Samenstellen van persoonlijkheidsclusters door het combineren van MMPI en Rorschach gegevens

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Samenstellen van persoonlijkheidsclusters door het combineren van MMPI en Rorschach gegevens"

Transcriptie

1 Samenstellen van persoonlijkheidsclusters door het combineren van MMPI en Rorschach gegevens Opsteller Naam: Marieke Romp Adres: Curaçaostraat 29-1 Postcode en woonplaats: 1058BK Amsterdam Studentnummer: Locatie werkstuk: Nederlands Psychoanalytisch Instituut te Amsterdam Datum: maart 2006 Supervisie Supervisie NPI: Supervisie UvA: mw. dr. D.J. Zevalkink, hoofd afdeling Onderzoek en Kwaliteitszorg mw. drs. S. Raabe

2 Voorwoord Formatted: Font: Not Bold, No underline 2

3 Inhoudsopgave Voorwoord 2 Inhoudsopgave 3 Abstract 4 1 Inleiding 5 2 Persoonlijkheidsinstrumenten: de MMPI-2 en Rorschach Een nadere beschouwing van de MMPI Een nadere beschouwing van de Rorschach Is er overeenstemming tussen MMPI-2 en Rorschach? Gebrek aan correlatie: gebrek aan overeenstemming? 8 3 Onderzoeksopzet 8 4 Selectie van variabelen en schalen op basis van literatuuronderzoek Verzameling van onderzoeksliteratuur Selectie van MMPI-2 schalen Selectie van Rorschach variabelen 11 5 Methode Proefpersonen Procedure Statistische analyses 14 6 Resultaten Normale verdeling Pearson correlaties Clusteranalyse Exploratieve factoranalyse Waarschijnlijke modellen voortkomend uit clusteranalyse en exploratieve factoranalyse Confirmatieve factoranalyse 25 7 Samenvatting, conclusie en discussie 27 Literatuurlijst 31 Bijlagen Bijlage 1 One-Sample Kolmogorov-Smirnov Toets over Rorschach-variabelen 34 Bijlage 2 One-Sample Kolmogorov-Smirnov Toets over MMPI-2 schalen 35 Bijlage 3 Skewness en Kurtosis van de Rorschach-variabelen met niet-normale verdeling (Kolmogorov-Smirnov) 36 Bijlage 4 Correlaties tussen Rorschach variabelen 37 Bijlage 5 Correlaties tussen MMPI-2 validiteits- en hoofdschalen 38 Bijlage 6 Correlaties tussen MMPI-2 schalen en Rorschach Nygren variabelen 39 3

4 Abstract De Rorschach test en Minnesota Multiphasic Personality Inventory (MMPI)-2 correleren doorgaans laag. In dit exploratieve onderzoek is overlap tussen beide tests onderzocht aan de hand van een derde verklarende factor. Dit is gedaan door middel van clusteranalyse en exploratieve en confirmatieve factoranalyse; voor zover bekend nooit eerder gedaan. Na literatuuronderzoek zijn vijf Rorschach variabelen en zeven MMPI-2 schalen geselecteerd. Deze zijn conceptueel en empirisch geschikt als maat voor psychotherapie-uitkomst. Clusteranalyses en factoranalyses werden gedraaid over data van 89 proefpersonen. Er kwamen vier duidelijke factoren naar voren. De eerste factor bestond uit MMPI-2 schalen en werd gelabeld als psychopathologie. De tweede factor reflectiviteit bestond uit Rorschachvariabele FD introspectie en MMPI-2 schalen Sociale introversie en Psychopatische deviatie. De derde (Rorschach-)factor coping bestond uit EA inzetbare hulpbronnen en FC affectmodulatie. De vierde (Rorschach-) factor maladaptieve coping bestond uit FrrF narcistische defensieve behoeften en YFY psychologische hulpeloosheid. Schaal F toonde zowel gemeenschappelijkheid met psychopathologie als reflectiviteit. De bevindingen waren statistisch gezien matig. Wel is er genoeg basis om de vier factoren als uitgangspunt te nemen voor verder onderzoek. Het is zeer interessant de mogelijkheden voor de factoren als uitkomstmaat verder te onderzoeken. De detectiegevoeligheid en geschiktheid van de factoren als indicator kunnen onderzocht worden aan de hand van de op termijn beschikbare cohort data. Deleted: Hoewel de aanwijzingen voor in zichzelf gekeerdheid iets sterker waren, zijn beide alternatieven plausibel. 4

5 1. Inleiding Bij psychodiagnostiek speelt klinische interpretatie een belangrijke rol. In het kader van de evidence based practice wordt echter steeds meer waarde gehecht aan wetenschappelijke aantoonbaarheid. Gebruik van gestandaardiseerde onderzoeksinstrumenten bij diagnostiek en indicatiestelling is in de huidige tijd dan ook zeer gewenst. Er zijn allerlei instrumenten voorhanden die bij persoonlijkheidsdiagnostiek worden gebruikt. Binnen persoonlijkheidsdiagnostiek zijn de twee meest gebruikte (Meyer, 1999) en meest onderzochte (Archer & Krishnamurthy, 1993) persoonlijkheidsinstrumenten de Minnesota Multi Phasic Inventory (MMPI/MMPI-2) en de Rorschach Inkblot Test. Zowel de Rorschach als MMPI-2 bevatten een breed scala aan variabelen en schalen. Beide instrumenten hebben een andere, elkaar aanvullende insteek wat betreft het meten van persoonlijkheidsfunctioneren en bieden informatie over verschillende gebieden van functioneren van een cliënt. Zodoende zijn het uitermate geschikte tests om uitgebreide uitspraken over de persoonlijkheid te kunnen doen. Ook in onderzoek worden de MMPI-2 en Rorschach vaak gebruikt. Het Nederlands Psychoanalytisch Instituut (NPI) is, in samenwerking met drie andere GGZ-instellingen, bezig met een grootschalig onderzoek naar de effectiviteit van psychoanalytische behandelingen, waarbij onder andere gegevens uit de MMPI-2 en Rorschach gebruikt worden. In het kader hiervan zijn zij ook bezig met de ontwikkeling van bepaalde maten vanuit de data, om kwaliteit en effectiviteit van de behandeling te meten. Er zijn grote hoeveelheden data voorhanden, en het is van zowel statistisch als praktisch belang een selectie te maken van variabelen die worden ingezet bij onderzoek. Dit onderzoek beperkt zich tot de MMPI-2 en Rorschach. Het doel van dit onderzoek is het exploreren van de mogelijkheden om vanuit de MMPI-2 en Rorschach een samengestelde uitkomstmaat te maken. De vraag is of vanuit de schalen en variabelen van de MMPI-2 en Rorschach een bepaalde gemeenschappelijkheid te ontdekken is. Zijn er uit een samenstelsel van MMPI-2 schalen en Rorschach variabelen clusters te ontdekken die overeenkomstige persoonlijkheidseigenschappen meten en eventueel kunnen dienen als uitkomstmaat? Zoals gezegd kennen de MMPI-2 en Rorschach hun toepassing zowel in onderzoek als in de klinische (diagnostische) praktijk. Bij zowel de Rorschach als MMPI-2 zijn zeer interessante theoretische verbanden te leggen tussen onderlinge schaal- of variabelebetekenissen en -verhogingen. Bij de MMPI-2 is de algemene richtlijn dat schalen niet afzonderlijk, maar ten opzichte van elkaar bekeken dienen te worden (onder andere beschreven in Groth-Marnat, 1997 en Derksen & De Mey, 1993). Ook bij interpretatie van de Rorschach wordt geadviseerd variabelenscores in het kader van de gehele dataconfiguratie te bezien. Deze richtlijnen hebben betrekking op klinisch, diagnostisch gebruik van de tests. In dit onderzoek echter zullen de instrumenten als onderzoeksmaat worden benaderd. Dit wil zeggen dat meer nadruk zal liggen op een empirische benadering van de variabelen en schalen dan een conceptuele. De schalen en variabelen zullen in de zoektocht naar gemeenschappelijkheid daarbij in de eerste instantie afzonderlijk benaderd worden. Dit zal zich vertalen in de nadruk op statistische in plaats van conceptuele basis voor overeenkomsten. Wel zullen deze gevonden overeenkomsten, in de vorm van een gemeenschappelijke factor, geprobeerd worden te omschrijven vanuit een conceptueel perspectief. Dit zal op exploratieve wijze gebeuren, aan de hand van de betreffende schaal- en variabelebetekenissen. Er is veel onderzoek gedaan naar correlaties tussen de MMPI-2 en Rorschach. Voor zover bekend is er echter niet eerder een poging ondernomen om de gegevens van de MMPI-2 en Rorschach te bekijken in het licht van een gemeenschappelijke factor. Ook is, voor zover bekend, geen poging gedaan van variabelen en schalen een samengestelde maat te maken. Een interessante manier om deze mogelijkheid te exploreren is middels de uitvoering van een 5

6 combinatie van clusteranalyse en factoranalyse. Deze werkwijze zal later worden uitgelegd. In dit verslag volgt allereerst een korte beschrijving van de MMPI-2 en Rorschach als meetinstrument. Dan zal overgegaan worden op een essentieel deel van het (voor)onderzoek: het selecteren van relevante en geschikte MMPI-2 en Rorschach variabelen om mee te nemen in de statistische analyse. Vervolgens een beschrijving van de aanpak van het onderzoek, waarna het onderzoek zelf zal worden uitgelicht. 2. Persoonlijkheidsinstrumenten: de MMPI-2 en Rorschach 2.1. Een nadere beschouwing van de MMPI-2 Zowel de MMPI en de gereviseerde MMPI-2 als Rorschach zijn veelgebruikte instrumenten met betrekking tot het meten van persoonlijkheidskenmerken, de aard en ernst van psychopathologie en het stellen van indicaties voor behandeling (Ganellen, 1996). De MMPI- 2 is een zelfrapportage-vragenlijst die persoonlijkheidsfunctioneren en psychopathologie meet. De vragenlijst bestaat uit 567 items, waaruit verschillende soorten schalen gevormd zijn, die ook verschillen in specificiteit. De meest algemene schalen zijn de drie validiteitschalen en de 10 klinische hoofdschalen. Deze zijn heterogeen van aard, en meten disfunctionele aspecten van persoonlijkheid op breder niveau. Daarnaast zijn er aanvullende subschalen, supplementaire schalen en inhoudsschalen, die op specifieker niveau meten. Omdat de MMPI-2 een zelfrapportage-vragenlijst is, geven de scores weer hoe de cliënt zichzelf ziet, en wat deze over zichzelf kwijt wil (Meyer, 1994 in Meyer, 1999). Ganellen benoemt echter het gegeven dat de schaalconstructie van de MMPI-2 niet gebaseerd is op face validiteit, maar op empirische associatie. Uit de vragen is dus niet zonder meer af te leiden wat gemeten wordt, en de gegevens die uit de MMPI-2 naar voren komen gaan vaak verder dan wat de respondent bewust over zichzelf weet. Hoewel de MMPI-2 een van de meestgebruikte psychopathologietests is in de klinische praktijk, blijkt dat de MMPI-2 in onderzoek naar psychotherapie-uitkomst weinig verandering toont en ook weinig gebruikt wordt als uitkomstmaat op dit gebied (Smith & Glass, 1977; Beck, Ward, Mendelsohn, Mock & Erbaugh, 1961 in Gordon, 2001). Smith en Glass deden een meta-analyse naar maar liefst 475 psychotherapie-effectiviteitsstudies met de MMPI. Zij concludeerden dat de MMPI geen veranderingen detecteerde ten aanzien van het behandelingsproces. Gordon benadrukt echter dat het bij dergelijke onderzoeken vaak kortetermijn behandelingen betrof, die veranderingen op klachtenniveau bewerkstelligen in plaats van op niveau van structurele pathologie. De MMPI-2 is een stabiele test en meet persoonlijkheidstrekken; zeer waarschijnlijk is de MMPI-2 niet erg gevoelig voor veranderingen op symptoomniveau, stelt hij, en is dus als uitkomstmaat voor kortetermijnbehandelingen minder geschikt. Als uitkomstmaat bij evaluatie van lange-termijn (psychodynamische) psychotherapie echter, zou volgens Gordon de MMPI-2, met name de hoofdschalen, uitermate geschikt zijn. Deze bewering wordt ook gesteund in zijn onderzoek naar MMPI-2 veranderingen bij lange-termijn psychoanalytische psychotherapie: zowel op de drie validiteitschalen als op negen hoofdschalen waren na drie jaar psychoanalytische psychotherapie significante verbeteringen te zien. Scores op de schalen namen af, in de mate variërend van 9.5 tot 50.3 %. 6

7 2.2. Een nadere beschouwing van de Rorschach De Rorschach is, in tegenstelling tot de MMPI-2, een relatief ongestructureerde test, die onder andere persoonlijkheidsdynamiek op onbewust niveau meet. De test bestaat uit tien in meer of mindere mate gestructureerde platen ( inktvlekken ), waarbij de subjecten moeten aangeven wat zij in de afbeelding zien. In eerste instantie is de Rorschach-test als perceptuele test ontwikkeld. Echter doet de Rorschach naast de perceptie, beroep op associaties die iemand heeft. In die zin is het zowel een perceptuele als projectieve test. De mate waarin de test beroep doet op perceptie danwel associatie hangt af van bepaalde persoonlijkheidseigenschappen of kenmerken die men heeft. Daarnaast roept de ene plaat meer associatie op dan de andere: hoe minder structuur op een plaat, hoe groter de kans dat men interpreteert vanuit bepaalde innerlijke kenmerken. Of responsen vanuit projectie danwel perceptie zijn gegeven, en wat dit betekent in het kader van persoonlijkheidseigenschappen en psychopathologie, wordt bepaald vanuit een scoringssysteem, aan de hand waarvan de antwoordenset ( protocol ) wordt gescoord en geïnterpreteerd. Van de Rorschach zijn er in de loop der tijd verschillende scoringssystemen in de omloop geweest, die onderling conflicteerden. In die zin was er geen sprake van de Rorschach test, maar waren het vijf verschillende tests (Groth-Marnat, 1997). Exner (1969, in Groth-Marnat) onderzocht en vergeleek deze vijf systemen, en ontwikkelde in de loop der tijd uit de verschillende scoringssystemen een empirisch stevig onderbouwd interpretatiesysteem, genaamd het Comprehensive System (CS) (Exner, 1974, 1978, 1986, 1991, 1993; Exner & Weiner, 1982, in De Ruiter & Cohen, 1994). Dit systeem is uitgegroeid tot het meest gebruikte systeem in de onderzoekssetting (Groth-Marnat). De variabelen uit het CS zijn in verschillende studies onderzocht (Baity & Hilsenroth, 1999; Carlson, Kula & Laurent, 1997). De CS variabelen hebben een aangetoonde betrouwbaarheid en validiteit (Atkinson, Quarrington, Alp & Cyr, 1986; Hiller, Rosenthal, Bornstein, Berry & Brunell-Neuleib, 1999 in Lindgren & Carlsson, 2002; Weiner, 1998; De Ruiter & Cohen; Allen & Dana, 2004). Het CS als zodanig is een geschikt en waardevol onderzoeksinstrument om in te zetten in psychotherapieeffectiviteitsonderzoek (Pressley Abraham, Lovegrove, Lepisto, Schultz & Finkelberg, 1994) 2.3. Is er overeenstemming tussen MMPI-2 en Rorschach? Er is in de loop der tijd veel onderzoek gedaan naar overeenstemming tussen de MMPI-2 en Rorschach. Archer en Krishnamurthy (1993) voerden literatuuronderzoek uit over 37 studies naar interrelaties tussen MMPI en Rorschach variabelen. Correlaties tussen de MMPI en Rorschach blijken over het algemeen laag te zijn, ook tussen conceptueel overeenkomende schalen c.q. variabelen. Archer en Krishnamurthy concludeerden dat, hoewel beide tests de functie hebben persoonlijkheid en psychopathologie te meten, de MMPI en Rorschach over het algemeen zwak tot minimaal correleren. Meyer (1996, 1997, 1999; Meyer, Riethmiller, Brooks, Benoit en Handler, 2000) deed herhaaldelijk onderzoek naar de redenen voor de lage correlaties. Hij stelde dat het gebrek aan overeenstemming te wijten is aan onder andere de complexiteit van de persoonlijkheid in het algemeen, en de moeilijkheden die dit geeft met het meten van persoonlijkheid. Ook zijn er aanwijzingen dat beide tests verschillende aspecten van persoonlijkheid meten. Daarnaast duidde hij op de methodologische bias: zogezegd is de MMPI-2 een zelfrapportagevragenlijst, terwijl de Rorschach voornamelijk een projectieve test is, en deels op onbewust niveau meet. Door deze verschillende manier van meten is automatisch een lagere correlatie te verwachten. Het zou niet verwonderlijk zijn, zo stelt Meyer, wanneer uit de MMPI en Rorschach op basis van meetwijze alleen al verschillende typen informatie zouden komen. Meyer (1993 in 1997, 1999, 2000) toonde echter dat op een meer indirecte wijze wel enige vorm van overeenkomstigheid te ontdekken is. Hij deed onderzoek naar de testhouding oftewel responsstijl als modererende factor, die van invloed is op de samenhang tussen 7

8 MMPI-2 schalen en Rorschach-variabelen. De responsstijl geeft de houding weer die de respondent neemt ten opzichte van de test. Deze varieert van een terughoudende, defensieve opstelling tot een open en responsieve houding ten aanzien van de test. De responsstijl opereert op elke test afzonderlijk. Dit wil zeggen: wanneer men een defensieve houding heeft bij het afnemen van de Rorschach, hoeft dit niet te betekenen dat men ook op defensieve wijze de MMPI-2 invult. Een indicator voor responsstijl die Meyer (1999) voor beide vragenlijsten opstelde is de respons-karakterstijl. Op de Rorschach wordt de respons-karakter stijl weergegeven door de scoreconstellatie van variabele R (het aantal gegeven responsen) en Lambda (genuanceerdheid van de responsen). Op de MMPI-2 wordt deze weergegeven door de scoreconstellatie van validiteitsschalen F ( infrequency -schaal) en K (subtiele positieve zelfpresentatie). Vanuit de verschillende scoreconstellaties zijn vijf responsstijlen opgesteld, varierend van opzettelijk defensief, constrictief tot karakterologisch overdrijvend, uitwijdend. Het onderzoek toonde dat de mate van samenhang tussen conceptueel overeenkomende variabelen en schalen afhangt van de mate waarin men de MMPI-2 en Rorschach met dezelfde testhouding invult. Twee conceptueel overeenkomende schalen en variabelen waren bijvoorbeeld schaal 2-D (de depressieschaal uit de MMPI-2) en DEPI (de depressie-index uit de Rorschach). Van deze twee variabelen is bekend en aangetoond dat ze, hoewel conceptueel overeenkomend, zeer laag onderling correleren (Archer & Krishnamurthy, 1993; Meyer, 1999; Lingren & Carlsson, 2003). Meyer toonde aan dat wanneer responskarakterstijl niet in ogenschouw genomen wordt, de schaal Depressie en DEPI inderdaad niet correleren. Komen de responsstijlen op beide tests echter overeen, dan vertonen beide schalen positieve correlaties; wanneer de respons-karakterstijl op de MMPI-2 en Rorschach het tegenovergesteld zijn; e.g. defensief op de Rorschach en overdrijvend en uitwijdend op de MMPI-2, zijn correlaties tussen Depressie en DEPI zelfs negatief. (Meyer, 1993 in Meyer, 1997) Gebrek aan correlatie: gebrek aan overeenstemming? Uit verschillend onderzoek dat is gedaan, blijkt dus dat MMPI-2 schalen en Rorschach variabelen die conceptueel wel overeenkomen, in principe niet correleren. De bevindingen van Meyer (1999, 2000) zijn zeer interessant in het kader van dit onderzoek. Hij toonde immers aan dat, ondanks de zeer lage correlaties, de variabelen en schalen die hij onderzocht wel overeenstemming tonen wanneer rekening gehouden wordt met een modererende factor. (Meyer 1997,1999, 2000; Lindgren & Carlsson, 2002, 2003). Het is dus niet zonder meer te concluderen dat, omdat er lage correlaties worden gevonden, er geen overeenstemming is tussen schalen uit beide tests. Ondanks dat vele onderzoeken lage correlaties tonen tussen de MMPI-2 en Rorschach, lijkt er dus toch samenhang te zijn tussen conceptueel overeenkomstige schalen en variabelen wanneer een ander aspect: een derde factor, in ogenschouw wordt genomen..wellicht is er met een andere benadering dan het onderzoeken van puur correlationele verbanden, meer te ontdekken over gemeenschappelijkheid van schalen en variabelen. Dit vormt het uitgangspunt van mijn onderzoek. 3. Onderzoeksopzet Ondanks de tot nog toe wat ontmoedigende stand van zaken dus, met betrekking tot aangetoonde samenhang tussen de MMPI-2 en Rorschach, wil ik gaan bekijken of er op een andere wijze wel overeenkomstigheid te ontdekken is tussen de MMPI-2 en Rorschach. Is er overeenkomstigheid te ontdekken tussen de MMPI-2 en Rorschach in de vorm van een gemeenschappelijke factor? Dit zal onderzocht worden op een exploratieve wijze, die voor 8

9 zover bekend nog niet is toegepast op de MMPI-2 en Rorschach, namelijk door middel van een combinatie van clusteranalyse en factoranalyse. Allereerst zal echter een literatuurstudie plaatsvinden naar het gebruik van de MMPI-2 en Rorschach in onderzoek. Op basis van deze literatuurstudie zal een selectie van schalen en variabelen plaatsvinden die zullen worden gebruikt in de verdere analyses. Het uiteindelijke onderzoek zal plaatsvinden in vier fasen. Na de initiële selectie op basis van het literatuuronderzoek zullen correlaties worden berekend tussen de geselecteerde variabelen en schalen, zowel afzonderlijk (binnen de MMPI-2 en Rorschach) als onderling (tussen de MMPI-2 schalen en Rorschach variabelen) (fase 1). Aangezien zowel de Rorschach als de MMPI-2 schalen intern veel overlap vertoont, zal met berekening van afzonderlijke correlaties de mate van overlap in kaart worden gebracht. De schalen en variabelen die een te grote overlap vertonen (te hoog correleren), en dus wellicht hetzelfde meten, zullen daarbij niet meegenomen worden in de analyses. Vervolgens zal op basis van de onderlinge correlaties een uiteindelijke selectie van variabelen en schalen plaatsvinden, waarbij de MMPI-2 schalen en Rorschach-variabelen die het sterkst met elkaar correleren, worden geselecteerd voor verdere analyse. In de tweede fase zal op exploratieve wijze bekeken worden of er clusters te ontdekken zijn binnen de uiteindelijke samenstelling van variabelen en schalen; hoe vormen de clusters zich? Vormen zich ook clusters met een combinatie van Rorschach en MMPI-2 variabelen? De clusteranalyse heeft als functie een idee te krijgen welke MMPI-2 schalen en Rorschach-variabelen eventueel tot een samengestelde maat zouden kunnen leiden. In de derde fase voeren we een exploratieve factoranalyse uit. Op basis van de exploratieve factoranalyse zullen toetsbare hypothesen worden opgesteld, in de vorm van factormodellen. In de vierde fase zal een confirmatieve factoranalyse worden uitgevoerd, om te toetsen welke factormodellen empirisch het meest onderbouwd zijn, en dus na te gaan welk model het best past bij de data die we hebben. 4. Selectie van variabelen en schalen op basis van literatuuronderzoek 4.1. Verzameling van onderzoeksliteratuur Om op een verantwoorde manier variabelen te kunnen selecteren die meegenomen zullen worden in de analyse, is een uitgebreid literatuuronderzoek gedaan. Verzameld zijn onder andere onderzoeksartikelen waarbij de Rorschach en/of MMPI-2 werden gebruikt als maat. Hiervan is een overzicht gemaakt en vervolgens bekeken welke variabelen van de Rorschach en MMPI-2 vaak gebruikt worden in onderzoek. Op deze wijze is een basis gecreëerd voor selectie van MMPI-2 schalen en Rorschach variabelen die in het onderzoek meegenomen zouden worden. Bij het bestuderen van de onderzoeksliteratuur is op verschillende dingen gelet. Allereerst is overzichtelijk gemaakt welke variabelen en schalen vaak gebruikt worden als onderzoeksmaat. Vervolgens werd gekeken naar de toepasbaarheid van de veelgebruikte variabelen en schalen voor dit onderzoek. In het kader van de besproken effectiviteitstudie, waaraan dit onderzoek gelinkt is, ging de aandacht uit naar variabelen en schalen die mogelijk kunnen dienen als uitkomstmaat: dus goede metrische eigenschappen hebben en relevant zijn met betrekking tot het construct behandelingsvoortgang Selectie van MMPI-2 schalen Zoals vermeld bestaat de MMPI-2 uit een breed scala aan schalen en subschalen. Naast de klinische hoofdschalen, zijn er schalen die gebaseerd zijn op iteminhoud (inhoudsschalen), schalen gebaseerd op clusters van de items uit de hoofdschalen (Harris-Lingoes subschalen), 9

10 en nieuwe, empirisch ontwikkelde schalen (supplementaire schalen). Daarnaast zijn er schalen die relateren aan de validiteit (validiteitschalen). Deze detecteren een bepaalde testattitude, en gaan na in hoeverre deze testhouding andere klinische schalen invalideert (Groth-Marnat, 1997). Zo bestaat de F-schaal uit items die door minder dan 10 % van de normale populatie wordt bevestigd. Een hoge F-score betekent dus dat de geteste een ongewoon hoog aantal a- typische, deviante responsen geeft; een extreem hoge score wijst mogelijk op een faking-bad testattitude: het simuleren van psychopathologie. Het profiel is dan invalide. In de loop der tijd zijn de schaalnamen van de hoofdschalen gewijzigd in een numerieke benaming. Dit omdat de oorspronkelijke namen verouderde categorieën weergeven, en in die zin misleidend kunnen zijn. Zo heette schaal 8-Sc oorspronkelijk de Schizofenie-schaal. Deze schaal reflecteert echter in de eerste plaats kenmerken als apathie, vervreemding, familiale problemen en is niet per definitie een indicator voor schizofrenie (Groth-Marnat). Ondanks de mogelijk misleidende schaalnamen, is toch gekozen binnen dit onderzoek gebruik te maken van de oude schaalnamen. Dit wegens de overzichtelijkheid die de oude schaalnamen toch bieden. Omdat binnen dit onderzoek op zoek wordt gegaan naar een globale, overstijgende verklarende factor, dragen de oude schaalnamen bij aan de inzichtelijkheid van de uitkomstbeschrijvingen. Depressie-schaal spreekt immers sterker tot de verbeelding dan schaal 2-D. Wel dient deze aard en mogelijkheid tot misvatting in het achterhoofd gehouden te worden. De 10 hoofdschalen en drie validiteitschalen vormen de traditionele schalen. Schaal 5- Mf (Mannelijkheid-vrouwelijkheid) en schaal 0-Si (Sociale introversie) zijn later toegevoegd, en enigszins een vreemde eend in de bijt. Beide schalen zijn geen klinische schalen in die zin, dat zowel schaal Mannelijkheid-vrouwelijkheid als schaal Sociale Introversie geen psychopathologie meten. De overige acht hoofdschalen meten allen wel een mate van psychopathologie. Schaal Mannelijkheid-vrouwelijkheid reflecteert min of meer in hoeverre men zich identificeert met mannelijke en vrouwelijke rollen; schaal Sociale introversie reflecteert de mate van sociale teruggetrokkenheid, verlegenheid en sociale en zelfvervreemding. Beide schalen geven dus op zichzelf geen klinische informatie, en Groth- Marnat suggereert dan ook dat deze schalen, wat betreft klinisch gebruik van de MMPI-2, gezien dienen te worden als aanvulling op interpretaties van de andere schalen. De reden dat schalen Mannelijkheid-vrouwelijkheid en Sociale introversie in dit onderzoek wel worden geïncludeerd, is dat in dit onderzoek gewerkt wordt vanuit een empirisch uitgangspunt in plaats van klinisch. Verbanden tussen variabelen en schalen die gelegd zullen worden zullen op statistische in plaats van conceptuele basis zijn. Beide schalen geven verder, ondanks dat ze geen psychopathologie meten, wel degelijk informatie over persoonskenmerken. In die zin zijn de genoemde eigenschappen van beide schalen geen reden voor uitsluiting van statistische analyse. Hoewel de MMPI-2 dus een groot aantal schalen en subschalen bevat, lijkt in onderzoek vaak gebruik te worden gemaakt van de traditionele 10 klinische hoofdschalen en drie validiteitschalen. In overeenstemming met wat Gordon (2001) vaststelde, zijn vrijwel geen artikelen gevonden waarbij de MMPI-2 gebruikt wordt als uitkomstmaat voor effectiviteit van behandeling. Bij exploratief onderzoek is aan te raden op globaler niveau te meten (Singer & Brabender, 1993). Omdat exploratie een ander aspect is van mijn onderzoek, heb ik me gericht op onderzoeksartikelen met een algemenere (exploratieve) onderzoeksvraag. In alle verzamelde artikelen, waarbij kenmerken op globaler en breder niveau werden onderzocht, werden de 10 hoofdschalen en drie validiteitschalen gebruikt als maat. Een voorbeeld is het onderzoek van Riley, Alex, Mabe en Davis (1991), waarin zij middels de MMPI, subgroepen depressieve, vrouwelijke patiënten onderscheidden op (onder andere) algemene psychopathologie. Een ander onderzoek met soortgelijke insteek is dat van Falkenhain, Duckro, Hughes, Rosetti en Feller (1999). Zij identificeerden subtypen Rooms 10

11 Katholieke priesters die seksueel kindermisbruik pleegden, middels de MMPI hoofd- en validiteitschalen. Een duidelijke rationale voor selectie van schalen werd door de onderzoekers niet gegeven. Wel stellen zowel Riley e.a. als Falkenhain e.a. dat MMPIprofielen (dat wil zeggen de hoofdschalen) vaak worden gebruikt bij het identificeren van subgroepen binnen een heterogene populatie- dus bij onderzoek met een globalere insteek (Bombardier, Divine, Jordan, Brooks & Neelon, 1992; Elhai, Klotz Fitter, Gold & Sellers, 2001; Nieberding, Ganoco, Pirie, Bannatyne, Viglione, Cooper, Bodholt, & Frackowiak, 2003). Wegens de exploratieve aard van dit huidige onderzoek zijn voor statistische analyse uiteindelijk de 10 hoofdschalen en drie validiteitschalen geselecteerd. Voor beschrijvingen van de schalen zie tabel 1. Tabel 1. Overzicht geselecteerde MMPI-2 schalen MMPI-2 schalen Betekenis L Leugenschaal; mate van een naïeve, onrealistisch positieve presentatie F Infrequency-schaal; mate van a-typische, afwijkende antwoorden, kan duiden op psychopathologie en op ongewone gevoelens ten gevolge van specifieke levensomstandigheden K Correctieschaal; mate van subtiele, onrealistisch positieve zelfpresentatie 1 Hs Hypochondrie ; zorgelijkheid met betrekking tot de gezondheid 2 D Depressie ; depressieve gevoelens, apathie, piekeren, indicator voor distress 3 Hy Hysterie ; fysieke klachten in combinatie met een ontkenningstijl 4 Pd Psychopatische deviatie ; mate van sociale aanpassing 5 Mf Mannelijkheid-vrouwelijkheid ; mannelijke/vrouwelijke eigenschappen 6 Pa Paranoia ; mate van interpersoonlijke gevoeligheid, achterdocht 7 Pt Psychastenie ; angst, zelftwijfel, indicator voor distress 8 Sc Schizofrenie ; denkstoornissen, sociale isolatie, gevoel onbegrepen te zijn 9 Ma Hypomanie ; manische symptomen 0 Si Sociale introversie ; mate van verlegenheid, sociale terugtrekking, sociale en zelfvervreemding Schaalbeschrijvingen afkomstig uit Groth-Marnat (1995) Selectie van Rorschach variabelen De Rorschach kent vele scoringswijzen, waarbij, zoals eerder vermeld, in de huidige tijd de Comprehensive System (Exner, 2000) het meest gangbare scoringssysteem is. Het scoringssysteem omvat veel verschillende variabelen, die verschillende aspecten van functioneringsgebieden meten: er is een breed scala aan toepassingsmogelijkheden voor de Rorschach in onderzoek en uiteraard ook in de klinische praktijk. In onderzoek wordt het Rorschach-systeem meestal niet als geheel gebruikt. Vaak worden slechts enkele variabelen geselecteerd, die op directe wijze relateren aan de te meten begrippen. Zo wordt in het onderzoek van Elfhag, Carlsson, en Rossner (2003) de DEPI en CDI gebruikt als maat voor depressieve klachten respectievelijk coping-deficits, die vaak voorkomen bij patiënten met overgewicht. Bij dergelijke onderzoeken, waarbij variabelen gebruikt worden in het kader van specifieke populaties en kenmerken, is weinig sprake van replicatie-onderzoek. Hierdoor is, ondanks herhaaldelijk gebruik in onderzoek, de predictieve validiteit van deze variabelen moeilijk te achterhalen (Meyer en Handler, 1997). De artikelen die aangetroffen zijn, betroffen veelal onderzoek naar specifieke eigenschappen bij specifieke (sub)populaties, op soortgelijke wijze als hierboven beschreven. Hierbij werden de geselecteerde Rorschachvariabelen als operationalisaties voor de betreffende eigenschap gebruikt. Afgezien van bepaalde variabelen, die in meerdere, niet gerepliceerd onderzoeken gebruikt zijn, was inderdaad over het algemeen weinig cumulatie te zien. Omdat dergelijke studies vrijwel niet gerepliceerd zijn, is selectie op basis van deze onderzoeken dan ook niet verantwoord geacht. Naast onderzoek met betrekking tot specifieke eigenschappen, zijn er verscheidene onderzoeken waarbij Rorschach-variabelen geselecteerd zijn in het kader van meting van 11

12 globale aspecten van functioneren. In het kader van het grote onderzoek waaraan dit onderzoek gelieerd is, is met name gericht op onderzoek naar effectiviteit van behandelingen waarbij op breed niveau gemeten wordt (Singer & Brabender, 1993; Weiner en Exner, 1991, Nygren, 2004 a en b; Blatt en Berman, 1990; Exner en Andronikof-Sanglade, 1992; Pressley Abraham, Lovegrove, Lepisto, Schultz en Finkelberg, 1994; Meyer en Handler, 1997). Dit, in het kader van de onderzoeksaard, om twee redenen: ten eerste is het gezien de exploratieve aard van dit onderzoek van belang om op breder niveau te kijken, teneinde hypotheses te kunnen formuleren (zoals genoemd was dit ook een argument van Singer en Brabender (1993) om in hun exploratieve onderzoek een globale representatie van variabelen te selecteren). Ten tweede is juist bij deze bredere studies vaker sprake van replicatieonderzoek, wat ten goede komt aan de predictieve validiteit van de betreffende variabelen. Grønnerød voerde in 2004 een meta-analytisch literatuuronderzoek uit naar veranderingen op de Rorschach als gevolg van psychotherapie. De Rorschach wordt veel gebruikt in de klinische praktijk. Ook is veel onderzoek gedaan naar de Rorschach als meetinstrument. Gronnerod stelde echter vast dat in onderzoek naar therapievooruitgang, de Rorschach opvallend weinig wordt ingezet. Weiner en Exner (1988, in 1991) daarentegen ontwikkelden een samenstelling van variabelen die samengenomen zes gebieden van persoonlijkheidsfunctioneren reflecteren, die relevant zijn met betrekking tot therapievooruitgang. Deze 27 indices voor aanpassingsmoeilijkheden werden vervolgens in verschillende onderzoeken naar behandelprocessen en -effectiviteit gebruikt (Weiner en Exner, 1991; Exner & Andronikof-Sanglade, 1992; Pressley-Abraham, Lovegrove, Lepisto, Schultz & Finkelberg, 1994). Deze 27 indices zouden geschikt zijn voor selectie, ware het niet dat de variabelen elkaar sterk overlappen. Overlap onder variabelen die in onderzoek als maat worden gebruikt is nadelig, omdat het de interpretatie van data conceptueel en statistisch gezien vermoeilijkt (Blatt en Berman, 1984). Overlap dient dus waar mogelijk vermeden te worden. Een constellatie van Rorschach-variabelen die geen onderlinge overlap vertoont komt uit onderzoek van Nygren (2003, in 2004; 2004a en b). Zij deed onderzoek naar de predictieve validiteit van Rorschach variabelen in het meten van patiëntgeschiktheid voor psychodynamische psychotherapie. Nygren (2003, in Nygren, 2004) baseerde haar selectie op rationele grond. Ze selecteerde 17 variabelen uit de summary scores van het Comprehensive System. Deze relateren conceptueel aan belangrijke eigenschappen met betrekking tot geschiktheid voor dynamische psychotherapie. De eigenschappen betroffen Ego sterkte en Dynamische Capaciteit. Nygren toonde in verschillende onderzoeken de predictieve validiteit aan van deze variabelen. Veel van de variabelen die zij selecteerde, waren tevens in eerder validatie-onderzoek gebruikt (onder andere Alpher, Perfetto, Henry en Strupp, 1990). Samengevat relateren deze 17 variabelen aan begrippen omtrent behandelingsgeschiktheid en behandelingsvooruitgang. Daarnaast hebben deze variabelen zowel conceptueel als empirisch een relatief sterke basis met betrekking tot predictieve validiteit en is er geen onderlinge overlap. Tot slot is er sprake van replicatie. Kortom, de variabelen hebben goede potentiële eigenschappen om als onderzoeksmaat te fungeren en lijken dan ook zeer geschikt om te gebruiken in het huidige onderzoek. Om deze redenen zijn de variabelen van Nygren uiteindelijk geselecteerd voor analyse. De geselecteerde variabelen zijn te vinden in tabel 2. 12

13 Tabel 2. Overzicht geselecteerde Rorschach variabelen Nygren variabelen Betekenis EA Experience Actual ; mate van inzetbare hulpbronnen bij problemen, vermogen copingstrategieën toe te passen; draagkracht FC Form dominant Color Response ; mate van controle over affect, emoties, affectmodulatie YFY Non-Form Dominance ; stress-gerelateerde psychologische hulpeloosheid, een ervaren onvermogen controle uit te oefenen op de situatie M Inanimate movement responses ; situationele innerlijke spanning SumT Sum Texture responses ; capaciteit/onvervulde behoeften aan intieme relaties Blends Ruwe indicatie van psychologische complexiteit Zf Frequency of Organizational Activity ; motivatie en effort op taak F% Relatief aantal Pure Form responsen ; gebrek aan openheid ten opzichte van ervaringen MQo Human Movement Responses, Ordinary Form ; gezonde mate van fantasie Wsum6 Weighed Sum Special Scores ; cognitieve uitglijders X-% Verstoorde perceptuele mediatie S White Space responsen ; opgepotte boosheid, overassertiviteit FrrF Reflection Responses ; narcistische trekken, narcistische defensieve behoeften, overheersend in zelfconcept FD FormDimension ; introspectie, zelfinspecterend gedrag AG Agressive Movement responses ; negatief gekleurd interpersoonlijk verwachtingspatroon met elementen van competitie, agressiviteit in de verwachting COP Cooperative Movement responses ; positief gekleurd interpersoonlijk verwachtingspatroon met elementen van coöperatie PER Personalized Answers ; refereren naar eigen beleving ter zelfrechtvaardiging Omschrijving variabelen op basis van het CS (Exner, 1998, 2000), Nygren (2004), in samenwerking met B. Pieters 5. Methode 5.1. Proefpersonen Voor dit onderzoek worden gegevens van de MMPI-2 en Rorschach gebruikt van patiënten die tussen juli 2002 en november 2004 instroomden bij het NPI. De groep patiënten die aan dit onderzoek deelnamen, hebben een psychologisch onderzoek ondergaan als onderdeel van de indicatiestelling van de behandeling; zij zijn allen doorverwezen naar psychoanalytische psychotherapie of psychoanalyse. Van de 117 patiënten die binnen bovengenoemde periode instroomden, hebben twee patiënten een Rorschach-respons van R < 14. Dergelijke protocollen zijn volgens het Comprehensive System invalide (Exner, 2000). De twee betreffende patiënten zijn daarop uit het gegevensbestand verwijderd. De onderzoekspopulatie (N = 115) bestaat uit 30 mannen en 85 vrouwen, met de toewijzing psychoanalytische psychotherapie (n = 73) of psychoanalyse (n = 42). Gemiddelde leeftijd is 31 jaar, met een range van 18 tot 48 jaar. Van 89 patiënten zijn zowel Rorschach als MMPI-2 gegevens beschikbaar. Van 4 patiënten ontbreken de Rorschach data, en van 22 proefpersonen ontbreken MMPI-2 gegevens Procedure Allereerst worden de MMPI-2 en Rorschach data middels beschrijvende statistiek (gemiddelden, maximum en minimumscore) gecontroleerd op uitschieters. Vanwege de complexiteit van de Rorschach-scoring en interpretatie zullen uitschieters met betrekking tot Rorschach-variabelen worden beoordeeld door een Rorschach-expert, die beoordeelt of deze 13

14 al dan niet geloofwaardig zijn. Eén outlier is volgens deze werkwijze ontdekt; deze is uit de data verwijderd. Scores op de Rorschach-variabelen worden medebepaald door het aantal responsen dat een respondent geeft (R). Om confounding tegen te gaan, is binnen dit onderzoek besloten de variabelen te corrigeren voor R. Binnen het Comprehensive System wordt dit gedaan bij bijvoorbeeld de variabelen F% en X-%, door de totale variabelenscore te delen door R. Dit wordt ook gedaan voor de rest van de geselecteerde variabelen. Zij worden vervolgens opnieuw gelabeld, te weten EA%, FC%, YF%, YFY%, m%, SumT%, Blends%, Zf%, MQo%, S%, FrrF%, FD%, AG%, COP% en PER%. Normale verdeling wordt getoetst middels de Kolmogorov-Smirnov toets. Waarden kleiner dan 0.05 duiden op een scheve verdeling. Variabelen met een scheve verdeling op basis van Kolmogorov-Smirnov zullen nader worden getoetst met de Skewness en Kurtosis. Skewness geeft de mate van symmetrie aan, waarbij een normale, symmetrische verdeling waarde 0 heeft. Kurtosis geeft de mate van centrering aan binnen de verdeling, met ook een normale verdeling waarde 0. Algemene richtlijn is dat de waargenomen verdeling afwijkt van de normale verdeling indien de Skewness een waarde van twee maal de standaarddeviatie heeft. Kline (1998) echter impliceert dat een verdeling binnen de grenzen van normaliteit ligt bij een absolute Skewness waarde van onder de 3, en een absolute Kurtosis waarde onder de 10. Zowel de algemene richtlijn als de richtlijn van Kline zal in ogenschouw worden genomen Statistische analyses Bij de statistische analyses wordt gebruik gemaakt van SPSS en het programma LISREL. Hieronder zal eerst beschreven worden welke statitische analyses zijn gebruikt om voorafgaande aan de bespreking van de resultaten duidelijk te maken welke stappen precies zijn genomen. Aangezien de gevolgde methode nog niet eerder gerapporteerd is, staan we bij deze uitleg uitgebreid stil. Correlaties. Met name de MMPI-2, maar ook de Rorschach, vertoont een grote interne overlap. Om uit te sluiten dat meerdere schalen c.q. variabelen hetzelfde meten, worden allereerst correlaties berekend van de geselecteerde schalen binnen de MMPI-2 en van de geselecteerde variabelen binnen de Rorschach. Variabelen c.q. schalen die een sterke overlap tonen, dat wil zeggen die hoog onderling correleren, zullen worden verwijderd. Correlaties van.80 duiden volgens de algemene richtlijn ( opgehaald 14 juni 2006) op een hoge ëcorrelatie en zullen als afkapwaarde worden gehandhaafd. Het advies volgend van Drs. H.C.M. Vorst, specialist op het gebied van testconstructie, zal vervolgens een tweede selectie van de variabelen en schalen plaatsvinden. Ten opzichte van de steekproefgrootte is het huidige aantal geselecteerde variabelen en schalen namelijk te groot. Om tot betekenisvolle analyses te kunnen komen is reductie van deze variabelen en schalen daarom noodzakelijk. Deze tweede selectie zal eveneens plaatsvinden op basis van correlatieberekening. Correlaties zullen berekend worden tussen de uit de verwijderingsronde overgebleven MMPI-2 schalen en Rorschach-variabelen. De variabelen en schalen die de meeste samenhang vertonen, zullen worden geselecteerd. Correlaties vanaf 0.20 worden volgens de algemene richtlijnen erkend als lage, maar bestaande correlaties. Als ondergrens zullen daarom correlaties van 0.20 worden gehandhaafd. Voorwaarde is echter dat deze significant zijn. Correlatieberekening zal bij zowel de eerste als tweede selectie gebeuren middels de Pearson s r. 14

15 Clusteranalyse. Omdat bij dit onderzoek geen a priori hypothesen zijn opgesteld, en het dus een exploratieve studie betreft, zal clustering van de geselecteerde variabelen in verschillende fasen worden toegepast. Allereerst wordt over de betreffende variabelen cq schalen een clusteranalyse gedraaid, om op exploratieve wijze te bekijken welke variabelen samen clusteren. Daarbij is gekozen voor de hiërarchische agglomeratieve clusteranalyse, vanwege de mogelijkheid naast cases (personen), de analyse ook te draaien over variabelen. Daarnaast is deze clustertechniek geschikt wanneer er a priori niets bekend is over het aantal te vormen clusters, zoals bij dit onderzoek het geval is. Ook is deze techniek het meest geschikt voor kleinere samples, van N=250 of lager ( htm, g.d.) De afstandsmaat die toegepast wordt is de Euclidische afstand. Deze afstand wordt het meest gebruikt bij data met metrische eigenschappen (Lattin, Carroll en Green, 2003). Om eventuele negatieve tekens te verwijderen, werd gekozen voor de gekwadrateerde Euclidische afstand. De Euclidische afstand is gevoelig voor verschillen op meetschaalniveau (Everitt, 1981). Omdat MMPI-2 schalen en Rorschach-variabelen verschillende meetschalen hebben, zal de data voorafgaand aan de analyse gestandaardiseerd worden door middel van de z-score. De gekozen technieken betreffen de single-linkage-methode, de complete-linkage en de average linkage between groups (UPMGA)-methode. De single linkage, complete linkage en UPMGA behoren tot de klassieke methoden die toegepast worden bij een hiërarchische clusteranalyse (Soffritti, 1999). De Ward-methode is een techniek die in de met betrekking tot clusteranalyse verzamelde artikelen veel voorkwam (Riley, Mabe & Davis, 1991; Falkenhain, Duckro, Hughes, Rossetti & Gfeller, 1999). Omdat deze methode eveneens een algemeen gebruikte techniek lijkt te zijn, is besloten ook de Ward-methode toe te passen. Exploratieve factoranalyse. Een tweede manier om na te gaan of er overeenstemming is tussen de MMPI-2 schalen en de Rorschach variabelen is door middel van factoranalyse. Allereerst wordt een exploratieve factoranalyse (EFA) berekend. Proefpersonen, waarbij MMPI-2 data of Rorschach-data missen, worden geëxcludeerd van verdere deelname. Gekozen wordt voor de principale componenten analyse (PCA); een veelgebruikte techniek met de Varimax-rotatiemethode, met Kaiser-normalisatie. Factoren met eigenwaarden van 1.0 en factorladingen.40 werden beschouwd als geschikt voor interpretatie. Voorafgaand aan de analyse worden de scores gestandaardiseerd middels een z-score. Middels de Bartlett s sphericity test wordt bekeken of de correlaties van de geselecteerde variabelen en schalen hoog genoeg zijn voor dimensie reductie via de principale componenten analyse. Confirmatieve factoranalyse. Op basis van de exploratieve factoranalyses zullen modellen worden opgesteld, die het meest aannemelijk lijken. Deze modellen zullen vervolgens worden getoetst door middel van confirmatieve factoranalyse (CFA). Voor toetsing van de uit de EFA opgestelde modellen zullen we verschillende fit indices gebruiken. De belangrijkste model fit indices (Jöreskog en Sörbom, 2001) die we zullen gebruiken zijn de Comparative Fit Index (CFI) en de Nonnormed Fit Index (NNFI; theoretische waarden tussen 0.0 en1.0; 1.0 als indicatie voor perfecte fit); de Root Mean Square Error of Approximation (RMSEA; waarden lager dan 0.05 kunnen worden beschouwd als goede fit; waarden tussen 0.05 en 0.08 als een adequate fit; waarden tussen 0.08 en 0.10 als een middelmatige fit; waarden hoger dan 0.10 onacceptabel) en de Standardized Root Mean Square Residual (SRMR; waarden lager dan 0.05 zijn te beschouwen als een goede fit, waarden tussen 0.05 en 0.10 als acceptabel). Een minder formele, maar meer descriptieve goodness-of-fit index die we zullen gebruiken is de chi-square. De chi-square gedeeld door het aantal vrijheidsgraden geeft de badness of fit aan. Waarden tussen 3 en 3 indiceren een adequate fit. 15

16 6. Resultaten 6.1. Normale verdeling Om de verdeling van de geselecteerde schalen en variabelen te bekijken, werden Kolmogorov-Smirnov-waarden berekend. De waarden staan vermeld in bijlage 1 en 2. De 13 MMPI-2 schalen die uiteindelijk geselecteerd zijn, hebben allen Kolmogorov-Smirnovwaarden van hoger dan De Kolmogorov-Smirnov test geeft dus aan dat alle 13 MMPI-2 schalen normaal verdeeld zijn. Van de Rorschach-variabelen zijn er zeven met een Kolmogorov-Smirnov-waarde van onder de Dit duidt volgens Kolmogorov-Smirnov op een scheve verdeling. Dit betreft de variabelen m%, sumt%, Wsum6%, FrrF%, FD%, AG% en PER%. Om deze afwijking van de normaliteit nader te onderzoeken, zijn over deze zeven variabelen de Skewness en Kurtosis berekend. Uitkomsten staan weergegeven in bijlage 3. Te zien is dat alle zeven scheef verdeelde Rorschach-variabelen een Skewness hebben van boven de 0.46 (tweemaal de standaarddeviatie), en dus ook volgens de Skewness afwijken van een symmetrische verdeling. Kijkt men echter naar de richtlijnen van Kline (1988), dan zijn deze afwijkingen niet problematisch: alle zeven waarden blijven onder de door Kline gestelde grenswaarde 3. Ook de Kurtosis is bij alle zeven scheef verdeelde variabelen lager dan Kline s grenswaarde van 10. Volgens de richtlijnen van Kline duidt de Kurtosis dus eveneens op een niet-problematische afwijking. De variabelen m%, sumt%, Wsum6%, FrrF%, FD%, AG% en PER% wijken dus af van een normale verdeling, maar zijn niet problematisch te noemen. Deze afwijkingen hebben dus geen negatieve consequenties voor verdere verwerking Pearson correlaties Voorafgaand aan de eerste selectie is nagegaan of hoge onderlinge correlaties tussen variabelen aanwezig waren. De correlaties staan weergegeven in bijlagen 4 (Rorschach), 5 (MMPI) en 6 (Rorschach met MMPI). Bijlage 4 laat zien dat slechts weinig correlaties tussen de geselecteerde Rorschach-variabelen significant waren. Van de 136 berekende correlaties waren er 59 significant te noemen. De correlaties, die significant waren, waren afgezien van enkele uitschieters laag en varieerden van 0.19 (laag tot niet bestaand) tot 0.74 (vrij hoog). De variabelen met de hoogste onderlinge correleraties waren EA en Blends; EA en F%; EA en MQo; Blends en m; en Blends en F%, met correlaties rond (vrij hoog). Alle gevonden correlaties bleven echter onder de grenswaarde van 0.8, wat impliceert dat de geselecteerde Rorschach-variabelen elkaar niet overlappen. Verwijdering van Rorschach-variabelen wegens een te sterke overlap bleek dus niet nodig. Bijlage 5 laat zien dat bij de geselecteerde MMPI-2 schalen correlaties relatief vaker significant zijn: van de 78 correlaties waren er 48 significant. Significante correlaties waren over het algemeen matig tot hoog, en varieerden van -.21 (laag) tot.78 (vrij hoog). De schalen, die de hoogst correleerden, betroffen schaal 8-Schizofrenie en F; schaal 8- Schizofrenie en Psychastenie; schaal 3-Hysterie en schaal 1-Hypochondrie; schaal 7- Psychastenie en schaal 2-Depressie; met correlaties rond de.70. Alle gevonden correlaties bleven echter onder de grenswaarde van Er zijn dus geen indicaties voor een te sterke onderlinge schaaloverlap tussen de geselecteerde MMPI-2 schalen en verwijdering van schalen bleek dus eveneens niet nodig. Voor de tweede selectie is gekeken naar de correlaties tussen MMPI -2 en Rorschach. Bijlage 6 toont dat correlaties tussen MMPI-2 schalen en Rorschach variabelen over het algemeen laag tot niet bestaand waren. Van de 221 mogelijke correlaties waren slechts 22 significant. Deze correlaties varieerden van -.21 tot -.37 (beide laag). Meerdere Rorschachvariabelen correleerden significant met een van de MMPI-2 schalen. Ook waren er meerdere MMPI-2 schalen die significant samenhingen met een Rorschach-variabele. De variabelen EA%, FC%, YFY%, FrrF% en FD% toonden echter samenhang met meer dan een MMPI-2 16

17 schaal. Van de MMPI-2 schalen hingen F, Depressie, Psychopatische deviatie, Paranoia, Psychastenie, Schizofrenie en Sociale introversie met meerdere Rorschach-variabelen samen. Deze vijf Rorschach variabelen en zeven MMPI schalen zijn geselecteerd voor de clusteranalyse en de factoranalyses Clusteranalyse Omdat we geinteresseerd zijn in overlap tussen de Rorschach en MMPI-2, hebben we alleen die proefpersonen in verdere analyses meegenomen waarvan zowel Rorschach- data als MMPI-2 data beschikbaar was. Na exclusie van proefpersonen met zowel missende MMPI-2 als Rorschach-data, bleven er 89 personen over. Een proefpersoon had een extreme waarde op een Rorschach-variabele. Deze outlier is op basis van klinisch oordeel als missing opgegeven. Omdat SPSS bij hiërarchische clusteranalyse geen functie heeft om rekening te houden met missing values, werd de hele case niet meegenomen in de clusteranalyses. De clusteranalyses zijn daardoor uitgevoerd over 88 proefpersonen. De uitkomsten van de clusteranalyses laten het volgende beeld zien. Figuur 1 toont uitkomsten van de clusteranalyse met de complete linkage - methode. De meest aannemelijke solutie is op afstand 16. Te zien is dat zich vier duidelijke clusters vormden. Het eerste cluster werd gevormd door de MMPI-2 schalen Psychastenie, Schizofrenie, Paranoia, de F-schaal en Psychopatische deviatie. De MMPI-2 schalen in dit cluster meten qua inhoud verschillende aspecten van psychisch functioneren. Zo reflecteert Psychastenie een mate van angst en zelftwijfel, terwijl Psychopatische deviatie afwijkende sociale normen en sociale aanpassing weergeeft (tabel 1). Wat de schalen echter gemeen hebben is de mate van psychopathologie die ze reflecteren. Kijkend naar de schaalinhouden van de MMPI-2 schalen, zou dit cluster dus een psychopathologie-cluster kunnen zijn. Het tweede cluster werd gevormd door Rorschach-variabele YFY%. Variabele YFY% reflecteert een mate van ervaren psychische hulpeloosheid en onvermogen controle uit te oefenen op de situatie waarin men verkeert (tabel 1). Het derde cluster bestond uit de Rorschach-variabele FD% en de MMPI-2 schalen Depressie en Sociale introversie. FD% is gerelateerd aan oplopend kritisch zelfinspecterend gedrag en piekeren, en wordt opgevat als een indicatie voor de mate van introspectie (tabel 2). Zoals vermeld meet Sociale introversie, in tegenstelling tot de andere MMPI-2 schalen, geen psychopathologie. Deze schaal wordt opgevat als een indicatie voor onder andere sociale terugtrekking, isolatie en verlegenheid (tabel 1). De depressie-schaal reflecteert onder andere een mate van depressieve gevoelens en, net als variabele FD%, piekeren. Samengenomen reflecteren de drie variabelen in dit cluster dus een bepaalde mate van introspectie, introversie en piekeren. Dit cluster lijkt dus niet zozeer een mate van psychopathologie te reflecteren, maar meer een mate waarin men op zichzelf reflecteert; reflectiviteit. Het vierde cluster werd gevormd door de Rorschach-variabelen FC%, FrrF% en EA%. Variabele FC% reflecteert de mate van controle, regulatie en modulatie over affect; EA% de mate waarin men over psychologische hulpbronnen beschikt en deze in kan zetten (tabel 2). Beide variabelen geven ogenschijnlijk dus iets weer over de mate waarin men stressvolle situaties het hoofd kan bieden; EA% in die zin specifiek door middel van cognitieve controle over emoties. FrrF% reflecteert de mate waarin men defensieve behoeften van narcistische aard heeft (tabel 2). Deze defensieve behoeften zijn wellicht ook op te vatten als een wijze van coping. In die zin zou FrrF% een bepaalde narcistische wijze van coping reflecteren. Kijkend naar de conceptuele betekenis van de variabelen waaruit dit cluster is opgebouwd, zou dit cluster dus een coping-cluster kunnen zijn. 17

3.1 Itemanalyse De resultaten worden eerst op itemniveau bekeken. De volgende drie aspecten dienen bekeken te worden:

3.1 Itemanalyse De resultaten worden eerst op itemniveau bekeken. De volgende drie aspecten dienen bekeken te worden: Werkinstructie Psychometrische analyse Versie: 1.0 Datum: 01-04-2014 Code: WIS 04.02 Eigenaar: Eekholt 4 1112 XH Diemen Postbus 320 1110 AH Diemen www.zorginstituutnederland.nl T +31 (0)20 797 89 59 1

Nadere informatie

Minnesota Multiphasic Personality Inventory

Minnesota Multiphasic Personality Inventory MMPI-A Minnesota Multiphasic Personality Inventory Resultaten en profielen Naam : Code : Leeftijd : 18 jaar en 1 maanden Datum : 09-12-2003 Geboortedatum : 05-12-1985 Geslacht : man MMPI-A James N. Butcher,

Nadere informatie

General Personality Disorder. A study into the Core Components of Personality Pathology J.G. Berghuis

General Personality Disorder. A study into the Core Components of Personality Pathology J.G. Berghuis General Personality Disorder. A study into the Core Components of Personality Pathology J.G. Berghuis SAMENVATTING General Personality Disorder H. Berghuis Hoofdstuk 1 is de inleiding van dit proefschrift.

Nadere informatie

HTS Report. Positiviteitstest. Jeroen de Vries ID Datum Zelfrapportage. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam

HTS Report. Positiviteitstest. Jeroen de Vries ID Datum Zelfrapportage. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam PT Positiviteitstest HTS Report ID 15890-3155 Datum 18.07.2017 Zelfrapportage PT Inleiding 2 / 8 INLEIDING De Positiviteitstest is een vragenlijst die op basis van zelfrapportage in kaart brengt in hoeverre

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/43602 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Fenema, E.M. van Title: Treatment quality in times of ROM Issue Date: 2016-09-15

Nadere informatie

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers ummery amenvatting Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers 207 Algemene introductie Werkgerelateerde arm-, schouder- en nekklachten zijn al eeuwen

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) In dit proefschrift worden een aantal psychometrische methoden beschreven waarmee de accuratesse en efficientie van psychodiagnostiek in de klinische praktijk verbeterd kan worden. Psychodiagnostiek wordt

Nadere informatie

TSCYC Ouderversie. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. Jeroen de Groot. ID 256-18 Datum 24.12.2014. Informant:

TSCYC Ouderversie. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. Jeroen de Groot. ID 256-18 Datum 24.12.2014. Informant: TSCYC Ouderversie Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen ID 256-18 Datum 24.12.2014 Informant: Mieke de Groot-Aerts moeder TSCYC Inleiding 2 / 10 INLEIDING De TSCYC is een vragenlijst die

Nadere informatie

TSCYC. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum Ouderversie

TSCYC. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum Ouderversie TSCYC Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen HTS Report ID 15890-3156 Datum 18.07.2017 Ouderversie Informant: Jeroen de Vries Vader INLEIDING TSCYC 2/8 Inleiding De TSCYC is een vragenlijst

Nadere informatie

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 179 In dit proefschrift werden de resultaten beschreven van studies die zijn verricht bij volwassen vrouwen met symptomen van bekkenbodem dysfunctie. Deze symptomen komen frequent voor en kunnen de kwaliteit

Nadere informatie

Bijlage 5: Kwantitatieve analyse

Bijlage 5: Kwantitatieve analyse Bijlage 5: Kwantitatieve analyse Deze bijlage bevat een beschrijving van de kwantitatieve analyse, zoals die is uitgevoerd op de 26 vragen in de vragenlijst. Analyses op het niveau van de (26) afzonderlijke

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek.

Samenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek. Samenvatting In september 2003 publiceerde TNO de resultaten van een onderzoek naar de effecten op het welbevinden en op cognitieve functies van blootstelling van proefpersonen onder gecontroleerde omstandigheden

Nadere informatie

introductie Wilcoxon s rank sum toets Wilcoxon s signed rank toets introductie Wilcoxon s rank sum toets Wilcoxon s signed rank toets

introductie Wilcoxon s rank sum toets Wilcoxon s signed rank toets introductie Wilcoxon s rank sum toets Wilcoxon s signed rank toets toetsende statistiek week 1: kansen en random variabelen week : de steekproevenverdeling week 3: schatten en toetsen: de z-toets week : het toetsen van gemiddelden: de t-toets week 5: het toetsen van varianties:

Nadere informatie

9. Lineaire Regressie en Correlatie

9. Lineaire Regressie en Correlatie 9. Lineaire Regressie en Correlatie Lineaire verbanden In dit hoofdstuk worden methoden gepresenteerd waarmee je kwantitatieve respons variabelen (afhankelijk) en verklarende variabelen (onafhankelijk)

Nadere informatie

but no statistically significant differences

but no statistically significant differences but no statistically significant differences Astma is een chronische aandoening, die niet te genezen is. Met de passende zorg kunnen symptomen tot een minimum worden gereduceerd en zou een astma patiënt

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen

Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen SAMENVATTING Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen klinische populaties, waaronder ook de Aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit (ADHD). Ook al wordt

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

Vragen oefententamen Psychometrie

Vragen oefententamen Psychometrie Vragen oefententamen Psychometrie 1. Hoe wordt betrouwbaarheid in de klassieke testtheorie gedefinieerd? a) De variantie van de error scores gedeeld door die van de geobserveerde scores. b) De variantie

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting amenvatting Het aantal mensen met dementie neemt toe. De huisarts speelt een sleutelrol in het (h)erkennen van signalen die op dementie kunnen wijzen en hiermee in het stellen van de diagnose dementie,

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Dit proefschrift bestaat uit een aantal studies waarin onderzocht is waar individuele verschillen vandaan komen in welbevinden (WB) en gerelateerde menselijke eigenschappen, zoals

Nadere informatie

De intramurale behandeling van forensische patienten met een persoonlijkheidsstoornis

De intramurale behandeling van forensische patienten met een persoonlijkheidsstoornis De intramurale behandeling van forensische patienten met een persoonlijkheidsstoornis Een empirische studie Treatment outcome in personality disordered forensic patients An empirical study ( with a summary

Nadere informatie

Inleiding Deel I. Ontwikkelingsfase

Inleiding Deel I. Ontwikkelingsfase Inleiding Door de toenemende globalisering en bijbehorende concurrentiegroei tussen bedrijven over de hele wereld, de economische recessie in veel landen, en de groeiende behoefte aan duurzame inzetbaarheid,

Nadere informatie

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de

Nadere informatie

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening.

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening. amenvatting Elk jaar krijgen in Nederland zo n 45.000 mensen een beroerte, ook wel CVA (Cerebro Vasculair Accident) genoemd. Ongeveer 60% van hen keert na opname in het ziekenhuis of revalidatiecentrum

Nadere informatie

samenvatting 127 Samenvatting

samenvatting 127 Samenvatting 127 Samenvatting 128 129 De ziekte van Bechterew, in het Latijn: Spondylitis Ankylopoëtica (SA), is een chronische, inflammatoire reumatische aandoening die zich vooral manifesteert in de onderrug en wervelkolom.

Nadere informatie

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals Gedragsproblemen komen veel voor onder kinderen en adolescenten. Als deze problemen ernstig zijn en zich herhaaldelijk voordoen, kunnen ze een negatieve invloed hebben op het dagelijks functioneren van

Nadere informatie

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131 chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 132 Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 133 Zaadbalkanker wordt voornamelijk bij jonge mannen vastgesteld

Nadere informatie

DATA-ANALYSEPLAN (20/6/2005)

DATA-ANALYSEPLAN (20/6/2005) DATA-ANALYSEPLAN (20/6/2005) Inleiding De manier waarop data georganiseerd, gecodeerd en gescoord (getallen toekennen aan observaties) worden en welke technieken daarvoor nodig zijn, dient in het ideale

Nadere informatie

3 Werkwijze Voordat een CQI meetinstrument mag worden ingezet voor reguliere metingen moet het meetinstrument in twee fases getest worden.

3 Werkwijze Voordat een CQI meetinstrument mag worden ingezet voor reguliere metingen moet het meetinstrument in twee fases getest worden. Procedure Psychometrische en discriminerend vermogen testfase Versie: 1.0 Datum: 01-04-2014 Code: PRO 04 Eigenaar: 1 Inleiding De richtlijnen en aanbevelingen voor de test naar de psychometrische en onderscheidende

Nadere informatie

EMPO voor Ouders en Jongeren versie 2.0

EMPO voor Ouders en Jongeren versie 2.0 EMPO voor Ouders en Jongeren versie 2.0 2011 Praktikon BV Nijmegen: Harm Damen 1. Wat is de EMPO? De EMPO 2.0 is een lijst voor zelfevaluatie om de empowerment bij ouders (EMPO Ouders 2.0) en jongeren

Nadere informatie

Samenvatting In hoofdstuk één van dit proefschrift worden verscheidene theoretische perspectieven beschreven die relevant zijn voor de vraag in

Samenvatting In hoofdstuk één van dit proefschrift worden verscheidene theoretische perspectieven beschreven die relevant zijn voor de vraag in Samenvatting In hoofdstuk één van dit proefschrift worden verscheidene theoretische perspectieven beschreven die relevant zijn voor de vraag in hoeverre de psychosociale ontwikkeling gerelateerd is aan

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Het aantal eerste en tweede generatie immigranten in Nederland is hoger dan ooit tevoren. Momenteel wonen er 3,2 miljoen immigranten in Nederland, dat is 19.7% van de totale

Nadere informatie

Kwantitatieve modellen. Harry B.G. Ganzeboom 18 april 2016 College 1: Meetkwaliteit

Kwantitatieve modellen. Harry B.G. Ganzeboom 18 april 2016 College 1: Meetkwaliteit Kwantitatieve modellen voor BCO PMC Harry B.G. Ganzeboom 18 april 2016 College 1: Meetkwaliteit Drie colleges Validiteits- en betrouwbaarheidsanalyse Causale analyse met confounding en mediatie Causale

Nadere informatie

SAMENVATTING bijlage Hoofdstuk 1 104

SAMENVATTING bijlage Hoofdstuk 1 104 Samenvatting 103 De bipolaire stoornis, ook wel manisch depressieve stoornis genoemd, is gekenmerkt door extreme stemmingswisselingen, waarbij recidiverende episoden van depressie, manie en hypomanie,

Nadere informatie

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een diagnostische test of screeningsinstrument.

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een diagnostische test of screeningsinstrument. Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een diagnostische test of screeningsinstrument. Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 3. Toelichting bij de criteria voor

Nadere informatie

nederlandse samenvatting Dutch summary

nederlandse samenvatting Dutch summary Dutch summary 211 dutch summary De onderzoeken beschreven in dit proefschrift zijn onderdeel van een grootschalig onderzoek naar individuele verschillen in algemene cognitieve vaardigheden. Algemene cognitieve

Nadere informatie

Dit proefschrift presenteert de resultaten van het ALASCA onderzoek wat staat voor Activity and Life After Survival of a Cardiac Arrest.

Dit proefschrift presenteert de resultaten van het ALASCA onderzoek wat staat voor Activity and Life After Survival of a Cardiac Arrest. Samenvatting 152 Samenvatting Ieder jaar krijgen in Nederland 16.000 mensen een hartstilstand. Hoofdstuk 1 beschrijft de achtergrond van dit proefschrift. De kans om een hartstilstand te overleven is met

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

WERKT DE WEBCARE INTERVENTIE?

WERKT DE WEBCARE INTERVENTIE? WERKT DE WEBCARE INTERVENTIE? Onderwerp: Hoe lees ik een wetenschappelijk artikel? Marjolein Snaterse, docent/onderzoeker Faculteit Gezondheid, Hogeschool van Amsterdam TOCH MAAR WEER: EVIDENCE BASED PRACTICE

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Burnout, een toestand van mentale uitputting door chronische stress in de werksituatie, vormt een ernstig maatschappelijk probleem dat momenteel veel aandacht krijgt. In

Nadere informatie

Onderzoek heeft aangetoond dat een hoge mate van herstelbehoefte een voorspellende factor is voor ziekteverzuim. Daarom is in de NL-SH ook de relatie

Onderzoek heeft aangetoond dat een hoge mate van herstelbehoefte een voorspellende factor is voor ziekteverzuim. Daarom is in de NL-SH ook de relatie Samenvatting Gehoor en de relatie met psychosociale gezondheid, werkgerelateerde variabelen en zorggebruik. De Nationale Longitudinale Studie naar Horen Slechthorendheid is een veelvoorkomende chronische

Nadere informatie

Diagnostiek met vragenlijsten in de eerstelijn

Diagnostiek met vragenlijsten in de eerstelijn Diagnostiek met vragenlijsten in de eerstelijn drs. G.J. Kloens RIJKSUNIVERSITEIT GRONINGEN DIAGNOSTIEK MET VRAGENLIJSTEN IN DE EERSTELIJN Proefschrift ter verkrijging van het doctoraat in de Psychologische,

Nadere informatie

Inzet van social media in productontwikkeling: Meer en beter gebruik door een systematische aanpak

Inzet van social media in productontwikkeling: Meer en beter gebruik door een systematische aanpak Inzet van social media in productontwikkeling: Meer en beter gebruik door een systematische aanpak 1 Achtergrond van het onderzoek Bedrijven vertrouwen meer en meer op social media om klanten te betrekken

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Pouw, Lucinda Title: Emotion regulation in children with Autism Spectrum Disorder

Nadere informatie

Compatibility Process Scale (ACPS). De therapeutische alliantie is gemeten met de Werk

Compatibility Process Scale (ACPS). De therapeutische alliantie is gemeten met de Werk De invloed van indicatiestelling door overleg (the Negotiated Approach) op patiëntbehandelingcompatibiliteit en uitkomst bij de behandeling van depressieve stoornissen 185 In deze thesis staat de vraag

Nadere informatie

Enkelvoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden

Enkelvoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden Er is onderzoek gedaan naar rouw na het overlijden van een huisdier (contactpersoon: Karolijne van der Houwen (Klinische Psychologie)). Mensen konden op internet een vragenlijst invullen. Daarin werd gevraagd

Nadere informatie

We berekenen nog de effectgrootte aan de hand van formule 4.2 en rapporteren:

We berekenen nog de effectgrootte aan de hand van formule 4.2 en rapporteren: INDUCTIEVE STATISTIEK VOOR DE GEDRAGSWETENSCHAPPEN OPLOSSINGEN BIJ HOOFDSTUK 4 1. Toets met behulp van SPSS de hypothese van Evelien in verband met de baardlengte van metalfans. Ga na of je dezelfde conclusies

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De adolescentie is lang beschouwd als een periode met veelvuldige en extreme stemmingswisselingen, waarin jongeren moeten leren om grip te krijgen op hun emoties. Ondanks het feit

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands

Samenvatting Nederlands Samenvatting Nederlands 178 Samenvatting Mis het niet! Incomplete data kan waardevolle informatie bevatten In epidemiologisch onderzoek wordt veel gebruik gemaakt van vragenlijsten om data te verzamelen.

Nadere informatie

Pijn-Coping-Inventarisatielijst (PCI) Kraaimaat, Bakker & Evers (1997)

Pijn-Coping-Inventarisatielijst (PCI) Kraaimaat, Bakker & Evers (1997) Pijn-Coping-Inventarisatielijst (PCI) Kraaimaat, Bakker & Evers (1997) Achtergrond In de literatuur over (chronische)pijn wordt veel aandacht besteed aan de invloed van pijncoping strategieën op pijn.

Nadere informatie

11. Multipele Regressie en Correlatie

11. Multipele Regressie en Correlatie 11. Multipele Regressie en Correlatie Meervoudig regressie model Nu gaan we kijken naar een relatie tussen een responsvariabele en meerdere verklarende variabelen. Een bivariate regressielijn ziet er in

Nadere informatie

Voorbeeldtentamen Statistiek voor Psychologie

Voorbeeldtentamen Statistiek voor Psychologie Voorbeeldtentamen Statistiek voor Psychologie 1) Vul de volgende uitspraak aan, zodat er een juiste bewering ontstaat: De verdeling van een variabele geeft een opsomming van de categorieën en geeft daarbij

Nadere informatie

De wijde wereld in wandelen

De wijde wereld in wandelen 127 De wijde wereld in wandelen Valrisico schatten door het meten van lopen in het dagelijks leven Om een stap verder te komen in het schatten van valrisico heb ik het lopen in het dagelijks leven bestudeerd.

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Het onderwerp van dit proefschrift is depressieve en angst symptomen in chronische dialyse patiënten en andere patiënten. Het proefschrift bestaat uit twee delen (deel A en deel

Nadere informatie

Cover Page. Author: Netten, Anouk Title: The link between hearing loss, language, and social functioning in childhood Issue Date:

Cover Page. Author: Netten, Anouk Title: The link between hearing loss, language, and social functioning in childhood Issue Date: Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/47848 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Netten, Anouk Title: The link between hearing loss, language, and social functioning

Nadere informatie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Wouter Pinxten (contact: Wouter.Pinxten@UGent.be) Prof. Dr. John Lievens Achtergrond

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het Samenvatting Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het individu als op populatieniveau. Effectieve

Nadere informatie

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een systematische review. Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 2

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een systematische review. Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 2 Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een systematische review Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 2 Toelichting bij de criteria voor het beoordelen van de kwaliteit van een

Nadere informatie

Alcoholgerelateerde cognitieve stoornissen en de MMPI-2 neuropsychologische correctie items

Alcoholgerelateerde cognitieve stoornissen en de MMPI-2 neuropsychologische correctie items Alcoholgerelateerde cognitieve stoornissen en de MMPI-2 neuropsychologische correctie items Serge Walvoort, gios klinische neuropsychologie Verslavingskliniek Paschalis, Oostrum Langdurige Zorg, Venray

Nadere informatie

rapporteerden. Er werden geen verschillen gevonden in schoolprestaties, spijbelgedrag en middelengebruik tussen de verschillende groepen.

rapporteerden. Er werden geen verschillen gevonden in schoolprestaties, spijbelgedrag en middelengebruik tussen de verschillende groepen. Samenvatting Samenvatting Depressie en angst zijn de meest voorkomende psychische stoornissen in de adolescentie met een enorme impact op het individu. Veel adolescenten rapporteren depressieve en angst

Nadere informatie

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid Kees van den Bos De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid In deze bijdrage wordt sociaal-psychologisch onderzoek naar sociale rechtvaardigheid besproken. Sociaal-psychologen

Nadere informatie

Statistiek in de alfa en gamma studies. Aansluiting wiskunde VWO-WO 16 april 2018

Statistiek in de alfa en gamma studies. Aansluiting wiskunde VWO-WO 16 april 2018 Statistiek in de alfa en gamma studies Aansluiting wiskunde VWO-WO 16 april 2018 Wie ben ik? Marieke Westeneng Docent bij afdeling Methoden en Statistiek Faculteit Sociale Wetenschappen Universiteit Utrecht

Nadere informatie

Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae

Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae 184 Welbevinden en hoofdpijn bij adolescenten: de rol van zelfregulatie In dit proefschrift is de rol van zelfregulatie processen voor het welbevinden van

Nadere informatie

G0N11a Statistiek en data-analyse: project Eerste zittijd Modeloplossing

G0N11a Statistiek en data-analyse: project Eerste zittijd Modeloplossing G0N11a Statistiek en data-analyse: project Eerste zittijd 2007-2008 Modeloplossing Opmerking vooraf: Deze modeloplossing is een heel volledig antwoord op de gestelde vragen. Om de maximumscore op een vraag

Nadere informatie

1. De volgende gemiddelden zijn gevonden in een experiment met de factor Conditie en de factor Sekse.

1. De volgende gemiddelden zijn gevonden in een experiment met de factor Conditie en de factor Sekse. Oefentoets 1 1. De volgende gemiddelden zijn gevonden in een experiment met de factor Conditie en de factor Sekse. Conditie = experimenteel Conditie = controle Sekse = Vrouw 23 33 Sekse = Man 20 36 Van

Nadere informatie

BRIEF-A. Vragenlijst executieve functies voor volwassenen. HTS Report. Jeroen de Vries ID Datum

BRIEF-A. Vragenlijst executieve functies voor volwassenen. HTS Report. Jeroen de Vries ID Datum BRIEF-A Vragenlijst executieve functies voor volwassenen HTS Report ID 5107-7038 Datum 18.07.2017 Informantenversie Informant: Liesbeth Bakker Vrouw BRIEF-A Inleiding 2 / 11 INLEIDING De BRIEF-A is een

Nadere informatie

Wat motiveert u in uw werk?

Wat motiveert u in uw werk? Wat motiveert u in uw werk? Begin dit jaar heeft u kunnen deelnemen aan een online onderzoek naar de motivatie en werktevredenheid van actuarieel geschoolden. In dit artikel worden de resultaten aan u

Nadere informatie

Beschrijvende statistieken

Beschrijvende statistieken Elske Salemink (Klinische Psychologie) heeft onderzocht of het lezen van verhaaltjes invloed heeft op angst. Studenten werden at random ingedeeld in twee groepen. De ene groep las positieve verhaaltjes

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/38701 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Visschedijk, Johannes Hermanus Maria (Jan) Title: Fear of falling in older patients

Nadere informatie

SaMenvatting (SUMMARy IN DUTCH)

SaMenvatting (SUMMARy IN DUTCH) Samenvatting (summary in Dutch) Samenvatting In hoofdstuk 1 wordt de algemene introductie van dit proefschrift beschreven. De nadruk in dit proefschrift lag op patiënten met hoofd-halskanker (HHK) en

Nadere informatie

Samenvatting. The Disability Assessment Structured Interview, Its reliability and validity in work disability assessment, 2010

Samenvatting. The Disability Assessment Structured Interview, Its reliability and validity in work disability assessment, 2010 Samenvatting The Disability Assessment Structured Interview, Its reliability and validity in work disability assessment, 2010 Als werknemers door ziekte hun werk niet meer kunnen doen betaalt de werkgever

Nadere informatie

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een interventieonderzoek (bij voorkeur een RCT)

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een interventieonderzoek (bij voorkeur een RCT) Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een interventieonderzoek (bij voorkeur een RCT) Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 4 1 Toelichting bij de criteria voor

Nadere informatie

Samenvatting Dit proefschrift beschrijft een aantal onderzoeken op het gebied van gehechtheid en psychosociaal functioneren in de volwassenheid. In hoofdstuk 1 wordt een overzicht gegeven van de gehechtheidstheorie.

Nadere informatie

- Geplaatst in VISUS EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE?

- Geplaatst in VISUS EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE? - Geplaatst in VISUS 4-2017 - EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE? Om de verschillen tussen de kennis uit het laatste wetenschappelijk bewijs en de klinische praktijk kleiner te maken is de afgelopen

Nadere informatie

Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap

Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap Katrien Symons (contact: Katrien.Symons@UGent.be) Prof. Dr. Mieke Van Houtte Dr. Hans Vermeersch ACHTERGROND Een vroege eerste geslachtsgemeenschap

Nadere informatie

Bronnen van stress Persoonlijkheidskenmerken en coping (= wijze van omgaan met of reageren op stress) Effecten van stress

Bronnen van stress Persoonlijkheidskenmerken en coping (= wijze van omgaan met of reageren op stress) Effecten van stress WORK EXPERIENCE SCAN VANDERHEK METHODOLOGISCH ADVIESBUREAU Voor elk bedrijf is het van belang de oorzaken van stresserende factoren zo snel mogelijk te herkennen om vervolgens het beleid hierop af te kunnen

Nadere informatie

Samenvatting (Dutch summary)

Samenvatting (Dutch summary) Parenting Support in Community Settings: Parental needs and effectiveness of the Home-Start program J.J. Asscher Samenvatting (Dutch summary) Ouders spelen een belangrijke rol in de ontwikkeling van kinderen.

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Addendum A 173 Nederlandse samenvatting Het doel van het onderzoek beschreven in dit proefschrift was om de rol van twee belangrijke risicofactoren voor psychotische stoornissen te onderzoeken in de Ultra

Nadere informatie

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld Samenvatting Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld om hen heen. Zo hebben vele mensen een natuurlijke neiging om zichzelf als bijzonder positief te beschouwen (bijv,

Nadere informatie

Samenvatting. (Summary in Dutch)

Samenvatting. (Summary in Dutch) (Summary in Dutch) 142 In dit proefschrift is de rol van de gezinscontext bij probleemgedrag in de adolescentie onderzocht. We hebben hierbij expliciet gefocust op het samenspel met andere factoren uit

Nadere informatie

Tentamen Biostatistiek 2 voor BMT (2DM50), op dinsdag 5 april 2011 9.00-12.00 uur

Tentamen Biostatistiek 2 voor BMT (2DM50), op dinsdag 5 april 2011 9.00-12.00 uur Faculteit der Wiskunde en Informatica Tentamen Biostatistiek 2 voor BMT (2DM50), op dinsdag 5 april 2011 9.00-12.00 uur Bij het tentamen mag alleen gebruik worden gemaakt van een zakrekenmachine. Het gebruik

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 121 Nederlandse samenvatting Patiënten met type 2 diabetes mellitus (T2DM) hebben een verhoogd risico op de ontwikkeling van microvasculaire en macrovasculaire complicaties. Echter,

Nadere informatie

BURNOUT ASSESSMENT TOOL

BURNOUT ASSESSMENT TOOL BURNOUT ASSESSMENT TOOL Wat is de BAT? De eigenschappen en sterktes van de nieuwe meting Woensdag 20 maart 2019 Inhoud 1- Hoe betrouwbaar & valide is de BAT? 2- Hoe gebruik je de BAT? 3- Hoeveel werkenden

Nadere informatie

212

212 212 Type 2 diabetes is een chronische aandoening, gekarakteriseerd door verhoogde glucosewaarden (hyperglycemie), die wereldwijd steeds vaker voorkomt (stijgende prevalentie) en geassocieerd is met vele

Nadere informatie

Meten van lichaamsbeleving

Meten van lichaamsbeleving Meten van lichaamsbeleving ALV NVPMT 31 maart 2016 Mia Scheffers wjscheffers@gmail.com 1 Twee delen Deel 1 Waarom belangrijk; resultaten tot nu toe Deel 2 Obstakels en valkuilen, aandachtspunten 2 Waarom?

Nadere informatie

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden?

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Auteur: Ruben Brondeel i.s.m. Prof. A. Buysse Onderzoeksvraag Tijdens het proces van een echtscheiding

Nadere informatie

Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7

Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7 Beelddenken: Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7 Een samenvatting van het wetenschappelijk onderzoek naar beelddenken Inhoudsopgave Inleiding

Nadere informatie

Summary & Samenvatting. Samenvatting

Summary & Samenvatting. Samenvatting Samenvatting De meeste studies na rampen richten zich op de psychische problemen van getroffenen zoals post-traumatische stress stoornis (PTSS), depressie en angst. Naast deze gezondheidsgevolgen van psychische

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nicotine en alcohol kunnen de placenta passeren en zo het risico op nadelige uitkomsten voor het ongeboren kind verhogen. Stoppen met roken en alcoholgebruik tijdens de zwangerschap lijkt vanzelfsprekend,

Nadere informatie

Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie

Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie Voorlopige resultaten van het onderzoek naar de perceptie van medewerkers in sociale (wijk)teams bij gemeenten - Yvonne Zuidgeest

Nadere informatie

Toetsende Statistiek Week 5. De F-toets & Onderscheidend Vermogen

Toetsende Statistiek Week 5. De F-toets & Onderscheidend Vermogen M, M & C 7.3 Optional Topics in Comparing Distributions: F-toets 6.4 Power & Inference as a Decision 7.1 The power of the t-test 7.3 The power of the sample t- Toetsende Statistiek Week 5. De F-toets &

Nadere informatie

Figuur 1: Voorbeelden van 95%-betrouwbaarheidsmarges van gemeten percentages.

Figuur 1: Voorbeelden van 95%-betrouwbaarheidsmarges van gemeten percentages. MARGES EN SIGNIFICANTIE BIJ STEEKPROEFRESULTATEN. De marges van percentages Metingen via een steekproef leveren een schatting van de werkelijkheid. Het toevalskarakter van de steekproef heeft als consequentie,

Nadere informatie

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Samenvatting Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Stabiliteit en verandering in gerapporteerde levensgebeurtenissen over een periode van vijf jaar Het belangrijkste doel van dit longitudinale,

Nadere informatie

SAMENVATTING Introductie

SAMENVATTING Introductie Introductie Affect heeft een belangrijke functie in de organisatie van gedrag. Affect moet en kan in principe gereguleerd worden, als dit voor iemands doelen van belang is. Dysregulatie van effect verwijst

Nadere informatie

Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken)

Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken) Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken) 101 102 Hoofdstuk 1. Algemene introductie Het belangrijkste doel van dit proefschrift was het ontwikkelen van de Interactieve Tekentest (IDT), een nieuwe test

Nadere informatie

Het samenstellen van een multipele indicator index. Harry B.G. Ganzeboom ADEK UvS College 2 28 februari 2011

Het samenstellen van een multipele indicator index. Harry B.G. Ganzeboom ADEK UvS College 2 28 februari 2011 Het samenstellen van een multipele indicator index Harry B.G. Ganzeboom ADEK UvS College 2 28 februari 2011 Indices voor attituden Attittuden (opvattingen) zijn complexe kenmerken Moeilijk te meten met

Nadere informatie

hoofdstuk 1 doelstellingen hoofdstuk 2 diagnosen

hoofdstuk 1 doelstellingen hoofdstuk 2 diagnosen Dit proefschrift gaat over moeheid bij mensen die dit als belangrijkste klacht presenteren tijdens een bezoek aan de huisarts. In hoofdstuk 1 wordt het onderwerp moeheid in de huisartspraktijk kort geïntroduceerd,

Nadere informatie