Ons kenmerk Inlichtingen bij Doorkiesnummer Den Haag DMO-K-U Onderwerp Bijlage(n) Uw brief Invoering Wmo 1 2 april 2007

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Ons kenmerk Inlichtingen bij Doorkiesnummer Den Haag DMO-K-U Onderwerp Bijlage(n) Uw brief Invoering Wmo 1 2 april 2007"

Transcriptie

1 Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG Ons kenmerk Inlichtingen bij Doorkiesnummer Den Haag DMO-K-U Onderwerp Bijlage(n) Uw brief Invoering Wmo 1 2 april 2007 Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van de Kamerleden van de vaste commissie VWS in de Tweede Kamer (allen) over de invoering van de Wmo. De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, mw. dr. J. Bussemaker Postbus EJ DEN HAAG Telefoon (070) Fax (070) Bezoekadres: Correspondentie uitsluitend Parnassusplein 5 richten aan het postadres 2511 VX DEN HAAG met vermelding van de datum en het kenmerk van deze brief Internetadres:

2 Antwoorden op kamervragen van de Kamerleden van de vaste commissie VWS over de invoering van de Wmo. (2007Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.) Vragen CDA-fractie 1. Wanneer wordt de SCP-rapportage/monitor aan de Kamer gestuurd? Antwoord 1 Ervan uitgaande dat met de vraag zowel het evaluatierapport over de Wmo als de jaarlijkse monitoring van de Wmo bedoeld wordt, geldt dat wat betreft de evaluatie de wet stelt dat de eerste evaluatie binnen drie jaar moet zijn afgerond. U kunt de rapportage over 2007 en 2008 eind 2009 verwachten. Ik heb overeenstemming met het SCP over de opzet van de evaluatie. Nu richten wij ons op de nadere inhoud en fasering van het onderzoek en op de beschikbaarheid van informatiebronnen. In de volgende voortgangsrapportage zal ik u hierover berichten. De monitor van de Wmo zal ik met ingang van 2008 jaarlijks in het najaar publiceren. In deze monitor wordt onder andere inzicht gegeven in de wijze waarop de Wmo wordt uitgevoerd naar prestatievelden en als besturingssysteem. Hierbij zal ik gebruik maken van de gegevens over prestaties en tevredenheid, die gemeenten op basis van artikel 9 van de Wmo jaarlijks voor 1 juli aanleveren. 2. Tijdens de begrotingsbehandeling is verzocht om een totaaloverzicht van het verloop van de aanbestedingen in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Is een complete tussenstand van hoe de aanbesteding is verlopen beschikbaar en zo ja, kan de Kamer deze ontvangen? Antwoord 2 Ik heb onderzoeksbureau Research voor Beleid onderzoek laten doen naar het verloop en de uitkomsten van de aanbesteding van de hulp bij het huishouden (HH). De rapportage van het onderzoek heb ik als bijlage meegestuurd met de Voortgangsrapportage Wmo. In de Voortgangrapportage ga ik nader in op de uitkomsten van het onderzoek. 3. Kan de staatssecretaris toelichten hoe de verhouding is tussen de indicaties voor huishoudelijke verzorging 1 en huishoudelijke verzorging 2? Hoe zijn deze verhoudingen ten opzichte van voorgaande jaren en leidt dit tot een toename van het aantal alphahulpen? Antwoord 3 Uit informatie van het CIZ, van Wmo-raden en van gemeenten komt naar voren dat de verhouding in indicaties voor HH1 en HH2 sinds 1 januari % respectievelijk 15% bedraagt. Volgens het CIZ komt dit beeld overeen met de indicaties in In 2006 werd bij de indicatiestelling weliswaar geen onderscheid gemaakt naar HV1 en HV2 maar werden activiteiten geïndiceerd. Deze geïndiceerde activiteiten kunnen vervolgens worden vertaald naar HH1 en HH2. Op basis van deze vertaalslag blijkt dat de verhouding in 2007 niet veranderd is ten opzichte van De indicatiestelling is dan ook niet de oorzaak van de toename van het aantal alphahulpen. Doordat gemeenten andere afspraken met aanbieders hebben dan zorgkantoren, namelijk dat de geïndiceerde HH1 en HH2 wordt geleverd, heeft dit wel geleid tot een toename van de inzet van HH1. In de AWBZ kwam het voor dat in plaats van de geïndiceerde activiteiten HV1, er toch HV2 werd geleverd.

3 4. In het amendement Joldersma/Bussemaker (30800 XVII, nr. 68) is 20 miljoen euro vrijgemaakt voor een zorgwerkersprogramma, waardoor medewerkers die (tijdelijk) zonder werk zitten na bijscholing ingezet kunnen worden als zorgwerkers in verpleging en verzorging. Hoe wordt dit bedrag ingezet? Antwoord 4 Op 29 maart jongstleden heeft op mijn initiatief een bestuurlijk overleg plaatsgevonden over de uitwerking van het amendement Joldersma/Bussemaker met vertegenwoordigers van gemeenten (VNG), werkgevers (Actiz) en werknemers (Abvakabo FNV en CNV Publieke Zaak). In dit overleg heb ik partijen aangesproken op de verantwoordelijkheid die iedereen heeft voor de gevolgen op de arbeidsmarkt. Werknemers en werkgevers hebben toegezegd dat er een regionaal meldpunt/schakelpunt wordt opgezet om in kaart te brengen of en in welke mate medewerkers gedwongen worden een alpha contract te accepteren en/of er gedwongen ontslagen vallen. Met genoemde partners werk ik aan een concreet programma met als hoofddoel het behouden van medewerkers voor de zorg. De maatregelen kunnen bestaan uit een loonsuppletie ter voorkoming van alphahulpcontracten of uit bijscholing bij gedwongen ontslag. Vragen PvdA-fractie 5. De staatssecretaris heeft een onderzoek laten uitvoeren naar de Europees-juridische noodzaak van de verplichte aanbesteding van huishoudelijke verzorging. Zijn er al (voorlopige) resultaten bekend van dit onderzoek en zo ja, welke gevolgen heeft dit voor gemeenten, zorgvragers en zorgaanbieders? Antwoord 5 Ik heb juridisch advies ingewonnen over de noodzaak van aanbesteden. Het antwoord op deze vraag is ja: gemeenten moeten de hulp bij het huishouden inkopen volgens de Europese aanbestedingsrichtlijn. Alleen als gemeenten de hulp bij het huishouden als gemeentelijke dienst (dus in publieke uitvoering) organiseren, is aanbesteding volgens de Europese richtlijn niet aan de orde. Daarbij zij gewezen op artikel 10 van de Wmo, waarin staat dat gemeenten de uitvoering zoveel mogelijk door derden laat verrichten. Dit artikel maakt het voor gemeenten in principe mogelijk om een eigen gemeentelijke dienst op te richten. Voor zover mij bekend heeft geen enkele gemeente dit gedaan. Indien zij dit niet doen, dan zullen zij de dienstverlening op de markt inkopen, waarbij de aanbestedingsregels voor overheidsopdrachten altijd van toepassing zijn. 6. Zorgaanbieders hebben in diverse gemeenten onder de kostprijs aanbesteed, een en ander in de strijd om de opdrachten. Heeft de staatssecretaris een geobjectiveerd beeld van de omvang van dit fenomeen? Antwoord 6 Uit het onderzoek van Research voor Beleid naar de aanbestedingen blijkt dat het uurtarief voor HH1 in het merendeel van de geïnterviewde gemeenten tussen de 14 en 15,50 euro ligt. Enkele gemeenten hanteren een hoger uurtarief met als maximum euro. Het uurtarief voor HH2 varieert tussen de 20 en 23 euro met als maximum euro. Sommige gemeenten hanteren een gemiddelde prijs voor HH1 en HH2. Deze prijs ligt gemiddeld tussen 17 en 19 euro. In hoeverre deze tarieven onder de kostprijs liggen kan ik niet beoordelen. Gemiddeld liggen de tarieven wel lager dan de CTG-tarieven.

4 7. Is de staatssecretaris tevreden over de wijze waarop de Wmo-middelen op basis van het Cebeon-model zijn verdeeld onder gemeenten? Doen zich in specifieke gemeenten onevenredig negatieve financiële problemen voor als gevolg van de gehanteerde verdeelsleutel ofwel als gevolg van de indexering op basis van het jaar 2005 (en eventuele tussentijdse vraagstijgingen)? 8. Heeft de staatssecretaris gemeenten inmiddels conform de door de Kamer aanvaarde motie Mosterd c.s. (30131, nr. 118) extra moeten compenseren, omdat de uitgaven in 2007 voor de hun opgedragen taken ( ) een afwijking laten zien van meer dan 10 procent van de historische uitgaven voor de HHZ in het ijkjaar 2005? 9. Op welke wijze is gestalte gegeven aan het verzoek van de Kamer om voor 1 maart 2007 verslag te doen van de financiële gevolgen van invoering van de Wmo voor gemeenten? Antwoord 7, 8, 9 Het verdeelmodel voor het budget 2007 gaat uit van de historische verdeling van de middelen voor huishoudelijke verzorging, op basis van het ijkjaar Het is de bedoeling, dat deze verdeling geleidelijk in enkele jaren omgezet wordt naar een objectieve verdeling van middelen onder gemeenten. Het door Cebeon ontwikkelde verdeelmodel is vervolgens door een ander bureau (i.c. KPMG) getoetst en betrouwbaar bevonden. Dit hoeft echter niet te betekenen, dat deze verdeling geen effecten heeft bij individuele gemeenten. Daarom is gekozen voor een meerjarig ingroeitraject met inachtneming van de spelregels van het Gemeentefonds (nl maximaal verschil 15 per inwoner per jaar). Bij de verdeling van de Wmo-middelen 2007 over gemeenten, zoals zichtbaar geworden in de mei-circulaire 2006 van BZK aan de gemeenten, zijn bij sommige gemeenten ook financiële knelpunten zichtbaar geworden. Deze hebben te maken met mogelijke verschillen tussen het berekende historische budget op basis van ijkjaar 2005 en de in gemeenten in 2006 geleverde huishoudelijke verzorging. Als het gaat om de indexering zijn mij nog geen problemen bekend. Zoals ik uw Kamer eerder heb geschreven is deze indexering ruim. In het kader van de door de Kamer aanvaarde motie Mosterd is een onderzoek gedaan naar de ontwikkeling van de uitgaven voor huishoudelijke verzorging van 2005 naar 2006 in gemeenten. Hieruit blijkt dat in 2006 circa 70 gemeenten minimaal 10% meer kosten hebben dan in De motie vraagt om het aanpassen van de budgetten voor het meerdere. Voor deze circa 70 gemeenten gaat het om een bruto bedrag van tussen de 5 en 10 mln. Ik zal bezien hoe ik dat verwerk. Omdat de gegevensverzameling t.b.v. de motie Mosterd meer tijd vergde, rapporteer ik uw Kamer over de motie Mosterd in de voortgangsrapportage t.a.v. de Wmo. 10. De zorgaanbieders die onder de kostprijs hebben aanbesteed voor huishoudelijke verzorging 1 (HV1), dachten het verlies te kunnen compenseren met de huishoudelijke verzorging 2 (HV2). Nu massaal bijna alleen HV1 blijkt te worden geïndiceerd, worden door de zorgaanbieders de kosten gedrukt door het verminderen van management, maar ook door het snijden in werkbegeleiding, collegiaal overleg en bijvoorbeeld deskundigheidsbevordering. Heeft de staatssecretaris mogelijkheden voor controle op de daadwerkelijke uitvoering kwaliteitsnormen, en ook van de reeds gecertificeerde instellingen? Antwoord 10 De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) zal volgens de methoden en procedures zoals die voor de HV in de AWBZ golden toezicht houden aan de hand van een kwaliteitskader

5 voor verantwoorde huishoudelijke verzorging. Dit kader geldt voor álle instellingen, ook de gecertificeerde. 11. Een ander gevolg van de massale HV1 in plaats van HV2 indicaties is, dat thuiszorgorganisaties teveel verzorgenden in dienst hebben. Heeft de staatssecretaris signalen ontvangen dat sommige instellingen deze verzorgenden de keuze voorleggen óf ontslagen te worden, óf een contract als alphahulp te accepteren? Ziet u mogelijkheden om deze ontwikkeling te beïnvloeden? Antwoord 11 Er zijn signalen die erop wijzen dat thuiszorgmedewerkers gedwongen worden een alphahulpconstructie te accepteren, hoewel betrouwbare gegevens ontbreken. Op mijn initiatief zijn met werkgevers, werknemers en de VNG in dit kader een aantal afspraken gemaakt. In dit overleg is nogmaals vastgesteld dat alle drie partijen een eigen verantwoordelijkheid hebben voor de gevolgen op de arbeidsmarkt. Werknemers en werkgevers hebben toegezegd dat er een regionaal meldpunt/schakelpunt wordt opgezet om in kaart te brengen of en in welke mate medewerkers gedwongen worden een alpha contract te accepteren en/of er gedwongen ontslagen vallen. Als genoemde partijen het bovenstaande uit weten te werken in concrete en werkbare afspraken dan ben ik bereid om de middelen uit het amendement Joldersma/Bussemaker in te zetten. Op basis van de objectieve gegevens uit het schakelpunt kunnen deze middelen ingezet worden om zoveel mogelijk medewerkers voor de zorg te behouden. Medewerkers in de thuiszorg zullen goed voorgelicht worden wat voor hen de consequenties zijn als hun dienstverband wordt omgezet in een alphacontract. Voor medewerkers die gedwongen ontslagen worden komt er scholing beschikbaar die erop gericht deze medewerkers elders in de zorg aan de slag te laten gaan. Werkgevers hebben toegezegd in dit soort gevallen een baangarantie af te geven. Ook de gemeenten zullen bijdragen om zoveel mogelijk medewerkers voor de zorg te behouden. 12. In hoeverre hebben gemeenten in het aanbestedingsbestek werknemer-volgt-werk verplichtingen opgenomen, waarmee wordt gegarandeerd dat nieuw gegunde instellingen het personeel overnemen van de voormalige aanbieders? In hoeverre hebben in gemeenten waar dit niet het geval is geweest, gedwongen ontslagen onder thuiszorgmedewerkers plaatsgevonden? Hebben die gemeenten die niet voor het werknemer-volgt-werk-principe hebben gekozen dit gedaan omdat ze niet van deze mogelijkheid op de hoogte waren of waren er andere redenen? Antwoord 12 Uit het onderzoek van Research voor Beleid naar de aanbestedingen blijkt dat ruim een kwart van de ondervraagde gemeenten in het bestek eisen aan het overnemen van personeel had opgenomen. In hoeverre sprake is geweest van gedwongen ontslagen in gemeenten waar deze eis niet in het bestek was opgenomen is niet exact aan te geven. Zoals ik ook heb beantwoord op de vorige vraag, wordt momenteel door een schakelpunt objectieve informatie verzameld. Mijn beeld is in ieder geval niet dat de invoering van de Wmo op grote schaal tot gedwongen ontslagen heeft geleid. Verder vragen deze leden naar de redenen waarom gemeenten niet gekozen hebben voor het werknemer-volgt-werk principe. Deze vraag maakte geen onderdeel uit van het onderzoek van Research voor Beleid. 13. Om de continuïteit van de zorg te handhaven bieden thuiszorgorganisaties die in de aanbestedingsrondes niet gecontracteerd zijn hun cliënten aan de huishoudelijke hulp via een persoonsgebonden budget (pgb) zelf te contracteren. Hoe groot is het percentage

6 gecontracteerde huishoudelijke hulp op basis van een pgb ten opzichte van de zorg in natura? Kan worden toegelicht welke arbeidsrechtelijke consequenties dat heeft voor de werkernemers in de zorg? Antwoord 13 De constatering dat er thuiszorgorganisaties zijn die in de aanbestedingsrondes niet gecontracteerd zijn, waarbij hun cliënten voor de hulp bij het huishouden via een persoonsgebonden budget (pgb) nu zelf deze thuiszorgorganisatie contracteren, is juist. Op welke schaal overgangscliënten zijn overgestapt van zorg in natura naar pgb is mij niet bekend. Wat betreft de vraag welke arbeidsrechtelijke consequenties deze pgb-constructie heeft voor de werknemers in de zorg het volgende. Ervan uitgaande dat deze werknemers in dienst zijn van de thuiszorgorganisatie maakt het voor hen arbeidsrechtelijke positie niet uit of zij via een pgb dan wel via zorg in natura worden ingehuurd. 14. Hoe zorgen gemeenten er voor dat de keuze tussen zorg in natura en een pgb een reële keuze is? Wordt altijd een pgb-mogelijkheid geboden conform de Wmo, dus ook wanneer er algemene voorzieningen bestaan? Zijn burgers in staat om met de door de gemeenten vastgestelde pgb-hoogte, daadwerkelijk die zorg in te kopen waar zij op basis van de indicatie recht op hebben? Antwoord 14 In antwoord op de vragen over de wijze waarop het pgb wordt ingevuld op lokaal niveau wil ik allereerst opmerken dat de wet op dit punt heel duidelijk is. Gemeenten zijn verplicht voor individuele voorzieningen de keuze tussen een voorziening in natura of een pgb te bieden tenzij hiertegen overwegende bezwaren bestaan. De hoogte van een pgb moet vergelijkbaar zijn met de voorziening in natura en toereikend zijn. De gemeenten hebben immers een compensatieplicht. Of ze de beperking nu in natura of met een pgb compenseren, dat maakt hiervoor geen verschil. De invulling van het pgb is binnen de kaders van de wet een lokale aangelegenheid. Mochten er twijfels bestaan of een pgb een reële keuze is of dat het pgb voldoende is om hulp in te kopen, is uiteindelijk aan de rechter om te beoordelen. Uit de vele antwoorden die de Helpdesk invoering Wmo over het pgb heeft gegeven, blijkt dat gemeenten serieus en voortvarend met het pgb aan de slag zijn gegaan. Bij de meeste gemeenten zijn de verordeningen en beleidsregels vastgesteld en is daarin de mogelijkheid van het pgb opgenomen. Slechts enkele gemeenten zullen de verordeningen - overeenkomstig het overgangsrecht - dit jaar op orde brengen. Voor veel gemeenten is het pgb een nieuw fenomeen en uit de binnengekomen vragen blijkt dan ook dat het vinden van een reële inschatting van de hoogte van een pgb voor zowel hulp bij het huishouden als voor overige individuele voorzieningen lastig is maar weloverwogen ter hand is genomen. Zoals gezegd zijn gemeenten gehouden de hoogte van een pgb zodanig te bepalen dat dit vergelijkbaar is met de natura voorziening. Mij zijn signalen bekend dat gemeenten de hoogte van het pgb uitdrukken in percentages. Vermoedelijk hebben deze gemeenten de redenering die gehanteerd wordt in de AWBZ overgenomen en op dit moment op overgangscliënten van toepassing is. In de AWBZ is de hoogte van een pgb 75% van het Ctg-tarief. Een budgethouder hoeft namelijk geen overheadkosten te betalen die voor instellingen die zorg in natura leveren wel aan de orde zijn. Incidenteel bereiken mij signalen dat een pgb niet toereikend zou zijn voor het betalen van een hulp in het huishouden. Hiervoor staat de bezwaar- en beroepsprocedure open op grond van de Awb.

7 15. Kan de staatssecretaris toelichten hoe het is gesteld met de kwaliteit en de betrouwbaarheid van de indicatiestellingen? 16. Is het waar dat het criterium regie kunnen voeren op het eigen leven door de indicatiestellers niet goed wordt meegewogen, waardoor te vaak HV1 in plaats van HV2 wordt geïndiceerd? Antwoord 15 en 16 Nagenoeg alle gemeenten hebben afspraken gemaakt met het CIZ. Deze afspraken variëren van vergaande samenwerking waarbij het CIZ alle indicaties verricht tot een signaleringsfunctie tussen Wmo en AWBZ. Ruim 200 gemeenten maken bij de indicatiestelling gebruik van de beslisboom voor HH die door het CIZ is ontwikkeld. De beslisboom is zorgvuldig tot stand gekomen op basis van de ervaring die het CIZ bij de AWBZ-indicatiestelling HV heeft opgedaan. Met behulp van deze beslisboom kunnen gemeenten snel en eenvoudig zelf aanvragen voor HH afhandelen. Ingeval de beslisboom niet toereikend is voor een goede indicatie bijvoorbeeld in complexe gevallen vind er automatisch uitworp plaats en wordt de indicatiestelling overgedragen aan een indicatiebureau. Wat betreft het meewegen van het criterium regie kunnen voeren op het eigen leven waar deze leden naar vragen in verband met de indicatie voor HH1 en HH2 is het zo dat deze vraag expliciet is opgenomen in de beslisboom én op de juiste plek in het proces. Op het moment dat iemand niet zelf de regie kan voeren wordt óók HH2 geïndiceerd. Ik heb op dit moment geen reden om te twijfelen aan de kwaliteit van de indicatiestelling. 17. Heeft de staatssecretaris al gegevens beschikbaar over hoe de mensen die gebruik maken van de Wmo de overgang hebben ervaren? Antwoord 17 Voor de reactie van mensen op de overgang van de Wmo heb ik geïnformeerd bij de verschillende meldpunten die zijn ingesteld door Zorgbelang Nederland, de ouderenbonden en de CG-raad. Weliswaar worden op onderdelen knelpunten genoemd, maar is het volgens de CG-raad nog te vroeg om van een tendens te spreken. Daarnaast heb ik gesproken met cliëntenraden (Wmo-platforms) over hun eerste ervaringen. Het blijkt dat bij de meldpunten tot nu toe geen grote toeloop is geweest van mensen die ontevreden zijn. De mensen van cliëntenraden geven aan dat zij zich door de gemeenten betrokken voelden. Ook zij hadden tot dusver weinig concrete geluiden gehoord over de overgang. Ook uit het rapport van de SP blijkt dat een groot deel van de binnengekomen klachten niet per se gerelateerd zijn aan de overgang naar de Wmo. Ik wil echter benadrukken dat de Wmo pas 3 maanden van kracht is. 18. Heeft de staatssecretaris een beeld van de stand van zaken op andere prestatievelden van de Wmo? Hoeveel gemeenten zijn inmiddels klaar met de beleidskaders, waarin het beleid voor de komende jaren is weergegeven in het kader van de prestatievelden die betrekking hebben op de bevordering van sociale samenhang, de maatschappelijke deelname en het doelgroepenbeleid? Op welke wijze wordt kennis uitgewisseld over succes- en risicofactoren? Antwoord 18 Veel gemeenten hebben in het verleden al beleid geformuleerd ten aanzien van diverse prestatievelden in de Wmo. Zo zijn in veel gemeenten op eigen initiatief beleidsnota s en

8 plannen opgesteld rondom het vrijwilligersbeleid, het ouderenbeleid, het jeugdbeleid, het beleid rondom wonen, welzijn en zorg, de maatschappelijke opvang en het verslavingsbeleid. In het kader van de Wmo zijn gemeenten vanaf 1 januari 2007 verplicht om één keer per vier jaar één of meerdere plannen te maken ten aanzien van de prestatievelden in de Wmo. Dit plan moet in nauw overleg met burgers, cliënten en andere betrokken organisaties tot stand komen. Als gevolg van de extra beleidscapaciteit die nodig was voor de uitvoering van de nieuwe taken (hulp bij het huishouden) zijn de meeste gemeenten eind vorig jaar begonnen met de voorbereidingen voor het opstellen van het eerste vierjaarlijkse beleidsplan. In de wet is ook geen tijdstip genoemd waarop het vierjaarlijks beleidsplan klaar moet zijn. De verwachting is dat in de meeste gemeenten eind dit jaar het beleidsplan in de gemeenteraad zal worden vastgesteld. Een beperkt aantal gemeenten hebben hun beleidsplan reeds afgerond. Om de gemeenten te ondersteunen bij de totstandkoming van het beleidsplan is een speciale website ontwikkeld: Op deze website worden tips gegeven over de inhoud en de totstandkoming van het beleidplan Wmo. Deze informatie is onder meer gebaseerd op de ervaringen van de 26 pilotgemeenten die een experiment uitvoeren op één of meerdere prestatievelden in de Wmo. Daarnaast wordt er ook algemene informatie voor het opstellen van het beleidsplan gegeven via thematische handreikingen, periodieke nieuwsbrieven en de website Op deze website kunnen gemeenten ook hun nota s plaatsen, zodat andere gemeenten hier hun voordeel mee kunnen doen. 19. Heeft de staatssecretaris overleg gevoerd met de minster voor Wonen, Wijken en Integratie over de vraag hoe de Wmo als buurtwet een rol kan spelen in de aanpak van achterstandswijken? Antwoord 19 De Wmo is bij uitstek een geschikt kader om een rol spelen in de aanpak van achterstandswijken. De mogelijkheden zijn legio. Ik noem twee voorbeelden. De eerste is: bevorder verbindingen tussen burgers onderling en zorg voor sociaal cement, op de manier die de WRR voorstelt in het rapport Van verzorgingsstaat naar Verbindingsstad. Een bestendige aanpak van probleemwijken vraagt naast aandacht voor het verbeteren van de positie van individuele bewoners op terrein van wonen, werken, leren, integratie en veiligheid, ook expliciete aandacht voor de sociale samenhang tussen bewoners. Juist door het versterken van sociale verbindingen tussen bewoners en door het ondersteunen van bewoners om het weer zelf te doen kan een belangrijke meerwaarde in de aanpak van (achterstands)wijken worden bereikt. Ten tweede kunnen op basis van Wmo gemeenten gezamenlijk met andere partijen inzetten het generatiebestendig maken van de wijk. De diversiteit en daarmee ook de leefbaarheid van wijken neemt toe wanneer ouderen (autochtoon en allochtoon) langer in hun eigen wijk kunnen blijven wonen. 20. In hoeverre slagen de gemeenten er in een loket te realiseren dat voldoet aan de eisen die de Wmo stelt? Doen zich in sommige gemeenten problemen voor in de afstemming met bijvoorbeeld het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) en de zorgkantoren? Heeft de extra impuls van 5 miljoen euro, die uw ambtsvoorganger staatssecretaris Ross-van Dorp in het algemeen overleg van 26 oktober 2006 (30 131, nr. 124) aankondigde ten behoeve van de gegevensuitwisseling tussen zorgkantoren en gemeenten, er toe geleid dat gemeenten op tijd wisten welke mensen huishoudelijke hulp geboden moest worden?

9 Antwoord 20 De invoering van de Wmo is voor veel gemeenten voor zover zij dat nog niet hadden aanleiding om één loket te realiseren (Prestatieveld 3). In nagenoeg alle gemeenten zijn afspraken gemaakt met het CIZ en heb ik geen signalen dat zich hierbij problemen voordoen. Wat betreft de vraag of de 5 mln ten behoeve van de gegevensuitwisseling ertoe geleid heeft dat gemeenten op tijd wisten welke mensen huishoudelijke hulp geboden moest worden merk ik het volgende op. Met de genoemde 5 mln euro is een taskforce opgericht die gemeenten ook individueel - heeft ondersteund bij de gegevensoverdracht van de zorgkantoren. Ook heeft de taskforce een speciale tool ontwikkeld om de gegevens van de zorgkantoren op te schonen. Deze inspanning van zowel de taskforce, als van gemeenten, zorgkantoren en aanbieders heeft ertoe geleid dat bij de overgang naar de Wmo geen mensen die in de AWBZ huishoudelijke verzorging ontvingen tussen de wal en het schip terecht zijn gekomen. Vragen SP-fractie 21. De resultaten van de analyse naar aanleiding van de motie Mosterd c.s. (30131, nr. 118) zouden medio maart 2007 beschikbaar zijn. Zijn deze inmiddels beschikbaar en kunt u deze aan de Kamer doen toekomen? Zo neen, zijn deze resultaten in elk geval ruim voor 18 april a.s. beschikbaar voor de Kamer? 23. Wat is de uitkomst van de vergelijking van Cebeon wat betreft het verschil tussen het historisch budget en de uitkomsten van het geactualiseerde verdeelmodel en hoe zijn de besprekingen daarover met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en de fondsbeheerders verlopen? Antwoord 21 en 23 In de Voortgangsrapportage zal ik u nader over de uitkomsten van het onderzoek informeren. Op basis van de actuele onderzoeksgegevens uit dit onderzoek in het kader van de motie Mosterd zal tevens een nadere actualisatie van het Cebeon-verdeelmodel bezien worden. Daarbij worden de VNG en de fondsbeheerders (ministeries van BZK en Financiën) ook betrokken. Het streven is dit in de mei-circulaire te kunnen verwerken. 22. Het College voor Zorgverzekeringen (CVZ) en de zorgkantoren zouden de subsidieregelingen Wonen met zorg en zorgvernieuwingsprojecten GGZ opnieuw inventariseren omdat een aantal gemeentelijke bedragen uit de septembercirculaire niet overeen kwamen met de gegevens van de zorgkantoren. Is deze inventarisatie gereed en welke conclusies worden daaruit getrokken? Antwoord 22 De zorgkantoren hebben de gevraagde gegevens over 2004 aangeleverd en het CVZ heeft over de inventarisatie gerapporteerd. De geconstateerde verschillen in de gegevens voor diverse gemeenten zullen in de meicirculaire 2007 van het ministerie van BZK aan de gemeenten worden gecorrigeerd. 23. Wat is de uitkomst van de vergelijking van Cebeon wat betreft het verschil tussen het historisch budget en de uitkomsten van het geactualiseerde verdeelmodel en hoe zijn de besprekingen daarover met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en de fondsbeheerders verlopen? Antwoord 23 Zie antwoord op vraag 21.

10 24. Heeft u momenteel een redelijk beeld van de uitkomsten van de aanbesteding en kunt u de Kamer informeren over alle uitkomsten die nu bij u bekend zijn? Wanneer ontvangt de Kamer de aangekondigde arbeidsmarktbrief? Antwoord 24 Ik heb onderzoeksbureau Research voor Beleid onderzoek laten doen naar het verloop en de uitkomsten van de aanbesteding van de hulp bij het huishouden (HH). De rapportage van het onderzoek heb ik als bijlage meegestuurd met de Voortgangsrapportage Wmo. In de Voortgangrapportage ga ik nader in op de uitkomsten van het onderzoek. Ik stuur u voor de zomer, zo is mijn streven, nog een brief over de werkgelegenheid in de zorg. 25. Kunt u een overzicht geven van alle rechtszaken die zijn aangespannen en indien bekend de uitkomsten hiervan? Antwoord 25 Een totaal overzicht van alle rechtzaken is niet voor handen. Uit het onderzoek van Research voor Beleid naar de aanbesteding blijkt dat in 17% van alle gemeenten waar de gunning is afgerond, door een zorgaanbieder een kort geding is aangespannen tegen de gunning of wordt een kort geding verwacht. Doordat dit onderzoek geanonimiseerd is, heb ik geen overzicht met alle gemeenten waar een kort geding loopt, of gelopen heeft. Op basis van dit onderzoek kan ook niet worden vastgesteld wat de uitslag van het kort geding in gemeenten is. 26. Bent u ervan overtuigd dat er in alle gevallen sprake is van een afgewogen prijs- en kwaliteitsverhouding? Kunt u een zo goed mogelijk inzicht geven in de afgesproken tarieven, voor zowel alphahulp als HV2? Antwoord 26 Uit het onderzoek naar de aanbestedingen blijkt dat gemeenten bij de afweging kwaliteit gemiddeld genomen zwaarder hebben laten wegen dan prijs. Wat betreft de tarieven blijkt uit het onderzoek dat het uurtarief voor HH1 in het merendeel van de geïnterviewde gemeenten tussen de 14 en 15,50 euro ligt. Enkele gemeenten hanteren een hoger uurtarief met als maximum 18,50 euro. Het uurtarief voor HH2 varieert tussen de 20 en 23 euro met als maximum 24,50 euro. Sommige gemeenten hanteren een gemiddelde prijs voor HH1 en HH2. Deze prijs ligt gemiddeld tussen 17 en 19 euro. 27. Er komen steeds meer uitspraken van thuiszorginstellingen dat zij voor de afgesproken tarieven niet in staat zullen zijn de tot nu toe geleverde kwaliteit, te blijven leveren, wat is uw reactie hierop? Er zijn ook al uitspraken van thuiszorginstellingen dat ze niet in staat zullen zijn de afgesproken hoeveelheid zorg te leveren, wat vindt u daarvan? Antwoord 27 Het zijn primair de thuiszorginstellingen zelf die verantwoordelijk zijn voor het nakomen van de door hen gemaakte afspraken. Dat betreft zowel de afspraken over de kwaliteit en de afspraken over de te leveren hoeveelheid zorg. Op dit moment zijn mij geen situaties bekend waarin er onder de vereiste kwaliteit zorg wordt geleverd. De inspectie ziet toe op de kwaliteit van de geleverde ondersteuning. Gemeenten zijn er aan gehouden op basis van de compensatieplicht ondersteuning te bieden als de burger daarop is aangewezen. Er zijn mij

11 geen situaties bekend waarin gemeenten in de problemen zijn gekomen omdat instellingen hun afspraken niet na komen. 28. Wat vindt u van onderaannemingen en is het u bekend dat hierbij soms zeer lage tarieven worden gehanteerd, bijvoorbeeld van 6 euro per uur? Heeft u inzicht in de tarieven en het soort bedrijven waarmee in zee wordt gegaan en kunt u de Kamer hierover informeren? Zo neen, bent u bereid hier onderzoek naar te doen? Antwoord 28 Uit het onderzoek naar de aanbestedingen blijkt dat ruim de helft van de gemeenten werkt met onderaanbieders. Volgens gemeenten gelden als belangrijkste redenen voor aanbieders om onderaanbieders te contracteren voldoende capaciteit voor de uitvoering van de werkzaamheden of voldoende dekking voor het werkgebied genoemd. Daarnaast wordt voldoende aandacht voor en kennis van specifieke doelgroepen zoals mensen met een verstandelijke handicap en voldoende uitvoerend personeel met een bepaalde cultuur, taal en/of religie. Een lagere prijs wordt slechts een enkele keer genoemd. In sommige situaties hebben kleine lokale aanbieders ervoor gekozen niet mee te doen aan de gunning omdat ze hun scoringskans klein achtten of omdat ze niet werkzaam zijn in het hele werkgebied dat in een perceel werd aanbesteed. Deze kleine aanbieders zoeken vervolgens aansluiting als onderaanbieder bij grotere aanbieders. Gelet op bovenstaande redenen om onderaanbieders te contracteren zie ik geen redenen om hier negatief over te zijn en hier onderzoek naar te doen. 29. De VNG zou worden gevraagd in overleg te treden met relevante partijen over minimale normen voor verantwoorde huishoudelijke zorg. Hoe staat het daarmee? Antwoord 29 Onder voorzitterschap van de IGZ is een werkgroep op dit moment bezig een kwaliteitskader zodanig aan te passen dat er een meer effectief en efficiënt toezicht op verantwoorde hulp bij het huishouden mogelijk is. In deze werkgroep hebben zitting de VNG, brancheorganisaties, beroepsorganisaties, cliëntenorganisaties en VWS. Het kwaliteitskader wordt afgeleid van de reeds bestaande Normen voor verantwoorde zorg thuis. Overigens is in het kwaliteitskader Verantwoorde huishoudelijke verzorging geen sprake van minimale normen, maar van relatieve normen, die worden gekoppeld aan best practices. Zo leiden deze normen tot een verbeterslag in de zorg. Het kader zal in april voorlopig worden vastgesteld. Definitieve vaststelling vindt plaats als het is bijgesteld op grond van de ervaringen in pilots en besprekingen met de achterbannen. 30. De staatssecretaris zou met de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ/de inspectie) overleggen over het steekproefsgewijs controleren van de kwaliteit. De Kamer zou hierover worden geïnformeerd. Wanneer zal dat gebeuren? Antwoord 30 Als het voorlopig kader is vastgesteld zal de Kamer zo spoedig mogelijk geïnformeerd worden over het steekproefsgewijs controleren van de kwaliteit. 31. Er is op veel plaatsen in het land sprake van een forse verschuiving van HV2 naar HV1. Kunt u de cijfers van de indicatiestelling over het eerste kwartaal 2007 geven, met daarnaast de cijfers over het eerste kwartaal 2006, indien mogelijk per regio?

12 Antwoord 31 Uit informatie van het CIZ en van gemeenten komt naar voren dat de verhouding in indicaties voor HH1 en HH2 sinds 1 januari % respectievelijk 15% bedraagt. Volgens het CIZ komt dit beeld overeen met de indicaties in In 2006 werd bij de indicatiestelling weliswaar geen onderscheid gemaakt naar HV1 en HV2 maar werden activiteiten geïndiceerd. Deze geïndiceerde activiteiten kunnen vervolgens worden vertaald naar HH1 en HH2. Op basis van deze vertaalslag blijkt dat de verhouding in 2007 niet veranderd is ten opzichte van Het indicatieorgaan gaf tot 2007 vaak een algemene indicatie HV met een aantal uren zorg van bijvoorbeeld tussen 2 en 3,9 uur af. De thuiszorgorganisatie had de vrijheid deze zorg zo goed mogelijk in te vullen, naar behoefte van de gebruiker, dus HV1 of HV2 en 2, 3 of 4 uur. Is het waar dat er nu geen tussenkomst meer is van de thuiszorgorganisatie en dat de gemeente de indicatie van het indicatieorgaan direct overneemt? Wie bepaalt hierbij of HV1 of HV2 nodig is, het indicatieorgaan of de gemeente? Bent u van mening dat dit de taak is van het indicatieorgaan en dat de gemeente dit advies dient op te volgen? Er zijn signalen dat de gemeente deze adviezen niet opvolgt, wat vindt u daarvan? Antwoord 32 In de AWBZ gaf het CIZ een indicatie af voor de functie en de klasse. Indien de functie huishoudelijke verzorging werd geïndiceerd, werd daarbij geen onderscheid gemaakt tussen HV1 en HV2 maar werden de noodzakelijke activiteiten benoemd. Het aantal uren zorg werd in klassen met een zekere bandbreedte geïndiceerd. De thuiszorgorganisatie bepaalde vervolgens binnen een zeker kader welke zorg werd ingezet (HV1 of HV2) en het aantal uren zorg. Gemeenten hebben in het kader van de Wmo contracten afgesloten met aanbieders en hebben daar in veel gevallen afgesproken dat de aanbieder de geïndiceerde zorg levert. Als bijvoorbeeld op basis van de beslisboom HH1 wordt geïndiceerd, moet de aanbieder HH1 leveren en kan geen HH2 worden ingezet. Uit oogpunt van een goede inzet van publieke middelen vind ik het een goede zaak dat geen zwaardere zorg wordt ingezet dan uit oogpunt van compensatie noodzakelijk is. Het is aan de gemeente om invulling te geven aan de wijze waarop de indicatiestelling wordt georganiseerd. Om aan het compensatiebeginsel te kunnen voldoen, lijkt het mij daarbij voor de hand liggend dat gemeenten aansluiten bij het indicatieadvies. Mij bereiken geen signalen dat gemeenten indicatieadviezen niet opvolgen. 33. Er zijn veel gemeenten die in de contracten al een drastische wijziging in de verhouding HV1 en HV2 hebben vastgelegd, ten gunste van HV1, er daarbij dus van uitgaande dat er veel meer HV1 toegekend zal gaan worden. Wat vindt u hiervan? Bent u van mening dat de indicatiestelling hierdoor niet beïnvloed mag worden en de objectieve indicaties opgevolgd dienen te worden en dus ook betaald door de gemeenten? Antwoord 33 Niet de afspraken die in contracten gemaakt worden over de verhouding tussen gemeenten en aanbieders zijn leidend voor de zorgtoewijzing, maar de gestelde indicaties. Ik ben het eens met de leden van de SP-fractie dat dat inderdaad het geval moet zijn. 34. Is het u bekend dat veel indicatiestellingen per telefoon plaatsvinden? Vindt u het terecht dat deze wijze van indicatiestelling in Zeeland is teruggedraaid? Deelt u de mening dat indicatiestelling op afstand niet werkt en dat huisbezoeken nodig zijn? Bent u tevens van mening dat thuiszorgmedewerkers uitstekend in staat zijn vast te stellen welke zorg mensen nodig hebben en dat er geen sprake kan zijn van een zodanige mate

13 van over-indicatie die de gewijzigde verhoudingen van nu (in HV1 en HV2) kunnen rechtvaardigen? Antwoord 34 Ik vind het van belang dat aanvragen voor hulp bij het huishouden snel en adequaat worden afgehandeld. De beslisboom van het CIZ is daarbij een uitstekend hulpmiddel in die gevallen waarbij duidelijk is wat er aan de hand is en welke hulp daarbij nodig is. In die gevallen kan de indicatiestelling goed (doelmatig en klantgericht) via de telefoon worden verricht. Zodra de beslisboom niet toereikend is, vind uitworp plaats en is nader onderzoek noodzakelijk. Dit kan bijvoorbeeld een huisbezoek zijn en of het inwinnen van nader medisch advies. Wat betreft de vraag van deze leden of ook de thuiszorgmedewerkers in staat zijn om de benodigde zorg vast te stellen merk ik op dat het aan gemeenten is om het indicatietraject vorm te geven en als zij ervoor kiezen om dit onafhankelijk van de aanbieders te laten plaatsvinden dan begrijp ik dat. In Zeeland hebben aanbieders en gemeenten met elkaar afgesproken te bezien in welke situaties een indicatiestelling per telefoon wel of niet in de rede ligt. Het is aan partijen om hier vorm aan te geven. 35. Thuiszorginstellingen hanteerden vaak twee criteria, namelijk kan iemand zelf werkgever zijn en kan iemand in de vakantie of bij ziekte zonder hulp, indien twee keer neen was HV2 nodig. Vindt u deze criteria terecht? Indien deze criteria niet meer worden gehanteerd, kan dit dan een reden zijn dat er sprake is van een forse verschuiving HV1/HV2 en bent u dan van mening dat deze criteria wel gehanteerd moeten worden? Antwoord 35 Ik vind het van belang dat bij de indicatiestelling de mate van regie en zelfredzaamheid wordt vastgesteld. Indien sprake is van een verminderde regie of zelfredzaamheid, kan iemand mijns inziens geen werkgever zijn en is uit oogpunt van compensatie HH1 dan ook niet toereikend. Ook in de beslisboom van het CIZ wordt dit uitgangspunt gehanteerd. 36. Erkent u dat de enorme verschuiving van HV2 naar HV1 kan leiden tot een enorm tekort aan alphahulpen enerzijds en werkloze ervaren thuishulpen A en B anderzijds? Of gaan veel thuishulpen A en B werken als alphahulp en vindt u dat een goede ontwikkeling? Bent u ervan op de hoogte dat veel verzorgenden gedwongen worden tot deze keuze? Antwoord 36 Bij de levering van zorg is inderdaad een verschuiving van HH2 naar HH1 zichtbaar. Met u ben ik van mening dat het een ongewenste ontwikkeling is als thuishulpen A en verzorgenden B gedwongen worden volgens een alphahulpconstructie te werken. Ik heb dit punt besproken met de brancheorganisatie, vakbonden en VNG. Werknemers en werkgevers hebben onder meer toegezegd dat er een regionaal meldpunt/schakelpunt wordt opgezet om in kaart te brengen of en in welke mate medewerkers gedwongen worden een alpha contract te accepteren en/of er gedwongen ontslagen vallen. Als genoemde partijen het bovenstaande uit weten te werken in concrete en werkbare afspraken dan ben ik bereid om de middelen uit het amendement Joldersma/Bussemaker in te zetten. Op basis van de objectieve gegevens uit het schakelpunt kunnen deze middelen ingezet worden om zoveel mogelijk medewerkers voor de zorg te behouden. Medewerkers in de thuiszorg zullen goed voorgelicht worden wat voor hen de consequenties zijn als hun dienstverband wordt omgezet in een alphacontract. Voor medewerkers die gedwongen ontslagen worden komt er scholing beschikbaar die erop gericht deze medewerkers elders in de zorg aan de slag te laten gaan. Werkgevers hebben toegezegd in dit soort gevallen een

14 baangarantie af te geven. Ook de gemeenten zullen bijdragen om zoveel mogelijk medewerkers voor de zorg te behouden. 37. Erkent u dat de enorme verschuiving van HV2 naar HV1 ten koste zal gaan van zorgvragers en dat dit kan leiden tot eerdere opname in zorginstellingen? Antwoord 37 Indicaties voor hetzij HV1 hetzij HV2 komen onafhankelijk en objectief tot stand. Dus mocht er al een verschuiving plaatsvinden, harde cijfers zijn niet voor handen, dat gaat dat niet ten koste van de zorgvragers. De zorgvrager worden immers op objectieve gronden geïndiceerd en krijgen vervolgens de ondersteuning waarop zij zijn aangewezen. 38. Is het u bekend dat er instellingen zijn die de uurlonen voor alphahulpen hebben verlaagd, bijvoorbeeld van 12,20 naar 11 euro? Antwoord 38 Uit het onderzoek naar de aanbesteding blijkt dat het uurtarief waarvoor gemeenten HH1 hebben ingekocht voor het merendeel van de geïnterviewde gemeenten tussen de 14 en ligt. Mij is geen uurtarief van 11 euro bekend. 39. Heeft u inzicht of in alle gemeenten de mantelzorg is opgenomen in de compensatieplicht en hoe wordt omgegaan met mantelzorg in relatie tot de indicatiestelling? Zo neen, bent u bereid hier onderzoek naar te doen? Antwoord 39 Indien gemeenten gebruik maken van de beslisboom van het CIZ wijken de manier van indiceren niet af van de wijze waarop dit bij de AWBZ gebeurde. Met behulp van de beslisboom wordt vastgesteld welke ondersteuningsbehoefte nodig is. Daarnaast wordt in de beslisboom gekeken of en zo ja welke mantelzorg wordt geleverd zodat bij de inzet van de ondersteuning daarmee rekening kan worden gehouden. 40. Wat zijn de wachttijden bij het CIZ over het eerste kwartaal van 2007 voor wat betreft de AWBZ en de Wmo? Is het waar dat de verwerking van de Wmo-indicaties ten koste gaat van de AWBZ-indicaties? Antwoord 40 Gegevens over 2006 van het CIZ tonen verbeteringen aan waar het gaat om het wegwerken van achterstanden en het versnellen van de doorlooptijden. Er zou in het eerste kwartaal van 2007 een stijgende trend waarneembaar zijn in het aantal aanvragen als gevolg waarvan ook de werkvoorraad toeneemt. Ik heb het CIZ gevraagd òf en in welke mate er sprake is van een toename in de werkvoorraad, welke oorzaken daaraan ten grondslag liggen en, indien van een stijgende trend sprake is, welke maatregelen het CIZ heeft genomen om er zorg voor te dragen dat de cliënt tijdig wordt geïndiceerd. Ik zal u daarover informeren als deze gegevens beschikbaar zijn. 41. Is het waar dat het aantal uren toegewezen zorg afneemt doordat in plaats van bijvoorbeeld tussen de 2 en 3,9 uur zorg, 2 of 3 uur zorg wordt toegewezen? Bent u bereid hier onderzoek naar te doen?

15 Antwoord 41 In de AWBZ werd een bepaalde klasse geïndiceerd met een bandbreedte, bijvoorbeeld tussen de 2 en 3,9 uur zorg. In lang niet alle gevallen werd het maximale aantal uren geleverd. In het kader van de Wmo vind ik het van belang dat iemand het aantal uren zorg krijgt dat hij gezien zijn beperkingen en gelet op de compensatieplicht noodzakelijk is. Uitgangspunt voor mij is dat aan de compensatieplicht wordt voldaan. Ik zie vooralsnog geen probleem. 42. Hoe gaat u garanderen dat zorgvragers die in aanmerking komen voor de full-package indicatie geen last ondervinden van het uitstellen van de regeling, bijvoorbeeld wat betreft continuïteit van zorg? Antwoord 42 In de twaalfde voortgangsrapportage over het groot project modernisering AWBZ van 30 maart jl. heb ik u bericht over de voortgang rond het volledig pakket thuis (full package). Daarin heb ik aangegeven dat, nu de indicatiestelling gebaseerd op zorgzwaartepakketten later start, ik ook later zal starten met het volledig pakket thuis. Voor de overgrote meerderheid van de mensen met de indicatie verblijf is dat geen probleem: voor hen is het overgangsrecht Wmo van toepassing en draagt de gemeente zorg voor de huishoudelijke verzorging en de AWBZ voor de overige zorg. De gemeenten hebben daarvoor ook de middelen omdat het volledig budget voor de huishoudelijke verzorging in het kader van de Wmo in het gemeentefonds is gestort. Voor de groep nieuwe verblijfsgeïndiceerden, waarvan de verblijfsindicatie in 2007 is afgegeven, zal ik bestuurlijke afspraken maken met de VNG, zodat de gemeenten de huishoudelijke zorg voor deze mensen verzorgen, tot het volledig pakket thuis is ingevoerd. Op deze wijze wordt de continuïteit van zorg gegarandeerd. 43. Heeft u al nieuw inzicht over de werkelijke uitvoeringskosten en de aanloop- en implementatiekosten? Zijn de beschikbare bedragen hiervoor voldoende? Antwoord 43 Wat de aanloop- en implementatiekosten betreft is voor de jaren 2005 en 2006 in totaal 75 mln beschikbaar gesteld aan gemeenten. Mij zijn geen signalen bekend, dat dit bedrag niet voldoende is geweest. Voor de uitvoeringskosten is een bedrag van 67 mln per jaar beschikbaar gesteld. In het kader van het financiële arrangement is afgesproken, dat monitoring van de werkelijke uitvoeringskosten plaatsvindt. Indien de resultaten dan aanleiding geven, zal een aanpassing van het budget plaatsvinden. Met de VNG en de fondsbeheerders vindt momenteel overleg plaats over de opzet van het onderzoek naar de uitvoeringskosten. 44. In het voorjaar van 2007 zou er een reactie komen van de staatssecretaris over het rapport van CVZ over de MEE-organisaties, kan de Kamer deze nog voor 18 april a.s. verwachten? Antwoord 44: Nee, zoals ik in de voortgangsrapportage aangeef studeer ik momenteel op de mogelijkheden en vind ik zorgvuldigheid in dit traject belangrijker dan snelheid. Ik stuur mijn reactie dit voorjaar (mei/juni) aan de Kamer.

16 45. In de eigen bijdrage regeling voor de Wmo is geen regeling opgenomen voor mensen die verblijven in de maatschappelijke opvang en vrouwenopvanginstellingen. Moet hier ook niet een anti-cumulatiebeding voor komen en gaat u dit regelen? Antwoord 45 Het klopt dat de Wmo geen bepaling bevat over het heffen van eigen bijdragen voor mensen die verblijven in de maatschappelijke opvang en vrouwenopvanginstellingen. Dit was onder de Welzijnswet ook niet het geval. De wetgever heeft zo komt het mij voor geenszins beoogd de huidige praktijk te veranderen. Ik zal spoedig met betrokken partijen (zoals de VNG en Federatie Opvang) voor een regeling zorgen om eventuele onduidelijkheden te voorkomen. 46. Heeft u al inzicht in de nieuwe eigen bijdrage regelingen van de gemeenten? Zijn er veel gemeenten die voor woonaanpassing de nieuwe eigen bijdrage regeling hanteren waardoor gebruikers veel meer kwijt zijn dan het eenmalige bedrag van 55 euro? Antwoord 46 Uit de opgaven over de eigen bijdrageregeling, die gemeenten aan het CAK-BZ hebben gegeven, komt naar voren dat circa 95% van de gemeenten hun regeling voor de huishoudelijke hulp invullen conform de parameters van het besluit maatschappelijke ondersteuning en 5% andere waarden hanteren. Ten aanzien van de woningaanpassingen hanteert circa 80% van de gemeenten geen eigen bijdrage, terwijl 20% van de gemeenten het bedrag van 55 uit de voormalige WVG of een andere regeling hanteert. 47. Heeft iemand recht op Wmo-zorg indien hij bijvoorbeeld de zomer in een vakantiehuisje doorbrengt? Is het waar dat de gemeente te allen tijde zorgplicht heeft ongeacht waar de inwoner verblijft? Antwoord 47 Ik wil graag met het laatste deel van de vraag beginnen. De gemeente heeft een zorgplicht voor haar burgers. Het ligt voor de hand ervan uit te gaan dat de zorgplicht zich in beginsel uitstrekt tot inwonenden in de gemeente en dat deze doorloopt als die persoon tijdelijk niet in de gemeente verblijft. Voor de vraag wanneer iemand in een gemeente woont, is zowel de inschrijving in de Gemeentelijke Basisadministratie als het feitelijk verblijf van belang. Iemand die is ingeschreven in gemeente A en gedurende een deel van het jaar verblijft in een vakantiehuisje in gemeente B, valt dus in beginsel onder de zorgplicht van gemeente A. Die kan de compensatieplicht van artikel 4 Wmo bijvoorbeeld zo invullen, dat de betrokkene een pgb ontvangt voor de betreffende voorziening dat hij kan meenemen naar gemeente B. Van gemeenten hoeft niet het onredelijke te worden verwacht: een woningaanpassing voor een tweede woning zal over het algemeen, net zoals dat in de Wvg het geval was, buiten de zorgplicht vallen. Vragen VVD-fractie 48. Hoeveel schoonmaakbedrijven hebben een gunning gekregen van gemeenten voor de huishoudelijke verzorging? Welk percentage is dit van het totaal aantal verleende gunningen? Is er ook inzage in het aantal nieuwe zorginstellingen dat een gunning heeft verkregen? Antwoord 48

17 In het onderzoek dat Research voor Beleid in opdracht van mij heeft uitgevoerd, is er één gemeente waar een schoonmaakbedrijf een gunning heeft gekregen. Mogelijk dat er nog enkele andere gemeenten zijn, waar dit ook aan de orde is. Het landelijk beeld is echter dat er vooral gekozen is voor bestaande, AWBZ toegelaten thuiszorgorganisaties. In enkele gevallen zijn schoonmaakbedrijven als onderaannemer gecontracteerd. Ongeveer 2% van de gemeenten heeft alleen contracten afgesloten met in die gemeente nieuwe aanbieders (mogelijk dat deze aanbieders al wel elders zorg aanbood) en 89% van de gemeenten heeft een mix van voor die gemeente nieuwe en oude aanbieders gecontracteerd, waarbij de nieuwe aanbieders gemiddeld een kwart van het lokale marktaandeel heeft gekregen. 49. In hoeverre is bij de aanbestedingsprocedures rekening gehouden met de kwaliteit van de ingekochte zorg? Welke rol speelt de inspectie bij de kwaliteit van de ingekochte zorg? Antwoord 49 Kwaliteit van de hulp bij het huishouden heeft op meerdere momenten in het aanbestedingsproces een rol gespeeld. Bij de selectiecriteria hebben gemeenten in 92% van de onderzochte bestekken gevraagd naar kwaliteitszorg en borging van kwaliteit (bijvoorbeeld certificering, lid van brancheorganisatie, e.d.). Daarnaast zijn in het bestek meer specifieke kwaliteitseisen opgenomen door gemeenten. De kwaliteit heeft bij de gunning van aanbieders gemiddeld een zwaardere rol gespeeld dan de prijs. De inspectie zal op basis van de Kwaliteitswet volgens de methoden en procedures zoals die in de AWBZ gelden bij de ingekochte zorg toezicht houden aan de hand van de kwaliteitseisen die door het veld en de gemeenten onder regie van de inspectie zijn opgesteld. 50. Zijn er inmiddels door de IGZ inspecties verricht met betrekking tot de huishoudelijke hulp? Zo ja, hoeveel en met welk resultaat? Zo neen, waarom niet en wanneer zal de inspectie daarmee aanvangen? Antwoord 50 Als het voorlopig kader is vastgesteld zal de Kamer hierover zo spoedig mogelijk geïnformeerd worden. 51. Worden de aanbestedingsprocedures door gemeenten geëvalueerd? Zo ja, op welke manier en met welke frequentie? Zo neen, waarom niet? Antwoord 51 Het is mij niet bekend of gemeenten hun eigen aanbestedingsprocedures gaan evalueren. Dit is ook een eigen verantwoordelijkheid van de gemeenten. Wel heb ik Research voor Beleid gevraagd de aanbesteding van de hulp bij het huishouden te onderzoeken. Dit onderzoek heeft tot doel knelpunten die gemeenten, zorgaanbieders en cliëntenorganisaties bij de aanbesteding hebben ervaren in kaart te brengen en adviezen te formuleren voor aanbesteding in de toekomst. De rapportage van dit onderzoek doe ik u separaat bij de beantwoording van de kamervragen toekomen. 52. Is er zicht op de hoeveelheid ontslagen die zijn gevallen bij thuiszorgorganisaties als gevolg van de aanbestedingsprocedure? Hoe staat dit in relatie tot de mogelijk toegenomen vraag naar ander gekwalificeerd personeel bij bijvoorbeeld schoonmaakbedrijven of in de verpleging/verzorging?

Ons kenmerk Inlichtingen bij Doorkiesnummer Den Haag DMO/Wmo-2776011 14 juni 2007

Ons kenmerk Inlichtingen bij Doorkiesnummer Den Haag DMO/Wmo-2776011 14 juni 2007 De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Ons kenmerk Inlichtingen bij Doorkiesnummer Den Haag 14 juni 2007 Onderwerp Bijlage(n) Uw brief Tussenrapportage Wet

Nadere informatie

Wethouder van Welzijn, Volksgezondheid en Emancipatie

Wethouder van Welzijn, Volksgezondheid en Emancipatie Wethouder van Welzijn, Volksgezondheid en Emancipatie H.P.G. van Alphen Gemeente Den Haag Retouradres: Postbus 12 600, 2500 DJ Den Haag Aan de Commissie Maatschappelijke ontwikkeling Uw brief van Uw kenmerk

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 3 september 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 3 september 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX DEN HAAG T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 7 december 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 7 december 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

Hierbij ontvangt u de antwoorden op de schriftelijke vragen van het Kamerlid Bergkamp (D66) over overgangsproblemen tussen zorgdomeinen (2015Z19261).

Hierbij ontvangt u de antwoorden op de schriftelijke vragen van het Kamerlid Bergkamp (D66) over overgangsproblemen tussen zorgdomeinen (2015Z19261). > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 25 VX Den Haag T 070 340 79 F 070 340 78 34

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag www.rijksoverheid.nl Uw brief

Nadere informatie

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Bergkamp (D66) over de aanpak van pgb-fraude (persoonsgebonden budget) (2013Z07932).

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Bergkamp (D66) over de aanpak van pgb-fraude (persoonsgebonden budget) (2013Z07932). > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Rijnstraat 50 255 XP DEN HAAG T 070 340 79 F 070 340 78 34

Nadere informatie

Het College van Burgemeester en Wethouders. DMO/WMO-2736186 Helpdesk Wmo helpdesk@ invoeringwmo.nl. Wet maatschappelijke ondersteuning 3

Het College van Burgemeester en Wethouders. DMO/WMO-2736186 Helpdesk Wmo helpdesk@ invoeringwmo.nl. Wet maatschappelijke ondersteuning 3 Directie maatschappelijke ondersteuning Het College van Burgemeester en Wethouders Ons kenmerk Inlichtingen bij Doorkiesnummer Den Haag DMO/WMO-2736186 Helpdesk Wmo helpdesk@ invoeringwmo.nl Onderwerp

Nadere informatie

Checklist invoering Wmo

Checklist invoering Wmo Checklist invoering Wmo Een overzicht van benodigde acties vóór 1 januari 2007 voor gemeenten in het kader van de invoering van de Wet maatschappelijke Ondersteuning Verordening & besluit Heeft u beleid

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag. Datum 4 april 2012 Betreft Wmo. Geachte voorzitter,

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag. Datum 4 april 2012 Betreft Wmo. Geachte voorzitter, > Retouradres De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340 78 34 www.rijksoverheid.nl Datum

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 14 september 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 14 september 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 14 september 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 14 september 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 25 VX Den Haag T 070 340 79 F 070 340 78 34

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 12 juli 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 12 juli 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

Vereniging Gehandicapten Nederland T.a.v. de heer drs. H.G. Ouwerkerk Postbus 413 3500 AK UTRECHT. Indicatiestelling licht verstandelijk gehandicapten

Vereniging Gehandicapten Nederland T.a.v. de heer drs. H.G. Ouwerkerk Postbus 413 3500 AK UTRECHT. Indicatiestelling licht verstandelijk gehandicapten Vereniging Gehandicapten Nederland T.a.v. de heer drs. H.G. Ouwerkerk Postbus 413 3500 AK UTRECHT Ons kenmerk Inlichtingen bij Doorkiesnummer Den Haag H.J.F.M. Coppens 070 3405235 Onderwerp Bijlage(n)

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 28 december 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 28 december 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

Wethouder van Welzijn, Volksgezondheid en Emancipatie

Wethouder van Welzijn, Volksgezondheid en Emancipatie Wethouder van Welzijn, Volksgezondheid en Emancipatie H.P.G. van Alphen Gemeente Den Haag Retouradres: Postbus 12 600, 2500 DJ Den Haag Aan: de voorzitter van de Commissie Maatschappelijke Ontwikkeling

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 21 augustus 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 21 augustus 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 800 XVI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2007 30 131 Nieuwe

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 10 oktober 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 10 oktober 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 25 VX Den Haag T 070 340 79 F 070 340 78 34

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 14 september 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 14 september 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Kerstens (PvdA) over het achterblijven van verhoogde thuiszorgtarieven (2018Z14319).

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Kerstens (PvdA) over het achterblijven van verhoogde thuiszorgtarieven (2018Z14319). > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 30 november 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 30 november 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 12 september 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 12 september 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 30 mei 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 30 mei 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

Behandeld door Telefoonnummer adres Kenmerk l / Ervaringen invoering Wlz 16 september 2015

Behandeld door Telefoonnummer  adres Kenmerk l / Ervaringen invoering Wlz 16 september 2015 Aan alle Wlz-uitvoerders Newtonlaan 1-41 3584 BX Utrecht Postbus 3017 3502 GA Utrecht T 030 296 81 11 F 030 296 82 96 E info@nza.nl I www.nza.nl Behandeld door Telefoonnummer E-mailadres l Onderwerp Datum

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 23 december 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 23 december 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 25 VX Den Haag T 070 340 79 F 070 340 78 34

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Bezoekadres: Rijnstraat 50 2515 XP Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340 78

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 27 oktober 2016 Betreft Bestuurlijke afspraken Zvw-pgb

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 27 oktober 2016 Betreft Bestuurlijke afspraken Zvw-pgb > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag www.rijksoverheid.nl Bijlage(n)

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 18 augustus 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 18 augustus 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 25 VX Den Haag T 070 340 79 F 070 340 78 34

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 16 mei 2018 Betreft Oplossingen voor de zorgval

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 16 mei 2018 Betreft Oplossingen voor de zorgval > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag www.rijksoverheid.nl Bijlage(n)

Nadere informatie

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Siderius (SP) over de huishoudelijke hulp toelage (2015Z01571).

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Siderius (SP) over de huishoudelijke hulp toelage (2015Z01571). > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Rijnstraat 50 2515 XP DEN HAAG T 070 340 79 11 F 070 340 78

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 20 oktober 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 20 oktober 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 15 november 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 15 november 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 25 VX Den Haag T 070 340 79 F 070 340 78 34

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 9 november 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 9 november 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

postadres Postbus 26, 3400 AA IJsselstein uw kenmerk zaaknummer datum uw brief van blad 1 van 5 behandeld door P. Budding

postadres Postbus 26, 3400 AA IJsselstein uw kenmerk zaaknummer datum uw brief van blad 1 van 5 behandeld door P. Budding postadres Postbus 26, 3400 AA IJsselstein Gemeenteraad IJsselstein Postbus 26 3400 AA IJsselstein bezoekadres Overtoom 1 3401 BK IJsselstein t 14 030 f 030 6884350 e info@ijsselstein.nl betreft Artikel

Nadere informatie

Enquête onder de vijftien gemeenten in de Leidse regio.

Enquête onder de vijftien gemeenten in de Leidse regio. Enquête onder de vijftien gemeenten in de Leidse regio. Vragen: 1. Hoeveel inwoners krijgen dit jaar huishoudelijke hulp via de gemeente? 399 2. Hoeveel van hen krijgen hulp via een algemene voorziening

Nadere informatie

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Siderius (SP) over het faillissement van Pantein/Vivent (2015Z00609).

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Siderius (SP) over het faillissement van Pantein/Vivent (2015Z00609). > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Rijnstraat 50 2515 XP DEN HAAG T 070 340 79 11 F 070 340 78

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 31 oktober 2011 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 31 oktober 2011 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 25 VX DEN HAAG T 070 340 79 F 070 340 78 34

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 21 april 2017 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 21 april 2017 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 25 VX Den Haag T 070 340 79 F 070 340 78 34

Nadere informatie

Datum 20 oktober 2015 Betreft Commissiebrief Tweede Kamer inzake PGB in de Zorgverzekeringswet in verhouding tot de Wet marktordening gezondheidszorg

Datum 20 oktober 2015 Betreft Commissiebrief Tweede Kamer inzake PGB in de Zorgverzekeringswet in verhouding tot de Wet marktordening gezondheidszorg > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

> Retouradres Postbus EJ Den Haag. De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

> Retouradres Postbus EJ Den Haag. De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

Bijlage 1. Wmo-checklist van de FNV Zorg en Welzijn

Bijlage 1. Wmo-checklist van de FNV Zorg en Welzijn Bijlage 1. Wmo-checklist van de FNV Zorg en Welzijn In de raadsvergadering van 16 februari jl. heeft de fractie van de SP ten aanzien van agendapunt ingekomen brieven: briefnr. 8 FNV Zorg en Welzijn inzake

Nadere informatie

Datum 26 juni 2017 Betreft Advies Overige zorg voor cliënten met ADL assistentie en een zeer zware zorgvraag

Datum 26 juni 2017 Betreft Advies Overige zorg voor cliënten met ADL assistentie en een zeer zware zorgvraag > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag www.rijksoverheid.nl Bijlage(n)

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 16 september 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 16 september 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

Aan de commissie Inwonerszaken

Aan de commissie Inwonerszaken Vergaderdatum 29 augustus 2007 Made, 14 mei 2007 Agendapunt Aan de commissie Inwonerszaken Onderwerp Leesstuk indicatie en levering Hulp bij het huishouden Voorstel Financiële paragraaf Ter kennísname:

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 11 oktober 2011 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 11 oktober 2011 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 25 VX DEN HAAG T 070 340 79 F 070 340 78 34

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 18 december 2009 Betreft ziekenhuisverplaatste zorg

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 18 december 2009 Betreft ziekenhuisverplaatste zorg > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 22 december 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 22 december 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 25 VX Den Haag T 070 340 79 F 070 340 78 34

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 898 Vragen van het lid

Nadere informatie

SCHRIFTELIJKE VRAAG. Indiener: Joke Hubert. Datum indiening vraag:30 maart. Datum verzending antwoord: 6 april 2016

SCHRIFTELIJKE VRAAG. Indiener: Joke Hubert. Datum indiening vraag:30 maart. Datum verzending antwoord: 6 april 2016 SCHRIFTELIJKE VRAAG Indiener: Joke Hubert Datum indiening vraag:30 maart Datum verzending antwoord: 6 april 2016 Formulering: De PvdA vindt het positief dat, ondanks een aanvankelijk negatieve grondhouding

Nadere informatie

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Leijten (SP) over de ellende in de Wmo (ingezonden 14 juli 2015; 2015Z14068).

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Leijten (SP) over de ellende in de Wmo (ingezonden 14 juli 2015; 2015Z14068). > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 25 657 Persoonsgebonden Budgetten Nr. 272 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

Nadere informatie

De NZa berekent de totale contracteerruimte voor 2014 met inachtneming van de volgende punten:

De NZa berekent de totale contracteerruimte voor 2014 met inachtneming van de volgende punten: > Retouradres Postbus 20350, 2500 EJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Rijnstraat 50 2515 XP Den Haag www.rijksoverheid.nl Kenmerk

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 22 mei 2013 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 22 mei 2013 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX DEN HAAG T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 10 oktober 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 10 oktober 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 30 juni 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 30 juni 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag www.rijksoverheid.nl Bijlage(n)

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 1 september 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 1 september 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 9 februari 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 9 februari 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 25 VX Den Haag T 070 340 79 F 070 340 78 34

Nadere informatie

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Keijzer (CDA) over het bericht Blinde paniek door zorgbrief (2014Z08196).

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Keijzer (CDA) over het bericht Blinde paniek door zorgbrief (2014Z08196). > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Rijnstraat 50 2515 XP DEN HAAG T 070 340 79 11 F 070 340 78

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 20 december 2011 Betreft ADL-assistentie en pgb

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 20 december 2011 Betreft ADL-assistentie en pgb > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag www.rijksoverheid.nl Bijlage(n)

Nadere informatie

Geschreven door MdKG dinsdag, 30 maart :38 - Laatst aangepast donderdag, 05 februari :48

Geschreven door MdKG dinsdag, 30 maart :38 - Laatst aangepast donderdag, 05 februari :48 dinsdag, 30 maart 2010 10:38 Laatst aangepast donderdag, 05 februari 2015 08:48 De Wet van 9 juli 2014, houdende regels inzake de gemeentelijke ondersteuning op het gebied van zelfredzaamheid, participatie,

Nadere informatie

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van de Kamerleden Keijzer (CDA) en Dik-Faber (CU) over vastgoed in de zorg (2016Z22670).

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van de Kamerleden Keijzer (CDA) en Dik-Faber (CU) over vastgoed in de zorg (2016Z22670). > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 25 VX Den Haag T 070 340 79 F 070 340 78 34

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 20 maart 2012 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 20 maart 2012 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX DEN HAAG T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

voorstel Beslisnota voor de raad Openbaar Huishoudelijke Hulp Toelage (HHT) Versienummer v 3.0 Portefeuillehouder Nelleke Vedelaar

voorstel Beslisnota voor de raad Openbaar Huishoudelijke Hulp Toelage (HHT) Versienummer v 3.0 Portefeuillehouder Nelleke Vedelaar Beslisnota voor de raad Openbaar Onderwerp Huishoudelijke Hulp Toelage (HHT) Versienummer v 3.0 Portefeuillehouder Nelleke Vedelaar Informant Suzanne Bruns Eenheid/Afdeling Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

TOEDELING CONTRACTEERRUIMTE 2017 en 2018 (update oktober 2017) SECTOREN VERPLEGING EN VERZORGING, GEHANDICAPTENZORG, GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG

TOEDELING CONTRACTEERRUIMTE 2017 en 2018 (update oktober 2017) SECTOREN VERPLEGING EN VERZORGING, GEHANDICAPTENZORG, GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG TOEDELING CONTRACTEERRUIMTE 2017 en 2018 (update oktober 2017) SECTOREN VERPLEGING EN VERZORGING, GEHANDICAPTENZORG, GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG Publicatiedatum: 24 oktober 2017 Inleiding CZ zorgkantoor

Nadere informatie

Algemene Zaken Openbare Orde en Wijkbeheer Financiën en Control Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Algemene Zaken Openbare Orde en Wijkbeheer Financiën en Control Sociale Zaken en Werkgelegenheid Advies B en W (openbaar) 1900 Afdeling Welzijn zaaknummer Z-14-11603 registratienummer ADV-14-02729 opsteller advies Mevrouw C. Potters-Kemp doorkiesnummer 010-5931898 directeur/afdelingshoofd mevrouw

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 8 september 2014 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 8 september 2014 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Rijnstraat 50 2515 XP DEN HAAG T 070 340 79 11 F 070 340 78

Nadere informatie

Gemeente: 1. Verordening en besluit

Gemeente: 1. Verordening en besluit Gemeente: 1. Verordening en besluit Heb ik invloed op het Wmo beleid? a. Heeft het College van B&W met (representatieve organisaties van) burgers overlegd over de conceptverordening? b. Is de door het

Nadere informatie

ECSD/U201600868 Lbr. 16/042

ECSD/U201600868 Lbr. 16/042 Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad informatiecentrum tel. (070) 373 8393 betreft Wmo-uitspraken Centrale Raad van Beroep 18 mei 2016 Samenvatting uw kenmerk ons kenmerk ECSD/U201600868 Lbr.

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 30 september 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 30 september 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

BIJLAGE Ib. Toelichting Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning ISD De Rijnstreek

BIJLAGE Ib. Toelichting Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning ISD De Rijnstreek A. Algemene toelichting 1.0 Omvang van de eigen bijdrage/eigen aandeel In de Verordening is bepaald dat een cliënt een eigen bijdrage betaalt bij een voorziening in natura of een persoonsgebonden budget

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 3 oktober 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 3 oktober 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 6 juni 2019 Betreft Maatwerk in de Wlz-zorg thuis

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 6 juni 2019 Betreft Maatwerk in de Wlz-zorg thuis > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag www.rijksoverheid.nl Datum

Nadere informatie

Veelgestelde vragen Subsidieregeling mobiliteitsbevordering thuiszorgsector 2008 Subsidieregeling personele gevolgen Wmo 2008

Veelgestelde vragen Subsidieregeling mobiliteitsbevordering thuiszorgsector 2008 Subsidieregeling personele gevolgen Wmo 2008 Veelgestelde vragen Subsidieregeling mobiliteitsbevordering thuiszorgsector 2008 Subsidieregeling personele gevolgen Wmo 2008 Wat is het doel van de subsidie? Mede ter uitvoering van de motie van Geel

Nadere informatie

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Leijten (SP) over personeelstekort in de thuiszorg (19 juni 2008) (2070823350).

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Leijten (SP) over personeelstekort in de thuiszorg (19 juni 2008) (2070823350). Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Ons kenmerk Inlichtingen bij Doorkiesnummer Den Haag DLZ/K-U-2859308

Nadere informatie

Mee kunnen doen in Hengelo

Mee kunnen doen in Hengelo Mee kunnen doen in Hengelo Wet Maatschappelijke Ondersteuning Aanbesteding Uitwerkingsnotitie IV Concept ten behoeve van de inspraak Gemeente Hengelo, april 2006 Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Aanbesteding

Nadere informatie

Informatie voor duurzaam inkopen van. Hulp in het Huishouden. Datum: 20 mei 2010

Informatie voor duurzaam inkopen van. Hulp in het Huishouden. Datum: 20 mei 2010 Informatie voor duurzaam inkopen van Hulp in het Huishouden Datum: 20 mei 2010 Colofon Dit document voor duurzaam inkopen is ontwikkeld door NL Milieu en Leefomgeving in opdracht van het Ministerie van

Nadere informatie

Concept raadsbesluit

Concept raadsbesluit Voorstel aan : Gemeenteraad van 24 juni 2013 Door tussenkomst van : Raadscommissie van 11 juni 2013 Nummer : Onderwerp : Vaststelling basistarieven Huishoudelijke hulp/wmo Bijlage(n) : Onderzoek basistarieven

Nadere informatie

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van de Kamerleden Leijten (SP) en Van Gerven (SP) over de vergoeding van een morfinepomp (2016Z00850).

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van de Kamerleden Leijten (SP) en Van Gerven (SP) over de vergoeding van een morfinepomp (2016Z00850). > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 25 VX Den Haag T 070 340 79 F 070 340 78 34

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

STANDPUNT EN PLEIDOOI OVER EXTRAMURALE BEGELEIDING

STANDPUNT EN PLEIDOOI OVER EXTRAMURALE BEGELEIDING VERENIGING BEDRIJFSTAK ZORG 400.11/me november 2011 STANDPUNT EN PLEIDOOI OVER EXTRAMURALE BEGELEIDING De verplaatsing van (extramurale) begeleiding van de AWBZ naar de WMO en dus de gemeenten biedt nieuwe

Nadere informatie

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Leijten R.M. (SP) over het faillissement van STN (Ingezonden 8 januari 2010).

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Leijten R.M. (SP) over het faillissement van STN (Ingezonden 8 januari 2010). > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 25 VX DEN HAAG T 070 340 79 F 070 340 78 34

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 26 september 2017 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 26 september 2017 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 25 VX Den Haag T 070 340 79 F 070 340 78 34

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 9 oktober 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 9 oktober 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

Ons kenmerk Inlichtingen bij Doorkiesnummer Den Haag DLZ-CB-U sep. 08

Ons kenmerk Inlichtingen bij Doorkiesnummer Den Haag DLZ-CB-U sep. 08 De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus 20017 2500 EA DEN HAAG Ons kenmerk Inlichtingen bij Doorkiesnummer Den Haag 26 sep. 08 Onderwerp Bijlage(n) Uw brief Beleidsdebat 30-9-2008

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 26 januari 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 26 januari 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Rijnstraat 50 255 XP DEN HAAG T 070 340 79 F 070 340 78 34

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 11 november 2013 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 11 november 2013 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Rijnstraat 50 2515 XP DEN HAAG T 070 340 79 11 F 070 340 78

Nadere informatie

Onderwerp Bijlage(n) Uw brief Kamervragen 19 februari 2008

Onderwerp Bijlage(n) Uw brief Kamervragen 19 februari 2008 De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 0018 00 EA Den Haag Ons kenmerk Inlichtingen bij Doorkiesnummer Den Haag Onderwerp Bijlage(n) Uw brief Kamervragen 19 februari 008 Hierbij

Nadere informatie

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Leijten (SP) over de indicatiestelling door professionals (2015Z06168).

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Leijten (SP) over de indicatiestelling door professionals (2015Z06168). > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Rijnstraat 50 255 XP DEN HAAG T 070 340 79 F 070 340 78 34

Nadere informatie

Monitor voortgang Wmo Uitkomsten vierde meting, september 2014

Monitor voortgang Wmo Uitkomsten vierde meting, september 2014 Monitor voortgang Wmo Uitkomsten vierde meting, september 2014 Amersfoort, 2 oktober 2014 Contactpersoon: Hester van den Bergh Kenmerk: KV/lybe/rall/154090/2014 Brancheorganisatie voor de geestelijke gezondheids-

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 24 januari 2017 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 24 januari 2017 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

Memo (071) (071) Marieke Ouwerkerk Saskia Lekkerkerker

Memo (071) (071) Marieke Ouwerkerk Saskia Lekkerkerker Memo Aan Van Doorkiesnummer AOZW Onderwerp Marieke Ouwerkerk Saskia Lekkerkerker (071) 516 73 66 (071) 516 57 54 Datum Laatste nieuws rond budgetten Beschermd wonen en Maatschappelijke opvang 29-6-2016

Nadere informatie

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Van Dijk (SP) over de toename van het aantal daklozen (2018Z20013).

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Van Dijk (SP) over de toename van het aantal daklozen (2018Z20013). > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

juni 2007 Notitie Uitgangspunten aanbesteding hulp bij het huishouden

juni 2007 Notitie Uitgangspunten aanbesteding hulp bij het huishouden juni 2007 Notitie Uitgangspunten aanbesteding hulp bij het huishouden 1. Inleiding Met komst van de Wet maatschappelijk ondersteuning is de gemeente verantwoordelijk voor de hulp bij het huishouden, afgekort

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Primair Onderwijs IPC 2400 Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ

Nadere informatie

Enquête onder de vijftien gemeenten in de Leidse regio.

Enquête onder de vijftien gemeenten in de Leidse regio. Enquête onder de vijftien gemeenten in de Leidse regio. Vragen: 1. Hoeveel inwoners krijgen dit jaar huishoudelijke hulp via de gemeente? 380 2. Hoeveel van hen krijgen hulp via een algemene voorziening

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 31 maart 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 31 maart 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Rijnstraat 50 2515 XP DEN HAAG T 070 340 79 11 F 070 340 78

Nadere informatie