Provinciale interventie bij gemeentelijke toestemming voor de bewoning van recreatiewoningen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Provinciale interventie bij gemeentelijke toestemming voor de bewoning van recreatiewoningen"

Transcriptie

1 Provinciale interventie bij gemeentelijke toestemming voor de bewoning van recreatiewoningen Afstudeerscriptie Mark Jobst Amsterdam, augustus 2013 Universiteit van Amsterdam Master Staats- en bestuursrecht Begeleiding Mr. M.N. Boeve Mr. dr. F.A.G. Groothuijse

2 Inhoudsopgave Afkortingenlijst 3 1. Inleiding 1.1 Probleemstelling De opbouw van dit onderzoek 6 2. Het planologisch regime 2.1 Inleiding Het bestemmingsplan Het bestemmingsplan: algemeen overgangsrecht Het bestemmingsplan: de overtreder Extern werkende regels in de provinciale verordening Het voorbereidingsbesluit Het toestaan van bewoning van recreatiewoningen Tussenconclusie Het wijzigen van het bestemmingsplan 3.1 Inleiding Het toestaan van bewoning in het bestemmingsplan Positief bestemmen Provinciale interventie Het opnemen van een binnenplanse afwijkingsbevoegdheid 30 in het bestemmingsplan Het persoonsgebonden overgangsrecht Provinciale interventie De uitsterfregeling Provinciale interventie Tussenconclusie 36 1

3 4. Het verlenen van een omgevingsvergunning 4.1 Inleiding De binnenplanse omgevingsvergunning Provinciale interventie De persoonsgebonden omgevingsvergunning Provinciale interventie De omgevingsvergunning ten derde Provinciale interventie De tijdelijke omgevingsvergunning Provinciale interventie Tussenconclusie Gedogen 5.1 Inleiding Passief gedogen Provinciale interventie Actief gedogen Provinciale interventie Tussenconclusie Provinciale interventie nader bekeken 6.1 Inleiding De efficiëntie van provinciale interventie De laatste stand van zaken in de zaak Raalte versus Overijssel Advies aan de gemeente Raalte Tussenconclusie Conclusie 62 Geraadpleegde literatuur 65 Geraadpleegde jurisprudentie 68 2

4 Afkortingenlijst AB Administratiefrechtelijke Beslissingen ABRvS Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State Afdeling Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State AMvB Algemene maatregel van bestuur art. artikel Awb Algemene wet bestuursrecht Bor Besluit omgevingsrecht BR Bouwrecht Bro Besluit ruimtelijke ordening burgemeester en wethouders College van burgemeester en wethouders bv. bijvoorbeeld e.a. en anderen gedeputeerde staten College van gedeputeerde staten GemW Gemeentewet Gst. De Gemeentestem GW Grondwet HR Hoge Raad JB Jurisprudentie Bestuursrecht JG Jurisprudentie voor Gemeenten jo. juncto Kamerstukken II Kamerstukken (Tweede Kamer) LJN Landelijk Jurisprudentie Nummer m.nt. met noot (met naschrift) MvT memorie van toelichting minister van I en M Minister van Infrastructuur en Milieu NJ Nederlandse Jurisprudentie nr. nummer p. pagina PW Provinciewet r.o. rechtsoverweging Rb. rechtbank 3

5 RvS Stb. TBR TO Wabo Wrgt WRO Wro Raad van State Staatsblad Tijdschrift voor Bouwrecht Tijdschrift voor Omgevingsrecht Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Wet revitalisering generiek toezicht Wet op de Ruimtelijke Ordening Wet ruimtelijke ordening 4

6 1. Inleiding Enige tijd geleden trok een krantenartikel 1 mijn aandacht. De kop van het artikel luidde De provincie blokkeert besluit raad over recreatiewoningen en het artikel ging over een conflict tussen de gedeputeerde staten van de provincie Overijssel en de gemeenteraad van Raalte over 89 recreatiewoningen die zich in het buitengebied van de gemeente bevinden. In juni 2012 heeft de gemeenteraad voor het buitengebied een bestemmingsplan vastgesteld. Hierin hebben de 89 recreatiewoningen een bestemming gekregen op basis waarvan deze gebruikt mogen worden voor permanente bewoning. Onder het oude bestemmingsplan was permanente bewoning van recreatiewoningen in het plangebied juist niet toegestaan. Gedeputeerde staten hebben in reactie op de vaststelling van het bestemmingsplan een reactieve aanwijzing gegeven waardoor de positieve bestemming van de onrechtmatige bewoning van de 89 recreatiewoningen geen onderdeel meer van het bestemmingsplan uitmaken. De motivering hiervoor is dat de gedeputeerde staten van mening zijn dat het besluit van de gemeenteraad in strijd is met het provinciale beleid. In de provinciale verordening is opgenomen dat permanente bewoning van recreatiewoningen moet worden tegengegaan. Een meerderheid van de gemeenteraad is het niet eens met de aanwijzing van gedeputeerde staten. De gemeenteraad stelt daarom bij de Afdeling beroep in tegen de aanwijzing van gedeputeerde staten. 1.1 Probleemstelling Recreatiewoningen bevinden zich vaak in het landelijke gebied van de gemeente. Gemeentelijke bestuursorganen kunnen diverse redenen hebben om te besluiten om de permanente bewoning van recreatiewoningen toe te staan. Dit kunnen, zoals bij de gemeente Raalte uit het hiervoor besproken krantenartikel, politieke redenen zijn, bijvoorbeeld omdat een meerderheid van de gemeenteraad van mening is dat permanente bewoning mogelijk moet zijn. Ook kunnen er juridische redenen zijn, bijvoorbeeld omdat handhavend optreden tegen permanente bewoning niet meer haalbaar wordt geacht. Welke reden ook ten grondslag ligt aan het besluit van de gemeente, het gevolg is dat bewoning wordt toegestaan, hetgeen vaak leidt tot verdere verstedelijking van het landelijke gebied. En dit is het punt waarop de schoen wringt: het provinciaal beleid is er vaak op gericht dat in het landelijk gebied geen verdere verstedelijking plaatsvindt. De gemeentelijke en provinciale belangen staan in dit geval dus lijnrecht tegenover elkaar. Uit het krantenartikel blijkt dat gedeputeerde staten 1 De Stentor, 25 juli 2012, p. 3. 5

7 kennelijk bevoegd zijn om in een dergelijk geval te interveniëren bij gemeentelijke planologische besluiten. Dit leidde mij tot de vraag die ik in dit onderzoek wil beantwoorden: Welke juridische instrumenten staan provinciale bestuursorganen ter beschikking om te interveniëren als een gemeentelijk bestuursorgaan onrechtmatige bewoning van recreatiewoningen wil toestaan, terwijl dit in strijd is met provinciaal beleid? De formulering van bovenstaande probleemstelling geeft het kader van dit onderzoek aan en kan worden afgebakend aan de hand van drie uitgangspunten. Het eerste uitgangspunt is dat zowel het bestemmingsplan als het provinciale beleid bewoning van recreatiewoningen niet toe staan: het bestemmingsplan voldoet derhalve aan het provinciale beleid. In de praktijk blijken veel recreatiewoningen reeds bewoond te zijn, hetgeen dus in strijd is met het bestemmingsplan en het provinciale beleid. Het tweede uitgangspunt in dit onderzoek is daarom dat de onrechtmatige bewoning van recreatiewoningen reeds plaatsvindt. Het derde uitgangspunt is dat het gemeentelijke bestuursorgaan, net als de gemeenteraad van Raalte, de onrechtmatige bewoning wil toestaan. Het vierde uitgangpunt is dat provinciale bestuursorganen niet wensen af te wijken van hun provinciale beleid. 1.2 De opbouw van dit onderzoek Om tot de beantwoording van de rechtsvraag te komen zal ik eerst nader ingaan op het planologisch regime. 2 Hierbij komt aan bod wat onder onrechtmatige bewoning van recreatiewoningen moet worden verstaan, wanneer er strijd optreedt met het provinciale beleid en op welke wijzen gemeentelijke bestuursorganen bewoning van recreatiewoningen kunnen toestaan. Uit dit hoofdstuk zal blijken dat gemeentelijke bestuursorganen drie manieren hebben om onrechtmatige bewoning van recreatiewoningen toe te staan; het wijzigen van een bestemmingsplan 3, het verlenen van een omgevingsvergunning 4 en het gedogen van de onrechtmatige bewoning 5. Deze manieren worden achtereenvolgens in hoofdstuk 3, 4 en 5 besproken. In elk hoofdstuk volgt een antwoord op de volgende deelvragen: Wat houdt de gemeentelijke keuze precies in? Hoe kunnen provinciale bestuursorganen bij de betreffende keuze hun provinciale instrumenten inzetten? Welke 2 Hoofdstuk 2. 3 Hoofdstuk 3. 4 Hoofdstuk 4. 5 Hoofdstuk 5. 6

8 rechtsbescherming hebben gemeentelijke bestuursorganen bij de inzet van de provinciale instrumenten? In het volgende hoofdstuk worden de provinciale interventies nader bekeken en volgt de laatste stand van zaken in de casus uit de inleiding. 6 Tot slot volgt de conclusie. 7 6 Hoofdstuk 6. 7 Hoofdstuk 7. 7

9 2. Het planologisch regime 2.1 Inleiding Uit de Wabo volgt dat het verboden is om zonder omgevingsvergunning een recreatiewoning te bewonen, als dit gebruik in strijd is met een bestemmingsplan 8, een beheersverordening, een exploitatieplan, de extern werkende algemene regels in een provinciale verordening of de regels in een voorbereidingsbesluit. 9 Bewoning van recreatiewoningen is in al deze gevallen onrechtmatig indien geen vergunning is verleend. Men noemt dergelijke bewoning van recreatiewoningen bewoning in strijd met het planologisch regime. 10 In dit onderzoek versta ik onder onrechtmatige bewoning dus bewoning van een recreatiewoning in strijd met één of meer onderdelen van het planologisch regime. Vanwege de beperkte relevantie voor mijn probleemstelling zullen de beheersverordening en het exploitatieplan verder niet worden besproken. Ten eerste ga ik in op het bestemmingsplan. Hierbij beantwoord ik de volgende vragen: Wanneer is bewoning van een recreatiewoning in strijd met het bestemmingsplan? Welke rol speelt het algemene overgangsrecht in het bestemmingsplan? Wie kan als overtreder worden aangemerkt? Vervolgens bespreek ik de extern werkende algemene regels in de provinciale verordening en de regels in het voorbereidingsbesluit. Hoe relevant zijn deze onderdelen van het planologisch regime voor dit onderzoek? Als vaststaat dat sprake is van onrechtmatige bewoning van recreatiewoningen, op welke wijze kunnen gemeentelijke bestuursorganen deze onrechtmatige bewoning van recreatiewoningen dan toestaan? Ik sluit dit hoofdstuk af met een tussenconclusie Het bestemmingsplan In de regel is sprake van permanente bewoning als de gebruiker de recreatiewoning gebruikt als hoofdverblijf, maar het bestemmingsplan bepaalt de omschrijving van het begrip. In veel bestemmingsplannen is definitie van hoofdverblijf het verblijf waar de bewoner het centrum van de sociale en maatschappelijke activiteiten heeft. Een voorbeeld hiervan is de gebruiker die zijn woning verkoopt en besluit om zijn recreatiewoning permanent te gebruiken als hoofdverblijf. Toch gaat de centrale vraag niet over de permanente bewoning van recreatiewoningen, maar over de 8 Op grond van art. 1.1, lid 1, Wabo moet onder het bestemmingsplan tevens een inpassingsplan worden verstaan. 9 Art. 2.1, lid 1, onder c, Wabo. 10 Nijmeijer e.a. 2013, p

10 onrechtmatige bewoning van recreatiewoningen als een verschijningsvorm van gebruik in strijd met het bestemmingsplan. Hiervoor noem ik twee belangrijke redenen. Ten eerste is permanente bewoning van een recreatiewoning niet altijd onrechtmatige bewoning. Als het bestemmingsplan permanente bewoning toestaat, is er geen sprake van onrechtmatige bewoning. Een gemeentelijk bestuursorgaan zal bij rechtmatige permanente bewoning bijvoorbeeld geen bestemmingsplan hoeven wijzigen om permanente bewoning toe te staan. Het begrip permanente bewoning zegt dus niet of er daadwerkelijk sprake is van bewoning van een recreatiewoning in strijd met het bestemmingsplan. Ten tweede is onrechtmatige bewoning van een recreatiewoning ook niet altijd permanente bewoning. Een voorbeeld hiervan is het onrechtmatig gebruik van de recreatiewoning voor de huisvesting van arbeidsmigranten. Deze arbeidsmigranten bewonen een recreatiewoning vaak juist niet-permanent en hebben daarnaast vaak ook een woonhuis in hun thuisland. De arbeidsmigranten hebben hun hoofdverblijf echter wel in de recreatiewoning, omdat de recreatiewoning op het moment dat zij in Nederland werken het centrum is van hun sociale en maatschappelijk activiteiten. Om in dit geval van permanente bewoning te spreken is dan inadequaat. De huidige planologische normen vinden hun basis in de op 1 juli 2008 in werking getreden Wet ruimtelijke ordening (Wro). Deze wet is de opvolger van de in hoofdletters geschreven Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO). De Wro bepaalt dat de gemeenteraad voor het gehele grondgebied van de gemeente een of meer bestemmingsplannen vast stelt, waarbij ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening de bestemming van de in het plan begrepen grond wordt aangewezen en met het oog op die bestemming regels worden gegeven. Deze regels betreffen in elk geval regels omtrent het gebruik van de grond en van de zich daar bevindende bouwwerken. 11 Een bestemmingsplan bevat naast de bij of krachtens de wet voorgeschreven bestemmingen en regels, in elk geval een beschrijving van die bestemmingen, waarbij per bestemming het doel of de doeleinden worden aangegeven. 12 Voor een recreatiewoning ligt het voor de hand dat de gemeenteraad in het bestemmingsplan de gronden van de recreatiewoning als zodanig vast legt, bijvoorbeeld als bestemming Recreatie Verblijfsrecreatie. Daarbij stelt de gemeenteraad regels waarin zij bepaalt voor welk doel de gronden mogen worden gebruikt. 11 Art. 3.1, lid 1, Wro. 12 Art Bro. 9

11 Een voorbeeld van een doelomschrijving van de bestemming Recreatie Verblijfsrecreatie is de volgende: De voor Recreatie Verblijfsrecreatie aangewezen gronden zijn bestemd voor recreatiebedrijven waar personen, die hun vaste verblijfplaats elders hebben, voor hun recreatie verblijf kunnen houden in recreatiewoningen en voor de daarbij behorende voorzieningen ten behoeve van de op het recreatiebedrijf verblijf houdende personen. Dat de gemeenteraad gronden een bestemming geeft in het bestemmingsplan en daaraan een doelomschrijving geeft, betekent nog niet dat het gebruik in strijd met dat voorschrift onrechtmatig is. Het gebruik in strijd met de doelomschrijving in het bestemmingsplan moet namelijk expliciet verboden zijn: er moet een gebruiksverbod zijn vastgesteld. Hierbij bestaat een belangrijk onderscheid tussen bestemmingsplannen waarvan het ontwerp ter inzage is gelegd vóór het tijdstip van de inwerkingtreding van de Wro en daarna. Sinds de inwerkingtreding van Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) op 1 juli 2010 voorziet deze wet in het gebruiksverbod voor bestemmingsplannen waarvan het ontwerp ter inzage is gelegd na het tijdstip van inwerkingtreding van de Wro. Daarmee is het gebruik van gronden anders dan overeenkomstig de doelomschrijving in strijd met de Wabo en derhalve verboden. Vóór de inwerkingtreding van de Wabo was het gebruiksverbod overigens opgenomen in de Wro zelf. 13 Bewoning in strijd met het bestemmingsplan houdt dus in dat een gebruiker een recreatiewoning bewoont, terwijl deze bewoning in strijd is met planologische normen die zijn vastgelegd in de voorschriften van het bestemmingsplan. Op basis van deze planologische voorschriften kan men dan vaststellen of een gebruiker een recreatiewoning onrechtmatig bewoont. De overtreding onder de vigeur van de WRO Voor bestemmingsplannen waarvan het ontwerp ter inzage is gelegd vóór het tijdstip van de inwerkingtreding van de Wro geldt het gebruiksverbod voor bestemmingsplannen in de Wabo niet. In de Invoeringswet Wet ruimtelijke ordening (Invoeringswet Wro) heeft de wetgever bepaald dat het recht zoals dat gold voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet van toepassing blijft ten aanzien van een bestemmingsplan waarvan het ontwerp voor dat tijdstip ter inzage is gelegd. 14 Volgens de Afdeling is met de betreffende bepaling beoogd dat een bestemmingsplan dat op grond 13 Art Wro (vervallen). 14 Art , lid 2, Invoeringswet Wro. 10

12 van de WRO tot stand is gekomen het rechtsgevolg behoudt dat het onder de WRO had: het gebruiksverbod voor bestemmingsplannen in de Wro is niet van toepassing op het op grond van de WRO tot stand gekomen plan. 15 Ook het algemeen gebruiksverbod met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken in de Wabo is niet van toepassing op bestemmingsplannen die op grond van de WRO tot stand zijn gekomen. 16 Voor bestemmingsplannen die op grond van de WRO tot stand zijn gekomen moet in de voorschriften van dat bestemmingsplan zelf een algemeen gebruiksverbod zijn opgenomen. Een voorbeeld van een dergelijk voorschrift luidt als volgt: Het is verboden gronden of bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of voor een doel in strijd met de bestemming en de daarbij behorende regels. Als een dergelijk voorschrift niet in de bestemmingsplanvoorschriften is opgenomen dan is het niet mogelijk om handhavend op te treden tegen strijdig gebruik met de doelomschrijving. Bestemmingsplannen waarin een gebruiksverbod niet is opgenomen komen overigens nog steeds voor Het bestemmingsplan: algemeen overgangsrecht Een belangrijk recht waarop een bewoner onder bepaalde voorwaarden een beroep kan doen is het overgangsrecht. Als een bewoner succesvol een beroep kan doen op een in de voorschriften van het bestemmingsplan opgenomen overgangsrecht, dan mag de bewoning van de recreatiewoning worden voortgezet. Het betreft een objectgebonden recht, wat betekent dat het gebruik van de recreatiewoning centraal staat en niet de gebruiker. Op het moment dat de gemeenteraad een nieuw bestemmingsplan vaststelt, kan dit nieuwe bestemmingsplan afwijken van de bestaande situatie. De gemeenteraad dient bij de vaststelling bestaande rechten ten aanzien van bebouwing en gebruik te respecteren. Indien de gemeente wil dat een bepaald gebruik op termijn verdwijnt, heeft zij de mogelijkheid om dit perceel in het nieuwe bestemmingsplan negatief te bestemmen. Een voorbeeld hiervan is dat het gemeentebestuur de bestemming Recreatie (permanente bewoning toegestaan) wijzigt in de bestemming Recreatie (permanente bewoning niet toegestaan). Stel nu dat een bewoner op grond van het oude bestemmingsplan rechtmatig permanent in een recreatiewoning woonde. Onder het nieuwe bestemmingsplan is het dan niet meer toegestaan om 15 ABRvS 26 november 2008, nr /1. 16 ABRvS 29 juni 2011, nr /1/R1. 11

13 een recreatiewoning permanent te bewonen en de bewoner zou de permanente bewoning moeten staken. Dit zou in strijd zijn met het rechtszekerheidsbeginsel. De gemeenteraad moet in het nieuwe bestemmingsplan daarom overgangsrecht opnemen. Dit overgangsrecht heeft tot gevolg dat gebruik van recreatiewoningen met het recht om deze recreatiewoning als hoofdverblijf te gebruiken met de invoering van het nieuwe bestemmingsplan rechtmatig blijft. De standaardformulering van het gebruiksovergangsrecht is opgenomen in het Bro. Daaruit blijkt dat het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van een bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet. 17 Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdige gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind. 18 Indien het gebruik na het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten. 19 Tot slot is bepaald dat het gebruiksovergangsrecht niet van toepassing is op gebruik dat al in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan. 20 Volgens de Afdeling wordt met de zinsnede daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan bedoeld dat het gebruiksovergangsrecht ook niet van toepassing is op het gebruik dat niet onder de beschermende werking van het overgangsrecht van het vorige plan viel. 21 Dit betekent dat gebruik dat onder het voorheen geldende bestemmingsplan onder het overgangsrecht viel in een toekomstig bestemmingsplan in theorie opnieuw onder het overgangsrecht kan vallen. In beginsel is het opnieuw onder het overgangsrecht brengen van gebruik niet toegestaan, tenzij de gemeenteraad voldoende aannemelijk maakt dat het gebruik binnen de planperiode zal worden beëindigd. 22 Als de bewoning van een recreatiewoning onder het overgangsrecht valt, dan is dat gebruik weliswaar strijdig met de bestemming, maar staat het overgangsrecht van het bestemmingsplan het gebruik toe. Er is dan geen sprake van bewoning van een recreatiewoning in strijd is met het bestemmingsplan. Eén van de uitgangspunten in dit onderzoek is dat de bewoning van recreatiewoningen juist wel in strijd is met het bestemmingsplan. Daarom blijft het algemeen overgangsrecht in dit onderzoek verder buiten beschouwing. 17 Art , lid 1, Bro. 18 Art , lid 2, Bro. 19 Art , lid 3, Bro. 20 Art , lid 4, Bro. 21 ABRvS 27 februari 2008, nr /1. 22 ABRvS 7 mei 2008, nr /1. 12

14 2.2.3 Het bestemmingsplan: de overtreder Met de beantwoording van de vraag wanneer bewoning van een recreatiewoning in strijd is met het bestemmingsplan, is nog geen antwoord gegeven op de vraag wie degene is die het bestemmingsplan overtreedt. Deze vraag is relevant, omdat de overtreder degene is die gebaat is bij de beslissing van het gemeentelijk bestuursorgaan om de bewoning van een recreatiewoning toe te staan. Bovendien kan een overtreder een gemeentelijk bestuursorgaan verzoeken om de bewoning van een recreatiewoning toe te staan. 23 Als een recreatiewoning onrechtmatig bewoond wordt ligt het voor de hand dat de bewoner als overtreder van het gebruiksverbod wordt aangemerkt. Dit is immers de directe gebruiker van de recreatiewoning die in die hoedanigheid het gebruiksverbod overtreedt. De bewoner hoeft niet in alle gevallen ook de eigenaar van de recreatiewoning te zijn. Het komt ook vaak voor dat de bewoner de recreatiewoning huurt van de eigenaar. In dat geval is het interessant om de positie van de eigenaar-verhuurder te bekijken. Mogelijk kan deze ook als overtreder worden aangemerkt. Een andere situatie die vaak voor komt is wanneer een arbeidsmigrant een recreatiewoning bewoont die door een uitzendbureau van de eigenaar van de recreatiewoning wordt gehuurd. Dan is het interessant om te weten of het uitzendbureau of de eigenaar het gebruiksverbod overtreden. Voor het algemeen gebruiksverbod in de Wabo geldt dat het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan verboden is. De bewoner die de recreatiewoning gebruikt zal in dat geval als overtreder van het algemeen gebruiksverbod kunnen worden aangemerkt. Een eigenaar die zijn recreatiewoning verhuurt aan de bewoner is niet de gebruiker van de recreatiewoning. Hetzelfde geldt voor het uitzendbureau dat een recreatiewoning huurt van de eigenaar om arbeidsmigranten in onder te brengen. Hierdoor is het de vraag of de eigenaar en het uitzendbureau wel aan te merken zijn als overtreders in de zin van het algemene gebruiksverbod in de Wabo. Vast staat dat zij de recreatiewoning laten gebruiken of in gebruik geven in strijd met het bestemmingsplan. De rechtbank s-hertogenbosch heeft reeds geoordeeld dat het algemeen gebruiksverbod in de Wabo ook het laten gebruiken van gronden en bouwwerken omvat. 24 Het wachten is op een bevestiging van deze uitspraak door de Afdeling. In de memorie van toelichting (MvT) op de Wabo staat dat onder het gebruiken van een bouwwerk mede wordt verstaan het laten gebruiken of in gebruik geven van een bouwwerk of gronden. Hierbij kan bijvoorbeeld worden 23 De manieren waarop een gemeentelijk bestuursorgaan onrechtmatige bewoning kan toestaan worden besproken in paragraaf Rb. s-hertogenbosch 30 december 2011, LJN: BU

15 gedacht aan de situatie dat de eigenaar van een bouwwerk het gebruik daarvan door derden toestaat. Vanuit het oogpunt van handhaving en om herhaling van de overtreding te voorkomen, is het wenselijk dat in zo n geval ook de eigenaar of exploitant van het gebouw kan worden aangepakt. 25 De overtreder onder de vigeur van de WRO Voor een overtreding van een bestemmingsplan dat nog onder de WRO tot stand is gekomen hangt het dus af van de inhoud die de gemeenteraad in het algemeen gebruiksverbod van het bestemmingsplan heeft opgenomen. Als het algemeen gebruiksverbod zowel het gebruiken en het laten gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan verbiedt, dan wijkt de werking van het algemeen gebruiksverbod in het bestemmingsplan niet af van dat in de Wabo. In sommige oude bestemmingsplannen richt het algemeen gebruiksverbod zich echter wel tot degene die de gronden of opstallen gebruikt in strijd met het bestemmingsplan, maar niet tot degene die de gronden of opstallen in gebruik geeft of laat gebruiken in strijd is met het bestemmingsplan. Het in gebruik geven van gronden of bouwwerken zonder een daartoe strekkend verbod is niet verboden. 26 De Afdeling heeft inmiddels bepaald dat degene die zonder tussenkomst van een ander een pand verhuurt ten behoeve van een met het bestemmingsplan strijdig gebruik, het pand gebruikt in strijd met het bestemmingsplan. 27 Dit betekent dat de eigenaar die zijn recreatiewoning direct verhuurt aan de bewoner ook als gebruiker en daarmee als overtreder is aan te merken. Het uitzendbureau dat een recreatiewoning huurt van de eigenaar om arbeidsmigranten in onder te brengen zou in dat geval ook als gebruiker en daarmee als overtreders aan te merken zijn. De eigenaar die de recreatiewoning aan het uitzendbureau verhuurt dat de recreatiewoning gebruikt voor de huisvesting van arbeidsmigranten lijkt niet als gebruiker aangemerkt te kunnen worden: de eigenaar verhuurt zijn recreatiewoning immers met tussenkomst van het uitzendbureau aan de arbeidsmigranten. 28 Een andere mogelijkheid biedt de Vierde tranche Awb. Het begrip overtreder is sinds de inwerkingtreding van de Wet van 25 juni 2009 tot aanvulling van de Awb 29 op 1 juli 2009 vastgelegd in de Awb. Onder overtreder wordt verstaan: degene die de overtreding pleegt of medepleegt. 30 Dat ook degene die de overtreding medepleegt als overtreder wordt aangemerkt, biedt het bevoegd gezag in veel gevallen de mogelijkheid om zowel eigenaren als het hiervoor genoemde uitzendbureau als overtreder aan te merken als het bestemmingsplan een gebruiksverbod omvat dat 25 Kamerstukken II 2006/07, , nr. 3, p ABRvS 5 maart 2008, /1 en ABRvS 20 april 2011, nr /1/H1. 27 ABRvS 9 november 2011, nr /1/H1. 28 ABRvS 5 maart 2008, nr /1. 29 Vierde tranche Awb; Stb. 2009, Art. 5:1, lid 2, Awb. 14

16 niet ziet op het laten gebruiken van gronden en bouwwerken in strijd met het bestemmingplan. Interessant om te weten is ook vanaf welk moment het begrip medeplegen mag worden toegepast op overtredingen. Artikel IV van de Vierde tranche Awb geeft hier deels antwoord op en luidt als volgt: Indien een bestuurlijke sanctie wordt opgelegd wegens een overtreding die plaatsvond voor de inwerkingtreding van deze wet, blijft het recht zoals dat gold voor dat tijdstip van toepassing. De Afdeling heeft inmiddels verduidelijkt dat het in artikel IV neergelegde overgangsrecht ten doel heeft eerbiedigende werking toe te kennen aan het recht zoals dit gold tot 1 juli 2009, indien op die datum sprake was van een lopend handhavingsproces. Gelet op de tekst van artikel IV, gelezen in verbinding met de MvT, is ter beantwoording van de vraag wanneer de overtreding plaatsvond bepalend het moment waarop het bestuursorgaan schriftelijk het voornemen om handhavend op te treden aan de vermoedelijke overtreder toezendt, om deze de gelegenheid te bieden daarop zijn zienswijzen kenbaar te maken De extern werkende algemene regels in de provinciale verordening Het onderscheid tussen beleid, normstelling en uitvoering is één van de structuurbepalende elementen van de Wro. Een gevolg hiervan is dat gemeentelijke bestuursorganen bij het nemen van planologische besluiten niet meer gebonden zijn aan provinciaal beleid dat bijvoorbeeld is neergelegd in een provinciaal omgevingsplan of een structuurvisie: alleen provinciaal beleid dat is vastgelegd in een provinciale verordening is bindend. Ook een provinciale verordening in voorbereiding is bindend. 32 Als hierna de provinciale verordening wordt genoemd, moet hiervoor tevens de provinciale verordening in voorbereiding worden gelezen. Het toestaan van onrechtmatige bewoning van recreatiewoningen kan ook in strijd komen met provinciaal beleid, dat niet is vastgelegd in de provinciale verordening. Alhoewel provinciaal beleid, dat niet is vastgelegd in de provinciale verordening, uitsluitend bindend is voor provinciale bestuursorganen, dienen gemeentelijke bestuursorganen hier wel rekening mee te houden. Een grote betekenis komt het provinciale beleid dus niet toe: het provinciale beleid hoeft slechts in de 31 ABRvS 1 juni 2011, nr /1/H1. 32 ABRvS 20 oktober 2010, AB 2010, 298 m.nt. A.A.J. de Gier. 15

17 belangenafweging van gemeentelijke planologische besluiten te worden betrokken. 33 Alhoewel hier sprake is van een lichte eis, zal het niet rekening houden met provinciaal beleid, waarmee de onrechtmatige bewoning in strijd is, leiden tot een onrechtmatig planologisch besluit wegens een onjuiste belangenafweging. 34 Provinciale staten kunnen een provinciale verordening niet zomaar opstellen. Een belangrijke voorwaarde voor het vaststellen van de provinciale verordening is dat sprake moet zijn van een provinciaal belang. 35 Het stellen van regels mag alleen als provinciale belangen dat met het oog op een goede ruimtelijke ordening noodzakelijk maken. Volgens de Afdeling is een belang een provinciaal belang als het belang zich leent voor behartiging op provinciaal niveau vanwege de daaraan klevende bovengemeentelijke aspecten. 36 De Afdeling lijkt slechts na te gaan of uit beleidsdocumenten blijkt dat in ieder geval het provinciebestuur zelf van mening is dat ter zake voor hem enigerlei taak is weggelegd. Van Buuren stelt dat een provinciaal belang aanwezig is, wanneer een provincie meent dat het belang in kwestie het lokale belang overstijgt en dat het criterium voor het provinciaal belang een weinig beperkende betekenis heeft. 37 Van Zundert is van mening dat een provinciaal belang zelfs provinciaal belang is als er provinciaal belang op staat. 38 Teunissen is van mening dat gedeputeerde staten een blanco aanwijzingsbevoegdheid hebben. 39 Het mag dus worden aangenomen dat een provinciaal belang aanwezig is, indien provinciale staten in de provinciale verordening een verbod op de bewoning van recreatiewoningen hebben opgenomen. Provinciale staten kunnen in de provinciale verordening interbestuurlijke en extern werkende algemene regels opnemen. De interbestuurlijke regels komen later in dit onderzoek aan bod: zij richten zich uitsluitend tot gemeentelijke bestuursorganen en niet tot grondgebruikers en maken daarom geen deel uit van het planologisch regime. De extern werkende algemene regels maken wel deel uit van het planologische regime, omdat zij zich rechtstreeks richten tot grondgebruikers. 40 Het doel van de extern werkende regels is te voorkomen dat grondgebruikers gronden gebruiken in strijd met de provinciale verordening, waardoor afbreuk wordt gedaan aan de doelstellingen van de provinciale verordening, zolang de 33 ABRvS 2 maart 2011, AB 2011, 77 m.nt. A.A.J. de Gier. 34 Art. 3:4, lid 1, Awb (zie verder hoofdstuk 3,4 en 5). 35 Art. 4.1, lid 1, Wro. 36 ABRvS 16 februari 2011, nr /1/R3. 37 Van Buuren e.a. 2010, p Van Zundert 2012, p Teunissen 2007, p Art. 2.1, lid 1, onder c, Wabo. 16

18 gemeenteraad een bestemmingsplan niet heeft aangepast aan de provinciale verordening. 41 Van deze regels kan bij omgevingsvergunning worden afgeweken, indien de extern werkende regels afwijking daarvan toestaan. 42 Het uitgangspunt in dit onderzoek is dat de bewoning van recreatiewoningen reeds in strijd is met het vigerende bestemmingsplan. Volgens Van Buuren verliezen extern werkende algemene regels hun rechtskracht op het moment dat de gemeenteraad de interbestuurlijke regels in de provinciale verordening op een juiste wijze in het bestemmingsplan heeft geïmplementeerd en dat bestemmingsplan in werking is getreden. 43 Deze stelling impliceert dat aan de extern werkende regels reeds bij vaststelling van de provinciale verordening geen betekenis meer toekomt op het moment dat een bestemmingsplan reeds voldoet aan de provinciale verordening, zoals het geval is in dit onderzoek. Het doel van de extern werkende regels is immers dat grondgebruikers geen activiteiten kunnen uitvoeren die afbreuk doen aan het de doelstellingen van de provinciale verordening. Deze bescherming is echter in casu niet aan de orde als het vigerende bestemmingsplan het gebruik in strijd met de doelstellingen van de provinciale verordening reeds verbiedt. Het voorgaande leert ons dat de externe werkende regels slechts van toepassing zijn wanneer de provinciale verordening bescherming behoeft die het huidige bestemmingsplan niet kan bieden. Dit is het geval wanneer een bestemmingplan (nog) niet voldoet aan de interbestuurlijke regels in de provinciale verordening. Indien een bestemmingsplan reeds voldoet aan de interbestuurlijke regels, dan komt aan de werking van de extern werkende algemene regels met betrekking tot dat bestemmingsplan geen betekenis toe. Het bestemmingsplan van de gemeente Raalte is geheel in lijn met de provinciale verordening: beide verbieden immers de bewoning van recreatiewoningen. De extern werkende algemene regels spelen dus verder geen rol bij de uitwerking van mijn probleemstelling. Rechtsbescherming provinciale verordening De provinciale verordening is een instrument om op gemeentelijk niveau provinciale belangen te behartigen. 44 Het uitgangspunt in dit onderzoek is dat provinciale staten een provinciale verordening hebben opgesteld die onrechtmatige bewoning van recreatiewoningen verbiedt. Eén van de vragen waarop dit onderzoek antwoord dient te geven, is wat gemeentelijke bestuursorganen kunnen doen wanneer een provinciaal instrument wordt ingezet. Gemeentelijke bestuursorganen 41 Art. 4.1, lid 3, Wro. 42 Art. 2.12, lid 1, onder c, Wabo. 43 Van Buuren e.a. 2010, p Zie paragraaf

19 kunnen het immers niet eens zijn met het in de provinciale verordening opgenomen verbod op bewoning van recreatiewoningen. Gemeentelijke bestuursorganen kunnen in ieder geval geen beroep instellen tegen de provinciale verordening. 45 De provinciale verordening is gebaseerd op een wet in formele zin en algemeen naar rechtssubject of naar gebied (of gebiedseenheid) en algemeen zijn naar tijd of naar rechtsfeit (herhaalbaarheidsbeginsel) en voldoet daarmee aan de vereisten van een algemeen verbindend voorschrift. Een gemeentelijk bestuursorgaan kan derhalve weinig doen tegen de vaststelling van een provinciale verordening. Toch is het mogelijk dat de regels van een provinciale verordening via een exceptieve toetsing buiten werking worden gesteld. Een dergelijk situatie kan zich voordoen wanneer de gemeenteraad besluit een bestemmingsplan vast te stellen waarin de eisen van de provinciale verordening zijn opgenomen. In beroep tegen dit besluit kan een belanghebbende aanvoeren dat de regels in strijd zijn met hogere regels of een redelijke belangenafweging. Is dit het geval dan kan de Afdeling de betreffende regels buiten toepassing laten of zelfs onverbindend verklaren. De provinciale verordening kan ook aan de civiele rechter worden voorgelegd, indien er sprake is van onmiskenbare onrechtmatige wetgeving. 46 Van deze rechtsbeschermingsmogelijk mag echter niet teveel worden verwacht Het voorbereidingsbesluit Het planologisch regime kan wijzigen doordat de gemeenteraad een bestemmingsplan vaststelt of doordat provinciale staten een provinciale verordening of een inpassingsplan vaststellen. Voordat deze besluiten kunnen worden vastgesteld vindt er een periode van voorbereiding plaats. Zolang de besluiten nog niet zijn vastgesteld is het te wijzigen planologische regime van kracht. Het gevolg hiervan is dat grondgebruikers de nog niet gerealiseerde gebruiksmogelijkheden, die zij op grond van het onaangepaste bestemmingsplan hebben, alsnog kunnen benutten waardoor het toekomstige planologische regime gefrustreerd wordt. Om dit te voorkomen kan zolang het bestemmingsplan 48, het inpassingsplan 49 of de provinciale verordening 50 wordt voorbereid een voorbereidingsbesluit worden genomen. Gedurende de periode dat het voorbereidingsbesluit van kracht is moeten 45 Art. 8:3. lid 1, onder a, Awb. 46 HR 16 mei 1986, AB 1986, 574 en NJ 1987, Van Buuren e.a. 2010, p Art. 3.7, lid 1, Wro. 49 Art. 3.26, lid 2, Wro. 50 Art. 4.1, lid 5, Wro. 18

20 aanvragen om omgevingsvergunning voor het bouwen of het uitvoeren van werken en werkzaamheden die niet kunnen worden geweigerd worden aangehouden. 51 Belangrijker voor de gemeentelijke toestemming van bewoning van recreatiewoningen is echter de bevoegdheid van provinciale staten om in het voorbereidingsbesluit een verbod op te nemen om het gebruik van bepaalde gronden te wijzen. 52 Het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met een voorbereidingsbesluit is verboden zonder omgevingsvergunning. 53 De regels in een voorbereidingsbesluit maken daarom deel uit van het planologisch regime. Bij het voorbereidingsbesluit kunnen provinciale staten wel bepalen dat binnen de bij het voorbereidingsbesluit te geven regels bij een omgevingsvergunning van het verbod kan worden afgeweken. 54 In dit onderzoek is het uitgangpunt echter dat het geldende bestemmingsplan niet in strijd is met provinciaal beleid. In de casus in de inleiding hadden provinciale staten van Overijssel een provinciale verordening vastgesteld en het bestemmingsplan van Raalte was niet in strijd met de provinciale verordening. Er is in deze situatie dus geen voorbereidingsbesluit van kracht. Als gevolg hiervan ontbreekt de relevantie van het voorbereidingsbesluit en behoeft dit geen verdere bespreking. 2.5 Het toestaan van bewoning van recreatiewoningen Het gemeentelijke bestuursorgaan dient uiteindelijk te bepalen wat er moet gebeuren met de onrechtmatige bewoning van recreatiewoningen. Handhavend optreden is een voor de hand liggende keuze bij onrechtmatige bewoning. Het bevoegd gezag heeft namelijk tot taak zorg te dragen voor de bestuursrechtelijke handhaving van de op grond van het bepaalde bij of krachtens de betrokken wetten voor degene die het betrokken project uitvoert, geldende voorschriften. 55 De Wro bepaalt dat burgemeester en wethouders zorg dragen voor de bestuursrechtelijke handhaving van het bepaalde bij of krachtens deze wet. 56 Bij de keuze om handhavend op te treden houden burgemeester en wethouders feitelijk vast aan de recreatieve bestemming. Eén van de uitgangspunten in dit onderzoek is echter dat gemeentelijke bestuursorganen de bewoning van recreatiewoningen juist willen toestaan. Gemeentelijke bestuursorganen zijn bevoegd om een nieuw 51 Art. 3.3 Wabo. 52 Art. 3.7, lid 4, Wro (eerste zin). 53 Art. 2.1, lid 1, onder c, Wabo. 54 Art. 3.7, lid 4, Wro (tweede zin). 55 Art. 5.2, lid 1, Wabo. 56 Art. 7.1, lid 1, Wro jo. art. 5.1 Wabo. 19

21 bestemmingsplan vast te stellen of om een omgevingsvergunning te verlenen om overtreding van het planologisch regime te legaliseren. De overtreding wordt legaal, omdat door de legalisatie geen strijd meer bestaat met artikel 2.1 lid 1 sub c van de Wabo. 57 Daarnaast kunnen burgemeester en wethouders ervoor kiezen om niet handhavend op te treden tegen overtreding van het planologisch regime. Bij deze keuze blijft de overtreding voortduren, maar kiest de gemeente ervoor om hier niet tegen op te treden. In de volgende hoofdstukken zal aan de orde komen in hoeverre gemeentelijke bestuursorganen deze drie keuzemogelijkheden kunnen benutten om onrechtmatige bewoning van recreatiewoningen toe te staan. In dit hoofdstuk zal ik daarom niet verder op deze onderwerpen ingaan. 2.6 Tussenconclusie Het bewonen van een recreatiewoning is onrechtmatig indien dit geschiedt in strijd met het planologisch regime. De onderdelen van dit planologische regime zijn het bestemmingsplan, de beheersverordening, het exploitatieplan, de extern werkende algemene regels in een provinciale verordening en de regels in een voorbereidingsbesluit. De beheersverordening en het exploitatieplan missen relevantie voor de probleemstelling. Op basis van de uitgangspunten van dit onderzoek kunnen de extern werkende algemene regels en de regels in een voorbereidingsbesluit geen rol van betekenis spelen. In dit onderzoek speelt slechts één onderdeel van het planologisch regime een rol van betekenis: het bestemmingsplan. Het gemeentelijk bestuursorgaan wil toestaan dat de overtreder de recreatiewoning onrechtmatig bewoont. Deze overtreder kan de bewoner zijn, maar ook de eigenaar of de verhuurder van de recreatiewoning. Gemeentelijke bestuursorganen kunnen het toestaan van het bewonen van recreatiewoningen op drie manieren toestaan: door het wijzigen van het bestemmingsplan, door het verlenen van een omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan of door het gedogen van de onrechtmatige bewoning. Op deze manieren van toestaan ga ik in de volgende hoofdstukken nader in. 57 De extern werkende regels uit de provinciale verordening laat ik hier buiten beschouwing. 20

22 3. Het wijzigen van het bestemmingsplan 3.1 Inleiding In de casus in de inleiding was te lezen dat zowel het bestemmingsplan van de gemeente Raalte als de provinciale verordening van de provincie Overijssel de bewoning van recreatiewoningen niet toestonden. De gemeenteraad van Raalte heeft een nieuw bestemmingsplan vastgesteld om de bewoning van recreatiewoningen toch toe te staan. De wijziging van het bestemmingsplan was in strijd met de provinciale verordening en gedeputeerde staten van Overijssel hadden besloten de gemeenteraad een reactieve aanwijzing te geven. De gemeenteraad had tegen dit besluit beroep ingesteld bij de Afdeling. In het vorige hoofdstuk heb ik uitgelegd dat één van de manieren om de bewoning recreatiewoningen toe te staan het wijzigen van het bestemmingsplan is. In dit hoofdstuk zal ik de volgende vragen beantwoorden: Wat houdt het toestaan van bewoning van recreatiewoningen door het wijzigen van het bestemmingsplan precies in? Wat houdt de reactieve aanwijzing in en welke andere juridische instrumenten kunnen provinciale bestuursorganen inzetten als de gemeenteraad het bestemmingsplan in strijd met de provinciale verordening wil vaststellen? Welke rechtsbescherming hebben gemeentelijke bestuursorganen bij de inzet van de provinciale instrumenten? Ik sluit het hoofdstuk af met een tussenconclusie. 3.2 Het toestaan van bewoning in het bestemmingsplan De gemeenteraad heeft de bevoegdheid om de bewoning van recreatiewoningen toe te staan door het wijzigen van het bestemmingsplan. De gemeenteraad kan besluiten om het bestemmingsplan in strijd met de provinciale verordening vast te stellen, zoals de gemeenteraad van Raalte deed in de casus in de inleiding. De gemeenteraad kan de bewoning van recreatiewoningen in eerste instantie in het bestemmingsplan verwezenlijken door de recreatiewoningen in het bestemmingsplan een woonbestemming te geven, ofwel het positief bestemmen van de woonbestemming. Deze toestemming houdt legalisatie van de overtreding in omdat de onrechtmatige bewoning door de wijziging van het planologisch regime legaal wordt. 58 Daarnaast is de gemeenteraad bevoegd om in het bestemmingsplan een binnenplanse afwijkingsbevoegdheid 59, een persoonsgebonden 58 Vermeer 2010, p Art. 3.6, lid 1, sub c, Wro. 21

23 overgangsrecht 60 of een uitsterfregeling op te nemen. Of deze regelingen soelaas bieden voor het toestaan van onrechtmatige bewoning van recreatiewoningen wordt in dit hoofdstuk nader onderzocht. Het gevolg van het in het bestemmingsplan opnemen van één van de genoemde regelingen is dat de gemeenteraad toestaat dat recreatiewoningen mogen worden bewoond, terwijl dit voorheen niet toegestaan was. Aangezien provinciale staten in de provinciale verordening juist hebben opgenomen dat de bewoning van recreatiewoningen moet worden tegengegaan, valt goed voor te stellen dat gedeputeerde staten willen interveniëren bij de besluitvorming van het bestemmingsplan. Voordat de interventiemogelijkheden van de provinciale bestuursorganen bij de vaststelling van een bestemmingsplan aan de orde komen, wordt eerst nader ingegaan op het positief bestemmen Positief bestemmen Het ligt voor de hand dat bij het toestaan van bewoning in een bestemmingsplan in eerste instantie gedacht wordt aan het vaststellen van een nieuw bestemmingsplan waarin de gemeenteraad de recreatieve bestemming wijzigt in een woonbestemming. De gemeenteraad is het bevoegde gemeentelijke bestuursorgaan om een nieuw bestemmingsplan vast te stellen en heeft daarmee de bevoegdheid om in een nieuw bestemmingsplan vast te leggen dat de bewoning van recreatiewoningen is toegestaan. 61 Een belangrijke voorwaarde om gronden als zodanig te bestemmen is het vereiste van een goede ruimtelijke ordening. Het begrip is in de Wro niet nader omschreven en de gemeenteraad heeft dan ook een grote mate van beleidsvrijheid om bestemmingen aan gronden toe te kennen. 62 Bij het vaststellen van een bestemmingsplan zal de gemeenteraad altijd de interbestuurlijke regels van de provinciale verordening in acht moeten nemen. 63 De gemeenteraad dient daarnaast rekening te houden met provinciaal beleid. 64 Provinciale bestuursorganen hebben diverse ruimtelijke instrumenten waarvan zij in de procedure van de totstandkoming van het bestemmingsplan gebruik kunnen maken. Daarbij is het bestuursorgaan dat belast is met de voorbereiding van een bestemmingsplan verplicht om overleg te plegen met de besturen van betrokken gemeenten en waterschappen en met die diensten van provincie die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de 60 Art Bor. 61 Art. 3.1, lid 1, Wro. 62 Boeve e.a. 2010, p Art. 4.1, lid 1, Wro. 64 Zie paragraaf

24 behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn. 65 Dit overleg, het vooroverleg, is een toetsingsmoment voor de provincie in de voorbereidingsfase van de bestemmingsplanprocedure, teneinde te beoordelen of het ontwerpplan aansluit bij, dan wel adequaat rekening houdt met, het provinciale beleid dan wel met de belangen van provincie ten aanzien van het in het plan begrepen gebied. 66 Het vooroverleg strekt ertoe om de bestuurlijke zorgvuldigheid te bieden die noodzakelijk is bij het vaststellen van en nieuw bestemmingsplan. 67 Indien burgemeester en wethouders bij de voorbereiding van het bestemmingsplan geen vooroverleg hebben gepleegd met gedeputeerde staten dan leidt dit in beroep tot vernietiging van het vaststellingsbesluit. 68 Doordat het vooroverleg een verplicht onderdeel uitmaakt van de bestemmingsplanprocedure kunnen gedeputeerde staten de gemeenteraad al vroeg in de procedure sturen in hun ruimtelijke keuzes die uiteindelijk in een bestemmingsplan komen vast te liggen. Als gedeputeerde staten van mening zijn dat het provinciaal belang gering is kunnen zij bepalen dat geen vooroverleg vereist is. 69 Het vooroverleg is een belangrijk instrument bij de legalisatie van onrechtmatige bewoning. Met provinciale invloed in de voorfase van de bestemmingsplanprocedure kan de gemeenteraad in de richting gestuurd worden die de provincie wenselijk acht. Indien uit het vooroverleg blijkt dat een bestemmingsplan in strijd is met de provinciale verordening dan kan de gemeenteraad een ontheffing aanvragen van de interbestuurlijke regels. 70 Hiermee hebben gedeputeerde staten een middel in handen om invloed uit te oefenen op de gemeentelijke besluitvorming. 71 Uitgaande van de casus in de inleiding zullen gedeputeerde staten echter geen ontheffing verlenen van het verbod op bewoning van recreatiewoningen. Indien gedeputeerde staten geen ontheffing verlenen dan kan de gemeenteraad hiertegen in beroep bij de Afdeling. 72 Los van deze procedure blijft de gemeenteraad bevoegd om het bestemmingsplan ongewijzigd vast te stellen. Als hij dit doet dan kunnen gedeputeerde staten met gebruikmaking van de hierna (in de volgende paragrafen) te bespreken instrumenten bij dat besluit interveniëren. 65 Art , lid 1, Bro. 66 Kamerstukken II 2002/03, , nr. 3, p Stb , p ABRvS 23 januari 2013, nrs /1/R2 en /2/R2. 69 Art , lid 2, Bor. 70 Art. 4.1a, lid 1, Wro. 71 Zie ook Groothuijse & Korsse Art. 8:6, lid 1, Awb jo. art. 2, Wet ruimtelijke ordening, onder i, Bijlage II Awb. 23

25 3.3.2 Provinciale interventie Alhoewel gemeentelijk bestuursorganen primair verantwoordelijk zijn voor de ruimtelijke ordening 73, beschikken provinciale bestuursorganen over verschillende instrumenten om provinciale belangen te behartigen. Op basis van de Wro beschikken provinciale bestuursorganen over specifieke ruimtelijk instrumenten. Deze zijn de provinciale verordening 74, het vooroverleg 75, de reactieve aanwijzing 76, de proactieve aanwijzing 77, het provinciale inpassingsplan 78, de provinciale beslissingsbevoegdheid 79 en de provinciale coördinatieregeling 80. Daarnaast beschikken provinciale bestuursorganen ook over generieke instrumenten op basis van de Gemeentewet: de spontane schorsing en vernietiging door de Kroon 81 en de indeplaatsstelling bij taakverwaarlozing 82. Deze instrumenten hebben met de Wet revitalisering generiek toezicht (Wrgt) een tweede leven gekregen. De Wrgt voorziet in een vereenvoudiging van het stelsel van interbestuurlijk toezicht en in het zoveel mogelijk concentreren van dat stelsel in de Provinciewet en de Gemeentewet. 83 Bij de inwerkingtreding van de Wrgt zijn geen nieuwe toezichtsinstrumenten in de Provincie- en Gemeentewet geïntroduceerd: de Wrgt zorgt voor revitalisering van de al op basis van de Provincie- en Gemeentewet bestaande toezichtsinstrumenten. Ten slotte hebben provinciale bestuursorganen de mogelijkheid om tegen een gemeentelijk ruimtelijk besluit beroep in te stellen. De genoemde instrumenten kunnen vervolgens weer worden ingedeeld in instrumenten voor interventie bij gemeentelijke (ruimtelijke) besluiten enerzijds en instrumenten voor beleidsdoorwerking anderzijds. De reactieve aanwijzing, het beroep bij de bestuursrechter en het schorsings- en vernietigingsrecht zijn de instrumenten voor interventie bij gemeentelijke (ruimtelijke) besluiten. 84 De overige instrumenten kunnen in dat geval worden toegerekend tot instrumenten voor beleidsdoorwerking. Als gemeenteraad een bestemmingsplan vaststelt in strijd met de provinciale verordening, dan is dit in strijd met artikel 4.1, lid 1, Wro. Indien de gemeenteraad in de belangenafweging geen 73 Art. 3.1, lid 1, Wro. 74 Art. 4.1, lid 1, Wro. 75 Art , lid 1, Bro. 76 Art. 3.8 lid 6, jo. art. 4.2, lid 1, Wro. 77 Art. 4.2, lid 1, Wro. 78 Art. 3.26, lid 1, Wro. 79 Art. 3.1, sub b, Wabo. 80 Art. 3.33, lid 2, Wro. 81 Art. 268, lid 1, GemW. 82 Art. 124, lid 1, GemW. 83 Kamerstukken II 2009/10, 32389, nr. 3, p De Vries 2011, p

PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL Reg.nr. PÖ/JLolS/ \OU& 1 8 DEC 2013. Routing

PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL Reg.nr. PÖ/JLolS/ \OU& 1 8 DEC 2013. Routing Provinciale Staten van Overijsse PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL Reg.nr. PÖ/JLolS/ \OU& Dat. 1 8 DEC 2013 ontv.: Routing a.d. Bijl.: Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88

Nadere informatie

Beheersverordening Krommeniedijk

Beheersverordening Krommeniedijk Beheersverordening Krommeniedijk ontwerpbestemmingsplan Beheersverordening Krommeniedijk 2 Regels ontwerpbestemmingsplan Beheersverordening Krommeniedijk 3 Hoofdstuk 1 Overgangs- en slotregels Artikel

Nadere informatie

Bestuursrechtelijke rechtsbescherming Opmerkingen

Bestuursrechtelijke rechtsbescherming Opmerkingen Factsheet: rechtsbescherming tegen besluiten op grond van de Omgevingswet Bij het vormgeven van de rechtsbescherming onder de Omgevingswet is aangesloten bij het bestaande wettelijke stelsel. Onderstaande

Nadere informatie

b e s l u i t : Pagina 1 van 7 Nr: De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr.

b e s l u i t : Pagina 1 van 7 Nr: De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr. Nr: 13-13 De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr. 13-13; gelet op artikel 3.30 Wet ruimtelijke ordening (Wro); b e s l u i t : vast te stellen de volgende:

Nadere informatie

WABO EN OVERGANGSRECHT; EEN NADERE BESCHOUWING

WABO EN OVERGANGSRECHT; EEN NADERE BESCHOUWING WABO EN OVERGANGSRECHT; EEN NADERE BESCHOUWING Dat het vaststellen van overgangsrecht bij nieuwe wet- en regelgeving niet altijd een gemakkelijke opgave is, bleek al met de invoering van de nieuwe Wet

Nadere informatie

Bestemmingsplan. Buitengebied West, 1 e herziening. Ontwerp

Bestemmingsplan. Buitengebied West, 1 e herziening. Ontwerp Bestemmingsplan Buitengebied West, 1 e herziening Ontwerp 2 Toelichting 1. Inleiding 1.1 Aanleiding Op 14 oktober 2015 heeft de gemeenteraad van Bodegraven-Reeuwijk het bestemmingsplan Buitengebied West

Nadere informatie

Gemeente Olst-Wijhe. bestemmingsplan Noorder Koeslag partiële herziening regels

Gemeente Olst-Wijhe. bestemmingsplan Noorder Koeslag partiële herziening regels Gemeente Olst-Wijhe bestemmingsplan Noorder Koeslag partiële herziening regels Olst-Wijhe, 7 augustus 2009 Planidentificatienummer: NL.IMRO.1773.BP2009004002-0301 Toelichting augustus 2009 NL.IMRO.1773.BP2009004002-0301

Nadere informatie

Kern Klundert 1 e herziening. identificatiecode: datum: status:

Kern Klundert 1 e herziening. identificatiecode: datum: status: Moerdijk Kern Klundert 1 e herziening bestemmingsplan identificatie planstatus identificatiecode: datum: status: NL.IMRO.1709.kernklundert1eherz-0001 21-01-2009 concept 20-05-2009 ontwerp projectnummer:

Nadere informatie

Bestemmingsplan Binnenstad 2009, 1 e partiële herziening

Bestemmingsplan Binnenstad 2009, 1 e partiële herziening Bestemmingsplan Binnenstad 2009, 1 e partiële herziening Toelichting Behoort bij besluit van de raad van Weert van 26 juni 2013 de griffier, Afdeling Ruimtelijk Beleid Versie van: april 2013 Documentnaam:

Nadere informatie

Omgevingsvergunning 1 e fase

Omgevingsvergunning 1 e fase Omgevingsvergunning 1 e fase Uitgebreide voorbereidingsprocedure Grondslag : Wabo artikel 2.1, 2.5 en 2.12 Registratienummer : W033374 / 38703 Datum : 5 december 2012 Activiteiten : Afwijken van het bestemmingsplan

Nadere informatie

categorie/agendanr. stuknr. B. en W. 2004 RA04.0108 A 11 04/696 Onderwerp: Bezwaarschrift Sluyter Advocaten tegen besluit raad m.b.t.

categorie/agendanr. stuknr. B. en W. 2004 RA04.0108 A 11 04/696 Onderwerp: Bezwaarschrift Sluyter Advocaten tegen besluit raad m.b.t. Raadsvoorstel jaar stuknr. Raad categorie/agendanr. stuknr. B. en W. 2004 RA04.0108 A 11 04/696 Onderwerp: Bezwaarschrift Sluyter Advocaten tegen besluit raad m.b.t. gebied Zijtak Portefeuillehouder: J.

Nadere informatie

Rb. Noord-Holland, , HAA 13/1804, ECLI:NL:RBNHO:2013:12968, BR Mr. J.M. Janse van Mantgem. Tijdelijke omgevingsvergunning

Rb. Noord-Holland, , HAA 13/1804, ECLI:NL:RBNHO:2013:12968, BR Mr. J.M. Janse van Mantgem. Tijdelijke omgevingsvergunning Rb. Noord-Holland, 31-12-2013, HAA 13/1804, ECLI:NL:RBNHO:2013:12968, BR Mr. J.M. Janse van Mantgem Tijdelijke omgevingsvergunning Tijdelijke omgevingsvergunning Omgevingsvergunning met instandhoudingstermijn

Nadere informatie

Gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten van 22 oktober 2014, kenmerk

Gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten van 22 oktober 2014, kenmerk VOORBEREIDINGSBESLUIT WINDENERGIE Provinciale Staten van Flevoland, Gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten van 22 oktober 2014, kenmerk 1659231 Overwegende dat: de provincie Flevoland met minder

Nadere informatie

Gemeente. Schijndel. Beleidsnotitie indieningsvereisten. Voor aanvragen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a.

Gemeente. Schijndel. Beleidsnotitie indieningsvereisten. Voor aanvragen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a. Gemeente Schijndel Voor aanvragen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a., sub 2 Wabo 2 3 bij verzoeken om afwijken van het bestemmingsplan Inleiding Op 24 september 2014 is het

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR367404_1. Coördinatieverordening gemeente Maastricht. 14 maart Officiële uitgave van Maastricht.

CVDR. Nr. CVDR367404_1. Coördinatieverordening gemeente Maastricht. 14 maart Officiële uitgave van Maastricht. CVDR Officiële uitgave van Maastricht. Nr. CVDR367404_1 14 maart 2017 Coördinatieverordening gemeente Maastricht Hoofdstuk 1 Artikel 1 Begripsomschrijvingen Deze verordening verstaat onder: d. e. f. g.

Nadere informatie

De Minister van Economische. Zaken en. De Minister van Infrastructuur en Milieu. Overwegende dat:

De Minister van Economische. Zaken en. De Minister van Infrastructuur en Milieu. Overwegende dat: De Minister van Economische Zaken en De Minister van Infrastructuur en Milieu Overwegende dat: - het wenselijk is te voorkomen dat zich in het gebied dat bestemd zal worden voor het Windpark Zeewolde en

Nadere informatie

Groot Sypel - Maltezerlaan 1. Vastgesteld bestemmingsplan

Groot Sypel - Maltezerlaan 1. Vastgesteld bestemmingsplan Groot Sypel - Maltezerlaan 1 Vastgesteld bestemmingsplan Groot Sypel - Maltezerlaan 1 Inhoudsopgave Toelichting Hoofdstuk 1 3 Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Doel 3 1.3 Plangebied 4 1.4 De bij het plan

Nadere informatie

bestemmingsplan Facetbestemmingsplan Parkeren Dinkelland

bestemmingsplan Facetbestemmingsplan Parkeren Dinkelland bestemmingsplan Facetbestemmingsplan Parkeren Dinkelland Status: vastgesteld Status: vastgesteld Datum: 17 januari 2018 IMRO- Code: Auteur(s): NL.IMRO.1774.BPFACETPARKEREN- VG01 Facetbestemmingsplan parkeren

Nadere informatie

Zeist Paraplubestemmingsplan Parkeernormen Zeist BESTEMMINGSPLAN

Zeist Paraplubestemmingsplan Parkeernormen Zeist BESTEMMINGSPLAN Zeist Paraplubestemmingsplan Parkeernormen Zeist BESTEMMINGSPLAN Zeist Paraplubestemmingsplan Parkeernormen Zeist bestemmingsplan identificatie planstatus identificatiecode: datum: status: NL.IMRO.0355.BPParkeernormenZst-VS01

Nadere informatie

1e partiële herziening Hoofdwinkelcentrum

1e partiële herziening Hoofdwinkelcentrum 1e partiële herziening Hoofdwinkelcentrum Huizen bestemmingsplan identificatie planstatus identificatiecode: datum: status: NL.IMRO.0406.BPHWC2011H01-VG01 03-04-2014 ontwerp 26-06-2014 vastgesteld projectnummer:

Nadere informatie

Zeist Paraplubestemmingsplan Parkeernormen Zeist BESTEMMINGSPLAN

Zeist Paraplubestemmingsplan Parkeernormen Zeist BESTEMMINGSPLAN Zeist Paraplubestemmingsplan Parkeernormen Zeist BESTEMMINGSPLAN Zeist Paraplubestemmingsplan Parkeernormen Zeist bestemmingsplan identificatie planstatus identificatiecode: datum: status: NL.IMRO.0355.BPParkeernormenZst-OW01

Nadere informatie

Weigering omgevingsvergunning

Weigering omgevingsvergunning Ontwerpbesluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Weigering omgevingsvergunning Oprichting Vleesvarkensstallen, voerkeuken, luchtwassers, loods, mest- en sleufsilo s Klevar B.V. te gemeente Horst aan

Nadere informatie

Toelichting op de Coördinatieverordening

Toelichting op de Coördinatieverordening Toelichting op de Coördinatieverordening Hoofdstuk 1: Algemene toelichting 1. Coördinatieregeling ex artikel 3.30 Wro Afdeling 3.6 Wro bevat verschillende coördinatieregelingen voor Rijk, provincie en

Nadere informatie

ontwerp OMGEVINGSVERGUNNING Echelpoelweg, gemeente Weerselo sectie P nr. 2012 en 1836

ontwerp OMGEVINGSVERGUNNING Echelpoelweg, gemeente Weerselo sectie P nr. 2012 en 1836 ontwerp OMGEVINGSVERGUNNING Echelpoelweg, gemeente Weerselo sectie P nr. 2012 en 1836 Zaaknummer: : 14.16391 OLO nummer: : 1526543 Documentnummer : U15.002356 Burgemeester en wethouders van Dinkelland

Nadere informatie

Registratienummer: Besluit omgevingsvergunning Elswoutshoek

Registratienummer: Besluit omgevingsvergunning Elswoutshoek Registratienummer: 2016003300 Besluit omgevingsvergunning Elswoutshoek Op 22 mei 2015 is namens de heer J.W. Slewe te Overveen een aanvraag omgevingsvergunning ingediend voor de activiteit handelen in

Nadere informatie

1.3 gevel bouwkundige constructie die een ruimte in een woning of gebouw scheidt van de buitenlucht, daaronder begrepen het dak;

1.3 gevel bouwkundige constructie die een ruimte in een woning of gebouw scheidt van de buitenlucht, daaronder begrepen het dak; Inhoudsopgave Artikel 1 Begrippen 1 Artikel 2 Geluidszone industrie 2 Artikel 3 Anti-dubbeltelregel 3 Artikel 4 Overgangsrecht 4 Artikel 5 Slotregel 5 Centrale Verwerkingsinstallatie Raaieinde regels Artikel

Nadere informatie

(ONTWERP) OMGEVINGSVERGUNNING

(ONTWERP) OMGEVINGSVERGUNNING (ONTWERP) OMGEVINGSVERGUNNING Burgemeester en wethouders van Moerdijk hebben op 19 december 2013 een aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)

Nadere informatie

WABO EN DE NIEUWE WET RUIMTELIJKE ORDENING

WABO EN DE NIEUWE WET RUIMTELIJKE ORDENING WABO EN DE NIEUWE WET RUIMTELIJKE ORDENING LEESWIJZER Voor u ligt de notitie van de provincie Fryslân. In deze notitie wordt beschreven hoe de provinciale Wro-taak eruit komt te zien onder de Wabo. Ook

Nadere informatie

Bedrijventerreinen VAS TG E S TE LD

Bedrijventerreinen VAS TG E S TE LD Bedrijventerreinen VAS TG E S TE LD Inhoudsopgave Regels 5 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 7 Artikel 1 Begrippen 7 Hoofdstuk 2 Beheerregels 9 Artikel 2 Deelgebied 1.1 9 Artikel 3 Deelgebied 1.2 10 Artikel

Nadere informatie

Maastricht Centraal, reparatie Gebroeders Hermansstraat 11-13

Maastricht Centraal, reparatie Gebroeders Hermansstraat 11-13 Ontwerpbestemmingsplan Maastricht Centraal, reparatie Gebroeders Hermansstraat 11-13 Gemeente Maastricht Datum: 31 mei 2011 Projectnummer: 90569.01 ID: NL.IMRO.0935.bpGebrHstr11en13-vg01 INHOUD 1 Inleiding

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag www.rijksoverheid.nl www.facebook.com/minbzk www.twitter.com/minbzk Kenmerk Uw kenmerk 2018Z17636 Datum 28 november

Nadere informatie

De waarde van een overeenkomst over ruimtelijke ontwikkeling. prof. mr. Peter van Buuren

De waarde van een overeenkomst over ruimtelijke ontwikkeling. prof. mr. Peter van Buuren De waarde van een overeenkomst over ruimtelijke ontwikkeling prof. mr. Peter van Buuren Voorbeeld bevoegdhedenovereenkomst 1. De gemeente zal bestemmingsplan opstellen dat een planologische basis biedt

Nadere informatie

Directoraat-generaal Energie, Telecom & Mededinging Bezoekadres Postadres Factuuradres Overheidsidentificatienr Behandeld door Besluit

Directoraat-generaal Energie, Telecom & Mededinging Bezoekadres Postadres Factuuradres Overheidsidentificatienr Behandeld door Besluit > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag Datum Betreft Voorbereidingsbesluit Windpark Drentse Monden en Oostermoer Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres Postbus 20401 2500 EK

Nadere informatie

BELEIDSREGELS PERSOONSGEBONDEN OMGEVINGSVERGUNNING VOOR HET PERMANENT BEWONEN VAN EEN RECREATIEWONING

BELEIDSREGELS PERSOONSGEBONDEN OMGEVINGSVERGUNNING VOOR HET PERMANENT BEWONEN VAN EEN RECREATIEWONING BELEIDSREGELS PERSOONSGEBONDEN OMGEVINGSVERGUNNING VOOR HET PERMANENT BEWONEN VAN EEN RECREATIEWONING afdeling Milieu & Bouwen i.s.m. afdeling Ontwikkeling & Grondzaken 29 oktober 2012 Inhoudsopgave Inhoudsopgave...

Nadere informatie

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend overeenkomstig de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte documenten.

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend overeenkomstig de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte documenten. Omgevingsvergunning Poststuknummer: DA00107087 Burgemeester en wethouders hebben op 17 juli 2018 een aanvraag omgevingsvergunning ontvangen en in behandeling genomen voor het bouwen van 2 vrijstaande schuurwoningen

Nadere informatie

PLANREGELS BEHEERSVERORDENING WATERPARK BELTERWIEDE

PLANREGELS BEHEERSVERORDENING WATERPARK BELTERWIEDE PLANREGELS BEHEERSVERORDENING WATERPARK BELTERWIEDE status: vastgesteld datum: 17 oktober 2014 IDN: NL.IMRO.1708.BVOWpBelterwiede-VA01 werknr.: 012-RT-02 gemeente Steenwijkerland 2 OD205 SL stedenbouw

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/160999

Nadere informatie

Onderwerp : Verklaring van geen bedenkingen

Onderwerp : Verklaring van geen bedenkingen Raadsvoorstel *Z0158AF9EC1* Aan de raad Documentnummer : INT-14-14647 Afdeling : Ruimte Onderwerp : Verklaring van geen bedenkingen Inleiding Bij besluit van 2 december 2010 (2010/53460) heeft uw raad

Nadere informatie

Wet van 20 oktober 2006, houdende nieuwe regels omtrent de ruimtelijke ordening (Wet ruimtelijke ordening)

Wet van 20 oktober 2006, houdende nieuwe regels omtrent de ruimtelijke ordening (Wet ruimtelijke ordening) Wet van 20 oktober 2006, houdende nieuwe regels omtrent de ruimtelijke ordening (Wet ruimtelijke ordening) Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz.

Nadere informatie

Voorstel aan de Gemeenteraad

Voorstel aan de Gemeenteraad 14-11-2013 Onderwerp Voorbereidingsbesluiten Beleidsveld Duurzame Ruimtelijke Ontwikkeling Portefeuillehouder H.J.W. Mulder Vragen bij H. Laheij Dienst Dienst Stedelijke Ontwikkeling Telefoon 036 5484386

Nadere informatie

*15.159324* 15.159324

*15.159324* 15.159324 omgevingsvergunning plaatsen van een luchtkanaal, overkapping en luchtwasser (Fase 2) plaatsen van een luchtkanaal, overkapping en luchtwasser (Fase 2) Beschikking 239368 *15.159324* 15.159324 ONTWERP-OMGEVINGSVERGUNNING

Nadere informatie

Beheersverordening. gelet op artikel 3.38 van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 149 van de Gemeentewet;

Beheersverordening. gelet op artikel 3.38 van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 149 van de Gemeentewet; Beheersverordening Beheersverordening Klijndijk De raad van de gemeente Borger-Odoorn, gelezen het voorstel van het college van... (datum), nr...., inzake...; gelet op artikel 3.38 van de Wet ruimtelijke

Nadere informatie

Gemeente Bergen Datum besluit Datum verzending: Nummer

Gemeente Bergen Datum besluit Datum verzending: Nummer Omgevingsvergunning (artikel 2.1, 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) Gemeente Bergen Datum besluit Datum verzending: Nummer 2011.00165 Gezien het verzoek ingediend door: N.V. Nederlandse

Nadere informatie

Krimpen aan den IJssel. Aan de gemeenteraad van. Voorstel 1 augustus 2012 Agendanummer : P. Al

Krimpen aan den IJssel. Aan de gemeenteraad van. Voorstel 1 augustus 2012 Agendanummer : P. Al Raadsvoorstel GEMEENTERAAD Voorstel 1 augustus 2012 Agendanummer : P. Al Datum Ruimte raadsvergadering : 27-9-2012 Ruimtelijke Ontwikkeling Registratienummer : Onderwerp: algemene verklaring van geen bedenkingen

Nadere informatie

Bestemmingsplan Reeuwijk-Dorp, herziening Kaagjesland 10

Bestemmingsplan Reeuwijk-Dorp, herziening Kaagjesland 10 Gemeente Bodegraven-Reeuwijk Bestemmingsplan Reeuwijk-Dorp, herziening Kaagjesland 10 Toelichting, regels en analoge verbeelding Maart 2016 Kenmerk 1901-17-T01 Projectnummer 1901-17 Toelichting Inhoudsopgave

Nadere informatie

Provincie Noord-Holland

Provincie Noord-Holland Provincie Noord-Holland POSTBUS 3007 2001 DA HAARLEM Raad van de gemeente Heerhugowaard Postbus 390 1 700 AJ HEERHUGOWAARD Gedeputeerde Staten Uw contactpersoon S. Traudes-Noorlander SVT/IBT Doorkiesnummer

Nadere informatie

gelet op het bepaalde in de artikelen 147 lid 1 en 149 van de Gemeentewet en artikel 3.30 van de Wet ruimtelijke ordening;

gelet op het bepaalde in de artikelen 147 lid 1 en 149 van de Gemeentewet en artikel 3.30 van de Wet ruimtelijke ordening; De raad van de gemeente Haarlemmermeer; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 17 mei 2016; gelet op het bepaalde in de artikelen 147 lid 1 en 149 van de Gemeentewet en artikel 3.30 van

Nadere informatie

2e partiële herziening Uitwerkingsplan Velmolen Buiten

2e partiële herziening Uitwerkingsplan Velmolen Buiten Gemeente Uden 2e partiële herziening Uitwerkingsplan Velmolen Buiten Toelichting, regels en analoge verbeelding 15 december 2015 Kenmerk 0856-26-T01 Projectnummer 0856-26 Toelichting Inhoudsopgave 1.

Nadere informatie

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, 28 augustus 2007 Nummer voorstel: 2007/89

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, 28 augustus 2007 Nummer voorstel: 2007/89 Voorstel aan de raad Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg 1 8331 XE Steenwijk Steenwijk, 28 augustus 2007 Nummer voorstel: 2007/89 Voor raadsvergadering d.d.: 11-09-2007 Agendapunt: 27

Nadere informatie

8 november Te besluiten om:

8 november Te besluiten om: Raadsvoorstel Agendanummer: Datum raadsvergadering: Registratienummer: 8 november 2012 Onderwerp: Algemene verklaring van geen bedenkingen omgevingsrecht Gevraagde Beslissing: Te besluiten om: 1.Op grond

Nadere informatie

* *

* * omgevingsvergunning wijzigen van de voorwaarden van omgevingsvergunning 218854 wijzigen van de voorwaarden van omgevingsvergunning 218854 Beschikking 283742 *17.130142* 17.130142 WIJZIGINGSVERGUNNING nr.

Nadere informatie

ONTWERP. OMGEVINGSVERGUNNING Dorpsstraat 20 in Lattrop-Breklenkamp

ONTWERP. OMGEVINGSVERGUNNING Dorpsstraat 20 in Lattrop-Breklenkamp ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING Dorpsstraat 20 in Lattrop-Breklenkamp Zaaknummer : WABO-2017-1420) OLO nummer : 3326517 Documentnummer : Burgemeester en wethouders van Dinkelland beschikken op de aanvraag

Nadere informatie

Omgevingsvergunning. Bijgevoegde documenten De volgende bij het besluit behorende gewaarmerkte documenten worden digitaal nagezonden:

Omgevingsvergunning. Bijgevoegde documenten De volgende bij het besluit behorende gewaarmerkte documenten worden digitaal nagezonden: Omgevingsvergunning Burgemeester en Wethouders hebben op 23 december 2016 een aanvraag om omgevingsvergunning ontvangen van Jawelbouw BV voor het project het bouwen van acht woningen in bouwplan De Bamere

Nadere informatie

Reactienota Zienswijzen Ontwerp Beheersverordening Formerum aan Zee Gemeente Terschelling 12 augustus 2014 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding... 3 2 Zienswijzen... 4 Bijlage 1. Kopie zienswijzen Reactienota zienswijzen

Nadere informatie

BELEIDSREGEL NIET-ZELFSTANDIGE WOONRUIMTEN (KAMERVERHUUR)

BELEIDSREGEL NIET-ZELFSTANDIGE WOONRUIMTEN (KAMERVERHUUR) BELEIDSREGEL NIET-ZELFSTANDIGE WOONRUIMTEN (KAMERVERHUUR) (beleidsregel voor verlening van een omgevingsvergunning waarbij met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2 van de Wabo van

Nadere informatie

Toelichting bij de beleidsnotitie voor bijbehorende bouwwerken Gemeente Pekela

Toelichting bij de beleidsnotitie voor bijbehorende bouwwerken Gemeente Pekela Toelichting bij de beleidsnotitie voor bijbehorende bouwwerken Gemeente Pekela 2012 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Begrippen... 3 Het beleid uit 2005... 4 Vraagstelling... 4 Planologisch kader... 4 Juridisch

Nadere informatie

Persoonsgebonden overgangsrecht en de uitsterfregeling in het bestemmingsplan: tijdelijkheid met een eeuwig randje

Persoonsgebonden overgangsrecht en de uitsterfregeling in het bestemmingsplan: tijdelijkheid met een eeuwig randje Mr. H. Koolen 1 Persoonsgebonden overgangsrecht en de uitsterfregeling in het bestemmingsplan: tijdelijkheid met een eeuwig randje 1. Inleiding en vraagstelling Als de gemeenteraad voor een bepaald perceel

Nadere informatie

Drachten, Kenmerk Zaaknummer Behandeld door 4 november /cor Z Wiebe Jan Dijk

Drachten, Kenmerk Zaaknummer Behandeld door 4 november /cor Z Wiebe Jan Dijk Aan dhr. A.D. Scholma Dr. M. Noordewierstraat 16 9953 SJ BAFLO Drachten, Kenmerk Zaaknummer Behandeld door 4 november 2016 16-0254/cor Z1675143 Wiebe Jan Dijk D 0512 581234 w.dijk@smallingerland.nl Onderwerp

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOBR:2017:3205

ECLI:NL:RBOBR:2017:3205 ECLI:NL:RBOBR:2017:3205 Instantie Datum uitspraak 12-06-2017 Datum publicatie 21-06-2017 Zaaknummer 17_175 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Oost-Brabant Omgevingsrecht Eerste

Nadere informatie

Gemeenteblad van Zaltbommel 2010 Nr. 3.4

Gemeenteblad van Zaltbommel 2010 Nr. 3.4 Gemeenteblad van Zaltbommel 2010 Nr. 3.4 verordening tot tweede wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008 Status In werking Algemene informatie Met deze verordening wordt de Algemene Plaatselijke

Nadere informatie

BIJLAGE 4: RELEVANTE WETSARTIKELEN

BIJLAGE 4: RELEVANTE WETSARTIKELEN BIJLAGE 4: RELEVANTE WETSARTIKELEN Pagina 1 van 8 Pagina 2 van 8 WET ALGEMENE BEPALINGEN OMGEVINGSRECHT (WABO) Artikel 2.12 1. Voor zover de aanvraag betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel

Nadere informatie

Commissie van advies voor de bezwaarschriften

Commissie van advies voor de bezwaarschriften Commissie van advies voor de bezwaarschriften Advies van de Commissie van advies voor de bezwaarschriften aan het college van burgemeester en wethouders van Asten alsmede aan de gemeenteraad van de gemeente

Nadere informatie

Bestemmingsplan Buitengebied Herziening Alphensebaan 9. Gemeente Gilze en Rijen Vastgesteld

Bestemmingsplan Buitengebied Herziening Alphensebaan 9. Gemeente Gilze en Rijen Vastgesteld Bestemmingsplan Buitengebied Herziening Alphensebaan 9 Gemeente Gilze en Rijen Vastgesteld Bestemmingsplan Buitengebied, Herziening Alphensebaan 9 Gemeente Gilze en Rijen Vastgesteld Rapportnummer: 211x07790.084457_5

Nadere informatie

R e g e l s rgl

R e g e l s rgl R e g e l s 277.00.01.13.00.rgl I n h o u d s o p g a v e H o o f d s t u k 1 I n l e i d e n d e r e g e l s Artikel 1 Begrippen 7 H o o f d s t u k 2 B e s t e m m i n g s r e g e l s Artikel 2 Herziening

Nadere informatie

BEHEERSVERORDENING SPEELTERREIN J.P. SWEELINCKSTRAAT 2014

BEHEERSVERORDENING SPEELTERREIN J.P. SWEELINCKSTRAAT 2014 BEHEERSVERORDENING SPEELTERREIN J.P. SWEELINCKSTRAAT 2014 Beheersverordening ex artikel 3:38 Wro Status: concept Gemeente Purmerend Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling ID-code: NL.IMRO.0439.BVSWEELINCK2014-co01

Nadere informatie

2. Advies commissie bezwaarschriften. 3. Uitspraak rechtbank Noord-Nederland. 4. Uittreksel bestemmingsplan Komplan Haren

2. Advies commissie bezwaarschriften. 3. Uitspraak rechtbank Noord-Nederland. 4. Uittreksel bestemmingsplan Komplan Haren Voorstel aan : Gemeenteraad van 29 juni 2015 Door tussenkomst van : Raadscommissie van 15 juni 2015 Nummer : 31 Onderwerp : Verklaring van geen bedenkingen voor het bouwplan Horecagelegenheid Vondellaan

Nadere informatie

[ONTWERP] Omgevingsvergunning UV 31844

[ONTWERP] Omgevingsvergunning UV 31844 Haaren Helvotrt Esch Biezenmorrel gemeente Haaren [ONTWERP] Omgevingsvergunning UV 31844 Burgemeester en Wethouders hebben op 13 juli 2016 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het vestigen

Nadere informatie

Sector Concernbeleid, Ondersteuning en Advies. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 21 september 2010, kenmerk ;

Sector Concernbeleid, Ondersteuning en Advies. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 21 september 2010, kenmerk ; Gemeenteraad V.R. nummer: 2010/89 Sector Concernbeleid, Ondersteuning en Advies Ede, De raad van de gemeente Ede: gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 21 september 2010, kenmerk 636692;

Nadere informatie

Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, 1e herziening. Gemeente Rucphen Vastgesteld

Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, 1e herziening. Gemeente Rucphen Vastgesteld Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, 1e herziening Gemeente Rucphen Vastgesteld Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, 1e herziening Gemeente Rucphen Vastgesteld Rapportnummer: IMRO-Idn: 211x06608.077039_1

Nadere informatie

Bijlage ALGEMENE TOELICHTING

Bijlage ALGEMENE TOELICHTING Bijlage ALGEMENE TOELICHTING 1. Coördinatieregeling ex artikel 3.30 Wro Afdeling 3.6 Wro bevat verschillende coördinatieregelingen voor Rijk, provincie en gemeente. In de coördinatieregeling voor de gemeente

Nadere informatie

De nieuwe Omgevingswet. Molenadviesraad Amersfoort Mark Ravesloot, senior adviseur molens

De nieuwe Omgevingswet. Molenadviesraad Amersfoort Mark Ravesloot, senior adviseur molens De nieuwe Omgevingswet Molenadviesraad 7-4-2017 Amersfoort Mark Ravesloot, senior adviseur molens Uitgangspunten Omgevingswet Vormt basis voor het nieuwe stelsel van regelgeving voor de fysieke leefomgeving

Nadere informatie

Onderwerp beleid Handhaving tegen bestemmingsplanstrijdig gebruik van gronden en opstallen met een recreatieve bestemming.

Onderwerp beleid Handhaving tegen bestemmingsplanstrijdig gebruik van gronden en opstallen met een recreatieve bestemming. Inhoudsopgave Onderwerp beleid 3 Doel van het beleid 3 Handelswijze 3 1. Gebruiker niet zijnde recreant 3 Omschrijving overtreding 3 Prioritering handhavend optreden 3 Wijze van handhavend optreden 3 Flankerend

Nadere informatie

Omgevingsvergunning Zaaknummer

Omgevingsvergunning Zaaknummer Omgevingsvergunning Zaaknummer 931037 1. Inleiding Op 10 mei 2017 hebben wij uw aanvraag om een omgevingsvergunning ontvangen voor het plaatsen van twee gebouwen, waaronder een seizoensgebonden toiletunit

Nadere informatie

Onderwerp Categorieën van gevallen waarvoor afgeven verklaring van geen bedenkingen niet vereist is (Wabo)

Onderwerp Categorieën van gevallen waarvoor afgeven verklaring van geen bedenkingen niet vereist is (Wabo) Zaaknummer: OLOGMM11-01 Collegevoorstel Inleiding Op 1 oktober 2010 is de Wet algemene bepalingen omgevingrecht (Wabo) in werking getreden. Hiermee zijn enkele ruimtelijke instrumenten en bevoegdheden

Nadere informatie

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend overeenkomstig de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte documenten.

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend overeenkomstig de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte documenten. Omgevingsvergunning Poststuknummer: DA00079369 Burgemeester en wethouders hebben op 30 juni 2016 een aanvraag omgevingsvergunning ontvangen en in behandeling genomen voor het bouwen van 14 woningen op

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Omgevingsvergunning Hollewandsweg 28

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Omgevingsvergunning Hollewandsweg 28 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Omgevingsvergunning Hollewandsweg 28 2/11 Inhoudsopgave RUIMTELIJKE ONDERBOUWING 5 Hoofdstuk 1 Inleiding 5 Hoofdstuk 2 Aanvraag omgevingsvergunning 5 Hoofdstuk 3 Geldende planologische

Nadere informatie

Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Deurne houdende regels omtrent samenhangende besluiten Coördinatieverordening Deurne 2019

Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Deurne houdende regels omtrent samenhangende besluiten Coördinatieverordening Deurne 2019 CVDR Officiële uitgave van Deurne. Nr. CVDR623004_1 4 april 2019 Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Deurne houdende regels omtrent samenhangende besluiten Coördinatieverordening Deurne 2019 DE

Nadere informatie

7. Bij de planvaststelling heeft de raad (voor zover in casu relevant) besloten om:

7. Bij de planvaststelling heeft de raad (voor zover in casu relevant) besloten om: Bijlage 2. Juridische uiteenzetting De onderbouwing van dit raadsbesluit is juridisch complex door de chronologie van besluitvorming (in de procedures voor aanlegvergunning en vaststelling bestemmingsplan)

Nadere informatie

Toelichting Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding voor de beheersverordening 1.2 Doel van de beheersverordening 1.3 Begrenzing van het plangebied

Toelichting Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding voor de beheersverordening 1.2 Doel van de beheersverordening 1.3 Begrenzing van het plangebied Woonwijken Inhoudsopgave Toelichting 5 Hoofdstuk 1 Inleiding 7 1.1 Aanleiding voor de beheersverordening 7 1.2 Doel van de beheersverordening 7 1.3 Begrenzing van het plangebied 8 Hoofdstuk 2 Juridische

Nadere informatie

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend onder de bepaling dat de gewaarmerkte stukken en bijlagen deel uitmaken van de vergunning.

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend onder de bepaling dat de gewaarmerkte stukken en bijlagen deel uitmaken van de vergunning. Dossiernummer: 2011/16386 Omgevingsvergunning Burgemeester en wethouders van Zundert zijn voornemens om overeenkomstig de besluitvormingsprocedure als bedoeld in artikel 3.10 van de Wet algemene bepalingen

Nadere informatie

Uitspraak 200904084/1/R2 gevonden via '' d eze uitsp raa k il de ze uitsp ra ak Page 1 of 4 Uitspraken ZAAKNUMMER 200904084/1/R2 DATUM VAN UITSPRAAK woensdag 24 maart 2010 TEGEN het college van gedeputeerde

Nadere informatie

Op grond van artikel 6.5, lid 3 kan de gemeenteraad categorieën gevallen aanwijzen waarin een verklaring van geen bedenkingen niet is vereist.

Op grond van artikel 6.5, lid 3 kan de gemeenteraad categorieën gevallen aanwijzen waarin een verklaring van geen bedenkingen niet is vereist. Definitieve Omgevingsvergunning Zaaknummer 730150 (dossier 2016-08454) 1. Inleiding Op 30 juni 2016 hebben wij uw aanvraag om een omgevingsvergunning ontvangen voor het uitbreiden van detailhandel door

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING OV

OMGEVINGSVERGUNNING OV Besluit Burgemeester en wethouders hebben op 31 januari 2014 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het gebruiken van een parkeerterrein van Maxima Medisch Centrum door personeel van

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING Datum: 6 augustus 2015

OMGEVINGSVERGUNNING Datum: 6 augustus 2015 OMGEVINGSVERGUNNING Datum: 6 augustus 2015 Burgemeester en wethouders hebben op 16-1-2015 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het dempen en realiseren van water. De aanvraag gaat over

Nadere informatie

Gemeente Bergen Datum besluit Datum verzending: Nummer

Gemeente Bergen Datum besluit Datum verzending: Nummer Omgevingsvergunning (artikel 2.1, 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) Gemeente Bergen Datum besluit Datum verzending: Nummer 2011.00165 Gezien het verzoek ingediend door: De heer E.F. Schneider

Nadere informatie

ANTICIPEREN OP DE OMGEVINGSWET (BOUWRECHT 2016/49)

ANTICIPEREN OP DE OMGEVINGSWET (BOUWRECHT 2016/49) ANTICIPEREN OP DE OMGEVINGSWET (BOUWRECHT 2016/49) Door C.M.P. Julicher Zegers en B. Weekers is een artikel geschreven voor het tijdschrift Bouwrecht. Gemeenten krijgen te maken met een nieuwe actualisatieronde

Nadere informatie

8 juli 2014 Mevrouw B. Bartelds mei 2013 Projectomgevingsvergunning

8 juli 2014 Mevrouw B. Bartelds mei 2013 Projectomgevingsvergunning 8 juli 2014 Mevrouw B. Bartelds 2013-0068 0595 42 1140 2 mei 2013 Projectomgevingsvergunning (Adres) (Aanhef), Burgemeester en wethouders hebben op 2 mei 2013 een aanvraag voor een omgevingsvergunning

Nadere informatie

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) 29 Wet van 6 november 2008, houdende regels inzake een vergunningstelsel met betrekking tot activiteiten die van invloed zijn op de fysieke leefomgeving en inzake handhaving van regelingen op het gebied

Nadere informatie

Ontwerpbesluit Omgevingsvergunning

Ontwerpbesluit Omgevingsvergunning Ontwerpbesluit Omgevingsvergunning Poststuknummer: DA00103914 Burgemeester en wethouders hebben op 6 september 2018 een aanvraag omgevingsvergunning ontvangen en in behandeling genomen voor het bouwen

Nadere informatie

Workshop Omgevingsplan: juridische aspecten

Workshop Omgevingsplan: juridische aspecten Workshop Omgevingsplan: juridische aspecten Kennismarkt Omgevingswet 7 november 2017 Tycho Lam Programma Omgevingswet algemeen Omgevingsplan Algemeen Overgangsrecht 2 Deel 1: Omgevingsplan algemeen 3 Het

Nadere informatie

ONTWERP Paraplubestemmingsplan

ONTWERP Paraplubestemmingsplan ONTWERP Paraplubestemmingsplan Gebruiksregels woningen en Procedureregel gemeente Noordwijkerhout Toelichting en Regels Ontwerp : 14 december 2009 Vaststelling gemeenteraad : Onherroepelijk : Toelichting

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGEL:2015:7684, Bekrachtiging/bevestiging

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGEL:2015:7684, Bekrachtiging/bevestiging ECLI:NL:RVS:2017:313 Instantie Raad van State Datum uitspraak 08-02-2017 Datum publicatie 08-02-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201600609/1/A1 Eerste

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Onderwerp: coördinatieverordening DE GEMEENTERAAD WORDT VOORGESTELD TE BESLUITEN OM: een coördinatieverordening vast te stellen

Raadsvoorstel. Onderwerp: coördinatieverordening DE GEMEENTERAAD WORDT VOORGESTELD TE BESLUITEN OM: een coördinatieverordening vast te stellen Raadsvoorstel Zaakkenmerk: 1024264 Raad 5 juni 2014 Documentkenmerk: 1024272 B. en W. 6 mei 2014 Behandeld door: dhr. D. Doornweerd E-mail: Dries.Doornweerd@ommen-hardenberg.nl Onderwerp: coördinatieverordening

Nadere informatie

Aanwijzing art. 3.8, lid 6, Wro, bestemmingsplan Bedrijventerrein Nijverhei 2009

Aanwijzing art. 3.8, lid 6, Wro, bestemmingsplan Bedrijventerrein Nijverhei 2009 De gemeenteraad van Rucphen Postbus 9 4715 ZG RUCPHEN Brabantlaan 1 Postbus 90151 5200 MC s-hertogenbosch Telefoon (073) 681 28 12 Fax (073) 614 11 15 info@brabant.nl www.brabant.nl Bank ING 67.45.60.043

Nadere informatie

Bestemmingsplan Meerstad-Midden, partiële herziening 2015 VASTGESTELD

Bestemmingsplan Meerstad-Midden, partiële herziening 2015 VASTGESTELD Bestemmingsplan Meerstad-Midden, partiële herziening 2015 VASTGESTELD Datum: 2 juli 2015 Inhoudsopgave Regels 3 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 4 Artikel 1 Artikel 2 4 5 Begrippen Relatie met het bestemmingsplan

Nadere informatie

Inhoud. Te behandelen onderwerpen: 1. Onlosmakelijke samenhang

Inhoud. Te behandelen onderwerpen: 1. Onlosmakelijke samenhang Inhoud Te behandelen onderwerpen: 1. Onlosmakelijke samenhang 2. Grondslag aanvraag omgevingsvergunning voor artikel 2.1 lid 1 onder e- activiteiten (milieu) 3. OBM en milieuneutrale verandering 4. Overig

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2016:2558

ECLI:NL:RBGEL:2016:2558 ECLI:NL:RBGEL:2016:2558 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 12-05-2016 Datum publicatie 19-05-2016 Zaaknummer AWB - 15 _ 7447 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Beleidsregels gemeente Druten: intrekken omgevingsvergunning voor

Beleidsregels gemeente Druten: intrekken omgevingsvergunning voor Beleidsregels gemeente Druten: intrekken omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen 1. Inleiding De gemeente Druten verleent jaarlijks veel omgevingsvergunningen. Verreweg het grootste deel van die

Nadere informatie

http://wetten.overheid.nl/bwbr0020449/geldigheidsdatum_/afdrukken pagina 1 van 28 Wet ruimtelijke ordening (Tekst geldend op: ) Wet van 20 oktober 2006, houdende nieuwe regels omtrent de ruimtelijke ordening

Nadere informatie

De aanvraag betreft de volgende activiteiten: - Strijdig gebruik (art. 2.1 lid 1c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht);

De aanvraag betreft de volgende activiteiten: - Strijdig gebruik (art. 2.1 lid 1c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht); Ontwerp Omgevingsvergunning Zaaknummer 1905981 (dossier 2015-06674) 1. Inleiding Op 23 juli 2015 hebben wij uw aanvraag om een omgevingsvergunning ontvangen voor het gebruik van het perceel in strijd met

Nadere informatie