De NZa heeft besloten dat het bezwaar ongegrond te verklaren. Hieronder volgt de motivering daarvan.

Transcriptie

1 BESLISSING OP BEZWAAR Bij brief van 4 oktober 2012, is door Maastricht Radiation Oncology te Maastricht (hierna: bezwaarde) bezwaar gemaakt tegen de tariefbeschikking d.d, 20 september Het bezwaar richt zich tegen de afwijzing van de NZa om de door bezwaarde in het nacalculatieformulier 2011 opgevoerde immateriëie vaste activa (hierna: IVA) voor versnelde afschrijving in aan aanmerking te laten komen. Belanghebbenden zijn op 11 december 2012 gehoord. Op grond van het Besluit organisatie, mandaat, volmacht en machtiging NZA is de directeur Strategie & Juridische Zaken van de NZa bevoegd om namens de NZa te besiissen op de bezwaarschriften.. De NZa heeft besloten dat het bezwaar ongegrond te verklaren. Hieronder volgt de motivering daarvan. DE AANGEVOERDE BEZWAREN Bezwaarde voert - kort weergegeven - aan dat de post ad. onder de beleidsregel Compensatie IVA Categorale msrernnçen voor versnelde afschrijving in aanmerking komt. De post heeft betrekking op de (oude) locatie te Heerlen waar bezwaarde tot 1 april 2006 een pand in opstal had staan op grondgebied dat in erfpacht was. Op instructie van CSZ en College Bouw is de restant boekwaarde van dit pand naar de nieuwbouw meegegaan en de activa om niet overgedragen aan Atrium Medisch Centrum. Dit is gedaan onder de gerechtvaardigde verwachting dat dit via de kapitaallastenvergoeding in het budget volledige dekking van de afschrijvingen gegarandeerd was en dat het door de Colleges gecreëerde boekwaardeprobieem slechts van tijdelijke aard zou zijn. Het Atrium Medisch Centrum heeft in 2006/2007 het pand buiten gebruik gesteld en in 2007/2008 gesloopt. Hiermee is de boekwaarde van materiele vaste activa naar immateriële vaste activa verschoven (maar echter in de jaarrekening onder materiele vaste activa blijven staan). Per 2008 is (n.a.v. de RJ-uiting) de post onder de financiële vaste activa hergerubriceerd. Ter hoorzitting brengt bezwaarde naar voren dat de NZa niet alleen naar de formele kant moet kijken, maar ook naar de geest van de regeigeving. Omdat de post onbetwist immateriële vaste activa betreft en deze post reeds in 2008 bestond, dient de post in de geest van de regelgeving voor versnelde afschrijving in aanmerking te komen. Als bijzondere omstandigheid brengt bezwaarde naar voren dat bezwaarde op instructie van het College Bouw heeft gehandeld toen bezwaarde het pand om niet overdroeg. De mogelijkheid tot verkoop van het pand stond voor bezwaarde, anders dan bij de ziekenhuizen en andere categorale instellingen, niet open. 2 van 9

2 NederlandselDrgautoriteit Samengevat verzoekt bezwaarde de NZa om de aanvaardbare kosten voor aan versnelde afschrijving te verhogen. De Zorgverzekeraar heeft bij de aanlevering van het nacalculatieformulier 2011 haar standpunt met betrekking tot dit onderwerp naar voren gebracht in een aanvullende brief. De Zorgverzekeraars stellen - kort gezegd - dat het buiten gebruik gesteld gebouw met resterende boekwaarde niet voldoet aan de definitie van immateriële vaste activa. Het gaat om virtuele vaste activa (panden die in het verleden gesloopt zijn voordat de levensduur volgens de budgetsystematiek voorbij was, maar waar in het kader van de bekostiging nog op afgeschreven wordt ten behoeve van een daarvoor te ontvangen vergoeding). Deze post dient, aldus verzekeraars, onder verwijzing naar de aanwijzing van de minister 22 juni 2010, via de garantieregeling te worden gecompenseerd en bulten de IVA te worden gehouden. 3 van 9 OORDEELNZa Alvorens In te gaan op de specifieke bezwaren zal eerst een weergave worden gegeven van de achtergrond en totstandkoming van de relevante beleidsregels. Achtergrond In 200S is door de invoering van de bekostiging op basis van DBC's reeds een begin gemaakt aan een reeds lange tijd in voorbereiding zijnde modernisering van de financiering en bekostiging van de zorg. In het A-segment bleef de Ziekenhuisbudgettering bestaan. Instellingen voor de medisch specialistische zorg brachten voor de behandelingen in dit segment weliswaar DBC's In rekening, maar de opbrengsten daarvan werden achteraf door verrekening in overeenstemming gebracht met het te bepalen functiegerichte budget. In B-segment golden voor de instellingen voor de medisch specialistische zorg vrije kostentarieven. Het is, zo blijkt uit herhaaldelijk ingenomen standpunten door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (hierna: de Minister) en het Parlement, de bedoeling dat het bestaande systeem va n budgettering geleidelijk vervangen wordt door een systeem van productprijzen die kostendekkend zijn voor de gehele bedrijfsvoering, waaronder ook de kapitaallasten. Per 2012 heeft een overgang plaatsgevonden naar de prestatiebekostiging. Tot en met budgetjaar 2011 vallen de radiotherapeutisch centra onder het systeem van de functiegerichte budgettering. De radiotherapeutische centra opereren volledig in het A-segment. De budgetteringssystematiek binnen het A-segment houdt in dat in het voorjaar de zorgaanbieders en verzekeraars productieafspraken maken, welke uiterlijk 1 november van het betreffende jaar bij de NZa dienen te worden ingediend. Uiterlijk op 1 april het daarop volgende jaar moet de zorgaanbieder de voorlopige nacalculatie aanleveren bij de NZa.

3 De voorlopige nacalculatie is bedoeld om de budgetten vooruitlopend Op de definitieve nacalculatie, alvast op een realistisch niveau te zetten. Uiterlijk op 1 juni moet de zorgaanbieder de definitieve Pegina opgave van de werkelijke productie van het voorgaande jaar 4 van 9 aanleveren bij de NZa. Voor de opvoering van de posten in het nacalculatieformulier geldt de in de beleidsregel BRjCU-2022 'Procedure en indieningstermijnen vaststelling en verrekening aanvaardbare kosten' onder art. 5 sub c vastgelegde regel dat: "indien sprake is van een door verzekeraars en lnsteltinç verschillend ingediende aanvraag zal de NZa per parameter de laagst ingediende aanvraag verwerken. De NZa kan hiervan afwijken indien de vigerende beleidsregeis hiertoe aanleiding geven en/otindien op basis van nadere motiveringen per parameter de ingediende aanvraag door de NZa ais onrealistisch wordt beoordeeld. " Uitgangspunt bij de vaststelling van de tarieven voor de zorgprestaties is steeds geweest dat de zorgverlening wordt gefinancierd op basis van tussen zorgaanbieders en zorgverzekeraars overeengekomen tarieven. Dit betreft Integrale tarieven die gezamenlijk dienen tot dekking van alle kosten van de curatieve instellingen, waaronder ook de voor de instelling geldende kapttaallasten. Voor de kapitaallasten is er in het kader van de overgang naar de prestatiebekostiging een overgangsregime van toepassing dat verwerkt is in een tweetal beleidsregels. In de beleidsregel Garantieregeling kapitaallasten Categorale Instellingen 2012 tjm 2016 (BRjCU-2046) is bepaald dat er tot en met 2016 een in omvang afnemende garantie wordt geboden voor de kapitaallastenvergoeding die instellingen onder de budgetbekostiging zouden hebben gehad. Daarnaast wordt in de Beleidsregel Compensatie IVA 2011 Categorale instellingen (BRjCU 2042) een aanvullende regeling getroffen voor de immateriële vaste activa (IVA), waarvoor een eenmalige versnelde afschrijving binnen de kaders gesteld in de beleidsregel - wordt toegestaan. In de Beleidsregel Compensatie IVA 2011 Categorale instellingen is de belangrijkste bepaling opgenomen In artikel 3.1. In die bepaling is vastgesteld wat de reikwijdte ts van de beleidsregel. Het moet gaan om: a. immateriële vaste activa (IVA) conform NZa-nacalculatieformulierjNZI-rekeningschema die: ij in de jaarrekening 2008 als IVA waren geclassificeerd of li} in eerdere jaarrekeningen als IVA waren geclassificeerd en In de jaarrekening 2008 waren geclassificeerd als financiële vaste activa of JIJ) op basis van de aanvulling op de RJ-ultlng als materiële vaste activa In de jaarrekening 2007 zijn afgeboekt onder gelijktijdige opneming van een vordering op de overheid

4 NederJandse Zorgalltoriteit van dezelfde omvang met verwijzing naar afschaffing van het bouwregime; b. (nieuwe) asbestproblemen en plankosten van lopende of na 2008 in gebruik genomen / te nemen bouwprojecten met WTZivergunning of gerealiseerd uit de trekkinçsruimte waarvan activering uiterlijk in de jaarrekening 2011 plaatsvindt. Van de IVA die voor versnelde afschrijving In aanmerking komen wordt conform artikel 4.1 van de beleidsregel BRjCU-2042 als onderdeel van de nacalculatie 2011 opgave gedaan. Wetteflïke context voor de jaarverslaggeving De regels voor de jaarverslaggeving zijn opgenomen in titel 9 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Daarnaast zijn bepalingen opgenomen in de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving, zoals die door de Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ) worden vastgesteld. Voor zorginstellingen Is verder van belang de Regeling Verslaggeving WTZi. Deze regeling schrijft voor dat de zorg Instelling de jaarverslaggeving dient in te richten conform BW en richtlijn 655 van de RJ. In een nadere instructie van de RJ (RJ-uiting d.d.31 januari 2008 en de aanvulling daarop d.d, 27 mei 2008) en de gewijzigde Richtlijn 655 van de RJ is ten aanzien van de iva de volgende bepaling opgenomen: 'omdat de jaarverslaggeving van zorginstejfingen In het verleden de bekostigingssystematiek volgde, werden onder de IVA posten opgenomen die in overeenstemming met dit hoofdstuk worden gerubriceerd onder de materiële vaste activa. Voorbeelden van deze posten zijn bouwrente, erchitectkosten, directiekosten tijdens bouwen aanverwante kosten die direct verband houden met en toe te rekenen zijn aan de materiële vaste activa. Deze posten dienen te worden gerubriceerd onder de materiële vaste activa IJ. De nieuwe instructies van de RJ hebben feitelijk tot doel de Balans van de instellingen te corrigeren en de gebruikelijke boekhoudregels van toepassing te verklaren. Alle instellingen die tot op dat moment voornoemde kosten als!va op de balans geboekt hadden, dienden (voor het eerst bij de vaststelling van de jaarrekening van 2007) de!va af te boeken In de Winst & Verliesrekening of op de balans te herrubriceren als vordering op de overheid. Posten die op grond van de geldende boekhoudkundige regeis dienden te worden aangemerkt als materiele vaste activa dienden als zodanig in de baians te worden hergerubriceerd. Jn verband met het feit dat de prestatiebekostiging op dat moment nog niet zou worden ingevoerd, heeft de RJ In de aanvulling op de uiting bepaald dat Inmiddeis geactiveerde IVAposten vooralsnog op de balans mochten blijven staan. 5 van 9

5 Beoordeling In onderhavige geval ts door bezwaarde en de zorgverzekeraars op de post 'îmmateriele vaste activa die in aanmerking komt voor versnelde afschrijving' geen overeenstemming bereikt. Door de 6 van 9 zorgaanbieder en de zorgverzekeraars zijn twee eenzijdig opgestelde formulieren Ingediend bij de NZa. Conform art. 5 sub c van de beleidsregel Procedure en Indieningstermijnen vaststelling en verrekening aanvaardbare kosten dient de NZa bij het ontvangen van twee verschillend ingediende formulieren in eerste instantie per parameter de laagst Ingediende opgave te verwerken. De NZa heeft daarom conform beleid de laagst ingediende aanvraag (van de zorgverzekeraars) op deze parameter verwerkt. Resteert de vraag de NZa hiervan dient af te wijken omdat de vigerende beleidsregels hiertoe aanleiding geven en/of omdat op basis van nadere motiveringen per parameter de ingediende aanvraag door de NZa als onrealistisch wordt beoordeeld. De NZa stelt vast dat Indien de zorgverzekeraars bezwaarde in haar aanvraag had ondersteund de nacalculatie op dit punt ook niet was gehonoreerd. Er wordt immers niet voldaan aan de in artikel 3 van de beleidsregel Compensatie IVA 2011 categorale instellingen gestelde voorwaarden dat de posten: i) in de jaarrekening 2008 als IVA waren geclassificeerd of ii) in eerdere jaarrekeningen als IVA waren geclassificeerd en in de jaarrekening 2008 waren geclassificeerd als financiële vaste activa of iil) op basis van de aanvujfing op de Rl-uiting ais materiële vaste activa in de jaarrekening 2007 zijn afgeboekt onder gelijktijdige opneming van een vordering op de overheid van dezelfde omvang met verwijzing naar afschaffing van het bouwregime; Bezwaarde heeft in haar jaarrekening 2007 de boekwaarde ais materiele vast activa In de balans opgenomen. In 2008 heeft bezwaarde de boekwaarde naar aanleiding van de RJ-uiting verplaatst naar financiele vaste activa. De boekwaarde Is nimmer als IVA in de jaarrekening opgenomen. Voorts is van belang dat de NZa zich bij de vaststelling van de omvang van de af te schrijven IVA en het daaruit voigende tariefonderdeel in de nacalculatie van 2011 in beginsel onthoudt van de inhoudelijke beoordeling van de wijze waarop het ziekenhuis verschillende posten In de jaarrekening heeft verwerkt. Met de beleidsregel Compensatie IVA 2011 Categorale Instellingen en met diens tegenhanger de beleidsregel Compensatie IVA 2010 (BR/CU-2002) heeft de NZa beoogd op grond van objectief vast te stellen feiten en omstandigheden te komen tot een voor alle Instellingen gelijkelijk toe te passen model. Dit is gebeurd door aansluiting te zoeken bij de registratie van de IVA, zoals die plaatsvond onder het tot 2007 geldende boekhoud regime.

6 Door de instelling is In bezwaar aangevoerd dat de NZa bij de Kenm...k vaststelling van de posten voor de versnelde afschrijving van rva tevens de mogelijkheid dient te bieden vergelijkbare posten uit de Pag;na materiele vast activa en de financiële vaste activa VOOr de versnelde 7 van 9 afschrijving in aanmerking te brengen. Daarbij voert bezwaarde aan dat het niet zo mag zijn dat enkel door boekhoudkundige beslissingen In het verleden gelijkluidende posten In vergelijkbare gevallen verschillend worden behandeld. Er moet, aldus bezwaarde, ook gekeken worden naar de geest van de regeling. Omdat de beleidsregel ziet op het versneld afschrijven van rva, dienen posten die als rva kunnen worden aangemerkt in de geest van de beleidsregel ook In aanmerking voor versnelde afschrijving komen, aldus bezwaarde. De NZa Is van oordeel dat dit uitgangspunt niet kan worden gevolgd. BIJ een stelselwijziging In bestaande wetgeving kan worden voorzien in een overgangsrecht om de gevolgen van de wetswijziging voor rechten die worden ontleend aan het oude recht teniet te doen dan wel gecontroleerd In te voeren. Het is evident dat bij de invoering van overgangsrecht een vorm van ongelijke behandeling ontstaat doordat van eikaar verschillende stelsels in gelijke gevallen worden toegepast. BIJ de vaststelling van het overgangsrecht kan de NZa in redelijkheid volhouden dat zoveel mogelijk wordt aangesloten bij de feitelijke stand van zaken zoals die was in het oude stelsel, Concreet betekent dit dat daar waar rva versneld mag worden afgeschreven de NZa in redelijkheid kan volhouden dat het daarbij dient te gaan om dezelfde balanssaldi als die bij het voortbestaan van de budgetsystematiek jaarlijks als rva in het budget aanvaardbare kosten zouden zijn afgeschreven. Omboeking van posten uit de mva naar de rva Is om die reden dan ook terecht niet toegelaten, tenzij het een correctie betrof van een eerdere herrubricering ter uitvoering van de Uiting van de RJ. De NZa erkent daarmee dat op detailniveau gelijke posten vanwege hun in het verleden vastgestelde positie op verschillende wijze worden behandeld. Dit Is echter niets meer dan een voortzetting van het beleid zoals dat ten tijde van de budgettering gold, Immers, ook ten tijde van de budgettering werden deze posten op verschillende gronden In de aanvaardbare kosten vergoed. De NZa begrijpt uit het bezwaarschrift dat de instelling van mening Is dat met name door de uitvoering van het overgangsrecht een verschil ontstaat tussen de verwerking van deze posten terwijl in het oude stelsel de behandeling van de mva en de IVA tot (vrijwel) hetzelfde resultaat leidde, namelijk dat op deze posten werd afgeschreven. Echter, dit verschil in behandeling wordt geheel verklaard vanuit de doelstelling van het overgangsbeleid. De Minister heeft door de Invoering van een stelsel van overgangsrecht verschillende systemen gehanteerd. Voor de historisch geboekte IVA werd vastgesteld dat deze geheel zou worden afgeschreven, voor de mva is een garantiesteisel in het leven geroepen. Dit verschil laat zich goed verkiaren door het feit dat bij de IVA de solvabiliteitspositie per direct aan de orde is terwijl dit bij de mva afhankelijk is van de waardering van het vast actief. Deze evident ongelijke gevallen zijn elk op basis van hun eigen kenmerken in het overgangsrecht betrokken.

7 Nederlandse Zorgautortteit De NZa ziet daarom in haar vigerende beleid geen reden tot afwijking van haar beleid om de laagste Ingediende aanvraag op de parameter iva te volgen. Tevens acht de NZa het door de zorgverzekeraars ingediende nacaiculatieformulier op deze parameter niet onrealistisch. 8 van 9 Resteert een toets aan de bijzondere omstandigheden ex artikel 4:84 Awb. Dit artikel herbergt twee vereisten waaraan moet zijn voldaan; 1. Er moet sprake zjjn van bijzondere omstandigheden; 2. Handelen conform beleid moet onevenredig nadelige gevoigen met zich brengen. Bij de vraag of wegens bijzondere omstandigheden afwijking van beleidsregels geboden kan zijn, is van belang of het gaat om omstandigheden die geacht kunnen worden In de beleidsregel te zijn verdisconteerd respectievelijk omstandigheden waarvan bewust In de beleidsregel is geabstraheerd. Is het een of het ander het gevai, dan doen zich geen bijzondere omstandigheden voor die afwijking van de beleidsregel kunnen rechtvaardigen. Bezwaarde heeft aangevoerd dat het gebouw te Heerlen om niet is overgedragen aan het Atrium medisch Centrum in opdracht van het College Bouw. In de door het College Bouw afgegeven vergunning staat de volgende passage; "Wij hebben besloten uw verzoek te honoreren en toestemming te verlenen om de per1 april 2006 resterende boekwaarde van de gebouwen op de locatie Heerlen, ad. toe te rekenen aan uw concentratieproject op de locatie Maastricht. Ditbedrag kan dan, rekening houdend methetbepaalde in artikel 15, tweede lid, onder c, van de WZII, geheel in aanmerking (blijven) komen voor doorberekening in uw tarieven op basis van de geldende beleidsregels onder de WTG. q Bezwaarde voert aan de gerechtvaardigde verwachting te hebben gekregen dat via de kapitaallastenvergoeding In het budget volledige dekking van de afschrijvingen gegarandeerd was. Daarnaast voert bezwaarde aan dat zij in tegenstelling tot andere ondernemingen, niet de keuzemogelijkheid had om het gebouw te verkopen. De NZa acht het van doorslaggevend belang dat de beslissing omtrent het al of niet toekennen van een compensatie voor IVA moet worden beschouwd als een onderdeel in een samenhangend geheel van overgangsregelingen die zijn opgesteld in verband met de transitie naar een systeem van prestatiebekostiging. Daarmee wordt duidelijk dat de compensatieregeling niet los gezien kan worden van de Beleidsregel BR/CU-2046: Garantieregeling kapitaallasten Categorale Instellingen 2012 t/rn 2016.

8 Voorts is van belang dat door de Minister bij herhaling is erkend dat in geval van resterende schade die is ontstaan ten gevolge van de structuurwijziging de overheid onder omstandigheden gehouden zal zijn tot het bieden van nadeelcompensatie. De beslissing hierover zal naar verwachting pas genomen worden na afloop van de garantieperiodefase, dus na van 9 Voorgaande houdt in dat de thans aan de orde zijnde beleidsregel slechts ziet op de uitvoering van een onderdeel van het totale stelsel van regelgeving. Het gaat hierbij enkel om de afschrijvingen van IVA zoals die in het oude regime opgenomen waren in de balans. Het is nadrukkelijk niet de bedoeling met deze beleidsregel een totaalpakket te bieden voor alle problematische afschrijvingsposten in het vast actief van de balans. De NZa is van oordeel dat afwijking van de Beleidsregel!VA niet geboden is nu de beleidsregel Garantieregeling kapitaallasten 2011 t/rn 2016 voorziet in een afdoende overgangsregeling die eventueel kan worden aangevuld met nadeelcompensatie als daartoe ultimo 2016 aanleiding blijkt te bestaan. Wat betreft de onevenredig nadelige gevolgen is gekeken naar de financiële exploitatieresultaten, de financiële balanspositie van bezwaarde en het (toekomstige) effect van de huidige afwijzing van het verzoek. Uit de financiële gegevens is gebleken dat sprake is van een positief resultaat. De onverkorte toepassing van de beleidsregel heeft derhalve geen onevenredige gevolgen voor bezwaarde. CONCLUSIE Gezien het voorgaande wordt het bezwaarschrift ongegrond verklaard. Ingevolge artikel 105 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) kan een belanghebbende binnen zes weken na de datum van verzending van dit besluit beroep instellen bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven, postbus 20021, 2500 EA 's Gravenhage. Het beroep dient conform artikei 6:5 lid 1 Awb schriftelijk en ondertekend te worden ingediend en moet tenminste de volgende gegevens bevatten: naam en adres van de indiener, een omschrijving van het besluit waartegen het beroep zich richt en de gronden van het beroep. Indien beschikbaar dient een afschrift van het besluit te worden meegezonden Hoogachtend, De Nederlandse Zorgautoriteit dr. M.C. Mikkers RA, directeur Strategie en Juridische Zaken