Aan tafel! De Bedoeling. De thematafel en het wijkplatform als ontmoetingsplaatsen voor het realiseren van de doelen uit Breda Doet, samen verder!

Transcriptie

1 Aan tafel! De thematafel en het wijkplatform als ontmoetingsplaatsen voor het realiseren van de doelen uit Breda Doet, samen verder! De Bedoeling

2

3 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding De basis: De thematafels als ontmoetingsplek voor de juiste basisvoorzieningen Verantwoordelijkheden en rollen Samenstelling en vorm tafel Slim aansluiten Voorbereiding thematafels Wat komt ter tafel? Het Uitvoeringsplan De Ontwikkelagenda Plan B Ruimte voor initiatiefkracht en eigenaarschap Wijkplatforms Samenstelling en vorm van het wijk-/dorpsplatform Werkwijze van het wijk-/dorpsplatform Inzet van professionals Extra focus en ondersteuning in impulswijken Ruimte voor iedereen: eenmalige en nieuwe initiatieven Monitoring en evaluatie Middelen Subsidieplafonds Investeringsbudget Afbouwen van een subsidie Bijlage Toetredingsvoorwaarden, spelregels en proces _16 Aan tafel _vvie 1

4 flexibel en transparant proces Ruimte voor deskundigheid en ervaring van organisaties en inwoners / cliënten. Bundelen gemeentelijke verantwoordelijkheid voor koers en doel met de kennis en ervaring uit het maatschappelijke veld. De Bedoeling wijk-/dorpplatforms Thematafel Duurzame relatie wie spelregels volgt mag meedoen Uitvoeringsplan clienten organisaties inwoners Kennis en ervaring Beleidsdoelen organisaties organisaties individu Gemeente De gemeente stuurt op het resultaat en hakt waar nodig knopen door Passend en haalbaar aanbod Uitvoeringsplan Eisen en toetsingcriteria Heldere missie Transparant over eisen toegang Tafel is adviserend Commitment spelregels Gemeente faciliteert naar eigen/tafel inzicht Beoordeling activiteiten via de tafel Overleg gaat over inhoud, geen geld In uitvoering ruimte voor meerjarige afspraken Zoveel mogelijk aansluiten bij bestaande overleggen THEMATAFEL Subsidieaanvraag gezamelijk opgesteld Tafel toetst zelf ontwikkelagenda budgetten gekoppeld aan resultaten innovatieruimte per tafel indien subsidie overblijft Redelijke termijn subsidieafbouw EIGEN REGIE De gemeente faciliteert ondersteunt stimuleert Ruimte voor initiatief en eigenaarschap Initiatiefnemer: via platform Toegevoegde waarde? Wat nodig? Wijkbudget Binnen de regels BUURTHUIS WIJK-/DORPSPLATFORMS Kennis/infrastructuur Doorverwijzen andere initiatieven Monitoring: light Wijk- en dorpsraden Onderwijs Ondernemers Bewoners Woningcorporaties Welzijn/zorg Iedereen is welkom Gemeente Spelregels Eventueel verzoek om professionals voor ondersteuning wijknetwerkers jeugd-/jongerenwerkers sportcoaches cultuurcoaches THEMATAFEL 2

5 1 INLEIDING In het kader Breda Doet, samen verder! leest u dat de werkwijze van subsidieverlening op de schop gaat. We vragen niet meer aan u om al uw goede ideeën en aanpakken aan ons te melden. Daarvoor in de plaats nodigen wij u uit aan thematafels en bij wijkplatforms om samen met andere partners uw voorstellen te bespreken. Omdat we werken met thematafels, houden uw tafelgenoten zich met dezelfde thema s bezig. Dit komt de kwaliteit van de plannen van aanpak ten goede; partijen versterken elkaar hierin. En dat is goed voor onze Bredanaars, voor wie we het allemaal doen. Dit stuk ( Aan tafel! ) legt uit welk proces het college samen met betrokkenen in het sociaal domein in gang zet om met de inzet van thematafels de in het subsidiekader genoemde resultaten te behalen. Dan hebben we het over het realiseren van activiteiten en voorzieningen die voor iedereen toegankelijk zijn (de zogenoemde algemene voorzieningen), bijvoorbeeld sportvoorzieningen, maatschappelijk werk, jeugdactiviteiten en activiteiten voor ouderen (n.b. beleidsonderdelen cultuur, topsport en de exploitatie van de wijkcentra maken geen deel uit van Breda Doet, samen verder! ). Deze nieuwe werkwijze betekent dat rollen veranderen. Aan de thematafels krijgen alle partners de vrijheid om hun bijdrages te leveren. Partners zoeken elkaar op, schuiven aan en maken gezamenlijke plannen. Plannen voor een fijn, gezond en veilig leven waarin Bredanaars kunnen meedoen. Ook de gemeente is één van de partners aan de thematafels. Uiteindelijk stelt de gemeente de subsidie beschikbaar vanuit de maatschappelijke verantwoordelijkheid om een solide basis (in de vorm van algemene voorzieningen) te kunnen bieden. Daarover legt de gemeente ook verantwoording af aan de raad. En aan u. Naast de noodzakelijke algemene voorzieningen zijn er ook veel initiatieven en activiteiten in de stad die bijdragen aan een goed sociaal klimaat. Dat gebeurt meestal in de wijken en de dorpen, maar zeker ook wijkoverstijgend of voor een bepaalde doelgroep in onze stad. De eigenaars van deze activiteiten en initiatieven nodigen we ook graag uit om de ideeën bij wijkplatforms of aan thematafels te bespreken. De thematafels en de wijkplatforms spelen daar een belangrijke rol in. Waar nodig, helpen we activiteiten en initiatieven met elkaar te verbinden, zodat ze elkaar kunnen versterken. Mét een grotere kans van slagen als resultaat. Zo kunnen ook de thematafels initiatieven een stap verder helpen. En wanneer initiatieven passen bij een thematafel, kunnen initiatiefnemers op hun beurt ook aan tafel hun expertise en ervaring inbrengen. Daar waar geen wijkplatform aanwezig is, kunnen initiatiefnemers zich melden bij de gemeente. Samen kijken we naar de mogelijkheden om het idee de nodige stappen verder te brengen en naar wat daar voor nodig is. Bijvoorbeeld door de initiatiefnemer te verbinden aan andere initiatieven of bestaande netwerken. Maatwerk dus om ruimte aan iedereen te bieden. Hieronder lichten we de werkwijzen van de thematafels en de wijkplatforms toe. 3

6 THEMATAFEL 4

7 2 DE THEMATAFEL ALS ONTMOETINGS- PLEK VOOR DE JUISTE BASIS- VOORZIENINGEN 2.1 Verantwoordelijkheden en rollen Partijen en overig betrokkenen ontvangen een uitnodiging om aan een thematafel plaats te nemen. We zetten in op een duurzame relatie met tafelgenoten omdat we plannen willen maken voor meerdere jaren. De tafels kennen in principe dan ook geen einddatum. Om samen constructief aan de slag te kunnen aan de thematafels, geeft het college vooraf een aantal spelregels en een helder financieel kader mee. Zo staat het behalen van resultaat, integraliteit en gezamenlijk de verantwoordelijkheid pakken voorop. Het proces aan tafel wordt ook door de tafel zelf gemonitord. Waar nodig of wenselijk kan tussentijds worden bijgestuurd. Al doende leren we. Alle tafelgenoten gezamenlijk zijn uiteindelijk verantwoordelijk voor de uitvoering en toetsing van hun gezamenlijke plannen en spreken elkaar daar ook op aan. De gemeente zorgt voor een degelijke procesondersteuning, bijvoorbeeld door een voorzitter te leveren. Dit betekent dat partijen of initiatieven zich niet langer individueel bij de gemeente melden voor de financiering van hun plannen. Voortaan is de thematafel dé plek waar het gebeurt, waar partijen alle ruimte krijgen om ideeën uit te werken en waar samengewerkt wordt aan hetzelfde thema. Slimmer organiseren en beter samenwerken troef. Met als optimaal resultaat één gezamenlijk uitvoeringsplan per thema. Aanvragen komen soms ook direct bij de gemeente binnen. Dan leidt de gemeente zo n aanvraag door naar de juiste thematafel of naar het wijkplatform (of wijkplatforms). Als het gaat om een aanvraag die niet past bij een van de twee werkwijzen, bieden we maatwerk en bespreken we met de eigenaar de volgende stap. Ook wanneer geen wijkplatform aanwezig is, kan de aanvrager zich bij de gemeente melden. Wanneer de gezamenlijke uitvoeringsplannen van de thematafels klaar én ingediend zijn, is de beurt aan het college. Het college besluit dan of zij subsidie beschikbaar stelt aan de voorstellen in de uitvoeringsplannen. Zo kunnen we ons verantwoorden naar partijen en naar de gemeenteraad over behaalde resultaten en bestede middelen. 2.2 Samenstelling en vorm thematafel Om het maximale vermogen en de aanwezige energie uit de samenleving te benutten, mag iedereen die een bijdrage kan leveren meedoen aan de thematafel. Meedoen betekent automatisch dat je de spelregels erkent en ondertekent (zie verderop). Dit open proces waarbij iedereen die een bijdrage kan leveren, dat dus ook mag doen - kan als gevolg hebben, dat het erg druk wordt aan de fysieke tafels. Daarom zorgen we er voor dat iedere thematafel ook een virtuele variant krijgt. Zo borgen we dat iedere bijdrage meetelt. 2.3 Slim aansluiten Slimmer samenwerken en slimmer met het beschikbare subsidiegeld omgaan, betekent ook efficiënt werken. Om te voorkomen dat onnodige extra overleggen worden georganiseerd, kijken we eerst of bestaande overleggen geschikt zijn of geschikt gemaakt kunnen worden - om als tafel te dienen. Zorg voor elkaar Breda is daar een voorbeeld van. 5

8 2.4 Voorbereiding thematafels Stel een partij of initiatief kan een bijdrage leveren aan de vooraf gestelde gewenste doelen en resultaten uit het kader Breda Doet, samen verder. En die partij wil daarvoor in aanmerking komen voor gemeentelijke subsidie. Dan is de thematafel dé plek om dat kenbaar te maken. Plaatsnemen aan de thematafel is meedoen. En meedoen is plaatsnemen aan de thematafel. Deze nieuwe manier van werken, vraagt van zowel de gemeente als de organisaties die aan tafel komen, een andere manier van denken en doen. De gezamenlijkheid van de plannen en de resultaten staat voorop. Partijen doen nog steeds waar ze goed in zijn, maar doen het nu samen. Zo verbetert de kwaliteit van het aanbod, sluit het aanbod beter aan op behoeftes uit de stad en voorkomen we overlap. Wij hebben er alle vertrouwen in dat partijen samen met ons deze uitdaging aangaan. Dat ze hier samen aan willen werken en zo hun meerwaarde kunnen bieden voor onze Bredanaars. Omdat we ons naar u en naar de gemeenteraad moeten kunnen verantwoorden, hebben we wel een paar spelregels nodig. Bijvoorbeeld spelregels om plaats te kunnen nemen aan tafel. Of voorwaarden waaraan een uitvoeringsplan moet voldoen om in aanmerking te komen voor subsidie. In de bijlage vindt u de spelregels. 6

9 3 WAT KOMT TER TAFEL? Bij de aanpak Aan Tafel inspireren de tafelgenoten elkaar om tot een aanpak te komen, passend bij de vooraf gestelde thema s. Partijen aan dezelfde tafel gaan samen aan de slag. Zij maken samen een uitvoeringsplan voor de komende twee jaar en een ontwikkelplan voor de lange termijn. 3.1 Het uitvoeringsplan Partners maken gezamenlijk het uitvoeringsplan op basis van een thema. Dit is het grote verschil met de eerdere zogenoemde uitvraag, waarbij afzonderlijk subsidieaanvragen ingediend werden bij (en getoetst door) de gemeente. Een ander groot verschil is de looptijd van de plannen. Daar waar eerder sprake was van één jaar (en dus jaarlijks subsidie aangevraagd moest worden), is nu een looptijd van meerdere jaren het streven. De plannen die nu gemaakt gaan worden, gelden voor de komende twee jaar (2017 en 2018). Ook de toetsing van de plannen gaat op de schop. Daar waar eerder de gemeente aan zet was in de vorm van een ambtelijke subsidiecommissie, toetst de tafel nu zelf het plan. (Zie voor een nadere toelichting de spelregels in bijlage). Het uitvoeringsplan dat uiteindelijk bij de gemeente wordt ingediend, bevat in ieder geval: gemaakte afwegingen; ambities op de beoogde resultaten; concretisering resultaten en indicatoren uit het kader; bijdragen die de afzonderlijke organisaties aan het plan leveren; voorstellen, inclusief argumentatie waarom daarvoor is gekozen. De tafelgenoten hebben allen de taak om elkaar kritisch te bevragen op de bijdragen die zij leveren aan de resultaten, welke kosten daarmee gemoeid zijn en wat daarvoor nodig is. Aan het eind van het proces (deadline 15 oktober) komt iedere tafel met een uitvoeringsplan en een begroting. In deze begroting maken de betrokken partijen expliciet welk budget in totaal nodig is, en welk bedrag per organisatie doorgerekend moet worden om tot uitvoering van het plan te kunnen komen. Bij een positief besluit van het college, wordt die voorgestelde bekostiging vervolgens gesubsidieerd. 3.2 De Ontwikkelagenda De tafels gaan aan de slag met concreet benoemde thema s. Al doende zal het gesprek ook gaan over en stuiten op onderwerpen die hier in eerste instantie niet onder vallen. Maar, die wel het verder onderzoeken en ontwikkelen waard zijn. Daar is de Ontwikkelagenda voor in het leven geroepen. Daarom is het resultaat van een tafel tweeledig: het uitvoeringsplan voor 2017 en 2018 en een ontwikkelagenda voor de langere termijn. Partijen en gemeente bepalen samen hoe deze Ontwikkelagenda vervolgens uitgevoerd wordt. Door ook de Ontwikkelagenda op te stellen en uit te werken, kijken we verder dan de periode van de uitvoeringsplannen. Dat komt het inzicht en de kwaliteit ten goede. En daarmee uiteindelijk de toekomstbestendigheid van de basisvoorzieningen. 3.3 Plan B We hebben alle vertrouwen in de partijen van en betrokkenen bij het sociaal domein. We gaan ervan uit dat zij deze uitdaging gezamenlijk oppakken en bieden hen daarin alle vrijheid op weg naar een solide basis. Mocht onverhoopt blijken dat het gesprek aan een thematafel niet tot het gewenste gezamenlijke resultaat leidt, dan kan het college aan de betrokken organisaties vragen alsnog afzonderlijke plannen in te dienen. Het college beoordeelt deze plannen vervolgens en neemt en besluit over het al dan niet beschikbaar stellen van subsidie. 7

10 EIGEN REGIE De gemeente faciliteert ondersteunt stimuleert Ruimte voor initiatief en eigenaarschap Initiatiefnemer: via platform Toegevoegde waarde? Wat nodig? Wijkbudget Binnen de regels BUURTHUIS WIJK-/DORPSPLATFORMS Kennis/infrastructuur Doorverwijzen andere initiatieven Monitoring: light Wijk- en dorpsraden Onderwijs Ondernemers Bewoners Woningcorporaties Welzijn/zorg Iedereen is welkom Gemeente Spelregels Eventueel verzoek om professionals voor ondersteuning wijknetwerkers jeugd-/jongerenwerkers sportcoaches cultuurcoaches THEMATAFEL 8

11 4 RUIMTE VOOR INITIATIEFKRACHT EN EIGENAARSCHAP Breda bruist van energie. We zien ook dat inwoners een bijdrage willen en kunnen leveren aan hun stad, wijk of buurt. Er is veel enthousiasme, daadkracht, initiatief, talent en kennis aanwezig. Dit kapitaal waarvan inwoners zelf eigenaar zijn, heeft een enorme potentie om bij te dragen aan de bedoeling van Breda Doet, samen verder. Wij bieden daarvoor graag volop de ruimte door initiatieven te laten gebeuren en resultaatverplichtingen los te laten. Ruimte bieden betekent dat we (startende) initiatieven op verschillende manieren kunnen faciliteren. Subsidieverstrekking behoort tot de mogelijkheden. 4.1 Wijkplatforms In de wijken en dorpen spelen wijkplatforms een centrale rol. Zij beoordelen of een initiatief past bij wat er leeft in de wijk of het dorp en of het voldoet aan een behoefte Samenstelling en vorm van het wijk-/dorpsplatform Voor de ontwikkeling van initiatiefkracht en wijkeigenaarschap is het van belang dat de wijken en dorpen op hun eigen manier regie kunnen voeren over hun leefbaarheid. Daarom krijgen de wijkplatforms per wijk/dorp een eigen invulling. De ene keer met een grote zelfstandigheid van buurtondernemingen, een andere keer in combinatie van wijk- en dorpsraden met professionele wijkorganisaties. Ook kunnen wijkprofessionals en wijkmanagers samen initiatieven beoordelen. Deelname staat open voor iedereen die een bijdrage kan leveren en de spelregels erkent en ondertekent. Voor de wijkmanagers en wijkbeheerders is hierbij een intensieve en stevige procesrol weggelegd. Vanuit een positiefkritische opstelling begeleiden zij de wijk-/dorpsplatforms bij de nieuwe werkwijze. Met andere woorden bij het inwisselen van oude zekerheden voor nieuwe uitdagingen. Met aandacht voor behoud van energie, betrokkenheid en natuurlijk ook de nodige humor Werkwijze van het wijk-/dorpsplatform Wanneer iemand een initiatief heeft, meldt hij of zij zich bij de gemeentelijke wijkbeheerder/ wijkmanager met een korte beschrijving van het initiatief. Vervolgens nodigt het wijk-/ dorpsplatform de initiatiefnemer uit. De initiatiefnemer krijgt de nodige randvoorwaarden en spelregels via het wijk-/dorpsplatform. De initiatiefnemers lichten hun initiatief toe aan het wijk-/dorpsplatform en geven aan wat zij nodig hebben om hun plan verder te brengen en uit te kunnen voeren. Het wijk-/dorpsplatform bespreekt allereerst in hoeverre het initiatief van belang is voor de wijk en vervolgens wat er nodig is om het initiatief te versterken. Dit varieert van het leggen van een verbinding met een ander netwerk in de wijk tot kennis op het terrein van ondernemerschap. En van inzet van studenten (via onderwijs) tot de inzet van wijkprofessionals (wijknetwerkers, cultuur- en sportcoaches). En van financiële middelen tot kennis van de wijk. Wanneer het voor het initiatief nodig is, kan de gemeente vanuit het wijkbudget financiële middelen toekennen. De hoogte daarvan is afhankelijk van de toegevoegde waarde van het initiatief en van een verantwoorde en realistische verdeling van de beschikbare middelen uit 9

12 het wijkbudget. Initiatiefnemers kunnen zelf bepalen op welke locatie zij activiteiten plaats willen laten vinden. De initiatiefnemer komt in aanmerking voor subsidie als het initiatief door het wijk-/dorpsplatform positief beoordeeld is en de aanvullende middelen aantoonbaar noodzakelijk zijn voor het slagen ervan. Het wijkplatform toetst de aangedragen initiatieven aan de hand van een aantal criteria (zie bijlage 1, D) Als het wijk-/dorpsplatform het initiatief positief beoordeeld heeft en als blijkt dat gemeentelijke subsidiemiddelen noodzakelijk zijn, beschrijft de gemeente het initiatief voor toekenning van middelen. Het gaat daarbij om een korte beschrijving van inhoud/ toegevoegde waarde, het toe te kennen bedrag, de contact- en bankgegevens van de organisaties die een bedrag toegekend krijgen en de wijze waarop de organisaties (achteraf) verantwoording afleggen. Daarnaast wordt het advies van het wijkplatform toegevoegd. Zowel bestaande activiteiten (waar voorheen activiteitensubsidie of wijkimpulsgelden aan toe werden gekend) als nieuwe initiatieven worden besproken in de wijkplatforms. Het is dan mogelijk dat beoordeling van bestaande activiteiten leidt tot het advies deze bij te stellen. Dit is inherent aan onze wens om activiteiten zo goed mogelijk aan te laten sluiten bij de wensen van en uit de wijk. Die bijstelling, in het uiterste geval het stopzetten ervan, betekent niet automatisch dat er vanaf 2017 geen geld meer voor die activiteiten beschikbaar is. Op grond van de Algemene wet bestuursrecht, passen we de zogeheten redelijke termijn toe. Dat betekent dat er middelen beschikbaar worden gesteld om de organisator van de activiteit de tijd te geven deze af of om te bouwen. 4.2 Inzet van professionals Soms is het nodig dat initiatieven ondersteuning krijgen van een professionele organisatie. Het gaat dan vooral om ondersteuning door wijknetwerkers, jeugd- en jongerenwerkers, sportcoaches en cultuurcoaches. De organisaties waar deze professionals werken, dienen een deel van hun medewerkers hiervoor flexibel in te kunnen zetten. Zo borgen we een effectieve ondersteuning van de initiatieven. Het wijk-/dorpsplatform kan verzoeken om professionele ondersteuning. Dat verzoek gebeurt aan de thematafel waaraan de gevraagde professional organisatorisch verbonden is. 4.3 Extra focus en ondersteuning in impulswijken Wijken en delen van wijken - waar het op het gebied van werkgelegenheid, participatie en leefbaarheid wat minder gaat dan in andere wijken, verdienen ook onze aandacht en focus. Uitgangspunten van deze aanpak zijn: het stimuleren van mogelijkheden om innovatieve initiatieven in de wijken te laten opbloeien; bewoners zelf aan het roer; bevorderen van zelfredzaamheid van initiatieven. De professionals kunnen hierbij ondersteunen. Kortom, in deze impulswijken zijn de bewoners aan zet. Maar wel vanuit het adagium: We laten los waar het kan, maar we laten bewoners niet aan hun lot over. Daarom stellen wij in de impulswijken extra budget beschikbaar. Ook extra personele inzet en begeleiding op initiatieven is beschikbaar. Wij stimuleren innovatie met expertise en middelen. Op dit moment richten we ons op de impulswijken Muizenberg/Kesteren (Haagse Beemden), Heuvel en Hoge Vucht (Biesdonk, Wisselaar, Geeren-Noord en Geeren-Zuid). 10

13 4.4 Ruimte voor iedereen: eenmalige en nieuwe initiatieven Er zijn ook activiteiten en initiatieven die rechtstreeks bij de gemeente binnenkomen, die niet direct wijkgericht zijn of passen aan een thematafel. Als ze aansluiten bij de bedoeling van het kader Breda Doet, samen verder, ondersteunen we ze graag. Dat deden we al en dat blijven we doen. Over de wijze waarop overleggen we met de initiatiefnemer. Het uitgangspunt daarbij blijft dat het initiatief gebaseerd is op lokale samenwerking, deskundigheid en ervaring. 4.5 Monitoring en evaluatie Wijk-/dorpsplatformen organiseren periodiek bijeenkomsten waar de initiatiefnemers hun resultaten presenteren en initiatiefnemers van en met elkaar kunnen leren. Daarnaast monitoren en evalueren we de aanpak via verschillende onderzoeksmethoden, zoals een monitor op wijkniveau, een meting van sociale kracht, een onderzoek naar leefbaarheid en veiligheid, deelname aan de Leefbarometer etc. We vinden het vooral belangrijk om (kwalitatief) te meten hoe bewoners denken over hun wijk en dorp. Impulswijken nemen wij hierin mee. Wij vinden het ook van belang om aanvullend exposure te genereren voor wat er in de wijken gebeurt. We zetten daar social media voor in en benutten bijvoorbeeld cultuur als drager. 11

14 12

15 5 MIDDELEN 5.1 Subsidieplafonds Wat gelijk is gebleven, is dat er subsidieplafonds zijn. Het geld is nu eenmaal niet onuitputtelijk. Aan ieder thema op basis waarvan partijen gezamenlijk een uitvoeringsplan maken, wordt een subsidieplafond gekoppeld. Daarbinnen kan een thematafel zijn eigen innovatieruimte creëren door bijvoorbeeld bestaande activiteiten slimmer af te spreken en te organiseren. Zo ontstaat ruimte om meer, andere en nieuwe dingen te doen. Daarin is de tafel aan zet. Voor de financiering van andere activiteiten en initiatieven, bijvoorbeeld via de wijkplatforms, wordt ook een subsidieplafond vastgesteld. 5.2 Investeringsbudget We gaan er vanuit dat onze nieuwe werkwijze bijdraagt aan een stevige sociale basis in de samenleving. Met als resultaat dat een beroep op duurdere maatwerkvoorzieningen afneemt. De vraag aan betrokkenen in het sociaal domein is dus om te investeren aan de zogenoemde voorkant. Aan de voorkant meer doen, anders doen en samen doen! Daar is initieel - geld voor nodig. Daarom heeft het college in de Voorjaarsnota 2016 hiervoor in totaal 2,5 miljoen extra subsidie voorgesteld voor de komende twee jaar. Aan de hand van de Ontwikkelagenda s van de thematafels en de inzichten van de wijkplatforms, bespreken we samen met partners waarvoor deze middelen het beste ingezet kunnen worden. 5.3 Afbouwen van een subsidie Een nieuwe manier van werken, betekent ook dat continuering van bestaande subsidies niet vanzelfsprekend is. Mocht daar sprake van zijn, dan spreekt voor zich dat we redelijke termijnen in acht nemen voor het afbouwen van een subsidie. Dat gebeurt conform de Algemene wet bestuursrecht. Die periode begint op het moment dat de gemeente juridisch correct heeft aangegeven de subsidieverlening te stoppen of te verlagen. 13

16 De Bedoeling 14

17 B BIJLAGE TOETREDINGSVOORWAARDEN, SPELREGELS EN PROCES Gemeente en organisaties zijn samen verantwoordelijk voor de transformatie en voor het realiseren van maatschappelijk nut. Ieder heeft daarin ook een eigen, soms uiteenlopend, belang. Daarom zijn er spelregels hoe we met elkaar de komende jaren ingaan. Deelnemen aan een thematafel of wijk-/dorpsplatform betekent dat spelregels erkend en geaccepteerd worden. A Voorwaarden om aan tafel te mogen deelnemen Toegang tot de tafel staat open voor iedere organisatie die de spelregels onderschrijft en zich met zijn activiteiten en voorstellen richt op het realiseren van gevraagde resultaten en alleen met die bedoeling aan tafel komt. Deze voorwaarde wordt door de tafel zelf getoetst. B Regels aan de thematafel De reikwijdte van de tafel wordt bepaald door het maatschappelijke resultaat uit Breda Doet, samen verder! waarvoor de betreffende tafel in het leven is geroepen. De tafel neemt geen besluiten. Zij heeft een adviserende rol naar het college van burgemeester en wethouders. Het college van burgemeester en wethouders neemt de besluiten op basis van de voorgestelde uitvoeringsplannen. Bij het ontbreken van een gezamenlijk uitvoeringsplan vraagt het college aan de afzonderlijke partijen alsnog plannen in te dienen. Deelnemende organisaties dienen afzonderlijke plannen altijd bij de tafel in. Daar krijgen zij gelegenheid deze toe te lichten. Het is aan de tafel om te adviseren of en hoe deze plannen betrokken worden bij het opstellen van het gehele uitvoeringsplan. Deze regel geldt ook voor tussentijdse verzoeken om activiteiten te kunnen organiseren. Indienende organisaties moeten dit tijdig doen teneinde de tafel de tijd te geven te kunnen adviseren. In beginsel is deze termijn minimaal twaalf weken voor de beoogde start van de activiteit. De tafel mag hier om haar moverende redenen van afwijken. Die moeten dan blijken uit het advies. Een plan wordt door de tafel op basis van een overwegende meerderheid ingediend. Uit het plan wordt duidelijk welke afwegingen zijn gemaakt. Dit geldt ook voor de activiteiten waarover negatief wordt geadviseerd. De tafel volgt de uitvoering van de plannen van aanpak en de aandachts- en ontwikkelpunten. Zij kan initiatief nemen tot en adviseren over het bijstellen van afspraken of veranderen van de aanpak. Het uitvoeringsplan is voor de gemeente de basis voor de verantwoording naar de gemeenteraad en naar de partijen. Organisaties dienen zich eerst met elkaar te verstaan over de wijze waarop de verantwoording wordt opgesteld, onverminderd de eisen die door de gemeente aan het uitvoeringsplan zijn gesteld. Deze wordt door de tafel opgesteld en uiterlijk 1 mei van het jaar volgend op het jaar waarop het plan of een deel van het plan (in het geval er meerjarige afspraken zijn gemaakt) betrekking had aan het college aangeboden. Omdat aan een tafel geen subsidie verstrekt kan worden, zal de verantwoording in de praktijk stukken van meerdere organisaties bevatten. 15

18 Organisaties die deelnemen aan een tafel zijn verplicht elkaar tussentijds te informeren over de voortgang van de activiteiten in relatie tot het doel waarvoor de subsidie is verstrekt. De gemeente laat de bij haar los van de tafel ingediende plannen altijd voorzien van een advies van de tafel mits het onderwerp van de aanvraag daar aanleiding toe geeft. De gemeente faciliteert het proces van de tafels. Zij levert in beginsel de voorzitter, zorgt voor verslaglegging en geeft ruimte aan de tafel zodat die zijn werk optimaal kan doen. Deelname aan de tafel garandeert geen subsidie of andere wijze van inkomsten. Organisaties streven een cultuur van wederzijdse professionaliteit na. Informatie en stukken die aan tafel gedeeld worden of aan de tafel zijn gericht, zijn openbaar en worden gepubliceerd op de website Partijen committeren zich aan het direct en wederzijds oplossen van conflicten en geschillen binnen het raamwerk van deze spelregels. Als geschillen uiteindelijk niet binnen het kader van de tafel worden opgelost, is het aan de gemeente om een knoop door te hakken. Deze spelregels laten onverlet dat moet worden voldaan aan de van toepassing zijnde bepalingen in de Algemene subsidieverordening en de Nadere regels subsidieverstrekking. Deze houden onder meer in dat het college subsidieaanvragen zorgvuldig moet toetsen. Naarmate de tafels zich beter van deze taak kwijten, wordt die toetsing marginaler en kan het college verwijzen naar de zorgvuldigheid die de tafel in acht heeft genomen. Voor de tafels is er ruimte om waar nodig een verdere onderverdeling te maken en deelnemers aan tafel uit te nodigen. In overleg met de tafels wordt het werkproces per tafel bepaald. Aan iedere tafel en aan ieder wijk-/dorpsplatform zijn een of meerdere medewerkers van de gemeente gekoppeld. Deze ondersteunen, modereren en bewaken het proces. Waar nodig leggen zij een relatie met andere thematafels of wijkplatforms. Een uitvoeringsplan wordt uiterlijk 15 oktober van het jaar voorafgaande aan het jaar waarop het plan betrekking heeft ter advisering voorgelegd aan het college. Het college beslist binnen zes weken na ontvangst van het advies en laat dit besluit aan de tafel weten. 16

19 C Eisen aan het uitvoeringsplan en toetsing Inhoudelijke eis Inhoudelijk krijgen de thematafels veel ruimte om met voorstellen te komen. Het kader wordt gevormd door de maatschappelijke resultaten en bijbehorende indicatoren die in Breda Doet, samen verder staan opgenomen. De uitvoeringsplannen i.c. de daarin opgenomen activiteiten moeten dus geloofwaardig daaraan bijdragen. Informatie eis In de plannen dient rekening gehouden te worden met het kunnen verstrekken van informatie aan de hand waarvan bepaald kan worden of resultaten daadwerkelijk bereikt worden. De basis voor deze informatie staat in het kader. Efficiency eis De in het uitvoeringsplan opgenomen activiteiten dienen tegen redelijke kosten te worden uitgevoerd. Redelijk betekent, dat de kosten niet het gangbare tarief voor dit type activiteiten overschrijden. Het is aan de tafel om hier rekening mee te houden. Deze afweging moet terug te vinden zijn in het uitvoeringsplan. D Werkwijze van de wijkplatforms In de wijken en dorpen spelen wijkplatforms een centrale rol. Voor inwoners met een (nieuwe) initiatief is het wijkplatform de plek om in gesprek te gaan over wat nodig is om het initiatief te versterken, verder te brengen en uiteindelijk te kunnen uitvoeren. Wanneer het voor het initiatief nodig is, kan de gemeente vanuit het wijkbudget financiële middelen toekennen. De wijkplatforms hanteren in ieder geval de volgende spelregels: Iedereen is welkom deel te nemen aan het wijkplatform; Gesprekken vinden plaats op basis van gelijkwaardigheid; Wijkplatform is eigendom van de wijk. Het wijkplatform toetst de aangedragen initiatieven aan de volgende criteria: a) Het initiatief vindt plaats in de wijk en moet passen binnen het kader Breda Doet, samen verder! ; b) Het initiatief moet een afdoende mate van draagvlak hebben in de wijk, dit naar oordeel van het wijk-/dorpsplatform; c) Er wordt geen financiële bijdrage geleverd aan straatfeesten of barbecues; d) Initiatiefnemers leggen achteraf verantwoording af; e) De initiatiefnemers onderschrijven de van toepassing zijnde algemene regels en de specifieke wijkspelregels die door het wijk-/dorpsplatform worden opgesteld. Als het initiatief plaats vindt in een impulswijk, wordt beoordeeld of het initiatief vernieuwend is op het terrein van werkgelegenheid, participatie en leefbaarheid en wordt gedragen door en voor de bewoners van die betreffende impulswijk. Op basis van dit advies en de voor dat jaar vastgestelde subsidieplafonds, zet de gemeente het voorgestelde advies om in een besluit. De initiatiefnemer krijgt voor een periode van maximaal een jaar een subsidie toegekend. 17

20 18

21

22