Voorlegger nota van wijziging wetsvoorstel zeggenschap leraar

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Voorlegger nota van wijziging wetsvoorstel zeggenschap leraar"

Transcriptie

1 Voorlegger nota van wijziging wetsvoorstel zeggenschap leraar Is een leraar alleen in dienst van een school? Bij de Algemene Onderwijsbond denken we van niet: als je in Nederland voor de klas staat, ben je ook in dienst van de samenleving. Er wordt veel over de leraar gepraat, maar met de leraar wordt nauwelijks overlegd. Dat is vreemd: er is consensus over het belang van onderwijs voor de kennissamenleving en iedereen is er van doordrongen dat goede leraren onmisbaar zijn voor sterk onderwijs. Willen we de inhoud van ons vak goed waarborgen, dan moet de leraar in het onderwijs de status krijgen die andere beroepsgroepen ook hebben, zoals advocaten. Daarvoor is wetgeving nodig. Om dat pleidooi kracht bij te zetten, doet de AOb de Tweede Kamer en de minister van Onderwijs een handreiking met een nota van wijziging waarin dat wordt geregeld. De kiem van deze Nota van wijziging vond de AOb in een brief die staatssecretaris Halbe Zijlstra naar de Tweede Kamer stuurde in 2011 (Kamerstuk , nr. 9). Daarin liet hij weten dat hij het dossier professionele ruimte even liet voor wat het was en gaf hij aan open te staan voor suggesties van belanghebbenden. Die uitnodiging heeft de AOb van harte aangenomen en heeft een commissie ingesteld, (bestaande uit prof. dr. Mr. D. Mentink, hoogleraar onderwijsrecht Erasmus Universiteit Rotterdam, mevrouw mr. M. van Es, senior stafmedewerker AOb en de heer mr. drs. F.H.J.G. Brekelmans, bestuursadviseur AOb) die een voorstel heeft opgesteld. Het gaat de AOb er bij de versterking van de positie van leraren niet om dat de beroepsgroep voortaan de dienst uitmaakt: scholieren, werkgevers, ouders en andere belanghebbenden hebben allemaal hun rol in het onderwijssysteem. Wel willen we af van de situatie waarin de leraar uitvoerder is van plannen en regels die door mensen van buiten de klas zijn bedacht. Zonder daar nou ieders bedoeling bij in twijfel te willen trekken: daarmee wordt de leraar als de hoogopgeleide professional die hij zou moeten zijn tekort gedaan, en wordt de Nederlandse samenleving uiteindelijk geen dienst bewezen. De positie van de leraar staat ook op andere manieren onder druk: inspraak van de professional is door een aantal wetsvoorstellen verder gemarginaliseerd. Daarbij springen de zeer omstreden wetgevingstrajecten onderwijstijd voortgezet onderwijs en passend onderwijs het meest in het oog. Om met die eerste te beginnen: naast alle andere problemen die deze wetswijziging meebrengt, heeft de minister de medezeggenschap in het voortgezet zo aangetast dat ouders en scholieren inspraak krijgen met betrekking tot de jaarlijkse vaststelling van de kwantitatieve en kwalitatieve invulling van het onderwijsprogramma. De minister benadrukte in een toelichting dat het niet haar bedoeling was, maar intussen staat het wel in de wet. Dat komt zoals senatoren van de VVD terecht opmerkten hetzelfde als een patiëntenraad laten meebeslissen over het operatieplan van een chirurg. Wie de leraar als professional serieus neemt, bedenkt zoiets niet. Maar omdat de beroepsgroep er in dit traject een afwijkende mening op nahield, werd deze nauwelijks gehoord. Ook bij de behandeling van de wet Passend Onderwijs raakt de visie van de onderwijsprofessional verder in de verdrukking. Door inspraak over maatwerk aan zorgleerlingen niet langer op schoolniveau te regelen maar op het niveau van veel scholen omvattende samenwerkingsverbanden, dreigt de menselijke maat zoek te raken. Scholen vinden iets over zorgplannen, gemeenten hebben er iets over te /3

2 zeggen en de minister stelt voor om vraagstukken voor te leggen aan onderwijskundigen. Terwijl de deskundigheid nu juist te vinden is op het niveau van de leraren en begeleiders. Die komen in de door het ministerie voorgestelde situatie in een tang terecht zodra zich problemen voordoen: ouders of verzorgers wenden zich in zo n situatie terecht tot degene die rechtstreeks voor hun kind zorgt, maar deze moet doorverwijzen naar een onoverzichtelijke kolos voor inspraak. Dat is behalve gezagsondermijnend ook domweg onwerkbaar. Tel daarbij op de convenanten over het onderwijs die de minister in de eerste plaats toch sloot met de werkgevers en niemand ziet meer op van het feit dat de verhoudingen in het veld dermate zijn gepolariseerd dat leraren zich nauwelijks nog serieus genomen voelen door kabinet en collegevoorzitters. Studiekiezers zien dat ook: zij laten het onderwijs om een aantal problemen links liggen. Willen we als samenleving dat een loopbaan voor de klas aantrekkelijker wordt, dan moeten we dat gevoel wegnemen. In feite is de versterking van de positie van de leraar een van de problemen die het goedkoopst is op te lossen: andere problemen waarmee het onderwijs kampt door een jarenlange nullijn blijft het salaris achter ten aanzien van de beroepen voor hoogopgeleiden in de vrije markt en daarnaast is er tijdelijk sprake van een slecht perspectief op de arbeidsmarkt vinden we ook belangrijk, maar vergen een groot financieel offer van het rijk. Politici die stellen dat mensen die een loopbaan ambiëren voor de klas niet uit zijn op een mega-salaris, hebben gelijk. Maar om het beroep op zijn minst aantrekkelijker te maken voor hoogopgeleiden, is het van belang dat leraren veel meer zeggenschap krijgen over hun beroep. Daarom moet de professionele ruimte van de leraar worden verankerd in deugdelijke wetgeving. Maak de beroepsgroep verantwoordelijk voor de vakbekwaamheid en gun ze de autonomie op de inhoud van het vak dat ze geven. Alleen op die manier krijgen leraren de positie terug die ze nodig hebben om op te komen voor hun vak. Allen op die manier kunnen we voorkomen dat bedrijfseconomische argumenten van onderwijsbestuurders het altijd winnen van de vakinhoudelijke. Het is natuurlijk niet de eerste keer dat de AOb pleit voor een sterkere positie van de leraar. Het is wel de eerste keer dat de AOb de staatssecretaris een handreiking doet met betrekking tot de zeggenschap van leraren. We kennen een aantal bezwaren: vanuit het ministerie van OCW hebben we bij eerdere gelegenheden de tegenwerping gehoord dat de overheid juist staat voor vermindering van de regeldruk. Ook zal vanuit bestuurlijke en confessionele hoek worden geconcludeerd dat het wetsvoorstel haaks staat op Artikel 23 van onze Grondwet waarin de onderwijsvrijheid is geregeld. Bij de AOb zien we in beide gevallen het probleem niet: de door ons opgestelde Nota van wijziging gaat immers alleen in op de inhoud van het beroep dat we uitoefenen. Het voorstel verlegt geen bevoegdheden van Colleges van Bestuur naar de lerarenkamer. Het gaat immers om nadere deugdelijkheidseisen of bekostigingsvoorwaarden die de wetgever stelt aan de inrichting van het onderwijs. In die zin kan Artikel 23 eenvoudigweg niet in gevaar komen. Ook wat betreft de regeldruk kunnen we eventuele zorgen wegnemen: het gaat ons om waarborgwetgeving die eisen stelt aan de kwaliteit van de beroepsgroep. Door de verantwoordelijkheid daarvoor bij de leraar zelf te leggen, wordt de verhouding tussen bestuurders, leraren en ouders/scholieren juist in evenwicht gebracht en zal /3

3 dat uiteindelijk leiden tot een meer ontspannen gezagsverhouding die het mogelijk maakt minder randvoorwaarden dicht te regelen. Uiteraard ben ik namens de Algemene Onderwijsbond van harte bereid om onze plannen toe te lichten en kunt u een beroep doen op de expertise van de opstellers van de bijgevoegde Nota van Wijziging plus verdere documenten ter onderbouwing van de nota. Hoogachtend, Walter Dresscher, Voorzitter Algemene Onderwijsbond /3

4 Wetsvoorstel Versterking positie leraren Wetsvoorstel.indd :35

5 Wetsvoorstel.indd :35

6 Inhoud 4 Voorwoord 8 Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal 8 ARTIKEL I 11 ARTIKEL II 14 ARTIKEL III 17 ARTIKEL IV 21 Toelichting 21 1 Algemeen Noodzaak Constitutionele aspecten 25 2 Het gewijzigde wetsvoorstel Basisstructuur Elementen van het gewijzigde wetsvoorstel 30 Artikelsgewijze toelichting 32 Beleidsbrief 32 1 De zeggenschap van de leraren 33 2 De positie van de leraar t.o.v. de overheid, adviesorganen van de overheid en de Inspectie 3 Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 13 Wetsvoorstel.indd :35

7 Voorwoord Bij de Algemene Onderwijsbond is de discussie over de versterking van de positie van de leraar altijd met veel belangstelling gevolgd. Toch vindt de AOb het nu tijd voor de volgende fase in het debat: er moet resultaat worden geboekt zodat de leraar zijn vak nog beter kan uitoefenen. En het lijkt er toch echt op dat de versterking van de inhoudelijke zeggenschap van de leraar niet lukt zonder een sterke verankering in de wet. Om onze wens kracht te geven, toont de AOb zijn goede wil via deze handreiking aan de wetgever. Met het instellen van een commissie heeft de AOb de afgelopen maanden werk gemaakt van een Tweede nota van wijziging van het Wetsvoorstel versterking positie leraren. 1 De voordelen van een wet ten opzichte van een professioneel statuut zijn voor iedereen helder. Immers een wet zorgt voor een duurzamer borging van de professionele ruimte van leraren binnen een school of onderwijsinstelling. Het statuut is niet meer dan een afspraak tussen de sociale partners waaraan een school niet is gebonden. Bovendien biedt opname in de onderwijswetgeving de Inspectie concrete aangrijpingspunten bij het toezicht op het leraarschap. 2 1 De commissie bestond uit: prof. mr. dr. D. Mentink, emeritus hoogleraar onderwijsrecht Erasmus Universiteit Rotterdam, mevrouw mr. M. van Es, senior stafmedewerker AOb en de heer mr. drs. F.H.J.G. Brekelmans, bestuursadviseur AOb. 2 Kamerstukken II , , nr. 10, p Wetsvoorstel.indd :35

8 Alle partijen zijn het eens over het feit dat de leraar een centrale rol speelt in het onderwijs. De Memorie van Toelichting bij het Wetsvoorstel versterking positie leraren 3 begint er zelfs mee: De leraar heeft een centrale rol in het realiseren van de kwaliteit van het onderwijs. Het zijn de leraren die dagelijks invulling geven aan het primaire proces op school en daarmee de sleutel tot goed onderwijs vormen. Het is dan ook van groot belang de leraar zodanig in positie te brengen dat hij zijn deskundigheid zo goed mogelijk in dienst kan stellen van de leerling. De opvatting over de centrale rol van de leraar bij het realiseren van kwalitatief goed onderwijs komt niet uit de lucht vallen. In de Memorie van Toelichting worden tal van adviezen, onderzoeken en de convenanten Leerkracht van Nederland 4 genoemd die er aan ten grondslag liggen. Tijdens het voorbereidend onderzoek van het Wetsvoorstel hebben de Kamerleden van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) de centrale rol van de leraar 5 zo gemeenschappelijk onderschreven, dat de AOb vaststelt dat de politiek deze geen discussiepunt vindt maar een vaststaand feit. Minder politieke consensus is er over de vraag of en hoe de positie van de leraar in de wet moet worden verankerd. Sommige politici zullen zich zelfs afvragen of het wel nodig is de positie van de leraar te versterken, of kanttekeningen plaatsen bij de keuze van de wet als instrument hiervoor. 3 Het betreft het Wetsvoorstel tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs, de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en de Wet medezeggenschap op scholen in verband met de versterking van de positie van personeel dat is belast met het geven van onderwijs, Kamerstukken II , , nr. 3, p Het betreft de sectorale Convenanten Leerkracht van Nederland voor primair en voortgezet onderwijs, het middelbaar en hoger onderwijs, Staatscourant 2009, nr. 42, 3 maart Kamerstukken II , , nr. 6 en nr Wetsvoorstel.indd :35

9 Deze vragen houden natuurlijk ook de beroepsgroep zelf bezig: de positie van de leraar is een terugkerend thema op besprekingen binnen de Onderwijscoöperatie waarin de AOb participeert. Het komt ook aan de orde bij overleggen met de werkgeversorganisaties in het onderwijs. Op verzoek van de staatssecretaris van OCW 6 houdt de Tweede Kamer de behandeling van het Wetsvoorstel versterking positie leraren aan om ruimte te bieden aan de werkgeversorganisaties om met de Onderwijscoöperatie en de vakbonden afspraken te maken over de versterking van de positie van de leraar. Het wetgevingstraject ligt hierdoor al bijna een jaar stil. In dat jaar zijn geen afspraken gemaakt tussen de de drie groepen die de positie van de leraar versterken. Met andere woorden: de geboden mogelijkheid van zelfregulering heeft tot op heden geen vruchten afgeworpen. Het zal niemand verbazen dat de AOb niet langer wil wachten met de versterking van de professionele ruimte van de leraar. Daarom hebben we samen met de genoemde commissie het voorliggende document opgesteld. Het bestaat uit twee onderdelen: de AOb-beleidsbrief en de Tweede nota van wijziging. In de Tweede nota van wijziging staan in de toelichting de gronden die een wettelijke regeling, die de positie van de leraar/leraren binnen de school/onderwijsinstelling regelt, noodzakelijk maken. Naast wetgeving moet ook de onderwijscultuur worden veranderd en daar zullen alle genoemde partijen, werkgeversorganisaties, bonden, werkgevers en de Onderwijscoöperatie aan moeten bijdragen. Maar voor het veranderen van de onderwijscultuur is het vooral van groot belang dat de wetgever de leraren een 6 Kamerstukken II , , nr. 9, p Wetsvoorstel.indd :35

10 wettelijke positie geeft die past bij professionals en de beroepsgroep die hen vertegenwoordigt. Dat gebeurt al, maar het kan veel beter. In de beleidsbrief geeft de AOb vooral aan op welke wijze de leraren en de beroepsgroep bij het overheidsbeleid betrokken dienen te worden. De Tweede nota van wijziging bevat een toelichting, die uitsluitend betrekking heeft op de wetsartikelen. Met andere woorden: in de toelichting staan niet de beleidsvisies van de AOb. Deze staan in de beleidsbrief. drs. W.T.G. Dresscher voorzitter Algemene Onderwijsbond 7 Wetsvoorstel.indd :35

11 Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs, de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en de Wet medezeggenschap op scholen in verband met de versterking van de positie van personeel dat is belast met het geven van onderwijs Nr.13 Tweede nota van wijziging 7 Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: ARTIKEL I De Wet op het primair onderwijs wordt gewijzigd als volgt: Na artikel 17 wordt een nieuw artikel 17a ingevoegd, luidend als volgt: Artikel 17a Adviserend lid bestuur Een lid van het lerarenberaad, bedoeld in artikel 29b en 29c, wordt in de 7 Vanwege de leesbaarheid van de Nota van wijziging is niet de redactie gehanteerd die gebruikelijk is voor een Nota van wijziging. 8 Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 13 Wetsvoorstel.indd :35

12 gelegenheid gesteld de vergaderingen van het bestuur bij te wonen, in welke vergaderingen dit lid een adviserende stem heeft. De artikelen 17a, b, c worden vernummerd tot artikel 17b, c en d. Na artikel 29 wordt ingevoegd artikel 29a, b, c en d, luidend als volgt: Artikel 29a Deskundigheid en verantwoordelijkheid leraar 1. Op grond van de bekwaamheid tot het geven van onderwijs, bedoeld in artikel 32a en artikel 2 Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel, beschikt de leraar over voldoende pedagogische, didactische en vakinhoudelijke zeggenschap. 2. De in het eerste lid bedoelde zeggenschap omvat in elk geval dat de leraar a. de leerstof selecteert en ordent, b. werkvormen, materialen en media kiest, c. de prestaties van de leerling beoordeelt, waaronder mede wordt begrepen d. het maken van toetsen, het kiezen en samenstellen hiervan, e. de begeleiding van de leerling vaststelt, en f. het contact met de ouders onderhoudt. Artikel 29b Deskundigheid en verantwoordelijkheid lerarenberaad 1. Aan een school wordt een lerarenberaad ingesteld. Het beraad bestaat uit leraren die door het bevoegd gezag zijn benoemd of aangesteld of tewerk zijn gesteld en werkzaam zijn aan de desbetreffende school. 9 Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 13 Wetsvoorstel.indd :35

13 2. Het bevoegd gezag legt de documenten die betrekking hebben op het onderwijskundig beleid en het beleid met betrekking tot de kwaliteit van het onderwijs en de uitvoering daarvan, waaronder in ieder geval begrepen worden het schoolplan en de schoolgids, voor advies voor aan het lerarenberaad. 3. Het lerarenberaad kan over de documenten, bedoeld in het tweede lid, uit eigen beweging advies uitbrengen aan het bevoegd gezag. 4. Indien het bevoegd gezag een besluit neemt waarbij een advies van het lerarenberaad niet of niet geheel wordt gevolgd, stelt het bevoegd gezag het lerarenberaad zo spoedig mogelijk schriftelijk in kennis van de redenen van het afwijken van het advies. 5. Het bevoegd gezag stelt na overleg met het lerarenberaad een reglement vast voor de werkwijze van het lerarenberaad. Artikel 29c Deskundigheid en verantwoordelijkheid gemeenschappelijk lerarenberaad 1. Elk bevoegd gezag heeft een gemeenschappelijk lerarenberaad. In het geval dat het bevoegd gezag één school onder zich heeft, is dit gemeenschappelijk lerarenberaad gelijk aan het lerarenberaad, bedoeld in artikel 29b, eerste lid. 2. Het bevoegd gezag legt de hoofdlijnen van het onderwijskundig beleid en het beleid met betrekking tot de kwaliteit van het onderwijs en de uitvoering daarvan, voor zover dat bovenschools wordt vastgesteld, voor advies voor aan het gemeenschappelijk lerarenberaad. 10 Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 13 Wetsvoorstel.indd :35

14 3. Het gemeenschappelijk lerarenberaad kan over de hoofdlijnen, bedoeld in het tweede lid, uit eigen beweging advies uitbrengen aan het bevoegd gezag. 4. Indien het bevoegd gezag een besluit neemt waarbij een advies van het gemeenschappelijk lerarenberaad niet of niet geheel wordt gevolgd, stelt het bevoegd gezag het gemeenschappelijk lerarenberaad zo spoedig mogelijk schriftelijk in kennis van de redenen van het afwijken van het advies. 5. Het bevoegd gezag stelt na overleg met het gemeenschappelijk lerarenberaad een reglement vast voor de werkwijze van het gemeenschappelijk lerarenberaad. ARTIKEL II De Wet op de expertisecentra wordt gewijzigd als volgt: Na artikel 28f wordt een nieuw artikel 28g ingevoegd, luidend als volgt: Artikel 28g Adviserend lid bestuur Een lid van het lerarenberaad, bedoeld in artikel 29b en 29c, wordt in de gelegenheid gesteld de vergaderingen van het bestuur bij te wonen, in welke vergaderingen dit lid een adviserende stem heeft. De artikelen 28g, h, i en j worden vernummerd tot artikel 28 h, i, j en k. Na artikel 29 wordt ingevoegd artikel 29a, b en c, luidend als volgt: 11 Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 13 Wetsvoorstel.indd :35

15 Artikel 29a Deskundigheid en verantwoordelijkheid leraar 1. Op grond van de bekwaamheid tot het geven van onderwijs, bedoeld in artikel 32a en artikel 2 Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel, beschikt de leraar over voldoende pedagogische, didactische en vakinhoudelijke zeggenschap. 2. De in het eerste lid bedoelde zeggenschap omvat in elk geval dat de leraar a. de leerstof selecteert en ordent, b. werkvormen, materialen en media kiest, c. de prestaties van de leerling beoordeelt, waaronder mede wordt begrepen het maken van toetsen, het kiezen en samenstellen hiervan, d. de begeleiding van de leerling vaststelt, en e. het contact met de ouders onderhoudt. Artikel 29b Deskundigheid en verantwoordelijkheid lerarenberaad 1. Aan een school wordt een lerarenberaad ingesteld. Het beraad bestaat uit leraren die door het bevoegd gezag zijn benoemd of aangesteld of tewerk zijn gesteld en werkzaam zijn aan de desbetreffende school. 2. Het bevoegd gezag legt de documenten die betrekking hebben op het onderwijskundig beleid en het beleid met betrekking tot de kwaliteit van het onderwijs en de uitvoering daarvan, waaronder in ieder geval het schoolplan en de schoolgids, voor advies voor aan het lerarenberaad. 12 Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 13 Wetsvoorstel.indd :35

16 3. Het lerarenberaad kan over de documenten, bedoeld in het tweede lid, uit eigen beweging advies uitbrengen aan het bevoegd gezag. 4. Indien het bevoegd gezag een besluit neemt waarbij een advies van het lerarenberaad niet of niet geheel wordt gevolgd, stelt het bevoegd gezag het lerarenberaad zo spoedig mogelijk schriftelijk in kennis van de redenen van het afwijken van het advies. 5 Het bevoegd gezag stelt na overleg met het lerarenberaad een reglement vast voor de werkwijze van het lerarenberaad. Artikel 29c Deskundigheid en verantwoordelijkheid gemeenschappelijk lerarenberaad 1. Elk bevoegd gezag heeft een gemeenschappelijk lerarenberaad. In het geval dat het bevoegd gezag één school onder zich heeft, is dit gemeenschappelijk lerarenberaad gelijk aan het lerarenberaad, bedoeld in artikel 29b, eerste lid. 2. Het bevoegd gezag legt de hoofdlijnen van het onderwijskundig beleid en het beleid met betrekking tot de kwaliteit van het onderwijs en de uitvoering daarvan, voor zover dat bovenschools wordt vastgesteld, voor advies voor aan het gemeenschappelijk lerarenberaad. 3. Het gemeenschappelijk lerarenberaad kan over de hoofdlijnen, bedoeld in het tweede lid, uit eigen beweging advies uitbrengen aan het bevoegd gezag. 4. Indien het bevoegd gezag een besluit neemt waarbij een advies van het gemeenschappelijk lerarenberaad niet of niet geheel wordt gevolgd, stelt het 13 Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 13 Wetsvoorstel.indd :35

17 bevoegd gezag het gemeenschappelijk lerarenberaad zo spoedig mogelijk schriftelijk in kennis van de redenen van het afwijken van het advies. 5. Het bevoegd gezag stelt na overleg met het gemeenschappelijk lerarenberaad een reglement vast voor de werkwijze van het gemeenschappelijk lerarenberaad. ARTIKEL III De Wet op het voortgezet onderwijs wordt gewijzigd als volgt: Na artikel 24c wordt een nieuw artikel 24d ingevoegd, luidend als volgt: Artikel 24d Adviserend lid bestuur Een lid van het lerarenberaad, bedoeld in artikel 32b3 en 32b4, wordt in de gelegenheid gesteld de vergaderingen van het bestuur bij te wonen, in welke vergaderingen dit lid een adviserende stem heeft. De artikelen 24d, e, e1, f en g worden vernummerd tot artikel 24e, f, g, h en i. Na artikel 32b1 wordt ingevoegd artikel 32b2, b3 en b4, luidend als volgt: Artikel 32b2 Deskundigheid en verantwoordelijkheid leraar 1. Op grond van de bekwaamheid tot het geven van onderwijs, bedoeld in artikel 36 en artikel 2 Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel, beschikt de leraar over voldoende pedagogische, didactische en vakinhoudelijke zeggenschap. 14 Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 13 Wetsvoorstel.indd :35

18 2. De in het eerste lid bedoelde zeggenschap omvat in elk geval dat de leraar a. de leerstof selecteert en ordent, b. werkvormen, materialen en media kiest, c. de prestaties van de leerling beoordeelt, waaronder mede wordt begrepen het maken van toetsen, het kiezen en samenstellen hiervan, d. de begeleiding van de leerling vaststelt, en e. het contact met de ouders onderhoudt. Artikel 32b3 Deskundigheid en verantwoordelijkheid lerarenberaad 1. Aan een school wordt een lerarenberaad ingesteld. Het beraad bestaat uit leraren die door het bevoegd gezag zijn benoemd of aangesteld of tewerk zijn gesteld en werkzaam zijn aan de desbetreffende school. 2. Het bevoegd gezag legt de documenten die betrekking hebben op het onderwijskundig beleid en het beleid met betrekking tot de kwaliteit van het onderwijs en de uitvoering daarvan, waaronder in ieder geval het schoolplan en de schoolgids, voor advies voor aan het lerarenberaad. 3. Het lerarenberaad kan over de documenten, bedoeld in het tweede lid, uit eigen beweging advies uitbrengen aan het bevoegd gezag. 4. Indien het bevoegd gezag een besluit neemt waarbij een advies van het lerarenberaad niet of niet geheel wordt gevolgd, stelt het bevoegd gezag het lerarenberaad zo spoedig mogelijk schriftelijk in kennis van de redenen van het afwijken van het advies. 15 Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 13 Wetsvoorstel.indd :35

19 5. Het bevoegd gezag stelt na overleg met het lerarenberaad een reglement vast voor de werkwijze van het lerarenberaad. Artikel 32b4 Deskundigheid en verantwoordelijkheid gemeenschappelijk lerarenberaad 1. Elk bevoegd gezag heeft een gemeenschappelijk lerarenberaad. In het geval dat het bevoegd gezag één school onder zich heeft, is dit gemeenschappelijk lerarenberaad gelijk aan het lerarenberaad, bedoeld in artikel 32b3, eerste lid. 2. Het bevoegd gezag legt de hoofdlijnen van het onderwijskundig beleid en het beleid met betrekking tot de kwaliteit van het onderwijs en de uitvoering daarvan, voor zover dat bovenschools wordt vastgesteld, voor advies voor aan het gemeenschappelijk lerarenberaad. 3. Het gemeenschappelijk lerarenberaad kan over de hoofdlijnen, bedoeld in het tweede lid, uit eigen beweging advies uitbrengen aan het bevoegd gezag. 4. Indien het bevoegd gezag een besluit neemt waarbij een advies van het gemeenschappelijk lerarenberaad niet of niet geheel wordt gevolgd, stelt het bevoegd gezag het gemeenschappelijk lerarenberaad zo spoedig mogelijk schriftelijk in kennis van de redenen van het afwijken van het advies. 5. Het bevoegd gezag stelt na overleg met het gemeenschappelijk lerarenberaad een reglement vast voor de werkwijze van het gemeenschappelijk lerarenberaad. 16 Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 13 Wetsvoorstel.indd :35

20 ARTIKEL IV De Wet educatie en beroepsonderwijs wordt gewijzigd als volgt: Artikel professioneel statuut vervalt. Na artikel 4.1.1a wordt ingevoegd artikel 4.1.1b, c en d luidend als volgt: Artikel 4.1.1b Deskundigheid en verantwoordelijkheid docenten 1. Op grond van de bekwaamheid tot het geven van onderwijs, bedoeld in artikel en artikel 2 Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel, beschikt de leraar over voldoende pedagogische, didactische en vakinhoudelijke zeggenschap. 2. De in het eerste lid bedoelde zeggenschap omvat in elk geval dat de docent a. de leerstof selecteert en ordent, b. werkvormen, materialen en media kiest, c. de prestaties van de leerling beoordeelt, waaronder mede wordt begrepen het maken van toetsen, het kiezen en samenstellen hiervan, d. de begeleiding van de deelnemer vaststelt, en e. voor zover van toepassing het contact met de ouders onderhoudt. 17 Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 13 Wetsvoorstel.indd :35

21 Artikel 4.1.1c Deskundigheid en verantwoordelijkheid docentenberaad 1. Aan elke opleiding wordt een docentenberaad verbonden. Het beraad bestaat uit docenten die door het bevoegd gezag zijn benoemd of aangesteld of tewerk zijn gesteld en werkzaam zijn aan de desbetreffende opleiding. 2. Het bevoegd gezag legt de documenten die betrekking hebben op het onderwijskundig beleid en het beleid met betrekking tot de kwaliteit van het onderwijs van de opleiding en de uitvoering daarvan, voor advies voor aan het docentenberaad. 3. Het docentenberaad kan over de documenten, bedoeld in het tweede lid, uit eigen beweging advies uitbrengen aan het bevoegd gezag. 4. Indien het bevoegd gezag een besluit neemt waarbij een advies van het docentenberaad niet of niet geheel wordt gevolgd, stelt het bevoegd gezag het docentenberaad zo spoedig mogelijk schriftelijk in kennis van de redenen van het afwijken van het advies. 5. Het bevoegd gezag stelt na overleg met het docentenberaad een reglement vast voor de werkwijze van het docentenberaad. Artikel 4.1.1c Deskundigheid en verantwoordelijkheid van het gemeenschappelijk docentenberaad 1. Elk bevoegd gezag heeft een gemeenschappelijk docentenberaad. 18 Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 13 Wetsvoorstel.indd :35

22 2. Het bevoegd gezag legt de hoofdlijnen die betrekking hebben op het onderwijskundig beleid en het beleid met betrekking tot de kwaliteit van het onderwijs en de uitvoering daarvan, voor zover dat voor de richting/domein/domeinoverstijgende niveau wordt vastgesteld, waaronder in ieder geval het stelsel van kwaliteitszorg, voor advies voor aan het gemeenschappelijk docentenberaad. 3. Het docentenberaad kan over de hoofdlijnen, genoemd in het tweede lid, uit eigen beweging advies uitbrengen aan het bevoegd gezag. 4. Indien het bevoegd gezag een besluit neemt waarbij een advies van het gemeenschappelijk docentenberaad niet of niet geheel wordt gevolgd, stelt het bevoegd gezag het gemeenschappelijk lerarenberaad zo spoedig mogelijk schriftelijk in kennis van de redenen van het afwijken van het advies. 5. Het bevoegd gezag stelt na overleg met het gemeenschappelijk docentenberaad een reglement vast voor de werkwijze van het gemeenschappelijk docentenberaad. Artikel Examencommissie Artikel lid 2 wordt gewijzigd als volgt: Het bevoegd gezag benoemt de leden van de examencommissie. Voor zover de examinering op grond van artikel 7.4.4a lid 1 en 2 WEB niet aan een exameninstelling of op grond van artikel 7.4.4a lid 3 WEB onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag wordt uitgevoerd door het bevoegd gezag van een school voor voortgezet onderwijs, kunnen als examinator slechts worden aangewezen 19 Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 13 Wetsvoorstel.indd :35

23 leden van het personeel die met het verzorgen van het onderwijs in de desbetreffende onderwijseenheid zijn belast, alsmede deskundigen van buiten de instelling. Na artikel wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidend als volgt: Artikel Adviserend lid college van bestuur Een lid van het lerarenberaad als bedoeld in artikel c en artikel d wordt in de gelegenheid gesteld de vergaderingen van het college van bestuur bij te wonen, in welke vergaderingen dit lid een adviserende stem heeft. 20 Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 13 Wetsvoorstel.indd :35

24 Toelichting 1 Algemeen 1.1 Noodzaak Op 7 oktober 2011 is de Kamer gevraagd de behandeling van het wetsvoorstel Versterking van de positie van personeel dat is belast met het geven van onderwijs aan te houden. De reden hiervoor was dat sociale partners op dat moment aangaven zelf aan de slag te zijn of aan de slag te gaan om een professioneel statuut te ontwikkelen met als doel de professionele dialoog in de school te stimuleren en te ondersteunen. Wanneer de balans thans wordt opgemaakt, blijkt dat in de sectoren primair, voortgezet en hoger onderwijs geen professioneel statuut tot stand is gekomen. Er is ook geen zicht op het tot stand komen hiervan binnen afzienbare termijn. De uitwerking van het professioneel statuut zoals dat in artikel Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) is vastgelegd, heeft de positie van de leraar in het middelbaar beroepsonderwijs niet merkbaar verbeterd. Gelet hierop zal het wetsvoorstel niet langer worden aangehouden en zullen we de behandeling voortzetten. In de Memorie van Toelichting staat: De leraar heeft een centrale rol in het realiseren van de kwaliteit van het onderwijs. Het zijn de leraren die dagelijks invulling geven aan het primaire proces op school en daarmee de sleutel tot goed onderwijs vormen. Het is dan ook van groot belang de leraar zodanig in positie te brengen dat hij zijn deskundigheid zo goed mogelijk in dienst kan stellen van de leerling. 21 Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 13 Wetsvoorstel.indd :35

25 Het in positie brengen van de leraar is uitgewerkt in het wetsvoorstel en wel als volgt. Het wetsvoorstel beoogt niet een norm te stellen voor de mate van zeggenschap die de leraar in de school minimaal moet hebben. Het wetsvoorstel legt bij het bevoegd gezag de verantwoordelijkheid om invulling te geven aan de afspraken over de wijze waarop de zeggenschap over het onderwijskundig en kwaliteitsbeleid wordt georganiseerd. Voorts is het aan de leraren en het bevoegd gezag om concrete afspraken te maken over de wijze waarop zij de zeggenschap van leraren organiseren. Bij de organisatorische invulling van de zeggenschap kan gedacht worden aan lerarenraad of onderwijsteams, of leraren die zich rond thema s als curriculumontwikkeling, toetsing en beoordeling organiseren. In de voorliggende Nota van wijziging is een nadere precisering gegeven van de brief aan de Voorzitter van de Tweede Kamer (Kamerstuk , nr. 9), waarin drie mogelijkheden worden gegeven om het wetsvoorstel verder te concretiseren. Deze nadere precisering houdt in dat in het gewijzigde voorstel de positie van de leraar en de leraren wordt verankerd. De voornaamste reden die tot deze nadere precisering heeft geleid is de grotere bestuurlijke vrijheid. De wetgever heeft aan deze bestuurlijke vrijheid in het kader van goed besturen randvoorwaarden gesteld. Zo dient het bevoegd gezag actief vorm te geven aan goed bestuur, door middel van een samenhangend stelsel van intern toezicht en verantwoording. Daarnaast is de positie voor het personeel (als werknemers), ouders, leerlingen, deelnemers en studenten door middel van de Wet medezeggenschap op scholen (WMS), de Wet op de ondernemingsraden (WOR), de WEB (medezeggenschap deelnemers) en het klachtrecht in de wet vastgelegd. De medezeggenschap en het klachtrecht zijn een onmisbare schakel in de totale keten van checks and balances binnen de instelling en een noodzakelijke randvoorwaarde voor goed bestuur. In de keten van checks and balances 22 Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 13 Wetsvoorstel.indd :35

26 heeft de beroepsbeoefenaar nog geen heldere wettelijke positie. De voorliggende Nota van wijziging voorziet daarin. Het voorstel legt de positie van de leraar/leraren ten opzichte van het bevoegd gezag vast. Met het vastleggen van de positie van de beroepsbeoefenaars heeft de wetgever de posities van alle belanghebbenden in het kader van goed bestuur geordend. Deze ordening geeft duidelijk aan wie waarvoor staat en aanspreekbaar is. Met het vastleggen van de positie van de leraar/de leraren in de wet blijft de regering de gedachte onderschrijven dat de school een onderwijsgemeenschap is waaraan ook anderen, zoals ouders en leerlingen/deelnemers/studenten, dan de leraar deelnemen. Maar dat betekent niet dat alle leden van deze gemeenschap eenzelfde verantwoordelijkheid, taak en rol hebben. Een professional is niet gelijk aan een leerling of een ouder. Als inhoudelijk beroepsbeoefenaar heeft hij een eigen verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het te geven onderwijs en is hij daarop aan te spreken. Naast de genoemde reden ziet de regering in toenemende mate dat er steeds meer bestuurlijke netwerkvorming ontstaat zowel binnen het onderwijs, zoals de samenwerkingsverbanden passend onderwijs, als buiten het onderwijs met andere besturen van buiten het onderwijs, zoals van jeugdzorg of kinderopvang. Afspraken tussen deze netwerken kunnen de positie van de leraar beïnvloeden. Deze bestuurlijke netwerkvorming maakt het noodzakelijk dat de positie van de leraar/leraren in de wet wordt geregeld. In het gewijzigde wetsvoorstel wordt de positie van het bevoegd gezag, zoals blijkt uit de toelichting op het voorstel in onderdeel 3, niet gewijzigd. Het bevoegd gezag blijft juridisch eindverantwoordelijk voor het onderwijskundig beleid en de onderwijskwaliteit van de school/de onderwijsinstelling. 23 Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 13 Wetsvoorstel.indd :35

27 Het gewijzigde wetsvoorstel Versterking positie leraren zou moeten gelden voor alle onderwijssectoren, uitgezonderd de universiteiten. De hogescholen vallen echter evenals universiteiten onder de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW). Weliswaar heeft de docent aan de hogeschool net als een hoogleraar en een docent aan de universiteit op grond van artikel 1.6 WHW academische vrijheid. Maar door het verschil in structuur tussen universiteit en hogeschool is de academische vrijheid van de docent aan een hogeschool feitelijk beperkter dan die van de hoogleraar en docent van de universiteit. Het versterken van de positie van de docent van de hogeschool kan op drie wijzen plaatsvinden. Aangesloten kan worden bij het gewijzigde voorstel, maar ook kan gekozen worden de structuur van de universiteit van overeenkomstige toepassing te verklaren op de hogescholen. Een derde mogelijkheid is om net als voor de medezeggenschap in de WHW een keuzemodel te introduceren, inhoudende een structuurwijziging dan wel een wijziging van de artikelen die de positie van de docent versterken. De discussie over de vraag voor welke van de drie opties gekozen moet worden is op het niveau van de wetgeving nog niet uitgekristalliseerd. Binnen zes maanden na indiening van dit voorstel zullen we onze opvatting over de gewenste wettelijke regeling kenbaar maken. 1.2 Constitutionele aspecten Met de voorgestelde nadere concretisering met betrekking tot de versterking van de positie van de leraar blijft het bevoegd gezag eindverantwoordelijk voor de (goede) gang van zaken op de school, waaronder voor de onderwijskwaliteit. Op deze wijze past deze nadere concretisering binnen het constitutionele kader zoals is neergelegd in artikel 23, vijfde en zesde lid van de Grondwet. Het gaat immers 24 Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 13 Wetsvoorstel.indd :35

28 om nadere deugdelijkheidseisen of bekostigingsvoorwaarden die de wetgever stelt aan de inrichting van het onderwijs. In paragraaf 1.1 is al ingegaan op de redenen en omstandigheden waarom in lijn met de beleidsontwikkeling naar meer beleidsruimte en beleidsverantwoordelijkheid voor schoolbesturen, het de taak van de wetgever wordt geacht de rol van de leraar als professional zo zeker mogelijk te stellen en te waarborgen dat hij als inhoudelijk beroepsbeoefenaar in collectief verband goed betrokken wordt en invloed kan uitoefenen op het bestuurlijk handelen. 2 Het gewijzigde wetsvoorstel 2.1 Basisstructuur Wat betreft de zeggenschap van de leraar/de leraren is in de Nota van wijziging als uitgangspunt genomen de structuur van de universiteiten. De regering ziet geen reden om deze structuur niet van toepassing te verklaren op de andere onderwijssectoren. In de ogen van de regering moet de positie van de beroepsbeoefenaar in wezen gelijk zijn. De onderwijssector levert geen argument op om de beroepsbeoefenaar werkzaam in een bepaalde onderwijssector meer zeggenschap toe te kennen dan zijn collega werkzaam in een andere onderwijssector. De wijze waarop de leraren samen het onderwijs regelen kan evenwel ten gevolge van factoren als schaalgrootte en inrichting van de organisatie per instelling verschillen. 25 Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 13 Wetsvoorstel.indd :35

29 De structuur aan de universiteiten, voor zover van belang, ziet er in het kort als volgt uit. De organisatie binnen de universiteit is ingegeven door het uitgangspunt van de professionele autonomie van de docenten. Het college van bestuur (CvB) is belast met het bestuur van de universiteit als geheel. Daartoe beschikt het CvB onder meer over de bevoegdheid om op bepaalde terreinen algemene richtlijnen aan de faculteiten (lees: de decanen) uit te vaardigen. Deze bevoegdheid is echter begrensd. De faculteit heeft vooral gelet op de academische vrijheid van onderwijs een eigen verantwoordelijkheid ten aanzien van de inhoud en de vormgeving van het onderwijs. De faculteiten nemen naast het CvB een zelfstandige positie in: de verzorging van het onderwijs geschiedt in de faculteiten en de faculteiten hebben eigen bij de wet toegekende bevoegdheden ten aanzien van het onderwijs. Aan het hoofd van een faculteit staat een decaan. Deze is onder meer belast met het vaststellen van de onderwijs- en examenregeling en het vaststellen van het jaarlijkse onderzoeksprogramma van de faculteit. De positie van de individuele professional is evenzeer in de WHW geregeld. Dat geldt allereerst voor de hoogleraar. Deze is bij uitstek verantwoordelijk voor de inhoud van het te geven onderwijs. Dat geldt voorts voor de docent-examinator. Aan hem komt de exclusieve bevoegdheid toe om tentamens af te nemen. Tot slot kent elke opleiding of groep van opleidingen een opleidingscommissie, die advies uitbrengt aan het bestuur van de opleiding over alle aangelegenheden betreffende het onderwijs in de desbetreffende opleiding. Hierna volgt een toelichting op de onderdelen van het gewijzigde wetsvoorstel. 26 Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 13 Wetsvoorstel.indd :35

30 2.2 Elementen van het gewijzigde wetsvoorstel a. Het onderwijskundig beleid en het beleid met betrekking tot de kwaliteit van het onderwijs Het bevoegd gezag stelt het onderwijskundig beleid, het beleid met betrekking tot de kwaliteit van het onderwijs en de uitvoering daarvan vast. De Nota van wijziging brengt in dit uitgangspunt geen wijziging. Het feit dat het bevoegd gezag eindverantwoordelijk is voor het onderwijs- en kwaliteitsbeleid betekent dat het bevoegd gezag het aanspreekpunt blijft voor de Inspectie. Het bevoegd gezag dient documenten die betrekking hebben op het onderwijskundig beleid en het beleid met betrekking tot de kwaliteit van het onderwijs en de uitvoering daarvan, voor advies voor te leggen aan het lerarenberaad/docentenberaad. In het voorstel is aangegeven om welke documenten het in ieder geval gaat. In het primair en voortgezet onderwijs zijn dat in ieder geval het schoolplan en de schoolgids. In het schoolplan wordt het beleid met betrekking tot de kwaliteit van het onderwijs beschreven. Dit betreft in elk geval het onderwijskundig beleid en het beleid met betrekking tot de interne kwaliteitszorg: de bewaking en verbetering van de kwaliteit van het onderwijs. Daarnaast is er de schoolgids waarin de school verantwoording aflegt over het beleid met betrekking tot de kwaliteit van het onderwijs. De schoolgids beschrijft het functioneren van de school. Het is een openbare verantwoording van de school naar ouders en leerlingen over de doelen die worden nagestreefd, de activiteiten die daartoe worden ondernomen en de resultaten die daarmee worden geboekt. In het middelbaar beroepsonderwijs moet het bevoegd gezag in ieder geval advies vragen aan het gemeenschappelijk docententeam over het stelsel van kwaliteitszorg en het zelfevaluatieverslag. 27 Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 13 Wetsvoorstel.indd :35

31 Indien het bevoegd gezag het advies van het lerarenberaad/docentenraad niet of niet geheel heeft gevolgd, worden zo spoedig mogelijk de redenen van het afwijken van het advies schriftelijk aan het lerarenberaad/docentenberaad medegedeeld.het lerarenberaad is te vergelijken met de hierboven genoemde opleidingscommissies. Het bevoegd gezag stelt na overleg met het lerarenberaad/docentenberaad een reglement op dat de werkwijze van het beraad regelt. Dit kan per bestuur en per school verschillen. Het regelt uitsluitend procedures, zoals de verkiezing van het lerarenberaad en de wijze waarop advies wordt gegeven. Na het advies van het (gemeenschappelijk) lerarenberaad/docentenberaad stelt het bevoegd gezag het beleid vast. Het bevoegd gezag stel voorts na overleg met het (gemeenschappelijk) lerarenberaad/docentenberaad het reglement vast. Daarna dient het bevoegd gezag conform de Wet medezeggenschap op scholen (WMS) deze besluiten voor zover het WMS besluiten betreffen - als voorgenomen besluiten aan de medezeggenschapsraad voor te leggen. Hetzelfde geldt voor het bestuur van een ROC, zij het dat dan niet de WMS maar de Wet op de ondernemingsraden van toepassing is. b. Deskundigheid en verantwoordelijkheid leraar Het vertrekpunt voor de inhoudelijke zeggenschap is de individuele leraar. Dit betekent niet dat de leraar geheel autonoom is. Het spreekt voor zich dat leraren die bijvoorbeeld in een bepaald vaksectie werkzaam zijn gezamenlijke afspraken over het onderwijs maken. Dit tast de eigenstandige professionaliteit van de leraar niet aan. Ook het bevoegd gezag kan nadere regels vaststellen over de wijze waarop de leraren dienen samen te werken. Het vorenstaande is niet anders dan bij andere beroepsbeoefenaren. 28 Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 13 Wetsvoorstel.indd :35

32 In het voorstel wordt aangesloten bij het Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel. Het Besluit wordt binnenkort vervangen door de tekst opgenomen in het Voorstel herijking bekwaamheidseisen van leraren. De bekwaamheid tot het geven van onderwijs, bedoeld in betreffende onderwijswet en artikel 2 Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel, houdt in dat de leraar dient te beschikken over voldoende pedagogische, didactische en vakinhoudelijke zeggenschap. Onder zeggenschap wordt verstaan de bevoegdheid van de leraar/de leraren om over een bepaald onderwerp te kunnen beslissen. De onderdelen waarop de leraar in elk geval zeggenschap heeft, worden in de wet vastgelegd. Het spreekt voor zich dat de leraren zich bij het uitoefenen van de zeggenschap over in de wet genoemde onderwerpen rekenschap moeten geven van wat onder andere in de kerndoelen, eindtermen en eindexamenbesluiten is vastgelegd over wat de leerlingen en de deelnemers moeten kennen en kunnen. c. Het bijwonen van de vergadering van het bestuur De besluiten genomen door het bestuur zijn veelal besluiten die het beheer, de voorzieningen, waaronder mede wordt begrepen de huisvesting, en het personeelsbeleid betreffen. In het voorstel is een bepaling opgenomen die regelt dat een lid van het (gemeenschappelijk) lerarenberaad/docentenberaad de vergaderingen van het bestuur bijwoont (vergelijk in dit verband artikel 9.12, tweede lid WHW). De taak van dit lid van het bestuur is om bij de genoemde besluiten te adviseren over de eventuele gevolgen van genoemde besluiten voor het onderwijskundige beleid en het beleid met betrekking tot de kwaliteit van het onderwijs. Het verdient de voorkeur dat iedere twee of drie jaar een ander lid van het (gemeenschappelijk) lerarenberaad de vergaderingen bijwoont. 29 Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 13 Wetsvoorstel.indd :35

33 Het bestuur kan bepaalde aangelegenheden of de nadere uitwerking overlaten via mandaat of delegatie aan andere leidinggevenden binnen de organisatie. Het spreekt voor zich dat een lid van het lerarenberaad/docentenberaad als adviserend lid de vergadering waarin het besluit door de leidinggevende wordt genomen bijwoont. Artikelsgewijze toelichting Artikelen I, II, III en IV In deze artikelen wordt op vrijwel identieke wijze de hiervoor beschreven versterking van de positie van de leraar vormgegeven. De verschillen in de formulering vloeien voort uit de verschillende terminologieën die in de desbetreffende wetten worden gehanteerd. Zo kent bijvoorbeeld de WEB het begrip leraar niet. Artikel Dit artikel bepaalt dat sociale partners een professioneel statuut vaststellen. Nu de positie van de docent/de docenten uitgewerkt is in het gewijzigde voorstel kan dit artikel worden vervangen. Artikel Het huidige lid 2 bepaalt dat het bevoegd gezag de leden van de examencommissie benoemt. Dit artikellid verving de bepaling dat het bevoegd gezag alleen leden van het personeel van de instelling in de examencommissie kan benoemen die met het verzorgen van onderwijs zijn belast. Deze wijziging 30 Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 13 Wetsvoorstel.indd :35

34 had tot doel om het beroepenveld meer bij de examencommissie te betrekken. De voorgestelde formulering sluit aan bij het bepaalde in artikel 7.12 lid 3 WHW. Werknemers die geen docent zijn, kunnen niet tot lid van de examencommissie worden benoemd. In dit verband wordt gewezen op artikel WEB, waarin de mogelijkheid is opgenomen dat exameninstellingen in opdracht van een mbo-instelling examens afnemen. Deze wettelijke bepaling strookt niet met artikel 4.1.1b waarin de bevoegdheid tot het afnemen van examens bij de docent van de instelling moet liggen. Vooralsnog ziet de regering geen reden om dit artikel te wijzigen. Wel dient het bestuur het (gemeenschappelijk) docentenberaad advies te vragen over het voorgenomen besluit de examens door een externe instantie te laten uitvoeren. 31 Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 13 Wetsvoorstel.indd :35

35 Beleidsbrief In het voorwoord bij de tweede Nota van wijziging die de Algemene Onderwijsbond (AOb) als handreiking aan de wetgever aanbiedt, staat dat aanpassing van de wet noodzakelijk is om leraren meer inhoudelijke zeggenschap te geven. De aantrekkelijkheid van het beroep neemt hierdoor toe. Deze beleidsbrief bestaat uit twee onderwerpen: (1) de zeggenschap van de leraar/leraren op het schoolniveau en het niveau van het bevoegd gezag, en (2) de positie van de leraar/leraren ten opzichte van de overheid, adviesorganen van de overheid en de Inspectie. 1 De zeggenschap van de leraren De AOb is van mening dat de zeggenschap van de leraar bij wet dient te worden geregeld. De gronden hiervan staan in de toelichting op de Nota van wijziging. Het vastleggen in wetgeving is onmisbaar voor het versterken van de positie van de leraar als professional. Naast de wetgever die de zeggenschap regelt, moet de werkgever de leraar/leraren in de gelegenheid stellen hun beroep uit te oefenen. Dat houdt onder meer in dat er voldoende middelen door de werkgever ter beschikking worden gesteld, waaronder middelen voor scholing. Het is niet de werkgever maar de beroepsgroep die moet bepalen welke scholing noodzakelijk is. 32 Wetsvoorstel.indd :35

36 2 De positie van de leraar t.o.v. de overheid, adviesorganen van de overheid en de Inspectie De AOb is van mening dat de positie van de leraar/leraren de afgelopen jaren niet serieus is genomen. De volgende twee voorbeelden illustreren dat. Het eerste voorbeeld is het aannemen van de Wet onderwijskwaliteit, onderwijstijd en vakanties. Deze wet heeft ook de Wet medezeggenschap op scholen (WMS) gewijzigd. En wel als volgt: het bevoegd gezag behoeft - voorafgaand aan de instemming met betrekking tot de vaststelling van de schoolgids - afzonderlijk instemming van het ouderdeel c.q. het leerlingendeel voor het in die schoolgids opgenomen onderdeel met betrekking tot de jaarlijkse vaststelling van de kwantitatieve en kwalitatieve invulling van een onderwijsprogramma. Het is niet duidelijk hoe wordt gewaarborgd dat na het overleg met deze geledingen de leraren zeggenschap behouden over de kwalitatieve invulling van de inhoud van het onderwijs. Hiermee wordt de zeggenschap van de professional ondergeschikt gemaakt aan de invloed van ouders en leerlingen op de kwalitatieve invulling van het onderwijsprogramma. Een tweede voorbeeld is het passend onderwijs. De AOb is van mening dat de doelstelling van passend onderwijs alleen kan slagen als er veranderingen optreden in het primaire proces. Voor deze veranderingen is draagvlak onder de leraren noodzakelijk. Uit de grootschalige acties en protesten van onderwijspersoneel, waaronder leraren, blijkt dat dit draagvlak niet aanwezig is. De leraren voelden zich niet in voldoende mate gehoord bij het tot stand komen van de voor de inhoud van hun werk zo essentiële wetgeving. Zij hebben evenmin de mogelijkheid gekregen van de wetgever om als leraar, lerarenteam of lerarencollectief te bepalen welke scholing nodig is en zij kunnen ook niet zelf over geld voor deze 33 Wetsvoorstel.indd :35

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 32 396 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs,

Nadere informatie

de Algemene Onderwijsbond, gevestigd te Utrecht, te dezen statutair of krachtens volmacht vertegenwoordigd door de heer G.J.W.M.

de Algemene Onderwijsbond, gevestigd te Utrecht, te dezen statutair of krachtens volmacht vertegenwoordigd door de heer G.J.W.M. Overeenkomst Partijen, De vereniging MBO Raad, gevestigd te De Bilt, te dezen statutair of krachtens volmacht vertegenwoordigd door de heer J. van Zijl en de heer R. Wilcke, verder te noemen de MBO Raad

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 28 088 Wijziging van onder meer de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 618 Wijziging van onder meer de Wet op het primair onderwijs, de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet op de expertisecentra in verband

Nadere informatie

CONCEPT Voorstel van wet. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

CONCEPT Voorstel van wet. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: CONCEPT Voorstel van Wet tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet op het onderwijstoezicht

Nadere informatie

Professioneel statuut voortgezet onderwijs. Achtergrondinformatie bij het professioneel statuut

Professioneel statuut voortgezet onderwijs. Achtergrondinformatie bij het professioneel statuut Professioneel statuut voortgezet onderwijs VO-raad, november 2017 In deze bijlage met achtergrondinformatie wordt achtereenvolgens stilgestaan bij: 1. de voorgeschiedenis van het professioneel statuut

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 396 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs,

Nadere informatie

HET LERARENREGISTER - waarom willen we dit eigenlijk?

HET LERARENREGISTER - waarom willen we dit eigenlijk? FACTSHEET HET LERARENREGISTER - waarom willen we dit eigenlijk? Het Lerarenregister is het beroepsregister van leraren in het basis-, speciaal, voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs. Het initiatief

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 28 088 Wijziging van onder meer de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie

Nadere informatie

Bijlage 2. Uitwerking zorgplicht

Bijlage 2. Uitwerking zorgplicht Bijlage 2 Uitwerking zorgplicht Inleiding Het streven is om met ingang van 1 augustus 2012 een zorgplicht voor schoolbesturen in te voeren. Het begrip zorgplicht en de betekenis daarvan, roept de nodige

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 824 Evaluatie wet Versterking besturing Nr. 3 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2011 2012 32 193 Wijziging van de Wet op het onderwijstoezicht en enige andere wetten in verband met de invoering van geïntegreerd toezicht en de gewijzigde

Nadere informatie

Datum 4 februari 2013 Betreft Voorstel van wet tot wijziging van onder meer de Wet educatie en beroepsonderwijs (33 187)

Datum 4 februari 2013 Betreft Voorstel van wet tot wijziging van onder meer de Wet educatie en beroepsonderwijs (33 187) a 1 > Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

PROFESSIONEEL STATUUT

PROFESSIONEEL STATUUT Voorblad Weert, juni 2018 PROFESSIONEEL STATUUT Scholen voor voortgezet onderwijs moeten met ingang van het nieuwe schooljaar een professioneel statuut hebben. Dat statuut gaat over de vraag wat de professionele

Nadere informatie

Wijziging van enige onderwijswetten inzake samenwerkingsscholen

Wijziging van enige onderwijswetten inzake samenwerkingsscholen TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL Vergaderjaar 2009-2010 32 134 Wijziging van enige onderwijswetten inzake samenwerkingsscholen Nr. 7 Nota van wijziging Ontvangen Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

Nadere informatie

EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL. Vergaderjaar 2016/17

EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL. Vergaderjaar 2016/17 EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL Vergaderjaar 2016/17 34 446 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met de invoering

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 862 Voorstel van wet van het lid isschop tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet primair onderwijs ES, de Wet op de expertisecentra,

Nadere informatie

[roc s. aoc s en vakinstellingen] Datum 18 juni 2012 Betreft Studentenraad binnen de instelling. Geachte heer, mevrouw,

[roc s. aoc s en vakinstellingen] Datum 18 juni 2012 Betreft Studentenraad binnen de instelling. Geachte heer, mevrouw, a 1 > Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag [roc s. aoc s en vakinstellingen] Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl Contactpersoon A. Mbarki T +31-70-412 4105

Nadere informatie

Wetsvoorstel Lerarenregister en registervoorportaal

Wetsvoorstel Lerarenregister en registervoorportaal Wetsvoorstel Lerarenregister en registervoorportaal Op 22 april 2016 is het wetsvoorstel Lerarenregister en registervoorportaal bij de Tweede Kamer ingediend. 1 Als dit wetsvoorstel tot wet wordt verheven,

Nadere informatie

De AOb krijgt veel vragen over de Wet Beroep Leraar. Wij hebben de meest gestelde vragen voor jullie onder elkaar gezet.

De AOb krijgt veel vragen over de Wet Beroep Leraar. Wij hebben de meest gestelde vragen voor jullie onder elkaar gezet. 25 augustus 2017 Vragen en antwoorden over Wet Beroep Leraar De AOb krijgt veel vragen over de Wet Beroep Leraar. Wij hebben de meest gestelde vragen voor jullie onder elkaar gezet. 1. Wanneer gaat de

Nadere informatie

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van xxx, nr. xxx);

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van xxx, nr. xxx); Besluit van tot wijziging van het Besluit informatievoorziening WPO/WEC, het Besluit informatievoorziening WVO, en het Uitvoeringsbesluit WEB in verband met de levering van het burgerservice van personeelsleden

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Bijgewerkt t/m nr. 11 (NvW d.d. 10 oktober 2011) 32 396 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 645 Aanpassing van een aantal OCW-wetten voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba voornamelijk in verband met wijzigingen in de equivalente onderwijswetten

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 193 Wijziging van de Wet op het onderwijstoezicht en enige andere wetten in verband met de invoering van geïntegreerd toezicht en de gewijzigde

Nadere informatie

Professioneel statuut voortgezet onderwijs. Handreiking voor besturen en schoolleiders

Professioneel statuut voortgezet onderwijs. Handreiking voor besturen en schoolleiders Professioneel statuut voortgezet onderwijs VO-raad, november 2017 Een opdracht aan schoolleiders en besturen Bouwstenen voor In de Wet Beroep leraar en lerarenregister (Wet BLL) is vastgelegd dat scholen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 396 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs,

Nadere informatie

Scholen en professionals in stelling voor kwaliteit, afspraken over beleidsagenda voor de toekomst van het funderend onderwijs

Scholen en professionals in stelling voor kwaliteit, afspraken over beleidsagenda voor de toekomst van het funderend onderwijs Scholen en professionals in stelling voor kwaliteit, afspraken over beleidsagenda voor de toekomst van het funderend onderwijs Preambule Door Nederland is de duidelijke keuze gemaakt om te gaan behoren

Nadere informatie

contactpersoon Iris Wubben telefoon (06) Opleidingscommissies 2017: de belangrijkste veranderingen op een rijtje

contactpersoon Iris Wubben telefoon (06) Opleidingscommissies 2017: de belangrijkste veranderingen op een rijtje Leer- en Innovatie Centrum Breda, 's-hertogenbosch, Tilburg NOTITIE ons kenmerk datum 4 mei 2017 onderwerp Opleidingscommissies: belangrijkste veranderingen op een rij van Projectgroep opleidingscommissies

Nadere informatie

Voorstel van wet. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Voorstel van wet. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Voorstel van Wet tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met de invoering van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 643 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs

Nadere informatie

Aan de raad AGENDAPUNT 6.8. Doetinchem, 27 januari Toezicht openbaar primair onderwijs IJsselgraaf

Aan de raad AGENDAPUNT 6.8. Doetinchem, 27 januari Toezicht openbaar primair onderwijs IJsselgraaf Aan de raad AGENDAPUNT 6.8 Toezicht openbaar primair onderwijs IJsselgraaf Voorstel: 1. De gemeenschappelijke regeling Openbaar Primair Onderwijs vaststellen. 2. Het reglement Gemeentelijk Toezicht op

Nadere informatie

De besturen van de faculteiten Technische Natuurkunde, Scheikundige Technologie en Wiskunde en Informatica:

De besturen van de faculteiten Technische Natuurkunde, Scheikundige Technologie en Wiskunde en Informatica: GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING ex art. 9.15 lid I WHW ten behoeve van de universitaire lerarenopleidingen TUE De besturen van de faculteiten Technische Natuurkunde, Scheikundige Technologie en Wiskunde en

Nadere informatie

Aanvraagprocedure voor scholen voor voortgezet speciaal onderwijs: verstrekking van een aanwijzing als exameninstelling voortgezet onderwijs

Aanvraagprocedure voor scholen voor voortgezet speciaal onderwijs: verstrekking van een aanwijzing als exameninstelling voortgezet onderwijs Voorlichtingspublicatie Betreft de onderwijssector(en) Informatie DUO/ICO Primair onderwijs po 079-3232333 Aanvraagprocedure voor scholen voor voortgezet speciaal onderwijs: verstrekking van een aanwijzing

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 134 Wijziging van enige onderwijswetten inzake samenwerkingsscholen Nr. 7 NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 19 april 2010 Het voorstel van wet wordt

Nadere informatie

Medezeggenschapsstatuut Clusius College

Medezeggenschapsstatuut Clusius College Medezeggenschapsstatuut Clusius College Dit statuut is met instemming van de OR, de COR en de CSR vastgesteld door het College van Bestuur voor de periode van vier jaar en geldig tot 1 juni 2022. Inhoud

Nadere informatie

REGLEMENT COLLEGE VAN BESTUUR

REGLEMENT COLLEGE VAN BESTUUR Stichting Talent Westerveld Drift 1A 7991 AA DWINGELOO Tel. 0521 59 49 44 Email: info@talentwesterveld.nl Website: www.talentwesterveld.nl REGLEMENT COLLEGE VAN BESTUUR Werkveld: Organisatie Beleidslijn:

Nadere informatie

A In artikel I, onderdeel B, subonderdeel 2, wordt de artikelen 31a, en 38b tot en met 38u vervangen door: de artikelen 31a, en 38b tot en met 38v.

A In artikel I, onderdeel B, subonderdeel 2, wordt de artikelen 31a, en 38b tot en met 38u vervangen door: de artikelen 31a, en 38b tot en met 38v. TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL Vergaderjaar 2016/17 34458 Voorstel van Wet tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet

Nadere informatie

TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL. Vergaderjaar 2011/12

TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL. Vergaderjaar 2011/12 TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL Vergaderjaar 2011/12 33 106 Wijziging van enkele onderwijswetten in verband met een herziening van de organisatie en financiering van de ondersteuning van leerlingen in

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2004 344 Wet van 30 juni 2004 tot wijziging van onder meer de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet

Nadere informatie

Het schoolplan verandert

Het schoolplan verandert Onze visie op onderwijskwaliteit staat in ons schoolplan Het schoolplan verandert Wanneer stelt u een nieuw schoolplan op? Wat moet erin? Hoe ziet het toezicht op het schoolplan eruit? Daarover leest u

Nadere informatie

Bestuurs- en managementstatuut

Bestuurs- en managementstatuut PCPOW Bestuurs- en managementstatuut 140201 (Website) 1 PCPOW Bestuurs- en managementstatuut 1. Inleiding 1. Dit bestuurs- en managementstatuut beschrijft de formele verhoudingen binnen Stichting PCPO

Nadere informatie

BESTUURSREGLEMENT AMSTERDAMSE HOGESCHOOL VOOR DE KUNSTEN

BESTUURSREGLEMENT AMSTERDAMSE HOGESCHOOL VOOR DE KUNSTEN BESTUURSREGLEMENT AMSTERDAMSE HOGESCHOOL VOOR DE KUNSTEN Als bedoeld in artikel 7 lid 1 van de statuten van de stichting Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten I. Algemeen II. III. IV. Organisatie Het

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2005 2006 30 323 Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs inzake vervanging van de basisvorming door een nieuwe regeling voor de onderbouw (regeling

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 661 Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet voortgezet onderwijs ES, de Wet college voor toetsen en examens alsmede de Wet

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 32 396 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2011 536 Besluit van 24 oktober 2011, houdende vaststelling van een algemene maatregel van bestuur ter uitvoering van het bepaalde in artikel 5a.11,

Nadere informatie

Bijlage bij brief AOb WD/AK

Bijlage bij brief AOb WD/AK Hoofdkantoor Jaarbeursplein 22 Postbus 2875 3500 GW UTRECHT Bijlage bij brief AOb 590166 WD/AK 09-10-2013 Toegang tot het beroep leraar Een sterke beroepsgroep hoort een strenge toelating tot het beroep

Nadere informatie

Medezeggenschapsreglement van de Ondersteuningsplanraad van het Regionaal Samenwerkingsverband Passend Voortgezet Onderwijs VO Zoetermeer 28-07

Medezeggenschapsreglement van de Ondersteuningsplanraad van het Regionaal Samenwerkingsverband Passend Voortgezet Onderwijs VO Zoetermeer 28-07 Medezeggenschapsreglement van de Ondersteuningsplanraad van het Regionaal Samenwerkingsverband Passend Voortgezet Onderwijs VO Zoetermeer 28-07 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen

Nadere informatie

Voorstel van wet. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Voorstel van wet. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Voorstel van Wet tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met de invoering van het vaststellen van het handelingsdeel

Nadere informatie

Wat moet de PMR met de Wet beroep leraar en het Lerarenregister?

Wat moet de PMR met de Wet beroep leraar en het Lerarenregister? Wat moet de PMR met de Wet beroep leraar en het Lerarenregister? Henry van Bergen (Vice-voorzitter FvOv) De Federatie van Onderwijsvakorganisaties (FvOv) Programma Geschiedenis Kern van de wet Professionele

Nadere informatie

Dit advies, gedateerd 3 april 2015, nr. W /l, bied ik U hierbij aan.

Dit advies, gedateerd 3 april 2015, nr. W /l, bied ik U hierbij aan. Nr. WJZ/877024(6633) (Hoofd) Afdeling DIRECTIE WETGEVING EN JURIDISCHE ZAKEN Nader rapport inzake het voorstel van wet tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 32 040 Wijziging van diverse onderwijswetten in verband met het invoeren van een fusietoets in het onderwijs (fusietoets in het onderwijs) Nr.

Nadere informatie

REGLEMENT COLLEGE VAN BESTUUR ROC MONDRIAAN

REGLEMENT COLLEGE VAN BESTUUR ROC MONDRIAAN REGLEMENT COLLEGE VAN BESTUUR ROC MONDRIAAN Inhoudsopgave Preambule 2 0. Definities 3 1. Status en werkingsduur 3 DEEL A 2. Voorzitter College van Bestuur 4 DEEL B 3. Taakverdeling 5 4. Portefeuille 5

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 339 Wet van 28 juni 2012 tot wijziging van onder meer de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met onderwijskwaliteit, onderwijstijd en

Nadere informatie

Professioneel statuut

Professioneel statuut Professioneel statuut Stichting Christelijk Speciaal Onderwijs Groningen (SCSOG) Besproken en vastgesteld in het BMT op 5 februari 2019. Besproken in de GMR op 18 maart 2019., 19 maart 2019 Inhoud Inleiding...

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 32 892 Wijziging van onder meer de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met samenwerking tussen onbekostigd

Nadere informatie

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van xxx, nr. xxx);

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van xxx, nr. xxx); Besluit van tot wijziging van het Besluit informatievoorziening WPO/WEC, het Besluit informatievoorziening WVO en het Uitvoeringsbesluit WEB in verband met de gegevenslevering voor het lerarenregister

Nadere informatie

Managementstatuut. Stichting Invitare Openbaar Onderwijs. Managementstatuut. Zoals vastgesteld. Geldig tot uiterlijk:

Managementstatuut. Stichting Invitare Openbaar Onderwijs. Managementstatuut. Zoals vastgesteld. Geldig tot uiterlijk: Managementstatuut Zoals vastgesteld Geldig tot uiterlijk: 01-01-2017 Managementstatuut Stichting Invitare Openbaar Onderwijs Zoals: - 26 januari 2016 goedgekeurd door de Raad van Toezicht. - 23 maart 2016

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 691 Wijziging van de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet educatie en beroepsonderwijs BES vanwege met name de wettelijke verankering

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 022 Wijziging van diverse wetten op het terrein van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in verband met het aanbrengen van enkele

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 251 Wijziging van een aantal onderwijswetten in verband met versterking van de bestuurskracht van onderwijsinstellingen Nr. 2 VOORSTEL VN WET

Nadere informatie

ONTWERP-UITVOERINGSBESLUIT INTERIMWET ZIJ-INSTROOM LERAREN PRIMAIR EN VOORTGEZET ONDERWIJS

ONTWERP-UITVOERINGSBESLUIT INTERIMWET ZIJ-INSTROOM LERAREN PRIMAIR EN VOORTGEZET ONDERWIJS ONTWERP-UITVOERINGSBESLUIT INTERIMWET ZIJ-INSTROOM LERAREN PRIMAIR EN VOORTGEZET ONDERWIJS De Onderwijsraad is een onafhankelijk adviescollege, ingesteld bij wet van 15 mei 1997 (de Wet op de Onderwijsraad).

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Programma Registers en Beroepsorganisatie Rijnstraat 50 Den Haag Postbus

Nadere informatie

Reactie BVMBO op Internetconsultatie lerarenregister

Reactie BVMBO op Internetconsultatie lerarenregister Reactie BVMBO op Internetconsultatie lerarenregister s-hertogenbosch, 5 februari 2015 De Beroepsvereniging Docenten MBO is opgericht om als beroepsgroep invloed uit te oefenen op ons vak en onze beroepsuitoefening.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 640 Wijziging van onder meer de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met onderwijskwaliteit, onderwijstijd en vakanties Nr. 2 VOORSTEL

Nadere informatie

Regeling Kwaliteit Voortgezet Onderwijs

Regeling Kwaliteit Voortgezet Onderwijs Algemeen Verbindend Voorschrift Betreft de onderwijssector(en) Informatie CFI/ICO Voorgezet onderwijs vo 079-3232.444 Bestemd voor het bevoegd gezag van scholen en scholengemeenschappen in het voortgezet

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 060 Wijziging van diverse onderwijswetten in verband met het herstel van enkele wetstechnische gebreken (Reparatiewet OCW 2015) Nr. 3 MEMORIE

Nadere informatie

Lumpsum 2.0. Lumpsum 2.0

Lumpsum 2.0. Lumpsum 2.0 Lumpsum 2.0 Lumpsum 2.0 Schoolbesturen krijgen een grote pot geld voor onder meer salarissen, leermiddelen, schoonmaak en onderhoud. Deze pot, de lumpsum, kunnen ze grotendeels naar eigen inzicht besteden.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 031 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs en de Wet op de expertisecentra in verband met het regelen van de mogelijkheid een deel van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 0 03 7 93 Werken in het onderwijs Nr. 44 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 323 Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs inzake vervanging van de basisvorming door een nieuwe regeling voor de onderbouw (regeling

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 184 Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet voortgezet onderwijs BES en enkele aanverwante wetten in verband met het invoeren

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2015 148 Wet van 11 maart 2015 tot wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet medezeggenschap op scholen

Nadere informatie

Overleg- en aangifteplicht

Overleg- en aangifteplicht 1.e. Op 28 juli 1999 is de Wet bestrijding van seksueel misbruik en seksuele intimidatie in het onderwijs in werking getreden. Deze wet is een uitwerking van de voorstellen die de toenmalige staatssecretaris

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Primair Onderwijs Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag

Nadere informatie

Voorstel van Wet houdende wijziging van een aantal onderwijswetten in verband met versterking van de bestuurskracht van onderwijsinstellingen

Voorstel van Wet houdende wijziging van een aantal onderwijswetten in verband met versterking van de bestuurskracht van onderwijsinstellingen Voorstel van Wet houdende wijziging van een aantal onderwijswetten in verband met versterking van de bestuurskracht van onderwijsinstellingen CONCEPT llen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut!

Nadere informatie

Wijziging statuten Stichting openbaar onderwijs Marenland

Wijziging statuten Stichting openbaar onderwijs Marenland AAN DE RAAD VAN DE GEMEENTE TEN BOER Raadsvergadering: 24 februari 2016 Registratienummer: TB16.5527469 Agendapunt: 10 Onderwerp: Wijziging statuten Stichting openbaar onderwijs Marenland Voorstel: I.

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 27372 1 september 2015 Besluit van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 18 augustus 2015, nr. MBO/803345,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 550 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2017 Nr. 127 BRIEF

Nadere informatie

In artikel I, onderdeel K, wordt in het nieuw voorgestelde artikel 64, eerste lid, onderdeel b vervangen door:

In artikel I, onderdeel K, wordt in het nieuw voorgestelde artikel 64, eerste lid, onderdeel b vervangen door: TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL Vergaderjaar 2017-2018 34 642 Wijziging van onder meer de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet voortgezet onderwijs BES in verband met modernisering van de bepalingen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 31 289 Voortgezet Onderwijs Nr. 173 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der

Nadere informatie

UITSPRAAK. de deelraad van [school], gevestigd te [vestigingsplaats], verzoeker, hierna te noemen de DR gemachtigde: de heer mr. M.H.

UITSPRAAK. de deelraad van [school], gevestigd te [vestigingsplaats], verzoeker, hierna te noemen de DR gemachtigde: de heer mr. M.H. 108261 - Instemmingsgeschil samenvoeging klassen. Het betreft een wijziging van het schoolplan waarvoor de MR instemmingsrecht heeft; het besluit is nietig en mag niet uitgevoerd worden. UITSPRAAK in het

Nadere informatie

Klachten over het onderwijs?

Klachten over het onderwijs? Klachten over het onderwijs? Waar kun je terecht Inspectie van het Onderwijs Onderwerpen in deze brochure: Wat te doen bij klachten over het onderwijs? Wat te doen bij klachten over seksuele intimidatie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 32 812 Wijziging van onder meer de Wet op de expertisecentra in verband met de kwaliteit van het speciaal en voortgezet speciaal onderwijs Nr.

Nadere informatie

voorstel aan de gemeenteraad

voorstel aan de gemeenteraad voorstel aan de gemeenteraad Aan de raad van de gemeente gouda Sector ERZ Afdeling Oboo telefoon 588407 voorstelnummer 34 gouda 12 maart 2005 iz-nummer 2005.3060a Steller j. veldhoen Onderwerp de gevolgen

Nadere informatie

Op basis van de huidige statuten dient een dergelijke wijziging goedgekeurd te worden door u als gemeenteraad.

Op basis van de huidige statuten dient een dergelijke wijziging goedgekeurd te worden door u als gemeenteraad. Adviesnota Raad Raadsvergadering d.d. : 19 februari 2014 Agendapunt : 15 Onderwerp : Voorstel tot instemming met de statutenwijziging van Stichting PrimAH Portefeuillehouder : wethouder H.J. Dijkstra Datum

Nadere informatie

SAAM wijzer Professioneel statuut De Fonkeling

SAAM wijzer Professioneel statuut De Fonkeling 1 SAAM wijzer Professioneel Statuut 1.1 Aanleiding Vanaf 1 augustus 2017 is de wet Beroep leraar en lerarenregister (WBL) van kracht. Met deze wet wordt beoogd dat de positie van de leraar versterkt wordt,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2017 43 Wet van 25 januari 2017 tot wijziging van onder meer de Wet educatie en beroepsonderwijs inzake aanscherping van de eisen met betrekking tot

Nadere informatie

Managementstatuut. de Passie, stichting voor Evangelisch Bijbelgetrouw Onderwijs. 1 juni 2012 Vastgesteld door bestuurder na positief advies GMR

Managementstatuut. de Passie, stichting voor Evangelisch Bijbelgetrouw Onderwijs. 1 juni 2012 Vastgesteld door bestuurder na positief advies GMR Managementstatuut de Passie, stichting voor Evangelisch Bijbelgetrouw Onderwijs 1 juni 2012 Vastgesteld door bestuurder na positief advies GMR Preambule De Passie, stichting voor Evangelisch Bijbelgetrouw

Nadere informatie

Inhoudsopgave van een levend Schoolplan: (dat tevens voldoet aan de wettelijke eisen, zie hiervoor de bijlage)

Inhoudsopgave van een levend Schoolplan: (dat tevens voldoet aan de wettelijke eisen, zie hiervoor de bijlage) Inhoudsopgave van een levend Schoolplan: (dat tevens voldoet aan de wettelijke eisen, zie hiervoor de bijlage) In het schoolplan staan twee zaken beschreven: hoe de school invulling geeft aan een aantal

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 8988 20 februari 2019 Beleidsregel van de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media van 12 februari 2019 nr.

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 55481 5 oktober 2018 Aanvraagprocedure diploma-erkenning voor opleidingen Nederlandse taal en/of rekenen en digitale vaardigheden

Nadere informatie

Medezeggenschapsstatuut van de Onderwijsstichting Zelfstandige Gymnasia te Haarlem 2018

Medezeggenschapsstatuut van de Onderwijsstichting Zelfstandige Gymnasia te Haarlem 2018 Medezeggenschapsstatuut van de Onderwijsstichting Zelfstandige Gymnasia te Haarlem 2018 Preambule Het bestuur van de Onderwijsstichting Zelfstandige Gymnasia en de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 29 991 Wijziging van de Mediawet in verband met het bevorderen van een gezamenlijke strategie en duidelijke regie met betrekking tot de programmering

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 313 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met wijzigingen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2011 95 Wet van 27 januari 2011 tot wijziging van diverse onderwijswetten in verband met het invoeren van een fusietoets in het onderwijs (fusietoets

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 993 Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met de integratie van het leerwegondersteunend onderwijs en praktijkonderwijs

Nadere informatie

Datum 11 november 2015 Aanbieding onderzoeksrapport wetsevaluatie fusietoets in het onderwijs

Datum 11 november 2015 Aanbieding onderzoeksrapport wetsevaluatie fusietoets in het onderwijs >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG.. Wetgeving en Juridische Zaken IPC 5650 Rijnstraat 50 Den Haag Postbus

Nadere informatie

Professioneel statuut: handreiking voor leraren en docenten

Professioneel statuut: handreiking voor leraren en docenten Professioneel statuut: handreiking voor leraren en docenten Wil je als leraar of docent invloed hebben op de invoering van de digitale leeromgeving, de aanschaf van leermiddelen en lesmethoden? Wil je

Nadere informatie