Wo-ma Verloskunde Universiteit van Amsterdam. 15 september NVAO Toets Nieuwe Opleiding

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Wo-ma Verloskunde Universiteit van Amsterdam. 15 september 2009. NVAO Toets Nieuwe Opleiding"

Transcriptie

1 Wo-ma Verloskunde Universiteit van Amsterdam 15 september 2009 NVAO Toets Nieuwe Opleiding Paneladvies

2 Inhoud 1 Samenvattend advies 3 2 Inleiding en verantwoording Werkwijze panel Opbouw paneladvies 5 3 Beschrijving van de opleiding Algemeen Profiel instelling Profiel opleiding 8 4 Beoordeling per onderwerp Doelstellingen opleiding Programma Inzet personeel Voorzieningen Interne kwaliteitszorg Continuïteit 30 Bijlage 1: Samenstelling panel 33 Bijlage 2: Programma site visit 35 Bijlage 3: Overzicht van bestudeerde documenten 36 Bijlage 4: Lijst met afkortingen 38 pagina 2

3 1 Samenvattend advies Het doel van de universitaire masteropleiding Verloskunde is verloskundigen academisch te vormen en wetenschappelijk te scholen tot professionals met een academisch denk- en werkniveau. De afgestudeerde masters zijn hierdoor in staat om met de tijdens de studie verworven kennis en vaardigheden een bijdrage te leveren aan het wetenschappelijk onderbouwen van het verloskundig handelen (Evidence Based Midwifery) met als uiteindelijk doel de kwaliteit van de verloskundige zorgverlening te verbeteren. Daarnaast worden zij geacht een voortrekkersrol binnen de beroepsgroep te vervullen door hun wetenschappelijke kennis- en denkniveau als basis voor het beroepsmatig handelen te nemen. Door hun academische scholing zullen de afgestudeerden in staat zijn op gelijkwaardig niveau te communiceren met de overige academisch opgeleide professionals in de verloskundige keten. Hiermee wordt beoogd de kwaliteit van de samenwerking en zorgverlening verder te verhogen. Het panel is met de Universiteit van Amsterdam (UvA) het Academisch Medisch Centrum (AMC) overtuigd van het belang van academisering van verloskunde ten behoeve van de ondersteuning van de verloskundige praktijk. Het panel ondersteunt daarmee de aanvraag en geeft de NVAO het advies om te komen tot een positief besluit voor de Toets Nieuwe Opleiding van de wo-master Verloskunde. Academisering van de verloskunde veronderstelt een brede blik op verloskunde en de problemen die daarbij spelen. Dat betreft sociaal culturele, sociaal economische, fysiologische, epidemiologische en psychische aspecten van de verloskunde. De opleiding maakt bestudering van die invalshoeken mogelijk en biedt als gebruikelijk bij womasteropleidingen, aan afgestudeerden de mogelijkheid om verdergaande wetenschappelijke trajecten te starten. Ter ondersteuning van de wetenschappelijke verloskundige basis is recent een hoogleraar Eerstelijns Verloskunde en Ketenzorg bij het AMC benoemd. Deze leerstoel wordt bekostigd door de Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen (KNOV). Het panel ziet de hernieuwde aanvraag uit augustus 2009 als een grote verbetering ten opzichte van de aanvraag die de NVAO bereikte in augustus Door de wil en de moed om de opleiding te herontwerpen en met een nieuw aanvraagdossier te komen heeft UvA AMC blijk gegeven de kracht te bezitten om verloskunde tot een volwaardige geneeskundige wetenschappelijke opleiding te willen brengen. Het panel vindt de aanvraag van augustus 2009 een geslaagde poging om dit te bereiken. Op grond van de adviezen uit de beroepspraktijk en door de goede samenwerking met de betrokken geneeskundige opleidingen en afdelingen van de UvA is een curriculum ontstaan dat weliswaar nog niet volmaakt is, maar zeker de toets der kritiek kan doorstaan. Zo mist het panel een samenhangende conceptuele visie die de opleiding bevestigt en schraagt. Met een dergelijke visie kunnen de gemaakte keuzes in de opleiding beter onderbouwd worden. Het programma is doelgericht en samenhangend door vooral de bindende kracht van de eerste en de laatste module die specifiek op verloskundige onderwerpen gebaseerd zijn en zeker ook door de uitwerking van de longitudinale module ter ondersteuning van de onderzoekslijn. De zelfreflectieve houding van de opleiding is verbeterd, maar dient naar de mening van het panel verder versterkt te worden. Dit kan ondermeer door de Raad van pagina 3

4 Advies te verbreden naar vertegenwoordigers uit de hele verloskundige keten. De leden van de raad dienen kritisch en zonder belang te kunnen adviseren. Aan de overige criteria die de NVAO stelt, wordt ruimschoots in positieve zin voldaan. Het beleid en de uitvoering van de kwaliteitszorg, de kwantiteit en kwaliteit van het personeel, de voorzieningen en de voorwaarden voor de continuïteit van de opleiding roepen bij het panel nauwelijks vragen op gezien de bestaande zevenjarige praktijk van werken. Wel acht het panel de kwaliteit van het personeel bij de module Biostatistiek weliswaar voldoende, maar kan het niet volgen waarom de personele organisatie van de module zoveel versnippering in de uitvoering moet opleveren. Het panel is getuige geweest van beschreven, uitgevoerde en voorgenomen verbeteringen. Dat geldt voor het totaal van de opleiding, maar zeker ook voor de taken die de examencommissie op zich heeft genomen. Het panel wijst wel op de problemen die kunnen ontstaan bij de verwerkelijking van alle veranderingen. Zoals, om bij de examencommissie te blijven, onder meer het beoordelen van alle thesisvoorstellen, het bewaken van de voortgang van de thesisprojecten, het bijwonen van studentpresentaties en eindpresentaties. Het panel adviseert de NVAO om positief te besluiten ten aanzien van de kwaliteit van de nieuwe opleiding wo-master Verloskunde van de Universiteit van Amsterdam. Den Haag, 15 september 2009 Namens het panel ter beoordeling van de toets nieuwe opleiding wo-master Verloskunde van de Universiteit van Amsterdam. prof. dr. B. Meyboom - de Jong, (voorzitter) drs. C. van de Meent (secretaris) pagina 4

5 2 Inleiding en verantwoording 2.1 Werkwijze panel Op 25 augustus 2008 heeft de Universiteit van Amsterdam (UvA) een aanvraag toets nieuwe opleiding (tno) voor een wo-master Verloskunde bij de NVAO ingediend. Die aanvraag heeft geleid tot een negatief advies aan de NVAO van een panel van deskundigen in maart 2009, waarna deze aanvraag is teruggetrokken. Een nieuwe aanvraag werd op 3 augustus 2009 bij de NVAO ingediend. De aanvraag ging vergezeld van een zelfreflectie naar aanleiding van de opmerkingen van het NVAO-panel. De consequenties van die zelfreflectie waren terug te vinden in de sterk vernieuwde aanvraag. De master Verloskunde is een gemeenschappelijk initiatief van de Universiteit van Amsterdam en het Academisch Medisch Centrum van Amsterdam. Hiervoor is een samenwerkingsovereenkomst tussen de betrokken instellingen opgemaakt. De NVAO heeft op 17 februari 2009 een panel van deskundigen benoemd met de vraag een advies uit te brengen over de aanvraag. Hetzelfde panel beoordeelde eerder de aanvraag van augustus Het ingediende aanvraagdossier van de UvA bevatte een hoofddocument onder de titel WO-Master Verloskunde, Accreditatieaanvraag nieuwe opleiding, met 20 bijlagen exclusief de toevoeging WO-master Verloskunde, Zelfreflectie. Het panel heeft het dossier digitaal en op papier ontvangen en daarna bestudeerd. Een eerste bijeenkomst van het panel vond plaats in de namiddag en avond van de 27 ste augustus 2009 in Ouderkerk aan de Amstel. Tijdens die bijeenkomst heeft het panel de gang van zaken besproken en eerste indrukken uitgewisseld over de opleiding op grond van zijn bevindingen. Tevens zijn vragen geformuleerd die tijdens het bezoek aan de instelling op 28 augustus 2009 ter sprake dienden te komen. Gedurende de site-visit heeft het panel met delegaties van de opleiding gesproken in Amsterdam, locatie AMC. Aan het eind van het bezoek op 28 augustus 2009 heeft het panel alle onderwerpen en facetten besproken en beoordeeld en heeft het zijn bevindingen globaal meegedeeld aan het management van de opleiding. Op grond van de eerste verkenningen en de bevindingen tijdens de site-visit heeft de secretaris een conceptadvies opgesteld en dat aan de panelleden voorgelegd voor commentaar. De opmerkingen van de panelleden zijn verwerkt in een tweede versie. Deze is uitsluitend afgestemd met de voorzitter, met goedvinden van de panelleden, aangezien de gemaakte opmerkingen niet van wezenlijk belang waren voor een definitieve versie. Het definitieve advies is op 15 september 2009 naar de NVAO verstuurd. 2.2 Opbouw paneladvies Het advies begint met een samenvatting. De verantwoording en de werkwijze worden in het tweede hoofdstuk verwoord. Het ontstaan van de opleiding en de plaats die de wo-master inneemt, landelijk en internationaal, komen aan de orde in een beschrijving van de instelling pagina 5

6 en de opleiding. Met een beoordeling per facet en per onderwerp is het panel gekomen tot completering van het voorliggende advies. Informatie over de samenstelling van het panel, een overzicht van bestudeerde documenten en een lijst met afkortingen worden in de bijlagen gegeven. pagina 6

7 3 Beschrijving van de opleiding 3.1 Algemeen Land Instelling Opleiding Niveau Oriëntatie Graad Locatie Variant Sector Nederland Universiteit van Amsterdam Verloskunde master wo Master of Science Amsterdam, Academisch Medisch Centrum deeltijd (105 studiepunten). Gezondheidszorg 3.2 Profiel instelling De UvA behoort tot de grote algemene universiteiten van Europa. De UvA heeft circa medewerkers en verzorgt onderwijs voor circa studenten. Het jaarbudget van de UvA bedraagt ruim 487 miljoen euro. De UvA heeft zeven faculteiten waar onderwijs en onderzoek plaatsvindt op het gebied van de geesteswetenschappen, sociale wetenschappen, economie en bedrijfskunde, rechtsgeleerdheid, natuurwetenschappen, geneeskunde en tandheelkunde. De wetenschappelijke output van de UvA bedraagt jaarlijks ongeveer wetenschappelijke publicaties. De Faculteit der Geneeskunde kent twee onderwijsinstituten en zeven onderzoekinstituten. Het AMC verzorgt de opleidingen voor vrijwel alle in Nederland erkende medische specialismen. De onderwijsinstituten zijn: Geneeskunde en Medische Informatiekunde (MIK). De onderzoekinstituten zijn: Cardiologisch Research Instituut Amsterdam (CRIA), Centrum voor Maag-, Darm- en Leveronderzoek (CLDO), Onderzoekinstituut Genexpressie, Endocrinologie, Metabolisme en Oncologie (GEMO), Onderzoekinstituut Neurologische en Psychiatrische aandoeningen (NPA), Amsterdams Centrum voor onderzoek naar Gezondheid en Gezondheidszorg (AmCOGG), Onderzoekinstituut Infectieziekten en Onderzoekinstituut Immunologie. Het AMC is een groot Universitair Medisch Centrum. Jaarlijks worden in het AMC ruim patiënten opgenomen. Daarnaast worden jaarlijks circa patiënten behandeld in dagbehandeling en worden ruim patiënten gezien op de polikliniek. Het AMC heeft circa medewerkers. Het onderwijsinstituut Geneeskunde verzorgt het geneeskunde onderwijs voor ruim studenten. Het onderwijsinstituut Medische Informatiekunde heeft ruim 100 studenten. Binnen het AMC en de UvA wordt voor de opzet, de inrichting en de uitvoering van het curriculum van de wo-master Verloskunde met verschillende afdelingen samengewerkt, zoals met de Afdeling Klinische Epidemiologie, Biostatistiek en Bioinformatica, de Afdeling Sociale Geneeskunde, de Netherlands School of Public and Occupational Health (NSPOH), het Dutch Cochrane Center en het Amsterdam Center for Evidence Based Practice. pagina 7

8 3.3 Profiel opleiding Op 1 juni 1865 werd in het Staatsblad 60 de wet regelende de uitoefening der geneeskunst gepubliceerd. Sindsdien zijn vroedvrouwen bevoegd tot het verlenen van verloskundige bijstand of raad alleen bij een ongestoord natuurlijk verloop der baring (artikel 15). Het beroep van vroedvrouw werd een officiële medische professie. Aan het eind van de 19e eeuw verenigden vroedvrouwen zich in wat later de Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen (KNOV) zou heten. De beroepsverantwoordelijkheid werd in de loop der tijd groter en de bevoegdheden van de verloskundige werden navenant uitgebreid. Dit leidde in 1994 tot verlenging van de opleiding, van drie naar vier jaar. Op 19 november 1997 vond in het kader van de invoering van de Wet op de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (Wet BIG) de laatste wettelijke aanpassing plaats. In 2005 heeft de KNOV het Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn (NIZW) opdracht gegeven een nieuw beroepsprofiel te ontwikkelen voor de verloskundige in de eerste lijn. Het beroepsprofiel en de bijbehorende competenties zijn richtinggevend voor de verloskundige opleidingen in Nederland. De taken en bevoegdheden van de verloskundige liggen vast in de Wet BIG. De titel van verloskundige is beschermd. In september 1994 is door de minister van VWS de Werkgroep Positionering Opleiding ingesteld in het kader van de voorgenomen overdracht van de opleiding van het ministerie van VWS naar het ministerie van OCW. In de rapportage van deze werkgroep is de behoefte aan en de noodzaak tot academisering reeds genoemd. De doelstellingen waren: verloskundige zorg wetenschappelijk onderbouwen, verbetering van de eerstelijns verloskundige zorg, onderbouwen standaarden en richtlijnen KNOV, principes van Evidence Based Medicine toepassen en versterken van de positie van de verloskundige. Deze argumenten hebben de ontwikkeling van het wetenschappelijk onderzoek in het verloskundig vakgebied gestimuleerd. De masteropleiding Verloskunde vloeit voort uit het onderzoeksrapport van de Projectgroep Academisering Fysiologische Verloskunde (1997) en de Notitie Modernisering Verloskunde (2000). In deze rapporten wordt aangedrongen op meer wetenschappelijk onderzoek naar de fysiologische verloskunde en een nadere onderbouwing van het handelen in de eerstelijns verloskundige zorg. Nieuwe opleiding voor Nederland De wo-masteropleiding Verloskunde is nieuw voor Nederland. Nieuwe opleiding voor de instelling Het AMC-UvA leidt sinds 2002 studenten op tot master of science Verloskunde. De masteropleiding Verloskunde is een nieuwe postinitiële opleiding. Studieomvang De opleiding heeft een studieomvang van 105 studiepunten. pagina 8

9 4 Beoordeling per onderwerp In dit hoofdstuk toetst het panel de aanvraag aan de hand van de zes onderwerpen en negentien facetten uit het toetsingskader. Per facet is telkens de letterlijke omschrijving ervan uit het toetsingskader overgenomen. Daarna volgen eveneens per facet een summiere samenvatting van de informatie verstrekt door de instelling, en de overwegingen en het oordeel van het panel. Tot slot geeft het panel per onderwerp een samenvattend oordeel. 4.1 Doelstellingen opleiding Het doel van de universitaire masteropleiding Verloskunde is verloskundigen academisch te vormen en wetenschappelijk te scholen tot professionals met een academisch denk- en werkniveau. De afgestudeerde masters zijn hierdoor in staat om met de tijdens de studie verworven kennis en vaardigheden een bijdrage te leveren aan het wetenschappelijk onderbouwen van het verloskundig handelen (Evidence Based Midwifery) met als uiteindelijk doel de kwaliteit van de verloskundige zorgverlening te verbeteren. Daarnaast worden zij geacht een voortrekkersrol binnen de beroepsgroep te vervullen door hun wetenschappelijke kennis- en denkniveau als basis voor het beroepsmatig handelen te nemen. Door hun academische scholing zullen de afgestudeerden in staat zijn op gelijkwaardig niveau te communiceren met de overige academisch opgeleide professionals in de verloskundige keten. Hiermee wordt beoogd de kwaliteit van de samenwerking en zorgverlening verder te verhogen Domeinspecifieke eisen (facet 1.1) De beoogde eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk). Bevindingen Met de masteropleiding Verloskunde wordt tegemoet gekomen aan een algemeen maatschappelijk bestaande wens die ondermeer politiek is uitgedragen. De opleiding is dan ook mede tot stand gekomen dankzij financiële steun van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). De minister van VWS heeft daarnaast een stuurgroep opdracht gegeven om voor 1 januari 2010 een geïntegreerd advies uit te brengen voor het optimaliseren van de zorg rondom zwangerschap en geboorte. De minister houdt hierbij vast aan zijn wens de eerstelijns verloskundige zorg te versterken en de masteropleiding sluit hier op aan. De masteropleiding Verloskunde voorziet in de urgente behoefte die door het beroepenveld, de KNOV en de hbo-bacheloropleidingen is aangegeven. Het belang dat hieraan wordt gehecht komt tot uiting door de recente benoeming van een hoogleraar Eerstelijns Verloskunde en Ketenzorg bij het AMC. Deze leerstoel wordt bekostigd door de KNOV. Verloskundigen behoren tot de beroepsgroep van zelfstandige medische professionals maar ontbeerden tot voor kort een specifieke academische opleiding. Dat was ongewenst. Een zelfstandige medische discipline behoort op academisch niveau vraagstukken pagina 9

10 betreffende het eigen vakgebied te kunnen benaderen als onderdeel van de kwaliteitsverbetering. Tevens is er behoefte aan academisch geschoolde verloskundigen die hun wetenschappelijke kennis- en denkniveau als uitgangspunt kunnen nemen voor het professioneel handelen. De Body of Knowledge van de master Verloskunde omvat de voor het wetenschapsgebied verloskunde relevante methoden en technieken van epidemiologisch, sociaal wetenschappelijk en biomedisch onderzoek met als domein de laagrisico verloskunde in al haar facetten. De resultaten van dit wetenschappelijk onderzoek ondersteunen via de principes van de Evidence Based Midwifery de verloskundigen in de praktijk, waarbij het primaire doel is cliënten adequate en verantwoorde zorg te geven. De opleiding heeft 13 eindkwalificaties. Dit betreft: De master Verloskunde 1. heeft kennis en begrip van de verschillende theoretische benaderingen en concepten binnen het domein van medisch wetenschappelijk onderzoek, in het bijzonder de Verloskunde en is in staat deze kennis toe te passen; 2. is in staat om binnen het wetenschapsdomein Verloskunde relevante vakliteratuur en ontwikkelingen op wetenschappelijk gebied zelfstandig bij te houden, op te sporen en deze kritisch te beoordelen en op waarde te schatten; 3. is in staat de resultaten van wetenschappelijk onderzoek te vertalen naar praktijkgericht handelen van de verloskundige; 4. is in staat nieuwe onderzoeksvragen uit de verloskundige praktijk te genereren die aanleiding geven tot verdere wetenschappelijke ontwikkelingen binnen de eerstelijns verloskunde en het transitiegebied van eerste- naar tweedelijns verloskunde; 5. beschikt over denk- en redeneervaardigheden die noodzakelijk zijn voor een adequate wetenschapsbeoefening en toepassing binnen het wetenschapsdomein verloskunde; 6. is in staat kritisch te reflecteren op het eigen wetenschappelijk denken en handelen en heeft het vermogen de eigen beperkingen aan te geven; 7. is in staat om volgens de geldende criteria wetenschappelijke informatie schriftelijk te rapporteren en mondeling te presenteren; 8. is in staat een originele bijdrage te leveren aan mono- en interdisciplinaire wetenschappelijke vraagstukken en discussies die de eerstelijns verloskunde profileren en professionaliseren; 9. is in staat om in de (wetenschappelijke) publiciteit te treden en een mondelinge of schriftelijke bijdrage te leveren aan nationale en internationale wetenschappelijke discussies en zo ondersteuning bieden aan thema s van verloskundige beroepsuitoefening; 10. kan in projectverband vakoverstijgend functioneren en samenwerken; 11. kan ten behoeve van meso-macro vraagstukken op academisch niveau oplossingen genereren; 12. is in staat om ethische, normatieve en maatschappelijke consequenties van ontwikkelingen binnen het wetenschapsdomein verloskunde te overzien; 13. is in staat een brugfunctie te vervullen tussen wetenschap, beleid en praktijk. De eindkwalificaties voor de master Verloskunde zijn gebaseerd op het beroepsprofiel eerstelijns verloskundige en zijn vastgesteld in juni 2009 na een internationale oriëntatie. Om nationaal aan te kunnen sluiten bij de beroepsgroep is bij de ontwikkeling van het curriculum en het vaststellen van de competenties uitgegaan van het beroepsprofiel eerstelijns verloskundige. Het beroepsprofiel van de verloskundige sluit aan bij de pagina 10

11 internationaal geaccepteerde Definition of a Midwife zoals geformuleerd door de International Confederation of Midwives (ICM). In Europa zijn vele van de bestaande verloskundige opleidingen geacademiseerd. Deze zijn echter niet vergelijkbaar met de Nederlandse opleidingen vanwege het verschil in positionering van het beroep. In Nederland behoren verloskundigen tot de zelfstandige medische beroepen, terwijl in andere Europese landen verloskundigen vaak geschaard worden onder het paramedisch domein. Inmiddels is aansluiting gezocht met het in september 2009 startende European Master of Science programme in Midwifery, dat gecoördineerd wordt door de Glasgow Caledonian University. Daarmee wordt ingespeeld op de vraag naar long distance learning en internationalisering van de verloskunde (Midwifery). Het curriculum en de eindkwalificaties van de masteropleiding zijn voorgelegd aan de Raad van Advies waarin zowel de bacheloropleidingen, de KNOV als hoogleraren verloskunde vertegenwoordigd zijn. Overwegingen Het panel is van mening dat de eindkwalificaties ruim voldoende zijn. Het werkveld is geconsulteerd en stemt in met de aanvraag. Er heeft tussen de betrokken afdelingen en opleidingen binnen het AMC en de universiteit intensief overleg plaats gevonden, dat heeft geleid tot enthousiaste reacties van onder meer de gynaecologen. Het panel vraagt zich echter wel af in hoeverre de opleiding in staat is zonder hulp van buitenaf te komen tot actualisering van het programma en voldoende zelfkritisch vermogen. De gevolgen van de met de aanvraag meegeleverde zelfreflectie zijn te merken in de hernieuwde aanvraag. Het panel acht dat een goede zaak. De zelfreflectie voegt echter weinig toe op grond van eigen zelfonderzoek en borduurt voort op kritiek van het eerdere paneladvies van de NVAO. Het panel is van mening dat het actualiseren van de opleiding dient geborgd te worden door een Raad van Advies die een bredere samenstelling heeft dan nu het geval is en in staat is kritisch te kijken naar wat de opleiding is en dient te zijn. Het zelfkritisch vermogen kan daardoor worden verbeterd. Toetsing en actualisering van de opleiding als geheel en op onderdelen kan eveneens worden bereikt door het formuleren van een conceptuele visie op de masteropleiding door het management als eindverantwoordelijke in samenspraak met de overige geledingen. Het panel acht de toezegging van het management te komen met een visiedocument een bemoedigend vooruitzicht. Tijdens het bezoek van het panel is uitgebreid gediscussieerd over de verwarrende terminologie fysiologische verloskunde en de fysiologie van de verloskunde. Vastgesteld is dat het in deze master wo- verloskunde gaat om de fysiologische verloskunde die in de eerste lijn wordt beoefend. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 1.1 Domeinspecifieke eisen als voldoende. pagina 11

12 4.1.2 Master (facet 1.2) De beoogde eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een master. Bevindingen De universitaire masteropleiding is gericht op academische vorming en wetenschappelijke scholing waarvoor kennis en inzicht op het gebied van het wetenschapsdomein verloskunde vergroot worden in vergelijking tot de bacheloropleiding Verloskunde. Kennis en inzicht Afgestudeerden van de masteropleiding Verloskunde hebben kennis van en inzicht in de voor het wetenschapsgebied verloskunde relevante methoden en technieken van epidemiologisch, sociaal wetenschappelijk- en biomedisch onderzoek met als domein de laagrisico verloskunde in al haar facetten met als doel de onderbouwing van praktijkgericht handelen en het verbeteren van de kwaliteit van de verloskundige zorgverlening. De student leert wetenschappelijke inzichten op het gebied van de verloskunde te ontwikkelen, te evalueren en toe te passen. Jaarlijks wordt de verloskundige inhoud aangepast aan de actualiteit. Toepassing van kennis en inzicht Tijdens de masteropleiding Verloskunde wordt uitgegaan van een wetenschappelijke benadering van vraagstukken. In de eindkwalificaties wordt kennistranslatie tussen verloskundige zorg en wetenschap genoemd. Daarbij gaat het vooral om het vertalen van nieuwe wetenschappelijke bevindingen naar de beroepspraktijk en het vertalen van problemen uit de beroepspraktijk naar wetenschappelijke onderzoeksvragen. Studenten kunnen een onderzoeksvoorstel schrijven, onderzoek (onder leiding) uitvoeren en een masterthesis schrijven over dat onderzoek. Tevens is de afgestudeerde in staat om de verworven kennis en inzichten te gebruiken om de complexiteit van verloskundige problemen te benaderen. Oordeelsvorming De student voert onderzoek uit, waarbij hij geconfronteerd wordt met informatie en resultaten die nieuw, onbekend, beperkt, onvolledig, of zelfs tegenstrijdig kunnen zijn. De masteropleiding Verloskunde wordt afgesloten met zowel een mondeling als een schriftelijk verslag van het uitgevoerde onderzoek. De student dient hiermee aan te tonen in staat te zijn een wetenschappelijk gefundeerd oordeel te kunnen formuleren over de resultaten en in de conclusie en de discussie rekening te houden met reeds aanwezige kennis en met sociaal-maatschappelijke en ethische verantwoordelijkheden die daaraan zijn verbonden. Communicatie De student moet in staat zijn om informatie te vertalen naar collega verloskundigen, professionals en een breder publiek. Communicatie vormt een wezenlijk onderdeel van kennistranslatie. Hiertoe wordt tijdens werkgroeponderwijs geoefend in verbaliseren, argumenteren, presenteren en discussiëren, zowel bij werkcolleges als bij onderzoeksgerelateerd onderwijs. Dit aspect maakt deel uit van het correct en adequaat schriftelijk vastleggen van de gevolgde stappen in de onderzoeksopzet van de masterthesis. Studenten geven blijk van verworven schriftelijke en mondelinge presentatievaardigheden. In een tweetal miniconferenties tijdens de opleiding. Ook kan een student gevraagd worden het pagina 12

13 uitgevoerde onderzoek te presenteren tijdens het jaarlijkse symposium van de masteropleiding. Leervaardigheden Tijdens de masteropleiding Verloskunde leert de student vraagstukken uit de praktijk van de verloskunde op wetenschappelijke wijze te benaderen. Van de student wordt een toenemende mate van zelfstandigheid verwacht. Dit resulteert uiteindelijk in het zelf schrijven van een masterthesis. Daarnaast bezit de student een actieve zelfsturende kritische leerhouding. Aan het einde van de opleiding heeft de student de vaardigheden om blijvend zelfstandig te kunnen leren met gebruikmaking van wetenschappelijke bronnen. Relatiematrix tussen Dublin descriptoren, modulen en eindkwalificaties Dublin descriptor module Eindkwalificatie Kennis en inzicht 1, 2, 3, 5, 6, 8, 9 1, 2, 3, 4, 5, 6 Toepassen kennis en inzicht 3, 4, 5, 6, 8, 9, 10 1, 2, 3, 4, 6, 8, 11, 12 Oordeelsvorming 1, 2, 5, 6, 9, 10 2, 3, 5, 9, 10, 11, 12, 13 Communicatie 2, 3, 4, 5, 6, 7, 9, 10 2, 3, 4, 5, 7, 8, 9, 10, 12, 13 Leervaardigheden 1, 2, 3, 5, 7, Overwegingen Het panel vindt de eindkwalificaties masterwaardig, maar plaatst daarbij wel de kanttekening dat de kwalificaties minder gelukkig zijn gerelateerd aan de Dublin descriptoren. Onderdelen uit het programma zijn gebruikt om de descriptoren te staven in plaats van uitsluitend gebruik te maken van de eindkwalificaties zelf. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 1.2 Master als voldoende Oriëntatie wo (facet 1.3) De beoogde eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de volgende beschrijvingen van een master in wo: De beoogde eindkwalificaties zijn mede ontleend aan eisen vanuit de wetenschappelijke discipline, de internationale wetenschapsbeoefening en voor daarvoor in aanmerking komende opleidingen de relevante praktijk in het toekomstige beroepenveld. Een wo-master heeft de kwalificaties om zelfstandig wetenschappelijk onderzoek te verrichten of multi- en interdisciplinaire vraagstukken op te lossen in een beroepspraktijk waarvoor een wo-opleiding vereist is of dienstig is. Bevindingen De studenten stromen na afronding van de studie door naar posities waar in het verleden academisch opgeleiden zonder verloskundige achtergrond vertegenwoordigd waren of zij gaan of blijven werken in een verloskundige setting. Van de alumni heeft 58% een andere baan of functie gekregen na het behalen van het masterdiploma. De nieuwe functies waar afgestudeerden in functioneren zijn onder meer richtlijnontwikkelaar, docent aan verloskunde academies, bestuursfunctionaris, onderzoeker en research-verloskundige. Na afronding van hun opleiding kunnen de afgestudeerden vakoverstijgend participeren in klinisch multidisciplinair wetenschappelijk onderzoek en een voortrekkersrol vervullen binnen de eigen beroepsgroep. pagina 13

14 Na de masteropleiding kunnen de afgestudeerden een promotietraject volgen (PhD-traject). Van de tot dusver afgestudeerden (n=63), bevinden zich 9 afgestudeerden in een promotietraject, 46% is momenteel betrokken bij wetenschappelijk onderzoek. Overwegingen Het panel acht de wo-oriëntatie voldoende tot uitdrukking komen in de aanvraag en beoordeelt deze als conform aan de master Geneeskunde. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 1.3 Oriëntatie wo als voldoende Samenvattend oordeel onderwerp 1 Doelstellingen opleiding Het panel acht het onderwerp 1 Doelstellingen opleiding voldoende op grond van de voldoendes van de onderliggende facetten. pagina 14

15 4.2 Programma Het programma is doorontwikkeld mede op grond van het paneladvies van de NVAO van april Vanaf september 2009 wordt het doorontwikkelde curriculum daadwerkelijk uitgevoerd. De moduleopbouw van het curriculum en het daarbij behorende aantal studiepunten: Jaar 1 studiepunten 1. Introduction Midwifery Science 8 2. Basic Epidemiology and Evidence-Based Midwifery: concepts 8 3. Basic Epidemiology and Evidence-Based Midwifery: design Biostatistics 9 5.Systematic Review / Clinical Guidelines 10 Totaal aantal studiepunten eerste studiejaar 48 Jaar 2 6. Qualitative Research in Midwifery 7 7. Advanced Epidemiology- Clinimetrics 7 8. Health Economics 6 9. Health Care Policy Evaluation Capita selecta Midwifery Science 6 Totaal aantal studiepunten tweede studiejaar (zonder thesis) 33 Longitudinal module and masterthesis 24 Totaal aantal studiepunten 105 Modules bestaan uit interactieve hoorcolleges (lectures), gevolgd door werkcolleges (tutorials) of practica. De voertaal tijdens de colleges is Nederlands. In de longitudinale module in jaar 1 vindt als voorbereiding op de masterthesis integratie plaats van kennis en vaardigheden uit modulen van het eerste jaar. De longitudinale module dient tevens ter voorbereiding op de masterthesis in jaar 2. In de eerste module worden de studenten geïntroduceerd in de wetenschapsfilosofische achtergronden van de geneeskunde en meer in het bijzonder van de verloskunde. Daarna volgt een verdieping van kennis en inzicht in het wetenschapsdomein verloskunde (Midwifery Science). Er wordt hierbij een voortdurende vertaalslag gemaakt tussen wetenschap en de verloskundige praktijk. In de twee volgende modulen staan de concepten en designs van de (klinische) epidemiologie centraal met de uitwerking naar evidence based practice en meer in het bijzonder evidence based midwifery. Het gaat hierbij niet alleen om kennis van designs maar ook om aspecten van betrouwbaarheid, validiteit, en generaliseerbaarheid. In module 4 wordt de methodiek en systematiek van elementaire biostatistische analyses en technieken gedoceerd. Na hoorcolleges volgen computerpractica met gebruikmaking van SPSS-software. In module 5 komen evidence based concepten aan de orde zoals het systematic review en richtlijnen. Het tweede studiejaar begint met de module Qualitative Research. De kwalitatieve onderzoeksaspecten in de masteropleiding worden verzorgd door de Afdeling Sociale Geneeskunde van het AMC-UvA. In de module wordt studenten geleerd voor welk soort pagina 15

16 onderzoeksvragen kwalitatieve onderzoeksmethoden aangewezen zijn en hoe ze die kunnen inzetten en gebruiken. In module 7 staat de cumulatieve verdieping en verbreding van de epidemiologie centraal in de vorm van Clinimetrics, het meten van klinische verschijnselen. In de module wordt een theoretisch kader geboden om gezondheidsuitkomsten te meten en te ordenen. Module 8 betreft Health Economics waarin de student wordt geconfronteerd met vraagstukken betreffende economische evaluatiestudies van nieuwe en bestaande diagnostische en therapeutische interventies, waaronder kosteneffectiviteitsvraagstukken. In module 9 staat onderzoek naar de organisatie en het beleid in de gezondheidszorg in het algemeen en in de verloskunde in het bijzonder centraal. Het contactgebonden onderwijs wordt afgesloten met de Capita Selecta Midwifery Science (module 10). Deze module heeft in samenhang met module 1 tot doel om tot voldoende academische breedte in het curriculum te komen en daarbij tot een vertaalslag te komen naar de verloskundige praktijkvoering. De breedte wordt bereikt door studieonderdelen als financiering ketenzorg verloskunde en beleidsadvisering. De vereiste verdieping wordt vormgegeven door sessies over medisch ethische dilemma s en rechtsvragen rond het begin van het leven. De masteropleiding wordt afgesloten met de uitvoering van een onderzoeksopdracht (masterthesis). Ter voorbereiding op de masterthesis loopt vanaf het eerste jaar een zogenaamde longitudinale module langs het curriculum. In deze langsmodule maken de studenten een progressief leertraject door, waarbij generiek en eenvoudig begonnen wordt en aan de hand van opdrachten toegewerkt wordt naar een specifiek en complex onderzoeksvoorstel. De opdrachten hangen samen met de leerstof die op dat moment wordt aangeboden. Hierdoor heeft de student ná het eerste studiejaar en vóór het zomerreces, een uitvoerbaar onderzoeksprotocol. De masteropleiding Verloskunde krijgt de mogelijkheid om extracurriculair keuzemodulen aan te bieden van het European Master of Science programme Midwifery. Excellente studenten kunnen een van deze keuzemodulen kosteloos gaan volgen in het kader van een honours programma Eisen wo (facet 2.1) Het beoogde programma sluit aan bij de volgende criteria voor het programma van een wo-opleiding Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats in interactie tussen het onderwijs en het wetenschappelijk onderzoek binnen relevante disciplines. Het programma sluit aan bij ontwikkelingen in de relevante wetenschappelijke discipline(s) door aantoonbare verbanden met actuele wetenschappelijke theorieën. Het programma waarborgt de ontwikkeling van vaardigheden op het gebied van wetenschappelijk onderzoek. Bij daarvoor in aanmerking komende opleidingen heeft het programma aantoonbare verbanden met de actuele praktijk van de relevante beroepen. Bevindingen De opzet van de opleiding komt overeen met het paradigma van Evidence Based Midwifery, waarin gezondheidsproblemen met zwangeren worden benaderd via de wetenschappelijke methode, en waarbij beroepservaring gecombineerd wordt met evidentie uit de wetenschappelijke literatuur. pagina 16

17 Beroepspraktijk en onderzoek zijn verweven met het onderwijs in hoor- en werkcolleges. De colleges worden in belangrijke mate gegeven door docenten met klinische praktijk- en onderzoekservaring. Hoorcolleges worden mede gegeven aan de hand van praktijkvoorbeelden. Studenten wordt geleerd elke praktijkvraag op wetenschappelijke wijze te herformuleren en literatuur ter beantwoording van die vraag op te zoeken in elektronische databases met wetenschappelijke studies uit peer reviewed tijdschriften. De actualiteit in het programma wordt niet alleen geleid door wetenschappelijke ontwikkelingen maar ook door recente publicaties op TV, radio en in de nieuwsbladen. De masteropleiding wordt afgesloten met een proeve van wetenschappelijke bekwaamheid (masterthesis) en omvat het opzetten en uitvoeren van onderzoek, het uitvoeren van een systematic review, of het ontwikkelen van een richtlijn. De opdracht wordt afgesloten met een schriftelijke en mondelinge rapportage waarin de student laat zien in staat te zijn tot de uitvoering van een wetenschappelijk onderzoek en tot kritische en wetenschappelijke reflectie op het eigen onderzoek als op dat van anderen. De richtlijnen voor de schriftelijke vastlegging van de masterthesis zijn gebaseerd op de Uniforme voorschriften voor inzenders van manuscripten naar biomedische tijdschriften. Het is ook mogelijk om voor de thesisopdracht een systematic review te schrijven. Dit gebeurt onder supervisie van de Dutch Cochrane Centre. Hiermee wordt direct bijgedragen aan de vertaalslag tussen theorie en praktijk. In de aanvraag staan matrices om het masterprofiel te adstrueren. De schema s zijn bedoeld om de criteria te expliciteren op basis waarvan kan worden uitgemaakt of het programma aan de eis tot academisering voldoet. Algemene academische competenties worden in de matrices gekoppeld aan de eindkwalificaties en modules. Een voorbeeld ter verduidelijking: competentiedomein Beschikken over het vermogen tot communicer en over het eigen onderzoek en probleemoplossingen met vakgenoten en leken Competentie Mondeling en schriftelijk over het eigen onderzoek kunnen communiceren met vertegenwoordig ers uit de eigen discipline, met vertegenwoordig ers uit andere disciplines en met andere leden uit de samenleving. verduidelijking naar afgestudeerde De afgestudeerde is in staat over het eigen onderzoek een wetenschappelijk verantwoord werkstuk te schrijven en dit te presenteren. De afgestudeerde is in staat zowel mondeling als schriftelijk met toekomstige collega s over het eigen onderzoek constructief van gedachten te wisselen. verduidelijking naar de opleiding ter ontwikkeling en toetsing van de competentie a) De opleiding biedt herkenbaar kansen tot het oefenen van academische communicatievaardig heden. (b) Het schrijven van een wetenschappelijk verantwoord werkstuk gebaseerd op eigen onderzoek (inclusief de systematische en aantoonbare toepassing van wetenschappelijk onderzoek) maakt deel uit van de toetsing. modules 1,6,8,10 Longitudinale module Thesis pagina 17

18 Overwegingen Het panel vindt dit facet globaal genomen juist ingevuld en goed omschreven in de aanvraag, maar wil ook hierbij een paar kanttekeningen maken. De hoorcolleges worden in omvangrijke groepen van studenten geneeskunde, Evidenced Based Practice en andere gerelateerde afdelingen gegeven. Dat acht het panel een goede zaak omdat daardoor de studenten verloskunde zich dienen te oriënteren op hun toekomstige collega s in de gezondheidszorg en het isolement van de verloskundigen wordt doorbroken. De onderwerpen in de hoorcolleges zullen echter nauwelijks nog worden toegespitst op verloskundige onderwerpen. In de werkgroepen die door verloskundigen of door experts op het terrein van de verloskunde worden begeleid, kan dit gebrek echter ruimschoots worden gecompenseerd.. De lijst verplichte boeken is zo omvangrijk en breed van samenstelling dat deze onmogelijk in zijn totaal als verplichte literatuur kan worden aangemerkt Ook bevat de lijst doublures. In het gesprek is het probleem verduidelijkt en goeddeels opgelost, maar het panel wil wel benadrukken het noodzakelijk te vinden dat de studenten precies weten waar ze aan toe zijn als het gaat om de verplichte literatuur per module. De verantwoordelijkheid voor de literatuurkeuze ligt bij de opleiding en niet bij een individuele docent die bij aanvang van een serie colleges kan aangeven wat bestudeerd dient te worden om tot een voldoende resultaat te komen voor dat onderdeel. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 2.1 Eisen wo als voldoende Relatie tussen doelstelling en programma (facet 2.2) Het beoogde programma, het didactisch concept, de werkvormen en de wijze van toetsing weerspiegelen de te bereiken eindkwalificaties van de opleiding. De te bereiken eindkwalificaties zijn aantoonbaar vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het beoogde programma. Bevindingen In de aanvraag wordt in een matrix aangegeven waar en hoe de te bereiken eindkwalificaties naar voren komen in de leerdoelen van de modulen (zie ook het voorbeeld bij facet 2.1). Alle modulen staan in (bijlagen van) de aanvraag vermeld. Tijdens het eerste deel van de opleiding ligt het accent op kennisverwerking, terwijl het tweede deel veel meer op kennismanagement gericht is. Het onderwijskundig uitgangspunt is kennissturing. De hoorcolleges hebben een breed en generiek karakter terwijl in de tutorials en practica de vertaalslag naar de concrete verloskundige beroepspraktijk wordt gemaakt. De thesis vereist een lange en gedegen voorbereiding. Die start in het eerste jaar tijdens de longitudinale module. Door de complementaire wijze waarop de longitudinale opdrachten zich tot elkaar verhouden, is de student in staat om na het eerste studiejaar een uitvoerbaar onderzoeksprotocol gerealiseerd te hebben onder begeleiding van de docenten, waaronder een hoogleraar. In het tweede jaar wordt individuele begeleiding vooral gerealiseerd tijdens het thesiswerk waarbij een transitie wordt bewerkstelligd van individueel interactieve begeleiding naar zelfstandig werken en plannen. pagina 18

19 De examencommissie bewaakt de kwaliteit, waaronder het niveau, van het onderwijs. Toetsing en beoordeling vindt op summatieve wijze plaats. De modulen worden schriftelijk getentamineerd, voornamelijk door middel van open vragen. Voor iedere module worden drie tentamenmogelijkheden aangeboden. De module biostatistiek wordt afgesloten met een practicum waarin studenten de dataset van een verloskundige clinical trial analyseren. Alle tentamens worden door tenminste twee docenten beoordeeld en in een extracurriculair college nabesproken. Toetsvragen worden na de volledige tentamenbeoordeling geëvalueerd op interne consistentie. De beoordeling van de masterthesis geschiedt door de begeleider en een tweede beoordelaar (co-reader) conform de facultaire regeling. Indien de cijfervoorstellen van beide beoordelaars (ook na consensusbespreking) meer dan twee punten verschillen, wijst de examencommissie een derde beoordelaar aan. Overwegingen In de aanvraag kan het panel zich vooral vinden in de modulen 1 en 10 en in de longitudinale module, omdat die opleidingseenheden de overige modulen van de opleiding (bedoeld als tools voor een afgestudeerde) verbinden en integreren. Wanneer het bindende element tussen de eindkwalificaties en de module-inhouden wordt uitgebreid naar een te schrijven overkoepelend conceptueel visiestuk, dan is dat geschrift voor het panel het sluitstuk om de relatie tussen doelstellingen en programma te completeren. Conceptuele visie en inhoud kunnen daardoor worden bijeengebracht. Het panel kan zich vinden in de didactische aanpak van de opleiding met algemene hoorcolleges en meer specifiek op de verloskunde gerichte werkgroepen en de afsluiting door middel van een thesis. De beoordeling van de thesis dient nauwer in relatie gebracht te worden met de eindtermen. In een schema wordt weliswaar aangegeven hoe de eindtermen getoetst worden in de thesis, maar het is het panel niet steeds duidelijk hoe dat proces verloopt. Een voorbeeld: in de thesis worden vakoverstijgend werken en samenwerken getoetst, terwijl is gemeld dat de thesis uitsluitend als product wordt getoetst. In het gesprek is duidelijk geworden dat ook procesmatige kanten van de thesis aan de orde komen bij de beoordeling, maar uit de aanvraag en de daarin opgenomen beoordelingscriteria voor de thesis is dat niet te herleiden. Empirisch onderzoek als thesis van de opleiding kan ook worden vervangen door het implementeren van een richtlijn dan wel een systematic review. De zorg van het panel dat in die gevallen het onderzoek naar de achtergrond kan verdwijnen, werd bestreden tijdens het gesprek. Het panel blijft bij dit punt, gezien het belang van het uitvoeren van onderzoek voor het bereiken van de beoogde eindkwalificaties, enigszins maar niet ten volle overtuigd, achter. Het panel meent dat de opleiding bij de alternatieve vormen van de thesis steeds aandacht zal moeten hebben voor het uitvoeren van onderzoek. De verrichtingen van de examencommissie zijn naar de mening van het panel op maat, maar de uitbreiding van de werkzaamheden en de correcte uitvoering van de plannen dienen met grote zorg begeleid te worden. Het panel acht het positief dat de examencommissie zal worden uitgebreid met de hoogleraar eerstelijnsverloskunde en ketenzorg. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 2.2 Relatie tussen doelstelling en programma als voldoende. pagina 19

20 4.2.3 Samenhang programma (facet 2.3) Het beoogde programma is inhoudelijk samenhangend. Bevindingen Het programma is opgebouwd vanuit de domeinspecifieke eisen, de eindkwalificaties en een aantal randvoorwaarden, zoals de volgordelijkheid. In de eerste module wordt vanuit de inhoudelijke beroepspraktijk de relatie gelegd met wetenschap en onderzoek. Hierna zijn modules geprogrammeerd die ingaan op de methodologie van onderzoek en de analyse van onderzoek. Integratie van de in de vorige modulen opgedane kennis en inzicht vindt plaats in de module Systematic reviews and clinical guidelines en in de praktische uitwerking van de longitudinale module ter voorbereiding op de thesis. Het tweede jaar bevat een toenemende graad van specialisatie en verdieping en verbreding van kennis- en vaardigheidselementen. In de capita selecta komen verbreding en verdieping samen. De relatie met de beroepspraktijk wordt steeds benadrukt. Modulen zijn niet specifiek gericht op het behalen van louter één eindkwalificatie, maar op meerdere. De masterthesis is vanwege de volgordelijkheid geprogrammeerd in het tweede jaar, hoewel een start gemaakt wordt in het eerste jaar, mede om uitloop te voorkomen. In de masterthesis komen de meeste eindkwalificaties samen. Coherentie in het programma evenals programmavoortgang en logistiek worden bewaakt door een coördinator, die ook verantwoordelijk is voor de studieloopbaanbegeleiding en door de docenten. In geval een hoorcollege door een gastdocent wordt verzorgd, vindt afstemming tussen hoor- en werkcollege plaats op basis van voorafgaand inhoudelijk overleg. De kerndocenten zijn zowel bij de werkcolleges als bij de hoorcolleges van de gastdocenten aanwezig. Overwegingen De samenhang in het programma wordt voor het panel transparant door de modulen 1 en 10 en de longitudinale module (zie ook 4.2.2). Tussen de kop en de staart zit een lijf dat gezond functioneert. Het panel heeft geconstateerd dat een aantal modules van de opleiding Verloskunde wordt verzorgd vanuit de opleiding Evidenced Based Practice. Het is van mening dat de ontvlechting met de opleiding Evidenced Based Practice nog wel voltooid dient te worden en een degelijke uitwerking vergt. Het panel heeft in deze uitwerking alle vertrouwen gezien de positieve en enthousiaste instelling van management en docenten. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 2.3 Samenhang programma als voldoende Studielast (facet 2.4) Het beoogde programma is studeerbaar doordat factoren die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk worden weggenomen. Bevindingen De wekelijkse studielast bedraagt gemiddeld circa 28 uur (range uur), waarvan 5 uur contactgebonden is. Studenten die alle modulen met een voldoende beoordeling hebben afgesloten, maar door voor de student niet-beïnvloedbare factoren vertraging oplopen in de pagina 20

21 uitvoering van hun onderzoeksopdracht kunnen, zonder bijkomende kosten, gebruik maken van een verlengingstermijn van een half jaar. Studie-uitloop wordt voornamelijk veroorzaakt bij de uitvoering van empirisch onderzoek en door de realiteit van het leven van een student die naast werk en gezin een universitaire opleiding volgt. Consequent gehanteerde deadlines stimuleren studenten actief, zelfstandig en met regelmaat te werken. De geringe omvang van de studiecohorten en de vaste aanwezigheid en/of participatie van de kerndocenten in de hoor- en werkcolleges leidt er bovendien toe dat deze docenten dicht bij de student staan. Die geringe afstand voorkomt studievertraging door het vroegtijdig detecteren en waar mogelijk voorkomen van problemen. Overwegingen Uit eerdere gesprekken bleek dat de studenten de studie zwaar vinden, maar wel enthousiast zijn over de opleiding. In gewone studieweken is de studie wel te doen, maar ten tijde van tentamens en gedurende het maken van het werkstuk kost de studie (te) veel tijd. De studenten gaven indertijd aan dat het verwaarlozen van sociale contacten en het studeren tijdens nachtdiensten eerder usance dan uitzondering zijn, wanneer in full-time dienstverband wordt doorgewerkt tijdens de studie. Het panel vindt het mede daarom een goede zaak dat de studie inmiddels een formele omvang heeft van 105 studiepunten. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 2.4 Studielast als voldoende Instroom (facet 2.5) Het beoogde programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: wo-master: bachelor en eventueel (inhoudelijke) selectie. Bevindingen De masteropleiding hanteert als toelatingseisen: - een behaalde bachelorgraad vierjarige hbo opleiding voor verloskundigen; - het voorgaande bij voorkeur aangevuld met werkervaring als verloskundige; - wiskunde A1 op vwo-niveau. Omdat vóór 1994 geen vierjarige hbo-opleiding voor verloskundigen bestond, kunnen geïnteresseerde verloskundigen die voor die tijd zijn opgeleid toch onder voorwaarden worden toegelaten. Indien een kandidaat, volgens de toelatingseisen niet geheel toelaatbaar is, kan een schriftelijk verzoek tot toelating worden ingediend bij de selectiecommissie. Wiskunde A1 op vwo-niveau is een vereiste. In geval van wiskundedeficiëntie kan eventueel een geclausuleerde inschrijving plaatsvinden. Voor het opheffen van een wiskundedeficiëntie worden studenten verwezen naar de daartoe erkende opleidingsinstituten. De masteropleiding organiseert circa vier voorlichtingsbijeenkomsten per jaar om aankomende studenten over de studierichting te informeren, om het verwachtingspatroon van aspirant studenten af te stemmen op de realiteit en om een goede aansluiting tussen vooropleiding en masteropleiding te waarborgen. De voorlichtingsbijeenkomsten worden aangekondigd in onder meer het Tijdschrift voor Verloskundigen en op de websites van het AMC en de KNOV. Tevens verzorgt het hoofd masteropleiding Verloskunde de voorlichting op de academies voor verloskunde. pagina 21

Richtlijn beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Positionering van de opleidingen De vergelijking met Vlaanderen

Richtlijn beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Positionering van de opleidingen De vergelijking met Vlaanderen Richtlijn beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Het is aan het beoordelingspanel om te bepalen of deze toelichting relevant is bij de beoordeling van de onderhavige opleiding. Positionering

Nadere informatie

Toelichting beoordelingskader bij beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland

Toelichting beoordelingskader bij beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Toelichting beoordelingskader bij beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Het is aan het beoordelingspanel om te bepalen of deze toelichting relevant is bij de beoordeling van de onderhavige

Nadere informatie

Toetsplan Masteropleiding Midden-Oosten Studies

Toetsplan Masteropleiding Midden-Oosten Studies Toetsplan Masteropleiding Studies 2017-2018 JAAR 1 semester 1 Blok 1 Blok 2 vaktitel vakcode week 1-7 colleges week 8/9/10 (her)toetsing week 11-17 colleges week 18/19/20 (her)toetsing Conflicten in het

Nadere informatie

Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase

Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase 11 februari 2008 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Accreditatiekader, toegespitst

Nadere informatie

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs 2 december 2008 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Beoordelingskader 4 pagina 2 1 Inleiding Dit beoordelingskader bevat een aantal facetten

Nadere informatie

De NVAO heeft voor de beoordeling van de aanvraag op 27 oktober 2005 een panel van deskundigen ingesteld. Het panel kende de volgende samenstelling:

De NVAO heeft voor de beoordeling van de aanvraag op 27 oktober 2005 een panel van deskundigen ingesteld. Het panel kende de volgende samenstelling: College van bestuur Universiteit Utrecht Postbus 80125 3508 TC UTRECHT Besluit Besluit strekkende tot positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding wo-master Selective Utrecht Medical Master

Nadere informatie

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs 12 november 2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Handreiking voor specifieke invulling van de standaarden

Nadere informatie

Medical Imaging/ Radiation Oncology Masteropleiding Haarlem

Medical Imaging/ Radiation Oncology Masteropleiding Haarlem Medical Imaging/ Radiation Oncology Masteropleiding Haarlem Gezondheid, Sport en Welzijn Masteropleiding Medical Imaging/ Radiation Oncology Verschillende studies laten zien dat de druk op de gezondheidszorg

Nadere informatie

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten PR 180724 V1 Beroepscompetentie- profiel Afgeleid van de niveaubepaling NLQF, niveau 6 heeft RBCZ kerncompetenties benoemd voor de complementair/alternatief therapeut. Als uitgangspunt zijn de algemene

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture and Design van de NHTV

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture and Design van de NHTV College van bestuur NHTV Internationale Hogeschool Breda Postbus 3917 4800 DX BREDA Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2017 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Russische studies Deze onderwijs- en examenregeling is gebaseerd op de Wet op het hoger onderwijs

Nadere informatie

Midden-Oostenstudies CROHO 60842

Midden-Oostenstudies CROHO 60842 Faculteit der Letteren Onderwijs- en Examenregeling (OER) Deel B: Masteropleiding Midden-Oostenstudies CROHO 60842 Programma Midden-Oostenstudies voor het studiejaar 2016-2017 Inhoud: 1. Algemene bepalingen

Nadere informatie

Onderwijs- en Examenregeling (OER) Masterprogramma van Onderwijskunde. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

Onderwijs- en Examenregeling (OER) Masterprogramma van Onderwijskunde. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen Onderwijs- en Examenregeling (OER) Masterprogramma van Onderwijskunde Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen 2018-2019 Bijlage: het programma Paragraaf 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Doel

Nadere informatie

Opleidingsstatuut Bacheloropleiding Automotive Studiejaar 2015 2016. Regeling Externe toezichthouders bij examens

Opleidingsstatuut Bacheloropleiding Automotive Studiejaar 2015 2016. Regeling Externe toezichthouders bij examens Opleidingsstatuut Bacheloropleiding Automotive Studiejaar 2015 2016 Regeling Externe toezichthouders bij examens Inhoudsopgave 1. Positie en benoeming externe toezichthouders... 3 2. Taak externe toezichthouder

Nadere informatie

- Geplaatst in VISUS EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE?

- Geplaatst in VISUS EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE? - Geplaatst in VISUS 4-2017 - EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE? Om de verschillen tussen de kennis uit het laatste wetenschappelijk bewijs en de klinische praktijk kleiner te maken is de afgelopen

Nadere informatie

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren. Bijlage V Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en. Tabel ter vergelijking NLQF niveaus 5 t/m 8 en Dublindescriptoren NLQF Niveau 5 Context Een onbekende, wisselende

Nadere informatie

2. Selectie van studenten geschiedt op basis van een oordeel over de volgende kerncompetenties van belangstellenden:

2. Selectie van studenten geschiedt op basis van een oordeel over de volgende kerncompetenties van belangstellenden: Opleidingsspecifieke deel OER, 2017-2018 Opleiding / programma: Theologie en Religiewetenschappen Programma: Religie en Samenleving Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen opleiding 1. Voor toelating tot de

Nadere informatie

Bijlage Onderwijs- en Examenregeling (OER) Master Programma van Pedagogische Wetenschappen. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

Bijlage Onderwijs- en Examenregeling (OER) Master Programma van Pedagogische Wetenschappen. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen Bijlage Onderwijs- en Examenregeling (OER) Master Programma van Pedagogische Wetenschappen Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen 2016-2017 Paragraaf 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Doel

Nadere informatie

Programma van toetsing

Programma van toetsing Programma van toetsing Inleiding In samenwerking met onderwijskundige experts hebben we ons programma van toetsing ontworpen. Het programma van toetsing is gevarieerd en bevat naast kennistoetsen en beoordelingen

Nadere informatie

Opleidingsspecifiek deel bij de OER Bacheloropleiding Natuurwetenschap en Innovatiemanagement Undergraduate School Geosciences

Opleidingsspecifiek deel bij de OER Bacheloropleiding Natuurwetenschap en Innovatiemanagement Undergraduate School Geosciences Opleidingsspecifiek deel bij de OER 2016-2017 Bacheloropleiding Natuurwetenschap en Innovatiemanagement Undergraduate School Geosciences art. 2.1 Toelating 1. Naast de in de wet genoemde diploma s die

Nadere informatie

Evidence Based Practice. wo-master Universiteit van Amsterdam. 23 december NVAO Toets Nieuwe Opleiding

Evidence Based Practice. wo-master Universiteit van Amsterdam. 23 december NVAO Toets Nieuwe Opleiding Evidence Based Practice wo-master Universiteit van Amsterdam 23 december 2008 NVAO Toets Nieuwe Opleiding Paneladvies Inhoud 1 Samenvattend advies 3 2 Inleiding en verantwoording 7 2.1 Werkwijze panel

Nadere informatie

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ROEMEENSE TAAL EN CULTUUR

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ROEMEENSE TAAL EN CULTUUR DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ROEMEENSE TAAL EN CULTUUR 2015-2016 Deel B: opleidingsspecifiek deel 1. Algemene bepalingen Artikel 1.1 Begripsbepalingen Artikel 1.2

Nadere informatie

Onderwijsregeling VI Keuzeonderwijs Bacheloropleiding Geneeskunde Curius+

Onderwijsregeling VI Keuzeonderwijs Bacheloropleiding Geneeskunde Curius+ Onderwijsregeling VI Keuzeonderwijs Bacheloropleiding Geneeskunde Curius+ juli 2014 ingangsdatum 1 september 2014 Algemeen Het verplichte keuzeonderwijs beslaat 10 ec in studiejaar 2 (keuzevakken) en 10

Nadere informatie

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren. Bijlage V Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en. Tabel ter vergelijking NLQF niveaus 5 t/m 8 en Dublindescriptoren NLQF Niveau 5 Context Een onbekende, wisselende

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2016-2017 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen Master Filosofie () Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR) treedt in werking op 1 september 2016.

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een oordeel positief van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de wo-master Executive MBA

Besluit strekkende tot een oordeel positief van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de wo-master Executive MBA ,nvao r nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot een oordeel positief van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de wo-master Executive MBA datum 31 mei 2018 onderwerp Besluit

Nadere informatie

Breakout sessie 2-5. Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling. Introductie

Breakout sessie 2-5. Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling. Introductie Breakout sessie 2-5 Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling De voorstellen beschreven in deze notitie dienen als uitwerking van (aangekondigde) wetswijzigingen. Op basis van deze wetswijzigingen

Nadere informatie

Onderwijs- en Examenregeling (OER) Bachelorprogramma Academische Opleiding Leraar Basisonderwijs. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

Onderwijs- en Examenregeling (OER) Bachelorprogramma Academische Opleiding Leraar Basisonderwijs. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen Onderwijs- en Examenregeling (OER) Bachelorprogramma Academische Opleiding Leraar Basisonderwijs Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen 2018-2019 Bijlage: het programma PARAGRAAF 1 - ALGEMENE

Nadere informatie

Handreiking aanvraag Toets Nieuwe Opleiding Nederland

Handreiking aanvraag Toets Nieuwe Opleiding Nederland Handreiking aanvraag Toets Nieuwe Opleiding Nederland 17 december 2015 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Wanneer een Toets Nieuwe Opleiding? 4 3 Werkwijze Toets Nieuwe Opleiding 5 4 Aanvraagdossier ten behoeve van

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010 Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010 Opleidingsspecifiek deel Masteropleiding: Talen en culturen van Japan Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel 7.13

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel): Bachelor Wijsbegeerte

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel): Bachelor Wijsbegeerte ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2015-2016 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel): Bachelor Wijsbegeerte Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR) treedt

Nadere informatie

Aanvraagformulier nieuwe opleiding. Basisgegevens. Contactpersoon/contactpersonen Postbus GG Amsterdam

Aanvraagformulier nieuwe opleiding. Basisgegevens. Contactpersoon/contactpersonen Postbus GG Amsterdam Aanvraagformulier nieuwe opleiding Basisgegevens Naam instelling(en) Contactpersoon/contactpersonen Universiteit van Amsterdam Postbus 19268 1000 GG Amsterdam Contactgegevens Naam opleiding Internationale

Nadere informatie

Neerlandistiek CROHO 60849

Neerlandistiek CROHO 60849 Faculteit der Letteren Onderwijs- en Eamenregeling (OER) Deel B: Masteropleiding CROHO 60849 voor het studiejaar 2017-2018 Inhoud: 1. Algemene bepalingen 2. Toelating 3. Inhoud en inrichting van de opleiding

Nadere informatie

REGISTRATIE-EISEN VOOR WETENSCHAPPELIJK VOEDINGSKUNDIGE A en B

REGISTRATIE-EISEN VOOR WETENSCHAPPELIJK VOEDINGSKUNDIGE A en B Nederlandse Academie van Voedingswetenschappen REGISTRATIE-EISEN VOOR WETENSCHAPPELIJK VOEDINGSKUNDIGE A en B Opgesteld door de Nederlandse Academie van Voedingswetenschappen d.d.: 20 januari 2010 versie:

Nadere informatie

FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA. ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Masterschool Life and Earth Sciences studiejaar 2008-2009

FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA. ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Masterschool Life and Earth Sciences studiejaar 2008-2009 UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Masterschool Life and Earth Sciences studiejaar 2008-2009 DE MASTEROPLEIDING BIOMEDICAL

Nadere informatie

REGELING EXTERNE TOEZICHTHOUDERS BIJ EXAMENS Instituut voor Toegepaste Biowetenschappen en Chemie. studiejaar

REGELING EXTERNE TOEZICHTHOUDERS BIJ EXAMENS Instituut voor Toegepaste Biowetenschappen en Chemie. studiejaar REGELING EXTERNE TOEZICHTHOUDERS BIJ EXAMENS Instituut voor Toegepaste Biowetenschappen en Chemie studiejaar 20172018 Inhoud REGELING EXTERNE TOEZICHTHOUDERS BIJ EXAMENS... 1 1. Positie en benoeming externe

Nadere informatie

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014 PEER REVIEWS Managementgroep Interactum September 2014 Met peer review wordt een systeem bedoeld waarbij de betreffende opleidingen structureel gebruik maken van elkaars deskundigheid en elkaars critical

Nadere informatie

Gespreksdocument Inleiding Doel Werkwijze

Gespreksdocument Inleiding Doel Werkwijze Gespreksdocument Inleiding Het portfolio is gevuld met bewijslast voor de behaalde competenties op het gevraagde niveau Het laatste studiepunt wordt behaald met het schrijven van het gespreksdocument.

Nadere informatie

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences Opleidingsspecifieke deel OER, 2017-2018 Opleiding / programma: Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art. 7.29 van de wet, heeft betrekking op de volgende vakken op het

Nadere informatie

STUDIEGIDS MASTER THEOLOGIE ALGEMEEN

STUDIEGIDS MASTER THEOLOGIE ALGEMEEN STUDIEGIDS MASTER THEOLOGIE ALGEMEEN Inhoud Eindkwalificaties... 2 Afstudeerrichtingen... 3 Structuur van de opleiding... 3 Beroepsperspectief... 3 Excellentietraject... 4 Toelating en inschrijving...

Nadere informatie

Wanneer is onderzoek goed: de kwaliteitscriteria

Wanneer is onderzoek goed: de kwaliteitscriteria Management, finance en recht Wanneer is onderzoek goed: de kwaliteitscriteria De verwarring voorbij Naar hernieuwd zelfvertrouwen Congres Praktijkgericht onderzoek in het HBO Amersfoort, 11 december 2012

Nadere informatie

Culture, Organization and Management Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Sociale Wetenschappen - P Culture Organization and Management -

Culture, Organization and Management Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Sociale Wetenschappen - P Culture Organization and Management - Culture, Organization and Management Vrije Universiteit Amsterdam - der Sociale Wetenschappen - P Culture Organization and Management - 2014-2015 Vrije Universiteit Amsterdam - der Sociale Wetenschappen

Nadere informatie

MASTER ONDERWIJSKUNDE

MASTER ONDERWIJSKUNDE ANTON DE KOM UNIVERSITEIT VAN SURINAME INSTITUTE FOR GRADUATE STUDIES AND RESEARCH (IGSR) MASTER ONDERWIJSKUNDE LEREN EN INNOVEREN Met de Master Onderwijskunde: Leren en Innoveren ontwikkelt u de competenties

Nadere informatie

Onderwijs- en Examenregeling (OER) Masterprogramma van Pedagogische Wetenschappen. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

Onderwijs- en Examenregeling (OER) Masterprogramma van Pedagogische Wetenschappen. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen Onderwijs- en Examenregeling (OER) Masterprogramma van Pedagogische Wetenschappen Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen 2018-2019 Bijlage: het programma Paragraaf 1 Algemene bepalingen Artikel

Nadere informatie

Gespreksdocument Handleiding Eindgesprek

Gespreksdocument Handleiding Eindgesprek Gespreksdocument Handleiding Eindgesprek Opleiding tot radiodiagnostisch/radiotherapeutisch laborant Datum Maart 2017 Versie 1 Versie 1 maart 2017 Handleiding Eindgesprek Radiodiagnostisch Therapeutisch

Nadere informatie

Master of Laws De Master Legal Management (MLM) is in 2014 gestart als een door de NVAO geaccrediteerde, onbekostigde masteropleiding.

Master of Laws De Master Legal Management (MLM) is in 2014 gestart als een door de NVAO geaccrediteerde, onbekostigde masteropleiding. Samenvatting aanvraag Algemeen Soort aanvraag (kruis aan wat van toepassing is): Naam instelling Contactpersoon/contactpersonen Nieuwe opleiding, d.w.z. voortzetting geaccrediteerde onbekostigde opleiding

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010 Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010 Opleidingsspecifiek deel Masteropleiding: Talen en culturen van Latijns Amerika/ Spaans Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010 Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010 Opleidingsspecifiek deel Masteropleiding: Italiaanse taal en cultuur Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel 7.13

Nadere informatie

Bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs Bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs 4 november 2011 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Beoordelingskader 4 3 Procedure 6 pagina 2 1 Inleiding Instellingsbesturen kunnen voor opleidingen met kleinschalig,

Nadere informatie

2. Afgestudeerden in de bacheloropleiding Taalwetenschap:

2. Afgestudeerden in de bacheloropleiding Taalwetenschap: Opleidingsspecifieke deel OER, 2017-2018 Opleiding / programma: Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art. 7.29 van de wet, heeft betrekking op de volgende vakken op vwo-niveau:

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010 Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010 Opleidingsspecifiek deel Masteropleiding: Nederlandkunde/ Dutch Studies Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel

Nadere informatie

Deel B van de onderwijs- en examenregeling voor de duale masteropleiding Communicatie- en informatiewetenschappen, 90 EC, 2014-2015

Deel B van de onderwijs- en examenregeling voor de duale masteropleiding Communicatie- en informatiewetenschappen, 90 EC, 2014-2015 Deel B van de onderwijs- en examenregeling voor de duale masteropleiding Communicatie- en informatiewetenschappen, 90 EC, 2014-2015 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Toepasselijkheid van de regeling Deze

Nadere informatie

Vanuit de NVAO werd het panel ondersteund door lic. Rik Belmans, beleidsmedewerker.

Vanuit de NVAO werd het panel ondersteund door lic. Rik Belmans, beleidsmedewerker. College van bestuur Universiteit van Amsterdam Postbus 19268 1000 GG AMSTERDAM Besluit Besluit strekkende tot positieve beoordeling van de aanvraag Toets nieuwe opleiding wo-master Master in International

Nadere informatie

Faculteit der Geesteswetenschappen Cluster Filosofie. Bachelor scriptiereglement voor de opleiding: Wijsbegeerte

Faculteit der Geesteswetenschappen Cluster Filosofie. Bachelor scriptiereglement voor de opleiding: Wijsbegeerte Faculteit der Geesteswetenschappen Cluster Filosofie Bachelor scriptiereglement voor de opleiding: Wijsbegeerte Vastgesteld door de Examencommissie CoH, clustercommissie Filosofie op 1-2-2019 Scriptiereglement

Nadere informatie

Pre-masterprogramma. Negen masterspecialisaties

Pre-masterprogramma. Negen masterspecialisaties Pre-masterprogramma Maakt u plannen voor een masteropleiding Psychologie? Heeft u een afgeronde vierjarige hbo-opleiding of een driejarige bachelor wo-opleiding? Dan kan, voor sommigen van u, het eenjarige

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Bachelor Religiewetenschappen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Bachelor Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2015-2016 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel) Bachelor Religiewetenschappen Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR)

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2010 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Slavische talen en culturen Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel

Nadere informatie

Verbeterplan Masteropleiding Sociale Interventie

Verbeterplan Masteropleiding Sociale Interventie Verbeterplan Masteropleiding Sociale Interventie Inleiding Het verbeterplan is gericht op verbeteringen ten aanzien van de standaarden 5 en 16. Op deze twee standaarden heeft de visitatiecommissie de Masteropleiding

Nadere informatie

Kwaliteitsprofiel Verloskundige Echoscopist maart 2011

Kwaliteitsprofiel Verloskundige Echoscopist maart 2011 Kwaliteitsprofiel Verloskundige Echoscopist maart 2011 Inleiding Door het toenemende belang van echoscopisch onderzoek in de zwangerschap en de invoering van prenatale screening in Nederland, wordt het

Nadere informatie

«nvao. fluit. w nederlands - ulaamse accreditatieorganisatie

«nvao. fluit. w nederlands - ulaamse accreditatieorganisatie «nvao w nederlands - ulaamse accreditatieorganisatie fluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de postinitiële wo-master Marketing van de Vrije

Nadere informatie

Onderwijs- en Examenregeling (OER) Masterprogramma van Pedagogische Wetenschappen. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

Onderwijs- en Examenregeling (OER) Masterprogramma van Pedagogische Wetenschappen. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen Onderwijs- en Examenregeling (OER) Masterprogramma van Pedagogische Wetenschappen Faculteit der Gedrags- en Maatschappij 2019-2020 Bijlage: het programma Paragraaf 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Doel

Nadere informatie

Toetsingskaders opleidingsschool en academische kop 2013

Toetsingskaders opleidingsschool en academische kop 2013 Toetsingskaders opleidingsschool en academische kop 2013 NVAO 10 juni 2013 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Definitie 6 3 Toetsingskaders 7 4 Werkwijze 12 pagina 2 1 Inleiding 1.1 Vooraf Beoordeling kwaliteit opleidingsschool

Nadere informatie

Errata Onderwijs- en Examenregeling (OER) 2-jarige masterprogramma s Graduate School of Teaching

Errata Onderwijs- en Examenregeling (OER) 2-jarige masterprogramma s Graduate School of Teaching Errata Onderwijs- en Examenregeling (OER) 2-jarige masterprogramma s Graduate School of Teaching 2016-2017 6-9-2016 Toevoeging artikel 2.5 afbouw programma s 1. De volgende programma s zijn in afbouw:

Nadere informatie

Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum Opleidingsspecifieke deel OER, 2018-2019 Opleiding / programma: Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art. 7.29 van de wet, heeft betrekking op de volgende vakken op het

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2016 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Engelse taal en cultuur Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel 7.13

Nadere informatie

Opleidingsspecifiek deel Natuurwetenschap en Innovatiemanagement bij de OER Bacheloropleidingen Undergraduate School Geosciences

Opleidingsspecifiek deel Natuurwetenschap en Innovatiemanagement bij de OER Bacheloropleidingen Undergraduate School Geosciences Opleidingsspecifiek deel Natuurwetenschap en Innovatiemanagement bij de OER 2017-2018 Bacheloropleidingen Undergraduate School Geosciences art. 2.1 Toelating 1. Naast de in de wet genoemde diploma s die

Nadere informatie

Programma van toetsing

Programma van toetsing Programma van toetsing Programma van toetsing Versie 1.1 Con Amore B.V. Inleiding In samenwerking met onderwijskundige experts hebben we een nieuw programma van toetsing ontworpen. We zijn afgestapt van

Nadere informatie

GERONTOLOOG WORDEN MASTER OF SCIENCE

GERONTOLOOG WORDEN MASTER OF SCIENCE GERONTOLOOG WORDEN MASTER OF SCIENCE Behaal een academisch diploma. Ontwikkel uw loopbaan als gerontoloog U bent nu net afgestudeerde bachelor of enige tijd werkzaam als zorgverstrekker in een ziekenhuis,

Nadere informatie

REGISTRATIE-EISEN VOOR WETENSCHAPPELIJK VOEDINGSKUNDIGE A en B

REGISTRATIE-EISEN VOOR WETENSCHAPPELIJK VOEDINGSKUNDIGE A en B Nederlandse Academie van Voedingswetenschappen REGISTRATIE-EISEN VOOR WETENSCHAPPELIJK VOEDINGSKUNDIGE A en B Opgesteld door de Nederlandse Academie van Voedingswetenschappen d.d.: 8 maart 2018 versie:

Nadere informatie

Culture, Organization and Management Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Sociale Wetenschappen - P Culture Organization and Management -

Culture, Organization and Management Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Sociale Wetenschappen - P Culture Organization and Management - Culture, Organization and Management Vrije Universiteit Amsterdam - - P Culture Organization and Management - 2013-2014 Vrije Universiteit Amsterdam - - P Culture Organization and Management - 2013-2014

Nadere informatie

Toetsplan Bacheloropleiding Informatiekunde 2014-2015

Toetsplan Bacheloropleiding Informatiekunde 2014-2015 Toetsplan Bacheloropleiding 2014-2015 BA 1 IK Blok 1 Blok 2 Blok 3 Blok 4 7 collegewekeweken 3 toetsweken 7 college- 2 blok 1 weken blok 2 weken blok 3 toetsweken blok 4 opdrachten schr. tent. schr. tent.

Nadere informatie

Bijlage Onderwijs- en Examenregeling (OER) Bachelor Programma Academische Opleiding Leraar Basisonderwijs

Bijlage Onderwijs- en Examenregeling (OER) Bachelor Programma Academische Opleiding Leraar Basisonderwijs Bijlage Onderwijs- en Examenregeling (OER) Bachelor Programma Academische Opleiding Leraar Basisonderwijs Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen 2016-2017 Paragraaf 1 Algemene bepalingen Artikel

Nadere informatie

Reglement Onderzoekscollege en Bachelorscriptie Europese Studies

Reglement Onderzoekscollege en Bachelorscriptie Europese Studies Faculteit der Geesteswetenschappen Europese Studies Reglement Onderzoekscollege en Bachelorscriptie Europese Studies 2015-2016 Vastgesteld en goedgekeurd door de Examencommissie van het College of Humanities,

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling 2010/2011 Master Gezondheidszorgpsychologie

Onderwijs- en examenregeling 2010/2011 Master Gezondheidszorgpsychologie Onderwijs- en examenregeling 2010/2011 Master Gezondheidszorgpsychologie Voor de Onderwijs- en examenregeling van de Master Gezondheidszorgpsychologie wordt verwezen naar de Onderwijs- en examenregeling

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2016-2017 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen Master Filosofie (120 EC) Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR) treedt in werking op 1 september

Nadere informatie

Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Programma Bacheloropleiding Sociologie Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Programma Bacheloropleiding Sociologie Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Programma Bacheloropleiding Sociologie Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen 2016-2017 Bijlage: het programma 1 Bachelor-opleiding Sociologie 2016/2017 Artikel

Nadere informatie

Opleiding: Eerst Verantwoordelijke Verzorgende met plus (EVV met plus)

Opleiding: Eerst Verantwoordelijke Verzorgende met plus (EVV met plus) Opleiding: Eerst Verantwoordelijke Verzorgende met plus (EVV met plus) De Eerst Verantwoordelijke Verzorgende (EVV er) is onmisbaar in de zorg en u wilt uw EVV er de juiste kennis en vaardigheden meegeven.

Nadere informatie

Verkorte blauwdruk WO-masteropleiding Verloskunde

Verkorte blauwdruk WO-masteropleiding Verloskunde Verkorte blauwdruk WO-masteropleiding Verloskunde 1 1. Korte typering van de master verloskundige De zorgvraag en zorgbehoefte in de geboortezorg veranderen: - Toenemende complexiteit van de individuele

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Vrije Universiteit Amsterdam

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Vrije Universiteit Amsterdam nuao w nederlands -vlaam se accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Vrije Universiteit Amsterdam datum 29 juli 2016 Onderwerp

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Russische Studies Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel 7.13 van

Nadere informatie

Hbo-bachelor verloskunde

Hbo-bachelor verloskunde Hbo-bachelor verloskunde zaterdag 8 november 2014 algemene informatie opleiding Willeke Boom, Teamleider propedeuse Korine Meulepas, Teamleider postpropedeuse Jasper de Jong, student Janneke Mathijssen,

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011 Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011 Opleidingsspecifiek deel Masteropleiding: Nederlandkunde/ Dutch Studies Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe College van Bestuur Hogeschool Drenthe Postbus 2080 7801 CB EMMEN Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool

Nadere informatie

Beschrijving Basiskwalificatie onderwijs

Beschrijving Basiskwalificatie onderwijs universitair onderwijscentrum groningen hoger onderwijs Beschrijving Basiskwalificatie onderwijs 2008-2009 september 2008 Basiskwalificatie onderwijs 2 Wat is de basiskwalificatie onderwijs (BKO)? De basiskwalificatie

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2016 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Duitse taal en cultuur Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel 7.13

Nadere informatie

Reglement Bachelorscriptie Geschiedenis Vastgesteld op 1-9-2015, verbeterd en goedgekeurd door de examencommissie op 10-9- 2015

Reglement Bachelorscriptie Geschiedenis Vastgesteld op 1-9-2015, verbeterd en goedgekeurd door de examencommissie op 10-9- 2015 Faculteit der Geesteswetenschappen Afdeling Geschiedenis, Europese studies en Religiewetenschappen Spuistraat 134 1012 VB Amsterdam Datum 10-9-2015 Contactpersoon J.J.B.Turpijn@uva.nl Bijlagen Beoordelingsformulier

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-master Fiscale Economie van de Erasmus Universiteit Rotterdam

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-master Fiscale Economie van de Erasmus Universiteit Rotterdam ,nvao ~ n e d e rla n d s- vlaam se a c c re d ita tie o rg a n is a tie Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-master Fiscale Economie van de Erasmus Universiteit Rotterdam

Nadere informatie

DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen, 2014-2015

DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen, 2014-2015 DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen, 2014-2015 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Toepasselijkheid van de regeling Deze regeling bestaat uit

Nadere informatie

Competentieprofiel kaderhuisarts

Competentieprofiel kaderhuisarts profiel kaderhuisarts Versie 2017 Inleiding De kaderhuisarts is het antwoord op de vraag van het werkveld naar huisartsen met specifieke bekwaamheden. Voor huisartsen, specialisten, voorzieningen, instellingen,

Nadere informatie

Toetsing realisatie voorwaarden. AD-programma. Land- en Watermanagement. Hogeschool Van Hall Larenstein. 8 augustus 2017

Toetsing realisatie voorwaarden. AD-programma. Land- en Watermanagement. Hogeschool Van Hall Larenstein. 8 augustus 2017 Toetsing realisatie voorwaarden AD-programma Land- en Watermanagement Hogeschool Van Hall Larenstein 8 augustus 2017 NVAO Toets voorwaarden nieuwe opleiding Adviesrapport Inhoud 1 Beschrijving van de opleiding

Nadere informatie

Opleiding / programma: Neerlandistiek/ Nederlandse Literatuur en Cultuur (voorheen Nederlandse letterkunde)

Opleiding / programma: Neerlandistiek/ Nederlandse Literatuur en Cultuur (voorheen Nederlandse letterkunde) Opleidingsspecifieke deel OER, 2017-2018 Opleiding / programma: Neerlandistiek/ Nederlandse Literatuur en Cultuur (voorheen Nederlandse letterkunde) Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen opleiding Sinds 1

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2010 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Italiaanse taal en cultuur Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel

Nadere informatie

Datum locatiebezoek(en) : 31 mei 2017 Datum paneladvies : 21 juni 2017 Instellingstoets kwaliteitszorg : ja, positief besluit van 17 oktober 2013

Datum locatiebezoek(en) : 31 mei 2017 Datum paneladvies : 21 juni 2017 Instellingstoets kwaliteitszorg : ja, positief besluit van 17 oktober 2013 ,nvao w nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie es luit Besluit strekkende tot een oordeel positief van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de wo-master Commercieel Privaatrecht van de Erasmus

Nadere informatie

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de beperkte toets nieuwe opleiding van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 36791).

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de beperkte toets nieuwe opleiding van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 36791). nvao r nederlands - ulaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de wo-master Health Informaties van de Universiteit van Amsterdam

Nadere informatie

Universiteit van Amsterdam wo-bachelor Biologie (180 EC) 23 maart 2016 Bachelor of Science voltijd Amsterdam

Universiteit van Amsterdam wo-bachelor Biologie (180 EC) 23 maart 2016 Bachelor of Science voltijd Amsterdam ,nvao w nederlands-vlaamse accreditatieorganisatie Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Universiteit van Amsterdam datum 29 juli 2016

Nadere informatie

Landelijk Opleidingscompetentieprofiel. Master Physician Assistant

Landelijk Opleidingscompetentieprofiel. Master Physician Assistant Landelijk Opleidingscompetentieprofiel Master Physician Assistant Dit Landelijk Opleidingscompetentieprofiel van de Physician Assistant is tot stand gekomen door samenwerking tussen de 5 PA opleidingen

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bewegingstechnologie van De Haagse Hogeschool

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bewegingstechnologie van De Haagse Hogeschool NAO nederlands- vlaamse accreditatieorganisatie Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bewegingstechnologie van De Haagse Hogeschool Datum: 1 oktober

Nadere informatie

[60738] Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Islam in de moderne wereld. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

[60738] Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Islam in de moderne wereld. Paragraaf 1 Algemene bepalingen [60738] Onderwijs- en examenregeling 2004-2005 Masteropleiding Islam in de moderne wereld Paragraaf 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 - Toepasselijkheid van de regeling Deze regeling is van toepassing

Nadere informatie

Handreiking toelichting bij descriptoren NLQF

Handreiking toelichting bij descriptoren NLQF Handreiking toelichting bij descriptoren NLQF CONTEXT Context Instroom Een bekende, stabiele leef- en leeromgeving. 1 Een herkenbare leef- en werkomgeving. Tussen niveau 1 en 2 is geen verschil in context;

Nadere informatie

Men komt in aanmerking voor toelating tot het programma Kunstgeschiedenis indien men aantoont te beschikken over de volgende competenties:

Men komt in aanmerking voor toelating tot het programma Kunstgeschiedenis indien men aantoont te beschikken over de volgende competenties: Opleidingsspecifieke deel OER, 2016-2017 De opleiding Kunst- en cultuurwetenschappen Arts and Culture bestaat uit de programma s: Kunstgeschiedenis Gender Studies (see English EER) Arts & Society (voorheen

Nadere informatie