Inspectierapport De Boterbloem (KDV) Karel Doormanweg PC TOLLEBEEK Registratienummer

Transcriptie

1 Inspectierapport De Boterbloem (KDV) Karel Doormanweg PC TOLLEBEEK Registratienummer Toezichthouder: GGD Flevoland In opdracht van gemeente: Noordoostpolder Datum inspectie: Type onderzoek : Jaarlijks onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport:

2 Inhoudsopgave Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 5 Pedagogisch klimaat... 5 Personeel en groepen... 7 Inspectie-items... 8 Gegevens voorziening Gegevens toezicht Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum van 11

3 Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. In dit inspectierapport zijn niet alle items beoordeeld. Met behulp van het model risicoprofiel zijn de inspectieactiviteiten bepaald. Deze inspectieactiviteiten richten zich primair op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk, aangevuld met aandachtspunten uit vorige inspecties, of indien hier een andere aanleiding toe is. Beschouwing Algemene informatie Boerderij De Boterbloem is een particuliere onderneming. Dagopvang (KDV) en Buitenschoolse opvang (BSO) wordt aangeboden op De Boterbloem te Tollebeek sinds Op Boerderij De Boterbloem zijn verschillende dieren, een moestuin, een hobby kas en fruitbomen aanwezig. De kinderen mogen de dieren verzorgen en telen zelf hun groenten en fruit. Op woensdag en zaterdag is Boerderij De Boterbloem speciaal geopend voor kinderen in de leeftijd van 4 t/m 14 jaar, die net dat kleine beetje extra zorg nodig hebben. Tevens worden kinderen met een persoonsgebonden budget (PGB) opgevangen. Van dezelfde houder is BSO Het Hommelhonk, gevestigd in het Multi Functioneel Centrum (MFC) De Pionier te Tollebeek. Dit inspectierapport betreft KDV De Boterbloem. De opvang wordt aangeboden op maandag t/m vrijdag en biedt plaats aan maximaal 20 kinderen. Op KDV De Boterbloem wordt gewerkt met Uk en Puk, alle beroepskrachten hebben hiervoor een training gevolgd. De houder vertelde de toezichthouder te (gaan) werken met de CREF-Methode, dit als onderdeel van een pilot vanuit de gemeente Noordoostpolder. Inspectiegeschiedenis In 2014 en 2015 heeft een onaangekondigd jaarlijkse inspectie plaatsgevonden. Er zijn geen tekortkomingen geconstateerd. Huidige inspectie KDV De Boterbloem is onaangekondigd bezocht voor de jaarlijkse inspectie. Bevindingen Tijdens dit inspectiebezoek werden geen tekortkomingen geconstateerd. Aanvullende informatie: deelname pilot Bij dit inspectiebezoek is aan de houder gevraagd om mee te werken aan een landelijk onderzoek naar een aangepaste wijze in het inspectiebezoek. De houder heeft hiermee ingestemd. De houder heeft gezamenlijk met de toezichthouder een observatie van de pedagogische praktijk uitgevoerd. In onderstaande beschrijving wordt een beeld gegeven van geobserveerde praktijksituatie en licht de houder het beleid toe. De geobserveerde situatie was de volgende: tijdens het lezen van een boek door de kinderen samen met een van de beroepskrachten. Naar aanleiding van de geobserveerde praktijksituatie vertelde de houder: het handelen van de beroepskracht tijdens de geobserveerde situatie te herkennen in het pedagogisch beleid vanuit De Boterbloem. Houder en beroepskracht hebben enthousiast meegewerkt aan de pilot. De houder is van mening dat deze werkwijze niet anders is dan anders, alleen het invullen van de vragenlijsten na het inspectiebezoek is nieuw. De houder en beroepskracht zeggen toe de vragenlijsten in te vullen van 11

4 De houder is voornemens in 2017 het KDV en de BSO te Tollebeek te gaan verbouwen. Om de veiligheid van de kinderen te waarborgen worden de kinderen 'elders' opgevangen: - de KDV kinderen 'verhuizen' naar units, deze worden achter op het terrein geplaatst. - de BSO kinderen worden op een basisschool te Tollebeek opgevangen. De verwachting is dat de verbouwing en tijdelijke verhuizingen maximaal zes maanden zullen duren. Advies aan College van B&W Geen handhaving. 4 van 11

5 Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Onder de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gelden eisen voor de aanwezigheid van een pedagogisch beleidsplan, de inhoud van een pedagogisch beleidsplan en de relatie van het beleidsplan met de praktijk. In de praktijk dienen voorwaarden te worden vervuld voor het waarborgen van de emotionele veiligheid van kinderen, de ontwikkeling van de persoonlijke en de sociale competentie van kinderen en de overdracht van normen en waarden. Bij de observatie van de pedagogische praktijk maakt de toezichthouder gebruik van het "Veldinstrument observatie pedagogische praktijk" van december Daarin staan de specifieke aspecten waarop wordt geobserveerd. Hieruit citeert de toezichthouder enkele zinnen, die betrekking hebben op het geobserveerde pedagogisch handelen en illustreert deze met voorbeelden uit de praktijk. De illustraties zijn bedoeld als beknopte voorbeelden en pretenderen niet een volledig beeld van de praktijksituatie te geven. De toezichthouder stoelt haar inzicht en mening op de gegeven voorbeelden en op tijdens de observatie opgedane overige signalen. Pedagogische praktijk De observatie van de pedagogische praktijk vond plaats op een maandag middag op de stamgroep. Er waren in totaal 8 kinderen aanwezig met 3 beroepskrachten en 2 stagiaires. Bij binnenkomst van de toezichthouder waren de kinderen aan het vrij spelen. In kleine groepjes werden activiteiten ondernomen. In het kader van de pilot hebben de houder en de toezichthouder de praktijk geobserveerd tijdens het lezen van een boek door de kinderen samen met een van de beroepskrachten. Hierna is de gezamenlijke observatie besproken met de houder en de betreffende beroepskracht. Emotionele veiligheid "De beroepskrachten hebben een vertrouwde relatie met de kinderen." "Er heerst een ontspannen, open sfeer in de groep". Observatie: de beroepskrachten laten merken dat zij de kinderen accepteren zoals zij zijn; de beroepskrachten geven de kinderen complimentjes en knuffelen met ze. Observatie: de beroepskrachten gaan op een ongedwongen manier om met de kinderen, zij ondersteunen de kinderen op een warme en ondersteunende manier. Observatie: er is een aangename sfeer in de groep. De kinderen tonen in hun gedrag dat zij zich op hun gemak voelen. De kinderen zijn ontspannen en bezig met hun spel. De kinderen genieten van waar zij mee bezig zijn. Persoonlijke competentie "De beroepskracht ondersteunt en stimuleert de ontwikkeling van de kinderen". De kinderen mogen activiteiten kiezen die passen bij hun eigen interesse en energieniveau. Observatie: een van de kinderen pakt samen met een van de beroepskrachten een puzzel. Hiermee gaat hij aan tafel zitten. De beroepskracht gaat bij hem zitten en verwoordt wat het kind doet. Hierbij maakt zij soms even deel uit van de spelsituatie, waarbij de regie bij het kind blijft. Sociale competentie "De beroepskrachten ondersteunen de kinderen in hun onderlinge interactie." Observatie: onder een van de hoge boxen zit een van de kinderen met een boekje. Een van de beroepskrachten nodigt het kind uit aan een van de tafels te gaan zitten. Hierna komen meerdere kinderen aan deze tafel zitten, waarna het boekje wordt voorgelezen door de beroepskracht aan alle kinderen samen aan deze tafel. Normen en waarden "Afspraken, regels en omgangsvormen zijn aanwezig en worden toegepast." 5 van 11

6 Observatie: een van de beroepskrachten vraagt een van de kinderen: 'Ik wil dat je me aankijkt. Ik zag dat jij op de box klom, dat vind ik gevaarlijk'. Hierna legt de beroepskracht uit waarom zij dit gevaarlijk vindt, het kind luistert naar de beroepskracht. De pedagogische praktijk voldoet aan de voorwaarden. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (mevrouw H. Naus-Booi) Interview anderen (beroepskrachten) Observaties (pedagogische praktijk) Veldinstrument observatie pedagogische praktijk 0-4 jaar, versie datum december van 11

7 Personeel en groepen Onder de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gelden eisen voor verklaringen omtrent het gedrag en passende beroepskwalificaties. Ook gelden normen voor opvang in groepen, beroepskracht-kindratio en voertaal. Verklaring omtrent het gedrag De aanwezige beroepskrachten en stagiaires hebben een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) die voldoet aan de voorwaarden. Passende beroepskwalificatie De aanwezige beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie overeenkomstig de CAO Kinderopvang. Opvang in groepen Bij KDV De Boterbloem worden per dagdeel maximaal 20 kinderen opgevangen in 2 stamgroepen in de leeftijd van 0-4 jaar. In de ochtend wordt gebruik gemaakt van 2 stamgroepen, dan worden de kinderen opgedeeld per leeftijdsgroep: - de jongere kinderen (0-2 jaar) blijven in de KDV-ruimte, - de oudere kinderen (2-4 jaar) maken gebruik van de BSO-ruimte. De opvang in stamgroepen voldoet aan de voorwaarden. Beroepskracht-kindratio In totaal waren er 8 kinderen aanwezig met 3 beroepskrachten en 2 stagiaires. 's Ochtends waren 9 kinderen aanwezig met 3 beroepskrachten en 2 stagiaires. Er werd aan de beroepskracht-kindratio voldaan. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (mevrouw H. Naus-Booi) Interview anderen (beroepskrachten) Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten 7 van 11

8 Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart (art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht, vrijwilliger, is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9, art 1.57 lid 1, 2, 3 en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 8 van 11

9 De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 9 van 11

10 Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : De Boterbloem Website : Aantal kindplaatsen : 20 Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Nee Gegevens houder Naam houder : Hinke Naus-Booi KvK nummer : Aansluiting geschillencommissie : Ja Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Flevoland Adres : Postbus 1120 Postcode en plaats : 8200BC LELYSTAD Telefoonnummer : Onderzoek uitgevoerd door : E. Kerkenaar Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Noordoostpolder Adres : Postbus 155 Postcode en plaats : 8300AD EMMELOORD Planning Datum inspectie : Opstellen concept inspectierapport : Zienswijze houder : Vaststelling inspectierapport : Verzenden inspectierapport naar houder : Verzenden inspectierapport naar : gemeente Openbaar maken inspectierapport : 10 van 11

11 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Digitaal ontvangen d.d. 7 december 2016: Beste toezichthouder, Ik ga akkoord met de inspectierapporten van het KDV en de BSO op de boerderij. Het stukje van de basisschool is opgelost en is dus akkoord! De vragenlijst is inmiddels door de beroepskracht en door mij ingevuld. Met vriendelijke groet, Hinke Naus Boerderij de Boterbloem Karel Doormanweg PC Tollebeek tel: mobiel: Website: 11 van 11