie- en informatiewetenschappen (56826) masteropleiding Taalwetenschap (66803) masteropleiding Communicatiestudies (60308) Radboud Universiteit Nijmegen (bezoek op 24, 25 en 26 mei 2005): bacheloropleiding Taalwetenschap (56803) bacheloropleiding Communicatie- en informatiewetenschappen (56826) masteropleiding Taalwetenschap (66803) masteropleiding Taal- en spraakpathologie (60258) masteropleiding Taal- en spraaktechnologie (60503) masteropleiding Bedrijfscommunicatie (60176) Universiteit Leiden (bezoek op 16 en 17 juni 2005): bacheloropleiding Taalwetenschap (56803) bacheloropleiding Vergelijkende Indo-Europese taalwetenschap (50204) masteropleiding Taalwetenschap (66803) masteropleiding Vergelijkende Indo-Europese taalwetenschap (60146) Rijksuniversiteit Groningen (bezoek op 28, 29 en 30 juni 2005) bacheloropleiding Algemene taalwetenschap (50622) bacheloropleiding Communicatie- en informatiewetenschappen (56826) masteropleiding Algemene taalwetenschap (60622) masteropleiding Communicatie- en informatiewetenschappen (66826) masteropleiding Speech and language pathology (66058) masteropleiding Toegepaste taalwetenschap (60630) QANU / Taalwetenschappen, Faculteit der Geesteswetenschappen, Universiteit van Amsterdam 11

12 Universiteit van Tilburg (bezoek op 15 en 16 september 2005): bacheloropleiding Communicatie- en informatiewetenschappen (56826) masteropleiding Communicatie- en informatiewetenschappen (66826) Universiteit van Amsterdam (bezoek op 18, 19 en 20 september 2005): bacheloropleiding Taalwetenschap (56803) bacheloropleiding Documentaire informatiewetenschap (50010) masteropleiding General Linguistics (60074) masteropleiding Documentaire informatiewetenschap (60180) masteropleiding Archiefwetenschap (60181) Samenstelling van de commissie Tot voorzitter, tevens lid van de commissie, werd benoemd: prof. dr. J. De Caluwe, docent Nederlandse Taalkunde, Universiteit Gent, BE. Tot de leden van de commissie werden benoemd: mw. dr. F. van Beinum, voormalig hoofddocent Fonetische Wetenschappen, Universiteit van Amsterdam; prof. dr. F. Van Eynde, hoogleraar Computerlinguïstiek, Katholieke Universiteit Leuven (België); drs. T. Joostens, onderwijskundige, verbonden aan het Universitair Onderwijs Centrum Groningen (UOCG); mw. A. van Leijsen, student Communicatie- en informatiewetenschappen, Universiteit van Tilburg; mw. F. van de Nadort, student Bedrijfscommunicatie, Radboud Universiteit Nijmegen; drs. E. Pols, onderwijskundige, verbonden aan het Universitair Onderwijs Centrum Groningen (UOCG); prof. dr. L. Van Waes, hoogleraar Zakelijke en Technische Communicatie, Universiteit Antwerpen (België); prof. dr. G. Vanden Wyngaerd, hoofddocent Taal- en Letterkunde, Katholieke Universiteit Brussel (België). Drs. S. Looijenga, medewerker van het bureau van QANU, was secretaris van de commissie. Tijdens de startvergadering van de commissie werd de heer Van Eynde gekozen tot vice-voorzitter. De heer Van Waes heeft niet deelgenomen aan het bezoek aan de Universiteit Leiden, mevrouw Van Beinum niet aan het bezoek aan de Rijksuniversiteit Groningen. De studentleden en de onderwijskundigen hebben afwisselend deelgenomen aan de bezoeken. Mevrouw Van de Nadort was het studentlid van de commissie tijdens de bezoeken aan de Universiteit Utrecht, de Universiteit Leiden, de Universiteit van Tilburg en de Universiteit van Amsterdam, mevrouw Van Leijsen tijdens de bezoeken aan de Vrije Universiteit Amsterdam, de Radboud Universiteit Nijmegen en de Rijksuniversiteit Groningen. De heer Joostens nam als onderwijskundige deel aan de bezoeken aan de Vrije Universiteit Amsterdam, de Universiteit Utrecht, de Radboud Universiteit Nijmegen en de Universiteit van Amsterdam, mevrouw Pols aan de bezoeken aan de Universiteit Leiden, de Rijksuniversiteit Groningen en de Universiteit van Tilburg. Mevrouw Van Beinum heeft zich tijdens het bezoek aan de Universiteit van Amsterdam terughoudend opgesteld en niet actief deelgenomen aan de gesprekken of aan de beoordeling van de opleidingen. Zij was tot juli 2004 in dienst van de Universiteit van Amsterdam, maar had tijdens de laatste jaren van haar dienstverband een aanstelling met een beperkte omvang (0,2 fte). In die periode hield zij zich alleen nog bezig met het begeleiden van promovendi en het verrichten van onderzoek en was zij in het geheel niet betrokken bij de opleidingen die de commissie beoordeeld heeft. De 12 QANU / Taalwetenschappen, Faculteit der Geesteswetenschappen, Universiteit van Amsterdam

13 commissie was van mening dat mevrouw Van Beinum in staat was om op een onafhankelijke manier te oordelen over de opleidingen, maar heeft er, om ongewenste complicaties te voorkomen, toch voor gekozen om mevrouw Van Beinum tijdens het bezoek aan de Universiteit van Amsterdam een andere rol te laten vervullen dan tijdens de overige bezoeken. De commissie heeft gekozen voor deze rol (wel aanwezig zijn tijdens het bezoek, maar niet actief deelnemen aan de gesprekken en de beoordeling van de opleidingen), omdat mevrouw Van Beinum beschikt over inhoudelijke expertise die verder binnen de commissie niet aanwezig is. Mevrouw Pols, die in dienst is van de Rijksuniversiteit Groningen, heeft deelgenomen aan het bezoek aan deze instelling. Zij is als medewerker van het Universitair Onderwijscentrum Groningen de afgelopen jaren niet betrokken geweest bij de opleidingen die de commissie heeft beoordeeld. De commissie heeft voorafgaand aan haar bezoek met de faculteit overlegd over de deelname van mevrouw Pols. De faculteit deelde de mening van de commissie dat mevrouw Pols in staat was om een onafhankelijk oordeel te vellen over de Groningse opleidingen. De leden van de commissie en de secretaris hebben allen de onafhankelijkheidsverklaring, die is opgenomen in het QANU-kader, ondertekend. Een overzicht van de curricula vitae van de leden van de commissie is opgenomen in bijlage A. Voor een aantal opleidingen heeft de commissie additionele expertise aangetrokken: voor de bachelor- en de masteropleiding Vergelijkende Indo-Europese Taalwetenschap, verzorgd door de Universiteit Leiden: prof. dr. S. Zimmer, hoogleraar Indogermanistiek en Keltologie aan het Institut für Anglistik, Amerikanistik und Keltologie van de Universität Bonn (Duitsland); voor de bachelor- en de masteropleiding Documentaire Informatiewetenschap en de masteropleiding Archiefwetenschap, verzorgd door de Universiteit van Amsterdam: prof. dr. L. Simons, hoofdbibliothecaris van de Universiteit Antwerpen en hoogleraar boek- en bibliotheekwetenschap aan de universiteiten van Antwerpen en Leuven (België). QANU / Taalwetenschappen, Faculteit der Geesteswetenschappen, Universiteit van Amsterdam 13

14 14 QANU / Taalwetenschappen, Faculteit der Geesteswetenschappen, Universiteit van Amsterdam

15 3. Werkwijze van de commissie De Letterenaanpak De faculteiten die in het kader van de Letterenvisitaties werden bezocht door één of meer visitatiecommissies hebben voor een deel informatie aangeleverd die betrekking heeft op het facultaire niveau. In de meeste gevallen is die informatie vervat in een facultaire zelfstudie. De informatie die betrekking heeft op het facultaire niveau is geanalyseerd door medewerkers van QANU op basis van een protocol dat gebaseerd is op het accreditatiekader van de NVAO. De medewerkers van QANU hebben tevens een bezoek afgelegd aan de desbetreffende faculteiten om aanvullende informatie te verzamelen, de analyses te toetsen en faciliteiten te bekijken. De analyses zijn vastgelegd in facultaire rapporten. Deze rapporten zijn voorgelegd aan de faculteiten, die daarmee de gelegenheid kregen om eventuele feitelijke onjuistheden te identificeren, en, nadat de onjuistheden waren gecorrigeerd, aangeboden aan de visitatiecommissies. Door deze werkwijze te hanteren was het mogelijk een significant doelmatigheidsvoordeel te behalen en de consistentie in de beoordeling van de afzonderlijke commissies te verbeteren. De werkwijze van de commissie De commissie hield op 22 maart 2005 haar startvergadering. Tijdens deze vergadering werden onder andere het domeinspecifieke referentiekader van de commissie (opgenomen in bijlage B) en de nadere taakverdeling binnen de commissie besproken en namen de commissieleden de te volgen werkwijze door. Het QANU-kader heeft als leidraad gediend bij het vaststellen van de werkwijze van de commissie. De commissie heeft afspraken gemaakt over een interne taakverdeling op grond van inhoudelijke expertise, maar zij wenst te benadrukken dat zij in haar geheel verantwoordelijk is voor de beoordeling van de opleidingen en voor de verslaglegging van die beoordeling. De voorbereiding op de bezoeken De secretaris van de commissie heeft de zelfevaluatierapporten van de opleidingen gecontroleerd op kwaliteit en volledigheid en, in overleg met de commissie, bepaald of de rapporten gebruikt konden worden in het kader van de voorbereidingen op de visitatiebezoeken. In alle gevallen voldeden de zelfevaluatierapporten aan de eisen die daaraan gesteld mogen worden. De commissieleden hebben voorafgaand aan elk bezoek de zelfevaluatierapporten van de te beoordelen opleidingen bestudeerd en op basis daarvan vragen en opmerkingen geformuleerd. De commissieleden hebben daarnaast voorafgaand aan elk bezoek enkele (doctoraal)scripties gelezen die waren geselecteerd door de secretaris. De secretaris heeft steeds de vragen en opmerkingen van de commissieleden bewerkt tot een document dat de commissie tot haar beschikking had tijdens het visitatiebezoek. Op die manier kon de commissie erop toezien dat de punten die aanleiding gaven tot vragen of opmerkingen tijdens de gesprekken ook daadwerkelijk aan de orde werden gesteld. Tijdens een voorbereidende vergadering aan het begin van elk bezoek heeft de commissie de zelfevaluatierapporten, het document met vragen en opmerkingen en de afstudeerscripties besproken. De bezoeken van de commissie De bezoeken hebben plaatsgevonden van april tot en met september In bijlage 3 zijn de programma s van de verschillende bezoeken opgenomen. QANU / Taalwetenschappen, Faculteit der Geesteswetenschappen, Universiteit van Amsterdam 15

16 De secretaris van de commissie heeft steeds, voorafgaand aan elk bezoek, afspraken gemaakt met de contactpersoon van de opleidingen over het programma voor het bezoek. De programma s van de bezoeken van de commissie zijn opgenomen in bijlage C. De commissie heeft tijdens elk bezoek gesproken met een (representatieve) vertegenwoordiging van het faculteitsbestuur, het opleidingsbestuur, de afgestudeerden, de Opleidingscommissies en Examencommissies en de studiebegeleiding. Daarnaast heeft zij steeds afzonderlijk gesproken met studenten en docenten van de opleidingen. Verder heeft zij het ter inzage gevraagde materiaal bestudeerd en een spreekuur gehouden ten behoeve van studenten of docenten die zich voor of tijdens het bezoek hadden aangemeld. Aan het einde van het bezoek heeft de voorzitter steeds een mondelinge rapportage gegeven van de eerste bevindingen van de commissie. De commissie gebruikte het grootste deel van de laatste middag van het bezoek voor de voorbereiding van die mondelinge rapportage en voor de beoordeling van de opleidingen. Zij heeft de voorgeschreven checklist als uitgangspunt voor de beoordeling gehanteerd. De bestudering van het materiaal tijdens de bezoeken De commissie heeft tijdens haar bezoeken in alle gevallen het materiaal bestudeerd dat zij vooraf ter inzage had gevraagd. Zij heeft veelvuldig gebruik gemaakt van de mogelijkheid om informatie uit de zelfstudie of de gevoerde gesprekken te verifiëren met behulp van dat materiaal. De commissie had de opleidingen gevraagd om de volgende documenten ter beschikking te stellen: alle eindwerkstukken of scripties die in de zelfstudie worden vermeld (ook bachelorscripties); de formulieren die worden gebruikt in het kader van de beoordeling van de scripties; voorlichtingsmateriaal (folders, brochures); studiemateriaal: verplichte literatuur, handboeken, syllabi, readers, studiehandleidingen; voorbeelden van werkstukken, portfolio s, onderzoeksverslagen en stageverslagen; scriptiereglementen, richtlijnen voor het maken van werkstukken; stagereglementen, stagehandleidingen; reglementen met betrekking tot tentamens en examens, toetshandleidingen; toetsmaterialen (opdrachten, tentamens en dergelijke); verslagen van recente vergaderingen van de Opleidingscommissie en de Examencommissie; materiaal met betrekking tot de evaluatie van colleges en curricula, studententevredenheidsmonitoren; alumni-enquêtes; verslagen of rapporten van relevante ad hoc-commissies; jaarverslagen (onderwijs, onderzoek, laatste drie jaar). In een aantal gevallen heeft de commissie tijdens een bezoek om aanvullende documentatie gevraagd. De opleidingen hebben naar de overtuiging van de commissie al het mogelijk gedaan om de commissie te voorzien van de informatie die zij wilde bestuderen. De beslisregels Het accreditatiestelsel kent een vierpuntsschaal voor de beoordeling van de facetten (onvoldoende, voldoende, goed of excellent) en een tweepuntsschaal voor de beoordeling van de onderwerpen (voldoende of onvoldoende). De commissie heeft bij het bepalen van haar oordelen voor de facetten de beslisregels van QANU gevolgd. Deze zijn: de beoordeling onvoldoende geeft aan dat de opleiding niet voldoet aan de criteria voor basiskwaliteit die gelden voor het desbetreffende facet; 16 QANU / Taalwetenschappen, Faculteit der Geesteswetenschappen, Universiteit van Amsterdam

17 de beoordeling voldoende geeft aan dat de opleiding voldoet aan de criteria voor basiskwaliteit die gelden voor het desbetreffende facet; de beoordeling goed geeft aan dat de opleiding aantoonbaar uitstijgt boven het niveau dat wordt vastgelegd door de criteria voor basiskwaliteit die gelden voor het desbetreffende facet; de beoordeling excellent geeft aan dat de opleiding als een voorbeeld van best practice mag worden beschouwd met betrekking tot het desbetreffende facet. De commissie is van mening dat zij het oordeel voldoende voor een facet kan toekennen wanneer zij kritische opmerkingen heeft gemaakt met betrekking tot dat facet. Het is dan wel noodzakelijk dat er tegenover die kritische opmerkingen ook positieve bevindingen kunnen worden geplaatst. Omdat de meeste masteropleidingen die de commissie heeft beoordeeld nog niet of recent van start waren gegaan op het moment dat de commissie een faculteit bezocht, kon zij haar oordelen niet in alle gevallen baseren op verifieerbare informatie of ervaringen met of oordelen van docenten of studenten. De commissie heeft in die gevallen waarin zij zich voornamelijk moest baseren op voornemens of plannen in principe niet het oordeel goed gegeven, omdat zij het uitgangspunt gehanteerd heeft dat er concrete evidentie moet zijn dat een opleiding uitstijgt boven het niveau van basiskwaliteit. De commissie heeft in haar beoordeling de informatie die is opgenomen in de facultaire rapporten meegewogen, maar steeds op het niveau van de opleiding vastgesteld of er wordt voldaan aan de criteria voor basiskwaliteit. De rapporten De commissie heeft ervoor gekozen om gerelateerde bachelor- en masteropleidingen gezamenlijk te beschrijven. Zij heeft bij de behandeling van de facetten die behoren tot de onderwerpen Doelstellingen en Programma steeds expliciet het onderscheid gemaakt tussen bachelor- en masteropleiding. Omdat de informatie met betrekking tot de facetten die vallen onder de overige onderwerpen in de praktijk voor de bachelor- en de gerelateerde masteropleiding dezelfde is, heeft de commissie bij de behandeling van die facetten geen onderscheid gemaakt, tenzij er daarvoor een aanwijsbare reden bestond. In het algemeen verzorgen stafleden met expertise op een bepaald gebied immers onderwijs binnen de bacheloropleiding en de verwante masteropleiding. De voorzieningen waarvan docenten en studenten gebruik kunnen maken zijn evenmin verschillend. Het systeem van kwaliteitszorg wordt niet op het niveau van de opleiding, maar op een hoger aggregatieniveau, in de meeste gevallen op het niveau van de faculteit, vastgelegd. Bij de beoordeling van de facetten die vallen onder het onderwerp Resultaten heeft de commissie evenmin een onderscheid tussen de bachelor- en de masteropleiding gemaakt, in dit geval omdat er voor de nieuwe, gedeelde opleidingen nog nauwelijks (en in meerdere gevallen nog geen) resultaten behaald waren, omdat de opleidingen pas recent of nog niet van start waren gegaan. De oordelen met betrekking tot dit onderwerp zijn voornamelijk gebaseerd op de resultaten die behaald zijn in het kader van de ongedeelde opleiding. De commissie besteedt alleen expliciete aandacht aan deeltijdvarianten van opleidingen wanneer er sprake is van verschillen met of afwijkingen van de voltijdvarianten van die opleidingen. De oordelen die zij uitspreekt hebben in alle gevallen betrekking op alle varianten van de opleidingen. De secretaris van de commissie heeft, op basis van de bevindingen van de commissie tijdens de bezoeken, voor alle opleidingen conceptrapporten opgesteld en die, in overeenstemming met de binnen de commissie gemaakte afspraken, voorafgaand aan de slotvergadering verspreid onder de commissieleden. Tijdens de slotvergadering, die plaatsvond op 3 en 4 juli 2006, heeft de commissie de conceptrapporten en de daarin vervatte oordelen vastgesteld. Nadat de commissie de conceptrapporten tijdens de slotvergadering had vastgesteld, zijn de rapporten naar de faculteiten verstuurd in het kader van de hoor-wederhoorprocedure. De reacties vanuit de faculteiten zijn verwerkt door voorzitter en secretaris. Vragen en opmerkingen die niet redactioneel van aard waren zijn voorgelegd aan de gehele commissies. De definitieve versie van de opleidingsrapporten is vastgesteld in oktober QANU / Taalwetenschappen, Faculteit der Geesteswetenschappen, Universiteit van Amsterdam 17

18 De rendementen en de Kengetallen Universitair Onderwijs (KUO-cijfers) QANU heeft de schrijvers van de zelfevaluatierapporten cijfermateriaal verstrekt dat afkomstig is uit een database die onder auspiciën van de VSNU is ontwikkeld. Deze cijfers worden ook wel de KUOcijfers genoemd (Kengetallen Universitair Onderwijs). De database bevat gegevens over onder andere instroom, rendementen en studieduur van de cohorten tot en met Omdat de cijfers op identieke wijze zijn bewerkt, is het mogelijk om opleidingen onderling te vergelijken. Met uitzondering van de cijfers over het aantal ingeschrevenen zijn alle cijfers over instroom, rendementen en studieduur gebaseerd op één basisdefinitie: de student heeft niet eerder aan een bepaalde opleiding van een instelling ingeschreven gestaan. Dit wordt ook wel de inschrijving Eerstejaars-Opleiding- Instelling (EOI) genoemd. Studenten met meer dan één inschrijving blijven dus buiten beschouwing omdat ze niet goed toe te delen zijn aan hoofd- en nevenopleiding. De commissie heeft de KUO-cijfers bestudeerd voor de opleidingen die zij heeft beoordeeld en vastgesteld dat zij met voorzichtigheid moeten worden gehanteerd. De beschikbare cijfers hebben betrekking op de ongedeelde opleidingen en zijn verouderd. De commissie heeft ook kennis genomen van de rendement- en doorstroomcijfers die door de opleidingen zelf worden gebruikt, vaak voor interne doeleinden en ten behoeve van het monitoren van beleidsmaatregelen. Zij heeft in haar oordelen over de rendementen alle beschikbare gegevens meegewogen, ook de maatregelen die faculteiten of opleidingen hebben genomen om de rendementen te verbeteren. De kwaliteit van de afgestudeerden De commissie heeft de opleidingen gevraagd om zoveel mogelijk informatie (zoals recent onderzoek onder alumni of evaluaties onder het afnemend veld) ter beschikking te stellen die betrekking heeft op de door afgestudeerden behaalde eindkwalificaties. Zij heeft haar oordeel over de kwaliteit van de afgestudeerden mede gebaseerd op die informatie. Zij heeft ook de informatie die naar voren kwam tijdens gesprekken met alumni, studenten en studie- en stagebegeleiders gebruikt om te bepalen of de behaalde eindkwalificaties voldoen aan de eisen die mogen worden gesteld aan afgestudeerden. Ook de kwaliteit van de scripties die de commissieleden voorafgaand aan de bezoeken bestudeerd hebben, speelde een belangrijke rol in de beoordeling van de kwaliteit van de afgestudeerden. 18 QANU / Taalwetenschappen, Faculteit der Geesteswetenschappen, Universiteit van Amsterdam

19 4. Algemene inhoudelijke bevindingen De commissie heeft de bezoeken aan de instellingen als nuttig, plezierig en leerzaam ervaren. Haar werk werd verlicht en veraangenaamd door het feit dat de bezoeken door de opleidingen in alle gevallen goed voorbereid en verzorgd waren. De gesprekken die zij heeft gevoerd vonden steeds plaats in een positieve, openhartige en constructieve sfeer. De commissie is in de gelegenheid geweest om alle vragen die zij had ook daadwerkelijk te stellen en zij heeft daarmee de zelfevaluatierapporten van de opleidingen op een goede en gedegen manier kunnen verifiëren. De commissie stelt er prijs op de volgende algemene inhoudelijke opmerkingen te maken: Studielast. De commissie heeft tijdens alle bezoeken gesproken over de feitelijke studielast, de tijd die studenten daadwerkelijk besteden aan hun opleiding. Zij heeft vastgesteld dat er een systematisch en significant verschil lijkt te bestaan tussen de geplande studielast en de gerealiseerde studielast. Studenten besteden in het algemeen (enkele uitzonderingen daargelaten) geen 40 uur per week aan hun studie, maar eerder zo n 30 uur. Tijdens verschillende bezoeken werd de commissie erop gewezen dat studenten weliswaar minder dan 40 uur per week studeren, maar tegelijkertijd ook meer dan het voorziene aantal jaren nodig hebben om een opleiding af te ronden, hetgeen zou kunnen betekenen dat de feitelijke studielast voor de opleiding als geheel toch overeenkomt met de geplande studielast. De commissie realiseert zich dat die conclusie juist zou kunnen zijn, maar heeft ook veel studenten gesproken die van mening waren dat de opleiding die zij volgen zeker niet als zwaar kan worden gekarakteriseerd en dat veel onderdelen met goed gevolg kunnen worden afgerond zonder dat zij de daarvoor gereserveerde tijd ook daadwerkelijk nodig hadden. De commissie is bezorgd over het feit dat alle betrokkenen het als een gegeven lijken te beschouwen dat studenten in Nederland minder dan de vereiste tijd aan hun studie besteden, omdat zij nu eenmaal baantjes nodig hebben om in hun levensonderhoud te voorzien en ook tijd moeten overhouden voor andere activiteiten. Afstudeerscripties. De commissie heeft ter voorbereiding op haar bezoeken steeds verschillende afstudeerscripties bestudeerd. Het viel haar daarbij op dat opleidingen slechts in zeer beperkte mate gebruik maken van beoordelingsformulieren voor scripties of op een andere manier de beoordelingen vastleggen. Dit betekent dat het voor de commissie in het algemeen lastig was om te bepalen op grond waarvan een oordeel voor een afstudeerscriptie tot stand was gekomen, welke rol en welk gewicht de verschillende factoren die een rol spelen in het beoordelingsproces (ten opzichte van elkaar) gekregen hadden. De commissie is er een voorstander van dat de beoordeling van scripties (en andere schriftelijke werkstukken) gemotiveerd, geëxpliciteerd en gestandaardiseerd wordt, bijvoorbeeld met behulp van een standaard beoordelingsformulier. Gebruik van het Engels. Het viel de commissie eveneens op dat bij sommige opleidingen relatief veel scripties in het Engels worden geschreven, zonder dat studenten daarop voorbereid of daarvoor getraind waren. In verschillende gevallen liet de kwaliteit van het Engels dan ook te wensen over. De commissie is enigszins verbaasd over de vanzelfsprekendheid waarmee sommige opleidingen het Engels gebruiken. Zij heeft vastgesteld dat zo goed als geen enkele opleiding systematisch aandacht besteed aan het verwerven van die vaardigheden in het Engels die studenten nodig hebben voor werkstukken, scripties of artikelen die zijn gericht op een wetenschappelijk publiek. Bewaking van de kwaliteit van minoren en keuzevakken. De commissie heeft geconstateerd dat studenten in toenemende mate hun opleidingsprogramma voor een deel zelf samenstellen door minoren, bijvakken of keuzevakken te kiezen uit een aanbod dat speciaal met het oog daarop is samengesteld of dat afkomstig is uit de programma s van andere opleidingen. Daar komt bij dat er eveneens in toenemende mate onderdelen uit andere programma s worden opgenomen in de reguliere of verplichte programma s van opleidingen. Zij is enigszins bezorgd over het feit dat opleidingen vaak geen inzicht hebben in de resultaten van de evaluaties van dergelijke onderdelen en evenmin de beschikking hebben over middelen of instrumenten om de kwaliteit van die onderdelen te QANU / Taalwetenschappen, Faculteit der Geesteswetenschappen, Universiteit van Amsterdam 19

20 verbeteren. De commissie is overigens eveneens bezorgd over het feit dat belangrijke delen van de programma s die studenten volgen niet beoordeeld worden in het kader van de externe kwaliteitszorg. Visitatiecommissies beoordelen in feite alleen de reguliere of verplichte delen van de programma s en hebben geen inzicht in de (kwaliteit van de) minoren of keuzevakken die studenten volgen. Studentenaantallen, samenwerking, eigen profiel, Sectorplan. De commissie heeft vast moeten stellen dat de studentenaantallen van een deel van de opleidingen die zij heeft beoordeeld structureel laag zijn en in enkele gevallen dicht in de buurt komen van de kritische massa die vereist is om een opleiding met een minimum aan kwaliteit te blijven verzorgen. In het bijzonder bij de opleidingen Taalwetenschap staat de omvang van de staf op verschillende plaatsen onder druk als gevolg van bezuinigingen, die vaak rechtstreeks gerelateerd zijn aan studentenaantallen. Het gevolg daarvan is dat het in een aantal gevallen lastig wordt om de expertise in stand te houden die nodig is voor het verzorgen van een kwalitatief aanvaardbaar opleidingsprogramma. Aan de andere kant is de expertise die op de ene plaats ontbreekt soms op een andere plaats wel beschikbaar. De commissie heeft vastgesteld dat de taalwetenschappelijke opleidingen in het algemeen redelijk goed verankerd zijn binnen de eigen faculteiten, maar dat er weinig samenwerking is tussen de verschillende opleidingen op het gebied van de taalwetenschap onderling. Het Sectorplan Letteren, waarin afspraken voor interuniversitaire samenwerking worden vastgelegd, heeft geen betrekking op de taalwetenschap. De commissie is van oordeel dat het nuttig is om te onderzoeken of de uitgangspunten van het Sectorplan ook op de opleidingen op het gebied van de taalwetenschap zouden kunnen worden toegepast. Interne kwaliteitszorg: In de ogen van de commissie is er, ongetwijfeld mede als gevolg van de invoering van accreditatie in Nederland, op de meeste faculteiten op een goede en doordachte manier aandacht besteed aan het systeem van interne kwaliteitszorg. Op veel plaatsen wordt gewerkt aan de vernieuwing van het bestaande systeem of aan de ontwikkeling van een nieuw systeem van kwaliteitszorg. De interne kwaliteitszorg wordt op deze manier in toenemende mate geïnternaliseerd, vormt steeds meer een geïntegreerd onderdeel van de opleidingen. De commissie is positief over die ontwikkeling, maar heeft wel opgemerkt dat opleidingen veel aandacht besteden aan de evaluatie van onderdelen van programma s, maar dat de aandacht voor de evaluatie van programma s als geheel nog achterblijft. Zij heeft daar begrip voor, omdat de invoering van de programma s van de bachelor- en de masteropleidingen (ten tijde van haar bezoeken) zeer recent of nog niet voltooid was, maar wijst wel op de noodzaak om de onderdelen ook in samenhang tot elkaar te beoordelen en dus aandacht te besteden aan de evaluatie van curricula als geheel. De commissie heeft tijdens een aantal bezoeken overigens ook vernomen dat de toegenomen aandacht voor kwaliteitszorg een keerzijde heeft en dat er hier en daar een zekere mate van vermoeidheid ontstaat. Zij is van mening dat evaluaties niet moeten verworden tot automatismen, tot verplichte nummers, dat duidelijk moet blijven waarom er geëvalueerd wordt en wat met de resultaten van de evaluaties wordt gedaan. Wanneer dat laatste niet (meer) het geval is, schieten evaluaties hun doel voorbij. Bewaking van de kwaliteit van de zij-instroom: De commissie heeft gemerkt dat veel van de door haar beoordeelde opleidingen veel studenten aantrekken die niet rechtstreeks vanuit het VWO of een bacheloropleiding aan dezelfde instelling afkomstig zijn, maar eerst een HBO-opleiding hebben gevolgd of uit het buitenland komen. De commissie heeft tijdens verschillende bezoeken vernomen dat de academische kwalificaties van studenten die afkomstig zijn uit het HBO problematisch kunnen zijn. Opleidingen worstelen soms met de toelating van zulke studenten. Dat geldt in het bijzonder voor opleidingen die zich niet mogen verheugen in een grote belangstelling van studenten. De commissie kreeg soms de indruk dat het motto leek te zijn: elke student telt. Dat motto is evenzeer van toepassing op studenten uit het buitenland. Zij heeft geconstateerd dat een aantal opleidingen geen schakelprogramma voor buitenlandse studenten aanbiedt, maar het uitgangspunt hanteert dat eventuele deficiënties tijdens de opleiding moeten worden weggewerkt. Dat betekent niet alleen dat studenten met deficiënties in ieder geval gedurende het eerste deel van hun studie harder moeten werken dan andere studenten, maar ook dat de voorkennis van de studenten die onderwijs volgen niet gelijk is, iets wat ten koste kan gaan van studenten die geen deficiënties hebben. De commissie is van oordeel dat het van belang is dat elke opleiding kwali- 20 QANU / Taalwetenschappen, Faculteit der Geesteswetenschappen, Universiteit van Amsterdam

21 tatieve toelatingseisen blijft stellen, zorgvuldig kijkt naar de kennis en vaardigheden van studenten die willen instromen en, wanneer dat noodzakelijk is, extra maatregelen neemt om te verzekeren dat alle groepen studenten uiteindelijk alle eindkwalificaties van de opleiding verwerven. Academisch gehalte van de opleidingen Communicatie- en informatiewetenschappen. De commissie heeft met genoegen vastgesteld dat het academisch gehalte van de opleidingen Communicatie- en informatiewetenschappen in de afgelopen jaren duidelijk is toegenomen. Het onderwijs is in sterkere mate dan in het verleden het geval was gerelateerd aan onderzoek dat binnen het vakgebied wordt uitgevoerd. Toegenomen aandacht voor de beroepspraktijk: De commissie heeft tot haar genoegen vastgesteld dat er in de programma s van de opleidingen die zij heeft beoordeeld in toenemende mate sprake is van aandacht voor de beroepspraktijk. Studenten hebben in steeds meer gevallen de mogelijkheid (en soms de verplichting) om, bijvoorbeeld tijdens een stage, kennis te maken met de wereld waarin zij na hun studie terecht komen. De commissie waardeert het dat ook meer en meer opleidingen op het gebied van de taalwetenschap, waarvoor geldt dat de beroepen of functies waarin afgestudeerden terechtkomen zeer heterogeen zijn, op een serieuze manier aandacht besteden aan de eisen van die beroepspraktijk. Matrificering van het onderwijs. De commissie heeft geconstateerd dat de matrificering van het onderwijs op alle door haar bezochte faculteiten in toenemende mate een rol speelt. Dat betekent dat een steeds groter deel van het onderwijs dat verzorgd wordt niet meer heel specifiek gericht is op een duidelijk te identificeren groep studenten, maar wordt aangeboden aan een heterogene groep studenten, afkomstig uit verschillende opleidingen. Het betekent ook dat de groep docenten die het onderwijs binnen een opleiding verzorgt eveneens heterogeen wordt. De commissie heeft begrip voor de overwegingen van de faculteiten om te streven naar onderwijs dat door grotere groepen studenten gevolgd wordt, maar stelt tegelijkertijd vast dat dat uitgangspunt in ieder geval vanuit inhoudelijk perspectief niet alleen maar voordelen oplevert. Het is niet uit te sluiten dat de flexibilisering van het onderwijsaanbod gevolgen heeft voor de samenhang van een opleidingsprogramma of voor de verwerving van vakinhoudelijke vaardigheden. In de ogen van de commissie heeft dit punt blijvende aandacht van de faculteiten en opleidingen nodig. De studenten die een college volgen hebben niet gegarandeerd dezelfde voorkennis en beschikken niet altijd over dezelfde (academische of vakinhoudelijke) vaardigheden. Deze situatie kan gevolgen hebben voor de inhoud en de mate van verdieping van het onderwijs, zoals de commissie tijdens verschillende bezoeken heeft mogen vaststellen. De commissie is van mening dat opleidingen er goed aan doen om duidelijke omschrijvingen op te stellen van de kennis en vaardigheden die vereist zijn voor een bepaald onderdeel en maatregelen treffen die erop gericht zijn om studenten met deficiënties in de gelegenheid te stellen om ontbrekende kennis en vaardigheden te verwerven voordat zij aan een onderdeel beginnen. QANU / Taalwetenschappen, Faculteit der Geesteswetenschappen, Universiteit van Amsterdam 21

22 22 QANU / Taalwetenschappen, Faculteit der Geesteswetenschappen, Universiteit van Amsterdam

23 DEEL II: FACULTAIR DEEL QANU / Taalwetenschappen, Faculteit der Geesteswetenschappen, Universiteit van Amsterdam 23

24 24 QANU / Taalwetenschappen, Faculteit der Geesteswetenschappen, Universiteit van Amsterdam

25 1. Rapport over de Faculteit der Geesteswetenschappen van de Universiteit van Amsterdam Het bezoek van de commissie Taalwetenschappen aan de Faculteit der Geesteswetenschappen van de Universiteit van Amsterdam vond plaats op 19 en 20 september De opleidingen die de commissie beoordeelde zijn: Type opleiding Opleidingsnaam (CROHO-nummer) Variant(en) Bachelor Taalwetenschap (56803) Voltijd, deeltijd Documentaire Informatiewetenschappen (50010) Voltijd, deeltijd Master General Linguistics (60074) Voltijd, deeltijd Documentaire Informatiewetenschappen (60180) Voltijd, deeltijd Archiefwetenschap (60181) Deeltijd, duaal 1.0. Structuur en organisatie van de faculteit De Faculteit der Geesteswetenschappen van de Universiteit van Amsterdam profileert zich als een brede, klassieke faculteit met een Europees profiel, wortels in de stad Amsterdam en internationale ambities. Deze breedte komt tot uitdrukking in het aanbod van opleidingen. In de woorden van de faculteit kan die breedte omschreven worden als een 21e-eeuwse invulling van het klassieke Bildungsideal. De faculteit sluit daarmee in haar eigen ogen aan bij de algemeen maatschappelijke tendens die van academische vorming vraagt dat deze breed is én bij veranderingen in de cultuur die zich vooral in de grootsteedse omgeving van Amsterdam voordoen. Door het brede scala aan opleidingen draagt de faculteit bij aan de diversiteit van de Amsterdamse cultuur, terwijl zij tegelijkertijd zelf profiteert van de internationale uitstraling van Amsterdam als cultuurstad en van de bijbehorende culturele en cultuurhistorische instellingen. Voor verschillende onderdelen van de onderwijs- en onderzoeksprogramma s van de faculteit bestaan er samenwerkingsverbanden met Amsterdamse instellingen. De Faculteit der Geesteswetenschappen is ontstaan op 1 november 1997 uit een fusie van de faculteiten der Letteren, Wijsbegeerte en Godgeleerdheid. De faculteit beschouwt de fusie als geslaagd: de grenzen tussen de oude faculteiten zijn verdwenen en de fusie heeft tot nieuwe vormen van samenwerking geleid, zowel op het terrein van onderwijs als op dat van onderzoek. De faculteit heeft financieel gezien een zware periode achter de rug, maar is inmiddels in dat opzicht in rustiger vaarwater terecht gekomen. Het dagelijks bestuur van de faculteit werd ten tijde van het bezoek van de commissie gevormd door de decaan, de directeur bedrijfsvoering en de secretaris. Sindsdien is het uitgebreid met een studentlid en een vicedecaan. Dit bestuur wordt bijgestaan door het faculteitsbureau, met de afdelingen Onderwijs en communicatie, Onderzoek, Personeel en organisatie, Planning en control en het Administratiekantoor. De diensten Technisch-facilitaire zaken en ICT-voorzieningen zijn binnen de Universiteit van Amsterdam gecentraliseerd. De faculteit heeft de invoering van de bachelor-masterstructuur aangegrepen om nieuwe en voor studenten aantrekkelijke opleidingen aan te bieden, zoals Algemene cultuurwetenschappen, Europese studies en Media en cultuur. Tegelijkertijd streeft zij naar bestendiging van het traditionele aanbod aan opleidingen, zoals Geschiedenis, Kunstgeschiedenis, de moderne talen en de klassieke talen. De faculteit hanteerde het uitgangspunt dat de invoering van de bachelor-masterstructuur meer moest zijn dan het aanbrengen van een knip in de bestaande doctoraalopleidingen. De faculteit voert een intensief internationaliseringsbeleid en is naar eigen zeggen op het gebied van onderwijs de meest internationale faculteit van de UvA. De faculteit streeft ernaar dat alle studenten QANU / Taalwetenschappen, Faculteit der Geesteswetenschappen, Universiteit van Amsterdam 25

26 die afstuderen een buitenlandse component in hun studie inbrengen. Met meer dan 100 buitenlandse instellingen bestaat een uitwisselingsovereenkomst en de faculteit trekt jaarlijks ongeveer 150 uitwisselingsstudenten. Ruim 230 studenten volgen elk jaar een deel van hun opleiding in het buitenland. Naast internationalisering door uitwisseling is internationalisation at home een credo van de faculteit. Waar het vakgebied dat toelaat, wordt een internationale omgeving gecreëerd, waarin zowel Nederlandse als buitenlandse studenten in een internationale omgeving en conform internationale normen worden opgeleid. De faculteit kent een matrixorganisatie: de faculteit is onderverdeeld in afdelingen, onderwijsinstituten en onderzoekinstituten. Het personeel is ondergebracht in afdelingen en wordt van daaruit ingezet in onderwijs en onderzoek. De faculteit kent zes afdelingen (Geschiedenis, archeologie en regiostudies, Kunst-, religie- en cultuurwetenschappen, Mediastudies, Neerlandistiek, Taal- en letterkunde en Wijsbegeerte). De voorzitters van de afdelingen dragen formeel zorg voor het wetenschappelijk personeel binnen de afdeling en voor de disciplineontwikkeling op de terreinen die door de afdeling worden bestreken. Zij vormen samen met het dagelijks bestuur het facultair bestuursberaad. De faculteit kent zes onderwijsinstituten: Geschiedenis, archeologie en regiostudies, Kunst-, religie- en cultuurwetenschappen, Neerlandistiek, Taal- en letterkunde, Mediastudies en Wijsbegeerte. Aan het hoofd van elk instituut staat een onderwijsdirecteur, die zorg draagt voor de inrichting, de organisatie en de evaluatie van de onderwijsprogramma s in het onderwijsinstituut en hierover verantwoording aflegt aan de decaan. De onderwijsdirecteur wordt ondersteund door een studieadviseur, één of meer opleidingscoördinator(en) en een secretariaat. Om redenen van efficiency heeft elk onderwijsinstituut een examencommissie waarin van elke opleiding minimaal één lid van de onderwijsgevende staf is opgenomen. De directeur van het onderwijsinstituut fungeert als technisch voorzitter van deze commissie. De decaan en de senior coördinator Onderwijs en communicatie overleggen regelmatig met de onderwijsdirecteuren. Daarnaast vindt eens per vier weken het Facultair Onderwijsberaad (FOWB) plaats, een gezamenlijk overleg van alle onderwijsdirecteuren met de decaan en de senior coördinator Onderwijs en communicatie. Binnen dit FOWB komt het onderwijsbeleid tot stand en wordt dit regelmatig geëvalueerd. De hier kort beschreven bestuursstructuur is recent geëvalueerd door IVA Beleidsonderzoek en Advies uit Tilburg. Uit deze evaluatie bleek dat de verdeling van verantwoordelijkheden, met name tussen afdelingsvoorzitter en onderwijsdirecteur, verder zou kunnen worden gepreciseerd. De faculteit overweegt daarom om onderwijsinstituten en afdelingen dichter bij elkaar te brengen. Een andere belangrijke uitkomst van de evaluatie is dat de onderwijsorganisatie, ondanks deze onduidelijkheid, effectief is Invoering bachelor-masterstructuur en afbouw ongedeelde opleidingen: stand van zaken De bacheloropleidingen aan de Faculteit der Geesteswetenschappen zijn gestart op 1 september De invoering van de masteropleidingen vond een jaar later plaats. De faculteit heeft de overgang op de bachelor-masterstructuur naar eigen zeggen gedegen voorbereid. Dankzij de tijdige start van de voorbereidingen is de overgang goed verlopen: er was voldoende tijd voor het opstellen van overgangsregelingen, het informeren van staf en studenten, het aanpassen van het wervingsmateriaal en het aanpassen van procedures en administraties. De introductie van de bachelor-masterstructuur heeft in nauw overleg met onderwijsdirecteuren, opleidingscommissies en medezeggenschaporganen plaatsgevonden. Er zijn geregeld discussie- en informatiebijeenkomsten georganiseerd. Docenten en studenten zijn op verschillende manieren (website, folders, bijeenkomsten) geïnformeerd over de invoering van de bachelor-masterstructuur. Bij verschillende opleidingen is extra capaciteit voor studiebegeleiding vrijgemaakt. Doctoraalstudenten konden aangeven of zij wilden doorgaan in de oude doctoraalopleiding, dan wel of zij wilden overstappen naar de bacheloropleiding. Studenten die al in het derde of vierde jaar van hun doctoraalstudie waren, is aangeraden de studie in de oude structuur af te ronden. Studenten die nog aan het begin van hun opleiding stonden, 26 QANU / Taalwetenschappen, Faculteit der Geesteswetenschappen, Universiteit van Amsterdam

27 zijn zoveel mogelijk gestimuleerd om naar de bachelor-masterstructuur over te stappen. Voor beide groepen studenten is er een overgangsregeling gemaakt. Een relatief klein aantal doctoraalstudenten (vooral jongerejaars) heeft de stap van doctoraal- naar bachelor- of masterprogramma gemaakt. Vanaf 1 september 2002 is van een trimesterstructuur overgegaan op een semesterstructuur. Met andere faculteiten aan de instelling en met zusterfaculteiten werden afspraken gemaakt over een standaard jaarindeling. Hierdoor wordt het voor studenten eenvoudiger om onderwijs aan andere faculteiten te volgen. Alle modules worden vanaf 1 september 2002 als semestermodule aangeboden. Oude doctoraalmodulen zijn in de meeste gevallen omgezet in nieuw onderwijs in de bachelor- of masterfase. Doctoraalstudenten kiezen uit dit nieuwe aanbod van bachelor- en mastermodulen Het beoordelingskader De faculteit hanteert een onderwijsfilosofie die verbreding combineert met verdieping. Bij de introductie van de bachelor-masterstructuur heeft deze filosofie haar uitwerking gekregen. Studenten zijn in de bachelor verplicht een minor van minimaal 30 EC buiten de eigen opleiding te volgen. Daarnaast kunnen zij 30 EC aan keuzevakken of een stage besteden. In die keuzeruimte kunnen studenten onder meer zogenaamde stercolleges volgen, colleges waarin, meestal vanuit een interdisciplinair perspectief, aandacht besteed wordt aan één van de basisdisciplines van de geesteswetenschappen. De minor en de vrije keuzeruimte stellen studenten in staat om een redelijk intensief programma van een andere discipline te volgen en zo hun mogelijkheden voor een vervolgopleiding op masterniveau te verbreden. Het uitgangspunt van de faculteit bij de herstructurering van de doctoraalopleidingen was de gedachte dat een volledige academische studie zowel een bachelor- als een masteropleiding omvat. Tegelijkertijd zijn zowel bachelor- als masteropleidingen zelfstandige opleidingen die elk met een apart diploma worden afgesloten en die elk toegang geven tot een specifiek deel van de arbeidsmarkt en tot bepaalde vervolgopleidingen. De faculteit ziet het bachelordiploma dus als een scharnierpunt, waarna een student verschillende vervolgroutes kan kiezen. De faculteit verwacht dat de groep studenten die voor de invoering van de bachelor-masterstructuur de universiteit zonder diploma verliet, in veel gevallen binnen de bachelormasterstructuur wel in de gelegenheid zal zijn de studie met een (bachelor-)diploma af te ronden. Deze studenten zullen met een bachelordiploma meer toegerust zijn om op de arbeidsmarkt functies te vervullen die academische denkwijzen en vaardigheden vereisen. De faculteit heeft er daarom bij de opbouw van de bachelorprogramma s rekening mee gehouden dat het bachelordiploma voor sommige studenten een uitstapmoment zal zijn. Het zijn samenhangende, afgeronde programma s Doelstellingen opleiding F1: Domeinspecifieke eisen De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk). De faculteit heeft voor alle opleidingen een aantal gemeenschappelijke eindtermen geformuleerd. De algemene eindtermen van de bacheloropleidingen, die daarnaast ook meer inhoudelijke of vakspecifieke eindtermen hebben, zijn: De student die de opleiding heeft afgesloten: 1. beschikt over een algemene oriëntatie in de geesteswetenschappen, alsmede over kennis van de globale wetenschapsfilosofische achtergronden van geesteswetenschappelijk onderzoek; 2. is in staat problemen op het terrein van de geesteswetenschappen te analyseren, alsmede daarover mondeling en schriftelijk te rapporteren, zowel aan vakgenoten als aan een breder publiek; QANU / Taalwetenschappen, Faculteit der Geesteswetenschappen, Universiteit van Amsterdam 27

Taalwetenschappen Faculteit Communicatie en Cultuur Universiteit van Tilburg

Taalwetenschappen Faculteit Communicatie en Cultuur Universiteit van Tilburg Taalwetenschappen Faculteit Communicatie en Cultuur Universiteit van Tilburg November 2006 Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht Telefoon:

Nadere informatie

November Taalwetenschappen Faculteit der Letteren Rijksuniversiteit Groningen

November Taalwetenschappen Faculteit der Letteren Rijksuniversiteit Groningen November 2006 Taalwetenschappen Faculteit der Letteren Rijksuniversiteit Groningen Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht Telefoon:

Nadere informatie

November Taalwetenschappen Faculteit der Letteren Radboud Universiteit Nijmegen

November Taalwetenschappen Faculteit der Letteren Radboud Universiteit Nijmegen November 2006 Taalwetenschappen Faculteit der Letteren Radboud Universiteit Nijmegen Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht Telefoon:

Nadere informatie

November 2006. Taalwetenschappen Faculteit der Letteren Vrije Universiteit Amsterdam

November 2006. Taalwetenschappen Faculteit der Letteren Vrije Universiteit Amsterdam November 2006 Taalwetenschappen Faculteit der Letteren Vrije Universiteit Amsterdam Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht Telefoon:

Nadere informatie

November Taalwetenschappen Faculteit der Letteren Universiteit Leiden

November Taalwetenschappen Faculteit der Letteren Universiteit Leiden November 2006 Taalwetenschappen Faculteit der Letteren Universiteit Leiden Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht Telefoon: 030 230

Nadere informatie

November 2006. Taalwetenschappen Faculteit der Letteren Universiteit Utrecht

November 2006. Taalwetenschappen Faculteit der Letteren Universiteit Utrecht November 2006 Taalwetenschappen Faculteit der Letteren Universiteit Utrecht Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht Telefoon: 030 230

Nadere informatie

Augustus 2006. Germaanse Talen Faculteit der Geesteswetenschappen Universiteit van Amsterdam

Augustus 2006. Germaanse Talen Faculteit der Geesteswetenschappen Universiteit van Amsterdam Augustus 2006 Germaanse Talen Faculteit der Geesteswetenschappen Universiteit van Amsterdam Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht Telefoon:

Nadere informatie

november 2005 Rapport Romaanse Talen Faculteit der Geesteswetenschappen Universiteit van Amsterdam

november 2005 Rapport Romaanse Talen Faculteit der Geesteswetenschappen Universiteit van Amsterdam november 2005 Rapport Romaanse Talen Faculteit der Geesteswetenschappen Universiteit van Amsterdam Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht

Nadere informatie

Toetsing en beoordeling en de beperkte opleidingsbeoordeling

Toetsing en beoordeling en de beperkte opleidingsbeoordeling Toetsing en beoordeling en de beperkte opleidingsbeoordeling Conferentie Onderwijsinspectie, Amersfoort, 20 mei 2015 Sietze Looijenga, QANU In deze workshop: Hoe wordt in visitaties aandacht besteed aan

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2017 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Russische studies Deze onderwijs- en examenregeling is gebaseerd op de Wet op het hoger onderwijs

Nadere informatie

Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte

Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte Beste student, U heeft onlangs alle onderdelen van uw bacheloropleiding Wijsbegeerte afgerond en kunt nu het BA-diploma aanvragen. Het bestuur van het Instituut voor

Nadere informatie

Overige Talen van Europa en het Nabije en Midden-Oosten Faculteit der Geesteswetenschappen Universiteit van Amsterdam September 2006

Overige Talen van Europa en het Nabije en Midden-Oosten Faculteit der Geesteswetenschappen Universiteit van Amsterdam September 2006 Overige Talen van Europa en het Nabije en Midden-Oosten Faculteit der Geesteswetenschappen Universiteit van Amsterdam September 2006 QANU / Overige Talen van Europa en het nabije en Midden-Oosten, Universiteit

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2010 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Slavische talen en culturen Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel

Nadere informatie

Politicologie Faculteit der Sociale Wetenschappen. Universiteit Leiden

Politicologie Faculteit der Sociale Wetenschappen. Universiteit Leiden Politicologie Faculteit der Sociale Wetenschappen Universiteit Leiden April 2010 Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht Telefoon: 030

Nadere informatie

november 2005 Rapport Romaanse Talen Faculteit der Letteren Rijksuniversiteit Groningen

november 2005 Rapport Romaanse Talen Faculteit der Letteren Rijksuniversiteit Groningen november 2005 Rapport Romaanse Talen Faculteit der Letteren Rijksuniversiteit Groningen Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht The Netherlands

Nadere informatie

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE DUALE PROGRAMMA NEDERLANDS ALS TWEEDE TAAL FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE DUALE PROGRAMMA NEDERLANDS ALS TWEEDE TAAL FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE DUALE MASTEROPLEIDING TAALWETENSCHAPPEN 90 EC PROGRAMMA NEDERLANDS ALS TWEEDE TAAL FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN 2015-201 Deel

Nadere informatie

Neerlandistiek CROHO 60849

Neerlandistiek CROHO 60849 Faculteit der Letteren Onderwijs- en Eamenregeling (OER) Deel B: Masteropleiding CROHO 60849 voor het studiejaar 2017-2018 Inhoud: 1. Algemene bepalingen 2. Toelating 3. Inhoud en inrichting van de opleiding

Nadere informatie

Politicologie Faculteit der Sociale Wetenschappen. Vrije Universiteit Amsterdam

Politicologie Faculteit der Sociale Wetenschappen. Vrije Universiteit Amsterdam Politicologie Faculteit der Sociale Wetenschappen Vrije Universiteit Amsterdam Februari 2010 Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture and Design van de NHTV

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture and Design van de NHTV College van bestuur NHTV Internationale Hogeschool Breda Postbus 3917 4800 DX BREDA Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture

Nadere informatie

Augustus 2006. Germaanse Talen Faculteit der Letteren Rijksuniversiteit Groningen

Augustus 2006. Germaanse Talen Faculteit der Letteren Rijksuniversiteit Groningen Augustus 2006 Germaanse Talen Faculteit der Letteren Rijksuniversiteit Groningen Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht Telefoon: 030

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Slavische talen en culturen Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011 Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011 Opleidingsspecifiek deel Masteropleiding: Nederlandkunde/ Dutch Studies Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2010 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Hebreeuwse en Joodse studies Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Nederlandkunde / Dutch Studies Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011 Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011 Opleidingsspecifiek deel Masteropleiding: Vergelijkende Indo- Europese taalwetenschap Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Griekse en Latijnse taal en cultuur Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig

Nadere informatie

november 2005 Rapport Romaanse Talen Faculteit der Letteren Radboud Universiteit Nijmegen

november 2005 Rapport Romaanse Talen Faculteit der Letteren Radboud Universiteit Nijmegen november 2005 Rapport Romaanse Talen Faculteit der Letteren Radboud Universiteit Nijmegen Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht Telefoon:

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2010 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Talen en culturen van Latijns Amerika/ Spaans Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2016 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Taalwetenschap Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel 7.13 van de

Nadere informatie

2. Selectie van studenten geschiedt op basis van een oordeel over de volgende kerncompetenties van belangstellenden:

2. Selectie van studenten geschiedt op basis van een oordeel over de volgende kerncompetenties van belangstellenden: Opleidingsspecifieke deel OER, 2017-2018 Opleiding / programma: Theologie en Religiewetenschappen Programma: Religie en Samenleving Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen opleiding 1. Voor toelating tot de

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Islamitische Theologie Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel 7.13

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Russische Studies Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel 7.13 van

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011 Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011 Opleidingsspecifiek deel Masteropleiding: Indian and Tibetan Studies Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel 7.13

Nadere informatie

Wijsbegeerte van een bepaald wetenschapsgebied Faculteit der Geesteswetenschappen Universiteit van Amsterdam

Wijsbegeerte van een bepaald wetenschapsgebied Faculteit der Geesteswetenschappen Universiteit van Amsterdam Wijsbegeerte van een bepaald wetenschapsgebied Faculteit der Geesteswetenschappen Universiteit van Amsterdam Mei 2007 Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus

Nadere informatie

Men komt in aanmerking voor toelating tot het programma Kunstgeschiedenis indien men aantoont te beschikken over de volgende competenties:

Men komt in aanmerking voor toelating tot het programma Kunstgeschiedenis indien men aantoont te beschikken over de volgende competenties: Opleidingsspecifieke deel OER, 2016-2017 De opleiding Kunst- en cultuurwetenschappen Arts and Culture bestaat uit de programma s: Kunstgeschiedenis Gender Studies (see English EER) Arts & Society (voorheen

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2016 Opleidingsspecifiek deel: Masteropleiding: Neerlandistiek Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel 7.13 van de Wet

Nadere informatie

Deel B van de onderwijs- en examenregeling voor de duale masteropleiding Communicatie- en informatiewetenschappen, 90 EC, 2014-2015

Deel B van de onderwijs- en examenregeling voor de duale masteropleiding Communicatie- en informatiewetenschappen, 90 EC, 2014-2015 Deel B van de onderwijs- en examenregeling voor de duale masteropleiding Communicatie- en informatiewetenschappen, 90 EC, 2014-2015 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Toepasselijkheid van de regeling Deze

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Godgeleerdheid Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel 7.13 van de

Nadere informatie

Curriculumevaluatie BA Filosofie

Curriculumevaluatie BA Filosofie Curriculumevaluatie BA Filosofie Beste student, U heeft onlangs het laatste onderdeel van uw bacheloropleiding Filosofie afgerond en staat op het punt het bachelorexamen aan te vragen. Om de kwaliteit

Nadere informatie

November 2006. Overige Talen van Europa en het Nabije en Midden-Oosten Faculteit der Geesteswetenschappen Universiteit Utrecht

November 2006. Overige Talen van Europa en het Nabije en Midden-Oosten Faculteit der Geesteswetenschappen Universiteit Utrecht November 2006 Overige Talen van Europa en het Nabije en Midden-Oosten Faculteit der Geesteswetenschappen Universiteit Utrecht Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2016 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Engelse taal en cultuur Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel 7.13

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 2-0 6 8 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen de Bachelor Examencommissie Geneeskunde, verweerder 1. Ontstaan

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2010 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Talen en culturen van Afrika Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel

Nadere informatie

Politicologie Faculteit der Managementwetenschappen. Radboud Universiteit Nijmegen

Politicologie Faculteit der Managementwetenschappen. Radboud Universiteit Nijmegen Politicologie Faculteit der Managementwetenschappen Radboud Universiteit Nijmegen Februari 2010 Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010 Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010 Opleidingsspecifiek deel Masteropleiding: Nederlandkunde/ Dutch Studies Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2010 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Engelse taal en cultuur Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel 7.13

Nadere informatie

november 2005 Rapport Romaanse Talen Faculteit der Letteren Universiteit Utrecht

november 2005 Rapport Romaanse Talen Faculteit der Letteren Universiteit Utrecht november 2005 Rapport Romaanse Talen Faculteit der Letteren Universiteit Utrecht Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht The Netherlands

Nadere informatie

6. Het eindniveau van de onderzoeksvaardigheden die via (1), (2) en (3) verworven zijn, komt tot uitdrukking in het bacheloreindwerkstuk.

6. Het eindniveau van de onderzoeksvaardigheden die via (1), (2) en (3) verworven zijn, komt tot uitdrukking in het bacheloreindwerkstuk. Opleidingsspecifieke deel OER, 0-0 BA Keltische talen en cultuur Artikel Tekst. Colloquium doctum Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art. 7.9 van de wet, heeft betrekking op maximaal vier van de volgende

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2010 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Talen en culturen van Indonesië Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel

Nadere informatie

Midden-Oostenstudies CROHO 60842

Midden-Oostenstudies CROHO 60842 Faculteit der Letteren Onderwijs- en Examenregeling (OER) Deel B: Masteropleiding Midden-Oostenstudies CROHO 60842 Programma Midden-Oostenstudies voor het studiejaar 2016-2017 Inhoud: 1. Algemene bepalingen

Nadere informatie

Onderwijs- en Examenregeling (OER) Bachelorprogramma Academische Opleiding Leraar Basisonderwijs. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

Onderwijs- en Examenregeling (OER) Bachelorprogramma Academische Opleiding Leraar Basisonderwijs. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen Onderwijs- en Examenregeling (OER) Bachelorprogramma Academische Opleiding Leraar Basisonderwijs Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen 2018-2019 Bijlage: het programma PARAGRAAF 1 - ALGEMENE

Nadere informatie

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE MASTEROPLEIDING FILOSOFIE 120 EC (WIJSBEGEERTE VAN EEN BEPAALD WETENSCHAPSGEBIED) FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN 2016-2017 Deel

Nadere informatie

Opleidingsspecfiek deel BA Kunstgeschiedenis. colloquium doctum

Opleidingsspecfiek deel BA Kunstgeschiedenis. colloquium doctum Opleidingsspecfiek deel Art.2.3 colloquium doctum Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art. 7.29 van de wet, heeft betrekking op maximaal vier van de volgende vakken op het daarbij vermelde niveau: Nederlands,

Nadere informatie

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs 2 december 2008 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Beoordelingskader 4 pagina 2 1 Inleiding Dit beoordelingskader bevat een aantal facetten

Nadere informatie

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences Opleidingsspecifieke deel OER, 2017-2018 Opleiding / programma: Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art. 7.29 van de wet, heeft betrekking op de volgende vakken op het

Nadere informatie

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING NIEUWGRIEKSE TAAL EN CULTUUR

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING NIEUWGRIEKSE TAAL EN CULTUUR DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING NIEUWGRIEKSE TAAL EN CULTUUR 2015-2016 Deel B: opleidingsspecifiek deel 1. Algemene bepalingen Artikel 1.1 Begripsbepalingen Artikel

Nadere informatie

Politicologie Faculteit der Maatschappijen Gedragswetenschappen. Universiteit van Amsterdam

Politicologie Faculteit der Maatschappijen Gedragswetenschappen. Universiteit van Amsterdam Politicologie Faculteit der Maatschappijen Gedragswetenschappen Universiteit van Amsterdam Februari 2010 Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503

Nadere informatie

Richtlijn beoordeling onderzoeksmasters vanaf 1 september 2015. 23 april 2015

Richtlijn beoordeling onderzoeksmasters vanaf 1 september 2015. 23 april 2015 Richtlijn beoordeling onderzoeksmasters vanaf 1 september 2015 23 april 2015 Parkstraat 28 Postbus 85498 2508 CD Den Haag P.O. Box 85498 2508 CD The Hague The Netherlands T +31 (0)70 312 2300 info@nvao.net

Nadere informatie

Format samenvatting aanvraag. Opmerking vooraf

Format samenvatting aanvraag. Opmerking vooraf Format samenvatting aanvraag Opmerking vooraf Mocht u de voorkeur geven aan openbaarmaking van de gehele aanvraag in plaats van uitsluitend onderstaande samenvatting dan kunt u dat kenbaar maken bij het

Nadere informatie

Juni Informatiekunde

Juni Informatiekunde Juni 2007 Informatiekunde Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht Telefoon: 030 230 3100 Fax: 030 230 3129 E-mail: info@qanu.nl Internet:

Nadere informatie

november 2005 Rapport Romaanse Talen Faculteit der Letteren Vrije Universiteit Amsterdam

november 2005 Rapport Romaanse Talen Faculteit der Letteren Vrije Universiteit Amsterdam november 2005 Rapport Romaanse Talen Faculteit der Letteren Vrije Universiteit Amsterdam Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht The

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2016-2017 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen Master Filosofie () Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR) treedt in werking op 1 september 2016.

Nadere informatie

Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum Opleidingsspecifieke deel OER, 2018-2019 Opleiding / programma: Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art. 7.29 van de wet, heeft betrekking op de volgende vakken op het

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2016-2017 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen Master Filosofie (120 EC) Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR) treedt in werking op 1 september

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010 Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010 Opleidingsspecifiek deel Masteropleiding: Talen en culturen van Latijns Amerika/ Spaans Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig

Nadere informatie

Opleidingsspecifieke deel OER, 2013-2014 Opleiding / programma: BA Communicatie- en informatiewetenschappen. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Opleidingsspecifieke deel OER, 2013-2014 Opleiding / programma: BA Communicatie- en informatiewetenschappen. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum Opleidingsspecifieke deel OER, 2013-2014 Opleiding / programma: Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art. 7.29 van de wet, heeft betrekking op maximaal vier van de volgende

Nadere informatie

In aanvulling op bovenstaande voorwaarden gelden de volgende aanvullende toelatingsvoorwaarden per track:

In aanvulling op bovenstaande voorwaarden gelden de volgende aanvullende toelatingsvoorwaarden per track: Opleidingsspecifieke deel OER, 2017-2018 De opleiding Kunst- en cultuurwetenschappen Arts and Culture bestaat uit de programma s: Gender Studies (see English EER) Arts & Society (voorheen Kunstbeleid en

Nadere informatie

Overwegende dat KOMEN HET VOLGENDE OVEREEN: Artikel 1. Begripsbepalingen

Overwegende dat KOMEN HET VOLGENDE OVEREEN: Artikel 1. Begripsbepalingen Archeologie, het Bestuur van de Faculteit Campus Den Haag, het Bestuur van de Faculteit der Geesteswetenschappen, het Bestuur van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, het Bestuur van de Faculteit der Sociale

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2010 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: XXXX De kleuren worden in definitieve versie verwijderd. Geel: In te vullen door opleiding/ Opleidingsspecifiek

Nadere informatie

DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Duitse taal en cultuur, 2014-2015

DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Duitse taal en cultuur, 2014-2015 DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding e taal en cultuur, 2014-2015 1 - Algemene bepalingen Artikel 1.1 Toepasselijkheid van de regeling Deze regeling bestaat uit deel A en

Nadere informatie

Richtlijn voor het schrijven van een zelfevaluatierapport ten behoeve van accreditatie van een opleiding in het wetenschappelijk onderwijs

Richtlijn voor het schrijven van een zelfevaluatierapport ten behoeve van accreditatie van een opleiding in het wetenschappelijk onderwijs Richtlijn voor het schrijven van een zelfevaluatierapport ten behoeve van accreditatie van een opleiding in het wetenschappelijk onderwijs Versie 0.9, november 2008 QANU (Quality Assurance Netherlands

Nadere informatie

Richtlijn voor het schrijven van een zelfevaluatierapport voor een beperkte opleidingsbeoordeling

Richtlijn voor het schrijven van een zelfevaluatierapport voor een beperkte opleidingsbeoordeling Richtlijn voor het schrijven van een zelfevaluatierapport voor een beperkte opleidingsbeoordeling Versie 1.0.3, 1 mei 2012 QANU (Quality Assurance Netherlands Universities) Catharijnesingel 56 Postbus

Nadere informatie

Universiteit van Amsterdam FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA

Universiteit van Amsterdam FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA Universiteit van Amsterdam FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Voor de Bacheloropleiding Bio-exact Studiejaar 2009-2010 Preambule In de onderwijs- en

Nadere informatie

Rapport Germaanse Talen Faculteit der Letteren Universiteit Utrecht

Rapport Germaanse Talen Faculteit der Letteren Universiteit Utrecht Rapport Germaanse Talen Faculteit der Letteren Universiteit Utrecht Juli 2006 Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht Telefoon: 030 230

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Oude culturen van de mediterrane wereld Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig

Nadere informatie

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE DUALE MASTEROPLEIDING NEERLANDISTIEK (PROGRAMMA REDACTEUR-EDITOR) FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN 2016-2017 Deel B: opleidingsspecifiek

Nadere informatie

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs 12 november 2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Handreiking voor specifieke invulling van de standaarden

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor nvao w n e d e rla n d s- vlaam se a c c re d ita tie o rg a n is a tie ; fluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Aarde en Economie van de Vrije Universiteit

Nadere informatie

Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen opleiding Voor toelating tot de opleiding Mediastudies komt in aanmerking de bezitter van

Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen opleiding Voor toelating tot de opleiding Mediastudies komt in aanmerking de bezitter van Opleidingsspecifieke deel OER, 2016-2017 Opleiding / programma: Mediastudies/ Film- en televisiewetenschap; New Media and Digital Culture (voorheen Nieuwe media en digitale cultuur, see English EER) Artikel

Nadere informatie

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ROEMEENSE TAAL EN CULTUUR

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ROEMEENSE TAAL EN CULTUUR DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ROEMEENSE TAAL EN CULTUUR 2015-2016 Deel B: opleidingsspecifiek deel 1. Algemene bepalingen Artikel 1.1 Begripsbepalingen Artikel 1.2

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2016 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Duitse taal en cultuur Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel 7.13

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2012 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Koreastudies Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel 7.13 van de Wet

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2010 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Vergelijkende ndo-europese taalwetenschap Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig

Nadere informatie

27 november oktober januari april 2015

27 november oktober januari april 2015 sïwao w nederlands - ulaamse accreditatieorganisatie es luit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-master Onderwijskunde van de Hogeschool

Nadere informatie

Protocol ter beoordeling van de werkwijze van visiterende en beoordelende instanties

Protocol ter beoordeling van de werkwijze van visiterende en beoordelende instanties Protocol ter beoordeling van de werkwijze van visiterende en beoordelende instanties 1 Inleiding In haar procedure van de accreditatie van bestaande opleidingen heeft de NAO een belangrijke plaats ingeruimd

Nadere informatie

Bijlage Onderwijs- en Examenregeling (OER) Bachelor Programma Academische Opleiding Leraar Basisonderwijs

Bijlage Onderwijs- en Examenregeling (OER) Bachelor Programma Academische Opleiding Leraar Basisonderwijs Bijlage Onderwijs- en Examenregeling (OER) Bachelor Programma Academische Opleiding Leraar Basisonderwijs Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen 2016-2017 Paragraaf 1 Algemene bepalingen Artikel

Nadere informatie

NVAO NEDERLAND RICHTLIJN PANELSAMENSTELLING

NVAO NEDERLAND RICHTLIJN PANELSAMENSTELLING NVAO NEDERLAND RICHTLIJN PANELSAMENSTELLING FEBRUARI 2019 NVAO NEDERLAND Richtlijn panelsamenstelling RICHTLIJN BEHOREND BIJ BEOORDELINGSKADER ACCREDITATIE HOGER ONDERWIJS NEDERLAND 2018 FEBRUARI 2019

Nadere informatie

Handreiking voor het schrijven van een kritische reflectie voor een beperkte opleidingsbeoordeling

Handreiking voor het schrijven van een kritische reflectie voor een beperkte opleidingsbeoordeling Handreiking voor het schrijven van een kritische reflectie voor een beperkte opleidingsbeoordeling September 2015 QANU (Quality Assurance Netherlands Universities) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503

Nadere informatie

DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen, 2014-2015

DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen, 2014-2015 DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen, 2014-2015 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Toepasselijkheid van de regeling Deze regeling bestaat uit

Nadere informatie

Nieuw BA-programma Geschiedenis per 1 september Informatie voor Bachelor- en Doctoraal studenten

Nieuw BA-programma Geschiedenis per 1 september Informatie voor Bachelor- en Doctoraal studenten Nieuw BA-programma Geschiedenis per 1 september 2008 Informatie voor Bachelor- en Doctoraal studenten Instituut voor Geschiedenis Leiden, februari 2008 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Nieuw curriculum Bacheloropleidingen

Nadere informatie

november 2005 Rapport Romaanse Talen Faculteit der Letteren Universiteit Leiden

november 2005 Rapport Romaanse Talen Faculteit der Letteren Universiteit Leiden november 2005 Rapport Romaanse Talen Faculteit der Letteren Universiteit Leiden Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht Telefoon: 030

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Latijns-Amerikastudies Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel 7.13

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2010 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Talen en culturen van India en Tibet Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig

Nadere informatie

gezien: het begeleidend memo nieuwe regeling VU-UvA Honoursoverleg d.d. 1 november 2018; de Regeling VU-UvA Honoursprogramma oktober 2018;

gezien: het begeleidend memo nieuwe regeling VU-UvA Honoursoverleg d.d. 1 november 2018; de Regeling VU-UvA Honoursprogramma oktober 2018; Besluit Datum 27 november 2018 Kenmerk 2018-079129 Onderwerp VU-UvA Honoursregeling HET COLLEGE VAN BESTUUR VAN DE UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM; gezien: het begeleidend memo nieuwe regeling VU-UvA Honoursoverleg

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2017 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Chinastudies Deze onderwijs- en examenregeling is gebaseerd op de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk

Nadere informatie

Biologie. Rijksuniversiteit Groningen

Biologie. Rijksuniversiteit Groningen Biologie Rijksuniversiteit Groningen Mei 2010 Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht Telefoon: 030 230 3100 Fax: 030 230 3129 E-mail:

Nadere informatie

December Overige Talen van Europa en het Nabije en Midden-Oosten Faculteit der Letteren Radboud Universiteit Nijmegen

December Overige Talen van Europa en het Nabije en Midden-Oosten Faculteit der Letteren Radboud Universiteit Nijmegen December 2006 Overige Talen van Europa en het Nabije en Midden-Oosten Faculteit der Letteren Radboud Universiteit Nijmegen Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56

Nadere informatie

Regeling Praktijkonderzoekstage-scriptietraject (POSST)

Regeling Praktijkonderzoekstage-scriptietraject (POSST) Regeling Praktijkonderzoekstage-scriptietraject (POSST) 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Toepasselijkheid van de regeling Deze regeling is uitsluitend van toepassing op het praktijkonderzoekstage-scriptie

Nadere informatie

2. Afgestudeerden in de bacheloropleiding Taalwetenschap:

2. Afgestudeerden in de bacheloropleiding Taalwetenschap: Opleidingsspecifieke deel OER, 2017-2018 Opleiding / programma: Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art. 7.29 van de wet, heeft betrekking op de volgende vakken op vwo-niveau:

Nadere informatie

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ARABISCHE TAAL EN CULTUUR

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ARABISCHE TAAL EN CULTUUR DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ARABISCHE TAAL EN CULTUUR 05-06 Deel B: opleidingsspecifiek deel. Algemene bepalingen Artikel. Begripsbepalingen Artikel. Gegevens opleiding

Nadere informatie