Literatuurstudie naar spel en spel assessments en advies t.a.v. de implementatie van de ToP & TOES

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Literatuurstudie naar spel en spel assessments en advies t.a.v. de implementatie van de ToP & TOES"

Transcriptie

1 Literatuurstudie naar spel en spel assessments en advies t.a.v. de implementatie van de ToP & TOES Junior adviseurs: Jesper Brons & Koen Vlek Senior adviseur: Eric Tigchelaar In opdracht van: VUmc sectie ergotherapie, Els Spaargaren. Datum: Opleiding Ergotherapie HvA.

2 ToP & TOES Literatuurstudie naar spel en spel assessments en advies t.a.v. de implementatie van de ToP & TOES Projectgroep ToP & TOES: Jesper Brons (Junior adviseur) Koen Vlek (Junior adviseur) Eric Tigchelaar (Senior adviseur). In opdracht van, Els Spaargaren., opleiding Ergotherapie Copyright: Trefwoorden: ToP & TOES, Spel, Spel assessments, Spel omgeving, PEO model. ToP & TOES

3 Voorwoord In het kader van het afstudeerprogramma van de opleiding Ergotherapie aan de en in opdracht van het, afdeling ergotherapie, is deze literatuurstudie en Nederlandse handleiding van de ToP & TOES tot stand gekomen. Het spel assessment ToP & TOES sprak ons beide erg aan. Gedurende 20 weken hebben wij ons verdiept in de functie van spel binnen ergotherapie en hebben we ons een beeld gevormd over de bestaande ergotherapueutische assessments gericht op spel. Daarnaast hebben we een Nederlandse handleiding geschreven die vertaald is uit het Engels voor het spel assessment ToP & TOES. Als blijk van waardering willen wij graag een aantal mensen bedanken voor hun bijdrage tijdens het project. Graag willen wij Els Spaargaren bedanken voor de begeleiding vanuit het VUmc. Bedankt voor je betrokkenheid, kritische blik en prettige begeleiding. Daarnaast willen wij onze senior adviseur Eric Tigchelaar bedanken voor zijn advies, sturing in het proces, hulp bij het tot stand komen van de vertaling en de prettige samenwerking. Ook bedanken wij de ergotherapeuten van de Sint Maartenskliniek in Nijmegen. Antoinette Thoonen, Betty Van den Haute en Ivo Hartgerink bedankt voor de tijd die jullie geïnvesteerd hebben in het invullen van de scorelijsten en jullie kritische blik en feedback op de handleiding. Tot slot willen wij de leerlingen en medewerkers van de Professor Waterinkschool in Purmerend bedanken voor het beschikbaar stellen van de locatie om video-opnames te maken van vrij spel. Veel leesplezier gewenst. Projectgroep ToP & TOES Jesper Brons Koen Vlek ToP & TOES

4 Titel: ToP & TOES Samenvatting Ondertitel: Literatuurstudie naar spel en spel assessments en advies t.a.v. de implementatie van de ToP & TOES. Auteurs: Jesper Brons & Koen Vlek Datum: In het kader van het afstudeerprogramma van de opleiding Ergotherapie aan de en in opdracht van het, afdeling ergotherapie, is de Nederlandse Handleiding ToP & TOES en de literatuurstudie naar spel en spel assessments tot stand gekomen. De Nederlandse handleiding wordt niet verspeid omdat deze nog in ontwikkeling is. De ToP & TOES is een veelbelovend ergotherapeutisch spel assessment om de kwaliteit van spel (playfulness) bij kinderen te meten. Binnen de ergotherapie wordt steeds meer naar spel gekeken als een betekenisvolle activiteit. Omdat spel één van de belangrijkste betekenisvolle activiteiten voor kinderen is, is het van belang om de kwaliteit van spel van kinderen te beoordelen. Vanuit de literatuur is er een overzicht gemaakt van de bestaande spel assessments. De assessments zijn geordend volgens het PEO model en de ToP & TOES blijkt het enige assessment te zijn wat de playfulness meet tijdens vrij spel van kinderen waarbij apart de ondersteuning van de omgeving gescoord wordt. Om een start te maken met de implementatie van de ToP & TOES in Nederland is het assessment vertaald naar het Nederlands. Tijdens de consensusbijeenkomst met gecertificeerde ergotherapeuten uit het werkveld is de bruikbaarheid van de Nederlandse handleiding getoetst en is er overeenstemming verkregen over de in het assessment gebruikte begrippen. Het advies wat opgesteld is voor het VUmc biedt handvatten voor de verdere implementatie van de ToP & TOES in Nederland. ToP & TOES

5 Inhoudsopgave Inleiding... 2 Deel 1 Ontwikkeling Nederlandse ToP & TOES...4 Achtergrond informatie ToP & TOES... 5 Ontwikkelingstraject Nederlandse ToP & TOES... 6 Deel 2 Speltheor ie & Ordening...8 Spel bij kinderen... 9 De betekenis van spel... 9 Spel theorieën...10 Playfulness...11 Spel omgeving...13 Overwegingen binnen het ICF en PEO model...16 Analyse ICF...16 Analyse PEO...17 Deel 3 ToP & TOES...18 Ontwikkeling ToP & TOES...19 Ontwikkeling ToP...19 Ontwikkeling TOES...23 Deel 4 Assessments gericht op spel...24 Assessments gericht op spel...25 Uitleg betrouwbaarheid en validiteit...25 Spel assessments...27 Uitwerking criteria assessments...30 Uitwerking spel assessments...31 Assessments gericht op Persoon & Handelen...44 Assessments gericht op Persoon & Omgeving...56 Assessments gericht op de Persoon...63 Literatuurlijst...66 Bijlagen...71 De International Classification of Functioning (ICF)...72 Het Person Environment Occupation model (PEO)...76 Verklarende woordenlijst statistieken...96 Search databanken...98 Voorbeelden assessments...99 ToP & TOES 1

6 Inleiding Spel is een van de belangrijkste betekenisvolle activiteiten voor kinderen en erg belangrijk voor de ontwikkeling van het kind. Maar wat is spel? Wat verstaan we onder spel als algemeen begrip en wat betekenis van spel voor ergotherapeuten? Om de spelbeleving van kinderen in kaart te brengen kunnen ergotherapeuten gebruik maken van een spel assessment genaamd de ToP & TOES. Beschreven wordt hoe dit instrument is ontwikkeld, waarom juist dit instrument moet worden afgenomen bij kinderen en of het instrument valide en betrouwbaar is. Er zijn tal van assessments op de markt ten aanzien van spel bij kinderen. Wat houden deze assessments in, zijn ze valide en betrouwbaar en hoe verhouden ze zich in relatie tot de ToP & TOES? Er worden een aantal punten beschreven waarop we de validiteit en betrouwbaarheid kunnen vergelijken. Waarom zouden we de ToP & TOES gebruiken en niet een ander assessment. De ToP & TOES is een assessment gericht is op occupational performance. Andere spel assessments kunnen ook op occupational performance gericht zijn maar het kan ook zijn dat ze op een ander niveau meten. Om hiervan een duidelijk overzicht te geven worden de assessments geordend met behulp van een model. Zo is duidelijk te zien op welk gebied een assessment meet en hoe het toepasbaar is. De volgende criteria zijn opgesteld waarmee de assessements worden vergeleken met de ToP & TOES : Het assessment is gericht op betekenisvol handelen bij spel van baby s tot adolescenten (De elementen persoon, handelen en omgeving moeten dus duidelijk naar voren komen) Het assessment meet de playfulness, de ondersteuning van de omgeving tijdens een observatie van het vrije spel en is betrouwbaar en valide. Om de assessments gericht op spel te ordenen kunnen verschillende modellen gebruikt worden. Uit het overzicht kunnen we opmaken welke spel assessments er op de markt zijn, wat ze meten, op welk niveau ze meten en de validiteit en betrouwbaarheid kan vergeleken worden. Kortom is de ToP & TOES een geschikt assessment voor spel gericht op betekenisvol handelen van kinderen? Ieder hoofdstuk begint met een conclusie, gevolgd door de weg hoe er toe gekomen is. In deel 1, Implementatie van de ToP & TOES, worden alle bevindingen van het literatuuronderzoek uiteengezet. Tevens wordt er advies gegeven hoe de ToP & TOES te implementeren. In deel 2, speltheorie & ordening, worden de onderwerpen spel bij kinderen en de omgeving waarin gespeeld wordt uitgewerkt. Omdat de ToP & TOES gericht is op spel en de omgeving worden deze gebieden nader uitgewerkt. Om andere assessments te kunnen vergelijken met de ToP & TOES worden ze geordend volgens een model. Het medisch classificatie model ICF en het ergotherapeutisch PEO model worden naast elkaar gelegd, vervolgens wordt er een keus beargumenteerd voor de ordening van de assessments. In deel 3, ToP & TOES, wordt beschreven hoe eerst de Test of Playfulness is ontwikkeld en hoe de validiteit en betrouwbaarheid zijn getoetst. Omdat de ondersteuning van de omgeving een belangrijk is voor de ontwikkeling van kinderen is later de Test Of ToP & TOES 2

7 Environmental Supportiveness, ook hiervan wordt de ontwikkeling beschreven. Een uitgebreide beschrijving van de Test of Playfulness is te lezen in de bijlage. Tot slot in deel 4, Assessments gericht op spel, worden de assessments geordend aan de hand van het PEO model en vergeleken met de ToP & TOES. De assessments zijn uitgewerkt op verschillende punten (doel, type cliënt, betrouwbaarheid, validiteit, sterke en zwakke punten). Hoe de betrouwbaarheid en validiteit zijn uitgewerkt wordt ook beschreven in dit deel. Voor een verklarende woordenlijst voor statistische termen, zie bijlagen. De assessments worden vergeleken met de criteria die zijn opgesteld voor de ToP & TOES. Een overzicht hiervan is te vinden in de tabel op pagina 32. ToP & TOES 3

8 Deel 1 Ontwikkeling Nederlandse ToP & TOES ToP & TOES 4

9 Achtergrond informatie ToP & TOES Spel heeft binnen de ergotherapie speciale aandacht nodig omdat het verschilt van de andere handelingsgebieden (zelfverzorging en productiviteit) en omdat het één van de belangrijkste betekenisvolle activiteiten is voor kinderen. Binnen de ergotherapie bestaat er nog veel onduidelijkheid over een eenduidige definitie van het begrip spel. Spel onderscheidt zich van de andere handelingsgebieden doordat: - Spel een spontane activiteit is die ontstaat door individuen. - De spelers nemen beslissingen, hebben de controle en worden één met de activiteit. - Spel biedt veel ruimte voor fantasie. - Spel is een manier (playfulness) die gebruikt wordt om problemen en situaties flexibel te benaderen. Spel vraagt een persoonlijke houding van de speler die niet zomaar te vertalen is in observeerbaar gedrag. Iedereen heeft een eigen kwaliteit van spel die komt vanuit het individu. Ook wel playfulness genoemd. Playfulness wordt omvat in 4 elementen namelijk intrinsieke motivatie, interne controle, loskomen van de werkelijkheid en het spelkader. De omgeving stimuleert of belemmert mede het betekenisvol handelen. Kinderen met een fysieke of cognitieve ontwikkelingsachterstand lijken meer kwetsbaard te zijn voor omgevingsbarrières tijdens spel en ze zijn meestal minder succesvol in spel dan kinderen die leeftijdsgenootjes met een normale ontwikkeling. Voor ergotherapeuten is naast het trainen van vaardigheden het aanpassen van de omgeving gericht op het handelen van het kind een bruikbare interventie. Hierdoor is de omgeving van dergelijk belang voor de ergotherapie om een goede invulling te geven aan de interventies ter bevordering van spel. De assessments zijn geordend volgens het PEO model. De ToP & TOES valt binnen de sector van het betekenisvol handelen (persoon, omgeving & handelen; occupational performance). We hebben nog 5 andere assessments gevonden die ook in deze sector passen, de andere 11 assessments meten op een ander niveau. Wat opvalt is dat er weinig nieuwe assessments zijn die gericht zijn op het meten van de kwaliteiten van spel (playfulness). Een kantekening bij het vergelijken van de assessments is dat niet alle scoreformulieren beschikbaar zijn. De vergelijking berust vooral op bevindingen gevonden in de literatuur. Het ontwikkelen van nieuwe spel assessments wordt bemoeilijkt door het ontbreken van een eenduidige visie op spel. Assessments kunnen ontwikkeld worden vanuit verschillende spel perspectieven (playfulness, Ludic model, etc.). De Test of Playfulness en de Test Of Environmental Supportiveness zijn uitermate geschikt om de spelkwaliteiten en playfulness van een kind in kaart te brengen. Ze onderscheiden zich van de andere assessments mede doordat er gescoord wordt door het observeren van het vrije spel waarbij alle karakteristieken van playfulness naar voren ToP & TOES 5

10 komen en gescoord worden. De ToP is ontwikkeld vanuit een sterk theoretisch kader en betrouwbaar en valide voor zowel kinderen met als zonder beperkingen. Ook wordt de invloed van de omgeving op de playfulness van het kind apart gescoord met behulp van de TOES. Enige kantekening is dat de TOES verdere aandacht behoeft ten aanzien van de validiteit en betrouwbaarheid. Ontwikkelingstraject Nederlandse ToP & TOES De Test of Playfulness en de Test Of Environmetal supportiveness zijn ontwikkeld door Professor Anita Bundy, ScD, OTR, FAOTA. De handleiding is geschreven in het Engels en is inmiddels vier keer herzien. De huidige versie (4.1) is uitgekomen in oktober Om de ToP & TOES te kunnen afnemen worden therapeuten getraind tijdens een 3 daagse cursus. Deze cursus wordt gegeven in het Engels en wordt niet in Nederland aangeboden. Binnen Nederland zijn vier therapeuten die de cursus hebben gevolgd. Twee ergotherapeuten en één speltherapeut van de Sint Maartenskliniek in Nijmegen hebben de cursus gevolgd in Duitsland. Één ergotherapeut van het in Amsterdam heeft de cursus al eerder gevolgd in Scandinavië en was in Duitsland betrokken bij het geven van de cursus. De vier therapeuten zijn getraind in het scoren van het Engelse score formulier. Om een start te maken met de implementatie van de ToP & TOES in Nederland is dit afstudeerprojectproject opgestart op de HvA in opdracht van het VUmc. In het project is er voor gekozen om de Engelse handleiding te vertalen om eventuele culturele verschillen uit de begrippen te halen en om het meer toegankelijk te maken voor Nederlandse ergotherapeuten. De vertaling heeft een eerste screening ondergaan door de Senior adviseur en de opdrachtgever. Na de aanpassing is de vertaling getoetst door de 4 gecertificeerde therapeuten. Ze hebben het Nederlandse scoreformulier toegepast op 2 videocasussen. De therapeuten van de Sint Maartenskliniek hebben de vertaling vergeleken met het Engels en met de vertaling die door de Sint Maartenskliniek zelf is gemaakt. Om overeenstemming te krijgen in de begrippen en om een beeld te krijgen van de bruikbaarheid van de Nederlandse vertaling is er een consensusbijeenkomst georganiseerd. De feedback op de vertaling is besproken en de handleiding is herzien. De therapeuten zijn het er over eens dat de Nederlandse vertaling bruikbaar en toegankelijker is omdat het een gecompliceerd assessment is waarbij de toepassing in het Nederlands makkelijker is zowel voor de therapeut als in de uitleg naar de kinderen en hun ouders. Op basis van de score op de ToP, kunnen sterke en minder sterke spelkarakteristieken van het kind gebruikt worden binnen de ergotherapeutische behandeling. Een sterk punt van de ToP is het meetbaar maken van de spelkwaliteiten van het kind (playfulness). De handleiding van de TOES is van toegevoegde waarde bij het observeren van de spelomgeving. De begrippen op het scoreformulier zouden om hun bruikbaarheid te bewijzen verder ontwikkeld kunnen worden. Op dit moment worden de items gebruikt als checklist en als adviesinstrument voor ouders/verzorgers en/of ToP & TOES 6

11 leerkrachten/peuterleidsters. Met de uitkomsten kan op een eenvoudige wijze inzicht gegeven worden in de wijze waarop de fysieke en sociale omgeving van invloed is op de playfulness van een individueel kind. Om het instrument op adequate wijze te gebruiken voor onderzoeksdoeleinden is vervolgonderzoek nodig naar de validiteit en betrouwbaarheid van de TOES. Om de ToP & TOES te kunnen implementeren in Nederland, is overeenstemming nodig betreffende copyright, vertalingen en het aanbieden van cursussen. De ToP & TOES moet professioneel vertaald worden om de validiteit en betrouwbaarheid in Nederland te kunnen waarborgen. Bovenstaande acties moeten worden overlegd met de auteur en ontwikkelaar van de assessments, Prof. Dr. A.C. Bundy. De validiteit en betrouwbaarheid van de ToP is in de loop der jaren verbeterd en er is een database ontstaan met 2000 observaties. Om de Nederlandse ToP & TOES te valideren is het van belang om een database te ontwikkelen met kinderen die gescoord zijn met de Nederlandse versie va n de ToP & TOES. Hiervoor moeten Nederlandse therapeuten de ToP & TOES gaan gebruiken. Omdat alleen gecertificeerde ergotherapeuten de ToP & TOES mogen scoren is het van belang dat er een Nederlandse cursus wordt ontwikkeld. Door naamsbekendheid te geven aan de ToP & TOES en de cursus, bijvoorbeeld door middel van het tijdschrift ergotherapie, congressen en internet, zullen veel therapeuten kennis maken en/of geïnteresseerd raken in dit veelbelovende assessment. ToP & TOES 7

12 Deel 2 Speltheorie & Ordening ToP & TOES 8

13 Spel bij kinderen Over de ontwikkeling van een universeel geaccepteerde definitie van spel wordt veel gediscussieerd. Spel is een van de belangrijkste betekenisvolle activiteiten voor kinderen en erg belangrijk voor de ontwikkeling van het kind. Spel vraagt een persoonlijke houding en bevat intrinsieke motivatie, interne controle en kinderen hebben de vrijheid om los te komen van de werkelijkheid. Daarbij vind het spel altijd plaats in een bepaalde context (kader). De context heeft een grote invloed op het spel va n kinderen. Binnen de ergotherapie wordt in toenemende mate naar spel gekeken als een betekenisvolle activiteit. Hierbij staat de kwaliteit van het spel op de voorgrond. Om de kwaliteit van het spel te beoordelen wordt er gekeken naar aspecten van playfulness. Playfulness wordt gedefinieerd als drie observeerbare karakteristieken. Door in een bepaalde context de mate van intrinsieke motivatie, interne controle en vrijheid om los te komen van de werkelijkheid te beoordelen kan bepaald worden hoe playful kind is. De betekenis van spel De meeste clinici en onderzoekers beweren spel te herkennen wanneer ze het zien.. Er zijn zelfs auteurs die beweren (Sturgess, 2002) dat het bepalen of een activiteit spel is of niet, in de ogen van de speler ligt. Ondanks het ontbreken van een universele definitie zijn er wel een aantal karakteristieken om spel te onderscheiden van andere handelingen. Dit zijn: - Intrinsieke motivatie. - Het proces is belangrijker dan het eindresultaat. - Spel brengt speelgoed en andere voorwerpen met zich mee. - Spel is niet letterlijk en bevat doen alsof (fantasie). - Het vraagt actieve deelname van de speler. Verschillende ergotherapeuten hebben deze karakteristieken gebruikt in een poging om spel te definiëren vanuit een ergotherapeutisch perspectief. In 1991 stelde Anita Bundy de volgende definitie voor spel voor: Spel is de gebeurtenissen tussen een individu en de omgeving. Het individu is intrinsiek gemotiveerd, beschikt over interne controle en de vrijheid om los te komen van de werkelijkheid (Roger & Ziviani, 2006). Het begrip spel heeft betrekking op kinderen en jeugd, bij adolescenten word veelal gesproken over ontspanning. Er is echter maar weinig overeenstemming in wat deze twee begrippen met elkaar overeenkomen. Er bestaat echter geen twijfel over de steeds veranderende doelen, motivaties en mogelijkheden van spel en ontspanning gedurende de ontwikkeling van het kind of de adolescent (Rodger & Ziviani, 2006). ToP & TOES 9

14 Spel is voor kinderen essentieel. Het beïnvloedt de ontwikkeling op het intellectuele, sociale, motorische en ook het emotionele vlak (Kuiper, Vries de-kempes, & Wijnties, 2006). Anita Bundy beweerde in 1993 dat spel en ontspanning speciale aandacht nodig hebben omdat ze verschillen van de andere handelingsgebieden (zelfverzorging en productiviteit). Deze verschillen komen naar voren volgens het feit dat: - Spel is een spontane activiteit en ontstaat door individuen. - De spelers nemen beslissingen, hebben de controle en worden één met de activiteit. - Spel biedt veel ruimte voor fantasie. - Spel is een manier (playfulness) die gebruikt wordt om problemen en situaties flexibel te benaderen. Bundy neemt als bewezen aan dat zonder playfulness, activiteiten kunnen worden gezien als werk (Rodger & Ziviani, 2006). Francine Ferland (1997) omschrijft spel als een persoonlijke houding waarin plezier, interesse en spontaniteit worden gecombineerd, dit komt tot uiting in vrij gekozen gedrag waarbij geen prestatie wordt verwacht. Zowel Bundy als Ferland refereren naar een eigen kwaliteit van spel die komt vanuit het individu. Bundy heeft het over playfulness en Ferland gebruikt de term ludic or playful attitude (speelse houding) (Rodger & Ziviani, 2006). Jennifer Sturgess (2003) heeft een model voorgesteld om spel de omschrijven als een door het kind gekozen handeling. Spel is niet letterlijk, opportunistisch, aantrekkelijk, creatief, veranderlijk, actief, het belangrijkst op het moment en blijmakend. Het proces is belangrijker dan het eindresultaat, Het richt zich op een speelse (playful) houding en komt voort uit een intrinsieke motivatie. Alle drie de auteurs, Bundy, Feland en Sturgess zijn het eens over dat het begrip spel een persoonlijke houding van de speler vraagt en niet zomaar te vertalen is in observeerbaar gedrag (Rodger & Ziviani, 2006). Spel theorieën Spel kan gezien worden vanuit verschillende lagen van het dagelijks handelen, namelijk: - Als activiteiten met bepaalde karakteristieken (een bepaalde spelvorm). - Als bijdrage aan de ontwikkeling van kinderen (de functie van spel). - Spel is betekenisvol (de betekenis van spel met daarbij de drijfveer van het kind). Spel vindt altijd plaats in een context waarin de omgevingsfactoren het spel beïnvloeden (Case-Smith, 2005). Spelvormen Veel mensen beschrijven spel in verschilde categorieën of vormen waarin kinderen deelnemen. Spelactiviteiten van kinderen veranderen gedurende de tijd en weerspiegelen de huidige ontwikkeling van het kind. ToP & TOES 10

15 Sensomotorisch en onderzoekend spel overheersen van 0 tot 2 jaar. Bouwend spel (constructiemateriaal) start in de peuter periode. Fantasiespel is op zijn piek op ongeveer 5 jarige leeftijd. Samenspel begint al heel vroeg tussen kind en moeder en rond 3 jarige leeftijd kunnen kinderen deelnemen aan wat meer complexere vormen van samenspel. Samenspel in combinatie met regels starten in de schoolperiode (Case-Smith, 2005). Functie van spel Een andere manier om naar spel te kijken is in relatie tot de functie ervan. In de jaren 70 werd spel veelal benaderd vanuit het ontwikkelingsperspectief. Spel werd beschreven als een manier waarop een kind vaardigheden ontwikkeld die nodig zijn om te leven, het kwijtraken van energie en voor recreatie en ontspanning. De huidige theorieën zien veel meer de waarde van spel bij de ontwikkeling van het kind. Zo kan spel gebruikt worden voor de ontwikkeling van spelkwaliteiten waardoor alertheid, eigen ik en cognitie verbeteren (Case-Smith, 2005). Spel is betekenisvol De waarde van spel refereert naar de kwaliteit van de spel ervaring of de gemoedstoestand. Een veel gebruikte term daarbij is playfulness. Bundy definieerde de kwaliteit van playfulness met intrinsieke motivatie, interne controle en de mogelijkheid om los te komen van de werkelijkheid. Deze drie elementen geven het best de balans weer tussen spel en niet spel en tussen playfulness en niet playfulness (Case-Smith, 2005). Context De waarde of betekenis van spel wordt mede bepaald door de context waarin gespeeld wordt. Spel activiteiten vinden altijd plaats in een bepaalde omgeving. De aanwezigheid van speelmaatjes, dieren, speelgoed en andere voorwerpen hebben een grote invloed op het spel van een kind. Omgevingsfactoren die het spel positief beïnvloeden zijn: Bekende speelmaatjes en speelgoed, keuzevrijheid, volwassenen die instructie geven en een veilige en bekende omgeving (Case-Smith, 2005). Playfulness Playfulness is simpelweg gedefinieerd als de aanleg voor spel (proposition to play) (Barnett, 1991a). In een artikel van Knox (1997) wordt playfulness gerelateerd aan de ontwikkeling van de cognitieve mogelijkheden. In het onderzoek over de relatie tussen spel en sensorische integratie concludeerden Clifford en Bundy (1989) dat er andere ondergronden voor spel waren dan sensorische integratie of lichamelijke mogelijkheden, dit heeft geleid tot studies gericht op playfulness. Er is meer geschreven over spel dan over playfulness en ook de meeste mensen spel kunnen herkennen als ze het zien (Smith, Takhvar, Gore, & Vollstedt, 1985) maar het blijft een moeilijk te begrijpen concept waaraan jarenlang geen universele definitie is gegeven (cf. Berlyne, 1966; Rubin, Fein, & Vandenberg, 1983). In hun uitgebreide onderzoek en proefschrift over de literatuur van de ontwikkelingspsychologie hebben ToP & TOES 11

16 Rubin et al. (1983) aangetoond dat spel meestal gedefinieerd wordt door een aantal kenmerken waarmee het zich onderscheidt van andere activiteiten. Er zijn veel kenmerken gebruikt om spel te kunnen definiëren maar drie daarvan zijn alom vertegenwoordigd, namelijk: interne controle, intrinsieke motivatie en de vrijheid om los te komen van de werkelijkheid. In feite beargumenteerde Neumann (1971) dat alles waarin deze drie elementen naar voren kwamen gezien kon worden als spel. Verschillende auteurs (cf. Morrison, Bundy, & Fisher, 1991; Kooij & Vrijhof, 1981) hebben beschreven dat de elementen van spel ook kenmerken van mensen en individuen zijn die vaak interne controle, intrinsieke motivatie en de vrijheid om los te komen van de werkelijkheid laten zien in hun dagelijkse interacties en ook playful zijn. Dus, ook al is er direct weinig over spel geschreven veel van de literatuur die te maken heeft met spel is net zo goed toepasbaar op playfulness. Verschillende auteurs (cf. Barnett, 1991b) hebben zelfs geschreven over spel en playfulness als zijnde synoniemen. Neumann (1971) beschreef de drie elementen van spel als een doorlopend, aaneensluitend geheel. Dat wil zeggen dat een individu of een handeling in verhouding over meer interne als externe controle beschikt, meer intrinsiek dan extrinsiek gemotiveerd is enzovoorts. De aanwezige verhouding tussen deze elementen kantelt de weegschaal naar spel of geen-spel. Als toevoeging op intrinsieke motivatie, interne controle en de vrijheid om los te komen van de werkelijkheid is er nog een extra begrip wat essentieel is voor de definitie van playfulness. Bateson (1971, 1972) noemde dit begrip het spelkader. Samen omvatten deze vier elementen het begrip playfulness. Intrinsieke motivatie heeft betrekking op een bepaald aspect van de activiteit zelf, die eerder voor de stimulans zorgt van de individuele betrokkenheid bij de activiteit dan een externe beloning. Interne controle houdt in dat een individu hoofdzakelijk verantwoordelijk is voor zijn of haar handelingen en op zijn minst verantwoordelijk is voor en paar aspecten van het doel van de activiteit. De vrijheid om los te komen van de werkelijkheid betekent dat een individu zelf kiest hoe dicht zijn handelingen bij de uiterlijke realiteit zijn en misschien belangrijker, dat hij of zij niet gebonden is aan overbodige beperkingen van de werkelijk heid. Het spelkader: heeft betrekking op de mogelijkheid van een speler om sociale signalen te geven en te begrijpen over hoe hij of zij op een ander moet reageren. (Bundy, 2005) ToP & TOES 12

17 Spel omgeving Door barrières in de omgeving kan de participatie van kinderen negatief worden beïnvloed. Kinderen met een achterstand in de ontwikkeling zijn gevoeliger voor deze barrières en kunnen hierdoor minder playful zijn. Ze hebben moeite met interactie en de communicatie met leeftijdgenootjes en spelen vaker alleen of met een volwassene. Om de ontwikkeling van kinderen te stimuleren kan de omgeving worden aangepast aan de beperkingen en interesses van het kind. Het kind kan zich hierdoor sneller ontwikkelen. Vanuit de ergotherapie kunnen aan verzorgers handvatten geboden worden om de moeilijkheidsgraad van spel activiteiten op te bouwen en dat er op de interesses en mogelijkheden van het kind wordt ingespeeld zodat er succes ervaringen door het kind worden opgedaan. Door in de omgeving meer mogelijkheden aan te bieden moet het kind zelf keuzes maken en krijgt het meer eigen regie. Een geschikte omgeving maakt het voor het kind met een beperking mogelijk om zichzelf meer uitdaging te bieden om te groeien en om kennis en vaardigheden te ontwikkelen. Binnen de literatuur is er nog te weinig aandacht voor de spel omgeving. Meer onderzoek is nodig naar de rol van de omgeving bij spel bij kinderen met een beperking. Omgeving De omgeving maakt het betekenisvol handelen mogelijk, maar ook zorgt het voor barrières en/of hoge eisen die het handelen belemmeren (bijv. fysieke-, sociale-, economische en culturele omgeving)(rodger & Ziviani, 2006). Speelomgevingen zijn vaak ontworpen door architecten die veelal alleen letten op het design gericht op de standaard persoon. Deze omgevingen zijn vaak niet geschikt voor kinderen met een beperking. Ze hebben vaak meer tijd nodig voor hun zelfverzorging waardoor ze minder tijd over houden voor spel. Deze kinderen worden geremd in hun ontwikkeling om een balans te vinden tussen zelfverzorging of werk en spel of ontspannende activiteiten (Law & Dunn, 1993). De erkenning neemt toe door de invloed van de participatie bij het handelen tijdens de jeugd die continu beïnvloed wordt door de omgeving waar het kind in leeft. Vanuit het oogpunt van de ouders is de grootste barrière van het handelen de sociale en institutionele omgeving. Ouders geloven dat barrières in de omgeving de participatie van hun kind met een beperking beïnvloeden dus de gevolgen van de beperkingen van hun kind bevorderen (Law, Haight, Milroy, Willms, Stewart, & Rosenbaum, 1999). De rol van de omgeving bij spel De rol van de omgeving in het bevorderen van spel en het ontstaan van barrières bij het spel van jonge kinderen heeft weinig aandacht in de literatuur. Er is weinig onderzoek gedaan naar de spelbevordering en barrières doormiddel van de omgeving bij spel voor jonge kinderen. Veel therapeuten zijn het erover eens dat de omgeving een rol speelt en dat hier meer onderzoek naar gedaan moet worden (Harkness & Bundy, 2001). Kinderen met een fysieke of cognitieve ontwikkelingsachterstand lijken kwetsbaarder te zijn voor omgevingsbarrières tijdens spel en kunnen hierdoor minder succesvol zijn in spel dan normaal ontwikkelde leeftijdsgenootjes (Bronson & Bundy 2001). De omgeving heeft vele mogelijkheden die benut kunnen worden om de spelervaringen van het kind te ToP & TOES 13

18 bevorderen. Veel therapeuten vinden het dan ook makkelijker om de omgeving aan te passen in plaats van aan de handelingscomponenten van het kind zelf te werken om het handelen te bevorderen. Kinderen zijn meer playful wanneer de omgeving passend is dus een goede overeenstemming is van belang tussen het kind, de speelsetting en de spel mogelijkheden (Rigby & Huggins, 2003; Cammeron, et al., 2001). Barrières Uit het analyseren van spelobservaties blijkt hoe sommige omgevingsfactoren de playfulness van kinderen met een beperking stimuleren, terwijl andere factoren het spel belemmeren. Daarom is een ondersteunende omgeving van belang voor de ontwikkeling van het kind (Rigby & Huggins, 2003; Law & Dunn, 1993). Door het verplaatsen of aanpassen van omgevingsbarrières hebben kinderen de mogelijkheid om eigen keuzes te maken en te participeren. In veel situaties vormt de omgeving uitdagingen die te veeleisend zijn voor kinderen met een beperking. Het succesvol leren en het uitvoeren van een activiteit is afhankelijk van de integratie van de vaardigheden van het kind, de eisen van de activiteit en de ondersteuning en uitdaging van de omgeving waarin de activiteit wordt uitgevoerd. Kinderen die weinig interactie hebben met leeftijdsgenootjes lopen een risico op een verminderde sociale ontwikkeling. Uit onderzoek blijkt dat kinderen met een beperking minder samen met leeftijdsgenootjes spelen dan normaal ontwikkelende leeftijdgenootjes. Ze spelen vaker alleen of met volwassenen en hebben meer moeite met interactie en het communiceren met leeftijdsgenootjes (Nabors & Badawi, 1997). Nabors & Badawi vermoeden dat de interactie van kinderen met een beperking met leeftijdsgenootjes bemoeilijkt wordt door de verminderde motorische en sensorische vaardigheden. Voor normaal ontwikkelde leeftijdsgenootjes zijn de motorische en sensorische vaardigheden een minder grote horde waardoor ze zich meer kunnen concentreren op de interactie met leeftijdsge nootjes (Nabors & Badawi, 1997). Ouders zijn bang dat diensten voor de kinderen met een beperking primair gefocust zijn op het verbeteren van de vaardigheden van het kind zodat ze kunnen functioneren in hun omgeving in plaats van de focus te leggen op het veranderen van de ongeschikte omgeving (Law, et al., 1999). Dit is dan ook de reden dat de omgeving moet worden aangepast aan de interesses en beperkingen van het kind. De omgeving is de opgelegde mogelijkheid waaraan je veranderingen kan aanbrengen om barrières te verminderen die het spel belemmeren. (Rigby & Huggins, 2003). De omgeving heeft veel mogelijkheden om de spelervaringen van jonge kinderen te bevorderen. Interventies Ergotherapeutische interventies zijn gericht op een goede afstemming tussen kind, omgeving en het handelend spelen. Door deze interventies wordt het betekenisvol handelen bevorderd. Het is van belang om de omgeving op de mogelijkheden en interesses van het kind in te richten. Het spel moet altijd op het niveau van het kind afgestemd zijn en mag niet te moeilijk zijn. Doormiddel van de coping en aanpassingsstrategieën werkt het kind aan zijn vaardigheden en zelfvertrouwen. ToP & TOES 14

19 Tevens is het belangrijk dat het kind zich veilig voelt in zijn spelomgeving, ouders kunnen hiervoor zorgen. Een kind ontwikkelt vertrouwen door de sociale omgeving die het kind het gevoel van zekerheid laten ervaren, hierdoor is het kind eerder bereid om meer risico s te nemen en op onderzoek uit te gaan naar de mogelijkheden van de omgeving (Rigby & Huggins, 2003). Kinderen die fysiek en sociaal gestimuleerd worden zijn eerder betrokken bij activiteiten en ontwikkelen vertrouwen (Rodger & Ziviani, 2006). De spel omgeving wordt veelal begeleid en gecontroleerd door de ouders, deze omgeving stimuleert de cognitieve ontwikkeling, onafhankelijkheid in spel en de playfulness vaak niet. Om het kind meer initiatief te laten nemen is de houding van de verzorgers van belang bij kinderen met een ontwikkelingsachterstand. Dit kan gedaan worden door de spelsituatie zo in te richten dat het kind met een beperking een belangrijke rol heeft tijdens het spel en door het aanmoedigen van leeftijdsgenootjes met een normale ontwikkeling om kinderen met een beperking bij het spel te betrekken (Nabors & Badawi, 1997). Het is van belang dat kinderen de regels weten binnen een spelsetting, zodat ze weten wat er wel en niet toegestaan is. Zo ontwikkelen ze de mogelijkheden om de omgevingssignalen te lezen waardoor ze weten hoe er van ze verwacht wordt dat ze zich gedragen (Rigby & Huggins, 2003). Door meer mogelijkheden aan te bieden moet het kind meer keuzes kunnen maken en zo meer eigen regie te ontwikkelen. Kinderen kunnen meer playful worden door een omgeving die de mogelijkheid biedt om te spelen. Hierdoor is het kind instaat om zichzelf meer uitdaging te bieden om te groeien en om kennis en vaardigheden te ontwikkelen (Rigby & Huggins, 2003). ToP & TOES 15

20 Overwegingen binnen het ICF en PEO model Om assessments die gericht zijn op verschillende handelingsgebieden met elkaar te kunnen vergelijken kunnen ze geordend worden aan de hand van een model. Het medisch classificatie model ICF en het ergotherapeutisch PEO model zijn beide geschikt om assessments mee te ordenen. De assessements die in deel 4 worden besproken zijn geordend volgens het PEO model. Met het PEO model is het mogelijk om assessments te ordenen die zowel gericht zijn op subjectieve en objectieve ervaringen. Het PEO model is een ergotherapeutisch model met als kern het betekenisvol handelen, dit is gericht op de kwaliteit van leven en de tevredenheid van het functioneren. Doordat het PEO model opgebouwd is uit ergotherapeutische theorieën is het mogelijk om de assessments te plaatsen binnen de sector waar de handelingsproblemen zich voordoen. De sectoren ontstaan door de overlapping van de drie elementen (persoon, handelen en omgeving) zorgen ervoor dat de assessments gericht te ordenen zijn. Het model spreekt dus éénzelfde taal als de ergotherapie waardoor er geen onduidelijkheid kan ontstaan in welke sector een bepaald assessment kan worden ingedeeld. Analyse ICF De ICF past bij het beroep ergotherapie. Een voordeel van de ICF is dat er een verbinding bestaat tussen gezondheid en handelen. Er zijn meerdere onderzoekers die vinden dat er dimensies van tevredenheid en tijd aan de ICF toegevoegd moeten worden. Deze factoren zouden een toegevoegde waarde zijn voor het gebruik van de ICF onder ergotherapeuten De ICF is gericht op objectieve observaties. De voor de ergotherapie belangrijke subjectieve ervaringen komen hier niet in voor. Voor de ergotherapie is het van belang dat de ervaring en mening van de cliënt mee worden gewogen in de besluitvorming, ter bevordering van zijn/haar gezondheid. Iets wat binnen de ICF onder participatie wordt ingedeeld hoeft de cliënt dus niet zo te ervaren. De instrumenten die binnen de ergotherapie ontwikkeld worden zijn moeilijk te plaatsen binnen de ICF omdat de subjectieve ervaring, die bijvoorbeeld belangrijk is bij de COPM en de OPHI, niet in te delen is in het model (Hemmingson & Jonsson, 2005). Tevens is de toepassing binnen de ergotherapie niet altijd gedetailleerd genoeg. Het is mogelijk om aan te geven dat er een probleem is met bijvoorbeeld het aankleden. Waar het probleem licht bij het aankleden valt niet te achterhalen met behulp van de ICF (Koenen, Niessen en Oermann., 2003). Het kan voorkomen dat de ICF te globaal is voor de ergotherapie. Binnen de ICF wordt geen link gelegd tussen de verschillende componenten. Een ergotherapeutisch model zou een goede aanvulling kunnen zijn binnen een multidisciplinair team waar er met de ICF model wordt gewerkt. In het onderzoek van Stamm, Cieza, Machold, Smolen, Stucki (2006) wordt gesteld dat het ICF wel gebruikt kan worden om ergotherapeutische modellen en instrumenten te rangschikken. Het ICF is wel dus een bruikbaar model maar bij het ordenen van assessments kan er onduidelijkheid ontstaan omdat het ICF niet dezelfde sectoren en begrippen hanteerd die ToP & TOES 16

21 in de ergotherapie gehanteerd worden (Hemmingson & Jonsson, 2005). Voor een gedetailleerde beschrijving van het ICF model, zie bijlagen. Analyse PEO Het PEO model is ontwikkeld aan de hand van omgevings-, gedrags-, ergotherapeutische- en cliënt-centred theorieën. Het geeft een kader om assessments te ordenen binnen de ergotherapie (Strong, Rigby, Stewart, Law, Letts & Cooper, 1999). Door de overlapping van de drie gelijkwaardige elementen ontstaan er 7 verschillende sectoren in het visuele model. Iedere sector evalueert een ander gebied, binnen het handelen van een persoon in een bepaalde omgeving (Law, et al., 2005). De sector waar de drie elementen overlappen wordt Occupational Performance genoemd, in Nederland wordt dit beschreven als betekenisvol handelen dit is een specifiek ergotherapeutisch begrip (NVE, 2007). Ieder mens probeert het betekenisvol handelen zo optimaal mogelijk te krijgen of te houden. Het betekenisvol handelen geeft de betrokkenheid van een persoon tijdens het handelen in zijn omgeving op een bepaald moment aan. De grote van de overlapping van de elementen geven de kwaliteit van leven en de tevredenheid van het functioneren aan. Wanneer de occupational performance niet voldoende is kunnen er handelings- en participatie problemen ontstaan in een bepaalde sector. Omdat de assessments per sector geordend kunnen worden is het mogelijk om bij verschillende handelingsproblemen een gericht assessment te kiezen. Het PEO model is een dynamisch model wat continu met de cliënt mee veranderd en geeft ruimte voor zowel objectieve als subjectieve ervaringen. Hierdoor zijn ook de ergotherapeutische assessments (zoals OPHI en COPM) die gericht zijn op subjectieve ervaringen te ordenen in het PEO model. Voor een gedetailleerde beschrijving van het PEO model, zie bijlagen. ToP & TOES 17

22 Deel 3 ToP & TOES ToP & TOES 18

23 Ontwikkeling ToP & TOES De instrumenten va n de ToP & TOES zijn niet tegelijkertijd ontwikkeld. Vanaf 1993 is de ToP ontwikkeld om het spel en de playfulness van kinderen te scoren. Later, rond 1999, is de TOES ontwikkeld om te registreren op welke manier de omgeving invloed heeft op het spel van kinderen. Om de ontwikkeling van de ToP & TOES te beschrijven hebben we gebruik gemaakt van de handleiding (Bundy, 2005). Ook hebben we in verschillende databanken gezocht naar artikelen over de Test of Playfulness en de Test Of Environmental Supportiveness. Van de gevonden artikelen hebben we de referenties nagelopen, hetgeen nog enkele bruikbare artikelen opleverde. De 12 artikelen die we hebben gevonden over de ToP & TOES hebben we beoordeeld aan de hand van het Critical riview form (Law, 2005) om zo een duidelijk overzicht van de ontwikkeling, de validiteit en de betrouwbaarheid van de ToP & TOES te krijgen. Voor een overzicht van de search, zie bijlagen. Het valt op dat de ontwikkeling van de ToP veel uitgebreider is dan de TOES, dit komt mede omdat de TOES later ontwikkeld is maar de ToP is ook met veel grotere groepen getoetst en ook betrouwbaar en valide voor kinderen met verschillende beperkingen als. Doordat de ToP is doorontwikkeld (inmiddels versie 4) is deze steeds duidelijker en makkelijker in gebruik geworden en ook zijn de items steeds beter te scoren om zo een ééndimensionale weergave van playfulness weer te geven. Ontwikkeling ToP Net als werk en zelfverzorging is spel belangrijk binnen ons handelen. We zijn hier ons leven lang mee bezig. Het vermogen om te spelen is een handelingsgebied waar ergotherapeuten zich veel mee bezig kunnen houden.bij de behandeling van kinderen, voor wie spel de belangrijkste dagelijkse handeling is, werd door therapeuten weinig het spel van het kind beoordeeld (Bundy, 1993). Tot 1993 is er door ergotherapeuten weinig gedaan aan theorie ontwikkeling en het ontwikkelen van assessments die de verschillende factoren van spel onderzoeken. Wel hebben een aantal andere beroepsgroepen instrumenten ontwikkeld met betrekking tot spel en ontspanning en hiervoor een methodeleer ontwikkeld, bijvoorbeeld Csikzentmihalyi, 1975; Wolfgang & Phelps, 1983; Csikzentmihalyi & Larson, 1987; Barnett, Het mag gezegd worden dat wij ergotherapeuten, die er ons werk van hebben gemaakt gericht op het handelen van mensen, erg weinig hebben bijgedragen bij de bestaande theorie en praktische kennis over spel. Daarnaast gebruikten ergotherapeuten de bestaande assessments van spel in 1993 amper. Uit een onderzoek van Stone (1991) bleek dat ergotherapeuten spel vooral gebruikten als middel om andere ontwikkelingen te observeren (Bundy, 1993). Het niet ontwikkelen van adequate assessments is een tekortkoming binnen de ergotherapie. Het is duidelijk dat er assessments gericht op spel en playfulness nodig zijn om de kwaliteit van spel te toetsen en te verbeteren. De ontwikkeling van deze assessments zal niet makkelijk zijn gezien het feit dat ergotherapeuten een unieke kijk op ToP & TOES 19

24 spel hebben en dat andere beroepsgroepen spel gebruiken om andere vaardigheden van kinderen te toetsen. (Bundy, 1993). De ergotherapie is er dus op aangewezen om haar eigen assessments te ontwikkelen. In 1993 heeft Anita Bundy door middel van de publicatie van een aantal figuren een eerste aanzet gegeven voor de ontwikkeling van de Test of Playfulness. Gebruik makend van de verklarende literatuur over de elementen van spel hebben Anita Bundy, Peggy Metzger en Barbara McNicholas, een 60 items observatie assessment gericht op playfulness ontwikkeld genaamd de Test of Playfulness (ToP). De ToP is ontworpen om aan de hand van video s kinderen te scoren gedurende vrij spel. Sinds de eerste versie, is de ToP drie maal herzien; de eerste herziening was het meest grondig (Bundy, 1997, 2005). Oorspronkelijke versie van de ToP. De oorspronkelijke versie van de ToP is getest om bewijs te vinden voor de construct validiteit en de inter beoordelaar betrouwbaarheid. Aan de hand van 77 kinderen in de leeftijd van 22 tot 118 maanden is dit onderzocht (68 normaal ontwikkelde; 9 met een ontwikkelingsachterstand). De data van 12 getrainde beoordelaars zijn verwerkt in de eerste Rasch analyse van de ToP. (Bundy, Nelson, Metzger, & Bingaman, 2001) Deze voorlopige analyse van de eerste versie van de ToP was veelbelovend. 53 van de 60 items leken een ééndimensionale samenstelling van playfulness weer te geven. Bovendien leek deze samenstelling adequaat voor het beschrijven van 95% van alle normaal ontwikkelde kinderen. Desondanks week bij meer dan de helft van de kinderen met een ontwikkelingsachterstand het scoringspatroon aanzienlijk af van die van de normaal ontwikkelde kinderen. Vanwege het kleine onderzoeksaantal, was het niet mogelijk om vast te stellen of deze verschillen wel of niet diagnostisch- nuttige informatie weergaven. Aanvullend onderzoek is hiervoor noodzakelijk. Vanwege verschillende redenen is de ToP verbeterd doormiddel van een significante herziening van de items en scoring. De eerste herziening is door Anita Bundy gestart in 1993 samen met drie collega ergotherapeuten, Peggy Metzger, Christy Morrison en Cay Reilly. De eerste herziening (versie 2). Een aantal items van de oorspronkelijke versie van de ToP (b.v. is fysiek actief in spel) leken nadelig voor jonge kinderen, in het bijzonder de kinderen met een beperking. Het fysiek bezig zijn was van origine, om de mate van interne controle te beoordelen. Als een kind het gevoel heeft meer controle over de situatie te hebben dan zou hij of zij actiever kunnen zijn. Hoewel terugkijkend, is er weinig bekent over het niveau van de fysieke activiteit wat een significant hogere playfulness zou kunnen veroorzaken. Afhankelijk van de context kan een individu erg speels maar niet erg actief zijn. Kinderen met fysieke beperkingen zijn vaak erg speels maar kunnen die playfulness niet laten zien bij een hoog niveau van fysieke activiteit. Daarom is dit item verwijderd uit de herziene versie van de ToP omdat het geen bijdrage heeft in het weergeven van de playfulness (Bundy, et al., 2001). ToP & TOES 20

25 Andere items (b.v. het betrekken van ongebruikelijke objecten in het spel) waren moeilijk om op een betrouwbare manier te observeren omdat de beoordelaars het niet volledig eens waren over wat er verstaan wordt onder ongebruikelijke. Dit item geeft de vrijheid om los te komen van de werkelijkheid weer. Het lijkt het beter om een aspect van dit element eruit te lichten, wanneer het gecombineerd wordt met een dergelijk item, het gebruik van gebruikelijke objecten op een ongebruikelijke manier. Deze items zijn herzien voor een betere functionele weergave van het aspect, de vrijheid om los te komen van de werkelijkheid (Bundy, et al., 2001). In navolging op de herziening en de vorming van de items is de scoringsprocedure voor de ToP ook herzien. Door verschillende onderzoeken werd het duidelijk dat de hoeveelheid tijd die een item geobserveerd (tijdsbestek) kan worden, niet altijd het meest relevante criteria was. Bijvoorbeeld, bij één item, doorzetten om obstakels in spel te overwinnen, is de tijd dat het kind doorzet minder belangrijk dan de intensiteit waarmee het kind probeert het obstakel te overwinnen. Daarom is er een intensiteit schaal ontwikkeld om de mate waarin sommige items voorkomen te scoren. Voor een aantal items (b.v. Voegt zich in een groep die al deelneemt aan een activiteit ), lijken relevante criteria te maken hebben met de vaardigheid of het gemak waarmee een kind in staat is om een taak te volbrengen. Daarom is een derde schaal gecreëerd, genaamd vaardigheid. Niet alle schalen hebben te maken met alle items. Desondanks kan er vaak meer dan één schaal toegepast worden bij een bepaald item. De eerste herziening van de ToP kwam dichter bij de originele voorstelling van playfulness dan de oorspronkelijk versie van de ToP. Tussen de lente van 1993 en de lente van 1997, hebben verschillende therapeuten geleerd om de ToP af te nemen. In, in totaal, vier jaar gebruikte 73 beoordelaars de tweede versie van de ToP om gegevens te verzamelen van bijna 400 kinderen. Van deze kinderen, ontwikkelde drievierde zich normaal en had een kwart bekende beperkingen, onder andere cerebrale parese, autisme, ADHD en ontwikkelingsachterstanden. In de herfst van 1996, wees onderzoek uit dat 95% van de items, 95% van de kinderen en 100% van de beoordelaars geschikt waren voor het onderzoeksmodel. Ondanks dat deze data zeker acceptabel was, is de ToP nog verder ontwikkeld om duidelijker, makkelijker in gebruik en in sommige gevallen een betere voorstelling te geven van playfulness (Bundy, 2005). De tweede herziening (versie 3). In de lente van 1997, is de ToP opnieuw herzien. Deze herziening heeft geleid tot het creëren van helderheid en het hercombineren van een aantal items (bijv. clown spelen doormiddel van grappen, pesten met kattenkwaad) die zich tot elkaar lijken te verhouden en het heeft geleid tot twee nieuwe items (Neemt deel aan sociaal spelen, ondersteunt het spel van anderen). Samengevoegde items bleken in plaats van afzonderlijk te zijn met elkaar een verband te hebben (bijvoorbeeld: speelt met anderen, speelt interactief, neemt de rol van de leider) waardoor een duidelijke definitie gegeven kan worden aan verschillende (vooral vaardigheden) items. ToP & TOES 21

26 De eerste veranderingen waren om de scoringscriteria te verduidelijken met name op de vaardigheidsitems, om items als delen en reageert op aanwijzingen van anderen te veranderen van tijdsbestek items tot vaardigheid items. In de lente van 1999 zijn de gegevens uit de databank aangepast op versie 3. Er bleven gegevens van 498 observaties van 328 kinderen en 84 beoordelaars over. 96% van de items, 93% van de deelnemers en 93% van de beoordelaars voldeden aan de verwachtingen van het Rasch model. Omdat 95% geschiktheid volgens dit model verwacht wordt, weken zowel de gegevens van de beoordelaars als die van de deelnemers toch iets te ver af van het gestelde doel. Het is mogelijk dat er iets anders is aan het playfulness patroon voor kinderen met beperkingen. Data die verkregen is uit ander onderzoek in 2000 en 2001 ondersteunen deze hypothese bij kinderen met respectievelijk ADHD en fysieke beperkingen zonder bekende cognitieve beperkingen. Helder is dat verder onderzoek nodig is (Bundy, 2005). De derde herziening (versie 4). Door de behoefte aan makkelijker te scoren items zijn er zeven nieuwe items ontwikkeld: Interactie met objecten (intensiteit en vaardigheid), overgangen (vaardigheid), geeft aanwijzingen (vaardigheid), sociaal spel (intensiteit), ongewoon gebruik van objecten (vaardigheid) en betrokkenheid (intensiteit). De validiteit van versie 4 is getoetst bij een kleine groep kinderen (negen kinderen met een normale ontwikkeling en zeven kinderen met ontwikkelingsbeperkingen, in de leeftijd van 9 maanden tot 8 jaar.) Bij de analyse bleek,dat van 94% van de items (30 of 32) geschikt waren volgens het Rasch model. Tot nu toe was dit nog acceptabel ofschoon het enigszins lager was dat de vereiste 95% (Bundy, 2005). Een uitgebreide beschrijving van de ontwikkeling van de ToP met voorbeelden is te lezen in de bijlagen. ToP & TOES 22

Participation in leisure activities of children and adolescents with physical disabilities Maureen Bult

Participation in leisure activities of children and adolescents with physical disabilities Maureen Bult Participation in leisure activities of children and adolescents with physical disabilities Maureen Bult Participatie in vrijetijdsactiviteiten van kinderen en adolescenten met een lichamelijke beperking

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) 159 Ouders spelen een cruciale rol in het ondersteunen van participatie van kinderen [1]. Participatie, door de Wereldgezondheidsorganisatie gedefinieerd als

Nadere informatie

Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken)

Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken) Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken) 101 102 Hoofdstuk 1. Algemene introductie Het belangrijkste doel van dit proefschrift was het ontwikkelen van de Interactieve Tekentest (IDT), een nieuwe test

Nadere informatie

Stof doen opwaaien. Ergotherapie bij mensen met een verstandelijke beperking & Huishoudelijke activiteiten

Stof doen opwaaien. Ergotherapie bij mensen met een verstandelijke beperking & Huishoudelijke activiteiten Stof doen opwaaien Ergotherapie bij mensen met een verstandelijke beperking & Huishoudelijke activiteiten Deel A:Theoretische onderbouwing Deel B: Ergotherapie en huishouden Deel C: Implementatie en profilering

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Het is een uitdaging om ouderen te identificeren die baat kunnen hebben bij een interventie gericht op de preventie van beperkingen in het dagelijks leven op het moment dat dergelijke

Nadere informatie

Het ICF schema ziet er als volgt uit. (Schema uit hoofdtekst hier opnemen)

Het ICF schema ziet er als volgt uit. (Schema uit hoofdtekst hier opnemen) 1 International Classification of Functioning, Disability and Health Het ICF-Schema ICF staat voor; International Classification of Functioning, Disability and Health. Het ICF-schema biedt een internationaal

Nadere informatie

Bijlage 1: het wetenschappelijk denk- en handelingsproces in het basisonderwijs 1

Bijlage 1: het wetenschappelijk denk- en handelingsproces in het basisonderwijs 1 Bijlage 1: het wetenschappelijk denk- en handelingsproces in het basisonderwijs 1 Bijlage 1: Het wetenschappelijk denk- en handelingsproces in het basisonderwijs: Stadium van het instructie model Oriëntatiefase

Nadere informatie

Samenvatting. Beloop van dagelijkse activiteiten bij adolescenten met cerebrale parese. Een 3-jarige follow-up studie

Samenvatting. Beloop van dagelijkse activiteiten bij adolescenten met cerebrale parese. Een 3-jarige follow-up studie * Samenvatting Beloop van dagelijkse activiteiten bij adolescenten met cerebrale parese Een 3-jarige follow-up studie Samenvatting Tijdens de periode van groei en ontwikkeling tussen kindertijd en volwassenheid

Nadere informatie

- Geplaatst in VISUS EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE?

- Geplaatst in VISUS EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE? - Geplaatst in VISUS 4-2017 - EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE? Om de verschillen tussen de kennis uit het laatste wetenschappelijk bewijs en de klinische praktijk kleiner te maken is de afgelopen

Nadere informatie

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017)

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) Hechtingsrelatie Zelfregulatie en interactie tijdens de nacht Onderdeel van de discussie rond sensitief en responsief ouderschap richt zich

Nadere informatie

Samenvatting. The Disability Assessment Structured Interview, Its reliability and validity in work disability assessment, 2010

Samenvatting. The Disability Assessment Structured Interview, Its reliability and validity in work disability assessment, 2010 Samenvatting The Disability Assessment Structured Interview, Its reliability and validity in work disability assessment, 2010 Als werknemers door ziekte hun werk niet meer kunnen doen betaalt de werkgever

Nadere informatie

Docentonderzoek binnen de AOS Bijeenkomst 8 Feedbackformulier bij het onderzoeksinstrument

Docentonderzoek binnen de AOS Bijeenkomst 8 Feedbackformulier bij het onderzoeksinstrument Docentonderzoek binnen de AOS Bijeenkomst 8 Feedbackformulier bij het onderzoeksinstrument Het doel van deze opdracht is nagaan of je instrument geschikt is voor je onderzoek. Het is altijd verstandig

Nadere informatie

Een vragenlijst voor de Empowerende Omgeving

Een vragenlijst voor de Empowerende Omgeving Een vragenlijst voor de Empowerende Omgeving Introductie In het EQUAL Request project wordt getracht de participatie van het individu in het eigen reïntegratietraject te vergroten. Hiervoor moet het individu

Nadere informatie

Doel training. Programma Programma Voordelen voor de kandidaat. Uitgangspunten EVC. Assessoren en EVC-begeleiders training

Doel training. Programma Programma Voordelen voor de kandidaat. Uitgangspunten EVC. Assessoren en EVC-begeleiders training Assessoren en EVC-begeleiders training 19 februari 2009 en 15 januari 2010 Desirée Joosten-ten Brinke, CELSTEC, Open Universiteit Nederland Doel training Aan het einde van deze training weten de deelnemers:

Nadere informatie

Leerlingen met autisme effectief ondersteunen bij sociale interactie in de klas (thematisch overzichtsartikel)

Leerlingen met autisme effectief ondersteunen bij sociale interactie in de klas (thematisch overzichtsartikel) Leerlingen met autisme effectief ondersteunen bij sociale interactie in de klas (thematisch overzichtsartikel) Presentatie conferentie Jeugd in Onderzoek Carla Geveke: c.h.geveke@pl.hanze.nl Leerlingen

Nadere informatie

PAS. Handleiding. Deel B. Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren. Een hulpmiddel bij het zoeken naar passend werk

PAS. Handleiding. Deel B. Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren. Een hulpmiddel bij het zoeken naar passend werk PAS Een hulpmiddel bij het zoeken naar passend werk Handleiding Deel B Handleiding Adviesgroep ErgoJob Auteurs: Senioradviseur: In opdracht van: Marije Goos Lieke van de Graaf Wendy Speksnijder Natascha

Nadere informatie

Inleiding Motivatie & Leerstijlen. Hoogste scores. Motivatie overzicht. Uw resultaten in een overzicht. Naam:

Inleiding Motivatie & Leerstijlen. Hoogste scores. Motivatie overzicht. Uw resultaten in een overzicht. Naam: Rapportage De volgende tests zijn afgenomen: Test Motivatie en Leerstijlenvragenlijst (MLV-M) Status Voltooid Vertrouwelijk Naam Datum onderzoek 12 mei 2014 Emailadres Inleiding Motivatie & Leerstijlen

Nadere informatie

Leiderschap De invloed van teamleiders op de teamprestaties

Leiderschap De invloed van teamleiders op de teamprestaties Leiderschap De invloed van teamleiders op de teamprestaties Een People Analytics onderzoek door Introductie: Waarom onderzoek naar leidinggevenden in een callcenter? Een organisatie ontwikkelt wanneer

Nadere informatie

Inleiding Deel I. Ontwikkelingsfase

Inleiding Deel I. Ontwikkelingsfase Inleiding Door de toenemende globalisering en bijbehorende concurrentiegroei tussen bedrijven over de hele wereld, de economische recessie in veel landen, en de groeiende behoefte aan duurzame inzetbaarheid,

Nadere informatie

Samenvatting. Cliëntgerichte benadering in de ergotherapie

Samenvatting. Cliëntgerichte benadering in de ergotherapie Cliëntgerichte benadering in de ergotherapie Het implementeren van een cliëntgerichte benadering in de gezondheidszorg heeft in toenemende mate de aandacht gekregen van patiënten, hulpverleners en beleidsmakers.

Nadere informatie

Samenvatting. (Summary in Dutch)

Samenvatting. (Summary in Dutch) (Summary in Dutch) 142 In dit proefschrift is de rol van de gezinscontext bij probleemgedrag in de adolescentie onderzocht. We hebben hierbij expliciet gefocust op het samenspel met andere factoren uit

Nadere informatie

Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen

Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen SAMENVATTING Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen klinische populaties, waaronder ook de Aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit (ADHD). Ook al wordt

Nadere informatie

De mindset van een verbinder Focus op balans, afstemming en integratie

De mindset van een verbinder Focus op balans, afstemming en integratie De mindset van een verbinder Focus op balans, afstemming en integratie Zou je door een andere focus en een andere manier van denken de kans op succes kunnen verhogen? In het praktijkonderzoek verschil

Nadere informatie

BVNT Programma

BVNT Programma BVNT2 2016 Portfolio leert leerders leren INLEIDING IN HET RAAMWERK ALFABETISERING NT2 EN HET PORTFOLIO ALFABETISERING Willemijn Stockmann ROC Tilburg Programma Het raamwerk Alfabetiseren NT2. Kleine ronde

Nadere informatie

nederlandse samenvatting Dutch summary

nederlandse samenvatting Dutch summary Dutch summary 211 dutch summary De onderzoeken beschreven in dit proefschrift zijn onderdeel van een grootschalig onderzoek naar individuele verschillen in algemene cognitieve vaardigheden. Algemene cognitieve

Nadere informatie

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017)

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) 2. Introductie slaapproblemen Deze introductie beschrijft de definitie van slaapproblemen en slaapstoornissen, de prevalentie en de gevolgen

Nadere informatie

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld Samenvatting Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld om hen heen. Zo hebben vele mensen een natuurlijke neiging om zichzelf als bijzonder positief te beschouwen (bijv,

Nadere informatie

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het

Nadere informatie

Bron: Handleiding bij feedbackkader, Marjoleine Dobbelaer, Onderwijsinspectie 2013

Bron: Handleiding bij feedbackkader, Marjoleine Dobbelaer, Onderwijsinspectie 2013 Effectief feedback geven en ontvangen Bron: Handleiding bij feedbackkader, Marjoleine Dobbelaer, nderwijsinspectie 2013 Inleiding Deze handleiding is geschreven ter ondersteuning van het gebruik van het

Nadere informatie

Samenvatting. In hoofdstuk 1 wordt een algemene introductie gegeven over de onderwerpen die in dit proefschrift worden behandeld.

Samenvatting. In hoofdstuk 1 wordt een algemene introductie gegeven over de onderwerpen die in dit proefschrift worden behandeld. 155 Sport- en spelactiviteiten bevorderen over het algemeen de gezondheid. Deze fysieke activiteiten kunnen echter ook leiden tot blessures. Het proefschrift beschrijft de ontwikkeling en evaluatie van

Nadere informatie

Strategisch beleidsplan O2A5. De dialoog als beleid

Strategisch beleidsplan O2A5. De dialoog als beleid Strategisch beleidsplan O2A5 De dialoog als beleid Bij de tijd, open, boeiend en passend, dat zijn zowel het onderwijs als de werkwijze van O2A5. We hebben dan ook gekozen voor een vernieuwende en eigentijdse

Nadere informatie

Samenvatting Samenvatting

Samenvatting Samenvatting Samenvatting Samenvatting Binnen het domein van hart- en vaatziekten is een bypassoperatie de meest uitgevoerde chirurgische ingreep. Omdat bij een hartoperatie het borstbeen wordt doorgesneden en er meestal

Nadere informatie

Bewijs Reflectie Formulier

Bewijs Reflectie Formulier Bewijs Reflectie Formulier Naam: Student nummer: 2034865 Marina Hoogeveen Docent: Blokonderdeel: Competentie raakvlakken: Activiteit: Bestandsnaam Bewijzen: Lara de Hoogd Creative School Creatief denken

Nadere informatie

Gastles 17 september 2009. van Theorie naar Praktijk. Door Theone Kampstra

Gastles 17 september 2009. van Theorie naar Praktijk. Door Theone Kampstra Gastles 17 september 2009 van Theorie naar Praktijk De SI-behandeling Door Theone Kampstra Wie is Theone Bewegingswetenschappen 1992-1997 Ergotherapie 1997-1999 Sensorische Integratie opleiding 2000 Werkzaam

Nadere informatie

Cultuursurvey. Betrouwbaarheidsonderzoek voor Stichting LeerKRACHT. Maaike Ketelaars Ton Klein

Cultuursurvey. Betrouwbaarheidsonderzoek voor Stichting LeerKRACHT. Maaike Ketelaars Ton Klein Cultuursurvey Betrouwbaarheidsonderzoek voor Stichting LeerKRACHT Maaike Ketelaars Ton Klein Inhoudsopgave 1 Inleiding... 5 2 Eerste voorstel voor de aanpassing van de vragenlijst... 7 2.1 Oorspronkelijke

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Visie van de Pionier. blz. 3. Visie spelend leren op de Pionier.. blz. 3. Spel blz. 3. De hoeken: een rijke speel-werkplek... blz.

Inhoudsopgave. Visie van de Pionier. blz. 3. Visie spelend leren op de Pionier.. blz. 3. Spel blz. 3. De hoeken: een rijke speel-werkplek... blz. 1 Inhoudsopgave Visie van de Pionier. blz. 3 Visie spelend leren op de Pionier.. blz. 3 Spel blz. 3 De hoeken: een rijke speel-werkplek... blz. 5 De rol van de leerkracht..blz. 5 De rol van de ouders blz.

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) * 132 Baby s die te vroeg geboren worden (bij een zwangerschapsduur korter dan 37 weken) hebben een verhoogd risico op zowel ernstige ontwikkelingproblemen (zoals mentale

Nadere informatie

Educatief arrangeren rond LOB

Educatief arrangeren rond LOB Educatief arrangeren rond LOB Vorige week Contact met de docent deze week NAW-gegevens via CF Afspraken met begeleider Maken van het Werkplan Voorbereiden van het interview Vragen naar aanleiding van vorig

Nadere informatie

sa m e n v A t t i n G

sa m e n v A t t i n G sa m e n v A t t i n G In dit proefschrift staat de samenwerking tussen ouders, revalidatieprofessionals en onderwijsprofessionals in de zorg voor kinderen met een cerebrale parese (CP) centraal. Het belang

Nadere informatie

Pedagogisch Beleid. Nanny Association

Pedagogisch Beleid. Nanny Association Pedagogisch Beleid Nanny Association Rijen, juni 2006 Inhoud Inleiding 1. Nanny Association 2. Profiel nanny 3. Functie- en taakomschrijving 4. Accommodatie en materiaal 5. Ouderbeleid 6. Pedagogische

Nadere informatie

A. Business en Management Onderzoek

A. Business en Management Onderzoek A. Business en Management Onderzoek Concepten definiëren Een concept (concept) is een algemeen geaccepteerde verzameling van betekenissen of kenmerken die geassocieerd worden met gebeurtenissen, situaties

Nadere informatie

COGNITIEVE REVALIDATIE THERAPIE VOOR KINDEREN, ADOLESCENTEN EN VOLWASSENEN

COGNITIEVE REVALIDATIE THERAPIE VOOR KINDEREN, ADOLESCENTEN EN VOLWASSENEN VOOR KINDEREN, ADOLESCENTEN EN VOLWASSENEN CURSUS VOOR ERGOTHERAPEUTEN OPLEIDING TOT CPCRT-GECERTIFICEERD THERAPEUT De cursus richt zich op de ergotherapeutische diagnostiek, benadering en behandeling

Nadere informatie

Projectplan overzicht (deel 1)

Projectplan overzicht (deel 1) Projectplan overzicht (deel 1) Naam umc Projectleider + email Titel activiteit Programmathema Werkplaats Draagt bij aan de volgende deliverables -zie programma- Algemeen VUmc Koen Neijenhuijs; k.i.neijenhuijs@vu.nl

Nadere informatie

CRE-W. Instrument over creatief denken in organisaties. HTS Report. Jeroen de Vries ID Datum Basisrapport

CRE-W. Instrument over creatief denken in organisaties. HTS Report. Jeroen de Vries ID Datum Basisrapport CRE-W Instrument over creatief denken in organisaties HTS Report ID 5107-7038 Datum 18.07.2017 Basisrapport INLEIDING CRE-W 2/7 Inleiding De CRE-W is een vragenlijst die de mate van creatief denken van

Nadere informatie

2013-2017. Huiswerkbeleid

2013-2017. Huiswerkbeleid 01-017 Huiswerkbeleid Inhoudsopgave Beschrijving doelgroep Visie op onderwijs Basisvisie Leerinhouden/Activiteiten De voor- en nadelen van het geven van huiswerk Voordelen Nadelen Richtlijnen voor het

Nadere informatie

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening.

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening. amenvatting Elk jaar krijgen in Nederland zo n 45.000 mensen een beroerte, ook wel CVA (Cerebro Vasculair Accident) genoemd. Ongeveer 60% van hen keert na opname in het ziekenhuis of revalidatiecentrum

Nadere informatie

DESSA. Vragenlijst over sociaal-emotionele competenties. HTS Report. Liesbeth Bakker ID Datum

DESSA. Vragenlijst over sociaal-emotionele competenties. HTS Report. Liesbeth Bakker ID Datum DESSA Vragenlijst over sociaal-emotionele competenties HTS Report ID 5107-7085 Datum 10.11.2017 Leerkrachtversie Informant: Jan Jansen Leerkracht INLEIDING DESSA 2/23 Inleiding De DESSA is een vragenlijst

Nadere informatie

Verantwoording 1.1 Keuze van de titel

Verantwoording 1.1 Keuze van de titel 1 13 Verantwoording 1.1 Keuze van de titel Voor je ligt het handboek Training sociale vaardigheden. Dit boek is geschreven voor iedereen die te maken heeft met kinderen tussen de tien en vijftien jaar

Nadere informatie

13.6. Onderzoeksresultaten: Betekenis voor verander- en

13.6. Onderzoeksresultaten: Betekenis voor verander- en Inhoudsopgave Dankwoord 5 Lijst van gebruikte Afkortingen 9 Lijst van figuren 15 Lijst van tabellen 16 1. Algemene inleiding 19 1.1. Inspiraties voor het onderzoek 24 1.2. Praktische relevantie van het

Nadere informatie

Studiehadleiding. Opleiding: hbo-masteropleiding Islamitische Geestelijke Verzorging

Studiehadleiding. Opleiding: hbo-masteropleiding Islamitische Geestelijke Verzorging Studiehadleiding Opleiding: hbo-masteropleiding Islamitische Geestelijke Verzorging Naam onderwijseenheid: Methoden en vaardigheden voor praktijkonderzoek Code onderwijseenheid: HBOMIGV015MV Jaar: Onderwijsperiode:

Nadere informatie

Spelen in het groen. Agnes van den Berg Roderik Koenis Magdalena van den Berg

Spelen in het groen. Agnes van den Berg Roderik Koenis Magdalena van den Berg Spelen in het groen Effecten van een bezoek aan een natuurspeeltuin op het speelgedrag, de lichamelijke activiteit, de concentratie en de stemming van kinderen Agnes van den Berg Roderik Koenis Magdalena

Nadere informatie

Leerlingen met autisme effectief ondersteunen bij sociale interactie in de klas (thematisch overzichtsartikel)

Leerlingen met autisme effectief ondersteunen bij sociale interactie in de klas (thematisch overzichtsartikel) Leerlingen met autisme effectief ondersteunen bij sociale interactie in de klas (thematisch overzichtsartikel) Presentatie ORD Carla Geveke: c.h.geveke@pl.hanze.nl Lectoraat Curious Minds Hanzehogeschool

Nadere informatie

De informatie uit dit rapport is vertrouwelijk. Bewaar dit rapport dus op een veilige plek!

De informatie uit dit rapport is vertrouwelijk. Bewaar dit rapport dus op een veilige plek! George Washington Inhoud Introductie... 2 Bridge Theorie... 3 Bridge Antwoordgedrag...4 Bridge Quickscan...5 Bridge Dimensie Overzicht - Besturen... 6 Bridge Dimensie Overzicht - Uitvoer...7 Bridge Dimensie

Nadere informatie

Ruth Dalemans Kenniskring Autonomie en Participatie van chronisch zieken en kwetsbare ouderen HET LEVEN. Dr. Ruth Dalemans

Ruth Dalemans Kenniskring Autonomie en Participatie van chronisch zieken en kwetsbare ouderen HET LEVEN. Dr. Ruth Dalemans Ruth Dalemans Kenniskring Autonomie en Participatie van chronisch zieken en kwetsbare ouderen IMPACT VAN AFASIE OP HET LEVEN Dr. Ruth Dalemans Onderzoek en onderwijs Promotietraject Rol van de student

Nadere informatie

Kris Verbeeck (KPC Groep) en Liesbeth Baartman (TU Eindhoven) Waarom samenhangend toetsbeleid?

Kris Verbeeck (KPC Groep) en Liesbeth Baartman (TU Eindhoven) Waarom samenhangend toetsbeleid? Opbrengstgericht werken: samenhangend beleid bij toetsen en volgen van de ontwikkeling van leerlingen in het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs Kris Verbeeck (KPC Groep) en Liesbeth Baartman (TU

Nadere informatie

Preffi 2.0: Preventie Effectmanagement Instrument. Ontwikkeling,validiteit, betrouwbaarheid en bruikbaarheid

Preffi 2.0: Preventie Effectmanagement Instrument. Ontwikkeling,validiteit, betrouwbaarheid en bruikbaarheid Preffi 2.0: Preventie Effectmanagement Instrument Ontwikkeling,validiteit, betrouwbaarheid en bruikbaarheid De gebruikers 1200 gezondheidsbevorderaars, voorlichters en preventiewerkers, werkzaam bij: GGD

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Visie van de Pionier. blz. 3. Visie spelend leren op de Pionier... blz. 3. Spel blz. 3. De hoeken: een rijke speel-werkplek... blz.

Inhoudsopgave. Visie van de Pionier. blz. 3. Visie spelend leren op de Pionier... blz. 3. Spel blz. 3. De hoeken: een rijke speel-werkplek... blz. 1 Inhoudsopgave Visie van de Pionier. blz. 3 Visie spelend leren op de Pionier... blz. 3 Spel blz. 3 De hoeken: een rijke speel-werkplek... blz. 5 De rol van de leerkracht..blz. 5 De rol van de ouders

Nadere informatie

Rapport Management i360. Test Kandidaat

Rapport Management i360. Test Kandidaat Rapport Management i360 Naam Test Kandidaat Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Sterkte/zwakte-analyse 3. Feedback open vragen 4. Overzicht competenties 5. Persoonlijk ontwikkelingsplan Inleiding Voor u ligt

Nadere informatie

The influence of team diversity inside and outside the team on the level of ambidexterity

The influence of team diversity inside and outside the team on the level of ambidexterity The influence of team diversity inside and outside the team on the level of ambidexterity Synopsis onderszoeksplan Afstudeerscriptie Strategisch Management, faculteit Bedrijfskunde, Wendy Poppelaars -

Nadere informatie

Wanneer is ergotherapie bij Parkinson effectief?

Wanneer is ergotherapie bij Parkinson effectief? Wanneer is ergotherapie bij Parkinson effectief? Ingrid Sturkenboom, ergotherapeut-onderzoeker Radboudumc, Nijmegen Begeleiding vanuit Radboudumc: Promotoren: Ria Nijhuis- van der Sanden, Bas Bloem Co-promotoren:

Nadere informatie

- 172 - Prevention of cognitive decline

- 172 - Prevention of cognitive decline Samenvatting - 172 - Prevention of cognitive decline Het percentage ouderen binnen de totale bevolking stijgt, en ook de gemiddelde levensverwachting is toegenomen. Vanwege deze zogenaamde dubbele vergrijzing

Nadere informatie

Stellingen en uitleg over talentgerichte ontwikkeling op de basisschool

Stellingen en uitleg over talentgerichte ontwikkeling op de basisschool Stellingen en uitleg over talentgerichte ontwikkeling op de basisschool Stellingen Het begrip Talent zegt vooral iets over de capaciteiten van een leerling. Sommige leerlingen hebben meer talent dan anderen.

Nadere informatie

Ergotherapeutische conceptrichtlijn voor de individuele behandeling van borstkankerpatiënten in de nazorgfase

Ergotherapeutische conceptrichtlijn voor de individuele behandeling van borstkankerpatiënten in de nazorgfase Ergotherapeutische conceptrichtlijn voor de individuele behandeling van borstkankerpatiënten in de nazorgfase In het kader van: Toegepast Onderzoek Kwaliteitszorg en Ondernemen Realisatiefase 18 december

Nadere informatie

Stap 3 Leeractiviteiten begeleiden

Stap 3 Leeractiviteiten begeleiden Stap 3 Leeractiviteiten begeleiden Bij het begeleiden van leeractiviteiten kun je twee aspecten aan het gedrag van leerkrachten onderscheiden, namelijk het pedagogisch handelen en het didactisch handelen.

Nadere informatie

Format beoordelingsformulier FEM voor geschreven afstudeerwerk: de afstudeeropdracht Toelichting over het gebruik van het formulier:

Format beoordelingsformulier FEM voor geschreven afstudeerwerk: de afstudeeropdracht Toelichting over het gebruik van het formulier: Bijlage bij Andriessen, D. en Van der Marel, I. (2015) Beoordelingsmodel voor eindwerkstukken voor een Faculteit Economie & Manage-ment in het hbo. Tijdschrift voor Hoger Onderwijs, Jaargang 33, Nr. 2,

Nadere informatie

ToP en TOES. 19 Juni Interbeoordelaars- en intrabeoordelaarsbetrouwbaarheid. Onderzoeksrapportage VU MEDISCH CENTRUM HOGESCHOOL VAN AMSTERDAM

ToP en TOES. 19 Juni Interbeoordelaars- en intrabeoordelaarsbetrouwbaarheid. Onderzoeksrapportage VU MEDISCH CENTRUM HOGESCHOOL VAN AMSTERDAM Interbeoordelaars- en intrabeoordelaarsbetrouwbaarheid ToP en TOES 1 VU MEDISCH CENTRUM HOGESCHOOL VAN AMSTERDAM ToP en TOES Interbeoordelaars- en intrabeoordelaarsbetrouwbaarheid Onderzoeksrapportage

Nadere informatie

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Instructie Dit document hoort bij het beoordelingsformulier. Op het beoordelingsformulier kan de score per criterium worden ingevuld. Elk criterium kan op vijf niveaus

Nadere informatie

Hieronder geven wij antwoord op een aantal vragen, die van belang kunnen zijn bij het kiezen van een school voor uw kind(eren).

Hieronder geven wij antwoord op een aantal vragen, die van belang kunnen zijn bij het kiezen van een school voor uw kind(eren). Waarom kiezen voor onze school? Het is geen gemakkelijke opgave, een goede basisschool te kiezen voor uw kind(eren). De basisschool vervult immers een belangrijke rol in de opvoeding en ontwikkeling van

Nadere informatie

Meerjarenplan Stichting inzet voor Zorg

Meerjarenplan Stichting inzet voor Zorg Meerjarenplan Stichting inzet voor Zorg 2018-2021 Inleiding Het meerjarenplan 2016-2018 eindigt dit jaar, dat vraagt om een vervolg met inzicht naar een zeer dynamisch zorglandschap in een samenleving

Nadere informatie

Laag Vaardigheden Leerdoelen Formulering van vragen /opdrachten

Laag Vaardigheden Leerdoelen Formulering van vragen /opdrachten Blooms taxonomie Laag Vaardigheden Leerdoelen Formulering van vragen /opdrachten Evalueren Evalueren = de vaardigheid om de waarde van iets (literatuur, onderzoeksrapport, presentatie etc) te kunnen beoordelen

Nadere informatie

Aanmeldingsformulier Project Speciaal 2017 Om mee te kunnen doen aan Project Speciaal is het invullen van alle velden verplicht.

Aanmeldingsformulier Project Speciaal 2017 Om mee te kunnen doen aan Project Speciaal is het invullen van alle velden verplicht. Aanmeldingsformulier Project Speciaal 2017 Om mee te kunnen doen aan Project Speciaal is het invullen van alle velden verplicht. Voornaam Achternaam Emailadres Karin Schulinck (clustermanager) k.schulinck@heliomare.nl

Nadere informatie

Een brede kijk op onderwijskwaliteit Samenvatting

Een brede kijk op onderwijskwaliteit Samenvatting Een brede kijk op onderwijskwaliteit E e n o n d e r z o e k n a a r p e r c e p t i e s o p o n d e r w i j s k w a l i t e i t b i n n e n S t i c h t i n g U N 1 E K Samenvatting Hester Hill-Veen, Erasmus

Nadere informatie

Engels als Aanvullende Taal

Engels als Aanvullende Taal International School of Amsterdam Engels als Aanvullende Taal Richtlijnen voor Ouders English as an Additional Language (EAL) Dutch Het doel van het EAL programma is om kinderen zelfstandig en zelfverzekerd

Nadere informatie

Procesevaluatie Effectief Actief 2013. Drs. L. Ooms Dr. C.Veenhof

Procesevaluatie Effectief Actief 2013. Drs. L. Ooms Dr. C.Veenhof Procesevaluatie Effectief Actief 2013 Drs. L. Ooms Dr. C.Veenhof VOORWOORD Effectief Actief (EA) is een programma geïnitieerd door het Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen (NISB). Het heeft als doel

Nadere informatie

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Pediatric Volitional Questionnaire (PVQ) December 2013 Review: 1) G. Hodenius, J. Issel, J. Ohl 2) J.B.Grondal Invoer: E. van Engelen 1 Algemene gegevens

Nadere informatie

Samenvatting Onderzoek Pilot ISO Milieuprestatiemeting

Samenvatting Onderzoek Pilot ISO Milieuprestatiemeting Samenvatting Onderzoek Pilot ISO 14001 Milieuprestatiemeting 28 november 2018 door Mart van Assem N181101 VERSI E 28 NOVEMB ER 2018 SAMENVATTING ONDERZOEK PILOT ISO 14001 MILIEUPRESTATIEMETING 1 1 Achtergrond

Nadere informatie

Verslag 9 januari 2013 Aanwezigen: Verontschuldigd: Kadering project

Verslag 9 januari 2013 Aanwezigen: Verontschuldigd: Kadering project Verslag 9 januari 2013 Aanwezigen: David Dol, Kurt Kerkaert, Tina van de Loo, Sigrid Appeltans, Johan Neyt en Els Peters Verontschuldigd: Rik Loenders, Sara Kadering project Verduidelijking van de rol

Nadere informatie

Toetsbekwaamheid BKE november 2016

Toetsbekwaamheid BKE november 2016 Toetsbekwaamheid BKE november 2016 De Basiskwalificatie Examinering heeft als doel de hbo-toetspraktijk te versterken. Een belangrijk aspect in die toetspraktijk is het gesprek over toetsing: het vragen/

Nadere informatie

1 Ergotherapie 15 Uitgangspunten van de ergotherapie 15 De rechten van de mens op handelen en participatie 17 Casus Geertje en Roel 19

1 Ergotherapie 15 Uitgangspunten van de ergotherapie 15 De rechten van de mens op handelen en participatie 17 Casus Geertje en Roel 19 Inhoud Inhoud 5 Introductie 9 1 Ergotherapie 15 Uitgangspunten van de ergotherapie 15 De rechten van de mens op handelen en participatie 17 Casus Geertje en Roel 19 2 Historisch perspectief 21 3 Handelen

Nadere informatie

Kennisdeling in lerende netwerken

Kennisdeling in lerende netwerken Kennisdeling in lerende netwerken Managementsamenvatting Dit rapport presenteert een onderzoek naar kennisdeling. Kennis neemt in de samenleving een steeds belangrijker plaats in. Individuen en/of groepen

Nadere informatie

Congres Valpreventie Nijmegen, workshop Jos Leenders

Congres Valpreventie Nijmegen, workshop Jos Leenders Congres Valpreventie Nijmegen, 6-10-2016 workshop Jos Leenders Hoe om te gaan met tegengestelde wensen van cliënten, familieleden en zorgverleners bij het verlagen van het risico op vallen: Samen doelen

Nadere informatie

Samenvatting. Ontwikkeling en evaluatie van een implementatiestrategie voor het verzekeringsgeneeskundig protocol Depressieve stoornis

Samenvatting. Ontwikkeling en evaluatie van een implementatiestrategie voor het verzekeringsgeneeskundig protocol Depressieve stoornis Ontwikkeling en evaluatie van een implementatiestrategie voor het verzekeringsgeneeskundig protocol Depressieve stoornis Algemene inleiding Sinds 2006 zijn er 20 verzekeringsgeneeskundige protocollen ontwikkeld

Nadere informatie

Evaluatie Pilot Klasse-ergo basisschool De Bolster Amersfoort Ergotherapie Kinderen Amersfoort

Evaluatie Pilot Klasse-ergo basisschool De Bolster Amersfoort Ergotherapie Kinderen Amersfoort Evaluatie Pilot Klasse-ergo basisschool De Bolster Amersfoort Ergotherapie Kinderen Amersfoort Groep: 2 Leerkracht : Arianne van der Laan IB-er: Ria Ruyne Ergotherapeuten: Eelke van Haeften en Viviane

Nadere informatie

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een systematische review. Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 2

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een systematische review. Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 2 Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een systematische review Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 2 Toelichting bij de criteria voor het beoordelen van de kwaliteit van een

Nadere informatie

Inzet van social media in productontwikkeling: Meer en beter gebruik door een systematische aanpak

Inzet van social media in productontwikkeling: Meer en beter gebruik door een systematische aanpak Inzet van social media in productontwikkeling: Meer en beter gebruik door een systematische aanpak 1 Achtergrond van het onderzoek Bedrijven vertrouwen meer en meer op social media om klanten te betrekken

Nadere informatie

MEDEZEGGENSCHAP EN SUCCESFACTOREN. Ruysdael onderzoek 2015

MEDEZEGGENSCHAP EN SUCCESFACTOREN. Ruysdael onderzoek 2015 MEDEZEGGENSCHAP EN SUCCESFACTOREN Ruysdael onderzoek 2015 Succes maak je samen Ruysdael is gespecialiseerd in innovatie van mens en organisatie. Vanuit de overtuiging dat je samen duurzame meerwaarde creëert.

Nadere informatie

Beschrijving van de gegevens: hoeveel scholen en hoeveel leerlingen deden mee?

Beschrijving van de gegevens: hoeveel scholen en hoeveel leerlingen deden mee? Technische rapportage Leesmotivatie scholen van schoolbestuur Surplus Noord-Holland Afstudeerkring Begrijpend lezen 2011-2012, Inholland, Pabo-Alkmaar Marianne Boogaard en Yvonne van Rijk (Lectoraat Ontwikkelingsgericht

Nadere informatie

MASTERCLASS De datateam methode Examenresultaten Nederlands

MASTERCLASS De datateam methode Examenresultaten Nederlands MASTERCLASS De datateam methode Examenresultaten Nederlands Taal op koers 29 oktober 2014 Cindy Poortman en Kim Schildkamp Uitdagingen in de onderwijspraktijk Voortijdige schooluitval Gebrek aan praktische

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Een goede hand functie is van belang voor interactie met onze omgeving. Vanaf het moment dat we opstaan, tot we s avonds weer naar bed gaan,

Nadere informatie

Op zoek naar nieuwe standaarden voor examinering van Competentie Gericht Onderwijs. Confrontatie tussen twee visies

Op zoek naar nieuwe standaarden voor examinering van Competentie Gericht Onderwijs. Confrontatie tussen twee visies Op zoek naar nieuwe standaarden voor examinering van Competentie Gericht Onderwijs. Confrontatie tussen twee visies Inleiding Binnen de inspectie wordt gewerkt aan de afstemming en toekomstige integratie

Nadere informatie

2. Inhoud en samenhang van KIJK 0-4 jaar Inhoud Samenhang 30

2. Inhoud en samenhang van KIJK 0-4 jaar Inhoud Samenhang 30 Inhoudsopgave Inleiding 5 1. Uitgangspunten van KIJK! 0-4 jaar 7 1.1 Wat is KIJK! 0-4 jaar 9 1.2 Visie achter KIJK! 11 1.3 Ontwikkeling en leren 12 1.4 Het kinderlijk brein 17 1.5 Observeren 20 1.6 Gebruiksmogelijkheden

Nadere informatie

Symposium Zorg en onderwijs. Annemarie Tadema 8 april 2008

Symposium Zorg en onderwijs. Annemarie Tadema 8 april 2008 Symposium Zorg en onderwijs Annemarie Tadema 8 april 2008 Aanleiding onderzoek Burgerschapsparadigma: participeren in de samenleving KDC: segregatie Onderwijs: integratie/ inclusie Wet op de leerlinggebonden

Nadere informatie

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een diagnostische test of screeningsinstrument.

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een diagnostische test of screeningsinstrument. Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een diagnostische test of screeningsinstrument. Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 3. Toelichting bij de criteria voor

Nadere informatie

SAMENVATTING Het ontwikkelen van een solide studie design met bijbehorende instrumenten om een CRM training te evalueren

SAMENVATTING Het ontwikkelen van een solide studie design met bijbehorende instrumenten om een CRM training te evalueren SAMENVATTING Op de Intensive Care (IC) worden fouten gemaakt, sommige met ernstige gevolgen voor de patiënt. Er is steeds meer bewijs dat deze fouten kunnen worden vermeden, of de gevolgen er van af te

Nadere informatie

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel Workshop voorbereiden Uitleg Start De workshop start met een echte, herkenbare en uitdagende situatie. (v.b. het is een probleem, een prestatie, het heeft

Nadere informatie

Het implementeren van een value-model als kader voor innovatie in de gezondheidszorg: Productontwikkeling van testapparaten in de medische sector.

Het implementeren van een value-model als kader voor innovatie in de gezondheidszorg: Productontwikkeling van testapparaten in de medische sector. Het implementeren van een value-model als kader voor innovatie in de gezondheidszorg: Productontwikkeling van testapparaten in de medische sector. De ontwikkeling van een Value Creation Strategy. DOVIDEQ

Nadere informatie

Het gekantelde gesprek aan de keukentafel: Een methodiek. Seminar tijdens Supportbeurs - 10 mei 2012 door Bart van den Eijnde

Het gekantelde gesprek aan de keukentafel: Een methodiek. Seminar tijdens Supportbeurs - 10 mei 2012 door Bart van den Eijnde Het gekantelde gesprek aan de keukentafel: Een methodiek Seminar tijdens Supportbeurs - 10 mei 2012 door Bart van den Eijnde Het gekantelde gesprek Welkom Het keukentafelgesprek De ontwikkeling van een

Nadere informatie