Begroting Randstedelijke Rekenkamer 1 E WIJZIGING. rekenkamer

Transcriptie

1 Begroting 2009 Randstedelijke Rekenkamer 1 E WIJZIGING rekenkamer *«

2 Inhoudsopgave Inleiding 3 Samenvatting van wijzigingen 4 1. Beleidsbegroting Programmaplan / onderzoeksprogramma Algemeen Het onderzoek Paragrafen Weerstandsvermogen Financiering Bedrijfsvoering Financieie begroting Overzicht van Baten en Lasten Uiteenzetting Financieie positie Meerjarenraming 17 Colofon 18

3 Inteiding Achtergrond De Randstedelijke Rekenkamer heeft als doel de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van de provincies Flevoland, Noord-Holland, Utrecht en Zuid-Holland te verbeteren. Zij verricht hiervoor onafhankelijk onderzoek naar de provincies en de daarmee verbonden organen. De Rekenkamer informeert primair de Provinciale Staten over haar onderzoeksbevindingen, oordelen en aanbevelingen. Deze informatie is in beginsel publiek toegankelijk. Daarnaast ziet de Rekenkamer het als haar verantwoordelijkheid om een bijdrage te leveren aan goed openbaar bestuur door kennisuitwisseling en samenwerking binnen de betrokken provincies en eventueel andere publieke organen te bevorderen. Kwaliteit, betrouwbaarheid en onafhankelijkheid ziet de Rekenkamer als belangrijkste kenmerken van haar producten. Bij de uitvoering van haar werkzaamheden draagt de Rekenkamer zorg voor een effectief en efficient beleid met betrekking tot de beheerstaken in het kader van de dagelijkse bedrijfsvoering. De Rekenkamer beoogt een transparante organisatie te zijn die voortdurend in de kwaliteit van haar medewerkers en methoden investeert. Indeling van de programmabegroting De programmabegroting is ingedeeld volgens het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV). De Programmabegroting bestaat uit een Beleidsbegroting (hoofdstuk 1) en een Financieie begroting (hoofdstuk 2). In de Beleidsbegroting is het Onderzoeksprogramma opgenomen, zoals dat is beschreven in hoofdstuk 5 van de Gemeenschappelijke regeling rekenkamer provincies Noord-Holland, Zuid-Holland, Utrecht en Flevoland. In de Financieie begroting is de Meerjarenraming opgenomen. De programmabegroting wordt voorafgegaan door een samenvatting van de wijzigingen ten opzichte van de oorspronkelijke begroting 2009.

4 Samenvatting van wejzigingen,'.<', '< Aanleiding leder jaar dient de Randstedelijke Rekenkamer het financiele gedeelte van haar begroting te wijzigen na het verschijnen van de junicirculaire Provinciefonds en de Macro Economische Verkenning op Prinsjesdag. De Rekenkamer maakt van deze gelegenheid gebruik om ook het beleidsmatige gedeelte, waar nodig, te actualiseren. Het resultaat van deze wijzigingen, de 1 e wijziging op de programmabegroting 2009, ligt nu voor u. Om voor u in een oogopslag duidelijk te maken wat de wijzigingen zijn ten opzichte van de oorspronkelijke begroting 2009, hebben wij hieronder een samenvatting opgenomen. Wijzigingen t.o.v. oorspronkelijke begroting 2009 Onderzoeksprogramma: De teksten bij de onderzoeken Groene Hart, Beheer en onderhoud civiele kunstwerken (was: Beheer en onderhoud provinciate wegen) en Concessies openbaar vervoer zijn geactualiseerd, omdat deze onderzoeken inmiddels gevorderd zijn en daardoor precies duidelijk is waar de onderzoeken zich op richten; Het "Nog te kiezen onderwerp" voor het najaar van 2009 is verwijderd. In overleg met de Programmaraad heeft de Rekenkamer besloten deze onderzoekscapaciteit extra in te zetten voor de zgn. "snelle analyses". Hiermee wil de Rekenkamer Provinciale Staten ondersteunen bij actuele onderwerpen binnen de vier provincies. Paragrafen: De paragraaf bedrijfsvoering is vanwege enkele personele wijzigingen enigszins aangepast op het onderdeel "Organisatie". De totale formatie van de Rekenkamer zal nog steeds bestaan uit 13 medewerkers, maar in plaats van 11 zijn er daarvan 12 in vaste dienst. Het aantal tijdelijke medewerkers komt daarmee op 1 in plaats van 2. Financieie begroting: In de baten zijn de definitieve indexcijfers uit de Macro Economische Verkenningen van het CPB van September 2008 verwerkt; In de berekening van de bijdragen van de vier deelnemende provincies zijn de definitieve cijfers uit de Circulaire provinciefonds van juni 2008 opgenomen; De verdeling van de lasten is geactualiseerd. Vanwege personele wijzigingen nemen de personele lasten af en de lasten voor inhuur toe.

5 Hoofdsfukl; %;r./^ ^"^ Beleidsbegrotmg 1.1 Programmaplan / Onderzoeksprogramma Algemeen Wat willen we bereiken? De missie van de Randstedelijke Rekenkamer luidt: Het verbeteren van het functioneren van het provinciaal bestuur (van de provincies Flevoland, Noord- Holland, Utrecht en Zuid-Holland) en de daarmee verbonden organen en het versterken van de publieke verantwoording. Wat gaan we daarvoor doen? Om invulling aan de missie te geven doet de Randstedelijke Rekenkamer onafhankelijk onderzoek op het terrein van doeltreffendheid, doelmatigheid en rechtmatigheid. De Rekenkamer rapporteert haar bevindingen primair aan de Provinciale Staten. Door publicatie van de bevindingen tracht de Rekenkamer de publieke verantwoording te versterken. De onderzoeken zijn opgenomen in het enige programma van de Rekenkamer: het Onderzoeksprogramma. Wat mag het kosten? De totale lasten van het Onderzoeksprogramma bedragen incl. BTW. Het Onderzoeksprogramma wordt gefinancierd doorde deelnemers aan de Gemeenschappelijke Regeling Randstedelijke Rekenkamer. De genoemde bedragen per onderzoek in het Onderzoeksprogramma zijn indicatief en niet bindend voor de bestuurder. De kosten per onderzoek zijn tot stand gekomen door de totale kosten van het Onderzoeksprogramma naar rato van de verwachte capaciteitsinzet te verdelen over de onderzoeken. Algemene dekkingsmiddelen zijn niet van toepassing voor de Randstedelijke Rekenkamer. De begroting kent geen bedrag voor Onvoorzien Het onderzoek De Randstedelijke Rekenkamer beslist uiteindelijk zelf welke onderwerpen zij wil onderzoeken. Wei laat de Rekenkamer zich, voorafgaand aan de vaststelling van het Onderzoeksprogramma, adviseren door de programmaraad. Deze bestaat uit leden van Provinciale Staten van de vier provincies. De Rekenkamer heeft op 20 mei 2008 de programmaraad geraadpleegd over de onderzoeksonderwerpen voor 2009 en vervolgens haar Onderzoeksprogramma vastgesteld. Op 18 november 2008 kwam de programmaraad wederom bijeen voor de keuze van een onderzoeksonderwerp voor het najaar van Op advies van de programmaraad heeft de Rekenkamer besloten dit onderzoek te laten vervallen en de vrijkomende capaciteit toe te voegen ten gunste van de zgn. "snelle analyses".

6 Schematisch ziet dit Onderzoeksprogramma er als volgt uit: Onderzoek Kwartaal 1 II III IV Opmerkingen I. Groene Hart Afronden onderzoek II. Onderhoud kunstwerken Afronden onderzoek III. OV-concessies Afronden onderzoek IV. Wachtlijsten jeugdzorg Keuze 1 programmaraad mei 2008 V. Reserves en voorzieningen Keuze 2 programmaraad mei 2008 VII. Snelle analyses Korte onderzoeken n.a.v. actualiteit De onderzoeken, die de Rekenkamer in 2009 zal gaan doen, worden hieronder kort gepresenteerd. Ook zijn onderzoeken opgenomen, die al in 2008 zijn gestart en doorlopen in Per onderzoek wordt aangegeven: "Wat is de aanleiding?", "Wat willen we bereiken?", "Wat gaan we daarvoor doen?" en "Wat mag het kosten?". I. Groene Hart (afronden onderzoek) Wat is de aanleiding? In het voorjaar van 2006 is het Groene Hart al door de programmaraad besproken als mogelijk onderwerp van onderzoek voor de Rekenkamer, maar werd voorrang gegeven aan andere onderwerpen, zoals verbonden partijen en cultuurbeleid. Tijdens de bijeenkomst van de programmaraad in het najaar van 2006 is afgesproken om in 2007 een vooronderzoek naar het Groene Hart uit te voeren. De Rekenkamer heeft hier gevolg aan gegeven en de resultaten van het vooronderzoek in november 2007 aan de programmaraad gepresenteerd. Uit het onderzoek kwam naar voren dat de huidige organisatie van het Groene Hart, met de icoonprojecten als belangrijkste pijlers, een risico in zich draagt voor de realisatie van het Groene Hart als geheel. In 2008 heeft de Rekenkamer zich verder georienteerd op dit thema en heeft, zoals is aangekondigd in de primitieve begroting, in 2008 de probleemstelling van het onderzoek geconcretiseerd en een begin gemaakt met de uitvoering van het onderzoek. Wat willen we bereiken? Het onderzoek van de Rekenkamer heeft ten doel: (1) inzicht te bieden in de ruimtelijke ontwikkelingen in het Groene Hart; (2) het gezamenlijke Groene Hart-beleid van de drie provincies te beschrijven; en (3) aanbevelingen te formuleren om het huidige Groene Hart-beleid te verbeteren. Om tot deze aanbevelingen te komen, maakt de Rekenkamer gebruik van de inzichten die eerdere onderzoeken naar het Groene Hart-beleid hebben opgeleverd. Wat gaan we daarvoor doen? Het onderzoek wordt gebaseerd op beschikbare documentatie en interviews en zal zich onder andere richten op de ruimtelijke ontwikkelingen in het Groene Hart, op het gezamenlijke Groene Hart-beleid van de drie provincies

7 en op de mogelijkheden om dat te verbeteren. Het onderzoek is in 2008 grotendeels afgerond en publicatie is gepland in het eerste kwartaal van Wat gaat dat kosten? De kosten van het onderzoek voor 2009 worden incl. overhead geschat op circa incl. BTW. H. Beheer en onderhoud civiele kunstwerken (afronden onderzoek) Wat is de aanleiding? De provinciate infrastructuur vervult een belangrijke functie bij het vervoeren van personen en goederen. De kwaliteit van de infrastructuur moet voldoende zijn om een veilig en comfortabel gebruik mogelijk te maken. Het beheer en onderhoud van de infrastructuur is dan ook een belangrijke taak van de provincie en vormt een relevante kostenpost in de provinciate begroting. Uit een voorverkenning van de rekenkamer bleek dat de onderhoudsachterstand bij een groot deel van de provincies met name betrekking had op de civiele kunstwerken (bruggen, viaducten, e.d.) en in veel mindere mate op de wegen. Ook is gebleken dat in verschillende provincies de leeftijd van de kunstwerken relatief hoog is, waardoor de komende tijd vervangingsonderhoud aan de orde kan zijn. De Randstedelijke Rekenkamer heeft op basis hiervan besloten een onderzoek uit te voeren naar het beheer en onderhoud van kunstwerken. Wat willen we bereiken? De Randstedelijke Rekenkamer doet onderzoek naar het beheer en onderhoud van kunstwerken in de provincies Flevoland, Noord-Holland, Utrecht en Zuid-Holland. Met dit onderzoek streeft de Randstedelijke Rekenkamer de volgende algemene doelstelling na: constateren in hoeverre het huidige beleid voor beheer en onderhoud van kunstwerken doeltreffend en doelmatig is ingericht en een bijdrage leveren aan een verdere verbetering van dit beleid. Wat gaan we daarvoor doen? Het onderzoek vindt plaats door middel van documentenanalyse en interviews. Het onderzoek richt zich op het provinciaal beleid random beheer en onderhoud van kunstwerken en de uitvoering hiervan. Het onderzoek resulteert, na ambtelijke en bestuurlijke wederhoor, in vier provinciespecifieke rapportages. De publicatie van deze rapportages staat gepland in het eerste kwartaal van Wat mag het kosten? De kosten voor dit onderzoek in 2009 bedragen inclusief overhead circa incl. BTW. III. Concessies openbaar vervoer (afronden onderzoek) Wat is de aanleiding? De provincie heeft in het kader van de Wet personenvervoer (2000) een taak bij het verlenen, wijzigen of intrekken van concessies voor het openbaar vervoer. Hiermee zijn grate bedragen gemoeid, alsmede mogelijke juridische en financiele risico's voor de provincie. Het is van belang dat de gewenste resultaten worden behaald tegen aanvaardbare kosten. Na aanbesteding is het beheer van de concessie door provincie een belangrijke voorwaarde voor een effectieve uitvoering ervan door de vervoerder.

8 Wat willen we bereiken? De Randstedelijke Rekenkamer doet onderzoek naar de uitvoering van verleende concessies voor het openbaar vervoer in de provincies Flevoland, Noord-Holland, Utrecht en Zuid-Holland. Met dit onderzoek streeft de Randstedelijke Rekenkamer de volgende algemene doelstelling na: inzicht bieden in de kwaliteit van de uitvoering door vervoerbedrijven van de door de Randstedelijke provincies verleende openbaar vervoerconcessies. Hierbij richt de Rekenkamer zich vooral op het inzicht dat de provincie heeft in de uitvoering van de concessies en het effect van concessiebeheer hierop. Wat gaan we daarvoor doen? Het onderzoek vindt plaats door middel van documentenanalyse en interviews. Het onderzoek richt zich onder meer op de relatie tussen beleidsdoelen en concessie-eisen, de bestuurlijke inbreng van PS en GS hierbij, en de controle op de uitvoering van verleende concessies. Ook de wijze waarop en de mate waarin gebruikers van het openbaar vervoer bij de concessies zijn betrokken, zullen in het onderzoek worden betrokken. Het onderzoek resulteert, na ambtelijke en bestuurlijke wederhoor, in vier provinciespecifieke rapportages. Dit onderzoek start in de tweede helft van 2008 en loopt door tot in 2009; de resultaten worden in het tweede kwartaal van 2009 gepubliceerd. Wat mag het kosten? De kosten voor dit onderzoek in 2009 bedragen inclusief overhead circa incl. BTW. IV. Wachtlijsten jeugdzorg Wat Is de aanleiding? Sinds de invoerlng van de Wet op de jeugdzorg begin 2005 hebben jongeren recht op jeugdzorg. De provincie is verantwoordelijk voor het aanbieden van jeugdzorg die aansluit op de behoeften van jongeren. In de praktijk bestaan echter wachtlijsten voor jeugdzorg. Dit betekent dat jongeren langer dan bedoeld moeten wachten op de zorg die zij nodig hebben. Daarnaast zijn de uitgaven aan jeugdzorg gestegen van 700 miljoen in 2005 tot 865 miljoen in 2008, dat wil zeggen met bijna 25% in drie jaar. Desondanks zijn de provincies er niet in geslaagd de wachtlijsten weg te werken. Uit onderzoek van het Bureau Onderzoek en Rijksuitgaven (voorheen Onderzoeksen VerificatieBureau) van de Tweede Kamer blijkt ook dat de cijfers over terugkerende wachtlijsten in de jeugdzorg onbetrouwbaar zijn en dat onduidelijk is of de investeringen tot het gewenste resultaat hebben geleid. Wat willen we bereiken? Gezien de onzekerheid over de kwaliteit van de wachtlijstgegevens en het grote financiele en maatschappelijke belang van dit onderwerp, vindt de Rekenkamer het belangrijk een onderzoek uit te voeren dat inzicht biedt in de wijze waarop wachtlijstgegevens worden geregistreerd, in de opbouw en lengte van wachtlijsten, in de provinciate verschillen die er bestaan en in de mogelijke oorzaken daarvan. Wat gaan we daarvoor doen? Om antwoord te krijgen op de onderzoeksvragen zullen diverse onderzoeksmethoden worden gehanteerd. Ten eerste worden interviews gehouden met onder andere de provincie, bureau jeugdzorg en zorgaanbieders. De interviews zijn vooral bedoeld om het plaatje op te stellen over de stromen van jeugdigen door de jeugdzorgketen. Ook kan tijdens de interviews worden nagegaan welke benodigde data beschikbaar zijn en waar deze het best kunnen worden opgevraagd. De tweede stap is het verzamelen van alle relevante data met betrekking tot de ontwikkeling van de wachtlijsten. Hierbij kan onder andere gebruik worden gemaakt van de kwartaal- en

9 jaarrapportages die de zorgaanbieders bij provincies aanleveren. De laatste stap in het onderzoek is het analyseren van de verzamelde data om inzicht te krijgen in (a) de mogelijke oorzaken van wachtlijsten en (b) de ontwikkeling van de wachtlijsten in relatie tot de ingezette middelen. Publicatie is gepland voor eind derde, begin vierde kwartaal van Wat mag het kosten? De kosten voor dit onderzoek in 2009 bedragen inclusief overhead circa incl. BTW. V. Reserves en voorzieningen Wat is de aanleiding? Het publieke beeld bestaat dat provincies 'geld op de plank hebben liggen'. Of dat zo is, is lastig te doorgronden. Het vermogen van de provincies wordt voor een belangrijk deei bepaald door de omvang van de Reserves en de Voorzieningen. De algemene reserves zijn voor Provinciate Staten vrij aanwendbaar voor nieuw beleid of voor het opvangen van risico's. Bij de bestemmingsreserves is door Provinciale Staten aan de reserve een bepaalde bestemming gegeven, maar kleeft nog geen verplichting aan de reserve; Provinciale Staten kunnen nog beslissen om de reserve anders aan te wenden. Voorzieningen zijn voorzienbare lasten in verband met risico's of verplichtingen, waarvan de omvang en/of het tijdstip van optreden min of meer onzeker zijn. Het BBV stelt nadere regels omtrent de wijze waarop met reserves en voorzieningen dient te worden omgegaan. Een juiste toepassing van deze regels geeft Provinciale Staten inzicht in het vermogen, dat nog vrij aanwendbaar is en waarvan de bestemming desgewenst nog kan veranderen. Wat willen we bereiken? De rekenkamer wil een antwoord geven op de volgende vragen. Past de provincie de regels omtrent Reserves en Voorzieningen op een juiste wijze toe? Wat is bij een juiste toepassing van de regels de omvang van de vrij besteedbare Reserves, de Bestemmingsreserves en de Voorzieningen? Wat zijn de verschillen tussen de provincies aangaande het beleid omtrent reserves en voorzieningen en de vermogenspositie? Wat gaan we daarvoor doen? De Rekenkamer gaat op basis van documentanalyse na welke regels aan reserves en voorzieningen worden gesteld, vanuit wet- en regelgeving en eventueel provinciaal beleid. Vervolgens zal zij voor de ingestelde reserves en voorzieningen nagaan of de regels op een juiste wijze worden toegepast. Hiervoor maakt de Rekenkamer gebruik van de informatie in begrotingen, jaarstukken, nota's reserves en voorzieningen en andere onderliggende beleidsnota's. Op basis van deze analyse brengt de Rekenkamer in kaart wat bij een juiste toepassing van de regels de totale omvang is van de vrij besteedbare reserves, de bestemmingsreserves en de voorzieningen. In een provinciate vergelijking worden tot slot de verschillen tussen de provincies geschetst. Publicatie is gepland voor eind 2009 / begin Wat mag het kosten? De kosten voor dit onderzoek in 2009 bedragen inclusief overhead circa incl. BTW.

10 VI. Snelle analyses Wat is de aanleiding? De Randstedelijke Rekenkamer wil haar effectiviteit en die van het Provinciaal Bestuur verhogen, door ruimte te reserveren om actuele ontwikkelingen bij de vier provincies te volgen en om hier zonodig direct op in te spelen. Wat willen we bereiken? Met deze onderzoeksactiviteiten streeft de Randstedelijke Rekenkamer de volgende doelstellingen na: (1) het verstrekken van bevindingen uit snelle analyses ter ondersteuning van de Provinciale Staten bij actuele vraagstukken, (2) het onderhouden van een lijst met onderzoeksthema's die zich lenen voor de onderzoeksprogrammering 2009 en (3) het starten van eenmalig extra onderzoek, gefinancierd uit de reserves, als de actualiteit daar aanleiding voor geeft. Wat gaan we daarvoor doen? Het structureel volgen van de actualiteit via de Provinciate Staten, de Statencommissies, de pers, etc. en het zonodig uitvoeren van snelle analyses (van circa een maand). De Rekenkamer zal hierbij een lijst bijhouden van thema's die zich kunnen lenen voor nader onderzoek. De bevindingen uit de snelle analyses kunnen leiden tot concrete aanbevelingen voor de Provinciale Staten of kunnen de aanleiding zijn voor het terstond starten van eenmalig extra onderzoek. Wat mag het kosten? De kosten voor het volgen van de actuele ontwikkelingen en het uitvoeren van snelle analyses worden inclusief overhead geschat op (was ) incl. BTW. Zoals eerder gemeld is hier, in overleg met de Programmaraad, het budget van het vervallen "nog in te vullen onderzoek" aan toegevoegd. Voor het uitvoeren van eenmalig extra onderzoek is daarnaast een reserve van aanwezig. 1.2 Paragrafen De beleidsbegroting bestaat uit een aantal paragrafen waarin de beleidslijnen zijn vastgelegd met betrekking tot relevante beheersmatige aspecten (zie BBV). Voor de Randstedelijke Rekenkamer zijn de paragrafen Lokale Heffingen en Grondbeleid niet van toepassing. De paragraaf Onderhoud Kapitaalgoederen is niet van toepassing omdat de Randstedelijke Rekenkamer niet in het bezit is van de hier bedoelde kapitaalgoederen. De paragraaf Verbonden Partijen is eveneens niet van toepassing omdat er geen partijen zijn waarin de Randstedelijke Rekenkamer een bestuurlijk of financieel belang heeft. Onderstaand komen achtereenvolgens de resterende paragrafen aan bod: Weerstandsvermogen, Financiering en Bedrijfsvoering Weerstandsvermogen De risico's waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiele betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiele positie van de Randstedelijke Rekenkamer zijn minimaal van omvang. De Randstedelijke Rekenkamer heeft vooral te maken met reguliere kosten die vooraf goed te ramen zijn, zoals personeelskosten, huisvesting, ICT en kantoorartikelen. Onverwachte kosten van substantiate omvang waarvoor geen dekking is zullen naar verwachting niet aan de orde zijn. 10

11 De weerstandscapaciteit van de Randstedelijke Rekenkamer bestaat uit het resterende deel van de begroting incl. de reserves van waarvoor nog geen verplichtingen zijn aangegaan. Deze capaciteit is voldoende groot om de risico's van materiele betekenis af te dekken Financiering De Randstedelijke Rekenkamer wordt gefinancierd door de provincies Flevoland, Noord-Holland, Utrecht en Zuid- Holland. Een eventueel positief programmaresultaat over 2009 kan worden gebruikt om de reserve tot maximaal 15% van de totale bijdrage van de provincies aan te vullen. Het resterende deel van het programmaresultaat wordt vervolgens teruggestort aan de deelnemende provincies. De Rekenkamer heeft een rekening bij de Bank Nederlands Gemeenten (BNG). Met de BNG is een overeenkomst Financiele Dienstverlening met gunstige rentevoorwaarden gesloten Bedrijfsvoering In deze paragraaf wordt inzicht gegeven in de stand van zaken en de beleidsvoornemens omtrent de bedrijfsvoering. Daarbij wordt een relatie gelegd met het uitvoeren van de programma's in het programmaplan. Arbeidsomstandigheden en ziekteverzuim Het personeel van de Randstedelijke Rekenkamer is formeel in dienst van de provincie Flevoland. De Randstedelijke Rekenkamer volgt daarom het beleid van de provincie aangaande de arbeidsvoorwaarden, de arbeidsomstandigheden en het ziekteverzuim. Onderdeel van dit beleid is dat het protocol Arbo-dienstverlening wordt nageleefd. De Randstedelijke Rekenkamer stelt zich ten doel om het ziekteverzuim in 2009 onder de norm van 5% te houden. Personeelsbeleid De personeelsformatie van de Randstedelijke Rekenkamer bestaat uit een ambitieuze groep van hoog opgeleide medewerkers met ruime onderzoekservaringen. Ook in 2009 zal de Rekenkamer aandacht besteden aan opleiding en training, zodat de medewerkers zich verder blijven ontwikkelen. Om de kwaliteit van het Onderzoeksprogramma en onderzoeken te verhogen, worden zonodig externen ingezet. Automatisering en Informatisering De Randstedelijke Rekenkamer heeft in 2005 een ICT-omgeving aangeschaft, die inmiddels in drie jaar is afgeschreven, maar over het algemeen nog voldoet aan de huidige behoefte. In de begroting 2009 is rekening gehouden met nieuwe ICT-investeringen voor de vervanging van sommige randapparatuur. Communicatie De Randstedelijke Rekenkamer besteedt veel aandacht aan het aanbieden van haar bevindingen. De presentatie van de bevindingen van de Rekenkamer aan het provinciaal bestuur zullen daarom zorgvuldig worden afgestemd met de Statengriffies. Voor de communicatie naar de burger publiceert de Randstedelijke Rekenkamer haar bevindingen via haar website, die begin 2007 helemaal is vernieuwd. Hierdoor zijn publicaties nog makkelijker terug te vinden. Organisatie De organisatie van de Randstedelijke Rekenkamer zal in 2009 bestaan uit een formatie van 13 medewerkers, waarvan 12 in vaste dienst en 1 met een tijdelijk dienstverband. Daarnaast heeft de Rekenkamer ruimte voor maximaal 2 stageplaatsen. 11

12 Samengevat ziet de organisatie er in 2009 als volgt uit: Functie Bestuurder/directeur 1 Directielid 2 Bureaumanager 1 Projectleider / onderzoeker 8 Secretaresse 1_ Totaal 13 Voor iedere provincie beheren de bestuurder/directeur en een van de directieleden de relaties op bestuurlijk en ambtelijk niveau. De bedrijfsmatige portefeuilles zijn verdeeld over de directieleden en de bureaumanager. Voor de kennisontwikkeling van ieder beleidsterrein en vakgebied zijn onderzoekers en de directieleden aangewezen. Financleel Beheer Periodiek wordt de getrouwheid van de financiele maandrapportages intern getoetst. Tevens wordt met behulp van interne audits nagegaan of de financiele processen conform de afgesproken werkwijze verlopen. Deze regels staan beschreven in de "Financiele beleids- en beheersverordening Randstedelijke Rekenkamer". Huisvesting en facilitaire dienstverlening Voor het uitvoeren van het Onderzoeksprogramma zullen de medewerkers frequent de provincies bezoeken. De Randstedelijke Rekenkamer is daarom gevestigd nabij station Sloterdijk in Amsterdam. Vanuit deze vestiging is er via het openbaar vervoer een optimale aansluiting met de vier provinciehuizen in Den Haag, Haarlem, Lelystad en Utrecht. De kantoorruimte is gehuurd en maakt onderdeel uit van een bedrijfsverzamelgebouw. De facilitaire dienstverlening zoals bewaking, schoonmaak en receptie maakt onderdeel uit van het huurcontract. 12

13 , Hoofdstuk? fvu/--' -'- "' _ '/. ' Fi nanciele beg rot mg,s ' \> tf tt '. *^ *.! ** In dit deel treft u een toelichting aan op de financiele positie van de Randstedelijke Rekenkamer en een meerjarig overzicht van de baten en lasten. 2.1 Overzicht van Baten en Lasten Rekening 2007 Begroting 2008 Begroting 2009 Begroting 2009 na wijziging oorspronkelijk na wijziging Baten Bijdragen van de provincies , Rentebaten Som van de baten Lasten Onderzoeksprogramma Resultaat voor bestemming Toevoegingen aan bestemmingsreserve Verrekenen met de deelnemende provincies Geraamd resultaat na bestemming De lasten van het Onderzoeksprogramma worden gecompenseerd door de bijdragen van de provincies aan de Gemeenschappelijke Regeling Randstedelijke Rekenkamer en de rentebaten. De opgebouwde reserves zullen in principe niet worden aangesproken in 2009, met uitzondering van het gestelde bij onderdeel Reserves van paragraaf 2.2. Baten De structurele begroting van de Rekenkamer is gebaseerd op het financieel kader zoals dat is opgenomen in het door Provinciale Staten vastgestelde beslisdocument Instelling Randstedelijke Rekenkamer. Hierop wordt jaarlijks prijsindexering toegepast, waarbij gebruik gemaakt wordt van de indexeringen in de Macro Economische Verkenningen van het CPB. Voor 2009 bedraagt de indexering voor de Salarissen en sociale lasten 4,75% en de indexering voor Overige overheadkosten 3,75%. De structurele begroting neemt hierdoor met 4,4% toe. Begroting Structureel 2008 Structureel 2009 Salarissen en sociale lasten (+4,75%) Overige overheadkosten (+3,75%) Totaal (+4.4%) 13

14 De hoge rentebaten over 2007 werden veroorzaakt door een hoge rentestand en doordat de provincie Flevoland in het derde kwartaal van 2007 geen voorschot voor de salarislasten van de medewerkers van de Rekenkamer heeft gefactureerd. De rentebaten over 2009 worden vanwege de hoge rentestand hoger ingeschat dan in De totale bijdrage van de provincies komt hiermee uit op Dit is een stijging van 4,1% ten opzichte van Structurele begroting Rentebaten Netto bijdragen van de provincies (+4,4%) (+25,0%) (+4,1%) De verdeling van de kosten over de vier deelnemende provincies is gebaseerd op gegevens uit de label Verdeling algemene uitkering 2009 in de Circulaire provinciefonds van juni Totale uitkering Provincie Belastingcapaciteit Provinciefonds Totaal In % Flevoland Noord-Holland Utrecht Zuid-Holland ,34% 33,26% 15,73% 40,67% Totaal ,00% De bijdragen van de vier provincies aan de Gemeenschappelijke Regeling Randstedelijke Rekenkamer worden in de hiernavolgende label gegeven. Voor de helft van de begroling dragen de provincies evenveel bij (het gelijke deel). Voor de andere helft van de begroting is de omvang van de bijdrage naar ralo van de som van de belastingcapacileil en de uitkering uit hel provinciefonds (hel ongelijke deel). Ongelijk Provincie ln% deel Gelijk deel Totaal Flevoland 10,34% Noord-Holland 33,26% Utrecht 15,73% Zuid-Holland 40,67% Totaal 100,00% De genoemde bedragen zijn inclusief BTW. De Rekenkamer verslrekl na afloop van hel jaar een opgave van de afgedragen BTW aan de provincies. De provincies kunnen deze omzelbelasling beschouwen als ware deze rechlslreeks in rekening gebracht, zodal compensalie van deze omzetbelasling uil hel BTW-compensaliefonds mogelijk is. 14

15 Lasten In onderslaande label worden de laslen per kostenpost gegeven. Lasten Rekening 2007 Begroting 2008 Begroting 2009 Begroting 2009 na wijziging oorspronkelijk nawiizigingd Personeel (-3%) Inhuur (+53%) Huisvesting en servicekosten (+10%) Informatievoorziening (+27%) Kantoorartikelen (0%) (+4,4%) 'Mutatie ten opzichte van de Begroting 2008 na wijziging Personeel De begroting is ten opzichte van de primilieve begroling met naar beneden bijgesteld, vanwege hel vertrek van Iwee medewerkers en hel zwangerschapsverlof van een medewerker. Eind 2008 is geslart mei de werving van twee nieuwe medewerkers. Naar verwachling zullen de nieuwe medewerkers pas rand mei 2009 in dienst komen. Ten opzichte van 2008 dalen de personele lasten hierdoor met 3%. Inhuur Hel personeelstekort in de eersle helfl van 2009, wordl gecompenseerd door meer op onderzoeksprojeclen in le huren. Ten opzichle van 2008 en de primilieve begroling 2009 neeml de inhuur daardoorfors toe. Huisvesting en servicekosten Op basis van ervaringscijfers uit 2008 is gebleken dal er meer bijeenkomsten worden georganiseerd waarin medewerkers van provinciate rekenkamers kennis en ervaringen delen. De begroting 2009 wordt daarom mei verhoogd. Ten opzichle van 2008 neeml de begroling met 10% toe. Dit komt doordat de Rekenkamer in 2008 geen symposium heeft georganiseerd en hier in 2009 wel weer rekening mee wordt gehouden. In de begroling 2009 zijn daarom exlra kosten voor zaalhuur en consumptie opgenomen. Daarnaast is in de stijging de indexering van de huur en servicekosten meegenomen. Informatievoorziening De begroting voor de informatievoorziening wordl len opzichle van de primilieve begroling niet bijgesleld. Omdal de ICT in 2005 is aangeschaft en in drie jaar is afgeschreven, was de afschrijving in 2008 nagenoeg nul. Voor 2009 wordl rekening gehouden mei meer noodzakelijke ICT-upgrades of vervangingen, zodal de afschrijving in 2009 weer zal toenemen. Ook de koslen voor hel sysleembeheer en de documenlreproductie zijn ten opzichte van 2008 naar boven bijgesteld. Kantoorartikelen Voor het aanpassen van de lasten voor kantoorartikelen is gegeven de realisatie in 2007 en evenluele prijsverhogingen in 2008 en 2009 geen aanleiding. 15

16 Saldo Het beoogde saldo voor 2009 is nul. Indien zich een overschot mochl voordoen, dan wordt dit eventueel gebruikt om de reserves aan te vullen tol maximaal 15% van de bijdragen van de provincies. Hel reslanl vloeit vervolgens terug naar de deelnemende partijen. 2.2 Uiteenzetting Financiele positie Financiering Voor een loelichling op de financiering zie onderdeel baten in paragraaf 2.1. Reserves Beginsaldo Onttrekkingen Toevoegingen Eindsaldo De opgebouwde reserve zal in 2009 in principe niet worden aangesproken. Overeenkomslig de molivalie van de opbouw van de reserve zijn hierop twee uilzonderingen mogelijk: 1. Hel lerslond uilvoeren van eenmalig exlra onderzoek, als de actualiteit daar aanleiding voor geeft. Dankzij de reserve is de Rekenkamer dan niel afhankelijk van het al dan niel beschikbaar slellen van exlra budgel door de provincies. 2. Hel opvangen van onverwachte extra uitgaven van het geprogrammeerde onderzoek. Investeringen De invesleringen van de Randstedelijke Rekenkamer in vasle acliva mei een economisch nul zullen zeer beperkl zijn. De meesle ICT-invesleringen zijn in 2009 afgeschreven en de invesleringen voor de inrichting worden in 2009 afgeschreven. De Rekenkamer houdl wel rekening met enkele nieuwe ICT-investeringen die in 2009 mogelijk noodzakelijk zijn. De waardering van de vaste activa op de balans wordl voor ultimo 2009 daarom geschat op De Rekenkamer invesleert niel in openbare ruimles mei een maalschappelijk nul. De vasle acliva worden volgens de syslematiek uit artikel 8 van de financiele beleids- en beheersverordening afgeschreven. Voorzieningen Er zijn geen bijzondere uilgaven gepland, waarvoor voorzieningen worden gelroffen. 16

17 2.3 Meerjarenraming De begroling van de Randstedelijke Rekenkamer wordl jaarlijks gemdexeerd. Voor 2009 wordt de begroting met 4,4% gemdexeerd (zie paragraaf 2.1). Voor 2010 en verder schat de Rekenkamer de prijsindexering conslanl op 3%. De rentebaten zijn behoudend op geraamd, omdal de rentesland moeilijk le voorspellen is en omdal geen subslantiele toename in hel kasgeld van de Rekenkamer wordt verwachl. In onderslaande label wordt de meerjarenraming lol 2012 gegeven. Lasten (x 1.000) Onderzoeksprogramma 1.465, ,7 (+4,4%) 1.576,6 (+3%) 1.623,9 (+3%) 1.672,6 (+3%) Baten (x 1.000) Bijdragen provincies Rentebaten 1.445,9 20, ,7 (+4,1%) 25,0 (+25%) 1.551,6 (+3%) 25,0 (+0%) 1.598,9 (+3%) 25,0 (+0%) 1.647,6 (+3%) 25,0 (+0%) Saldo (x 1.000) 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 17

18 RANDSTEDELIJKE REKENKAMER Randstedelijke Rekenkamer Teleportboulevard EJ Amsterdam TELEFOON FAX INTERNET Amsterdam 18februari