Bijlage 1: toelichting Omgevingsvergunning aanleg Natuurvriendelijke oevers in het Voorsterbos, langs de Zwolse Vaart

Transcriptie

1 Bijlage 1: toelichting Omgevingsvergunning aanleg Natuurvriendelijke oevers in het Voorsterbos, langs de Zwolse Vaart Algemene gegevens...2 Locatie 2 periode van uitvoering...3 activiteiten...3 Reden en doel...3 Vooroverleg met Bevoegd gezag...3 Overige vergunningen...4 Grondverzet en aanleg depots...4 Te dempen oppervlaktewater...6 Omvang van te dempen water... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. omvang van te graven oppervlakte lichaam...6 aanleggen brug...7 Beschoeiing...7 beplanting nabij het oppervlaktewaterlichaam...7 Overige activiteiten...8 aanbrengen verhard oppervlak...8 blz. blad 1 van 1

2 Algemene gegevens Locatie Langs de Zwolse Vaart nabij Vollenhoven en Kraggenburg begint bij hectometer 9.70 het zgn. Voorsterbos. Aan beide zijden wordt door Provincie Flevoland in samenwerking met Natuurmonumenten verschillende natuurvriendelijke oevers (nvo) gerealiseerd. Langs delen van de Zwolse Vaart zullen zogenaamde nevengeulen worden aangelegd, met brede natuurvriendelijke oevers. Daartoe zal op deze locaties een diepe geul worden gegraven, met geleidelijke oplopende taluds. De geulen zijn permanent watervoerend, en staan aan één dan wel twee zijden in open verbinding met de Zwolse Vaart. Op deze plaatsen zullen de huidige damwanden naar beneden worden gedrukt. Langs de geulen zullen zich brede moeras/ruigte zones ontstaan; delen zullen zich ontwikkelen tot rietvegetatie / moerasbos.. Voor deze ontwikkeling zijn langs de Zwolse Vaart een vijftal werklocaties onderscheiden (zie figuur). Ter hoogte van de deellocaties 1, 3, 5 en 6 zal het aanwezig bos worden gekapt. Dit is reeds uitgevoerd onder regie van Natuurmonumenten. Depot particulier Deellocatie 1 Depot 1 Voormalig slibdepot Deellocatie 3 Deellocatie 5 Depot 2 Deellocatie 6 Deellocatie 4 Figuur: Locatie van de voorgenomen activiteit Deelgebied 2 ontbreekt: maakte oorspronkelijk onderdeel uit van de voorgenomen activiteit, dit is het voormalig slibdepot en komen te vervallen als locatie voor natuurvriendelijke oever. Vervolgens zullen in de eigenlijke graafwerkzaamheden worden verricht. Daarbij wordt de gehele vegetatie, strooisellaag, en (afhankelijke van de graafdiepte) ook verschillende bodemlagen ontgraven middels een hydraulische graafmachine. Vrijkomende materialen wordt afgevoerd, dan wel direct buiten het gebied (locatie 6), dan wel verwerkt in (tijdelijke) depots. Hiervoor zijn een viertal depotlocaties aangewezen. Over de bestemming van de grond zijn nog geen afspraken gemaakt. Waarschijnlijk zal het afgevoerd worden naar projecten in de omgeving waarbij een grondvraag is. Vanuit het depot wordt de grond met vrachtwagens afgevoerd. blad 2 van 2

3 Deelgebied 1, 3, 5 en 6 zijn bestaande bosvakken die door Natuurmonumenten zijn vrijgemaakt van bomen en begroeiing. Ter plaatse van deelgebied 4 is geen begroeiing aanwezig. Voor een verdere beschrijving van de voorgenomen werkzaamheden en uitgevoerde onderzoeken en bijbehorende resultaten; zie bijlage 14: aanmeldnotitie MER periode van uitvoering De werkzaamheden zullen worden uitgevoerd in de periode augustus 2015 tot en met december 2015 Daarbij hanteren we het volgende onderscheid: ontgraven nvo ( inclusief afvoeren en verwerken in depots) sept- dec 2015 aanleggen halfverhardingspaden nov 2015 aanleggen fiets en wandelbruggen dec 2015 aanplanten bosplantsoen. 15 nov - 15 mrt 2016* * in verband met plantseizoen (loopt van 15 november 2015 t/m 15 maart 2016). activiteiten Voor de aanleg van de NvO's is op voorhand door Natuurmonumenten de aanwezige begroeiing verwijderd. De aanleg van de NvO's vindt plaats door (grootschalig) grondverzet. De vrijkomende grond wordt (met uitzondering van deellocatie 6) verwerkt in vier depots, zie bijlage 7. Alle werkzaamheden vinden plaats op terrein van Natuurmonumenten / Staatsbosbeheer, met uitzondering van de grond welke vervoerd wordt naar de buurman, fa. Netl / dhr Crebas. Dhr. Crebas is ontvanger van de grond welke niet vermarkt wordt. Deze grond wordt op zijn landgoed aangebracht (natuurlijke wijze). Eventuele toestemming hiervoor is aan dhr. Crebas. in het kader van het project vinden de volgende werkzaamheden plaats; Verwijderen stobben (afgezaagde boomstam); Het graven van waterpartijen (inclusief afvoeren en verwerken grond in depots); Het dempen van een watergang; Het verwijderen van een duiker; Het aanbrengen van damwanden en beplanting; Aanleggen halfverhardingspaden; Aanleggen van vier fiets- en voetbruggen. Reden en doel De Provincie Flevoland wil voortvarend aan de slag met de waterkwaliteit. Daarvoor is de aanleg van natuurvriendelijke oevers (nvo) van belang. Hiermee wordt de waterkwaliteit verbeterd en een duurzame oplossing gevonden voor wateroverlast. Deze verbeteringen vloeien voort uit de verplichtingen, vastgelegd in de Kaderrichtlijn Water. Het Voorsterbos is in z'n geheel een onderdeel van Ecologische Hoofstructuur (EHS) De potentiële waarden voor het Voorsterbos is vooral gelegen in een omvorming van het bos naar mee gevarieerde bostypes. Gewenst is de ontwikkeling van geleidelijke overgangen van bos naar open ruimte. Aan de noordzijde wordt gestreefd naar de ontwikkeling van beekbegeleidend bos, waarvan soorten als Bever, Otter, Waterspitsmuis en Kleine ijsvogelvlinder kunnen profiteren Vooroverleg met Bevoegd gezag Op 14 maart 2014 is een omgevingsvergunning aangevraagd voor deze werkzaamheden. Naar aanleiding van deze aanvraag is door de gemeente Noordoostpolder op 30 april 2014 (middels brief, zie bijlage 13) aanvullende vragen gesteld / verzoek gedaan voor aanvullende informatie. Over deze aanvullende informatie heeft een gesprek plaatsgevonden tussen Provincie Flevoland en gemeente Noordoostpolder en Omgevingsdienst Flevoland, Gooi en Vecht op 11 juli 2014 (aanwezig waren de heren Arend Jan Greven (gem NOP), Robert Jehee (OFGV), en Arno Vuurregge (PFL). blad 3 van 3

4 Naar aanleiding van dit overleg zijn alle benodigde onderzoeken uitgevoerd (conform brief gemeente NOP van 30 april 2014). Deze onderzoeken zijn voorafgaand aan het indienen via het OLO voorgelegd aan dhr. Robert Jehee van de OFGV. Met hem is tevens besproken dat de oude vergunningsaanvraag volstaat, mits deze wordt aangevuld met de ontbrekende gegevens zoals gevraagd in de brief van de gemeente NOP (bijlage 13) Overige vergunningen Ten behoeve van de uitvoering van de werkzaamheden zijn de overige vergunningen aangevraagd en verleend: - Watervergunning bij Waterschap Zuiderzeeland - Beschikking inzake de Ontgrondingenwet (Provincie Flevoland / OFGV) De aannemer zal een melding uitvoeren via meldpuntbodemkwaliteit. Ook voor de grond die hij ontvangt en elders toepast. Grondverzet en aanleg depots Grondverzet en materiaalstromen De realisatie van de natuurvriendelijke oevers vergt grondverzet. De vrijkomende grond is vrij toepasbaar en wordt verwerkt op een viertal locaties; depot 1, depot 2, het voormalige slibdepot en het particuliere depot. De grond afkomstig van deelgebied 6 en een (beperkt) deel van deelgebied 5 is niet toepasbaar en dient te worden afgevoerd. In onderstaand overzicht is aangegeven hoeveel m 3 grond er per deellocatie wordt afgegraven. Ook is per deellocatie aangegeven hoe de grond wordt afgevoerd. In figuur zijn middels groene stippellijnen de routes aangegeven tussen de deelgebieden en de depots. Tabel: Overzicht grondverzet en materiaalstromen Depot 1 Depot 2 Voormalig slibdepot Particulier depot Afvoeren TOTAAL Deelgebied m m m 3 Deelgebied m m m 3 Deelgebied m m m 3 Deelgebied m m m m 3 Deelgebied m m 3 TOTAAL m m m m m 3 Deze depots zullen worden aangelegd voor een periode van maximaal 3 jaar. Natuurmonumenten zal zelf deze grond vermarkten en hiervoor in overleg treden (benodigde vergunningen en vervolg onderzoeken door hen aan te vragen) met bevoegd gezag. Het depot zal worden afgewerkt met taluds van 1:3 aan de randen en worden afgezet met bouwhekwerken om (ongewenste) bezoekers tegen te gaan. Bodemkwaliteit De voorgenomen activiteit leidt niet tot niet tot negatieve effecten op bodemkwaliteit. Als gevolg van het afvoeren van de gronden ter hoogte van deellocatie 6 treedt zelfs een verbetering op van de bodemkwaliteit. Alle milieukundige onderzoeken van de te ontgraven locaties en in te richten depots zijn bijgevoegd als bijlage 12 Milieuhygiënische bodemkwaliteit Gezien het grondverzet in de deelgebieden naar de depots heeft Ingenieursbureau MUG een bodemonderzoek uitgevoerd. Dit bodemonderzoek bestaat deels uit een in situ partij keuring, en deels uit een indicatief onderzoek. Het doel van de onderzoeken is het vaststellen van de milieuhygiënische kwaliteit en hiermee eveneens de toepassingsmogelijkheden van de grond bepalen. De navolgende gebieden zijn onderzocht blad 4 van 4

5 Deelgebied 1 In deelgebied 1 heeft een in situ partij keuring plaatsgevonden [MUG, 15 januari 2014a]. De grond voldoet aan de achtergrondwaarden en is aangemerkt als altijd toepasbaar. Altijd toepasbare grond is multifunctioneel toepasbaar en mag zonder beperkingen als bodem worden toegepast. Deelgebied 3 In deelgebied 3 heeft een verkennend bodemonderzoek op basis van NEN 5740 (onverdacht) plaatsgevonden [MUG, 15 januari 2014b]. Er is geen noemenswaardige bodemverontreiniging geconstateerd waardoor de grond altijd toepasbaar is. Altijd toepasbare grond is multifunctioneel toepasbaar en mag zonder beperkingen als bodem worden toegepast. Voor het (her)gebruik van deze grond gelden geen restricties. Deelgebied 4 In deelgebied 4 heeft een in situ partij keuring plaatsgevonden [MUG, 15 januari 2014c]. De grond voldoet aan de achtergrondwaarden en is aangemerkt als altijd toepasbaar. Altijd toepasbare grond is multifunctioneel toepasbaar en mag zonder beperkingen als bodem worden toegepast. Deelgebied 5 In deelgebied 5 heeft een verkennend bodemonderzoek op basis van NEN 5740 (onverdacht) plaatsgevonden [MUG, 15 januari 2014d]. Er is geen noemenswaardige bodemverontreiniging geconstateerd waardoor de grond altijd toepasbaar is. Ten behoeve van hergebruik is de grond, behoudend de bovengrond, indicatief beoordeeld als 'altijd toepasbaar'. De bovengrond is beoordeeld als 'klasse industrie', en vervalt aan de aannemer. Deze zal de grond afvoeren van het werk en melden conform besluit Bodemkwaliteit Deelgebied 6 In deelgebied 6 heeft tenslotte ook bodemonderzoek plaatsgevonden [MUG, 27 januari 2014]. Uit de onderzoeksresultaten blijkt dat in de bovengrond (matig humeus, matig fijn zand) plaatselijk licht verhoogde gehalten aan enkele zware metalen (cadmium, kwik en zink( zijn gemeten (boven de achtergrondwaarden). De bovengrond ter plaatse van onderzoekslocatie 611 is indicatief als kwaliteitsklasse industrie beoordeeld De overige onderzochte bovengrond is indicatief beoordeeld als kwaliteitsklasse industrie. In de kleiondergrond zijn eveneens licht verhoogde gehalten aan enkele onderzochte parameters (koper, lood, molybdeen, nikkel en/of cadmium, kwik, zink, PAK, minerale olie) in een gehalte boven de achtergrondwaarde aangetoond. De kleiondergrond is indicatief beoordeeld als kwaliteitsklasse industrie. De aangetoonde lichte verontreinigingen in de grond komen globaal in hetzelfde deelgebied voor. Er zijn geen aanwijzingen die duiden op een mogelijke oorzaak van deze aangetoonde concentratie-verhogingen in een deel van de bovengrond en in de kleiondergrond. De gemeten gehalten geven volgens de Wet bodembescherming echter geen aanleiding tot de uitvoering van een nader bodemonderzoek. Wel dient rekening gehouden te worden dat er mogelijk beperkingen gelden voor de verwerking en het hergebruik van grond met kwaliteitsklasse industrie. De overige onderzochte grond is indicatief beoordeeld als kwaliteitsklasse altijd toepasbaar. Voor deze grond gelden geen gebruiksbeperkingen. Alle grond uit deelgebied 6 vervalt aan de aannemer. Deze zal de grond afvoeren van het werk en melden conform besluit Bodemkwaliteit Depots Ter hoogte van de nieuwe depots 1 en 2 heeft een nulsituatiebodemonderzoek plaatsgevonden. Omdat het voormalige slibdepot reeds eerder is gebruikt voor het opslaan van slib, is hier geen noodzaak tot het uitvoeren van een nulsituatieonderzoek. Het particuliere depot ondergaat een apart traject. Het doel van een nulsituatiebodemonderzoek is het vaststellen van de huidige milieuhygiënische kwaliteit van de bodem op de locatie. Wanneer het depot weer is opgeruimd, kan door middel van een eindsituatieonderzoek worden vastgesteld of het depot een negatieve invloed heeft gehad op de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem op de locatie (controle 'standstilprincipe'). Onderstaand volgen de resultaten. Depot 1 (Noord): Zintuiglijk zijn in de bodem geen bodemvreemde bijmengingen en geen zintuiglijk waarneembare verontreinigingen aangetroffen (waaronder asbest). In de bovengrond (0-0,5 m-mv) zijn licht verhoogde gehalten aan kwik en minerale olie aangetroffen. In de ondergrond (0,5-2,2 m -mv) zijn geen blad 5 van 5

6 verhoogde gehalten aangetroffen ten opzichte van de achtergrondwaarden. Het grondwater bevat licht verhoogde concentraties aan barium. Depot 2 (Zuid): Zintuiglijk zijn in de bodem geen bodemvreemde bijmengingen en geen zintuiglijk waarneembare verontreinigingen aangetroffen. Zowel in de bovengrond (0-0,5 m-mv) als ondergrond (0,5-2,2 m -mv) zijn geen verhoogde gehalten aan aangetroffen ten opzichte van de achtergrond-waarden. Het grondwater bevat licht verhoogde concentraties aan barium. Depot 3 (voormalig slibdepot): Onderzoeksrapporten zijn bijgevoegd. In het kader van de aanvraag Omgevingsvergunning, voor de activiteiten milieu, zijn de activiteiten in de depots getoetst aan de Nederlands Richtlijn Bodembescherming 2012 (NRB2012). Er is geconcludeerd dat in de inrichting geen bodembedreigende activiteiten plaatsvinden en het treffen van bodembeschermende voorzieningen niet aan de orde is (zie bijlage 16 en 17) Daarnaast zijn in het kader van de aanvraag ook de activiteiten met betrekking tot de acceptatie en verwerking alsmede de administratieve organisatie en interne controle uitgewerkt. Dit is uitgevoerd in het belang van de bodembescherming. Te dempen oppervlaktewater In het projectgebied wordt in deelgebied 2 een sloot deels gedempt. In deelgebied 3 ligt een watergang die wordt vergraven met de aanleg van een nvo. Deze sloot watert middels een duiker af op de Zwolse Vaart maar zal in de nieuwe situatie met een open verbinding op de nvo afwateren. Het gaat om de volgende hoeveelheden; te vergraven sloot (deelgebied 3)* * de sloot ligt grotendeels droog (inventarisatie dec 2013 en januari 2014) omvang van te graven oppervlakte lichaam In alle deelgebieden worden nvo's gegraven. Daarbij valt onderscheid te maken tussen: watergang (1) ( <<- 1,50 m t.o.v. waterpeil ) onderwater talud (2) (-1,50 m tot waterpeil) droog talud (3) ( 0 m tot +0,50 m t.o.v. waterpeil) overgangstalud (4) (+0,50 m tot bestaand maaiveld t.o.v. waterpeil) maaiveld (5) (bestaande maaiveld met bermen, paden en bos) kade (6) (+0,50 m t.o.v. waterpeil) Voor de hoeveelheden van het nieuwe oppervlaktewater zijn de hoeveelheden van de watergang en het onderwater talud van belang. Als we alle taluds rekenen per deelgebied ontstaan onderstaande hoeveelheden (een enkele nvo heeft dubbele taluds) Deelgebied: Talud 1 Talud 2 Talud 3 Talud 4 blad 6 van 6

7 m1 280m m1 215m1 195m1 540m m1 170m m1 100m m1 75m1 65m1 120m1 Taluds zijn van noord naar zuid genummerd aanleggen brug In deelgebied 3 worden 4 bruggetjes aangelegd. Het betreft 2 fietsbruggen en 2 wandelbruggen. Alle bruggen kruisen de watergang van de nieuw aan te leggen nvo. Gezien de flauwe taluds van de nvo, worden ter plaatse van de bruggen maatregelen getroffen om de lengte te beperken. Per bruf wordt aan elke zijde een damwand geplaatst met een recht middendeel en twee vleugels onder een hoek van 45 graden die tot in het talud lopen. Wandelbruggen: Aantal: 2 stuks Lengte: 5 meter per stuk Breedte: 1,50 meter Materiaal: beton Bijzonderheden; inclusief landhoofden ( betonplaat 2000x2000x 100), damwand (azobé) en stootbalken (composiet) Voor details, zie bijlage, tekeningen blad 9 Fietsbruggen: Aantal: 2 stuks Lengte: 8,0 meter per stuk Breedte: 2,00 meter Materiaal: composiet Bijzonderheden; inclusief landhoofden ( betonplaat 2000x2000x 100) en damwand Voor details, zie bijlage 5 Beschoeiing Voor de aansluiting van de nvo op de Zwolse Vaart worden in elk deelgebied een aanpassing gemaakt op de bestaande damwand. Hiervoor wordt de bestaande damwand getrapt verlaagd (zie bijlage 2; tekeningen detail). Ahter de damwand wordt de bodem van de watergang minder diep en voorzien van een betonblokken mat om uitspoeling en instabiliteit van de damwand te voorkomen. Tevens wordt onder de waterlijn een dubbele gording aangebracht aangezien ter plaatse van de aansluiting ook de verankering verdwijnen. beplanting nabij het oppervlaktewaterlichaam De natuurvriendelijke oevers worden niet ingeplant maar zullen zich op natuurlijke wijze ontwikkelen. De zgn. "kades" tussen Zwolse Vaart en nvo en de mantel/zoom vegetatie tussen nvo en bosvakken, worden wel beplant. De beplanting bestaat uit struikvormers. De volgende plantsoorten worden toegepast. Struikvormers: egelantier hondsroos framboos aalbes zwarte bes gelderse roos wilde kardinaalsmuts blad 7 van 7

8 hazelaar (sporadisch) sleedoorn meidoorn tweestijlige rode kornoelje (sporadisch) Zie bijlage 3; plantlijst Overige activiteiten In deelgebied 3 worden twee voordes aangebracht waardoor onderhoudvoertuigen de watergangen van de nvo kunnen passeren. Door de watergang ondiepere aan te leggen dan normaal en te voorzien van betonblokmatten, kunnen onderhoudsvoertuigen alle delen van de nvo bereiken zonder schade aan te brengen. De voordes zijn uitgewerkt in bijlage 2; tekeningen, details aanbrengen verhard oppervlak In deelgebied 1 en 3 worden nieuwe halfverhardingspaden aangebracht (wandel en onderhoud) In deelgebied 3 worden tpv de nieuw aan te leggen fietsbruggen, kleine stukjes fietspad verwijderd. Deze worden vervangen door de fietsbruggen en aangeheeld met te storten beton (overgang) Met betrekking tot het bovenstaande gaat het om de volgende hoeveelheden nieuw aan te leggen halfverhardingspad: lengte: 550 m breedte: 2,50 m oppervlakte: m2 te verwijderen halfverhardingspad (bestaande uit grind) lengte: 150 m breedte: 3,00 m oppervlakte: 450 m2 te verwijderen fietspad beton: lengte: 48 m (4 x 12 meter) breedte: 1,20 m oppervlakte: 57 m2 blad 8 van 8