Brussel, COM(2015) 572 final

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Brussel, COM(2015) 572 final"

Transcriptie

1 EUROPESE COMMISSIE Brussel, COM(2015) 572 final MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITE, HET COMITE VAN DE REGIO'S EN DE EUROPESE INVESTERINGSBANK Stand van de energie-unie 2015 {SWD(2015) 208} {SWD(2015) 209} {SWD(2015) 217 à 243} NL NL

2 1. INLEIDING De "kaderstrategie voor een schokbestendige energie-unie met een toekomstgericht beleid inzake klimaatverandering" van de Europese Commissie 1 heeft een nieuwe impuls gegeven om de overgang naar een koolstofarme, energiezekere en concurrerende economie tot stand te brengen. Om die impuls in stand te houden, wordt in deze eerste stand van de energie-unie 2 gekeken naar de vorderingen die de afgelopen negen maanden zijn gemaakt en naar de belangrijke kwesties die in 2016, een uiterst belangrijk jaar voor de totstandbrenging van de energie-unie, bijzondere politieke aandacht vergen 3. Over enkele dagen zullen de wereldleiders in Parijs bijeenkomen om tot overeenstemming te komen over de manier waarop de klimaatverandering, een van de grootste problemen waarmee de mensheid wordt geconfronteerd, moet worden aangepakt. In de stand van de energie-unie wordt de aandacht gevestigd op de bijdrage van Europa aan de onderhandelingen van Parijs en op de follow-up. De vooraanstaande rol die Europa speelt bij de overgang naar een koolstofarme economie moet na Parijs worden voortgezet, zowel door middel van de verwezenlijking van de klimaat- en energiedoelstellingen voor 2030 als door een samenhangende energie- en klimaatdiplomatie, waarmee wordt gewaarborgd dat alle landen hun toezeggingen nakomen. Er zijn sterke zakelijke argumenten voor deze overgang. Toonaangevende Europese bedrijven veranderen op dit moment hun bedrijfsmodel. Hernieuwbare energie en energie-efficiëntie zorgen voor werkgelegenheid in Europa, waarvoor nieuwe vaardigheden en investeringen nodig zijn. Een groot aantal van de veranderingen in verband met deze overgang zal plaatsvinden in steden en gemeenten; als onze steden slimmer worden, zijn zij van doorslaggevend belang voor het EU-beleid betreffende duurzame energie. De elektriciteits- en gasmarkten werken nog niet zoals zij zouden moeten werken. Om ervoor te zorgen dat de overgang naar een koolstofarme economie en maatschappij succesvol en sociaal rechtvaardig plaatsvindt, moeten de burgers meer hun verantwoordelijkheid nemen, profiteren van nieuwe technologieën en van meer concurrentie, waardoor hun energierekening lager uitvalt, en een actievere rol op de markt spelen. In 2015 bleef energie vanwege geopolitieke gebeurtenissen in onze directe omgeving hoog op de agenda staan. Wat betreft de aanpak van deze problemen zijn energiezekerheid, efficiëntie, de ontwikkeling van infrastructuur, de voltooiing van de interne energiemarkt en duurzaamheid onlosmakelijk met elkaar verbonden. De tweede lijst van projecten van gemeenschappelijk belang bevat de infrastructuurprojecten die dringend nodig zijn om aan onze beleidsdoelstellingen op het gebied van energie te voldoen. In de stand van de energie-unie worden de belangrijkste bouwstenen gepresenteerd voor een implementatiemechanisme waaruit voorspelbaarder, transparanter en stabieler beleid voortkomt. De richtsnoeren inzake geïntegreerde nationale energie- en klimaatplannen vormen de basis waarop de lidstaten kunnen beginnen met de ontwikkeling van die plannen voor de periode De voorgestelde methodologie betreffende kernindicatoren is de COM(2015) 80 final. Deze mededeling gaat vergezeld van een reeks verslagen en werkdocumenten die een eerste stap zijn in de richting van het stroomlijnen van de rapportageverplichtingen van de Commissie. Werkprogramma van de Commissie, COM(2015) 610 final. Alle voorstellen worden in overeenstemming de beginselen van subsidiariteit, evenredigheid en betere regelgeving opgesteld. Sommige van deze voorstellen zullen REFIT-initiatieven zijn. 2

3 eerste stap in de richting van het meten en monitoren van de totstandbrenging van de energieunie. De afgelopen maanden heeft de Commissie een groot aantal lidstaten bezocht om met de meest uiteenlopende belanghebbenden over de energie-unie te praten. Daarnaast is met alle lidstaten op technisch niveau gepraat. Op basis daarvan heeft de Commissie voor elke lidstaat een beoordeling inzake de energie-unie alsmede beleidsconclusies voor alle vijf de dimensies van de energie-unie opgesteld. 2. HET KOOLSTOFARM MAKEN VAN DE ECONOMIE Geboekte vooruitgang De economie van de EU is momenteel de meeste koolstofefficiënte grote economie van de wereld. Onze economie is er met name in geslaagd economische groei los te koppelen van broeikasgasemissies. Tussen 1990 en 2014 is het gecombineerde bruto binnenlands product van de EU met 46 % gegroeid, terwijl de totale broeikasgasemissies met 23 % zijn afgenomen. De EU is een van slechts drie grote economieën 4 die meer dan de helft van hun elektriciteit opwekken zonder broeikasgassen te produceren 5. Een van de doelstellingen van de strategie voor de energie-unie is de economie minder afhankelijk van fossiele brandstoffen te maken. In 2015 zijn er vorderingen gemaakt op drie gebieden die de kern van deze overgang vormen: emissiehandel, hernieuwbare energie en verdere investeringen in koolstofarme technologieën en energie-efficiëntie. Door de overeenkomst betreffende de invoering van de marktstabiliteitsreserve, die met ingang van 2019 van kracht wordt, zal het EU-emissiehandelssysteem (ETS) worden versterkt. In juli 2015 heeft de Commissie een voorstel gedaan om het EU-ETS te herzien. Dit is de laatste maatregel waarmee het EU-ETS geschikt wordt gemaakt om optimaal te functioneren als voornaamste Europese instrument om de doelstelling inzake broeikasgasemissies voor 2030 te halen. De Commissie vraagt het Europees Parlement en de Raad met klem om het voorstel met voorrang te behandelen. Ter ondersteuning van de ambitie om nummer één te worden op het vlak van hernieuwbare energie, heeft de Commissie in juli 2015 een consultatieve mededeling inzake een nieuwe opzet van de elektriciteitsmarkt uitgebracht die er met name op is gericht de markt geschikt te maken voor een toenemend aandeel hernieuwbare energie. Hernieuwbare energiebronnen zijn algemeen aanvaard en gangbaar aan het worden. Zij voorzien reeds in de behoeften van 78 miljoen Europeanen en de EU ligt op schema om haar streefcijfer van 20 % eindenergieverbruik uit hernieuwbare bronnen tegen 2020 te halen. De overgang naar een koolstofarme economie vergt aanzienlijke investeringen, met name in elektriciteitsnetten, productie, energie-efficiëntie en innovatie 6. De EU-begroting draagt bij tot de verwezenlijking van deze verschuiving doordat klimaatdoelstellingen in alle relevante beleidsinitiatieven zijn geïntegreerd, waarbij wordt gewaarborgd dat ten minste 20 % van de EU-begroting voor klimaatrelevant is. Dat komt neer op ongeveer 180 miljard EUR voor de periode Meer dan 110 miljard EUR wordt ter beschikking gesteld De andere twee economieën zijn Brazilië en Canada. 27 % wordt opgewekt uit hernieuwbare bronnen en 27 % uit nucleaire energie. COM(2014) 15 en de bijbehorende effectbeoordeling. 3

4 via de Europese structuur- en investeringsfondsen (ESIF). Daarnaast behoren projecten op het gebied van duurzame energie tot de eerste projecten waarvoor een garantie in het kader van het Europees Fonds voor strategische investeringen (EFSI) is goedgekeurd. Deze projecten vinden met name plaats in Denemarken, Finland, Frankrijk, Spanje en het Verenigd Koninkrijk. In maart 2015 heeft de EU een bindende interne emissiereductiedoelstelling voor de hele economie van ten minst 40 % tegen 2030, vergeleken met de niveaus van 1990, vastgesteld, uitgaande van het energie- en klimaatkader voor 2030 van de Commissie. In september 2015 heeft de EU haar standpunt voor de klimaatconferentie van Parijs (COP21) vastgesteld 7. Daarin wordt bevestigd dat de EU bereid is tot ambitieuze, bindende en transparante klimaatafspraken op wereldschaal te komen op basis waarvan een duidelijk gedefinieerde weg wordt ingeslagen om de stijging van de wereldwijde gemiddelde temperatuur te beperken tot minder dan 2 C. Op het moment dat deze stand van de energie-unie werd aangenomen, hadden meer dan 160 landen, die samen meer dan 90 % van de huidige wereldwijde emissies vertegenwoordigen, hun voorgenomen nationaal vastgestelde bijdrage ("Intended Nationally Determined Contribution" of "INDC") gepresenteerd. De omvang van deze bijdragen is ongekend en het gevolg zal een significante daling van de emissies over de hele wereld zijn: het zijn geen maatregelen door enkele partijen meer, zoals in het kader van Kyotoprotocol, maar maatregelen door alle partijen. Om deze doelstellingen te behalen, moeten er op lokaal niveau nog doortastendere maatregelen worden genomen. Met dat doel voor ogen heeft de Commissie op 15 oktober 2015 een bijeenkomst van vertegenwoordigers van steden en gemeenten georganiseerd om een nieuw Burgemeestersconvenant te lanceren, waarvan matigings- en aanpassingsinitiatieven met betrekking tot klimaatverandering deel uitmaken. Het lanceren van een mondiaal Burgemeestersconvenant zal lokale overheden in de hele wereld aanmoedigen om maatregelen te treffen, onder meer in regio's die tot nu toe afzijdig zijn gebleven. Daarnaast zullen meer dan bedrijven toezeggingen doen om in het kader van COP21 actie te ondernemen. Door de praktische uitvoering van die toezeggingen ontstaan aanzienlijke zakelijke mogelijkheden voor innovatieve EU-ondernemingen en worden de werkgelegenheid en groei in de EU bevorderd. Toekomstige stappen Alle landen moeten hun toezeggingen na afloop van de klimaatconferentie van Parijs meteen in concrete beleidsmaatregelen omzetten. De Commissie is daarom van plan om in de eerste helft van 2016 met voorstellen te komen betreffende de verwezenlijking van de doelstelling inzake reductie van niet-ets-emissies met 30 % in vergelijking met 2005 door nationale reductiedoelstellingen betreffende broeikasgassen vast te stellen en werk te maken van de integratie van de sector landgebruik, verandering in landgebruik en bosbouw (LULUCF). Aangezien een derde van de broeikasgasemissies in de niet-ets sectoren afkomstig is van vervoer, is de Commissie van plan een mededeling uit te brengen over maatregelen die nodig zijn om alle vervoerswijzen koolstofarm te maken. Vervolgens zijn er voorstellen gepland, onder meer betreffende CO2-emissienormen voor auto's en bestelwagens, toezicht op zware voertuigen, billijke en efficiënte prijsstelling alsmede markttoegangsregels voor wegvervoer. 7 Conclusies van de Raad Milieu van

5 De doeltreffende handhaving van wettelijke normen is van cruciaal belang voor het verlagen van emissies in het wegvervoer. Metingen door testsystemen van de emissie van broeikasgassen en bepaalde luchtverontreinigende stoffen zijn veel te laag uitgevallen. De Commissie bereidt daarom een voorstel voor dat inhoudt dat in de EU de wereldwijde testprocedure voor lichte voertuigen ("Worldwide Harmonised Light vehicles Test Procedure" of "WLTP") wordt toegepast 8. Bij de inwerkingtreding in 2017 levert dit nauwkeurigere informatie over CO2-emissies en brandstofverbruik op. Daarnaast zullen met ingang van 2017 de emissies van luchtverontreinigende stoffen door dieselauto's verplicht worden gemeten door middel van emissietests in reële rijomstandigheden, teneinde de emissies van stikstofoxiden (NOx) door deze auto's op doeltreffende wijze te verlagen 9. Bovendien bereidt de Commissie voorstellen voor om het typegoedkeurings- en markttoezichtsysteem te versterken en het testen van voertuigen onafhankelijker te maken. De nieuwe richtlijn hernieuwbare energie en het duurzaamheidsbeleid voor bio-energie voor 2030 dat in 2016 wordt gepresenteerd, bieden het juiste kader waarmee het bindende streefcijfer op EU-niveau van ten minste 27 % hernieuwbare energie tegen 2030 kan worden gehaald. Dankzij dit kader van EU-beleid en -maatregelen, en de bijdragen die de lidstaten in hun nationale energie- en klimaatplannen vastleggen, wordt gewaarborgd dat dat streefcijfer wordt gehaald. Om ervoor te zorgen dat de juiste prikkels voor het koolstofarm maken voorhanden zijn, streven wij er verder naar dat subsidies betreffende fossiele brandstoffen geleidelijk worden afgeschaft. Beleidsconclusies op nationaal, regionaal en EU-niveau: De EU ligt op schema om de EU-doelstellingen betreffende broeikasgasemissies voor 2020 te halen (dat wil zeggen -20 % tegen 2020 in vergelijking met 1990). In 2014 waren de emissies in de EU 23 % lager dan het niveau van 1990 en volgens de meest recente, door de lidstaten verstrekte prognoses zijn de emissies in % lager dan in Naar verwachting halen 24 lidstaten hun nationale, door de EU vastgelegde streefcijfer voor 2020 met betrekking tot niet-ets-sectoren, op basis van bestaand beleid en bestaande maatregelen. Vier lidstaten (Ierland, Luxemburg, België en Oostenrijk) moeten extra inspanningen leveren om hun nationale streefcijfers voor 2020 met betrekking tot de niet-ets-sectoren te halen, of gebruikmaken van de beschikbare flexibiliteit in het kader van de beschikking inzake de verdeling van de inspanningen 10. Wat betreft hernieuwbare energie ligt de EU op schema om het streefcijfer voor 2020 te halen. Uit gegevens van het jaar 2013 blijkt dat alle lidstaten, op drie na (Luxemburg, Nederland en het Verenigd Koninkrijk), het tussentijdse streefcijfer voor hebben gehaald 11. Enkele lidstaten (Frankrijk, Luxemburg, Malta, Nederland, het Verenigd Koninkrijk en in mindere mate België en Spanje) moeten nagaan of hun beleid 8 De wereldwijde testprocedure voor lichte voertuigen ("Worldwide Harmonised Light vehicles Test Procedure" of "WLTP") is in 2014 vastgesteld door de Economische Commissie van de Verenigde Naties voor Europa (VN-ECE) ter vervanging van de oude testprocedure "New European Drive Cycle" ("NEDC", "nieuwe Europese rijcyclus"). 9 Hierdoor wordt gewaarborgd dat het emissiegedrag van voertuigen in de praktijk voldoet aan de wettelijke grenswaarden, waarbij rekening wordt gehouden met toleranties als gevolg van onzekerheden in verband met de testprocedure en de meetinstrumenten; deze toleranties worden geleidelijk verlaagd. 10 Zie het verslag betreffende de vorderingen op het gebied van klimaatactie, COM(2015) 576 en SWD(2015) Aangezien tussentijdse streefcijfers betrekking hebben op het gemiddelde over twee jaar, kan deze beoordeling nog veranderen zodra nieuwe gegevens van Eurostat voor 2014 beschikbaar zijn. 5

6 en instrumenten afdoende en doeltreffend zijn om hun streefcijfers inzake hernieuwbare energie te halen. Het is evenmin zeker of Hongarije en Polen de streefcijfers inzake hernieuwbare energie voor 2020 zullen halen. De andere negentien lidstaten kunnen hun streefcijfers inzake hernieuwbare energie voor 2020 (in sommige gevallen zelfs aanzienlijk) overtreffen. Het toenemende aandeel hernieuwbare energie draagt ertoe bij de energiezekerheid van Europa te verbeteren. Daarnaast zijn in het overgrote merendeel van de lidstaten meer inspanningen nodig om te waarborgen dat hernieuwbare energie beter in de markt wordt geïntegreerd en om te zorgen voor samenhang tussen steunregelingen en de werking van de elektriciteitsmarkten in het bijzonder. Alle lidstaten moeten waarborgen dat de nieuwe staatssteunrichtsnoeren op het gebied van milieu en energie worden nageleefd, inclusief de basisverplichting om steun toe te kennen op basis van een concurrerende inschrijvingsprocedure, uitgaande van duidelijke, transparante en niet-discriminerende criteria, en om hernieuwbare energie dichter bij de markt te brengen. Zweden is tot nu toe de enige lidstaat die een samenwerkingsmechanisme inzake hernieuwbare energie met een ander land (Noorwegen) toepast. Het is bemoedigend dat de werkingssfeer van regionale forums zoals het interconnectieplan voor de energiemarkt in het Oostzeegebied ("BEMIP") is uitgebreid tot samenwerkingsverbanden inzake hernieuwbare energie waarbij lidstaten zijn betrokken. Er zijn meer soortgelijke regionale initiatieven nodig, bijvoorbeeld met betrekking tot de noordelijke zeeën en het Middellandse Zeegebied. 3. ENERGIE-EFFICIËNTIE ALS BIJDRAGE AAN DE MATIGING VAN DE ENERGIEVRAAG Geboekte vooruitgang Om tegen 2030 tot een ambitieus niveau van energie-efficiëntie te komen, heeft de Commissie maatregelen en instrumenten ontwikkeld waarbij energie-efficiëntie als energiebron wordt beschouwd. Als eerste stap heeft de Commissie in juli 2015 voorgesteld om de richtlijn energie-etikettering te herzien 12. Door dit voorstel wordt het bestaande acquis inzake energie-etikettering efficiënter en wordt de handhaving ervan versterkt. Daarnaast is in 2015 een aantal maatregelen inzake ecologisch ontwerp en energie-etikettering in werking getreden, waardoor het energieverbruik van huishoudens verder kan worden verlaagd en de energiefactuur op zijn beurt lager kan uitvallen. De Commissie is van plan dit jaar nog een nieuw werkplan inzake ecologisch ontwerp uit te brengen waarmee de energie-efficiëntie wordt verbeterd en in de toekomst de kringloopeconomie wordt gesteund. Energie-efficiëntie speelt een belangrijke rol in het Europees Fonds voor strategische investeringen. Met het fonds worden reeds strategische projecten op het gebied van energieefficiëntie gesteund, bijvoorbeeld in Frankrijk en Italië. Een groot aantal projecten bevindt zich nog in het goedkeuringstraject. Deze steun komt bovenop investeringen in het kader van de Europese structuur- en investeringsfondsen. Uit het verslag betreffende de vooruitgang in de richting van het streefcijfer van 20 % energie-efficiëntie tegen dat deze mededeling vergezelt, blijkt dat er weliswaar aanzienlijke vooruitgang is geboekt, maar dat de collectieve inspanningen van de lidstaten 12 COM(2015) COM(2015) 574 en het bijbehorende werkdocument van de diensten van de Commissie SWD(2015)

7 slechts overeenkomen met 17,6 % primaire-energiebesparing, in vergelijking met de prognoses voor De Commissie is echter nog steeds optimistisch dat het streefcijfer van 20 % kan worden gehaald, indien de bestaande EU-wetgeving correct en volledig ten uitvoer wordt gelegd. De lidstaten moeten ambitieuzer worden en de investeringsvoorwaarden verbeteren om ervoor te zorgen dat de energie-efficiëntie in Europa blijft toenemen. Toekomstige stappen Door talrijke belemmeringen, waaronder gebrekkige informatie en te weinig specifieke financieringsinstrumenten, kan het volledige potentieel van energie-efficiëntie nog niet worden benut. Daardoor wordt er slechts beperkt gebruik gemaakt van de mogelijkheden, producten en technologieën die verband houden met energie-efficiëntie. De Commissie is van plan in 2016 met wetgevingsvoorstellen te komen om ervoor te zorgen dat de energie-efficiëntierichtlijn aansluit op het indicatieve streefcijfer op EU-niveau voor 2030 van ten minste 27 % (waarbij uitgaande van een EU-niveau van 30 % een beoordeling in 2020 is voorzien). Evenzeer is het van belang de aandacht in het bijzonder toe te spitsen op gebouwen, aangezien het energieverbruik van gebouwen verantwoordelijk is voor 40 % van het totale eindenergieverbruik van de EU en ongeveer een kwart van de directe niet-etsbroeikasgasemissies. Met het oog op de herziening van de richtlijn energieprestatie van gebouwen wordt deze momenteel grondig geëvalueerd. Het blijft zeer moeilijk om de financiering van initiële investeringen betreffende energieefficiëntie rond te krijgen. Tegen 2030 moeten de investeringen betreffende energieefficiëntie vijf keer zo hoog zijn 15. De Commissie maakt er een prioriteit van om in 2016 samen met haar partners regelingen vast te stellen om kleinere projecten op het gebied van energie-efficiëntie te bundelen. Deze regelingen zijn erop gericht investeerders te voorzien van betere investeringsmogelijkheden in energie-efficiëntie en kapitaal toegankelijker te maken voor nationale, regionale of lokale platforms en programma's inzake energieefficiëntie, met name in de lidstaten waar dit het meest nodig is. Hiertoe behoort het versterken van bijstand op technisch gebied en wat betreft projectontwikkeling in het kader van de Europese investeringsadvieshub (EIAH) die door de Commissie en de Europese Investeringsbank is opgericht om projectontwikkelaars te helpen met de structuur van hun projecten en om financieringsregelingen te bevorderen door middel van standaardvoorwaarden, met name op het gebied van gebouwen. De Commissie zal het Europees investeringsprojectenportaal (EIPP) begin 2016 lanceren. Het doel daarvan is investeerders aan te trekken voor goede investeringsprojecten in Europa. Belanghebbenden in de energiesector worden aangemoedigd om hun projecten voorafgaand aan de lancering in te dienen om een kritieke massa aan projecten tot stand te brengen. Verwarming en koeling hebben het hoogste energieverbruik in de EU. Voor begin 2016 staat er een specifieke strategie voor verwarming en koeling op stapel die is gericht op een slimme overgang in deze sector. Deze strategie omvat onder meer oplossingen en maatregelen waarmee de vraag naar verwarming en koeling in de residentiële, tertiaire en industriële sectoren wordt verlaagd, waarbij rekening wordt gehouden met de kwaliteit van dienstverlening en met het comfort, en de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen wordt verminderd COM(2014) 520. Verslag van de "Energy Efficiency Financial Institutions Groups" ("EEFIG") ( 7

8 Beleidsconclusies op nationaal, regionaal en EU-niveau: De meeste lidstaten moeten aanvullende maatregelen treffen om hun ambitieniveau te verhogen en extra inspanningen te leveren om hun nationale streefcijfers betreffende energie-efficiëntie voor 2020 te halen. Meerdere lidstaten (Oostenrijk, Bulgarije, Kroatië, Cyprus, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Italië, Malta, Spanje en Zweden) hebben kennis gegeven van ambitieuzere nationale streefcijfers voor 2020 wat betreft het primaire of eindenergieverbruik, hetgeen bemoedigend is. Vijf lidstaten hebben echter hun ambitieniveau voor één van beide streefcijfers verlaagd. In het algemeen zijn de niveaus van de indicatieve nationale streefcijfers voor 2020 van bijvoorbeeld Kroatië, Finland, Griekenland en Roemenië (en van Cyprus, Italië en Portugal wat betreft het eindenergieverbruik) niet ambitieus genoeg ten opzichte van de verwachte economische groei. België, Estland, Frankrijk, Duitsland, Nederland, Polen en Zweden moeten hun primaire energieverbruik in de periode sneller dan in de periode verlagen om hun indicatieve streefcijfers betreffende het primaire energieverbruik tegen 2020 te halen. Oostenrijk, België, Estland, Frankrijk, Duitsland, Litouwen, Malta en Slowakije hebben voor zichzelf streefcijfers betreffende het primaire energieverbruik voor 2020 vastgelegd die alleen haalbaar zijn als het primaire energieverbruik in de periode sneller wordt verlaagd dan in de periode Wat betreft de energie-intensiteit is er een groot verschil tussen de lidstaten met de hoogste (Bulgarije) en de laagste energie-intensiteit in de industriesector (Denemarken en Ierland). Dit is grotendeels te wijten aan structurele verschillen tussen de lidstaten. In alle lidstaten behalve Griekenland, Hongarije, Ierland en Letland is de energie-intensiteit in de industriesector en de bouw in de periode echter verminderd. Wat betreft de opwekkingssector vertonen de geanalyseerde prestatie-indicatoren in de meeste landen een neerwaartse trend. De lidstaten dienen er met name voor te zorgen dat het aandeel van door hoogrendabele warmtekrachtkoppeling (CHP) en hoogrendabele stadsverwarming en -koeling opgewekte hitte wordt verhoogd. 4. EEN VOLLEDIG GEÏNTEGREERDE INTERNE ENERGIEMARKT Geboekte vooruitgang Elektriciteitslijnen en gaspijpleidingen vormen de kern van een geïntegreerde energiemarkt. Sinds de presentatie van de kaderstrategie voor de energie-unie is er veel gebeurd. In april 2015 is de elektriciteitskabel tussen Italië en Malta ingewijd en sindsdien is het elektriciteitsnet van Malta niet meer geïsoleerd. Dankzij de voltooiing van Eastlink tussen Finland en Estland en van Nordbalt tussen Litouwen en Zweden kunnen de Baltische staten dit jaar deelnemen aan de NordPool-elektriciteitsmarkt. Een ander voorbeeld van goede samenwerking is het interconnectie-initiatief LitPolLink tussen Litouwen en Polen dat in december 2015 wordt ingewijd. In 2015 is verder een nieuwe elektriciteitsinterconnector tussen Frankrijk en Spanje ingewijd, waardoor de transmissiecapaciteit tussen de twee landen is verdubbeld. Wat betreft gas heeft de nieuwe LNG-terminal in Klaipeda (Litouwen) voor het eerst voor diversificatie van de voorziening op de Baltische gasmarkt gezorgd. Daarnaast zal de recente overeenkomst over de gasinterconnector tussen Polen en Litouwen een einde maken aan de isolatie van de Baltische staten ten opzichte van de interne gasmarkt. De interconnector tussen Hongarije en Slowakije is een verdere mijlpaal. Tevens is er belangrijke bidirectionele apparatuur geïnstalleerd binnen de EU en aan de grens van de EU en Oekraïne, 8

9 waardoor de bidirectionele handel wordt bevorderd. Ook zijn de Baltische staten tot overeenstemming gekomen over het gemeenschappelijke strategische doel om hun elektriciteitssystemen te synchroniseren met het continentale Europese netwerk. In 2015 heeft de Commissie nauw samengewerkt met de lidstaten om de groepen op hoog niveau voor de gas- en elektriciteitsinterconnectie van het Iberisch Schiereiland en voor de gasconnectiviteit in Centraal- en Zuidoost-Europa ("CESEC") op te richten, en om de groep op hoog niveau voor het Oostzeegebied ("BEMIP") te hervormen. De lidstaten hebben de samenwerking in de regionale groepen met succes geïntensiveerd. Zo heeft de groep op hoog niveau voor de gasconnectiviteit in Centraal- en Zuidoost-Europa overeenstemming bereikt over een lijst van prioritaire projecten 16. Door de uitvoering van deze projecten hebben de landen in de regio toegang tot ten minste drie bronnen van gas. Het door de Commissie opgerichte energie-infrastructuurforum, dat op 9 en 10 november in Kopenhagen voor het eerst is bijeengekomen, is gericht op beste praktijken en op kwesties als belemmeringen in de regelgeving, de ontwikkeling van infrastructuur en van publiek draagvlak, en financiering. De Commissie heeft nauw met de lidstaten samengewerkt om belemmeringen in de regelgeving voor de grensoverschrijdende handel met elektriciteit en gas weg te nemen. Daarbij zijn problemen met de volledige tenuitvoerlegging van het derde energiepakket in verschillende lidstaten aangepakt. Het initiatief van de Commissie betreffende de opzet van de energiemarkt 17 is erop gericht het pad te effenen, zodat het Europese regelgevingskader verder kan worden afgestemd op de realiteit van de in toenemende mate geïntegreerde Europese energiemarkten. Verder blijft de Commissie de mededingingsregels van het Verdrag streng handhaven. Een volledig geïntegreerde interne energiemarkt moet in de eerste plaats tastbare resultaten voor de consumenten opleveren. Met dat beginsel is terdege rekening gehouden in de mededeling Een "new deal" voor energieconsumenten van juli In de mededeling wordt erkend dat de consumenten er nog steeds van worden weerhouden een volwaardige rol in de transitie van het energiesysteem te spelen. Vanuit het oogpunt van de consumenten werken de elektriciteits- en de gasmarkt nog steeds niet naar behoren. Dit blijkt uit het document over trends betreffende de energieconsument die samen met de stand van de energie-unie wordt gepresenteerd 19. Toekomstige stappen In 2016 moeten alle betrokkenen meer inspanningen leveren op het gebied van infrastructuurprojecten. Met name de projecten van gemeenschappelijk belang ("PGB's") hebben dringend politieke steun nodig. Hoewel 13 projecten van de eerste lijst van projecten van gemeenschappelijk belang voor eind 2015 voltooid zullen zijn en iets meer dan 100 projecten van gemeenschappelijk belang zich in de vergunningsfase bevinden, hebben meer dan een kwart 20 van de projecten vertraging opgelopen, voornamelijk als gevolg van COM(2015) 340 final. COM(2015) 339 final en het bijbehorende werkdocument over beste praktijken bij eigen verbruik van hernieuwbare energie, SWD(2015) 114. SWD(2015) % van de elektriciteits- en 25 % van de gasprojecten volgens het monitoringverslag van ACER betreffende de uitvoering van projecten van gemeenschappelijk belang. 9

10 problemen op het vlak van vergunningen of financiering. De procedures duren gewoonweg te lang, waardoor zij niet doeltreffend zijn. Om deze problemen met succes aan te pakken, moeten de lidstaten de bepalingen van de verordening betreffende richtsnoeren voor de trans- Europese energie-infrastructuur (TEN-E) volledig ten uitvoer leggen, met name de bepalingen die verband houden met het verlenen van vergunningen. De tweede lijst van projecten van gemeenschappelijk belang 21 die samen met deze mededeling is vastgesteld, omvat projecten die dringend noodzakelijk zijn om onze beleidsdoelstellingen op energiegebied te halen. In het bijbehorende werkdocument van de diensten van de Commissie 22 wordt aangegeven welke verbeteringen nodig zijn om de infrastructuurkern voor een geïntegreerde Europese energiemarkt tot stand te brengen. Naar verwachting zullen de in het kader van het Europees Fonds voor strategische investeringen ontwikkelde instrumenten in 2016 voor het eerst concrete resultaten ten aanzien van infrastructuurinvesteringen opleveren. De Commissie is van plan specifiek met betrekking tot elektriciteit met een mededeling te komen over de maatregelen die nodig zijn om het streefcijfer van 15 % elektriciteitsinterconnectie voor 2030 te halen. Bovendien zal de Commissie onderzoeken hoe projecten op de grenzen van de EU en de Energiegemeenschap aan beide zijden kunnen worden gefinancierd. De lidstaten en belanghebbenden hebben blijk gegeven van grote belangstelling voor samenwerking in het gebied van de noordelijke zeeën. Bijna de helft van de kapitaaluitgaven voor alle projecten van gemeenschappelijk belang op het gebied van elektriciteit zal in het gebied van de noordelijke zeeën worden geïnvesteerd. De Commissie is daarom van plan een groep op hoog niveau voor regionale samenwerking in de noordelijke zeeën op te richten, om problemen op het gebied van regelgeving, financiën en ruimtelijke ordening aan te pakken die de uitvoering van deze projecten belemmeren. De investeringen in nationale netinfrastructuur moeten eveneens worden voortgezet om regionale beperkingen te voorkomen. Zorgwekkend zijn met name door ontoereikende nationale infrastructuur veroorzaakte verstoringen in grote centrale biedzones. Het beoordelingsproces inzake biedzones dat door het Europees netwerk van transmissiesysteembeheerders voor elektriciteit (ENTSB-E) wordt uitgevoerd, is erop gericht kritieke netbeperkingen en, indien passend, afzonderlijke biedzones voor gebieden met beperkingen vast te stellen. Door dergelijke biedzones wordt bovendien de aandacht gevestigd op de behoefte aan meer investeringen in netten. Het is daarnaast van belang ervoor te zorgen dat de bestaande gas- en elektriciteitsinfrastructuur ten volle wordt gebruikt ten behoeve van marktintegratie. De strikte handhaving van de mededingingsregels moet worden voortgezet om er met name voor te zorgen dat markten niet worden gesegmenteerd doordat het gebruik van de bestaande capaciteit kunstmatig wordt beperkt. Voor 2016 zijn wetgevingsvoorstellen gepland waarmee de nieuwe opzet van de markt tot stand wordt gebracht. De kerndoelstellingen van deze wetgeving zijn een betere koppeling van de groothandels- en de detailhandelsmarkt, nauwere regionale samenwerking en meer grensoverschrijdende handel, en de ontwikkeling van kortetermijn- en langetermijnmarkten om producenten en consumenten van elektriciteit te voorzien van de juiste investeringsprikkels betreffende moderne technologieën. Ook het herziene EU C(2015) 8052 final. SWD(2015)

11 emissiehandelssysteem moet betere prikkels voor langetermijninvesteringen op koolstofarm gebied opleveren. De Commissie zorgt ervoor dat in het geval van lidstaten die meer investeringen in hun energiemarkten steunen door middel van staatssteun de desbetreffende steunmaatregelen voldoen aan de voorschriften van de richtsnoeren betreffende staatssteun ten behoeve van milieubescherming en energie 23, zodat eventuele verstoringen van de markt worden vermeden. Bovendien wordt momenteel in het kader van het sectoronderzoek staatssteun naar capaciteitsmechanismen betreffende elektriciteit 24 bekeken in hoeverre bestaande en geplande capaciteitsmechanismen een belemmering vormen voor de efficiëntie van de interne markt. Bij het opstellen van deze wetgevingsvoorstellen zal de Commissie de nadruk leggen op het stimuleren van de vraagsturingsparticipatie teneinde de efficiëntie en flexibiliteit in energienetten te verbeteren. Gebrek aan informatie over kosten en verbruik, moeilijkheden bij het overstappen op een andere aanbieder en het ontbreken van een beloning voor actieve participatie moeten tot het verleden gaan behoren. Consumenten zowel huishoudens als industrie willen grotere transparantie wat betreft energieprijzen en -kosten. Om die reden brengt de Commissie in 2016 een nieuw verslag over de energieprijzen en -kosten uit dat een overzicht omvat van de kosten van energie, belastingen, heffingen en subsidies. Op basis van dit verslag kunnen gefundeerde gesprekken worden gevoerd over de verschillende prijsniveaus in de lidstaten, de verschillende componenten van energieprijzen, de invloed van die prijzen op het concurrentievermogen van de Europese industrie en investeringen in Europa, en de manier waarop de prijzen het gedrag van consumenten kunnen beïnvloeden. Als eerste stap heeft de Commissie vandaag een voorstel gepresenteerd om de Europese statistieken over de prijzen van aardgas en elektriciteit te verbeteren 25. Bij de herziening van belangrijke wetgeving in 2016 richt de Commissie zich in het bijzonder op de bescherming van kwetsbare consumenten, bijvoorbeeld bij de herziening van de richtlijn energie-efficiëntie of het voorstel voor een nieuwe opzet van de markt, waarbij wordt nagegaan of de verplichtingen van de lidstaten en de marktpartijen ten aanzien van kwetsbare consumenten beter tot uitdrukking kunnen worden gebracht. De Commissie streeft ernaar te waarborgen dat financieringsprogramma's ten behoeve van energie-efficiëntie toegankelijk zijn voor arme en kwetsbare energieklanten, alsmede de verzameling van gegevens over energiearmoede te verbeteren. Beleidsconclusies op nationaal, regionaal en EU-niveau: Veel lidstaten hebben aanzienlijke vooruitgang geboekt bij het openstellen van hun groothandelsmarkten voor concurrentie, hetgeen significante voordelen heeft opgeleverd. Er zijn echter grote verschillen tussen de lidstaten en veel lidstaten hebben de nodige regels die concurrerende en liquide markten mogelijk maken nog niet volledig ten uitvoer gelegd. 22 lidstaten hebben wat betreft de elektriciteitsinfrastructuur het streefcijfer van 10 % interconnectiecapaciteit op het gebied van elektriciteit voor 2020 al gehaald of liggen op schema om dit te halen. De acht lidstaten die nog onder het interconnectiestreefcijfer PB C 200 van , blz. 1. C(2015) COM(2015) 496 final. 11

12 voor 2020 liggen, zijn Cyprus, Ierland, Italië, Polen, Portugal, Roemenië, Spanje en het Verenigd Koninkrijk. Er zijn nog meer interconnecties nodig om de interne elektriciteitsmarkt op te bouwen (bijvoorbeeld in het zuidwesten van Europa), evenals interconnecties tussen verschillende lidstaten in Noord- en Oost-Europa (bijvoorbeeld Duitsland, Polen en Tsjechië) of interconnecties voor de verdere koppeling van lidstaten (Ierland en het Verenigd Koninkrijk) met de rest van Noordwest-Europa. De regulering van de retailprijzen moet overeenkomstig een recente uitspraak van het Hof van Justitie tijdelijk zijn en beperkt blijven tot uitzonderlijke gevallen 26. Meerdere andere lidstaten hebben weliswaar onlangs met succes de regulering van eindgebruikersprijzen afgeschaft (Ierland en Letland), maar de prijzen voor huishoudens worden in ongeveer de helft van de lidstaten nog steeds in verschillende mate gereguleerd, hetgeen een belemmering kan vormen voor participatie aan de vraagzijde en concurrentie op retailniveau. Alle lidstaten moeten de consumenten beter inlichten over de mogelijkheden op het gebied van energie-efficiëntie en de investeringsvoorwaarden voor particuliere consumenten verbeteren. Bovendien zijn er ten behoeve van kwetsbare consumenten meer gerichte maatregelen nodig teneinde de energie- en brandstofarmoede doeltreffend aan te pakken. Slechts in enkele lidstaten (met name Finland, Italië en Zweden) zijn de consumenten door middel van de uitrol van slimme meters op doeltreffende wijze mondiger gemaakt, en in mindere mate in enkele andere lidstaten (met inbegrip van Denemarken, Estland en Nederland). In verschillende lidstaten vormen administratieve lasten een belemmering voor consumenten die willen overstappen naar een nieuwe leverancier of betere contractuele voorwaarden willen. Halverwege 2015 waren op regionaal niveau de meeste EU wholesaleelektriciteitsmarkten gekoppeld met een of meer aangrenzende markten, waarbij zich tekenen van prijsconvergentie voordoen. Wat betreft gas is de situatie minder eenduidig. Alhoewel er met betrekking tot de grote Europese gashubs enige prijsconvergentie plaatsvindt, is er in de hele EU sprake van uitgesproken prijsverschillen en inadequate marktintegratie, ten dele als gevolg van langetermijncontracten en ontbrekende interconnecties. De retailmarkten voor elektriciteit en gas zijn nog steeds nationaal (of subnationaal). Alle lidstaten moeten verdere inspanningen leveren om de regionale marktintegratie te bevorderen. 5. ENERGIEZEKERHEID, SOLIDARITEIT EN VERTROUWEN Geboekte vooruitgang De EU en de lidstaten staan achter meer samenhangende EU-beleidsmaatregelen op buitenlands en energievlak, waarbij rekening wordt gehouden met de geopolitieke ontwikkelingen. In juli 2015 heeft de Raad conclusies over energiediplomatie en een bijbehorend actieplan aangenomen 27. Daarin wordt gewezen op de noodzaak van versterkte bi- en multilaterale dialogen, versterkt gebruik van de instrumenten van het buitenlands beleid C-36/14, Europese Commissie tegen Republiek Polen. Conclusies van de Raad over klimaat- en energiediplomatie (10995/15 en 11029/15). 12

13 ten behoeve van een grotere diversificatie en de bevordering van gereglementeerde, transparante en duurzame energiemarkten. Door de overgang naar een concurrerende koolstofarme economie zal het gebruik van ingevoerde fossiele brandstoffen worden verminderd als gevolg van een lagere vraag naar energie en de exploitatie van hernieuwbare en andere eigen energiebronnen. Bij investeringen in klimaatbestendige infrastructuur moet rekening worden gehouden met deze veranderende omstandigheden om te voorkomen dat onrendabele activa ontstaan. Het jaar 2015 wordt gekenmerkt door de aanhoudende spanningen tussen Rusland en Oekraïne, aanhoudend lage olieprijzen die een effect hebben op energiemarkten over de hele wereld, nieuwe initiatieven met betrekking tot aanvullende voorzieningsinfrastructuur voor aardgas uit Rusland, nieuwe perspectieven als gevolg van de nucleaire overeenkomst met Iran en de voortdurende afname van de interne productie van fossiele brandstoffen. Tijdens de winter is gebleken dat Oekraïne ondanks de moeilijke politieke situatie een betrouwbare partner inzake de doorvoer van Russisch gas is. De EU is van mening dat het in het belang van alle partijen is dat Oekraïne een belangrijk doorvoerland blijft. De EU staat volledig achter de inspanningen die de Oekraïense regering en Naftogaz ondernemen om te zorgen dat deze situatie in stand wordt gehouden, met name door middel van ingrijpende structurele hervormingen van de gassector die Oekraïne momenteel uitvoert. Het is van essentieel belang dat dit hervormingsproces wordt voortgezet. Gedurende het hele jaar 2015 heeft de Commissie de onderhandelingen tussen Oekraïne en Rusland actief bevorderd om ervoor te zorgen dat de gaslevering aan Oekraïne gedurende de hele winter plaatsvindt. Dit heeft geleid tot de parafering van een bindend protocol op 25 september 2015 en de tenuitvoerlegging ervan met ingang van 9 oktober Verder is gedurende 2015 de capaciteit van de bidirectionele stromen uit de EU naar Oekraïne, met name uit Slowakije, aanzienlijk toegenomen, waardoor Oekraïne gas uit de EU kan invoeren en zodoende minder afhankelijk van Rusland wordt. De Commissie heeft kennis genomen van de plannen van commerciële bedrijven om verdere pijpleidingen aan te leggen om Rusland en Duitsland via de Oostzee met elkaar te verbinden. Indien Nord Stream 3 en 4 worden gebouwd, wordt er geen toegang tot een nieuwe voorzieningsbron beschikbaar. Wel wordt de transmissiecapaciteit van Rusland naar de EU verder verhoogd, hoewel momenteel slechts 50 % van de bestaande capaciteit wordt gebruikt. Deze pijpleidingen dienen volledig aan het EU-recht te voldoen. De Commissie zal voor elk afzonderlijk project nagaan of het in overeenstemming is met het Europese regelgevingskader. De EU verleent alleen steun aan infrastructuurprojecten die aansluiten bij de kernbeginselen van de energie-unie, met inbegrip van de EU-strategie voor energiezekerheid 28. De diversificatie van energiebronnen, -leveranciers en -routes is van essentieel belang voor het waarborgen van zekere en schokbestendige voorraden ten behoeve van de Europese burgers en bedrijven. De energiezekerheid van de Unie is ook nauw verbonden met de energiezekerheid in de aangrenzende landen 29. De Energiegemeenschap speelt in dat kader een centrale rol, zowel bij het bevorderen van prioritaire interconnectieprojecten als bij het waarborgen dat de regio vergelijkbare regels als de EU hanteert. Op de top betreffende de Westelijke Balkan in Wenen hebben de landen die tot de regio behoren in dat kader besloten COM(2014) 330 final. JOIN(2015) 50, vergezeld van SWD(2015)

14 om een regionale elektriciteitsmarkt tot stand te brengen. In het kader van de groep op hoog niveau voor de gasconnectiviteit in Centraal- en Zuidoost-Europa hebben zes landen die partij zijn bij de Energiegemeenschap zich achter het memorandum van overeenstemming geschaard en met negen EU-landen overeenstemming over een actieplan bereikt. Hieruit blijkt duidelijk dat de energie-unie tot buiten de grenzen van de EU reikt en ook daar voordelen oplevert. Gedurende 2015 heeft de Commissie zich ingespannen om het hervormingsproces binnen de Energiegemeenschap te ondersteunen. De Europese Commissie heeft op de conferentie op mei 2015 in Den Haag het Internationaal Energiehandvest mede ondertekend. Door de recente ontdekking van gas in het oostelijke Middellandse Zeegebied wordt het potentieel van dat gebied om bij te dragen tot de energiezekerheid van Europa vergroot. Om die reden is de samenwerking versterkt door middel van de oprichting van drie Europeesmediterrane platforms inzake gas, de regionale elektriciteitsmarkt en de bevordering van hernieuwbare energie-efficiëntie. Er worden opnieuw gesprekken over de Trans-Kaspische pijpleiding gevoerd en de werkzaamheden aan de zuidelijke gascorridor zijn in 2015 voortgezet. De afgelopen maanden staat elektriciteit in het centrum van de belangstelling. In sommige lidstaten is het overaanbod aan elektriciteit gedurende de afgelopen tien jaar verminderd en neemt het risico op onderspanning toe. Om te bepalen waar de daadwerkelijke problemen in het elektriciteitssysteem zich bevinden en hoe die het beste kunnen worden opgelost, zijn verschillende initiatieven genomen, waarmee wordt gewaarborgd dat de analyse betreffende een adequate stroomproductie op regionale basis en uitgaande van een gemeenschappelijke methodologie wordt uitgevoerd 30. Toekomstige stappen Ook in 2016 zal er sprake zijn van geopolitieke uitdagingen. De EU zal haar nieuwe energiediplomatie doeltreffend moeten inzetten en met één stem tegen derde landen moeten spreken. Verder moet de EU in het kader van de energiediplomatie de desbetreffende actieplannen opstellen, zodat de diversificatie ook door middel van instrumenten voor het buitenlands beleid wordt versterkt. De voor 2016 geplande herziening van de verordening inzake veiligstelling van de aardgasvoorziening is erop gericht de schokbestendigheid van de EU ten aanzien van verstoringen van de energievoorziening te verbeteren. Daarbij is het met name van belang om de regionale samenwerking tussen de lidstaten te versterken teneinde enerzijds onderbrekingen van de voorziening te voorkomen en het effect ervan te beperken en anderzijds de solidariteit bij noodgevallen te waarborgen. Tevens is de Commissie van plan met een strategie voor de opslag van vloeibaar aardgas (LNG) en gas te komen om ervoor te zorgen dat de Europese Unie ten volle kan profiteren van het diversificatiepotentieel dat vloeibaar aardgas te bieden heeft. Parallel daaraan blijft de Commissie wijzen op het belang van energie in het algemeen en vloeibaar aardgas in het bijzonder bij de onderhandelingen die momenteel in het kader van het trans-atlantische partnerschap voor handel en investeringen (TTIP) worden gevoerd. 30 Zie bijvoorbeeld de verklaring van Duitsland en zijn buurlanden betreffende de elektriciteitszekerheid, 14

15 Om de transparantie te vergroten en ervoor te zorgen dat intergouvernementele overeenkomsten op het gebied van energie in overeenstemming zijn met de toepasselijke EUwetgeving en het EU-beleid, bereidt de Commissie een voorstel voor inzake de herziening van het besluit betreffende intergouvernementele overeenkomsten. De Commissie is van plan tegen eind 2016 met een nieuw juridisch instrument betreffende de zekerheid van de elektriciteitsvoorziening te komen dat erop is gericht de transparantie te vergroten, een gemeenschappelijke benadering te waarborgen en grensoverschrijdende oplossingen ten aanzien van de zekerheid van de elektriciteitsvoorziening beter uit te voeren. Het doel is ervoor te zorgen dat dit instrument volledig aansluit bij de nieuwe opzet van de elektriciteitsmarkt. Op nucleair gebied zal in 2016 een nieuw Indicatief programma op het gebied van kernenergie ("PINC") worden gepubliceerd dat een overzicht geeft van de beoogde investeringen door de lidstaten tot 2050 betreffende alle fasen van de nucleaire cyclus. De helft van de EU-lidstaten heeft aangegeven van plan te zijn gebruik te blijven maken van deze energiebron voor een gedeelte van de elektriciteitsproductie. Dankzij dit initiatief is er meer duidelijkheid over de behoeften aan langetermijninvesteringen op nucleair gebied en over het beheer van nucleaire verplichtingen. Beleidsconclusies op nationaal, regionaal en EU-niveau: De EU boekt vooruitgang bij de diversificatie van energiebronnen, -routes en leveranciers. In 2013 kwam echter ongeveer 40 % van het in de EU ingevoerde gas uit Rusland en een aantal lidstaten is nog steeds volledig of hoofdzakelijk afhankelijk van de toevoer uit Rusland, met name Bulgarije, Tsjechië, Estland, Finland, Hongarije, Letland, Litouwen en Slowakije. Drie lidstaten (Bulgarije, Litouwen en Portugal) voldoen nog niet aan de infrastructuurnormen van de verordening inzake de veiligstelling van de aardgasvoorziening. Het is van belang dat de verbinding tussen enerzijds de Baltische staten en Finland en anderzijds de Centraal-Europese gasmarkt wordt verbeterd, dat de verbindingen tussen de lidstaten (bijvoorbeeld tussen Hongarije, Roemenië, Bulgarije en Griekenland, alsmede tussen Portugal, Spanje en Frankrijk) worden verbeterd en dat wordt gewaarborgd dat alle lidstaten toegang hebben tot hubs voor vloeibaar gas en kunnen profiteren van de LNG-capaciteit die door landen wordt of kan worden ontwikkeld. Op regionaal niveau blijkt uit de in 2014 uitgevoerd stresstests duidelijk dat regionale samenwerking nuttig is voor het voorkomen of beperken van een gascrisis. De Commissie bevordert deze vorm van samenwerking actief, bijvoorbeeld via de groep op hoog niveau voor de gasconnectiviteit in Centraal- en Zuidoost-Europa (CESEC). Deze werkzaamheden moeten worden voortgezet. De lidstaten moeten ook de (regionale) samenwerking betreffende de zekerheid van de elektriciteitsvoorziening en de adequate stroomproductie versterken. 6. EEN ENERGIE-UNIE VOOR ONDERZOEK, INNOVATIE EN CONCURRENTIEVERMOGEN Geboekte vooruitgang 15

16 Met het oog op de versnelde uitvoering van de energietransitie in de EU en de optimale benutting van de voordelen daarvan wat betreft werkgelegenheid en groei als gevolg van de energie-unie, zijn onderzoek, innovatie en concurrentievermogen van doorslaggevend belang. In september 2015 heeft de Commissie een mededeling over een geïntegreerd plan voor strategische energietechnologie (SET) gepresenteerd 31. Dit dient als nieuwe stimulans voor de ontwikkeling en toepassing van koolstofarme technologieën door verbeterde coördinatie en bepaling van prioriteiten inzake onderzoeks- en innovatie-inspanningen in heel Europa. De sleutel tot het op de markt brengen van innovatie is financiering. De Commissie en de Europese Investeringsbank hebben daarom actie ondernomen in het kader van het investeringsplan voor Europa en het Europees Fonds voor strategische investeringen (EFSI). De InnovFin-energiedemonstratieprojecten bieden in dat kader risicofinanciering in de vorm van leningen, eigenvermogensinstrumenten en garanties, en gaan dus een stap verder dan traditionele steun door middel van subsidies. Hierdoor kan het concurrentievermogen van bedrijven die actief zijn op het gebied van innovatieve energietechnologie worden verhoogd. Ook het EU-emissiehandelssysteem biedt financieringsmogelijkheden voor investeringen in innovatie. In 2014 hebben de lidstaten 87 % van de totale opbrengst van de veiling van rechten in het kader van het EU-emissiehandelssysteem, oftewel 3,2 miljard EUR, uitgetrokken of gebruikt voor klimaat- en energiegerelateerde doeleinden. In het kader van het NER300-programma is cumulatieve financiering ter waarde van 2,1 miljard EUR uitgetrokken voor de financiering van innovatieve projecten in 20 lidstaten. Naar verwachting kan hierdoor een extra bedrag van 2,7 miljard EUR aan particuliere investeringen worden losgemaakt. De voorstellen voor de herziening van de richtlijn betreffende het systeem voor de handel in emissierechten die de Commissie in juli 2015 heeft gepresenteerd, omvatten een nieuwe innovatiefonds en een nieuwe moderniseringsfonds. Het innovatiefonds bouwt voort op het NER300-programma en breidt het toepassingsgebied ervan uit met koolstofarme innovatie in industriële sectoren. Doordat het innovatiefonds koolstofarme innovatie and demonstratieprojecten ondersteunt, zal het ook bijdragen tot de verwezenlijking van de kernacties van het strategische plan voor energietechnologie. Het nieuwe moderniseringsfonds is opgezet ten behoeve van lidstaten met een bruto binnenlands product (bbp) per hoofd van de bevolking van minder dan 60 % van het EU-gemiddelde en is gericht op de modernisering van het energiesysteem en de verbetering van de energie-efficiëntie. Het voorstel voor het herziene EU-emissiehandelssysteem omvat verder meer doelgerichte regels inzake koolstoflekkage die zijn gericht op het waarborgen van de internationale concurrentiepositie van de sectoren waar het risico op verplaatsing van de productie buiten de EU het grootst is. Daarnaast is het kaderprogramma Horizon 2020 van cruciaal belang voor de ondersteuning van de onderzoeks- en innovatiedoelstelling van de energie-unie. In de periode is in het kader van dat programma meer dan 9 miljard EUR uitgetrokken ter ondersteuning van energie-onderzoek (ook op nucleair gebied), schoon vervoer, klimaatactie en efficiënt gebruik van grondstoffen, bio-economie en sleuteltechnologieën. Bovendien behoren onderzoek en innovatie betreffende energie en koolstofarme technologie tot de meest geselecteerde slimmespecialisatiegebieden (in meer dan 100 EU-regio's), waaruit kan worden opgemaakt dat hieraan aanzienlijke financiering uit de Europese structuur- en investeringsfondsen zal 31 C(2015)

PAKKET ENERGIE-UNIE BIJLAGE STAPPENPLAN VOOR DE ENERGIE-UNIE. bij de

PAKKET ENERGIE-UNIE BIJLAGE STAPPENPLAN VOOR DE ENERGIE-UNIE. bij de EUROPESE COMMISSIE Brussel, 25.2.2015 COM(2015) 80 final ANNEX 1 PAKKET ENERGIE-UNIE BIJLAGE STAPPENPLAN VOOR DE ENERGIE-UNIE bij de MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET

Nadere informatie

BIJLAGE. De vijf dimensies van de energie-unie: beleidsvaststellingen op het niveau van de lidstaten en de EU. bij de

BIJLAGE. De vijf dimensies van de energie-unie: beleidsvaststellingen op het niveau van de lidstaten en de EU. bij de EUROPESE COMMISSIE Brussel, 1.2.2017 COM(2017) 53 final ANNEX 2 BIJLAGE De vijf dimensies van de energie-unie: beleidsvaststellingen op het niveau van de lidstaten en de EU bij de MEDEDELING VAN DE COMMISSIE

Nadere informatie

ENERGIEPRIORITEITEN VOOR EUROPA

ENERGIEPRIORITEITEN VOOR EUROPA ENERGIEPRIORITEITEN VOOR EUROPA Presentatie door de heer J.M. Barroso, Voorzitter van de Europese Commissie, voor de Europese Raad van 4 februari 2011 Inhoud 1 I. Waarom energiebeleid ertoe doet II. Waarom

Nadere informatie

BIJLAGE. Bijgewerkt stappenplan voor de energie-unie. bij de

BIJLAGE. Bijgewerkt stappenplan voor de energie-unie. bij de EUROPESE COMMISSIE Brussel, 1.2.2017 COM(2017) 53 final ANNEX 1 BIJLAGE Bijgewerkt stappenplan voor de energie-unie bij de MEDEDELING AN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH

Nadere informatie

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0341/45. Amendement. Roger Helmer, David Coburn namens de EFDD-Fractie

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0341/45. Amendement. Roger Helmer, David Coburn namens de EFDD-Fractie 9.12.2015 A8-0341/45 45 Overweging H H. overwegende dat klimaatverandering, niet-concurrerende energieprijzen en de bijzonder grote afhankelijkheid van onbetrouwbare leveranciers uit derde landen een bedreiging

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 10.6.2016 COM(2016) 395 final 2016/0184 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting, namens de Europese Unie, van de Overeenkomst van Parijs, die is

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 2.3.2016 COM(2016) 62 final 2016/0036 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, van de Overeenkomst van Parijs, die

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 2 december 2016 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0379 (COD) 15135/16 ADD 8 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 1 december 2016 aan: Nr. Comdoc.: ENER 418 ENV

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 20 juni 2019 (OR. en) 10554/19 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 20 juni 2019 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: ENER 390 CLIMA 194 COMPET 549 RECH 385 AGRI 344 ENV 653 de heer

Nadere informatie

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING. bij

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING. bij EUROPESE COMMISSIE Brussel, 30.11.2016 SWD(2016) 406 final WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING bij het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement

Nadere informatie

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING. bij

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING. bij EUROPESE COMMISSIE Brussel, 30.11.2016 SWD(2016) 419 final PART 1/2 WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING bij Voorstel voor een richtlijn van het Europees

Nadere informatie

BIJLAGE. bij de. Derde verslag over de stand van de energie-unie. {SWD(2017) 387 final} - {SWD(2017) 388 final} - {SWD(2017) 389 final} -

BIJLAGE. bij de. Derde verslag over de stand van de energie-unie. {SWD(2017) 387 final} - {SWD(2017) 388 final} - {SWD(2017) 389 final} - EUROPESE COMMISSIE Brussel, 23.11.2017 COM(2017) 688 final ANNEX 2 BIJLAGE bij de MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ, HET COMITÉ

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 20 juni 2019 (OR. en) 10555/19 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 20 juni 2019 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: ENER 391 CLIMA 195 COMPET 550 RECH 386 AGRI 345 ENV 654 de heer

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Directie Europese en Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres

Nadere informatie

PGI 2. Europese Raad Brussel, 19 juni 2018 (OR. en) EUCO 7/1/18 REV 1

PGI 2. Europese Raad Brussel, 19 juni 2018 (OR. en) EUCO 7/1/18 REV 1 Europese Raad Brussel, 19 juni 2018 (OR. en) Interinstitutionele dossiers: 2017/0900 (E) 2013/0900 (E) EUCO 7/1/18 REV 1 INST 92 POLGEN 23 CO EUR 8 RECHTSHANDELINGEN Betreft: BESLUIT VAN DE EUROPESE RAAD

Nadere informatie

Samenstelling van het Europees Parlement met het oog op de verkiezingen van 2014

Samenstelling van het Europees Parlement met het oog op de verkiezingen van 2014 P7_TA(2013)0082 Samenstelling van het Europees Parlement met het oog op de verkiezingen van 2014 Resolutie van het Europees Parlement van 13 maart 2013 over de samenstelling van het Europees Parlement

Nadere informatie

Deze nota bevat ook een planning voor de verdere behandeling van dit dossier in de aanloop naar de zitting van de Raad TTE (8-9 juni 2006).

Deze nota bevat ook een planning voor de verdere behandeling van dit dossier in de aanloop naar de zitting van de Raad TTE (8-9 juni 2006). RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 24 februari 2006 (16.03) (OR. en) 6682/06 ENER 61 NOTA Betreft: Werking van de interne energiemarkt - Ontwerp-conclusies van de Raad De delegaties treffen in bijlage

Nadere informatie

Fiche 6: Mededeling Een snellere overgang van Europa naar een koolstofarme economie

Fiche 6: Mededeling Een snellere overgang van Europa naar een koolstofarme economie Fiche 6: Mededeling Een snellere overgang van Europa naar een koolstofarme economie 1. Algemene gegevens a) Titel voorstel Een snellere overgang van Europa naar een koolstofarme economie; mededeling bij

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Comité van de Regio's

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Comité van de Regio's EUROPESE COMMISSIE Brussel, 11.6.2014 COM(2014) 226 final 2014/0128 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD ter bepaling van de samenstelling van het Comité van de Regio's NL NL TOELICHTING 1. ACHTERGROND

Nadere informatie

Bijlage Indicatieve streefcijfers voor de lidstaten

Bijlage Indicatieve streefcijfers voor de lidstaten bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C 311 E van 31/10/2000 Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bevordering van elektriciteit uit hernieuwbare

Nadere informatie

21.10.2015 A8-0249/139. Door de Commissie voorgestelde tekst

21.10.2015 A8-0249/139. Door de Commissie voorgestelde tekst 21.10.2015 A8-0249/139 139 Jens Rohde e.a. Artikel 4 lid 1 1. De lidstaten beperken op zijn minst hun jaarlijkse antropogene emissies van zwaveldioxide (SO2), stikstofoxiden (NOx), vluchtige organische

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie L 165 I. Wetgeving. Niet-wetgevingshandelingen. 61e jaargang. Uitgave in de Nederlandse taal. 2 juli 2018.

Publicatieblad van de Europese Unie L 165 I. Wetgeving. Niet-wetgevingshandelingen. 61e jaargang. Uitgave in de Nederlandse taal. 2 juli 2018. Publicatieblad van de Europese Unie L 165 I Uitgave in de Nederlandse taal Wetgeving 61e jaargang 2 juli 2018 Inhoud II Niet-wetgevingshandelingen BESLUITEN Besluit (EU) 2018/937 van de Europese Raad van

Nadere informatie

62e jaargang Uitgave in de Nederlandse taal Mededelingen en bekendmakingen 3 september 2019

62e jaargang Uitgave in de Nederlandse taal Mededelingen en bekendmakingen 3 september 2019 Publicatieblad C 297 van de Europese Unie 62e jaargang Uitgave in de Nederlandse taal Mededelingen en bekendmakingen 3 september 2019 Inhoud I Resoluties, aanbevelingen en adviezen AANBEVELINGEN Europese

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 4.3.2019 C(2019) 1616 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 4.3.2019 tot wijziging van de bijlagen VIII en IX bij Richtlijn 2012/27/EU wat betreft de

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Economisch en Sociaal Comité

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Economisch en Sociaal Comité EUROPESE COMMISSIE Brussel, 11.6.2014 COM(2014) 227 final 2014/0129 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD ter bepaling van de samenstelling van het Economisch en Sociaal Comité NL NL TOELICHTING

Nadere informatie

ANNEX BIJLAGE. bij VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

ANNEX BIJLAGE. bij VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.9.2018 COM(2018) 651 final ANNEX BIJLAGE bij VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD over de werking van Richtlijn 2011/24/EU betreffende de toepassing

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie Nr. 538 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

Nadere informatie

1. 31958 Q 1101: EAEC Raad: De Statuten van het Voorzieningsagentschap van Euratom (PB 27 van 6.12.1958, blz. 534), gewijzigd bij:

1. 31958 Q 1101: EAEC Raad: De Statuten van het Voorzieningsagentschap van Euratom (PB 27 van 6.12.1958, blz. 534), gewijzigd bij: 9. ENERGIE 1. 31958 Q 1101: EAEC Raad: De Statuten van het Voorzieningsagentschap van Euratom (PB 27 van 6.12.1958, blz. 534), gewijzigd bij: 31973 D 0045: Besluit 73/45/Euratom van de Raad van 8 maart

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie Nr. 542 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

Nadere informatie

Emissiehandel: Commissie geeft groen licht voor nog eens 8 plannen zodat de handel zoals gepland van start kan gaan

Emissiehandel: Commissie geeft groen licht voor nog eens 8 plannen zodat de handel zoals gepland van start kan gaan IP/04/1250 Brussel, 20 oktober 2004 Emissiehandel: Commissie geeft groen licht voor nog eens 8 plannen zodat de handel zoals gepland van start kan gaan De Europese Commissie gaat akkoord met een tweede

Nadere informatie

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE EUROPESE COMMISSIE Brussel, XXX [ ](2013) XXX draft MEDEDELING VAN DE COMMISSIE Uitvoering van artikel 260 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie Aanpassing van de gegevens die worden

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 18 mei 2017 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 18 mei 2017 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 18 mei 2017 (OR. en) 9438/17 ADD 1 MAP 12 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 17 mei 2017 aan: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretaris-generaal van

Nadere informatie

NL In verscheidenheid verenigd NL. Amendement. Julia Reid namens de EFDD-Fractie

NL In verscheidenheid verenigd NL. Amendement. Julia Reid namens de EFDD-Fractie 13.6.2017 A8-0208/50 50 Overweging 1 (1) Wat de reductie van de in de EU uitgestoten broeikasgassen betreft, schaarde de Europese Raad zich in zijn conclusies van 23-24 oktober 2014 over het kader voor

Nadere informatie

Zittingsdocument B7-0000/2013 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag voor mondeling antwoord B7-0000/2013

Zittingsdocument B7-0000/2013 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag voor mondeling antwoord B7-0000/2013 EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Zittingsdocument 22.4.2013 B7-0000/2013 ONTWERPRESOLUTIE naar aanleiding van vraag voor mondeling antwoord B7-0000/2013 ingediend overeenkomstig artikel 115, lid 5, van het

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 november 2017 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 november 2017 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 9 november 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2017/0274 (E) 13588/17 ACP 119 FIN 647 PTOM 20 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE

Nadere informatie

Openbare raadpleging over de mogelijke herziening van Verordening (EG) nr. 764/2008 (de verordening wederzijdse erkenning)

Openbare raadpleging over de mogelijke herziening van Verordening (EG) nr. 764/2008 (de verordening wederzijdse erkenning) Openbare raadpleging over de mogelijke herziening van Verordening (EG) nr. 764/2008 (de verordening wederzijdse erkenning) Velden met een zijn verplicht. Naam E-mail Inleiding 1 Als een bedrijf een product

Nadere informatie

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0258/36. Amendement. Peter Liese namens de PPE-Fractie

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0258/36. Amendement. Peter Liese namens de PPE-Fractie 8.9.2017 A8-0258/36 36 Artikel 1 alinea 1 punt -1 bis (nieuw) Richtlijn 2003/87/EG Artikel 3 quinquies lid 2 Bestaande tekst 2. Vanaf 1 januari 2013 wordt 15 % van de rechten geveild. Dit percentage kan

Nadere informatie

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD. Financiële informatie over het Europees Ontwikkelingsfonds

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD. Financiële informatie over het Europees Ontwikkelingsfonds EUROPESE COMMISSIE Brussel, 14.6.2017 COM(2017) 299 final MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD Financiële informatie over het Europees Ontwikkelingsfonds Europees Ontwikkelingsfonds (EOF): prognoses

Nadere informatie

1. 1. Het Comité heeft zich herhaaldelijk uitgesproken over de programma's en activiteiten van de Unie op energiegebied:

1. 1. Het Comité heeft zich herhaaldelijk uitgesproken over de programma's en activiteiten van de Unie op energiegebied: bron : http://www.emis.vito.be Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen dd. 21-01-1998 Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C9 van 14/01/98 Advies van het Economisch en Sociaal Comité

Nadere informatie

A8-0392/337. Dario Tamburrano, Piernicola Pedicini, Eleonora Evi, David Borrelli, Rosa D'Amato, Marco Zullo namens de EFDD-Fractie

A8-0392/337. Dario Tamburrano, Piernicola Pedicini, Eleonora Evi, David Borrelli, Rosa D'Amato, Marco Zullo namens de EFDD-Fractie 11.1.2018 A8-0392/337 337 Overweging 7 (7) Bijgevolg is het passend om op Unieniveau een bindend streefcijfer van ten minste 27 % voor het aandeel hernieuwbare energie vast te stellen. De lidstaten moeten

Nadere informatie

BIJLAGE. bij VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

BIJLAGE. bij VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S EUROPESE COMMISSIE Brussel, 9.2.28 COM(28) 86 final ANNEXES to 3 BIJLAGE bij VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie Nr. 612 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

Nadere informatie

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen 2006R1412 NL 01.07.2013 003.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B VERORDENING (EG) Nr. 1412/2006 VAN DE RAAD van 25

Nadere informatie

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD. Financiële informatie over het Europees Ontwikkelingsfonds

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD. Financiële informatie over het Europees Ontwikkelingsfonds EUROPESE COMMISSIE Brussel, XXX COM(2012) 386 final MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD Financiële informatie over het Europees Ontwikkelingsfonds NL NL MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD Financiële

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT PE-CONS 3659/1/01 REV 1

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT PE-CONS 3659/1/01 REV 1 EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 27 mei 2002 2001/0138 (COD) LEX 311 PE-CONS 3659/1/01 REV 1 TRANS 181 PECOS 199 CODEC 1126 VERORDENING (EG) Nr. /2002 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN

Nadere informatie

6981/17 ASS/sl 1 DG C 1

6981/17 ASS/sl 1 DG C 1 Raad van de Europese Unie Brussel, 6 maart 2017 (OR. en) 6981/17 RESULTAAT BESPREKINGEN van: d.d.: 6 maart 2017 aan: het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties nr. vorig doc.: 6626/17 Betreft:

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 21 501-08 Milieuraad Nr. 672 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 24

Nadere informatie

Volume: 0-49 zendingen per jaar Europa 0 2 kg 2-10 kg kg kg

Volume: 0-49 zendingen per jaar Europa 0 2 kg 2-10 kg kg kg Wanneer u op basis van uw daadwerkelijkaantal zendingen boven de 49 zendingen per jaar uitkomt, dan kunt u ons contacteren voor verbeterde tarieven. Wij passen uw prijzen dan direct aan. Volume: 0-49 zendingen

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 2.6.2017 C(2017) 3492 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 2.6.2017 tot wijziging van de bijlagen I en II bij Verordening (EG) nr. 443/2009 van het

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 november 2003 (27.11) (OR. fr) 15314/03 Interinstitutioneel dossier: 2003/0274 (COD) CULT 66 CODEC 1678

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 november 2003 (27.11) (OR. fr) 15314/03 Interinstitutioneel dossier: 2003/0274 (COD) CULT 66 CODEC 1678 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 26 november 2003 (27.11) (OR. fr) 15314/03 Interinstitutioneel dossier: 2003/0274 (COD) CULT 66 CODEC 1678 VOORSTEL van: de Europese Commissie d.d.: 18 november 2003

Nadere informatie

COMMISSIE Oproep tot het indienen van voorstellen voor medegefinancierde projecten in het kader van het Synergy-programma voor 2000

COMMISSIE Oproep tot het indienen van voorstellen voor medegefinancierde projecten in het kader van het Synergy-programma voor 2000 bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C 290 van 12/10/99 COMMISSIE Oproep tot het indienen van voorstellen voor medegefinancierde projecten in het kader van het Synergy-programma voor

Nadere informatie

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD. Financiële informatie over het Europees Ontwikkelingsfonds

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD. Financiële informatie over het Europees Ontwikkelingsfonds EUROPESE COMMISSIE Brussel, 15.6.2015 COM(2015) 295 final MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD Financiële informatie over het Europees Ontwikkelingsfonds NL NL 1. VOORWOORD Het elfde Europees Ontwikkelingsfonds

Nadere informatie

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 8.11.2017 COM(2017) 660 final 2017/0294 (COD) Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 2009/73/EG betreffende gemeenschappelijke

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie interne markt en consumentenbescherming. Commissie interne markt en consumentenbescherming

EUROPEES PARLEMENT. Commissie interne markt en consumentenbescherming. Commissie interne markt en consumentenbescherming EUROPEES PARLEMENT 2004 2009 Commissie interne markt en consumentenbescherming 9.11.2007 WERKDOCUMENT over het voorstel voor een Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn

Nadere informatie

VERSLAG VAN DE COMMISSIE

VERSLAG VAN DE COMMISSIE EUROPESE COMMISSIE Brussel, 23.9.2016 COM(2016) 618 final VERSLAG VAN DE COMMISSIE Verslag met het oog op de berekening van de toegewezen hoeveelheid van de Unie, alsook het verslag met het oog op de berekening

Nadere informatie

9073/15 gys/yen/sl 1 DG E2b

9073/15 gys/yen/sl 1 DG E2b Raad van de Europese Unie Brussel, 1 juni 2015 (OR. en) 9073/15 ENER 185 CLIMA 56 NOTA van: aan: Betreft: het Comité van permanente vertegenwoordigers (1e deel) de Raad Ontwerpconclusies van de Raad over

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 20 oktober 2015 (OR. en) 13159/15 FIN 699 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 20 oktober 2015 aan: Nr. Comdoc.: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal

Nadere informatie

Cultura Creative (RF) / Alamy Stock Photo

Cultura Creative (RF) / Alamy Stock Photo Cultura Creative (RF) / Alamy Stock Photo DE EUROPESE STRUCTUUR- EN INVESTERINGSFONDSEN (ESI-FONDSEN) EN HET EUROPEES FONDS VOOR STRATEGISCHE INVESTERINGEN (EFSI) HET VERZEKEREN VAN COÖRDINATIE, SYNERGIEËN

Nadere informatie

Verkeersveiligheid: aantal verkeersdoden in de EU nog nooit zo laag - Europa maakt nu ook werk van een strategie voor gewonden in het verkeer

Verkeersveiligheid: aantal verkeersdoden in de EU nog nooit zo laag - Europa maakt nu ook werk van een strategie voor gewonden in het verkeer EUROPESE COMMISSIE PERSBERICHT Brussel, 19 maart 2013 Verkeersveiligheid: aantal verkeersdoden in de EU nog nooit zo laag - Europa maakt nu ook werk van een strategie voor gewonden in het verkeer Het aantal

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage. Datum 19 maart 2015 Betreft Verslag energieraad 5 maart 2015

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage. Datum 19 maart 2015 Betreft Verslag energieraad 5 maart 2015 > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage Directie Europese en Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag

Nadere informatie

Investeren in klimaatactie, investeren in LIFE

Investeren in klimaatactie, investeren in LIFE istock Investeren in klimaatactie, investeren in LIFE Overzicht van het nieuwe LIFE-subprogramma Klimaatactie 2014-2020 Klimaat Wat is het nieuwe LIFE-subprogramma Klimaatactie? De Europese staatshoofden

Nadere informatie

AEG deel 3 Naam:. Klas:.

AEG deel 3 Naam:. Klas:. AEG deel 3 Naam:. Klas:. 1-Video Grensverleggend Europa; Het moet van Brussel. a-in welke Europese stad staat Jan Jaap v.d. Wal? b-beschrijf in het kort waarom een betere Europese samenwerking nodig was.

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 2 maart 2015 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 2 maart 2015 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 2 maart 2015 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2015/0051 (NLE) 6144/15 VOORSTEL van: ingekomen: 3 maart 2015 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: SOC 70 EMPL 31 ECOFIN 97 EDUC

Nadere informatie

14072/14 roe/lep/hh DG C 1

14072/14 roe/lep/hh DG C 1 Raad van de Europese Unie Brussel, 13 oktober 2014 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2014/0292 (E) 14072/14 ACP 154 FIN 727 PTOM 45 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Besluit van de

Nadere informatie

De nieuwe energie-efficiëntierichtlijn - Uitdagingen & oplossingen -

De nieuwe energie-efficiëntierichtlijn - Uitdagingen & oplossingen - De nieuwe energie-efficiëntierichtlijn l - Uitdagingen & oplossingen - DG Energie 22 juni 2011 ENERGIEVOORZIENING NOG AFHANKELIJKER VAN IMPORT Te verwachten scenario gebaseerd op cijfers in 2009 in % OLIE

Nadere informatie

"Culturele Hoofdstad van Europa" voor het tijdvak 2005 tot 2019 ***I

Culturele Hoofdstad van Europa voor het tijdvak 2005 tot 2019 ***I P5_TA(2004)0361 "Culturele Hoofdstad van Europa" voor het tijdvak 2005 tot 2019 ***I Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad

Nadere informatie

Tarieven Europa: staffel 1

Tarieven Europa: staffel 1 Tarieven Europa: staffel 1 Wanneer u op basis van uw daadwerkelijkaantal zendingen boven de 49 zendingen per jaar uitkomt, dan kunt u ons contacteren voor verbeterde tarieven. Wij passen uw prijzen dan

Nadere informatie

Zittingsdocument ADDENDUM. bij het verslag

Zittingsdocument ADDENDUM. bij het verslag Europees Parlement 2014-2019 Zittingsdocument 22.11.2017 A8-0358/2017/err01 ADDENDUM bij het verslag over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening

Nadere informatie

7495/17 tin/gra/sl 1 DGG 1A

7495/17 tin/gra/sl 1 DGG 1A Raad van de Europese Unie Brussel, 21 maart 2017 (OR. en) 7495/17 RESULTAAT BESPREKINGEN van: aan: Betreft: het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties ECOFIN 223 ENV 276 CLIMA 67 FIN 205 Speciaal

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING AAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN AAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING AAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN AAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 31.05.2001 COM(2001) 289 definitief MEDEDELING AAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN AAN DE RAAD Strategie ter voorbereiding van de kandidaat-lidstaten

Nadere informatie

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 1.6.2012 COM(2012) 255 final Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot verlening van een machtiging om onderhandelingen te openen over aanpassing van de volgende overeenkomsten

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 28 mei 2004 (03.06) (OR. en) 9919/04. Interinstitutioneel dossier: 2004/0109 (COD) 2004/0110 (COD)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 28 mei 2004 (03.06) (OR. en) 9919/04. Interinstitutioneel dossier: 2004/0109 (COD) 2004/0110 (COD) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 28 mei 2004 (03.06) (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2004/0109 (COD) 2004/0110 (COD) 9919/04 ENER 150 CODEC 780 NOTA van: aan: nr. Comv.: Betreft: het secretariaat-generaal

Nadere informatie

VOORLOPIGE AGENDA HET COMITÉ VAN PERMANENTE VERTEGENWOORDIGERS (2e deel) Europagebouw, Brussel 3 en 4 juli 2019 (10.00, 9.00)

VOORLOPIGE AGENDA HET COMITÉ VAN PERMANENTE VERTEGENWOORDIGERS (2e deel) Europagebouw, Brussel 3 en 4 juli 2019 (10.00, 9.00) Raad van de Europese Unie Brussel, 1 juli 2019 (OR. en) 10824/19 OJ CRP2 25 VOORLOPIGE AGENDA HET COMITÉ VAN PERMANENTE VERTEGENWOORDIGERS (2e deel) Europagebouw, Brussel 3 en 4 juli 2019 (10.00, 9.00)

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 2 december 2016 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0382 (COD) 15120/16 ADD 9 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 1 december 2016 aan: ENER 417 CLIMA 168 CONSOM

Nadere informatie

Tijdens de zitting van 18 mei 2009 heeft de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen de conclusies in bijlage dezes aangenomen.

Tijdens de zitting van 18 mei 2009 heeft de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen de conclusies in bijlage dezes aangenomen. RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 18 mei 2009 (26.05) (OR. en) 9909/09 DEVGE 147 E ER 187 E V 371 COAFR 172 OTA van: het secretariaat-generaal d.d.: 18 mei 2009 nr. vorig doc.: 9100/09 Betreft: Conclusies

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Straatsburg, 13.11.2018 COM(2018) 744 final 2018/0385 (COD) Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot aanpassing van Richtlijn 2012/27/EU van het Europees Parlement

Nadere informatie

GEMOTIVEERD ADVIES VAN EEN NATIONAAL PARLEMENT INZAKE DE SUBSIDIARITEIT

GEMOTIVEERD ADVIES VAN EEN NATIONAAL PARLEMENT INZAKE DE SUBSIDIARITEIT Europees Parlement 2014-2019 Commissie juridische zaken 22.5.2017 GEMOTIVEERD ADVIES VAN EEN NATIONAAL PARLEMENT INZAKE DE SUBSIDIARITEIT Betreft: Gemotiveerd advies van het Spaanse parlement inzake het

Nadere informatie

(COM(2017) 718 final) (2018/C 262/14) Rapporteur: Andrés BARCELÓ DELGADO. Raadpleging Europese Commissie,

(COM(2017) 718 final) (2018/C 262/14) Rapporteur: Andrés BARCELÓ DELGADO. Raadpleging Europese Commissie, C 262/80 NL Publicatieblad van de Europese Unie 25.7.2018 Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie Nr. 627 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 28.10.2016 COM(2016) 694 final 2016/0343 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD inzake de sluiting, namens de Europese Unie, van een overeenkomst tot wijziging van de Overeenkomst

Nadere informatie

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD NL NL NL EUROPESE COMMISSIE Brussel, 4.8.2010 COM(2010) 421 definitief VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD over de toepassing van Verordening (EG) nr. 453/2008 van het Europees

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 1.4.2009 COM(2009) 156 definitief VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD overeenkomstig artikel 18, lid 3, van Richtlijn 2000/60/EG

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 29 oktober 2014 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 29 oktober 2014 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 29 oktober 2014 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2014/0298 (E) 14563/14 ACP 166 FIN 764 PTOM 51 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Besluit van de

Nadere informatie

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0048/40. Amendement. Gérard Deprez namens de ALDE-Fractie

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0048/40. Amendement. Gérard Deprez namens de ALDE-Fractie 8.3.2018 A8-0048/40 40 Overweging D bis (nieuw) D bis. overwegende dat elke verhoging van de begroting van de Unie niet mag leiden tot een stijging van de totale overheidsuitgaven in de EU en bijgevolg

Nadere informatie

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 22.2.2019 L 51 I/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN VERORDENING (EU) 2019/316 VAN DE COMMISSIE van 21 februari 2019 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1408/2013 van de Commissie inzake

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1853 VAN DE COMMISSIE

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1853 VAN DE COMMISSIE 16.10.2015 L 271/25 GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1853 VAN DE COMMISSIE van 15 oktober 2015 tot vaststelling van tijdelijke buitengewone steun voor landbouwers in de veehouderijsectoren DE EUROPESE

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 20 juni 2017 (OR. en) 2016/0186 (COD) PE-CONS 25/17 CULT 69 AELE 49 EEE 27 CODEC 867 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN

Nadere informatie

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 10.11.2017 COM(2017) 659 final 2017/0296 (NLE) Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD waarbij de Republiek Letland wordt gemachtigd een bijzondere maatregel toe te

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 18.1.2017 COM(2017) 17 final 2017/0011 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de toepassing van de bepalingen van het Schengenacquis met betrekking tot het

Nadere informatie

Titel 1 (eigen middelen): miljoen EUR. Titel 3 (overschotten, saldi en aanpassingen): miljoen EUR

Titel 1 (eigen middelen): miljoen EUR. Titel 3 (overschotten, saldi en aanpassingen): miljoen EUR Raad van de Europese Unie Brussel, 17 juni 2016 (OR. en) 9586/16 BUDGET 15 TOELICHTING Betreft: Ontwerp van gewijzigde begroting nr. 2 bij de algemene begroting 2016: Boeking van het overschot van het

Nadere informatie

***I STANDPUNT VAN HET EUROPEES PARLEMENT

***I STANDPUNT VAN HET EUROPEES PARLEMENT Europees Parlement 2014-2019 Geconsolideerd wetgevingsdocument 13.6.2017 EP-PE_TC1-COD(2016)0186 ***I STANDPUNT VAN HET EUROPEES PARLEMENT in eerste lezing vastgesteld op 13 juni 2017 met het oog op de

Nadere informatie

DE RAAD VAN EUROPA HOEDER VAN DE MENSENRECHTEN SAMENVATTING

DE RAAD VAN EUROPA HOEDER VAN DE MENSENRECHTEN SAMENVATTING DE RAAD VAN EUROPA HOEDER VAN DE MENSENRECHTEN SAMENVATTING LIDSTATEN Albanië, Andorra, Armenië, Azerbeidzjan, België, Bosnië-Herzegovina, Bulgarije, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk,

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 19.12.2017 COM(2017) 769 final 2017/0347 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot intrekking van Verordening (EU) nr. 256/2014 van het Europees

Nadere informatie

Bijgaand stuur ik uw Kamer het verslag van de Energieraad die op 8 juni 2015 plaatsvond in Luxemburg.

Bijgaand stuur ik uw Kamer het verslag van de Energieraad die op 8 juni 2015 plaatsvond in Luxemburg. > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA 's-gravenhage Directie Europese en Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 16.5.2007 COM(2007) 256 definitief 2007/0090 (CNS) Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD overeenkomstig artikel 122, lid 2, van het Verdrag betreffende

Nadere informatie

12722/01 HD/nj DG G NL

12722/01 HD/nj DG G NL RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 29 oktober 2001 (OR. en) 12722/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0121 (CNS) ECOFIN 264 ENV 490 NIS 73 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Besluit van

Nadere informatie

(Wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 15.12.2017 L 335/1 I (Wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN VERORDENING (EU) 2017/2305 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 12 december 2017 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1303/2013 wat betreft

Nadere informatie

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE HOGE VERTEGENWOORDIGER VAN DE UNIE VOOR BUITENLANDSE ZAKEN EN VEILIGHEIDSBELEID Brussel, 21.4.2017 JOIN(2017) 14 final 2017/0084 (NLE) Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Nadere informatie

Erasmus voor iedereen: EU-financiering voor 5 miljoen burgers

Erasmus voor iedereen: EU-financiering voor 5 miljoen burgers EUROPESE COMMISSIE - PERSBERICHT Erasmus voor iedereen: EU-financiering voor 5 miljoen burgers Brussel, 23 november 2011 - Tot 5 miljoen mensen, bijna tweemaal zo veel als nu, krijgen de kans om in het

Nadere informatie

Scorebord van de interne markt

Scorebord van de interne markt Scorebord van de interne markt Prestaties per lidstaat België (Verslagperiode: 2015) Omzetting van wetgeving Omzettingsachterstand: 1,1% (laatste verslag: 0,8%) voor het eerst sinds mei 2014 weer in de

Nadere informatie