AlgoRex. Bedieningsvoorschrift CS1110 ALARM CS1110. Terugstellen. Afstellen akoestisch signaal. Doormelding. Doormelding geactiveerd. Alarm vertr.

Transcriptie

1 AlgoRex Bedieningsvoorschrift CS1110 ALARM Afstellen akoestisch signaal Terugstellen Bedrijf Doormelding storing/uit Alarm vertr. uit Doormelding geactiveerd F1 Start/ Stop Storing Systeemdeel uit Meldertest Alarmgevers storing/uit Storing centrale Dagorg. in del 0 hm F2 ok CS1110

2 Alle rechten voorbehouden. Wijzigingen voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. We reserve all rights in this document and in the subject thereof. By acceptance of the document the recipient acknowledges these rights and undertakes not to publish the document nor the subject thereof in full or in part, nor to make them available to any third party without our prior express written authorization, nor to use it for any purpose other than for which it was delivered to him. Wir behalten uns alle Rechte an diesem Dokument und an dem in ihm dargestellten Gegenstand vor. Der Empfänger anerkennt diese Rechte und wird dieses Dokument nicht ohne unsere vorgängige schriftliche Ermächtigung ganz oder teilweise Dritten zugänglich machen oder ausserhalb des Zweckes verwenden, zu dem es ihm übergeben worden ist. 2 SBT/CE/REGI/SA/16/605A/10/0601/HD

3 CS1110 CI1110 Brandmeldcentrale met bedieningsterminal ALARM Afstellen akoestisch signaal Terugstellen Bedrijf Doormelding storing/uit Alarm vertr. uit Doormelding geactiveerd F1 Start/ Stop Storing Systeemdeel uit Meldertest Alarmgevers storing/uit Storing centrale Dagorg. in del 0 hm F2 ok CS1110 Bedieningsinstructies Beknopte instructie... 4 Bedieningselementen... 5 Bedieningstoegang... 6 Normaalbedrijf... 7 Bedrijfstoestand «Dag» / «Nacht»... 8 Alarm... 9 Meldergroep, tijdelijk uitschakelen Storing Meldertest Doormelding UIT/AAN Alarmeringsapparatuur UIT/AAN 17 Printer UIT/AAN Printer papier verwisselen Lampentest Alarm teller Gebeurtenisgeheugen Tijd en datum instellen Overzicht bedienings-menu s SBT/CE/REGI/SA/16/605a/10/0601/HD 3

4 Beknopte instructie Gedetailleerde beschrijvingen van, de voor de gebruiker belangrijke functies staan op de volgende bladzijden. ALARM Algemene informatie over... Overzicht bedieningselementen... 5 Bedieningstoegang... 6 Normaal bedrijf... 7 Bedrijfstoestand «Dag» / «Nacht»... 8 Afstellen akoestisch sign. Terugstellen Alarm vertr. uit Start/ Stop CS1110 ALARM, wat te doen? 1. Toets Afstellen akoestische signaal indrukken. Zoemer wordt uitgeschakeld 2. Brandlocatie aflezen in het tekstdisplay. 3. Toets Afstellen akoestische signaal opnieuw indrukken. Alarmgevers worden uitgeschakeld 4. Brandlocatie opzoeken. 5. Beslissen «Echte brand» of «ongewenst/onecht alarm»: Echte brand: direct handbrandmelder activeren of de toets Alarmvertraging uit indrukken het alarm wordt doorgemeld ongewenst/ direct de toets terugstellen indrukken onecht alarm: de installatie wordt teruggesteld. Gedetaileerde informatie over... alarmmeldingen, hoe worden deze op het display weergegeven?... 9 Alarmorganisatie, hoe functioneert deze? Menu bediening. 2. Geef password in (of bedien de sleutelschakelaar) 3. Kies een functie met de toets: INschakelen inschakelen melders, alarmgevers, etc. UITschakelen uitschakelen melders, alarmgevers etc. INFO opvragen opvragen systeem gegevens FUNCTIES systeemtest, printen tijd/datum instellen, etc.. 5. Selecteer de gewenste functie en volg de aanwijzingen op het display Gedetaileerde informatie over... Melder-GROEP tijdelijk uitschakelen «Meldertest» Doormelding uit-/inschakelen Alarmeringsapparatuur uit-/inschakelen, Printer uit-/inschakelen Lampentest uitvoeren Alarmteller afvragen Gebeurtenisgeheugen afvragen Tijd en datum instellen Totaaloverzicht van het bedieningsmenu SBT/CE/REGI/SA/16/605A/10/0601/HD

5 OVERZICHT BEDIENINGSELEMENTEN Bedieningsterminal CS1110 Bediening is uitsluitend mogelijk na vrijgave met een paswoord of sleutelschakelaar. 1 ALARM Afstellen akoestisch signaal Terugstellen Bedrijf Doormelding storing/uit 6 Alarmvertr. uit 7 Doormelding geactiveerd F1 Start/ Stop Storing Systeemdeel uit Meldertest Alarmgevers storing/uit Storing centrale Dagorg. in del 0 hm F2 ok 10 CS LED veld «ALARM»: licht op bij alarmmeldingen. 2 Tekstdisplay met gele verlichting tijdens bedienacties. 3 Toets voor het doorbladeren van alarmering 4 Toets Afstellen akoestisch signaal: algemeen: schakelt de zoemer uit, bij een melding. bij alarm: 1 keer bedienen zoemers uit; 2 keer bedienen alarmgevers uit; volgende bediening alarmgevers aan. 5 Toets Terugstellen voor het terugstellen van een alarm- of storingsmelding 6 Informatieveld, deels met bedieningstoetsen. 7 Toets Alarmvertraging uit 8 Toets voor het schakelen tussen «Dag» / «Nacht» bedrijfstoestand 9 Functietoetsenblok voor menu geörienteerde bediening en paswoord ingave: Toets Start / Stop: voor openen en sluiten menu s Toets F1 en F2 : Functietoetsen afhankelijk van het gekozen menu Toets ok : voor het uitvoeren van de gekozen functie Toets en : voor het kiezen van menupunten Toets hm : voor het teruggaan naar het voorgaande menu Toets del: wist tekens links van de cursor 10 Sleutelschakelaar voor het vrijgeven van de bediening (optie) SBT/CE/REGI/SA/16/605a/10/0601/HD 5

6 Bedieningstoegang Wat zijn de verschillende bevoegdheidsniveau s? Niveau 1 Iedereen voor de functie «Afst. akoestische sign.» en «doorbladeren» Niveau 2a Gebruiker 1 met beperkte bevoegdheid (bijv. portier) Niveau 2b Gebruiker 2 met beperkte bevoegdheid (bijv. veiligheidsfunctionaris) Niveau 3 Service voor service-technicus Hoe krijgt men bedieningstoegang? Door ingave van een paswoord via het functietoetsenblok 1 of door middel van de sleutelschakelaar 2 (indien aanwezig). Bedrijf Doormelding storing/uit Alarmvertr. uit Doormelding geactiveerd F1 Start/ Stop Storing Systeemdeel uit Meldertest Alarmgevers storing/uit Storing centrale Dagorg. in del 0 hm F2 ok 2 CS1110 Bedieningstoegang via paswoord Het paswoord bestaat uit een 4 cijferig codenummer. Het codenummer wordt door de service-technicus ingevoerd en bekend gemaakt. Openen (inloggen) Het systeem vraagt om het paswoord 2. Paswoord ingeven en toets ok indrukken (Toets del indrukken bij foutieve ingave) START systeem > invoer paswoord? _ Hm / Sluiten (uitloggen) Niet noodzakelijk, aangezien de bediening automatisch wordt geblokkeerd, als gedurende een bepaalde tijd geen toetsen worden ingedrukt. Bedieningstoegang via sleutelschakelaar (optie) Sleutel insteken en in horizontale positie draaien. De bedieningstoegang blijft gehandhaafd, zolang de sleutel in de horizontale stand staat. 6 SBT/CE/REGI/SA/16/605A/10/0601/HD

7 Normaal bedrijf Wat is «Normaal bedrijf»? De installatie is gereed voor het ontvangen van alarmeringen Er zijn geen alarmeringen en er zijn geen storingen aanwezig. In het signaleringsveld «Bedrijf» licht de groene LED 1 op. De verlichting van het tekstdisplay is uit (zodra de Start/Stop toets wordt bediend, wordt het tekstdisplay verlicht). ALARM Afstellen akoestisch signaal Terugstellen 1 Bedrijf Doormelding storing/uit Alarm vertr. uit Doormelding geactiveerd F1 Start/ Stop Storing Systeemdeel uit Meldertest Alarmgevers storing/uit Storing centrale Dagorg. in del 0 hm F2 ok CS1110 SBT/CE/REGI/SA/16/605a/10/0601/HD 7

8 Bedrijfstoestand «Dag» en «Nacht» In deze installatie is de alarmorganisatie «CAK» geactiveerd ja. nee. Algemeen De bedrijfstoestanden «Dag» / «Nacht» zijn alleen van belang bij installaties, waarin de signalen van automatische en handbrandmelders afzonderlijk verwerkt worden, dat wil zeggen wanneer de alarmorganisatie «CAK» actief is. De omschakeling gebeurt handmatig of automatisch. Bedrijftoestand «Dag» Betekent: de bevoegde persoon (personen) is (zijn) aanwezig, om bij «Alarm» op verkenning te gaan. Lamp 1 in het informatieveld «Dagorg. in» licht op. Bedrijfstoestand «Nacht» Betekent: de bevoegde persoon (personen) is (zijn) niet aanwezig. Lamp 1 in het informatieveld «Dagorg. in» is uit. Bedrijf Doormelding storing/uit Alarm vertr. uit Doormelding geactiveerd F1 Start/ Stop Storing Systeemdeel uit Meldertest Alarmgevers storing/uit Storing centrale Dagorg. in del 0 hm F2 ok CS1110 Handmatig omschakelen van «Dag» naar «Nacht» of omgekeerd (Alleen met de juiste bedieningsbevoegdheid mogelijk) Omschakelen door indrukken van toets 2 Opmerking: Het omschakelen van «Dag» naar «Nacht» (of omgekeerd) is ook via het menu mogelijk. Automatische omschakeling Van «Dag» naar «Nacht»: nee ja, tijdstip =... Van «Nacht» naar «Dag»: nee ja, tijdstip =... 8 SBT/CE/REGI/SA/16/605A/10/0601/HD

9 Alarm Alarm, wat te doen? 1. Toets Afstellen akoestisch sign. indrukken Zoemer wordt uitgeschakeld 2. Plaats van de brand aflezen 3. Toets Afstellen akoestisch sign. opnieuw indrukken Alarmgevers worden uitgeschakeld 4. Plaats van de brand opzoeken 5. Beslissen, of het een «echte brand» is of een «Ongewenst of onecht alarm»: Echte brand: onmiddellijk Handbrandmelder activeren of toets Alarmvertr. uit indrukken het alarm wordt doorgemeld Ongewenst of onecht alarm: onmiddelijk de Terugstellen toets indrukken het systeem keert terug naar normaal bedrijf ALARM CS1110 Alarmvertr. uit Afstellen akoestisch sign. Terugstellen Hoe worden alarmmeldingen in het display weergegeven? 1 e Alarmmelding Groep 2 «2 e etage» 1 ALARM / groep 2 GROEP 2 2 e etage 2 ALARM / groep 1 > ALARM melding naar BRANDWEER totaal: 2 eerste melding + «scroll box» laatste melding 2 e Alarmmelding Groep 1 «1 e etage» er kunnen maximaal 2 meldingen gelijktijdig worden weergegeven De eerste melding wordt op de bovenste twee regels weergegeven, de laatste melding op de 3 e regel in van tekstdisplay. Aanvullende informatie en verdere aanwezige meldingen kunnen doorlopen worden («Scroll box» bovenste 2 regels). Op de 4 e regel wordt algemene informatie weergegeven over alarm doorgifte en het totaal aantal aanwezige meldingen. Hoe krijg ik aanvullende informatie? Toets F1 indrukken, daarna de scroll toets gebruiken om alle aanwezige meldingen door te bladeren (inclusief eigen tekst) Elke melding wordt op de bovenste 2 regels weergegeven. 1 GROEP 2 2 e etage explosieve materialen! 2 ALARM / groep 1 > ALARM melding naar BRANDWEER totaal: 2 Opmerking: De centrale kan voorzien zijn van een LED--tableau (optie) voor 8 zones. Bij een alarm uit een zone licht dan tevens de rode zone--led op. SBT/CE/REGI/SA/16/605a/10/0601/HD 9

10 Alarm Hoe functioneert de alarmorganisatie? Wanneer de installatie zich in de bedrijfstoestand «Dag» bevindt, activeren handbrandmelders en automatische brandmelders in geval van alarm verschillende akties. Gevarenmelding Bedrijfstoestand «Dag» Bedrijfstoestand «Nacht» Handbrandmelder ingedrukt Brandweer wordt meteen opgeroepen. Brandweer wordt meteen opgeroepen. Autom. brandmelder in werking getreden Brandweer wordt pas na afloop van een bepaalde verkenningstijd opgeroepen. Handelwijze bij alarm: 1. Afstellen akoestisch sign. binnen de aanwezigheidsbewakingstijd (V1) en onmiddelijk de brandoorzaak opzoeken. 2. Op de locatie van de brand vaststellen, of het een serieuze brand of een ongewenst/onecht alarm betreft. 3. Bij een serieuze brand meteen de dichtstbijzijnde handbrandmelder indrukken of de toets Alarmvertr. uit op de bedieningsterminal indrukken. 4. Bij een ongewenst/onecht alarm de installatie meteen terugstellen dat wil zeggen voor het verstrijken van de verkenningstijd (V2). Brandweer wordt meteen opgeroepen. Aanwezigheidsbewaking «V1» V1 =... minuten is een tijdvertraging, die bij automatische melders in de bedrijfstoestand «Dag» actief is controleert, of iemand de alarmmelding binnen een vooraf ingestelde tijd accepteert na afloop van deze tijd vindt doormelding van het alarm naar de brandweer plaats de nog resterende tijd wordt in minuten en seconden op het display weergegeven een alarmmelding moet voor het verstrijken van V1 geaccepteerd worden Verkenningstijd «V2» V2 =... minuten is een tijdvertraging, die bij automatische melders in de bedrijfstoestand «Dag» actief is begrenst de tijd voor het opzoeken van de brand binnen een afzonderlijk vooraf ingestelde tijd na afloop van deze tijd vindt doormelding van het alarm naar de brandweer plaats de nog resterende tijd wordt in minuten en seconden op het display weergegeven bij ongewenst/onecht alarm moet de installatie voor het verstrijken van V2 worden teruggesteld 10 SBT/CE/REGI/SA/16/605A/10/0601/HD

11 Melder-groep tijdelijk uitschakelen Wanneer moet een GROEP worden uitgeschakeld? GROEPEN met automatische brandmelders of handbrandmelders kunnen tijdelijk worden uitgeschakeld. Dit is alleen in uitzonderlijke situaties nodig, bijvoorbeeld bij revisiewerkzaamheden: -- groepen met rookmelder(s) als door buitengewone werkzaamheden rook of stof kan ontstaan -- groepen met thermische melder(s) als door buitengewone werkzaamheden warmte of damp kan ontstaan -- groepen met handbrandmelder(s) als het gevaar voor een onbedoelde activering bestaat Zodra er weer sprake is van een normale toestand, moeten uitgeschakelde groepen onmiddellijk ingeschakeld worden. Opmerking Een uitgeschakelde GROEP kan geen alarm-of storingsmelding veroorzaken. Uitgeschakelde groepen geven de melding «systeemdeel UITGESCHAKELD», die continu wordt weergegeven (uitzondering: er is een alarmmelding aanwezig). GROEP uitschakelen KEUZE: 1. INschakelen Hoofdmenu wordt weergegeven (hoofd menu) 2. UITschakelen Toets indrukken en menupunt UITschakelen selecteren 4. FUNCTIES Het UITschakelen menu wordt weergegeven Hoofdmenu wordt weergegeven Het UITSCHAKELEN GROEPEN menu wordt weergegeven Toets het gewenste groepsnummer in (555 = alle groepen) Het UITSCHAKEL TIJD menu wordt weergegeven Toets de gewenste uitschakeltijd in 5. Toets ok indrukken Het UITSCHAKELEN GROEPEN menu wordt weergegeven Herhaal de stappen 3..5 om een andere groep uit te schakelen of toets Start / Stop indrukken voor het beëindigen van de procedure. De groep(en) is (zijn) uitgeschakeld GROEP inschakelen Het hoofdmenu wordt weergegeven Het INschakelen menu wordt weergegeven Het INSCHAKELEN GROEPEN menu wordt weergegeven Toets het gewenste groepnummer in (555 = alle groepen) Het Afvragen GROEP menu wordt weergegeven Toets F1 of hm om groep in te schakelen binnen de ingestelde tijd of toets een ander groep nummer om deze in te schakelen De groep(en) is (zijn) ingeschakeld UITschakelen:1. melder GROEP (2) 2. al.gvr./sturing/doorm. UITSCHAKELEN GROEPEN: > invoer GROEP nr.? (alle=555) _ GROEP # geselecteerd > uren UITgeschak? (99=continu) _ GROEP # UITGESCHAKELD voor # uren uitschakelen? > invoer groepsnr.? _ KEUZE: 1. INschakelen (hoofd menu) 2. UITschakelen 4. FUNCTIES INschakelen 1. melder GROEP (1) 2. alg.gvr/sturing/doorm. 3. printer/diversen. INschakelen GROEPEN: > invoer GROEP nr.? (alle=555) _ Afvragen GROEP #, WACHT # (F1 / hm = inschak.) volgende GROEP? _ SBT/CE/REGI/SA/16/605a/10/0601/HD 11

12 Storing Wat te doen bij storingen? 1. Melding accepteren (toets Afstellen akoestisch sign. indrukken) 2. Plaats van de storing in het display aflezen 3. Indien de storing niet verholpen kan worden, Siemens Nederland N.V. bellen Wat kan de installatiebeheerder zelf ondernemen? OPEN CIRCUIT in detector zone # Indien U de melding «ONDERBRK. melderlus GROEP #» ziet, controleer dan alle melders van de vermelde groep indien een melder mist, zet deze dan weer in de sokkel STORINGSMELDINGEN: totaal: 1 1 ONDERBRK. melderlus GROEP # VRIJ :39 Netspanningsuitval Stroomonderbrekingen in het plaatselijke elektriciteitsnet: geen maatregelen nodig. De noodstroomaccu voorziet de installatie voor tenminste een aantal uren van energie STORINGSMELDINGEN: totaal: 1 1 netspanning ONTBREEKT VRIJ :39 Netuitval zonder stroomonderbreking in het plaatselijke elektriciteitsnet: Smeltveiligheden (meterkast) controleren en indien nodig vervangen. Printer papiereinde nieuwe papierrol inzetten, (zie hoofdstuk «Printer: Papier verwisselen»,pagina 22). Bij alle andere storingen Siemens Nederland N.V. opbellen 12 SBT/CE/REGI/SA/16/605A/10/0601/HD

13 Functie «meldertest» Waarvoor dient de functie «Meldertest»? Voert een individuele controle van de werking van iedere afzonderlijke automatische of handbrandmelder uit. Automatische brandmelders worden met een speciale meldertester geactiveerd. Handbrandmelders (HBM) worden afhankelijk van het type: -- van buitenaf geactiveerd, zonder dat het ruitje wordt beschadigd en de behuizing geopend moet worden. -- geactiveerd door het openen van het deurtje van de behuizing. Testalarm Daaronder verstaat men de actieve toestand van automatische melders of handbrandmelders in de bedrijfstoestand «Meldertest». Bij «Testalarm» ontstaat in de centrale géén alarmering. Dit houdt in dat er geen akoestische alarmgevers, doormeldingen of andere stuurfuncties worden geactiveerd. Testalarmeringen worden op de bedieningsconsole weergegeven (melding: test-alarm GROEP #), en geprint in het geval er een printer aanwezig is. Opmerking Een groep die in de meldertest mode staat kan geen alarmering of storingsmelding geven. Groepen die in de meldertest mode staan zorgen ervoor dat de melding «GROEPEN: #,#,... in MELDERTEST», continu wordt weergegeven (uitzondering: er is een alarmering aanwezig). Meldergroepen in de «meldertest» mode zetten Het hoofdmenu wordt weergegeven Toets indrukken en menupunt FUNCTIES selecteren KEUZE: 1. INschakelen (hoofd menu) 2. UITschakelen 4. FUNCTIES FUNCTIES: 1. functie Het FUNCTIE menu wordt weergegeven (4) 2. systeem TEST 3. afdrukken Toets indrukken en menupunt system TEST selecteren 4. configuratie Het SYSTEEM, TEST menu wordt weergegeven Toets indrukken en menupunt melder/lamp/accu selecteren. Het SYSTEEM, TEST submenu wordt weergegeven Toets indrukken en menupunt melder selecteren 5. Toets ok indrukken Het MELDERTEST mode menu wordt weergegeven Toets de gewenste groepennummers in. Gebruik de ok toets om de nummers te scheiden en de del toets om ingave fouten te corrigeren. 6. Toets ok indrukken De bevestiging van Uw keuze wordt weergegeven. SYSTEEM TEST: 1. al.gvr./sturing/doorm. (4.2) 2. melder/lamp/accu SYSTEEM TEST: 1. lamp/display (4.2.2) 2. accu 3. meldertest MELDERTEST mode : (hm > onderbreken) > GROEPEN nr.? (max. 4) _ GROEP # in MELDERTEST mode > geen sturingen geactiv. bij TESTalarm De meldergroep(en) is (worden) naar «Meldertest» geschakeld. SBT/CE/REGI/SA/16/605a/10/0601/HD 13

14 Functie «Meldertest» Aanbevelingen voor het testen van melders Functioneringscontrole periodiek uitvoeren. De testfrequentie is vastgesteld door de service-technicus. Autom. melders altijd per GROEP op «Meldertest» zetten, nooit het gehele gebouw. Voor handbrandmelders moet de test uitgevoerd worden volgens een testplan. Automatische brandmelders en handbrandmelders afzonderlijk testen. Nooit gelijktijdig op «Meldertest» zetten. Na beëindigen van de testwerkzaamheden de bedrijfstoestand «Meldertest» onmiddelijk uitschakelen. Testen van automatische AlgoRex -Melders 1. GROEP op «Meldertest» zetten. 2. Meldertester op de melder zetten. Let op de markering! Voor rookmelders en neurale rookmelders is de melderplukker en tester DZ1193 noodzakelijk: Rook (lichtstrooiing) wordt optisch gesimuleerd Voor thermische melders is de meldertester RE6T noodzakelijk: Temperatuurstijging wordt met een warmeluchtventilator gesimuleerd 3. Wacht tot de alarmindicator op de melder knippert. 4. Meldertester weer verwijderen. Functietest is afgesloten Neurale rookmelder Rookmelder Melderplukker en tester DZ1193 Thermische melder Meldertester RE6T Opmerking Rookmelders, neurale rookmelders en thermische melders hebben verschillende behuizingen (zie afbeelding). Testen van handbrandmelders Handbrandmelder «KAC» versie 1. Handbrand-GROEP op «Meldertest» zetten. 2. Testsleutel in opening van de handbrandmelder steken «Testalarm» wordt gesimuleerd. 3. Wacht tot de alarmindicator in de handbrandmelder knippert. 4. Testsleutel weer verwijderen. Functietest is afgesloten Testsleutel 14 SBT/CE/REGI/SA/16/605A/10/0601/HD

15 Functie «Meldertest» Handbrandmelder «DIN» versie (indirecte bediening) 1. Handbrandmelder zone op «Meldertest» zetten 2. Deur van de handbrandmelder met sleutel openen 3. Drukknop volledig indrukken «Testalarm» wordt gesimuleerd 4. Wacht tot de alarmindicator in de handbrandmelder knippert 5. Deur weer sluiten Functietest is afgesloten Handbrandmelder «EN» versie (directe bediening) 1. Handbrandmelder-GROEP op «Meldertest» zetten. 2. Deurtjes van de handbrandmelders met de sleutel openen. «Testalarm» wordt gesimuleerd. 3. Wacht tot de alarmindicator in de handbrandmelder knippert. 4. Deur weer sluiten. Functietest is afgesloten Beëindingen van de «Meldertest» mode Functieoverzicht verschijnt in het display Toets indrukken en menupunt FUNCTIES selecteren KEUZE: 1. INschakelen (HOOFD menu) 2. UITschakelen 4. FUNCTIES FUNCTIES: 1. functie Het FUNCTIES menu wordt weergegeven (4) 2. systeem TEST 3. afdrukken Toets indrukken en menupunt system TEST selecteren 4. configuratie Het SYSTEEM TEST menu wordt weergegeven Toets indrukken en menupunt melder/lamp/accu selecteren Het SYSTEEM TEST submenu wordt weergegeven Toets indrukken en menupunt melder selecteren 5. Toets ok indrukken Het MELDERTEST mode menu wordt weergegeven Toets del indrukken om alle weergegeven groepennummers te wissen en toets «0» (nul) indrukken om de MELDERTEST mode te beëindigen 6. Toets ok indrukken De bevestiging van ingave wordt weergegeven SYSTEEM TEST: 1. al.gvr./sturing/doorm. (4.2) 2. melder/lamp/accu. SYSTEEM TEST: 1. lamp/display (4.2.2) 2. accu 3. meldertest MELDERTEST mode: (max. 4 groepen) nieuwe GROEPEN? (0=STOP) _ MELDERTEST mode AFGEBROKEN Timeout /Hm: menu De test mode is beëindigd voor alle melder groepen SBT/CE/REGI/SA/16/605a/10/0601/HD 15

16 Doormeldeenheid uit-/inschakelen Deze installatie is met een doormeldeenheid uitgerust: bij BRANDALARM ja, ontvanger:... nee bij STORING ja, ontvanger:... nee Wat verstaat men onder «doormelding»? Onder «doormelding» verstaat men de doormelding naar de brandweer bij BRANDALARM. De doormelding bij STORING wordt gescheiden aangestuurd. Wanneer wordt de doormelding uitgeschakeld? Normaliter is de doormelding in bedrijf d.w.z. ingeschakeld. Deze wordt alleen in bijzondere gevallen uitgeschakeld. (bijv. voor functiecontrole van sturingen). Een uitgeschakelde doormelding geeft de melding «...», die continu wordt weergegeven (uitzondering: er is een alarmering aanwezig). Als aanvulling op deze melding lichten de LED s in de informatievelden «doormelding storing/uit» en «systeemdeel uit» op. Doormelding uitschakelen Het hoofdmenu wordt weergegeven Toets indrukken en menupunt UITschakelen selecteren Het UITschakelen menu wordt weergegeven Toets indrukken en menupunt al.gvr./sturing/doorm selecteren Het UITschakelen submenu wordt weergegeven Toets 2x indrukken en het menupunt doormelding selecteren Het doormelding-alarm menu wordt weergegeven Voer de gewenste uitschakeltijd in 5. Toets ok indrukken De bevestiging van Uw keuze wordt weergegeven KEUZE: 1. INschakelen (hoofd menu) 2. UITschakelen 4. FUNCTIES UITschakelen:1. GROEPEN (2) 2. al.gvr./sturing/doorm. 3. printer/diversen UITschak: 1. alarmgever (2.2) 2. sturingen 3. doorm-alrm 4. doorm storing UITschakelen doormelding-alarm: > uren UITgeschak? (99=continue) _ Hm: terug naar menu Stop:einde bediening Doormelding-alarm UIT voor # uren De doormelding BRANDALARM is uitgeschakeld Doormelding inschakelen Timeout /Hm: menu Het hoofdmenu wordt weergegeven Het INschakelen menu wordt weergegeven Toets indrukken en menupunt al.grv./sturing /doorm selecteren Het INschakelen submenu wordt weergegeven Toets 2x indrukken en menupunt doormelding selecteren De inschakel bevestiging wordt weergegeven KEUZE: 1. INschakelen (hoofd menu) 2. UITschakelen 4. FUNCTIES INschakelen: 1. meldergroep (1) 2. al.gvr./sturing/doorm. 3. printer/diversen INschakelen: 1. alarmgever (1.2) 2. sturingen 3. doormelding-alarm 4. doormelding storing Doormelding-alarm INGESCHAKELD De doormelding BRANDALARM wordt in de stand-by stand geschakeld. Timeout /Hm: menu 16 SBT/CE/REGI/SA/16/605A/10/0601/HD

17 Alarmeringsapparatuur uit-/inschakelen Wanneer moet alarmeringsapparatuur worden uitgeschakeld? Akoestische alarmeringsapparaten zijn normaliter in bedrijf, d.w.z. ingeschakeld. Deze worden alleen in bijzondere gevallen uitgeschakeld (bijv. voor functiecontrole van sturingen). De uitgeschakelde alarmeringsapparatuur geeft de melding «systeemdeel UITGESCHAKELD», die continu wordt weergegeven (uitzondering: er is een alarmering aanwezig). Als aanvulling op deze melding lichten de LED s in de informatievelden «Alarmgevers storing / uit» en «Systeemdeel uit» op. Alarmeringsapparatuur uitschakelen Het hoofdmenu wordt weergegeven Toets indrukken en menupunt UITschakelen kiezen Het UITschakelmenu wordt weergegeven Toets indrukken en menupunt al.gvr./sturing/doorm selecteren Het UITschakelen submenu wordt weergegeven Het UITSCHAKELEN alarmgvr. menu wordt weergegeven Toets gewenste alarmgever nummer in (555 = alle ) KEUZE: 1. INschakelen (hoofd menu) 2. UITschakelen 4. FUNCTIES UITschak: (2) 1. GROEPEN 2. al.gvr./sturing/doorm. 3. printer/diversen UITschakelen 1. alarmgever (2.2) 2. sturingen 3. doorm alrm 4. doorm storing UITSCHAKELEN alarmgevers: > invoer alarmgvr nr.? (alle=555) _ 5. Toets ok indrukken Het UITSCHAKELEN alarmgevers menu wordt wederom weergegeven Toets het nummer van een andere uit te schakelen alarmgever in of de toets Start / Stop indrukken om invoer te beëindigen De alarmgever(s) is (zijn) afgeschakeld Alarmeringsapparatuur inschakelen Het hoofdmenu wordt weergegeven Het INschakelen menu wordt weergegeven Toets indrukken en menupunt al.gvr./sturing/doorm selecteren Het INschakelen submenu wordt weergegeven Het INSCHAKELEN alarmgevers menu wordt weergegeven Toets gewenste alarmgever nummer in (555 = alle ) 5. Toets ok indrukken Het INSCHAKELEN alarmgevers menu wordt wederom weergegeven Toets het nummer van een andere uit te schakelen alarmgever in of de toets Start / Stop indrukken om invoer te beëindigen De alarmgever(s) is (zijn) ingeschakeld alarmgever # UITGESCHAKELD uitschakelen? invoer alarmgvr.nr. _ KEUZE: 1. INschakelen (hoofd menu) 2. UITschakelen 4. FUNCTIES INschakelen:1. meldergroep (1) 2. al.gvr./sturing/doorm. 3. printer/diversen INschakelen 1. alarmgevers (1.2) 2. sturingen 3. doormelding alarm 4. doormelding storing INGESCHAKELD # alarmgevers: > invoer alarmgvr.nr.? (alle=555) _ alarmgever # INGESCHAKELD inschakelen? > invoer alarmgvr.nr. _ SBT/CE/REGI/SA/16/605a/10/0601/HD 17

18 Printer uit-/inschakelen In deze installatie is een printer aanwezig ja nee Positie van de printer:... Wanneer moet de printer worden uitgeschakeld? De printer is (indien aanwezig) normaliter in bedrijf d.w.z. ingeschakeld. Er wordt alleen in bijzondere gevallen uitgeschakeld (bijvoorbeeld bij het verwisselen van het papier). Een uitgeschakelde printer geeft de melding «Systeemdeel uit», die continu wordt weergegeven (uitzondering: er is een alarm aanwezig). Printer uitschakelen Het hoofdmenu wordt weergegeven Toets indrukken en menupunt UITschakelen selecteren Het UITschakelen menu wordt weergegeven Toets indrukken en menupunt printer/diversen selecteren Het UITschakelen submenu wordt weergegeven Toets indrukken en menupunt printer selecteren Het UITschak. printer menu wordt weergegeven Toets 3 indrukken om «alles overslaan» te selecteren De bevestiging van Uw ingave wordt weergegeven; de printer is uitgeschakeld KEUZE: 1. INschakelen (hoofd menu) 2. UITschakelen 4. FUNCTIES UITschak: 1. GROEPEN (2) 2. al.gvr./sturing/doorm. 3. printer/diversen UITschakelen: 1. ingangen (2.3) 2. uitgangen 3. printer UITschakelen printer :2. alleen nog ALARMEN (alle mld.ingeschak.) 3. alles overslaan printer UITGESCHAK (alle meldingen) Timeout /hm: menu Printer inschakelen Het hoofdmenu wordt weergegeven Het INschakelen menu wordt weergegeven Toets indrukken en menupunt printer/diversen selecteren Het INschakelen submenu wordt weergegeven Toets indrukken om het menupunt printer te selecteren Het INschakelen printer meldingen wordt weergegeven Toets 1 indrukken om «alle» te selecteren De bevestiging van Uw ingave wordt weergegeven; de printer is uitgeschakeld KEUZE 1. INschakelen (HOOFD menu) 2. UITschakelen 4. FUNCTIES INschakelen: 1. melder GROEP (1) 2. al.gvr./sturing/doorm. 3. printer/diversen INschakelen: 1. ingangen (1.3) 2. uitgangen 3. printer INschak.printer meldingen: 1. ALLE (oud: 3) 2. alleen ALARMEN 3. GEEN printer ACTIEF: registr. ALLE meldingen Timeout /hm: menu 18 SBT/CE/REGI/SA/16/605A/10/0601/HD

19 Printer CP10-03 / CP100-11: papier verwisselen Geldig voor deze inst. ja, installatie met printer van de typen CP10-03 en/of CP nee B A C E D H E Gekartelde knop voor papierdoorvoer D Hefboom voor papierinvoer H Toets voor het opwikkelen van het papier en terugstellen van «papierstoring» CP Papier verwisselen Voorafgaand: Printer uitschakelen 1. Printereenheid naar buiten draaien: -- Schroeven rechts verwijderen of deur met de sleutel openen. -- Eenheid links naar buiten draaien. 2. Bedrukte papierrol uitnemen. 3. Papierklep A optillen en de nieuwe papierrol over de rolhouder B schuiven. 4. Het eind van het papier licht tegen de papierklep drukken en hierlangs in de papieropening C van de printer schuiven. -- Voor het invoeren van het papier hefboom D naar beneden drukken. 5. Met de kartelknop E het papier aandraaien. 6. Het einde van het papier om de rol in het opwikkelmechanisme F leggen en met de papierklem G vastzetten. 7. Toets H indrukken. Daarna: Printer weer inschakelen E H D F CP10-03 Vervangingspapierrollen G Siemens-- (= 4 Stuks) of -- JUJU TP 50KS--A -- HONSHU PS 65 B1 -- MITSUBISHI F--200 U7X Afdrukkwaliteit Bij onvoldoende afdrukkwaliteit de storingsdienst van SIEMENS NEDERLAND N.V. opbellen. SBT/CE/REGI/SA/16/605a/10/0601/HD 19

20 Lamp test Waar wordt de «lampentest» voor gebruikt? Om de functie van alle lampen (LED s), van het display en de alarmzoemer te testen. Alle optische en akoestische signaleringen van de bedieningsterminal worden gedurende enige seconden geactiveerd. Lamptest in werking zetten Het hoofdmenu wordt weergegeven Toets indrukken om het menupunt FUNCTIES te selecteren Het FUNCTIES menu wordt weergegeven Toets indrukken om het menupunt system TEST te selecteren Het SYSTEEMTEST menu wordt weergegeven Toets indrukken om het menupunt melder/lamp/accu te selecteren Het SYSTEEMTEST submenu wordt weergegeven KEUZE : 1. INschakelen (hoofd menu) 2. UITschakelen 4. FUNCTIES FUNCTIES: 1. functies (4) 2. systeem TEST 3. afdrukken 4. configuratie SYSTEEM TEST: 1. al.gvr./sturing/doorm. (4.2) 2. melder/lamp/accu. SYSTEEM TEST: 1. lamp/display (4.2.2) 2. accu 3. meldertest 5. Toets ok indrukken TESTEN lampen en display: > resterende tijd #... De lamptest wordt uitgevoerd. Alarmteller afvragen Waarvoor wordt de alarmteller afgevraagd? Om voorgaande alarmmeldingen, die anders niet meer worden weergegeven, te kunnen bekijken. Alarmteller oproepen Het hoofdmenu wordt weergegeven Toets twee keer indrukken om het menupunt INFO polling te selecteren KEUZE: 1. INschakelen (hoofd menu) 2. UITschakelen 4. FUNCTIES Het infomenu wordt weergegeven Toets indrukken om het menupunt geb.geheugen/alarmteller te selecteren Het GEHEUGEN menu wordt weergegeven Toets indrukken om het menupunt alarmteller te selecteren INFO: 1. systeem status (3) 2. geb.geheugen/alarmteller 3. systeem configuratie GEHEUGEN: 1. gebeurtenissengeheugen (3.2) 2. alarmteller ALARM TELLER: alarmen: # doorgemelde alarmen: # De alarmteller wordt gedurende enkele seconden weergegeven Timeout /Hm: menu 20 SBT/CE/REGI/SA/16/605A/10/0601/HD

21 Gebeurtenisgeheugen afvragen Gebeurtenisgeheugen afvragen KEUZE: 1. INschakelen Het hoofdmenu wordt weergegeven (hoofd menu) 2. UITschakelen Toets twee keer in om het menupunt INFO opvragen 4. FUNCTIES te selecteren Het INFO menu wordt weergegeven Toets indrukken om het menupunt geb.geheugen/alarm-teller te selecteren INFO: 1. systeem status (3) 2. geb.geheugen/alarmteller 3. systeem configuratie Het OPVRAGEN menu wordt weergegeven OPVRAGEN: 1. gebeurtenisgeheugen (3.2) 2. alarmteller Het GEBEURTENISGEHEUGEN wordt weergegeven Toetsen en gebruiken om te bladeren tonen GEBEURTENISGEHEUGEN: totaal # 1 (key: = vooruit/toets: = terug) Tijd en datum instellen Tijd en datum hoeven normaliter niet ingesteld te worden! Tijd en datum worden bij het inbedrijfstellen van de installatie door de service-technicus ingesteld. De zomer- /wintertijdomschakeling wordt automatisch uitgevoerd. Normaliter geeft het display de tijd en de datum weer. Tijd en datum instellen Het hoofdmenu wordt weergegeven Toets indrukken om het menupunt FUNCTIES te selecteren Het FUNCTIES menu wordt weergegeven KEUZE: 1. INschakelenENabling (hoofd menu) 2. UITschakelen 4. FUNCTIES FUNCTIES: 1. functie (4) 2. systeem TEST 3. afdrukken 4. configuratie Het FUNCTIES submenu wordt weergegeven Toets indrukken om het menupunt tijd / datum te selecteren FUNCTIES: (4.1) 1. omschak. alarm org. 2. instellen tijd/datum Het instellen TIJD menu wordt weergegeven Voer de actuele tijd in 5. Toets ok indrukken Het DATUM menu wordt weergegeven Voer de actuele datum in instellen TIJD: 14:39:21 > nieuwe tijd: uren.min.sec.? _ instellen DATUM: > nieuwe datum: dag.mnd.jaar? _ 6. Toets ok indrukken Tijd en datum worden gecorrigeerd SBT/CE/REGI/SA/16/605a/10/0601/HD 21

22 Overzicht «bedienings-menu s» Opmerking: Toets Start / Stop indrukken en het paswoord intoetsen om toegang te krijgen LCD paneel KEUZE: (hoofd menu) 1. INschakelen 2. UITschakelen 4. FUNCTIES Bevoegdheden 1 2a 2b 3 1. INschakelen 1. melder GROEP Groep al.gvr./sturing/doorm. 1. alarmgevers Stuurlijnen voor alarmgevers sturingen 3. doormelding alarm 4. doormelding storing Alarm contacten Doormelding ALARM Doormelding STORING printer / diversen 1. ingangen Stuuringangen aan ext. apparatuur uitgangen 3. printer Sturingen bij brand b.v. vastleggen of alles Alleen geb. vastleggen of alles UITschakelen 1. melder GROEP GROEP al.gvr./sturing/doorm. 1. alarmgevers Stuurlijnen 1..4 voor alarmgevers sturingen 3. doormelding alarm 4. doormelding storing Alarm contacten Doormelding ALARM Doormelding STORING printer / diversen 1. ingangen Stuurlijnen van ext. apparatuur uitgangen 3. printer Sturingen bij brand b.v. branddeuren Alleen geb. vastleggen of alles systeem status 1. informatie 2. storing 3. systemdeel uit Waarschuwingen Storingsmeldingen Uitschakelen systeem delen geb.geheugen / alarm teller 1. gebeurtenisgeheugen 2. alarm teller Bekijken gebeurtenissenlijst Aantal alarmen en doorgemelde alarmen ü 3. systeem configuratie 1. centrale Algemene functies en alarmorganisatie melder GROEP 3. al.gvr./sturing/doorm. 4. gebruikerstekst GROEP functies Alarmgevers, sturing, doormelding functies Gebruikersteksten SBT/CE/REGI/SA/16/605A/10/0601/HD

23 Overzicht «bedieningsmenu s» vervolg ü 1 2a 2b 3 4. FUNCTIES 1. functies 1. omschakeling alarm org. 2. instellen / datum (Alarm organisatie) Systeem klok systeem TEST 1. al.gvr./sturing/doorm. 1. alarmgevers 2. sturingen 3. doormelding alarm 4. doormelding storing Activeer alle alarmgevers gedurende 30 sec Activeer alle alarmcontacten gedurende 30 sec Activeer alarm doormelding gedurende 10 sec Activeer storingsdoormelding gedurende 10 sec melder / lamp / accu 1. lamp / display 2. accu 3. meldertest Activeer alle LED s en display gedurende 10 sec Laad accu gedurende 10 sec Zet melder in Meldertest mode en reset afdruk 1. status 1. informatie 2. storing Druk actuele info meldingen af Druk actuele storingsmeldingen af systeemdeel uit Druk actuele uitgeschakelde syst. delen af geheugen 1. gebeurtenisgeheugen 2. alarm teller Druk geb. geheugen af Druk alarm teller af configuratie 1. SYSTEEM-info 2. GROEP-info Druk systeem info af Druk GROEP info af configuratie 1. gebruikersfuncties Service engineer 1. centrale 2. meldergroep 3. al.gvr/stu/doorm 4. paswoord 2. gebruikerstekst 1. bewerken gebr.tekst 2. bewerken stand.tekst 3. servicefuncties 1. al.gvr/stu/drm ->UIT 2. rest uitgangen ->UIT 3. TEST-alarm ->AL.GVR Algemene functies en alarm samenstelling Stel de meldergroep functies vast Stel de al.gvr / stu / doorm. functies vast Overschrijf de 4 basis paswoorden Voeg toe / wijzig gebruikerstekst Voeg standaard tekst (in plaats van gebr.tekst) Schakel UIT/IN al.gvr / controle / doorm.--alarm / doorm. storing GELIJKTIJDIG Schakel UIT/IN brandbediening Stel vast dat de al.gvr kort geactiveerd is voor ieder TEST alarm (meldergroep) wisfuncties 1. wis gebeurt.geheugen 2. wis alarmteller 3. wis gebruik.functies Normaliter uitgevoerd m.b.v. toetsen (of automatisch) SBT/CE/REGI/SA/16/605a/10/0601/HD 23

24 Alle rechten voor dit document voorbehouden. We reserve all rights in connection with this document. Für dieses Dokument behalten wir uns alle Rechte vor. SBT/CE/REGI/SA/16/605a/10/0601/HD Technische wijzigingen en leveringsmogelijkheden voorbehouden Data and design subject to change without notice/supply subject to availability Technische Änderungen sowie Liefermöglichkeiten vorbehalten 24 SBT/CE/REGI/SA/16/605A/10/0601/HD