Oosterweelverbinding Scheldetunnel & Bouwdok (ref. BAM )

Transcriptie

1 Oosterweelverbinding Scheldetunnel & Bouwdok (ref. BAM ) - Onderhandelingsprocedure met bekendmaking - Selectieleidraad Datum indienen kandidaturen: 2 september u

2 INHOUDSOPGAVE ALGEMENE INLICHTINGEN Inleiding Aanbestedende Dienst Voorwerp van de opdracht Gunningsprocedure... 6 (a) Gunningswijze... 6 (b) Verloop gunningsprocedure... 6 (c) Indicatieve planning verloop gunningsprocedure Toepasselijke reglementering... 8 DE SELECTIEPROCEDURE Algemeen... 9 (a) Samenwerkingsverbanden / consortia... 9 (b) Mogelijkheid om zich te beroepen op kwalificaties van andere entiteiten 9 (c) Betreffende wijzigingen in de samenstelling van de Kandidaten (d) Beoordelingsmethodiek (e) Maatregelen ter vrijwaring van de mededinging (f) Toetsing van informatie Uitsluitingsgronden Kwalitatieve selectiecriteria (a) Financiële en economische draagkracht (b) Technische bekwaamheid Erkenning als aannemer van werken De aanvraag tot deelneming (a) Inhoud (b) Eenmalige aanvraag tot deelneming (c) Indiening (d) Taal (e) Fouten en leemten (f) Vragen en antwoorden & e-notification Selectieleidraad 2

3 1.1 Inleiding ALGEMENE INLICHTINGEN Onderhavige Selectieleidraad heeft tot doel nadere informatie te verschaffen naar aanleiding van de aankondiging van de Engineer - en Build -Opdracht Oosterweelverbinding Scheldetunnel & Bouwdok (hierna ook: de Opdracht ). De informatie inzake het voorwerp van de Opdracht die in deze leidraad wordt verstrekt, is louter bedoeld om in dit stadium de Opdracht Oosterweelverbinding Scheldetunnel & Bouwdok te situeren zonder evenwel volledigheid na te streven. In geval van tegenstrijdigheid tussen de aankondiging en onderhavige Selectieleidraad prevaleert de Selectieleidraad. De aandacht wordt gevestigd op paragraaf 1.5 inzake de gunningsprocedure. 1.2 Aanbestedende Dienst De Aanbestedende Dienst is de naamloze vennootschap van publiek recht Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel ( BAM ), die zetel heeft te Rijnkaai 37, 2000 Antwerpen. De BAM werd in 2003 opgericht door de Vlaamse regering voor de realisatie van het Masterplan Mobiliteit Antwerpen uit Dit Masterplan werd in 2010 geactualiseerd en omgedoopt tot het Masterplan Het Masterplan 2020 omvat een heel aantal maatregelen die de verkeershinder, de ongevallen en de levenskwaliteit in en rond Antwerpen moeten aanpakken. Eén van die maatregelen is de Oosterweelverbinding. Nadere inlichtingen in verband met de Opdracht zijn te verkrijgen bij: BAM Rijnkaai Antwerpen Gert Osselaer Telefoonnummer: aanbesteding@bamnv.be 1.3 Voorwerp van de Opdracht De Oosterweelverbinding maakt de Ring rond Antwerpen, de R1, volledig rond en zorgt zo voor vlotter en veiliger verkeer op de Antwerpse Ring en minder sluipverkeer op de lokale wegen. In de omliggende woonwijken verbetert de luchtkwaliteit, vermindert de geluidshinder en komt er meer open ruimte en groen. Zo biedt de Oosterweelverbinding niet enkel een oplossing voor de dagelijkse files, maar zorgt ze er tegelijk voor dat het aangenamer wonen, werken en vertoeven wordt in Antwerpen en omgeving. Selectieleidraad 3

4 De werken die tot de realisatie van de Oosterweelverbinding zullen leiden, gaan van start in Deze werken zijn opgesplitst in een aantal (deel)projecten, waaronder het project Scheldetunnel & Bouwdok. De Opdracht Oosterweelverbinding Scheldetunnel en Bouwdok omvat de realisatie van een bouwdok in Zeebrugge én de realisatie van een afgezonken tunnel onder de Schelde ter hoogte van Oosterweel (Antwerpen). De volgende onderdelen behoren tot de Opdracht: De realisatie van een bouwdok in Zeebrugge, gelegen in de achterhaven langsheen het Boudewijnkanaal, met uitzondering van een kademuur aan één zijde, welke reeds voorafgaand zal gebouwd worden. De realisatie, binnen dit bouwdok, van de afgezonken tunnel. Hier dienen de tunnelelementen gebetonneerd te worden en de vereiste voorzieningen voor transport en eventueel reeds voor afzinken aangebracht te worden. Het transport van de tunnelelementen over de Noordzee en Schelde tot aan de afzinklocatie ter hoogte van Oosterweel (al dan niet met tijdelijke stockage) én het afzinken van de tunnelelementen. De realisatie, zowel op Linkeroever (ter hoogte van het Sint-Annabos) als op Rechteroever (ter hoogte van Total Oosterweelkerk), van een fuikconstructie om de tunnelelementen tegen af te zinken. Op rechteroever dient de Scheldedijk hiervoor tijdelijk verplaatst te worden en nadien teruggeplaatst te worden. Afstemming met de gelijktijdig lopende werkzaamheden in het kader van de Oosterweelknoop, een ander (deel)project van de Oosterweelverbinding, maakt deel uit van de Opdracht. Op linkeroever dient de Scheldedijk over grotere afstand vernieuwd en landinwaarts verplaatst te worden, zodat een buitendijks bos en slikken en schorren gecreëerd worden. Ook wordt het Sint-Annabos gedeeltelijk gekapt, heringericht en opnieuw aangeplant. Daarnaast wordt op linkeroever ook de aansluiting gerealiseerd van de Scheldetunnel op de bestaande hoofdwegen. Daartoe wordt aangesloten op de nog te vernieuwen Noordelijke Knoop een ander (deel)project van de Oosterweelverbinding die reeds op de aansluiting vanuit de Scheldetunnel ontworpen is. De realisatie, op linkeroever, van een tolplein, met alle bijhorende voorzieningen, zoals tolhuisjes, tolgebouwen, luifels e.d. De volledige inrichting en afwerking van de infrastructuur (riolering, barrières, signalisatie ) evenals de randinrichting en inrichting van de omgeving (taluds, beplantingen, fietspaden ), met uitzondering van de technische installaties (hierna ook: TI ): dit betreft zowel de verkeerstechnische, tunneltechnische en gebouwtechnische installaties als de installaties voor de tolinning. De TI zullen via één of meerdere afzonderlijke opdracht(en) in de markt gezet worden. De afstemming en de coördinatie met deze TI-opdracht(en) behoort wel tot de taken van de Opdrachtnemer. Selectieleidraad 4

5 Louter informatief wordt op de onderstaande figuren de ligging van de Opdracht Oosterweelverbinding Scheldetunnel & Bouwdok weergegeven: Selectieleidraad 5

6 1.4 Gunningsprocedure (a) Gunningswijze Onderhavige overheidsopdracht betreft een opdracht voor werken en wordt georganiseerd via een onderhandelingsprocedure met bekendmaking in de zin van artikel 3, 8 juncto artikel 26, 2, 1, b) van de Wet van 15 juni 2006 betreffende overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten. De motivering t.a.v. de keuze voor de gunningswijze, is integraal opgenomen in Bijlage 4 bij onderhavige Selectieleidraad. Door het indienen van een aanvraag tot deelneming aanvaarden de Kandidaten de keuze alsook de motivering van de Aanbestedende Dienst t.a.v. de onderhandelingsprocedure met bekendmaking zoals deze in Bijlage 4 is opgenomen. Indien een Kandidaat in dat verband een bezwaar heeft, dient hij binnen de 15 dagen na ontvangst van de Selectieleidraad een beroep tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid in te dienen bij de Raad van State. (b) (i) Verloop gunningsprocedure Algemeen De gunningsprocedure bestaat uit twee fasen: i. De selectiefase. ii. De gunningsfase. Deze fasen, en het verloop ervan, worden hierna toegelicht. (ii) Fase 1: Selectiefase De eerste fase omvat de selectie van de Kandidaten: de betrouwbaarheid en geschiktheid van de Kandidaten voor de uitvoering van de Opdracht worden onderzocht op grond van de in onderhavige Selectieleidraad vermelde criteria (zie verder). Aldus wordt onderzocht welke Kandidaten: Zich niet in één van de uitsluitingsgevallen bevinden. De kwalitatieve selectiecriteria vervuld hebben. Daarnaast moeten de Kandidaten ook beschikken over de vereiste erkenning als aannemer van werken. Elke Kandidaat die zich niet in één van de uitsluitingsgevallen bevindt, aan de vooropgestelde kwalitatieve selectiecriteria voldoet én over de vereiste erkenning beschikt, zal worden toegelaten tot de gunningsfase. Er is verder geen beperking van het aantal te selecteren Kandidaten. Selectieleidraad 6

7 De geselecteerde Kandidaten worden uitgenodigd om een (eerste) Offerte in te dienen. De nietgeselecteerde Kandidaten worden in kennis gesteld van hun niet-selectie. Onderhavige Selectieleidraad heeft enkel betrekking op deze eerste fase, zijnde de selectiefase. (iii) Fase 2: Gunningsfase De gunningsfase bestaat uit de volgende drie delen / stadia: i. Het indienen door de Kandidaten van een (eerste) Offerte op basis van het bestek. In het (over te maken) bestek zal op definitieve wijze het voorwerp van en de voorwaarden voor de uitvoering van onderhavige Opdracht worden beschreven. ii. iii. Het analyseren door BAM van de (eerste) Offertes en het voeren van de nodige onderhandelingen met de Kandidaten op basis van de (eerste) Offertes. Het indienen door de Kandidaten van een BAFO (Best And Final Offer) op basis van het bestek en de gevoerde onderhandelingen. Indien dit nodig zou blijken, kunnen na het indienen van de eerste BAFO s één of meerdere bijkomende BAFO-rondes (met onderhandelingen) worden ingevoerd. Aan het einde van deze BAFO-ronde(s) zullen de Kandidaten een finale BAFO indienen. De analyse van de (finale) BAFO s door BAM zal leiden tot een gemotiveerde gunningsbeslissing, waarbij onderhavige Opdracht wordt toegewezen aan één van de Kandidaten. Aldus zullen geen onderhandelingen plaatsvinden over de ingediende (finale) BAFO s. (c) Indicatieve planning verloop gunningsprocedure De indicatieve planning voor het verloop van de gunningsprocedure van onderhavige Opdracht is de volgende: Juni 2016: bekendmaking van de Opdracht. September 2016: uiterlijke termijn voor indiening kandidatuurstelling. December 2016: uitsturen bestek. April 2017: uiterlijke termijn voor indiening eerste offertes, gevolgd door analyse offertes en onderhandelingsronde Augustus 2017: vraag tot indiening BAFO s. Oktober 2017: uiterlijke termijn voor indiening BAFO s. December 2017: gemotiveerde gunningsbeslissing. Selectieleidraad 7

8 BAM behoudt zich het recht voor deze planning te concretiseren en aan te passen in functie van de komende evoluties. De termijnen dienen, wat BAM betreft, louter te worden beschouwd als streeftermijnen. 1.5 Toepasselijke reglementering Op onderhavige overheidsopdracht is de Belgische overheidsopdrachtenreglementering van toepassing, zijnde: De Wet overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, levering en diensten van 15 juni 2006 (hierna: de Wet Overheidsopdrachten ); Het Koninklijk besluit plaatsing overheidsopdrachten van 15 juli 2011 (hierna: het KB Plaatsing ); Het Koninklijk besluit tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken van 14 januari 2013 (hierna: KB Uitvoering ); Deze bepalingen van Belgisch recht zijn evenwel enkel van toepassing voor zover zij niet in strijd zijn met de dwingende bepalingen van EU Richtlijn 2014/24/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van overheidsopdrachten en tot intrekking van Richtlijn 2004/18/EG (hierna: de Richtlijn 2014/24/EU ). Gelet op de primauteit van het supranationaal recht op de bepalingen van het intern recht, zal bij strijdigheid tussen de dwingende bepalingen van het Belgisch overheidsopdrachtenrecht en van het Europees overheidsopdrachtenrecht, de opdrachtgever toepassing maken van de dwingende bepalingen van het Europees overheidsopdrachtenrecht zoals die zijn vervat in de EU Richtlijn 2014/24/EU. Selectieleidraad 8

9 DE SELECTIEPROCEDURE 2.1 Algemeen (a) Samenwerkingsverbanden / consortia De aanvragen tot deelneming kunnen worden ingediend, hetzij door één enkele onderneming, hetzij door een combinatie van ondernemingen (hierna genoemd: consortium ) die de vorm aangaan van een tijdelijke handelsvennootschap of een ander samenwerkingsverband. De onderneming die of het consortium van ondernemingen dat een aanvraag tot deelneming indient, wordt verder Kandidaat genoemd. Wanneer een aanvraag tot deelneming uitgaat van een consortium: Moet, ten aanzien van de Aanbestedende Dienst, voldoende duidelijk worden gemaakt uit welke leden het consortium precies bestaat. Gelden, behoudens andersluidende vermelding, alle verplichtingen t.a.v. een Kandidaat ook voor alle leden van het consortium. Dient er aangegeven te worden welk lid van het consortium zal optreden als penhouder die als contactpunt met de Aanbestedende Dienst zal functioneren (zie model van deelnameformulier als Bijlage 1). Een consortium beschikt over de mogelijkheid om, gedurende het verloop van de procedure, het penhouderschap van het consortium te wijzigen (waarvan kennis gegeven dient te worden aan de Aanbestedende Dienst). Zal ieder lid dat de aanvraag tot deelneming en, na selectie, de offerte onderschrijft hoofdelijk en solidair t.a.v. de Aanbestedende Dienst verbonden zijn. (b) Mogelijkheid om zich te beroepen op kwalificaties van andere entiteiten In toepassing van artikel 74 van het Koninklijk besluit van 15 Juli 2011 plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren (hierna: het KB Plaatsing van 15 juli 2011 ) en artikel 63 van de Richtlijn 2014/24/EUkunnen Kandidaten zich, ter staving van hun economische en financiële draagkracht of hun technische bekwaamheid beroepen op de economische en financiële draagkracht respectievelijk de technische bekwaamheid van andere entiteiten, ongeacht de juridische aard van hun banden met die entiteiten. In dat geval moet de Kandidaat aan de Aanbestedende Dienst aantonen dat hij gedurende de totale looptijd van de Opdracht daadwerkelijk kan beschikken over de voor de uitvoering van de Opdracht noodzakelijke middelen, inzonderheid door overlegging van de verbintenis van deze entiteiten om de Kandidaat de nodige middelen ter beschikking te stellen (zie modelformulier in Bijlage 3). In het bestek kan desgevallend nader worden bepaald op welke wijze die entiteiten zich ten persoonlijke titel dienen te engageren. Selectieleidraad 9

10 (c) Betreffende wijzigingen in de samenstelling van de Kandidaten In geval van bijzondere omstandigheden, en met name indien niet (langer) voldaan zou zijn aan de voorwaarden inzake de uitsluitingsgronden, de kwalitatieve selectie(criteria) en/of de erkenning als aannemer van werken in de zin van de paragrafen 2.2 t.e.m. 2.4 van de Selectieleidraad, kunnen wijzigingen in de samenstelling en identiteit van de leden van het consortium of de entiteiten waarop de Kandidaat beroep doet (zie punt (b) hierboven), in de loop van de procedure volgend op de selectie worden toegestaan. Een dergelijke wijziging vereist steeds de voorafgaande schriftelijke goedkeuring vanwege de Aanbestedende Dienst. Er zal enkel een goedkeuring worden gegeven indien het gewijzigde Consortium en/of de entiteiten waarop beroep wordt gedaan, (opnieuw) beantwoord(t)(en) aan de vereisten inzake de uitsluitingsgronden, de kwalitatieve selectie(criteria) en de erkenning als aannemer van werken. Elke aanvraag tot wijziging dient zodoende onderbouwd te worden met de vereiste documenten, die de Aanbestedende Dienst moeten toelaten de impact van de wijziging te kunnen beoordelen met kennis van zaken. De geselecteerde Kandidaten kunnen sowieso geen enkele aanspraak formuleren op een recht op wijziging in samenstelling en/of identiteit. (d) Beoordelingsmethodiek De aanvragen tot deelneming van de Kandidaten zullen in eerste instantie worden beoordeeld naar de volledigheid ervan. Tegelijkertijd wordt geverifieerd of deze voldoen aan de formeel gestelde eisen, zoals onder meer het tijdig ingediend zijn. In geval van onvolledigheid van een aanvraag tot deelneming, heeft de Aanbestedende Dienst de mogelijkheid om, hetzij de aanvraag tot deelneming als onregelmatig te beschouwen, hetzij de aanvraag te beoordelen op grond van de wel overgemaakte documenten, hetzij de Kandidaat uit te nodigen om bijkomende documenten over te maken. De Aanbestedende Dienst wijst er nu reeds op dat bij gebrek aan een antwoord binnen de gestelde termijn, de Aanbestedende Dienst zich het recht voorbehoudt zonder hiertoe verplicht te zijn om de aanvraag tot deelneming als onregelmatig te beschouwen om reden van onvolledigheid. In het geval de Kandidaat, om welke reden dan ook, in de onmogelijkheid verkeert de gevraagde gegevens geheel of gedeeltelijk voor te leggen, dient dit in elk geval uitdrukkelijk en gemotiveerd te worden vermeld. Vervolgens worden de aanvragen tot deelneming getoetst aan de uitsluitingsgronden. Tevens zullen de Kandidaten beoordeeld worden op basis van de kwalitatieve selectiecriteria, zijnde hun economische en financiële draagkracht en hun technische bekwaamheid. De Kandidaten dienen tot slot te beschikken over de vereiste erkenning als aannemer van werken. Het voldoen aan al deze elementen wordt aanzien als het bereiken van het vereiste minimumniveau, onontbeerlijk om geselecteerd te worden. Selectieleidraad 10

11 (e) Maatregelen ter vrijwaring van de mededinging Voor de realisatie van een effectieve mededinging dient de samenstelling en de omvang van de consortia steeds m.i.v. de entiteiten op wiens draagkracht of bekwaamheid beroep wordt gedaan verantwoord te zijn in het licht van het mededingingsrecht en inzonderheid het verbod van mededingingsbeperkende afspraken. De samenstelling van een consortium is sowieso verantwoord indien het consortium enkel bestaat uit de leden die nodig zijn om aan de selectie-eisen inzake financiële en economische draagkracht en technische bekwaamheid te voldoen. Het consortium dat ook uit andere leden bestaat dan degene die nodig zijn om aan de selectie-eisen inzake financiële en economische draagkracht en technische bekwaamheid te voldoen, dient op gemotiveerde en onderbouwde wijze (in het licht van het mededingingsrecht) de samenstelling van het consortium en het ledenaantal te verantwoorden. BAM behoudt zich het recht voor de door het consortium verstrekte motivering te onderzoeken en te beoordelen. Indien BAM van oordeel is dat de motivering in het licht van het mededingingsrecht niet volstaat, kan dit aanleiding geven tot de wering van de betrokken kandidaat door BAM. (f) Toetsing van informatie De ingediende verklaringen en gegevens kunnen door de Aanbestedende Dienst worden geverifieerd met alle mogelijke middelen. Door deelname aan de procedure en het overmaken van een aanvraag tot deelneming verklaren de Kandidaten zich akkoord dat de Aanbestedende Dienst of een door haar aangestelde derde de ingediende verklaringen en gegevens op hun juistheid controleert. 2.2 Uitsluitingsgronden De Kandidaat dient voldoende betrouwbaar te zijn voor het uitvoeren van de Opdracht. Of aan deze vereiste voldaan is, blijkt uit de controle of de Kandidaat zich bevindt in één van de uitsluitingsgevallen voorzien in artikel 61 van het KB Plaatsing van 15 juli 2011 en artikel 57 van de Richtlijn 2014/24/EU. BAM vereist hiertoe in het kader van de aanvraag tot deelneming het voorleggen van de volgende documenten, teneinde te bewijzen dat men zich niet bevindt in één van de uitsluitingsgevallen zoals bedoeld in artikel 61 van het KB Plaatsing van 15 Juli 2011 en artikel 57 van de Richtlijn 2014/24/EU: Voor de uitsluitingsgronden voorzien in Artikel 61, 1 (strafrechtelijke veroordelingen) en 2, 3 (misdrijf professionele integriteit) van het KB Plaatsing van 15 juli 2011 en artikel 57, lid 1, punten a), b), c) en e) van de Richtlijn 2014/24/EU: een uittreksel uit het strafregister of een evenwaardig document uitgereikt door een gerechtelijke of overheidsinstantie van het land van oorsprong of herkomst en waaruit blijkt dat aan de gestelde eisen is voldaan (uittreksel m.b.t. de vennootschap, max. 1 maand oud). Voor de uitsluitingsgronden voorzien in artikel 57, lid 1, punten d) (terroristische misdrijven of strafbare feiten in verband met terroristische activiteiten dan wel uitlokking van, medeplichtigheid aan of poging tot het plegen van een dergelijk misdrijf of strafbaar feit) en f) (kinderarbeid en andere vormen van mensenhandel) van de Richtlijn 2014/24/EU: een uittreksel uit het strafregister of een evenwaardig document uitgereikt door een Selectieleidraad 11

12 gerechtelijke of overheidsinstantie van het land van oorsprong of herkomst en waaruit blijkt dat aan de gestelde eisen is voldaan (uittreksel m.b.t. de vennootschap, max. 1 maand oud). De uitsluitingsgronden voorzien in artikel 57 van de Richtlijn 2014/24/EU zijn ook van toepassing op ieder lid van het bestuurs-, leidinggevend of toezichthoudend orgaan van de Kandidaat en op iedere persoon die daarin vertegenwoordigings-, beslissings- of controlebevoegdheid heeft. Teneinde te bewijzen dat de Kandidaat zich niet bevindt in deze uitsluitingsgrond, dient hiertoe een uitdrukkelijke verklaring op erewoord verstrekt te worden, als onderdeel van het Deelnemingsformulier (zie Bijlage 1). Voor de uitsluitingsgronden voorzien in Artikel 61, 2, 1 (faillissement e.a.) en 2 (aangifte faillissement e.a.) van het KB Plaatsing van 15 Juli 2011 en artikel 57, lid 4, punt b) van de Richtlijn 2014/24/EU: een attest houdende niet-faillissement van de Rechtbank van Koophandel of een evenwaardig document uitgereikt door een gerechtelijke of overheidsinstantie van het land van oorsprong of herkomst en waaruit blijkt dat aan de gestelde eisen is voldaan (attest max. 1 maand oud). Voor de uitsluitingsgrond voorzien in Artikel 61 2, 5 (sociale zekerheidsbijdragen) van het KB Plaatsing van 15 Juli 2011 en artikel 57, lid 2 van de Richtlijn 2014/24/EU: een attest van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid of een evenwaardig document uitgereikt door een gerechtelijke of overheidsinstantie van het land van oorsprong of herkomst en waaruit blijkt dat aan de gestelde eisen is voldaan (attest betreffende het voorlaatste kalenderkwartaal t.o.v. de uiterste datum voor het indienen van de aanvraag tot deelneming). Voor de uitsluitingsgrond voorzien in Artikel 61, 2, 6 (belastingen) van het KB Plaatsing van 15 Juli 2011 en artikel 57, lid 2 van de Richtlijn 2014/24/EU: een recent attest van de directe belastingen en van de BTW-administratie of een evenwaardig document uitgereikt door een gerechtelijke of overheidsinstantie van het land van oorsprong of herkomst en waaruit blijkt dat aan de gestelde eisen is voldaan (attest max. 1 maand oud). Voor de overige uitsluitingsgronden (ernstige fout beroepsuitoefening, afleggen van valse verklaringen) van het KB Plaatsing van 15 Juli 2011 en artikel 57, lid 4, punten c) en h) van de Richtlijn 2014/24/EU: de Kandidaat kan volstaan met een uitdrukkelijke verklaring op erewoord, als onderdeel van het Deelnemingsformulier (zie Bijlage 1). Indien de Kandidaat de voormelde documenten inzake de uitsluitingsgevallen om gegronde redenen niet kan aanleveren, kan het worden vervangen door een verklaring onder eed of, in landen waar niet in een eed is voorzien, door een plechtige verklaring van de betrokkene voor een gerechtelijke of overheidsinstantie, een notaris of een bevoegde beroepsorganisatie van het land van oorsprong of herkomst, dat hij zich niet in de desbetreffende toestanden van uitsluiting bevindt. Indien de Kandidaat zich wel in een uitsluitbare situatie bevindt, wordt daaromtrent volledige informatie verschaft door de Kandidaat. Eénieder is verplicht te antwoorden op alle vragen of alle toelichting en documenten te verstrekken die de Aanbestedende Dienst zou vragen teneinde na te gaan of de Kandidaat zich niet in een situatie van uitsluiting bevindt. Het weigeren om de gevraagde Selectieleidraad 12

13 antwoorden, toelichting of documenten te verstrekken, kan aanleiding geven tot het weren van de aanvraag tot deelneming van de desbetreffende Kandidaat. Indien een Kandidaat zich in één of meer uitsluitingsgevallen zou bevinden, kan BAM tot uitsluiting van de Kandidaat besluiten. Indien in eender welk stadium van de gunningprocedure zou blijken dat een Kandidaat zich komt te bevinden in een situatie die aanleiding kan geven tot uitsluiting, zal door BAM nog steeds tot uitsluiting van de Kandidaat kunnen worden besloten. Wanneer de aanvraag tot deelneming uitgaat van een consortium, gelden de hiervoor vermelde verplichtingen en bijhorende modaliteiten voor elke onderneming uit het consortium. Wanneer in de aanvraag tot deelneming beroep wordt gedaan op de draagkracht of bekwaamheid van andere entiteiten (zie paragraaf 2.1 (b)), gelden de hiervoor vermelde verplichtingen en bijhorende modaliteiten voor elke entiteit waarop beroep gedaan wordt. De uitsluiting van één van de ondernemingen uit het consortium of van een entiteit op wiens draagkracht of bekwaamheid beroep wordt gedaan, kan tot de uitsluiting van de Kandidaat aanleiding geven. 2.3 Kwalitatieve selectiecriteria (a) Financiële en economische draagkracht De Kandidaat moet aantonen te beschikken over voldoende financiële en economische draagkracht voor het uitvoeren van de Opdracht en om de gevraagde engagementen aan te gaan zonder een financieel risico voor de Aanbestedende Dienst met zich mee te brengen, in de zin van artikel 67, 1 van het KB Plaatsing van 15 juli 2011 en artikel 58, lid 1 en lid 3 van Richtlijn 2014/24/EU. Of aan deze vereiste voldaan is, zal worden beoordeeld op basis van de volgende criteria: De algemene financiële en economische toestand van de Kandidaat. Het behalen door de Kandidaat van een minimale jaarlijkse totale omzet van EUR (excl. BTW), voor elk van de laatste drie beschikbare boekjaren. BAM vereist hiertoe in het kader van de aanvraag tot deelneming het voorleggen van de volgende documenten: Een bankverklaring overeenkomstig het model vervat in bijlage 3 van KB Plaatsing van 15 juli De jaarrekeningen van de Kandidaat van de laatste drie beschikbare boekjaren, desgevallend zoals neergelegd bij de Nationale Bank van België of bij een gerechtelijke of overheidsinstantie 1 Zoals terug te vinden op: Selectieleidraad 13

14 van het land van oorsprong of herkomst (indien de wetgeving van het land van de Kandidaat deze neerlegging voorschrijft). Een verklaring betreffende de totale omzet van de Kandidaat, voor elk van de laatste drie beschikbare boekjaren. Zal uitgesloten worden van deelneming aan de Opdracht, de Kandidaat: Wiens algemene financiële en economische toestand door BAM onvoldoende wordt geacht (cf. insolvabel, niet voldoende liquiditeit, e.d.). Wiens totale omzet op jaarbasis minder bedraagt dan EUR, voor één of meer van de laatste drie beschikbare boekjaren. Wanneer de aanvraag tot deelneming uitgaat van een consortium of wanneer beroep wordt gedaan op de draagkracht van andere entiteiten (zie paragraaf 2.1 (b)): Dient ieder lid van het consortium en elke entiteit over een voldoende gezonde financiële en economische toestand te beschikken, en de documenten ter zake aan te leveren. Dient de minimale jaarlijkse totale omzet ( EUR voor elk van de laatste drie beschikbare boekjaren) aangetoond te worden door te steunen op maximaal drie leden van het consortium en / of de andere entiteiten. Indien de Kandidaat beroep doet op de draagkracht van andere entiteiten (in de zin van paragraaf 2.1 (b) van deze Selectieleidraad) om de vooropgestelde minimale jaarlijkse totale omzet te behalen, zullen die entiteiten samen met de Kandidaat zelf hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de uitvoering van de Opdracht. In voorkomend geval, voegt de Kandidaat bij zijn aanvraag tot deelneming een schriftelijk bewijs dat de hoofdelijke aansprakelijkheid wordt aanvaard door de entiteiten op wiens draagkracht beroep wordt gedaan. (b) (i) Technische bekwaamheid Algemeen De Kandidaat moet aantonen te beschikken over een passende technische bekwaamheid voor het uitvoeren van de Opdracht, in de zin van artikel 69 van het KB Plaatsing van 15 juli 2011 en artikel 58, lid 1 en lid 4 van Richtlijn 2014/24/EU. Of aan deze vereiste voldaan is, zal worden beoordeeld op basis van de aanwezigheid van de vereiste kennis en ervaring. BAM vereist hiertoe in het kader van de aanvraag tot deelneming het voorleggen van maximum vijf referenties, waarvan minimum drie referenties relevant moeten zijn voor de uitvoering van onderhavige Opdracht. Indien door een Kandidaat meer dan vijf referenties zouden worden ingediend, kan de Aanbestedende Dienst zich beperken tot het beoordelen van de vijf referenties die als eerste in de aanvraag tot deelneming zijn opgenomen. Selectieleidraad 14

15 Opdat een referentie relevant is, zowel naar voorwerp als naar waarde toe, is tegelijkertijd vereist: Dat de referentie betrekking heeft op: o Een afzinktunnel of een gelijkwaardige uitvoering: De referentie van een afzinktunnel moet handelen over het transport van de tunnelelementen naar de afzinklocatie, het afzinken van de tunnelelementen inclusief de realisatie van de sluitvoeg en het stabiliseren van de tunnelelementen. Indien de referentie niet specifiek een afzinktunnel betreft, maar wel een gelijkwaardige uitvoering betreft, dient de Kandidaat deze gelijkwaardigheid aan te tonen door: Expliciet te beschrijven welke technieken in de referentie worden gebruikt/toegepast; en Aan te tonen dat de gebruikte technieken gelijkwaardig zijn aan de technieken die worden gebruikt bij een afzinktunnel (cf. op het vlak van transport, afzinkproces en procedure, realisatie van sluitvoeg en stabilisatie van (tunnel)elementen). o Civieltechnische kunstwerken met omvangrijke betonwerken (aandeel bekisting, staal en beton > 10 mio), zoals de bouw of realisatie van bruggen, viaducten, tunnels, sluizen, kademuren, e.d. Van iedere soort referentie (afzinktunnel of gelijkwaardige uitvoering / civieltechnische kunstwerken) moet minimum één relevante referentie worden opgegeven. Dat de totale waarde van de uitgevoerde werken uit elke referentie minimum EUR (excl. BTW) bedraagt. Dat de waarde van de door de kandidaat zelf uitgevoerde relevante werken uit elke referentie minimum EUR (excl. BTW) bedraagt. Dat de referentie is afgerond binnen de laatste vijf jaar (zie (ii) voor verdere toelichting). Zal uitgesloten worden van deelneming aan de Opdracht, de Kandidaat: Die minder dan drie relevante referenties aanlevert. Die niet minstens één relevante referentie indient betreffende een afzinktunnel of gelijkwaardige uitvoering. Die niet minstens één relevante referentie indient betreffende civieltechnische kunstwerken met omvangrijke betonwerken. Wanneer de aanvraag tot deelneming uitgaat van een consortium of wanneer beroep wordt gedaan op de draagkracht of bekwaamheid van andere entiteiten (zie paragraaf 2.1 (b)), gelden de hoger Selectieleidraad 15

16 vermelde vereisten op het niveau van het consortium en de entiteiten samen, zij moeten dus gezamenlijk (en niet elk afzonderlijk) aan de vereisten voldoen. De opgegeven referenties moeten in dat geval zijn uitgevoerd door de leden van het consortium of de andere entiteiten waarop beroep wordt gedaan, die instaan voor het behalen van de omzetvereiste uit paragraaf 2.3 (a), dit is dus maximum drie leden of entiteiten waarop beroep wordt gedaan. De Aanbestedende Dienst herhaalt dat indien een entiteit, die titularis is van een bepaalde referentie, geen deel uitmaakt van het consortium, de Kandidaat overeenkomstig paragraaf 2.1 (b) van de Selectieleidraad dient aan te tonen dat hij daadwerkelijk kan beschikken over de voor de uitvoering van de Opdracht noodzakelijke middelen, inzonderheid door het voorleggen van een verklaring waaruit blijkt dat de entiteit die titularis is van de bedoelde referentie, zich verbindt zijn middelen ter beschikking te zullen stellen aan de Kandidaat. (ii) Betreffende de uitgevoerde referenties Elke referentie dient door de Kandidaat nader te worden toegelicht. De Aanbestedende Dienst benadrukt dat bij voorkeur gebruik wordt gemaakt van het bij de Selectieleidraad gevoegde modelformulier (zie Bijlage 2). De Kandidaat dient hiermee de volgende informatie mee te delen aan de Aanbestedende Dienst: Identificatie van de referentie (= naam, plaats, totale waarde van de werken (minimum EUR, excl. BTW), periode en termijn van uitvoering in maanden ); De (publiek- of privaatrechtelijke) instantie voor wie de Opdracht werd uitgevoerd, incl. de contactpersoon bij de opdrachtgever en diens contactgegevens; Omschrijving van het project, met aanduiding van welke taken/aspecten ervan door de titularis van de referentie zelf zijn uitgevoerd; Omschrijving waarom deze referentie relevant is voor onderhavige Opdracht, met opgave van: o o Het soort werken dat door de kandidaat zelf werd uitgevoerd, d.i. een afzinktunnel of gelijkwaardige uitvoering en/of een civieltechnisch kunstwerk met omvangrijke betonwerken. De waarde van de door de Kandidaat zelf uitgevoerde relevante werken (minimum EUR, excl. BTW). Vermelding eventuele bijlagen ter staving van deze referentie; Elke referentie dient te zijn afgerond binnen de laatste vijf jaar. Afgerond houdt in dat de voorlopige oplevering is gebeurd. De voorlopige oplevering kan worden gestaafd aan de hand van: Een attest van goede uitvoering verstrekt door de opdrachtgever; en/of Een proces-verbaal van voorlopige oplevering, een beschikbaarheidscertificaat of een gelijkwaardig document. Selectieleidraad 16

17 Voor iedere referentie wordt een attest van goede uitvoering en/of een proces-verbaal van voorlopige oplevering, een beschikbaarheidscertificaat of een gelijkwaardig document bij de aanvraag tot deelneming gevoegd. De Aanbestedende Dienst is gerechtigd om de goede uitvoering van elke referentie te verifiëren bij de desbetreffende opdrachtgever. 2.4 Erkenning als aannemer van werken Naast de voorwaarden m.b.t. het zich niet bevinden in één van de uitsluitingsgevallen (zie paragraaf 2.2) én het voldoen aan de kwalitatieve selectiecriteria (zie paragraaf 2.3), geldt ook de vereiste inzake de erkenning als aannemer in de zin van de Wet van 20 maart 1991 houdende regeling van de erkenning van aannemers van werken, en diens uitvoeringsbesluiten. De Aanbestedende Dienst gaat ervan uit dat de aannemer moet zijn gerangschikt in categorie E, klasse 8. De werken zullen dus uitgevoerd moeten worden door een aannemer, die hetzij erkend is, hetzij voldoet aan de voorwaarden om erkend te worden. Ter staving dat aan de wetgeving met betrekking tot de erkenning zal zijn voldaan, voegt de Kandidaat bij zijn aanvraag tot deelneming de documenten zoals bepaald in de Omzendbrief d.d. 28 maart 2001 Overheidsopdrachten voor aanneming van werken Kwalitatieve selectie van de aannemers. Wanneer de aanvraag tot deelneming uitgaat van een consortium, gelden de vereisten inzake de erkenning als aannemer van werken op het niveau van het consortium, in de zin van artikel 11 van de Wet van 20 maart De aanvraag tot deelneming (a) Inhoud De Kandidaten dienen een aanvraag tot deelneming in die bestaat uit: Het volledig ingevulde deelnemingsformulier, conform het verplicht te gebruiken model (zie Bijlage 1), m.i.v.: Een inhoudstafel; Documenten inzake de uitsluitingsgronden (zie paragraaf 2.2); Documenten inzake de financieel-economische draagkracht (zie paragraaf 2.3 (a)); Documenten inzake de technische bekwaamheid (zie paragraaf 2.3 (b) en Bijlage 2); Documenten inzake de erkenning als aannemer van werken (zie paragraaf 2.4); Desgevallend de verbintenis van een derde entiteit om middelen ter beschikking te stellen aan de Kandidaat (zie paragraaf 2.1 (b)), alsook 2 het schriftelijk bewijs dat deze derde entiteit 2 Maar enkel indien het de economische en financiële draagkracht betreft. Selectieleidraad 17

18 de hoofdelijke aansprakelijkheid voor de uitvoering van de Opdracht aanvaard( (zie paragraaf 2.3 (a)); Andere documenten die de Kandidaat relevant acht om de Aanbestedende Dienst toe te laten de aanvraag tot deelneming van de Kandidaat afdoende te beoordelen. (b) Eenmalige aanvraag tot deelneming Eenzelfde entiteit mag slechts éénmaal, hetzij individueel, hetzij als lid van een consortium, hetzij als entiteit waarop een Kandidaat zich conform paragraaf 2.1 (b), ter staving van zijn economische en financiële draagkracht of zijn technische bekwaamheid beroept, een aanvraag tot deelneming indienen. (c) Indiening De aanvraag tot deelneming dient, volgens het bij deze Selectieleidraad bijgevoegde modelformulier, in drie volledige exemplaren (1 origineel en 2 duplicaten) te worden ingediend. Alle documenten dienen op papier (doorlopend genummerd) ingediend te worden. Er dient tevens in een inhoudsopgave te worden voorzien. Supplementair dient gelijktijdig op USB-stick (in één exemplaar) een digitale versie in de formaten PDF en Microsoft Word of Microsoft Excel te worden ingediend. Bij tegenstrijdigheden tussen de papieren en digitale versies van documenten, nota s en tekeningen primeert de papieren versie op de digitale versie. De aanvraag tot deelneming moet uiterlijk op vrijdag 2 september 2016 te 11 uur toekomen op volgend adres: BAM n.v. Rijnkaai Antwerpen t.a.v. Gert Osselaer De aanvragen tot deelneming kunnen worden afgegeven tegen ontvangstbewijs (in een gesloten omslag) of worden opgestuurd per aangetekend schrijven. Op de omslag staat naast de adresgegevens en datum van indiening vermeld: Aanvraag tot deelneming opdracht Oosterweelverbinding BAM : Scheldetunnel & Bouwdok. (d) Taal De aanvraag tot deelneming moet worden ingediend in het Nederlands. De Kandidaat gebruikt uitsluitend het Nederlands in zijn mondelinge en schriftelijke relatie met de Aanbestedende Dienst. Documenten die als bijlage moeten worden toegevoegd en die door officiële instanties werden afgeleverd en dit in een andere taal, kunnen in die taal worden ingediend. De Aanbestedende Dienst Selectieleidraad 18

19 behoudt zich het recht voor hiervan een, desgevallend beëdigde, vertaling te eisen binnen de door de Aanbestedende Dienst bepaalde termijn en op kosten van de Kandidaat. (e) Fouten en leemten Onderhavig document heeft uitsluitend betrekking op de eerste fase van de onderhandelingsprocedure, met name de kwalitatieve selectie. Indien een Kandidaat fouten of leemten in onderhavig document opmerkt en zelfs indien deze fouten of leemten de Kandidaat zouden toelaten of niet zouden beletten een aanvraag tot deelneming in te dienen, dient deze zulke fouten of leemten onmiddellijk en uit eigen beweging te melden teneinde de Aanbestedende Dienst in de mogelijkheid te stellen de nodige correctieve acties te ondernemen. (f) Vragen en antwoorden & e-notification Eventuele vragen m.b.t. onderhavige Opdracht dienen aan de Aanbestedende Dienst te worden voorgelegd vóór 19 augustus Dit dient te gebeuren via mail op het mailadres De Aanbestedende Dienst zal via het e-notification portaal ( op geregelde tijdstippen een lijst van vragen en antwoorden publiceren, voor zover er relevante vragen worden gesteld. De Kandidaten worden er in het algemeen op gewezen dat het aanbevolen is om voormeld portaal regelmatig te raadplegen, om te controleren of er desgevallend wijzingen, preciseringen of aanvullingen op de Opdracht zijn gepubliceerd. Selectieleidraad 19

20 BIJLAGE 1: DEELNEMINGSFORMULIER Aanvraag tot deelneming opdracht Oosterweelverbinding Scheldetunnel & Bouwdok (ref. BAM ) OFWEL De vennootschap (handelsnaam of benaming en rechtsvorm) : Nationaliteit : Maatschappelijke zetel : Telefoonnummer (algemeen) : Vertegenwoordigd door ondergetekende(n) : Hoedanigheid van ondergetekende : Gegevens contactpersoon Kandidaat: - Telefoon telefax : - adres : OFWEL De vennootschappen die zich tijdelijk hebben verenigd voor dit project 1. De vennootschap (handelsnaam of benaming en rechtsvorm) : Nationaliteit : Maatschappelijke zetel : Telefoonnummer (algemeen) : Vertegenwoordigd door ondergetekende(n) : Hoedanigheid van ondergetekende : 2. De vennootschap (handelsnaam of benaming en rechtsvorm) : Nationaliteit : Selectieleidraad 20

21 Maatschappelijke zetel : Telefoonnummer (algemeen) : Vertegenwoordigd door ondergetekende(n) : Hoedanigheid van ondergetekende : 3.. Gegevens contactpersoon consortium (penhouder conform paragraaf 2.1 (a)): - Telefoon telefax : - adres : Stel(t)/(len) zich Kandidaat voor de Opdracht beschreven in de Selectieleidraad Oosterweelverbinding Scheldetunnel & Bouwdok. De Kandidaat verklaart: Dat hij niet handelt in strijd met het verbod op elke handeling, overeenkomst of afspraak die de normale mededingingsvoorwaarden kan vertekenen (zie art. 9 van de Wet Overheidsopdrachten). Dat de leden van het bestuurs-, leidinggevend of toezichthoudend orgaan van de Kandidaat en de personen die daarin vertegenwoordigings-, beslissings- of controlebevoegdheid hebben, niet bij onherroepelijk vonnis zijn veroordeeld om een van de redenen die vermeld zijn in artikel 57 van de Richtlijn 2014/24/EU. Geen ernstige fout bij zijn beroepsuitoefening te hebben begaan, in de zin van artikel 61, 2, 4 van het KB Plaatsing van 15 juli 2011 en artikel 57, lid 4, punt c van de Richtlijn 2014/24/EU. Zich niet ernstige mate schuldig te hebben gemaakt aan het afleggen van valse verklaringen bij het verstrekken van inlichtingen inzake de uitsluitingsgronden, in de zin van artikel 61, 2, 7 van het KB Plaatsing van 15 juli 2011 en artikel 57, lid 4, punt h) van de Richtlijn 2014/24/EU. Gedaan te..., op Selectieleidraad 21

22 [naam en handtekening] [datum] Bijgevoegde documenten (cf. paragraaf 2.5 (a)): Selectieleidraad 22

23 BIJLAGE 2: MODELFORMULIER REFERENTIE Digitaal in te vullen + per referentie attest van goede uitvoering of proces-verbaal van voorlopige oplevering, beschikbaarheidscertificaat of gelijkwaardig bij te voegen Identificatie referentie (naam, plaats, totale waarde van de werken (minimum EUR, excl. BTW), periode en termijn van uitvoering in maanden ) maximaal ½ bladzijde De (publiek- of privaatrechtelijke) instantie voor wie de opdracht werd uitgevoerd maximaal ¼ bladzijde Selectieleidraad 23

24 Omschrijving van het project (met aanduiding welke taken / aspecten ervan door de titularis van de referentie zelf zijn uitgevoerd) maximaal 1 bladzijde Selectieleidraad 24

25 Omschrijving waarom deze referentie relevant is (met opgave van de parameters vermeld onder paragraaf 2.3 (b) (soort werken / waarde)) maximaal 2 bladzijden Selectieleidraad 25

26 Vermelding eventuele bijlagen ter staving van deze referentie Selectieleidraad 26

27 BIJLAGE 3: MODELFORMULIER VERBINTENIS VAN DERDE ENTITEIT OM MIDDELEN TER BESCHIKKING TE STELLEN AAN DE KANDIDAAT De onderneming [naam invoegen], met zetel te [locatie invoegen], vertegenwoordigd door [naam en hoedanigheid vertegenwoordiger invoegen], verbindt zich ertoe om, gedurende de ganse duur van de Opdracht Oosterweelverbinding Scheldetunnel & Bouwdok, de voor de uitvoering van deze Opdracht noodzakelijke middelen, inzake [invoegen voor welk aspect de Kandidaat zich beroept op de derde], ter beschikking te stellen aan [naam Kandidaat invoegen] in zoverre voornoemde Opdracht aan [naam Kandidaat invoegen] zou worden toegewezen. [[naam onderneming invoegen] aanvaardt samen met [naam Kandidaat invoegen] hoofdelijk aansprakelijk te zijn voor de uitvoering van de Opdracht.] 3 [naam en handtekening] [datum] 3 Deze passage dient enkel toegevoegd te worden indien het een beroep op de economische en financiële draagkracht betreft. Selectieleidraad 27

28 BIJLAGE 4: MOTIVERING TOEPASSING ONDERHANDELINGSPROCEDURE MET BEKENDMAKING Voor de Opdracht Oosterweelverbinding Scheldetunnel & Bouwdok wordt de keuze voor de onderhandelingsprocedure met bekendmaking als gunningswijze gemotiveerd op basis van de volgende elementen: Hoewel BAM een duidelijk beeld heeft van het te bekomen resultaat (cf. ontwerp studiebureau THV ATLAS), verhindert de specifieke aard van de Opdracht dat de voorwaarden van de Opdracht voldoende nauwkeurig / in detail voorafgaand aan het uitschrijven van de Opdracht kunnen worden vastgesteld. Deze voorwaarden moeten bijgevolg kunnen worden verduidelijkt met de aannemers na de bekendmaking van de Opdracht en zelfs na ontvangst van de offertes. BAM kan zich aldus beroepen op artikel 26, 2, 1, b) van de Wet Overheidsopdrachten van 15 juni 2006, dat bepaalt dat de onderhandelingsprocedure (met bekendmaking) kan worden aangewend indien het in uitzonderlijke gevallen gaat om werken, leveringen of diensten waarvan de aard of de onzekere omstandigheden verhinderen op voorhand een globale prijs vast te stellen. De Opdracht Oosterweelverbinding Scheldetunnel & Bouwdok wordt inderdaad gekenmerkt door een aantal onzekere elementen die het onmogelijk maken dat de aannemers meteen een globale prijs vaststellen, waarover vervolgens niet meer onderhandeld kan worden: o De Opdracht heeft een bijzonder en meervoudig voorwerp: De aannemer staat niet alleen in voor de eigenlijke realisatie van de werken (cf. bouwwerken: Build ), maar is ook verantwoordelijk voor de verdere technische uitwerking van het basisontwerp (cf. Engineering ). De grens tussen het basisontwerp en de verdere uitwerking, en de vrijheden waarover de aannemer daarbij beschikt, kunnen niet op voorhand eenzijdig door BAM worden vastgelegd in de opdrachtdocumenten. De Opdracht omvat, naast de eigenlijke constructie en het afzinken van de Scheldetunnel, ook de realisatie van een Bouwdok in Zeebrugge, waarbinnen de tunnelelementen dienen gebetonneerd te worden en de vereiste voorzieningen voor transport en eventueel reeds voor afzinken moeten worden aangebracht. De tunnelelementen zullen vervolgens over de Noordzee en de Schelde getransporteerd moeten worden tot aan de afzinklocatie, alvorens afgezonken te worden ter hoogte van Oosterweel. Bij de realisatie van dit alles zijn nog een aantal belangrijke elementen onzeker die enkel kunnen worden uitgeklaard in overleg met de aannemers na indiening van hun offertes. In het bijzonder moet BAM (de voorbereiding voor) het afzinken van de Scheldetunnel in combinatie met het transport vanuit Zeebrugge met de aannemers kunnen bespreken, onder andere met Selectieleidraad 28

29 betrekking tot de (al dan niet) noodzakelijkheid om een tijdelijke stockage bij de afzinklocatie te voorzien (wat zal afhangen van het ogenblik waarop de tunnelelementen worden getransporteerd) en de (concrete) organisatie van het (maritiem) transport. Deze zaken kunnen niet op voorhand unilateraal door BAM worden vastgelegd in een bestek, omdat BAM daarvoor niet over de nodige expertise beschikt én omdat de oplossingen/scenario s die overwogen en uiteindelijk gekozen worden mede afhankelijk zijn van de (technische) middelen die de aannemers ter beschikking hebben (en dus de voorstellen die zij ter zake in het kader van de onderhandelingen zullen doen). o o o De Opdracht omvat enkel de infrastructuurwerken voor de realisatie van de Scheldetunnel en het Bouwdok. De technische installatie (TI) van Scheldetunnel é Bouwdok wordt ondergebracht in een afzonderlijke (globale) opdracht of in meerdere deelopdrachten technische installaties. Het raakvlak tussen de opdrachten, nl. Scheldetunnel & Bouwdok enerzijds en de opdracht(en) technische installaties anderzijds, kan niet op voorhand eenzijdig door BAM worden gedefinieerd en zal moeten gebeuren in samenspraak met de aannemers, in het bijzonder gelet op de grote mate van techniciteit en specialisatie hiervan. Er is verder nood aan een duidelijke en billijke risicoverdeling tussen de aannemer en BAM. Het is onmogelijk om de verdeling van het risico tussen de betrokken partijen van bij de aanvang definitief te bepalen, op risico dat alsdan zaken worden gevraagd die niet financierbaar zijn. Het is ook mogelijk dat financieel veel interessantere benaderingen mogelijk zijn indien bepaalde risico s bij de opdrachtgever (BAM) worden gehouden. Overleg met de inschrijvers moet toelaten het optimum te bepalen. Er is tot slot nood aan een aangepast betalingsmechanisme, waarbij een evenwicht moet worden gevonden tussen zekerheid voor BAM en garanties voor de aannemer. Er kan worden gewerkt met een financiële planning bestaande uit mijlpalen, waarbij (gedeeltelijke) uitbetalingen plaatsvinden van zodra het corresponderende deel van de werken naar behoren werd uitgevoerd, maar er zijn ook andere opties / betalingsmechanismen denkbaar. BAM en de aannemer zullen moeten onderhandelen over welk betalingsmechanisme hen het meest gepast lijkt en de concrete invulling / modaliteiten daarvan, teneinde in onderling overleg te komen tot een regeling die stimulerend is voor de aannemer, maar ook voldoende de belangen van BAM vrijwaart. Er zijn dusdanig veel onzekere elementen in de volledige Opdracht Oosterweelverbinding Scheldetunnel & Bouwdok, dat het onmogelijk is voor BAM om al die elementen (voorwerp, risicoverdeling, betalingsmechanisme) op voorhand eenzijdig vast te stellen en voor een aannemer om in één enkele offerte daarvoor een globale prijs te bepalen, zonder daarover nadien te mogen onderhandelen. Minstens riskeert BAM dat de aannemers elke onzekerheid gaan doorrekenen in hun offerteprijs, zodat de offerteprijzen hoger zouden zijn dan verwacht kan worden, of dat de mededinging (te) beperkt is doordat aannemers beslissen niet deel te nemen (omwille van de onzekere risico s). Daarbij Selectieleidraad 29

30 komt dat elke afwijking van het bestek, zonder mogelijkheid van aanpassing, riskeert tot (substantiële) onregelmatigheid aanleiding te geven. Er is om al de voormelde redenen dan ook sprake van een uitzonderlijk geval, dat het noodzakelijk maakt om over die elementen te kunnen onderhandelen. BAM wijst erop dat de toepassing van de onderhandelingsprocedure met bekendmaking niet in strijd is met de dwingende bepalingen van EU Richtlijn 2014/24/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van overheidsopdrachten en tot intrekking van Richtlijn 2004/18/EG. Overeenkomstig Richtlijn 2014/24/EU kan immers geopteerd worden voor een mededingingsprocedure met onderhandeling of een concurrentiegerichte dialoog indien de Opdracht niet kan worden gegund zonder voorafgaande onderhandelingen, wegens specifieke omstandigheden die verband houden met de aard, de complexiteit of de juridische en financiële voorwaarden of wegens de daaraan verbonden risico s. De motieven die hiervoor werden uiteengezet om het gebruik van de onderhandelingsprocedure met bekendmaking te verantwoorden, kunnen ook dienen als verantwoording van de mededingingsprocedure met onderhandeling. Selectieleidraad 30