Controllers, actions en views

Maat: px

Weergave met pagina beginnen:

Download "Controllers, actions en views"

Annemie Desmet
7 jaren geleden
Aantal bezoeken:

Hoofdstuk 3 Controllers, actions en views In het vorige hoofdstuk is het MVC-pattern ter spraken gekomen. In dit hoofdstuk gaan we eens na hoe dit pattern in een Zend-project geïmplementeerd is.

1 Hoofdstuk 3 Controllers, actions en views In het vorige hoofdstuk is het MVC-pattern ter spraken gekomen. In dit hoofdstuk gaan we eens na hoe dit pattern in een Zend-project geïmplementeerd is. Om enig inzicht hierin te krijgen gaan we antwoord op de volgende vragen proberen te krijgen: Hoe is het mogelijk dat we bij het invoeren van de volgende url: de webpagina van figuur 1 te zien krijgen? Waar in het project staat de code van die pagina? Figuur 1 De url verwijst naar de pagina index.php in de map public van het project test. Als je deze pagina opent, dan krijg je de code van figuur 2 te zien. Deze code zal je waarschijnlijk niet zoveel zeggen. Het zijn de basisinstellingen van een Zend-project. Hier worden bijvoorbeeld een aantal paden gedefinieerd die nodig zijn om de applicatie goed te laten werken. In de laatste regels: wordt de applicatie gestart door de file bootstrap.php in de map application van het project aan te roepen. Als je kijkt in deze file dan krijg je de code in figuur 3 te zien. De bootstrap is het bastand dat wordt aangeroepen nadat het bestand index.php in de map public wordt aangeroepen. Je zie dat in de bootstrap een lege klasse staat. Deze klasse overerft wel van de klasse Zend_Application_Bootstrap_Bootstrap. Deze laatste klasse zal de rest van de start van de applicatie op zich nemen. 1

2 Figuur 2 Figuur 3 Wat is er tot nu toe dus gebeurd: 1. De url is ingevoerd in de adresbalk van de browser. 2. Het bestand index.php in de map public wordt uigevoerd 3. De bootstrap wordt uitgevoerd (het bestand./test/application/bootstrap.php). 4. Daarna wordt de rest van de applicatie uitgevoerd. Hoe je de applicatie ook opstart, stap 2 en stap 3 worden altijd uitgevoed. Hierover later meer. Om nu te begrijpen wat stap 4 inhoudt gaan we de applicatie op een iets andere manier starten. Start de applicatie met de volgende url: Je ziet dat ook nu weer de pagina van figuur 1 tevoorschijn komt! Hoe kan dit? 2

3 Om te begrijpen hoe het mogelijk is dat bij het invoeren van de url ook het scherm van figuur 1 verschijnt, moet je begrijpen hoe deze url is opgebouwd. De url bestaat eigenlijk uit twee delen: index/index de url met de host en de mappen die verwijzen naar de projectmap (test) en de map (public) met het bestand index.php de naam van een controller gevolgd door de naam van een action. De controller waarnaar wordt verwezen heet IndexController en is te vinden in het bestand./test/application/controllers/indexcontroller.php. Een controller is een klasse. Dus: het eerste woord index in de verwijst in dit geval naar de IndexController-klasse in het bestand IndexController.php in de map controllers. Het tweede woord index in de url verwijst naar de methode indexaction() in de klasse IndexController. Aan een action is een view gekoppeld. Zo heeft de action indexaction() een view met de naam index.phtml. Deze view vind je in de map./test/application/views/scripts/index. Misschien begint het allemaal een beetje te duizelen. Bekijk daarom het schema in figuur 4. Zoek met behulp van Windows Verkenner de mappen en bestanden in het project test die in figuur 4 zijn aangegeven. Open de bestanden IndexController.php en index.phtml. In het bestand IndexController.php zien je de klasse IndexController met twee methodes: init() en indexaction(). Beide methodes hebben een lege body. In het bestand index.phtml vind je de code voor het maken van de webpagina van figuur 1. Kortom: als je in de url de controller en een action in die controller meegeeft, dan start de action de bijbehorende view. Breng in de view index.phtml een wijziging aan in de platte tekst. Bekijk of deze wijziging ook wordt doorgevoerd in de browser. 3

4 Figuur 4 Zelf een controller, action en view maken We gaan nu zelf een controller, action en view maken. We doen dit eerst zonder gebruik te maken van zf. a. Maak in de map controllers een bestand AccountController.php. b. Voeg aan dit bestand de code in figuur 5 toe. Let hierbij op: Aan de naamgeving van controllers en actions zijn strikte afspraken verbonden. Hieronder vind je ze. Voor controllers: De naam van de klasse moet met een hoofdletter beginnen en eindigen met het woord Controller (let op de hoofdletter). Ook het bestandsnaam van het bestand waarin deze klasse is opgeslagen moet aan deze afspraak voeldoen. Voor actions: De naam van een action moet beginnen met een kleine letter en eindigen met het woord Action (let op de hoofdletter). 4

5 Figuur 5 Zoals je ziet heeft ook deze controller een methode init() en een action indexaction(). Elke controller moet deze methodes hebben. Tevens heeft deze controller een action met de naam newaction() (let op de afspraken van de naamgeving). We gaan aan de actions een view toekennen. c. Maak in de map./views/scripts/ een nieuwe map met de naam account (een verwijzing naar de AccountController). d. Maak in deze map de volgende bestanden index.phtml en new.phtml (de bestandsnamen hebben een verwijzing naar de overeenkomstige actions). e. Zet in beide views een stukje html-code. Voor elke view een aparte tekst, compleet met <html>, <head> en <body>. f. Sla alles op en start de applicatie met de url voorzien van de controller en een action. Resultaat: je moet nu de views in de browser te zien krijgen. 5

6 Opdracht 3.1 a. Maak een controller met de naam ProductController. b. Maak in deze controller de volgende actions: newaction() en deleteaction(). c. Maak bij elke action in de controller een view, zodat bij het aanroepen van de controller en action het bijbehorende view wordt gestart. d. Roep de controller en de action aan in je browser en controleer of het gewenste resultaat is bereikt. Opdracht 3.2 In deze opdracht moet je met behulp van zf een controller, een action en een view maken. a. Start het Windows opdrachtvenster in de map C:/wamp/www/test. b. Geef nu het volgende commando: zf create controller producten Er is nu een controller met de naam PruductenController gemaakt in de map controllers, compleet met de methode init() en de action indexactin() (controleer dit). Ook de view van indexaction() is gemaakt in de map /views/scripts/producten/. c. Geef vervolgens het volgende commando: zf create action showall producten Er is nu een action met de naam showallaction() gemaakt in de controller ProductenController. Er is tevens een view bij deze action gemaakt in de map /views/scripts/producten/. (controlleer dit). In de view staat een stukje test die zichtbaar wordt als je de controller en de action aanspreekt. d. Roep de controller ProductenController en de actions aan in je browser en controleer of het gewenste resultaat is bereikt. Indien het een en ander nog niet duidelijk is, vraag het dan! Als er in dit stadium onduidelijkheden zijn, dan wordt werken met ZF een problematische zaak. 6

Vergelijkbare documenten

Je gaat nu een Zend-Project maken in de map C:/wamp/www (de document root van de webserver) met behulp van Zend Tool..

Je gaat nu een Zend-Project maken in de map C:/wamp/www (de document root van de webserver) met behulp van Zend Tool.. Hoofdstuk 2 Een ZF project maken het Model-View-Controller pattern Je hebt nu ZF geïnstalleerd en geconfigureerd. We gaan aan de hand van een Zend-project onderzoeken of deze installatie en configuratie