Ondersteuningsprofiel Bovenschoolse Trajectvoorziening van het Samenwerkingsverband

Transcriptie

1 Ondersteuningsprofiel Bovenschoolse Trajectvoorziening van het Samenwerkingsverband Routing In de bovenschoolse trajectvoorziening (BTV) worden leerlingen opgevangen die om verschillende redenen niet langer op een goede manier aan het onderwijs proces op hun school kunnen deelnemen. Dit zijn bijvoorbeeld leerlingen die langdurig thuis zitten en die ondersteuning nodig hebben om weer een school te gaan bezoeken. De BTV neemt ook leerlingen op die uitgevallen zijn of dreigen uit te vallen op een school voor Voortgezet Onderwijs. De BTV biedt die leerlingen een tijdelijke plek om tot rust te komen, samen te bekijken wat er moet gebeuren om terug te keren naar de school van herkomst of een andere school die beter bij de leerling past. Daarna begeleidt de BTV de plaatsing op de school van herkomst of een andere school waarvoor gekozen is. Leerlingen van de zeven scholen in ons SWV kunnen gebruik maken van het aanbod in de Trajectvoorziening (TV) van het SWV. Dit gaat om het Jac P. Thijsse College, Clusius College en Bonhoeffer in Castricum. Daarnaast gaat het om de vier scholen van het Kennemer College in Beverwijk en Heemskerk: Kennemer Praktijkschool, afdeling Beroepsgericht, MAVO en als laatste de HAVO/VWO afdeling. Momenteel is de TV gehuisvest op het terrein van Heliomare Onderwijs in Wijk aan Zee. Leerlingen worden op de BTV geplaatst door een gezamenlijke aanvraag van hun eigen school, ouders en andere belangrijke betrokkenen. Indien na evaluatie met alle betrokkenen blijkt dat de effecten van het ondersteuningsarrangement (extra ondersteuning, specifieke aanpak, dispensatie) op de school onvoldoende toereikend zijn voor de aanwezige problematiek worden vervolgstappen voor de casus in het kernteam besproken. Wanneer de school aangeeft dat zij handelingsverlegen zijn, wordt door de zorgcoördinator de Teamleider Passend Onderwijs ingeschakeld en bekeken of aan alle voorwaarden is voldaan om de trajectbegeleider van de tussenvoorziening uit te nodigen voor een betrokkenenoverleg. Het bevoegd gezag van de school formuleert heldere vragen voor de aanvraag voor ondersteuning, waarbij wordt beargumenteerd welke interventies voorafgaand zijn ingezet en wat het effect daarvan is. In het betrokkenenoverleg wordt door alle aanwezigen een inschatting van het verwachte effect van de tussenvoorziening van het SWV geschetst. Wat is er nodig en hoe kan dit het beste gerealiseerd worden? Is terugkeer naar de eigen school na uitvoering van het ondersteuningsarrangement mogelijk? In het groeidocument worden op basis van het totale kindbeeld met leerling en ouders doelen opgesteld. Als de doelen getraind zouden kunnen worden in de BTV en ondersteuningsbehoeften van de leerling zijn passend dan wordt gekozen voor de BTV. De consulent van het SWV bespreekt of de ondersteuningstoewijzing transparant en navolgbaar is verlopen: is er voldoende beargumenteerd en gearchiveerd? In dit betrokkenenoverleg worden ook afspraken gemaakt over in welke mate en op welke manier de school van herkomst gedurende de plaatsing van drie maanden in de BTV bezoekt (bijvoorbeeld een bijeenkomst, het maken van toetsen, bijles) en welke gedragsverwachtingen daar bij horen. Indien er voldoende draagvlak is bij ouders, vraagt de teamleider of zorgcoördinator bij het secretariaat van het RASTT de ondersteuning, de aanvraag voor de BTV aan. Het groeidocument en het verslag van het laatste betrokkenenoverleg worden meegestuurd, met daarin de toestemmingsverklaring van ouders. De consulent van het SWV, die bij het laatste betrokkenenoverleg aanwezig was, of de teamleider Passend Onderwijs bespreekt met de RASTT Ondersteuningsprofiel trajectvoorziening Samenwerkingsverband VO Midden-Kennemerland pag. 1

2 leden de aanvraag en de toewijzing wordt beredeneerd. Het verslag dat hiervan wordt gemaakt wordt verstuurd naar ouders en school en dient met een akkoordverklaring door ouders getekend te worden. De formele afhandeling van de inschrijving en bekostiging van het arrangement wordt door de directeur van het SWV en het bevoegd gezag van de aanmeldende school besproken en afgehandeld. Zie beleidsbrief beredenering RASTT, bijlage 1. Organisatie van de bovenschoolse Trajectvoorziening van het SWV: Het inrichten van de Trajectvoorziening heeft als doel om elke leerling een passend onderwijsperspectief te bieden en schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten tegen te gaan. De intensieve ondersteuning om schoolse vaardigheden te trainen en hierbij tegelijk af te stemmen op extra onderwijsondersteuningsbehoeften kan geboden worden in de BTV van het SWV, voor een periode van 3 maanden. De leerling blijft ingeschreven op de school van herkomst, maar gaat naar school in de Trajectvoorziening in Wijk aan Zee, op het terrein van Heliomare Onderwijs. De aanleverende school is aanwezig bij de intake en verzorgt het lesmateriaal, een werkplanning en het nakijken van toetsen en bijhouden van de cijfers, die inzichtelijk zijn voor allen via de digitale leeromgeving. Er worden door de docent en trajectbegeleider van de trajectvoorziening constructieve afspraken met leerling, ouders, school en eventueel hulpverlening gemaakt over de gezamenlijke verantwoordelijkheden. We werken in de TV van het SWV in 3 fases aan schoolse vaardigheden: ondersteuningsfase, vaardighedenfase en oefenen op de school van herkomst of een nieuwe school. In de periode dat de leerling in de trajectvoorziening wordt begeleid reflecteert de leerling dagelijks op zijn houding. Per fase worden verschillende competenties benoemd en gescoord met voldoende, goed of leerpunt. De docent doet dit eveneens en overeenkomsten en verschillen hierover worden besproken. Wekelijks wordt deze informatie naar ouders en betrokkenen gestuurd. Als de intake in Wijk aan Zee plaats vindt zijn de volgende punten gerealiseerd en meegebracht in een map: - Welke vakken heeft de leerlingen? - Welke boeken, leerboeken, werkboeken en welke sites worden er gebruikt per vak? - Zijn er leesboeken nodig? - Is de ELO up to date, en op welke manier wordt er van de ELO gebruik gemaakt? - Welke planning is voor deze leerling gepast? Hoe is de jaarplanner van de school? - Welke toetsen moeten er in de eerste 13 weken gemaakt worden? - Zijn er opdrachten voor beeldende vorming, maatschappelijke stage enz.? - Hoe worden praktijkvakken gecompenseerd? - Zijn er vervangende opdrachten nodig voor bepaalde vakken? - Dient de leerling een profiel- of sectorwerkstuk te maken? Ondersteuningsprofiel trajectvoorziening Samenwerkingsverband VO Midden-Kennemerland pag. 2

3 - Wordt er bijv. een CITO, of andere toets gemaakt op school gedurende de afwezigheid van de leerling? - Is het belangrijk dat de leerling F toetsen voor Nederlands en rekenen gaat oefenen en maken? Fase 1: Ondersteuningsfase Een leerling krijgt een individueel gericht programma aangeboden met als doel: tot rust komen, wennen aan een schoolse setting, hervinden van de eigenwaarde en het behalen van succeservaringen. Er wordt gewerkt aan de schoolse vaardigheden uit fase 1. De medewerkers observeren de leerling en kijken wat er nodig is voor de leerling om het goed te doen op school. Ook worden de verdere stappen in de bovenschoolse voorziening bepaald. Dit wordt samen met de leerling, ouders en school van herkomst besproken, ongeveer 4 weken na plaatsing. Fase 2: Trainingsfase Er wordt gewerkt aan de hand van de schoolse vaardigheden uit fase 2. De leerling gaat samen met en begeleiders in de voorziening aan de slag om de schoolse vaardigheden die in deze fase worden getraind, zich eigen te maken. Na ongeveer 7 weken heeft de trajectbegeleider contact met de school van herkomst (teamleider en of zorgcoordinator) de tot nu toe behaalde resultaten. Vervolgens wordt het adviesgesprek 8 weken na de start gevoerd op de trajectvoorziening waarbij leerling, ouders, docent, begeleiders en zowel de zorg coördinator als de teamleider van de aanleverende school aanwezig zijn. In dit gesprek wordt de planning van en begeleiding bij de overstap besproken. Fase 3: Plaatsingsfase Wanneer duidelijk is waar de leerling naar toe gaat na de periode op de bovenschoolse voorziening worden er afspraken gemaakt met die betreffende school over de terugkeer of een overstap. Daar past een (eventueel gefaseerde) terugkeer of overstap in, een kennismaking met de mentor en de klas van die school. Het onderwijs staat binnen de BTV centraal waarmee we een doorlopend onderwijsaanbod realiseren en de kans op het behalen van het diploma vergroten. De voorwaarde en daarmee de kracht van de BTV is dat ouders en leerling meewerken aan benodigde ondersteuning, in de vorm van hulpverlening en of aanvullende begeleiding. Dit kan zowel worden ingezet voor de leerling als voor de onderwijs-ondersteunende houding van ouders. Na vier weken vindt er met leerling, ouders, de zorgcoordinator en (externe) begeleiders een tussentijdse evaluatie plaats. Totstandkoming advies vervolgplek De docent, trajectbegeleider en teamleider van de Trajectvoorziening geven handelingsadviezen aan de leerling, ouders en de school van herkomst. Zij Ondersteuningsprofiel trajectvoorziening Samenwerkingsverband VO Midden-Kennemerland pag. 3

4 doen een uitspraak over de best passende vervolgplek voor de leerling. Dit gebeurt op basis van wat de leerling heeft laten zien, het effect van het trainen van de schoolse vaardigheden, de mate waarin de leerling gezag opvolgt en bijdraagt aan een goede groepssfeer. Als een leerling op reguliere wijze de voorziening verlaat, wordt dit begeleid met een plan. Dit plan wordt besproken met de leerling, ouders, de school en eventueel de instantie, die betrokken is. Daarin zijn ook onze adviezen betrokken. Tijdens de periode in de BTV kunnen wij tot het advies komen dat terugkeer naar dezelfde school en/of niveau niet wenselijk is. Dan wordt een ander type onderwijs of ander niveau geadviseerd. De school van herkomst verzoekt de BTV om de schoolse vaardigheden van een leerling te trainen en conformeert zich aan het advies van de BTV, dat bij 8 weken na de start gegeven wordt. De school van herkomst is bij dit gesprek aanwezig. Er wordt een plan voor terugkeer of een overstap gemaakt. Indien de leerling kan terugkeren wordt in het betrokkenenoverleg plaats voor de weken 8-12 een terugkeerschema gemaakt. Zelfstandig reguleren van gedrag Indien een leerling in de trajectvoorziening zelfstandig in staat is om zijn werk te maken, aanspreekbaar te zijn, aanwijzingen op te volgen en heeft bijgedragen aan een goede groepssfeer zou het alsnog zo kunnen zij dat na 8 weken wordt geadviseerd om niet terug te keren naar de school van herkomst. Hier kunnen verschillende redenen aan ten grondslag liggen, de mate waarin de leerling ondersteuningsbehoeften laat zien is bepalend. Een leerling kan op het reguliere onderwijs immers beperkt ondersteund worden. Daar komt een leerling opnieuw in een grote klas, in een groter schoolgebouw met bijbehorende prikkels en afleiding, met veel verschillende docenten, veel lokaalwisselingen. Wanneer na 8 weken intensief werken aan schoolse vaardigheden blijkt dat naar het inzicht van de docent, trajectbegeleider en de teamleider dat de leerling niet in staat is om hierna zelfstandig, zonder de ondersteuning uit de trajectvoorziening, te functioneren op de school van herkomst, dan wordt geadviseerd om naar een andere school over te stappen. Hierbij wordt geopperd welk passend aanbod zou aansluiten bij de behoeften van de leerling. In een aantal gevallen zal dat op een andere reguliere school kunnen zijn, en anders zou het best passende aanbod in het Voortgezet Speciaal Onderwijs (VSO) zijn. Dit zou kunnen leiden tot een teleurstelling bij een leerling, aangezien die mogelijk het gevoel heeft dat dit niet juist is om verschillende redenen. Dit proberen we te voorkomen door dagelijks transparant te zijn en de houding van de leerling te beoordelen, gekoppeld aan gedrag dat passend is voor een bepaalde vorm van onderwijs. Ouders krijgen wekelijks een overzicht van de beoordelingen van competenties van de leerling: goed, voldoende, leerpunt. Als een leerling zo profiteert van de ondersteuning in de kleinschalige setting wordt er door de school van herkomst een TLV aanvraag gedaan bij het RASTT, hier draagt de trajectbegeleider zorg voor. Bij aanname van een leerling heeft de BTV de zorg voor een goede uitvoering van het inhoudelijke proces. Mocht de BTV om enigerlei reden niet in staat blijken het gewenste proces te kunnen waarborgen, dan wordt er een betrokkenenoverleg met alle betrokkenen georganiseerd om een nieuw plan te maken. Ondersteuningsprofiel trajectvoorziening Samenwerkingsverband VO Midden-Kennemerland pag. 4

5 Waar onze competentie tekort schiet, zoeken, adviseren en verwijzen wij door. Indicatie De Trajectvoorziening biedt ondersteuning aan leerlingen en het systeem in geval er behoefte is aan: 1. Intensieve individuele begeleiding op het gebied van schoolse vaardigheden: werkhouding, taakaanpak, concentratie, informatie verwerken, plannen en organiseren. 2. Het coachen op basisgedrag in de klas: communiceren, samenwerken, problemen oplossen, sociaal-emotionele ontwikkeling. 3. Intensieve begeleiding op het gebied van de sociaal-emotionele ontwikkeling bij leerlingen met psychologische factoren die de ontwikkeling belemmeren, waarbij er nog geen sprake is van intensievere vormen van onderwijs en behandeling. 4. De leerling helpen te leren reflecteren op en bijstellen van attitude, autonomie en zelfstandigheid. 5. Tijdelijke plaatsing vanwege het ontbreken van voorwaarden voor schoolgang naar het regulier VO: crisisinterventie. 6. De periode heeft als doel de leerling een tijdelijke plek te geven om tot rust te komen. Beoogde opbrengsten: Inschatten in hoeverre de ontwikkeling van het kind wordt beïnvloed door kindkenmerken, factoren in het gezin, vrije tijd, of te zien in hoeverre het kind afhankelijk is van omgevingsfactoren: kleine groep, veel aandacht. Samen te bekijken of het mogelijk is om vaardigheden te ontwikkelen die het misschien mogelijk maken om weer terug te keren naar de school van herkomst. Of samen te onderzoeken of er een andere reguliere of speciale VO school is waar de leerling beter past. Kader en Verantwoordelijkheid i.r.t. plaatsing binnen de TV: De leerling blijft ingeschreven op de eigen school en valt onder de verantwoordelijkheid van het betreffende MT-lid van de school. De school van herkomst wijst een casemanager aan die voorziet in de schoolmaterialen, het nakijken van toetsen en het communiceren over cijfers. Ondersteuningsprofiel trajectvoorziening Samenwerkingsverband VO Midden-Kennemerland pag. 5

6 De school van herkomst verzoekt de BTV om de schoolse vaardigheden van een leerling te trainen en conformeert zich aan het advies van de BTV. De casemanager van school draagt het volledig dossier met OPP, contactgegevens van betrokkenen over aan de trajectbegeleider van de Trajectvoorziening van het SWV. Hiervoor geven ouders toestemming tijdens het betrokkenenoverleg voor de aanvraag BTV. De docenten uit de Trajectvoorziening onderhouden wekelijks contact met de ouders van de leerling en spreken af hoe zij op welke manier en met welke frequentie zij contact houden met de casemanager. Als de BTV verzuim constateert dan wordt dat besproken met de betrokken leerling en ouders en gemeld bij de school van herkomst. Die school maakt dan melding van het verzuim en informeert hiermee de leerplichtambtenaar. Indien een leerling frequent ziek gemeld wordt dan kan de schoolverpleegkundige of schoolarts de leerling oproepen. Heldere voorwaarden De Tussenvoorziening is toegankelijk voor alle leerlingen van VO-scholen binnen het samenwerkingsverband VO Midden-Kennemerland, na toewijzing volgens de bovenstaande procedure van het samenwerkingsverband VO MK. Zie beleidsbrief ondersteuningstoewijzing RASTT, bijlage 1. Er zijn met leerling, ouders en school van herkomst heldere afspraken over voorwaarden voor (mogelijke) terugkeer gemaakt. In het traject dat ongeveer 12 weken duurt werkt de leerling aan het verbeteren van vaardigheden op het gebied van leer- en gedragsontwikkeling. Hierbij wordt met name gericht op de werkhouding, het zorgen voor een goede groepssfeer en het opvolgen van gezag. Praktische informatie, zie infogids bijlage 2. De leerling komt volgens afgesproken uren en programma op de Trajectvoorziening. Zie hiervoor de infogids voor de trajectvoorziening, bijlage 2. De school waar de leerling staat ingeschreven levert een volledig pakket met onderwijsmaterialen (boeken, studieplanner, toetsen) aan. Indien gewenst verzorgt de school waar de leerling staat ingeschreven een deel van de ondersteuning en uitleg op schoolwerk aan de leerling. Dit gebeurt onder begeleiding van de trajectbegeleider en docent van de TV. Er zijn afspraken gemaakt over de frequentie en de manier van het contact met de aanleverende school: terugkoppeling van verloop, (tussentijdse) evaluatie, aanleveren en nakijken van toetsen en schoolwerk. Het vervoer vindt zelfstandig plaats of is door ouders met de gemeente geregeld. Dit kan eventueel plaatsvinden met behulp van het SWV Ondersteuningsprofiel trajectvoorziening Samenwerkingsverband VO Midden-Kennemerland pag. 6

7 Rooster BTV Opstarten Werktijd Werktijd Pauze Werktijd Werktijd Pauze Techniek Techniek Afsluiten Opstarten Fitness Fitness Pauze Werktijd Werktijd Pauze Burgerschap Burgerschap Afsluiten Opstarten Werktijd Werktijd Pauze Werktijd Werktijd Pauze Techniek Techniek Afsluiten Opstarten Werktijd Werktijd Pauze Werktijd Werktijd Roostervrij Huiswerk Huiswerk Afsluiten Opstarten Gym Gym Pauze Evaluatie doelen Werktijd Pauze Talent Talent Afsluiten Bekostiging en aansturing De plaatsing van de leerling binnen de Trajectvoorziening wordt bekostigd uit twee delen: een vast bedrag vanuit de TV vanuit het SWV en een deel vanuit de bekostiging van de aanleverende school (3 maanden X maandelijks lumpsumbedrag). De directeur van het Samenwerkingsverband, Seline Kloosterman vormt het bevoegd gezag De docent, trajectbegeleider en leraarondersteuner uit de Trajectvoorziening werken samen met teamleider Marjolijn Loos als het gaat om de cyclus van handelingsgericht werken en bijbehorende pedagogisch-didactische aanpak. In het geval een leerling niet tot werken komt in de trajectvoorziening kan Jochem Luijckx, locatieleider VSO Heliomare betrokken worden. Visie van de voorziening A. Uitgangspunten HGW: 1. Onderwijsbehoeften staan centraal. 2. Er wordt ondersteunend ingezet op de voorwaarden om toe te komen aan het werken aan de onderwijsbehoeften. Ondersteuningsprofiel trajectvoorziening Samenwerkingsverband VO Midden-Kennemerland pag. 7

8 3. Het gaat om afstemming en wisselwerking met de leerling, ouders, aanleverende school en eventueel hulpverlening. 4. De leerkracht doet ertoe en heeft een sleutelfunctie in de ontwikkeling van de leerling. 5. Positieve aspecten zijn van groot belang. 6. We werken constructief samen aan het te behalen resultaat en traject. 7. We werken doelgericht aan het te behalen resultaat en traject. De werkwijze is systematisch en transparant. B. Op oplossingsgerichte werkwijze trainen we schoolse vaardigheden: 1. Werken aan wat werkt. 2. Om verandering op gang te brengen is hoe je met elkaar omgaat van cruciaal belang: een goede samenwerkingsrelatie is de motor van verandering. 3. Maak gebruik van wat er al is. 4. Simpel werkt vaak het beste. 5. Wat je aandacht geeft groeit. Aanpak Vanwege de diversiteit in niveau, leer-en gedragsontwikkeling en hulpvraag binnen de leerlingpopulatie wordt de didactische en pedagogische aanpak gestuurd op basis van de specifieke onderwijs-ondersteuningsbehoeften. Er wordt gedifferentieerd gewerkt, zowel aan de doelen uit het ontwikkelplan binnen de Trajectvoorziening als aan de voorgeschreven leerstof vanuit de voorgaande opleiding. Onze voorziening is een kleinschalige specialistische setting waarbij de leerling kan werken aan zijn ontwikkelingsperspectief, met gebruikmaking van: 1. De hoeveelheid aandacht in de groep Er staat een leerkracht in de groep, voor vijf dagen per week. De leerkracht maakt gebruik van de inzet van een part-time leraarondersteuner. Op meerdere momenten in de week werkt de docent samen met de trajectbegeleider. De teamleider van de trajectvoorziening is orthopedagoog en bespreekt wekelijks de ontwikkelingen en behoeften van de leerlingen door. Er worden afspraken gemaakt over het benutten van deze expertise in de gehele groep, of in individuele begeleiding van de leerling. in Omdat de groep maximaal 8-10 leerlingen ontvangt is de hoeveelheid aandacht voor de individuele leerling groot. Een leerling ontvangt hierdoor meer instructie en feedback per persoon dan op het reguliere onderwijs mogelijk is. Ondersteuningsprofiel trajectvoorziening Samenwerkingsverband VO Midden-Kennemerland pag. 8

9 We zullen in aansluiting op de onderzoeksresultaten die John Hattie in Visible Learning na grootschalige onderzoeksanalyses deed, inzetten op de volgende interventies, om de ontwikkeling van de leerling zoveel mogelijk te stimuleren, in volgorde van voorspellers van succes: 1. Verwachting van de leerling ten aanzien van prestaties 2. Verdiepend groepsgesprek houden om een hoger niveau van denken te bereiken: waar sta je, wat is je perspectief? 3. Gerichte feedback geven en zichtbaar maken: wat is je doel, hoe kijk je terug op je opbrengst en inzet? 4. Studievaardigheden aanleren 5. Coöperatief leren en zo de taal van leren bespreekbaar maken 6. Huiswerk maken (indien de geplande stof tijdens werktijd niet is afgemaakt) 7. Geïndividualiseerde instructie geven Pedagogische aanpak: Door de hoeveelheid aandacht, de persoonlijke benadering en de mogelijkheid om te differentiëren in kwantiteit en tempo zal bij de leerling het gevoel van competentie toenemen. Tegelijkertijd wordt in toenemende mate, afhankelijk van de fase waarin de leerling zit, een beroep gedaan op het gevoel van autonomie. Leerlingen worden getraind om zelfstandiger te worden in het uitvoeren van schoolse vaardigheden. Het gevoel gezien, gehoord en gekend te worden zal de leerling bevestigen in het gevoel van relatie. Wij verwachten op basis van onze eerdere ervaring dat dit de ontwikkeling van de leerling ten goede komt. Didactische aanpak: In de TV wordt het directe instructiemodel toegepast. Dit is een lesmodel dat uitgaat van de verschillende leervermogens van kinderen. Leerlingen verschillen van elkaar in de manier en snelheid van leren. Sommige leerlingen begrijpen de instructie snel en willen vlot aan de slag, anderen hebben meer uitleg nodig. Daar is in het Directe Instructiemodel rekening mee gehouden. Er zit structuur in de aanpak, want elk begeleidingsmoment tijdens werktijd bestaat uit een aantal fasen: 1. terugblik 2. Oriëntatie 3. Instructie 4. Begeleid inoefenen 5. Controle 6. Verwerking 7. Afronding. Ondersteuningsprofiel trajectvoorziening Samenwerkingsverband VO Midden-Kennemerland pag. 9

10 De leerkracht controleert in grote mate het leerproces. Dit model is vooral effectief bij leerlingen die veel begeleiding en een actieve instructie nodig hebben. 2. Onderwijsmaterialen De aanleverende school levert een volledig pakket met onderwijsmaterialen voor de betreffende leerling. Dit bestaat uit een studieplanner, schoolboeken en toetsen. Omdat vanwege organisatorische redenen het niet mogelijk is om instructie door een professional te geven op ieder specifiek vakgebied zal het leerrendement van de leerling in de TV mogelijk lager zijn dan op de school van herkomst. Om die reden is het vrijwel onmogelijk om eerder opgelopen achterstanden in te halen. Hierover dienen afspraken gemaakt te worden bij het intakegesprek tussen de docent van de TV, de casemanager van de aanleverende school, de ouders en de leerling. Indien dit wordt afgesproken zal de leerling thuis huiswerk moeten maken en moeten leren voor toetsen. Dit vindt meestal plaats in de 2 e of 3 e fase, maar kan ook worden ingezet in de 1 e fase als dat doel belangrijk is voor de ontwikkeling van de leerling. Er wordt bij iedere leerling gekeken naar de realisatie van een maatwerktraject waarin symbiose een mogelijkheid is. Denk hierbij aan een samenwerking met Heliomare Onderwijs of een reguliere VO-school, mogelijk de school van herkomst voor het volgen van een aantal (praktijk)vakken die niet geboden kunnen worden in de Trajectvoorziening. Er wordt bij iedere leerling gekeken naar de realisatie van een maatwerktraject waarin symbiose een mogelijkheid is. Denk hierbij aan een samenwerking met Heliomare Onderwijs of een reguliere VO-school, mogelijk de school van herkomst voor het volgen van een aantal (praktijk)vakken die niet geboden kunnen worden in de Trajectvoorziening. Het traject vindt wel of niet plaats in combinatie met een stage. Er worden afspraken gemaakt over wie de stagebegeleiding op zich neemt. Tijdens de (tussentijdse) evaluatie worden de afspraken over het leerrendement gewogen op haalbaarheid en zo nodig aangepast. 3. De ruimtelijke omgeving De leerling kan in een rustige omgeving tot leren komen. Door de kleinschalige setting en de situering op het neutrale schoolterrein zijn er minimale prikkels voor de leerling en zullen zij zodoende minder getriggerd worden dan op de school van herkomst. Eerdere ervaringen leerde ons dat dit meermaals de leer- en gedragsontwikkeling ten goede komt. Wanneer een leerling goed gedijt in deze omgeving en eerder tot werken komt zal deze informatie meewegen in het advies voor de vervolgplek. 4. Expertise De docent en de satellietbegeleider zijn competent in het omgaan met leerlingen met specifieke onderwijs-ondersteuningsbehoeften op het gebied van; Leerontwikkeling: werkhouding, taakaanpak, concentratie, informatie verwerken en plannen en organiseren. Gedragsontwikkeling: basisgedrag in de klas, communiceren, samenwerken, problemen oplossen en sociaal-emotionele ontwikkeling. De professionals bieden structuur en voorspelbaarheid in een rustige omgeving waar men respectvol met elkaar omgaat. Ondersteuningsprofiel trajectvoorziening Samenwerkingsverband VO Midden-Kennemerland pag. 10

11 De docent zet vaardigheden in ter stimulering van de motivatie en activiteit. Hij stimuleert de leerling en de groep inzicht in gedrag en sociale interacties te ontwikkelen. Hij traint de leerling in schoolse vaardigheden in het traject gedurende 3 fases: ondersteuningsfase, vaardighedenfase en terugkeerfase. 5. Samenwerking met externe instanties die zich ook met de ondersteuning van de leerling bezig houden Wij bieden een multidisciplinaire aanpak: we maken constructieve afspraken met leerling, ouders, school en hulpverlening. Indien nodig kan worden geadviseerd om onderzoek of hulpverlening in te zetten. Vanwege de samenwerking met Heliomare Onderwijs is het goed mogelijk om gebruik te maken van de kennis, ervaring, mogelijkheden en ruimtes bij Heliomare Onderwijs VSO. Daarnaast kan de voorziening een beroep doen op de expertise van de orthopedagoog van het SWV. Educatief partnerschap De school spreekt met leerling en ouders en betrokkenen over het verzoek tot een arrangement van het SWV, voor de BTV, middels aanmelding bij het RASTT. De ouders zijn na deze bespreking door de school goed geïnformeerd over verbetering van de voorwaarden voor schoolgang, schoolse vaardigheden en onderwijsondersteunende houding door ouders. Deze afspraken worden in een overeenkomst met ouders en leerling vastgelegd. Het docententeam van de TV zijn goed geïnformeerd over de leerling, het beoogde traject en wat er van een ieder verwacht wordt. Informatieoverdracht De casemanager van de aanleverende school organiseert een goede overdracht van het leerlingdossier met gegevens van betrokkenen en het groeidocument waarvan bij de intake met leerling, ouders, school, relevante betrokkenen en de coördinerende docent gebruik wordt gemaakt. De betrokken hoofdbehandelaar/ hulpverlener is verantwoordelijk als het gaat om het geven van een inschatting wat we kunnen verwachten van leerling ten aanzien van zijn vaardigheden en behoeften op specifieke domeinen die van toepassing zijn bij de leerling. Alle betrokkenen zijn geïnformeerd en conformeren zich aan de aanpak. De leerplichtambtenaar (LPA) kan op de hoogte worden gesteld van plaatsing in de BTC, en indien noodzakelijk betrokken bij de evaluatie en het maken van afspraken gedurende het traject. A. Intakefase Zie bijlage 3 voor het groeidocument en bijlage 4 voor het formulier A Betrokkenenoverleg voor aanvraag BTV. Ondersteuningsprofiel trajectvoorziening Samenwerkingsverband VO Midden-Kennemerland pag. 11

12 Profiel Docent tussenvoorziening Opleiding en ervaring: Kennis, inzicht en vaardigheden: Instelling, houding en visie: Begeleiden van de leerling: De ideale begeleider: Beschikt over een afgeronde opleiding op minimaal HBO-niveau (bijv. lerarenopleiding, PABO, SPH of Pedagogiek) met een aanvullende special (bv. Master SEN,; IB-opleiding, SO-specialisatie). Heeft aantoonbare werkervaring en affiniteit met de doelgroep en is in staat vanuit zijn professionaliteit en natuurlijk overwicht gesprekken met leerlingen, ouders, docenten, zorgcoördinatoren, afdelingsleiders en hulpverleners te begeleiden. Kan aantoonbaar adviseren over haalbare pedagogische, didactische en organisatorische zaken en leerlingen en hen passend begeleiden. Heeft zicht op de mogelijkheden binnen de ondersteuningsstructuur op V(S)O scholen. Heeft ervaring met het werken in het voortgezet onderwijs. Inzicht in onderwijs-ondersteuningsbehoeften van leerlingen. Hij/zij beschikt over coachingsvaardigheden en uitstekende communicatieve-en gespreksvaardigheden. Kennis van en vaardigheden om handelingsgericht te werken. Oplossingsgericht, doelgericht en planmatig kunnen (samen) werken. Beschikt over goede schriftelijke vaardigheden in het kader van handelingsplanning. Kan een vertrouwensrelatie met leerlingen; ouders en teamleden opbouwen en onderhouden. Is in staat in te schatten of hulpverlening nodig is. Kan constructief samenwerken met hulpverleners. Heeft inzicht in strategisch werken en kan rekening houden met diverse belangen en kan daar passend in handelen. Heeft affiniteit met Passend Onderwijs. Hij/ zij is representatief, is een multi-taskende troubleshooter en werkt pro-actief. Hij/ zij is een doelgerichte procesbegeleider en kan omgaan met weerstand. Kan binnen de opdracht van Passend Onderwijs zelfstandig binnen het concept van de Satellietvoorziening werken en functioneren. Beschikt over zelf reflecterende kwaliteiten en incasseringsvermogen. Heeft zicht op de mogelijkheden binnen het regulier onderwijs. Heeft zicht op het functioneren van- en kan leraren begeleiden bij het vertalen van de juiste aanpak en begeleiding van de lln. Stelt zich collegiaal en gelijkwaardig op. Is bereid mee te werken aan brede inzetbaarheid. Het begeleiden van schoolse vaardigheden bij de leerlingen: werkhouding, taakaanpak, concentratie, informatie verwerken, plannen en o Het coachen op basisgedrag in de klas: communiceren, samenwerken, problemen oplossen, sociaal-emotionele ontwikkeling. Het geven van feedback aan de leerling om zelfreflectie van leerling te stimuleren ten aanzien van vaardigheden op het gebied van attitu Het voeren van begeleidingsgesprekken met de leerling; de ouders/verzorgers; de school en eventueel hulpverlening. Planmatig werken met de leerling en het team, vanuit de onderwijs-ondersteuningsbehoeften van de leerling; Informatie overdragen aan de zorgcoördinator in verband met afstemming van de ondersteuning binnen de school en de keten. Ondersteuningsprofiel trajectvoorziening Samenwerkingsverband VO Midden-Kennemerland pag. 12

13 Geven van handelingsadviezen Kan in opdracht van het schakelloket van het samenwerkingsverband (RASTT) zelfstandig de casus uitvoeren, en overlegt strategie met C Onderwijs Samen met de zorgcoördinator in kaart brengen hoe de docenten ondersteund kunnen worden bij hun handelingsvragen; Het geven van pedagogische, didactische en organisatorische adviezen aan het docententeam voor de klassen- en/of schoolsituatie of op met de specifieke behoeften van de leerling; Ondersteuningsprofiel trajectvoorziening Samenwerkingsverband VO Midden-Kennemerland pag. 13