Wet algemene bepalingen omgevingsrecht:

Transcriptie

1 Omgevingsvergunning van 11 december Naam inrichting: AWZI Alphen Noord Adres inrichting: President Kennedylaan 10 te Alphen aan den Rijn Wet algemene bepalingen omgevingsrecht: AWZI Alphen Noord, President Kennedylaan 10 te Alphen aan den Rijn Inleiding De Omgevingsdienst West-Holland heeft op 4 september 2015 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen van Hoogheemraadschap van Rijnland (Awzi Alphen Noord), President Kennedylaan 10 te Alphen aan den Rijn, kadastraal bekend als de gemeente Oudshoorn, sectie C, nummer De aanvrager vraag toestemming voor het volgende: 1. Het bouwen van een bouwwerk, als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, onder a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) 2. Het veranderen en het in werking hebben van de inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, juncto artikel 3.10 lid 3 van de Wabo; 3. Het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan, als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, onder c van de Wabo. De aanvraag is geregistreerd onder kenmerk De inrichting betreft een afvalwaterzuiverinsinstallatie. De vergunde activiteiten zijn genoemd in bijlage 1, onderdeel C, categorie 4.4 lid f, categorie 27.1 en categorie 28.4 lid c sub 1 van het Besluit omgevingsrecht (Bor). Dit betreft inrichtingen voor het opslaan, behandelen of reinigen van afvalwater. De op 4 september 2015 ingediende aanvraag betreft een verzoek tot toestemming voor het bouwen en milieuneutraal veranderen van de inrichting. De voorgenomen wijziging van de inrichting doelt op het bouwen en in gebruik nemen van een nieuwe geurfilter ter vervanging van het bestaande geurfilter. De Omgevingsdienst West-Holland voert de milieutaken uit namens de provincie Zuid-Holland. De taken en bevoegdheden van de Omgevingsdienst zijn vastgelegd in de Regeling Omgevingsdienst West-Holland en het daarbij behorend mandaat. Deze regeling is op te vragen bij de Omgevingsdienst.

2 Besluit Namens Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland besluiten wij, gelet op artikel 2.1, 2.2 en 2.14 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 3.10 derde lid, de omgevingsvergunning te verlenen. I II III de omgevingsvergunning te verlenen voor de activiteiten bouwen, strijdig handelen met bestemmingsplan en het milieuneutraal veranderen van de inrichting. Het betreft het installeren van een nieuwe geurfilter ter vervanging van het bestaande geurfilter. dat de volgende delen van de aanvraag, voor zover niet in strijd met onderhavige vergunning, onderdeel uit maken van deze vergunning: - Aanvraag formulier d.d. 04 september 2015; - Dimensionering lavafilter, document nr , d.d. 23 maart 2015; - Tekening Terrein Layout nieuwe situatie, document nr , d.d. 29 mei 2015; - Tekening Terrein Layout bestaande situatie, document nr , d.d. 27 maart 2015; - Tekening aanzicht geurfilter, document nr , d.d. 27 oktober 2015; - Controle fundering lavafilter, document a, d.d. 2 november aan deze vergunning de voorschriften te verbinden die zijn opgenomen in de bijlage. Inwerkingtreding Deze beschikking treedt op grond van artikel 6.1 van de Wabo in werking op de dag nadat het besluit naar de aanvrager is verzonden. Tegen dit besluit kan een bezwaarschrift worden ingediend, dit heeft geen schorsende werking. Slechts een verzoek om voorlopige voorziening, ingediend bij de bevoegde rechtbank, kan de werking van de beschikking schorsen. Procedure Voor de voorbereiding van dit besluit is de procedure als voorgeschreven in artikel 3.2 van de Wabo toegepast en zijn de bepalingen in hoofdstuk 3 en 4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) gevolgd. Adviezen De gemeente Alphen aan den Rijn is op 4 november 2015 om advies gevraagd. Wij hebben het definitieve advies op 3 december 2015 ontvangen. - Het advies van de gemeente Alphen aan den Rijn om met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onder a, onder 2 o, van de Wabo, juncto artikel 4, aanhef en lid 3, van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht medewerking te verlenen is integraal opgenomen in onderliggende beschikking. Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, Namens dezen, hoofd afdeling Reguleren van de Omgevingsdienst West-Holland Omgevingsdienst West-Holland Pagina 2 van 12

3 Bezwaar Bent u het niet eens met ons besluit? Dan kunt u een bezwaarschrift indienen. Dat doet u schriftelijk binnen zes weken na de verzenddatum van deze brief. U stuurt uw bezwaarschrift naar: Omgevingsdienst West-Holland, Postbus 159, 2300 AD Leiden of Gedeputeerde Staten van Zuid- Holland, t.a.v. het Awb-secretariaat, Postbus 90602, 2509 LP Den Haag, onder vermelding van Awbbezwaar in de linkerbovenhoek van de enveloppe en het bezwaarschrift. De dag nadat de vergunning bekend is gemaakt, treedt de beschikking in werking. Voorlopige voorziening Als u een bezwaarschrift heeft ingediend kan, in spoedeisende gevallen, ook een verzoek om voorlopige voorziening worden gedaan. Hiermee voorkomt u dat dit besluit van kracht wordt in afwachting van de behandeling van het bezwaarschrift. U stuurt uw verzoek om voorlopige voorziening naar: de Voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag, sector bestuursrecht, Postbus 20302, 2500 EH Den Haag. Dit verzoekschrift kunt u ook digitaal indienen bij genoemde rechtbank via Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op deze website voor de precieze voorwaarden. Wij verzoeken u een kopie van dit verzoek om voorlopige voorziening te zenden aan: Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, Postbus 90602, 2509 LP Den Haag en aan de Omgevingsdienst West- Holland, Postbus 159, 2300 AD Leiden. Bijlagen: - Omgevingsvergunning voorschriften - Omgevingsvergunning overwegingen Omgevingsdienst West-Holland Pagina 3 van 12

4 Voorschriften 1. Voorschriften het (ver)bouwen van een bouwwerk. De volgende voorschriften zijn van toepassing: 1.1 Voorschriften Uiterlijk 2 dagen voordat met de werkzaamheden wordt aangevangen moet dit schriftelijk worden gemeld bij de Omgevingsdienst West-Holland postbus 159, 2300 AD Leiden of per via info@odwh.nl, onder vermelding van omgevingsvergunning AWZI Alphen aan den Rijn, oprichten van een bouwwerk, verseonnummer De voltooiing van de bouwwerken, waarop de omgevingsvergunning betrekking heeft, moet uiterlijk op de dag van beëindiging van de werkzaamheden schriftelijk worden gemeld bij de Omgevingsdienst West-Holland postbus 159, 2300 AD Leiden of per via info@odwh.nl onder vermelding van omgevingsvergunning AWZI Alphen aan den Rijn, oprichten van een bouwwerk, verseonnummer Ten minste één werkdag van te voren dient de omgevingsdienst West-Holland in kennis te worden gesteld van het storten van beton. De melding moet worden gericht aan de Omgevingsdienst West-Holland per via info@odwh.nl, onder vermelding van omgevingsvergunning AWZI Alphen aan den Rijn, oprichten van een bouwwerk, verseonnummer Aanwezigheid bescheiden (artikel 1.23 Bouwbesluit 2012) Tijdens het bouwen zijn, voor zover van toepassing, de volgende bescheiden of een afschrift daarvan op het terrein aanwezig: a vergunning voor het bouwen; b veiligheidsplan als bedoeld in artikel 8.7; c afschrift van een besluit ingevolge artikel 13, 13a, of 14 van de Woningwet, dan wel een besluit tot oplegging van een last onder bestuursdwang dan wel last onder dwangsom, en; d overige voor het bouwen van belang zijnde vergunningen en documenten met nadere voorwaarden en ontheffingen Het uitzetten van de bebouwingsgrenzen (artikel 1.24 Bouwbesluit 2012) Met het bouwen van een bouwwerk waarvoor vergunning is verleend wordt, onverminderd de voorwaarden bij de vergunning, niet begonnen voordat voor zover nodig door of namens het bevoegd gezag: a de rooilijnen of bebouwingsgrenzen op het bouwterrein zijn uitgezet, en b het straatpeil is uitgezet. Omgevingsdienst West-Holland Pagina 4 van 12

5 Overwegingen het (ver)bouwen van een bouwwerk. Inleiding De omgevingsvergunning moet worden geweigerd indien de activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a Wabo niet voldoet aan de in artikel 2.10 Wabo gestelde toetsingsaspecten. Een toetsing aan deze aspecten heeft plaatsgevonden. Toetsing Toets Bouwbesluit 2012 Het project omvat het geheel oprichten van een bouwwerk en is getoetst aan de voorschriften van het Bouwbesluit 2012 behorende bij de gebruiksfuncties: - Bouwwerk geen gebouw zijnde. Het is aannemelijk dat het project voldoet aan de relevante voorschriften van het Bouwbesluit Bouwverordening De activiteit voldoet aan de bouwverordening van de gemeente Alphen aan de Rijn. Gelet hierop kan de omgevingsvergunning op deze grond worden verleend. Welstand toets Het project is getoetst aan de redelijke eisen van de welstand, Het uiterlijk of de plaatsing van het bouwwerk is niet strijd met de redelijke eisen van welstand. Conclusie Vanuit het toetsingskader dat betrekking heeft op het bouwen van een bouwwerk zijn er ten aanzien van deze werkzaamheden geen redenen om de omgevingsvergunning te weigeren. In deze beschikking zijn de voor deze activiteit relevante voorschriften opgenomen. Omgevingsdienst West-Holland Pagina 5 van 12

6 Overweging het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan Wij hebben op 3 december 2015 het definitieve advies van de gemeente Alphen aan den Rijn ontvangen. Het advies is in de onderstaande overweging ruimtelijke ordening rechtstreeks overgenomen. Juridisch Bestemmingsplan en procedure Het perceel valt onder de bepalingen uit het bestemmingsplan Zegersloot en kent de bestemming BNR (Rioolwaterzuiveringsbedrijf). Het plan wijkt van artikel 5 van de regels af. Op deze gronden mag ten hoogste 15% van het terrein worden bebouwd met andere bouwwerken, zoals slibtanks en bezinkingsbassins, waarvan de hoogte ten hoogste 10 meter mag bedragen. Na berekening blijkt dat de 15 % toegestane bebouwing al verbruikt is. Hierdoor is het project strijdig met het bestemmingsplan. Vanwege de strijdigheid is op grond van artikel 2.10, tweede lid, van de Wabo het verzoek mede opgevat als een aanvraag om omgevingsvergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder c, van de Wabo. Het vorenstaande betekent dat de activiteit alleen kan worden gerealiseerd, indien toestemming wordt verleend voor het gebruik in afwijking van het planologisch regime. Het project past niet binnen de in het bestemmingsplan opgenomen regels inzake afwijking. Bor-afwijking Wel is het mogelijk het project te realiseren onder toepassing van artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onder a, onder 2o, van de Wabo juncto artikel 4, aanhef en lid 3, van bijlage II van het Bor, omdat het hier een bouwwerk, geen gebouw zijnde betreft of een gedeelte van een dergelijk bouwwerk en wordt voldaan aan de eisen dat niet hoger dan 10 m1 mag worden gebouwd en met een oppervlakte van minder dan 50 m2. Het aantal woningen blijft gelijk conform artikel 5, eerste lid, van bijlage II van het Bor. Stedenbouw Het project heeft ruimtelijk gezien niet veel impact op de omgeving. Om het terrein staan aan de meeste zijden hoge bomen. Planologisch bestaan er geen bezwaren tegen het plan. Belangenafweging Het belang van de aanvrager bij de ontheffing voor het realiseren van de luchtfilter op het perceel weegt zwaarder dan het belang van mogelijke bezwaarmakers bij het handhaven van de nu (nog) ter plaatse geldende bestemming, waarbij overwogen kan worden dat het gaat om een relatief klein bouwwerk ten opzichte van de oppervlakte van het totale perceel. Omgevingsdienst West-Holland Pagina 6 van 12

7 Argumenten - Er is geen risico op precedentwerking. - Buren worden niet onevenredig in hun belangen getroffen. - Stedenbouwkundig zijn er geen bezwaren. - Er zijn geen privaatrechtelijke bezwaren. - Er is een planschadeovereenkomst getekend. - Er zijn geen milieubelemmeringen. - Er is geen strijd met andere regelgeving zoals provinciaal beleid. Conclusie Op grond van het bovenstaande is besloten medewerking te verlenen aan onderhavig project met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onder a, onder 2 o, van de Wabo juncto artikel 4, aanhef en lid 3, van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht. Omgevingsdienst West-Holland Pagina 7 van 12

8 Overweging het veranderen en het in werking hebben van een inrichting Huidige vergunningssituatie Het verzoek om wijziging van de vergunning heeft betrekking op de revisievergunning van datum 25 juli 2007, kenmerk DGWM/2007/7691. Bevoegd gezag Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland zijn bevoegd gezag voor de inrichting. Dit volgt uit artikel 2.4 van de Wabo juncto artikel. 3.3 lid 1 van het Bor. De activiteiten van de inrichting zijn genoemd in de volgende categorieën uit bijlage 1, onderdeel C van het Bor: Categorie 4.4 lid f: Als categorieën vergunningplichtige inrichtingen als bedoeld in artikel 2.1, tweede lid van dit besluit, worden inrichtingen aangewezen: Lid f: voor de opslag van gevaarlijke stoffen of CMR-stoffen anders dan gassen, gasolie, afgewerkte olie, polyesterhars of stoffen van ADR klasse 5.1 of klasse 8, verpakkingsgroepen II en III, zonder bijkomend gevaar, in bovengrondse opslagtanks, uitgezonderd ten hoogste 15 m3 opslag van PER bij een inrichting voor de reiniging van textiel, ten hoogste 5 m3 opslag van tetrahydrothiofeen bij een inrichting waar aardgasdruk wordt gereduceerd of aardgashoeveelheid wordt gemeten en ten hoogste 1,5 m3 opslag van halfzware olie bij een inrichting als bedoeld in artikel 2 van het Besluit landbouw milieubeheer dan wel een glastuinbouwbedrijf als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, van het besluit glastuinbouw zoals deze artikelen luidden onmiddellijk voor het tijdstip waarop deze artikelen zijn vervallen Categorie 27.1: Inrichtingen voor het opslaan, behandelen of reinigen van afvalwater Categorie 28.4 lid c sub 1: Onverminderd de artikelen 3.3. eerste lid tweede volzin, en 6.7 eerste lid, derde volzin, zijn gedeputeerde staten bevoegd te beslissen op een aanvraag om een omgevingsvergunning of omtrent een verklaring van geen bedenkingen ten aanzien van inrichtingen voor Lid c. 1: het ontwateren, microbiologisch of anderszins biologisch of chemisch omzetten, agglomeren, deglommeren, mechanisch, fysisch of chemisch scheiden, mengen, verdichten of thermisch behandelen anders dan verbranden van van buiten de inrichting afkomstige huishoudelijke afvalstoffen of bedrijfsafvalstoffen met een capaciteit ten aanzien daarvan van kg per jaar of meer Het betreft een inrichting waartoe een IPPC-installatie behoort. Gelet op het bepaalde in artikel 3.3, lid 1 van het Bor en categorie 28.4, onder c, lid 1 uit onderdeel C van bijlage 1 van het Besluit omgevingsrecht zijn Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland voor deze inrichting het bevoegd gezag. De vergunning heeft betrekking op een inrichting die valt onder 4.4 lid f van onderdeel C van bijlage I bij het Besluit omgevingsrecht. De inrichting is daarom vergunningplichtig. Projectbeschrijving De vergunning wordt aangevraagd voor het volgende project: Het installeren van een nieuwe geurfilter ter vervanging van de bestaande geurfilter. Omgevingsdienst West-Holland Pagina 8 van 12

9 De vergunning wordt gevraagd voor de volgende activiteiten uit de Wabo: - het (ver)bouwen van een bouwwerk; - het veranderen van de werking van de inrichting; - het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan. Ontvankelijkheid In artikel 2.8 van de Wabo, in paragraaf 4.2 van het Bor en in de Regeling omgevingsrecht (Mor) is aangegeven welke informatie noodzakelijk is voor een ontvankelijke aanvraag voor een omgevingsvergunning. Na ontvangst van de aanvraag hebben wij deze aan de hand van de Mor getoetst op ontvankelijkheid. In onze brief d.d. 21 oktober 2015, kenmerk , hebben wij verzocht om aanvullende informatie. De volgende aanvullende informatie hebben wij ontvangen: - Aanvulling Lavafilter Layout, d.d. 29 oktober 2015; - Memo gashouder, d.d. 3 november 2015; - Formulier handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening, d.d. 25 november Het definitieve advies van de gemeente Alphen aan den Rijn hebben wij d.d. 3 december 2015 ontvangen. Het advies bestaat uit de volgende onderdelen: - Planschadeovereenkomst; - Advies Bor-afwijking conform artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onder a, onder 2 o, van de Wabo, juncto artikel 4, aanhef en lid 3, van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht. - Advies formulier Briks format. Wij zijn van oordeel dat de aanvraag voldoende informatie bevat voor een goede beoordeling van de gevolgen van de activiteit op de fysieke leefomgeving. De aanvraag is dan ook ontvankelijk en in behandeling genomen. De aangevraagde wijziging De aanvraag betreft de vervanging en wijziging van het geurfilter. De aanvraag is getoetst aan het Bor en aan de Ministeriële regeling omgevingsrecht (Mor). Deze toetsing wordt hieronder beschreven. De Wabo bepaalt in artikel 2.14, vijfde lid, dat een omgevingsvergunning voor een milieuvriendelijke of milieuneutrale verandering kan worden verleend als voldaan wordt aan de voorwaarden uit artikel 3.10, derde lid, van de Wabo. Hieruit volgt dat de gevraagde vergunning kan worden verleend, indien de realisering van de met deze aanvraag beoogde verandering van de inrichting of verandering van de werkwijze binnen de inrichting: I: niet zal leiden tot andere of grotere nadelige gevolgen voor het milieu dan volgens de geldende vergunning zijn toegestaan; II: niet zal leiden tot het ontstaan van een andere inrichting dan waarvoor vergunning is verleend; III: niet m.e.r.-plichtig is. Omgevingsdienst West-Holland Pagina 9 van 12

10 Ad I. Gevolgen voor het milieu Bij de beoordeling van de aangevraagde activiteiten blijkt dat geur het meest belangrijke milieuaspect is. Ten aanzien van de afweging voor dit milieuaspect merken wij het volgende op: Geur De te verwachten uitstoot van milieubelastende stoffen en daarmee samenhangende geur naar de omgeving door de inrichting zal door niet toenemen maar juist afnemen. Daarom zijn voor dit aspect geen aanvullende voorschriften aan de orde. Overige milieuaspecten Op de overige milieuaspecten heeft de verandering geen effect. Ad II. Geen andere inrichting - Momenteel zijn de volgende vergunningen in het kader van artikel 2.1, eerste lid, onder e van de Wabo, (voorheen Wet milieubeheer) rechtsgeldig: een revisievergunning, nr. DGWM/2007/7691, van 22 mei 2007, In het verleden zijn de volgende meldingen overeenkomstig het toen luidende artikel 8.19 van de Wet milieubeheer ingediend en geaccepteerd: - Kenmerk PZH ingediend op 22 oktober 2007 en door ons geaccepteerd bij besluit van 18 januari De voorschriften uit de vigerende vergunning zijn van toepassing op de activiteit waarvoor in deze omgevingsvergunning toestemming wordt verleend. Er ontstaat door het realiseren van de verandering geen andere inrichting dan waarvoor reeds vergunning is verleend. Ad III. M.e.r.-(beoordeling), m.e.r.-(beoordelings)plicht De voorgenomen activiteit komt niet voor in onderdeel C noch in onderdeel D van de bijlage van het Besluit milieueffectrapportage 1999 (Besluit m.e.r.). De activiteit is daarom niet m.e.r.-plichtig of m.e.r.-beoordelingsplichtig. Conclusie Op basis van de ingediende aanvraag, de daarbij overgelegde gegevens en het hiervoor overwogene concluderen wij dat de aangevraagde verandering als een milieuneutrale verandering kan worden beschouwd en kan worden verleend. Omgevingsdienst West-Holland Pagina 10 van 12

11 Begrippenlijst ACTIVITEITENBESLUIT Activiteitenbesluit milieubeheer. Awb Algemene wet bestuursrecht. Bor Besluit omgevingsrecht. INFOMIL Informatiecentrum milieuvergunningen Postbus 93144, 2509 AC Den Haag Fax: INRICHTING WM Elke door de mens bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, ondernomen bedrijvigheid die binnen een zekere begrenzing pleegt te worden verricht, behorende tot een in bijlage 1 van het Bor aangewezen categorie van inrichtingen die nadelige gevolgen voor het milieu kunnen veroorzaken. Daarbij worden als één inrichting beschouwd de tot eenzelfde onderneming of instelling behorende installaties die onderling technische, organisatorische of functionele bindingen hebben en in elkaars onmiddellijke nabijheid zijn gelegen. INRICHTING WABO Inrichting Wm behorende tot een bij of krachtens het Bor aangewezen categorie van inrichtingen waarvan het oprichten, het veranderen of veranderen van de werking of het in werking hebben moet worden onderworpen aan een voorafgaande toetsing, gezien de aard en de omvang van de nadelige gevolgen die de inrichtingen voor het milieu kunnen veroorzaken. OMGEVINGSDIENST Het dagelijks bestuur van de Omgevingsdienst West-Holland Postadres: Postbus 159, 2300 AD Leiden Bezoekadres: Schipholweg 128 te Leiden. tel. (071) , telefax (071) Mor Ministeriële regeling omgevingsrecht. OLO Omgevingsloket online. MILIEUNEUTRALE VERANDERING Verandering van een inrichting of de werking daarvan, die niet leidt tot andere of grotere nadelige gevolgen voor het milieu dan volgens de geldende omgevingsvergunning is toegestaan, waarvoor geen verplichting bestaat tot het maken van een milieueffectrapport als bedoeld in hoofdstuk 7 van de Wet milieubeheer, en die niet leidt tot een andere inrichting dan waarvoor eerder een omgevingsvergunning is verleend. OMGEVINGSVERGUNNING Vergunning in het kader van de Wabo. WABO Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Wm Wet milieubeheer. Omgevingsdienst West-Holland Pagina 11 van 12

12 Omgevingsdienst West-Holland Pagina 12 van 12