Beleidsplan Wijkgemeente II van de Hervormde Gemeente te Kampen behorend tot de Protestantse Kerk in Nederland. Periode

Transcriptie

1 Beleidsplan Wijkgemeente II van de Hervormde Gemeente te Kampen behorend tot de Protestantse Kerk in Nederland Periode

2 INHOUDSOPGAVE Inleiding blz Uitgangspunten blz visie op de gemeente blz roeping van de gemeente blz kerkenraad en gemeente blz prediking blz pastoraat blz catechese blz jeugd- en jongerenwerk blz apostolaat blz positiekeuze bij het ontstaan van de PKN blz Toespitsing naar wijkgemeente II blz vooraf blz beleid vanuit de gemeenschap / het pastoraat blz beleid vanuit het dienstbetoon / het diaconaat blz beleid vanuit het getuigenis / het apostolaat blz beleid met betrekking tot het jeugd- en jongerenwerk blz beleid met betrekking tot communicatie blz

3 Beleidsplan Wijk II van de Hervormde Gemeente te Kampen behorend tot de Protestantse Kerk in Nederland INLEIDING Het onderwerp beleidsplan roept bij kerkmensen vaak gemengde reacties op. Een kerkelijke gemeente is toch iets anders dan een bedrijf, waar zo n plan vaak het laatste woord heeft? Dat het maken van een beleidsplan een voorschrift uit de kerkorde is, maakt het er bij sommigen al niet veel beter op Maar wat is beleid eigenlijk? Beleid is weldoordacht handelen om een bepaald doel te bereiken. Niets meer, maar ook niets minder. Zodoende valt te verdedigen dat mannen als Mozes, Nehemia en Paulus zich in de tijd van de Bijbel ook al met beleid bezig hielden. Immers, ieder van hen ging verstandig en met overleg te werk om een bepaald doel te behalen. In de Heilige Schrift ontmoeten we de Heere ook Zelf als een God van orde. Een beleidsplan heeft in de kerk niet het eerste of het laatste woord. Dat heeft de Bijbel, Gods onfeilbaar Woord. De bestaansreden en het bestaansrecht van onze gemeente ligt in God, Die Zijn kerk vergadert, voedt, beschermt en onderhoudt. Ondertussen gebruiken we het beleidsplan als middel tot sturing en tot opbouw van de gemeente. Het stuk dat voor u ligt, wil voortbouwen op het beleidsplan dat in 2004 voor wijk II van de Hervormde Gemeente van Kampen is vastgesteld. De volgende bladzijden geven niet alleen een overzicht van de huidige visie en situatie, maar ook van verschillende beleidsvoornemens. In het eerste deel worden algemene uitgangspunten geformuleerd. In het tweede deel vindt een toespitsing van deze visie plaats naar onze wijkgemeente en volgen de uitwerkingen van verschillende beleidsvoornemens. Daar is te zien dat deze voornemens zich vooral richten op diverse aspecten van het pastoraat, onder het voorbehoud van Jacobus 4:15. Moge de Heere in Zijn genade de kracht geven om het voorgenomen beleid gestalte te geven tot opbouw en instandhouding van Zijn Gemeente hier ter plaatse. Vastgesteld in de kerkenraadsvergadering van 10 november Ds. J. Harteman, preses M. Selles, scriba - 3 -

4 1. UITGANGSPUNTEN 1.1 Visie op de gemeente Wij belijden dat wijk II van de Hervormde Gemeente te Kampen in haar oorsprong een werk van de Heere is. Zij is plaatselijke openbaring van het Lichaam van Christus. De getrouwe God en Vader van de Heere Jezus Christus heeft in de Bovenkerk door de eeuwen heen, door de prediking van het Woord en door de werking van Zijn Geest, mensen geroepen uit de duisternis tot Zijn wonderbaar licht. Daarom is de gemeente geen werk van mensen: zij is gemeente des Heeren. Niet voor niets spreekt bijvoorbeeld de apostel Paulus de gemeente van Korinthe aan in 1 Kor. 1:2 als gemeente Gods. Maar de gemeente is nog niet tot haar einddoel en volmaaktheid gekomen. Zij is gemeente onderweg. Het Fundament is gelegd in het werk van onze gekruisigde en opgestane Christus. In de bediening van het Woord en de Sacramenten wordt de gemeente door het werk van de Heilige Geest op dat Fundament gebouwd. De voltooiing van het bouwwerk zal zijn in de voleinding der tijden. Daarom is er ook het verlangen naar de wederkomst van Christus, want dan zal de bouw van de gemeente voltooid zijn. Ondertussen is de gemeente gemeente in wording'. Daarom staat de gemeente altijd onder het appèl van geloof en bekering. De roep tot geloof en bekering mag niet verstommen, juist omdat de Heere Zijn verbond met ons heeft opgericht. Dit betekent dat de prediking en de opbouw van de gemeente steeds doortrokken moet zijn van de oproep om tot geloof in Christus te komen en om de weg van bekering en heiliging te gaan in navolging van haar Heiland. Bij dat alles weten we ons als gemeente van Jezus Christus onopgeefbaar verbonden met Israël, Gods uitverkoren volk. We erkennen dat de kerk geworteld is in het Jodendom en delen met hen de verwachting van het Koninkrijk van God. Daarbij letten we op de weg die God met Israël gaat. 1.2 Roeping van de gemeente In hoofdlijnen weten wij ons als christelijke gemeente geroepen tot drie Bijbelse taken. Deze worden samengevat in de woorden 'gemeenschap', 'dienstbetoon' en getuigenis. Ze kunnen ook worden weergegeven met de woorden: pastoraat, diaconaat en apostolaat. Deze drievoudige roeping komt tot de gehele gemeente. a. Gemeenschap / pastoraat De gemeente is geroepen om door het geloof gemeenschap te hebben met God en met elkaar. Dit aspect van het gemeente-zijn krijgt op vele manieren gestalte: bijvoorbeeld in de eredienst van de gemeente, op gemeenteavonden, op Bijbelkringen, tijdens gebedsbijeenkomsten en bij huisbezoeken. (Mat. 18:19-20; Hand. 2:42,44; 4:32; 1 Kor. 12:26; 2 Kor. 13:13; 1 Joh. 1:3-7). b. Dienstbetoon / diaconaat De gemeente heeft haar bestaan te danken aan Christus' dienst aan ons. Hij diende ons met het offer van Zijn leven. De gemeente is daarom geroepen om, levend uit die liefde, ook zelf dienstbaar te zijn aan elkaar en aan de wereld. Dit wordt concreet op tal van terreinen: bijvoorbeeld in spontane onderlinge hulp, bij georganiseerde hulpverlening, bij zieken- en ouderenzorg en bij hulp aan mensen wereldwijd. (Mat. 25:31-46; Luc. 10:25-37; Joh. 15:9-17; 2 Kor. 8 en 9; Gal. 6:10; Heb. 13:3)

5 c. Getuigenis / apostolaat De gemeente is geroepen om, luisterend naar het Woord van God, het goede nieuws van Gods liefde in Christus Jezus door te geven aan alle mensen. Dit luisteren en doorgeven gebeurt op vele manieren: bijvoorbeeld bij kringwerk, tijdens cursussen, in zending en evangelisatie en door het spontane getuigenis van gelovigen. (Mat. 28:18-20; Mar. 16:15; Luc. 24:47; Joh. 15:26-27; 20:21-23; Hand. 1:8; 1 Petr. 2:9). We streven naar een missionaire gemeente in al haar geledingen. 1.3 Kerkenraad en gemeente a. Ambtsdragers In de gereformeerde traditie gaat de instelling van het ambt terug op de bemoeienis van God met ons. Hij vraagt naar ons. Hij ziet in Zijn Woord door middel van de prediking van het Evangelie keer op keer naar ons om. Zo stelt God Zich in Christus in de ambten tegenover de gemeente en wil Hij door middel van ambtsdragers voor Zijn gemeente een Herder zijn om het verlorene te zoeken. Christus regeert Zijn gemeente dus door de dienst van mensen: de ambtsdragers. Deze krijgen in het ambt de opdracht om in de Naam des Heeren, als gezant van Christuswege herderlijke zorg te geven en de gemeente indringend op te roepen om zich met God te laten verzoenen door het bloed van Christus Jezus. Ambtsdragers zijn daardoor Gods medearbeiders. Hierin komt het bijzondere karakter van het ambt naar voren. Het ambt is geen instelling van mensen of een functie in de gemeente, maar Gods zoekende liefde om te behouden. Als kerkenraad en gemeente belijden wij dat tot ambtsdragers van de gemeente door wettige verkiezing geroepen en bevestigd dienen te worden mannenbroeders die: - staan voor de bovengenoemde grondslag van de kerk, - belijdend lid zijn en - vervuld zijn met de Heilige Geest. b. Ambten en gaven in de gemeente Als geheel van de gezamenlijke ambtsdragers heeft de kerkenraad de opdracht dienstbaar te zijn aan de gemeenteleden. Dit kan door hen te stimuleren, toe te rusten en te vermanen vorm te geven aan de gemeente als het Lichaam van Christus. Ambtsdragers verheffen zich niet boven de leden van de gemeente, maar staan naast hen en gaan hen voor in dienende liefde. Nadrukkelijk geldt dat alle gelovigen (man of vrouw) in Christus één zijn. Dit betekent niet dat allen gelijksoortig of identiek zijn, maar wel gelijkwaardig in het ambt aller gelovigen. In principe zal de gemeente de aan haar leden geschonken gaven daarom zonder onderscheid tussen mannen en vrouwen benutten (alhoewel hierbij natuurlijk bijvoorbeeld wel gelet zal kunnen worden op specifieke situaties). Een en ander ligt anders als het gaat om de leden van de kerkenraad (zie hierboven). Elk gemeentelid dient de hem of haar geschonken gaven met vreugde te gebruiken tot opbouw van de gemeente (Ef. 4, Heidelbergse Catechismus zondag 21). De ambten helpen die gaven te ontdekken en hebben daarbij een stimulerende, regulerende en coördinerende functie. Het ambt appelleert permanent tot de dienst waartoe ieder is geroepen. Ook wekt het de gemeente op om haar zendingsopdracht te verstaan met het oog op 'hen die buiten zijn' (Kol. 4)

6 1.4 Prediking In de erediensten klopt het hart van de gemeente, waarbij het om twee wezenlijke elementen gaat: - bediening van het Woord en van de Sacramenten, waarin Gods liefde voor de gemeente tot uiting komt; - plaats van ontmoeting, waarin de omgang met God en met elkaar gestalte krijgt. Onze eredienst is voluit dienst van het Woord, omdat de God van het verbond Zich in Zijn Woord heeft geopenbaard en ons in de prediking aanspreekt. Uitleg en toepassing in de prediking zijn onlosmakelijk aan elkaar verbonden. Het thema van zonde en genade, als ook de oproep tot geloof en bekering en de evenwichtige samenhang tussen rechtvaardiging en heiliging, vormen een wezenlijk onderdeel van de prediking. De prediking zoekt intensief en gewetensvol naar de mogelijkheden om met het Woord van God in deze tijd te staan. Daarbij is de vertolking van Schrift en belijdenis van groot belang. In de diensten op zondagmiddag wordt de gemeente met grote regelmatig geoefend in de leer van het belijden van het geloof door middel van leerdiensten. Hierbij is de Heidelbergse Catechismus uitgangspunt, maar kunnen ook de andere belijdenisgeschriften worden gehanteerd. Naast de zondagse diensten is belangrijk dat de gemeente door de week vorming en toerusting krijgt. Daarin krijgt zij aangereikt hoe in het leven van alle dag het geloof, in gehoorzaamheid aan de Heere, handen en voeten krijgt. Vorming en toerusting zijn broodnodig om te weten hoe wij als christen kunnen leven in deze tijd. Een belangrijk aspect daarbij is dat de gemeente leert om in onze tijd verantwoording af te leggen van de christelijke hoop. Onze gemeente bevindt zich in een verstedelijkte situatie waarin velen vervreemd zijn van het Evangelie. Dat is niet alleen maar een bedreiging, maar ook een oproep tot getuigenis. 1.5 Pastoraat De gemeente is een gemeenschap van onderlinge zorg vanuit de liefde van Christus. Hierin heeft elke gelovige zijn taak te vervullen (het zogenoemde ambt aller gelovigen ). Daarnaast wordt door middel van het gestructureerde pastoraat (huisbezoek door de kerkenraad) de band met de gemeente versterkt en de kerkgang bevorderd. Vanuit het Woord is er troost in verdriet, vermaning over zonde en mag er leiding gegeven worden bij vragen en spanningen. Van groot belang is dat de gemeente een plek van zorg en liefde is, opdat in de gebrokenheid van dit leven het heil van de Heere gevonden wordt. Daarom is er in de gemeente naast de pastorale zorg door ambtsdragers ook een pastoraal team van toegeruste gemeenteleden werkzaam, die daartoe een specifieke opleiding hebben afgerond (namelijk die van pastorale vertrouwenspersoon). Overigens kan pastorale zorg ook tot uiting komen bij vreugdevolle momenten, zoals bij geboorte, jubileum en huwelijk. 1.6 Catechese De verantwoordelijkheid voor de catechese berust, overeenkomstig het antwoord op de derde doopvraag, bij de gemeente. Ook uit Ordinantie 9 artikel 3 van de kerkorde blijkt dat de kerk de opdracht heeft mee te werken aan de vorming van de jeugd. De overdracht van de bijbel- en geloofskennis dient in eerste instantie binnen de gezinnen plaats te vinden. Geloofsopvoeding betekent dat wij onder biddend opzien kinderen leren gelovige volwassenen te worden. Daarbij beseffen we dat alleen de Heere geloof kan geven. Toch wil Hij door middel van de opvoeding werken in de lijn van de geslachten in de trouw aan Zijn verbond. Het behoort tot de primaire verantwoordelijkheden van de ouders dat de kinderen voldoende geloofskennis opdoen

7 De gemeente ondersteunt ouders bij de geloofsopvoeding van de kinderen, onder andere door middel van de catechese. De catechese staat in het kader van het verbond. Het is één van de leermiddelen om mensen er toe te brengen het verbond met God te beantwoorden. Daarnaast moet duidelijk zijn dat de hele gemeente een lerende gemeente is. Leren, vertrouwen en doen zijn belangrijk in de overdracht op de catechese. Daarom kan catechese niet alleen beperkt blijven tot kennisoverdracht, maar moet ook het gevoel en de wil van de jongeren worden aangesproken. Het gaat dus om leren (cognitief), om overdracht (affectief) en om verwerking (actief). Uitgaande van de kinderdoop wil de catechese mensen brengen tot een persoonlijke aanvaarding van Gods verbondsbeloften in het afleggen van persoonlijke geloofsbelijdenis. Catechese is er op gericht dat de catechisant eenmaal als belijdend lid in gehoorzaamheid aan Gods geboden en levend uit Zijn beloften de Heere zal volgen. 1.7 Jeugd- en jongerenwerk Kinderen zijn geboren op het erf van het verbond. Als teken en zegel van dat verbond zijn ze gedoopt. Ze horen er van meet af aan bij en niet pas wanneer ze bijvoorbeeld achttien jaar geworden zijn of wanneer ze belijdenis gedaan hebben. Kinderen en jongeren horen er ook bij als de gemeente op zondag samenkomt. Op grond van hun doop mogen en moeten zij aangesproken worden. Daarom willen wij als gemeente hen bijzondere aandacht geven, omdat de Heere dat wil. 1.8 Apostolaat De Heere heeft ons als gemeente door Zijn Woord en Geest bewogen. Daarom zijn we als gemeente ook bewogen over degenen die de Heere nog niet kennen. Zo zoekt de gemeente er met verlangen naar om een instrument te zijn in Gods hand om ook anderen tot gemeenschap met Christus te roepen, en geven we gehoor aan de opdracht van de Heere Jezus in Hand. 1: 8. Het gaat in de gemeente om twee hoofdlijnen. Als eerste belijden we dat de gemeente van de Heere is. Wij mogen in de gemeente bij de Heere veilig zijn. Hier wil Hij wonen en werken. Hier ( binnen ) toont Hij ons de liefdevolle tekenen van Zijn genade. Maar de gemeente is ook geroepen om er voor anderen te zijn die nu aan de rand van de gemeente of buiten de gemeente verkeren. Wij zoeken hen te winnen voor Christus. Wat wij in Hem gevonden hebben, dat willen we ook naar anderen ( buiten ) toe brengen. Getuigen en verkondigen is de opdracht die de Heere ons geeft: in woord en daad. Het betekent dat de gemeente ánders behoort te zijn. Zullen wij als gemeente werkelijk een zoutend zout in de samenleving zijn, dan moeten wij vanuit het heil van Christus leven en op Zijn weg gaan. Gebrek aan werfkracht in de gemeente is vaak terug te voeren op oppervlakkig geloof of een gebrekkig functionerend geloofsleven. Dat zal ons tot grotere inspanning moeten brengen om de gemeente te onderwijzen. 1.9 Positiekeuze bij het ontstaan van de PKN Bij het ontstaan van de Protestantse Kerk in Nederland wisten we ons als kerkenraad van wijkgemeente II op een weg gebracht die wij niet hebben begeerd en waarover wij in het geweten bezwaard zijn. Wij erkennen dat wij delen in de schuld van onze kerk. Wij zijn echter verschuldigd binnen de kerk trouw te zijn aan Jezus Christus Die ons geroepen heeft. Gods Woord zal de bron en norm zijn en blijven voor de inrichting van ons gemeentelijk leven. Wij mogen geloven en bidden dat de Heere met Zijn verbond doorgaat. God Zelf houdt Zijn kerk in stand

8 Volgens de nieuwe kerkorde hebben gemeenten het recht hun verbondenheid aan de gereformeerde traditie uitdrukkelijk te belijden en te beleven. In alle duidelijkheid hebben wij op 13 november 2003 aangegeven wat onze identiteit is: - wij weten ons gebonden aan de gereformeerde belijdenis. Met Gods hulp zullen wij weerspreken en weren al wat met dit belijden in strijd is; - wij zijn en blijven een Hervormde Gemeente; - de verkiezing van een predikant zal door de kerkenraad geschieden; - alleen belijdende leden van de gemeente zullen toegang hebben tot het Heilig Avondmaal; - alleen mannelijke belijdende leden van de gemeente zullen verkozen kunnen worden tot ambtsdrager en alleen belijdende leden van de gemeente mogen aan de verkiezing van ambtsdragers deelnemen; - alleen het huwelijk tussen man en vrouw zal in een kerkdienst worden ingezegend. Andere levensverbintenissen dan dit huwelijk zullen niet worden gezegend of geregistreerd

9 2. TOESPITSING NAAR WIJKGEMEENTE II 2.1 Vooraf De Hervormde Gemeente Kampen bestaat uit vijf wijken met elk een eigen predikantsplaats. Twee wijken behoren tot de modaliteit van de Gereformeerde Bond. Een daarvan is wijk II. Afgevaardigden van de verschillende wijkkerkenraden, waaronder wijk II, vormen samen de Algemene Kerkenraad die de belangen behartigt van de gehele Hervormde Gemeente. Alhoewel de predikant van wijk II behoort tot de richting van de Gereformeerde Bond, bestaat de kerkenraad uit twee modaliteiten (namelijk uit broeders die zich tot de richting van de Gereformeerde Bond rekenen en uit broeders van de Confessionele richting). De wijkgemeente komt voor haar erediensten samen in de Bovenkerk. Tijdens de morgendiensten, maar ook voor door-de-weekse activiteiten, kan gebruik gemaakt worden van gebouw Rehoboth. Daarnaast staan verschillende andere locaties ter beschikking voor vergaderingen, catechese, ed. Het beheer over alle stoffelijke aangelegenheden van de wijkgemeente - voorzover niet van diaconale aard - is volgens de kerkorde toevertrouwd aan het college van kerkrentmeesters. Dit college is in Hervormd Kampen op centraal niveau vormgegeven. Vanuit de kerkenraad van wijk II zijn 2 ouderlingen-kerkrentmeester en 1 kerkrentmeester afgevaardigd. Zij zetten zich onder meer in voor het werven van fondsen voor het beheer van de Bovenkerk. Anders gezegd: alhoewel zij geen ambtelijk pastoraat bedrijven, zijn ze - samen met de andere ouderlingen-kerkrentmeester en de kerkrentmeesters uit de overige wijken - belast met de materiële, financiële en personele zaken die samenhangen met of voortkomen uit de pastorale en apostolaire zorg van onze wijkgemeente. Geïnitieerd vanuit de Commissie Structuur& Beleid geadviseerde Algemene Kerkenraad wordt op dit moment door de verschillende wijken van de Hervormde Gemeente Kampen nagedacht over het (verder) vormgeven van de eigen identiteit door middel van het proces Eenheid in verscheidenheid. Mede hierdoor is binnen onze kerkenraad nadrukkelijk gesproken over het eigene van wijk II en het vormgeven daarvan in de komende tijd. 2.2 Beleid vanuit de gemeenschap / het pastoraat Pastoraat kent verschillende verschijningsvormen. Zo is de gemeente een gemeenschap van onderlinge zorg vanuit de liefde van Christus die concreet gestalte krijgt in het zogenoemde ambt aller gelovigen. Daarnaast is er het gestructureerde pastoraat in de vorm van huisbezoek door de kerkenraad. Ook wordt crisispastoraat beoefend door predikant, ambtsdragers en pastorale vertrouwenspersonen. Telkens geldt dat pastorale zorg zo omvattend en veelkleurig is als het leven van de mens zelf, met zijn hoogten en diepten. Naar haar of hem zien we om, met een liefdevol oog en open oor, in de gezindheid en in het spoor van Jezus Christus. Als een levende verwijzing naar Hem. De kerkenraad heeft uitgebreid nagedacht over zijn visie op pastoraat. De samenvatting van deze gesprekken is hieronder weergegeven als 16 korte beschrijvingen. Samen geven ze 16 aspecten weer van het grotere totaalbeeld: de gewenste situatie. 1. Pastoraat begint bij prediking. Hierbij zijn de frequentie en de locatie van belang. Met andere woorden: de wijkpredikant zo veel als mogelijk in de eigen wijkkerk laten preken. Dit sluit ook aan bij het advies van de AK en leidt tot herkenbaarheid. Hierdoor leert de predikant - 9 -

10 de wijk kennen; het bezoekwerk van de predikant richt zich immers voornamelijk op crisispastoraat. Idealiter zou de eigen wijkpredikant minimaal 80% van zijn preekbeurten in de Bovenkerk moeten vervullen. 2. De prediking heeft een koppeling met het huisbezoek. Daarin probeert de ouderling zich een beeld te vormen van de groei van het persoonlijk geloofsleven. In zo n ontmoeting staat de ambtsdrager niet boven, maar naast het gemeentelid om samen te spreken over de vrucht op en de betekenis van de prediking voor het leven van elke dag. Daarnaast is het huisbezoek ook van belang omdat het mensen de gelegenheid geeft te spreken over hun verwachtingen en zorgen ten aanzien van de kerk en de lokale gemeente. Ook heeft het zijn waarde in de informatievoorziening en geeft het de mogelijkheid om met mensen te spreken over hun specifieke gaven en hoe ze die in de gemeente kunnen gebruiken. Huisbezoeken zouden vaker dan 1x per 2 jaar moeten plaatsvinden (als dat nu al wordt gerealiseerd) en op basis van gezamenlijk gedragen uniforme aanpak (zie ook punt 5, standpunt over doop, avondmaal etc). De frequentie moet incidenteel en daar waar nodig tijdelijk worden verhoogd afhankelijk van de vermeende of geuite behoefte van het gemeentelid. 3. Bij het uitnodigen van gastpredikanten moet meer worden gelet op overeenstemming met het profiel /de identiteit van wijk II én op het kunnen aanspreken van de jeugd (bewogen, authentiek). 4. Ouderlingen moeten geestelijk onderlegd zijn; zij moeten gunnend zijn en zich kunnen inleven. Daarnaast moeten zij (enigszins) van de regels op de hoogte zijn. Nieuwe ambtsdragers dienen als toerusting de basiscursus voor nieuwe ambtsdragers te volgen, ouderlingen volgen ook de basiscursus pastoraat van de PKN. 5. Huisbezoeken horen een bepaalde mate van uniformiteit te hebben. Denk hierbij aan gebed, Bijbellezing, maar ook Bijbelvertaling (= kanselbijbel). Als regel wordt dezelfde vertaling gebruikt als in de kerk. Niettemin staat het de ouderling vrij om aan te sluiten bij dat wat de pastorant gewend is (of wat op dat moment gewenst is). 6. Huisbezoek kan soms best lastig zijn, bijvoorbeeld door bepaalde geestelijke problemen, ziekte of kritiek op de kerk. Daarom wordt tenminste 2x per jaar consistorieberaad gehouden waarin de ouderlingen en de predikant toegerust worden voor het bezoekwerk en hun ervaringen, vreugde en teleurstellingen bespreken en elkaar tot steun kunnen zijn. 7. De ouderling komt voor de hele mens, maar zal proberen het gesprek op een geestelijk niveau te tillen. Waar maatschappelijke problemen, diaconale behoeften, etc. gesignaleerd worden, zullen deze in overleg met de pastorant doorgegeven worden. Daar zijn o.a. diaconie en pastorale vertrouwenspersonen (eventueel predikant) voor. Hiertoe is het nodig dat ouderlingen weten naar wie zij maatschappelijke problemen,etc. kunnen doorspelen. 8. Bezoekbroeders kunnen in meerdere opzichten een rol vervullen. De ouderling bepaalt of hij alleen of beter met z n tweeën op bezoek kan gaan. Soms is het alleen op pad gaan beter, vaak is het in tweetal optrekken vruchtbaar. De groep bezoekbroeders kan een kweekvijver voor ouderlingen zijn. Een bezoekbroeder heeft geen ambtelijke verplichtingen (wel geheimhoudingsplicht) en kan daardoor wellicht tussendoor een keer extra bezoek afleggen (na overleg met de wijkouderling). De bezoekbroeder heeft geen eigen kaartenbak. 9. Het is belangrijk dat predikant en ouderlingen elkaar (tijdig) informeren over voortgang in huisbezoek, bijzondere pastorale omstandigheden etc. De predikant of de ouderling die het bezoekwerk coördineert kan zo ook bewaken dat er geen achterstand ontstaat en anderzijds weet een ouderling tijdig als de predikant een extra bezoek heeft gebracht. In dit kader wordt volgens een bepaald systeem centraal geregistreerd en gerapporteerd. 10. Predikanten kunnen in een positie terechtkomen dat zij zich eenzaam voelen. Dit kan zijn door crisispastoraat, kritiek uit de gemeente, moeilijke vergaderingen etc.. Daarom is er een kleine vertrouwenscommissie binnen de kerkenraad die regelmatig met de predikant (en zijn echtgenote) spreekt. 11. Kennis van de wijk is van fundamenteel belang voor pastoraat. Een juiste en efficiënte communicatie tussen predikant, ouderlingen, bezoekbroeders en ook het kerkelijk bureau is daarin zeer gewenst. In geval van ziekte, overlijden en alle overige pastorale zaken dient er

11 onderling gecommuniceerd te worden. Meestal zal de predikant op de hoogte zijn en dient dat direct doorgegeven te worden aan betreffende wijkouderling. Ook het kerkelijk bureau dient mutaties en overlijden direct aan betreffende wijkpredikant en/of -scriba door te geven zodat ook wijkouderling/wijkkerkenraad op de hoogte kan worden gebracht en pastorale actie kan worden ondernomen. Daarom is er een stroomschema m.b.t. de verschillende vormen van onderlinge communicatie (bijvoorbeeld een zgn. bellijst voor een geval van overlijden die consequent wordt gehanteerd en waardoor de gehele kerkenraad hiervan op de hoogte kan worden gesteld). Voor onderstaande punten geldt dat ze zo veel als mogelijk gezamenlijk met wijk 3 worden gedaan. Immers, de achterban is grotendeels gelijk, 2 weten meer dan 1 en vele handen maken zwaar werk licht. 12. Groothuisbezoek bestaat al jaren en is in 2010 weer opnieuw ingezet. Naar onze mening is het wenselijk dat groothuisbezoek onder leiding van of in aanwezigheid van een ouderling plaatsvindt, als extra náást reguliere huisbezoek en in kleine groepen (onderling contact/gesprek). 13. Er is veel kring- en verenigingsleven; dat is prachtig. Maar met name kringen zijn onzichtbaar (in ieder geval niet geregistreerd). Er is daardoor een risico op kerk in de kerk. Naast het in kaart brengen van alle kringen en verenigingen zou duidelijk moeten zijn welke vereniging onder de verantwoordelijkheid van de kerkenraad van wijk II valt. De leidinggevenden worden periodiek toegerust en onderricht door de predikant en /of een instantie die voor kringtoerusting is gekwalificeerd. De gehanteerde methode/boekje wordt kenbaar gemaakt aan predikant/moderamen. 14. In het verlengde van punt 12: kring c.q. catechese kan ook heel goed werken op doelgroepen. Denk hierbij aan jonggehuwden, jonge lidmaten, tienerkinderen, jonge ouders. Door het opzetten van doelgroep-catechese-groepen zal waarschijnlijk veel onderling pastoraat ontstaan. 15. In het verlengde van punt 12: er zijn 3 vrouwenkringen/-verenigingen, maar geen mannenvereniging. Bij een op te zetten mannenvereniging zou de predikant een belangrijke inhoudelijk rol kunnen krijgen. 16. Nieuw ingekomenen geven meermaals aan moeilijk hun weg in onze gemeente te kunnen vinden. Er komt een betere afstemming tussen bezoekerskring en ouderling over 1e bezoek, bezoek binnen 2 maand na binnenkomst en 2x per jaar centrale bijeenkomst (onder leiding kerkenraad) waarin mensen welkom geheten worden, kennisgemaakt wordt, de achtergrond van de Hervormde Gemeente. Kampen en m.n. wijk II wordt belicht, toekomstplannen worden gedeeld, de mogelijkheden van doordeweekse activiteiten worden toegelicht, etc.. De welkomstgroep is speciaal belast met contact nieuw ingekomenen bij koffiedrinken en zal zich daardoor oefenen in gastvrijheid. Een houding die via hen hopelijk meer en meer kenmerkend wordt voor onze gemeente. - In de komende periode is het niet mogelijk om alle 16 aspecten tegelijk op te pakken. De kerkenraad heeft besloten om de punten 2, 4, 8 en 16 prioriteit te verlenen. De andere onderwerpen krijgen in voorkomende gevallen aandacht. - Met betrekking tot punt 8 spreekt de kerkenraad de ambitie uit om op termijn gebruik te maken van zogenaamde pastorale teams

12 2.3 Beleid vanuit het dienstbetoon / het diaconaat Onze visie - vanuit de Bijbelse opdracht aan de gemeente - is dat het Woord niet zonder de daad kan: het Woord wordt geëvangeliseerd door de daad. Hierbij hoort de gehele gemeente betrokken te zijn. Vanuit het diaconaat willen we er zijn voor zowel kerkelijk als niet kerkelijk meelevende mensen, die het moeilijk hebben binnen de samenleving: plaatselijk en wereldwijd. Denk bijvoorbeeld aan zieken, vluchtelingen, gehandicapten, ouderen, alleenstaanden, slachtoffers van rampen, weduwen/weduwnaren en wezen, werklozen, mensen in de bijstand, etc. Het diaconaat is in het grotere geheel van Hervormd Kampen georganiseerd op centraal niveau. De vijf diakenen uit onze wijk zijn vertegenwoordigd in de verschillende commissies van de centrale diaconie / het college van diakenen: Commissie Ouderenzorg Commissie Kerkradio en Bijbel- en lectuurverspreiding Commissie Jeugdwerk Commissie Maatschappelijk Dienstverlening P.N.I. Commissie Vluchtelingenwerk Het college van diakenen maakt autonoom een keuze welke doelen worden ondersteund. Eventueel wordt daarbij advies van een wijkkerkenraad in overweging genomen. Naast individuele aanvragen is het beleid van de (centrale) diaconie om christelijke instanties te ondersteunen, waarbij een evenredige verdeling tussen de instanties wordt nagestreefd. De diakenen uit onze wijk zetten zich er voor in dat de doelen voldoende herkenbaar zijn voor wijkgemeente II. De ambitie van de diakenen van wijkgemeente II is onder andere om binnen de wijk de armoede op te sporen, te inventariseren en te bestrijden. De terugkoppeling van ouderlingen, andere pastorale medewerkers en predikant die op (huis)bezoek gaan, ondersteunt de diakenen bij het signaleren van deze noden. De diaconie zal dan discreet en binnen de vertrouwelijkheid van het diakenambt en eventueel samen met de predikant naar een passend of ondersteunend antwoord zoeken. De centrale diaconie legt jaarlijks via de jaarrekening aan de Algemene Kerkenraad verantwoording af van het gevoerde financiële beleid. De jaarrekening wordt volgens de regels van de PKN gecontroleerd en geparafeerd. Aandachtspunten die op de gemeenteavond van 24 maart 2010 genoemd werden: 1. Jong geleerd oud gedaan. 2. Voorleven. 3. Je gaven in je gezin bespreken (bewust zijn) 4. Diaconie is de brug naar buiten. 5. Inspelen op terugtredende overheid. 6. Niet alleen geven van geld, maar ook van TIJD (werkvakantie). 7. Praktische steun: ouderen gehandicapten hulpbehoevenden algemeen. 8. Meer inzichtelijk maken van wat er al gebeurt. Binnen de kerkenraad is doorgesproken over een nadere uitwerking van zijn visie op diaconaat. Hierbij kwam onder andere aan bod: 1. Er wordt bij huisbezoeken binnen wijkgemeente II meer gelet op signalen van financiële nood

13 2. De gemeente wordt meer betrokken bij het diaconaat vanuit de omschreven visie, bijvoorbeeld door de prediking, persoonlijke gesprekken van ambtsdragers en duidelijke communicatie. 3. Samen met het jeugdwerk wordt het jeugddiaconaat opgezet en geïmplementeerd in de wijkgemeente. In het besef dat de wijkdiakenen met de door God aan ieder van hen geschonken gaven in Kampen samenwerken in het overkoepelend college van diakenen, hebben wij de volgende voornemens. In de komende periode ( ) zullen de volgende concrete zaken met name door de wijkdiakenen worden opgepakt: - In elke kerkenraadsvergadering wordt kort verslag gedaan van de werkzaamheden van de afgelopen tijd, door telkens een ander (actueel) onderdeel van het diaconaat te belichten. - Nieuwe diakenen volgen naast de basiscursus voor nieuwe ambtsdragers ook de basiscursus diaconaat van de PKN. - Als onderdeel van te organiseren gemeenteavonden zullen diakenen uit wijkgemeente II laten zien waar zij mee bezig zijn. 2.4 Beleid vanuit het getuigenis / het apostolaat Christus heeft Zijn gemeente de opdracht en belofte gegeven om, door de kracht van de Heilige Geest, in deze wereld te getuigen van Hem als de enige naam gegeven tot zaligheid. In de breedte van Hervormd Kampen is een commissie bezig met het onder de aandacht brengen van zending: de Zendingscommissie Hervormd Kampen. Daarnaast wordt binnen wijk II onder andere via het werk van een missionaire werkgroep geprobeerd in het bijzonder aandacht te schenken aan het apostolaat dichtbij. Inmiddels zijn de acties rond Pasen en Kerst in Oud Kampen een bekend fenomeen. Niettemin is er met betrekking tot het apostolaat ( veraf en dichtbij ) telkens concrete zorg over het draagvlak in de gemeente. Maar de gemeente is wel geroepen om er voor anderen te zijn. Bijvoorbeeld voor mensen die nu aan de rand van de gemeente of buiten de gemeente verkeren. Getuigen en verkondigen in woord en daad is de beloftevolle opdracht die de Heere ons geeft. De hele gemeente is dus geroepen om, luisterend naar het Woord van God, het goede nieuws van Gods liefde in Christus Jezus voor te leven en door te geven. Bij deze beweging naar buiten kan niemand gemist worden. Op de gemeenteavond van 24 maart 2010 werden de volgende aandachtspunten genoemd: 1. Het uitdragen van : a. Kerk = bijzonder!!! jaloers maken!!! b. Toekomstverwachting c. Identiteit. 2. Aandacht aan mensen die je mist in de kerk. - rozenactie 3. Aansluiting herkenning aan deze tijd (21e eeuw) 4. Doen. Doe wat met SAIL!!! Op dit punt zijn de volgende algemene beleidsvoornemens geformuleerd:

14 1. De gemeenteleden zullen door toerusting en prediking meer worden aangesproken op de individuele en collectieve verantwoordelijkheden met betrekking tot het werk van apostolaat. Opvallend is dat het Evangelie bij die opdracht telkens beloften mee laat klinken. 2. De kerkenraad zoekt naar een vorm waarin periodiek in de Bovenkerk een eredienst met een meer missionair karakter kan plaatsvinden. De missionaire werkgroep heeft als opdracht om over de zin, vormgeving en invulling na te denken in overleg met de kerkenraad. 3. De kerkenraad wil onderzoeken of het mogelijk is als kerk(en) present te zijn bij andere stedelijke evenementen dan Kerst in Oud Kampen, zoals bijvoorbeeld Sail. 4. Samen met de werkgroep communicatie zal worden bezien hoe we kunnen werken aan een betere naamsbekendheid met het oog op missionaire bezigheden. 5. Samen met wijk III wordt onderzocht of thema-avonden over actuele maatschappelijke en godsdienstige onderwerpen kunnen worden belegd. In de komende periode zullen de volgende concrete zaken worden opgepakt: - Wijkgemeente II wil een gastvrije gemeente van Christus zijn met een open voordeur waar aandacht is voor gasten en belangstellenden. Concreet denken we aan het aanstellen van daarvoor toegeruste gastvrouwen en -heren die kerkgangers meer uitgebreid welkom heten, van informatie voorzien en indien nodig de weg wijzen. - De kerkenraad stemt de activiteiten op het missionaire vlak af met die binnen het pastoraat. Via evangelisatorisch bezoekwerk willen we gericht contacten met hen onderhouden die stilletjes via de achterdeur dreigen te verdwijnen. - De kerkenraad zal samen met de missionaire werkgroep structurele mogelijkheden voor missionaire toerusting van de wijkgemeente opzetten. 2.5 Beleid met betrekking tot het jeugd- en jongerenwerk Kinderen, tieners en jongeren vormen een waardevol deel van onze (wijk)gemeente. Als kerkenraad van wijk II denken we goed na over hoe we kinderen, tieners en jongeren willen bereiken. Hierbij geldt dat de inbreng van het zogenoemde wijkplatform en die van wijk III niet alleen nuttig, maar zelfs essentieel is. Het jeugd- en jongerenwerk van wijk II heeft als doelstelling kinderen, tieners en jongeren te motiveren om hun weg met God te gaan. We willen hen laten zien dat het leven met God goed is, zodat ze Jezus Christus persoonlijk leren kennen en blijven kennen als hun Zaligmaker. We willen dat onze jongeren discipelen worden van de Heere Jezus Christus: - ze zijn leerlingen van Jezus Christus, - hebben een persoonlijke relatie met Hem, - volgen Hem (na), - en delen het geloof met elkaar en met de gemeente. Belangrijk is dat er op verschillende manieren ontmoeting plaatsvindt. Vanuit de ontmoeting ontstaat er contact. Vanuit het contact vindt er geloofsoverdracht plaats. Zo kan er leren voor het leven plaatsvinden. Gods huis is een gebouw van levende stenen met Jezus Christus als uiterste Hoeksteen. Op de gemeenteavond van 24 maart 2010 werden de volgende aandachtspunten genoemd: 1. Ontmoeten jong en oud. 2. Samen in gesprek, samen geloven. 3. Betrokken op elkaar in deze maatschappij. 4. Transparant zijn

15 5. Voor hen bidden. 6. De jeugd serieus nemen. 7. Daag jongeren uit! In dit verband zijn de volgende algemene beleidsvoornemens geformuleerd: 1. De kerkenraad bevordert dat jongeren elkaar ontmoeten en in die ontmoeting hun geloof, geloofsvragen met elkaar delen. 2. De kerkenraad zoekt naar vormen waardoor jongeren zich betrokken weten bij de (wereldwijde) kerk van Christus. 3. De kerkenraad zet zich in voor de ontmoeting tussen jongeren en ouderen ter bevordering van het onderlinge geloofsgesprek. In de komende periode zullen de volgende concrete zaken worden opgepakt: - Met name via de jeugdambtsdragers zal wijk II intensiever contact onderhouden met: - Zondagsschool de Zaaier (Marnixschool) - Jeugdvereniging Onderzoekt de Schriften - Meisjesclub Thalitha - Kinderoppas - Tienerclub Genesis netwerk - Kinderclub De Regenboog - De Burcht - Jongensclub Benjamin - Catechese-teams - Kindernevendienst-team - Commissie geloofsopvoeding (i.s.m. dooppastoraat) - De predikant van wijk II zal twee keer per jaar samen met een wisselend aantal jongeren een preek voorbereiden. - De kerkenraad onderzoekt mogelijkheden om bij de in- en uitgangen van de kerk, via LCDschermen, mededelingen over het verenigingsleven te verstrekken. Hierbij worden een aantal jongeren uit de gemeente betrokken bij de voorbereiding en uitvoering. - De kerkenraad stimuleert de deelname van jongeren aan Groothuisbezoeken en spreekt hen hier op aan

16 2.6 Beleid met betrekking tot communicatie Als we het over communicatie hebben, betreft dit zowel de interne als de externe communicatie. We denken daarbij aan de communicatie tussen moderamen en kerkenraad en de communicatie tussen kerkenraad en werkgroepen en andere commissies in de gemeente, maar ook de communicatie met de hele gemeente. De externe communicatie betreft het informeren van en communiceren met de samenleving in stad en regio. Hoewel we ons er niet altijd van bewust zijn, bepaalt ons imago mede hoe we bekend staan en gekend worden. We hebben als kerk en gemeente in onze multimediamaatschappij nog een hele inhaalslag te maken. Er zijn vele mogelijkheden en uitdagingen. Wat verstaan we onder communicatie? Communiceren heeft met verbinden te maken, ik sta in verbinding met de ander, de ander is met mij verbonden. En in die situatie wil ik luisteren naar de ander en er zo goed mogelijk voor zorgen dat de ander mij verstaat en begrijpt. Ik zend een boodschap uit naar de ander in de hoop en verwachting dat de ontvanger deze bereikt en oppakt. Als zender moet ik me dus bewust zijn van de ontvanger. Zender en ontvanger beïnvloeden elkaar. Elementen die dit communicatieproces verstoren (de zogenaamde ruis) moeten tot een minimum beperkt worden. Elke doelgroep vraagt dus weer een eigen en specifieke benadering. We vermelden hier de aandachtspunten die op de gemeenteavond van 24 maart 2010 genoemd werden: Wat is PR (Public Relation) - communicatie???? Brug slaan naar deze tijd wie is de doelgroep.. Benodigde middelen de gebruikte taal Welke taal wordt er gebruikt. Preken is communiceren. Communicatie boodschap met inhoud. Communicatie naar extern lef / helder. Geconcretiseerd in : 1. kringen van passief naar actief 2. communicatie op doelgroep aanpassen. 3. postvak digital of analoog CD 4. hyves. 5. website : reactief zijn 6. beamer = be amer De kerkenraad van wijk II wil de komende tijd vooral gaan werken aan interne communicatie: 1. De wijkkerkenraad gaat werken aan een frequent informeren van de wijkgemeente over de besproken onderwerpen in en besluiten van de kerkenraad. Elke 2 maanden wordt een kort verslag van de afgelopen kerkenraadvergaderingen in de kerkbode gepubliceerd. Doelgroep: alle gemeenteleden (met een abonnement). 2. De leden van het moderamen en de leden van de kerkenraad houden elkaar op de hoogte door elkaar frequent van alle relevante informatie te voorzien. 3. De website van wijk II zal frequent geactualiseerd worden, door ook daar o.a. bepaalde en relevante wijkberichten die in de kerkbode staan te plaatsen. Doelgroep alle zoekers, surfers en belangstellenden met een PC

17 4. De (voorgenomen) besluiten die de kerkenraad neemt en die een deelgebied van het gemeentewerk betreffen, worden ruim op tijd en per brief/mail aan de betrokken werkgroep/commissie meegedeeld. 5. Omdat bijna alle mensen tegenwoordig hebben, gaat de kerkenraad de adressen van de leden van wijk II verzamelen om ook per mail gemeenteleden te kunnen informeren. Om deze snelle en moderne wijze van communiceren naast andere middelen meer te gebruiken. 6. De kerkenraad gaat samen met allerlei werkgroepen, die onder zijn verantwoording vallen nieuwsbrieven schrijven. Iedere commissie geeft zo minimaal 1 keer per jaar een nieuwsbrief uit. Als de doelgroep bestaat uit meelevende gemeenteleden kan de verspreiding georganiseerd worden na de kerkdiensten. 7. Om per gemeenteavond een commissie, club of vereniging de gelegenheid te geven zich gemeentebreed te presenteren zal er door de kerkenraad een rooster gemaakt worden. 8. Jaarlijks organiseert de kerkenraad 2 ontmoetingsmomenten waarin gemeenteleden gehoord, gekend en geïnformeerd worden over lopende zaken en plannen. Dit kan bijv. één gemeenteavond en één aangekleed-koffiedrinken-nade-zondagse-kerkdienst zijn. 9. De kerkenraad gaat onderzoeken of het organiseren van een frequent pastoraal spreekuur (in de Bovenkerk) zinvol is. Zo ja, dan zal dit ook daadwerkelijk gerealiseerd gaan worden. 10. Omdat prediking en liturgie ook communicatie zijn, wordt de predikant verzocht niet alleen mee te werken aan preekbesprekingen maar ookmogelijkheden te organiseren om samen met mensen uit de doelgroep kerkdiensten voor te bereiden. 11. Wijkgemeente II zal in haar voorbeden aandacht besteden aan de pastorale noden, vreugden, etc. van zowel wijk II als wijk III. 12. Omdat communicatie alles met luisteren te maken heeft, nodigt de kerkenraad/ het moderamen elke werkgroep/ commissie jaarlijks uit voor een gezamenlijke gedachtewisseling over haar wel en wee. Dit gesprek wordt door genodigden voorbereid m.b.v. een gespreksformulier. - Om zoveel mogelijk van bovenstaande (nieuwe) activiteiten in de komende 4 jaar gerealiseerd te krijgen, stelt de kerkenraad voor eind 2011 een werkgroep P.R. samen die het bovenstaande gaat uitvoeren, bewaken en begeleiden. - Vanuit de hierbij opgedane ervaringen zal vervolgens samen met de missionaire werkgroep aandacht besteed worden aan de externe communicatie