Inleiding HOOFDSTUK I. 1. Benadering van het begrip staat
|
|
- Anneleen Jonker
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 DEEL 1 ALGEMEEN
2
3 HOOFDSTUK I Inleiding 1. Benadering van het begrip staat Wie zich zet tot het bestuderen van het maatschappelijk verschijnsel dat wij staat noemen, ziet een gemeenschap van mensen voor zich meestal wonend in een aaneengesloten gebied die, ondanks alle verschillen die er binnen die gemeenschap van individu tot individu en van de ene groep tot de andere bestaan, bereid is de grondwaarden van die gemeenschap in leefregels neer te leggen en die leefregels door dwang te handhaven. De gemeenschap die een staat vormt, heeft een gemeenschappelijke cultuur. Zij is tevens een rechtsgemeenschap. Dat betekent dat zij haar belangrijkste waarden in door dwang te handhaven leefregels heeft neergelegd. Samengevat is de staat een organisatie die met voorrang boven andere organisaties effectief gezag uitoefent over een gemeenschap van mensen op een bepaald grondgebied. Erkenning door andere staten is geen formeel vereiste, maar een belangrijke aanwijzing dat de staat effectief gezag uitoefent. Toelating tot de Verenigde Naties versterkt de rechtspositie van het land in het internationale verkeer. 1 De mogelijkheid van toepassing van dwang ter handhaving van de gemeenschapsnormen is kenmerkend voor de staat. Nu kan men van sociologische zijde kijkend opmerken dat er behalve de staat nog andere groepen zijn die door dwang bepaalde regels handhaven, bijvoorbeeld een gangsterbende die winkeliers terroriseert om een soort belastinggeld van hen los te krijgen, of de politieke groepering die haar doel door gijzelingen tracht te bereiken. Dit moge juist zijn: het tast de stelling niet aan dat de staat zonder dwanghandhaving van zijn rechtsorde niet denkbaar is. Geweld door particulieren zal de staat slechts bij hoge uitzondering toestaan. Noodweer is een dergelijke uitzondering. Dwang 1. Toelating geschiedt bij besluit van de Algemene Vergadering op aanbeveling van de Veiligheidsraad (art. 4, tweede lid, van het Handvest van de Verenigde Naties). Zie ook art. 18, tweede lid, en art. 27, derde lid, van het Handvest. Betwist is de status van onder meer Palestina, Kosovo en Noord-Cyprus. 3
4 Hoofdstuk I / Inleiding De jurist van zijn kant zal opmerken dat er regels zijn die niet door dwang gehandhaafd kunnen worden. Dat geldt in het bijzonder voor de staatsrechtelijke gedragsregels voor de allerhoogste staatsorganen. Welke dwang kan men uitoefenen tegen de regering die in strijd met haar wettelijke verplichtingen handelt? Of tegen een parlement dat de grondwet schendt? Dwang in de zin van toepassing van staatsgeweld is hier niet mogelijk, omdat er geen hogere organen zijn die corrigerend kunnen optreden. Is echter, als de rechtsschennis van de overheid ver genoeg gaat, het dwangmiddel van revolutie niet vanouds als gerechtvaardigd aanvaard? Gezag Binnen een staat zijn een of meer organen bevoegd tot het uitoefenen van dwang. Men zegt dat die organen met gezag zijn bekleed. Dit gezag kan bij één persoon berusten of bij bepaalde groepen. Het kan ook in de hand gelegd worden van door het volk gekozen gezagdragers. Dit hangt af van de aard en van de inrichting van de staatsgemeenschap. De regels die betrekking hebben op de organisatie van de met gezag beklede organen en de grenzen van hun gezag, vormen de rechtsregels die wij staatsrecht noemen. Het staatsrecht is van gemeenschap tot gemeenschap, van staat tot staat verschillend. Vooral historische processen hebben meer dan rationeel uitgedachte systemen de organisatie van de met gezag beklede organen bepaald. Het vergelijkend staatsrecht leert ons de bestaande stelsels en die uit het verleden in hun overeenkomsten en verschillen kennen. Het vergelijkend staatsrecht zal evenwel voorzichtig zijn met het uitspreken van waardeoordelen over de bestudeerde stelsels. Het staatsrecht is immers product van een historisch proces en dus van de ontwikkeling van een bepaalde cultuur. Wanneer wij dit uit het oog zouden verliezen, zouden vroegere staatsstelsels ons onbegrijpelijk voorkomen. Middeleeuwen In de Middeleeuwen was het gezag in de West-Europese landen een persoonlijk recht van de vorst. Hij kon naar willekeur zijn gezag splitsen door een deel van zijn grondgebied te verkopen of door zich er op andere wijze van te ontdoen. Het gezag was overdraagbaar, kon in een huwelijksgemeenschap worden ingebracht en was meestal erfelijk. Erfenis en huwelijksinbreng hebben in belangrijke mate tot het ontstaan van de koninkrijken bijgedragen. Wat voor de vorst gold, gold voor de hoge ambtenaren, de adel. Ook hun gezag was met hun grondgebied erfelijk en overdraagbaar. Voor ons lijkt een dergelijke staatsorganisatie ondenkbaar. Toch kon zij zich handhaven in een cultuur die aan de organen die gezagsrechten uitoefenden, ook gezagsplichten oplegde. De gewone man had weliswaar geen politieke rechten, maar hij had daarvoor een bestaan dat naar de begrippen van die dagen redelijk tegen de normale risico s verzekerd was. Tegen oorlog, kwaad volk, eventueel tegen honger en armoede, beschermden hem de persoonlijke gezagdragers. Het heeft tot het midden van de twintigste eeuw geduurd voor de sociale zekerheid voor iedereen opnieuw als vanzelfsprekend werd aanvaard. 4
5 1. Benadering van het begrip staat Met het opkomen van een klasse die de sociale bescherming van de gezagdragers minder nodig had de kooplieden, de burgers werd de rechtvaardigheid van het gezag als persoonlijk recht in twijfel getrokken. Het gezag werd gezien als een attribuut van een abstractie die ruimte liet voor de samenwerking van velen bij de uitoefening ervan: de staat. Men kan deze verandering in het begin van de zestiende eeuw plaatsen. Machiavelli in De Vorst (1513) geeft adviezen over hoe een gezagdrager heeft op te treden met het doel niet om zijn persoonlijke grootheid te verhogen, maar om de eenheid van Italië te bewerkstelligen. De vorst wordt, ook al concentreert alle gezag zich in zijn persoon, orgaan en symbool van een staat. Het wordt niet meer als een natuurlijke zaak aanvaard dat de vorst zijn gezag als een hem persoonlijk toekomend, verhandelbaar vermogensbestanddeel beschouwt. De middeleeuwse vorst was de drager van de cultuur van zijn land. De vorst uit de zestiende eeuw en later wordt het symbool daarvan. Is er tussen vorst en cultuur geen overeenstemming, dan dreigt bij het te groot worden van de kloof de vorst te worden verwijderd. Philips II en Karel I van Engeland hebben het, ieder op zijn wijze, ervaren. In de middeleeuwse maatschappij waren het gezag en de dwang van de overheid natuurlijke tegenhangers van de sociale zekerheid. Voor de later opkomende burgerij, die haar eigen sociale zekerheid moest maken, rees echter de vraag waaraan het gezag zijn rechtvaardiging ontleende. Het was onmisbaar ter handhaving van de door sancties te handhaven normen van de nieuwe maatschappij. En die normen, dat nieuwe cultuurpatroon, gingen uit van het individu als kleinste maatschappelijke eenheid. Niet de middeleeuwse gemeenschap bleef basisvorm van de maatschappij, maar de enkeling. Wie de mens, als in de Middeleeuwen, uitsluitend als lid van de gemeenschap ziet, aanvaardt met de gemeenschap het daarin onmisbare gezag. Maar wie de mens in beginsel als vrij individu beschouwt, moet vroeg of laat voor de moeilijke vraag komen te staan, hoe in een maatschappij van vrije individuen gezag te rechtvaardigen is. Gezag is het tegendeel van vrijheid, het beperkt de vrijheid van het individu. En individuen zijn, zoals de Engelse wijsgeer John Locke het in de tweede helft van de zeventiende eeuw uitdrukte, by nature all free, equal and independent. 2 Machiavelli Om in die maatschappij van vrije individuen het gezag te kunnen aanvaarden, moet men wel als volgt redeneren: het onmisbare gezag bestaat alleen, omdat de individuen, zoals Rousseau het in 1762 in Du contrat social ou Principes du droit politique uitdrukte, gezocht hebben naar een vorm van samenwerking die met alle gemeenschappelijke kracht de persoon en het goed van ieder lid verdedigt en beschermt en waardoor ieder zich weliswaar met alle anderen verenigt, maar toch alleen maar zichzelf gehoorzaamt en even vrij blijft als Rousseau Contrat social 2. John Locke, Two treatises of government, II, chapter VIII. 5
6 Hoofdstuk I / Inleiding tevoren. Dat is, vervolgt Rousseau, le problème fondamental dont le contrat social donne la solution. 3 De theorie van het contrat social verenigt gezag en vrijheid, omdat het gezag uit de vrijheid is afgeleid. Zij maakt het mogelijk de beperkingen, door gezag aan de individuele vrijheid gesteld, te aanvaarden, omdat het beperkingen zijn, die bij het contrat social de vrije individuen zichzelf hebben opgelegd. Het is niet nodig hier een overzicht te geven van het denken over de staat in de loop der eeuwen. Dat behoort meer tot de politicologie (science politique, political science) dan tot het terrein van het staatsrecht. De theorie van het contrat social werd echter vermeld, omdat zij het dilemma aangeeft waarvoor de staatsrechtswetenschap zich geplaatst ziet: de vrijheid van het individu, door dwanguitoefening te handhaven. Aan de ene kant mag de staat geen rem vormen tegen de zelfontplooiing van de enkeling. Maar daartegenover staat dat die zelfontplooiing aan beperkingen onderhevig moet zijn, voor zover zij anderen het bestaan naar eigen aard en aanleg zou bemoeilijken. Het probleem van het staatsrecht is die vormen van gebondenheid te vinden die zo veel mogelijk vrijheid aan de enkeling laten. Het staatsrecht is hier niet anders dan een afspiegeling van de samenleving: een eigen eenheid, die de kleinere eenheden van de individuen bevat. Het is tegelijkertijd afspiegeling van de mens, in wie behoefte aan individuele vrijheid samengaat met het besef deel van een menselijke gemeenschap te zijn. Maar terwijl in de gemeenschap en in de individuele mens tegenstrijdige neigingen naast elkaar kunnen bestaan en nu eens de ene dan weer de andere de overhand zal behouden, moet het staatsrecht beide neigingen in één normenstelsel verenigen. Ten dele zal dit een beknotting van de individuele vrijheid inhouden, ten dele een waarborging ervan. Het zal dus naar een middenoplossing zoeken. Soms zal die oplossing niet precies in het midden, maar meer aan de ene kant liggen (in de richting van de gemeenschap), of meer aan de andere (in de richting van het individu). Ieder staatsrecht echter is een compromis tussen individuele vrijheid en dwang van de gemeenschap. Wij zullen dit karakter ook bij het Nederlandse staatsrecht opmerken. De theorie van het contrat social brengt de ambivalente verhouding van de mens tot de staat aan het licht. Het individu heeft de staat nodig om zijn vrijheid te waarborgen, maar tegelijkertijd heeft hij het gevoel dat daardoor zijn vrijheden worden beperkt. Zo kan ons inzicht worden vergroot door kennis van de histoire des idées politiques. Toch mogen wij ook dit voordeel niet overschatten. Er ligt een diepe kloof tussen het denken over de staat in onze dagen en dat van enkele eeuwen geleden. Vroeger kon men vrijelijk filosoferen over de waarde van staatsvormen als monarchie, oligarchie en democratie. Men kon vrijelijk redeneren over de vraag of burgers (en hoeveel en welke) in enigerlei vorm invloed op het staatsbestuur zouden moeten hebben. Zonder bezwaar kon men het bestaan van belangrijke groepen van de 3. Jean-Jacques Rousseau, Du contrat social ou Principes du droit politique, chapitre VI. 6
7 2. Verdeling van de staatsmacht over verschillende organen bevolking bij zijn staatsconstructie negeren. Plato en Aristoteles redeneerden alsof slaven geen mensen waren. Ook Spinoza en Locke leken geen grote verdedigers van politieke medezeggenschap van de kleine man of vrouw. In onze dagen echter is maar één premisse denkbaar voor iedere staatsleer: elke burger is gelijkwaardig en heeft recht op gelijke invloed op het staatsbestuur. Er zijn in een land geen burgers die buiten deze groep vallen. Door deze vooropstelling, die een ethische eis van gelijkwaardigheid van de mens is, valt een deel van de vroegere problematiek weg. 4 Het hele vraagstuk van de beste staatsvorm verliest zijn zin: onbeperkte monarchie en oligarchie zijn met het gelijkheidsbeginsel onverenigbaar. Gelijkwaardigheid 2. Verdeling van de staatsmacht over verschillende organen Dat wil niet zeggen dat met het slagwoord democratie nu ieder probleem is opgelost. Het is wel duidelijk dat een moderne staat niet bestuurd kan worden door overleg in een vergadering van alle meerderjarige burgers. Een dergelijke directe democratie bestaat wellicht nog in sommige Zwitserse dorpen. Het is echter iets anders met honderd dorpsgenoten de belangen van een dorpsgemeenschap te bespreken dan met een paar miljoen mensen de belangen van Nederland. Bij gemeenschappen die de omvang van het Zwitserse bergdorp te boven gaan, zal het bestuur alleen maar kunnen worden gevoerd door een kleine kring van personen, die door de mondige burgers daartoe aangewezen (gekozen) zijn. Dat is nodig, omdat een vergadering van zeer grote aantallen personen niet alleen niet redelijk tot besluiten kan komen, maar ook omdat bij een zo grote hoeveelheid mensen niemand zich werkelijk voor de genomen besluiten verantwoordelijk voelt. Het bestuur, het gezag, de uitoefening van dwang, berusten dus bij op een of andere wijze door de burgers gekozen vertegenwoordigers. En hier begint al de ambivalente verhouding van de burger tot de staat: hij is aan de ene kant de soeverein, die de bestuurders, de uitvoerders van zijn wil, mede aanwijst; hij is aan de andere kant onderworpen aan het mede door hemzelf ingestelde gezag. Representatie Het gezag, het bestuur, is onvermijdelijk. Wil de gemeenschap, die de staat vormt, kunnen voortbestaan, dan zullen voortdurend beslissingen genomen moeten worden. Elke beslissing nu is een keuze. Zij zal zo nodig moeten worden afgedwongen tegen degene in wiens nadeel zij uitvalt. Dit probleem wordt des te groter in een dichtbevolkt land met een ingewikkelde maatschappij als bij ons. Vrijwel ieder belang komt in conflict met andere belangen. Het aanleggen van een metrolijn is misschien in het Afweging van belangen 4. Een deel van de problematiek bestaat nog in verband met de aanwezigheid van grote groepen permanent buiten hun vaderland verblijvende vreemdelingen, die van het nationale kiesrecht in het land van vestiging zijn uitgesloten. Ook personen die de leeftijd van achttien jaar nog niet hebben bereikt, zijn in Nederland uitgesloten van het kiesrecht. 7
8 Hoofdstuk I / Inleiding belang van de inwoners van een heel gebied, maar de bewoners van een oude buurt die gedeeltelijk gesloopt moet worden ter wille van een metrostation, worden erdoor benadeeld. Aanleg van wegen is nuttig voor de automobilist, maar wordt verfoeid door de natuurbeschermers. Zuivering van afval in water en lucht is nodig, maar moet betaald worden, hetzij door de vervuiler hetzij uit de algemene middelen. In beide gevallen drukt de last op de burger, die ofwel meer belasting betalen moet of andere wenselijke gemeenschapsvoorzieningen achtergesteld ziet worden ofwel hogere prijzen moet betalen voor de producten die de vervuilende industrie aflevert. Er moeten keuzen worden gemaakt en er moeten beslissingen worden genomen. Er moeten prioriteiten voor de te nemen beslissingen worden gesteld, omdat nu eenmaal niet alles tegelijk mogelijk is. Daarvoor is een procedure en een organisatie onvermijdelijk. Dat noemen we gezag. Inspraak, in welke vorm ook, kan dit gezag niet vervangen. Inspraak is nuttig, omdat het duidelijk maakt welke tegenstrijdige belangen er in het spel zijn en hoe zwaar die voor de betrokkenen wegen. Maar een beslissing kan uit de confrontatie van tegenstellingen niet tevoorschijn komen. En dat wordt des te moeilijker in de gevallen waarin veel mensen tegenover de te nemen beslissing een ambivalente houding aannemen. Onvermijdelijkheid van gezag Een beslissingsprocedure, bestuur, gezag, is onvermijdelijk. Het gezag moet de beslissing zo nodig met dwangmiddelen kunnen doorzetten. De onvermijdelijkheid van bestuur, van gezag, vermindert het gevaar ervan echter niet. Het wordt immers opgedragen aan een klein aantal mensen, dat het namens de kiezers uitoefent. Ligt bij dit kleine aantal mensen de uitsluitende beoordeling van de vraag of het ene belang groter is dan het andere en of ter verdediging ervan tegen een oppositie dwang gebruikt mag worden? Men kan het wenselijk vinden het houden van (wilde) circusdieren te verbieden. Men dient zo het ideële belang van de dierenbescherming. Maar men schaadt door dit verbod het materiële belang van de circusexploitanten. Welk belang moet prevaleren, zal door het gezag moeten worden uitgemaakt en aan de beslissing zal door bedreiging met dwangmaatregelen eventueel kracht moeten worden bijgezet. De vraag rijst nu, wie die beslissing moet nemen. Is dat de kleine kring van bestuurders? Legt men alle macht bij een gekozen bestuur, dan is de kans groot, dat dit al is het van goede wil op den duur de macht gaat gebruiken op een wijze die de meerderheid der burgers niet aanstaat. En als dat het geval is, is er voor de burgers weinig aan te doen, omdat het wezen van het bestuur nu eenmaal is, dat het over de machtsmiddelen beschikt en dus tegen zijn wil niet is weg te krijgen. Checks and balances Gezagdragers zullen als alle mensen menen hun taak naar beste weten en dus goed te hebben uitgeoefend. Zij zullen kritiek als onrechtvaardig ervaren en geneigd zijn hun macht tegen de wil van hun kiezers te continueren tot heil, naar zij menen, van de kiezers zelf. Geen machthebber geeft gemakkelijk 8
9 2. Verdeling van de staatsmacht over verschillende organen macht uit handen. Daarom is vanouds gezocht naar middelen om aan dit gevaar van de greep naar de macht van de gekozen gezagdragers te ontkomen. Om het risico van de altijd dreigende dictatuur te ontgaan, heeft men een middel gevonden dat redelijk goed heeft gewerkt: dat is de verdeling van het gezag over verschillende organen en dus over verschillende mensen of groepen van mensen. Doordat ieder orgaan slechts een deel van het gezag kan uitoefenen, heeft het de andere organen nodig. Geen orgaan zal dulden, dat het door een ander opzij geschoven wordt. Ieder orgaan zal eraan gewend raken dat het rekening te houden heeft met de mening van andere organen en andere mensen, soms zelfs in de vorm dat het aan dat andere orgaan verantwoording schuldig is. De verschillende organen over welke het gezag verdeeld is, houden op deze wijze elkaar in evenwicht en er ontstaat een stelsel dat weliswaar tamelijk ingewikkeld is, maar dat daartegenover een zekere stabiliteit in de machtsverhoudingen waarborgt. Men noemt een dergelijk stelsel wel met een aan de Engelse staatsleer ontleende term een stelsel van checks and balances. Om een dergelijk evenwicht te bereiken, moet er dus een verdeelsleutel tussen de verschillende organen gevonden worden. Elk orgaan moet een zekere macht en een zekere verantwoordingsplicht krijgen. Deze gedachte van de scheiding van machten in de staat werd in 1748 door Montesquieu geïntroduceerd in zijn boek De l Esprit des Lois. Hierin beschrijft hij onder meer het Engelse staatsstelsel van die tijd. Het kenmerkende daarvan is, dat er drie organen in de staat bestaan: de koning, het parlement en de rechterlijke macht, die ieder een eigen functie uitoefenen en onafhankelijk van elkaar zijn. Het parlement maakt de wetten en is dus de wetgevende macht, de koning voert de wetten uit en is de uitvoerende macht. De rechters constateren of de uitvoerende macht de wet wel in acht genomen heeft en vernietigen, als dat niet het geval is, de besluiten van de uitvoerende macht. Voor de rechter Montesquieu, die onder het Franse absolute koningschap werkte, was dit een aantrekkelijk stelsel. De Franse koning was zowel wetgever als uitvoerder en hij vernietigde, als dat uitkwam, de vonnissen van de rechters. Geïnspireerd door het Engelse voorbeeld bepleitte Montesquieu dat de overheidstaken wetgeving, bestuur en rechtspraak niet in dezelfde hand moesten rusten. Zijn leer van de trias politica gaat ervan uit dat de burger het best gediend is met een scheiding van deze drie functies. In landen waar aan het einde van de achttiende eeuw een nieuw constitutioneel stelsel werd ingevoerd, werd de door Montesquieu bepleite machtenscheiding in belangrijke mate als uitgangspunt genomen. Zo bepaalt de grondwet van de Verenigde Staten van Amerika van 1787 dat uitsluitend het congres wetgevende bevoegdheid heeft. De president, heeft op dit terrein slechts een beperkt vetorecht. Daarentegen heeft hij de volledige uitvoerende macht, slechts beperkt door sommige bevoegdheden van de senaat op dit terrein. Ook in Frankrijk werd na de revolutie een systeem van machtenscheiding ingevoerd. Montesquieu 9
10 Hoofdstuk I / Inleiding De essentie van de gedachte van de machtenscheiding van Montesquieu hebben wij in ons staatsrecht behouden. Die essentie is, dat de staatsmacht gespreid wordt over verschillende organen, die ieder een deel van die macht uitoefenen en elkaar wederzijds controleren en in evenwicht houden. Maar de ontwikkeling van de staatsgemeenschap sinds de achttiende eeuw heeft wel tot een andere uitwerking van het stelsel geleid. Checks and balances in het huidige staatsrecht De functie van de regering werd door Montesquieu omschreven als uitvoerende macht. De gedachte was dat de regering de door het parlement gegeven wetten ten uitvoer legde. Dat mag in de dagen van Montesquieu juist geweest zijn: in onze tijd is de taak van de regering veel breder dan alleen het uitvoeren van wetten. Natuurlijk moeten er ook wetten uitgevoerd worden. Als de Wet op de rechterlijke organisatie zegt, dat er rechtbanken en gerechtshoven zijn, moet de regering rechters en raadsheren benoemen. Dat is uitvoering van de wet. Maar met dergelijke uitvoering is de taak van de regering niet bekeken. Er moet ook beslist worden of er een bepaald verdrag gesloten moet worden. Moet het voor de cultuur beschikbare bedrag besteed worden voor subsidie aan symfonieorkesten of aan popgroepen? Moet een weg worden aangelegd door een natuurgebied of juist daaromheen? Moeten militairen voor vredeshandhavende taken naar verre landen gestuurd worden of niet? Over dit soort beslissingen zegt de wet bijna niets. Zij zijn dus geen uitvoering van wetten, maar een zelfstandige bevoegdheid van de regering. Beide onderdelen van de regeringstaak uitvoering van wetten en de zelfstandige taak worden in de Grondwet bestuur genoemd. Maar niet alleen de functies die Montesquieu onderscheidt kloppen niet meer, het is ook niet zo, dat de drie belangrijkste organen in de staat (regering, parlement en rechterlijke macht) onafhankelijk van elkaar opereren. De vaststelling van wetten is de taak van regering en parlement samen. Het bestuur is de taak van de regering, maar de regering staat bij de uitoefening daarvan onder voortdurende controle van het parlement. De centrale overheid bestaat uit een samenstelsel van organen, die ieder slechts een deel van de overheidstaak uitoefenen en die elkaar dus nodig hebben om te regeren. Zo houden die organen elkaar in evenwicht en controleren zij elkaar. Een andere taakverdeling van het gezag bestaat in een territoriale splitsing. Men geeft niet een centrale overheid alle bestuursbevoegdheid, maar men verleent een deel van die bevoegdheid aan regionale overheden. Het stelsel van een federatieve staat of bondsstaat, waarin de deelstaten eigen grondwettelijk gegarandeerde bevoegdheden hebben waar federale organen niet in mogen treden, geeft een evenwicht tussen centrale en regionale organen. Dit is het federale stelsel zoals onder andere de Verenigde Staten van Amerika, Zwitserland en de Duitse Bondsrepubliek het kennen. Een andere methode de Nederlandse is het verlenen van vrij vergaande bevoegdheden aan gemeentelijke en provinciale organen, waarbij echter geen terreinen 10
Overzicht studiestof Staatsrecht 1. A. Inleiding
A. Inleiding 1.1 Benadering van het begrip staat De staat is een organisatie die met voorrang boven andere organisaties effectief gezag uitoefent met dwangmiddelen over een gemeenschap van mensen op een
Nadere informatieInhoudsopgave. AthenaSummary Universiteit van Amsterdam Faculteit der Rechtsgeleerdheid Bachelorjaar 1
AthenaSummary Universiteit van Amsterdam Faculteit der Rechtsgeleerdheid Bachelorjaar 1 Constitutioneel recht Samenvatting van de stof - Belinfante/De Reede, Beginselen van het Nederlandse staatsrecht,
Nadere informatieSamenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 t/m 4
Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 t/m 4 Samenvatting door een scholier 1623 woorden 10 december 2007 5,4 53 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Hoofdstuk 1: Idee
Nadere informatieSamenvatting Maatschappijleer Politiek - Democratie en rechtstaat
Samenvatting Maatschappijleer Politiek - Democratie en rechtstaat Samenvatting door een scholier 1047 woorden 16 maart 2008 5,7 7 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Democratie en rechtstaat Hoofdstuk
Nadere informatieWil je meer informatie over de verslagen van SlimStuderen.nl, schroom dan niet om een email te sturen naar klantenservice@slimstuderen.
Voorwoord Beste student, Voor je ligt een verslag van SlimStuderen.nl. SlimStuderen.nl is al negen jaar hét ideale studiemiddel voor studenten bedrijfskunde, economie en rechten! SlimStuderen.nl helpt
Nadere informatieBIJLAGEN. bij de MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. Een nieuw EU-kader voor het versterken van de rechtsstaat
EUROPESE COMMISSIE Straatsburg, 11.3.2014 COM(2014) 158 final ANNEXES 1 to 2 BIJLAGEN bij de MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD Een nieuw EU-kader voor het versterken van
Nadere informatieSlaaf krijgt vrijheid (vanaf nu: ex-slaaf) en wordt loonarbeider bij zijn baas (vanaf nu: ex-slavenhouder)
Samenvatting door M. 1033 woorden 15 juni 2015 6,7 7 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo 7.1 De verlichting Verlichting is het gevolg van de wetenschappelijke revolutie uit hoofdstuk/tijdvak
Nadere informatieDe Verlichting. De Verlichting
De Verlichting =18 de eeuwse filosofische stroming die de nadruk legt op rationaliteit (zelf nadenken), vrijheid en gelijkheid en dit toepast in alle maatschappelijke velden (politiek, economie, religie
Nadere informatieInhoud. Voorwoord XI. 3 Staatshoofd en ministers 46 3.1 De liefde van een crimineel 46 3.2 De Grondwet 47 3.3 Het Statuut 50
Inhoud Voorwoord XI 1 Nederland vergeleken 1 1.1 Bestaat Nederland nog? 1 1.2 De Staat der Nederlanden 3 1.3 Nederland en de wereld 6 1.4 Vragen en perspectieven 8 1.5 Nederland vergeleken 12 Internetadressen
Nadere informatieBeginselen van het Nederlands Staatsrecht
Prof.mr. A.D. Belinfante Mr. J.L. de Reede Beginselen van het Nederlands Staatsrecht druk Samsom H.D. Tjeenk Willink Alphen aan den Rijn 1997 VOORWOORD II AFKORTINGEN 13 I INLEIDING 15 1. Benadering van
Nadere informatieINHOUD. Verkort aangehaalde literatuur. Afkortingen EERSTE BOEK INLEIDING De aanvang van de westerse staatsleer 3
Verkort aangehaalde literatuur Afkortingen XV XIX EERSTE BOEK INLEIDING 1 Afdeling I Van staatsleer tot staatstheorie 3 1. De aanvang van de westerse staatsleer 3 2. De onafhankelijke en soevereine staat
Nadere informatiewaardigheid participatie gelijke rechten solidariteit individuele vrijheid
individuele vrijheid participatie gelijke rechten solidariteit waardigheid Basisrechten Santé België is een rechtsstaat en een democratie die ieders mensenrechten e De Staat garandeert de naleving van
Nadere informatieSamenvatting Maatschappijleer 1 Politiek
Samenvatting Maatschappijleer 1 Politiek Samenvatting door een scholier 1057 woorden 17 maart 2016 7,8 8 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer 1 Hoofdstuk 1 In de politiek gaat het om keuzes maken. Dat
Nadere informatieSamenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3
Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3 Samenvatting door een scholier 1365 woorden 30 mei 2012 0 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Delphi 1 Democratie Democratie is historisch gezien een
Nadere informatieHOOFDSTUK XII DE PRESIDENT EERSTE AFDELING ALGEMEEN
HOOFDSTUK XII DE PRESIDENT EERSTE AFDELING ALGEMEEN Artikel 90 1. De President is Staatshoofd van de Republiek Suriname, Hoofd van de Regering, Voorzitter van de Staatsraad en van de Veiligheidsraad. 2.
Nadere informatieEindexamen filosofie vwo 2011 - I
Opgave 2 Religieus recht 7 maximumscore 2 een beargumenteerd standpunt over de vraag of religieuze wetgeving en rechtspraak voor bepaalde bevolkingsgroepen tot cultuurrelativisme leidt 1 een uitleg van
Nadere informatieGESCHIEDENIS SO3 TV
GESCHIEDENIS SO3 TV 2 2014-2015 Dit schoolexamen bestaat uit 42 vragen. Bij meerkeuze vragen antwoorden met hoofdletter schrijven. Geef niet meer antwoorden dan er worden gevraagd. Als er bijvoorbeeld
Nadere informatieTrias Politica hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.
Auteur VO-content Laatst gewijzigd 15 December 2016 Licentie CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/61320 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken
Nadere informatieBeginselverklaring van de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie, 1980
Beginselverklaring van de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie, 1980 Noot van de editor De beginselprogramma's zijn gescand, en zover nodig gecorrigeerd. Hierdoor is het mogelijk dat de tekst niet meer
Nadere informatieVOORWOORD... 1 INHOUDSOPGAVE... 2 BEGINSELEN STAATSRECHT... 3 HOOFDSTUK 1: HET STAATSBEGRIP... 4 HOOFDSTUK 2: DE DEMOCRATIE... 8
Inhoudsopgave VOORWOORD... 1 INHOUDSOPGAVE... 2 BEGINSELEN STAATSRECHT... 3 HOOFDSTUK 1: HET STAATSBEGRIP... 4 HOOFDSTUK 2: DE DEMOCRATIE... 8 HOOFDSTUK 3: STAATSRECHT EN DE GRONDWET... 12 HOOFDSTUK 4:
Nadere informatieSamenvatting Filosofie Wijsgerige ethiek
Samenvatting Filosofie Wijsgerige ethiek Samenvatting door een scholier 1751 woorden 21 mei 2003 7,2 53 keer beoordeeld Vak Methode Filosofie ViaDELTA Filosofie: Wijsgerige ethiek Paragraaf 1: Het morele
Nadere informatieMediasociologie Hoorcollege Iedereen is vrij! Theo Ploeg
Mediasociologie Hoorcollege Iedereen is vrij! Theo Ploeg 1 2 wat ga ik behandelen? wat is mediasociologie bij CMDA/IAM? wat gaan we doen en hoe doen we dat? wat is sociologie eigenlijk en hoe zien wij
Nadere informatieWat is een constitutie?
Wat is een constitutie? Veel landen op de wereld worden op een democratische manier bestuurd. Een democratie staat echter niet op zichzelf. Bij een democratie hoort namelijk een rechtsstaat. Democratie
Nadere informatieDescartes schreef dat er geen ander land was "où l'on puisse jouir d'une liberté si entière" (waar men een zo volledige vrijheid kan genieten)
Verslag 25 mei 2018, Salon der Verdieping: Spinoza s politieke filosofie De bespreking van de politieke filosofie doe ik aan de hand van zijn belangrijkste politieke werk, te weten het Theologisch-politiek
Nadere informatieInstructie: Landenspel light
Instructie: Landenspel light Korte omschrijving werkvorm In dit onderdeel vormen groepjes leerlingen de regeringen van verschillende landen. Ieder groepje moet uiteindelijk twee werkbladen (dus twee landen)
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1998 140 Besluit van 24 februari 1998, houdende vaststelling van de Instructie voor het militair gezag (Instructie voor het militair gezag) Wij Beatrix,
Nadere informatieIeder hoofdstuk wordt afgesloten met een aantal vragen om de kennis te toetsen. Het betreft steeds drie multiplechoicevragen en drie open vragen.
1 Inleiding In wetten worden veel zaken geregeld: studiefinanciering, de huur van een studentenkamer, de koop van studieboeken en kleding, maar ook verkeersregels en belastingheffing. Hiermee en met vele
Nadere informatieSamenvatting Maatschappijleer Maatschappijleer voor jou Hoofdstuk 3 Politiek
Samenvatting Maatschappijleer Maatschappijleer voor jou Hoofdstuk 3 Politiek Samenvatting door een scholier 1027 woorden 10 augustus 2010 5,3 17 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer 3. Politiek 3.1. Keuzes
Nadere informatieGrondwet van de Tweede Republiek der Nederlanden Neerlandiæ
Grondwet van de Tweede Republiek der Nederlanden Neerlandiæ De Republiek der Nederlanden, verenigd in een micronatie sinds de uitroeping van de Unie van Utrecht 2007, beseffend dat een grondige hervorming
Nadere informatieSamenvatting Maatschappijleer Politieke beluistvorming
Samenvatting Maatschappijleer Politieke beluis Samenvatting door een scholier 1711 woorden 16 februari 2005 4,3 19 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Begrippen politieke beslui Trias politica = Driedeling
Nadere informatieWat is een constitutie?
Wat is een constitutie? 2 Veel landen op de wereld worden op een democratische manier bestuurd. Een democratie staat echter niet op zichzelf. Bij een democratie hoort namelijk een rechtsstaat. Democratie
Nadere informatieSamenvatting Geschiedenis Samenvatting Staatsinrichting hoofdstuk 1 VMBO
Samenvatting Geschiedenis Samenvatting Staatsinrichting hoofdstuk 1 VMBO Samenvatting door Marieke 1467 woorden 30 april 2015 7,4 34 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Werkplaats Hoofdstuk 1: Het
Nadere informatieCommissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten
Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 14 december 2009 ADVIES 2009-78 Advies uit eigen beweging over de gevolgen voor de openbaarheid
Nadere informatieTijd van pruiken en revoluties 1700 1800
Onderzoeksvraag: Hoe probeerde men tijdens de Franse Revolutie enkele Verlichtingsidealen in praktijk te brengen? Kenmerkende aspect: De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies
Nadere informatiefilosofie havo 2016-II
Opgave 3 2025: een ruimte-utopie 11 maximumscore 3 een uitleg dat een maatschappelijk verdrag een oplossing is voor een onhoudbare/onwenselijke natuurtoestand 1 een uitleg dat de kolonisten zich wel in
Nadere informatieConstitutioneel recht
Constitutioneel recht Prof. mr. C.A.J.M. Kortmann Bewerkt door Prof. mr. P.P.T. Broeksteeg Prof. mr. B.P. Vermeulen Mr. C.N.J. Kortmann Zevende druk Kluwer a Wotters Kluwer business INHOUD AFKORTINGEN
Nadere informatieSamenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2 Politieke Besluitvorming
Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2 Politieke Besluitvorming Samenvatting door een scholier 1381 woorden 10 december 2006 6,3 3 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Maatschappijleer Periode 2 Hoofdstuk
Nadere informatieDE DEMOCRATIE-INDEX GROEP 1: 1815-1848. 3. Hebben alle partijen min of meer gelijke kansen in de campagneperiode?
DE DEMOCRATIE-INDEX GROEP 1: 1815-1848 ACHTERGRONDINFORMATIE PERIODE 1815-1848 DE EERSTE JAREN VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN Tussen 1795 en 1813 was Nederland overheerst geweest door de Fransen. In
Nadere informatieSamenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1
Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 Samenvatting door M. 1184 woorden 8 juni 2013 4 3 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Delphi Hoofdstuk 1 De staat kan wetten maken, regels die voor alle
Nadere informatieWat is een rechtsstaat?
Wat is een rechtsstaat? Nederlanders hebben veel vrijheid. We hebben bijvoorbeeld vrijheid van meningsuiting: we mogen zeggen en schrijven wat we willen. Toch heeft deze vrijheid grenzen. Zo staat er in
Nadere informatieSamenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming H9 en H10
Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming H9 en H10 Samenvatting door een scholier 1077 woorden 21 mei 2003 7,4 25 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Hoofdstuk 9 Knelpunten in het besluitvormingsproces
Nadere informatieVaak gestelde vragen. over het Hof van Justitie van de Europese Unie
Vaak gestelde vragen over het Hof van Justitie van de Europese Unie WAAROM EEN HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE (HVJ-EU)? Om Europa op te bouwen hebben een aantal staten (thans 28) onderling verdragen
Nadere informatieInhoud. Inleiding...4 Hoofdstuk 1 Het ontstaan van mensenrechten...6 Hoofdstuk 2 Dertig mensenrechten...14
Inhoud Inleiding...4 Hoofdstuk 1 Het ontstaan van mensenrechten...6 Hoofdstuk 2 Dertig mensenrechten...14 Inleiding Je hoort of leest vaak over mensenrechten. Maar kun je ook een paar mensenrechten opnoemen?
Nadere informatieTRACTATENBLAD VAN HET
72 (2009) Nr. 2 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2010 Nr. 96 A. TITEL Aanvullend Protocol bij het Europees Handvest inzake lokale autonomie betreffende het recht op participatie
Nadere informatieSamenvatting Geschiedenis Samenvatting Hoofdstuk 2
Samenvatting Geschiedenis Samenvatting Hoofdstuk 2 Samenvatting door Y. 1162 woorden 6 september 2012 10 1 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo 2.1 In Frankrijk regeerde absolute vorsten. Rond
Nadere informatieNederland is helemaal geen representatieve democratie
8 sept 2013 Nederland is helemaal geen representatieve democratie Politici in Nederland zeggen dat Nederland een representatieve democratie is. Dat roept een paar vragen op. Allereerst wat een representatieve
Nadere informatieSamenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming
Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming Samenvatting door een scholier 410 woorden 3 februari 2004 5,3 3 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Delphi Aantekeningen Hoofdstuk 2 Politieke
Nadere informatieInleiding tot het recht
1ste bach PSW Inleiding tot het recht Prof. Janvier Q uickprinter Koningstraat 13 2000 Antwerpen www.quickprinter.be R B08 3,50 Online samenvattingen kopen via www.quickprintershop.be Inleiding tot het
Nadere informatieMaatschappijleer par. 1!
Maatschappijleer par. 1 Iets is een maatschappelijk probleem als: 1. Het groepen mensen aangaat 2. Het samenhangt met of het is gevolg is van maatschappelijke verandering 3. Er verschillende meningen zijn
Nadere informatieHet begin van staatsvorming en centralisatie. Onderzoeksvraag; Hoe vond de staatsvorming van Engeland, Frankrijk en het hertogdom Bourgondië plaats?
Onderzoeksvraag; Hoe vond de staatsvorming van Engeland, Frankrijk en het hertogdom Bourgondië plaats? Voorbeeld 1: Engeland De bezittingen van de Engelse koning Hendrik II in Frankrijk rond 1180 zijn
Nadere informatieEUROPESE COMMISSIE TEGEN RACISME EN INTOLERANTIE
CRI(97)36 Version néerlandaise Dutch version EUROPESE COMMISSIE TEGEN RACISME EN INTOLERANTIE TWEEDE ALGEMENE BELEIDSAANBEVELING VAN DE ECRI: SPECIALE ORGANEN OP NATIONAAL NIVEAU GERICHT OP DE BESTRIJDING
Nadere informatieLandenspel. Duur: 30 minuten. Wat doet u?
Landenspel Korte omschrijving werkvorm: In deze opdracht wordt de klas verdeeld in vijf groepen. Iedere groep krijgt een omschrijving van een land en een instructie van de opdracht. In het lokaal moeten
Nadere informatieTIJD VAN PRUIKEN EN REVOLUTIES
TIJD VAN PRUIKEN EN REVOLUTIES Hoofdstuk 4 PARAGRAAF 4.1 Pruikentijd Standenmaatschappij De verlichting VERVAL EN RIJKDOM In de 17 e eeuw was Nederland het rijkste land ter wereld Van stilstand komt achteruitgang
Nadere informatieEindexamen filosofie vwo I
Opgave 3 Ramadan in de post-seculiere samenleving 12 maximumscore 4 verlichtingsfundamentalisme: laïciteit: verbannen van religie uit openbaar onderwijs en politiek 1 verlichtingsvijandig multiculturalisme:
Nadere informatieSamenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 6
Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 6 Samenvatting door M. 804 woorden 17 juni 2013 5,5 2 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Bronnen Samenvatting geschiedenis Hoofdstuk 6 Burgers en stoommachines,
Nadere informatieTom Van der Beken
Tom Van der Beken leerkrachttomvdb@gmail.com INHOUDSVRAGEN LEERSTOF 1. FRANKRIJK & LODEWIJK XIV 2. ENGLAND & GELOOF 3. ONDERZOEKSVRAAG Wat is de verhouding tussen VORSTEN en de STANDEN in England in 17de
Nadere informatiePuzzel Historische ontwikkelingen parlementair stelsel
Puzzel Historische ontwikkelingen parlementair stelsel Korte omschrijving Tijdens deze werkvorm spelen leerlingen kwartet, waarbij de kaarten over historische ontwikkelingen en veranderingen van ons parlementaire
Nadere informatieSchoolonderzoek II Geschiedenis Staat en Natie Tijdvak I 2014-2015
Schoolonderzoek II Geschiedenis Staat en Natie Tijdvak I 2014-2015 Dit schoolexamen bestaat uit 33 vragen. In totaal kun je hiervoor 54 punten halen. Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd
Nadere informatieBEGINSELVERKLARING. Vastgesteld door de 125 e algemene vergadering op 15 november 2008 te Rotterdam
BEGINSELVERKLARING Vastgesteld door de 125 e algemene vergadering op 15 november 2008 te Rotterdam 1. Missie en Visie De Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD) wil een Nederland waar mensen de ruimte
Nadere informatieInleiding tot Recht. Uit Praktisch Burgerlijk Recht
Inleiding tot Recht Uit Praktisch Burgerlijk Recht 1. Wat is recht? Een exacte definitie is niet te geven. Elke klassieke definitie bevat vier elementen: Gedragsregels, normen Doel = maatschappelijk leven
Nadere informatie5.9. Boekverslag door E woorden 23 oktober keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer
Boekverslag door E. 2025 woorden 23 oktober 2014 5.9 8 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Paragraaf 1: wat leer je bij maatschappijleer? Iets is een maatschappelijk probleem
Nadere informatieBrussel, 16 april 2003 (23.04) SECRETARIAAT
EUROPESE CONVENTIE Brussel, 16 april 2003 (23.04) SECRETARIAAT CONV 689/1/03 REV 1 CERCLE I 16 VERSLAG van: aan: Betreft: de voorzitter van de studiegroep Hof van Justitie de leden van de Conventie Aanvullend
Nadere informatieSamenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming, paragraaf 1 t/m 6
Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming, paragraaf 1 t/m 6 Samenvatting door een scholier 1199 woorden 12 januari 2005 7,9 31 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Maatschappijleer Hoofdstuk
Nadere informatieGeschiedenis Amerika en Frankrijk in de tijd van pruiken en revoluties: een overzicht. Een les van: Bor
Geschiedenis Amerika en Frankrijk in de tijd van pruiken en revoluties: een overzicht. Een les van: Bor Terugkijken: Bij de ene revolutie ontstaat een nieuw en onafhankelijk land. Vrijheid is voor de inwoners
Nadere informatie5,9. Samenvatting door een scholier 1292 woorden 15 februari keer beoordeeld. Maatschappijleer
Samenvatting door een scholier 1292 woorden 15 februari 2005 5,9 76 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Samenvatting Hoofdstuk 2 Politieke Besluitvorming Democratie bestaat uit 2 basisprincipes: Vrijheid
Nadere informatieTijd van pruiken en revoluties 1700 1800
Onderzoeksvraag: Op welke gebieden wilden de Verlichtingsfilosofen de bestaande maatschappij veranderen? Rationalisme = het gebruiken van gezond verstand (rede/ratio) waarbij kennis gaat boven tradities
Nadere informatieSamenvatting Filosofie Mensbeelden
Samenvatting Filosofie Mensbeelden Samenvatting door Sophie 819 woorden 27 oktober 2015 8,9 4 keer beoordeeld Vak Filosofie Plato (427 347 v.chr.) Als we ons op individuele katten richten, komen we nooit
Nadere informatieEindexamen maatschappijleer 2 vmbo gl/tl II
BEOORDELINGSMODEL Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt 1 punt toegekend. MASSAMEDIA 1 maximumscore 2 Juiste antwoorden zijn (twee van de volgende redenen): De opera s (programma s) zijn
Nadere informatieSamenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2
Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2 Samenvatting door D. 971 woorden 31 mei 2013 5,7 2 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo 1848 Censuskiesrecht Grondrechten Ministeriele verantwoordelijkheid
Nadere informatieMandaat en delegatie. mr. M.C. de Voogd
Mandaat en delegatie mr. M.C. de Voogd Artikel 1:1 Awb 1. Onder bestuursorgaan wordt verstaan: a. een orgaan van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld, of b. een ander persoon of college,
Nadere informatieSTATUUT VAN DE HAAGSE CONFERENTIE VOOR INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT
STATUUT VAN DE HAAGSE CONFERENTIE VOOR INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT De Regeringen van de hierna genoemde landen: De Bondsrepubliek Duitsland, Oostenrijk, België, Denemarken, Spanje, Finland, Frankrijk,
Nadere informatieMINISTERIE VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
MINISTERIE VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Nr. WJZ/2005/30013 (3764) (Hoofd) Afdeling DIRECTIE WETGEVING EN JURIDISCHE ZAKEN Nader rapport inzake het voorstel van wet houdende wijziging van de Wet
Nadere informatieZaak C-540/03. Europees Parlement tegen Raad van de Europese Unie
Zaak C-540/03 Europees Parlement tegen Raad van de Europese Unie Immigratiebeleid - Recht van minderjarige kinderen van onderdanen van derde landen op gezinshereniging - Richtlijn 2003/86/EG - Bescherming
Nadere informatieInterventie Syrië. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Afdeling Internationaal en Europees recht
Faculteit der Rechtsgeleerdheid Afdeling Internationaal en Europees recht Oudemanhuispoort 4-6 1012 CN Amsterdam Postbus 1030 1000 BA Amsterdam T 020 5252833 Interventie Syrië Datum 29 augustus 2013 Opgemaakt
Nadere informatieMachte^scheiding. Maarten T. Oosterhagen Gouda Quint. sanderc
Machte^scheiding Maarten T. Oosterhagen sanderc 2000 Gouda Quint Woord vooraf Inhoudsopgave V VII 1. Inleiding 1 Deell Machtenscheiding bij diverse auteurs, nadere vraagstelling 9 2. Locke, Montesquieu
Nadere informatieInhoudstafel. Hoofdstuk 1 Classificatie van kiesstelsels 37
Voorwoord 15 Inleiding 17 I. Eenheid in verscheidenheid 17 II. Verkiezingen en/in democratieën 21 III. Verkiezingen en verkiezingen is twee 23 IV. Waarom verkiezingen bestuderen? 30 V. Functies van kiesstelsels
Nadere informatieWerkboek klas 2 Hoofdstuk 3
Werkboek klas 2 Hoofdstuk 3 Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Marco Harmsen 13 oktober 2015 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/67292 Dit lesmateriaal is gemaakt
Nadere informatieEuropees Handvest inzake lokale autonomie
(Tekst geldend op: 04-02-2010) Europees Handvest inzake lokale autonomie (vertaling: nl) Europees Handvest inzake lokale autonomie PREAMBULE De Lidstaten van de Raad van Europa die dit Handvest hebben
Nadere informatieTijd van pruiken en revoluties 1700 1800
Onderzoeksvraag: Hoe probeerde men tijdens de Franse Revolutie enkele Verlichtingsidealen in praktijk te brengen? Kenmerkende aspect: De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies
Nadere informatieHistorische context. Verlich/ngsideeën en de democra/sche revolu/es
Historische context Verlich/ngsideeën en de democra/sche revolu/es 1650 1848 Kenmerkende aspecten 23. Het streven van vorsten naar absolute macht 26. Wetenschappelijke revolu/e 27. Ra/oneel op/misme en
Nadere informatieFaculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam
Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam T 020 535 2637 Advies Luchtaanvallen IS(IS) Datum 24 september 2014 Opgemaakt door Prof. dr. P.A. Nollkaemper
Nadere informatie2. In het arrest van 20 september 2001 heeft het Hof uitspraak gedaan over twee prejudiciële vragen die respectievelijk betrekking hadden op:
Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 11 juni 2002 (26.06) (OR. fr) PUBLIC 9893/02 Interinstitutioneel dossier: 2001/0111 (COD) LIMITE 211 MI 108 JAI 133 SOC 309 CODEC 752 BIJDRAGE VAN DE IDISCHE
Nadere informatieAuteurs SlimStuderen is altijd op zoek naar auteurs! Stuur je motivatie en cv naar info@slimstuderen.nl als je interesse hebt!
Voorwoord Dit is het overzicht van de studiestof Staatsrecht. Het gaat hier om een voorbeeldverslag. Dit overzicht is geschreven naar eigen inzicht van de auteur. Bij het maken van deze overzichten wordt
Nadere informatieSamenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2
Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2 Samenvatting door S. 1030 woorden 18 mei 2017 0 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Geschiedenis samenvatting H2 1: Wetenschappelijke Revolutie 17 e eeuw Kenmerken: Observeren
Nadere informatieEen democratie is een staatsvorm waarbij de bevolking direct of indirect invloed uitoefent op de politieke besluitvorming.
Samenvatting door L. 1165 woorden 13 januari 2013 4,8 12 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Maatschappijleer Hoofdstuk 3: Parlementaire democratie Paragraaf 1 t/m 4 1; Wat is politiek? Deelvraag: Wat
Nadere informatieGROTE-LIJN-OVERZICHT VAN TIJDVAKKEN BEHANDELD IN LEERJAAR 1
GROTE-LIJN-OVERZICHT VAN TIJDVAKKEN BEHANDELD IN LEERJAAR 1 Tijdvak Jagers en boeren; van de eerste mensen 3000 v. C. prehistorie; van de eerste mensen - 3000 v.c. Samenlevingstype: eerst jagers/verzamelaars,
Nadere informatieSamenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3
Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 Samenvatting door een scholier 1669 woorden 17 januari 2005 5,6 10 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Hoofdstuk 3: de Franse Revolutie. Paragraaf 1: het oude Koninkrijk.
Nadere informatieBestuurslagen in Nederland rijksoverheid provinciale overheid gemeentelijke overheid
Vak Maatschappijwetenschappen Thema Politieke besluitvorming (katern) Klas Havo 5 Datum november 2012 Hoofdstuk 4 Het landsbestuur (regering en parlement) Het Koninkrijk der Nederlanden bestaat uit vier
Nadere informatieAFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN
AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN Jaargang 2014 No. 47 Landsverordening van de 2 de juli 2014, tot wijziging van de Sanctielandsverordening inzake de wijze van implementatie van vastgestelde sanctieverordeningen
Nadere informatieHET STAATSRECHT VAN INDONESIË
PROF. DR J. H. A. LOGEMANN HET STAATSRECHT VAN INDONESIË HET FORMELE SYSTEEM DERDE, HERZIENE DRUK N.V. UITGEVERIJ W. VAN HOEVE - S-GRAVENHAGE, BANDUNG 1955 INHOUD INLEIDING 1 DE STAAT ALS ORGANISATIE 17
Nadere informatieVerdrag betreffende de vrijheid tot het oprichten van vakverenigingen en de bescherming van het vakverenigingsrecht, San Francisco,
Verdrag betreffende de vrijheid tot het oprichten van vakverenigingen en de bescherming van het vakverenigingsrecht, San Francisco, 09-07-1948 (vertaling: nl) Verdrag No. 87 betreffende de vrijheid tot
Nadere informatieArtikel 1. Artikel 2. Artikel 3
Artikel 1 1. Dit verdrag is van toepassing op de erkenning en tenuitvoerlegging van scheidsrechterlijke uitspraken, gewezen op het grondgebied van een andere Staat dan die waar de erkenning en tenuitvoerlegging
Nadere informatieDoe mee en test je kennis. Stuur je antwoorden naar mij en ik informeer je over de scoren.
Quiz over politiek, Europa en staatsrechtelijke spelregels Toelichting In de periode 2008-2010 werkte ik als staatsrechtjurist binnen het projectteam versterking Grondwet bij het Miniserie van BZK. Dit
Nadere informatieProeftoets E1 vwo 4. 1 Wat is een waarde en wat is een norm? I. Liefde. II. Regels. III. Veiligheid. IV. Plicht.
1 Wat is een waarde en wat is een norm? I. Liefde. II. Regels. III. Veiligheid. IV. Plicht. A. I en II zijn waarden; III en IV zijn normen. B. I en III zijn waarden; II en IV zijn normen. C. I en II zijn
Nadere informatieMasterclass Toezicht op en in de financiële sector
Masterclass Toezicht op en in de financiële sector ALGEMEEN KADER STAATSRECHT PROFMR LODEWIJK ROGIER 19 MAART 2019 1 STAATSRECHT 2 RECHTSSTAAT 3 CONCORDANTIEBEGINSEL 4 BESTUURLIJKE HANDHAVING ALGEMEEN
Nadere informatieEen verkenning van de grondslagen van het ne bis in idem beginsel in het Belgisch belastingrecht
Een verkenning van de van het ne bis in idem beginsel in het Belgisch belastingrecht Prof. dr. Anne Van de Vijver 17 november 2015 Overzicht Inleiding - Probleemstelling: dubbele belasting - Rechtstheoretisch
Nadere informatiePUBLIC. Brussel, 29 oktober 2003 (05.11) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 13967/03 LIMITE JUSTCIV 208 TRANS 275
Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 29 oktober 2003 (05.11) 13967/03 LIMITE PUBLIC JUSTCIV 208 TRANS 275 NOTA van: het voorzitterschap aan: het Comité burgerlijk recht (algemene vraagstukken)
Nadere informatieopleiding BOA Wet op de rechterlijke organisatie
Deze reader geeft een overzicht van de die zijn genoemd, versie juni 2005. Hoofdstuk 2. Rechtspraak Afdeling 1. Algemene bepalingen Artikel 2 De tot de rechterlijke macht behorende gerechten zijn: a. de
Nadere informatieVerkiezingen - Methodologie
Verkiezingen - Methodologie Verkiezingen - Methodologie... 1 1. Gemeenteraadsverkiezingen... 2 2. Verkiezingen voor het parlement van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest... 3 3. Verkiezingen van de Brusselse
Nadere informatieProeftoets E2 vwo4 2016
Proeftoets E2 vwo4 2016 1. Wat zijn de twee belangrijkste redenen om rechtsregels op te stellen? A. Ze zijn een afspiegeling van wat het volk goed en slecht vindt en zorgen voor duidelijke afspraken om
Nadere informatie