PROVINCIE GELDERLAND Provincie Gelderland. samengesteld door. Ruimte voor zorg bv

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "PROVINCIE GELDERLAND Provincie Gelderland. samengesteld door. Ruimte voor zorg bv"

Transcriptie

1 MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 PROVINCIAAL RAPPORT voor Provincie Gelderland samengesteld door Henk Nouws (Ruimte voor zorg), Claasje Reijers (Procesmakers), Anne Reijers, Geesje Philippi (Procesmakers), Linda Sanders (Sanders Advies en Projecten) Ruimte voor zorg bv Research en advies in wonen en zorg Postbus 2038, 3800 CA AMERSFOORT tel fax Oktober 2016

2 INHOUD 1 Inleiding Hoe te gebruiken Wonen met zorg en andere begrippen Bronnen en werkwijze Vier opvallende trends Toepassing in woonagenda s, woonvisies en prestatieafspraken Hoofdpunten: trends en ontwikkelingen Ontwikkelingen in wonen met zorg Bevolkingsontwikkeling Overzicht aanbod wonen met zorg Ouderenzorg Ggz en Beschermd Wonen Mensen met een verstandelijke of lichamelijke handicap Tot slot Bevolkingsprognose Ontgroening en vergrijzing Woningmarktregio s Stad en platteland Samenvatting Wonen met zorg voor ouderen Trends en veranderende voorkeuren burgers Gevolgen voor beleid Prognose vraag Aanbod en plannen Vraag versus aanbod; waar zijn tekorten of overschotten? Uitgelicht: productie, indicatie, verstrekking, leeftijd Uitgelicht: sluiting, nieuwbouw, verhuur, transformatie Aanknopingspunten voor woonbeleid en prestatieafspraken Beschermd wonen en Ggz Trends en veranderende voorkeuren van burgers Gevolgen voor beleid Prognose vraag Het aanbod Verschil tussen vraag en aanbod Uitgelicht: nadere analyse vraag en aanbod Uitgelicht: van Beschermd Wonen naar Wonen met Bescherming Aanknopingspunten voor woonbeleid en prestatieafspraken Wonen met zorg voor mensen met een handicap Veranderende voorkeuren Gevolgen voor beleid Prognose vraag VG, LVG, SGLVG, LG Aanbod en plannen Waar zijn tekorten of overschotten?... 96

3 6.6 Uitgelicht: nadere analyse vraag en aanbod Uitgelicht: particuliere initiatieven en PGB Aanknopingspunten voor woonbeleid en prestatieafspraken Cijfers gemeenten Wonen met zorg voor ouderen Wonen met zorg in de Ggz Wonen met zorg in de gehandicaptenzorg Verantwoording Bronnen en werkwijze Prevalentie dementie Begrippenlijst

4 1 INLEIDING Deze rapportage is de weerslag van een onderzoek in de provincie Gelderland naar de ontwikkeling van vraag en aanbod op het gebied van wonen met zorg. Het onderzoek heeft plaatsgevonden in Opdrachtgever is provincie Gelderland. Het doel van het onderzoek is een prognose te geven van vraag en aanbod naar wonen met zorg tot het jaar De prognose stelt gemeenten, regio s, woningcorporaties, zorgaanbieders en instanties beter in staat beleid te maken. Er worden cijfers gegeven maar ook kwalitatieve trends beschreven. De uitkomsten hebben betrekking op verschillende zorgsectoren: ouderenzorg, Ggz en gehandicapten. Naast deze lijvige hoofdrapportage is er een kortere samenvatting opgesteld. Bovendien zijn er per gemeente en per woningmarktregio factsheets beschikbaar. Ook voor de Utrechtse gemeenten Renswoude, Rhenen en Veenendaal zijn factsheets voorhanden. De doelgroep voor het onderzoek bestaat in de eerste plaats uit beleidsmakers op het gebied van huisvesting, wonen met zorg, ruimtelijke ordening. Zij krijgen gegevens aangereikt die voorspellen hoe groot de vraag naar wonen met zorg zal zijn en hoe deze er uit zal zien. De beleidsmakers op het gebied van de zorg en het sociaal domein zijn ook een doelgroep voor het onderzoek, zij het dat het onderzoek zich beperkt tot wonen met zorg en geen informatie geeft over bijvoorbeeld ambulante of specialistische zorg. 1.1 HOE TE GEBRUIKEN Beleidsmakers hebben behoefte aan cijfers, inzicht in trends en aan een gemeenschappelijke taal. Deze monitor biedt hen een onderlegger voor visie en beleid. Bij voorkeur bespreekt een gemeente samen met zorgaanbieders, woningaanbieders en instanties de resultaten van het onderzoek om vast te stellen welke input dit biedt voor visie en beleid. Het onderwerp raakt zowel wonen als ruimtelijke ordening en het sociaal domein. Vertegenwoordigers van de zorgconsumenten kunnen hier ook deel van uitmaken. De cijfers geven een richting, maar geen zekerheid. Het voorspellen van de vraag is feitelijk onmogelijk. Behoudens de bevolkingsprognose is er weinig houvast. En zelfs de bevolkingsprognose bevat allerlei onzekerheden. De gegevens zijn tot stand gekomen door een inventarisatie van het aanbod bij alle aanbieders, en door een inschatting van de vraag op basis van de huidige zorgproductie naar leeftijd in combinatie met een prognose van de bevolkingsontwikkeling tot Vrijwel alle aanbieders hebben meegewerkt. Desondanks zijn er enkele aanbieders, ook grote, die niet mee wilden werken; hun gegevens zijn zo goed mogelijk via andere bronnen verzameld. Met alles bij elkaar ruim geïnventariseerde locaties, zijn fouten niet uit te sluiten. De inventarisatie geeft een momentopname; inzichten kunnen veranderen en plannen kunnen wijzigen. Ondanks mogelijke missers en fouten zijn de cijfers een goed beginpunt voor het gezamenlijke gesprek. Lokale partijen kunnen altijd afspreken om de aanbodcijfers nader te Ruimte voor zorg 1

5 verfijnen. Nog mooier zou zijn als lokale partijen afspreken om de aanbodontwikkeling regelmatig bijvoorbeeld twee maal per jaar te monitoren. Dan kunnen ook gelijk vraagindicatoren worden meegenomen, zoals wachtlijstgegevens, signalen van sociale wijkteams, registraties van woningzoekenden. 1.2 WONEN MET ZORG EN ANDERE BEGRIPPEN Dit onderzoek richt zich op wonen met zorg. We verstaan hieronder woonvormen die gekoppeld zijn aan zorg. Dit kan verblijf binnen bijvoorbeeld de Wlz zijn, inclusief kleinschalige projecten. Het kan ook een tussenvorm zijn: we onderscheiden hierbij Woonzorg in de ouderenzorg, en Wonen met Bescherming in de Ggz. Deze twee tussenvormen onderscheiden zich onder meer van verblijf door de wijze van bekostiging: de cliënt betaalt zelf de huur en de kosten voor levensonderhoud zoals eten, wassen, schoonmaken, activiteiten. Woonzorg is het antwoord op het afschaffen van het verzorgingshuis. Wonen met Bescherming in de Ggz is bedoeld om mensen minder afhankelijk te maken van intramuraal verblijf en een perspectief te bieden op zelfstandigheid. De figuur hieronder verduidelijkt een en ander: Figuur 1 Onderwerp van het onderzoek is Wonen met zorg. Hieronder worden enkele belangrijke begrippen uitgelegd. In de bijlage is een langere lijst van begrippen opgenomen. Wonen met zorg In dit onderzoek wordt hieronder verstaan zowel het traditionele verblijf als de tussenvormen Woonzorg en Wonen met Bescherming. Ruimte voor zorg 2

6 Verblijf (verblijfszorg, verblijfsvoorzieningen, zorg met verblijf) Wonen, hotelkosten, zorg en behandeling binnen de Wlz, Zvw en Wmo Beschermd Wonen (BW). Kleinschalige (PGB-)initiatieven: groepswonen voor mensen met een zware zorgvraag op basis van het scheiden van wonen en zorg. Beschermd Wonen (BW) Tussenvorm Woonzorg Wonen met Bescherming (WmB) Individueel Wonen met Bescherming (IWmB) Scheiden wonen en zorg Ggz Ghz V&V Wlz Wmo Zvw ZIN ZZP Verstrekking in de Ggz waarbij zowel wonen, zorg als hotelkosten zijn inbegrepen. Beschermd Wonen valt nu onder de Wmo. Vóór maakte het deel uit van de Awbz en heette het GGZ-C. Van oudsher wordt deze zorg verleend door RIBW s, regionale instellingen voor Beschermd Wonen. In dit onderzoek worden twee segmenten separaat benoemd: Woonzorg en Wonen met Bescherming. Geclusterd wonen met full-service zorg- en dienstverlening. De bewoner betaalt huur en de kosten voor levensonderhoud. Dit kan kleinschalig of grootschalig zijn. Een alternatief voor Beschermd Wonen waarbij de cliënt de huur en de kosten van levensonderhoud (hotelkosten) betaalt. Een alternatief voor Beschermd Wonen waarbij de cliënt zelfstandig woont, niet samen met andere cliënten, en ambulante hulp krijgt. Cliënt betaalt zelf de huur en de kosten voor levensonderhoud ( hotelkosten ) Geestelijke gezondheidszorg, zowel de klinische zorg (Zvw), langdurige zorg (Wlz) als Beschermd Wonen (Wmo) Gehandicaptenzorg. In dit onderzoek zijn de volgende doelgroepen meegenomen: VG, LVG, SGLVG en LG. Niet meegenomen zijn de jeugdzorg en de auditief / visueel gehandicapten. Verzorging en verpleging, oftewel de sector ouderenzorg. Wet langdurige zorg. De opvolger van de Awbz voor wat betreft langdurige zorg. Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Bekostigt onder meer Beschermd Wonen. Zorgverzekeringswet Zorg in Natura: een verstrekkingsvorm in de Wet langdurige zorg en de Wmo Beschermd Wonen waarbij de aanbieder het budget beheert. Zorgzwaartepakket. Verstrekkingsvorm Zorg in Natura: Ruimte voor zorg 3

7 wonen, zorg, hotelkosten, behandeling Zorgprofiel VPT MPT PGB Prestatieafspraken Prevalentie VG LVG SGLVG LG In de Awbz werden indicaties ZZP s genoemd. In de Wlz worden de indicaties zorgprofielen genoemd. Het gaat om dezelfde indicaties. Een ZZP is in de Wlz een verstrekkingsvorm, net als VPT, MPT en PGB. Vaak echter gebruikt men nog de term ZZP om een indicatie aan te geven, in plaats van de term zorgprofiel. Volledig Pakket Thuis. Verstrekkingsvorm Zorg in Natura: zorg, hotelkosten, behandeling exclusief huisvesting Modulair Pakket Thuis. Verstrekkingsvorm Zorg in Natura: een deelverstrekking die kan worden gecombineerd met het PGB. Persoonsgebonden budget: een verstrekkingsvorm in de Wet langdurige zorg en Wmo waarbij de cliënt of diens vertegenwoordiger het budget beheert. Afspraken tussen gemeenten, woningcorporaties en huurdersvertegenwoordigers zoals bedoeld in de Woningwet Het vóórkomen van iets. In dit onderzoek is de feitelijke productie in de Wlz omgezet in leeftijdsspecifieke prevalentiecijfers. Deze zijn in combinatie met de bevolkingsprognose gebruikt om de toekomstige vraag te berekenen. Verstandelijk Gehandicapt Licht Verstandelijk Gehandicapt Sterk Gedragsgestoord Licht Verstandelijk Gehandicapt Lichamelijk Gehandicapt 1.3 BRONNEN EN WERKWIJZE De prognoses in deze monitor zijn tot stand gekomen op basis van de volgende bronnen en analyses: 1. Productiecijfers Wlz zorgregio Arnhem. Bron: Menzis De productiecijfers zijn van en De GGZ-C ook wel Beschermd Wonen genoemd - is gemeten op en Productiecijfers Beschermd Wonen. Bron: Ede, Arnhem, Doetinchem De centrumgemeenten Ede, Arnhem en Doetinchem hebben een opgave gedaan van het aantal cliënten Beschermd Wonen op Bevolkingsprognose Gelderland op wijk- en buurtniveau. Bron: ABF Deze bevolkingsprognose is begin 2016 opgesteld door ABF in opdracht van provincie Gelderland. Ruimte voor zorg 4

8 4. Inventarisatie aanbod wonen met zorg. Bron: Ruimte voor Zorg Alle aanbieders zijn via en telefoon benaderd om een opgave te doen van hun locaties, capaciteit, gegevens over eigendom en bekostiging en toekomstplannen. De gegevens zijn verzameld door middel van een online enquête. De gegevens van enkele aanbieders die niet hebben meegedaan, zijn zo veel mogelijk via internet verzameld. 5. Prognose van vraag en aanbod De productiecijfers zijn samen met de bevolkingsprognose omgerekend naar een vraagprognose voor de jaren 2026, 2036 en 2046 en deze is naast het aanbod gelegd. De in dit onderzoek berekende vraag is dus een theoretische vraag op basis van de gemiddelde prevalentie in de provincie (eigenlijk zorgregio Arnhem). De vraag is niet de feitelijke vraag van mensen die zich melden bij zorgaanbieders. De - vaak historisch gegroeide - verschillen tussen gemeenten zijn hierdoor gladgestreken. Alle figuren en tabellen zijn gebaseerd op deze bronnen. De bronvermelding is daarom niet apart vermeld in de kopjes van de figuren en tabellen. 1.4 VIER OPVALLENDE TRENDS Er zijn vier opvallende trends waar te nemen: 1. Van twee werelden naar één wereld Vroeger had je instellingen die voor mensen met een zware zorgvraag of beperking alles deden: huisvesting, levensonderhoud, activiteiten en werk, zorg. Tegenwoordig wonen mensen met een zware zorgvraag steeds vaker gewoon ín de samenleving. Woningcorporaties en gemeenten krijgen hier steeds meer mee te maken. 2. Het 85+ tijdperk De babyboomgeneratie zal de komende jaren met pensioen gaan en uiteindelijk zorgen zij voor een enorme aanwas van het aantal 85-plussers: een verdrievoudiging in 30 jaar. Dit werkt door in de vraag naar wonen met zorg. 3. Nestverlaters in de Ggz De instroom in Beschermd Wonen door jonge mensen is zeer groot. Dit legt een flinke druk op de capaciteit. De opgave is deze jongeren op weg te helpen naar een zelfstandig bestaan. 4. Oudergestuurde ontwikkeling in de gehandicaptenzorg De concentratie van capaciteit in de gehandicaptenzorg is van oudsher groot maar onder invloed van ouders raakt het aanbod steeds meer verspreid over gemeenten en woonplaatsen. 1.5 TOEPASSING IN WOONAGENDA S, WOONVISIES EN PRESTATIEAFSPRAKEN De Woningwet van 1 januari 2015 beschrijft de relatie tussen gemeenten en woningcorporaties. Gemeenten kunnen woningcorporaties vragen een bijdrage te leveren aan het volkshuisvestingsbeleid. Gemeenten leggen hun doelstellingen vast in woonvisies of in beknoptere documenten zoals woonagenda s. Ruimte voor zorg 5

9 Woningcorporaties moeten hier redelijkerwijs aan meewerken. Zij doen gemeenten iedere zomer een bod hoe zij aan de gemeentelijke doelen kunnen bijdragen. Na een overlegfase komen de partijen, samen met de huurdersorganisaties, tot afspraken die worden vastgelegd in de zogenaamde prestatieafspraken. Het Rijk kan woningcorporaties en gemeenten opdragen om prioriteit te geven aan bepaalde doelen. Op dit moment heeft het Rijk vier doelstellingen geformuleerd: betaalbaarheid en beschikbaarheid voor de doelgroep, energiezuinige sociale huurwoningvoorraad, huisvesten van urgente doelgroepen, realiseren van wonen met zorg en ouderenhuisvesting. Drie van deze vier doelstellingen raken de zorgsector. Daarom zijn in deze monitor suggesties opgenomen voor prestatieafspraken voor wonen met zorg. Prestatieafspraken zijn niet het beleid, maar zijn wel een nuttig instrument om lopend beleid af te maken door concrete doelstellingen af te spreken, of om nieuw beleid aan te zwengelen door nieuwe thema s te exploreren. Daarnaast kunnen de prestatieafspraken een middel zijn om aanbieders en instanties samen te brengen. Vanuit de optiek van de gemeente zijn prestatieafspraken een mogelijkheid om woonbeleid te verknopen met het sociaal domein. Ruimte voor zorg 6

10 2 HOOFDPUNTEN: TRENDS EN ONTWIKKELINGEN De Monitor Wonen-Zorg 2016 provincie Gelderland is een prognose van vraag en aanbod naar wonen met zorg. Het gaat zowel om ouderenzorg, gehandicaptenzorg als Ggz. Dit hoofdstuk is een samenvatting van de resultaten van de monitor. Begonnen wordt met een algemene inleiding op de ontwikkelingen rond wonen met zorg: de samenleving is aangeland op een punt waarbij wonen met zorg geen apart segment meer is, maar samenvalt met het regulier beleid en woningaanbod. Daarna laten we zien hoe de bevolking in Gelderland zich de komende 30 jaar ontwikkelt: de omvang blijft gelijk, maar de leeftijdsverdeling verandert ingrijpend. In de drie paragrafen daarna presenteren we de hoofdpunten van de analyse van respectievelijk de ouderenzorg, de Ggz en de gehandicaptenzorg. 2.1 ONTWIKKELINGEN IN WONEN MET ZORG De voorgeschiedenis van wonen met zorg Heel vroeger leefden ouderen bij hun kinderen en leefden mensen met een beperking bij hun ouders. In de 20 e eeuw ontstonden instellingen die mensen met een hoge zorgvraag onderdak boden. Na de oorlog brak er een periode aan van institutionalisering en groei van deze verblijfsvoorzieningen: instellingen voor zwakzinnigen, psychiatrische instellingen, verzorgingshuizen, verpleeghuizen. Het werd een overheidsverantwoordelijkheid. Kritiek op het overheidssysteem was er al snel: het beleid was star waardoor de voorzieningen niet meebewogen met de groeiende kwaliteitsvraag. De cliënten werden afgezonderd van de maatschappij. En vanaf de jaren 80 waren er zorgen om de betaalbaarheid. Al deze problemen zijn er nog steeds. In deze eeuw is geprobeerd het tij te keren door marktprikkels in te bouwen in de zorg. Door zorgaanbieders scherp te houden via inkoopprocedures wordt er een optimum in de prijs-kwaliteitsverhouding nagestreefd. Het volume van de zorg wordt in bedwang gehouden door een landelijk budget. Zorgkantoren en sinds kort ook gemeenten voor wat betreft Beschermd Wonen hebben de opdracht kwalitatief en kwantitatief de goede voorzieningen in te kopen. Door ingrepen in de toegang indicatie, eigen bijdragen worden de lichtere zorgvragen uitgesloten van verblijf. Ook wordt geprobeerd de wooncomponent uit de aanspraken voor verblijf te halen waardoor het systeem flexibeler wordt. Al deze beleidswijzigingen hebben ingrijpende gevolgen voor het vastgoed en voor de organisaties en instanties die zich bezig houden met het vastgoed. Woningcorporaties om te beginnen zien een risico ontstaan bij het traditionele zorgvastgoed terwijl er tegelijkertijd een behoefte is aan nieuwe geclusterde woonzorgvoorzieningen op basis van scheiden wonen en zorg. Gemeenten en woningcorporaties zien zich geconfronteerd met transformatie van zorgvastgoed en terreinen; zorgaanbieders kunnen het vaak niet op eigen kracht. Er is geen landelijk saneringsbeleid. Op lokaal niveau is een explorerende fase aangebroken. Ruimte voor zorg 7

11 Van twee werelden naar één wereld Je kan het ook zo zien: vroeger waren er twee werelden, die van mensen die zorg nodig hadden en in instellingen verbleven en die van gezonde mensen. Woningcorporaties en gemeenten waren er voor de laatste groep. Figuur 2 Twee werelden: instelling en buitenwereld Dit onderscheid is niet scherp meer. Er is nu één wereld, waarin iedereen samenleeft. Woningcorporaties merken dit heel duidelijk: er dienen zich nu allerlei doelgroepen aan die vragen naar speciale woonvormen en vooral goedkope, kleine woningen. Gemeenten merken het ook: zij krijgen stukje bij beetje de verantwoordelijkheid over de zorg. Voor aanbieders is het natuurlijk ook wennen om te werken met nieuwe spelers en spelregels. Figuur 3 Eén wereld Ruimte voor zorg 8

12 Bij woningcorporaties ligt ook een opgave om de woningmarkt in beweging te houden: doorstroming. Goedkope woningen moeten vrijkomen of bestemd worden voor mensen met een laag inkomen, bijvoorbeeld mensen met een beperking die in de regel weinig eigen inkomen hebben. Grote woningen moeten vrijkomen voor gezinnen. Toegankelijke woningen moeten vrijkomen voor mensen met een lichamelijke beperking. De doorstroming werkt echter niet altijd optimaal. Ouderen bijvoorbeeld laten zich maar mondjesmaat verleiden te verhuizen naar een kleiner seniorenappartement. Mensen met een lichamelijke beperking blijven graag in hun eigen buurt en huis wonen, met aanpassingen. Jongeren die een goedkope woning zoeken komen moeilijk aan de bak. Dit thema de doorstroming heeft veel raakvlakken met de zorg. De toekomst vergt daarom dat woningcorporaties, gemeenten, zorgaanbieders en verzekeraars gezamenlijk beleid maken met een gezamenlijke visie op het totaal, en niet alleen op het deel van de werkelijkheid waar men zelf verantwoordelijk voor is. Vroeger, in de tijd van de twee werelden, kon ieder grotendeels zijn eigen weg gaan. Nu hebben aanbieders, overheden en instanties meer een gedeelde verantwoordelijkheid en vullen hun werkvelden elkaar aan om zodoende tot een goed resultaat te komen voor de individuele zorgvrager. Afbouw verblijfszorg De afgelopen jaren zijn veel maatregelen genomen in de zorg. De Awbz is per afgeschaft, en de verblijfszorg daarbinnen is overgegaan naar een nieuwe wet, de Wet langdurige zorg, Wlz. Eén van de maatregelen die is genomen om de omvang van de verblijfszorg in te tomen, is het afschaffen van de lichtere verblijfsindicaties. Figuur 4 Transitie van de Awbz: zorgprofielen die niet meer in aanmerking komen voor de Wlz verstrekking zorg met verblijf Ouderenzorg V&V1 V&V2 V&V3 V&V4 V&V5 V&V6 V&V7 V&V8 V&V9 V&V10 Gehandicaptenzorg VG1 VG2 VG3 VG4 VG5 VG6 VG7 VG8 Legenda: LVG1 LVG2 LVG3 LVG4 LVG5.. = Gehandhaafd SGLVG1.. = Afgeschaft LG1 LG2 LG3 LG4 LG5 LG6 LG7.. = Overgeheveld naar Wmo GGZ GGZ-B1 GGZ-B2 GGZ-B3 GGZ-B4 GGZ-B5 GGZ-B6 GGZ-B7 GGZ-C1 GGZ-C2 GGZ-C3 GGZ-C4 GGZ-C5 GGZ-C6 Overgeheveld naar Wmo Bovenstaand schema laat zien welke verblijfsindicaties zijn afgeschaft. Mensen die deze indicatie al hadden, behouden hun recht. Gaandeweg neemt het aantal cliënten met deze Ruimte voor zorg 9

13 indicaties af. Nieuwe lichte indicaties worden niet afgegeven. Mensen met deze lichte zorgvraag zullen thuis hun zorg ontvangen, of soms in specifieke woonzorgvoorzieningen waar zij zelf hun huur betalen. Verstrekkingen verblijfszorg Voor buitenstaanders is het jargon in de Wlz en Wmo niet helder. Daarom hieronder een overzicht welk type verstrekkingen de Wlz en de Wmo kennen. Daarachter staat of de huisvesting is inbegrepen in deze verstrekking of niet. Uit het overzicht kan worden afgeleid dat alleen een ZZP en het traditionele Beschermd Wonen inclusief huisvesting zijn. De andere verstrekkingsvormen zijn exclusief huisvesting: de cliënt betaalt zelf de huisvesting, en vaak ook de hotelkosten - het levensonderhoud - zoals schoonmaken, koken, wassen en recreatie. Omdat huisvesting en hotelkosten niet inbegrepen zitten in de verstrekking, wordt ook wel gesproken van scheiden wonen en zorg. Figuur 5 Overzicht verstrekkingen Wlz en Wmo Beschermd Wonen Verstrekking Huisvesting inbegrepen? Zorg in natura, ZIN ZZP, Zorgzwaartepakket VPT, Volledig pakket thuis MPT, Modulair pakket thuis BW, Beschermd Wonen (Wmo) Ja Nee Ja / Nee Ja Persoonsgebonden bekostiging PGB, Persoonsgebonden budget Nee Voor een goed begrip: deze verstrekkingen zijn vaak uitwisselbaar. Iemand met een VG3 indicatie kan er bijvoorbeeld voor kiezen om die indicatie te verzilveren in de vorm van een ZZP. Dan krijgt die persoon een plekje in een intramuraal project van een zorgaanbieder. Maar de persoon kan er ook voor kiezen alle zorg thuis te ontvangen, het VPT. Combinaties van Zorg in Natura en PGB zijn mogelijk met het MPT, bijvoorbeeld wonen en zorg intramuraal, en dagbesteding door middel van een PGB. Beschermd Wonen, nu het domein van de gemeenten, is in principe intramuraal en Zorg In Natura, dat wil zeggen: alle zorg, hotelkosten, huisvesting, begeleiding, dagbesteding is inbegrepen in de verstrekking. Maar gemeenten willen een groot deel van dit intramurale aanbod omzetten in een flexibeler en veelzijdiger aanbod waarbij de cliënt de huur betaalt. Kortom: voor iedereen die zich bezighoudt met vastgoed en de woningmarkt is er de komende jaren nog volop te doen: transformatie van verouderd vastgoed, nieuwe woonzorgcombinaties op basis van scheiden wonen en zorg, en veel meer mensen een plek geven in de reguliere woningvoorraad. Er is veel denkwerk en samenwerking nodig. Ruimte voor zorg 10

14 2.2 BEVOLKINGSONTWIKKELING Na deze algemene introductie op de veranderingen in wonen met zorg, duiken we nu in de demografie van provincie Gelderland: de bevolkingsprognose Bevolkingsprognose Gelderland De bevolking in de provincie Gelderland zal de komende decennia ietsje groeien. De provincie telt nu duizend inwoners en dit zullen er in 2036, dus over 20 jaar, naar verwachting duizend zijn. Na piekjaar 2036 neemt de bevolking langzaam af. Figuur 6 Bevolkingsprognose Gelderland Blijft de omvang van de bevolking nagenoeg gelijk, de leeftijdssamenstelling verandert drastisch. De bevolking boven de 75 jaar neemt toe, die onder de 55 jaar neemt af, en de groep jarigen neemt de eerste 10 jaar nog toe om daarna ook terug te gaan lopen. Vooral de toename van het aantal 85-plussers is opvallend: Figuur 7 Bevolkingsprognose 55+ Gelderland Ruimte voor zorg 11

15 De groep 85-plussers groeit de komende 30 jaar gestaag door, van 43-duizend naar 125- duizend, een toename van 190%. Dit is des te belangrijker aangezien het zorggebruik onder deze groep groot is. Het zal de vraag naar verblijfszorg verder opstuwen. Op dit moment zijn er op iedere plussers 31 ouderen tussen de 55 en 75 jaar. In dertig jaar zal deze verhouding wijzigen naar nog slechts 13 jonge ouderen op iedere 10 oudere ouderen. Dit zegt iets over het vrijwilligerspotentieel. Het beroep op wonen met zorg in de Ggz en de sector verstandelijk gehandicapten wordt voor een belangrijk deel bepaald door de groep jongeren die het huis uit gaan. De leeftijdsgroep 15 tot 30-jarigen neemt de komende vijf jaar nog lichtjes toe, om daarna te gaan dalen. Na 2036 wordt weer een geringe groei voorspeld. Regionale bevolkingsontwikkeling Regionaal zijn er grote verschillen: Tabel 1 Bevolkingsprognose Gelderland , naar regio Regionale kerncijfers Bevolking x jarigen x plussers x /75+ % Achterhoek % % % 2,9 1,1 2,5% 7,4% FoodValley % % % 2,9 1,3 2,0% 4,9% FoodValley met Utrecht % % % 2,9 1,4 2,0% 5,1% Noord-Veluwe % % % 2,9 1,2 2,2% 6,3% Rivierenland % % % 3,6 1,3 1,7% 5,5% Arnhem e.o % % % 3,0 1,3 2,1% 5,6% Nijmegen e.o % % % 3,2 1,3 1,8% 5,5% Liemers % % % 3,3 1,2 1,9% 6,6% Stedendriehoek % % % 2,9 1,2 2,5% 7,0% Gelderland % % % 3,1 1,3 2,1% 6,0% Achterhoek De Achterhoek is een regio met een sterk dalende bevolking, waaronder de sterkste afname van het aantal jongeren tussen 15 en 24 jaar. De groei van het aantal 85-plussers is in De Achterhoek relatief laag, maar door de algehele krimp is in 2046 het aandeel 85-plus op de totale bevolking het grootst binnen de provincie: 7,4%. Ook de verhouding tussen jonge ouderen en oude ouderen (55-74 / 75+) neemt het sterkst af: van 2,9 nu naar 1,1 in FoodValley FoodValley is in veel opzichte het tegenovergestelde van De Achterhoek. Hier groeit de bevolking nog de komende jaren, met 20% tot Ook het aantal jongeren tussen 15 en 24 neemt 12% toe. De vergrijzing is gemiddeld, met een toename van 192% van het aantal 85-plussers. Het aandeel 85-plussers op de totale bevolking is het laagst in de provincie in 2046: 4,9%. De verhouding tussen jonge ouderen en oude ouderen daalt van 2,9 naar 1,3. Ruimte voor zorg 12

16 Opmerking: in dit onderzoek zijn de Utrechtse gemeenten Renswoude, Rhenen en Veenendaal meegenomen. FoodValley inclusief deze Utrechtse gemeenten is in blauw weergegeven in de tabel. De overige regio s zijn alleen voor het Gelderse deel opgenomen in het onderzoek. Noord-Veluwe Ook in de Noord-Veluwe zal de bevolking groeien, en wel met 12%. Het aantal jongeren blijft nagenoeg gelijk. Het aantal 85-plussers neemt in dertig jaar flink toe: 218%. Daardoor komt het aandeel 85- plussers op de totale bevolkingin 2046 op 6,3% en de verhouding van jong-oud / oud-oud daalt van 2,9 naar 1,2. Rivierenland In Rivierenland komt de omvang van de bevolking de komende decennia niet van zijn plaats. Maar het aantal jongeren daarbinnen neemt 10% af en het aantal ouderen neemt toe, het aantal 85- plussers zelfs met 221%. Daardoor maakt het aantal 85-plussers straks 5,5% uit van de totale bevolking. De verhouding jong-oud / oud-oud is nu het gunstigst in de provincie maar zakt van 3,6 naar 1,3. Arnhem e.o. De regio Arnhem kent de komende decennia een lichte bevolkingsgroei. Daarbinnen neemt het aantal jongeren licht af en groeit de groep 85-plussers met 173% zodat hun aandeel op de totale bevolking in 2046 is gestegen van 2,1% naar 5,6%. De verhouding jongoud / oud-oud neemt af van 3,0 naar 1,3. Nijmegen e.o. De bevolkingsomvang in de regio Nijmegen blijft nagenoeg gelijk de komende jaren. Het aantal jongeren neemt wel fors af, met 16%, terwijl het aantal 85-plussers 200% toeneemt. Hun aandeel is in ,5% van de totale bevolking en de verhouding jong-oud / oud-oud wordt 1,3. Liemers Net als de Achterhoek is De Liemers een landelijke regio in de periferie van het land, maar de sociaal-economische omstandigheden zijn verschillend. De bevolking neemt licht af, het aantal jongeren neemt sterk af en de toename van de 85-plussers is het grootst van alle Gelderse regio s: 235%. In 2046 zal dan ook 6,6% van de bevolking 85 jaar of ouder zijn, waarmee de regio na de Stedendriehoek en De Achterhoek op de derde plaats staat. De verhouding jong-oud / oudoud daalt van 3,3 naar 1,2. Stedendriehoek De Stedendriehoek (voor wat betreft het Gelderse deel) behoudt de Ruimte voor zorg 13

17 komende decennia een constante bevolkingsomvang. Daarbinnen neemt het aantal jongeren 11% af en groeit het aantal 85-plussers 174% - veel, maar zeker niet het hoogst van de provincie. Al met al zal het aandeel 85-plussers, wat nu al op 2,5% staat, toenemen tot 7,0%. De verhouding jong-oud / oud-oud daalt van 2,9 naar 1,2 in Stad en platteland De kleine kernen vergrijzen en ontgroenen sneller dan de grotere agglomeraties. In die kleine kernen zal de vraag naar wonen met zorg sterk groeien. Dit brengt ofwel een verhuisbeweging teweeg naar de grotere kernen waar de voorzieningen voor wonen met zorg zijn, ofwel deze voorzieningen gaan zich de komende jaren deconcentreren naar de kleinere bevolkingscentra. Figuur 8 Bevolkingsprognose 85+ Gelderland , naar omvang kern, 2016= OVERZICHT AANBOD WONEN MET ZORG In dit onderzoek zijn alle aanbieders benaderd met een digitale vragenlijst over hun capaciteit en hun plannen. De uitkomsten vatten we hier samen Capaciteit nu en toekomst Gevraagd is aan de aanbieders hoe groot hun huidige capaciteit wonen met zorg is en wat hun plannen zijn. Er is onderscheid gemaakt naar verschillende soorten plannen: Een verandering van de capaciteit of doelgroep Vervangende nieuwbouw Aanpassing aan het gebouw, zoals verbouw, aanbouw, vervanging van een deel Het sluiten van de locatie en het verplaatsen van de capaciteit. Dit betekent dat een organisatie voldoende contractruimte heeft om elders deze capaciteit in te zetten Ruimte voor zorg 14

18 Het sluiten van de locatie en het opheffen van de capaciteit Nieuw te ontwikkelen locaties Wensen geen plannen voor nieuwe uitbreiding Tabel 2 Huidige en toekomstige capaciteit wonen met zorg Gelderland Ouderenzorg Ggz Ghz PG Woonzorg, licht, somatiek Wmo Wlz Zvw VG/LVG/ SGLVG Geen verandering Verandering capaciteit of doelgroep Vervangende nieuwbouw Verbouw, aanbouw, vervanging deel Huidig Sluiten locatie en verplaatsen capaciteit Sluiten locatie en opheffen capaciteit LG Totaal In ontwikkeling Wens Totaal Ouderenzorg Ggz Ghz PG Woonzorg, licht, somatiek Wmo Wlz Zvw VG/LVG/ SGLVG Geen verandering Verandering capaciteit of doelgroep Vervangende nieuwbouw Verbouw, aanbouw, vervanging deel Sluiten locatie en verplaatsen capaciteit Sluiten locatie en opheffen capaciteit Toekomstig (2021) LG Totaal In ontwikkeling Wens Totaal Verandering t.o.v. huidig 3,7% -5,5% 2,8% -14,5% -14,0% -0,2% 4,4% -1,0% Opgeteld is de capaciteit in Gelderland bijna plaatsen voor al deze doelgroepen. Daarbinnen is de groep verstandelijk gehandicapten het grootst. De capaciteit Woonzorg, licht, somatiek is de optelsom van capaciteit in verzorgingshuizen en verpleeghuiscapaciteit somatiek; niet meegeteld hierin zijn geriatrische revalidatie en palliatieve zorg. Door de massieve groei van het aantal mensen met dementie zal het verblijfsaanbod voor deze doelgroep op termijn het grootste aandeel krijgen binnen het totaal. Over het geheel genomen is er op basis van wat de aanbieders hebben opgegeven in het onderzoek - geen groei van de capaciteit. Wel groeit de capaciteit voor mensen met dementie, Wmo capaciteit binnen de Ggz, en de capaciteit voor de doelgroep lichamelijk gehandicapten. Maar er is een afname van de capaciteit Woonzorg + verblijf licht en somatiek en de overige Ggz. Er vindt weinig activiteit plaats op het gebied van nieuwbouw, maar des te meer op het gebied van vervanging en verbouw van bestaand vastgoed. Ruimte voor zorg 15

19 2.3.2 Scheiden wonen en zorg Vroeger werd huisvesting en hotelkosten altijd bekostigd uit de Awbz. Tegenwoordig kunnen cliënten zelf vaak ervoor kiezen het appartement te huren en zorg op maat te regelen: scheiden wonen en zorg. Dit is mogelijk met een PGB, maar ook met een VPT of MPT. Rondom het PGB zijn er veel kleinschalige initiatieven ontstaan, ook een vorm van scheiden wonen en zorg. Gevraagd is aan de aanbieders of locaties PGB-projecten zijn of bekostigd zijn op basis van scheiden wonen en zorg. Tabel 3 Huidige en toekomstige bekostiging wonen met zorg Gelderland Ouderenzorg Ggz Ghz PG Woonzorg, licht, somatiek Wmo Wlz Zvw VG/LVG/ SGLVG Totaal LG PGB-project Scheiden wonen en zorg mogelijk Alle appartementen scheiden wonen en zorg In toekomst scheiden wonen en zorg mogelijk In toekomst alle appartementen scheiden wonen en zorg Scheiden wonen en zorg niet mogelijk Huidig Totaal PGB-project 4% 1% 12% 4% 0% 7% 2% 5% Scheiden wonen en zorg mogelijk 37% 49% 12% 11% 0% 26% 0% 32% Alle appartementen scheiden wonen en zorg 1% 9% 8% 12% 2% 1% 0% 4% In toekomst scheiden wonen en zorg mogelijk 14% 11% 30% 0% 0% 1% 16% 10% In toekomst alle appartementen scheiden wonen en zorg 2% 5% 0% 0% 0% 0% 0% 2% Scheiden wonen en zorg niet mogelijk 42% 25% 39% 73% 98% 65% 82% 47% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% Ouderenzorg Ggz Ghz PG Woonzorg, licht, somatiek Wmo Wlz Zvw VG/LVG/ SGLVG Totaal LG PGB-project Scheiden wonen en zorg mogelijk Alle appartementen scheiden wonen en zorg In toekomst scheiden wonen en zorg mogelijk In toekomst alle appartementen scheiden wonen en zorg Toekomstig (2021) Scheiden wonen en zorg niet mogelijk Totaal PGB-project 4% 1% 17% 5% 9% 7% 2% 5% Scheiden wonen en zorg mogelijk 53% 61% 40% 13% 0% 28% 20% 44% Alle appartementen scheiden wonen en zorg 3% 14% 8% 15% 2% 1% 0% 6% In toekomst scheiden wonen en zorg mogelijk In toekomst alle appartementen scheiden wonen en zorg Scheiden wonen en zorg niet mogelijk 39% 24% 35% 67% 89% 64% 78% 45% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% Al met al blijkt het aandeel van projecten die puur op PGB s draaien gering. Relatief het meeste PGB aanbod vinden we binnen de Wmo, het Beschermd Wonen. Ruimte voor zorg 16

20 Bij een veel groter aandeel van het aanbod is het in principe mogelijk om te kiezen voor scheiden wonen en zorg. De zorgaanbieder moet hiervoor de nodige administratieve aanpassingen plegen in zijn organisatie. Of er veel gebruik wordt gemaakt van deze mogelijkheid, is niet gemeten. Uit de productiecijfers Wlz die later aan de orde komen blijkt dat veel meer cliënten een PGB hebben dan er specifiek PGB aanbod is. Deze clienten zouden hun PGB kunnen gebruiken in de capaciteit die hierboven is aangeduid met scheiden wonen en zorg mogelijk maar aannemelijker is dat zij met hun PGB ambulante zorg inkopen. Scheiden wonen en zorg is vooral groot en groeiende in de ouderenzorg en binnen de Wmo. In een toenemend aantal gevallen, vooral bij de voormalige verzorgingshuizen, is of wordt een hele locatie omgezet naar scheiden wonen en zorg Huur versus eigendom Tot slot kijken we naar hoe het gesteld is met de eigendomssituatie van het zorgvastgoed: is het eigendom van de zorgaanbieder, of huurt de zorgaanbieder het (van een woningcorporatie)? Tabel 4 Huidige en toekomstige eigendomsverhouding wonen met zorg Gelderland Ouderenzorg PG Woonzorg, licht, somatiek Ggz Ghz Wmo Wlz Zvw VG/LVG/ SGLVG Eigendom van zorgaanbieder Huurpand Huidig LG Totaal Totaal Eigendom van zorgaanbieder 57% 51% 48% 86% 71% 53% 64% 54% Huurpand 43% 49% 52% 14% 29% 47% 36% 46% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% Toekomstig (2021) Ouderenzorg Ggz Ghz PG Woonzorg, licht, somatiek Wmo Wlz Zvw VG/LVG/ SGLVG Eigendom van zorgaanbieder Huurpand LG Totaal Totaal Eigendom van zorgaanbieder 55% 50% 46% 85% 57% 54% 61% 53% Huurpand 45% 50% 54% 15% 43% 46% 39% 47% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% Iets meer dan de helft van het vastgoed is eigendom van de zorgaanbieder. In de toekomst zal het aandeel vastgoed in eigendom iets afnemen en het aandeel huur iets toenemen. Ruimte voor zorg 17

21 In de Ggz-Wlz, Ggz-Zvw en ook de sector LG is het merendeel van de capaciteit in bezit van de zorgaanbieder. Maar ook hier is de trend dat het eigen bezit afneemt ten gunste van huur. 2.4 OUDERENZORG Na deze beschrijving van het aanbod wonen met zorg in de provincie Gelderland, gaan we nu in op drie zorgsectoren, te beginnen met de ouderenzorg Het 85-plus tijdperk Wat brengt ons de toekomst? De voorspelling van de vergrijzing is hard, en bovenal moeten we rekening houden met een forse toename van het aantal mensen met dementie en het aantal 85-plussers. Aangezien 85-plussers relatief een hoog beroep doen op Wlz-zorg zij hebben vaak meerdere ziektebeelden tegelijk waardoor zij sneller in aanmerking komen voor een Wlz-indicatie kunnen we gerust stellen dat de komende decennia het 85-plus tijdperk zullen zijn. Met zo n groei van de vraag in het verschiet, lijkt een groei van het Wlz aanbod ook onontkoombaar. Voor één doelgroep gaat dat zeker op: mensen met dementie die niet zelfstandig kunnen wonen zullen behoefte blijven houden aan wonen met zorg. We voorspellen een enorme groei van deze vraag. Voor een andere doelgroep niet: ouderen die van alles mankeren maar niet dement zijn zouden er toch voor kunnen kiezen om thuis te blijven wonen. Het beroep op thuiszorg, woningaanpassingen en diensten zal dan flink groeien. Het zal de betaalbaarheid van de Wmo en Zvw op de proef stellen. Positief is dat zij binnen hun eigen sociale netwerk blijven wonen waar zijn steun en hulp van krijgen Transformatie van het zorgvastgoed De afgelopen jaren zijn de lichte verblijfsindicaties in de ouderenzorg (ZZP1-3) afgeschaft. De ouderen met deze indicaties maakten gebruik van het verzorgingshuis. Nu deze instroom opdroogt, bieden veel zorgorganisaties hun kamers en appartementen in verzorgingshuizen te huur aan: scheiden wonen en zorg. Vroeger was het vastgoed geoormerkt voor een bepaalde doelgroep. Een woonzorgcentrum had bijvoorbeeld een toelating voor zeg 30 verpleeghuisplaatsen PG en 50 plaatsen verblijf licht (verzorgingshuis) en vaak was er ook nog een aanleunflat waar ouderen zelf een woning konden huren. Dit is niet langer meer zo; het vastgoed is niet meer geoormerkt voor bepaalde doelgroepen of zorgprestaties. In plaats daarvan zijn zorgaanbieders nu voor een bepaald aantal plaatsen gecontracteerd en moeten zij zelf bepalen hoe zij deze plaatsen verdelen over hun zorggebouwen, uiteraard wel op voorwaarde dat de zorg verantwoord is en voldoet aan de regels. Zorgaanbieders kunnen nu veel flexibeler omspringen met hun vastgoed, en omgekeerd, het vastgoed kan nu veel meer doelgroepen bedienen. In de voormalige verzorgingshuizen zien we nu veel cliënten die een verpleeghuisindicatie hebben. Vaak worden delen ervan omgebouwd tot kleinschalige woonprojecten. Ouderen met een verblijfsindicatie kunnen in veel gevallen in een aanleunwoning blijven wonen; de zorg komt naar ze toe. Ruimte voor zorg 18

22 Deze verandering heeft vele gevolgen en gemeenten en woningcorporaties wordt gevraagd mee te werken met de transformatie van het vastgoed: Gemeenten wordt gevraagd om in te stemmen met nieuwe functies van zorggebouwen, bijvoorbeeld de verhuur; Woningcorporaties die bezit hebben in de zorg wordt gevraagd mee te werken met de transformatie van de zorggebouwen. Tegelijkertijd zullen veel woningcorporaties ervaren dat de wat oudere en kleine seniorenwoningen het niet goed meer doen onder de doelgroep. Zoals we zullen zien, neemt de vraag naar verblijf voor mensen met dementie enorm toe de komende decennia. De afgelopen jaren is de capaciteit al flink uitgebreid. De groei van de vraag zal nog zeker 30 jaar aanhouden. Tegelijkertijd is de toekomst van de oude verzorgingshuizen onzeker. Zorgaanbieders verhuren nu deze appartementen en bieden daar zorg en diensten aan. In dit onderzoek noemen we dit aanbod Woonzorg: geclusterd wonen met full-service zorg- en dienstverlening. Of dit de gebouwen zal redden, is maar de vraag. Feit is dat zorgaanbieders de komende jaren veel werk zullen hebben aan de transformatie van hun vastgoed Dementie De capaciteit voor mensen met dementie in relatie tot de vraag laat voor Gelderland als geheel verrassend genoeg een overschot zien van 608 plaatsen in 2016, zie onderstaande tabel (zie bijlage voor cijfers van de afzonderlijke gemeenten). Tabel 5 Capaciteit dementie: vraag versus aanbod naar regio Gelderland: dementie, aanbod versus vraag Huidig (2016) Toekomstig (2021) Trad. Kleins. Totaal Vraag Verschil Trad. Kleins. Totaal Vraag Verschil Achterhoek FoodValley FoodValley met Utrecht Noord-Veluwe Rivierenland Arnhem e.o Nijmegen e.o Liemers Stedendriehoek Gelderland Gelderland: dementie, aanbod versus vraag Huidig (2016) Toekomstig (2021) Trad. Kleins. Totaal Vraag Verschil Trad. Kleins. Totaal Vraag Verschil Achterhoek 5% 17% 12% 15% -13% 6% 15% 12% 15% -22% FoodValley 13% 12% 12% 12% 14% 14% 11% 12% 12% 0% FoodValley met Utrecht 4% -7% Noord-Veluwe 19% 9% 13% 10% 36% 18% 10% 12% 11% 13% Rivierenland 9% 10% 9% 10% 1% 11% 10% 10% 10% 1% Arnhem e.o. 19% 16% 17% 16% 18% 21% 15% 17% 15% 4% Nijmegen e.o 15% 14% 15% 13% 17% 15% 13% 14% 13% 0% Liemers 2% 6% 5% 6% -17% 3% 5% 5% 7% -33% Stedendriehoek 16% 17% 17% 18% -2% 13% 20% 18% 18% -3% Gelderland 100% 100% 100% 100% 7% 100% 100% 100% 100% -4% Ruimte voor zorg 19

23 In Gelderland als geheel is een overschot zichtbaar aan capaciteit voor mensen met dementie. Ten opzichte van de vraag is er 7% meer aanbod, 608 plaatsen. Daar komt nog bij dat er van uit mag worden gegaan dat een deel van de ouderen met een ZZP5 of zelfs ZZP7 indicatie niet eens in deze capaciteit wordt opgevangen, maar in verzorgingshuizen. De komende jaren wordt er nog capaciteit bij gerealiseerd, maar desondanks zal dit overschot omslaan in een tekort van 4% in Dit is het gevolg van de enorme vergrijzing. Binnen de provincie zijn er aanzienlijke verschillen. In de Achterhoek en De Liemers is sprake van een flink tekort, dat nog verder dreigt op te lopen. In de regio Noord-Veluwe is juist een overschot zichtbaar. Het aandeel traditionele, niet-kleinschalige capaciteit in deze regio is hoog. In de regio s Arnhem en Nijmegen is ook sprake van een overschot, maar de komende jaren slaat dit om in een licht tekort. Het aantal mensen met dementie waarvoor opvang noodzakelijk is, groeit dramatisch snel, en er is lange termijn visie en beleid nodig om dit probleem te tackelen: Tabel 6 Vraag naar wonen met zorg voor mensen met dementie, naar regio Gelderland: dementie, vraagontwikkeling Achterhoek FoodValley FoodValley met Utrecht Noord-Veluwe Rivierenland Arnhem e.o Nijmegen e.o Liemers Stedendriehoek Gelderland Gelderland: dementie, vraagontwikkeling Achterhoek FoodValley FoodValley met Utrecht Noord-Veluwe Rivierenland Arnhem e.o Nijmegen e.o Liemers Stedendriehoek Gelderland Ruimte voor zorg 20

24 2.4.4 Woonzorg, verblijf licht en verblijf somatiek In de cijfers die nu volgen beschouwen we de vraag en het aanbod naar Woonzorg, verblijf licht (ZZP4) en verblijf somatiek (ZZP6 en ZZP8) als één cluster. Dit doen we omdat het vastgoed niet meer geoormerkt is en deze doelgroepen in de praktijk steeds meer door elkaar wonen. Onder Woonzorg wordt in deze rapportage verstaan geclusterd wonen met full-service zorg- en dienstverlening. De vraag naar Woonzorg is lastig in te schatten. In deze rapportage stellen we de vraag gelijk aan de oude verzorgingshuisdoelgroep, met andere woorden: de voormalige zorgprofielen ZZP1-3. Het is onzeker in welke mate ouderen met de zorgprofielen ZZP1-3 daadwerkelijk gebruik zullen maken van Woonzorg op basis van het bekostigingsprincipe scheiden wonen zorg. Hun huur en hotelkosten worden niet meer betaald uit de Wlz, voorheen Awbz. Zij moeten zelf de huur en de hotelkosten betalen. We weten nog niet of al deze ouderen dat ook gaan doen. Daarom hanteren we twee modellen om de toekomstige vraag naar Woonzorg te berekenen en af te zetten tegen het aanbod. De twee vraagmodellen Woonzorg zijn: Theoretisch maximum : Realistisch maximum : 100% van de prevalentie ZZP1-3 (zou deze indicatie nog bestaan) 25% van de totale prevalentie ZZP1-3 (zou deze indicatie nog bestaan) Bovendien gaan we er van uit dat het zorgvastgoed niet meer zo strikt in de hokjes verzorgingshuis, verpleeghuis en aanleuncomplex is verdeeld: zorgaanbieders zijn vrij om hun vastgoed flexibel in te zetten. Woonzorg, verblijf licht (ZZP4) en somatiek (ZZP6 en ZZP8) kunnen daardoor flexibel en door elkaar voorkomen. Dit komt tot uitdrukking in de analyse. We kijken om te beginnen naar de capaciteit in verzorgings- en verpleeghuizen en berekenen of deze capaciteit voldoende is voor het opvangen van de vraag. In een tweede stap tellen we daar de capaciteit aanleunwoningen bij op en kijken opnieuw of deze capaciteit voldoende is voor de vraag. Model theoretisch maximum In het eerste model wordt er van uitgegaan dat alle ouderen die vroeger zouden kiezen voor het verzorgingshuis nu kiezen voor Woonzorg. Ruimte voor zorg 21

25 Tabel 7 Vraag Woonzorg (model theoretisch maximum), verblijf licht, somatiek versus aanbod naar regio Gelderland: aanbod versus vraag woonzorg, somatiek, ZZP4 Huidig (2016) Toekomstig (2021) Aanbod - Vraag = Verschil + Aanleun = Verschil Aanbod - Vraag = Verschil + Aanleun = Verschil Achterhoek FoodValley FoodValley met Utrecht Noord-Veluwe Rivierenland Arnhem e.o Nijmegen e.o Liemers Stedendriehoek Gelderland Gelderland: aanbod versus vraag woonzorg, somatiek, ZZP4 Huidig (2016) Toekomstig (2021) Aanbod - Vraag = Verschil + Aanleun = Verschil Aanbod - Vraag = Verschil + Aanleun = Verschil Achterhoek 15% 15% -24% 6% -3% 14% 15% -41% 6% -23% FoodValley 10% 12% -34% 9% 7% 10% 12% -48% 10% -9% FoodValley met Utrecht -35% 8% -50% -9% Noord-Veluwe 6% 10% -55% 12% 12% 6% 11% -62% 13% -6% Rivierenland 12% 10% -9% 8% 36% 11% 10% -31% 7% 2% Arnhem e.o. 20% 16% -7% 11% 31% 20% 15% -18% 9% 10% Nijmegen e.o 14% 13% -20% 21% 68% 14% 13% -35% 20% 35% Liemers 6% 6% -28% 6% 26% 6% 7% -44% 6% -1% Stedendriehoek 18% 18% -25% 28% 58% 18% 18% -36% 29% 42% Gelderland 100% 100% -24% 100% 31% 100% 100% -38% 100% 9% We lopen nu door bovenstaande tabel heen. Het aanbod van zorgvastgoed voor verblijf licht (het oude verzorgingshuis) en verblijf somatiek hebben we opgeteld in de kolom Aanbod. In de kolom daarnaast staat de vraag weergegeven: de optelsom van Woonzorg, verblijf licht, somatiek. De vergelijking van vraag en aanbod laat voor Gelderland een tekort van plaatsen zien, 24%. Echter, je zou kunnen betogen dat de aanleunwoningen ook een deel van deze vraag kunnen opvangen. Tel je de aanleunwoningen op bij het aanbod, kolom 4, en zet je dit vervolgens af tegen de vraag, kolom 2, dan zou Gelderland ruim voldoende capaciteit hebben, en zouden er nog plaatsen beschikbaar zijn voor mensen zonder zorgindicatie. Deze zelfde rekenmethode is gebruikt voor het vergelijken van de toekomstige vraag en aanbod. Te zien is dat het tekort aan intramurale capaciteit, de zorggebouwen, zou toenemen, maar dat dit nog steeds makkelijk gecompenseerd wordt door de ruimte die de aanleunwoningen bieden. De regio Achterhoek vormt een uitzondering: de capaciteit schiet hier nu en in de toekomst tekort, volgens dit model. In de toekomst treden er ook tekorten op in Foodvalley, Noord-Veluwe en Rivierenland. Model realistisch maximum Nu het tweede model, waarbij we niet alle vraag van ZZP1-3 meer meetellen, maar slechts 25% van die vraag. Ruimte voor zorg 22

26 Tabel 8 Vraag Woonzorg (model realistisch maximum, 25% van de prevalentie), verblijf licht, somatiek versus aanbod naar regio Gelderland: aanbod versus vraag woonzorg (25%), somatiek, ZZP4 Huidig (2016) Toekomstig (2021) Aanbod - Vraag = Verschil + Aanleun = Verschil Aanbod - Vraag = Verschil + Aanleun = Verschil Achterhoek FoodValley FoodValley met Utrecht Noord-Veluwe Rivierenland Arnhem e.o Nijmegen e.o Liemers Stedendriehoek Gelderland Gelderland: aanbod versus vraag woonzorg (25%), somatiek, ZZP4 Huidig (2016) Toekomstig (2021) Aanbod - Vraag = Verschil + Aanleun = Verschil Aanbod H = Verschil + Aanleun = Verschil Achterhoek 15% 15% 22% 6% 56% 14% 15% -5% 6% 25% FoodValley 10% 12% 7% 9% 73% 10% 12% -16% 10% 47% FoodValley met Utrecht 5% 75% -19% 48% Noord-Veluwe 6% 10% -26% 12% 81% 6% 11% -39% 13% 53% Rivierenland 12% 10% 46% 8% 118% 11% 10% 10% 7% 63% Arnhem e.o. 20% 16% 51% 11% 112% 20% 15% 33% 9% 78% Nijmegen e.o 14% 13% 29% 21% 170% 14% 13% 5% 20% 118% Liemers 6% 6% 15% 6% 102% 6% 7% -9% 6% 60% Stedendriehoek 18% 18% 21% 28% 156% 18% 18% 3% 29% 130% Gelderland 100% 100% 23% 100% 112% 100% 100% 0% 100% 76% Uitgaande van dit model Woonzorg realistisch maximum is er op dit moment geen tekort aan zorgvastgoed voor Woonzorg plus verblijf licht plus somatiek. Over vijf jaar zou er een licht tekort zijn. Echter, het aanbod aan aanleunwoningen nabij deze woonzorgcentra zou dat tekort kunnen opvangen. Een en ander gaat er van uit dat het beschikbare vastgoed dan ook geschikt is voor al deze doelgroepen. Dat is natuurlijk niet automatisch zo. Daar is vaak transformatie van het zorgvastgoed nodig, wat niet altijd haalbaar is. De conclusie luidt dat er in het algemeen geen aanleiding is om zorgvastgoed voor deze doelgroepen bij te bouwen. De opgave voor de toekomst is grotendeels het transformeren van het bestaande aanbod zodat het voldoet aan de veranderende vraag. 2.5 GGZ EN BESCHERMD WONEN Capaciteitsreductie De GGZ-sector strekt zich uit over drie bekostigingsregimes: de Wmo, de Wlz en de Zvw. De Zvw is in principe bedoeld voor kortdurende behandeling, maar binnen de sector is de nodige verblijfscapaciteit beschikbaar. De bedoeling is dat deze capaciteit in de loop der jaren wordt gereduceerd zodat er meer geld beschikbaar komt voor tijdelijke en ambulante behandeltrajecten. De Wlz is bedoeld voor cliënten die langdurig zijn aangewezen op zorg met verblijf in combinatie met behandeling. Ook hier wordt gestreefd naar capaciteitsreductie en deze Ruimte voor zorg 23

27 vindt vooral plaats door het afbouwen van de lichte indicaties GGZ-B1 en GGZ-B2. Met het verdwijnen van deze indicaties verdwijnen natuurlijk niet de mensen en hun problemen. De Wmo Beschermd Wonen - is bedoeld voor cliënten die geen behandeling nodig hebben. Dit impliceert een soort van stabiele situatie die er in veel gevallen niet is. Een kenmerk van de GGZ is de veranderlijkheid van de ziektebeelden bij en behoeften van de cliënten Van Beschermd Wonen naar Wonen met Bescherming Beschermd Wonen is sterk in trek bij jongeren die de eerste schreden zetten op het pad naar zelfstandigheid. De prevalentie laat een piek zien bij jongeren van jaar. Ook in de leeftijd hebben relatief veel jongeren een indicatie. Gemeenten zijn nu verantwoordelijk voor dit aanbod. Zij streven er naar dat cliënten veel meer geprikkeld en geholpen worden om een zelfstandig leven op te bouwen. De indruk is dat veel cliënten onnodig lang blijven hangen in de RIBW s, regionale instellingen voor beschermd wonen. Daar komt bij dat er de afgelopen jaren veel nieuwe, jonge cliënten bij zijn gekomen. Zij zijn voor een groot deel bij nieuwe aanbieders gerecht gekomen. De RIBW s kunnen deze nieuwe cliënten nauwelijks er bij hebben omdat oude cliënten niet uitstromen. Bovendien zijn de nieuwe aanbieders aantrekkelijk voor deze jongeren: in plaats van een plek binnen een beschermde woonvorm krijgen zij een individuele, betaalbare woning aangeboden in combinatie met zorg op maat. Het PGB maakt het mogelijk om cliënten dit maatwerk aan te bieden. Gemeenten willen dat het Beschermd Wonen niet meer een langdurig aanbod is, maar waar mogelijk een tijdelijk aanbod waar cliënten leren zelfstandig te zijn. Daarvoor zijn nieuwe tussenvormen nodig tussen Beschermd Wonen en zelfstandig wonen: Wonen met Bescherming. Dit is geclusterd wonen waarbij de cliënt zelf de huur en de kosten voor levensonderhoud betaalt. Afhankelijk van wat een individuele cliënt aankan, is de volgende stap verhuizen naar een gewone woning. En hopelijk leert een deel van de cliënten uiteindelijk op eigen benen te staan. Gemeenten doen een beroep op zorgaanbieders en woningcorporaties om samen nieuwe tussenvormen van wonen met zorg te realiseren en een dynamiek te ontwikkelen waardoor cliënten veilig door kunnen stromen Vraag en aanbod We presenteren nu enkele cijfers, zie de komende tabel. Binnen de totale capaciteit van wonen met zorg binnen de Ggz heeft het Beschermd Wonen (Wmo) veruit het grootste aandeel: 65%. Bovendien groeit het aanbod - op basis van de opgave van de aanbieders - nog licht. Het aanbod aan verblijf binnen de Wlz is 19% van het totale aanbod; dat van de Zvw is 13% van het totale aanbod. De capaciteit binnen Wlz en Zvw neemt de komende jaren juist af. Dit is in overeenstemming met het landelijke beleid om de intramurale capaciteit met 1/3 te verminderen ten opzichte van de situatie in Ruimte voor zorg 24

28 Kleine aanbieder Wmo Wlz Zvw Kleine aanbieder Wmo Wlz Zvw In onderstaand overzicht is ook een kolom kleine aanbieder opgenomen. Dit zijn kleine aanbieders met meest een enkele locatie die zich richten op meerdere doelgroepen. In de tabel staat de Ggz capaciteit genoemd. Meest is dit bekostigd vanuit de Wmo maar soms vanuit de Wlz. Tabel 9 Aanbod Wmo (GGZ-C / Beschermd Wonen), Wlz (GGZ-B) en Zvw, huidig en toekomstig Aanbod Ggz Huidig (2016) Toekomst (2021) Ggz Achterhoek FoodValley FoodValley met Utrecht Noord-Veluwe Rivierenland Arnhem e.o Nijmegen e.o Liemers Stedendriehoek Gelderland Percentage op totaal 3% 65% 19% 13% 3% 68% 17% 12% Toe- of afname 6% 3% -14% -14% Gelderland + buurgemeenten Nestverlaters en de vraag naar Beschermd Wonen Het is op deze plaats nuttig om dieper in te gaan op Beschermd Wonen, het Wmogefinancierde deel van wonen met zorg binnen de Ggz. Onderstaande figuur brengt in beeld hoe de vraag (prevalentie van het feitelijke gebruik) zich in de laatste periode dat Beschermd Wonen nog deel uitmaakte van de Awbz zich ontwikkelde. De indicatie heette toen GGZ-C. De grafiek maakt drie trends zichtbaar: De prevalentie onder jongeren is hoog. Beschermd Wonen is een stap van het ouderlijk huis naar een zelfstandig leven. De vraag is in de twee jaar tussen en gestegen. Dit is vooral het gevolg van een grotere instroom van jongeren. Het gebruik van het PGB is over de hele linie gestegen in deze twee jaar, maar vooral bij de jonge instromers de jongeren tussen 18 en 30 jaar is het PGB populair. Het PGB wordt waarschijnlijk vooral aangewend voor ambulante zorg en begeleiding. Er zijn zo blijkt uit het survey onder de aanbieders - weinig geclusterde woonvoorzieningen die geheel bekostigd worden op basis van scheiden wonen en zorg en het PGB. De vraag per regio en gemeente is berekend op basis van de gemiddelde Gelderse prevalentie. Dit gaat dus voorbij aan de historisch ontstane situatie waarbij zorgvragers zich Ruimte voor zorg 25

29 over de provincie verplaatsten naar het aanbod toe. Veel aanbod is geconcentreerd op instellingsterreinen of in de grotere woonplaatsen. Figuur 9 Prevalentie GGZ-C (Beschermd Wonen) naar verstrekkingsvorm en leeftijd, (lichte kleuren) en (donkere kleuren) Transformatieopgave Beschermd Wonen Gemeenten voeren een beleid om meer doorstroming op gang te brengen binnen de geclusterde woonvoorzieningen zodat er ruimte is voor nieuwe instroom. Zoals we hierboven zagen is er vooral binnen de groep jongeren tussen 18 en 30 een vraag naar Beschermd Wonen. Als alle cliënten die zich op jonge leeftijd aanmelden een plaats bezet blijven houden, zal de capaciteit verstopt raken. Om die doorstroming op gang te brengen willen gemeenten dat er meer diversiteit in het aanbod is. Er moet meer aanbod zijn op basis van scheiden wonen en zorg (Wonen met Bescherming, WmB) waar cliënten meer zelfstandigheid hebben en zelfstandig leren zijn. Voor een deel van de cliënten is ook ambulante begeleiding in de eigen woning (Individueel Wonen met Begeleiding, IWmB) een goede formule. Dit beleid hebben we geconcretiseerd in een transformatieopgave Beschermd Wonen. Deze transformatieopgave schetst een beeld van de opgave op regio- en gemeenteniveau in drie verschillende snelheden. Er worden drie aanbodsvormen onderscheiden: 1. Beschermd Wonen (BW) Een totaalverstrekking van wonen, hotelkosten, begeleiding Ruimte voor zorg 26

30 2. Wonen met Bescherming (WmB) Een geclusterde woonvorm op basis van scheiden van wonen en zorg waarbij de client een grotere eigen verantwoordelijkheid heeft dan bij Beschermd Wonen 3. Individueel Wonen met Begeleiding (IWmB) Een zelfstandige woning, al dan niet verkregen met behulp van een woningcorporaties, waar de cliënt ambulante begeleiding krijgt De snelheid van de transformatie van Beschermd Wonen naar Wonen met Bescherming is in drie snelheden Stall, Slow, Fast - uitgewerkt: 1. Stall: de capaciteit Wonen met Bescherming is afgeleid uit de plannen die de organisaties hebben opgegeven voor het scheiden van wonen en zorg. Er vindt dus geen versnelling van de transformatie plaats ten opzichte van wat de aanbieders al van plan zijn. De capaciteit Individueel Wonen met Begeleiding is gelijk aan de omvang van de PGB productie op Slow: 1/3 van de intramurale vraag (ZZP en VPT op ) wordt geleverd in de vorm van Wonen met Bescherming (scheiden wonen en zorg) en 2/3 in de vorm van Beschermd Wonen (intramuraal). Van de cliënten die gebruik maken van het MPT is 2/3 toegerekend aan Wonen met Bescherming en 1/3 aan Beschermd Wonen. 3. Fast: 1/2 van de intramurale vraag (ZZP en VPT op ) wordt geleverd in de vorm van Wonen met Bescherming (scheiden wonen en zorg). Van de cliënten die gebruik maken van het MPT is 50% toegerekend aan Wonen met Bescherming en 50% aan Individueel Wonen met Begeleiding. Het resultaat, doorgerekend met de bevolkingsontwikkeling tot 2021 voor provincie Gelderland en de woningmarktregio s, is weergegeven in onderstaande tabel en figuur. In de rechter twee kolommen is het aanbod, voorzover bekend, opgenomen. Daaruit kan bijvoorbeeld afgelezen worden dat de Achterhoek in 2021 al veel capaciteit in de vorm van PGB en scheiden wonen en zorg Wonen met Bescherming heeft en daarmee al aan de doelstelling Fast voldoet. De Stedendriekhoek voldoet in 2021 zelfs nog niet aan het model Stall. Tabel 10 Transformatieopgave Beschermd Wonen 2021 Gelderland: Transformatieopgave Beschermd Wonen 2021 Aanbod 2021 Stall Slow Fast BW WmB IWmB Tot BW WmB IWmB Tot BW WmB IWmB Tot BW WmB Achterhoek FoodValley FoodValley met Utrecht Noord-Veluwe Rivierenland Arnhem e.o Nijmegen e.o Liemers Stedendriehoek Gelderland Ruimte voor zorg 27

31 Figuur 10 Transformatieopgave Beschermd Wonen, 2021 Deze modelmatig berekende transformatieopgave geeft een indicatie van de omvang van de doelgroep en het bijpassende aanbod. Het kan een begin zijn van overleg tussen gemeente, woningcorporaties en aanbieders. Een gemeente kan daarnaast ook andere methoden gebruiken om zicht te krijgen op de vraag en de ontwikkeling van het aanbod, bijvoorbeeld: Wachtlijstanalyse; Overzicht houden op de individuele geïndiceerden. De gegevens in dit onderzoek kunnen afwijken van de feitelijke situatie doordat de ontwikkelingen doorgaan en doordat niet alle aanbieders een opgave hebben gedaan van hun aanbod en de gegevens in dat geval zo goed mogelijk zijn ingevuld met behulp van externe bronnen. Gemeenten kunnen samen met de aanbieders de feitelijke stand van zaken monitoren door enkele malen per jaar het aanbod met elkaar in kaart te brengen. 2.6 MENSEN MET EEN VERSTANDELIJKE OF LICHAMELIJKE HANDICAP Deconcentratie Het aanbod aan wonen met zorg voor mensen met een verstandelijke, lichamelijke of meervoudige aandoening is van oudsher sterk geconcentreerd op instellingsterreinen. Deze instellingen zijn al jaren bezig om hun grote terreinen af te bouwen en in de omgeving kleinschalige projecten te realiseren. Dit proces van deconcentratie is nog steeds in volle gang. De nieuwe projecten zijn vaak bedoeld voor een gemengde doelgroep: er is plaats voor jongvolwassenen met een LVG (Licht Verstandelijk Gehandicapt) indicatie en voor oudere cliënten met een VG (Verstandelijk Gehandicapt) indicatie. Ook de doelgroep SGLVG (Sterk Gedragsgestoord Licht Verstandelijk Gehandicapt) krijgt binnen deze projecten een plaats. Ruimte voor zorg 28

32 Voor mensen met een LG (Lichamelijk Gehandicapt) indicatie bestaat er een eigen circuit met eigen voorzieningen. Hier is concentratie van capaciteit nog tamelijk gebruikelijk Oudergestuurde ontwikkeling Veel meer dan andere zorgsectoren is dit een sector waar ouders een stempel op drukken. Zij bepalen waar hun kinderen, als zij de stap naar volwassenheid maken en het huis uit gaan, goed thuis zijn. Nieuwe generaties ouders maken nieuwe keuzes. Dat maakt dat woningen en locaties die voor lange tijd zijn gebouwd niet al die tijd in de gratie blijven van opeenvolgende generaties. De ouders hebben het voor elkaar gekregen dat het eens zeer geconcentreerde aanbod langzaam is uitgewaaierd over grotere en kleinere woonplaatsen. Geen enkele zorgsector is zo sterk gedeconcentreerd als de gehandicaptenzorg. Een deel van de capaciteit bevindt zich nog op de instellingsterreinen. Hier wonen vaak nog de oudere cliënten. De deconcentratie gaat door. Een ander deel van de capaciteit bevindt zich in kleine projecten in dorpen en wijken. Gemeenten zijn sinds 2015 verantwoordelijk voor de Jeugdwet en dit is voor hen de eerste kennismaking met de gehandicaptensector. Veel jeugd stroomt later namelijk door naar de Wlz. Verder hebben gemeenten nauwelijks te maken met wonen en verblijf in deze sector. Dit in tegenstelling tot hun sterke betrokkenheid bij wonen en verblijf in de Ggz en de ouderenzorg - overigens ook iets van de laatste jaren. Enkele gemeenten zijn wel sterk betrokken bij de gehandicaptensector dankzij het feit dat een grote instelling zich binnen hun grenzen bevindt. Ondanks het ontbreken van een formele verantwoordelijkheid is de medewerking van gemeenten aan initiatieven van ouders en zorgaanbieders belangrijk. Het gaat vaak om locaties, om ruimtelijke ordening, om betaalbare woonruimte. Op dat punt zijn ook woningcorporaties aantrekkelijke partners voor ouderinitiatieven. Het past in het eerder geschetste beeld van twee werelden naar één wereld Vraag en aanbod vergeleken Nu de cijfers. Het onderzoek heeft plaatsen binnen de sector VG, LVG en SGLVG geïnventariseerd. De gemeten vraag is ongeveer even groot: plaatsen. Binnen de verschillende woningmarktregio s zien we grote verschillen optreden tussen vraag en aanbod. Dit heeft te maken met de nog steeds bestaande concentratie op instellingsterreinen; het proces van deconcentratie is nog niet voltooid. In de regio s Achterhoek, Noord-Veluwe en Stedendriehoek is het aanbod veel groter dan de vraag. In de andere regio s is het aanbod juist veel kleiner dan de vraag. Let wel: de vraag is hier, net als in het hele onderzoek, berekend op basis van leeftijdsspecifieke prevalentiecijfers die voor heel Gelderland gelijk zijn. De vraag laat in de praktijk optredende verplaatsingen van cliënten tussen gemeenten en regio s buiten beschouwing. Tekorten en overschotten die uit deze berekening volgen, zijn in de praktijk gladgestreken door deze verhuizingen van cliënten naar voorzieningen elders. Ruimte voor zorg 29

33 Tabel 11 Verhouding vraag en aanbod verblijfszorg voor gehandicapten (VG/LVG/SGLVG) naar woningmarktregio, huidig en toekomstig, absoluut en relatief Gelderland: VG/LVG/SGLVG, aanbod versus vraag Aanbod klein Aanbod VG/LVG /SGLVG Huidig (2016) Toekomstig (2021) Vraag Aanbod Aanbod Aanbod Aanbod VG/LVG/ Verschil VG/LVG totaal klein totaal SGLVG /SGLVG Vraag VG/LVG/ SGLVG Achterhoek FoodValley FoodValley met Utrecht Noord-Veluwe Rivierenland Arnhem e.o Nijmegen e.o Liemers Stedendriehoek Gelderland Verschil Gelderland: VG/LVG/SGLVG, aanbod versus vraag Aanbod klein Aanbod VG/LVG /SGLVG Huidig (2016) Toekomstig (2021) Vraag Aanbod Aanbod Aanbod Aanbod VG/LVG/ Verschil VG/LVG totaal klein totaal SGLVG /SGLVG Vraag VG/LVG/ SGLVG Verschil Achterhoek 11% 14% 14% 12% 11% 19% 13% 13% 12% 5% FoodValley 0% 12% 12% 13% -7% 0% 13% 12% 13% -8% FoodValley met Utrecht -4% -4% Noord-Veluwe 18% 12% 13% 10% 33% 16% 13% 13% 10% 32% Rivierenland 5% 7% 7% 11% -37% 10% 8% 8% 11% -33% Arnhem e.o. 16% 15% 15% 16% -6% 14% 15% 15% 16% -10% Nijmegen e.o 29% 15% 15% 16% -8% 27% 15% 15% 16% -10% Liemers 5% 2% 2% 6% -60% 5% 2% 2% 6% -60% Stedendriehoek 14% 23% 23% 15% 54% 10% 23% 23% 15% 51% Gelderland 100% 100% 100% 100% 2% 100% 100% 100% 100% 0% Deze concentratie van de capaciteit is nog veel sterker in de LG sector; vooral in Arnhem is het aanbod groot. Daarbuiten is het aanbod ongelijk gespreid. Het gemeten LG aanbod is veel lager dan de vraag. Dit betekent niet zonder meer dat er tekorten zijn. De vraag kan te hoog zijn ingeschat, of het aanbod is onvolledig in beeld gebracht. Ruimte voor zorg 30

34 Tabel 12 Verhouding vraag en aanbod verblijfszorg voor gehandicapten (LG) naar woningmarktregio, huidig en toekomstig, absoluut en relatief Gelderland: LG, aanbod versus vraag Huidig (2016) Toekomstig (2021) Aanbod Vraag Verschil Aanbod Vraag Verschil Achterhoek FoodValley FoodValley met Utrecht Noord-Veluwe Rivierenland Arnhem e.o Nijmegen e.o Liemers Stedendriehoek Gelderland Gelderland: LG, aanbod versus vraag Huidig (2016) Toekomstig (2021) Aanbod Vraag Verschil Aanbod Vraag Verschil Achterhoek 2% 13% -93% 2% 13% -93% FoodValley 7% 12% -68% 10% 12% -54% FoodValley met Utrecht -59% -30% Noord-Veluwe 8% 10% -54% 8% 10% -56% Rivierenland 3% 11% -85% 4% 11% -83% Arnhem e.o. 65% 16% 127% 62% 16% 116% Nijmegen e.o 0% 15% -100% 0% 15% -100% Liemers 2% 7% -84% 2% 7% -84% Stedendriehoek 14% 16% -53% 13% 16% -55% Gelderland 100% 100% -44% 100% 100% -45% 2.7 TOT SLOT Hierboven zijn bij wijze van samenvatting de hoofdpunten aan de orde gekomen van de Monitor Wonen-Zorg 2016 provincie Gelderland. We hebben gezien hoe de bevolking zich ontwikkelt een gelijkblijvende omvang maar verdergaande vergrijzing en ontgroening. De ontwikkelingen in ouderenzorg, gehandicaptenzorg en Ggz zijn beschreven: hoe groot is de vraag nu en in de toekomst en is er voldoende aanbod? De voorspelling is dat vooral de vraag naar opvang voor mensen met dementie enorm zal groeien. In de Ggz is de opgave vooral om cliënten niet alsmaar op te potten in voorzieningen maar vooral om hen perspectief te geven; dit is gekwantificeerd in een transformatieopgave in drie snelheden. De demografische voorspellingen betekenen dat de omvang van de gehandicaptenzorg niet veel zal veranderen; de opgave in deze sector is vooral het vernieuwen en verder deconcentreren van het aanbod. Tot zover de hoofdlijnen. In de komende hoofdstukken wordt dieper ingegaan op ieder van deze ontwikkelingen. Ruimte voor zorg 31

35 3 BEVOLKINGSPROGNOSE De behoefte aan wonen met zorg is afhankelijk van vele factoren: de gezondheid van mensen, de kosten van zorg, de economische ontwikkeling, de waarde van de eigen woning, het overheidsbeleid, de aantrekkelijkheid van de voorzieningen, de beschikbaarheid en kwaliteit van zorg thuis, de toegankelijkheid van de woningvoorraad, maatschappelijke opvattingen... Al deze factoren zijn moeilijk te voorspellen. Een factor die wel enigszins te voorspellen is, is de bevolkingsomvang. 3.1 ONTGROENING EN VERGRIJZING In opdracht van provincie Gelderland heeft ABF in 2016 een bevolkingsprognose opgesteld. In onderstaande tabel is deze prognose weergegeven naar leeftijdsgroep. Tabel 13 Bevolkingsprognose Gelderland , naar leeftijd (ABF) en ouder Totaal / 75+ 3,1 2,9 2,4 2,1 1,8 1,5 1,3 De grote lijn van de ontwikkeling is bekend: ontgroening en vergrijzing. In de bevolkingsomvang zit maar weinig beweging. De Gelderse bevolking neemt tot 2036 nog licht toe, 3%, om daarna weer te gaan dalen. Het aantal 85-plussers neemt fors toe: van 43- tot 125-duizend, een groei van 190%. Deze groei zet tot 2046 onverminderd door. Waarom lichten we juist de groep 85+ er uit, en niet de groep 75+ of 65+? We zullen later in deze rapportage zien dat de leeftijdsgroep 85-plus relatief sterk bijdraagt aan de totale zorgconsumptie. Dit gegeven, in combinatie met de toename van de groep, zorgt Ruimte voor zorg 32

36 voor een grote druk op de ouderenzorg. Later zullen we bijvoorbeeld zien dat de vraag naar opvang voor mensen met dementie in 30 jaar tijd 2,5 keer zo groot wordt. De komende decennia zijn het 85+ tijdperk. Tabel 14 Bevolkingsprognose Gelderland , naar leeftijd, 2016= en ouder Totaal De volgende grafieken laten een sterke verschuiving zien in de leeftijdssamenstelling van de bevolking. De bevolking onder de 55 jaar neemt af en die boven de 75 jaar neemt toe. De leeftijdsgroep tussen de 55 en 75 jaar neemt de komende 10 jaar nog toe, om daarna af te vlakken en te krimpen. Figuur 11 Bevolkingsprognose Gelderland Ruimte voor zorg 33

37 Figuur 12 Bevolkingsprognose 55+ Gelderland Het gevolg van deze inversie is dat de verhouding jarigen - de vrijwilligers - op het aantal 75-plussers de hulpbehoevenden - sterk afneemt: van 3,1 naar 1,3 (zie de laatste regel van de eerste tabel van dit hoofdstuk). De groep jongeren tussen 15 en 24 jaar is belangrijk om in de gaten te houden; zij zijn starters op de woningmarkt. Zoals we later zullen zien, is het gebruik van zorg met verblijf onder deze leeftijdsgroep onder andere Beschermd Wonen - relatief hoog. Boven de 25 jaar neemt het aandeel mensen met een verstandelijke of psychiatrische beperking die gebruik maken van zorg weer af. Om die reden is het nuttig om te kijken hoe de omvang van deze groep jongeren zich ontwikkelt, zie onderstaande figuur. Deze figuur laat zien dat de groep jongeren de komende 5 jaar één procent toeneemt, om daarna af te nemen. In 2036 is deze groep nog maar 86% van de omvang van Na 2036 vindt weer een lichte groei plaats. Figuur 13 Bevolkingsprognose jarigen Gelderland Ruimte voor zorg 34

38 Afgaande op alleen de bevolkingsontwikkeling en de dalende trend bij het aantal jongeren, is een lichte afname van het beroep op wonen met zorg in de GGZ en sector VG te verwachten. De feitelijke ontwikkeling van het beroep op zorg hangt van meer af dan het aantal inwoners gezondheid, beleid, economie - maar deze factoren zijn niet te voorspellen of te becijferen. 3.2 WONINGMARKTREGIO S Gelderland is verdeeld in 8 woningmarktregio s, zie het overzicht hieronder. In drie gevallen maken ook gemeenten uit andere provincies deel uit van de regio: Foodvalley, Nijmegen e.o., Stedendriehoek. De drie Utrechtse gemeenten die deel uitmaken van FoodValley zijn meegenomen in het onderzoek. In de cijfers die nu volgen is FoodValley steeds twee keer opgenomen, één keer alleen de Gelderse gemeenten, en één keer inclusief de Utrechtse gemeenten Renswoude, Rhenen en Veenendaal (deze gemeenten hebben deelgenomen aan het onderzoek). De totalen voor Gelderland zijn steeds exclusief de drie Utrechtse gemeenten. Tabel 15 Woningmarktregio s Gelderland Regio Achterhoek FoodValley Noord-Veluwe Rivierenland Gemeenten Aalten Barneveld Elburg Buren Berkelland Ede Ermelo Culemborg Bronckhorst Nijkerk Harderwijk Geldermalsen Doetinchem Scherpenzeel Hattem Lingewaal Oost Gelre Wageningen Heerde Maasdriel Oude IJsselstreek Nunspeet Neder-Betuwe Winterswijk Oldebroek Neerijnen Putten Tiel West Maas en Waal Zaltbommel Buiten Gelderland: Renswoude Rhenen Veenendaal Regio Arnhem e.o Liemers Nijmegen e.o. Stedendriehoek Gemeenten Arnhem Doesburg Berg en Dal Apeldoorn Lingewaard Duiven Beuningen Brummen Overbetuwe Montferland Druten Epe Renkum Rijnwaarden Heumen Lochem Rheden Westervoort Nijmegen Voorst Rozendaal Zevenaar Wijchen Zutphen Buiten Gelderland: Mook en Middelaar Deventer Olst-Wijhe Ruimte voor zorg 35

39 Tabel 16 Bevolkingsprognose Gelderland , naar regio Totale bevolking Achterhoek FoodValley FoodValley met Utrecht Noord-Veluwe Rivierenland Arnhem e.o Nijmegen e.o Liemers Stedendriehoek Gelderland De bevolkingsontwikkeling is in iedere regio weer anders. De sterkste bevolkingsafname is in de Achterhoek. De sterkste bevolkingstoename is in Foodvalley. Tabel 17 Bevolkingsprognose Gelderland , naar regio, 2016=100 Totale bevolking (2016=100) Achterhoek FoodValley FoodValley met Utrecht Noord-Veluwe Rivierenland Arnhem e.o Nijmegen e.o Liemers Stedendriehoek Gelderland De afname van jongeren is het sterkst in de Achterhoek, Nijmegen e.o. en de Liemers. In de laatste twee regio s neemt het aantal jongeren al de komende jaren licht af. In de andere regio s is er nog 5 tot 10 jaar een lichte groei van deze jongeren tussen de 15 en 24 jaar oud. Alleen in FoodValley zal deze leeftijdsgroep op termijn groeien. Tabel 18 Bevolkingsprognose jarigen Gelderland , naar regio jarigen Achterhoek FoodValley FoodValley met Utrecht Noord-Veluwe Rivierenland Arnhem e.o Nijmegen e.o Liemers Stedendriehoek Gelderland Ruimte voor zorg 36

40 Tabel 19 Bevolkingsprognose jarigen Gelderland , naar regio, 2016= jarigen (2016=100) Achterhoek FoodValley FoodValley met Utrecht Noord-Veluwe Rivierenland Arnhem e.o Nijmegen e.o Liemers Stedendriehoek Gelderland Kijken we naar de vergrijzing het aantal 85-plussers - dan is De Liemers koploper met een groei van 235% in 30 jaar. Regio Achterhoek is nu hekkensluiter met 162% maar door de bevolkingskrimp zal in die regio het aandeel 85-plussers op de totale bevolking toenemen van 2,5% naar 7,4% in 2046 en daarmee het hoogst zijn van alle regio s. Tabel 20 Bevolkingsprognose 85-plussers Gelderland , naar regio 85-plussers Achterhoek FoodValley FoodValley met Utrecht Noord-Veluwe Rivierenland Arnhem e.o Nijmegen e.o Liemers Stedendriehoek Gelderland Tabel 21 Bevolkingsprognose 85-plussers Gelderland , naar regio, 2016= plussers (2016=100) Achterhoek FoodValley FoodValley met Utrecht Noord-Veluwe Rivierenland Arnhem e.o Nijmegen e.o Liemers Stedendriehoek Gelderland Ruimte voor zorg 37

41 Tabel 22 Bevolkingsprognose, 85-plussers op totale bevolking Gelderland , naar regio % 85-plussers Achterhoek 2,5% 2,8% 3,4% 4,1% 5,4% 6,2% 7,4% FoodValley 2,0% 2,2% 2,4% 2,9% 3,7% 4,2% 4,9% FoodValley met Utrecht 2,0% 2,2% 2,5% 3,0% 3,9% 4,4% 5,1% Noord-Veluwe 2,2% 2,6% 3,1% 3,7% 4,9% 5,5% 6,3% Rivierenland 1,7% 1,9% 2,3% 2,9% 4,0% 4,7% 5,5% Arnhem e.o. 2,1% 2,3% 2,6% 3,1% 4,2% 4,8% 5,6% Nijmegen e.o 1,8% 2,1% 2,5% 2,9% 3,9% 4,7% 5,5% Liemers 1,9% 2,5% 3,1% 3,7% 4,9% 5,7% 6,6% Stedendriehoek 2,5% 2,8% 3,2% 3,9% 5,3% 6,1% 7,0% Gelderland 2,1% 2,4% 2,8% 3,4% 4,5% 5,2% 6,0% De verhouding tussen de jonge ouderen en oude ouderen is van belang omdat jonge ouderen de oudere ouderen helpen. Jonge ouderen zijn vaak vrijwilliger. Deze verhouding neemt over de hele linie fors af, het minst in FoodValley, het meest in de Achterhoek. Tabel 23 Bevolkingsprognose Gelderland, verhouding jarigen op 75-plussers , naar regio Verhouding / Achterhoek 2,9 2,8 2,3 2,0 1,7 1,3 1,1 FoodValley 2,9 2,8 2,4 2,1 1,8 1,5 1,3 FoodValley met Utrecht 2,9 2,8 2,4 2,1 1,8 1,5 1,4 Noord-Veluwe 2,9 2,7 2,2 1,9 1,7 1,4 1,2 Rivierenland 3,6 3,4 2,7 2,3 1,9 1,6 1,3 Arnhem e.o. 3,0 2,9 2,4 2,1 1,8 1,5 1,3 Nijmegen e.o 3,2 3,1 2,5 2,2 1,8 1,5 1,3 Liemers 3,3 3,1 2,5 2,2 1,8 1,4 1,2 Stedendriehoek 2,9 2,8 2,2 1,9 1,6 1,4 1,2 Gelderland 3,1 2,9 2,4 2,1 1,8 1,5 1,3 3.3 STAD EN PLATTELAND De prognose laat zien dat het platteland sterker vergrijst en ontgroent dan de grotere woonkernen. Om dit verschijnsel zichtbaar te maken, hebben we vier groepen woonkernen samengesteld, ieder ongeveer van gelijke omvang qua inwonersaantal, die we separaat tegen het licht houden. De drie steden Arnhem, Apeldoorn en Nijmegen vormen één groep. De tweede groep omvat 16 kernen van meer dan inwoners. De derde groep telt 42 middelgrote kernen van meer dan inwoners maar minder dan inwoners. En de groep kleine kernen tot slot telt 253 kernen met minder dan inwoners. De bevolkingsontwikkeling in ieder van deze 5 groepen is weergegeven in de komende tabellen. Ruimte voor zorg 38

42 Tabel 24 Bevolkingsprognose Gelderland , naar omvang kern Bevolkingsontwikkeling Omvang kern Aantal kleine kern < middelgrote kern grote kern > drie steden Gelderland Tabel 25 Bevolkingsprognose Gelderland , naar omvang kern, 2016=100 Bevolkingsontwikkeling Omvang kern Aantal kleine kern < middelgrote kern grote kern > drie steden Gelderland De kleine kernen krimpen, de grote kernen groeien. De drie steden groeien ook, maar iets minder. Over het geheel genomen verandert de omvang van de bevolking weinig in de komende 30 jaar. Maar de samenstelling van de bevolking verandert drastisch. Het aandeel ouderen neemt sterk toe. En inderdaad laten de komende tabellen en grafiek zien dat die vergrijzing het sterkst is in de kleine kernen. Tabel 26 Bevolkingsprognose 85+ Gelderland , naar omvang kern 85+ Omvang kern Aantal kleine kern < middelgrote kern grote kern > drie steden Gelderland Tabel 27 Bevolkingsprognose 85+ Gelderland , naar omvang kern, 2016= Omvang kern Aantal kleine kern < middelgrote kern grote kern > drie steden Gelderland Ruimte voor zorg 39

43 Figuur 14 Bevolkingsprognose 85+ Gelderland , naar omvang kern, 2016=100 Op dit moment is het aandeel 85-plussers het hoogst in de middelgrote kernen, die tussen de en inwoners. Zij zullen ook de komende decennia koploper blijven. Tabel 28 Bevolkingsprognose Gelderland , naar omvang kern, verhouding 85+ op totaal 85+ op totaal bevolking Omvang kern Aantal kleine kern < ,1% 2,4% 2,9% 3,6% 4,8% 5,7% 6,6% middelgrote kern 42 2,5% 2,9% 3,5% 4,2% 5,6% 6,4% 7,4% grote kern > ,0% 2,3% 2,6% 3,1% 4,2% 4,8% 5,6% drie steden 3 1,9% 1,9% 2,1% 2,4% 3,3% 3,9% 4,5% Gelderland 2,1% 2,4% 2,8% 3,4% 4,5% 5,2% 6,0% Waarom is het relevant om te weten hoe de vergrijzing op het platteland zich ontwikkelt? Verblijfsvoorzieningen zijn geclusterde voorzieningen voor meerdere individuen. Om bedrijfseconomische redenen hebben deze clusters een bepaalde omvang. Kleine kernen hebben te weinig draagvlak voor verblijfsvoorzieningen van een bepaalde omvang. Met het oog op de vergrijzing in de kleine kernen en de te verwachten groei van de vraag naar wonen met zorg voor de bewoners van deze kernen, moeten er keuzes gemaakt worden: meer gespreide kleinschalige voorzieningen in kleine kernen? Of deze ouderen opvangen in de grotere kernen? De eerste keuze leidt tot meer kosten. De tweede keuze biedt weliswaar schaalvoordelen maar haalt mensen uit hun sociale netwerk. 3.4 SAMENVATTING De bevolkingsprognose voor Gelderland laat de volgende trends zien: Grosso modo gelijkblijvende bevolking; Een sterk veranderende bevolkingssamenstelling naar leeftijd; Ruimte voor zorg 40

44 Een sterke vergrijzing: vooral het aantal 85-plussers groeit enorm: 190% in 30 jaar; Een dalende groep jonge ouderen (55-74) en daarmee een afname van het vrijwilligerspotentieel; Een afnemende jongere bevolking, de groep die verantwoordelijk is voor de instroom in de Ggz en de gehandicaptenzorg; Combinatie van bevolkingsterugloop, ontgroening en vergrijzing in de perifere delen van de provincie, vooral de Achterhoek. Ruimte voor zorg 41

45 4 WONEN MET ZORG VOOR OUDEREN De komende drie hoofdstukken gaan over drie sectoren in de zorg: de ouderenzorg, de GGZ en de gehandicaptenzorg. Aan de orde komen steeds de prognose van de vraag, het huidige aanbod en de plannen, de match van vraag en aanbod, en de beleidsmatige implicaties. We beginnen deze trits met de ouderenzorg. 4.1 TRENDS EN VERANDERENDE VOORKEUREN BURGERS De trend die het afgelopen decennium het meest op de voorgrond stond, was de afnemende belangstelling van senioren voor specifieke seniorenwoningen en woonzorgvoorzieningen. Senioren blijven in grote getale thuis wonen, omdat zij tevreden zijn met woning en woonomgeving en omdat zij zich niet oud voelen. Onduidelijk is in hoeverre dit een tijdelijk fenomeen is als gevolg van de economische crisis sinds Anderzijds is er een grote groep ouderen die vanwege dementie niet meer in staat is zelfstandig te wonen. Zij zijn aangewezen op verpleeghuizen en kleinschalige initiatieven. De afgelopen vijftien jaar zijn traditionele verpleeghuizen massaal overgegaan op wonen en zorgen in kleine groepen om de bewoners een betere kwaliteit van leven te geven. Het blijft onzeker wat ouderen met een hoge zorgvraag en een beperkte mate van zelfregie en zelfredzaamheid gaan doen. Voorheen konden zij goedkoop terecht in het verzorgingshuis. Maar de verzorgingshuizen oude stijl zijn afgeschaft, dat wil zeggen: er worden geen indicaties meer afgegeven voor ZZP1-3. Men verwacht dat deze ouderen nu zullen kiezen voor geclusterde woonvormen waar alle zorg en diensten bij de hand zijn (we noemen dit Woonzorg in deze rapportage). Dat is echter niet zeker. Een aantal zullen daar voor kiezen, maar groot aantal ook niet, op korte termijn althans. De lange termijn valt moeilijk te voorspellen. De verzorgingshuizen en verpleeghuizen groeien naar elkaar toe. Zorgaanbieders verbreden de functionaliteit van beiden. Veel woonzorgcentra huisvesten zowel ouderen met een zorgprofiel voor zorg én verblijf én behandeling, als een zorgprofielen voor lichtere verblijfszorg (ZZP4 en lager). Inmiddels bieden veel aanbieders de mogelijkheid van scheiden wonen en zorg in deze woonzorgcentra. Vroeger was een verblijfsplaats duidelijk gelabeld als hetzij verpleging, hetzij verzorgingshuis, hetzij wonen. Tegenwoordig loopt dat door elkaar. Er zijn ook veel kleinschalige initiatieven. Door het PGB en het beleid van scheiden wonen en zorg binnen de Wlz kunnen nieuwe aanbieders makkelijk in een stukje van deze vraag voorzien. Zij zitten niet met de last van de transformatie van oud vastgoed en kunnen makkelijker een nieuw begin maken. Deze aanbieders maken het mogelijk dat er snel nieuwe en gedifferentieerde woonzorgvormen ontstaan. Het nadeel is dat traditionele zorgaanbieders hier concurrentie van ondervinden. 4.2 GEVOLGEN VOOR BELEID Wat betekent dit voor gemeenten en woningcorporaties? Wat komt er op hen af? Waar is de komende jaren behoefte aan? Ruimte voor zorg 42

46 1. Het 85-plus tijdperk Luidde het motto in de vorige monitor de ouderdom bestaat niet - je kan ouderen het beste zien als gewone consumenten in deze monitor luidt het motto het 85- plus tijdperk. Uit alle cijfers blijkt dat de komende decennia in het teken zullen staan van de zeer oude ouderen. Deze groep groeit het snelst en doet het meest een beroep op zorg en specifieke huisvesting. Figuur 15 Bevolkingsontwikkeling naar leeftijdsgroep, Gelderland, Transitie zorgvastgoed De vroegere verzorgingshuizen zullen een nieuwe toekomst moeten vinden. Geleidelijk neemt het aantal bewoners met een lichte indicatie af. De leegstaande appartementen kunnen niet meer worden toegewezen aan ouderen met een lichte zorgindicatie voor verblijf. Er zijn veel mogelijke oplossingen voor deze dreigende leegstand: Een deel van de vrijkomende capaciteit kan gebruikt worden voor de opvang van mensen met dementie. De behoefte hieraan neemt toe. Soms kan een organisatie er voor kiezen het oude gebouw te vervangen door nieuwbouw. Soms is het mogelijk om appartementen te verhuren aan een andere groep zorgvragers. Ouderen met een behoefte aan zorg kunnen een appartement huren, scheiden wonen en zorg. Het aantal ouderen dat op dit aanbod ingaat is waarschijnlijk kleiner dan het aantal ouderen dat zou hebben gekozen voor het verzorgingshuis oude stijl. Een knelpunt hierbij is de hoogte van de huur en de kosten van de hoteldiensten. De appartementen kunnen ook worden omgezet naar regulier wonen voor ouderen of mensen zonder zorgvraag. Dit vergt een aanpassing van de bestemming en medewerking van de gemeente. De gebouwen kunnen worden afgestoten door de zorgaanbieder. Voor de gemeente of gemeenschap kan dat nadelig zijn wanneer dit verzorgingshuis het enige is in de woonplaats of wijk, of wanneer het een belangrijke functie heeft voor zelfstandig wonende ouderen. De sanering rust op de schouders van zorgaanbieders en woningcorporaties. Soms zit een zorgaanbieder vast aan een langdurig huurcontract, en kost de leegstand hen veel geld. Soms zeggen zorgaanbieders de huur op en heeft de woningcorporatie een strop. Soms gaat een zorgaanbieder kopje onder aan eigen bezit. Dit alles belemmert Ruimte voor zorg 43

47 de vernieuwing van wonen en zorg. Voor de gemeenschap in het algemeen is dit nadelig. Gemeenten kunnen hier mogelijk wat in doen. 3. Zorgvastgoed wordt breder ingezet Vroeger woonden in een verzorgingshuis alleen mensen met een lichte indicatie, ZZP1-4. Dit beleid is volledig losgelaten. Heden ten dage kunnen ook in een verzorgingshuis mensen wonen met een verpleeghuisindicatie, ZZP5 en hoger, die behandeling krijgen. Als verzorgingshuizen zich toeleggen op deze zwaardere groep, worden zij een beetje verpleeghuis. De groeiende vraag naar verpleeghuiszorg kan worden opgevangen door de verzorgingshuizen, mits het gebouw daarvoor geschikt is en de organisatie en medewerkers daarvoor gekwalificeerd zijn. Daardoor is nieuwbouw van verpleeghuizen niet altijd meer nodig. Door het afschaffen van de lichte indicaties ZZP1-3 komt capaciteit vrij in de verzorgingshuizen. Deze kan en wordt dus gebruikt voor de opvang van mensen met een zwaardere indicatie. 4. Opvang mensen met dementie Door de dubbele vergrijzing is er een gestage groei van de behoefte aan opvang voor mensen met dementie. Thuis wonen is geen optie voor deze doelgroep. Wel kunnen mensen het dankzij mantelzorg en ondersteuning soms maanden langer thuis volhouden en dit heeft een grote invloed op de benodigde capaciteit. Voorbeeld: op een gemiddelde verblijfsduur van 1,5 jaar betekent 3 maanden uitstel 17% minder capaciteitsbehoefte. Dankzij de ombouw van verzorgingshuizen naar verpleeghuiszorg komt er op dit moment veel capaciteit beschikbaar. Er is nog steeds behoefte aan capaciteit in kleinere kernen. Woningcorporaties en gemeenten krijgen regelmatig verzoeken van particuliere initiatieven om mee te werken aan nieuwbouw van kleinschalige groepswoningen. Hoewel de opvang van mensen met dementie typisch een taak van de Wlz is, kunnen gemeenten een visie ontwerpen op het aantal, type en de spreiding van deze opvang. 5. Geclusterde woonvormen: Woonzorg Interessant is de vraag of senioren geïnteresseerd zijn in geclusterde woonvormen met full-service zorg en ondersteuning, Woonzorg. Op langere termijn zal de groep ouderen met weinig zelfregie en zelfredzaamheid enorm groeien. Thuis blijven wonen heeft hun voorkeur. Maar het is een afweging. Als geclusterd wonen met service goedkoop en aantrekkelijk wordt, en zorg aan huis problematisch, kan dat deze groep over de streep trekken. Misschien ontketent het einde van de economische crisis een inhaalslag. Dat zou een flinke vraag naar Woonzorg teweegbrengen. Op dit moment is dit nog allerminst zeker. 6. Zelfstandig wonende ouderen Er komt nog een grote vergrijzingsgolf aan. Ouderen zijn honkvast en verhuizen liever niet. Uitgangspunt van beleid kan zijn om ouderen thuis zoveel mogelijk te helpen. Niet alleen met zorg- en dienstverlening, maar ook met individuele woningaanpassingen. Ruimte voor zorg 44

48 7. Seniorenhuisvesting De traditionele seniorenhuisvesting heeft het lastig omdat de meeste ouderen het prima vinden in hun eigen huis. Verhuizen naar een seniorenwoning heeft vaak te weinig voordelen en te veel nadelen. De afweging valt dan negatief uit. Een belangrijke reden in de huursector om ouderen te verleiden te verhuizen naar een seniorenwoning, is het vrij maken van grote woningen die zij bezet houden. Ook kost het aanpassen van deze woningen veel geld en ook daarom zou verhuizen naar geschikte seniorenhuisvesting beter zijn. Hoe kan je ouderen verleiden te verhuizen? Nieuw voor oud: haal verouderd aanbod uit de seniorenmarkt; Zorg voor aantrekkelijke, diverse, betaalbare woningen; Locatie is alles: in eigen woonplaats, de eigen buurt, bij voorzieningen; Labelen voor 55+ hoeft niet; Goed toegankelijk en doorgankelijk (dat geldt natuurlijk voor álle nieuwbouw). Maar zoals bij het vorige punt al aangegeven: misschien is het realistischer om er van uit te gaan dat het gros van deze ouderen in de huidige woning zal blijven wonen, of het nu wenselijk is of niet. 8. Spreiding en kwaliteit Er is onder ouderen een behoefte om in de eigen gemeenschap te blijven wonen. Daar blijven zij contact houden met familie en vrienden. Het aanbod kan hier op inspelen door deconcentratie van grote voorzieningen en realisatie van nieuwe kleinschalige voorzieningen in kleinere kernen. Voor specialistische zorg is dat niet mogelijk. Voor Woonzorg en ook voor opvang voor mensen met dementie is dat wel mogelijk. De minimale schaalgrootte voor een gezonde bedrijfsvoering is een punt van discussie. 9. Tegelijkertijd is er een kwaliteitsdiscussie. De wat oudere verblijfsvoorzieningen voldoen, net als de wat oudere seniorenwoningen, minder aan de wensen van de ouderen. Sommige aanbieders grijpen de vernieuwing aan om de capaciteit wat meer te spreiden over kleinere kernen. Andere aanbieders kiezen voor vernieuwing onder handhaving van de concentratie van de capaciteit. 4.3 PROGNOSE VRAAG Dementie De vergrijzing van de bevolking heeft onder andere tot gevolg dat het aantal mensen met dementie toeneemt. Deze toename is niet tijdelijk van aard, maar zal nog zeker 30 jaar voortduren: in 2046 is het aantal mensen dat behoefte heeft aan verblijf in verband met dementie 2,5 keer zo groot als vandaag de dag. De behoefte aan verblijf met zorg in verband met dementie is berekend op basis van de feitelijke gebruikscijfers naar leeftijdsklasse op Deze leeftijdsspecifieke gebruikscijfers zijn toegepast op de bevolkingsontwikkeling (Primos). Ruimte voor zorg 45

49 Onderstaande tabel laat de behoefte zien aan plaatsen voor mensen met dementie in Gelderland tussen 2016 en Tabel 29 Prognose aantal mensen met dementie dat behoefte heeft aan zorg met verblijf, naar regio, absoluut en relatief (2016=100). Gelderland: dementie, vraagontwikkeling Achterhoek FoodValley FoodValley met Utrecht Noord-Veluwe Rivierenland Arnhem e.o Nijmegen e.o Liemers Stedendriehoek Gelderland Gelderland: dementie, vraagontwikkeling Achterhoek FoodValley FoodValley met Utrecht Noord-Veluwe Rivierenland Arnhem e.o Nijmegen e.o Liemers Stedendriehoek Gelderland De prognose ligt hoger dan in de Monitor Gelderland Zie voor een uitleg en mogelijke verklaring het hoofdstuk Verantwoording. Gemiddeld zal de behoefte aan opvang de komende 10 jaar 36% stijgen. De prognose voor 2046 is een stijging van 152%. De toename varieert naar gemeente. Zie hiervoor de tabellen in Hoofdstuk 7. In de volgende 14 gemeenten is de toename in 10 jaar meer dan 50%: Renswoude (Utrecht), Druten, Oldebroek, Wijchen, Zevenaar, Heumen, Lingewaal, Lingewaard, Harderwijk, Overbetuwe, Rijnwaarden, Beuningen, Doesburg, Brummen. In de volgende 7 gemeenten is de toename in 10 jaar tijd minder dan 30%: Wageningen, Arnhem, Apeldoorn, Rheden, Winterswijk, Nijmegen, Renkum. Ruimte voor zorg 46

50 4.3.2 Woonzorg, verblijf licht, somatiek De behoefte aan Woonzorg, verblijf licht en somatiek 1 is op dezelfde wijze berekend als de behoefte aan verblijf in verband met dementie: uitgangspunt zijn de feitelijke gebruikscijfers naar leeftijdsklasse op Deze leeftijdsspecifieke gebruikscijfers zijn vervolgens toegepast op de toekomstige omvang van de bevolking. De vergrijzing zorgt ook hier voor een sterke toename van de vraag. Woonzorg Woonzorg is een geclusterd aanbod van huisvesting met full-service zorg en dienstverlening. Dit is vergelijkbaar met het verzorgingshuis, met dat verschil dat de ouderen nu zelf de huur en verblijfskosten betalen. Verzorgingshuizen kunnen dus Woonzorg aanbieden. Dit wordt ook vaak scheiden wonen en zorg genoemd. Ook nieuwe aanbieders, al dan niet in het luxe segment, kunnen Woonzorg aanbieden. De prevalentie Woonzorg definieren we hier als het aandeel ouderen naar leeftijdsklasse dat op zorg met verblijf had met een lichte indicatie (ZZP1-ZZP3), inclusief de groep die overbruggingszorg genoot. Na zijn deze lichte indicaties stapsgewijs afgeschaft. De ouderen met dit zorgprofiel zijn er natuurlijk nog en onze aanname is dat de leeftijdsspecifieke prevalentie van dit zorgprofiel in de toekomst gelijk blijft. De veronderstelling is dat deze doelgroep gebruik gaat maken van Woonzorg, geclusterd wonen met full-service zorg- en dienstverlening. Dit is echter nog allerminst zeker. In deze rapportage hanteren we daarom twee modellen: Woonzorg theoretisch maximum verondersteld wordt dat 100% van deze ouderen zal opteren voor full-service in geclusterde woonvormen. Woonzorg realistisch maximum verondersteld wordt dat het overgrote deel van de ouderen met dit zorgprofiel nu zelfstandig blijven wonen. Slechts 25% zal Woonzorg afnemen. Het feitelijk gebruik van Woonzorg is zoals gezegd nog niet bekend. Er moet meer ervaring worden opgedaan en het concept moet gangbaar worden onder de doelgroep. Bovendien heeft nog steeds 30% van deze doelgroep een plek in het verzorgingshuis omdat hun indicatie dateert van vóór Bijgevolg kan in dit onderzoek nog niet worden aangegeven hoe groot de behoefte aan Woonzorg is. Optimistische lezers kunnen daarom uitgaan van Woonzorg theoretisch maximum. Pessimistische lezers kunnen uitgaan van Woonzorg realistisch maximum. Hieronder presenteren we de behoefteprognose voor het model Woonzorg theoretisch maximum. Deelt men de cijfers door 4, dan krijgt men de getallen voor het model Woonzorg realistisch maximum. 1 Zie Begrippenlijst voor een verklaring. Ruimte voor zorg 47

51 Tabel 30 Prognose behoefte aan Woonzorg, model Theoretisch maximum, naar regio, absoluut en relatief (2016=100). Gelderland: woonzorg, vraag Achterhoek FoodValley FoodValley met Utrecht Noord-Veluwe Rivierenland Arnhem e.o Nijmegen e.o Liemers Stedendriehoek Gelderland Gelderland: woonzorg, vraag Achterhoek FoodValley FoodValley met Utrecht Noord-Veluwe Rivierenland Arnhem e.o Nijmegen e.o Liemers Stedendriehoek Gelderland NB: de regio s FoodValley, Stadsregio Arnhem-Nijmegen en Stedendriehoek overschrijden de provinciegrenzen. De cijfers hebben alleen betrekking op dat deel van die regio s dat binnen Gelderland ligt. Uitzondering hierop zijn de blauwe cijfers: dit betreft de volledige regio FoodValley, inclusief de Utrechtse gemeenten Renswoude, Rhenen en Veenendaal die hebben deelgenomen in dit onderzoek en waar ook een factsheet van beschikbaar is. De behoefte zal de komende decennia sterk toenemen. De groei is zelfs hoger dan die van de behoefte aan opvang voor mensen met dementie. Dat komt omdat de doelgroep Woonzorg vooral voorkomt onder de zeer hoge leeftijden, 85-plus, en het vooral deze groep ouderen is die in de toekomst sterk zal groeien. Zie ook het hoofdstuk Verantwoording. Verblijf licht Verblijf licht is gelijk aan zorgprofiel ZZP4. Bij de overgang van de Awbz naar de Wlz is dit zorgprofiel vooralsnog gehandhaafd als grond voor een verstrekking. Ouderen met dit zorgprofiel woonden en wonen traditioneel in het verzorgingshuis. Het gaat om een aanzienlijke groep mensen hadden zo n indicatie op De eerdere doelgroepen die we bespraken waren wel groter: mensen met demen- Ruimte voor zorg 48

52 tie. De doelgroep Woonzorg is becijferd op maar van deze ouderen weten we niet of zij daadwerkelijk gebruik maken van een geclusterd aanbod met full-service. Van de doelgroep Verblijf licht is dat wel zeker. Ook deze doelgroep zal de komende decennia sterk groeien. De Wlz regels die formeel de aanspraak regelen op een ZZP4 kunnen natuurlijk wel veranderen. Tabel 31 Prognose behoefte aan Verblijf licht (ZZP4) naar regio, absoluut en relatief (2016=100). Gelderland: ZZP4, vraag Achterhoek FoodValley FoodValley met Utrecht Noord-Veluwe Rivierenland Arnhem e.o Nijmegen e.o Liemers Stedendriehoek Gelderland Gelderland: ZZP4, vraag Achterhoek FoodValley FoodValley met Utrecht Noord-Veluwe Rivierenland Arnhem e.o Nijmegen e.o Liemers Stedendriehoek Gelderland Somatiek Onder somatiek verstaan we hier verblijf met zorg en behandeling in verband met somatische klachten. Dit staat gelijk aan de zorgprofielen ZZP6 en ZZP8. Niet inbegrepen in onderstaande cijfers is de geriatrische revalidatie, die geregeld is binnen de Zorgverzekeringswet. Ruimte voor zorg 49

53 Tabel 32 Prognose behoefte aan opname in verband met somatische klachten (ZZP6, ZZP8) naar regio, absoluut en relatief (2016=100). Gelderland: somatiek, vraag Achterhoek FoodValley FoodValley met Utrecht Noord-Veluwe Rivierenland Arnhem e.o Nijmegen e.o Liemers Stedendriehoek Gelderland Gelderland: somatiek, vraag Achterhoek FoodValley FoodValley met Utrecht Noord-Veluwe Rivierenland Arnhem e.o Nijmegen e.o Liemers Stedendriehoek Gelderland AANBOD EN PLANNEN Het aanbod aan intramurale plaatsen is in dit onderzoek geïnventariseerd door alle aanbieders op te sporen ook de kleine particuliere aanbieders, ook de Herbergiers - en een opgave te vragen van hun aanbod, de capaciteit en de plannen voor de komende jaren. Gevraagd is naar de capaciteit van de zorggebouwen en de capaciteit van de woongebouwen. Deze vraag lijkt simpel, maar is eigenlijk heel lastig. Dit lichten we hieronder toe. Het onderscheid woongebouw / zorggebouw is heden ten dage niet langer scherp. Voorheen was er een duidelijk onderscheid tussen verpleeghuizen, verzorgingshuizen en aanleunwoningen. De contracten vanuit de AWBZ waren gekoppeld aan locaties. Tegenwoordig is alles vloeibaar. Contracten voor capaciteit zijn gekoppeld aan aanbieders, niet meer aan locaties. Een deel van het budget wordt zelfs niet meer vooraf gecontracteerd, maar volgt de cliënt, en wordt dáár betaald waar de cliënt verkiest neer te strijken. Een aanbieder kan er voor kiezen om verpleeghuiscliënten te huisvesten in verzorgingshuizen. Het is steeds gangbaarder om zelfs behandeling aan te bieden in verzorgingshuizen. Ruimte voor zorg 50

54 Binnen het verzorgingshuis kunnen de verpleeghuizen in duidelijk afgezonderde kleinschalige afdelingen verzorgd worden, maar dat hoeft niet, zij kunnen ook gewoon tussen de bewoners met een lichte indicatie wonen. Vroeger verhuisden mensen van het verzorgingshuis naar het verpleeghuis wanneer de zorg te zwaar werd. Deze grens is nu sterk opgerekt, en mensen blijven bij een verzwaring van hun indicatie in hun verzorgingsappartement wonen, wat zij meestal ook graag willen. Het is dus heel normaal om verpleeghuiscliënten te vinden in verzorgingshuizen. En eigenlijk is de hele terminologie verpleeghuis en verzorgingshuis niet meer bruikbaar. Dat wat betreft zwaardere zorgvragen in verzorgingshuizen. Maar er speelt meer. In verzorgingshuizen kunnen ouderen ook wonen zónder een Wlz indicatie. Zij ontvangen bijvoorbeeld thuiszorg en betalen zelf hun huur en hotelkosten: scheiden wonen en zorg. En dan de aanleunwoningen: het is mogelijk, en het wordt ook steeds gangbaarder, dat ouderen met een intramurale indicatie in een aanleunwoning gaan of blijven wonen. Het gevolg van al deze ontwikkelingen is dat zorgvastgoed niet meer scherp te omlijnen is: de door de zorgkantoren gecontracteerde capaciteit kan zich binnen of buiten de traditionele huizen bevinden. Vertaald naar dit onderzoek betekent dit dat de capaciteit van verzorgingshuizen of verpleeghuizen niet zo veel meer zegt over tekorten of overschotten in zorgvastgoed. Dit is in dit onderzoek getracht als volgt op te lossen: Zorgvastgoed voor de opvang van mensen met dementie (ZZP5 en ZZP7) is apart geïnventariseerd. Deze capaciteit is bij organisaties in het algemeen duidelijk omlijnd. Dat wil echter niet zeggen dat alle cliënten met een indicatie in verband met dementie daar ook verblijven. Een groot deel is gewoon blijven wonen in het verzorgingshuis waar zij al een appartement hadden. Deze capaciteit wordt meestal niet apart benoemd door zorgaanbieders. Zorgvastgoed voor somatiek (ZZP6 en ZZP8), verblijf licht (ZZP4) en scheiden wonen zorg is geschaard onder Overig : binnen deze capaciteit kunnen verschillende indicaties vaak flexibel worden gehuisvest, zoals hierboven uiteengezet. De capaciteit voor palliatieve zorg en geriatrische revalidatie (Zorgverzekeringswet) is niet meegenomen in deze aantallen. Zorgvastgoed heet in dit onderzoek zorggebouw. Definitie in de enquête: Zorggebouw: primair bedoeld voor zorg en verblijf. Vanwege de ontwikkeling van scheiden wonen en zorg is in veel gevallen ook verhuur mogelijk. Soms is scheiden wonen en zorg de standaard in een zorggebouw. Aanleunwoningen, waar ook mensen met een intramurale indicatie kunnen wonen en zorg kunnen ontvangen, heten in dit onderzoek woongebouw. Definitie in de enquête: Woongebouw: primair bedoeld voor wonen. Bijvoorbeeld een aanleunflat. Vanwege de ontwikkeling van scheiden wonen en zorg is in veel gevallen ook inzet van een PGB, VPT of MPT mogelijk. In onderstaande tabel is deze categorie aangeduid met Woningen. Geïnventariseerd zijn woningen die op of aan het terrein liggen waar ook de zorggebouwen staan. Ouderenwoningen die losstaan van zorggebouwen zijn niet meegenomen. Het resultaat van deze inventarisatie is in onderstaande tabel weergegeven: Ruimte voor zorg 51

55 PG traditioneel PG Kleinschalig Overig Woningen PG traditioneel Kleinschalig Overig Woningen Tabel 33 Aanbod Aanbod zorgvastgoed en aanleunwoningen naar regio Huidig (2016) Toekomst (2021) Ouderenzorg Achterhoek FoodValley FoodValley met Utrecht Noord-Veluwe Rivierenland Arnhem e.o Nijmegen e.o Liemers Stedendriehoek Gelderland Toe- of afname -20% 19% -5% -1% Gelderland + buurgemeenten Laten we deze cijfers eens op ons in laten werken. Wat direct opvalt is dat de capaciteit kleinschalig wonen voor mensen met dementie groter is dan de traditionele capaciteit. Bovendien neemt de traditionele capaciteit de komende jaren nog verder af en groeit de kleinschalige capaciteit fors. Het totaal aan capaciteit voor PG groeit de komende jaren met 4% van plaatsen naar plaatsen. De omvang van de overige capaciteit (Woonzorg, verblijf licht, verblijf somatiek, exclusief geriatrische revalidatie en palliatieve zorg) gaat de komende jaren omlaag: 5%. De omvang van de woongebouwen blijft nagenoeg gelijk. Dit cijfer is echter niet erg betrouwbaar omdat veel aanleunwoningen corporatiebezit zijn en de respondenten niet goed op de hoogte zijn van de aantallen. 4.5 VRAAG VERSUS AANBOD; WAAR ZIJN TEKORTEN OF OVERSCHOTTEN? Nu de vraagcijfers en aanbodcijfers bekend zijn, is het mogelijk om te kijken in welke regio s of gemeenten nog opgaven liggen. We zetten hieronder vraag en aanbod naast elkaar Dementie De capaciteit voor mensen met dementie in relatie tot de vraag laat voor Gelderland als geheel verrassend genoeg een overschot zien van 608 plaatsen in 2016, zie onderstaande tabel. Ruimte voor zorg 52

56 Tabel 34 Capaciteit dementie: vraag versus aanbod naar regio Gelderland: dementie, aanbod versus vraag Huidig (2016) Toekomstig (2021) Trad. Kleins. Totaal Vraag Verschil Trad. Kleins. Totaal Vraag Verschil Achterhoek FoodValley FoodValley met Utrecht Noord-Veluwe Rivierenland Arnhem e.o Nijmegen e.o Liemers Stedendriehoek Gelderland Gelderland: dementie, aanbod versus vraag Huidig (2016) Toekomstig (2021) Trad. Kleins. Totaal Vraag Verschil Trad. Kleins. Totaal Vraag Verschil Achterhoek 5% 17% 12% 15% -13% 6% 15% 12% 15% -22% FoodValley 13% 12% 12% 12% 14% 14% 11% 12% 12% 0% FoodValley met Utrecht 4% -7% Noord-Veluwe 19% 9% 13% 10% 36% 18% 10% 12% 11% 13% Rivierenland 9% 10% 9% 10% 1% 11% 10% 10% 10% 1% Arnhem e.o. 19% 16% 17% 16% 18% 21% 15% 17% 15% 4% Nijmegen e.o 15% 14% 15% 13% 17% 15% 13% 14% 13% 0% Liemers 2% 6% 5% 6% -17% 3% 5% 5% 7% -33% Stedendriehoek 16% 17% 17% 18% -2% 13% 20% 18% 18% -3% Gelderland 100% 100% 100% 100% 7% 100% 100% 100% 100% -4% In Gelderland als geheel is een overschot zichtbaar aan capaciteit voor mensen met dementie. Ten opzichte van de vraag is er 7% meer aanbod, 608 plaatsen. Daar komt nog bij dat er van uit mag worden gegaan dat een deel van de vraag niet eens in deze capaciteit wordt opgevangen, maar in verzorgingshuizen. De komende jaren wordt er nog capaciteit bij gerealiseerd, maar desondanks zal dit overschot omslaan in een tekort van 4% in Het aantal mensen met dementie waarvoor opvang noodzakelijk is, groeit dramatisch snel, en er is lange termijn visie en beleid nodig om dit probleem te tackelen. Binnen de provincie zijn er aanzienlijke verschillen. In de Achterhoek en De Liemers is sprake van een flink tekort, dat nog verder dreigt op te lopen. In de regio Noord-Veluwe is juist een overschot zichtbaar. Het aandeel traditionele capaciteit in deze regio is hoog. In de regio s Arnhem en Nijmegen is ook sprake van een overschot, maar de komende jaren slaat dit om in een licht tekort. Nog even terug naar het overschot aan capaciteit in Gelderland als geheel. Het wijst er op dat er meer capaciteit is dan er gecontracteerd wordt voor dementie. Mogelijk zijn de wachtlijsten hier en daar wel erg kort. Mogelijk wordt capaciteit niet gecontracteerd. Mogelijk wordt de capaciteit ook gebruikt voor cliënten met een somatische indicatie, ZZP6 of ZZP8. Mogelijk hebben verschillende zorgkantoren een verschillend inkoopbeleid. Is er overcapaciteit? Mogelijk, op dit moment. Het Wlz budget komt daar echter niet door in gevaar, aangezien de zorgkantoren overcapaciteit niet hoeven te contracteren. Het probleem ligt bij de aanbieders. Voor aanbieders kan er aanleiding zijn om kritisch te kijken naar de plannen. De enorme groei van de vraag de komende decennia springt Ruimte voor zorg 53

57 hierbij in het oog. Je zou kunnen zeggen dat de ruime capaciteit van vandaag over een paar jaar hard nodig is. Dan moet natuurlijk wel het Wlz budget meegroeien met deze vraag. Wees voorzichtig met het gebruik van deze cijfers. Er kunnen fouten zitten in de opgave; het zijn momentopnames; een paar plaatsen meer of minder zegt niets; de verschillen tussen de gemeenten zijn voor een deel toe te schrijven aan de regionale rol van de verpleeghuizen. Het beste is deze cijfers te gebruiken als het begin van het lokale of regionale gesprek Woonzorg, verblijf licht, somatiek We stappen nu over op vraag en aanbod naar het overige zorgvastgoed. Zoals eerder uiteengezet is er op dit moment geen scherpe lijn te trekken tussen de verschillende vormen van zorgvastgoed. Cliënten met een lichte of zware zorgvraag, met of zonder scheiden wonen en zorg, kunnen door elkaar wonen in woonzorgcentra, zelfs in aanleunwoningen. Om een vergelijking te kunnen maken, tellen we vraag en aanbod naar Woonzorg (huur met full-service), verblijf licht (ZZP4) en somatiek (ZZP6+8) bij elkaar op. In het geval van Woonzorg maken we gebruik van twee modellen, het model Woonzorg theoretisch maximum (100% van de prevalentie van ZZP1-3) en het model Woonzorg realistisch maximum (dit is 25% van de totale prevalentie van ZZP1-3 zou deze indicatie nog bestaan). Zie paragraaf voor een beschrijving van dit model. De reden om de vraag naar Woonzorg in het tweede model sterk naar beneden bij te stellen ten opzichte van de historische prevalentie van de lichte zorgzwaartepakketten ZZP1-ZZP3, is het gegeven dat lang niet zeker is dat deze doelgroep daadwerkelijk gaat kiezen voor scheiden wonen zorg binnen het bestaande zorgvastgoed. We kijken of de capaciteit van het aanbod in overeenstemming is met de vraag. Dat is stap 1. Vervolgens tellen we de aanleunwoningen op bij de capaciteit en kijken we hoe de vraag zich verhoudt ten opzichte van deze optelsom. Immers, Woonzorg en verblijf licht en zelfs de zwaardere indicaties kunnen ook gehuisvest worden in aanleunwoningen. Model theoretisch maximum Tabel 35 Vraag Woonzorg (model theoretisch maximum), verblijf licht, somatiek versus aanbod naar regio Gelderland: aanbod versus vraag woonzorg, somatiek, ZZP4 Huidig (2016) Toekomstig (2021) Aanbod - Vraag = Verschil + Aanleun = Verschil Aanbod - Vraag = Verschil + Aanleun = Verschil Achterhoek FoodValley FoodValley met Utrecht Noord-Veluwe Rivierenland Arnhem e.o Nijmegen e.o Liemers Stedendriehoek Gelderland Ruimte voor zorg 54

58 Gelderland: aanbod versus vraag woonzorg, somatiek, ZZP4 Huidig (2016) Toekomstig (2021) Aanbod - Vraag = Verschil + Aanleun = Verschil Aanbod - Vraag = Verschil + Aanleun = Verschil Achterhoek 15% 15% -24% 6% -3% 14% 15% -41% 6% -23% FoodValley 10% 12% -34% 9% 7% 10% 12% -48% 10% -9% FoodValley met Utrecht -35% 8% -50% -9% Noord-Veluwe 6% 10% -55% 12% 12% 6% 11% -62% 13% -6% Rivierenland 12% 10% -9% 8% 36% 11% 10% -31% 7% 2% Arnhem e.o. 20% 16% -7% 11% 31% 20% 15% -18% 9% 10% Nijmegen e.o 14% 13% -20% 21% 68% 14% 13% -35% 20% 35% Liemers 6% 6% -28% 6% 26% 6% 7% -44% 6% -1% Stedendriehoek 18% 18% -25% 28% 58% 18% 18% -36% 29% 42% Gelderland 100% 100% -24% 100% 31% 100% 100% -38% 100% 9% We lopen nu door bovenstaande tabel heen. Het aanbod van zorgvastgoed voor verblijf licht (het oude verzorgingshuis) en verblijf somatiek hebben we opgeteld in de kolom Aanbod. In de kolom daarnaast staat de vraag weergegeven: de optelsom van Woonzorg, verblijf licht, somatiek. Let op: alle mensen die een lichte indicatie zouden hebben gehad, als die nog had bestaan, hebben we hier bij inbegrepen; het is dus de vraag of deze doelgroep nog wel naar het verzorgingshuis wil op basis van scheiden wonen en zorg. De vergelijking van vraag en aanbod laat voor Gelderland een tekort van plaatsen zien, 26%. Echter, je zou kunnen betogen dat de aanleunwoningen ook een deel van deze vraag kunnen opvangen. Tel je de aanleunwoningen op bij het aanbod, kolom 4, en zet je dit vervolgens af tegen de vraag, kolom 2, dan zou Gelderland ruim voldoende capaciteit hebben, en zouden er nog appartementen beschikbaar zijn voor mensen zonder zorgindicatie, bijvoorbeeld senioren die gewoon huren. Deze zelfde rekenmethode is gebruikt voor het vergelijken van de toekomstige vraag en aanbod. Te zien is dat het tekort aan intramurale capaciteit, de zorggebouwen, zou toenemen, maar dat dit nog steeds makkelijk gecompenseerd wordt door de ruimte die de aanleunwoningen bieden. Conclusie: meer capaciteit realiseren is niet nodig wanneer men er in slaagt om de bestaande capaciteit goed te gebruiken. Een uitzondering op deze stelling vormt de regio Achterhoek, waar de capaciteit nu en in de toekomst tekort schiet. In de toekomst treden er ook tekorten op in Foodvalley, Noord-Veluwe en Rivierenland. Model realistisch maximum We zijn er in bovenstaande cijfers (model theoretisch maximum ) van uitgegaan dat alle ouderen die een lichte indicatie zouden hebben gehad, zou deze nog bestaan, er voor kiezen te gaan wonen in een woonzorgcentrum, op basis van scheiden wonen en zorg. Dit uitgangspunt is discutabel. We weten nog niet hoe deze doelgroep zich in de praktijk gaat gedragen. Misschien blijven zij wel allemaal wonen in hun eigen woning en kiest niemand voor verhuizen naar een woonzorgcentrum met scheiden wonen en zorg. Om deze situatie inzichtelijk te maken hanteren we voor de vraag naar Woonzorg een tweede model, realistisch maximum, en dit is 25% van de prevalentie, dus 25% van de aantallen die in de tabellen hierboven zijn gebruikt. Daarbij tellen we de vraag naar ZZP4, ZZP6 en ZZP8 op zoals dat ook voor model theoretisch maximum is gebeurd. Het resultaat van het toepassen van dit model Woonzorg realistisch maximum is weergegeven in onderstaande cijfers. Ruimte voor zorg 55

59 Het is aan de aanbieders om in te schatten welk model voor hen het beste toepasbaar is. Tabel 36 Vraag Woonzorg (model realistisch maximum, 25% van de prevalentie), verblijf licht, somatiek versus aanbod naar regio Gelderland: aanbod versus vraag woonzorg (25%), somatiek, ZZP4 Huidig (2016) Toekomstig (2021) Aanbod - Vraag = Verschil + Aanleun = Verschil Aanbod - Vraag = Verschil + Aanleun = Verschil Achterhoek FoodValley FoodValley met Utrecht Noord-Veluwe Rivierenland Arnhem e.o Nijmegen e.o Liemers Stedendriehoek Gelderland Gelderland: aanbod versus vraag woonzorg (25%), somatiek, ZZP4 Huidig (2016) Toekomstig (2021) Aanbod - Vraag = Verschil + Aanleun = Verschil Aanbod H = Verschil + Aanleun = Verschil Achterhoek 15% 15% 22% 6% 56% 14% 15% -5% 6% 25% FoodValley 10% 12% 7% 9% 73% 10% 12% -16% 10% 47% FoodValley met Utrecht 5% 75% -19% 48% Noord-Veluwe 6% 10% -26% 12% 81% 6% 11% -39% 13% 53% Rivierenland 12% 10% 46% 8% 118% 11% 10% 10% 7% 63% Arnhem e.o. 20% 16% 51% 11% 112% 20% 15% 33% 9% 78% Nijmegen e.o 14% 13% 29% 21% 170% 14% 13% 5% 20% 118% Liemers 6% 6% 15% 6% 102% 6% 7% -9% 6% 60% Stedendriehoek 18% 18% 21% 28% 156% 18% 18% 3% 29% 130% Gelderland 100% 100% 23% 100% 112% 100% 100% 0% 100% 76% Uitgaande van dit model Woonzorg realistisch maximum is er op dit moment geen tekort aan zorgvastgoed voor Woonzorg plus verblijf licht plus somatiek. Over vijf jaar zou er een licht tekort zijn. Echter, het aanbod aan aanleunwoningen nabij deze woonzorgcentra zou dat tekort kunnen opvangen. Een en ander gaat er van uit dat het beschikbare vastgoed dan ook geschikt is voor al deze doelgroepen. Dat is niet automatisch zo. Vaak is transformatie van het zorgvastgoed nodig, wat niet altijd mogelijk is. De conclusie luidt dat er in het algemeen geen aanleiding is om zorgvastgoed voor deze doelgroepen bij te bouwen. De opgave voor de toekomst is grotendeels het transformeren van het bestaande aanbod zodat het voldoet aan de veranderende vraag, bijvoorbeeld de sterk groeiende vraag naar opvang voor mensen met dementie Regionale verschillen De Achterhoek en De Liemers lijken een relatief gering aanbod voor mensen met dementie te hebben afgezet tegen het aantal ouderen. De Noord-Veluwe daarentegen lijkt juist een te ruim aanbod te hebben. Het aanbod Woonzorg / verblijf licht / somatiek is ook in de Achterhoek geringer dan in andere regio s. De Stedendriehoek en Stadsregio Arnhem-Nijmegen hebben juist een groot aanbod. Maar voor alle regio s geldt dat het opletten geblazen is: laten ouderen het aanbod Woonzorg in de voormalige verzorgingshuizen links liggen, dan is er een overcapaciteit aan zorgvastgoed. Ruimte voor zorg 56

60 4.6 UITGELICHT: PRODUCTIE, INDICATIE, VERSTREKKING, LEEFTIJD De vraagcijfers in deze monitor zijn geëxtrapoleerd uit de productiecijfers van zorgregio Arnhem ( en ). Deze productiecijfers zijn beschikbaar naar indicatie, verstrekking en leeftijd. Op basis van leeftijd zijn deze cijfers opgehoogd voor Gelderland als geheel 2. Het is interessant om eens te kijken hoe het precies zit met deze productie: op welke indicaties zijn zij gebaseerd, welke verstrekkingen vloeien er uit voort en hoe is dit verdeeld over de leeftijdsgroepen? Indicaties voor langdurige zorg met verblijf (Wlz) zijn een weergave van overheidsbeleid, maar geven ook een indruk van het voorkomen van zorgprofielen binnen de verschillende leeftijdsgroepen. Er zijn tien zorgprofielen 3 : ZZP1 ZZP10. ZZP0 is een indicatie voor partners die meeverhuizen naar een verblijfsvoorziening. ZZP1 t/m ZZP3 zijn sinds 2013 stapsgewijs afgeschaft. Dit is in onderstaande grafiek goed te zien: de lichte kleuren zijn 2013, de donkere kleuren zijn Er zijn anno 2016 nog steeds ouderen die gebruik maken van zo n lichte ZZP; zij hadden al voor 2013 een indicatie en behouden hun rechten en hun verblijfsplaats. Een indicatie geeft recht op zorg met verblijf. De wijze waarop kan verschillen. Het meest voorkomend is een volledige verstrekking van zorg met verblijf, ZZP. Een klein deel van de cliënten kiest voor een PGB. Het VPT komt nauwelijks voor in de ouderenzorg. Figuur 16 Productie naar indicatie en verstrekking (zorgregio Arnhem), absoluut, 2013 (lichte kleuren) en 2016 (donkere kleuren). 2 3 Andere zorgkantoren kunnen een ander inkoopbeleid voeren, zodat het feitelijke gebruik in de hele provincie af kan wijken van deze inschatting. Verwarrend is dat de afkorting ZZP zowel wordt gebruikt voor de indicatie, het zorgprofiel, als voor de verstrekking zorg met verblijf. Een zijspoor, maar op deze plek wel handig te vermelden: Zorg in Natura (ZIN) is een term die slaat op zowel ZZP als MPT en VPT. De tegenhanger van ZIN is het PGB, Persoonsgebonden Budget. Ruimte voor zorg 57

61 Het MPT komt wel regelmatig voor als verstrekking. Dit zijn vooral cliënten die wachten op een opname en tot die tijd overbruggingszorg hebben. Vóór 2015 bestond het MPT niet, maar werd de intramurale Awbz indicatie vertaald naar extramurale functies, en deze constructie is in onderstaande gegevens gelijkgesteld aan het MPT. Cliënten met een lichte ZZP-indicatie die daar nog geen gebruik van maakten, hebben moeten kiezen of zij opgenomen wilden worden of niet; zo niet, dan verloren zij het recht op een MPT. In 2016 zijn er daarom vrijwel geen MPT-verstrekkingen meer voor de indicaties ZZP1-3. Maar een MPT voor de hogere indicaties komt nog wel frequent voor, zij het minder dan in Een mogelijke verklaring zou kunnen zijn dat cliënten in 2016 sneller een plek in een verblijfsvoorziening vinden dan in 2013; maar het kan ook voortkomen uit een beleidswijziging. Bovenstaande grafiek laat goed zien hoe sterk de verstrekkingen voor de lichte indicaties zijn afgenomen tussen 2013 en Die voor ZZP4 is licht afgenomen, maar het aantal intramurale verstrekkingen daarbinnen is nagenoeg gelijk gebleven. De verstrekkingen voor ZZP5 en ZZP6 zijn flink gestegen. De verstrekking ZZP7 is iets afgenomen terwijl die voor ZZP8 flink is afgenomen. In de grafiek hieronder kan de verhouding tussen de verschillende verstrekkingen worden afgelezen. Figuur 17 Productie naar indicatie en verstrekking (zorgregio Arnhem), relatief, 2013 (lichte kleuren) en 2016 (donkere kleuren). De ZZP verstrekking compleet verblijf is binnen de ouderenzorg het belangrijkst. Het PGB is duidelijk populairder geworden de afgelopen drie jaar. Ten opzichte van Zorg in natura gaat het echter om een klein volume. Het MPT is, zoals gezegd, veel minder courant geworden. Hoe zijn de indicaties verdeeld over leeftijd? Hier kan veel over gezegd worden. Onderstaande grafiek laat de absolute verdeling van de productie naar indicatie (verstrekkingen ZZP, VPT, MPT en PGB) zien. Ruimte voor zorg 58

62 Figuur 18 Productie (ZZP, MPT, VPT, PGB) naar indicatie en leeftijd (Gelderland), absoluut, Wat valt op? Om te beginnen natuurlijk de productie voor ZZP5: die steekt ver boven de andere indicaties uit. Dit zegt veel over de impact van dementie in onze samenleving en de grote behoefte aan opvang van deze doelgroep in verpleeghuizen en kleinschalige woonvormen. Tweede punt dat opvalt is dat de Wlz vooral gebruikt wordt door 85-plussers. Bijna 60% van de Wlz-gebruikers is 85 jaar of ouder. Onderstaande grafiek laat dit zien. Figuur 19 Productie (ZZP, MPT, VPT, PGB) naar indicatie en leeftijd (Gelderland), relatief, Een interessant punt, goed zichtbaar in bovenstaande grafiek, is dat de lage indicaties relatief vaker voorkomen bij de hoge leeftijden, en de hoge indicaties, ZZP7 en ZZP8, relatief vaker voorkomen bij de lage leeftijden. Vooral 85-plussers maken dus gebruik van de Wlz. Dit gecombineerd met de wetenschap dat juist het aantal 85-plussers de komende decennia gaat toenemen, doet vermoeden dat de 85-plussers in de toekomst een nog groter aandeel op zullen eisen binnen de Wlz. De berekening hieronder bevestigt dat het aandeel van 85-plussers binnen de Wlz tussen 2016 en 2046 zal toenemen van 60% naar 70%. Ruimte voor zorg 59

63 Tabel 37 Productie 2016 en prognose 2046 naar indicatie en leeftijd (Gelderland), absoluut en relatief. ZZP0 1VV 2VV 3VV 4VV 5VV 6VV 7VV 8VV 9VVB 10VV Totaal en ouder en ouder totaal totaal ZZP0 1VV 2VV 3VV 4VV 5VV 6VV 7VV 8VV 9VVB 10VV Totaal % 0% 0% 1% 3% 2% 5% 10% 15% 7% 4% 3% % 0% 1% 4% 5% 5% 9% 10% 19% 7% 4% 6% % 8% 4% 6% 9% 11% 13% 18% 15% 19% 17% 11% % 17% 14% 14% 19% 23% 18% 22% 18% 26% 25% 20% % 36% 29% 31% 31% 31% 26% 23% 21% 19% 33% 29% 90 en ouder 22% 39% 51% 44% 33% 29% 29% 16% 11% 22% 16% 30% % 0% 0% 0% 1% 1% 2% 4% 6% 2% 2% 1% % 0% 1% 2% 2% 3% 5% 6% 12% 4% 2% 3% % 5% 3% 4% 7% 8% 10% 15% 14% 15% 13% 8% % 14% 11% 11% 16% 20% 16% 22% 20% 25% 23% 18% % 33% 25% 28% 31% 31% 26% 27% 28% 21% 36% 29% 90 en ouder 32% 49% 61% 54% 44% 39% 41% 26% 20% 33% 24% 41% = De cijfers uit bovenstaande tabellen worden hieronder gepresenteerd in grafiekvorm. De grijze vlakken hebben betrekking op Het is goed te zien hoe sterk het beroep op de Wlz zal zijn bij gelijkblijvend beleid en gelijkblijvende gezondheid van de bevolking. Ook opvallend is het toenemende aandeel van de 85-plusser binnen de Wlz. Figuur 20 Productie 2016 en prognose 2046 naar indicatie en leeftijd (Gelderland), absoluut en relatief. Ruimte voor zorg 60

64 4.7 UITGELICHT: SLUITING, NIEUWBOUW, VERHUUR, TRANSFORMATIE Vanaf 2013 zijn de lichte zorgprofielen ZZP1-3 afgebouwd. Het is de vraag hoe aanbieders daar op reageren. De vraag naar opvang voor mensen met dementie zal sterk toenemen en de afgelopen jaren hebben we ook een sterke toename gezien van het aanbod voor deze doelgroep. Hoe gaat deze ontwikkeling verder? Grootte van locaties voor verzorging en verpleging Om te beginnen verkennen we op deze plek enkele kenmerken van locaties voor ouderenzorg. De grootte van een locatie is het eerste kenmerk waar we naar kijken. Onderstaande tabel geeft informatie over de grootte van locaties: het deel voor opvang van mensen met dementie, het deel voor de overige doelgroepen (Woonzorg, verblijf licht en somatiek) en de grootte van deze beide delen samen. Tabel 38 Grootte locaties V&V (Gelderland) Dementie Woonzorg, licht, somatiek Totaal project Huidig Toekomstig Huidig Toekomstig Huidig Toekomstig Aantal CapaciteitAantal CapaciteitAantal CapaciteitAantal CapaciteitAantal CapaciteitAantal Capaciteit Totaal Het aantal kleine locaties vaak particuliere aanbieders - is beperkt. Omgerekend naar capaciteit is het belang van deze kleine locaties nog beperkter. De bulk van de capaciteit van de V&V sector zit hem in locaties met meer dan 49 plaatsen. Het aantal locaties neemt de komende jaren slechts licht toe. Dit is een groot contrast met eerdere monitoren waar sprake was van veel plannen. Organisaties focussen nu vooral op beheersing, niet op groei. Ruimte voor zorg 61

65 Figuur 21 Aantal locaties V&V naar grootte van gebouwdeel voor dementie c.q. gebouwdeel voor Woonzorg / licht / somatiek (Gelderland) Figuur 22 Capaciteit locaties V&V naar grootte van gebouwdeel voor dementie c.q. gebouwdeel voor Woonzorg / licht / somatiek (Gelderland) Toekomstplannen In vergelijking met de Monitor Wonen en Zorg 2013 is het aantal plannen dat zorgaanbieders in de ouderenzorg momenteel maken zeer beperkt. De plannen die er zijn hebben vooral te maken met functieveranderingen van bestaande gebouwen. Ruimte voor zorg 62

66 Tabel 39 Plannen voor nieuwbouw, verbouw, sluiting van locaties V&V (Gelderland) Aantal Huidig Capaciteit Woonzorg, licht, PG somatiek Aantal Toekomst Capaciteit Woonzorg, licht, PG somatiek Nieuw: in ontwikkeling Nieuw: wens Bestaand: verandering capaciteit of doelgroep Bestaand: vervangende nieuwbouw Bestaand: verbouw, aanbouw, vervanging Bestaand: sluiten locatie en verplaatsen capaciteit Bestaand: sluiten locatie en opheffen capaciteit Bestaand: geen verandering Totaal Verandering 2% 4% -5% Uit de inventarisatie blijkt dat er 14 nieuwe locaties worden ontwikkeld, maar tegelijkertijd worden 13 locaties gesloten. Er is een beperkt aantal nog niet in vervulling gegane wensen voor nieuwe locaties: 5. Binnen het bestaande aanbod valt te zien dat er wat aanpassingen plaatsvinden waardoor per saldo de capaciteit voor mensen met dementie groeit, en die voor de overige doelgroepen afneemt. Een deel van deze plannen is nog zacht: Figuur 23 Status van de plannen voor nieuwbouw, verbouw en sluiting; aandeel op het totaal aantal plannen (Gelderland) Ruimte voor zorg 63

67 Figuur 24 Realisatiedatum van de plannen voor nieuwbouw, verbouw en sluiting; aandeel op het totaal aantal plannen (Gelderland) PGB en scheiden wonen en zorg Het PGB lijkt in opkomst te zijn. Maar in termen van capaciteit speelt het PGB in de ouderenzorg een bescheiden rol. Slechts 4% van de capaciteit voor dementerenden en 1% van het aanbod voor overige zorgvragers, is specifieke PGB capaciteit. Het feit dat het PGB beperkt gebruikt wordt als basis voor wonen en zorg wil nog niet zeggen dat het scheiden van wonen en zorg geen rol speelt in de ouderenzorg. Scheiden wonen en zorg kan door middel van een PGB, maar ook een VPT of MPT. Zie onderstaande tabel. Tabel 40 PGB en scheiden wonen zorg (Gelderland) Huidig Toekomst Aantal Capaciteit Aantal Capaciteit Woonzor g, licht, PG somatiek Samen Woonzor g, licht, PG somatiek Samen PGB-project Scheiden wonen en zorg mogelijk Alle appartementen scheiden wonen en zorg In toekomst scheiden wonen en zorg mogelijk In toekomst alle appartementen scheiden wonen en zorg Scheiden wonen en zorg niet mogelijk Totaal Aandeel 1,8% 4% -5% -1% Huidig Toekomst Aantal Capaciteit Aantal Capaciteit Woonzor g, licht, PG somatiek Samen Woonzor g, licht, PG somatiek Samen PGB-project 9% 4% 1% 3% 9% 4% 1% 3% Scheiden wonen en zorg mogelijk 37% 37% 49% 43% 51% 53% 61% 57% Alle appartementen scheiden wonen en zorg 8% 1% 9% 5% 10% 3% 14% 9% In toekomst scheiden wonen en zorg mogelijk 11% 14% 11% 13% 0% In toekomst alle appartementen scheiden wonen en zorg 3% 2% 5% 3% 0% Scheiden wonen en zorg niet mogelijk 32% 42% 25% 33% 30% 39% 24% 31% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% Ruimte voor zorg 64

68 Op dit moment kunnen ouderen in 46% van de projecten kiezen voor scheiden wonen en zorg, en in 5% is het aanbod zelfs uitsluitend scheiden wonen en zorg. Veel aanbieders geven aan dat zij scheiden wonen en zorg in de toekomst mogelijk willen maken. In de toekomst is huren mogelijk in 69% van de appartementen. Mogelijkheid van behandeling Zoals eerder uiteengezet is de behoefte aan opvangcapaciteit voor mensen met dementie sterk groeiende terwijl aan de andere kant de behoefte aan de lichte verblijfscapaciteit het verzorgingshuis van weleer afneemt. Logisch om dan de vrijkomende lichte verblijfscapaciteit om te zetten in opvangcapaciteit voor mensen met dementie. Een van de indicatoren die er op wijzen dat zorgaanbieders dit inderdaad doen, is het feit dat veel van hen inmiddels ook behandeling aanbieden in deze lichte verblijfscapaciteit. Tabel 41 Mogelijkheid voor behandeling in zorglocaties (Gelderland) Aantal Huidig Capaciteit Woonzorg, licht, PG somatiek Aantal Toekomst Capaciteit Woonzorg, licht, PG somatiek Behandeling is mogelijk Behandeling NIET mogelijk Totaal Aantal Huidig Capaciteit Woonzorg, licht, PG somatiek Aantal Toekomst Capaciteit Woonzorg, licht, PG somatiek Behandeling is mogelijk 83% 93% 82% 85% 94% 84% Behandeling NIET mogelijk 17% 7% 18% 15% 6% 16% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% In 82% van de capaciteit voor Woonzorg, verblijf licht en somatiek is het inmiddels mogelijk om behandeling te ontvangen. Dat betekent dat daar verpleeghuisartsen en verpleegkundigen beschikbaar zijn. In de toekomst neemt deze beschikbaarheid van behandeling zelfs nog iets toe tot 84%. Eigendom gebouw De afgelopen jaren hebben zorgorganisaties alle zeilen moeten bijzetten om hun aanbod en vastgoed in balans te krijgen met de nieuwe spelregels in de Wlz. Er wordt wel gezegd dat het in deze omstandigheden handiger is voor zorgaanbieders om zelf eigenaar te zijn van het vastgoed: je hebt meer zeggenschap over de ontwikkeling van je locaties. Ben je huurder, dan zit je vast aan het beleid van de verhuurder en langdurige huurcontracten. Hoeveel vastgoed is nu eigenlijk in eigendom van de zorgaanbieder? En hoeveel vastgoed wordt gehuurd? Ruimte voor zorg 65

69 Figuur 25 Eigendom locaties V&V (Gelderland) Ongeveer 40% van de locaties is eigendom van de zorgaanbieder. Dit zijn wel de grotere locaties. Gemeten in capaciteit bezitten zorgaanbieders 57% van het vastgoed voor mensen met dementie, en 51% van het vastgoed voor Woonzorg, verblijf licht en somatiek. 4.8 AANKNOPINGSPUNTEN VOOR WOONBELEID EN PRESTATIEAFSPRAKEN De veranderingen die gaande zijn in de ouderenzorg hebben grote gevolgen voor de behoefte aan specifiek vastgoed en voor de zelfstandige huisvesting van ouderen. Gemeenten en woningcorporaties maken jaarlijks prestatieafspraken waar deze gevolgen in kunnen worden meegenomen. Gemeenten en regio s ontwikkelen ook op andere fronten beleid huisvesting, sociaal domein waar antwoorden worden gezocht op deze veranderingen. Het beleid zal meer dan ook in het teken komen te staan van de oudere ouderen: het 85- plus tijdperk. Dit is de doelgroep die sterk groeit. Dit zijn de ouderen waar veel problemen samen komen. Het beeld van de afgelopen jaren en voor de komende jaren is ambivalent. Er zijn tekenen van overcapaciteit, zowel bij de opvang van mensen met dementie als bij het aanbod Woonzorg. Aan de andere kant gaat de vergrijzing door, en vooral de groep ouderen die een beroep doet op de verblijfsvoorzieningen neemt snel toe. De groep ouderen die opvang nodig heeft in verband met dementie groeit 36% in de komende tien jaar en 94% in de komende twintig jaar. Dus de capaciteit die nu over is, is straks hard nodig. Nodig is een lange termijn visie en beleid. De groep ouderen die voorheen naar het verzorgingshuis ging, neemt minstens even snel toe. Of deze groep verhuist naar het aanbod Woonzorg (geclusterd wonen met fullservice, bijvoorbeeld in voormalige verzorgingshuizen, maar ook in nieuw particulier aanbod) is onzeker. De overcapaciteit in dit deel van het zorgvastgoed is des te groter doordat aangrenzende aanleunwoningen vaak net zo goed voor deze doelgroep gebruikt kun- Ruimte voor zorg 66

70 nen worden. Stel dat alle ouderen met dit zorgprofiel gebruik zouden maken van Woonzorg, en stel dat de capaciteit aanleunwoningen daar ook voor benut kan worden, dan is er gemiddeld in Gelderland ruim voldoende capaciteit tot Dit is waarschijnlijk nog een optimistisch scenario, want stel dat maar 25% van deze ouderen met dit zorgprofiel besluiten gebruik te maken van Woonzorg, dan is er nog vele jaren overcapaciteit. Welke afspraken op het gebied van huisvesting zouden lokale partijen (gemeenten, woningcorporaties) met elkaar kunnen maken? 1. Zoek lokale maatwerkoplossingen. De situatie is in iedere regio, gemeente en woonplaats anders. Spreek concreet, lokaal maatwerk af. 2. De enorme vergrijzing lijkt een pleidooi te zijn voor méér: méér specifieke seniorenwoningen, méér Woonzorg. Dit is echter een voorbarige conclusie: de totale bevolking groeit nauwelijks of neemt zelfs af en ouderen zijn tot op hoge leeftijd honkvast. Het is onzeker of al deze ouderen willen verhuizen naar specifieke ouderenwoningen. Het is veiliger om hier enigszins conservatief in te zijn. Het is beter om bestaand vastgoed slim om te vormen, verouderd vastgoed een nieuwe toekomst te geven. Daarbij kan gestreefd worden naar meer variatie in het aanbod, afgestemd op de lokale situatie, omdat de doelgroep ook gevarieerde wensen en mogelijkheden heeft. 3. Faciliteer bovengenoemde transformatie van zorgvastgoed. Zorgaanbieders zoeken nieuwe functies voor hun zorgvastgoed, zoals scheiden wonen en zorg en het huisvesten van mensen met dementie. Gemeenten doen er goed aan deze functiewijziging van verzorgingshuizen te faciliteren, voor het lokale belang, en waar mogelijk beperkingen in de Ruimtelijke ordening weg te nemen. In de prestatieafspraken met woningcorporaties kan hier naar toe worden gewerkt. 4. Hou rekening met een groot aantal ouderen dat op hoge leeftijd en met hoge zorgvraag thuis wil blijven wonen. Dit betekent onder meer een grotere behoefte aan individuele woningaanpassingen. Faciliteer dat, bijvoorbeeld door voorlichting over woningaanpassingen, óók in koopwoningen, en maak hierover afspraken. Het bevorderen van doorstroming naar geschikte en kleine woningen is natuurlijk zinvol, maar hou er rekening mee dat een groot deel van deze ouderen niet wil verhuizen. 5. Zij die wel willen verhuizen zijn kritisch. Wensverhuizers zijn niet te verleiden met de oudere, kleinere seniorenwoningen. Vaak wordt de prijs-kwaliteit verhouding negatief beoordeeld. Er is behoefte aan nieuw voor oud. Ook in de krimpregio s is er daarom behoefte aan nieuwbouw. Een vervangingsmarkt. Hierover kunnen lokaal concrete afspraken worden gemaakt. 6. De 85-plusser die uiteindelijk toch nog wil verhuizen, heeft haast. Dit is de noodverhuizer. De behoefte van deze noodverhuizer is een geschikte woning, zorgzekerheid, full-service, met andere woorden Woonzorg. Zorg voor een goed functionerende woonruimteverdeling voor deze vraag. 7. Zorg waar mogelijk ook in de kleinste kernen voor creatieve oplossingen voor de noodverhuizer. Ouderen willen graag in hun eigen omgeving blijven wonen. Het concentreren van Woonzorg in grotere kernen is vanuit bedrijfseconomisch oogpunt verstandig, maar vanuit markttechnisch oogpunt niet. Deze afspraken dienen samen met zorgaanbieders te worden gemaakt. 8. Maak lokaal lange termijn beleid voor het huisvesten van mensen met dementie. Dit past in de lokale woonvisie of woonagenda. Ruimte voor zorg 67

71 5 BESCHERMD WONEN EN GGZ De sector die in dit hoofdstuk aan de orde komt, is de geestelijke gezondheidszorg, Ggz. We zullen zien dat de ontwikkelingen in deze sector sterk afwijken van die van de zojuist besproken ouderenzorg. Het hoofdstuk beginnen we met een uitleg van de ontwikkelingen in deze sector. Vervolgens presenteren we cijfers die betrekking hebben op Gelderland, achtereenvolgens de vraag, het aanbod, en de match van vraag en aanbod. Voor hen die nog meer de diepte in willen, volgt een paragraaf met nadere cijfers over vraag en aanbod. De paragraaf daarna behandelt mogelijkheden voor beleid om Beschermd Wonen te transformeren tot Wonen met Bescherming het is een woordspeling, maar Wonen met Bescherming is vergelijkbaar met Woonzorg in de ouderenzorg. Deze paragraaf beschrijft een kwantitatief model voor deze transformatie. Tot slot worden enkele suggesties gedaan voor gemeenten en woningcorporaties om concrete prestatieafspraken te maken op het gebied van Beschermd Wonen. 5.1 TRENDS EN VERANDERENDE VOORKEUREN VAN BURGERS Instellingen voor mensen met een psychiatrisch probleem kenden na de oorlog, onder de hoede van de overheid, hun bloeitijd. Patiënten werden er langdurig gehuisvest en behandeld. Al snel ontstond er een maatschappelijke discussie over de wenselijkheid van dit type total institutions. Waren psychiatrische aandoeningen wel een ziekte? Of waren zij het gevolg van een falende opvoeding en integratie? In de jaren 80 werden allerlei tussenvoorzieningen en sociale pensions gecreëerd, búiten de muren van de instellingen. De bewoners van deze RIBW s stonden meer in de maatschappij. De capaciteit werd onder regie van de overheid regionaal georganiseerd. Terwijl vanaf de jaren 90 de psychiatrische instellingen hun capaciteit afbouwden, moderniseerden en naar gewone woonwijken brachten deïnstitutionalisering groeiden deze RIBW s sterk. Alleen al tussen 2000 en 2010 nam de capaciteit met een derde toe. In de afgelopen jaren is de GGZ opgeknipt in drie verschillende regimes. Om te beginnen ambulante behandeling en kortdurende opname met behandeling (minder dan drie jaar); dit wordt betaald door de zorgverzekeraars uit de Zvw. Langdurig verblijf met behandeling wordt bekostigd uit de Wlz. Langdurig verblijf zonder behandeling De RIBW s - valt sinds 2015 onder de verantwoordelijkheid van de gemeenten, de Wmo. Dit heet tegenwoordig Beschermd Wonen. Gemeenten hebben deze beleidstaak in het algemeen samengevoegd met die van de Maatschappelijke Opvang, dat wil zeggen dak- en thuislozen en mensen met een verslaving. In 2012 hebben verzekeraars, overheid en aanbieders afgesproken de verblijfscapaciteit 4 tot aan 2020, ten opzichte van 2008, met 1/3 te verminderen. De besparingen worden teruggeploegd in het systeem in de vorm van ambulante zorg en behandeling. Het doel is dat mensen een kans krijgen om mee te doen in de samenleving, en niet langdurig ach- 4 Met verblijfscapaciteit wordt de combinatie van wonen, zorg en vaak ook behandeling bedoeld. Het is te vergelijken met hoe de verzorgingshuizen en verpleeghuizen werken. Ruimte voor zorg 68

72 ter de deuren van een instelling blijven hangen waardoor hun kansen op het vinden van hun plek in de samenleving verkeken zijn. We zitten nu, anno 2016, midden in dit beleid. De door de zorgverzekeraars bekostigde curatieve gespecialiseerde GGZ instellingen zijn daar het meest voortvarend mee gestart. Ook de Wlz bekostigde voorzieningen, waar mensen langdurig verblijven, zijn daadwerkelijk aan het afbouwen, zij het voorzichtig. De RIBW s zijn echter nog een tijdje gegroeid. De afbouw van de intramurale capaciteit wordt inmiddels wel ter hand genomen en daarom is de roep om nieuwe woonvormen en gewone woningen voor deze doelgroep momenteel extra groot. Nu gemeenten de zeggenschap hebben over het Beschermd Wonen, pakken ze de gewenste vermaatschappelijking en ambulantisering voortvarend aan. Het beleid is nog sterk in ontwikkeling, maar nu reeds is zichtbaar dat gemeenten op een veel grotere afbouw van de traditionele capaciteit Beschermd Wonen mikken dan de in 2012 geformuleerde doelstelling. Die capaciteit moet worden omgezet in wonen met bescherming en individueel wonen met bescherming in allerlei vormen en schakeringen waarbij de cliënt gestimuleerd en geholpen wordt zich te ontwikkelen en zelfstandig te gaan wonen. En waar ouderen nog voor een groot deel in de koopsector hun huisvesting hebben, zullen deze vaak jonge mensen vrijwel uitsluitend op de goedkope huursector aangewezen zijn. 5.2 GEVOLGEN VOOR BELEID Waar staan we nu? Wat betekent dit alles voor wonen en zorg in de GGZ? Wat merken woningcorporaties hier van? Wat kunnen gemeenten doen? 1. Afbouw en transformatie van de traditionele intramurale capaciteit Van de RIBW s wordt verwacht dat zij hun intramurale capaciteit terugbrengen. Zij kunnen vastgoed afstoten of omzetten naar scheiden wonen en zorg waarbij cliënten zelf hun huur betalen. Net als in de ouderenzorg is deze transformatie van het vastgoed lastig: er is sprake van langdurige huurcontracten of van relatief duur vastgoed dat je niet makkelijk om kan zetten naar betaalbare huur. De lasten en risico s zijn voor rekening van de aanbieders, net als in de ouderenzorg. Nieuwkomers in de GGZ hebben deze historische ballast niet. Vanuit cliëntperspectief is scheiden wonen en zorg veel ingrijpender dan alleen het betalen van de eigen huur. Ook de kosten voor het levensonderhoud gaan uit de eigen portemonnee en voor eigen verantwoordelijkheid. Wat geldt voor de RIBW s, geldt in mindere mate voor de intramurale verblijfsvoorzieningen die gefinancierd zijn vanuit de Wlz. De capaciteit neemt af. Deels is dit ingezet door het afschaffen van enkele lichtere zorgzwaartepakketten. De curatieve GGZ (Zvw) kent ook nog steeds verblijfsplekken en ook hier wordt capaciteit afgebouwd. Gemeenten en woningcorporaties kunnen helpen bij deze transformatie van vastgoed en locaties. 2. Differentiatie in woonvormen Er is behoefte aan nieuwe, gedifferentieerde woonvormen: Ruimte voor zorg 69

73 geclusterde woonvormen, deels intramuraal, deels scheiden wonen zorg; zelfstandig woningen, die gereserveerd zijn voor deze doelgroep; zelfstandige woningen, binnen de reguliere woningvoorraad. Voor een deel van de cliënten vindt de bekostiging plaats op basis van scheiden wonen en zorg. De cliënt betaalt dus zelf huur. Deze woningen moeten daarom goedkoop zijn. Goedkope woonruimte is schaars. Woningcorporaties spelen een belangrijke rol in dit aanbod van goedkope huurwoningen. Het instrument woonruimteverdeling kan worden ingezet om te verzekeren dat de woningen naar de gewenste doelgroep gaan. Niet alle woningen en locaties zijn geschikt. Grote concentraties van deze cliënten bijeen is niet wenselijk. Cliënten hebben logischerwijs ook hun woonwensen. Er zijn discussies met omwonenden. Het is belangrijk, ook voor de woningcorporaties, dat er voldoende begeleiding is, voldoende waarborgen, snelle actie bij problemen, voldoende crisisopvang. Aangepaste huurcontracten maken de huur omkeerbaar. Gemeenten willen weten hoe groot de behoefte is, om hoeveel cliënten het gaat. Er is een groeiende behoefte aan capaciteit binnen de reguliere woningvoorraad, al dan niet in de plaats van verouderde intramurale capaciteit. 3. Spreiding Binnen Beschermd Wonen wordt gestudeerd op het de-regionaliseren van de verantwoordelijkheid. Momenteel wordt Beschermd Wonen aangestuurd door centrumgemeenten die deze taak waarnemen voor de gemeenten in hun regio. In de toekomst zal de verantwoordelijkheid bij de individuele gemeenten komen te liggen. Deze kunnen de verantwoordelijkheid delegeren naar de centrumgemeenten. Of dit er toe leidt dat kleinere gemeenten meer specifiek geclusterd aanbod realiseren voor hun eigen inwoners, is de vraag. Veelal zijn de centrumgemeenten aantrekkelijker vestigingsplaatsen voor deze doelgroep dan de kleinere randgemeenten. Wel is het aannemelijk dat de kleinere gemeenten meer cliënten kunnen huisvesten in de reguliere woningvoorraad. Een rol voor de woningcorporaties. Binnen de Wlz en daar niet alleen natuurlijk - is het streven om beter te luisteren naar de wensen van de klant: maatwerk. Aanbieders zullen dit vertalen in het realiseren van nieuwe woonvormen en het afbouwen van verouderde woonvormen. Er blijft dus een ontwikkelbehoefte, ondanks het terugdringen van de intramurale capaciteit. 4. PGB Het PGB is een kans voor consumenten om een maatwerkoplossing te vinden die binnen het reguliere aanbod niet of onvoldoende beschikbaar is. PGB aanbieders spelen snel in op deze wensen. Vooral jongeren die het ouderlijk huis verlaten, weten zij te binden. Het PGB-aanbod is daarmee een doorkijkje op wat aantrekkelijk is vanuit cliëntperspectief: een warme en persoonlijke aanpak, aandacht voor persoonlijke ontwikkeling, een positieve omgeving, mooie en betaalbare woonruimte. Vooral binnen de GGZ heeft het PGB een grote vlucht genomen. De meeste PGB aanbieders richten zich overigens niet op wonen met zorg, maar meer op begeleiding en dagbesteding. De overheid wil het PGB terugdringen, onder meer door PGB aanbieders van wonen en zorg de mogelijkheid te bieden een contract te krijgen voor Zorg in Natura. Ruimte voor zorg 70

74 Het gaat hier echter maar om een klein stukje van het PGB aanbod. Maatwerk binnen de intramurale zorg wordt gestimuleerd. Woningcorporaties en gemeenten worstelen met de vraag welke PGB initiatieven ze al of niet moeten honoreren. 5. Samenhang Om goed beleid te voeren in het aanbod van woonvormen, zowel aantallen als vormen, is het belangrijk de samenhang van al het aanbod in de gaten te houden. In de GGZ is dit extra lastig door de opdeling in drie regimes. Er zijn drie verantwoordelijke lagen: Zorgverzekeraars voor de curatieve zorg in het kader van de Zorgverzekeringswet. Het gaat hier om kortdurend verblijf (< 3 jaar) met behandeling; Zorgkantoren / zorgverzekeraars voor de verblijfszorg in het kader van de Wet langdurige zorg. Het gaat hier om langdurig verblijf met behandeling; Gemeenten voor het Beschermd Wonen in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning. Het gaat hier om langdurig verblijf zonder behandeling. Veranderingen in ieder van deze kolommen hebben effecten in de andere twee kolommen. In de komende paragrafen wordt deze becijferd. Op landelijk niveau is er een expliciete afstemming van de ontwikkelingen. Op lokaal niveau zou dat ook moeten gebeuren. Gemeenten en woningcorporaties, verantwoordelijk voor het wonen, kunnen er op sturen dat deze afstemming lokaal op orde is. 5.3 PROGNOSE VRAAG Een grote tegenstelling tussen de ouderenzorg en de Ggz is dat de vraag in de eerste sector als gevolg van de vergrijzing enorm groeit terwijl de vraag in de Ggz licht afneemt. Tabel 42 Ontwikkeling van de vraag naar Beschermd Wonen, , absoluut en relatief Gelderland: Beschermd Wonen, vraagontwikkeling Achterhoek FoodValley FoodValley met Utrecht Noord-Veluwe Rivierenland Arnhem e.o Nijmegen e.o Liemers Stedendriehoek Gelderland Ruimte voor zorg 71

75 Gelderland: Beschermd Wonen, vraagontwikkeling Achterhoek FoodValley FoodValley met Utrecht Noord-Veluwe Rivierenland Arnhem e.o Nijmegen e.o Liemers Stedendriehoek Gelderland Alleen in FoodValley, en een heel klein beetje in de Noord-Veluwe, is een groei van de vraag te zien. Deze prognose gaat uit van gelijkblijvende prevalentiecijfers naar leeftijdsklasse. Dit is een theoretische aanname; de praktijk is dat beleid en samenleving voortdurend veranderen en daarmee ook de behoefte aan en het beroep op zorg. Ook van de Wlz zijn prevalentiecijfers beschikbaar, en ook hier een gelijkblijvende omvang de komende decennia: Tabel 43 Ontwikkeling van de vraag naar verblijf Wlz GGZ-B, , absoluut en relatief Gelderland: Wlz, vraag Achterhoek FoodValley FoodValley met Utrecht Noord-Veluwe Rivierenland Arnhem e.o Nijmegen e.o Liemers Stedendriehoek Gelderland Ruimte voor zorg 72

76 Gelderland: Wlz, vraag Achterhoek FoodValley FoodValley met Utrecht Noord-Veluwe Rivierenland Arnhem e.o Nijmegen e.o Liemers Stedendriehoek Gelderland HET AANBOD De GGZ-sector strekt zich uit over drie bekostigingsregimes: de Wmo, de Wlz en de Zvw. De Zvw is in principe bedoeld voor kortdurende behandeling, maar binnen de sector is de nodige verblijfscapaciteit beschikbaar. De bedoeling is dat deze capaciteit in de loop der jaren wordt gereduceerd zodat er meer geld beschikbaar komt voor tijdelijke en ambulante behandeltrajecten. De Wlz is bedoeld voor cliënten die langdurig zijn aangewezen op zorg met verblijf in combinatie met behandeling. Ook hier wordt gestreefd naar capaciteitsreductie en deze vindt vooral plaats door het afbouwen van de lichte indicaties GGZ-B1 en GGZ-B2. Met het verdwijnen van deze indicaties verdwijnen natuurlijk niet de mensen en hun problemen. Zij zullen waarschijnlijk gebruik gaan maken van de mogelijkheden die de Wmo biedt. De Wmo Beschermd Wonen - is bedoeld voor cliënten die geen behandeling nodig hebben. Dit impliceert een soort van stabiele situatie die er in veel gevallen niet is. Een kenmerk van de GGZ is de veranderlijkheid van de ziektebeelden bij en behoeften van de cliënten. Een cliënt die jarenlang redelijk zelfstandig functioneert en zelfstandig woont, kan een terugval krijgen waardoor hij of zij weer een traject moet doorlopen binnen de Zvw en gedurende een periode terugkeert in een Wlz voorziening. Het is niet op voorhand te zeggen welke cliënten meer of minder kans maken op een stabiele situatie. De ene persoon kan een zelfstandige indruk maken maar zal een zelfstandiger woonsituatie niet aankunnen. De andere persoon kan als zorgwekkend worden ingeschat maar bloeit bij meer zelfstandigheid misschien op. Er blijft altijd een risico dat cliënten te vroeg over de rand van het nest geraken. In de nuvolgende cijfers is ook een vierde type genoemd: kleinschalige projecten. Deze projecten zijn in dit onderzoek apart geïnventariseerd, onder de noemer Kleinschalig project voor meerdere doelgroepen. Meestal richten deze kleinschalige, vaak particuliere projecten zich zowel op de gehandicaptenzorg als op de Ggz en soms ook jeugdigen. De bekostiging zal in veel gevallen via de Wmo verlopen, maar dat hoeft niet, er kunnen ook cliënten zijn die een Wlz-PGB hebben en sommige projecten zullen ook een Wlz toelating hebben. Ruimte voor zorg 73

77 Kleine aanbieder Wmo Wlz Zvw Kleine aanbieder Wmo Wlz Zvw Tabel 44 Aanbod Wmo (GGZ-C / Beschermd Wonen), Wlz (GGZ-B) en Zvw, huidig en toekomstig Aanbod Ggz Huidig (2016) Toekomst (2021) Ggz Achterhoek FoodValley FoodValley met Utrecht Noord-Veluwe Rivierenland Arnhem e.o Nijmegen e.o Liemers Stedendriehoek Gelderland Percentage op totaal 3% 65% 19% 13% 3% 68% 17% 12% Toe- of afname 6% 3% -14% -14% Gelderland + buurgemeenten In dit overzicht zijn alleen locaties meegeteld die bedoeld zijn voor meerdere cliënten. Een individuele woning of appartement, ook al is deze specifiek gereserveerd voor deze doelgroep, is niet meegeteld. Behoort zo n individuele woning of appartement bij een groepswoning, of een cluster (gespikkeld wonen), dan is deze wél meegeteld. De capaciteit die is vermeld bij klein kleinschalige projecten is bedoeld voor, of wordt gebruikt door de Ggz doelgroep, en niet voor andere doelgroepen. Dit is ongeveer de helft van de totale capaciteit die deze kleinschalige projecten aanbieden. Er zijn in totaal ongeveer 267 locaties. Vaak heeft een locatie zowel cliënten uit de Wmo als cliënten uit de Wlz. Van één grote organisatie in de regio Arnhem en Veluwe Vallei is niet bekend waar de capaciteit zich exact bevindt, alleen de gemeenten zijn bekend, de aantallen zijn van drie jaar geleden. Het meest in het oog springende in bovenstaande tabel is dat het overgrote deel van de capaciteit deel uitmaakt van de Wmo. Binnen de Wmo nemen de kleine aanbieders maar een klein deel van de capaciteit voor hun rekening, namelijk 157 plaatsen ten opzichte van 3204 reguliere plaatsen, dat is 5%. Binnen die 157 plaatsen kan een deel in feite benut zijn door Wlz cliënten; dat is niet exact bekend. 5.5 VERSCHIL TUSSEN VRAAG EN AANBOD Opvallend: er is een groot verschil tussen vraag en aanbod. Het aanbod van Beschermd Wonen, inclusief de PGB projecten, is veel kleiner dan de vraag. Circa 1/3 deel van de cliënten met een indicatie heeft kennelijk andere oplossingen gevonden. Deze oplossingen zijn in dit onderzoek niet geïnventariseerd. Zij kunnen bestaan uit individuele, nietgeclusterde, woningen met ambulante hulp, of ambulante hulp thuis. Het verschil tussen vraag en aanbod kan niet gekwalificeerd worden als tekort ; om die verwarring te voorkomen is de term Rest gebruikt, zijnde het verschil tussen vraag en aanbod. Ruimte voor zorg 74

78 Tabel 45 Verschil tussen vraag en aanbod Beschermd Wonen, huidig en toekomstig Gelderland: Beschermd Wonen, aanbod versus vraag Huidig (2016) Toekomstig (2021) Klein Wmo Totaal Vraag Rest Klein Wmo Totaal Vraag Rest Achterhoek FoodValley FoodValley met Utrecht Noord-Veluwe Rivierenland Arnhem e.o Nijmegen e.o Liemers Stedendriehoek Gelderland Gelderland: Beschermd Wonen, aanbod versus vraag Huidig (2016) Toekomstig (2021) Klein Wmo Totaal Vraag Rest Klein Wmo Totaal Vraag Rest Achterhoek 15% 8% 8% 12% 53% 22% 8% 9% 12% 48% FoodValley 0% 9% 8% 13% 56% 0% 10% 9% 14% 53% FoodValley met Utrecht 48% 47% Noord-Veluwe 1% 8% 8% 10% 43% 1% 9% 8% 10% 41% Rivierenland 0% 5% 5% 11% 71% 0% 5% 5% 11% 71% Arnhem e.o. 35% 24% 24% 16% -4% 39% 27% 27% 16% -14% Nijmegen e.o 22% 22% 22% 17% 10% 11% 19% 18% 17% 27% Liemers 3% 3% 3% 6% 62% 3% 3% 3% 6% 62% Stedendriehoek 24% 20% 20% 15% 6% 23% 20% 20% 15% 7% Gelderland 100% 100% 100% 100% 32% 100% 100% 100% 100% 31% In de Wlz is het juist andersom: hier is het aanbod, zoals dat is geïnventariseerd in dit onderzoek, hoger dan de vraag: op dit moment is het ongeveer een derde hoger dan de vraag. Het kennelijke overschot aan capaciteit kan deels leegstand zijn van verouderd vastgoed. Maar het is ook mogelijk dat deze capaciteit wordt gebruikt door andere doelgroepen, bijvoorbeeld de Beschermd Wonen-doelgroep. In de toekomst zal het overschot Wlz-Ggz afnemen tot 15% door de geplande capaciteitsreductie. Tabel 46 Verschil tussen vraag en aanbod Wlz GGZ-B, huidig en toekomstig Gelderland: Wlz, aanbod versus vraag Huidig (2016) Toekomstig (2021) Aanbod Vraag Rest Aanbod Vraag Rest Achterhoek FoodValley FoodValley met Utrecht Noord-Veluwe Rivierenland Arnhem e.o Nijmegen e.o Liemers Stedendriehoek Gelderland Ruimte voor zorg 75

79 Gelderland: Wlz, aanbod versus vraag Huidig (2016) Toekomstig (2021) Aanbod Vraag Rest Aanbod Vraag Rest Achterhoek 5% 13% 51% 6% 13% 45% FoodValley 3% 12% 70% 3% 12% 71% FoodValley met Utrecht 77% 78% Noord-Veluwe 24% 10% -240% 28% 10% -230% Rivierenland 1% 12% 90% 1% 12% 94% Arnhem e.o. 30% 16% -155% 34% 16% -146% Nijmegen e.o 14% 15% -28% 11% 15% 12% Liemers 0% 7% 93% 0% 7% 93% Stedendriehoek 24% 16% -104% 16% 16% -14% Gelderland 100% 100% -37% 100% 100% -15% Veel Wlz capaciteit is nog steeds geconcentreerd op instellingsterreinen. De afgelopen decennia is er flink gewerkt aan deconcentratie, maar de historische situatie is nog steeds goed af te lezen uit bovenstaande tabel (Noord-Veluwe en Stadsregio subregio Arnhem). Deze regio s hebben overigens ook een relatief grotere capaciteit aan Beschermd Wonen; zie de eerdere tabellen in deze paragraaf. Wat te doen met deze cijfers? Hoe te interpreteren? Feit is dus dat er veel meer cliënten met een Beschermd Wonen indicatie zijn dan er geclusterd aanbod is. In de Wlz is er juist meer aanbod dan vraag, maar de Wlz is slechts 15% van de omvang van de Wmo. Deze cijfers zijn een signaal van de dynamiek binnen het Beschermd Wonen. Het vraagstuk is maar voor een heel klein stukje wonen en voor een heel groot deel bescherming. In een volgende paragraaf gaan we dieper in op de behoefte om het eenvormige concept Beschermd Wonen om te vormen tot een dynamisch en veelzijdig concept Wonen met Bescherming. Een tweede kenmerk van de cijfers zijn de capaciteitsverschillen tussen regio s en gemeenten (de gemeentelijke tabellen staan in de bijlage). De eerste reden hiervoor is historisch van aard: vroeger was het aanbod geconcentreerd bij grote instellingen. De afgelopen decennia is een groot deel van het aanbod gedeconcentreerd. Dit proces is nog gaande. Een tweede reden is de voorkeur van vooral jongere cliënten voor een meer stedelijke omgeving. De vraagcijfers hierboven zijn theoretisch: bij een gegeven bevolkingsomvang zou je een x aantal cliënten mogen verwachten. In de praktijk zijn deze mensen mobiel over gemeentegrenzen en regiogrenzen heen. Toch kan het nuttig zijn voor gemeenten om zich te oriënteren op deze theoretische behoefte; samen met hun centrumgemeente en hun buurgemeenten kunnen ze zich een beter beeld vormen van de te verwachten vraag. 5.6 UITGELICHT: NADERE ANALYSE VRAAG EN AANBOD Achter de cijfers over vraag en aanbod, zoals hierboven gepresenteerd, gaat een verhaal schuil: de Ggz is een veelzijdige en dynamische sector. We spreken weliswaar over langdurig verblijf en Beschermd Wonen maar de waarheid is dat het wonen maar een klein stukje is van de oplossing van de problemen waar deze doelgroep mee zit, en in veel gevallen is er helemaal geen woon- of verblijfsaanbod nodig om deze mensen te Ruimte voor zorg 76

80 helpen. Het bewijs hiervoor is dat circa 1/3 van de cliënten binnen Beschermd Wonen waarschijnlijk helemaal geen gebruik maakt van beschermde woonvormen! Voor hen die het interesseert, volgen hieronder daarom extra cijfers over de kenmerken van vraag en aanbod Kenmerken van het aanbod wonen met zorg We beginnen met enkele feiten over het aanbod. De respondenten hebben enkele vragen beantwoord over de toekomstplannen, de bekostiging en het eigendom van het zorgvastgoed. In onderstaande tabel is in beeld gebracht welke plannen organisaties hebben met hun capaciteit. Meestal hebben deze plannen een beperkte horizon van een aantal jaar. Het geeft een indruk van welke kant het op gaat met de capaciteit in de nabije toekomst. Tabel 47 Projecten, capaciteit en plannen GGZ (Gelderland) Huidig Toekomst Aantal Capaciteit Aantal Capaciteit Klein Wmo Wlz Zvw Klein Wmo Wlz Zvw Nieuw: in ontwikkeling Nieuw: wens 2 10 Bestaand: verandering capaciteit of doelgroep Bestaand: verbouw, aanbouw, vervanging Bestaand: sluiten locatie en verplaatsen capaciteit Bestaand: sluiten locatie en opheffen capaciteit Bestaand: geen verandering Totaal Verandering -4% 6% 3% -14% -14% Huidig Toekomst Aantal Capaciteit Aantal Capaciteit Klein Wmo Wlz Zvw Klein Wmo Wlz Zvw Nieuw: in ontwikkeling 8% 3% Nieuw: wens 0% 0% Bestaand: verandering capaciteit of doelgroep 52% 7% 34% 33% 52% 11% 37% 44% Bestaand: verbouw, aanbouw, vervanging 7% 7% 1% 7% 6% 1% 0% Bestaand: sluiten locatie en verplaatsen capaciteit 6% 3% 1% Bestaand: sluiten locatie en opheffen capaciteit 0% 2% 11% 19% Bestaand: geen verandering 34% 81% 53% 48% 33% 79% 62% 56% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% Het aantal locaties lijkt de komende jaren licht te dalen. De capaciteit van Zvw en Wlz daalt, die van kleinschalige projecten en Wmo stijgt. De capaciteitsreductie binnen Wlz en Zvw zal leiden tot een instroom in de Wmo. Hoe groot dit effect is de komende jaren, is hieronder becijferd. Ruimte voor zorg 77

81 Tabel 48 Overzicht capaciteitsverandering GGZ (Gelderland) Wlz Zvw Samen Klein Wmo Samen Huidige capaciteit Toekomstige capaciteit Verschil heden / toekomst -229 Extra behoefte uit Wlz / Zvw 229 Benodigde capaciteit 3590 Feitelijke capaciteit Tekort % De tabel hierboven laat zien wat het effect is van de capaciteitsreductie in de Zvw en Wlz op de Wmo. De reductie in Zvw en Wlz is 229 plaatsen. De Wmo krijgt daardoor in theorie 229 cliënten extra instroom. De capaciteit van Wmo en kleinschalige projecten neemt volgens opgave van de respondenten toe met 94 plaatsen. Dit is onvoldoende om de uitstroom uit Zvw en Wlz op te vangen. De dalende totale capaciteit wonen met zorg in de Ggz als geheel leidt tot een grotere behoefte aan ambulante hulp in combinatie met individueel wonen. De genoemde capaciteitsontwikkeling is een indicatie. Misschien worden er meer plannen ontwikkeld dan organisaties hebben opgegeven in het onderzoek. Aan de andere kant zijn lang niet alle opgegeven plannen hard, zie onderstaande tabel. Tabel 49 Status plannen, Ggz (Gelderland) Huidig Toekomst Aantal Capaciteit Aantal Capaciteit Klein Wmo Wlz Zvw Klein Wmo Wlz Zvw Wens 2 10 Idee In onderzoek Plan uitgewerkt 2 23 In voorbereiding In uitvoering Geen plan Totaal Huidig Toekomst Aantal Capaciteit Aantal Capaciteit Klein Wmo Wlz Zvw Klein Wmo Wlz Zvw Wens 0% Idee 4% 10% 1% 3% 10% 2% In onderzoek 15% 1% 9% 13% 20% 2% 9% 15% Plan uitgewerkt 0% 1% In voorbereiding 20% 2% 23% 20% 33% 6% 27% 29% In uitvoering 20% 1% 11% 3% Geen plan 41% 86% 66% 67% 33% 79% 62% 56% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% De volgende tabel laat zien hoe de verhouding is tussen eigendom en huur van het zorgvastgoed. In de Wmo is ongeveer de helft van het vastgoed eigendom van de zorgaanbieder. In het geval van de Wlz is 80-90% eigendom van de zorgaanbieder, veel meer dus. In de Zorgverzekeringswet neemt het eigendom de komende jaren af, hetgeen te verklaren is door de afbouw van verouderde capaciteit op de instellingsterreinen. Ruimte voor zorg 78

82 Tabel 50 Eigendom van zorgvastgoed, GGZ (Gelderland) Huidig Toekomst Aantal Capaciteit Aantal Capaciteit Klein Wmo Wlz Zvw Klein Wmo Wlz Zvw Eigendom van zorgaanbieder Huurpand Totaal Huidig Toekomst Aantal Capaciteit Aantal Capaciteit Klein Wmo Wlz Zvw Klein Wmo Wlz Zvw Eigendom van zorgaanbieder 34% 48% 86% 71% 42% 47% 85% 57% Huurpand 66% 52% 14% 29% 58% 53% 15% 43% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% Tot slot enkele gegevens over de bekostiging van de zorg. Het PGB speelt een marginale rol in het aanbod van (geclusterd) wonen met zorg. Indicaties worden weliswaar vaak omgezet in PGB s hier komen we nog op terug - maar dit zien we niet terug in de bekostiging van wonen met zorg: slechts een klein deel van de capaciteit is toe te schrijven aan projecten die voornamelijk op PGB s draaien. Binnen de kolom klein, de kleinschalige projecten, is het aandeel van PGB s wel groot, circa driekwart van de capaciteit in deze kolom, maar op het totaal weegt dit nauwelijks mee. Binnen de Wmo is scheiden wonen en zorg vaak wel mogelijk en bovenal geven de respondenten aan dat zij in de toekomst meer aanbod op deze manier willen kunnen bekostigen. In de toekomst zal bij tweederde van het aanbod scheiden wonen en zorg mogelijk zijn. Binnen Wlz en Wzv wordt deze mogelijkheid veel minder geboden, maar het neemt wel toe. Tabel 51 Bekostiging van de zorg, GGZ(Gelderland) Huidig Toekomst Aantal Capaciteit Aantal Capaciteit Klein Wmo Wlz Zvw Klein Wmo Wlz Zvw PGB-project Scheiden wonen en zorg mogelijk Alle appartementen scheiden wonen en zorg In toekomst scheiden wonen en zorg mogelijk In toekomst alle appartementen scheiden wonen en zorg Scheiden wonen en zorg niet mogelijk Totaal Aandeel 3% 65% 19% 13% 3% 68% 17% 12% Huidig Toekomst Aantal Capaciteit Aantal Capaciteit Klein Wmo Wlz Zvw Klein Wmo Wlz Zvw PGB-project 76% 9% 4% 0% 67% 14% 5% 9% Scheiden wonen en zorg mogelijk 20% 11% 11% 0% 29% 41% 13% 0% Alle appartementen scheiden wonen en zorg 0% 8% 12% 2% 0% 9% 15% 2% In toekomst scheiden wonen en zorg mogelijk 0% 31% 0% 0% In toekomst alle appartementen scheiden wonen en zorg 0% 0% 0% 0% Scheiden wonen en zorg niet mogelijk 4% 40% 73% 98% 4% 36% 67% 89% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% Kenmerken van de vraag naar Beschermd Wonen De vraag naar Beschermd Wonen afgelezen naar het aantal verstrekkingen is veel groter dan het aanbod. We zagen dit in een eerdere paragraaf. In de nuvolgende figuur representeert oranje de vraag en blauw het aanbod. Ruimte voor zorg 79

83 Figuur 26 Vraag versus aanbod Beschermd Wonen (Gelderland) Dit kan verschillende oorzaken hebben: 1. Het aanbod individueel Beschermd Wonen is niet meegeteld in onze aanbodcijfers. Het is bekend dat veel cliënten een individuele woning krijgen via de zorgaanbieder. Andere cliënten krijgen ambulante hulp in hun eigen woning. 2. Een deel van de cliënten verblijft mogelijk nog in een gezinshuis. Als zij de leeftijd van 18 jaar bereiken, gaat de bekostiging over van jeugdzorg op Beschermd Wonen maar dat betekent niet dat de cliënt ook meteen verhuist. 3. Veel cliënten hebben een PGB. Daarmee kunnen zij (ambulante) hulp inkopen. De hulp kan gekoppeld zijn aan een Beschermd Wonen-plek scheiden wonen en zorg maar kan ook thuis worden gegeven of in een individuele woning of in een gezinshuis, zie het punt hierboven. 4. Veel cliënten hadden onder de Awbz een MPT. Zij krijgen nu waarschijnlijk individueel begeleid wonen. Dit kan gekoppeld zijn aan een Beschermd Wonen-plek scheiden wonen en zorg maar het is ook mogelijk dat zij een individuele woning bewonen of in een gezinshuis wonen. 5. Er is een onderzoekstechnische verklaring: het onderzoek heeft mogelijk niet alle aanbod kunnen achterhalen. Met andere woorden: voor deze groep mensen, mensen met een indicatie voor Beschermd Wonen, is een veel breder hulppakket beschikbaar dan alleen het traditionele beschermde wonen, en daar wordt goed gebruik van gemaakt. Beschermd Wonen is vooral een aanbod voor jongeren die de eerste schreden zetten op het pad van de zelfstandigheid. De prevalentie laat een piek zien bij jongeren van jaar. Ook in de leeftijd hebben relatief veel jongeren een indicatie. Boven de leeftijd van 30 is de prevalentie een stuk lager. Zie onderstaande grafiek. In deze grafiek zijn drie meetmomenten samengenomen: een opgave vanuit de Awbz GGZ-C op de data en (op is de GGZ-C overgegaan naar de Wmo) en een opgave vanuit de Wmo op Ruimte voor zorg 80

84 Figuur 27 Prevalentie Beschermd Wonen naar leeftijd, Gelderland Wanneer nieuwe, jonge instromers niet doorstromen naar een zelfstandige woonsituatie, dan zal de benodigde capaciteit alsmaar moeten groeien. Dat komt omdat er vele malen meer cliënten op jonge leeftijd instromen dan er cliënten op oudere leeftijd overlijden. Bovenstaande grafiek omspant slechts drie jaar; het is uit deze cijfers niet op te maken of er binnen de jonge cohorten voldoende doorstroming plaatsvindt. Het kan zijn dat de hoge prevalentie binnen de jonge cohorten meeschuift in de tijd. Er zal dan te weinig doorstroming plaatsvinden en dus zal de totale capaciteit moeten groeien. Beleidsmatig is het dus nodig om jonge cliënten te helpen tijdig een volgende stap te maken in hun zelfstandigheid. Figuur 28 Prevalentie Beschermd Wonen naar zorgprofiel, Gelderland Ruimte voor zorg 81

85 In bovenstaande grafiek is zichtbaar dat er de afgelopen jaren een behoorlijke groei is geweest van de prevalentie. Dus een relatieve groei van het aantal cliënten. NB: voor de datum is geen uitsplitsing naar zorgprofiel beschikbaar. De prevalentie is tussen en ,8% toegenomen (van 0,197% naar 0,226% op de totale bevolking). Tussen en is de prevalentie 6,6% toegenomen (naar 0,241%). Dan nu het PGB en scheiden wonen en zorg. De gegevens in de figuur hieronder hebben betrekking op en Voor de datum is geen uitsplitsing naar verstrekkingsvorm beschikbaar. Figuur 29 Productie GGZ-C naar verstrekkingsvorm, Gelderland, en De figuur laat zien dat een groot deel van de productie in de vorm van een PGB of MPT was. Op was 63% van de productie in de vorm van een integrale verstrekking van wonen, verblijf, zorg. 24% van de productie was in de vorm van een PGB. Nog eens 12% was een MPT (op die datum bestond het MPT formeel niet; het gaat hier om extramurale producten). Op , twee jaar later, was het aandeel PGB gegroeid van 24% naar 33%. De totale prevalentie was 14,8% toegenomen. Het PGB zo blijkt ook uit deze cijfers - is vooral populair bij jongeren. Dit kunnen we in onderstaande twee figuren zien, waar de verstrekkingsvorm is afgezet tegen de leeftijd. Ruimte voor zorg 82

86 Figuur 30 Productie GGZ-C naar verstrekkingsvorm en leeftijd, Gelderland, Figuur 31 Productie GGZ-C naar verstrekkingsvorm en leeftijd, Gelderland, De eerste figuur hierboven is de situatie op De tweede figuur is die op In deze tweede figuur is zichtbaar dat het gebruik van het PGB is toegenomen. De aanwas van het gebruik van het PGB tussen en is vooral toe te schrijven aan jongeren. Aangezien deze jongeren ook het merendeel uitmaken van de totale populatie cliënten, is het PGB in deze twee jaar sterk gegroeid. Ruimte voor zorg 83

87 Figuur 32 Prevalentie GGZ-C (Beschermd Wonen) naar verstrekkingsvorm en leeftijd, (lichte kleuren) en (donkere kleuren) Zoals we in de analyse van het aanbod al zagen, wordt het PGB weinig gebruikt voor wonen met zorg in geclusterde woonvormen maar waarschijnlijk vooral voor individuele woonvormen met begeleiding. Op basis van deze cijfers weten we helaas niet wat precies de woonsituatie is van deze PGB-ers Kenmerken vraag Wlz Hierboven is stilgestaan bij wonen en zorg binnen de Wmo, het Beschermd Wonen. In deze paragraaf komen nog enkele gegevens over de Wlz aan de orde. Zien we binnen de Wmo een grote groep jongvolwassenen, in de Wlz maken juist mensen van middelbare leeftijd 45-plus - relatief vaak gebruik van wonen met zorg. Ruimte voor zorg 84

88 Figuur 33 Prevalentie GGZ-B (Wlz) naar leeftijdsklasse, en Let op: de aantallen cliënten in iedere leeftijdsgroep zijn klein, dus er kan niet te veel betekenis worden gehecht aan de verschillen tussen en Over het geheel genomen is de productie wel afgenomen. De prevalentie op is lager dan die op : Figuur 34 Prevalentie GGZ-B (Wlz) naar zorgprofiel, en Ruimte voor zorg 85

89 5.7 UITGELICHT: VAN BESCHERMD WONEN NAAR WONEN MET BESCHERMING Uitgangspunten voor beleid De doelgroep voor Beschermd Wonen is een bijzondere doelgroep. Ooit zijn de RIBW s in het leven geroepen om uitbehandelde cliënten met een langdurige psychiatrische beperking een plek te geven in de samenleving. Nu vinden we die oude woonvormen een kamer in een groepswoning ouderwets. De meeste RIBW s zijn hier al van af gestapt en bieden een breed spectrum aan woonvormen. Nog meer dan voorheen stelt men zich ten doel de cliënten te laten integreren in de samenleving. De cijfers in de paragrafen hiervoor laten iets bijzonders zien: het Beschermd Wonen heeft een bredere functie gekregen. Er is een grote groep jong volwassenen die er gebruik van maakt. Zij hebben niet per definitie een psychiatrisch verleden. Zij komen uit huis en zoeken hun weg naar zelfstandigheid. Mogelijk hebben zij vóór hun 18 e gebruik gemaakt van jeugdzorg en is Beschermd Wonen daar een logisch vervolg op. Deze twee veranderingen een nieuwe kijk op de traditionele RIBW en een grote doelgroep jong volwassenen vragen om beleid dat daar op aansluit. Als alle cliënten die zich op jonge leeftijd aanmelden in deze een plaats bezet blijven houden, zal de capaciteit verstopt raken. Globaal kunnen in het bereik Beschermd Wonen twee doelgroepen worden onderscheiden: a) Jong volwassenen, jonger dan 30 jaar De Wmo zou hiervoor een ontwikkeldoelstelling moeten hanteren: het begeleiden van deze mensen naar een reguliere positie in de samenleving. Daarvoor is de volgende kijk nodig: De cliënten hebben per definitie een ontwikkelperspectief, zij leren en groeien; Bouw een individueel, dynamisch, cliëntvolgend beleid rondom deze doelgroep; Voorkom doorsteek van deze doelgroep naar maatschappelijke opvang. Het product Beschermd Wonen omvat voor deze doelgroep onder meer de volgende ontwikkeldoelstellingen, ingrediënten om het zelfstandige leven een goede basis te geven: Woonles, inclusief omgaan met geld en instanties; Netwerkvorming: meehelpen met het creëren van een bestendig eerste netwerk van vrienden, familie, vrijwilligers, professionals; Werkomgeving en werkervaring. b) Chronische cliënten, meest boven de 30 jaar De Wmo heeft hiervoor een beschermingsdoelstelling: een bestendige, bij de persoon passende, vorm van wonen met zorg. Een diversiteit aan vormen is nodig omdat de clienten zeer verschillend zijn. Dus maatwerk in wonen. En maatwerk in bescherming en eigen verantwoordelijkheid. De situatie van cliënten blijft dynamisch, zij het minder dan binnen de groep jong volwassenen. Ruimte voor zorg 86

90 Voor beide doelgroepen zou een diversiteit aan vormen van wonen en zorg beschikbaar kunnen zijn: 1. Beschermd Wonen Een totaalverstrekking van wonen, hotelkosten, begeleiding 2. Wonen met Bescherming Een geclusterde woonvorm op basis van scheiden van wonen en zorg waarbij de client een grotere eigen verantwoordelijkheid heeft dan bij Beschermd Wonen 3. Individueel Wonen met Begeleiding Een zelfstandige woning, al dan niet verkregen met behulp van een woningcorporaties, waar de cliënt ambulante begeleiding krijgt De dynamiek in individuele situaties van cliënten vergt dat er zeer snel geschakeld moet kunnen worden tussen deze drie aanbodsvormen (en natuurlijk ook tussen de zorgvormen en de bekostigingsregimes). Als zelfstandig wonen met begeleiding niet lukt moet er teruggegrepen kunnen worden op wonen met bescherming of Beschermd Wonen. Sociale wijkteams kunnen deze rol op zich nemen omdat zij de lokale situatie goed kennen en maatwerk kunnen leveren. De cijfers in deze monitor geven een inschatting van de omvang van deze doelgroep in iedere gemeente. Dit is een praktisch oriëntatiepunt voor beleid. Hieronder wordt daaruit een transformatieopgave berekend volgens drie modellen Stall, Slow en Fast. Gemeenten kunnen de doelgroep volgen ongeacht in welk regime (Wlz, Zvw, Wmo) deze mensen op enig moment verkeren Transformatieopgave Beschermd Wonen Tot slot worden hier enkele gegevens samengenomen tot een transformatieopgave voor Beschermd Wonen: hoe groot is de doelgroep in mijn gemeente en welk aanbod aan wonen met zorg is daar voor nodig?. De volgende aannames zijn verwerkt in deze transformatieopgave: Prevalentie conform de laatste meting Abwz, ; Groei (evenredig over alle leeftijdsgroepen) van deze prevalentie met 6,6% tot , conform de gemeten toename van de prevalentie tussen en ; Ophogen met de capaciteit die in Wlz en Zvw wordt afgebouwd tussen 2016 en 2021, zijnde 229 plaatsen, te verdelen over de gemeenten naar rato van de prevalentie; Doorrekenen met de bevolkingsontwikkeling Deze aannames zijn allen gebaseerd op de geïnventariseerde feiten. Het resultaat van deze berekening voor Gelderland is als volgt: Ruimte voor zorg 87

91 Tabel 52 Prognose vraag Beschermd Wonen naar verstrekkingsvorm, 2021 Gelderland: Transformatieopgave Beschermd Wonen toename prevalentie + reductie Wlz ZZP+VPT PGB MPT Totaal ZZP+VPT PGB MPT Totaal ZZP+VPT PGB MPT Totaal Achterhoek FoodValley FoodValley met Utrecht Noord-Veluwe Rivierenland Arnhem e.o Nijmegen e.o Liemers Stedendriehoek Gelderland Uit deze cijfers wordt vervolgens een transformatieopgave afgeleid. Er worden drie aanbodsvormen onderscheiden, zoals beschreven in de vorige paragraaf: 1. Beschermd Wonen (BW) 2. Wonen met Bescherming (WmB) 3. Individueel wonen met begeleiding (IWmB) De snelheid van de transformatie van Beschermd Wonen naar Wonen met Bescherming is in drie modellen Stall, Slow, Fast - uitgewerkt: 1. Stall: de capaciteit Wonen met Bescherming is afgeleid uit de plannen die de organisaties hebben opgegeven. In 2021 is circa 1/4 (24%) van de prevalentie (zie vorige tabel) ZZP+VPT+MPT scheiden wonen en zorg, oftewel Wonen met Bescherming. Beschermd Wonen is dan 3/4. En 100% van de prevalentie PGB is Individueel Wonen met Begeleiding. Stall ZZP VPT MPT PGB Beschermd Wonen 76% 76% 76% 0% Wonen met Bescherming 24% 24% 24% 0% Individueel Wonen met Begeleiding 0% 0% 0% 100% 2. Slow: De prevalentie ZZP / VPT is nu voor 1/3 toegerekend aan Wonen met Bescherming (scheiden wonen en zorg) en 2/3 aan Beschermd Wonen (intramuraal). De prevalentie MPT is voor 2/3 toegerekend aan Wonen met Bescherming en 1/3 aan Beschermd Wonen. Slow ZZP VPT MPT PGB Beschermd Wonen 67% 67% 33% 0% Wonen met Bescherming 33% 33% 67% 0% Individueel Wonen met Begeleiding 0% 0% 0% 100% 3. Fast: De prevalentie ZZP / VPT is voor 50% toegerekend aan Wonen met Bescherming en 50% aan Beschermd Wonen. De prevalentie MPT is voor 50% toegerekend aan Wonen met Bescherming en 50% aan Individueel Wonen met Begeleiding. Fast ZZP VPT MPT PGB Beschermd Wonen 50% 50% 0% 0% Wonen met Bescherming 50% 50% 50% 0% Individueel Wonen met Begeleiding 0% 0% 50% 100% Ruimte voor zorg 88

92 Het resultaat voor provincie Gelderland en de woningmarktregio s is weergegeven in onderstaande tabel en figuur. In de bijlage zijn de gemeentelijke cijfers opgenomen. In de rechter twee kolommen is het aanbod, voorzover bekend, opgenomen. Daaruit kan bijvoorbeeld afgelezen worden dat de Achterhoek in 2021 al veel capaciteit in de vorm van PGB en scheiden wonen en zorg Wonen met Bescherming heeft en daarmee al aan de doelstelling Fast voldoet. De Stedendriekhoek voldoet in 2021 zelfs nog niet aan het model Stall. Tabel 53 Transformatieopgave Beschermd Wonen 2021 Gelderland: Transformatieopgave Beschermd Wonen 2021 Aanbod 2021 Stall Slow Fast BW WmB IWmB Tot BW WmB IWmB Tot BW WmB IWmB Tot BW WmB Achterhoek FoodValley FoodValley met Utrecht Noord-Veluwe Rivierenland Arnhem e.o Nijmegen e.o Liemers Stedendriehoek Gelderland Figuur 35 Transformatieopgave Beschermd Wonen, 2021 Deze modelmatig berekende transformatieopgave geeft een indicatie van de omvang van de doelgroep en het bijpassende aanbod. De cijfers zijn een indicatie en geven geen zekerheid. Het kan een begin zijn van overleg tussen gemeente, woningcorporaties en aanbieders. Een gemeente kan daarnaast andere methoden gebruiken om zicht te krijgen op de vraag en de ontwikkeling van het aanbod, bijvoorbeeld: Wachtlijstanalyse; Overzicht krijgen op de individuele geïndiceerden. De gegevens in dit onderzoek kunnen afwijken van de feitelijke situatie doordat ontwikkelingen veranderen en doordat niet alle aanbieders een opgave hebben gedaan van hun aanbod en de gegevens zo goed mogelijk zijn ingevuld met behulp van externe bronnen. Ruimte voor zorg 89

93 Gemeenten kunnen samen met de aanbieders de feitelijke stand van zaken monitoren door enkele malen per jaar het aanbod met elkaar in kaart te brengen. 5.8 AANKNOPINGSPUNTEN VOOR WOONBELEID EN PRESTATIEAFSPRAKEN Gemeenten en woningcorporaties maken in het kader van de Woningwet jaarlijks prestatieafspraken. Aan tafel zitten ook de huurdersorganisaties. Gemeenten kunnen een woonvisie of woonagenda ontwikkelen en de woningcorporaties vragen om daar invulling aan te geven. Zoals we gezien hebben is er sprake van een grote groep jonge mensen die een beroep doen op Beschermd Wonen. Zij verlaten het ouderlijk huis en slaan hun vleugels uit, wat niet vanzelf gaat. Met de nodige hulp kan het lukken. Het is belangrijk dat zij dan het beschermde milieu geleidelijk inruilen voor meer zelfstandigheid zodat er weer capaciteit Beschermd Wonen beschikbaar komt voor nieuwe instromers. Gemeenten en aanbieders zijn druk bezig om bovenstaande visie in praktijk te brengen. De prestatieafspraken zijn een interessante kans om het beleid vanuit het woondomein een extra impuls te geven. Afspraken die gemeenten en woningcorporaties samen kunnen maken: 1. Het is waarschijnlijk moeilijk sturen op kwantitatieve doelstellingen. Er is vooral maatwerk nodig, in handen van professionals die de lokale situatie goed kennen in een wijk of plaats, bijvoorbeeld sociale wijkteams of de aanbieders zelf. De optelsom van het maatwerk is de oogst van het beleid. Dat is lastiger stuurbaar dan wanneer er aan zorgaanbieders transformatieopgaven worden opgelegd. Maak het stuurbaar door behalve doelstellingen ook indicatoren van beleidsontwikkeling af te spreken, bijvoorbeeld omvang wachtlijst, concentratieniveau s in wijken, tekorten of overschotten aan bepaalde woonvormen. Meet regelmatig hoe het er mee staat. Stel jaarlijks de concrete prestatieafspraken bij. 2. Bevorder de doorstroming van cliënten door aan de onderzijde van het aanbodspectrum voldoende goedkope woningen - zowel individuele woningen als geclusterde woningen - beschikbaar te hebben die voldoen aan de woonwensen. Met woningcorporaties kunnen concrete aantallen worden afgesproken. In de woonruimteverdeling kunnen woningcorporaties een x aantal woningen beschikbaar houden voor deze doelgroep. In het voorraadbeleid kunnen woningcorporaties goedkope woningen realiseren die (mede) bedoeld zijn voor deze doelgroep. 3. Leg verbanden tussen de verschillende regionale agenda s. Er is een regionale agenda voor Beschermd Wonen, voorgezeten door de centrumgemeenten Beschermd Wonen en Maatschappelijke Opvang. En er is een regionale woningmarktagenda. Aangezien cliënten Beschermd Wonen mobiel zijn binnen de woningmarkt, is het goed om bij lokaal beleid rekening te houden met regionale bewegingen. Bij het formuleren van het lokaal beleid kan voortgebouwd worden op het regionaal beleid. 4. Woningcorporaties en zorgaanbieders kunnen samen nieuwe vormen van geclusterd wonen realiseren. Ook bij de transformatie van bestaand vastgoed bijvoorbeeld het omzetten van een intramuraal project naar scheiden wonen en zorg - kan in sommige gevallen worden samengewerkt. In prestatieafspraken kunnen concrete projecten worden benoemd. Ruimte voor zorg 90

94 5. Onder bepaalde voorwaarden kunnen woningcorporaties in wijken waar zij veel woningen aanbieden maatschappelijk vastgoed exploiteren. Daar is soms vanuit de GGZ behoefte aan. In prestatieafspraken kunnen concrete projecten worden benoemd. 6. Een randvoorwaarde voor de huisvesting van deze doelgroep is goede begeleiding en mogelijkheden om snel in te grijpen wanneer zaken niet goed lopen. Woonbeleid heeft dus behoefte aan flankerend sociaal beleid. In de prestatieafspraken kunnen gemeenten in afstemming met zorgaanbieders en zeker ook de Zvw bekostigde zorg dit flankerend beleid vastleggen. Bijvoorbeeld concrete afspraken met sociale wijkteams, wijkbeheer, snel opschalen van de Wmo zorg in crisissituaties etc. 7. Wat betreft het proces van totstandkoming van de afspraken: in het opstellen van die afspraken of het woonbeleid kan de doelgroep er bij worden betrokken naar analogie van de rol die de huurders hebben gekregen in de Woningwet. Vanzelfsprekend kunnen de RIBW s en andere aanbieders gevraagd worden mee te denken. Gemeenten, woningcorporaties en huurders kunnen creatieve mogelijkheden verkennen om deze samenspraak vorm te geven. Gemeenten kunnen binnen hun eigen organisatie een verbinding leggen tussen volkshuisvestingsbeleid en sociaal domein. Ruimte voor zorg 91

95 6 WONEN MET ZORG VOOR MENSEN MET EEN HANDICAP We verleggen onze aandacht nu naar een groep mensen die vanwege een chronische verstandelijke of lichamelijke beperking langdurig zorg nodig heeft. We zullen zien dat deze sector zijn eigen kenmerken heeft. We zullen ook aanlopen tegen een overeenkomst met de Ggz: de hoge instroom van jonge mensen. Het hoofdstuk is opgebouwd zoals de vorige twee hoofdstukken: een inleiding over de ontwikkelingen, cijfers over vraag en aanbod, een diepgaander analyse van de cijfers voor hen die daar belangstelling voor hebben, en suggesties voor prestatieafspraken tussen gemeenten en woningcorporaties. 6.1 VERANDERENDE VOORKEUREN Vroeger waren er voor mensen met een handicap verstandelijk, lichamelijk, meervoudig gespecialiseerde instellingen. Zij bezaten meestal uitgestrekte terreinen in een landelijke of bosrijke omgeving. Binnen deze instellingen voor zwakzinnigen was alles beschikbaar wat ook in de echte wereld aanwezig was: woningen, werkmogelijkheden, recreatie, winkels. Na de tweede wereldoorlog is het aanbod van deze instellingen sterk uitgebreid en stapsgewijs ondergebracht in de Abwz. De tegenbeweging kwam vanuit de ouders van kinderen met een handicap. Veel ouders wilden liever hun kinderen in de buurt, in een gewone omgeving, kansen bieden in de gewone samenleving. Zij namen initiatieven om zelf projecten te starten. Door het PGB werd dit makkelijk. Veel ouders vonden elkaar, zochten hulp bij gemeenten en woningcorporaties, en startten een woongroep. De zorg wordt in veel gevallen ingehuurd bij de reguliere instellingen. Vanuit deze ouderinitiatieven ontstonden er samenwerkingsverbanden en nieuwe parapluorganisaties. Vernieuwers institutionaliseren. En ook ondernemers werden aangetrokken tot deze nieuwe markt. Misschien viel het eerste ouderinitiatief niet op. Maar zoals dat gaat, ineens besef je dat ouderinitiatieven geen marginaal verschijnsel zijn, maar blijvers, en ook nog eens wijd verspreid. Misschien maakte het eerste Thomashuis weinig indruk, maar nu zijn het er meer dan honderd, zijn zij niet meer weg te denken uit het zorglandschap en vervullen zij een onmisbare rol. Overigens, aardig om te noteren dat Philadelphia Zorg ooit is begonnen als ouderinitiatief: in 1956, zo lezen we op de website, richtte Joop Dondorp, onderwijzer in het Buitengewoon Onderwijs, de landelijke Oudervereniging Philadelphia op. Dit initiatief is geevolueerd tot de Philadelphia die wij vandaag de dag kennen. De traditionele instellingen zijn meegegaan met deze maatschappelijke behoefte. Zij zijn gaandeweg hun terreinen gaan afbouwen. Capaciteit werd verplaatst naar de gewone samenleving, vaak wel in de buurt van de moederinstelling. De ene aanbieder pakt de transformatie rigoreuzer op dan de andere. Ondanks alle initiatieven van onderop, zijn de grote instellingen nog steeds de leveranciers van het overgrote deel van de capaciteit. Hun proces van transformatie is nog lang niet afgerond. Op de instellingsterreinen verblijven nog steeds veel mensen met een beperking, vaak de wat oudere cliënten die er al Ruimte voor zorg 92

96 sinds jaar en dag wonen. De terreinen bieden kansen voor gespecialiseerde zorg voor specifieke doelgroepen. En nog steeds wordt capaciteit verplaatst, samen met dagbestedingsmogelijkheden en werk. De eerste deconcentratiestroom bleef dicht bij de moederorganisatie. Volgende deconcentratiestromen zullen zich verder weg begeven. Geen enkele sector in de zorg is inmiddels zo sterk aanwezig in de kleinste woonplaatsen en gemeenschappen, als de sector verstandelijk gehandicapten. Dit proces gaat door. Anderzijds is er ook een tendens om projecten te vergroten vanwege schaalvoordelen. 6.2 GEVOLGEN VOOR BELEID Gemeenten zijn sinds 2015 verantwoordelijk voor de Jeugdwet en dit is voor hen de eerste kennismaking met de gehandicaptensector. Veel jeugd stroomt later namelijk door naar de Wlz. Enkele gemeenten zijn sterk betrokken bij de gehandicaptensector dankzij het feit dat een grote instelling zich binnen zijn grenzen bevindt. Dit is voor een gemeente als bijvoorbeeld Ermelo een belangrijke bron van economische activiteit. Bovendien zoeken instellingen vaak binnen de eigen gemeente mogelijkheden om capaciteit te verplaatsen van het instellingsterrein naar de wijk. Maar verder vindt het beleid en de bekostiging voor de gehandicaptensector vooral plaats binnen de Wlz, waar de zorgverzekeraars / zorgkantoren verantwoordelijk voor zijn. Te verwachten valt dat gemeenten ondanks het ontbreken van een formele verantwoordelijkheid wel benaderd zullen blijven worden door ouders en door organisaties om medewerking te verlenen aan het realiseren van woonprojecten. Gezien de logica van de ontwikkelingen is er ook een logica om mee te gaan in deze verzoeken. Woningcorporaties krijgen ook veel vragen om mee te werken aan ouderinitiatieven. Samenwerkingsverbanden met de grote instellingen zijn al gemeengoed. Maar het beoordelen van ouderinitiatieven is veel lastiger omdat woningcorporaties niet kunnen inschatten hoe levensvatbaar deze initiatieven zijn. Dit blijft voorlopig lastig, omdat er geen garanties zijn voor een langdurige bekostiging. De regels veranderen ook voortdurend. Wellicht kunnen gemeenten, samen met woningcorporaties, in hun woonvisies ook ingaan op de behoeften en mogelijkheden op het gebied van wonen en zorg voor mensen met een verstandelijke en lichamelijke beperking. Dit geeft burgers in die gemeenten die behoefte hebben aan deze zorg enige houvast en draagt bij aan de ontwikkelingen. De cijfers die in de komende paragrafen volgen, kunnen alvast de basis vormen voor zo n visieontwikkeling binnen de lokale overheid. 6.3 PROGNOSE VRAAG VG, LVG, SGLVG, LG We beginnen de analyse met een inschatting van de vraagontwikkeling: hoe groot is de vraag en neemt hij de komende jaren verder toe? Naar verwachting zal op lange termijn het aantal mensen met een Wlz indicatie voor een verstandelijke beperking afnemen. Deze afname zal de eerste tien jaar nog niet merkbaar zijn. Pas daarna zet deze daling in. De oorzaak is de afname van het aantal jonge- Ruimte voor zorg 93

97 ren; juist onder jongeren is het beroep op de Wlz op grond van een verstandelijke beperking groot. Deze prognose gaat uiteraard uit van gelijkblijvend beleid; worden de indicatieregels veranderd, dan verandert ook het beroep op zorg. De ontwikkeling de komende dertig jaar is in onderstaande tabellen weergegeven. In deze tabellen zijn de zorgprofielen VG, LVG en SGLVG (Verstandelijk Gehandicapt, Licht Verstandelijk Gehandicapt, Sterk Gedragsgestoord Licht Verstandelijk Gehandicapt) bij elkaar opgeteld. Dit jaar doen bijna mensen in Gelderland een beroep op de gehandicaptenzorg. Tabel 54 Ontwikkeling van de vraag naar verblijf Wlz VG, LVG, SGLVG, , absoluut en relatief Gelderland: VG/LVG/SGLVG, vraagontwikkeling Achterhoek FoodValley FoodValley met Utrecht Noord-Veluwe Rivierenland Arnhem e.o Nijmegen e.o Liemers Stedendriehoek Gelderland Gelderland: VG/LVG/SGLVG, vraagontwikkeling Achterhoek FoodValley FoodValley met Utrecht Noord-Veluwe Rivierenland Arnhem e.o Nijmegen e.o Liemers Stedendriehoek Gelderland Behalve de VG sector, kijken we in deze monitor ook naar de LG sector (Lichamelijk Gehandicapt), exclusief auditief en visueel gehandicapten. Deze sector heeft een veel kleinere omvang, bijna personen, zie onderstaande tabellen. Ruimte voor zorg 94

98 Tabel 55 Ontwikkeling van de vraag naar verblijf Wlz LG, , absoluut en relatief Gelderland: LG, vraagontwikkeling Achterhoek FoodValley FoodValley met Utrecht Noord-Veluwe Rivierenland Arnhem e.o Nijmegen e.o Liemers Stedendriehoek Gelderland Gelderland: LG, vraagontwikkeling Achterhoek FoodValley FoodValley met Utrecht Noord-Veluwe Rivierenland Arnhem e.o Nijmegen e.o Liemers Stedendriehoek Gelderland Zien we in de VG sector een langzame daling van de vraag optreden, binnen de LG sector is juist sprake van een lichte stijging de komende tien jaar, en een afvlakking in de periode daarna. Deze stijging heeft te maken met de prevalentie: ouderen hebben relatief vaker een LG indicatie dan jongeren, dus met de vergrijzing zal ook het aantal mensen met een LG indicatie toenemen. Deze conclusie houdt natuurlijk alleen stand bij gelijkblijvend beleid. Zoals we verderop zullen zien, is er in het indicatiebeleid LG het nodige veranderd ouderen krijgen veel moeilijker een LG indicatie waardoor een sterke toename van deze groep geïndiceerden in de toekomst is afgewend. Dit voorbeeld dient op deze plaats als reminder: beleid is alles. Ruimte voor zorg 95

99 Kleine aanbieder VG/LVG/SGLVG LG Kleine aanbieder VG/LVG/SGLVG LG 6.4 AANBOD EN PLANNEN Het aanbod aan wonen met zorg voor mensen met een beperking is per woningmarktregio weergegeven in onderstaande tabel. In deze tabel wordt met Kleine aanbieder bedoeld kleinschalige projecten voor meerdere doelgroepen. Dit is maar een klein deel van het aanbod, in totaal een capaciteit van 146 plaatsen. Het traditionele aanbod voor de mensen met een verstandelijke beperking is het meest omvangrijk: plaatsen. Hierbinnen zijn ook veel kleinschalige projecten, gespreid over de hele provincie. Het aanbod in de sector Lichamelijk Gehandicapten is een stuk lager: 873 plaatsen. De komende jaren zal de totale capaciteit, afgaand op de opgave van de aanbieders, weinig veranderen. Tabel 56 Aanbod Wonen en zorg in de gehandicaptenzorg (Wlz), huidig en toekomstig Aanbod Gehandicaptenzorg Huidig (2016) Toekomst (2021) Ghz Achterhoek FoodValley FoodValley met Utrecht Noord-Veluwe Rivierenland Arnhem e.o Nijmegen e.o Liemers Stedendriehoek Gelderland Percentage op totaal 1% 92% 7% 1% 92% 7% Toe- of afname 14% 0% 4% Gelderland + buurgemeenten WAAR ZIJN TEKORTEN OF OVERSCHOTTEN? Te beginnen met de mensen die geïndiceerd worden met een VG-, LVG- of SGLVGzorgprofiel: over de gehele provincie genomen is de capaciteit ongeveer even groot als de vraag. Binnen de woningmarktregio s zien we echter grote verschillen optreden. Noord-Veluwe en Stedendriehoek hebben een groot aanbod; andere regio s veel lager. Dit heeft te maken met de nog steeds bestaande grote instellingsterreinen; het proces van deconcentratie is nog niet voltooid. Let wel: de vraag is hier, net als in het hele onderzoek, berekend op basis van leeftijdsspecifieke prevalentiecijfers die voor heel Gelderland gelijk zijn. De vraag laat in de praktijk optredende verplaatsingen van cliënten tussen gemeenten en regio s buiten beeld. Tekorten en overschotten die uit deze berekening volgen, zijn in de praktijk gladgestreken door deze verhuizingen van cliënten naar voorzieningen elders. Ruimte voor zorg 96

100 Tabel 57 Verhouding vraag en aanbod verblijfszorg voor gehandicapten (VG/LVG/SGLVG) naar woningmarktregio, huidig en toekomstig, absoluut en relatief Gelderland: VG/LVG/SGLVG, aanbod versus vraag Aanbod klein Aanbod VG/LVG /SGLVG Aanbod totaal Vraag VG/LVG/ SGLVG Verschil Aanbod klein Aanbod VG/LVG /SGLVG Aanbod totaal Vraag VG/LVG/ SGLVG Achterhoek FoodValley FoodValley met Utrecht Noord-Veluwe Rivierenland Arnhem e.o Nijmegen e.o Liemers Stedendriehoek Huidig (2016) Toekomstig (2021) Gelderland Verschil Gelderland: VG/LVG/SGLVG, aanbod versus vraag Aanbod klein Aanbod VG/LVG /SGLVG Huidig (2016) Toekomstig (2021) Aanbod totaal Vraag VG/LVG/ SGLVG Verschil Aanbod klein Aanbod VG/LVG /SGLVG Aanbod totaal Vraag VG/LVG/ SGLVG Verschil Achterhoek 11% 14% 14% 12% 11% 19% 13% 13% 12% 5% FoodValley 0% 12% 12% 13% -7% 0% 13% 12% 13% -8% FoodValley met Utrecht -4% -4% Noord-Veluwe 18% 12% 13% 10% 33% 16% 13% 13% 10% 32% Rivierenland 5% 7% 7% 11% -37% 10% 8% 8% 11% -33% Arnhem e.o. 16% 15% 15% 16% -6% 14% 15% 15% 16% -10% Nijmegen e.o 29% 15% 15% 16% -8% 27% 15% 15% 16% -10% Liemers 5% 2% 2% 6% -60% 5% 2% 2% 6% -60% Stedendriehoek 14% 23% 23% 15% 54% 10% 23% 23% 15% 51% Gelderland 100% 100% 100% 100% 2% 100% 100% 100% 100% 0% Deze concentratie van de capaciteit is nog veel sterker zichtbaar in de LG sector, de tabellen die nu volgen. Hier zien we vooral in Arnhem een groot aanbod. Veel gemeenten hebben geen enkel aanbod voor deze doelgroep (zie de tabel met de gemeentelijke cijfers in de bijlage). Overigens is de vraag naar LG-zorg, afgeleid uit de prevalentie van zorgregio Arnhem (zie Inleiding), veel groter dan het totale aanbod. Dit kan een gevolg zijn van het feit dat juist zorgregio Arnhem prevalentiecijfers heeft aangeleverd, die vervolgens zijn geëxtrapoleerd voor de hele provincie. Aangezien Arnhem toevallig ook heel veel aanbod heeft, hetgeen zijn weerslag heeft in de cijfers van de zorgregio, kan het extrapoleren ervan naar de hele provincie een vertekening veroorzaken. Ruimte voor zorg 97

101 Tabel 58 Verhouding vraag en aanbod verblijfszorg voor gehandicapten (LG) naar woningmarktregio, huidig en toekomstig, absoluut en relatief Gelderland: LG, aanbod versus vraag Huidig (2016) Toekomstig (2021) Aanbod Vraag Verschil Aanbod Vraag Verschil Achterhoek FoodValley FoodValley met Utrecht Noord-Veluwe Rivierenland Arnhem e.o Nijmegen e.o Liemers Stedendriehoek Gelderland Gelderland: LG, aanbod versus vraag Huidig (2016) Toekomstig (2021) Aanbod Vraag Verschil Aanbod Vraag Verschil Achterhoek 2% 13% -93% 2% 13% -93% FoodValley 7% 12% -68% 10% 12% -54% FoodValley met Utrecht -59% -30% Noord-Veluwe 8% 10% -54% 8% 10% -56% Rivierenland 3% 11% -85% 4% 11% -83% Arnhem e.o. 65% 16% 127% 62% 16% 116% Nijmegen e.o 0% 15% -100% 0% 15% -100% Liemers 2% 7% -84% 2% 7% -84% Stedendriehoek 14% 16% -53% 13% 16% -55% Gelderland 100% 100% -44% 100% 100% -45% 6.6 UITGELICHT: NADERE ANALYSE VRAAG EN AANBOD De monitor geeft inzicht in meer aspecten rond vraag en aanbod dan staat beschreven in de vorige paragraaf. Op de komende bladzijden wordt dieper ingegaan op de kenmerken van vraag en aanbod Kenmerken van het aanbod Ter introductie staan we om te beginnen stil bij de gebruikte onderzoeksmethode om het aanbod in beeld te krijgen. Alle organisaties zijn benaderd en gevraagd om per locatie enkele gegevens te leveren met behulp van een digitaal enquête formulier. De grote aanbieders hebben veelal een overzicht ingeleverd en deze gegevens zijn door de onderzoekers overgenomen in de digitale enquête. Daarbij zijn niet altijd gegevens over toekomstplannen ogegeven. Ruimte voor zorg 98

102 Een deel van het aanbod is niet geïnventariseerd, namelijk zelfstandige woningen die geen deel uitmaken van een cluster. Liggen deze zelfstandige woningen bijeen, of nabij een groepsproject, dan zijn zij wel meegeteld. Het aanbod aan wonen met zorg voor mensen met een beperking is omvangrijk, divers en gespreid. Er zijn enkele zeer grote organisaties die locaties hebben over de hele provincie maar ook nog op de traditionele instellingsterreinen. Er zijn veel kleinere aanbieders met enkele locaties. En er zijn kleine projecten voor zowel cliënten uit de Ggz als de gehandicaptenzorg. Er zijn indicaties voor VG, LVG en SGLVG verstandelijk gehandicapt, licht verstandelijk gehandicapt, sterk gedragsgestoord licht verstandelijk gehandicapt. Vaak bieden projecten plaats aan cliënten uit meerdere doelgroepen tegelijk, VG, LVG en SGLVG. Een onderscheid tussen VG, LVG en SGLVG is praktisch gezien niet zo nuttig voor ons doel prognose wonen en zorg - en in deze analyse zijn deze groepen daarom bij elkaar opgeteld. De inventarisatie van het aanbod op provinciaal niveau komt op nagenoeg hetzelfde getal uit (11.634) als de gemeten productie (11.858). Ook de LG sector is lastig in beeld te brengen. Dit aanbod is meestal geconcentreerd en gespecialiseerd. Hier is het aanbod juist een stuk lager (873) dan de productie (1.644). Na deze korte introductie laten we nu cijfers zien van het aantal projecten, de capaciteit en de toekomstplannen. Uit onderstaande tabel kan worden opgemaakt dat er 755 locaties zijn met een totale capaciteit van bijna plaatsen. Het overgrote deel van de capaciteit is bedoeld voor de indicaties VG, LVG en SGLVG. De kolom Klein heeft betrekking op kleinschalige zelfstandige locaties/organisaties die zich richten op meerdere doelgroepen. De capaciteit binnen deze projecten voor de doelgroep gehandicapten is zeer beperkt: 146 plaatsen. De sector Lichamelijk Gehandicapten staat op zichzelf. Hier hebben we een capaciteit van 873 plaatsen gevonden. Tabel 59 Plannen voor nieuwbouw, verbouw, verandering capaciteit, sluiting gehandicaptenzorg, absoluut en relatief, Gelderland Huidig Toekomst Aantal Capaciteit Aantal Capaciteit Klein VG/LVG/SGLVG LG Klein VG/LVG/SGLVG LG Nieuw: in ontwikkeling Nieuw: wens Bestaand: verandering capaciteit of doelgroep Bestaand: vervangende nieuwbouw Bestaand: verbouw, aanbouw, vervanging Bestaand: sluiten locatie en verplaatsen capaciteit Bestaand: sluiten locatie en opheffen capaciteit Bestaand: geen verandering Totaal Verandering 114% 100% 104% Ruimte voor zorg 99

103 Huidig Toekomst Aantal Capaciteit Aantal Capaciteit Klein VG/LVG/SGLVG LG Klein VG/LVG/SGLVG LG Nieuw: in ontwikkeling 8% 1% 0% Nieuw: wens 0% 0% 0% Bestaand: verandering capaciteit of doelgroep 22% 3% 1% 32% 3% 1% Bestaand: verandering capaciteit of doelgroep 0% 8% 0% 0% 8% 0% Bestaand: verbouw, aanbouw, vervanging 3% 10% 2% 5% 10% 5% Bestaand: sluiten locatie en verplaatsen capaciteit 11% 1% 0% Bestaand: sluiten locatie en opheffen capaciteit 0% 1% 0% Bestaand: geen verandering 64% 77% 97% 56% 77% 93% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% Wanneer we alle plannen en wensen in ogenschouw nemen nog steeds bovenstaande tabel dan zien we weinig verandering in capaciteit de komende jaren. Er gebeurt wel veel, maar dat is vooral vernieuwing en verplaatsing van oude capaciteit. Er wordt bijvoorbeeld nog steeds volop gewerkt aan de deconcentratie en modernisering van de grote instellingsterreinen. Dan nu de bekostiging van het aanbod wonen met zorg, zie de volgende tabel. De grote vraag is natuurlijk welk deel van de capaciteit door het PGB wordt gefinancierd. Verderop zullen we kijken naar het feitelijke gebruik van het PGB. Maar hier volgt allereerst een overzicht van de capaciteit in de gehandicaptensector naar bekostiging. Een beperkt deel van de capaciteit zo n 800 plaatsen op de is specifiek PGB capaciteit. Binnen de kleinschalige projecten voor meerdere doelgroepen is het aandeel PGB 78%, maar dit is maar een klein deel van het totale aanbod. Binnen het aanbod specifiek voor mensen met een verstandelijke beperking is het aandeel 6%. De komende jaren blijft dit gelijk. Het PGB is getalsmatig niet zo belangrijk. Wel biedt een aanzienlijk deel van het aanbod 26% nu, iets stijgend naar 28% in de nabije toekomst de mogelijkheid van scheiden wonen en zorg. Dit kan met een PGB, maar ook met een VPT of MPT. Tabel 60 Bekostiging gehandicaptenzorg, absoluut en relatief, Gelderland Huidig Toekomst Aantal Capaciteit Aantal Capaciteit Klein VG/LVG/SGLVG LG Klein VG/LVG/SGLVG LG PGB-project Scheiden wonen en zorg mogelijk Alle appartementen scheiden wonen en zorg In toekomst scheiden wonen en zorg mogelijk In toekomst alle appartementen scheiden wonen en zorg Scheiden wonen en zorg niet mogelijk Totaal Aandeel 1% 92% 7% 1% 92% 7% Huidig Toekomst Aantal Capaciteit Aantal Capaciteit Klein VG/LVG/SGLVG LG Klein VG/LVG/SGLVG LG PGB-project 78% 6% 2% 76% 6% 2% Scheiden wonen en zorg mogelijk 3% 26% 0% 8% 28% 20% Alle appartementen scheiden wonen en zorg 7% 1% 0% 6% 1% 0% In toekomst scheiden wonen en zorg mogelijk 0% 1% 16% 0% 0% 0% In toekomst alle appartementen scheiden wonen en zorg 0% 0% 0% 0% 0% 0% Scheiden wonen en zorg niet mogelijk 12% 66% 82% 10% 65% 78% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% Ruimte voor zorg 100

104 Als laatste kijken we nu naar de eigendomssituatie van het vastgoed, zie onderstaande tabel. Binnen het reguliere aanbod voor verstandelijk gehandicapten en lichamelijk gehandicapten is het grootste deel van de woongebouwen eigendom van de zorgaanbieder, 54% respectievelijk 64%. Bij de kleinschalige projecten voor meerdere doelgroepen wordt juist het grootste deel gehuurd. De komende jaren zijn er lichte verschuivingen in deze verhouding huur / eigendom. Tabel 61 Eigendom locaties gehandicaptenzorg, absoluut en relatief, Gelderland Huidig Toekomst Aantal Capaciteit Aantal Capaciteit Klein VG/LVG/SGLVG LG Klein VG/LVG/SGLVG LG Eigendom van zorgaanbieder Huurpand Totaal Huidig Toekomst Aantal Capaciteit Aantal Capaciteit Klein VG/LVG/SGLVG LG Klein VG/LVG/SGLVG LG Eigendom van zorgaanbieder 38% 54% 64% 44% 54% 61% Huurpand 62% 46% 36% 56% 46% 39% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% Kenmerken van de vraag Binnen de gehandicaptensector is het overgrote deel van de vraag geïndiceerd als zorgprofiel VG, Verstandelijk Gehandicapt; zie onderstaande grafiek. De prevalentie binnen de totale Gelderse bevolking is 0,57%. De lichte zorg binnen dit zorgprofiel, VG1 en VG2, zijn net als de verzorgingshuiszorg uit de Wlz gehaald. Deze indicaties worden niet meer afgegeven. Bestaande cliënten behouden hun rechten Figuur 36 Prevalentie van verstandelijke beperkingen d.d Ruimte voor zorg 101

105 Het zorgprofiel LVG, Licht Verstandelijk Gehandicapt, is bedoeld voor jongvolwassenen tussen de 18 en 23 jaar. De indicatie SGLVG - Sterk Gedragsgestoord Licht Verstandelijk Gehandicapt wordt niet frequent afgegeven; in de productiecijfers is deze groep opgenomen binnen de VG. Tot slot is er het zorgprofiel LG Lichamelijk Gehandicapt, en de prevalentie hiervan is 0,08% op de totale Gelderse bevolking. Mensen die zorg krijgen op basis van een VG indicatie vinden we vooral in de jonge leeftijdsgroepen, onder de 30 jaar. Bovendien maken deze jongeren veel gebruik van het PGB. De vraag stijgt licht: tussen en is de prevalentie met 4% toegenomen. In de grafieken die komen zijn deze kenmerken goed terug te vinden. Figuur 37 Prevalentie VG en SGLVG naar leeftijdsklasse, en Figuur 38 Prevalentie VG en SGLVG naar leeftijdsklasse en verstrekking, Ruimte voor zorg 102

106 Figuur 39 Prevalentie VG en SGLVG naar leeftijdsklasse en verstrekking, Het totale patroon van de VG sector is vergelijkbaar met de sector Beschermd Wonen, waarover het vorige hoofdstuk handelde. Ook daar zagen we een sterke vertegenwoordiging in de jonge leeftijden, een groot gebruik van de PGB s in de jonge leeftijden, en een toename van de prevalentie. Verschillen tussen de Ggz en Ghz zijn er ook: een belangrijk verschil tussen de sector VG en de sector Beschermd Wonen is dat de laatste de afgelopen 3 jaar sterk is gegroeid. De prevalentie op de totale Gelderse bevolking is in 3 jaar met 22% toegenomen. In de VG is deze toename slechts 4%. Nu enkele cijfers over cliënten met een LVG indicatie. Figuur 40 Prevalentie LVG naar leeftijdsklasse, en Ruimte voor zorg 103

Wonen-zorg in regio Rivierenland

Wonen-zorg in regio Rivierenland Wonen-zorg in regio Rivierenland Voor: Platform Zelfredzaam Rivierenland Monitor Wonen-Zorg 2016 Provincie Gelderland www.ruimtevoorzorg.nl Henk Nouws, 27-03-2016 Doelen Hoe ontwikkelen vraag en aanbod

Nadere informatie

PROVINCIE GELDERLAND Provincie Gelderland, gemeente Veenendaal. samengesteld door. Ruimte voor zorg bv

PROVINCIE GELDERLAND Provincie Gelderland, gemeente Veenendaal. samengesteld door. Ruimte voor zorg bv MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE VEENENDAAL FACTSHEET voor Provincie Gelderland, gemeente Veenendaal samengesteld door Henk Nouws (Ruimte voor zorg), Claasje Reijers (Procesmakers),

Nadere informatie

PROVINCIE GELDERLAND Provincie Gelderland. samengesteld door. Ruimte voor zorg bv

PROVINCIE GELDERLAND Provincie Gelderland. samengesteld door. Ruimte voor zorg bv MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE NIJMEGEN FACTSHEET voor Provincie Gelderland samengesteld door Henk Nouws (Ruimte voor zorg), Claasje Reijers (Procesmakers), Anne Reijers, Geesje

Nadere informatie

PROVINCIE GELDERLAND Provincie Gelderland. samengesteld door. Ruimte voor zorg bv

PROVINCIE GELDERLAND Provincie Gelderland. samengesteld door. Ruimte voor zorg bv MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE ARNHEM FACTSHEET voor Provincie Gelderland samengesteld door Henk Nouws (Ruimte voor zorg), Claasje Reijers (Procesmakers), Anne Reijers, Geesje Philippi

Nadere informatie

PROVINCIE GELDERLAND Provincie Gelderland. samengesteld door. Ruimte voor zorg bv

PROVINCIE GELDERLAND Provincie Gelderland. samengesteld door. Ruimte voor zorg bv MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE DOETINCHEM FACTSHEET voor Provincie Gelderland samengesteld door Henk Nouws (Ruimte voor zorg), Claasje Reijers (Procesmakers), Anne Reijers, Geesje

Nadere informatie

PROVINCIE GELDERLAND Provincie Gelderland. samengesteld door. Ruimte voor zorg bv

PROVINCIE GELDERLAND Provincie Gelderland. samengesteld door. Ruimte voor zorg bv MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE PUTTEN FACTSHEET voor Provincie Gelderland samengesteld door Henk Nouws (Ruimte voor zorg), Claasje Reijers (Procesmakers), Anne Reijers, Geesje Philippi

Nadere informatie

PROVINCIE GELDERLAND Provincie Gelderland. samengesteld door. Ruimte voor zorg bv

PROVINCIE GELDERLAND Provincie Gelderland. samengesteld door. Ruimte voor zorg bv MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE HARDERWIJK FACTSHEET voor Provincie Gelderland samengesteld door Henk Nouws (Ruimte voor zorg), Claasje Reijers (Procesmakers), Anne Reijers, Geesje

Nadere informatie

PROVINCIE GELDERLAND Provincie Gelderland, gemeente Rhenen. samengesteld door. Ruimte voor zorg bv

PROVINCIE GELDERLAND Provincie Gelderland, gemeente Rhenen. samengesteld door. Ruimte voor zorg bv MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE RHENEN FACTSHEET voor Provincie Gelderland, gemeente Rhenen samengesteld door Henk Nouws (Ruimte voor zorg), Claasje Reijers (Procesmakers), Anne Reijers,

Nadere informatie

PROVINCIE GELDERLAND Provincie Gelderland. samengesteld door. Ruimte voor zorg bv

PROVINCIE GELDERLAND Provincie Gelderland. samengesteld door. Ruimte voor zorg bv MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE ELBURG FACTSHEET voor Provincie Gelderland samengesteld door Henk Nouws (Ruimte voor zorg), Claasje Reijers (Procesmakers), Anne Reijers, Geesje Philippi

Nadere informatie

PROVINCIE GELDERLAND Provincie Gelderland. samengesteld door. Ruimte voor zorg bv

PROVINCIE GELDERLAND Provincie Gelderland. samengesteld door. Ruimte voor zorg bv MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE NIJKERK FACTSHEET voor Provincie Gelderland samengesteld door Henk Nouws (Ruimte voor zorg), Claasje Reijers (Procesmakers), Anne Reijers, Geesje Philippi

Nadere informatie

PROVINCIE GELDERLAND Provincie Gelderland. samengesteld door. Ruimte voor zorg bv

PROVINCIE GELDERLAND Provincie Gelderland. samengesteld door. Ruimte voor zorg bv MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE HEERDE FACTSHEET voor Provincie Gelderland samengesteld door Henk Nouws (Ruimte voor zorg), Claasje Reijers (Procesmakers), Anne Reijers, Geesje Philippi

Nadere informatie

PROVINCIE GELDERLAND Provincie Gelderland. samengesteld door. Ruimte voor zorg bv

PROVINCIE GELDERLAND Provincie Gelderland. samengesteld door. Ruimte voor zorg bv MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE TIEL FACTSHEET voor Provincie Gelderland samengesteld door Henk Nouws (Ruimte voor zorg), Claasje Reijers (Procesmakers), Anne Reijers, Geesje Philippi

Nadere informatie

PROVINCIE GELDERLAND Provincie Gelderland. samengesteld door. Ruimte voor zorg bv

PROVINCIE GELDERLAND Provincie Gelderland. samengesteld door. Ruimte voor zorg bv MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE NUNSPEET FACTSHEET voor Provincie Gelderland samengesteld door Henk Nouws (Ruimte voor zorg), Claasje Reijers (Procesmakers), Anne Reijers, Geesje

Nadere informatie

PROVINCIE GELDERLAND Provincie Gelderland. samengesteld door. Ruimte voor zorg bv

PROVINCIE GELDERLAND Provincie Gelderland. samengesteld door. Ruimte voor zorg bv MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE BEUNINGEN FACTSHEET voor Provincie Gelderland samengesteld door Henk Nouws (Ruimte voor zorg), Claasje Reijers (Procesmakers), Anne Reijers, Geesje

Nadere informatie

PROVINCIE GELDERLAND Provincie Gelderland. samengesteld door. Ruimte voor zorg bv

PROVINCIE GELDERLAND Provincie Gelderland. samengesteld door. Ruimte voor zorg bv MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE ZEVENAAR FACTSHEET voor Provincie Gelderland samengesteld door Henk Nouws (Ruimte voor zorg), Claasje Reijers (Procesmakers), Anne Reijers, Geesje

Nadere informatie

PROVINCIE GELDERLAND Provincie Gelderland. samengesteld door. Ruimte voor zorg bv

PROVINCIE GELDERLAND Provincie Gelderland. samengesteld door. Ruimte voor zorg bv MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE EPE FACTSHEET voor Provincie Gelderland samengesteld door Henk Nouws (Ruimte voor zorg), Claasje Reijers (Procesmakers), Anne Reijers, Geesje Philippi

Nadere informatie

PROVINCIE GELDERLAND Provincie Gelderland. samengesteld door. Ruimte voor zorg bv

PROVINCIE GELDERLAND Provincie Gelderland. samengesteld door. Ruimte voor zorg bv MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE RENKUM FACTSHEET voor Provincie Gelderland samengesteld door Henk Nouws (Ruimte voor zorg), Claasje Reijers (Procesmakers), Anne Reijers, Geesje Philippi

Nadere informatie

PROVINCIE GELDERLAND Provincie Gelderland. samengesteld door. Ruimte voor zorg bv

PROVINCIE GELDERLAND Provincie Gelderland. samengesteld door. Ruimte voor zorg bv MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE LINGEWAAL FACTSHEET voor Provincie Gelderland samengesteld door Henk Nouws (Ruimte voor zorg), Claasje Reijers (Procesmakers), Anne Reijers, Geesje

Nadere informatie

PROVINCIE GELDERLAND Provincie Gelderland. samengesteld door. Ruimte voor zorg bv

PROVINCIE GELDERLAND Provincie Gelderland. samengesteld door. Ruimte voor zorg bv MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE BRUMMEN FACTSHEET voor Provincie Gelderland samengesteld door Henk Nouws (Ruimte voor zorg), Claasje Reijers (Procesmakers), Anne Reijers, Geesje Philippi

Nadere informatie

PROVINCIE GELDERLAND Provincie Gelderland. samengesteld door. Ruimte voor zorg bv

PROVINCIE GELDERLAND Provincie Gelderland. samengesteld door. Ruimte voor zorg bv MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE RIJNWAARDEN FACTSHEET voor Provincie Gelderland samengesteld door Henk Nouws (Ruimte voor zorg), Claasje Reijers (Procesmakers), Anne Reijers, Geesje

Nadere informatie

PROVINCIE GELDERLAND Provincie Gelderland, gemeente Renswoude. samengesteld door. Ruimte voor zorg bv

PROVINCIE GELDERLAND Provincie Gelderland, gemeente Renswoude. samengesteld door. Ruimte voor zorg bv MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE RENSWOUDE FACTSHEET voor Provincie Gelderland, gemeente Renswoude samengesteld door Henk Nouws (Ruimte voor zorg), Claasje Reijers (Procesmakers),

Nadere informatie

PROVINCIE GELDERLAND Provincie Gelderland. samengesteld door. Ruimte voor zorg bv

PROVINCIE GELDERLAND Provincie Gelderland. samengesteld door. Ruimte voor zorg bv MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE NEDER-BETUWE FACTSHEET voor Provincie Gelderland samengesteld door Henk Nouws (Ruimte voor zorg), Claasje Reijers (Procesmakers), Anne Reijers, Geesje

Nadere informatie

PROVINCIE GELDERLAND Provincie Gelderland. samengesteld door. Ruimte voor zorg bv

PROVINCIE GELDERLAND Provincie Gelderland. samengesteld door. Ruimte voor zorg bv MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE SCHERPENZEEL FACTSHEET voor Provincie Gelderland samengesteld door Henk Nouws (Ruimte voor zorg), Claasje Reijers (Procesmakers), Anne Reijers, Geesje

Nadere informatie

PROVINCIE GELDERLAND Provincie Gelderland. samengesteld door. Ruimte voor zorg bv

PROVINCIE GELDERLAND Provincie Gelderland. samengesteld door. Ruimte voor zorg bv MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 SAMENVATTING voor Provincie Gelderland samengesteld door Henk Nouws (Ruimte voor zorg), Claasje Reijers (Procesmakers), Anne Reijers, Geesje Philippi (Procesmakers),

Nadere informatie

PROVINCIE GELDERLAND Provincie Gelderland. samengesteld door. Ruimte voor zorg bv

PROVINCIE GELDERLAND Provincie Gelderland. samengesteld door. Ruimte voor zorg bv MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE WAGENINGEN FACTSHEET voor Provincie Gelderland samengesteld door Henk Nouws (Ruimte voor zorg), Claasje Reijers (Procesmakers), Anne Reijers, Geesje

Nadere informatie

PROVINCIE GELDERLAND Provincie Gelderland. samengesteld door. Ruimte voor zorg bv

PROVINCIE GELDERLAND Provincie Gelderland. samengesteld door. Ruimte voor zorg bv MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE BARNEVELD FACTSHEET voor Provincie Gelderland samengesteld door Henk Nouws (Ruimte voor zorg), Claasje Reijers (Procesmakers), Anne Reijers, Geesje

Nadere informatie

Monitor Wonen-Zorg provincie Gelderland 2016

Monitor Wonen-Zorg provincie Gelderland 2016 Monitor Wonen-Zorg provincie Gelderland 2016 Samenvatting Monitor wonen-zorg provincie Gelderland 2016 Samenvatting 2 Monitor wonen-zorg Inhoud Voorwoord 5 1 Inleiding 7 1.1 Hoe te gebruiken 7 1.2 Wonen

Nadere informatie

PROVINCIE GELDERLAND Provincie Gelderland. samengesteld door. Ruimte voor zorg bv

PROVINCIE GELDERLAND Provincie Gelderland. samengesteld door. Ruimte voor zorg bv MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE AALTEN FACTSHEET voor Provincie Gelderland samengesteld door Henk Nouws (Ruimte voor zorg), Claasje Reijers (Procesmakers), Anne Reijers, Geesje Philippi

Nadere informatie

PROVINCIE GELDERLAND Provincie Gelderland. samengesteld door. Ruimte voor zorg bv

PROVINCIE GELDERLAND Provincie Gelderland. samengesteld door. Ruimte voor zorg bv MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE MAASDRIEL FACTSHEET voor Provincie Gelderland samengesteld door Henk Nouws (Ruimte voor zorg), Claasje Reijers (Procesmakers), Anne Reijers, Geesje

Nadere informatie

MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE RENSWOUDE. Wonen met zorg

MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE RENSWOUDE. Wonen met zorg MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE RENSWOUDE Wonen met zorg Onder Wonen met zorg wordt verstaan: woonvormen die gekoppeld zijn aan zorg. Figuur 1 Onderwerp van het onderzoek is Wonen

Nadere informatie

MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE NIJMEGEN. Wonen met zorg

MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE NIJMEGEN. Wonen met zorg MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE NIJMEGEN Wonen met zorg Onder Wonen met zorg wordt verstaan: woonvormen die gekoppeld zijn aan zorg. Figuur 1 Onderwerp van het onderzoek is Wonen

Nadere informatie

MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE VEENENDAAL. Wonen met zorg

MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE VEENENDAAL. Wonen met zorg MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE VEENENDAAL Wonen met zorg Onder Wonen met zorg wordt verstaan: woonvormen die gekoppeld zijn aan zorg. Figuur 1 Onderwerp van het onderzoek is Wonen

Nadere informatie

PROVINCIE GELDERLAND Provincie Gelderland. samengesteld door. Ruimte voor zorg bv

PROVINCIE GELDERLAND Provincie Gelderland. samengesteld door. Ruimte voor zorg bv MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE OVERBETUWE FACTSHEET voor Provincie Gelderland samengesteld door Henk Nouws (Ruimte voor zorg), Claasje Reijers (Procesmakers), Anne Reijers, Geesje

Nadere informatie

PROVINCIE GELDERLAND Provincie Gelderland. samengesteld door. Ruimte voor zorg bv

PROVINCIE GELDERLAND Provincie Gelderland. samengesteld door. Ruimte voor zorg bv MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE BERG EN DAL FACTSHEET voor Provincie Gelderland samengesteld door Henk Nouws (Ruimte voor zorg), Claasje Reijers (Procesmakers), Anne Reijers, Geesje

Nadere informatie

PROVINCIE GELDERLAND Provincie Gelderland. samengesteld door. Ruimte voor zorg bv

PROVINCIE GELDERLAND Provincie Gelderland. samengesteld door. Ruimte voor zorg bv MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE NEERIJNEN FACTSHEET voor Provincie Gelderland samengesteld door Henk Nouws (Ruimte voor zorg), Claasje Reijers (Procesmakers), Anne Reijers, Geesje

Nadere informatie

MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE DOETINCHEM. Wonen met zorg

MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE DOETINCHEM. Wonen met zorg MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE DOETINCHEM Wonen met zorg Onder Wonen met zorg wordt verstaan: woonvormen die gekoppeld zijn aan zorg. Figuur 1 Onderwerp van het onderzoek is Wonen

Nadere informatie

PROVINCIE GELDERLAND Provincie Gelderland. samengesteld door. Ruimte voor zorg bv

PROVINCIE GELDERLAND Provincie Gelderland. samengesteld door. Ruimte voor zorg bv MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE GELDERMALSEN FACTSHEET voor Provincie Gelderland samengesteld door Henk Nouws (Ruimte voor zorg), Claasje Reijers (Procesmakers), Anne Reijers, Geesje

Nadere informatie

PROVINCIE GELDERLAND Provincie Gelderland. samengesteld door. Ruimte voor zorg bv

PROVINCIE GELDERLAND Provincie Gelderland. samengesteld door. Ruimte voor zorg bv MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE APELDOORN FACTSHEET voor Provincie Gelderland samengesteld door Henk Nouws (Ruimte voor zorg), Claasje Reijers (Procesmakers), Anne Reijers, Geesje

Nadere informatie

PROVINCIE GELDERLAND Provincie Gelderland. samengesteld door. Ruimte voor zorg bv

PROVINCIE GELDERLAND Provincie Gelderland. samengesteld door. Ruimte voor zorg bv MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE BERKELLAND FACTSHEET voor Provincie Gelderland samengesteld door Henk Nouws (Ruimte voor zorg), Claasje Reijers (Procesmakers), Anne Reijers, Geesje

Nadere informatie

MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE RHENEN. Wonen met zorg

MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE RHENEN. Wonen met zorg MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE RHENEN Wonen met zorg Onder Wonen met zorg wordt verstaan: woonvormen die gekoppeld zijn aan zorg. Figuur 1 Onderwerp van het onderzoek is Wonen met

Nadere informatie

MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE WAGENINGEN. Wonen met zorg

MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE WAGENINGEN. Wonen met zorg MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE WAGENINGEN Wonen met zorg Onder Wonen met zorg wordt verstaan: woonvormen die gekoppeld zijn aan zorg. Figuur 1 Onderwerp van het onderzoek is Wonen

Nadere informatie

MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE CULEMBORG. Wonen met zorg

MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE CULEMBORG. Wonen met zorg MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE CULEMBORG Wonen met zorg Onder Wonen met zorg wordt verstaan: woonvormen die gekoppeld zijn aan zorg. Figuur 1 Onderwerp van het onderzoek is Wonen

Nadere informatie

MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE SCHERPENZEEL. Wonen met zorg

MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE SCHERPENZEEL. Wonen met zorg MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE SCHERPENZEEL Wonen met zorg Onder Wonen met zorg wordt verstaan: woonvormen die gekoppeld zijn aan zorg. Figuur 1 Onderwerp van het onderzoek is Wonen

Nadere informatie

PROVINCIE GELDERLAND Provincie Gelderland. samengesteld door. Ruimte voor zorg bv

PROVINCIE GELDERLAND Provincie Gelderland. samengesteld door. Ruimte voor zorg bv MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE EDE FACTSHEET voor Provincie Gelderland samengesteld door Henk Nouws (Ruimte voor zorg), Claasje Reijers (Procesmakers), Anne Reijers, Geesje Philippi

Nadere informatie

MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE NIJKERK. Wonen met zorg

MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE NIJKERK. Wonen met zorg MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE NIJKERK Wonen met zorg Onder Wonen met zorg wordt verstaan: woonvormen die gekoppeld zijn aan zorg. Figuur 1 Onderwerp van het onderzoek is Wonen met

Nadere informatie

MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE ELBURG. Wonen met zorg

MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE ELBURG. Wonen met zorg MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE ELBURG Wonen met zorg Onder Wonen met zorg wordt verstaan: woonvormen die gekoppeld zijn aan zorg. Figuur 1 Onderwerp van het onderzoek is Wonen met

Nadere informatie

MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE HEERDE. Wonen met zorg

MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE HEERDE. Wonen met zorg MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE HEERDE Wonen met zorg Onder Wonen met zorg wordt verstaan: woonvormen die gekoppeld zijn aan zorg. Figuur 1 Onderwerp van het onderzoek is Wonen met

Nadere informatie

MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE BEUNINGEN. Wonen met zorg

MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE BEUNINGEN. Wonen met zorg MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE BEUNINGEN Wonen met zorg Onder Wonen met zorg wordt verstaan: woonvormen die gekoppeld zijn aan zorg. Figuur 1 Onderwerp van het onderzoek is Wonen

Nadere informatie

MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE DRUTEN. Wonen met zorg

MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE DRUTEN. Wonen met zorg MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE DRUTEN Wonen met zorg Onder Wonen met zorg wordt verstaan: woonvormen die gekoppeld zijn aan zorg. Figuur 1 Onderwerp van het onderzoek is Wonen met

Nadere informatie

MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND

MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE EDE Wonen met zorg Onder Wonen met zorg wordt verstaan: woonvormen die gekoppeld zijn aan zorg. Figuur 1 Onderwerp van het onderzoek is Wonen met zorg.

Nadere informatie

MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE RHEDEN. Wonen met zorg

MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE RHEDEN. Wonen met zorg MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE RHEDEN Wonen met zorg Onder Wonen met zorg wordt verstaan: woonvormen die gekoppeld zijn aan zorg. Figuur 1 Onderwerp van het onderzoek is Wonen met

Nadere informatie

MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE LINGEWAARD. Wonen met zorg

MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE LINGEWAARD. Wonen met zorg MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE LINGEWAARD Wonen met zorg Onder Wonen met zorg wordt verstaan: woonvormen die gekoppeld zijn aan zorg. Figuur 1 Onderwerp van het onderzoek is Wonen

Nadere informatie

MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE WIJCHEN. Wonen met zorg

MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE WIJCHEN. Wonen met zorg MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE WIJCHEN Wonen met zorg Onder Wonen met zorg wordt verstaan: woonvormen die gekoppeld zijn aan zorg. Figuur 1 Onderwerp van het onderzoek is Wonen met

Nadere informatie

PROVINCIE GELDERLAND Provincie Gelderland. samengesteld door. Ruimte voor zorg bv

PROVINCIE GELDERLAND Provincie Gelderland. samengesteld door. Ruimte voor zorg bv MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE BRONCKHORST FACTSHEET voor Provincie Gelderland samengesteld door Henk Nouws (Ruimte voor zorg), Claasje Reijers (Procesmakers), Anne Reijers, Geesje

Nadere informatie

MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE LOCHEM. Wonen met zorg

MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE LOCHEM. Wonen met zorg MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE LOCHEM Wonen met zorg Onder Wonen met zorg wordt verstaan: woonvormen die gekoppeld zijn aan zorg. Figuur 1 Onderwerp van het onderzoek is Wonen met

Nadere informatie

MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE BARNEVELD. Wonen met zorg

MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE BARNEVELD. Wonen met zorg MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE BARNEVELD Wonen met zorg Onder Wonen met zorg wordt verstaan: woonvormen die gekoppeld zijn aan zorg. Figuur 1 Onderwerp van het onderzoek is Wonen

Nadere informatie

MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE AALTEN. Wonen met zorg

MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE AALTEN. Wonen met zorg MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE AALTEN Wonen met zorg Onder Wonen met zorg wordt verstaan: woonvormen die gekoppeld zijn aan zorg. Figuur 1 Onderwerp van het onderzoek is Wonen met

Nadere informatie

MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE APELDOORN. Wonen met zorg

MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE APELDOORN. Wonen met zorg MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE APELDOORN Wonen met zorg Onder Wonen met zorg wordt verstaan: woonvormen die gekoppeld zijn aan zorg. Figuur 1 Onderwerp van het onderzoek is Wonen

Nadere informatie

MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE BERKELLAND. Wonen met zorg

MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE BERKELLAND. Wonen met zorg MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE BERKELLAND Wonen met zorg Onder Wonen met zorg wordt verstaan: woonvormen die gekoppeld zijn aan zorg. Figuur 1 Onderwerp van het onderzoek is Wonen

Nadere informatie

MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE MONTFERLAND. Wonen met zorg

MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE MONTFERLAND. Wonen met zorg MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE MONTFERLAND Wonen met zorg Onder Wonen met zorg wordt verstaan: woonvormen die gekoppeld zijn aan zorg. Figuur 1 Onderwerp van het onderzoek is Wonen

Nadere informatie

MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE OUDE IJSSELSTREEK. Wonen met zorg

MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE OUDE IJSSELSTREEK. Wonen met zorg MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE OUDE IJSSELSTREEK Wonen met zorg Onder Wonen met zorg wordt verstaan: woonvormen die gekoppeld zijn aan zorg. Figuur 1 Onderwerp van het onderzoek

Nadere informatie

MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE BUREN. Wonen met zorg

MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE BUREN. Wonen met zorg MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 GEMEENTE BUREN Wonen met zorg Onder Wonen met zorg wordt verstaan: woonvormen die gekoppeld zijn aan zorg. Figuur 1 Onderwerp van het onderzoek is Wonen met

Nadere informatie

PROVINCIE GELDERLAND Provincie Gelderland. samengesteld door. Ruimte voor zorg bv

PROVINCIE GELDERLAND Provincie Gelderland. samengesteld door. Ruimte voor zorg bv MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 REGIO STEDENDRIEHOEK FACTSHEET voor Provincie Gelderland samengesteld door Henk Nouws (Ruimte voor zorg), Claasje Reijers (Procesmakers), Anne Reijers, Geesje

Nadere informatie

PROVINCIE GELDERLAND Provincie Gelderland. samengesteld door. Ruimte voor zorg bv

PROVINCIE GELDERLAND Provincie Gelderland. samengesteld door. Ruimte voor zorg bv MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 REGIO NIJMEGEN E.O. FACTSHEET voor Provincie Gelderland samengesteld door Henk Nouws (Ruimte voor zorg), Claasje Reijers (Procesmakers), Anne Reijers, Geesje

Nadere informatie

PROVINCIE GELDERLAND Provincie Gelderland. samengesteld door. Ruimte voor zorg bv

PROVINCIE GELDERLAND Provincie Gelderland. samengesteld door. Ruimte voor zorg bv MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 REGIO NOORD-VELUWE FACTSHEET voor Provincie Gelderland samengesteld door Henk Nouws (Ruimte voor zorg), Claasje Reijers (Procesmakers), Anne Reijers, Geesje

Nadere informatie

PROVINCIE GELDERLAND Provincie Gelderland. samengesteld door. Ruimte voor zorg bv

PROVINCIE GELDERLAND Provincie Gelderland. samengesteld door. Ruimte voor zorg bv MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 REGIO ACHTERHOEK FACTSHEET voor Provincie Gelderland samengesteld door Henk Nouws (Ruimte voor zorg), Claasje Reijers (Procesmakers), Anne Reijers, Geesje Philippi

Nadere informatie

PROVINCIE GELDERLAND Provincie Gelderland. samengesteld door. Ruimte voor zorg bv

PROVINCIE GELDERLAND Provincie Gelderland. samengesteld door. Ruimte voor zorg bv MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2016 REGIO FOODVALLEY FACTSHEET voor Provincie Gelderland samengesteld door Henk Nouws (Ruimte voor zorg), Claasje Reijers (Procesmakers), Anne Reijers, Geesje Philippi

Nadere informatie

Welkom! 28 september 2017, DROOM!, Elst (Gld)

Welkom! 28 september 2017, DROOM!, Elst (Gld) Welkom! 28 september 2017, DROOM!, Elst (Gld) Wonen-zorg in de regio Arnhem en Nijmegen Omgaan met prognoses in een dynamische werkelijkheid Monitor Wonen-Zorg 2016 Provincie Gelderland www.ruimtevoorzorg.nl

Nadere informatie

PROVINCIE GELDERLAND Provincie Gelderland. Henk Nouws, Claasje Reijers. Ruimte voor zorg bv

PROVINCIE GELDERLAND Provincie Gelderland. Henk Nouws, Claasje Reijers. Ruimte voor zorg bv MONITOR WONEN-ZORG PROVINCIE GELDERLAND 2013 SA M ENVATTING voor Provincie Gelderland auteur Henk Nouws, Claasje Reijers Ruimte voor zorg bv Research en advies in wonen en zorg Postbus 2038, 3800 CA AMERSFOORT

Nadere informatie

Beleidskader wonen met zorg gemeente Winterswijk

Beleidskader wonen met zorg gemeente Winterswijk Beleidskader wonen met zorg gemeente Winterswijk 2017-2019 Gemeente Winterswijk / G. Rauwerdink en G. Beunk / September 2017 1 Inhoudsopgave 1. INLEIDING 3 1.1 Doel van het beleidskader 3 1.2 Leeswijzer

Nadere informatie

Beleidskader Wonen met Zorg

Beleidskader Wonen met Zorg Beleidskader Wonen met Zorg 2017-2019 Wat is wonen met zorg? Wonen met zorg betreft het traditionele verblijf als de tussenvorm Woonzorg en Wonen met Bescherming. (aanwezigheid 24-uurs zorg) Gaat dus niet

Nadere informatie

FACTSHEET GEMEENTE AALTEN

FACTSHEET GEMEENTE AALTEN MO N ITOR WONEN-ZORG P ROVINCIE GE LDERLAND 2013 FACTSHEET GEMEENTE AALTEN voor Provincie Gelderland auteur Henk Nouws, Claasje Reijers Ruimte voor zorg Research en advies in wonen en zorg Postbus 2038,

Nadere informatie

ZO Brabant (Kempen) WMO-subregio: Rapportage Zorg op de kaart per WMO-subregio Inclusief scenario s. Datum 3 november 2014

ZO Brabant (Kempen) WMO-subregio: Rapportage Zorg op de kaart per WMO-subregio Inclusief scenario s. Datum 3 november 2014 WMO-subregio: ZO Brabant (Kempen) Rapportage Zorg op de kaart per WMO-subregio Inclusief scenario s 1/9 De effecten van langer thuis wonen in de V&V 1. De komende jaren (2014-2020) krijgen instellingen

Nadere informatie

Gooi- en Vechtstreek. WMO-subregio: Rapportage Zorg op de kaart per WMO-subregio Inclusief scenario s. Datum 3 november 2014

Gooi- en Vechtstreek. WMO-subregio: Rapportage Zorg op de kaart per WMO-subregio Inclusief scenario s. Datum 3 november 2014 WMO-subregio: Gooi- en Vechtstreek Rapportage Zorg op de kaart per WMO-subregio Inclusief scenario s 1/9 De effecten van langer thuis wonen in de V&V 1. De komende jaren (2014-2020) krijgen instellingen

Nadere informatie

Regionale marktanalyse Wlz

Regionale marktanalyse Wlz Regionale marktanalyse 2017-2018 Wlz Zorgkantoren Amstelland en de Meerlanden en Zuid-Holland Noord Inleiding Voor u ligt de marktanalyse voor de zorgkantoorregio s Amstelland en de Meerlanden en Zuid-Holland

Nadere informatie

CIZ-indicaties als basis voor de prognose

CIZ-indicaties als basis voor de prognose 1 CIZ-indicaties als basis voor de prognose Onze prognose van de ontwikkeling van de vraag naar zorg met verblijf is gebaseerd op indicatiecijfers van het CIZ, de verdeling van de zorgconsumptie over verschillende

Nadere informatie

FACTSHEET GEMEENTE APELDOORN

FACTSHEET GEMEENTE APELDOORN MO N ITOR WONEN-ZORG P ROVINCIE GE LDERLAND 2013 FACTSHEET GEMEENTE APELDOORN voor Provincie Gelderland auteur Henk Nouws, Claasje Reijers Ruimte voor zorg Research en advies in wonen en zorg Postbus 2038,

Nadere informatie

FACTSHEET GEMEENTE ZEVENAAR

FACTSHEET GEMEENTE ZEVENAAR MO N ITOR WONEN-ZORG P ROVINCIE GE LDERLAND 2013 FACTSHEET GEMEENTE ZEVENAAR voor Provincie Gelderland auteur Henk Nouws, Claasje Reijers Ruimte voor zorg Research en advies in wonen en zorg Postbus 2038,

Nadere informatie

Zorg en Ondersteuning aan mensen met een verstandelijke beperking. Wat verandert er in de zorg in 2015

Zorg en Ondersteuning aan mensen met een verstandelijke beperking. Wat verandert er in de zorg in 2015 Zorg en Ondersteuning aan mensen met een verstandelijke beperking Wat verandert er in de zorg in 2015 De zorg in beweging Wat verandert er in 2015? In 2015 verandert er veel in de zorg. Via een aantal

Nadere informatie

BREEK VERZORGINGSHUIZEN

BREEK VERZORGINGSHUIZEN BREEK VERZORGINGSHUIZEN NIET AF ST ERK GROEIENDE V RAAG NAAR INTENSIEVE ZORG VRAAGT OM BE- H O UD VASTGOED Auteur Henk Nouws Ruimte voor zorg bv Research en advies in wonen en zorg Postbus 2038, 3800 CA

Nadere informatie

Aantal cliënten per stelsel nu en. Straks 18.400. Figuur 1 - Aantal cliënten (18-) naar huidig en toekomstig stelsel

Aantal cliënten per stelsel nu en. Straks 18.400. Figuur 1 - Aantal cliënten (18-) naar huidig en toekomstig stelsel Gehandicaptenzorg van AWBZ naar Jeugdwet Vanaf 2015 worden gemeenten verantwoordelijk voor de volledige jeugdzorg. Vanuit verschillende domeinen wordt dan de zorg voor kinderen en jongeren onder de 18

Nadere informatie

AWBZ en Wlz: een vergelijking

AWBZ en Wlz: een vergelijking Trends in de indicatiestelling AWBZ en Wlz: een vergelijking Inleiding In deze factsheet presenteren we de meest opvallende trends in de indicatiebesluiten en in de aanspraak op zorg bij cliënten van 18

Nadere informatie

Behandeld door Telefoonnummer adres Kenmerk l / Ervaringen invoering Wlz 16 september 2015

Behandeld door Telefoonnummer  adres Kenmerk l / Ervaringen invoering Wlz 16 september 2015 Aan alle Wlz-uitvoerders Newtonlaan 1-41 3584 BX Utrecht Postbus 3017 3502 GA Utrecht T 030 296 81 11 F 030 296 82 96 E info@nza.nl I www.nza.nl Behandeld door Telefoonnummer E-mailadres l Onderwerp Datum

Nadere informatie

BELEIDSREGEL CA-300-536. Volledig Pakket Thuis. Bijlage 12 bij circulaire AWBZ/Care/12/07c

BELEIDSREGEL CA-300-536. Volledig Pakket Thuis. Bijlage 12 bij circulaire AWBZ/Care/12/07c Bijlage 12 bij circulaire AWBZ/Care/12/07c BELEIDSREGEL Volledig Pakket Thuis Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

1. Alle dagbesteding inclusief vervoer gaat naar de gemeente (Wmo en Jeugdwet). Ook de dagbesteding van cliënten met een hoog zzp.

1. Alle dagbesteding inclusief vervoer gaat naar de gemeente (Wmo en Jeugdwet). Ook de dagbesteding van cliënten met een hoog zzp. 17 misverstanden over de Wet langdurige zorg (Wlz) Per 1 januari 2015 komt de Wet langdurige zorg (Wlz) in de plaats van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). De Wlz is van toepassing op cliënten

Nadere informatie

De Verpleging en verzorging in beweging; ontwikkelingen in wonen, welzijn en zorg

De Verpleging en verzorging in beweging; ontwikkelingen in wonen, welzijn en zorg De Verpleging en verzorging in beweging; ontwikkelingen in wonen, welzijn en zorg Grande conference 2014 Henri Plagge, arts M&G MCM Voorzitter Raad van Bestuur De Zorgboog Zorgboog Voor alle generaties;

Nadere informatie

Wonen met Zorg in de anticipeerregio s

Wonen met Zorg in de anticipeerregio s Wonen met Zorg in de anticipeerregio s Inleiding In de komende decennia zal de bevolkingssamenstelling veranderen en zal het aandeel ouderen in de bevolking toenemen. Indien nu al bekend is hoeveel ouderen

Nadere informatie

Raadsledendag 20 september

Raadsledendag 20 september Raadsledendag 20 september Wet langdurige zorg & Zorgverzekeringswet Marlies Kamp Manon Jansen Programmamanagement HLZ 3 Presentatie 1. Wet langdurige zorg 2. Zorgverzekeringswet 3. Implementatie 4. Communicatie

Nadere informatie

Strategisch samenwerken wonen, welzijn, zorg Tympaan 30 september

Strategisch samenwerken wonen, welzijn, zorg Tympaan 30 september Strategisch samenwerken wonen, welzijn, zorg Tympaan 30 september Workshop Gebiedsgerichte aanpak Context samenwerking wonen welzijn zorg 1. Dubbele vergrijzing: 75-plus verdubbelt, elke week een weekend

Nadere informatie

Ik krijg nu AWBZ-zorg. Wat krijg ik in 2015?

Ik krijg nu AWBZ-zorg. Wat krijg ik in 2015? Factsheet Ik krijg nu AWBZ-zorg. Wat krijg ik in 2015? De overheid gaat de langdurige zorg anders organiseren. Hoe is de overgang van de ene wet naar de andere geregeld? Vanaf 1 januari 2015 verandert

Nadere informatie

Gebruik van de tabel pgb-zzp 2017

Gebruik van de tabel pgb-zzp 2017 Gebruik van de tabel pgb-zzp 2017 Regelt u uw zorg helemaal met een pgb en maakt u geen gebruik van zorg in natura, dan is alleen het pgb-bedrag per jaar en week belangrijk. De toeslag huishoudelijke hulp

Nadere informatie

Rapportage Impactmonitor begeleiding

Rapportage Impactmonitor begeleiding Rapportage Impactmonitor begeleiding Valkenswaard, Heeze-Leende en Cranendonck Enschede, 31 januari 2012 SS/12/259/ova2 drs. Sylvia Schutte Inhoudsopgave Inleiding... 3 1. Aantal cliënten met begeleiding...

Nadere informatie

BELEIDSREGEL CA-300-523. Volledig Pakket Thuis

BELEIDSREGEL CA-300-523. Volledig Pakket Thuis BELEIDSREGEL Volledig Pakket Thuis Op grond van artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels vast

Nadere informatie

Langer thuis wonen Geestelijke gezondheidszorg en gehandicaptenzorg regio s-hertogenbosch. Afdeling O&S Gemeente s-hertogenbosch

Langer thuis wonen Geestelijke gezondheidszorg en gehandicaptenzorg regio s-hertogenbosch. Afdeling O&S Gemeente s-hertogenbosch Langer thuis wonen Geestelijke gezondheidszorg en gehandicaptenzorg regio s-hertogenbosch Afdeling O&S Gemeente s-hertogenbosch Afdeling Onderzoek & Statistiek November 2014 Samenvatting De landelijke

Nadere informatie

Ik krijg nu AWBZ-zorg. Wat krijg ik in 2015?

Ik krijg nu AWBZ-zorg. Wat krijg ik in 2015? Factsheet Ik krijg nu AWBZ-zorg. Wat krijg ik in 2015? De overheid gaat de langdurige zorg anders organiseren. Hoe is de overgang van de ene wet naar de andere geregeld? Vanaf 1 januari 2015 verandert

Nadere informatie

BELEIDSREGEL CA-300-583. Volledig Pakket Thuis. Bijlage 12 bij circulaire CARE/AWBZ/13/05c

BELEIDSREGEL CA-300-583. Volledig Pakket Thuis. Bijlage 12 bij circulaire CARE/AWBZ/13/05c Bijlage 12 bij circulaire CARE/AWBZ/13/05c BELEIDSREGEL Volledig Pakket Thuis Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

Memo Wonen en Zorg Scholeneiland Bunnik Inleiding

Memo Wonen en Zorg Scholeneiland Bunnik Inleiding Memo Wonen en Zorg Scholeneiland Bunnik 16-9-2016 1. Inleiding De gemeente heeft op het Scholeneiland Bunnik een locatie beschikbaar voor zorgwoningen 1, voor de doelgroep dementerende ouderen. Een eerste

Nadere informatie

Bijlage A Marktanalyse Gehandicaptenzorg

Bijlage A Marktanalyse Gehandicaptenzorg Bijlage A Marktanalyse Gehandicaptenzorg Menzis Marktanalyse Sectoraal Inkoopplan AWBZ 215 GZ 1.5 1 Marktanalyse Gehandicaptenzorg In dit document wordt de intramurale Gehandicaptenzorg (GZ) kwantitatief

Nadere informatie

B i j l a g e 1 : T o e l i c h t i n g n u t e n n o o d - z a a k v a n e e n k l e i n s c h a l i g w o o n - z o r g c o m p l e x

B i j l a g e 1 : T o e l i c h t i n g n u t e n n o o d - z a a k v a n e e n k l e i n s c h a l i g w o o n - z o r g c o m p l e x B i j l a g e 1 : T o e l i c h t i n g n u t e n n o o d - z a a k v a n e e n k l e i n s c h a l i g w o o n - z o r g c o m p l e x Toelichting bij nut en noodzaak van het realiseren van een kleinschalig

Nadere informatie

Figuur 1. Aantal cliënten naar huidig en toekomstig stelsel. Aantal cliënten per stelsel nu en straks. AWBZ Wmo jeugdwet overig

Figuur 1. Aantal cliënten naar huidig en toekomstig stelsel. Aantal cliënten per stelsel nu en straks. AWBZ Wmo jeugdwet overig Gehandicaptenzorg van AWBZ naar Wmo Inleiding Per 2015 vervalt de aanspraak op extramurale begeleiding, dagbesteding, kortdurend verblijf en persoonlijke verzorging uit de AWBZ. De cliënten vanaf 18 jaar

Nadere informatie