Beheerdocument risico-informatie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Beheerdocument risico-informatie"

Transcriptie

1 Beheerdocument risico-informatie Een invulling van gemeentelijke beheertaken Gemeente Werkendam

2 Register Risicosituaties Gevaarlijke Stoffen (RRGS) & Informatie Systeem Overige Ramptypen (ISOR) Datum : december 2011 VERSIE :... CONCEPT 1 1

3 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING HET RRGS HET INFORMATIESYSTEEM OVERIGE RAMPTYPEN (ISOR) HET INFORMATIESYSTEEM OVERIGE RAMPTYPEN KWETSBARE OBJECTEN (ISOR-KO) PROVINCIALE RISICOKAART HET BRABANTSE RRGS-TEAM INRICHTINGEN EN RISICO-INFORMATIE INRICHTINGEN RISICO-INFORMATIE VERZAMELEN EN TAKEN RISICO-INFORMATIE ONDERHOUDEN, INVOEREN EN VRIJGEVEN VAN RISICO-INFORMATIE... 9 INVOEREN EN VRIJGEVEN RISICO-INFORMATIE GEMEENTELIJKE BEHEERORGANISATIE RIS-COÖRDINATOR MILIEUVERGUNNINGVERLENER RRGS INVOERDER RRGS-AUTORISATOR ISOR INVOERDER OVERIGE RAMPTYPEN (OR) EN KWETSBARE OBJECTEN (KO) BEVOEGDHEDEN OVERZICHT VAN TAKEN RISICO S VANWEGE GEVAARLIJKE STOFFEN BIJ BEDRIJVEN (INRICHTINGEN) Nieuwe en gewijzigde vergunningen / nieuwe en gewijzigde melding Wm Ingetrokken milieuvergunningen Vijfjaarlijkse actualisatieplicht Kwaliteitsborging Opmerking RISICO S VANWEGE TRANSPORT VAN GEVAARLIJKE STOFFEN OVERIGE RAMPSCENARIO S EN KWETSBARE OBJECTEN STIMULEREN GEBRUIK RIS...16 BIJLAGE I DREMPELWAARDETABEL RRGS BIJLAGE II DREMPELWAARDETABEL ISOR KWETSBARE OBJECTEN BIJLAGE III BRABANTSE AFSPRAKEN INVOER RRGS VERSIE

4 1 Inleiding 1.1 Het RRGS Het Register Risicosituaties Gevaarlijke Stoffen (afgekort RRGS) is de database voor het registreren van gegevens van inrichtingen, transportroutes en buisleidingen die vanwege de aanwezigheid van gevaarlijke stoffen risicovol zijn. Het RRGS wordt beheerd door de Landelijke Beheer Organisatie (LBO) risicokaart. De koepelorganisatie Interprovinciaal Overleg (IPO) verzorgt het dagelijkse beheer en de helpdesk. Het bevoegde gezag is verplicht gegevens over externe veiligheid en wijzigingen op deze gegevens te registreren. Daarnaast worden gegevens over transportroutes en buisleidingen aangeleverd door de verschillende bevoegde gezagen. Het bevoegde gezag is op grond van de Wet milieubeheer verplicht risicosituaties te registreren, dit is nader uitgewerkt in het Registratiebesluit externe veiligheid. Tevens is er een dergelijke verplichting op grond van de Wet rampen en zware ongevallen, art. 6a, nader uitgewerkt in de Regeling provinciale risicokaart. Naast deze verplichte registraties kunnen ook inrichtingen facultatief worden opgenomen. In de Drempelwaardetabel, bijgevoegd is in bijlage 1, staan de verplicht te registreren RRGS Objecten. Het doel van de registratie is verwoord in de aanhef van het Registratiebesluit externe veiligheid: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is regels te stellen inzake de registratie van gegevens die een ieder inzicht geeft in de veiligheid buiten inrichtingen, transportroutes en buisleidingen, voor zover die veiligheid kan worden beïnvloed door de mogelijkheid van een ongeval waarbij gevaarlijke stoffen vrijkomen, als gevolg van de aanwezigheid van gevaarlijke stoffen, of door handelingen daarmee, binnen inrichtingen, of als gevolg van het vervoer van gevaarlijke stoffen via transportroutes of door buisleidingen; Voor het bevoegde gezag is een website ( ontwikkeld die slechts beperkt toegankelijk is en die is afgeschermd door middel van een gebruikersnaam en wachtwoord. Het bevoegde gezag kan via het Internet risicogegevens van inrichtingen toevoegen en wijzigen in de RRGS database. Daarnaast voorziet de gebruikersinterface van het RRGS systeem in de mogelijkheid risicogegevens van objecten via een GML formaat te importeren naar de RRGS database, maar uitsluitend door de zogenaamde provinciale applicatiebeheerders. 1.2 Het Informatiesysteem Overige Ramptypen (ISOR-OR) Naast het registeren van gegevens in het RRGS is het bevoegd gezag verplicht om het Informatiesysteem Overige Ramptypen (ISOR) bij te houden. Deze verplichting berust op artikel 6a van de Wet rampen en zware ongevallen (Wrzo). De uitwerking van de registratieplicht is opgenomen in de Ministeriële regeling Provinciale risicokaart. Een deel van de ISOR-gegevens wordt door de provincie ingevoerd, te weten: gebieden die gemeente grensoverschrijdend zijn zoals overstromingsgebieden, bosbrandgebieden Ongevallen, vaar-, spoor- en autowegen. 3

5 De provincie heeft de gegevens verzameld voor de overige ramptypen (tunnels, vliegvelden, waterwegen, wegen/spoorwegen, evenementen, geologische structuren, overstromingsgebieden en brandbare natuurgebieden) en deze ingevoerd in het ISOR. Dit kan worden gezien als een initiële vulling van het ISOR. Na deze verwerking is vervolgens door de provincie de actualisatie en het beheer van de ISOR gegevens m.b.t. de Overige Ramptypen overgedragen aan de gemeenten. Voor de invoer van de overige ramptypen dient de Leidraad Risicoinventarisatie Overige Ramptypen toegepast te worden. Leidraad Overige Ramptypen 1.3 Het Informatiesysteem Overige Ramptypen kwetsbare objecten (ISOR-KO) Voor de risicokaart is het van belang dat naast de objecten die risicoveroorzaker zijn ook de objecten worden getoond die risico-ontvanger zijn. Deze worden (beperkt) kwetsbare objecten genoemd. Op de risicokaart zijn de kwetsbare objecten op twee manieren weergegeven. Enerzijds zijn de gebouwen, waaronder woningen op de topografische ondergrond te zien. Anderzijds worden de zogenaamde relevante kwetsbare objecten weergegeven (groene symbolen). Dit zijn objecten waar grotere groepen mensen aanwezig kunnen zijn, bijvoorbeeld grote flatgebouwen etc.. In het ISOR kunnen de gegevens van deze relevante kwetsbare objecten worden geregistreerd. In de Regeling Provinciale Risicokaart is hiervoor een drempelwaardetabel gegeven, waaruit kan worden opgemaakt welke kwetsbare objecten verplicht op de kaart gezet dienen te worden. Deze Drempelwaarde tabel is opgenomen in bijlage II. Voor de invoer van de relevante kwetsbare objecten dient de Leidraad Risicoinventarisatie Overige Ramptypen toegepast te worden. De provincie heeft de gemeenten verzocht de gegevens van de relevant kwetsbare objecten middels een door de provincie aangeleverde CD-ROM te inventariseren. De door de gemeenten geretourneerde gegevens zijn door de provincie ingevoerd in het ISOR. Na deze verwerking door de provincie is de actualisatie en het beheer van de ISOR gegevens m.b.t. de Kwetsbare Objecten overgedragen aan de gemeenten. 4

6 1.4 Provinciale Risicokaart De provinciën hebben de verplichting om gegevens uit het RRGS te publiceren op een provinciale risicokaart (soms aangeduid als Risico Informatie Systeem (RIS)). De provinciale risicokaart wordt gebruikt bij risicocommunicatie en als signaleringssysteem bij de besluitvorming door overheden. De aanwezige risico- en topografische gegevens binnen de Provinciale Risicokaart worden met gebruikmaking van de Dataplug periodiek bijgewerkt vanuit de landelijk beheerde database: Register Risicosituaties Gevaarlijke Stoffen (RRGS), beheerd door het LBO-risicokaart; Informatie Systeem Overige Ramptypen (ISOR), beheerd door de LBO-risicokaart. De Provinciale Risicokaart kent een professionele kaart en een zogenaamde publiekskaart. De publiekskaart is door iedereen te raadplegen. Op deze publiekssites is het slechts mogelijk een beperkte hoeveelheid informatie over risicovolle inrichtingen te raadplegen. Voor professionals (geautoriseerde ambtenaren) zijn alle gegevens uit de database te raadplegen via een beveiligde site ( 1.5 Het Brabantse RRGS-team De provincie Noord-Brabant heeft eind 2008 aangegeven dat het kwaliteitsniveau van de gegevens in het Risicoregister (RRGS) bij Brabantse gemeenten onvoldoende is. In 2009 is het project Kwaliteitsslag registreren en beheren gegevens RRGS' uitgevoerd. Daarbij is geconstateerd dat gemeenten binnen Brabant behoefte hebben aan ondersteuning bij de invoer/actualisatie van de gegevens in het RRGS. Daarom is begin 2010 het Brabantse RRGS-team opgericht. Dit team bestaat uit een 10-tal RRGS-specialisten die de Brabantse gemeenten ondersteunen bij het invoeren en actualiseren van gegevens in het RRGS, Het doel van het RRGS-team is de kwaliteit van de gegevens in het RRGS te verbeteren en binnen Brabant op uniforme wijze de gegevens in te voeren. Het RRGS-team onderzoekt bovendien de mogelijkheden met betrekking tot de invoer van gegevens van transport in het RRGS, de invoer van gegevens van kwetsbare objecten in het ISOR en de weergave op de Risicokaart. Het RRGS-team heeft afspraken gemaakt met betrekking tot de invoer van gegevens in het RRGS, de zogenaamde Brabantse Afspraken Invoer RRGS. Deze afspraken zijn opgenomen in bijlage III. Daarnaast maken de invoerders van het RRGS-team gebruik van de Leidraad Risico Inventarisatie - Gevaarlijke Stoffen en de Gevarenkaarten Noord-Brabant. 5

7 2 Inrichtingen en risico-informatie 2.1 Inrichtingen De Ministeriële regeling provinciale risicokaart en het Registratiebesluit externe veiligheid definiëren de inrichtingen waarvan bepaalde informatie met betrekking tot de risico s dient te worden opgenomen in het Register Risicosituaties Gevaarlijke Stoffen. In de ministeriële regeling provinciale risicokaart is de drempelwaardentabel opgenomen. Deze drempelwaardentabel is opgenomen in bijlage I. Bij overschrijding van de drempelwaarde is een inrichting risicovol en moet deze worden opgenomen in het RRGS. Bij het toetsen aan de drempelwaardentabel is de milieuvergunning (of de aanvraag daarvoor) of een melding in het kader van de Wet Milieubeheer leidend. Wanneer in de milieuvergunning geen grens is gesteld aan de hoeveelheid gevaarlijke stoffen, dan dient te worden uitgegaan van de maximale hoeveelheid die gezien de fysieke capaciteit binnen de inrichting aanwezig kan zijn. Het verdient in dat geval aanbeveling om (bijvoorbeeld middels een ambtshalve wijziging) de maximale toegestane hoeveelheid in de milieuvergunning vast te leggen. 2.2 Risico-informatie In het Registratiebesluit is bepaald welke gegevens in het RRGS minimaal dienen te worden ingevoerd. Met betrekking tot de inrichtingen die hierboven zijn genoemd dienen de volgende gegevens minimaal in het register te worden ingevoerd. (Artikel 8 van het Registratiebesluit) a. De geografische situering van de inrichtingen, transporten en buisleidingen met behulp van de coördinaten van het Rijksdriehoekstelsel; b. Een aanduiding van het bevoegd gezag; c. De ligging van de 10-6 contour van het plaatsgebonden risico en, indien beschikbaar ook de ligging van de 10-5 contour en de 10-8 contour van het plaatsgebonden risico óf de vaste risico-afstanden zoals deze voor de onderscheiden inrichtingen zijn opgenomen in de Regeling externe veiligheid inrichtingen, of een andere wettelijke regeling; d. De datum waarop de betreffende gegevens in het register laatstelijk zijn gewijzigd. (Artikel 9 van het Registratiebesluit) a. De bedrijfsnaam; b. Het adres en de kadastrale aanduiding en de ligging van de aangewezen inrichtingen; c. De datum waarop de vigerende milieuvergunning is verleend of recentelijk is gewijzigd; d. De aard van het risico (b.v. brand, explosie, toxisch risico); e. De chemische naam en het CAS-nummer (indien bekend het UN-nummer) van de voor het risico maatgevende stof of de naam van de voor het risico maatgevende categorie van stoffen; f. Indien beschikbaar het groepsrisico weergegeven in een grafiek. 6

8 Ten aanzien van inrichtingen die worden gebruikt door de krijgsmacht (artikel 4, onderdeel g van het Registratiebesluit) bevat het register de ligging van de zones waar beperkingen gelden voor bebouwing of de aanwezigheid van personen. (Artikel 10 van het Registratiebesluit) Met betrekking tot LPG-tankstations dienen tevens in het RRGS te worden opgenomen: de plaats van de LPG-opslagtanks, de plaats van de LPG-vulpunten en de plaats van de LPG-afleverzuilen, uitgedrukt in de coördinaten van het Rijksdriehoekstelsel. Het uitgangspunt bij het vaststellen van het risico van een inrichting in verband met de invoering in het register is de vigerende milieuvergunning. Wanneer in het kader van een vergunningaanvraag of op verzoek van het bevoegd gezag of krachtens een wettelijk voorschrift een kwantitatieve risicoanalyse is opgesteld, wordt die gebruikt voor melding aan het register, m.u.v. inrichtingen waarvoor in het REVI (Regeling Externe Veiligheid Inrichtingen) risicoafstanden zijn opgenomen (b.v. LPG-tankstations). De kwantitatieve risicoanalyse dient dus gebaseerd te zijn op de in de milieuvergunning beschreven situatie. Wanneer in een milieuvergunning geen grens is gesteld aan de hoeveelheid vergunde gevaarlijke stoffen, dan dient de risicoanalyse te worden uitgevoerd op basis van de maximale hoeveelheid gevaarlijke stoffen die gezien de fysieke capaciteit binnen de inrichting aanwezig kan zijn. 7

9 3 Verzamelen en taken risico-informatie Voordat men de risicogegevens in het register kan invoeren dient men allereerst over de benodigde informatie te beschikken. Deze paragraaf behandeld de wijze waarop de risico-informatie wordt verzameld. Het overheidsorgaan dat voor de betreffende inrichting is aangewezen als het bevoegd gezag in het kader van de Wet milieubeheer is verantwoordelijk voor de invoer en het beheer van de risicoinformatie in het RRGS. Middels het Inrichtingen en vergunningenbesluit milieubeheer is het bevoegde gezag voor een bepaalde inrichting aangewezen. Dit bevoegde gezag is in het kader van de Wet milieubeheer verantwoordelijk voor het verzamelen van de gegevens met betrekking tot de aard en de grootte van het risico. Bij het verzamelen van de benodigde gegevens kan een onderscheidt worden gemaakt in een nieuwe situatie of een bestaande situatie. Onder een nieuwe situatie wordt verstaan de situatie waarbij een vergunning krachtens art. 8.1 of art. 8.4 van de Wet milieubeheer wordt verleend en waarbij die vergunningverlening betrekking heeft op de aanwezigheid van gevaarlijke stoffen en het daarmee samenhangende risico. Ditzelfde geldt voor meldingen in het kader van de Wet Milieubeheer welke betrekking hebben op de aanwezigheid van gevaarlijke stoffen. Onder een bestaande situatie wordt verstaan de situatie waarbij de inrichting krachtens een vigerende vergunning is opgericht en in werking is gebracht. In een nieuwe situatie dient de benodigde informatie bij de vergunningaanvraag te worden verstrekt. In een bestaande situatie kan het bevoegd gezag de houder van de inrichting verzoeken de benodigde informatie te leveren. De houder van de inrichting is verplicht deze informatie te leveren. Wel is het bevoegd gezag verantwoordelijk voor de levering van de gegevens welke nodig zijn om het groepsrisico te berekenen. In het bovenstaande gaat het strikt genomen om de gegevens die bepalend zijn voor de aard en de grootte van het risico. De volgende gegevens zijn in dit bestek relevant: De aard van het risico (b.v. brand, explosie, toxisch risico); De ligging van de 10-5, 10-6 en de 10-8 contouren van het plaatsgebonden risico of de vaste risico-afstanden indien deze voor de onderscheiden inrichtingen zijn opgenomen in de Regeling externe veiligheid inrichtingen, of een andere wettelijke regeling; Een berekening van het groepsrisico; Indien van toepassing de chemische naam en het CAS-nummer (indien bekend het UNnummer) van de voor het risico maatgevende stof of de naam van de voor het risico maatgevende categorie van stoffen. Om bij een inrichting de aard en de grootte van het risico te bepalen, is ook de volgende informatie van belang: De aard, de hoeveelheid en de locatie van de gevaarlijke stoffen binnen de inrichting; De insluitsystemen waarin de gevaarlijke stoffen voorkomen; De toegepaste maatregelen ter beperking van de risico s; 8

10 4 Onderhouden, invoeren en vrijgeven van risico-informatie Wijzigingen van de inrichting De risico-informatie dient actueel te zijn en in overeenstemming met de verleende milieuvergunning. Het bevoegd gezag dient alert te zijn op wijzigingen binnen de inrichting die betekenis zouden kunnen hebben voor de aard en de grootte van het risico. Globaal gaat het om wijzigingen van: de aard, de hoeveelheid en de locatie van de gevaarlijke stoffen binnen de inrichting; de insluitsystemen waarin de gevaarlijke stoffen voorkomen; de toegepaste maatregelen ter beperking van de risico s; alle overige parameters die in een kwalitatieve risicoberekening ten grondslag liggen aan de grootte van het risico; bij LPG-tankstations wijzigingen in de locatie van de LPG-tank, het vulpunt, de LPG-afleverzuilen en de doorzet van LPG. Voor wijzigingen binnen de inrichting die een gevolg hebben voor de aard van het risico dan wel een negatief gevolg hebben voor de grootte van het risico dient een veranderingsvergunning te worden aangevraagd. Wijzigingen van de omgeving Indien binnen de invloedsfeer van de inrichting nieuwe bebouwing wordt gepland dan zal in het algemeen het groepsrisico toenemen. Ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen dient het nieuwe groepsrisico te worden berekend. De verantwoordelijkheid voor de verantwoording van het groepsrisico berust bij het bevoegd gezag. De gegevens m.b.t. het groepsrisico die in het systeem worden ingevoerd, betreffen de gegevens die ten tijde van het verlenen van de vergunning berekend zijn op basis van de fysiek aanwezige situatie (zie Art 12, lid 1a van het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen). Invoeren en vrijgeven risico-informatie De gegevens van de risicovolle inrichtingen worden door de RRGS-invoerder ingevoerd en vrijgegeven. De RRGS-autorisator autoriseert de gegevens in het RRGS nadat er een collegiale toets is uitgevoerd. Verantwoordelijkheden en taken invoeren in RRGS Het bevoegd gezag is verantwoordelijk voor het invoeren van risico-informatie ingevolge de Wet milieubeheer. Binnen een gemeente worden de taken (invoer, autoriseren) toegewezen aan de medewerkers van de gemeenten of milieudiensten. 9

11 5 Gemeentelijke beheerorganisatie Voor een doelmatig gebruik van het RRGS en de risicokaart is het van groot belang dat deze actuele, juiste en volledige informatie bevatten over de risico-objecten en de (beperkt) kwetsbare objecten. De eigenaren van deze gegevens moeten dan ook zorgen voor een goede beheerorganisatie. In onderstaand schema staat beschreven welke medewerker van welke organisatie verantwoordelijk is voor elke beheersfunctie. In dit hoofdstuk is beschreven hoe de verschillende beheersfuncties toebedeeld kunnen worden aan medewerkers van gemeenten of milieudiensten. In paragraaf 5.1 tot en met paragraaf 5.5 zijn de taken en verantwoordelijkheden per functie beschreven. In bijlage IV wordt een overzicht van verantwoordelijken voor deze taken binnen uw gemeente gegeven. 5.1 RIS-coördinator Om te bereiken dat het RRGS en ISOR betrouwbare gegevens bevatten, heeft de provincie in 2004 de gemeenten verzocht een RIS-coördinator aan te wijzen. De vier hoofdtaken van een RIScoördinator zijn hieronder beschreven: 1. het beheren van de gebruikers RRGS, ISOR en professionele risicokaart; 2. het beheren van de gegevens in het Risico Informatie Systeem (RIS); 3. het stimuleren van het gebruik van het Risico Informatie Systeem (RIS); 4. het onderhouden van contacten. Uitwerking van de hoofdtaken: ad 1: het beheren van de gebruikers RRGS, ISOR en professionele risicokaart : het aanvragen van gebruikersnamen en wachtwoorden van ISOR, RRGS en professionele risicokaart voor gebruikers binnen de eigen organisatie; ad 2: beheren van de gegevens in het Risico Informatie Systeem: het jaarlijks laten controleren van welke bedrijven de gegevens tegen de houdbaarheid van vijf jaar aanlopen; actueel (laten) houden van de gegevens in zowel ISOR en RRGS; zorgdragen voor de nauwkeurigheid en volledigheid van de gegevens; het (laten) controleren op eenduidigheid in de aan te leveren gegevens; het (laten) inbrengen van gegevens op een éénduidige manier (dit vereist afstemming tussen de diverse informatie-leveranciers); ad 3: stimuleren van het gebruik van het Risico Informatie Systeem: stimuleren van het gebruik van de professionele risicokaart; het (laten) inbedden van het gebruik van het RIS bij de dagelijkse werkzaamheden door gebruik ervan structureel in te bedden in procedures; ad 4: onderhouden van contacten: fungeren als vraagbaak voor de eigen organisatie; onderhouden van contacten met RIS-coördinatoren in andere organisaties; onderhouden van contacten met RIS-medewerkers van de provincie. 10

12 5.2 Milieuvergunningverlener De hoofdtaken van een milieuvergunningverlener zijn hieronder beschreven: herkennen van een risicovol bedrijf, zowel bij nieuwe vergunningen en nieuwe meldingen Wm 8.40 als bij het wijzigen of intrekken van een vergunning of melding. verzamelen van relevante gegevens; doorgegeven van de gegevens aan de RRGS-invoerder; brief versturen aan het bedrijf met de opgenomen gegevens (of door de RRGS-invoerder). 5.3 RRGS invoerder De RRGS invoerder is belast met het beheer van gegevens over risicosituaties gevaarlijke stoffen (bedrijven en transport). De hoofdtaken van een RRGS invoerder zijn hieronder beschreven: controleren van de aangeleverde gegevens over de risicovolle bedrijven van de milieuvergunningverlener; invoeren van gegevens in RRGS en collegiale toetser (b.v. de RRGS-autorisator) inlichten. aangeven aan de RRGS-autorisator voor overgaan tot autorisatie; wanneer het RRGS rapport niet wordt goedgekeurd door de RRGS-autorisator, wordt het RRGS rapport teruggezonden naar de RRGS-invoerder. De RRGS-invoerder past de gegevens aan en geeft deze opnieuw door aan de RRGS-autorisator; op aangeven van de RIS-coördinator controleert de RRGS invoerder het RRGS in verband met de vijfjaarlijkse actualisatie; 5.4 RRGS-autorisator De hoofdtaken van een RRGS-autorisator zijn hieronder beschreven: collegiale toets uitvoeren van de ingevoerde gegevens; gegevens collegiale toets goedgekeurd autoriseren van de gegevens; gegevens collegiale toets niet goedgekeurd terugkoppelen naar de RRGS-invoerder. 5.5 ISOR invoerder overige ramptypen (OR) en kwetsbare objecten (KO) De ISOR invoerder overige ramptype en kwetsbare objecten is belast met het beheer van gegevens over de overige ramptypen (tunnels, vliegvelden, waterwegen, wegen/spoorwegen, evenementen, geologische structuren, overstromingsgebieden en brandbare natuurgebieden) en kwetsbare objecten. De functieomschrijving is vergelijkbaar met die van een RRGS invoerder. 11

13 5.6 Bevoegdheden Het RRGS en ISOR kunnen vanuit verschillende rollen worden benaderd: 1. invoeren, wijzigen en verwijderen; 2. autoriseren van ingevoerde gegevens; 3. het raadplegen van de gegevens. De eerste rol, invoeren, wijzigen en verwijderen, kan weggelegd worden bij een milieuvergunningverlener of bij een RRGS-teamlid. De autorisatie van de ingevoerde gegevens dient weggelegd te worden bij iemand die binnen de organisatie daartoe de bevoegdheid heeft. De derde rol, raadplegen, ligt bij de professionele gebruikers van het systeem, bijvoorbeeld de medewerkers ruimtelijke ordening, vergunningverlening, handhaving en toezicht, integrale veiligheid, rampenbestrijding, verkeer en vervoer en voorlichting. 12

14 6 Overzicht van taken De taken en taakverdeling zullen per onderdeel beschreven en behandeld worden. Naast taken ten behoeve van de aanlevering van gegevens voor het systeem, ligt er bij de gemeente ook een taak om het gebruik van de risicokaart te stimuleren. Deze taak ten behoeve van het gebruik komt aan bod in paragraaf 6.4. De taken ten behoeve van de aanlevering van gegevens (het feitelijke beheer) worden besproken in paragraaf 6.1 tot en met 6.3 aan de hand van onderstaande onderverdeling. De Brabantse Risicokaart komt tot stand door de aanlevering van meerdere soorten gegevens. Het betreft informatie over: 1. risico s vanwege het produceren, opslaan, verwerken van gevaarlijke stoffen. Dit betreft dus bedrijven (inrichtingen) (paragraaf 6.1); 2. risico s vanwege het transporteren van gevaarlijke stoffen over weg, water, spoor en door buisleidingen (paragraaf 6.2); 3. overige rampscenario s waaraan burgers blootstaan, zoals overstromingen, ongevallen op het water, paniek bij grote bijeenkomsten, etc. (paragraaf 6.3); 4. Kwetsbare objecten en bijzondere kwetsbare objecten, zoals ziekenhuizen, scholen, hotels etc. (paragraaf 6.3). Voor elk van deze vier onderdelen wordt de informatie op een aparte manier verzameld en toegevoegd aan de risicokaart. 6.1 Risico s vanwege gevaarlijke stoffen bij bedrijven (inrichtingen) Onderstaand is een opsomming gegeven van taken die uitgevoerd moeten worden om een risicovol bedrijf op de risicokaart te plaatsen. Voor risicovolle bedrijven wordt hiertoe de landelijke invoerapplicatie RRGS gebruikt (Register Risicosituaties Gevaarlijke Stoffen). Er zijn drie situaties waarbij invoer vereist is: 1. nieuwe en gewijzigde milieuvergunningen / nieuwe en gewijzigde melding Wm 8.40; 2. ingetrokken milieuvergunningen/meldingen; 3. vijfjaarlijkse actualisatieplicht; 13

15 6.1.1 Nieuwe en gewijzigde vergunningen / nieuwe en gewijzigde melding Wm 8.40 Herkennen van een risicovol bedrijf Met behulp van de zogeheten drempelwaardentabel bepaalt de milieuvergunningverlener of een bedrijf in het RRGS moet worden opgenomen. Deze drempelwaardentabel is opgenomen in bijlage I. Verzamelen relevante gegevens en invoer gegevens De milieuvergunningverlener verzamelt de relevante informatie voor het RRGS. De milieuvergunningverlener verzoekt de RRGS-invoerder de gegevens in te voeren. De RRGSinvoerder voert de gegevens in, zodra hij over de juiste gegevens beschikt en geeft deze vervolgens vrij aan het RIVM. Collegiale toets en autorisatie De RRGS-invoerder draait een rapport uit en laat de RRGS-autorisator een collegiale toets uitvoeren. Na goedkeuring heeft de RRGS-autorisator groen licht om de informatie te autoriseren. Dit moet binnen twee weken na het in werking treden van de milieuvergunning gebeurd zijn (zie Registratiebesluit). Versturen brief naar het bedrijf Zodra de gegevens geautoriseerd zijn, meldt de RRGS-autorisator aan de milieuvergunningverlener of de RRGS-invoerder om een brief te sturen naar het bedrijf met daarin de gegevens die worden weergegeven op de risicokaart. Controleren gegevens Vier weken na ontvangst van het voorstel voor weergave van het RIVM, licht de RRGS-invoerder de RRGS-autorisator in. De RRGS-autorisator controleert de gegevens op juistheid en volledigheid en bekijkt of het proces goed doorlopen is Ingetrokken milieuvergunningen Zodra een milieuvergunning wordt ingetrokken, dient dit door de gemeente binnen 2 weken verwerkt te worden in het RRGS. Ook in deze gevallen is het de milieuvergunningverlener die signaleert of het een risicovol bedrijf betreft. In feite loopt de procedure hetzelfde als in paragraaf Vijfjaarlijkse actualisatieplicht Op grond van het Registratiebesluit dient het bevoegde gezag de gegevens in het RRGS ten minste eens per vijf jaar te actualiseren. Om die reden controleert de RIS-coördinator elk jaar van welke inrichtingen de gegevens in het volgende jaar tegen deze vijfjaarlijkse termijn aanlopen. Voor dergelijke inrichtingen geeft de RIS-coördinator opdracht aan de RRGS-invoerder om de gegevens tijdig te actualiseren. Deze vervolgt de procedure in paragraaf

16 6.1.4 Kwaliteitsborging De taken van een invoerder en autorisator zijn gescheiden om de kwaliteit te borgen. En door de taak van het invoeren bij een RRGS-invoerder te leggen en niet bij alle milieuvergunningverleners afzonderlijk, wordt ook de kwaliteit geborgd. Voor het invoeren en autoriseren zijn inlogcodes nodig. De RIS-coördinator zorgt ervoor dat de RRGS-invoerders en de RRGS-autorisator over een inlogcode beschikken. De taken in dit beheerdocument worden opgenomen in de procedures voor vergunningverlening en handhaving, voorzover relevant Handhaving De gegevens in het RRGS zijn gebaseerd op de vergunde situatie. De handhaving van inrichtingen met gevaarlijke stoffen heeft hoge prioriteit. Indien een handhaver bij een inspectie constateert dat de werkelijke situatie niet voldoet aan de vergunde situatie, zal hij de vergunninghouder hierop aanspreken. Indien de geconstateerde situatie kan worden vergund, zal de handhaver de vergunninghouder hierop attenderen en zal hij dit signaleren aan het team vergunningverlening. Na wijziging van de vergunning of melding kan de procedure in paragraaf opgestart worden. 6.2 Risico s vanwege transport van gevaarlijke stoffen De verantwoordelijkheden voor het invoeren van transportroutes waarover gevaarlijke stoffen gaan, liggen vrijwel volledig bij de provincie en de rijksoverheid. Gegevens m.b.t. wegen en binnenwateren waar de gemeente bevoegd gezag is, worden door de gemeente ingevoerd indien ze risicorelevant zijn: Een weg is relevant als het plaatsgebonden risico op de as van de weg hoger is dan 10-6 per jaar. Een binnenwater is relevant als het plaatsgebonden risico op de oever hoger is dan 10-6 per jaar. Het is de taak van de RIS-coördinator om jaarlijks na te gaan of de wetgeving is veranderd en of er als gevolg daarvan informatie over gemeentelijke transportassen in het RRGS moet worden ingevoerd. Mocht de RIS-coördinator vermoeden dat dit het geval is, dan bespreekt hij dit met de EV-specialist bij de gemeente of de milieudienst. De RIS-coördinator houdt in de gaten of er relevante wegen of binnenwateren binnen de gemeente zijn. De RIS-coördinator kan beslissen of een deel van deze verantwoordelijkheid bij de milieudienst kan komen te liggen. 15

17 6.3 Overige rampscenario s en kwetsbare objecten Tot op heden heeft de Provincie de overige ramptypen (OR) ingevoerd. Deze gegevens zijn ingevoerd in het Informatiesysteem Overige Ramptypen (ISOR). In 2006 zijn op basis van ISORcriteria alle bekende kwetsbare objecten op kaart gezet. De gemeente kan dit bestand actueel houden door middel van de invoer/wijziging van een kwetsbaar object (KO) indien een procedure is opgestart voor een gebruiksvergunning. De taken voor beheer van de gegevens van de OR en KO zijn hieronder opgesomd: Controleren bestaande gegevens en inventariseren van mogelijke aanvullingen De ISOR-invoerder (OR-KO) voert eenmaal per jaar een inventarisatie uit met behulp van de Leidraad Risico-inventarisatie Overige Ramptypen (LRI-OR) en controleert de gegevens op de risicokaart. Hierbij wordt gekeken of de informatie op de risicokaart nog in orde is. Daarnaast wordt beoordeeld of er aanvullende gegevens ingevoerd moeten worden. De RIS-coördinator bewaakt deze planning. Invoeren gegevens 1. De ISOR-invoerder (OR-KO) voert de inventarisatie uit en verzorgt ook de invoer. Indien gewenst kan de ISOR-aurorisator (OR-KO) een collegiale toets uitvoeren. 2. De invoerder stelt de ISOR-autorisator (OR-KO) op de hoogte. Autoriseren gegevens De ISOR-autorisator (OR-KO) controleert de gegevens op juistheid en volledigheid en bekijkt of het proces goed doorlopen is. Zodra alles in orde is autoriseert hij de gegevens. Kwaliteitsborging De taken van invoerder en autorisator zijn gescheiden om de kwaliteit te borgen. De taken van inventariseren en invoeren zijn samengevoegd in de functie van invoerder, omdat deze taken slechts weinig uitgevoerd worden. Op deze manier hoeven minder medewerkers expertise over dit onderdeel op te bouwen. 6.4 Stimuleren gebruik RIS Om het gebruik van het RGGS te stimuleren zet de gemeente in op de ontwikkeling van kennis over het RIS. Dit wordt bereikt door: opleidingen werkoverleggen jaarlijks regio-bijeenkomst over beheer RIS 16

18 Opleidingen Er worden elk jaar zowel landelijk als provinciaal opleidingen georganiseerd voor ambtenaren die met het RRGS en ISOR moeten werken. Deze opleidingen zijn geschikt voor zowel de professionals die de gegevens moeten invoeren als de professionele eindgebruikers. Werkoverleggen Om te zorgen voor een goede afstemming tussen alle medewerkers die betrokken zijn bij het onderwerp veiligheid binnen een gemeente is het aan te raden om regelmatig overleg te voeren over dit onderwerp, en dan met name externe veiligheid en het beheer van de gegevens. Jaarlijks regio-overleg RIS Er wordt eenmaal per jaar vanuit de provincie een overleg georganiseerd voorzien voor gemeenten, waarin o.a. nieuwe ontwikkelingen, ervaringen e.d. ter sprake komen. 17

19 Bijlage I Drempelwaardetabel RRGS Bijlage I. Provinciale risicokaart, bedoeld in artikel 3, eerste lid (geldend op ) Categorie Opslag verpakte gevaarlijke stoffen Ammoniakkoel- of vriesinstallatie Vervoersbedrijf Propaan en (vloeibaar) brandbaar gas Categorie-omschrijving Inrichtingen waarin verpakte bestrijdingsmiddelen in emballage worden opgeslagen. Inrichtingen waarin een koel- of vriesinstallatie aanwezig is. Inrichtingen bestemd voor de opslag in verband met vervoer van gevaarlijke stoffen (al dan niet in combinatie met andere stoffen en producten). Het betreft verzamelplaatsen waar te vervoeren gevaarlijke stoffen geparkeerd mogen worden. Inrichtingen waar propaan of een vloeibaar gemaakt brandbaar gas wordt opgeslagen in een reservoir. Risicokaart-relevante drempelwaarde Hoeveelheid welke kg is per opslagplaats. Hoeveelheid welke 200 kg ammoniak is per installatie. Hoeveelheid welke kg gevaarlijke stoffen is. Hoeveelheid welke liter is. Oxiderende gassen Gasdrukregel- en meetstations Vulstations voor propaan en butaan Gasflessendepot Zeer giftige gassen Giftige gassen Overige gevaarlijke gassen Gassen Inrichtingen waar een tank of procesinstallatie aanwezig is met oxiderende (vloeibaar gemaakte) gassen. Inrichtingen waar een gasdrukregel- en meetstation aanwezig is. Inrichtingen waar gasflessen met propaan en/of butaan door middel van een vulstation worden gevuld, indien bij deze inrichting een tank met propaan en/of butaan aanwezig is. Inrichtingen waar gasflessen worden opgeslagen (gasflessendepot). Inrichtingen waar een gasfles, tank, tankwagen, boxcontainer of procesinstallatie aanwezig is met een zeer giftig (vloeibaar gemaakt) gas. Inrichtingen waar een tank, tankwagen, boxcontainer of procesinstallatie aanwezig is met een giftig (vloeibaar gemaakt) gas. Inrichtingen waar een tank, tankwagen boxcontainer of procesinstallatie aanwezig is met een gasvormige gevaarlijke stof. Hoeveelheid welke liter is (per tank of procesinstallatie). Hoeveelheid welke liter is (volume van alleen de voorraadtank). Hoeveelheid (som van alle flessen) welke liter is. Hoeveelheid welke 15 liter is (per gasfles, tank, tankwagen, boxcontainer of procesinstallatie). Hoeveelheid welke 150 liter is (per tank, tankwagen, boxcontainer of procesinstallatie). Hoeveelheid welke liter is (per tank, tankwagen, boxcontainer of procesinstallatie). Licht ontvlambare vloeistoffen Brandbare vloeistoffen Zeer giftige vloeistoffen Giftige vloeistoffen Vloeistoffen Inrichtingen waar een bovengrondse tank, tankwagen, boxcontainer of procesinstallatie aanwezig is met een (licht) ontvlambare vloeistof. Inrichtingen waar een bovengrondse tank of procesinstallatie aanwezig is met een vloeistof met een vlampunt hoger dan 55 graden Celsius. Inrichtingen waar een tank, tankwagen, boxcontainer of procesinstallatie aanwezig is met een zeer giftige vloeistof. Inrichtingen waar een tank, tankwagen, boxcontainer of procesinstallatie aanwezig is met een giftige vloeistof. Hoeveelheid welke liter is (per tank, tankwagen, boxcontainer of procesinstallatie). Hoeveelheid welke liter is (per tank of procesinstallatie). Hoeveelheid welke 200 liter is (per tank, tankwagen, boxcontainer of procesinstallatie). Hoeveelheid welke liter is (per tank, tankwagen, boxcontainer of 18

20 Categorie Vloeistoffen die zeer giftige gassen kunnen vormen Vloeistoffen die giftige gassen kunnen vormen Overige gevaarlijke vloeistoffen Categorie-omschrijving Inrichtingen waar een tank, tankwagen, boxcontainer of procesinstallatie aanwezig is met een vloeistof die zeer giftige gassen kan vormen. Inrichtingen waar een tank of procesinstallatie aanwezig is met een vloeistof die vergiftige gassen kan vormen. Inrichtingen waar een tank of procesinstallatie aanwezig is met een vloeibare gevaarlijke stof. Risicokaart-relevante drempelwaarde procesinstallatie). Hoeveelheid welke 20 liter is (per tank, tankwagen, boxcontainer of procesinstallatie). Hoeveelheid welke 200 liter is (per tank of procesinstallatie). Hoeveelheid welke liter is (per tank of procesinstallatie). Zeer giftige vaste stof Giftige vaste stof Vaste stoffen die zeer giftige gassen kunnen vormen Vaste stoffen die giftige gassen kunnen vormen Overige onbrandbare vaste gevaarlijke stof Stofexplosie vaste stoffen Inrichtingen waar een silo of een andere gesloten opslagvoorziening voor los gestort materiaal aanwezig is met een zeer giftige vaste stof Inrichtingen waar een silo of een andere gesloten opslagvoorziening voor los gestort materiaal aanwezig is met een giftige vaste stof Inrichtingen waar een silo of een andere gesloten opslagvoorziening voor los gestort materiaal aanwezig is met een stof die zeer giftige gassen kan vormen. Inrichtingen waar een silo of een andere gesloten opslagvoorziening voor los gestort materiaal aanwezig is met een stof die giftige gassen kan vormen. Inrichtingen waar een silo of een andere gesloten opslagvoorziening aanwezig is met een onbrandbare vaste gevaarlijke stof. Inrichtingen waar een silo of een andere gesloten opslagvoorziening zonder adequate drukontlasting voor los gestort materiaal aanwezig is waar een voor stofexplosie gevaarlijke atmosfeer aanwezig is. Hoeveelheid welke 200 kg is (per silo of andere gesloten opslagvoorziening). Hoeveelheid welke kg is (per silo of andere gesloten opslagvoorziening). Hoeveelheid welke 200 kg is (per silo of andere gesloten opslagvoorziening). Hoeveelheid welke kg is (per silo of andere gesloten opslagvoorziening). Hoeveelheid welke liter (=1.500 m3 ) is (per silo of andere opslagvoorziening). Hoeveelheid welke liter (=100 m3) is (per silo of andere opslagvoorziening). Organische peroxiden, opslaggroep 2 en 3 brandbare vaste stoffen Brandgevaar Inrichtingen waar organische peroxiden, opslaggroep 8 overeenkomstig Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen worden opgeslagen. Grote buitenopslagen van fusten, pallets, kratten of vaten, waarbij de brandbare stof 50% of minder van het volume inneemt. Opslagplaats heeft grootte van 100 m2 Hoeveelheid welke 1000 m2 grondoppervlak is. Geparkeerde vervoerseenheden met gevaarlijke stoffen. Overig Aangewezen (parkeer) locaties waar vervoerseenheden beladen met gevaarlijke stoffen worden geparkeerd Voor zover op de aangewezen (parkeer-)locatie kg gevaarlijke stoffen gelijktijdig aanwezig mag zijn. 19

21 Bijlage II Drempelwaardetabel ISOR Kwetsbare objecten Bijlage III. Regeling provinciale risicokaart, bedoeld in artikel 4, eerste lid (geldend op ) 1. Gebouwen met een woonfunctie Tehuizen Kloosters/abdijen Gevangenissen Bejaardenoorden Asielzoekerscentra 2. Gebouwen met een logiesfunctie Hotel Pension/nachtverblijf Dagverblijf Kampeerterrein Jachthaven 3. Gebouwen met een onderwijsfunctie Onderwijsinstelling (leerl. < 12 jr.) Onderwijsinstelling (leerl. > 12 jr.) Kinderdagverblijf 4. Gezondheidszorggebouwen Klinieken (poli-, psychiatrische) Ziekenhuizen Verpleegtehuizen 5. Bedrijfsgebouwen Kantoren, Fabrieken Loods, veem, opslagplaats Studio's (bijv. opname TV) 6. Gebouwen voor wegverkeer Garage-inrichting (alleen opslag / stalling) 7. Objecten met een publieksfunctie Theater, schouwburg, bioscoop, aula Museum, bibliotheek Voorwaarde voor opname op de risicokaart Alle Alle Alle Alle Alle > 10 personen > 10 personen > 50 personen > 250 personen > 250 personen Alle > 250 personen > 50 personen Alle Alle Alle > 250 personen > 250 personen > 1000 m2 Alle > 1000 m2 > 250 personen > 250 personen Buurthuis, ontmoetingscentrum, wijkcentrum > 250 personen Gebedshuis Tentoonstellingsgebouw Cafés, discotheek, restaurant Sporthal, stadion Zwembad Winkelgebouwen Stationsgebouwen Tijdelijke bouwsels > 250 personen > 250 personen > 250 personen > 250 personen Alle > 500 personen > 1000 m2 > 250 personen Alle gebouwen vanaf 25 verdiepingen >24 verdiepingen 20

22 Bijlage III BRABANTSE AFSPRAKEN INVOER RRGS versie

23 1 Inleiding In 2009 is vanuit het programmabureau Brabant Veiliger het project 'Kwaliteitsslag registreren en beheren gegevens RRGS opgestart. Het doel van het project was om de kwaliteit van de gegevens in het RRGS te verbeteren en om binnen Brabant de gegevens in het RRGS op een uniforme wijze in te invoeren. Hiertoe is het document Brabantse afspraken invoer RRGS opgesteld. In dit document zijn afspraken geformuleerd die de kwaliteit en de uniformiteit van de in het RRGS ingevoerde gegevens dient te verbeteren. Als vervolg op dit project uit 2009 is het project Pilot samenwerking RRGS-team opgestart. De praktijkervaringen die bij dit project zijn opgedaan hebben geresulteerd in aanvullingen, aanbevelingen en verbeteringen van de afspraken zoals vastgelegd in het document Brabantse afspraken invoer RRGS. Vandaar dat de noodzaak is ontstaan om het betreffende document te actualiseren en een herziene versie op te stellen. De afspraken en uitgangspunten zoals opgenomen in het document Brabantse afspraken invoer RRGS hebben als basis gedient voor onderhevig document. Voor de leesbaarheid en de bruikbaarheid van het document is de inhoud en structuur gewijzigd. Getracht is om het document dusdanig in te delen dat de afspraken die voor een specifieke situatie van toepassing zijn eenvoudig kunnen worden achterhaald. Daarnaast is bij de meeste afspraken een nadere toelichting gegeven over nut en noodzaak van de betreffende afspraak. Geen van de afspraken zoals opgenomen in dit document is strijdig met de eerder gemaakte afspraken. De in dit document opgenomen afspraken gelden als aanvulling op hetgeen is vastgelegd in de Leidraad Risico-inventarisatie Gevaarlijke Stoffen. 2 Generieke afspraken De afspraken die in dit hoofdstuk zijn opgenomen zijn van toepassing op alle categorieën. Daarnaast zijn er afspraken vastgelegd die van toepassing zijn op een specifieke categorie inrichtingen of activiteiten. Deze afspraken zijn per categorie beschreven in hoofdstuk 3. Indien voor een bepaalde categorie de generieke afspraken volstaan, is deze categorie niet beschouwd in hoofdstuk Reden van invoer in het RRGS Indien een installatie of activiteit registratieplichtig is op basis van de Regeling provinciale risicokaart (RP) dient als reden van invoer te worden ingevoerd Ministeriële regeling. Indien de installatie of activiteit registratieplichtig is op basis van het Registratiebesluit Externe Veiligheid (RB) dient Registratiebesluit als reden van invoer te worden geselecteerd. Indien er sprake is van een facultatieve invoer (zie paragraaf 2.2) dient Facultatief te worden geselecteerd. 2.2 Invoer van facultatieve installaties Het invoeren van facultatieve installaties of activiteiten (installaties/activiteiten die niet registratrieplichtig zijn omdat ze niet voldoen aan de drempelwaarde uit de drempelwaardetabel van de Leidraad Risico Inventarisatie) is niet wenselijk. Indien er toch voor gekozen wordt om (een deel) van de facultatieve installaties of activiteiten op te nemen in het RRGS, dient te worden gerealiseerd dat de afstanden die in de gevarenkaarten van de Leidraad Risico Inventarisatie zijn opgenomen niet van toepassing zijn. De facultatief ingevoerde inrichtingen worden uitsluitend getoond op de professionele risicokaart en zijn niet zichtbaar op de burgerkaart. 2.3 Actualisatie van gegevens Omdat het van belang is dat de risicokaart actueel blijft is het noodzakelijk dat zodra er nieuwe gegevens beschikbaar zijn, deze op de risicokaart worden getoond. Aangezien de gegevens van het RRGS worden ontsloten via de provinciale risicokaarten is het derhalve noodzakelijk dat ook de gegevens van het RRGS actueel zijn. De actualisatie van de gegevens dient plaats te vinden binnen twee weken na het beschikbaar zijn van de nieuwe gegevens (bijvoorbeeld na verlening/wijziging van een vergunning, actualisatie van het veiligheidsrapport, vaststelling van een ruimtelijk plan of wijziging van de in Revi genoemde afstanden voor categoriale inrichtingen). Daarnaast geldt dat het bevoegd gezag er overeenkomstig artikel 15 lid 3 van het Registratiebesluit externe veiligheid voor dient te zorgen dat de gegevens in het register ten minste eens per vijf jaar worden geactualiseerd. 22

24 N.B. Met betrekking tot risico- en effectafstanden wordt onder actueel verstaan: de meest recente afstanden en contouren die zijn vastgesteld conform de risicomethodiek Bevi, uitgaande van de vergunde activiteiten en de vergunde hoeveelheden stoffen. Deze afstanden hoeven dus niet overeen te komen met eventueel in de vergunning opgenomen afstanden/contouren. 2.4 Groepsrisico Indien voor een inrichting het groepsrisico is vastgesteld, dient in het RRGS te worden aangegeven welke populatiegegevens zijn gehanteerd (bijvoorbeeld het Populatiebestand Groepsrisicoberekeningen van het ministerie van I&M ( of de gemeentelijke basisadministratie). Hierbij dient tevens de peildatum van de gegevens te worden aangegeven. 2.5 Inrichtingen waarvoor een QRA is opgesteld Installaties/insluitsystemen Indien voor een inrichting een QRA is opgesteld dienen uitsluitend de insluitsystemen die een significante bijdrage leveren aan het externe risico te worden ingevoerd in het RRGS. Dit ongeacht of voor de betreffende insluitsystemen de drempelwaarde uit de drempelwaardetabel van de LRI wordt overschreden. Voor het vaststellen van de insluitsystemen die een significante bijdrage leveren aan het externe risico dient de voor de QRA uitgevoerde subselectie te worden gehanteerd. Deze subselectie dient als bijlage te worden opgenomen in het RRGS. Dit kan via de optie Achtergrond documentatie toevoegen onder Informatie over de inrichting. Indien geen subselectie is uitgevoerd, dienen alle in de QRA beschouwde insluitsystemen in het RRGS te worden ingevoerd. N.B. Installaties die vallen onder de werkingssfeer van het activiteitenbesluit en waarvoor de drempelwaarde uit de drempelwaardetabel van de LRI wordt overschreden, dienen altijd te worden ingevoerd (zie paragraaf 2.5.6) Risicoafstanden Indien voor een inrichting een QRA is opgesteld, dienen de berekende plaatsgebonden risicocontouren in het QRA-scherm van het RRGS als shapefile te worden ingevoerd of te worden ingetekend op de kaart. Indien uit de QRA blijkt dat er geen plaatsgebonden risicocontour van 10-6 per jaar wordt berekend dient dit in het QRA-scherm van het RRGS te worden aangegeven. De plaatsgebonden risicocontouren die wel beschikbaar zijn (bijvoorbeeld PR10-7 en PR10-8) dienen als shapefile te worden ingevoerd of dienen te worden ingetekend op de kaart (zie vorige afspraak). Indien voor een inrichting een QRA is opgesteld mogen de risicoafstanden uit de LRI niet meer worden gehanteerd, maar dienen de berekende risicocontouren te worden ingevoerd in het RRGS (een uitzondering hierop zijn de QRA s die voor LPG-tankstations zijn uitgevoerd, zie paragraaf 3.1.3) Effectafstanden Indien voor een inrichting een QRA is opgesteld dienen op installatieniveau bij voorkeur de in de QRA berekende effectafstanden te worden ingevoerd in het RRGS. Als deze niet beschikbaar zijn kunnen de effectafstanden uit de gevarenkaarten worden gehanteerd Invloedsgebied Indien voor een inrichting een QRA is opgesteld dient de uit de QRA voortkomende afstand tot de grens van het invloedsgebied in het QRA-scherm van het RRGS te worden ingevoerd als shapefile of te worden ingetekend. Als gebruik gemaakt wordt van een shapefile dient de PR10-30 uit SAFETI-NL te worden gehanteerd als afstand tot de grens van het invloedsgebied. De optie om de afstand tot de grens van het invloedsgebied als vaste afstand in te voeren mag niet gehanteerd worden. Dit omdat bij gebruik van de laatste optie het invloedsgebied als cirkel (met als straal de ingevoerde afstand) rondom het middelpunt van de inrichting wordt weergegeven en de ligging en omvang van het invloedsgebied dan niet overeenkomt met het berekende invloedsgebied. 23

25 2.5.5 QRA niet uitgevoerd overeenkomstig de laatste versie van de rekenmethodiek BEVI Indien voor een inrichting die onder de werkingssfeer van het BEVI valt in het verleden reeds een QRA is opgesteld, maar deze niet in overeenstemming is met de laatste versie van de rekenmethodiek BEVI (bestaande uit SAFETI-NL en de Handleiding Risicoberekeningen BEVI) en er geen wettelijke aanleiding is om de QRA te actualiseren, dienen de resultaten van de bestaande QRA toch te worden ingevoerd in het RRGS. Bij de opmerkingen dient dan wel vermeld te worden dat de QRA niet is opgesteld conform de laatste versie van de rekenmethodiek BEVI Activiteitenbesluit Indien binnen een inrichting activiteiten worden verrricht die vallen onder de werkingssfeer van het activiteitenbesluit, dient naast de risicocontouren uit de QRA tevens rekening te worden gehouden met de veiligheidsafstanden die voor de betreffende activiteiten in het activiteitenbesluit zijn opgenomen. De afstanden uit het activiteitenbesluit staan los van de risicoafstanden en dienen ten alle tijden te worden aangehouden (zie tevens paragraaf 2.9). 2.6 Inrichtingen waarvoor een QRA dient te worden opgesteld maar (nog) niet is opgesteld Risicoafstanden Indien voor inrichtingen die onder de werkingssfeer van het BEVI vallen en die QRA-plichtig zijn geen QRA is opgesteld, verplicht het Registratiebesluit niet om dit alsnog te doen. Het verdient echter de voorkeur om voor dergelijke inrichtingen wel een QRA op te (laten) stellen. Aangezien voor QRA-plichtige inrichtingen de risicoafstanden uit de gevarenkaarten van de Leidraad Risico Inventarisatie niet mogen worden gehanteerd, kunnen in het RRGS de gevraagde risicoafstanden niet worden ingevoerd indien geen QRA beschikbaar is. In dat geval dient op installatieniveau bij het invoerveld Contouren invoeren via de optie Contourgrens invullen, geen risicocontour6 aanwezig te worden geselecteerd. Bij het invoerveld Reden geen 10-6 contour ingevuld dient vervolgens de optie Niet beschikbaar volgens gevarenkaart uit leidraad te worden geselecteerd. Als toelichting dient te worden aangegeven dat de inrichting QRA plichtig is, maar dat nog geen QRA is uitgevoerd. Zodra er een QRA beschikbaar is (bijvoorbeeld i.h.k.v. een omgevingsvergunning voor milieu of i.h.k.v. een ruimtelijke wijziging) dienen de resultaten uit deze QRA in het RRGS als shapefile te worden ingevoerd of te worden ingetekend op de kaart Effectafstanden Indien voor inrichtingen die onder de werkingssfeer van het BEVI vallen en die QRA-plichtig zijn geen QRA is opgesteld, kunnen de effectafstanden uit de gevarenkaarten worden ingevoerd in het RRGS. Zodra er een QRA beschikbaar is (bijvoorbeeld i.h.k.v. een omgevingsvergunning voor milieu of i.h.k.v. een ruimtelijke wijziging) heeft het de voorkeur de effectafstanden uit deze QRA in het RRGS in te voeren Invloedsgebied Indien voor inrichtingen die onder de werkingssfeer van het BEVI vallen en die QRA-plichtig zijn geen QRA is opgesteld, kan de afstand tot de grens van het invloedsgebied niet worden ingevoerd in het RRGS. Zodra er een QRA beschikbaar is (bijvoorbeeld i.h.k.v. een omgevingsvergunning voor milieu of i.h.k.v. een ruimtelijke wijziging) dient de afstand tot de grens van het invloedsgebied uit deze QRA in het RRGS als shapefile te worden ingevoerd of te worden ingetekend op de kaart. 2.7 Inrichtingen waarvoor geen QRA is opgesteld en ook niet hoeft te worden opgesteld Installaties/insluitsystemen Voor inrichtingen die niet QRA-plichtig zijn dienen alle installaties waarvoor de drempelwaarde uit de drempelwaardentabel van de Leidraad Risico Inventarisatie wordt overschreden te worden ingevoerd in het RRGS Risicoafstanden Voor inrichtingen die niet QRA-plichtig zijn dienen de risicoafstanden uit de gevarenkaarten van de Leidraad Risico Inventarisatie te worden ingevoerd. Voor inrichtingen die onder het BEVI vallen en als categoriaal zijn aangemerkt, gelden de risicoafstanden uit de REVI. 24

Brabantse afspraken invoer RRGS

Brabantse afspraken invoer RRGS Brabantse afspraken invoer RRGS Versie 2.1 September 2011 BRABANTSE AFSPRAKEN INVOER RRGS versie 2.0 Brabantse Afspraken Invoer RRGS versie 2.0 4/17 Inhoudsopgave 1 INLEIDING... 3 2 GENERIEKE AFSPRAKEN...

Nadere informatie

Brabantse afspraken invoer RRGS

Brabantse afspraken invoer RRGS Brabantse afspraken invoer RRGS Versie 3.0 Maart 2014 Brabantse Afspraken Invoer RRGS versie 3.0 1/14 Versie 3.0 Datum 10 Maart 2014 Voorgaande versie 2.1 Datum September 2011 Brabantse Afspraken Invoer

Nadere informatie

Beheerdocument risico-informatie Een invulling van gemeentelijke beheerstaken

Beheerdocument risico-informatie Een invulling van gemeentelijke beheerstaken Beheerdocument risico-informatie Een invulling van gemeentelijke beheerstaken Register Risicosituaties Gevaarlijke Stoffen (RRGS) en Informatie Systeem Overige Ramptypen (ISOR) Opdrachtgever : Lilian Weeda

Nadere informatie

RRGS VERBETERSLAG PROPAANTANKS 2017

RRGS VERBETERSLAG PROPAANTANKS 2017 RRGS VERBETERSLAG PROPAANTANKS 2017 CAS nummer CAS nummer 74-98-6 Invoerapplicatie RRGS: https://www.risicokaartinvoer.nl/j2ee/isor/start.jsp Inlog: Gebruikersnaam: Wachtwoord: LET OP: kopie bestaande

Nadere informatie

Besluit buiten. behandeling. laten. nee. 2 3 Alle toestemmingen Is EV relevant? Is de. ja aangevraagd & volledig? aanvraag. compleet?

Besluit buiten. behandeling. laten. nee. 2 3 Alle toestemmingen Is EV relevant? Is de. ja aangevraagd & volledig? aanvraag. compleet? Voorbereiding Aanvraag Beoordeling en besluitvorming Aanvrager: burger of bedrijf Initiatief nemen en verkennen mogelijkheden Opstellen Indienen bij bevoegd gezag Geen omgevingsvergunning benodigd EV niet

Nadere informatie

Gevarenkaart nr. 1 Brandbare en oxiderende gassen

Gevarenkaart nr. 1 Brandbare en oxiderende gassen Toepassingsgebied en definities Gevarenkaart nr. 1 NB. Achtergrondinformatie m.b.t. de motivatie en verantwoording van keuzes en uitgangspunten voor deze gevarenkaart is opgenomen in het Achtergronddocument,

Nadere informatie

Werkproces Externe Veiligheid voor vergunningen

Werkproces Externe Veiligheid voor vergunningen Werkproces Externe Veiligheid voor vergunningen Beschrijving werkproces externe veiligheid 1. Is Externe veiligheid relevant? 1.1 Is EV relevant? Doorloop het schema om antwoord te geven op deze vraag.

Nadere informatie

Beheerdocument Risicokaart

Beheerdocument Risicokaart Beheerdocument Risicokaart Een invulling van gemeentelijke beheertaken Register Risicosituaties Gevaarlijke Stoffen (RRGS) en Informatie Systeem Overige Ramptypen (ISOR) Opdrachtgever Francien Bolhuis

Nadere informatie

Regeling provinciale risicokaart

Regeling provinciale risicokaart BZK Regeling provinciale risicokaart 5 april 2007/Nr. 2007-0000123517 DGV/DCB/Rb De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Gelet op artikel 6a, derde lid, van de Wet rampen en zware ongevallen;

Nadere informatie

Gevarenkaart nr. 0 Algemene toelichting op het gebruik van de gevarenkaarten

Gevarenkaart nr. 0 Algemene toelichting op het gebruik van de gevarenkaarten Inleiding Met behulp van de gevarenkaarten 1 tot en met 10 kunnen op een generieke wijze (indicatieve) risico- en effectafstanden worden bepaald ten behoeve van de Risicokaart. Deze afstanden kunnen worden

Nadere informatie

1 Model-legesbepalingen voor gebruiksvergunningen

1 Model-legesbepalingen voor gebruiksvergunningen 1 Model-legesbepalingen voor gebruiksvergunningen 1.Tijdelijke inrichting De leges bedragen voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van vergunning voor het in gebruik hebben of

Nadere informatie

Kennistafel RRGS Risicokaart Instructie PGS-15 V0.2 d.d. 13 april 2018

Kennistafel RRGS Risicokaart Instructie PGS-15 V0.2 d.d. 13 april 2018 Kennistafel RRGS Risicokaart RRGS VERBETERSLAG PGS-15 2018 CAS nummer Invoerapplicatie RRGS: https://www.risicokaartinvoer.nl/ Inlog: Gebruikersnaam: Wachtwoord: NB als je wilt oefenen, gebruik dan de

Nadere informatie

Besluit van. Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I. Het Registratiebesluit externe veiligheid wordt als volgt gewijzigd:

Besluit van. Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I. Het Registratiebesluit externe veiligheid wordt als volgt gewijzigd: Besluit van houdende wijziging van het Registratiebesluit externe veiligheid en het Besluit externe veiligheid inrichtingen (aanpassing aan het Besluit externe veiligheid buisleidingen en wegnemen van

Nadere informatie

BIJLAGE 1 Ligging plangebied

BIJLAGE 1 Ligging plangebied BIJLAGE 1 Ligging plangebied 12 Bijlage: Ligging plangebied BIJLAGE 2 Ligging gezoneerd industrieterrein De Lage Meren BIJLAGE 3 Technische beoordeling externe veiligheid Technische beoordeling externe

Nadere informatie

Rapportnummer: 2012/Polyplus/01

Rapportnummer: 2012/Polyplus/01 UMEO milieuadvies Wilhelminastraat 98 7462 CJ Rijssen Project: QRA Polyplus, Assen Opdrachtgever: Gemeente Assen Rapportnummer: 2012/Polyplus/01 Status: definitief Auteur: ing. H. Hiltjesdam Telefoon:

Nadere informatie

Externe Veiligheid BEVI / REVI / LPG

Externe Veiligheid BEVI / REVI / LPG Externe Veiligheid BEVI / REVI / LPG Willem Niessink 15 april 2009 BEVI in vogelvlucht Bronnen van (on)veiligheid Natuurverschijnselen Gedrag van mensen Technologie Natuurlijke veiligheid Sociale veiligheid

Nadere informatie

L e i d r a a d R i s i c o I n v e n t a r i s a t i e - d e e l G e v a a r l i j k e S t o f f e n ( L R I - G S )

L e i d r a a d R i s i c o I n v e n t a r i s a t i e - d e e l G e v a a r l i j k e S t o f f e n ( L R I - G S ) L e i d r a a d R i s i c o I n v e n t a r i s a t i e - d e e l G e v a a r l i j k e S t o f f e n ( L R I - G S ) oktober 2007 VERSIE 3.1 De LRI-GS behandelt de selectiemethodiek voor de inventarisatie

Nadere informatie

memo betreft: Quickscan externe veiligheid woontoren Bètaplein Leiden (120728)

memo betreft: Quickscan externe veiligheid woontoren Bètaplein Leiden (120728) memo aan: van: Green Real Estate BV Bas Hermsen c.c.: datum: 12 juni 2015 betreft: Quickscan externe veiligheid woontoren Bètaplein Leiden (120728) 1. Aanleiding De ontwikkeling in het plangebied voorziet

Nadere informatie

Bestemmingsplan Kern Roosteren. Teksten t.b.v. verantwoording groepsrisico

Bestemmingsplan Kern Roosteren. Teksten t.b.v. verantwoording groepsrisico Adviseurs externe veiligheid en risicoanalisten Adviesgroep AVIV BV Langestraat 11 7511 HA Enschede Bestemmingsplan Kern Roosteren Teksten t.b.v. verantwoording groepsrisico Project : 122179 Datum : 16

Nadere informatie

Advies Externe Veiligheid Van Rogier van Kalken bij ruimtelijke plannen Datum 19 oktober 2007

Advies Externe Veiligheid Van Rogier van Kalken bij ruimtelijke plannen Datum 19 oktober 2007 Advies Externe Veiligheid Van Rogier van Kalken bij ruimtelijke plannen Datum 19 oktober 2007 Onderwerp EV Advies tel./e-mail 075-6553537 rkalken@milieudienst-waterland.nl Inleiding In dit advies wordt

Nadere informatie

Aanvullend advies externe veiligheid emplacement. Stationsstraat short stay appartementen. Servicebureau Gemeenten, dd

Aanvullend advies externe veiligheid emplacement. Stationsstraat short stay appartementen. Servicebureau Gemeenten, dd Aanvullend advies externe veiligheid emplacement. Stationsstraat short stay appartementen. Servicebureau Gemeenten, dd. 24-01-2014. Ten noord-westen van de beoogde locatie voor de short stay appartementen

Nadere informatie

Onderwerp: Jaarlijkse controle op de in het risicoregister opgenomen gegevens als onderdeel van Wabo toezicht.

Onderwerp: Jaarlijkse controle op de in het risicoregister opgenomen gegevens als onderdeel van Wabo toezicht. Notitie Onderwerp: Jaarlijkse controle op de in het risicoregister opgenomen gegevens als onderdeel van Wabo toezicht. Inleiding: Bij de bedrijven die worden beschouwd als risicovol (risicorelevante bedrijven)

Nadere informatie

Milieu I Management I Advies Postbus ZG Cadier en Keer Tel Fax Datum: 25 september 2013

Milieu I Management I Advies Postbus ZG Cadier en Keer Tel Fax Datum: 25 september 2013 Opdrachtgever: Aeres Milieu Contactpersoon: De heer T. Thijssen Uitgevoerd door: Contactpersoon: WINDMILL Milieu I Management I Advies Postbus 5 6267 ZG Cadier en Keer Tel. 043 407 09 71 Fax. 043 407 09

Nadere informatie

BUREAUSTUDIE EXTERNE VEILIGHEID BEDRIJVENTERREIN STEPELERVELD

BUREAUSTUDIE EXTERNE VEILIGHEID BEDRIJVENTERREIN STEPELERVELD BEDRIJVENTERREIN STEPELERVELD GEMEENTE HAAKSBERGEN September 2009 110301.001599 Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Doel 3 1.3 Leeswijzer 3 2 Wet- en regelgeving 3 2.1 Inleiding 3 2.2 Beleidskader

Nadere informatie

Risico-inventarisatie Wijchen

Risico-inventarisatie Wijchen Risico-inventarisatie Wijchen Externe Veiligheid onderzoek in het kader van uitbreiding boulehal aan de Veenseweg te Wijchen Definitief In opdracht van: Pétanquevereniging Le Chateau T.a.v. de heer H.

Nadere informatie

Bijlage Nota van wijzigingen. Paragraaf Externe veiligheid Herziening Metal Valley

Bijlage Nota van wijzigingen. Paragraaf Externe veiligheid Herziening Metal Valley Bijlage Nota van wijzigingen Paragraaf Externe veiligheid Herziening Metal Valley Inleiding Externe veiligheid richt zich op het beheersen van activiteiten die een risico voor de omgeving kunnen opleveren,

Nadere informatie

Quickscan externe veiligheid Woningbouw Merellaan te Capelle aan den IJssel

Quickscan externe veiligheid Woningbouw Merellaan te Capelle aan den IJssel Woningbouw Merellaan te Capelle aan den IJssel projectnr. 201716 revisie 00 november 2009 Auteur ing. S. M. O. Krutzen Opdrachtgever Gemeente Capelle aan den IJssel Afdeling Stedelijke Ontwikkeling Postbus

Nadere informatie

Milieu I Management I Advies Postbus 5 6267 ZG Cadier en Keer Tel. 043 407 09 71 Fax. 043 407 09 72. Datum: 29 januari 2015

Milieu I Management I Advies Postbus 5 6267 ZG Cadier en Keer Tel. 043 407 09 71 Fax. 043 407 09 72. Datum: 29 januari 2015 Opdrachtgever: PlanROS Contactpersoon: Dhr. S. Peters Uitgevoerd door: Contactpersoon: WINDMILL Milieu I Management I Advies Postbus 5 6267 ZG Cadier en Keer Tel. 043 407 09 71 Fax. 043 407 09 72 ing.

Nadere informatie

Externe Veiligheid Stationskwartier, deelgebied C

Externe Veiligheid Stationskwartier, deelgebied C Memo Ter attentie van Volker Wessels Vastgoed Datum 21 mei 2012 Distributie Projectnummer 12.0305 Onderwerp Externe Veiligheid Stationskwartier, deelgebied C VolkerWessels is voornemens ongeveer 140 woningen

Nadere informatie

Risico-inventarisatie Uitbreidingslocatie Golfbaan Wageningen

Risico-inventarisatie Uitbreidingslocatie Golfbaan Wageningen Risico-inventarisatie Uitbreidingslocatie Golfbaan Wageningen Onderdeel: Externe Veiligheid Definitief Grontmij Nederland B.V. De Bilt, 18 juli 2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 1.1 Leeswijzer... 5

Nadere informatie

QUICKSCAN EXTERNE VEILIGHEID

QUICKSCAN EXTERNE VEILIGHEID MEMO Dossier : 9x1884 Project : Laarberg- deelgebieden 1, 2, en 3 Betreft : quickscan externe veiligheid Ons kenmerk : Datum : Status : concept Classificatie : Klant vertrouwelijk QUICKSCAN EXTERNE VEILIGHEID

Nadere informatie

Planlocatie Nuland Oost te Nuland

Planlocatie Nuland Oost te Nuland Planlocatie Nuland Oost te Nuland Risico-inventarisatie Externe Veiligheid Definitief In opdracht van: Gemeente Maasdonk Grontmij Nederland B.V. Arnhem, 31 januari 2011 Verantwoording Titel : Planlocatie

Nadere informatie

Externe Veiligheid beheersverordening Prins Hendrikpark te Baarn

Externe Veiligheid beheersverordening Prins Hendrikpark te Baarn Externe Veiligheid beheersverordening Prins Hendrikpark te Baarn Opdrachtgever : Gemeente Baarn, mevrouw E. Nelissen Adviseur : Servicebureau Gemeenten Auteur : de heer R. Polman Projectnummer : SB G/POLR/541886

Nadere informatie

Voorstel EV Ruimtelijke onderbouwing Harderweide deelplan 2

Voorstel EV Ruimtelijke onderbouwing Harderweide deelplan 2 Aan: Pascal Lunshof p.lunshof@odnv.nl Van: I.E. Riegman i.riegman@ovij.nl Voorstel EV Ruimtelijke onderbouwing Harderweide deelplan 2 Externe veiligheid 1 van 4 Uw kenmerk - Het beleid voor externe veiligheid

Nadere informatie

Externe veiligheidsparagraaf. Bestemmingsplan Skoatterwald

Externe veiligheidsparagraaf. Bestemmingsplan Skoatterwald Externe veiligheidsparagraaf Bestemmingsplan Skoatterwald Toetsingskader Externe veiligheid gaat om het beperken van de kans op en het effect van een ernstig ongeval voor de omgeving door: - het gebruik,

Nadere informatie

Chemiepack Nederland BV /08 PBp. MOERDIJK Onbekend Chemiepack Nederland BV Vlasweg 4

Chemiepack Nederland BV /08 PBp. MOERDIJK Onbekend Chemiepack Nederland BV Vlasweg 4 75211/8 PBp Inrichting algemeen Bevoegd gezag Type bevoegd gezag aam inrichting Straat Huisnummer Huisnummer toevoeging Postcode Plaats Gemeente Hoofdactiviteit inrichting SBI-code hoofdactiviteit Kadastrale

Nadere informatie

Notitie. Onderzoek externe veiligheid Lelystad bestemmingsplan Stadsrandgebied. 1 Inleiding

Notitie. Onderzoek externe veiligheid Lelystad bestemmingsplan Stadsrandgebied. 1 Inleiding Notitie Contactpersoon Dennis Ruumpol Datum 25 april 2012 Onderzoek externe veiligheid Lelystad bestemmingsplan Stadsrandgebied 1 Inleiding In 2009 heeft Tauw voor drie afzonderlijke bestemmingsplannen

Nadere informatie

Kwaliteit Risico-gegevens en Risicokaart

Kwaliteit Risico-gegevens en Risicokaart Kwaliteit Risico-gegevens en Risicokaart Ab van den Berg Landelijk Coordinator Risicokaart Aanleiding Doel risicokaart Informeren van burgers Welke risico s zijn er in de woon- / leefomgeving Beleidsinstrument

Nadere informatie

Wijzigingsplan. Stedelijke bedrijventerreinen Vlissingen, 2 e planwijziging. President Rooseveltlaan 768 / 768a

Wijzigingsplan. Stedelijke bedrijventerreinen Vlissingen, 2 e planwijziging. President Rooseveltlaan 768 / 768a Wijzigingsplan Stedelijke bedrijventerreinen Vlissingen, 2 e planwijziging President Rooseveltlaan 768 / 768a Gemeente: Vlissingen Titel: Wijzigingsplan Stedelijke bedrijventerreinen Vlissingen, 2 e planwijziging

Nadere informatie

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 21 juni 2013 20112327-05 L. Gelissen

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 21 juni 2013 20112327-05 L. Gelissen Notitie 20112327-05 MER Beneden-Lek (Bergambacht) Externe veiligheid Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 21 juni 2013 20112327-05 L. Gelissen 1 Inleiding In opdracht van Consortium 2.0 1 is een

Nadere informatie

BIJLAGE 1 Ligging plangebied

BIJLAGE 1 Ligging plangebied BIJLAGE 1 Ligging plangebied 12 Bijlage: Ligging plangebied BIJLAGE 2 Ligging gezoneerd industrieterrein De Lage Meren BIJLAGE 3 Technische beoordeling externe veiligheid Technische beoordeling externe

Nadere informatie

Handreiking basiskennis externe veiligheid

Handreiking basiskennis externe veiligheid Handreiking basiskennis externe veiligheid Inhoud HANDREIKING BASISKENNIS EXTERNE VEILIGHEID.... 3 1. Inleiding... 3 1.1 Algemeen... 3 1.2 Normering... 3 1.3 Risicoregister en risicokaart... 4 2. Externe

Nadere informatie

Memo externe veiligheid

Memo externe veiligheid Memo externe veiligheid Aan : Tiny van Hoek Organisatie : Gemeente Midden Drenthe Van : Henk Zwiers Team : Advies Betreft : Omgevingsvergunning in strijd handelen met bestemmingsplan Datum : 27 juli 2016

Nadere informatie

Quickscan externe veiligheid Centrum Vught e.o. Kwalitatieve beschouwing relevante risicobronnen

Quickscan externe veiligheid Centrum Vught e.o. Kwalitatieve beschouwing relevante risicobronnen Kwalitatieve beschouwing relevante risicobronnen revisie 00 maart 2011 Auteur: Tom van der Linde Save Postbus 321 7400 AH Deventer Opdrachtgever Gemeente Vught datum vrijgave beschrijving revisie 04 goedkeuring

Nadere informatie

Risicoanalyse vervoer gevaarlijke stoffen provinciale weg N 996 en Spoorwegtraject Sauwerd Delfzijl te Loppersum

Risicoanalyse vervoer gevaarlijke stoffen provinciale weg N 996 en Spoorwegtraject Sauwerd Delfzijl te Loppersum Risicoanalyse vervoer gevaarlijke stoffen provinciale weg N 996 en Spoorwegtraject Sauwerd Delfzijl te Loppersum Opdrachtgever: Mv. T. Swijghuizen gemeente Loppersum Opgesteld door: P.P. van Lennep Steunpunt

Nadere informatie

Het PR en de hoogte van het GR dient berekend te worden. In onderhavig onderzoek is hiervoor gebruik gemaakt van het rekenmodel Safeti-NL [2].

Het PR en de hoogte van het GR dient berekend te worden. In onderhavig onderzoek is hiervoor gebruik gemaakt van het rekenmodel Safeti-NL [2]. Notitie HASKONINGDHV NEDERLAND B.V. RUIMTE & MOBILITEIT Aan : mevrouw M. Willems - van Gils (Gemeente Gemert-Bakel) Van : mevrouw L. Sprangers (Royal HaskoningDHV) Datum : 11 maart 2013 Kopie : de heer

Nadere informatie

Milieu I Management I Advies Postbus 5 6267 ZG Cadier en Keer Tel. 043 407 09 71 Fax. 043 407 09 72

Milieu I Management I Advies Postbus 5 6267 ZG Cadier en Keer Tel. 043 407 09 71 Fax. 043 407 09 72 Opdrachtgever: BRO Contactpersoon: Dhr. R. Osinga Uitgevoerd door: Contactpersoon: WINDMILL Milieu I Management I Advies Postbus 5 6267 ZG Cadier en Keer Tel. 043 407 09 71 Fax. 043 407 09 72 ing. J.L.M.M.

Nadere informatie

Veiligheidsrisico s tankstation met lpg. 1. Besluit externe veiligheid inrichtingen

Veiligheidsrisico s tankstation met lpg. 1. Besluit externe veiligheid inrichtingen Veiligheidsrisico s tankstation met lpg 1. Besluit externe veiligheid inrichtingen Het Besluit externe veiligheid inrichtingen richt zich, zoals uit de naam reeds blijkt, primair op inrichtingen als bedoeld

Nadere informatie

ontw registratiebesl externe veiligheid bijlage.doc 26-02-2003 1

ontw registratiebesl externe veiligheid bijlage.doc 26-02-2003 1 Besluit van houdende regels met betrekking tot de registratie van gegevens externe veiligheid inrichtingen, transportroutes en buisleidingen (Registratiebesluit externe veiligheid) Op de voordracht van

Nadere informatie

Datum Documentnummer Project Auteur 25 mei L.C. Luijendijk

Datum Documentnummer Project Auteur 25 mei L.C. Luijendijk Notitie Aan Gemeente Schiedam, t.a.v. Bas Hovens Kopie aan Datum Documentnummer Project Auteur 25 mei 2015 21933243 L.C. Luijendijk Onderwerp Externe veiligheid Harga Midden Inleiding De gemeente Schiedam

Nadere informatie

QUICKSCAN EXTERNE VEILIGHEID LAAGWAALDERWEG TE OUDESCHILD

QUICKSCAN EXTERNE VEILIGHEID LAAGWAALDERWEG TE OUDESCHILD QUICKSCAN EXTERNE VEILIGHEID LAAGWAALDERWEG TE OUDESCHILD quickscan externe veiligheid Laagwaalderweg te Oudeschild Opdrachtgever Buro SRO Rapportnummer 3192.007 Versienummer Status D1 Eindrapportage Datum

Nadere informatie

Advies externe veiligheid

Advies externe veiligheid Extern Advies Bevoegd gezag : Gemeente Marum Datum : 29-06-2015 Kenmerk VTH/DMS : Liza-nummer : 39409 Aan : Mevr. M. van der Zee Van : Patrick van Lennep Collegiale toetser : K. Stijkel Onderwerp / Locatie

Nadere informatie

Advies omgevingsveiligheid over gebruik van Ruimte-voor-Ruimte kavels

Advies omgevingsveiligheid over gebruik van Ruimte-voor-Ruimte kavels Bevoegd gezag: Contactpersoon opdrachtgever: e-mailadres: Gemeente Nederweert Mariëlle Houtappels m. houtappels@nederweert.nl Telefoon1: 0495-677111 Telefoon2: Datum indienen: 4 december 2017 Hantekening

Nadere informatie

Intern memo. Projectgroep bestemmingsplan Youri Egorovweg. Archief afdeling Ruimte en Wonen. Gert-Jan van de Bovenkamp

Intern memo. Projectgroep bestemmingsplan Youri Egorovweg. Archief afdeling Ruimte en Wonen. Gert-Jan van de Bovenkamp Intern memo Dienst Stedelijke Ontwikkeling G.J. v.d. Bovenkamp Telefoon (036) 036 5484027 Fax (036) 036 539955 E-mail gjvdbovenkamp@almere.nl www.almere.nl Aan Projectgroep bestemmingsplan Youri Egorovweg

Nadere informatie

Risicoanalyse vervoer gevaarlijke stoffen N388 Bestemmingsplan Kalkovens en vissershuisje Zoutkamp

Risicoanalyse vervoer gevaarlijke stoffen N388 Bestemmingsplan Kalkovens en vissershuisje Zoutkamp Risicoanalyse vervoer gevaarlijke stoffen N388 Bestemmingsplan Kalkovens en vissershuisje Zoutkamp Opdrachtgever: Mv. K. Bakema gemeente De Marne Opgesteld door: P.P. van Lennep Datum: 14 oktober 2011

Nadere informatie

Dorpsweg 24 e.o. Zijderveld EXTERNE VEILIGHEID Van den Heuvel ontwikkeling & beheer BV definitief

Dorpsweg 24 e.o. Zijderveld EXTERNE VEILIGHEID Van den Heuvel ontwikkeling & beheer BV definitief EXTERNE VEILIGHEID Van den Heuvel ontwikkeling & beheer BV definitief Opdrachtgever : Van den Heuvel ontwikkeling & beheer BV. Projectnummer : 2009380 Status : definitief Rapport : DAB Akkoord : DWD Datum

Nadere informatie

RRGS versie 5.0.4 RRGS Gebruikershandleiding versie 4.0

RRGS versie 5.0.4 RRGS Gebruikershandleiding versie 4.0 RIVM- Centrum Externe Veiligheid RRGS versie 5.0.4 RRGS Gebruikershandleiding versie 4.0 Datum 25 februari 2008 Auteur Centrum Externe Veiligheid Status definitief Inhoudsopgave 1 INLEIDING... 4 1.1 LEESWIJZER...

Nadere informatie

Quickscan externe veiligheid t.b.v. bestemmingsplan De Hoven, De Werven en De Gouwen

Quickscan externe veiligheid t.b.v. bestemmingsplan De Hoven, De Werven en De Gouwen Intern memo Dienst Stedelijke Ontwikkeling G.J. v.d. Bovenkamp Telefoon (036) 036 5484027 Fax (036) 036 539955 E-mail gjvdbovenkamp@almere.nl www.almere.nl Aan Projectteam bestemmingsplan De Hoven, De

Nadere informatie

Groepsrisicoberekening MAVOM tbv Wm-vergunningprocedure

Groepsrisicoberekening MAVOM tbv Wm-vergunningprocedure Groepsrisicoberekening MAVOM tbv Wm-vergunningprocedure Paul van Aller Jan Heckman September 2010 Provincie Zuid-Holland 1 INLEIDING MAVOM heeft een vergunning aangevraagd die gevolgen heeft voor de externe

Nadere informatie

Opdrachtgever: Contactpersoon: Uitgevoerd door: Contactpersoon: Datum: Rapportnummer: P

Opdrachtgever: Contactpersoon: Uitgevoerd door: Contactpersoon: Datum: Rapportnummer: P Opdrachtgever: Buro SRO Contactpersoon: De heer J. van Nuland Uitgevoerd door: Contactpersoon: WINDMILL Milieu I Management I Advies Postbus 5 6267 ZG Cadier en Keer Tel. 043 407 09 71 Fax. 043 407 09

Nadere informatie

Intern memo. Projectteam Uitwerkingsplan Almere Poort - Duin 1e fase. Archief afdeling Ruimte en Wonen. Gert-Jan van de Bovenkamp

Intern memo. Projectteam Uitwerkingsplan Almere Poort - Duin 1e fase. Archief afdeling Ruimte en Wonen. Gert-Jan van de Bovenkamp Intern memo Dienst Stedelijke Ontwikkeling G.J. v.d. Bovenkamp Telefoon (036) 036 5484027 Fax (036) 036 539955 E-mail gjvdbovenkamp@almere.nl www.almere.nl Aan Projectteam Uitwerkingsplan Almere Poort

Nadere informatie

Externe Veiligheid. bestemmingsplan Helpman

Externe Veiligheid. bestemmingsplan Helpman Externe Veiligheid Milieudienst, 2009 1. Inleiding 1.1 Externe Veiligheidsstudie Ten behoeve van de beoordeling van het aspect Externe Veiligheid voor het bestemmingsplan Helpman heeft de Milieudienst

Nadere informatie

1. Inleiding. Notitie

1. Inleiding. Notitie Notitie Project Naturalis, Leiden Betreft Quickscan inventarisatie risicobronnen externe veiligheid Ons kenmerk B.2013.0282.00.N001 Versie 001 Datum 20 oktober 2014 Verwerkt door RKC DWE BRA Contactpersoon

Nadere informatie

R*rs i co kaart. I Chemelot (bedrijventerrein van DSM, Sabic e.a.) Inrichting algemeen. Landelijk /09 PBp

R*rs i co kaart. I Chemelot (bedrijventerrein van DSM, Sabic e.a.) Inrichting algemeen. Landelijk /09 PBp R*rs i co kaart 07052101/09 PBp I 16632 - Chemelot (bedrijventerrein van DSM, Sabic e.a.) n Inrichting algemeen Bevoegd gezag LIMBURG Type bevoegd gezag Provincie Naam inrichting Chemelot (bedrijventerrein

Nadere informatie

1.1 Externe veiligheid Beoordelingskader

1.1 Externe veiligheid Beoordelingskader 1.1 Externe veiligheid 1.1.1 Beoordelingskader Beleid Externe veiligheid heeft betrekking op de risico s voor de omgeving bij het gebruik, de productie, opslag en het vervoer van gevaarlijke stoffen. De

Nadere informatie

Externe veiligheid. Algemeen

Externe veiligheid. Algemeen Externe veiligheid Algemeen Het beleid voor externe veiligheid is gericht op het verminderen en beheersen van risico's van zware ongevallen met gevaarlijke stoffen in inrichtingen en tijdens het transport

Nadere informatie

Quickscan externe veiligheid Landgoed 'Klein Wolfswinkel' te Renswoude

Quickscan externe veiligheid Landgoed 'Klein Wolfswinkel' te Renswoude projectnr. 172050 revisie 01 december 2008 Auteur drs. T. (Tim) Artz Opdrachtgever Boom Holding BV Hamersveldweg 109 3833 GM Leusden datum vrijgave beschrijving revisie 01 goedkeuring vrijgave december

Nadere informatie

QUICKSCAN EXTERNE VEILIGHEID

QUICKSCAN EXTERNE VEILIGHEID MEMO Dossier : BC5930-102-105 Project : bestemmingsplan Cruiquiusgebied Amsterdam Betreft : quickscan externe veiligheid Ons kenmerk : MD-AF20131715/ISEE Datum : 13 december 2013 Status : definitief Classificatie

Nadere informatie

Algemeen. Externe Veiligheid

Algemeen. Externe Veiligheid Externe Veiligheid Algemeen Externe veiligheid gaat om het beperken van de kans op en het effect van een ernstig ongeval voor de omgeving door onder andere: - het gebruik, de opslag en productie van gevaarlijke

Nadere informatie

Advies Externe Veiligheid inzake ruimtelijke onderbouwing actualisatie Bestemmingsplan Wijnjewoude-Klein Groningen

Advies Externe Veiligheid inzake ruimtelijke onderbouwing actualisatie Bestemmingsplan Wijnjewoude-Klein Groningen Advies Externe Veiligheid inzake ruimtelijke onderbouwing actualisatie Bestemmingsplan Wijnjewoude-Klein Groningen Algemeen toetsingskader Externe veiligheid gaat om het beperken van de kans op en het

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD. Bekendmaking van het besluit van 6 juli 2016 zaaknummer tot vaststelling van een regeling

PROVINCIAAL BLAD. Bekendmaking van het besluit van 6 juli 2016 zaaknummer tot vaststelling van een regeling PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van provincie Gelderland. Nr. 4165 19 juli 2016 Beleidsregels omgevingsveiligheid provincie Gelderland Bekendmaking van het besluit van 6 juli 2016 zaaknummer 2014-015978

Nadere informatie

Milieu I Management I Advies Postbus ZG Cadier en Keer Tel

Milieu I Management I Advies Postbus ZG Cadier en Keer Tel Opdrachtgever: SAB Contactpersoon: De heer C. Deterink Uitgevoerd door: Contactpersoon: WINDMILL Milieu I Management I Advies Postbus 5 6267 ZG Cadier en Keer Tel. 043 407 09 71 info@wmma.nl www.adviesburowindmill.com

Nadere informatie

*D * D OMGEVINGSVERGUNNING

*D * D OMGEVINGSVERGUNNING *D170347213* D170347213 OMGEVINGSVERGUNNING Aanvrager : SABA Dinxperlo B.V. Datum besluit : 4 juli 2017 Onderwerp : Formele vastlegging feitelijke (maximale) hoeveelheden aanwezige stoffen Gemeente / locatie

Nadere informatie

Leidraad Risico Inventarisatie

Leidraad Risico Inventarisatie Leidraad Risico Inventarisatie deel Overige Ramptypen (LRI-OR) (tab 00, tab 03 t/m 11) versie 3.1 oktober 2007 Oerking bij versie 3.1 oktober 2007: - Tekstuele wijzigingen ten opzichte van vorige versie

Nadere informatie

Onderzoek Externe Veiligheid Bestemmingsplan Stadscentrum, deelplan Prins Mauritsplein 2012 Gemeente Hoogeveen

Onderzoek Externe Veiligheid Bestemmingsplan Stadscentrum, deelplan Prins Mauritsplein 2012 Gemeente Hoogeveen Onderzoek Externe Veiligheid Bestemmingsplan Stadscentrum, deelplan Prins Mauritsplein 2012 Gemeente Hoogeveen Steunpunt Externe Veiligheid Drenthe Provincie Drenthe Henk Zwiers 26 september 2013 tel.

Nadere informatie

QRA hogedruk aardgas buisleidingen

QRA hogedruk aardgas buisleidingen Auteur: C. van Gils Collegiale toets: L. Jansen Datum: 24-07-2012 QRA hogedruk aardgas buisleidingen Ten behoeve van bestemmingsplan Fort - Zeekant Gemeente Bergen op zoom Inhoudsopgave 1 Algemene rapportgegevens

Nadere informatie

Dorado Beach. Externe Veiligheid. Definitief. Grontmij Nederland B.V. Arnhem, 29 oktober 2013. GM-0115908, revisie 00

Dorado Beach. Externe Veiligheid. Definitief. Grontmij Nederland B.V. Arnhem, 29 oktober 2013. GM-0115908, revisie 00 Dorado Beach Externe Veiligheid Definitief Grontmij Nederland B.V. Arnhem, 29 oktober 2013 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 1.1 Leeswijzer... 5 2 Begrippenkader externe veiligheid... 6 2.1 Het begrip risico...

Nadere informatie

Onderdeel van onderbouwing van de aanvraag tot wijziging van het bestemmingsplan

Onderdeel van onderbouwing van de aanvraag tot wijziging van het bestemmingsplan Datum: 22 april 2010 Rapportnummer: 4037-RT01, revisie: 2 adres telefoon internet kvk btw 053 431 30 00 www.nabr.nl 08085776 NL816028151B01 Risico-inventarisatie Externe Veiligheid nieuwbouw woning Bekenhorst

Nadere informatie

Milieuadvisering voorontwerp bestemmingsplan Wijk aan Zee

Milieuadvisering voorontwerp bestemmingsplan Wijk aan Zee notitie aan Gemeente Beverwijk van Reinier van Gent t.a.v. Mark Hoogvliet telefoon cc datum 5 maart 2013 onderwerp Milieuadvisering voorontwerp bestemmingsplan Wijk aan Zee De gemeente Beverwijk heeft

Nadere informatie

Checklist Externe Veiligheid

Checklist Externe Veiligheid Checklist Externe Veiligheid Versie 1.0, januari 2011 Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland Prins Bernhardplein 112 1508 XB ZAANDAM INLEIDING Met de checklist Externe Veiligheid beoogt de Regio Zaanstreek-Waterland

Nadere informatie

Externe veiligheidsrisico s transport gevaarlijke stoffen over het spoor. DWI-locatie, Polderweg 1 te Amsterdam

Externe veiligheidsrisico s transport gevaarlijke stoffen over het spoor. DWI-locatie, Polderweg 1 te Amsterdam Externe veiligheidsrisico s transport gevaarlijke stoffen over het spoor DWI-locatie, Polderweg 1 te Amsterdam Externe veiligheidsrisico s transport gevaarlijke stoffen over het spoor DWI-locatie, Polderweg

Nadere informatie

Notitie beoordeling externe veiligheid ten behoeve van bestemmingsplan Zuidelijke Stadsrand

Notitie beoordeling externe veiligheid ten behoeve van bestemmingsplan Zuidelijke Stadsrand Notitie beoordeling externe veiligheid ten behoeve van bestemmingsplan Zuidelijke Stadsrand Inleiding Gemeente Harderwijk heeft de Omgevingsdienst Noord Veluwe (ODNV) gevraagd om advies op het gebied van

Nadere informatie

In voorliggende notitie wordt ingegaan op het aspect groepsrisico vanwege de K1-vloeistofleiding van de DPO (Defensie Pijpleidingen Organisatie).

In voorliggende notitie wordt ingegaan op het aspect groepsrisico vanwege de K1-vloeistofleiding van de DPO (Defensie Pijpleidingen Organisatie). Notitie Referentienummer Datum Kenmerk GM-04 2 november 31 Betreft DPO buisleiding - DELA 1 Inleiding Dela heeft Grontmij opdracht verleend voor het voorbereiden van een bestemmingplan voor een uitvaartfaciliteit

Nadere informatie

Wateringse Veld Noord. Locatie Zonnepit-Populier-Steijnhof-Leyhof Quickscan externe veiligheid

Wateringse Veld Noord. Locatie Zonnepit-Populier-Steijnhof-Leyhof Quickscan externe veiligheid Wateringse Veld Noord Locatie Zonnepit-Populier-Steijnhof-Leyhof concept revisie 01 9 november 2015 SEQ Part \r0 \h ColofonInhoud Kop 1 Bijlage Wateringse Veld Noord: Zonnepit-Populier- Steijnhof-Leyhof

Nadere informatie

LPG groepsrisico berekeningsmodule. Basis Gegevens. Project: De Akkers. Telefoonnummer Datum berekening

LPG groepsrisico berekeningsmodule. Basis Gegevens. Project: De Akkers. Telefoonnummer Datum berekening Basis Gegevens Naam project Adres locatie LPG-tankstation Naam organisatie Naam persoon De Akkers Oranhe Nassoulaan - Heerenveen Consulmij Milieu bv H. Roelofsen Telefoonnummer 0621860351 Datum berekening

Nadere informatie

1 Aanleiding. 2 Wettelijk kader. Memo

1 Aanleiding. 2 Wettelijk kader. Memo Memo Aan Hugo Weimer Kopie aan Contactpersoon Frank Kriellaars Onderwerp N269 Deelproject 1 paragraaf Externe Veiligheid 1 Aanleiding De provincie Noord-Brabant heeft het voornemen de N629 tussen Oosterhout

Nadere informatie

BEOORDELING Exter n e v e i l i g h e i d B e s t e m m i n g s p l a n Z u i d - W e s t, L e i d e r d o r p 2 1 d e c e m b e r

BEOORDELING Exter n e v e i l i g h e i d B e s t e m m i n g s p l a n Z u i d - W e s t, L e i d e r d o r p 2 1 d e c e m b e r BEOORDELING Exter n e v e i l i g h e i d B e s t e m m i n g s p l a n Z u i d - W e s t, L e i d e r d o r p 2 1 d e c e m b e r 2 0 1 2 1 Externe veiligheid Voor externe veiligheid zijn een aantal bronnen

Nadere informatie

RUD Utrecht. Toetsing plaatsgebonden risico (PR) en verantwoording groepsrisico (GR) Bestemmingsplan Paardenveld de Kade

RUD Utrecht. Toetsing plaatsgebonden risico (PR) en verantwoording groepsrisico (GR) Bestemmingsplan Paardenveld de Kade RUD Utrecht Toetsing plaatsgebonden risico (PR) en verantwoording groepsrisico (GR) Bestemmingsplan Paardenveld de Kade Auteur : J. van Berkel Datum : 17 december 2014 RUD Utrecht Archimedeslaan 6 3584

Nadere informatie

Bijlage 1: Begrippenlijst

Bijlage 1: Begrippenlijst Bijlage 1: Begrippenlijst Afstanden Afstanden tussen gevaarlijke activiteiten en objecten buiten de inrichting. Gevarenzones c.q. zoneindeling binnen de inrichting, zoals voor gas- of stofontploffingsgevaar,

Nadere informatie

Wonen, winkelen, parkeren, Achtergracht te Weesp Quickscan externe veiligheid. Datum 11 juli 2011 Referentie Uw referentie AM11002

Wonen, winkelen, parkeren, Achtergracht te Weesp Quickscan externe veiligheid. Datum 11 juli 2011 Referentie Uw referentie AM11002 Wonen, winkelen, parkeren, Achtergracht te Weesp Quickscan externe veiligheid Datum 11 juli 2011 Referentie 20101377-07 Uw referentie AM11002 Referentie 20101377-07 Rapporttitel Wonen, winkelen, parkeren,

Nadere informatie

Onderzoek externe veiligheid plangebied Afrikastraat te Ittervoort. Datum 7 december 2009 Referentie 20091936-02

Onderzoek externe veiligheid plangebied Afrikastraat te Ittervoort. Datum 7 december 2009 Referentie 20091936-02 Onderzoek externe veiligheid plangebied Afrikastraat te Ittervoort Datum Referentie 20091936-02 Referentie 20091936-02 Rapporttitel Onderzoek externe veiligheid plangebied Afrikastraat te Ittervoort Datum

Nadere informatie

QRA LPG tankstation De Staart

QRA LPG tankstation De Staart QRA LPG tankstation De Staart Een kwantitatieve risicoanalyse van het LPG tankstation De Staart te Houten Externe Veiligheid Gemeente Houten april 2006 Concept QRA LPG tankstation De Staart Een kwantitatieve

Nadere informatie

Goirle, Vennerode. Onderzoek externe veiligheid. Auteur(s) drs. M. de Jonge. Opdrachtgever Woonstichting Leyakkers Postbus 70 5120 AB Rijen

Goirle, Vennerode. Onderzoek externe veiligheid. Auteur(s) drs. M. de Jonge. Opdrachtgever Woonstichting Leyakkers Postbus 70 5120 AB Rijen Goirle, Vennerode Onderzoek externe veiligheid projectnr. 183803 revisie 02 31 maart 2009 Auteur(s) drs. M. de Jonge Opdrachtgever Woonstichting Leyakkers Postbus 70 5120 AB Rijen datum vrijgave beschrijving

Nadere informatie

Onderzoek externe veiligheid. DOEK Ommen. Gemeente Ommen. Datum: 18 augustus 2009 Projectnummer: 90378

Onderzoek externe veiligheid. DOEK Ommen. Gemeente Ommen. Datum: 18 augustus 2009 Projectnummer: 90378 Onderzoek externe veiligheid DOEK Ommen Gemeente Ommen Datum: 18 augustus 2009 Projectnummer: 90378 INHOUD 1 Inrichtingen 3 1.1 Regelgeving 3 1.2 Object 4 1.3 Bronnen 4 1.4 Conclusie 5 2 Buisleidingen

Nadere informatie

REPORT. Evaluatie Registratiebesluit externe veiligheid. Ministerie van Infrastructuur en Milieu

REPORT. Evaluatie Registratiebesluit externe veiligheid. Ministerie van Infrastructuur en Milieu REPORT Evaluatie Registratiebesluit externe veiligheid Klant: Ministerie van Infrastructuur en Milieu Verwijzing: IEMBD4392R001F01 Herziening: 01/Final Datum: donderdag 30 april 2015 Evaluatie Registratiebesluit

Nadere informatie

Advies wijziging Groepsrisico NXP Nijmegen ivm wijziging bestemmingsplan

Advies wijziging Groepsrisico NXP Nijmegen ivm wijziging bestemmingsplan ADVIESRAPPORT KENNISPUNT EXTERNE VEILIGHEID Aan: Mark Geurts ODRN Advies wijziging Groepsrisico NXP Nijmegen ivm wijziging bestemmingsplan Zwolle, 29-1-2014 AUTEUR: J.C. Broshuis (tel. 038-4997626) Collegiale

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Bijlagen bij toelichting 3. Bijlage 1. Advies Externe Veiligheid. (vastgesteld) Wijk aan Zee NL.IMRO.0375.BPWijkaanZee-VG01 2-3

Inhoudsopgave. Bijlagen bij toelichting 3. Bijlage 1. Advies Externe Veiligheid. (vastgesteld) Wijk aan Zee NL.IMRO.0375.BPWijkaanZee-VG01 2-3 Wijk aan Zee Inhoudsopgave Bijlagen bij toelichting 3 Bijlagen Bijlage 1 Advies Externe Veiligheid (vastgesteld) Wijk aan Zee NL.IMRO.0375.BPWijkaanZee-VG01 2-3 Bijlagen bij toelichting (vastgesteld) Wijk

Nadere informatie

QRA hogedruk aardgas buisleidingen

QRA hogedruk aardgas buisleidingen Auteur: N. den Haan Collegiale toets: L. Jansen Datum: 20-7-2011 QRA hogedruk aardgas buisleidingen Gemeente Woensdrecht t.b.v. bestemmingsplanwijziging Huijbergseweg 140 (theetuin) 2 Inhoudsopgave 1 Algemene

Nadere informatie

LPG groepsrisico berekeningsmodule. Disclaimer. Project: Oostweg Zoetermeer

LPG groepsrisico berekeningsmodule. Disclaimer. Project: Oostweg Zoetermeer Disclaimer De LPG-rekentool is aangepast op het Revi, zoals deze in juli 2007 in werking is getreden. Dit betekent dat de LPG-rekentool nu de mogelijkheid biedt om te rekenen met: Nieuwe situaties, (nieuwe

Nadere informatie

BESCHIKKING. Milieuneutrale omgevingsvergunning

BESCHIKKING. Milieuneutrale omgevingsvergunning BESCHIKKING Milieuneutrale omgevingsvergunning Besluit van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland. Aanvraag Op 25 mei 2017 hebben wij, Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, een aanvraag omgevingsvergunning

Nadere informatie