E.E.G. Gepken-Jager Rijksuniversiteit Groningen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "E.E.G. Gepken-Jager Rijksuniversiteit Groningen"

Transcriptie

1 129 Ondernemingsrecht «JIN» Jurisprudentie in Nederland juli 2015, afl Raad in r.o In r.o beslist de Hoge Raad dat het voorgaande ook geldt ingeval een commanditaire vennoot het in art. 20 lid 2 WvK neergelegde beheersverbod heeft overtreden. In dat geval verspeelt de commandiet die in beginsel niet verbonden is voor de verbintenissen van de vennootschap het voorrecht dat zijn aansprakelijkheid beperkt is tot zijn inbreng in de vennootschap (art. 20 leden 2 en 3 WvK), en wordt hij op grond van art. 21 WvK hoofdelijk aansprakelijk voor alle schulden en verbintenissen van de vennootschap jegens de beherende vennoten. 8 De Hoge Raad overweegt voorts dat deze hoofdelijke aansprakelijkheid ook geldt voor schulden die zijn ontstaan voordat de vennoot in strijd met het beheersverbod handelde (HR 24 april 1970, ECLI:NL:HR:1970:AC5021, NJ 1970/406). 4. Voor zover het gaat om een commanditaire vennootschap strookt deze wetsuitleg met de aansprakelijkheid van commanditaire (stille) vennoten die in strijd met art. 20 lid 2 WvK daden van beheer verrichten of werkzaam zijn in de zaken van de vennootschap (het beheersverbod). De aansprakelijkheid van een stille vennoot voor schulden van de commanditaire vennootschap is in beginsel beperkt tot zijn inbreng in de vennootschap (art. 20 leden 2 en 3 WvK). Indien een stille vennoot in strijd met het in art. 20 lid 2 WvK vervatte verbod handelt, wordt hij op grond van art. 21 WvK evenwel hoofdelijk aansprakelijk/hoofdelijk verbonden 9 voor alle schulden en verbintenissen van de vennootschap. Deze hoofdelijke aansprakelijkheid geldt ook voor schulden die zijn ontstaan voordat de vennoot in strijd met het beheersverbod handelde (HR 24 april 1970, ECLI:NL:HR:1970:AC5021, NJ 1970/406). 5. Stokkermans gaf in zijn noot bij onderhavig arrest in «JOR» 10 de mooie oplossing om de vraag die de Hoge Raad niet met zoveel woorden heeft beantwoord, namelijk of de verbondenheid van de uitgetreden vennoot voor verplichtingen van de vennootschap die reeds bestonden ten tijde van zijn uittreden of voortkomen uit rechtshandelingen die vóór zijn uittreden zijn verricht in het kader van de vennootschapsactiviteiten ex art. 18 WvK onverkort blijft bestaan, op te lossen door de rechtsfiguur waarvoor hij de term wisselvertegenwoordiging heeft geïntroduceerd. 11 Deze mogelijkheid stamt uit het Duitse recht voor de Offene Handelsgesellschaft (een Duitse personenvennootschap die te vergelijken is met de vof). Het handelen in naam van de vennootschap wordt niet aangemerkt als een handelen in naam van wie de vennoten zijn op het moment van de handeling, maar als een handelen in naam van de vennoten van tijd tot tijd. De rechten van zaakscrediteuren blijven zo intact, maar zaakscrediteuren komen niet in een betere positie te verkeren, zoals nu rechtens wel het geval is doordat zij er een verhaalsmogelijkheid bij krijgen. Deze oplossing doet denken aan het resultaat dat anders wordt bewerkstelligd indien de uittredend vennoot met de voortzettende vennoten een vrijwaringsbeding overeenkomt op grond waarvan de gevolgen van aansprakelijkheidsstelling door derden door hem kan worden afgewenteld op de voortzettende vennoten. 12 De Hoge Raad heeft de stap naar wisselvertegenwoordiging nu nog niet gemaakt. Uit de volgende passage uit r.o meen ik 8 Zie hierover A.J.S.M. Tervoort, Het bestuursverbod bij de commanditaire vennootschap (diss. Rotterdam, 2013), par Zie over deze terminologie: A.J.S.M. Tervoort, Het bestuursverbod bij de commanditaire vennootschap (diss. Rotterdam, 2013), par «JOR» 2015/134, p Chr.M. Stokkermans, Ondernemingsrecht , p , «JOR» 2014/123 (noot onder Rb. Almelo 19 februari 2014 (Adviesgroep Regge), WPNR 2015/7051, par Zie hierover A.L. Mohr/V. Meijers, Van Personenvennootschappen, Kluwer: Deventer 2013, , p af te kunnen leiden dat de Hoge Raad de uitgetreden vennoot voor de bestaande verbintenissen van de vennootschap onverkort gebonden wil houden: dat de schuldeisers een rechtsbetrekking zijn aangegaan met een vennootschap voor de verbintenissen waarvan de (beherend) vennoten krachtens de wet persoonlijk instaan. Misschien biedt een volgende zaak de Hoge Raad de mogelijkheid de stap naar wisselvertegenwoordiging te zetten. 6. Tot slot oordeelt de Hoge Raad in r.o dat de in HR 15 maart 2013, ECLI:NL:HR:2013:BY7840, NJ 2013/290 voor de aansprakelijkheid van oude en nieuwe maten van de maatschap geformuleerde regels niet analoog kunnen worden toegepast op de vof en commanditaire vennootschap. Het aansprakelijkheidsregiem van de maatschap is eigen aardig en verschilt van dat van de vof en cv. Maten van de maatschap binden immers in beginsel slechts zichzelf. Alleen de maat die de overeenkomst aanging is gebonden en persoonlijk voor de hieruit ontstane schulden aansprakelijk (art. 7A: BW) terwijl bij de vof en cv daarentegen alle vennoten respectievelijk beherende vennoten persoonlijk voor de schulden aansprakelijk zijn (ex art. 18 en 19 lid 2 WvK). 129 Hoge Raad 5 juni 2015, nr. 14/05223 ECLI:NL:HR:2015:1473 (mr. Numann, mr. Streefkerk, mr. Drion, mr. De Groot, mr. Polak) (concl. A-G mr. Wesseling-van Gent (niet opgenomen, Red.)) Noot F. el Houzi en P.J. Peters Faillissementsrecht. Verzet tegen faillietverklaring. Toetsing ex nunc van voorwaarden voor faillissement (HR 17 januari 2014, ECLI:NL:HR:2014:98, NJ 2014/61; HR 10 november 2006, ECLI:NL:HR:2006:AY6204, NJ 2006/610). Strekking van rechtsmiddel verzet. Moment toetsing bij hoger beroep tegen vonnis op verzet. Behoorlijke oproeping schuldenaar? Art Procesreglement verzoekschriftprocedures insolventiezaken rechtbanken. [FW art. 1 t/m 7, 8, 10, 11] E.E.G. Gepken-Jager Rijksuniversiteit Groningen De vraag of de schuldenaar verkeert in de toestand dat hij heeft opgehouden te betalen dient te worden beoordeeld aan de hand van gegevens die thans gelden. Er vindt derhalve een toetsing ex nunc plaats. Als het faillissement echter bevoegdelijk is uitgesproken, kan het niet in hoger beroep worden vernietigd op de grond dat de vordering van de aanvrager inmiddels is voldaan. Wanneer immers de staat van faillissement is ingetreden, bepaalt deze ook de rechtspositie van de andere schuldeisers en behoort de mogelijkheid van vernietiging niet meer afhankelijk te zijn van de schuldeiser die het faillissement heeft aangevraagd (vgl. HR 10 november 2006, NJ 2006/610). Aangezien [verweerster] HSK op een juiste wijze heeft opgeroepen en HSK de schuld aan [verweerster] pas heeft voldaan nadat HSK bij vonnis van 2 september 2014 failliet is

2 Jurisprudentie in Nederland juli 2015, afl. 6 «JIN» Ondernemingsrecht 129 verklaard, kan niet gesteld worden dat dit vonnis op die grond moet worden vernietigd. Het voorgaande leidt tot het oordeel dat [verweerster] het faillissement van HSK terecht en bevoegdelijk heeft uitgelokt. In r.o. 3.8 heeft het hof terecht vooropgesteld dat de vraag of de schuldenaar verkeert in de toestand dat hij heeft opgehouden te betalen, dient te worden beoordeeld aan de hand van gegevens die gelden ten tijde van de door de rechter te geven beslissing, en dat derhalve een toetsing ex nunc plaatsvindt. Uitgangspunt in een geding tot faillietverklaring is immers dat de rechter zijn beslissing baseert op de toestand ten tijde van zijn uitspraak (vgl. HR 3 mei 2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ1058, NJ 2013/275 en HR 17 januari 2014, ECLI:NL:HR:2014:98, NJ 2014/61). Ook de vraag of is voldaan aan het vereiste dat de aanvrager van het faillissement een vordering op de schuldenaar heeft, dient de rechter te beantwoorden aan de hand van de toestand ten tijde van zijn uitspraak. Vorenstaand uitgangspunt geldt zowel voor de rechter die in eerste aanleg oordeelt over een aangifte of een verzoek tot faillietverklaring (art. 2-7 Fw) als voor de rechter die daarover oordeelt na aanwending van het rechtsmiddel van verzet (art. 8 lid 2 en art. 10 Fw) dan wel hoger beroep (art. 8 leden 1 en 3, art. 9 en art. 11 Fw). Op het hiervoor in weergegeven uitgangspunt is in HR 10 november 2006, ECLI:NL:HR:2006:AY6204, NJ 2006/610, een nuancering aanvaard. Indien op een daartoe strekkende aanvraag een faillissement is uitgesproken, bepaalt de daarmee ingetreden toestand van faillissement de rechtspositie van alle schuldeisers. Daarbij past dat de appelrechter niet reeds gehouden is het vonnis van faillietverklaring te vernietigen op de enkele grond dat de schuldenaar stelt, en de aanvrager niet weerspreekt of zelfs erkent, dat het aan de rechter in eerste aanleg summierlijk gebleken vorderingsrecht van de aanvrager niet bestaat. Ook in zo n geval mag de appelrechter dus zelfstandig beoordelen of summierlijk blijkt van het vorderingsrecht van de aanvrager. Opmerking verdient dat de appelrechter ook in het hier bedoelde geval, op grond van het hiervoor in weergegeven uitgangspunt, zijn beslissing voor het overige dient te baseren op de toestand ten tijde van zijn uitspraak. Anders dan het hof in r.o. 3.8 kennelijk tot uitgangspunt heeft genomen, is de hiervoor in bedoelde nuancering beperkt tot het geval dat de schuldenaar in staat van faillissement is verklaard nadat hij op de aanvraag tot faillietverklaring is gehoord, en hij vervolgens daartegen op de voet van art. 8 lid 1 Fw (tijdig) hoger beroep instelt. Die nuancering is echter niet op haar plaats in het geval dat de schuldenaar niet op de aanvraag is gehoord voordat hij in staat van faillissement is verklaard, en hij vervolgens daartegen op de voet van art. 8 lid 2 Fw (tijdig) verzet doet. Het rechtsmiddel van verzet heeft de strekking dat het geding waarin verstek was verleend, op tegenspraak in dezelfde instantie wordt voortgezet. Het biedt de gedaagde die niet was verschenen en daardoor zijn belangen bij de rechter niet kon verdedigen, daartoe alsnog de gelegenheid, hetgeen strookt met het beginsel van hoor en wederhoor (vgl. HR 23 juni 1993, ECLI:NL:HR:1993:AD1902, NJ 1993/559). Met die strekking van het rechtsmiddel van verzet en met de ingrijpende gevolgen die een faillietverklaring heeft, verdraagt zich niet dat de schuldenaar die zich tegen de bij verstek uitgesproken faillietverklaring wenst te verzetten, bijvoorbeeld met de stelling dat de vordering van de aanvrager niet of niet langer bestaat welke stelling, indien juist, die aanvrager de bevoegdheid ontneemt het faillissement uit te lokken bij dat verweer geen baat meer kan hebben. HSK B.V., gevestigd te Leeuwarden, Verzoekster tot cassatie, advocaten: mr. D. Rijpma en mr. R.L. Bakels, tegen [verweerster], gevestigd te [vestigingsplaats], Verweerster in cassatie, niet verschenen. Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als HSK en [verweerster]. Hoge Raad: 1 Het geding in feitelijke instanties Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken: a. de vonnissen in de zaak C/17/136750, faillissementsnummer C/17/14/182 van de rechtbank Noord-Nederland van 2 september 2014 en 11 september 2014; b. het arrest in de zaak /01 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 9 oktober Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht. 2 Het geding in cassatie Tegen het arrest van het hof heeft HSK beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest en het oproepingsexploot zijn aan dit arrest gehecht en maken daarvan deel uit. [verweerster] heeft geen verweerschrift ingediend. De conclusie van de Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent strekt tot vernietiging van het arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, locatie Leeuwarden, van 9 oktober 2014 en tot verwijzing. 3 Beoordeling van het cassatiemiddel 3.1 HSK is op het daartoe strekkende verzoek van [verweerster] bij vonnis van de rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, van 2 september 2014 bij verstek in staat van faillissement verklaard. Bij verzetschrift, ingekomen op 3 september 2014 ter griffie van die rechtbank, is HSK van dit vonnis in verzet gekomen. Het verzet is op 9 september 2014 mondeling behandeld in aanwezigheid van de statutair directeuren van partijen, beiden vergezeld van hun advocaat. De rechtbank heeft het verzet bij vonnis van 11 september 2014 ongegrond verklaard. 3.2 Het hof heeft, voor zover thans van belang, HSK in haar beroep tegen het vonnis van 2 september 2014 niet-ontvankelijk verklaard, en het vonnis van 11 september 2014 bekrachtigd. Het heeft daartoe onder meer overwogen: 3.6 Met betrekking tot de vraag of HSK op rechtsgeldige wijze is opgeroepen voor de zitting van 2 september 2014, neemt het hof het volgende in aanmerking. In artikel van het Procesreglement verzoekschriftprocedures insolventiezaken rechtbanken is voor zover van belang het volgende bepaald: Indien het verzoek op de zitting wordt behandeld, wordt de oproeping voor de behandeling van het verzoek als volgt gedaan: - door de rechtbank: aan de verzoeker bij gewone brief en aan de verweerder zowel bij aangetekende brief als bij gewone brief, of - door de verzoeker nadát de rechtbank hem heeft medegedeeld tegen welke datum, welk tijdstip en op welke wijze de verweerder moet worden opgeroepen. De feitelijke gang van zaken was als volgt. [verweerster] heeft bij brief van 8 juli 2014 een concept faillissementsrekest van dezelfde datum aan HSK toegezonden. Daarbij is aangegeven dat indien niet binnen drie dagen tot betaling 815

3 129 Ondernemingsrecht «JIN» Jurisprudentie in Nederland juli 2015, afl wordt overgegaan, [verweerster] het faillissementsrekest zal laten aanbrengen bij de rechtbank Noord-Nederland. Op 22 juli 2014 heeft [verweerster] de oproeping tegen de zitting van 2 september 2014 te uur aan HSK door de deurwaarder doen betekenen om alsdan te worden gehoord op het verzoekschrift tot faillietverklaring. Op 20 augustus 2014 is het verzoekschrift ingekomen ter griffie van de rechtbank. Op 2 september 2014, aanvangende te uur, vond de zitting plaats. Naar het oordeel van het hof is HSK aldus op rechtsgeldige wijze opgeroepen. Meer in het bijzonder stemt deze wijze van oproepen overeen met de tweede variant zoals beschreven in het hiervoor aangehaalde procesreglement. Nu datum en tijdstip van oproeping overeenstemmen met het moment waarop de behandeling heeft plaatsgevonden, moet immers worden aangenomen dat de in die tweede variant bedoelde mededeling is gedaan. Het hof gaat voorbij aan hetgeen HSK heeft aangevoerd met betrekking tot een telefoongesprek dat [de statutair directeur van HSK] [betrokkene] op 22 juli 2014 zou hebben gevoerd met een medewerker van de griffie van de rechtbank. In de eerste plaats omdat voldoende gemotiveerd is bestreden dat dit gesprek daadwerkelijk heeft plaatsgevonden en HSK ter zake geen (voldoende gespecificeerd) bewijsaanbod heeft gedaan. In de tweede plaats omdat de mededeling die [betrokkene] zou zijn gedaan, te weten dat er op 22 juli 2014 geen verzoekschrift als door hem bedoeld bij de rechtbank was binnengekomen, hetgeen overigens feitelijk juist was, niet afdoet aan de rechtsgeldigheid van de oproeping als zodanig. Het laatste geldt evenzeer voor de beweerdelijke eerdere ervaring van [betrokkene] met de advocaat van [verweerster], die toen optrad voor een andere partij, waarbij deze een oproeping voor een faillissementszitting slechts als incasso-instrument zou hebben gebruikt. Ook hieraan kon HSK niet de betekenis toekennen die zij eraan stelt te hebben toegekend, te weten dat zij erop mocht vertrouwen dat haar niet-verschijnen ter zitting zonder consequenties zou zijn omdat het de oproeping aan rechtsgeldigheid zou ontbreken. 3.7 Wil aangenomen kunnen worden dat een schuldenaar tegen wie het verzoek tot faillietverklaring is gericht, verkeert in de toestand dat hij heeft opgehouden te betalen, dan moet tenminste één (onbetaalde) vordering van de aanvrager summierlijk komen vast te staan, en moet van één andere onbetaalde vordering op de schuldenaar blijken. Of er sprake is van de toestand van opgehouden hebben te betalen moet aan de hand van de ook verder gebleken gegevens worden beoordeeld. 3.8 De vraag of de schuldenaar verkeert in de toestand dat hij heeft opgehouden te betalen dient te worden beoordeeld aan de hand van gegevens die thans gelden. Er vindt derhalve een toetsing ex nunc plaats. Als het faillissement echter bevoegdelijk is uitgesproken, kan het niet in hoger beroep worden vernietigd op de grond dat de vordering van de aanvrager inmiddels is voldaan. Wanneer immers de staat van faillissement is ingetreden, bepaalt deze ook de rechtspositie van de andere schuldeisers en behoort de mogelijkheid van vernietiging niet meer afhankelijk te zijn van de schuldeiser die het faillissement heeft aangevraagd (vgl. HR 10 november 2006, NJ 2006, 610). Aangezien [verweerster] HSK op een juiste wijze heeft opgeroepen en HSK de schuld aan [verweerster] pas heeft voldaan nadat HSK bij vonnis van 2 september 2014 failliet is verklaard, kan niet gesteld worden dat dit vonnis op die grond moet worden vernietigd. Het voorgaande leidt tot het oordeel dat [verweerster] het faillissement van HSK terecht en bevoegdelijk heeft uitgelokt De Hoge Raad ziet aanleiding allereerst onderdeel 3 te behandelen. Het klaagt onder meer dat het hof heeft miskend dat in een geval als het onderhavige de vraag of het vorderingsrecht van de aanvrager van het faillissement (nog) bestaat, dient te worden beoordeeld naar het moment van de uitspraak op het verzet dat door de schuldenaar is ingesteld tegen het verstekvonnis waarbij hij is failliet verklaard In rov. 3.8 heeft het hof terecht vooropgesteld dat de vraag of de schuldenaar verkeert in de toestand dat hij heeft opgehouden te betalen, dient te worden beoordeeld aan de hand van gegevens die gelden ten tijde van de door de rechter te geven beslissing, en dat derhalve een toetsing ex nunc plaatsvindt. Uitgangspunt in een geding tot faillietverklaring is immers dat de rechter zijn beslissing baseert op de toestand ten tijde van zijn uitspraak (vgl. HR 3 mei 2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ1058, NJ 2013/275, en HR 17 januari 2014, ECLI:NL:HR:2014:98, NJ 2014/61). Ook de vraag of is voldaan aan het vereiste dat de aanvrager van het faillissement een vordering op de schuldenaar heeft, dient de rechter te beantwoorden aan de hand van de toestand ten tijde van zijn uitspraak. Vorenstaand uitgangspunt geldt zowel voor de rechter die in eerste aanleg oordeelt over een aangifte of een verzoek tot faillietverklaring (art. 2-7 Fw) als voor de rechter die daarover oordeelt na aanwending van het rechtsmiddel van verzet (art. 8 lid 2 en art. 10 Fw) dan wel hoger beroep (art. 8 leden 1 en 3, art. 9 en art. 11 Fw) Op het hiervoor in weergegeven uitgangspunt is in HR 10 november 2006, ECLI:NL:HR:2006:AY6204, NJ 2006/610, een nuancering aanvaard. Indien op een daartoe strekkende aanvraag een faillissement is uitgesproken, bepaalt de daarmee ingetreden toestand van faillissement de rechtspositie van alle schuldeisers. Daarbij past dat de appelrechter niet reeds gehouden is het vonnis van faillietverklaring te vernietigen op de enkele grond dat de schuldenaar stelt, en de aanvrager niet weerspreekt of zelfs erkent, dat het aan de rechter in eerste aanleg summierlijk gebleken vorderingsrecht van de aanvrager niet bestaat. Ook in zo n geval mag de appelrechter dus zelfstandig beoordelen of summierlijk blijkt van het vorderingsrecht van de aanvrager. Opmerking verdient dat de appelrechter ook in het hier bedoelde geval, op grond van het hiervoor in weergegeven uitgangspunt, zijn beslissing voor het overige dient te baseren op de toestand ten tijde van zijn uitspraak Anders dan het hof in rov. 3.8 kennelijk tot uitgangspunt heeft genomen, is de hiervoor in bedoelde nuancering beperkt tot het geval dat de schuldenaar in staat van faillissement is verklaard nadat hij op de aanvraag tot faillietverklaring is gehoord, en hij vervolgens daartegen op de voet van art. 8 lid 1 Fw (tijdig) hoger beroep instelt. Die nuancering is echter niet op haar plaats in het geval dat de schuldenaar niet op de aanvraag is gehoord voordat hij in staat van faillissement is verklaard, en hij vervolgens daartegen op de voet van art. 8 lid 2 Fw (tijdig) verzet doet. Het rechtsmiddel van verzet heeft de strekking dat het geding waarin verstek was verleend, op tegenspraak in dezelfde instantie wordt voortgezet. Het biedt de gedaagde die niet was verschenen en daardoor zijn belangen bij de rechter niet kon verdedigen, daartoe alsnog de gelegenheid, hetgeen strookt met het beginsel van hoor en wederhoor (vgl. HR 23 juni 1993, ECLI:NL:HR:1993:AD1902, NJ 1993/559). Met die strekking van het rechtsmiddel van verzet en met de ingrijpende gevolgen die een faillietverklaring heeft, verdraagt zich niet dat de schuldenaar die zich tegen de bij verstek uitgesproken faillietverklaring wenst te verzetten, bijvoorbeeld met de stelling dat de vordering van de aanvrager niet of niet langer bestaat welke stelling, indien juist, die aanvrager de bevoegdheid ontneemt

4 Jurisprudentie in Nederland juli 2015, afl. 6 «JIN» Ondernemingsrecht 129 het faillissement uit te lokken bij dat verweer geen baat meer kan hebben Op grond van het vorenstaande, en gelet op de door HSK op dit punt voorgedragen grief (rov. 3.3), slaagt de klacht van onderdeel 3 die ertoe strekt dat het hof had dienen te onderzoeken of de vordering van [verweerster] nog bestond ten tijde van de uitspraak van de rechtbank op het verzet Bij deze stand van zaken heeft HSK geen belang bij de klachten van de onderdelen 1 en 2. De Hoge Raad ziet evenwel aanleiding, bij wege van overweging ten overvloede, het navolgende op te merken naar aanleiding van onderdeel 1, dat zich keert tegen het in rov. 3.6 neergelegde oordeel dat HSK voor de zitting van 2 september 2014 behoorlijk opgeroepen was Uit de door het hof vastgestelde gang van zaken blijkt dat de advocaat van [verweerster], na HSK bij brief van 8 juli 2004 een conceptverzoekschrift te hebben toegezonden met de mededeling dat dit, bij uitblijven van betaling, bij de rechtbank zou worden ingediend, HSK bij exploot van 22 juli 2014 heeft doen oproepen tegen de zitting van 2 september 2014 te uur om alsdan te worden gehoord op het verzoekschrift tot faillietverklaring. HSK heeft in hoger beroep, onweersproken, aangevoerd dat bij het oproepingsexploot bedoeld conceptverzoekschrift aan HSK is betekend en dat in het exploot naar dat stuk werd verwezen met de woorden: een verzoekschrift waarmee requirant(e) zich heeft gewend tot de rechtbank Noord-Nederland Eveneens staat vast dat het verzoekschrift eerst op 20 augustus 2014 ter griffie is ingekomen Indien [verweerster] voorafgaand aan het uitbrengen van het exploot van de zijde van de rechtbank reeds was meegedeeld tegen welke datum, welk tijdstip en op welke wijze HSK diende te worden opgeroepen hetgeen het hof (in rov. 3.6), afleidt uit de enkele omstandigheid dat die gegevens overeenstemmen met het moment waarop de behandeling daadwerkelijk heeft plaatsgevonden heeft de rechtbank derhalve die mededeling gedaan voordat het verzoekschrift was ingediend. Dat staat op gespannen voet met art van het Procesreglement verzoekschriftprocedures insolventiezaken rechtbanken (Stcrt. 2009, nr. 53) dat luidt als hiervoor in 3.2 (in rov. 3.6 van het hofarrest) vermeld en dat is opgenomen in de afdeling (1.1.4) getiteld Behandeling van het verzoek, hetgeen impliceert dat sprake is van een verzoek en gelet op art. 5 lid 1 Fw dus van een ingediend verzoekschrift. Een dergelijke gang van zaken is bovendien niet zonder risico s voor de verweerder. Deze handelwijze brengt immers mee dat de verweerder gedurende enige tijd in het onderhavige geval gedurende meer dan vier weken in de veronderstelling verkeert dat de aanvrage van het faillissement op een bepaalde dag zal worden behandeld, zonder dat bij de rechtbank die aanvrage bekend is. Daardoor kunnen misverstanden rijzen zoals die volgens HSK in dit geval zijn opgetreden en wordt het de verweerder onmogelijk gemaakt op enigerlei wijze met de rechtbank over de zaak te communiceren, bijvoorbeeld om een aanhouding van de behandeling te verzoeken Mocht (de advocaat van) [verweerster] op eigen gezag, dus zonder voorafgaande mededeling daaromtrent van de rechtbank, dag en uur van de zitting in het exploot hebben opgenomen, dan verdient opmerking dat voormeld voorschrift uit het toepasselijke procesreglement de tijdsvolgorde aangeeft van mededeling door de rechtbank en oproeping door de verzoeker, zodat de oproeping reeds op die grond niet behoorlijk is geweest. 4 Beslissing De Hoge Raad: vernietigt het arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 9 oktober 2014; verwijst het geding naar het gerechtshof s-hertogenbosch ter verdere behandeling en beslissing; veroordeelt [verweerster] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van HSK begroot op i 119,82 aan verschotten en i 2200,= voor salaris. NOOT 1. In dit arrest laat de Hoge Raad zich uit over twee voor de faillissementspraktijk relevante vragen. De eerste betreft de vraag wat de peildatum is voor het summierlijk bestaan van de vordering van de aanvrager van een faillissement in geval van een verstekvonnis en een daartegen ingestelde verzetprocedure waarin wordt gesteld dat de vordering van de aanvrager van het faillissement inmiddels is voldaan door de failliet. De tweede vraag die aan de orde komt, betreft de vraag of de schuldenaar op de juiste wijze is opgeroepen indien de schuldenaar wel door de verzoeker is opgeroepen, maar vóórdat de rechtbank had meegedeeld tegen welke datum, welk tijdstip en op welke wijze zulks diende te geschieden. 2. De feiten zijn als volgt. Op 8 juli 2014 kreeg de schuldenaar van verzoeker een concept-faillissementsrekest toegezonden, met de sommatie binnen drie dagen tot betaling van een vordering van verzoeker over te gaan, bij gebreke waarvan het faillissementsrekest zou worden aangebracht bij de rechtbank. Omdat betaling uitbleef, werd twee weken later, door de deurwaarder aan de schuldenaar de oproeping van verzoeker tegen de zitting van 2 september 2014 betekend om op die datum te worden gehoord op voornoemd faillissementsrekest. Een maand later, op 20 augustus 2014, werd het verzoekschrift ook daadwerkelijk ingediend ter griffie van de rechtbank. De schuldenaar is niet op de zitting van 2 september 2014 verschenen, waarna bij vonnis van diezelfde dag de schuldenaar bij verstek in staat van faillissement is verklaard. Een dag later is de schuldenaar in verzet gekomen, waarna de vordering van verzoeker kennelijk door een derde is voldaan. Peildatum bestaan vorderingsrecht aanvrager 3. De vraag of de schuldenaar in een faillissementstoestand verkeert, dient te worden beoordeeld aan de hand van gegevens die gelden ten tijde van de door de rechter te geven beslissing; uitgangspunt is mitsdien een toetsing ex nunc (vgl. HR 3 mei 2013, NJ 2013/275 en HR 17 januari 2014, NJ 2014/61). Hetzelfde uitgangspunt geldt voor de vraag of is voldaan aan het vereiste dat de aanvrager van het faillissement een vordering op de schuldenaar heeft (r.o ). Ontbreekt die vordering, dan ontbreekt tevens de bevoegdheid het faillissement aan te vragen. Op het uitgangspunt dat een toetsing ex nunc plaatsvindt is in HR 10 november 2006, NJ 2006/610, een nuancering aanvaard. Zo is de appelrechter niet gehouden het faillissementsvonnis te vernietigen louter omdat de schuldenaar stelt (en de aanvrager onvoldoende weerspreekt of erkent) dat de in eerste aanleg summierlijk gebleken vordering van de aanvrager niet bestaat. In een dergelijk geval mag de appelrechter zelfstandig beoordelen of summierlijk blijkt van de vordering van de aanvrager (r.o ). 4. De Hoge Raad overweegt in onderhavig arrest dat voornoemde nuancering beperkt is tot het geval dat de failliet hoger beroep instelt, en mitsdien in eerste aanleg is gehoord. Anders ligt het indien de schuldenaar niet op de faillissementsaanvraag is gehoord, en hij vervolgens tegen de faillietverklaring in verzet komt. Het rechtsmiddel van verzet heeft de strekking dat het 817

5 130 Ondernemingsrecht «JIN» Jurisprudentie in Nederland juli 2015, afl geding op tegenspraak in dezelfde instantie wordt voortgezet en biedt de niet-verschenen gedaagde alsnog de gelegenheid zijn belangen te verdedigen (vgl. HR 23 juni 1993, NJ 1993/559). Gelet op die strekking en de ingrijpende gevolgen van een faillietverklaring kan volgens de Hoge Raad de failliet die in verzet komt baat hebben bij het verweer dat de vordering van de aanvrager niet, of niet langer, bestaat. Volgens de Hoge Raad had het hof in dit geval dus moeten onderzoeken of de vordering van verzoeker nog bestond ten tijde van de uitspraak van de rechtbank op het verzet (r.o ). 5. In hoger beroep-gevallen is het met het oog op de belangen van andere schuldeisers niet relevant of de vordering van de verzoeker nog bestaat. Waarom voormelde afweging van belangen in geval van verzet anders is, achten wij niet evident. In beide gevallen bestaat de vordering van de aanvrager niet (meer), maar is materieel wel sprake van een faillissementstoestand. Bovendien leidt dat onderscheid tot het ongewenste gevolg dat de niet op de faillissementszitting verschenen schuldenaar beter af is dan de wel verschenen schuldenaar. In dat geval creëert hij immers ten gunste van zichzelf een uitstel van betaling. Deze mogelijkheid zou hij verspelen indien hij op de zitting is gehoord. Naar onze mening dient indien de schuldenaar eenmaal in staat van faillissement is verklaard dan ook bepalend te zijn of (materieel) sprake is van een faillissementstoestand. Een ander uitgangspunt zou kunnen leiden tot het risico dat schuldeisers oneigenlijk op afstand kunnen worden gehouden, indien door andere schuldeisers in de tussentijd ingediende faillissementsverzoeken zijn afgewezen omdat het faillissement reeds was uitgesproken. Oproeping schuldenaar 6. Art van het procesreglement verzoekschriftprocedures insolventiezaken rechtbanken bepaalt dat oproeping van de schuldenaar ofwel door de rechtbank per oproepingsbrief geschiedt, ofwel door de verzoeker nádat de rechtbank hem heeft medegedeeld tegen welke datum, welk tijdstip en op welke wijze de verweerder moet worden opgeroepen. Indien de verzoeker zonder voorafgaande mededeling daarover van de rechtbank, dag en uur van de zitting in het exploot heeft opgenomen, dan is naar het oordeel van de Hoge Raad voormeld voorschrift uit het procesreglement geschonden en is de oproeping onbehoorlijk geweest (r.o ). Dit oordeel lijkt ons vanuit een procesmatig oogpunt juist, nu het procesreglement expliciet vermeldt dat de rechtbank vooraf bepaalt op welke wijze en tegen welke datum de oproeping dient te geschieden. Anderzijds kan men zich afvragen wiens belang wordt geschonden indien de rechtbank zich conformeert aan de reeds door verzoeker aangezegde datum en door hem bepaalde wijze van oproeping (deurwaardersexploot). 7. Wanneer de rechtbank voorafgaand aan het uitbrengen van het exploot aan de aanvrager heeft meegedeeld tegen welke datum, welk tijdstip en op welke wijze de schuldenaar diende te worden opgeroepen, heeft de rechtbank die mededeling gedaan voordat het verzoekschrift was ingediend. Volgens de Hoge Raad staat dat op gespannen voet met art van het procesreglement dat is opgenomen in de afdeling (1.1.4) getiteld Behandeling van het verzoek, hetgeen impliceert dat sprake is van een verzoek en gelet op art. 5 lid 1 Fw dus van een ingediend verzoekschrift. Naar het oordeel van de Hoge Raad is een dergelijke gang van zaken bovendien niet zonder risico s voor de schuldenaar. Het brengt immers mee dat de schuldenaar enige tijd in de veronderstelling verkeert dat de faillissementsaanvraag op een bepaalde dag zal worden behandeld, zonder dat zulks bij de rechtbank bekend is. Daardoor kunnen misverstanden ontstaan en wordt het de schuldenaar onmogelijk gemaakt met de rechtbank over de zaak te communiceren, bijvoorbeeld om een aanhouding te verzoeken (r.o ). Ons inziens wordt hiermee een (te) grote waarde gehecht aan het belang van de schuldenaar. Van een schuldenaar die kennis neemt van een per deurwaardersexploot betekend faillissementsverzoek, mag immers worden verwacht dat hij op die datum verschijnt of voor die datum om een aanhouding verzoekt. Temeer nu evident is dat het faillissementsverzoek zijn belangen ernstig raakt. 130 Gerechtshof Amsterdam (Ondernemingskamer) 2 april 2015, nr /01 OK ECLI:NL:GHAMS:2015:1158 (mr. Ingelse, mr. Van der Meer, mr. Makkink, De Munnik, drs. Scheltema) Noot F. Oostlander OK. Enquête. Gegronde redenen om aan een juist beleid en een juiste gang van zaken te twijfelen. Bestuur heeft aandeelhouder informatie onthouden. Verzoek toegewezen. Ekopon heeft door het onthouden van informatie zowel ten aanzien van haar financiële situatie als ten aanzien van de NVWA-procedure en de gevolgen daarvan voor haar onderneming, de aandeelhouders onvoldoende geïnformeerd. [BW art. 2:345, 2:350] F. el Houzi en P.J. Peters AKD advocaten notarissen Naar het oordeel van de Ondernemingskamer heeft het bestuur van Ekopon herhaaldelijk redelijke verzoeken van Green Equity om informatie niet of onvoldoende gehonoreerd en evenmin uit eigen beweging voldoende openheid van zaken betracht. Ekopon had er belang bij jegens haar aandeelhouders openheid te betrachten ten aanzien van haar financiële situatie en de vooruitzichten van haar onderneming omdat Ekopon een beroep moest doen op haar aandeelhouders ten einde te voorzien in de benodigde aanvullende financiering. Ook voor zover de continuïteit van Ekopon gediend zou zijn bij een overname van de aandelen van DiHo en [B] in Ekopon door Green Equity, bracht het belang van Ekopon mee dat zij aan haar aandeelhouders eenduidige en controleerbare informatie zou verstrekken. Het belang van Ekopon bracht daarom mee dat zij inzicht had verschaft in haar (bedrijfsmatige) activiteiten en (financiële) gang van zaken om de aandeelhouders in staat te stellen het verzoek om bijstorting van kapitaal te beoordelen dan wel, voor wat betreft Green Equity, haar positie als koper te bepalen. Een van de oorzaken van het niet (kunnen) verstrekken van informatie is mogelijk gelegen in de omstandigheid dat het bestuur de administratie van Ekopon niet op orde had. Het lijkt erop dat een deugdelijke financiële administratie ontbrak, althans lange tijd heeft ontbroken. Dit blijkt onder meer uit de onder 2.5 tot en met 2.8 geciteerde s. Partijen verschillen van mening over de hiervoor in 2.5 aangehaalde van [A]. De verklaring van [A] dat de laatste zin in deze betrekking heeft op de manier

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken: Uitspraak 6 februari 2015 Eerste Kamer 14/03627 LH/EE Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van: [eiser], wonende te [woonplaats], EISER tot cassatie, advocaat: mr. R.J. van Galen, t e g e n BEPRO

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2017:1064. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:410, Gevolgd

ECLI:NL:HR:2017:1064. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:410, Gevolgd ECLI:NL:HR:2017:1064 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 09-06-2017 Datum publicatie 09-06-2017 Zaaknummer 16/04866 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:410,

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2018:484. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 17/01642

ECLI:NL:HR:2018:484. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 17/01642 ECLI:NL:HR:2018:484 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 30-03-2018 Datum publicatie 30-03-2018 Zaaknummer 17/01642 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2018:46

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2017:2839

ECLI:NL:GHSHE:2017:2839 ECLI:NL:GHSHE:2017:2839 Instantie Datum uitspraak 22-06-2017 Datum publicatie 19-07-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch 200.215.055_01 Insolventierecht

Nadere informatie

ECLI:NL:TAHVD:2017:103 HOF VAN DISCIPLINE. Beslissing in de zaak onder nummer van:

ECLI:NL:TAHVD:2017:103 HOF VAN DISCIPLINE. Beslissing in de zaak onder nummer van: 160306 ECLI:NL:TAHVD:2017:103 HOF VAN DISCIPLINE Beslissing in de zaak onder nummer van: 160306 Beslissing van 19 juni 2017 in de zaak 160306 naar aanleiding van het wederzijds hoger beroep van: verweerder

Nadere informatie

Jurisprudentie Ondernemingsrecht

Jurisprudentie Ondernemingsrecht Jurisprudentie Ondernemingsrecht 8 september 2015 Mr. F.J.M.E. Koppenol 1 Onderwerpen Faillietverklaring versus Turboliquidatie Uitspraken HR personenvennootschappen Uitspraken Rechtbank wettelijke geschillenregeling

Nadere informatie

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:rbove...

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:rbove... Rechtspraak.nl Print uitspraak 1 of 5 071215 09:02 Zoekresultaat inzien document ECLI:NL:RBOVE:2013:1448 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ecl Instantie Rechtbank Overijssel

Nadere informatie

LJN: BP4803, Hoge Raad, 10/04523. Datum uitspraak: 20-05-2011 Datum publicatie: 20-05-2011. Rechtsgebied: Civiel overig Soort procedure: Cassatie

LJN: BP4803, Hoge Raad, 10/04523. Datum uitspraak: 20-05-2011 Datum publicatie: 20-05-2011. Rechtsgebied: Civiel overig Soort procedure: Cassatie LJN: BP4803, Hoge Raad, 10/04523 Datum uitspraak: 20-05-2011 Datum publicatie: 20-05-2011 Rechtsgebied: Civiel overig Soort procedure: Cassatie Inhoudsindicatie: Onteigening. Verzuim tot betekening cassatieverklaring

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2014:156. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/00392

ECLI:NL:HR:2014:156. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/00392 ECLI:NL:HR:2014:156 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 24-01-2014 Datum publicatie 24-01-2014 Zaaknummer 13/00392 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:1257,

Nadere informatie

I n z a k e: T e g e n:

I n z a k e: T e g e n: HOGE RAAD DER NEDERLANDEN Datum : 1 juni 2018 Zaaknr. : 18/01151 VERWEERSCHRIFT MET VOORWAARDELIJK INCIDENTEEL CASSATIEBEROEP I n z a k e: 1 Stichting SDB Gevestigd te Stichtse Vecht 2 Stichting Euribar

Nadere informatie

JIN2015/154 Ontbinding BV, Voortbestaan na ontbinding

JIN2015/154 Ontbinding BV, Voortbestaan na ontbinding JIN2015/154 Ontbinding BV, Voortbestaan na ontbinding Wetsbepaling(en): BW BOEK 2 artikel 19, BW BOEK 2 artikel 23C, BW BOEK 2 artikel 248 Ook gepubliceerd in: ECLI:NL:GHDHA:2015:1846, NJF 2015/363 Aflevering

Nadere informatie

Rechtspraak.nl - Zoeken in uitspraken

Rechtspraak.nl - Zoeken in uitspraken Page 1 of 5 LJN: BD7584, Hoge Raad, 07/12596 Datum uitspraak: 07-11-2008 Datum publicatie: 07-11-2008 Rechtsgebied: Civiel overig Soort procedure: Cassatie Inhoudsindicatie: Internationaal privaatrecht.

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2013:37. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 12/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:BZ5416, Gevolgd

ECLI:NL:HR:2013:37. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 12/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:BZ5416, Gevolgd ECLI:NL:HR:2013:37 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 28-06-2013 Datum publicatie 04-07-2013 Zaaknummer 12/00171 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:BZ5416,

Nadere informatie

Beoordeling. h2>klacht

Beoordeling. h2>klacht Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt erover dat gerechtsdeurwaarder X het vonnis van de kantonrechter d.d. 18 december 2007 heeft betekend, terwijl hij verzoeker niet eerst heeft uitgenodigd dan wel heeft

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 00636/06

ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 00636/06 ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 06-03-2007 Datum publicatie 06-03-2007 Zaaknummer 00636/06 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2017:3619

ECLI:NL:GHSHE:2017:3619 ECLI:NL:GHSHE:2017:3619 Instantie Datum uitspraak 15-08-2017 Datum publicatie 16-08-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch 200.216.119_01

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 20-06-2007 Datum publicatie 25-06-2007 Zaaknummer 0600267 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Hof: medisch advies behoeft niet te worden overgelegd

Hof: medisch advies behoeft niet te worden overgelegd pagina 1 van 5 (http://stichtingpiv.nl/) Inloggen PIV-Kennisnet(http://stichtingpiv.nl/inloggen) JURISPRUDENTIE Bron: Hof Amsterdam 3 februari 2016 Publicatie nummer: (nog) niet gepubliceerd Zaaknummer:

Nadere informatie

Wijziging dagvaardingen per 01 april 2013

Wijziging dagvaardingen per 01 april 2013 Rechtbank, 1 gedaagde a. indien de gedaagde verzuimt advocaat te stellen of het hierna te noemen griffierecht niet tijdig betaalt, en de voorgeschreven termijnen en formaliteiten zijn in acht genomen,

Nadere informatie

IN NAAM DER KONINGIN

IN NAAM DER KONINGIN 2 januari 1987 Eerste Kamer Nr. 12.932 RF/AT IN NAAM DER KONINGIN Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van: "VASTELOAVESVEREINIGING DE ZAWPENSE", gevestigd te Grevenbricht, gemeente Born EISERES

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2004:AR2782

ECLI:NL:HR:2004:AR2782 ECLI:NL:HR:2004:AR2782 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 03-12-2004 Datum publicatie 03-12-2004 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie R03/145HR Conclusie: ECLI:NL:PHR:2004:AR2782

Nadere informatie

allen gevestigd te [vestigingsplaats], Eiseressen tot cassatie, verweersters in het voorwaardelijk incidenteel incidenteel cassatieberoep.

allen gevestigd te [vestigingsplaats], Eiseressen tot cassatie, verweersters in het voorwaardelijk incidenteel incidenteel cassatieberoep. 15 Civiel recht «JIN» Jurisprudentie in Nederland januari 2014, afl. 1 76 15 Hoge Raad 15 november 2013, nr. 12/04150 ECLI:NL:HR:2013:1245 (mr. Numann, mr. Loth, mr. Drion, mr. De Groot, mr. Polak) (concl.

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2016:65. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 14/05661

ECLI:NL:HR:2016:65. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 14/05661 ECLI:NL:HR:2016:65 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 15-01-2016 Datum publicatie 15-01-2016 Zaaknummer 14/05661 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:2048,

Nadere informatie

Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:21, Gevolgd In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2016:1717, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan

Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:21, Gevolgd In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2016:1717, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan ECLI:NL:HR:2017:571 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 31-03-2017 Datum publicatie 31-03-2017 Zaaknummer 16/03870 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:21,

Nadere informatie

JIN 2013/174, Hof Arnhem-Leeuwarden, , ECLI:NL:GHARL:2013:6823, , (annotatie) ECLI:NL:GHARL:2013:6823

JIN 2013/174, Hof Arnhem-Leeuwarden, , ECLI:NL:GHARL:2013:6823, , (annotatie) ECLI:NL:GHARL:2013:6823 JIN 2013/174 JIN 2013/174, Hof Arnhem-Leeuwarden, 17-09-2013, ECLI:NL:GHARL:2013:6823, 200.090.368, (annotatie) INHOUDSINDICATIE Personenvennootschappen, Ontvankelijkheid maatschap GA DIRECT NAAR GEGEVENS

Nadere informatie

RAAD VAN DISCIPLINE. Beslissing van de voorzitter van de Raad van Discipline in het ressort s-hertogenbosch van 25 april 2018

RAAD VAN DISCIPLINE. Beslissing van de voorzitter van de Raad van Discipline in het ressort s-hertogenbosch van 25 april 2018 18-194/DB/ZWB ECLI:NL:TADRSHE:2018:65 RAAD VAN DISCIPLINE Beslissing in de zaak onder nummer van: 18-194/DB/ZWB Beslissing van de voorzitter van de Raad van Discipline in het ressort s-hertogenbosch van

Nadere informatie

LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, Datum uitspraak: Datum publicatie:

LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, Datum uitspraak: Datum publicatie: LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, 225359 Datum uitspraak: 15-02-2012 Datum publicatie: Rechtsgebied: 17-02-2012 Handelszaak Soort procedure: Kort geding Inhoudsindicatie: In deze zaak

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2017:147 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2017:147 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2017:147 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 17-01-2017 Datum publicatie 23-03-2017 Zaaknummer 200.189.286/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2014:3066

ECLI:NL:GHDHA:2014:3066 ECLI:NL:GHDHA:2014:3066 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 09-09-2014 Datum publicatie 25-09-2014 Zaaknummer 200.133.088/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2016:2505

ECLI:NL:GHSHE:2016:2505 ECLI:NL:GHSHE:2016:2505 Instantie Datum uitspraak 21-06-2016 Datum publicatie 24-04-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie - Vindplaatsen Uitspraak Gerechtshof

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2012:BZ0856

ECLI:NL:GHSGR:2012:BZ0856 ECLI:NL:GHSGR:2012:BZ0856 Instantie Datum uitspraak 05-12-2012 Datum publicatie 08-02-2013 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 200.109.671-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2016:844

ECLI:NL:RBDHA:2016:844 ECLI:NL:RBDHA:2016:844 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 21-01-2016 Datum publicatie 04-02-2016 Zaaknummer C/09/489024 / HA RK 15-202 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 7 NOVEMBER 2013 C.12.0570.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.12.0570.N Jean de CHAFFOY de COURCELLES, advocaat, met kantoor te 1000 Brussel, Kunstlaan 24, bus 9 A, in zijn hoedanigheid van curator

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2011:BP6133

ECLI:NL:RBARN:2011:BP6133 ECLI:NL:RBARN:2011:BP6133 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 16-02-2011 Datum publicatie 01-03-2011 Zaaknummer 186739 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste aanleg

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 27 JANUARI 2006 C.04.0201.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.04.0201.N V. A., Mr. Cécile Draps, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen D. P. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het cassatieberoep

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2012:BY4474

ECLI:NL:GHARN:2012:BY4474 ECLI:NL:GHARN:2012:BY4474 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 25-10-2012 Datum publicatie 28-11-2012 Zaaknummer 200.111.854 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:20

ECLI:NL:GHARL:2015:20 ECLI:NL:GHARL:2015:20 Instantie Datum uitspraak 06-01-2015 Datum publicatie 16-01-2015 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Zaaknummer 14/00053, 14/00054 en 14/00055 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2012:4344 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie

ECLI:NL:GHAMS:2012:4344 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie ECLI:NL:GHAMS:2012:4344 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 27-11-2012 Datum publicatie 16-08-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 200.096.974-01 NOT Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2015:1871. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 14/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:589, Gevolgd

ECLI:NL:HR:2015:1871. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 14/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:589, Gevolgd ECLI:NL:HR:2015:1871 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 10-07-2015 Datum publicatie 10-07-2015 Zaaknummer 14/04610 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:589,

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2014:1211 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD

ECLI:NL:GHSHE:2014:1211 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD ECLI:NL:GHSHE:2014:1211 Instantie Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak 29-04-2014 Datum publicatie 01-05-2014 Zaaknummer HD 200.136.561_01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger

Nadere informatie

AANZEGGINGEN DAGVAARDING KANTON

AANZEGGINGEN DAGVAARDING KANTON INFO@CREDITASSIST.NL WWW.CIST.NL MODELAANZEGGINGEN DAGVAARDINGEN OF VERZOEKSCHRIFTEN VERSIE 01 APRIL 13 MR. RAMONA BATTA C.S. AANZEGGINGEN DAGVAARDING KANTON 1 GEDAAGDE gedaagde op die terechtzitting kan

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2012:BX8537

ECLI:NL:GHARN:2012:BX8537 ECLI:NL:GHARN:2012:BX8537 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 30-08-2012 Datum publicatie 27-09-2012 Zaaknummer 200.095.034 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2007:BB1198 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2007:BB1198 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2007:BB1198 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 01-08-2007 Datum publicatie 07-08-2007 Zaaknummer 0600575 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen- en familierecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ0634

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ0634 ECLI:NL:GHARL:2013:BZ0634 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 24-01-2013 Datum publicatie 05-02-2013 Zaaknummer 200.113.026 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

1 Het geding in feitelijke instanties

1 Het geding in feitelijke instanties Uitspraak 14 februari 2014 nr. 13/00475 Arrest gewezen op het beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen de uitspraak van het Gerechtshof te s-gravenhage van 18 december 2012, nr. 12/00169,

Nadere informatie

KBvG, Cie Wetgeving, subcommissie Griffierecht Wet griffierechten burgerlijke zaken Modellen voor aanzeggingen, v4 nieuw tarief

KBvG, Cie Wetgeving, subcommissie Griffierecht Wet griffierechten burgerlijke zaken Modellen voor aanzeggingen, v4 nieuw tarief Model A1, Rechtbank, 1 gedaagde: natuurlijk persoon a. indien gedaagde verzuimt advocaat te stellen of het hierna te noemen griffierecht niet tijdig betaalt, en de voorgeschreven termijnen en formaliteiten

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 6 DECEMBER 2012 C.11.0654.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.11.0654.F A. V., advocaat, handelend in de hoedanigheid van curator van het faillissement van de coöperatieve vennootschap met onbeperkte

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2006:AZ6239

ECLI:NL:GHARN:2006:AZ6239 ECLI:NL:GHARN:2006:AZ6239 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 14-11-2006 Datum publicatie 17-01-2007 Zaaknummer 2006/346 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger

Nadere informatie

Bij verweerschrift van 4 mei 2016 heeft verweerster, mede onder verwijzing naar correspondentie met klager, gereageerd op de klacht.

Bij verweerschrift van 4 mei 2016 heeft verweerster, mede onder verwijzing naar correspondentie met klager, gereageerd op de klacht. Raad van Toezicht Nederlandse Vereniging van Gecertificeerde Incasso-ondernemingen Postbus 279 1400 AG BUSSUM T: 035-6994210 Uitspraak van de Raad van Toezicht van de Nederlandse Vereniging van Gecertificeerde

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2014:218 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2014:218 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2014:218 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 28-01-2014 Datum publicatie 02-04-2014 Zaaknummer 200.091.734-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

280. De curator en verzet ex artikel 10 Fw: een bruikbaar instrument?

280. De curator en verzet ex artikel 10 Fw: een bruikbaar instrument? JURISPRUDENTIE 280. De curator en verzet ex artikel 10 Fw: een bruikbaar instrument? MR. S. JANSEN EN MR. M.W.M. NIJLAND- VAN OORSOUW In dit artikel wordt de positie van de curator nader in kaart gebracht

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Hof van Cassatie Onderwerp Faillissement. Curator. Vorderingsrecht. Vennootschap onder firma. Uittredende vennoten. Gedifferentieerde gehoudenheid Datum 7 november 2013 Copyright and disclaimer

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 29-11-2016 Datum publicatie 06-02-2017 Zaaknummer 200.174.828/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie

ECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie ECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 20-06-2008 Datum publicatie 20-06-2008 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie C07/041HR

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2010:BM1303

ECLI:NL:RBARN:2010:BM1303 ECLI:NL:RBARN:2010:BM1303 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 14-04-2010 Datum publicatie 15-04-2010 Zaaknummer 198015 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Kort geding

Nadere informatie

Hoge Raad der Nederlanden

Hoge Raad der Nederlanden 4 november 2016 Eerste Kamer 15/00920 LZ/IF Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van: tegen STICHTING PENSIOENFONDS PERSONEELSDIENSTEN, gevestigd te Amsterdam, VOOR VERWEERSTER in cassatie, advocaat:

Nadere informatie

Rechtspraak.nl - Print uitspraak

Rechtspraak.nl - Print uitspraak ECLI:NL:HR:2014:1405 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 13-06-2014 Datum publicatie 13-06-2014 Zaaknummer 13/05858 Formele relaties Rechtsgebieden Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:289 Civiel recht Bijzondere

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:6585

ECLI:NL:GHARL:2015:6585 ECLI:NL:GHARL:2015:6585 Instantie Datum uitspraak 08-09-2015 Datum publicatie 26-10-2015 Zaaknummer 200.134.402 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2013:983. Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 18-10-2013 Datum publicatie

ECLI:NL:HR:2013:983. Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 18-10-2013 Datum publicatie ECLI:NL:HR:2013:983 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 18-10-2013 Datum publicatie 18-10-2013 Zaaknummer 12/03380 Formele relaties Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:52, Gevolgd In cassatie op : ECLI:NL:GHSGR:2012:BW8529,

Nadere informatie

ECHTSCHEIDINGS PROCESRECHT SPREKER MR. H.A. GERRITSE 9 APRIL 2015 09:00-11:15 WWW.AVDRWEBINARS.NL

ECHTSCHEIDINGS PROCESRECHT SPREKER MR. H.A. GERRITSE 9 APRIL 2015 09:00-11:15 WWW.AVDRWEBINARS.NL ECHTSCHEIDINGS PROCESRECHT SPREKER MR. H.A. GERRITSE 9 APRIL 2015 09:00-11:15 WWW.AVDRWEBINARS.NL Inhoudsopgave Mr. H.A. Gerritse Jurisprudentie Hoge Raad 4 maart 2011, ECLI:NL:HR:2011:BP1402, met betrekking

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2016:171

ECLI:NL:GHSHE:2016:171 ECLI:NL:GHSHE:2016:171 Instantie Datum uitspraak 21-01-2016 Datum publicatie 26-01-2016 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer 200.164.903/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen-

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2015:8351

ECLI:NL:RBMNE:2015:8351 ECLI:NL:RBMNE:2015:8351 Instantie Datum uitspraak 27-11-2015 Datum publicatie 23-12-2015 Zaaknummer UTR 15/612 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland Belastingrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2008:BD8513

ECLI:NL:RBARN:2008:BD8513 ECLI:NL:RBARN:2008:BD8513 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 12-06-2008 Datum publicatie 24-07-2008 Zaaknummer AWB 07/3464 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 Instantie Datum uitspraak 05-09-2006 Datum publicatie 06-10-2006 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 05/37675 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ7402

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ7402 ECLI:NL:GHARN:2011:BQ7402 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 31-05-2011 Datum publicatie 08-06-2011 Zaaknummer 200.070.709/01 Formele relaties Eerste aanleg: ECLI:NL:RBZLY:2010:BN3723, Bekrachtiging/bevestiging

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752

ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752 ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 04-10-2010 Datum publicatie 07-10-2010 Zaaknummer 205064 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste aanleg

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186

ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186 ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 06-07-2010 Datum publicatie 23-07-2010 Zaaknummer AWB 10/180, 10/181, 10/508, 10/513, 10/684 en 10/685 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGRO:2010:BO8890

ECLI:NL:RBGRO:2010:BO8890 ECLI:NL:RBGRO:2010:BO8890 Instantie Rechtbank Groningen Datum uitspraak 21-10-2010 Datum publicatie 24-12-2010 Zaaknummer AWB 09/1378 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht

Nadere informatie

Uitspraak in de zaak tussen: [naam appellant], wonende te [naam woonplaats], appellant,

Uitspraak in de zaak tussen: [naam appellant], wonende te [naam woonplaats], appellant, Zaaknummer: 2009/025 Rechter(s): mrs. Nijenhof, Lubberdink, Borman Datum uitspraak: 19 oktober 2009 Partijen: Appellant tegen Technische Universiteit Delft Trefwoorden: Erkenning bijzondere omstandigheden,

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2015:2889

ECLI:NL:GHDHA:2015:2889 ECLI:NL:GHDHA:2015:2889 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 27-10-2015 Datum publicatie 27-10-2015 Zaaknummer 200.169.276-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

Verzetschriftuur ex artikel 10 Faillissementswet. Rechtbank Rotterdam Sector Civiel Recht te R O T T E R D A M. Geven eerbiedig te kennen:

Verzetschriftuur ex artikel 10 Faillissementswet. Rechtbank Rotterdam Sector Civiel Recht te R O T T E R D A M. Geven eerbiedig te kennen: Verzetschriftuur ex artikel 10 Faillissementswet Rechtbank Rotterdam Sector Civiel Recht te R O T T E R D A M Geven eerbiedig te kennen: 1. mr. Ronald Wilhelmus Franciscus Heijmeriks, wonende te s-gravenhage,

Nadere informatie

Rolnummer 4792. Arrest nr. 65/2010 van 27 mei 2010 A R R E S T

Rolnummer 4792. Arrest nr. 65/2010 van 27 mei 2010 A R R E S T Rolnummer 4792 Arrest nr. 65/2010 van 27 mei 2010 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 4, 2, en 6, 2, van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken,

Nadere informatie

HOGER BEROEP ex artikel 11 jo. artikel 10 van de Faillissementswet

HOGER BEROEP ex artikel 11 jo. artikel 10 van de Faillissementswet HOGER BEROEP ex artikel 11 jo. artikel 10 van de Faillissementswet Aan het Gerechtshof te s-hertogenbosch Geeft eerbiedig te kennen: Appellante is de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

Nadere informatie

Uitspraak. Vindplaatsen Rechtspraak.nl NJF 2013/114 S&S 2013/98 GERECHTSHOF AMSTERDAM DERDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER BESCHIKKING.

Uitspraak. Vindplaatsen Rechtspraak.nl NJF 2013/114 S&S 2013/98 GERECHTSHOF AMSTERDAM DERDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER BESCHIKKING. Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 16-10-2012 Datum publicatie 31-01-2013 Zaaknummer 200.107.628/01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie Géén appelverbod

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 19 DECEMBER 2008 C.07.0281.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.07.0281.N LAUREYS Anne-Marie, advocaat, met kantoor te 9160 Lokeren, Roomstraat 40, als curator van het faillissement van de gewone

Nadere informatie

In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2013:417, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:1483

In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2013:417, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:1483 ECLI:NL:HR:2014:2652 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 09-09-2014 Datum publicatie 10-09-2014 Zaaknummer 13/01257 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie In cassatie op

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201107998/1/V2. Datum uitspraak: 29 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2011:BP3927

ECLI:NL:RBROT:2011:BP3927 ECLI:NL:RBROT:2011:BP3927 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 05-01-2011 Datum publicatie 10-02-2011 Zaaknummer 332164 / HA ZA 09-1605 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

Print deze uitspraak rechtsgebied Kamer 2 - Milieu - Schadevergoeding

Print deze uitspraak rechtsgebied Kamer 2 - Milieu - Schadevergoeding Essentie uitspraak: Beëindiging verkoop LPG. Het college had moeten beoordelen welke schade aan de juridische beëindiging van de activiteit was toe te schrijven. In het thans bestreden besluit heeft het

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2010:BO2558

ECLI:NL:HR:2010:BO2558 ECLI:NL:HR:2010:BO2558 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 02-11-2010 Datum publicatie 03-11-2010 Zaaknummer 09/00354 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2010:BO2558

Nadere informatie

»Samenvatting. Aflevering 2015 afl. 6. Financiering, zekerheden en insolventie. Rechtbank 's-gravenhage. Datum 11 maart 2015. Rolnummer F.

»Samenvatting. Aflevering 2015 afl. 6. Financiering, zekerheden en insolventie. Rechtbank 's-gravenhage. Datum 11 maart 2015. Rolnummer F. Aflevering 2015 afl. 6 Rubriek College Financiering, zekerheden en insolventie Rechtbank 's-gravenhage Datum 11 maart 2015 Rolnummer F.10/15/123 Rechter(s) Partijen Noot mr. Don mr. Cats mr. Smelt Mr.

Nadere informatie

Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:293, Gevolgd In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2013:2338, Bekrachtiging/bevestiging

Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:293, Gevolgd In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2013:2338, Bekrachtiging/bevestiging ECLI:NL:HR:2014:1651 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 11-07-2014 Datum publicatie 11-07-2014 Zaaknummer 13/04531 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:293,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2010:BM1234

ECLI:NL:RBHAA:2010:BM1234 ECLI:NL:RBHAA:2010:BM1234 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 08-04-2010 Datum publicatie 15-04-2010 Zaaknummer 09/3509 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2013:BZ7733

ECLI:NL:RVS:2013:BZ7733 ECLI:NL:RVS:2013:BZ7733 Instantie Raad van State Datum uitspraak 17-04-2013 Datum publicatie 17-04-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201200753/1/A3 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 4 OKTOBER 2013 C.12.0614.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.12.0614.F INTERNATIONAL HOTELS WORLDWIDE Inc., vennootschap naar het recht van de Britse Maagdeneilanden, Mr. Paul Alain Foriers, advocaat

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2016:2614. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/00551

ECLI:NL:HR:2016:2614. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/00551 ECLI:NL:HR:2016:2614 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 18-11-2016 Datum publicatie 18-11-2016 Zaaknummer 16/00551 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie In cassatie op

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2016:3477

ECLI:NL:GHDHA:2016:3477 ECLI:NL:GHDHA:2016:3477 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 29-11-2016 Datum publicatie 07-12-2016 Zaaknummer 200.181.068/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

Uitspraak. Auteur: Verschenen in: Datum: Instantie: Titel:

Uitspraak. Auteur: Verschenen in: Datum: Instantie: Titel: Auteur: Verschenen in: Datum: Instantie: Titel: R.T. Wiegerink Belastingblad (BB), maart, Nr. 6, BB 2019/112 16 januari 2019 Gerechtshof Den Haag Belanghebbende heeft onderzoek ter zitting van de rechtbank

Nadere informatie

GERECHTSHOF AMSTERDAM

GERECHTSHOF AMSTERDAM Uitspraak GERECHTSHOF AMSTERDAM kenmerk 13/00004 en 13/00005 30 juli 2014 uitspraak van de negende enkelvoudige belastingkamer op het hoger beroep van [X] te Uithoorn, belanghebbende, gemachtigde: [A]

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 27 MEI 2011 C.10.0197.N-C.10.0205.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest I Nr. C.10.0197.N CID LINES nv, met zetel te 8900 Ieper, Waterpoortstraat 2, eiseres, vertegenwoordigd door mr. Bruno Maes, advocaat

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2003:AL6273 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Rekestnummer

ECLI:NL:GHLEE:2003:AL6273 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Rekestnummer ECLI:NL:GHLEE:2003:AL6273 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 01-10-2003 Datum publicatie 02-10-2003 Zaaknummer Rekestnummer 0300079 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2009:BG2238 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie

ECLI:NL:PHR:2009:BG2238 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie ECLI:NL:PHR:2009:BG2238 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 30-01-2009 Datum publicatie 30-01-2009 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie C07/181HR

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2015:3548

ECLI:NL:GHSHE:2015:3548 ECLI:NL:GHSHE:2015:3548 Instantie Datum uitspraak 10-09-2015 Datum publicatie 22-09-2015 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer HR 200.172.561-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Insolventierecht

Nadere informatie

Ontvankelijkheid. Klacht over (nog) niet verrichte handeling. Tuchtrechtelijke laakbaarheid van handelwijze in gerechtelijke procedure.

Ontvankelijkheid. Klacht over (nog) niet verrichte handeling. Tuchtrechtelijke laakbaarheid van handelwijze in gerechtelijke procedure. Ontvankelijkheid. Klacht over (nog) niet verrichte handeling. Tuchtrechtelijke laakbaarheid van handelwijze in gerechtelijke procedure. De koper van een woning (klager) verwijt de verkopend makelaar (beklaagde)

Nadere informatie

JT RAAD VAN TUCHT DEN HAAG EN COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

JT RAAD VAN TUCHT DEN HAAG EN COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN 0378J KONINKLIJK NEDERLANDS INSTITUUT VAN REGISTERACCOUNTANTS JURISPRUDENTIE TUCHTRECHTSPRAAK JT 2005-17 RAAD VAN TUCHT DEN HAAG EN COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN Artikel 10 GBR-1994, geheimhoudingsplicht,

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2007:BB0648 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2007:BB0648 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2007:BB0648 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 25-07-2007 Datum publicatie 31-07-2007 Zaaknummer 0600466 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger

Nadere informatie

LJN: AP7705, Rechtbank 's-hertogenbosch, / HA ZA Print uitspraak

LJN: AP7705, Rechtbank 's-hertogenbosch, / HA ZA Print uitspraak LJN: AP7705, Rechtbank 's-hertogenbosch, 90360 / HA ZA 03-161 Print uitspraak Datum uitspraak: 12-05-2004 Datum publicatie: 24-08-2004 Rechtsgebied: Handelszaak Soort procedure: Voorlopige voorziening+bodemzaak

Nadere informatie

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven; Dienst Werk, Zorg en Inkomen (Dienst WZI), te Eindhoven, verweerder.

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven; Dienst Werk, Zorg en Inkomen (Dienst WZI), te Eindhoven, verweerder. LJN: BA9368, Rechtbank 's-hertogenbosch, AWB 06/4958 Datum uitspraak: 12-06-2007 Datum publicatie: 11-07-2007 Rechtsgebied: Bijstandszaken Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig Inhoudsindicatie:

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 7 NOVEMBER 2014 C.14.0122.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.14.0122.N 1. M. H., 2. A. D. K., eisers, toegelaten tot de rechtsbijstand bij beslissing van 6 januari 2014 (nr. G.13.0163.N) vertegenwoordigd

Nadere informatie

zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 22 juli 2014

zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 22 juli 2014 arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM afdeling civiel recht en belastingrecht, team II zaaknummer :200.140.465101 KG zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke

Nadere informatie