PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 25 januari 2006 (06.02) (OR. fr) 5541/06 LIMITE JAI 22 CATS 9 COHOM 4 COEST 19 FIN 17

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 25 januari 2006 (06.02) (OR. fr) 5541/06 LIMITE JAI 22 CATS 9 COHOM 4 COEST 19 FIN 17"

Transcriptie

1 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 25 januari 2006 (06.02) (OR. fr) 5541/06 LIMITE PUBLIC JAI 22 CATS 9 COHOM 4 COEST 19 FIN 17 NOTA van: de Franse delegatie d.d.: 20 januari 2006 Betreft: Bureau voor de grondrechten Voorstellen voor de structuur van het Bureau Voorzover de ontwerp-tekst waarover wordt onderhandeld, het Bureau grondrechten in verband met veelomvattende en belangrijke taken van de Europese Unie verleent, dient de structuur van dat bureau zodanig te zijn dat deze instantie de nodige geloofwaardigheid geniet. In dat verband lijkt het wenselijk rekening te houden de in de audit van het Waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat vervatte conclusies, die er namelijk op gericht zijn het Bureau de nodige middelen te geven om zijn taken te vervullen. In de audit wordt daartoe de instelling aanbevolen van een dubbele structuur, raad van bestuur - wetenschappelijke raad, waarbij de eerste wordt belast met het bestuur en de tweede met de taken zelf, te weten de opstelling van conclusies en van thematische adviezen op verzoek van de instellingen. Wat de structuur van het Bureau betreft, wijkt de Commissie van die oplossing af en stelt zij naast de raad van bestuur een forum voor waarvan de efficiëntie en de taakomschrijving onzeker zijn. 5541/06 van/gra/rv 1

2 Men kan zich inderdaad afvragen of een orgaan bestaande uit honderd personen uit het maatschappelijk middenveld wel goed kan functioneren, temeer daar het vraagstuk van de aanwerving in de ontwerp-verordening niet aan bod komt. Met een kleinere en ten dele onafhankelijke samenstelling van de raad van bestuur daarentegen, zoals die door de Commissie wordt beoogd, krijgt deze raad een centrale plaats in het Bureau, waarbij er wel enige verwarring bestaat over de beheerstaken en de taken van het Bureau. Ter wille van de efficiëntie en de geloofwaardigheid van het Bureau stelt Frankrijk een structuur voor die aansluit bij de conclusies van de audit. Het Bureau zou bestaan uit een raad van bestuur, die geen wetenschappelijke taken zou hebben en derhalve zou kunnen zijn samengesteld uit een vertegenwoordiger van iedere lidstaat, van de Raad van Europa, van de Commissie en van het Europees Parlement. Ieder lid van de raad van bestuur zou over passende ervaring moeten beschikken op het gebied van de grondrechten en het beheer van op dit gebied werkzame instanties. De voorzitter van de raad van bestuur zou een belangrijke, onafhankelijke persoon kunnen zijn die zijn deskundigheid op het gebied van de grondrechten heeft bewezen en die door de Raad van de Europese Unie voor een termijn van vijf jaar wordt aangewezen. De eventuele rol van de andere instellingen bij deze aanwijzing dient nader te worden bepaald. Dankzij de samenstelling van de raad van bestuur zouden de lidstaten beter bewust kunnen worden gemaakt van de werkzaamheden van het Bureau en zou het Bureau beschikken over een informatiekanaal dat het Waarnemingscentrum nu niet heeft, een gegeven dat tot de informele inzet van verbindingsofficieren heeft geleid. Voorts zou de raad van bestuur op grond van zijn politieke representativiteit kunnen worden belast met de opstelling van het meerjarenkader van het Bureau, op voorstel van zijn voorzitter en na advies van de Raad van de Europese Unie, de Commissie en het Europees Parlement. Vanwege de politieke strekking van dat kader kan immers geen beroep worden gedaan op de comitologieprocedure; bovendien lijkt het delicaat om het kader door de Raad van de Europese Unie zelf te laten opstellen. Het dagelijks bestuur van de raad van bestuur zou kunnen bestaan uit de voorzitter en de vice-voorzitter, de vertegenwoordiger van de Commissie en de door het Parlement aangewezen persoon. 5541/06 van/gra/rv 2

3 De wetenschappelijke raad zou zijn samengesteld uit onafhankelijke personen die op het gebied van de grondrechten bij uitstek gekwalificeerd zijn en voor de duur van het meerjarenkader worden benoemd. De wijze van aanwijzing is een van de voorwaarden voor onafhankelijkheid. In dat verband zijn meerdere opties denkbaar: de meest geschikte optie is wellicht aanstelling door de raad van bestuur na een echte sollicitatieprocedure en een transparante selectieprocedure. In ieder geval zou een voorafgaand advies van de Europese instellingen kunnen worden verlangd en zouden bepaalde onafhankelijke personen ook door andere organen kunnen worden aangewezen, met name de Raad van Europa, die terzake specifiek bevoegd is. In het midden blijft of de wetenschappelijke raad uit twintig personen moet zijn samengesteld, zoals wordt voorgesteld; zaak is te voorkomen dat de wetenschappelijke raad als gevolg van een te groot aantal leden aan efficiëntie inboet. Opdat zijn onafhankelijkheid zou zijn gewaarborgd, dient de wetenschappelijke raad uit zijn midden een voorzitter te kiezen, wiens louter interne rol zich beperkt tot het voorzitten van de vergaderingen en het coördineren van de werkzaamheden van de raad. Een roulerend voorzitterschap voor een periode van één jaar zou daartoe het meest geschikt zijn. De effectieve onafhankelijkheid van de wetenschappelijke raad zou aldus de onpartijdigheid van het Bureau waarborgen, een vereiste dat naar het oordeel van Frankrijk bijzonder belangrijk is en in het Commissievoorstel niet lijkt te zijn gewaarborgd, voorzover de raad van bestuur - voor veelomvattende taken - vertegenwoordigers van de Commissie in zijn midden zou hebben. De band met het maatschappelijk middenveld zou effectief gestalte krijgen door de verplichting om een netwerk van deskundigen op te zetten met de op het gebied van de grondrechten werkzame instanties, mede door overeenkomsten aan te gaan. Voorts zou een passende dialoog met het maatschappelijk middenveld kunnen worden gewaarborgd door jaarlijks een conferentie te houden voor de eerder genoemde instanties. Ten slotte zou de directeur van het Bureau na een transparante aanstellingsprocedure door de raad van bestuur kunnen worden aangewezen. 5541/06 van/gra/rv 3

4 De hierboven geschetste structuur vertoont dus overeenkomsten met de structuur van andere, met soortgelijke taken belaste bureaus, zoals het Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving, en leunt dichter aan bij de beginselen als vervat in het ontwerp van interinstitutioneel akkoord voor de regelgevende agentschappen. In het algemeen zij erop gewezen dat de door Frankrijk voorgestelde structuur een waarborg zou zijn voor een zowel efficiënte als onafhankelijke taakvervulling door het Bureau. 5541/06 van/gra/rv 4

5 Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot oprichting van een Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 308, Gezien het voorstel van de Commissie 1, Gezien het advies van het Europees Parlement 2, Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité 3, Gezien het advies van het Comité van de Regio's 4, Overwegende hetgeen volgt: (1) De Europese Unie is gegrondvest op de beginselen van vrijheid, democratie, eerbiediging van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, en van de rechtsstaat, welke waarden de lidstaten gemeen hebben. (2) Het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie 5 bevestigt de rechten die met name voortvloeien uit de gemeenschappelijke constitutionele tradities en internationale verplichtingen van de lidstaten, uit het Verdrag betreffende de Europese Unie en de communautaire verdragen, uit het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6, uit de door de Gemeenschap en de Raad van Europa aangenomen sociale handvesten, alsmede uit de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen en van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens PB C [ ] van [ ], blz. [ ]. PB C [ ] van [ ], blz. [ ]. PB C [ ] van [ ], blz. [ ]. PB C [ ] van [ ], blz. [ ]. Afgekondigd te Nice op 7 december 2000, PB C 364 van , blz. 1. Ondertekend te Rome op 4 november /06 van/gra/rv 5

6 (3) De Gemeenschap en haar lidstaten wanneer zij het recht van de Unie ten uitvoer brengen, moeten de grondrechten eerbiedigen. (4) Een grondiger kennis van grondrechtenkwesties in de Unie en een brede bewustmaking op dat gebied dragen ertoe bij dat de grondrechten volledig worden geëerbiedigd. De oprichting van een agentschap van de Gemeenschap dat wordt belast met de verstrekking van informatie en gegevens over grondrechtenkwesties zou de verwezenlijking van deze doelstelling vergemakkelijken. Bovendien is de oprichting van doeltreffende instellingen voor de bescherming en bevordering van de mensenrechten een gemeenschappelijke waarde van de internationale gemeenschap en de Europese Gemeenschap, zoals blijkt uit Aanbeveling R(97) 14 van het Comité van ministers van de Raad van Europa van 30 september (5) De vertegenwoordigers van de lidstaten, in de Europese Raad van 13 december 2003 bijeen, kwamen overeen om voort te bouwen op het bestaande Europees Waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat (EUMC), dat werd opgericht bij Verordening (EG) nr. 1035/97 van de Raad van 2 juni , en om het mandaat daarvan uit te breiden zodat het een mensenrechtenbureau wordt. (6) De Commissie stemde hiermee in en gaf te kennen dat zij voornemens was een voorstel in te dienen om Verordening (EG) nr. 1035/97 dienovereenkomstig te wijzigen. Vervolgens presenteerde de Commissie op 25 oktober 2004 een mededeling over het Bureau voor de grondrechten 2, naar aanleiding waarvan een brede openbare raadpleging werd gehouden. (7) Bijgevolg moet een Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten worden opgericht, dat voortbouwt op het bestaande Europees Waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat en dat ten doel heeft de betrokken instellingen en instanties van de Gemeenschap en haar lidstaten bijstand en expertise te verlenen op het gebied van de grondrechten om hen te helpen de grondrechten volledig te eerbiedigen wanneer zij op hun respectieve bevoegdheidsgebieden maatregelen nemen of acties ontwerpen. 1 2 PB L 151 van , blz. 1. Zoals gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1652/2003 (PB L 245 van , blz. 33). COM(2004) 693 definitief van /06 van/gra/rv 6

7 (8) De oprichting van het Bureau houdt in dat de nodige aandacht worden besteed aan de omkadering voor Europese regelgevende agentschappen die door de Commissie is voorgesteld in het kader van het ontwerp van interinstitutioneel akkoord 1 van 25 februari (9) Bij zijn werkzaamheden moet het Bureau refereren aan de grondrechten zoals die zijn omschreven in artikel 6, lid 2, van het Verdrag betreffende de Europese Unie en met name zijn vastgelegd in het Handvest van de grondrechten. De nauwe band met het Handvest moet worden weerspiegeld in de naam van het Bureau. De thematische werkterreinen van het Bureau moeten worden vastgelegd in een meerjarenkader, waarin de grenzen voor de werkzaamheden van het Bureau worden afgebakend; overeenkomstig de algemene institutionele beginselen mag het Bureau op het gebied van de grondrechten immers geen eigen politieke agenda vaststellen. (10) Het Bureau moet objectieve, betrouwbare en vergelijkbare informatie verzamelen over de ontwikkeling van de situatie van de grondrechten, deze informatie analyseren om de oorzaken, de gevolgen en de uitwerking van de niet-eerbiediging van de grondrechten te achterhalen en beproefde methoden bij de aanpak van deze kwesties onderzoeken. Netwerken zijn doeltreffende instrumenten om actief informatie te verzamelen en te beoordelen. (11) Het Bureau moet het recht hebben adviezen op te stellen ten behoeve van de instellingen van de Unie en de lidstaten wanneer zij het Gemeenschapsrecht ten uitvoer brengen, hetzij op eigen initiatief hetzij op verzoek van het Europees Parlement, de Raad of de Commissie, zonder dat daardoor de in het Verdrag vastgestelde wetgevings- en gerechtelijke procedures worden doorkruist. (12) De Raad moet de mogelijkheid hebben het Bureau om technische expertise te verzoeken in het kader van een procedure overeenkomstig artikel 7 van het Verdrag betreffende de Europese Unie. (13) Het Bureau moet een jaarverslag opstellen over de situatie van de grondrechten in de Unie en de eerbiediging ervan door de EU-instellingen, -organen en -agentschappen en door de lidstaten wanneer zij het recht van de Unie ten uitvoer brengen. Voorst moet het Bureau thematische verslagen opstellen over onderwerpen die voor het beleid van de Unie van bijzonder belang zijn. 1 COM(2005) 59 definitief van /06 van/gra/rv 7

8 (14) Het Bureau moet maatregelen nemen om het grote publiek bewust te maken van zijn grondrechten en van de mogelijkheden en de verschillende mechanismen om deze grondrechten in het algemeen af te dwingen; het Bureau zelf behandelt echter geen individuele klachten. (15) Het Bureau moet zo nauw mogelijk samenwerken in het kader van de relevante programma s van de Gemeenschap alsmede met de betrokken organen en agentschappen van de Gemeenschap en met alle organen van de Unie, teneinde overlappingen in het bijzonder met het toekomstige Europees Genderinstituut te voorkomen. (16) Het Bureau moet samenwerken met de op het gebied van de grondrechten werkzame instanties van het maatschappelijk middenveld en met het netwerk van onafhankelijke deskundigen op het gebied van de grondrechten om te komen tot een doeltreffende samenwerking met alle belanghebbende partijen. (17) Het Bureau moet tevens nauw samenwerken met de Raad van Europa. Deze samenwerking moet garanderen dat overlappingen tussen de activiteiten van het Bureau en die van de Raad van Europa worden voorkomen, met name door de uitwerking van mechanismen om synergie-effecten te bewerkstelligen, zoals de sluiting van een bilaterale samenwerkingsovereenkomst en de deelname van door de Raad van Europa aangewezen personen aan de structuren van het Bureau, zulks met passend zulks met passend stemrecht, zoals bij het Waarnemingscentrum. (18) Gelet op de specifieke taken van het Bureau, moet elke lidstaat een op het gebied van de grondrechten bevoegde vertegenwoordiger aanwijzen als lid van de raad van bestuur. (19) Het Europees Parlement speelt een belangrijke rol op het gebied van de grondrechten. Het Europees Parlement moet een vertegenwoordiger aanwijzen als lid van de raad van bestuur van het Bureau en betrokken worden bij belangrijke besluiten van het bureau, met name door advies te geven over de meerjarenbeleidslijnen die het Bureau vaststelt. 5541/06 van/gra/rv 8

9 (20) De oprichting van een wetenschappelijke raad die is samengesteld uit onafhankelijke personen die op het gebied van de grondrechten bij uitstek gekwalificeerd zijn, waarborgt de onafhankelijkheid en de kwaliteit van de werkzaamheden van het Bureau, en brengt een zo ruim mogelijke expertise op het gebied van de grondrechten samen. Die expertise beantwoordt aan de behoeften die in de audit over het Waarnemingscentrum zijn vastgesteld. Bij de benoeming van de leden van de wetenschappelijke raad zal rekening worden gehouden met de noodzaak de geografische verscheidenheid te eerbiedigen en het Bureau een zo ruim mogelijke expertise op het gebied van de grondrechten te verschaffen. (21) Het Bureau dient de relevante Gemeenschapswetgeving toe te passen betreffende de toegang van het publiek tot documenten zoals vastgelegd in Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei , de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens zoals vastgelegd in Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december , en het taalgebruik zoals vastgelegd in Verordening nr. 1 van 15 april en in Verordening (EG) nr. 2965/94 van de Raad van 28 november (22) Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen 6 en Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF), zijn op het Bureau van toepassing PB L 145 van , blz. 43. PB L 8 van , blz. 1. PB 17 van , blz. 385/58. Verordening laatstelijk gewijzigd bij de Toetredingsakte van PB L 314 van , blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1645/2003 (PB L 245 van , blz. 13). PB L 357 van , blz. 72; rectificatie: PB L 2 van , blz. 39. PB L 248 van , blz. 1. PB L 136 van , blz /06 van/gra/rv 9

10 (23) Het Bureau moet rechtspersoonlijkheid bezitten en moet de rechtsopvolger zijn van het Europees Waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat voor wat betreft de juridische en financiële verplichtingen van het Waarnemingscentrum, de door het Waarnemingscentrum gesloten overeenkomsten en de met het personeel van het Waarnemingscentrum gesloten arbeidsovereenkomsten. Het Bureau moet in Wenen gevestigd blijven, zoals is bepaald in het besluit van de vertegenwoordigers van de regeringen der lidstaten van 2 juni 1997 tot vaststelling van de vestigingsplaats van het Europees Waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat 1. (24) Aangezien de maatregelen die noodzakelijk zijn voor de tenuitvoerlegging van deze verordening maatregelen van algemene strekking zijn in de zin van artikel 2 van Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden 2, dienen zij te worden vastgesteld volgens de regelgevingsprocedure van artikel 5 van dat besluit. (25) Daar de doelstellingen van het overwogen optreden, namelijk het verstrekken van vergelijkbare en betrouwbare informatie en gegevens op Europees niveau om de instellingen van de Unie en de lidstaten te helpen bij de eerbiediging van de grondrechten, niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt en derhalve wegens de omvang en de gevolgen van het optreden beter door de Gemeenschap kunnen worden verwezenlijkt, kan de Gemeenschap, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken. (26) De bijdrage van het Bureau aan de volledige eerbiediging van de grondrechten in het kader van het Gemeenschapsrecht, zou de doelstellingen van de Gemeenschap kunnen helpen verwezenlijken. Het Verdrag voorziet met betrekking tot de vaststelling van deze verordening in geen andere bevoegdheden dan die van artikel 308. (27) De Raad moet de mogelijkheid hebben een besluit overeenkomstig titel VI van het Verdrag betreffende de Europese Unie vast te stellen teneinde het Bureau te machtigen zijn activiteiten op de onder deze titel vallende gebieden uit te oefenen. 1 2 PB C 194 van , blz. 4. PB L 184 van , blz /06 van/gra/rv 10

11 (28) Aangezien de oprichting van het Bureau een ingrijpende wijziging van Verordening (EG) nr. 1035/97 van de Raad zou vergen, moet deze verordening ter wille van de duidelijkheid worden vervangen, HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: HOOFDSTUK 1 ONDERWERP, DOEL EN TOEPASSINGSGEBIED Artikel 1 Onderwerp Er wordt een Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (hierna het Bureau genoemd) opgericht. Artikel 2 Doel Het Bureau heeft ten doel de betrokken instellingen, organen, instanties en agentschappen van de Gemeenschap en haar lidstaten wanneer zij het Gemeenschapsrecht ten uitvoer brengen, bijstand en expertise te verlenen op het gebied van de grondrechten om hen te helpen de grondrechten volledig te eerbiedigen wanneer zij op hun respectieve bevoegdheidsgebieden maatregelen nemen of acties ontwerpen. Artikel 3 Werkingssfeer 1. Het Bureau vervult zijn taken ter verwezenlijking van de in artikel 2 vastgestelde doelstelling, binnen de bevoegdheden van de Gemeenschap zoals neergelegd in het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap. 2. Bij de vervulling van zijn taken refereert het Bureau aan de grondrechten zoals die zijn omschreven in artikel 6, lid 2, van het Verdrag betreffende de Europese Unie en met name zijn vastgelegd in het op 7 december 2000 te Nice afgekondigde Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. 5541/06 van/gra/rv 11

12 3. Bij de uitvoering van zijn activiteiten houdt het Bureau zich bezig met de situatie van de grondrechten in de Europese Unie en haar lidstaten wanneer zij het Gemeenschapsrecht ten uitvoer brengen, onverminderd het bepaalde in lid 4 hieronder en in artikel 4, lid 1, onder e), en de artikelen 27 en Onverminderd het bepaalde in artikel 27 verstrekt het Bureau op verzoek van de Commissie informatie en analyses over de in het verzoek genoemde grondrechtenkwesties met betrekking tot derde landen waarmee de Gemeenschap associatieovereenkomsten of overeenkomsten met bepalingen inzake de eerbiediging van de mensenrechten heeft gesloten, of waarmee zij onderhandelingen heeft geopend of voornemens is onderhandelingen te openen met het oog op de afsluiting van dergelijke overeenkomsten, inzonderheid de landen die onder het Europees nabuurschapsbeleid vallen. HOOFDSTUK 2: TAKEN, WERKTERREINEN EN METHODEN VAN ADMINISTRATIEVE SAMENWERKING Artikel 4 Taken 1. Ter verwezenlijking van de in artikel 2 vastgestelde doelstelling, en met inachtneming van de meerjaarlijkse en jaarlijkse prioriteiten: a) verzamelt, registreert, analyseert en verspreidt het Bureau relevante, objectieve, betrouwbare en vergelijkbare informatie en gegevens, met inbegrip van de resultaten van onderzoek en toezicht die aan het Bureau worden meegedeeld door de lidstaten, de instellingen van de Unie, de agentschappen van de Gemeenschap, onderzoekcentra, nationale instanties, niet-gouvernementele organisaties, derde landen en betrokken internationale organisaties; b) ontwikkelt het Bureau methoden ter verbetering van de vergelijkbaarheid, objectiviteit en betrouwbaarheid van de gegevens op Europees niveau, in samenwerking met de Commissie en de lidstaten; 5541/06 van/gra/rv 12

13 c) voert het Bureau wetenschappelijk onderzoek, wetenschappelijke enquêtes, voorbereidende en haalbaarheidsstudies uit en verleent het daaraan zijn medewerking of moedigt het deze aan, in voorkomend geval en indien dit verenigbaar is met zijn prioriteiten en zijn jaarlijks werkprogramma ook op verzoek van het Europees Parlement, de Raad of de Commissie. Voorts organiseert het Bureau deskundigenvergaderingen en stelt het indien nodig ad hoc werkgroepen in; d) stelt het Bureau hetzij op eigen initiatief, hetzij op verzoek van het Europees Parlement, de Raad of de Commissie, conclusies en adviezen over algemene onderwerpen op die zij richt tot instellingen van de Unie en de lidstaten wanneer zij het Gemeenschapsrecht ten uitvoer brengen; e) stelt het Bureau zijn technische expertise ter beschikking van de Raad, wanneer deze overeenkomstig artikel 7, lid 1, van het Verdrag betreffende de Europese Unie onafhankelijke personen vraagt een verslag over de situatie in een lidstaat voor te leggen, of wanneer hij een voorstel in de zin van artikel 7, lid 2, ontvangt, of wanneer hij volgens de in deze leden van artikel 7 vastgestelde procedure het Bureau om dergelijke technische expertise verzoekt; f) publiceert het Bureau een jaarverslag over de situatie van de grondrechten, waarin ook aandacht aan voorbeelden van beproefde methoden wordt geschonken; g) publiceert het Bureau thematische verslagen op basis van de resultaten van zijn analyses, onderzoek en enquêtes; h) publiceert het Bureau een jaarverslag over zijn activiteiten; i) bevordert het Bureau de samenwerking met het maatschappelijk middenveld, inclusief nietgouvernementele organisaties, de sociale partners, onderzoekcentra, netwerken van deskundigen en andere personen of instanties die zich met de grondrechten bezighouden, met name door netwerkvorming, de ontwikkeling van gezamenlijke acties en de bevordering van de dialoog op Europees niveau en door zo nodig deelname aan discussies of bijeenkomsten op nationaal niveau; 5541/06 van/gra/rv 13

14 j) stippelt het Bureau een communicatiestrategie uit. Deze strategie omvat de organisatie, samen met de belanghebbenden, van conferenties, campagnes, rondetafelconferenties, seminars en bijeenkomsten op Europees niveau om zijn werkzaamheden te stimuleren en bekendheid te geven. De strategie is tevens gericht op het bewust maken van het grote publiek door de terbeschikkingstelling van een voor het publiek toegankelijk documentatiebestand en educatief materiaal, waarbij samenwerking wordt bevorderd en overlapping met andere bronnen van informatie wordt voorkomen. 2. De in lid 1 bedoelde conclusies, adviezen en verslagen hebben geen betrekking op kwesties in verband met de wettigheid van voorstellen van de Commissie overeenkomstig artikel 250 van het Verdrag, de standpunten van de instellingen in het kader van de wetgevingsprocedures of de wettigheid van handelingen in de zin van artikel 230 van het Verdrag. Zij hebben geen betrekking op de vraag of een lidstaat een van de krachtens het Verdrag op hem rustende verplichtingen niet is nagekomen, zoals bedoeld in artikel 226 van het Verdrag. Artikel 5 Werkterreinen 1. Het Bureau stelt met inachtneming van de in zijn reglement van orde bepaalde voorwaarden zijn meerjarenkader vast. Het meerjarenkader: a) heeft een looptijd van vijf jaar; b) legt de prioritaire thematische werkterreinen van het Bureau vast, die te allen tijde de bestrijding van racisme en vreemdelingenhaat moeten omvatten. c) is in overeenstemming met de prioriteiten van de Unie, zoals omschreven in de strategische doelstellingen van de Commissie; d) houdt terdege rekening met de financiële en personele middelen van het Bureau; e) vermijdt thematische overlappingen met het mandaat van andere organen, instanties en agentschappen van de Gemeenschap. 5541/06 van/gra/rv 14

15 2. Het Bureau vervult zijn taken binnen de in het meerjarenkader vastgelegde thematische werkterreinen. Dit geldt onverminderd de mogelijkheid voor het Bureau om een antwoord te geven op verzoeken van het Europees Parlement, de Raad of de Commissie overeenkomstig artikel 3, lid 4, en artikel 4, lid 1, onder d) en e), die geen betrekking hebben op deze thematische gebieden, mits er daarvoor voldoende financiële en personele middelen beschikbaar zijn. 3. Het Bureau vervult zijn taken in het licht van zijn jaarlijkse werkprogramma en rekening houdend met de beschikbare financiële en personele middelen. 4. Het overeenkomstig artikel 11, lid 4, onder b), vastgestelde jaarlijkse werkprogramma is in overeenstemming met het jaarlijkse werkprogramma van de Commissie, met inbegrip van haar onderzoekswerkzaamheden en haar acties die worden ontwikkeld in het kader van het communautair statistisch programma. Artikel 6 Werkmethoden 1. Het Bureau creëert en coördineert de noodzakelijke informatienetwerken. Zij worden opgezet om te zorgen voor objectieve, betrouwbare en vergelijkbare informatie op basis van de expertise van diverse organisaties en instanties in elke lidstaat en rekening houdend met de noodzaak de nationale autoriteiten bij de verzameling van gegevens te betrekken. 2. Teneinde dubbel werk te voorkomen en een optimaal gebruik van middelen te garanderen, houdt het Bureau rekening met het werk dat op het gebied van de grondrechten reeds is verricht. Het Bureau inventariseert en vergelijkt de informatie van andere bronnen. Daartoe onderhoudt het betrekkingen met: a) de communautaire instellingen, organen, instanties, agentschappen en netwerken van deskundigen; b) de instellingen, organen en instanties van de lidstaten; c) de Raad van Europa en andere internationale organisaties; 5541/06 van/gra/rv 15

16 d) niet-gouvernementele organisaties die actief zijn op het gebied van de grondrechten en de bestrijding van racisme, vreemdelingenhaat, en antisemitisme, werknemers- en werkgeversorganisaties, betrokken sociale en beroepsorganisaties, universiteiten en erkende deskundigen, en elke organisatie met een door het Bureau nuttig geachte benadering. 3. Het Bureau kan met andere instanties contractuele banden, met name onderaanbestedingsovereenkomsten, aangaan voor de uitvoering van taken die het aan deze instanties zou kunnen toevertrouwen. Het Bureau kan ook subsidies verlenen ter bevordering van passende samenwerking en joint ventures, met name aan de in de artikelen 8 en 9 bedoelde nationale, Europese en internationale organisaties. Artikel 7 Betrekkingen met de betrokken communautaire organen, instanties, agentschappen en netwerken van deskundigen Het Bureau zorgt voor de nodige coördinatie van zijn werkzaamheden met die van de betrokken communautaire organen, instanties, agentschappen en netwerken van deskundigen. De voorwaarden voor de samenwerking worden zo nodig vastgelegd in memoranda van overeenstemming. Artikel 8 Samenwerking met organisaties op nationaal en Europees niveau 1. Voor de uitvoering van zijn taken gaat het Bureau, in voorkomend geval in de vorm van een overeenkomst, betrekkingen aan met gouvernementele en niet-gouvernementele organisaties en instanties die op nationaal en Europees niveau bevoegd zijn op het gebied van de grondrechten. 5541/06 van/gra/rv 16

17 2. De administratieve regelingen voor de in lid 1 bedoelde samenwerking zijn in overeenstemming met het Gemeenschapsrecht en worden vastgesteld door de raad van bestuur op basis van een door zijn voorzitter ingediend ontwerp en na advies van de wetenschappelijke raad. De Commissie wordt geraadpleegd in verband met de eerbiediging van de grondrechten en de begrotingsdoelstellingen; indien zij het niet eens is met de beoogde regelingen, worden deze door de raad van bestuur opnieuw bezien en met eventuele wijzigingen goedgekeurd met een meerderheid van tweederde van alle leden. Artikel 9 Samenwerking met de Raad van Europa Het Bureau coördineert zijn activiteiten met die van de Raad van Europa, met name wat zijn jaarlijks werkprogramma overeenkomstig artikel 5 betreft. Daartoe sluit de Gemeenschap, volgens de procedure van artikel 300 van het Verdrag, een overeenkomst met de Raad van Europa teneinde een nauwe samenwerking van deze Raad met het Bureau in te stellen. Deze overeenkomst omvat de verplichting voor de Raad van Europa om overeenkomstig artikel 11 een vertegenwoordiger in de raad van bestuur van het Bureau aan te wijzen. HOOFDSTUK 3: ORGANISATIE Artikel 10 Organen van het Bureau Het bureau bestaat uit: a) een raad van bestuur; b) een wetenschappelijke raad; c) een dagelijks bestuur; d) een directeur. HOOFDSTUK 4: LEDEN VAN DE ORGANEN VAN HET BUREAU 5541/06 van/gra/rv 17

18 Artikel 11 Raad van bestuur 1. De raad van bestuur is samengesteld uit personen met passende ervaring op het gebied van de grondrechten en het beheer van op dit gebied werkzame instanties, die als volgt zijn verdeeld: a) een door elke lidstaat aangewezen vertegenwoordiger; b) een vertegenwoordiger van het Europees Parlement; c) een vertegenwoordiger van de Raad van Europa; en d) twee vertegenwoordigers van de Commissie; e) twee onafhankelijke personen die door de Raad van de Europese Unie zijn aangewezen om de functies van voorzitter en vice-voorzitter van de raad van bestuur te vervullen. De betrokken partij vervangt haar vertegenwoordiger voor de resterende duur van de ambtstermijn, met name indien deze niet meer voldoet aan de criteria op grond waarvan hij werd aangesteld. De door de Raad van de Europese Unie aangewezen personen worden vervangen op hun verzoek of in geval van langdurige verhindering of een ernstige fout die door de Raad van de Europese Unie naar behoren is vastgesteld. De lijst van de leden van de raad van bestuur wordt door het Bureau gepubliceerd en bijgewerkt op zijn website. 2. De ambtstermijn van de aangewezen leden van de raad van bestuur bedraagt vijf jaar. Deze termijn kan eenmaal worden verlengd. 5541/06 van/gra/rv 18

19 3. Het voorzitterschap en het vice-voorzitterschap van de raad van bestuur worden rechtens waargenomen door de personen die daartoe door de Raad van de Europese Unie zijn aangewezen voor een termijn van vijf jaar 1. Daartoe moeten deze personen over aanzienlijke expertise op het gebied van de grondrechten beschikken, waardoor zij bij uitstek gekwalificeerd zijn voor het vervullen van deze functies. 4. De raad van bestuur ziet erop toe dat het Bureau de taken uitvoert waarmee het is belast. De raad is het programmerings- en toezichtorgaan van het Bureau. Met name: a) stelt hij een meerjarenkader voor het Bureau vast, op voorstel van zijn voorzitter en na advies van de Raad van de Europese Unie, de Europese Commissie en het Europees Parlement. Dit werkprogramma moet sporen met de beschikbare financiële en personele middelen. Het jaarlijkse werkprogramma wordt ingediend bij het Europees Parlement, de Raad en de Commissie; b) stelt hij het jaarlijkse werkprogramma van het Bureau vast op basis van een door de directeur van het Bureau ingediend ontwerp en na advies van de Commissie en van de wetenschappelijke raad. Dit werkprogramma moet sporen met de beschikbare financiële en personele middelen. Het jaarlijkse werkprogramma wordt ingediend bij het Europees Parlement, de Raad en de Commissie; c) stelt hij een jaarverslag over zijn activiteiten vast, waarin met name de behaalde resultaten worden afgezet tegen de doelstellingen van het jaarlijkse werkprogramma, en publiceert hij dit verslag; dit verslag wordt uiterlijk op 15 juni ingediend bij het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's; d) publiceert hij de door de wetenschappelijke raad opgestelde verslagen en adviezen; e) stelt hij de communicatiestrategie van het Bureau vast, op voorstel van de wetenschappelijke raad; 1 Of de andere instellingen bij de aanwijzing van de voorzitter van de raad van bestuur een rol dienen te spelen, zou nader moeten worden bepaald. 5541/06 van/gra/rv 19

20 f) keurt hij jaarlijks de ontwerp-begroting en de definitieve begroting van het Bureau goed; g) benoemt en ontslaat hij zo nodig de directeur van het Bureau; h) treedt hij op als tuchtraad ten aanzien van de directeur; i) stelt hij jaarlijks een raming op van de uitgaven en ontvangsten van het Bureau en doet hij deze raming toekomen aan de Commissie, overeenkomstig artikel 19, lid 5; j) keurt hij het huishoudelijk reglement van het Bureau goed op basis van een door de directeur ingediend ontwerp en na advies van de wetenschappelijke raad; k) stelt hij de financiële voorschriften betreffende het Bureau vast op basis van een door de directeur ingediend ontwerp en na advies van de Commissie, overeenkomstig artikel 20, lid 11; l) neemt hij de nodige maatregelen om het statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen en de regeling die van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen toe te passen, overeenkomstig artikel 23, lid 3; m) stelt hij overeenkomstig artikel 16, lid 2, regelingen voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1049/2001 vast. 5. De raad van bestuur kan de wetenschappelijke raad verzoeken om onderzoek en enquêtes uit te voeren, conclusies en adviezen op te stellen, of thematische verslagen op te stellen, overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder c), d) en g). 6. De raad van bestuur kan taken aan het dagelijks bestuur delegeren, met uitzondering van de publicatie van het jaarlijks verslag over zijn activiteiten. 5541/06 van/gra/rv 20

21 7. De besluiten van de raad van bestuur worden genomen met een gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen, met uitzondering van de in lid 4, onder a), b), f), g) en h) en in artikel 12, lid 2, bedoelde besluiten, waarvoor een tweederde meerderheid van alle leden is vereist. Elk lid van de raad van bestuur beschikt over één stem. De voorzitter heeft de beslissende stem in geval van staking der stemmen. De door de Raad van Europa aangewezen vertegenwoordiger neemt alleen deel aan stemmingen over de in lid 4, onder a), b) en c) bedoelde besluiten. 8. De voorzitter roept de raad van bestuur eenmaal per jaar in vergadering bijeen, onverminderd extra buitengewone vergaderingen. De voorzitter roept op eigen initiatief of op verzoek van ten minste een derde van de leden van de raad van bestuur buitengewone vergaderingen bijeen. 9. De directeur van het Europees Genderinstituut kan als waarnemer deelnemen aan vergaderingen van de raad van bestuur. Ook de directeuren van andere betrokken agentschappen van de Gemeenschap en organen van de Unie kunnen op uitnodiging van het dagelijks bestuur als waarnemer aan dergelijke vergaderingen deelnemen. Artikel 12 Wetenschappelijke raad 1. De wetenschappelijke raad bestaat uit [twintig] onafhankelijke personen die op het gebied van de grondrechten bij uitstek gekwalificeerd zijn. De raad van bestuur zorgt voor de aanwerving van [19] leden van de wetenschappelijke raad na een transparante procedure voor het oproepen en selecteren van gegadigden. De raad van bestuur ziet erop toe dat de geografische spreiding van de leden gewaarborgd is. Hij wint voorafgaand advies van het Europees Parlement in. De leden van de raad van bestuur zijn geen lid van de wetenschappelijke raad. De aanstellingsvoorwaarden worden bepaald in het huishoudelijk reglement bedoeld in artikel 11, lid 4, onder g). De Raad van Europa wijst één persoon aan als lid van de wetenschappelijke raad. 5541/06 van/gra/rv 21

22 2. De ambtstermijn van de aangewezen leden van de wetenschappelijk raad bedraagt vijf jaar. Hij is niet verlengbaar. De leden van de wetenschappelijk raad zijn onafhankelijk. Zij kunnen alleen worden vervangen op eigen verzoek, of in geval van langdurige verhindering of een ernstige fout die door de raad van bestuur en de wetenschappelijke raad bij gekwalificeerde meerderheid van stemmen is vastgesteld. De lijst van de leden van de wetenschappelijke raad wordt door het Bureau op zijn website gepubliceerd en bijgewerkt. 3. De wetenschappelijke raad kiest uit zijn midden een voorzitter en een vice-voorzitter voor een termijn van één jaar, die niet verlengbaar is. Zij kunnen de vergaderingen van de raad van bestuur bijwonen, maar hebben geen stemrecht 4. De wetenschappelijke raad waarborgt de onafhankelijkheid van het wetenschappelijk werk van het Bureau. Hij voert de in de artikel 4, lid 1, onder a), b), c), d), e) en i) genoemde taken uit of ziet daarop toe, stelt de in de punten f) tot en met g) genoemde verslagen op en stelt aan de raad van bestuur de in punt j) genoemde communicatiestrategie voor, met inachtneming van het meerjarenkader en het jaarlijkse werkprogramma van het Bureau, tenzij hij op verzoek van een instelling handelt. 5. De wetenschappelijke raad wordt in de uitvoering van zijn taken bijgestaan door de directeur van het Bureau. 6. Voor de uitvoering van zijn taken doet de wetenschappelijke raad een beroep op het door het Bureau opgezette netwerk. Hij werkt samen met instellingen, organisaties en de met het Bureau geassocieerde netwerken, en houdt rekening met de door hen verzamelde gegevens, ter uitvoering van de artikelen 6 tot en met 9 van deze verordening. Het Bureau kan, na toestemming van de raad van bestuur, de in lid 3 bedoelde contractuele banden tot stand brengen. 7. De besluiten van de wetenschappelijke raad worden genomen met een tweederde meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Elk lid van de wetenschappelijke raad beschikt over één stem. De voorzitter heeft de beslissende stem in geval van staking der stemmen. 5541/06 van/gra/jv 22

23 8. De wetenschappelijke raad wordt door zijn voorzitter viermaal per jaar bijeengeroepen, onverminderd de buitengewone vergaderingen. De voorzitter roept op eigen initiatief of op verzoek van ten minste eenderde van de leden van de wetenschappelijke raad buitengewone vergaderingen bijeen. De voorzitter leidt de debatten van de raad en is verantwoordelijk voor de coördinatie van zijn werkzaamheden. 9. De directeur van het Europees Genderinstituut kan de vergaderingen van de wetenschappelijke raad bijwonen als waarnemer. Ook de directeuren van andere bevoegde agentschappen van de Gemeenschap en organen van de Unie kunnen op uitnodiging van de voorzitter van de wetenschappelijke raad de vergaderingen bijwonen als waarnemer. Artikel 13 Dagelijks bestuur 1. De raad van bestuur wordt bijgestaan door een dagelijks bestuur. Dat bestaat uit de voorzitter en de vice-voorzitter van de raad van bestuur, een vertegenwoordiger van de Commissie en een verkozen lid van de raad van bestuur. 2. Het dagelijks bestuur wordt naargelang de behoefte door de voorzitter bijeengeroepen om de besluiten van de raad van bestuur voor te bereiden en toe te zien op de goede uitvoering ervan door de directeur. Besluiten worden bij gewone meerderheid van stemmen genomen. 3. De directeur neemt zonder stemrecht deel aan de vergaderingen van het dagelijks bestuur. Artikel 14 Directeur 1. Het Bureau staat onder de verantwoordelijkheid van een directeur, die door de raad van bestuur wordt aangewezen uit een lijst van door de Commissie voorgestelde kandidaten. De directeur wordt aangewezen op basis van persoonlijke verdiensten en capaciteiten inzake bestuur en beheer. Hij moet tevens het gebied van de grondrechten kennen. 5541/06 van/gra/jv 23

24 2. De ambtstermijn van de directeur bedraagt vijf jaar. Op voorstel van de Commissie en na evaluatie kan deze termijn eenmaal met ten hoogste vijf jaar worden verlengd. Bij de evaluatie beoordeelt de Commissie met name de in de eerste ambtstermijn behaalde resultaten en de wijze waarop die zijn bereikt alsmede de taken en behoeften van het Bureau voor de komende jaren. 3. Binnen het door de raad van bestuur en de wetenschappelijke raad vastgestelde kader, is de directeur verantwoordelijk voor: a) het uitvoeren van de in artikel 4, lid 1, omschreven taken; b) het voorbereiden en uitvoeren van het jaarlijkse werkprogramma van het Bureau; c) alle personeelszaken, en met name de uitoefening van de in artikel 23, lid 2, vastgestelde bevoegdheden; d) het dagelijks beheer; e) het uitvoeren van de begroting van het Bureau, overeenkomstig artikel 20, en f) het uitvoeren van doeltreffende procedures voor het controleren en toetsen van de prestaties van het Bureau aan zijn doelstellingen, op basis van in beroepskringen erkende normen. De directeur brengt jaarlijks aan de raad van bestuur verslag uit over de resultaten van het toezicht. De wetenschappelijke raad en de raad van bestuur kunnen elke taak die zij daartoe passend achten aan hem overdragen. 4. De directeur legt aan de raad van bestuur verantwoording af voor het beheer van zijn activiteiten en woont diens vergaderingen zonder stemrecht bij. 5541/06 van/gra/jv 24

25 5. De raad van bestuur kan de directeur op basis van een voorstel van de Commissie vóór het verstrijken van zijn of haar ambtstermijn ontslaan. De wetenschappelijke raad kan, bij een meerderheid van tweederde van zijn leden, aan de voorzitter van de raad van bestuur een motie tot ontslag van de directeur voorleggen. Wanneer de voorzitter een dergelijke motie ontvangt, roept hij de raad van bestuur bijeen om over dit punt te stemmen. HOOFDSTUK 4 WERKING Artikel 15 Onafhankelijkheid en openbaar belang 1. Het Bureau vervult haar opdrachten in volledige onafhankelijkheid. 2. De leden van de raad van bestuur, de directeur en de leden van het forum verbinden zich ertoe in het openbaar belang te handelen. Daartoe leggen zij een verbintenisverklaring af. De overeenkomstig artikel 11, lid 1, onder e), aangewezen leden van de raad van bestuur, de leden van de wetenschappelijke raad en de directeur verbinden zich ertoe op onafhankelijke wijze te handelen. Daartoe leggen zij een verklaring omtrent hun belangen af, waarin zij hetzij verklaren dat zij geen belangen hebben die geacht zouden kunnen worden afbreuk te doen aan hun onafhankelijkheid, hetzij al hun directe en indirecte belangen vermelden die geacht zouden kunnen worden afbreuk te doen aan hun onafhankelijkheid. Beide verklaringen worden jaarlijks schriftelijk afgelegd. Artikel 16 Toegang tot documenten 1. Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad is van toepassing op de documenten die bij het Bureau berusten. 5541/06 van/gra/jv 25

26 2. De raad van bestuur stelt binnen zes maanden na de aanvang van de werkzaamheden van het Bureau regelingen voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1049/2001 vast. 3. Tegen beslissingen van het Bureau uit hoofde van artikel 8 van Verordening (EG) nr. 1049/2001 kan klacht worden ingediend bij de Ombudsman of beroep worden ingesteld bij het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, zoals bedoeld in respectievelijk de artikelen 195 en 230 van het Verdrag. Artikel 17 Gegevensbescherming Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad is op het Bureau van toepassing. Artikel 18 Administratieve toetsing De activiteiten van het Bureau staan onder het toezicht van de Ombudsman, overeenkomstig de bepalingen van artikel 195 van het Verdrag. HOOFDSTUK 5 FINANCIËLE BEPALINGEN Artikel 19 Opstelling van de begroting 1. Voor elk begrotingsjaar, dat samenvalt met het kalenderjaar, worden alle uitgaven en ontvangsten van het Bureau geraamd en vervolgens opgenomen in de begroting van het Bureau. 2. De ontvangsten en uitgaven van de begroting van het Bureau zijn in evenwicht. 3. De ontvangsten van het Bureau omvatten, afgezien van andere middelen: 5541/06 van/gra/jv 26

27 a) een in de algemene begroting van de Europese Unie (afdeling Commissie) opgenomen subsidie van de Gemeenschap; en b) betalingen als vergoeding voor verleende diensten. Deze ontvangsten kunnen worden aangevuld met: a) alle eventuele vrijwillige financiële bijdragen van de lidstaten. en b) de financiële bijdragen van de in de artikelen 8, 9 en 27 bedoelde organisaties of derde landen. 4. De uitgaven van het Bureau omvatten de bezoldiging van het personeel, uitgaven voor administratie en infrastructuur en huishoudelijke uitgaven. 5. De raad van bestuur stelt jaarlijks, op basis van een ontwerp van de directeur, de raming van de ontvangsten en uitgaven van het Bureau voor het volgende begrotingsjaar vast. Deze raming, die tevens een ontwerp-personeelsformatie bevat, wordt uiterlijk op 31 maart door de raad van bestuur bij de Commissie ingediend. 6. De Commissie dient de raming samen met het voorontwerp van begroting van de Europese Unie, in bij het Europees Parlement en de Raad (hierna "de begrotingsautoriteit" genoemd). 7. Op basis van deze raming neemt de Commissie de geraamde bedragen die zij nodig acht met betrekking tot de personeelsformatie en het bedrag van de subsidie ten laste van de algemene begroting op in het voorontwerp van algemene begroting van de Europese Unie, dat zij overeenkomstig artikel 272 van het Verdrag voorlegt aan de begrotingsautoriteit. 8. De begrotingsautoriteit keurt de kredieten voor de subsidie aan het Bureau goed. Zij stelt de personeelsformatie voor het Bureau vast. 9. De raad van bestuur stelt de begroting van het Agentschap vast. De begroting wordt definitief na de vaststelling van de algemene begroting van de Europese Unie. De begroting wordt zo nodig dienovereenkomstig aangepast. 5541/06 van/gra/jv 27

28 10. De raad van bestuur stelt de begrotingsautoriteit zo spoedig mogelijk in kennis van projecten die hij voornemens is te realiseren en die aanzienlijke financiële gevolgen voor de financiering van de begroting kunnen hebben, met name onroerendgoedprojecten zoals de huur of aankoop van gebouwen. Hij brengt de Commissie daarvan op de hoogte. Wanneer een tak van de begrotingsautoriteit kennis heeft gegeven van zijn voornemen om een advies te verstrekken, doet hij dit advies aan de raad van bestuur toekomen binnen zes weken te rekenen vanaf de kennisgeving van het project. Artikel 20 Uitvoering van de begroting 1. De directeur voert de begroting van het bureau uit. 2. Uiterlijk op 1 maart van het jaar dat volgt op het afgesloten begrotingsjaar deelt de rekenplichtige van het Bureau de voorlopige rekeningen mee aan de rekenplichtige van de Commissie, samen met een verslag over het begrotings- en financieel beheer van dat begrotingsjaar. De rekenplichtige van de Commissie consolideert de voorlopige rekeningen van de instellingen en de gedecentraliseerde organen overeenkomstig artikel 128 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (hierna het Financieel Reglement genoemd). 3. Uiterlijk op 31 maart van het jaar dat volgt op het afgesloten begrotingsjaar dient de rekenplichtige van de Commissie de voorlopige rekeningen van het Bureau in bij de Rekenkamer, samen met een verslag over het begrotings- en financieel beheer van het begrotingsjaar. Dit verslag wordt ook aan het Europees Parlement en de Raad toegezonden. 4. Na ontvangst van de opmerkingen van de Rekenkamer over de voorlopige rekeningen van het Bureau overeenkomstig artikel 129 van het Financieel Reglement maakt de directeur onder zijn of haar eigen verantwoordelijkheid de definitieve rekeningen van het Bureau op en legt deze voor advies aan de raad van bestuur voor. 5. De raad van bestuur brengt advies uit over de definitieve rekeningen van het Bureau. 5541/06 van/gra/jv 28

29 6. Uiterlijk op 1 juli van het jaar dat volgt op het afgesloten begrotingsjaar dient de directeur de definitieve rekeningen samen met het advies van de raad van bestuur in bij het Europees Parlement, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer. 7. De definitieve rekeningen worden gepubliceerd. 8. De directeur doet uiterlijk op 30 september een antwoord op de opmerkingen van de Rekenkamer toekomen aan deze instelling. Hij of zij doet dit antwoord ook toekomen aan de raad van bestuur. 9. De directeur verstrekt het Europees Parlement op verzoek alle inlichtingen die nodig zijn voor het goede verloop van de kwijtingsprocedure voor het betrokken begrotingsjaar, overeenkomstig artikel 146, lid 3, van het Financieel Reglement. 10. Vóór 30 april van het jaar N +2 verleent het Europees Parlement op aanbeveling van de Raad, die met gekwalificeerde meerderheid van stemmen besluit, de directeur kwijting voor de uitvoering van de begroting van het begrotingsjaar N. 11. De financiële regeling die op het Bureau van toepassing is, wordt vastgesteld door de raad van bestuur, na raadpleging van de Commissie. Deze regeling mag slechts afwijken van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 indien dit voor de werking van het Bureau specifiek vereist is en mits de Commissie hiermee voorafgaandelijk heeft ingestemd. Artikel 21 Fraudebestrijding 1. Ter bestrijding van fraude, corruptie en andere onwettige activiteiten is Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei 1999 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) onverkort op het Bureau van toepassing. 2. Het Bureau past het interinstitutioneel akkoord van 25 mei 1999 betreffende de interne onderzoeken verricht door het Europees Bureau voor Fraudebestrijding (OLAF) toe en stelt onverwijld de passende voorschriften vast die op al zijn personeelsleden van toepassing zijn. 5541/06 van/gra/jv 29

WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN VERORDENING VAN DE RAAD tot oprichting van een Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten

WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN VERORDENING VAN DE RAAD tot oprichting van een Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 12 februari 2007 (OR. en) 16241/1/06 REV 1 JAI 671 CATS 187 COHOM 188 COEST 345 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: VERORDENING VAN DE RAAD tot oprichting

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie L 53/1 VERORDENINGEN

Publicatieblad van de Europese Unie L 53/1 VERORDENINGEN 22.2.2007 Publicatieblad van de Europese Unie L 53/1 I (Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie verplicht is) VERORDENINGEN VERORDENING (EG) Nr. 168/2007 VAN DE RAAD van

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 30.06.2005 COM(2005) 280 definitief 2005/0124 (CNS) 2005/0125 (CNS) Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot oprichting van een Bureau van de Europese

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN DE COMMISSIE

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN DE COMMISSIE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 18.7.2001 COM(2001) 411 definitief Voorstel voor een BESCHIKKING VAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN DE COMMISSIE betreffende het statuut en de algemene

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 17.5.2019 COM(2019) 242 final 2019/0116 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Europese Unie in de Raad van Ministers in te nemen standpunt met

Nadere informatie

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2010/2169(DEC) 3.2.2011

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2010/2169(DEC) 3.2.2011 EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie begrotingscontrole 2010/2169(DEC) 3.2.2011 ONTWERPVERSLAG over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Europees Waarnemingscentrum voor

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 9 februari 2010 (10.02) (OR. fr) 6290/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0011 (NLE) HR 8 CORDROGUE 25

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 9 februari 2010 (10.02) (OR. fr) 6290/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0011 (NLE) HR 8 CORDROGUE 25 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 9 februari 2010 (10.02) (OR. fr) 6290/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0011 (NLE) HR 8 CORDROGUE 25 VOORSTEL van: de Commissie d.d.: 3 februari 2010 Betreft: Voorstel

Nadere informatie

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 3.5.2017 COM(2017) 218 final Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij de Commissie wordt gemachtigd onderhandelingen te openen over een akkoord met het Verenigd Koninkrijk

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 maart 2018 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 maart 2018 (OR. en) Conseil UE Raad van de Europese Unie Brussel, 9 maart 2018 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0399 (COD) 6932/18 LIMITE NOTA I/A-PUNT van: aan: het voorzitterschap INST 96 JUR 109 CODEC 343 JUSTCIV

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 7.3.2016 COM(2016) 119 final 2016/0066 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het standpunt van de Unie in de Stabilisatie- en Associatieraad van de EU en de

Nadere informatie

PROTOCOL 3. Instelling en werkwijze van het Europees Comité voor de opstelling van standaarden voor de binnenvaart CESNI. Besluit

PROTOCOL 3. Instelling en werkwijze van het Europees Comité voor de opstelling van standaarden voor de binnenvaart CESNI. Besluit PROTOCOL 3 Instelling en werkwijze van het Europees Comité voor de opstelling van standaarden voor de binnenvaart CESNI Besluit De Centrale Commissie voor de Rijnvaart (CCR), gezien het belang dat zij

Nadere informatie

PUBLIC 8480/10 Interinstitutioneel dossier: 2009/0183 (NLE)

PUBLIC 8480/10 Interinstitutioneel dossier: 2009/0183 (NLE) Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 27 april 2010 (OR. en) PUBLIC 8480/10 Interinstitutioneel dossier: 2009/0183 (NLE) LIMITE COEST 89 PESC 444 NIS 25 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 september 2006 (OR. en) 12758/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0204 (CNS) ASIM 63 OC 655

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 september 2006 (OR. en) 12758/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0204 (CNS) ASIM 63 OC 655 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 26 september 2006 (OR. en) 12758/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0204 (CNS) ASIM 63 OC 655 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESCHIKKING VAN DE

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2003 (21.01) (OR. fr) 5252/03 JUR 10 FIN 10 EUROJUST 1

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2003 (21.01) (OR. fr) 5252/03 JUR 10 FIN 10 EUROJUST 1 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 15 januari 2003 (21.01) (OR. fr) 5252/03 10 FIN 10 EUROJUST 1 BIJDRAGE VAN DE IDISCHE DIENST AAN DE BESPREKINGEN VAN HET BEGROTINGSCOMITE nr. Comv.: 12130/02 FIN 333

Nadere informatie

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 20.12.2017 COM(2017) 830 final Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot aanvulling van het Besluit van de Raad van 22 mei 2017 waarbij machtiging wordt verleend tot het

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 24 november 2009 (OR. en) 15137/09 CRIMORG 164 ENFOPOL 271

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 24 november 2009 (OR. en) 15137/09 CRIMORG 164 ENFOPOL 271 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 24 november 2009 (OR. en) 15137/09 CRIMORG 164 ENFOPOL 271 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de oprichting van een Europees

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE TEGEN RACISME EN INTOLERANTIE

EUROPESE COMMISSIE TEGEN RACISME EN INTOLERANTIE CRI(97)36 Version néerlandaise Dutch version EUROPESE COMMISSIE TEGEN RACISME EN INTOLERANTIE TWEEDE ALGEMENE BELEIDSAANBEVELING VAN DE ECRI: SPECIALE ORGANEN OP NATIONAAL NIVEAU GERICHT OP DE BESTRIJDING

Nadere informatie

Advies nr. 6/2014. (uitgebracht krachtens artikel 325 VWEU)

Advies nr. 6/2014. (uitgebracht krachtens artikel 325 VWEU) Advies nr. 6/2014 (uitgebracht krachtens artikel 325 VWEU) betreffende een voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 in

Nadere informatie

DOC herzien NL-7978

DOC herzien NL-7978 0 EUROPESE COMMISSIE DG WERKGELEGENHEID EN SOCIALE ZAKEN Werkgelegenheidsstrategie en Europees Sociaal Fonds - Beleidsontwikkeling en coördinatie ESF, plaatselijke ontwikkeling en sociale economie - ESF-comités

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 2 september 2008 (10.09) (OR. en) 12600/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0030 (COD) LIMITE

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 2 september 2008 (10.09) (OR. en) 12600/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0030 (COD) LIMITE Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE PUBLIC Brussel, 2 september 2008 (10.09) (OR. en) 12600/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0030 (COD) LIMITE AGRILEG 144 CODEC 1043 NOTA I-PUNT van: aan: nr. Comv.:

Nadere informatie

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2010/2184(DEC)

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2010/2184(DEC) EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie begrotingscontrole 2010/2184(DEC) 3.2.2011 ONTWERPVERSLAG over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Communautair Bureau voor visserijcontrole

Nadere informatie

CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART RV (14) 11 RV/G (14) 26 JWG (14) 22 14 februari 2014 Or. en fr/de/nl/en. Uniforme technische standaarden

CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART RV (14) 11 RV/G (14) 26 JWG (14) 22 14 februari 2014 Or. en fr/de/nl/en. Uniforme technische standaarden CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART RV (14) 11 RV/G (14) 26 JWG (14) 22 14 februari 2014 Or. en fr/de/nl/en COMITÉ REGLEMENT VAN ONDERZOEK WERKGROEP REGLEMENT VAN ONDERZOEK GEMEENSCHAPPELIJKE WERKGROEP

Nadere informatie

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 18.10.2017 COM(2017) 605 final Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD houdende machtiging tot opening van onderhandelingen over een overeenkomst tussen de Europese Unie en

Nadere informatie

WERKGROEP REGLEMENT VAN ORDE VAN DE EURO-MEDITERRANE PARLEMENTAIRE VERGADERING

WERKGROEP REGLEMENT VAN ORDE VAN DE EURO-MEDITERRANE PARLEMENTAIRE VERGADERING WERKGROEP REGLEMENT VAN ORDE VAN DE EURO-MEDITERRANE PARLEMENTAIRE VERGADERING Athene, 22 maart 2004 REGLEMENT VAN ORDE VAN DE EURO-MEDITERRANE PARLEMENTAIRE VERGADERING door het medevoorzitterschap van

Nadere informatie

EERBIEDIGING VAN DE GRONDRECHTEN IN DE UNIE

EERBIEDIGING VAN DE GRONDRECHTEN IN DE UNIE EERBIEDIGING VAN DE GRONDRECHTEN IN DE UNIE De rechtsgrondslag voor de grondrechten op EU-niveau is lange tijd voornamelijk gelegen geweest in de verwijzing in de Verdragen naar het Europees Verdrag tot

Nadere informatie

Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag

Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag Publicatieblad Nr. L 225 van 12/08/1998 blz. 0016-0021 DE RAAD VAN

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie L 349/1. (Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing)

Publicatieblad van de Europese Unie L 349/1. (Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing) 25.11.2004 Publicatieblad van de Europese Unie L 349/1 I (Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing) VERORDENING (EG) Nr. 2007/2004 VAN DE RAAD van 26 oktober 2004 tot oprichting

Nadere informatie

gelet op artikel 63, eerste alinea punt 3 van het EG-Verdrag,

gelet op artikel 63, eerste alinea punt 3 van het EG-Verdrag, P5_TA(2002)0591 Verblijfstitel met een korte geldigheidsduur * Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een richtlijn van de Raad betreffende de verblijfstitel met een korte

Nadere informatie

III BESLUITEN OP GROND VAN TITEL VI VAN HET EU-VERDRAG

III BESLUITEN OP GROND VAN TITEL VI VAN HET EU-VERDRAG L 348/130 Publicatieblad van de Europese Unie 24.12.2008 III (Besluiten op grond van het EU-Verdrag) BESLUITEN OP GROND VAN TITEL VI VAN HET EU-VERDRAG BESLUIT 2008/976/JBZ VAN DE RAAD van 16 december

Nadere informatie

ONTWERP VAN TWEEDE VERSLAG

ONTWERP VAN TWEEDE VERSLAG EUROPEES PARLEMENT 2014-2019 Commissie begrotingscontrole 2013/2197(DEC) 3.7.2014 ONTWERP VAN TWEEDE VERSLAG over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 17.9.2007 COM(2007) 522 definitief 2007/0192 (CNS) Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1338/2001 van de Raad

Nadere informatie

REGLEMENTEN VAN ORDE EN REGLEMENTEN VOOR DE PROCESVOERING

REGLEMENTEN VAN ORDE EN REGLEMENTEN VOOR DE PROCESVOERING L 82/56 2.6.204 REGLEMENTEN VAN ORDE EN REGLEMENTEN VOOR DE PROCESVOERING REGLEMENT VAN ORDE VAN DE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK DE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK, Gezien

Nadere informatie

(98/C 364/01) Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 130 S, lid 1,

(98/C 364/01) Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 130 S, lid 1, bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C 364 van 25/11/98 GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT (EG) Nr. 58/98 door de Raad vastgesteld op 20 juli 1998 met het oog op de aanneming van Verordening

Nadere informatie

EUROPESE UNIE Communautair Bureau voor Plantenrassen

EUROPESE UNIE Communautair Bureau voor Plantenrassen EUROPESE UNIE Communautair Bureau voor Plantenrassen BESLUIT VAN DE RAAD VAN BESTUUR VAN HET COMMUNAUTAIR BUREAU VOOR PLANTENRASSEN van 25 maart 2004 inzake de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr.

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 29.5.2017 COM(2017) 265 final 2017/0105 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Unie in te nemen standpunt in het subcomité voor sanitaire en fytosanitaire

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT ACP 105 COAFR 81 CODEC 816

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT ACP 105 COAFR 81 CODEC 816 EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Straatsburg, 27 oktober 2004 (OR. en) 2003/0245 (COD) LEX 583 PE-CONS 3673/1/04 REV 1 ACP 105 COAFR 81 CODEC 816 VERORDENING (EG) Nr..../2004 VAN HET EUROPEES

Nadere informatie

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 15.7.2010 COM(2010)381 definitief 2010/0205 (CNS) Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD houdende wijziging van Richtlijn 2008/9/EG tot vaststelling van nadere voorschriften

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 1 juni 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2017/0105 (NLE) 9741/17 VOORSTEL van: ingekomen: 29 mei 2017 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: COEST 113 PHYTOSAN 8 VETER 42

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD NL NL NL EUROPESE COMMISSIE Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD Brussel, 17.5.2010 COM(2010)233 definitief 2010/0125 (NLE) betreffende de sluiting van een protocol bij de Euro-mediterrane overeenkomst

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 27 april 2009 (OR. en) 2008/0122 (COD) PE-CONS 3735/08 JUSTCIV 269 JURINFO 90 CODEC 1904 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESCHIKKING

Nadere informatie

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument C(2010) 8467 definitief

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument C(2010) 8467 definitief RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 7 december 2010 (09.12) (OR. fr) 17573/10 MI 533 COMPET 421 EF 204 ECOFIN 820 TELECOM 149 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal

Nadere informatie

EUROPESE CONVENTIE SECRETARIAAT. Brussel, 23 april 2003 (24.04) (OR. fr) CONV 691/03. NOTA het praesidium de Conventie

EUROPESE CONVENTIE SECRETARIAAT. Brussel, 23 april 2003 (24.04) (OR. fr) CONV 691/03. NOTA het praesidium de Conventie EUROPESE CONVENTIE SECRETARIAAT Brussel, 23 april 2003 (24.04) (OR. fr) CONV 691/03 NOTA van: aan: Betreft: het praesidium de Conventie Instellingen - Ontwerp-artikelen voor titel IV van deel I van de

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 24 juli 2009 (OR. en) 11944/09 EUROPOL 48

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 24 juli 2009 (OR. en) 11944/09 EUROPOL 48 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 24 juli 2009 (OR. en) 11944/09 EUROPOL 48 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: ONTWERP BESLUIT VAN DE RAAD tot vaststelling van de uitvoeringsregels voor

Nadere informatie

Richtlijn betreffende bescherming rechten op aanvullend pensioen

Richtlijn betreffende bescherming rechten op aanvullend pensioen Richtlijn betreffende bescherming rechten op aanvullend pensioen Richtlijn 98/49/EG van de Raad van 29 juni 1998 betreffende de bescherming van de rechten op aanvullend pensioen van werknemers en zelfstandigen

Nadere informatie

12722/01 HD/nj DG G NL

12722/01 HD/nj DG G NL RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 29 oktober 2001 (OR. en) 12722/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0121 (CNS) ECOFIN 264 ENV 490 NIS 73 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Besluit van

Nadere informatie

P5_TA(2002)0269. Toekomstige ontwikkeling van Europol

P5_TA(2002)0269. Toekomstige ontwikkeling van Europol P5_TA(2002)0269 Toekomstige ontwikkeling van Europol Aanbeveling van het Europees Parlement aan de Raad over de toekomstige ontwikkeling van Europol en zijn volledige opneming in het institutioneel bestel

Nadere informatie

BESLUIT 2014/75/GBVB VAN DE RAAD

BESLUIT 2014/75/GBVB VAN DE RAAD 12.2.2014 Publicatieblad van de Europese Unie L 41/13 BESLUITEN BESLUIT 2014/75/GBVB VAN DE RAAD van 10 februari 2014 betreffende het Instituut voor veiligheidsstudies van de Europese Unie DE RAAD VAN

Nadere informatie

REGLEMENTEN VAN ORDE EN REGLEMENTEN VOOR DE PROCESVOERING

REGLEMENTEN VAN ORDE EN REGLEMENTEN VOOR DE PROCESVOERING Publicatieblad van de Europese Unie L 112 I Uitgave in de Nederlandse taal Wetgeving 62e jaargang 26 april 2019 Inhoud II Niet-wetgevingshandelingen REGLEMENTEN VAN ORDE EN REGLEMENTEN VOOR DE PROCESVOERING

Nadere informatie

16185/1/03 REV 1 CS/lm DG G II

16185/1/03 REV 1 CS/lm DG G II RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 6 februari 2004 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2003/0109 (COD) 16185/1/03 REV 1 SOC 531 CODEC 1842 OC 870 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Gemeenschappelijk

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 2.5.2018 COM(2018) 249 final 2018/0117 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 17.6.2003 COM(2003) 348 definitief 2003/0127 (CNS) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij de lidstaten worden gemachtigd in het belang van de Europese

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13289/00 LIMITE JAI 135

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13289/00 LIMITE JAI 135 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 14 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13289/00 LIMITE JAI 135 BEGELEIDENDE NOTA van: de permanent vertegenwoordiger van Frankrijk, de heer Pierre VIMONT d.d.: 10 november

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT PE-CONS 3668/1/03 REV 1 MAR 117 SOC 348 CODEC 1193 OC 575

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT PE-CONS 3668/1/03 REV 1 MAR 117 SOC 348 CODEC 1193 OC 575 EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 17 november 2003 (OR. en) 2003/0001 (COD) LEX 478 PE-CONS 3668/1/03 REV 1 MAR 117 SOC 348 CODEC 1193 OC 575 RICHTLIJN 2003/103/EG VAN HET EUROPEES

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 oktober 2000 (31.10) (OR. fr) 11037/2/00 REV 2 LIMITE ENFOPOL 58

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 oktober 2000 (31.10) (OR. fr) 11037/2/00 REV 2 LIMITE ENFOPOL 58 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 27 oktober 2000 (31.10) (OR. fr) 11037/2/00 REV 2 LIMITE ENFOPOL 58 NOTA van: het voorzitterschap aan: het Comité van artikel 36 nr. vorig doc.: 11037/1/00 ENFOPOL 58

Nadere informatie

Europees Comité voor de opstelling van standaarden in de binnenvaart (CESNI) Huishoudelijk Reglement

Europees Comité voor de opstelling van standaarden in de binnenvaart (CESNI) Huishoudelijk Reglement Europees Comité voor de opstelling van standaarden in de binnenvaart (CESNI) Huishoudelijk Reglement Uitgave 2016 - 2 - - 3 - Huishoudelijk Reglement van het Europees Comité voor de opstelling van standaarden

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. betreffende de analyse van en de samenwerking inzake valse euromunten

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. betreffende de analyse van en de samenwerking inzake valse euromunten COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 17.7.2003 COM(2003) 426 definitief 2003/0158 (CNS) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de analyse van en de samenwerking inzake valse euromunten

Nadere informatie

Kwijting 2008: Communautair Bureau voor visserijcontrole

Kwijting 2008: Communautair Bureau voor visserijcontrole P7_TA(200)000 Kwijting 2008: Communautair Bureau voor visserijcontrole. Besluit van het Europees Parlement van 5 mei 200 over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Communautair

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 24 november 2004 (26.11) (OR. en) 15130/04 JAI 490 ASIM 47

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 24 november 2004 (26.11) (OR. en) 15130/04 JAI 490 ASIM 47 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 24 november 2004 (26.11) (OR. en) 15130/04 JAI 490 ASIM 47 BEGELEIDENDE NOTA van: het voorzitterschap aan: het Coreper (2e deel) nr. vorig doc.: 14497/04 JAI 441 ASIM

Nadere informatie

PUBLIC LIMITE NL RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 11 september 2006 (12.09) (OR. en) 8082/1/06 REV 1. Interinstitutioneel dossier: 2005/0104 (COD)

PUBLIC LIMITE NL RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 11 september 2006 (12.09) (OR. en) 8082/1/06 REV 1. Interinstitutioneel dossier: 2005/0104 (COD) Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 11 september 2006 (12.09) (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2005/0104 (COD) PUBLIC 8082/1/06 REV 1 LIMITE SIRIS 72 SCHENGEN 32 CODEC 311 COMIX 339 NOTA

Nadere informatie

geraadpleegd door de Raad overeenkomstig artikel 39, lid 1 van het EU-Verdrag (C5-0757/2000),

geraadpleegd door de Raad overeenkomstig artikel 39, lid 1 van het EU-Verdrag (C5-0757/2000), P5_TA(2002)0430 Europees netwerk voor justitiële opleiding * Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het initiatief van de Franse Republiek met het oog op de aanneming van het besluit van de

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 31 mei 2010 (OR. en) 9925/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0006 (NLE) SIRIS 83 SCHENGEN 42 COMIX 372

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 31 mei 2010 (OR. en) 9925/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0006 (NLE) SIRIS 83 SCHENGEN 42 COMIX 372 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 31 mei 2010 (OR. en) 9925/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0006 (E) SIRIS 83 SCHENGEN 42 COMIX 372 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: VERORDENING

Nadere informatie

(Mededelingen) EUROPEES PARLEMENT

(Mededelingen) EUROPEES PARLEMENT 4.8.2011 Publicatieblad van de Europese Unie C 229/1 II (Mededelingen) MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE EUROPEES PARLEMENT Reglement van de Conferentie van de

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 13.05.2005 COM(2005) 190 definitief 2005/0072 (COD) 2005/0073 (COD) 2005/0074 (COD) 2005/0075 (COD) 2005/0076 (COD) 2005/0077 (CNS) 2005/0078 (CNS) 2005/0079

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 5 oktober 2004 (07.10) 12561/04 LIMITE EUROJUST 78

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 5 oktober 2004 (07.10) 12561/04 LIMITE EUROJUST 78 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 5 oktober 2004 (07.10) PUBLIC 12561/04 LIMITE EUROJUST 78 NOTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap de delegaties Ontwerp-conclusies van de Raad over een

Nadere informatie

AANGENOMEN TEKSTEN DEEL III. van de vergadering van. donderdag 23 april 2009 P6_TA-PROV(2009)04-23 VOORLOPIGE UITGAVE PE 425.402

AANGENOMEN TEKSTEN DEEL III. van de vergadering van. donderdag 23 april 2009 P6_TA-PROV(2009)04-23 VOORLOPIGE UITGAVE PE 425.402 EUROPEES PARLEMENT 2009-200 AANGENOMEN TEKSTEN DEEL III van de vergadering van donderdag 23 april 2009 P6_TA-PROV(2009)04-23 VOORLOPIGE UITGAVE PE 425.402 In verscheidenheid verenigd INHOUDSOPGAVE AANGENOMEN

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 februari 2007 (OR. en) 5332/07 PESC 38 COEST 9

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 februari 2007 (OR. en) 5332/07 PESC 38 COEST 9 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 13 februari 2007 (OR. en) 5332/07 PESC 38 COEST 9 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: GEMEENSCHAPPELIJK OPTREDEN VAN DE RAAD tot wijziging en verlenging

Nadere informatie

STATUUT VAN DE HAAGSE CONFERENTIE VOOR INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT

STATUUT VAN DE HAAGSE CONFERENTIE VOOR INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT STATUUT VAN DE HAAGSE CONFERENTIE VOOR INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT De Regeringen van de hierna genoemde landen: De Bondsrepubliek Duitsland, Oostenrijk, België, Denemarken, Spanje, Finland, Frankrijk,

Nadere informatie

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE HOGE VERTEGENWOORDIGER VAN DE EUROPESE UNIE VOOR BUITENLANDSE ZAKEN EN VEILIGHEIDSBELEID Brussel, 13.4.2015 JOIN(2015) 10 final 2015/0073 (NLE) Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT

Nadere informatie

BIJLAGEN. bij het. Gezamenlijk voorstel voor een Besluit van de Raad

BIJLAGEN. bij het. Gezamenlijk voorstel voor een Besluit van de Raad EUROPESE COMMISSIE HOGE VERTEGENWOORDIGER VAN DE UNIE VOOR BUITENLANDSE ZAKEN EN VEILIGHEIDSBELEID Brussel, 10.7.2017 JOIN(2017) 23 final ANNEXES 1 to 2 BIJLAGEN bij het Gezamenlijk voorstel voor een Besluit

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 11.3.2014 C(2014) 1410 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE van 11.3.2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1301/2013 van het Europees Parlement

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 16 augustus 2012 (OR. en) 12872/12 Inte rinstitutioneel dossier: 2012/0222 (NLE) AVIATION 117 RELEX 722

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 16 augustus 2012 (OR. en) 12872/12 Inte rinstitutioneel dossier: 2012/0222 (NLE) AVIATION 117 RELEX 722 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 16 augustus 2012 (OR. en) 12872/12 Inte rinstitutioneel dossier: 2012/0222 (NLE) AVIATION 117 RELEX 722 VOORSTEL van: de Europese Commissie d.d.: 14 augustus 2012 Nr.

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 maart 2006 (29.03) (OR. en) 7813/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/0037 (CNS)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 maart 2006 (29.03) (OR. en) 7813/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/0037 (CNS) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 27 maart 2006 (29.03) (OR. en) 7813/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/0037 (CNS) N 20 CORDROGUE 27 FISC 45 BUDGET 13 SAN 71 VOORSTEL van: de Commissie d.d.: 14 maart

Nadere informatie

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 4.5.2018 L 114 I/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN VERORDENING (EU, Euratom) 2018/673 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 3 mei 2018 tot wijziging van Verordening (EU, Euratom) nr.

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 mei 2005 (08.06) (OR. fr) 9506/05 LIMITE CAB 19 JUR 221

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 mei 2005 (08.06) (OR. fr) 9506/05 LIMITE CAB 19 JUR 221 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 30 mei 2005 (08.06) (OR. fr) PUBLIC 9506/05 LIMITE CAB 19 JUR 221 INLEIDENDE NOTA van: het voorzitterschap aan: het Comité van permanente vertegenwoordigers

Nadere informatie

9 Europese regelgevende agentschappen

9 Europese regelgevende agentschappen 9 Europese regelgevende agentschappen Bij de uitvoering van Europese regelgeving spelen in toenemende mate Europese regelgevende agentschappen een belangrijke rol. Het gaat daarbij om organen die los staan

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 19.4.2018 COM(2018) 207 final 2018/0102 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802 NOTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap het Comité van permanente vertegenwoordigers Initiatief

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 juni 2009 (08.06) (OR. en) 10523/2/09 REV 2

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 juni 2009 (08.06) (OR. en) 10523/2/09 REV 2 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 4 juni 2009 (08.06) (OR. en) 10523/2/09 REV 2 JAI 346 COMIX 469 COTER 60 ENFOPOL 159 USA 39 ASIM 57 COHOM 126 COJUR 15 POLGEN 97 RESULTAAT BESPREKINGEN van: de Raad datum:

Nadere informatie

Europees Comité voor de opstelling van standaarden in de binnenvaart (CESNI) HUISHOUDELIJK REGLEMENT INTERNE REGELS

Europees Comité voor de opstelling van standaarden in de binnenvaart (CESNI) HUISHOUDELIJK REGLEMENT INTERNE REGELS Europees Comité voor de opstelling van standaarden in de binnenvaart (CESNI) HUISHOUDELIJK REGLEMENT INTERNE REGELS UITGAVE 2017 INHOUDSOPGAVE PAGINA HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN HET EUROPEES COMITÉ VOOR

Nadere informatie

PUBLIC 11642/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0109 (CNS)

PUBLIC 11642/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0109 (CNS) Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 24 september 200 (26.09) (OR. fr) PUBLIC 642/0 Interinstitutioneel dossier: 200/009 (CNS) LIMITE JUSTCIV NOTA van: het voorzitterschap aan: het Comité burgerlijk

Nadere informatie

VERORDENING (EEG) Nr. 302/93 VAN DE RAAD van 8 februari 1993 tot oprichting van een Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving

VERORDENING (EEG) Nr. 302/93 VAN DE RAAD van 8 februari 1993 tot oprichting van een Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving VERORDENING (EEG) Nr. 302/93 VAN DE RAAD van 8 februari 1993 tot oprichting van een Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, Gelet op het Verdrag

Nadere informatie

BIJLAGEN. bij het. Voorstel voor een besluit van de Raad

BIJLAGEN. bij het. Voorstel voor een besluit van de Raad EUROPESE COMMISSIE Brussel, 29.4.2019 COM(2019) 199 final ANNEXES 1 to 2 BIJLAGEN bij het Voorstel voor een besluit van de Raad tot vaststelling van het standpunt dat de Europese Unie zal innemen in het

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 14.12.2016 COM(2016) 798 final 2016/0399 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot aanpassing van een aantal rechtshandelingen op het gebied

Nadere informatie

DE EUROPESE OMBUDSMAN

DE EUROPESE OMBUDSMAN DE EUROPESE OMBUDSMAN De Europese Ombudsman verricht onderzoek naar gevallen van wanbeheer bij instellingen, organen, bureaus en agentschappen van de Europese Unie, hetzij op eigen initiatief, hetzij op

Nadere informatie

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 20 januari 2009 (21.01) (OR. en) 5524/09 SOC 25 COMPET 25

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 20 januari 2009 (21.01) (OR. en) 5524/09 SOC 25 COMPET 25 RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 20 januari 2009 (21.01) (OR. en) 5524/09 SOC 25 COMPET 25 I GEKOME DOCUME T van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 8 juli 2014 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 8 juli 2014 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 8 juli 2014 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2014/0161 (E) 11292/14 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: ACP 110 WTO 197 COLAC 39 RELEX 539 BESLUIT

Nadere informatie

Hierbij gaat voor de delegaties de gederubriceerde versie van bovengenoemd document.

Hierbij gaat voor de delegaties de gederubriceerde versie van bovengenoemd document. Raad van de Europese Unie Brussel, 10 juni 2015 (OR. en) 10817/10 DCL 1 DERUBRICERING van document: d.d.: 8 juni 2010 nieuwe status: Betreft: ST 10817/10 Publiek FREMP 27 JAI 523 COHOM 153 COSCE 17 Besluit

Nadere informatie

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 129,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 129, bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB L 155 van 22/06/99 BESLUIT Nr. 1295/1999/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 29 april 1999 tot vaststelling van een communautair actieprogramma

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. tot wijziging van

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. tot wijziging van COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 22.12.2006 COM(2006) 909 definitief 2006/0282 (COD) Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 2004/109/EG

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 28 mei 2018 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2018/0163 (NLE) 9361/18 VOORSTEL van: ingekomen: 25 mei 2018 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: EPPO 12 EUROJUST 58 CATS 38

Nadere informatie

WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het Europees justitieel netwerk

WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het Europees justitieel netwerk RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 24 november 2008 (OR. en) 14914/08 COPEN 199 EUROJUST 87 EJN 65 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het Europees justitieel

Nadere informatie

REGLEMENT VAN ORDE VAN HET TECHNISCH COMITÉ MOTORVOERTUIGEN. Vastgesteld op 26 november 2013 Herziene versie vastgesteld op 30 oktober 2018

REGLEMENT VAN ORDE VAN HET TECHNISCH COMITÉ MOTORVOERTUIGEN. Vastgesteld op 26 november 2013 Herziene versie vastgesteld op 30 oktober 2018 REGLEMENT VAN ORDE VAN HET TECHNISCH COMITÉ MOTORVOERTUIGEN Vastgesteld op 26 november 2013 Herziene versie vastgesteld op 30 oktober 2018 HET TECHNISCH COMITÉ MOTORVOERTUIGEN, Gezien Richtlijn 2007/46/EG

Nadere informatie

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 24 oktober 2008 (28.10) (OR. fr) 14533/08. Interinstitutioneel dossier: 2007/0192 (C S)

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 24 oktober 2008 (28.10) (OR. fr) 14533/08. Interinstitutioneel dossier: 2007/0192 (C S) RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 24 oktober 2008 (28.10) (OR. fr) Interinstitutioneel dossier: 2007/0192 (C S) 14533/08 GAF 14 FI 400 UEM 182 EUROPOL 71 DROIPE 79 OTA I-PU T van: de Groep fraudebestrijding

Nadere informatie

9114/19 JVB/jvc/srl JAI.2

9114/19 JVB/jvc/srl JAI.2 Raad van de Europese Unie Brussel, 21 mei 2019 (OR. en) 9114/19 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: JAI 489 COPEN 199 CYBER 152 DROIPEN 78 JAIEX 74 ENFOPOL 228 DAPIX 176 EJUSTICE 62 MI

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 februari 2007 (OR. en) 5124/07 PESC 11 COEST 5 COSDP 3

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 februari 2007 (OR. en) 5124/07 PESC 11 COEST 5 COSDP 3 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 13 februari 2007 (OR. en) 5124/07 PESC 11 COEST 5 COSDP 3 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: GEMEENSCHAPPELIJK OPTREDEN VAN DE RAAD houdende benoeming

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 18 oktober 2005 (20.10) (OR. fr) 13441/05 STAT 24 FIN 375. VOORSTEL de Commissie d.d.: 12 oktober 2005 Betreft:

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 18 oktober 2005 (20.10) (OR. fr) 13441/05 STAT 24 FIN 375. VOORSTEL de Commissie d.d.: 12 oktober 2005 Betreft: RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 18 oktober 2005 (20.10) (OR. fr) 13441/05 STAT 24 FIN 375 VOORSTEL van: de Commissie d.d.: 12 oktober 2005 Betreft: Voorstel voor een verordening (EG, EURATOM) van de

Nadere informatie

PUBLIC. Brussel, 24 oktober 2008 (30.10) (OR. fr) RAAD VA DE EUROPESE U IE 14625/08. Interinstitutioneel dossier: 2008/0058 (C S) 2008/0059 (C S)

PUBLIC. Brussel, 24 oktober 2008 (30.10) (OR. fr) RAAD VA DE EUROPESE U IE 14625/08. Interinstitutioneel dossier: 2008/0058 (C S) 2008/0059 (C S) Conseil UE PUBLIC RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 24 oktober 2008 (30.10) (OR. fr) Interinstitutioneel dossier: 2008/0058 (C S) 2008/0059 (C S) 14625/08 LIMITE FISC 138 OTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap

Nadere informatie

Tekst van de artikelen 33 tot en met 37 met toelichting

Tekst van de artikelen 33 tot en met 37 met toelichting EUROPESE CONVENTIE SECRETARIAAT Brussel, 2 april 2003 (03.04) (OR. fr) CONV 650/03 NOTA van: aan: Betreft: het Praesidium de Conventie Het democratisch leven van de Unie Deel I van de Grondwet, Titel VI:

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 28.10.2016 COM(2016) 694 final 2016/0343 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD inzake de sluiting, namens de Europese Unie, van een overeenkomst tot wijziging van de Overeenkomst

Nadere informatie