38VYM- N 38VGM- N R-410A MANUEL D INSTALLATION

Transcriptie

1 38VYM- N 38VGM- N R-410A INSTALLATION MANUAL MANUALE DI INSTALLAZIONE MANUEL D INSTALLATION INSTALLATIONSANWEISUNG MANUAL DE INSTALACIÓN MONTAGE-INSTRUCTIES OΔΗΓΙΕΣ ΕΓKΑΤΑΣΤΑΣΗΣ MANUAL DE INSTALAÇÃO INSTALLATIONSMANUAL ASENNUSOHJE

2 Multisplit-system buiten-units warmtepompen Raadpleeg voor bediening en onderhoud van deze unit, evenals voor de montage van de binnen-unit, de betreffende handleidingen. Inhoud BLZ. Afmetingen en gewichten... 2 Minimale vrije ruimte... 2 Aansluitingen... 3 Bedrijfslimieten... 3 Algemene informatie... 4 Waarschuwingen: vermijd... 5 Koudemiddelaansluitingen... 6/8 Elektrische aansluitingen... 9/11 Elektrische gegevens Verbindingsfout en leidinggebrek controlemethode Keuringsmethode Pump Down Onderhoud van de unit Instructies voor de klant Accessoires R-410A BEKNOPTE SAMENVATTING Koudemiddel R-410A werkt bij bedrijfsdrukken die 50 tot 70% hoger zijn dan van R-22. Controleer dat opslagtanks en alle overige benodigde apparatuur (manometers, slangen en terugwin-units) zijn ontworpen en goedgekeurd voor de hogere drukken van R-410A. Koudemiddelcilinders met R-410A zijn rose van kleur. Koudemiddelcilinders met R-410A hebben een inwendige pijp waardoor de vloeistof uit de cilinder kan stromen terwijl deze rechtop staat. R-410A systemen moeten worden beladen met het koelmiddel in vloeibare vorm. Volg hierbij de RLK richtlijnen. Gebruik alleen slangen en manometers die geschikt zijn voor R-410A. Net als andere koudemiddelen kan R-410A alleen goed werken met door de fabrikant gespecificeerde compressorolie. In onze R-410A systemen wordt synthetische polyester olie (POE) toegepast. Het grootste probleem hierbij is dat POE olie water absorbeert. Laat het systeem dus niet langer naar de atmosfeer geopend dan absoluut nodig is. Open het systeem nooit als het onder vacuüm is. R-410A mag niet naar de buitenlucht worden afgeblazen. Combineer deze buiten-units alleen met daarvoor geschikte Carrier binnen-units. NEDERLANDS Tabel I Warmtepompen Hi - Wall 42PQM _S Satellite 40SQM _ Elektrische aansluiting 38VYM - 14N 007, 009, , VYM - 18N 007, 009, 012, , 012, V - 50Hz 38VYM - 28N 007, 009, 012, , 012, V - 60Hz 38VYM - 32N 007, 009, 012, , 012, 015 Units alleen Hi - Wall Satellite koelen 42PQM _S 40SQM _ Elektrische aansluiting 38VGM - 14N 007, 009, , VGM - 18N 007, 009, 012, , 012, V - 50Hz 38VGM - 28N 007, 009, 012, , 012, V - 60Hz 38VGM - 32N 007, 009, 012, , 012, 015 Voor alle mogelijke binnen-units dient men de commerciële brief te raadplegen. NL - 1

3 Afmetingen, gewichten en minimale vrije ruimte Afmetingen en gewichten A A B B E D E E D E C Ø 8,5 F C Ø 8,5 F 38VYM - 14N / 38VGM - 14N 38VYM - 18N / 38VGM - 18N 38VYM - 28N / 38VGM - 28N 38VYM - 32N / 38VGM - 32N Type 38VYM - 14N 38VYM - 18N 38VYM - 28N 38VYM - 32N 38VGM - 14N 38VGM - 18N 38VGM - 28N 38VGM - 32N A mm B mm C mm D mm E mm F mm Kg Minimale vrije ruimte A D B A C E D E 38VYM / 38VGM Type 14N 18N 28N 32N A mm B mm F F C mm D mm E mm F mm Opmerking: Voor ieder geïnstalleerd systeem heeft de in de tabel getoonde minimum speling alleen betrekking op de twee afgebeelde configuraties en opstellingen. NL - 2

4 Aansluitingen en bedrijfslimieten NEDERLANDS Aansluitingen A4 A3 A2 H A1 A4 A3 Buiten-unit Binnen-unit A1 Binnen-unit A2 Binnen-unit A3 Binnen-unit A4 H A2 A1 Tabel II: Aansluitingen 38VYM / 38VGM 14N / 18N 28N 32N Binnen-unit A1-A2 A1-A2-A3 A1-A2-A3-A4 Max. hoogteverschil H m Max. leidinglengte Max m voor elke unit Min m Totale leidinglengte Max m (Zo weinig mogelijk bochten) Minimum aantal aan te sluiten binnenunits Tabel III Opmerkingen: 1) ENKEL dit kraantje gebruiken voor de eventuele aansluiting van de binnen-unit met 015 grootte. 2) Voor de aansluiting van de binnen-unit grootte 015 dient men een leiding met een doorsnede van 12,7 mm (1,2") te gebruiken en eveneens de bijgeleverde verlenging. 3) Alle leidingen zijn van het flareaansluiting-type 4) Gebruik alleen leidingen van koeltechnische kwaliteit (Cu DHF type volgens ISO 1337), naadloos, ontvet, gedesoxideerd en geschikt voor werkdrukken van ten minste 4200 kpa en bij een burst pressure van minstens kpa. Of door Carrier BV als accessoire te leveren koelmiddelleidingsets. Gebruik in geen geval sanitair koperen pijp. Tabel IV: Bedrijfslimieten d.b. - droge bol n.b. - natte bol 1) 38VYM-14N, 38VGM-14N, 38VYM-18N, 38VGM-18N: 15 C 2) 38VYM-14N, 38VGM-14N, 38VYM-18N, 38VGM-18N: -5 C Leidingdiameter 38VYM/38VGM Binnen-unit Vloeistof (Geleiding) Gas (Zuigleiding) mm (inch) mm (inch) 14N A1, A2 6,35 (1/4 ) 9,52 (3/8 ) 18N A1, A2 6,35 (1/4 ) 9,52 (3/8 ) opmerking 2 Koeling 28N 32N Verwarming Elektrische aansluiting A1 opmerking 1 6,35 (1/4 ) 9,52 (3/8 ) opmerking 2 A2, A3 6,35 (1/4 ) 9,52 (3/8 ) A1 opmerking 1, A3 opmerking 1 6,35 (1/4 ) 9,52 (3/8 ) opmerking 2 A2, A4 6,35 (1/4 ) 9,52 (3/8 ) Maximale condities Minimale condities Maximale condities BELANGRIJK: Er hoeft geen koudemiddel te worden bijgevuld. Buitentemperatuur 43 C Binnentemperatuur 32 C d.b.; 23 C n.b. Buitentemperatuur 10 C (1) Binnentemperatuur 21 C d.b.; 15 C n.b. Buitentemperatuur 24 C d.b.; 18 C n.b. Binnentemperatuur 27 C d.b. Minimale condities Buitentemperatuur 10 C (2) Nominale een-fase spanning 230V ~ 50 Hz 220V - 60Hz Bedrijfsspannings-limieten min. 198V max. 264V min.198v max.242v WAARSCHUWING: Wanneer de warmtepomp in bedrijf is ondergaat de unit een aantal ontdooicycli om ijs te verwijderen dat zich bij zeer lage buitentemperaturen mogelijk kan vormen op de buitenunit. Tijdens deze cycli zal de snelheid van de ventilator automatisch afnemen en kan pas gevarieerd worden nadat de ontdooicyclus is voltooid. NL - 3

5 Algemene informatie Montage van de unit ATTENTIE In verband met de veiligheid en gezondheid van gebruikers, onderhoudspersoneel en derden, dient bij het installeren van de apparatuur rekening te worden gehouden met hetgeen de ARBO-wet voorschrijft. Lees deze handleiding zorgvuldig voordat u met de montage begint. Montage- en onderhoudswerkzaamheden aan deze units mogen alleen worden uitgevoerd door een STEK erkend installateur. WAARSCHUWING: Schakel ALTIJD de hoofdstroom af voordat met werkzaamheden aan de unit wordt begonnen! Dit apparaat bevat koudemiddel R410A. Dit tast de ozonlaag niet aan. Onderhoud aan het koudemiddelcircuit dient alleen uitgevoerd te worden door gekwalificeerd (STEK erkend) personeel. R410A systemen werken bij hogere bedrijfsdrukken dan R22 systemen. Het koudemiddel moet ook tijdens onderhoud zorgvuldig worden afgepompt en opgeslagen.gebruik geen R22 opslagtanks en overige benodigde apparatuur (manometers, slangen en terugwin-units) voor R410A apparatuur. Controleer de zending reeds op de vrachtwagen op transportschade. Meld eventuele zichtbare schade onmiddellijk telefonisch aan Carrier BV en laat de vervoerder een aantekening maken op de vrachtbrief. Installeer of gebruik geen beschadigde units. Steek bij het tillen of hijsen van de unit NOOIT haken en dergelijke in de handgrepen aan de zijkant maar gebruik speciale apparatuur (bijv. hefliften, trolleys, etc.). Gebruik deze unit alleen voor door de fabriek goedgekeurde toepassingen: de unit is geschikt voor buitenopstelling. Wanneer men zich niet houdt aan de montage-instructies of de apparatuur gebruikt onder andere omstandigheden dan die worden aangegeven in Tabel II Bedrijfslimieten, dan vervalt de garantie. In deze montagehandleiding wordt de installatieprocedure beschreven voor de buiten-unit van een multisplit-systeem dat bestaat uit drie door Carrier gefabriceerde units (2 binnen-units en 1 buiten-unit). Raadpleeg Carrier BV alvorens deze unit aan te sluiten op binnen-units van een ander fabrikaat. Het koppelen van units met verschillende besturingssystemen kan leiden tot onherstelbare schade, die niet door de garantie wordt gedekt. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor systeemuitval als gevolg van niet goedgekeurde unit-combinaties. Dit apparaat voldoet aan de laagspannings-richtlijn 73/23EEG (veiligheid) en aan EMC richtlijn 89/336EEG voor elektromagnetische compatibiliteit. Controleer dat het beschikbare aansluitvermogen in overeenstemming is met het opgenomen vermogen van de unit zoals vermeld in Tabel III, Elektrische gegevens, op blz. 11 (EN ). Alle bekabeling moet voldoen aan de ter plaatse geldende voorschriften, zoals NEN De unit moet worden uitgevoerd met een aardleiding. Controleer of voltage en frequentie van de hoofdvoeding overeenkomen met de gegevens op de naamplaat van de unit. Houd bij het aanleggen van de elektrische voeding en bij het aansluiten op het elektrisch voedingnet rekening met de ter plaatse geldende voorschriften. De elektrische voeding (aansluiting, kabeldiameter, beveiliging) moet geschikt zijn voor de gegevens zoals aangegeven op de naamplaat van de unit. De elektrische voedingskabel moet in de buiten-unit worden aangesloten. Wanneer bij de elektrische montage de veiligheidsvoorschriften niet worden opgevolgd kan, in geval van kortsluiting, brand ontstaan. Voor verbinding van binnen- en buiten-unit kan Carrier BV speciale koudemiddelleidingsets als accessoire leveren. Deze verbinding kan echter ook worden gemaakt d.m.v. door derden te leveren koperen leidingen voorzien van flare-koppelingen. Gebruik alleen geôsoleerde naadloze leiding van koeltechnische kwaliteit, (Cu DHP type volgens ISO 1337), ontvet en gedesoxideerd, geschikt voor werkdrukken van tenminste 4200 kpa en een burst pressure van minstens kpa. Gebruik in geen geval koperen sanitair pijp. De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade als gevolg van wijzigingen of fouten in de elektrische- of koudemiddelaansluitingen. Schakel, in geval van een storing, de unit uit, schakel de hoofdstroom af en neem contact op met een STEK erkende installateur. Unit en de verpakking zijn vervaardigd van milieuvriendelijke materialen en zijn geschikt voor hergebruik. Voer verpakkingsmateriaal af volgens de plaatselijke voorschriften. Dit apparaat bevat koudemiddel dat volgens de plaatselijke voorschriften moet worden afgevoerd. Nadat de levensduur van het apparaat is verstreken moet dit worden afgevoerd door een erkend bedrijf volgens de geldende voorschriften. Plaats van opstelling Installeer de unit niet: Waar hij is blootgesteld aan directe zonstraling. Te dicht bij bronnen van warmtestraling, stoom of brandbaar gas. Op zeer stoffige plaatsen. Aanbevelingen: Plaats de unit zoveel mogelijk uit de wind. Als de unit wordt opgesteld op een plaats waar windsnelheden van meer dan 5 m/sec kunnen optreden, kan het nodig zijn om een z.g. windbaffle aan te brengen. Bescherm de unit tegen directe zonstraling. Kies een plaats waar buren geen last hebben van luchtuitblaas en geluid van de unit. Er moet voldoende vrije ruimte rondom de unit worden vrijgehouden voor ventilatie en onderhoud. De vloer moet stevig genoeg zijn om het gewicht van de unit te dragen en het overbrengen van trillingen tot een minimum te beperken. Zoek een plaats waar de unit geen gangen of deuropeningen verspert. Warmtepompmodellen moeten op een verhoging (console o.i.d.) worden geplaatst. Steek, voor afvoer van condensaat naar een leiding in verwarmingsbedrijf, de afvoer in de opening aan de linkeronderkant van de afvoerbak en gebruik een PVC pijp met een diameter van 16 mm inwendig. Dit is niet toegestaan bij temperaturen beneden 0 C. Sneeuv Plaats de unit zo hoog van de grond dat er geen problemen ontstaan door regen, sneeuw e.d. of hang de unit op m.b.v. de montagebeugels. min. 100 mm 20 mm afschot. goot met grind Afvoer PVC pijp NL - 4

6 Waarschuwingen: vermijd... NEDERLANDS Ontkoppelen van de koudemiddelaansluitingen na de installatie; hierdoor ontstaat koudemiddellekkage. Aansluiten van de condensaatafvoerleiding op de buiten-unit. Grote hoogteverschillen tussen binnen- en buiten-unit (zie tabel I Aansluitingen ). Grote afstand tussen binnen- en buitenunits (zie tabel I Aansluitingen ). Plaatsen met hoge windsnelheden. Breng zo nodig een z.g. windbaffle aan. Onnodige bochten en knikken in de verbindingsleidingen. Installatie van meerdere units waarbij de units tegenover elkaar staan. Niet goed vastgedraaide elektrische aansluitingen. Gedeeltelijke isolatie van de verbindingsleidingen. Dit leidt n.l. tot condensatie op de leidingen. Condensaatafvoer boven trottoirs e.d. Pletten of knikken van koudemiddel- of condensaatleidingen. Obstructie van de luchtuittrede- en luchttoevoer openingen (zie minimaal vereiste vrije ruimte). Installatie op met gras begroeide grond of zachte oppervlakken (in deze gevallen moet voor een stevig fundatieblokje worden gezorgd). Vervuilen van uiteinden van de leidingen. Nat worden van de leidingen voordat ze worden aangesloten. NL - 5

7 Koudemiddelaansluitingen Geen vocht. Geen stof. Vloeibaar koudemiddel bijvullen. Geen lek. Geen minerale olie. Opslaan van koperen leidingen. Schoon. Gebruik apparatuur die geschikt is voor de hogere drukken van R- 410A. Houd de binnenkant schoon. Solderen met droge stikstof. Min. 100 kpa ( 755 mmhg) Vacuüm. Vacuümpomp met twee trappen. Regelmatig olie bijvullen. NL - 6

8 Koudemiddelaansluitingen NEDERLANDS BELANGRIJK: Bij de montage moeten eerst de koudemiddelaansluitingen en daarna de elektrische aansluitingen worden gemaakt. Wordt de unit gedemonteerd, neem dan eerst de elektrische verbindingskabels los en daarna de koudemiddelaansluitingen. Niet van toepassing voor Nederland. Laat het systeem niet langer naar de atmosfeer geopend dan absoluut nodig is. Olie absorbeert namelijk water. Houd altijd de leiding afgedicht tijdens het installeren. Gebruik alleen geôsoleerde naadloze leiding van koeltechnische kwaliteit, (Cu DHP type volgens ISO 1337), ontvet en gedesoxideerd, geschikt voor werkdrukken van tenminste 4200 kpa. Gebruik in geen geval koperen sanitair pijp. Niet van toepassing voor Nederland. Smeer het uiteinde van de leiding en schroefdraad van de flarekoppeling in met een antivries olie. Draai de koppeling met de hand een aantal slagen vast, draai hem daarna vast met een sleutel door het in de tabel aangegeven aandraaimoment toe te passen. De leidingen moeten, nadat ze zijn aangesloten op de unit, worden gelektest, daarna gevacumeerd en eventueel worden gevuld volgens de R.L.K. richtlijnen. L L Aansluiting op de unit Niet van toepassing voor Nederland. 1 2 Verstelbare sleutel of momentsleutel Onvoldoende aandraaimoment veroorzaakt koudemiddellekkage. Als de koppelingen te vast worden aangedraaid kan schade ontstaan die leidt tot koudemiddellekkage. De unit kan geïnstalleerd worden: op de vloer; aan de wand met behulp van de beugelset. Sluit de leidingen aan in overeenstemming met de in Tabel I aangegeven limieten (Aansluitingen). Controleer dat de koudemidelleidingen en de elektrische verbindingskabels tussen binnen- en buiten-unit dezelfde kleuren en referentiecodes hebben (A1, A2, A3, A4) en merk ze met de meegeleverde stickers. Aandraaimoment Klep Conische wartelmoer Klepdop Naalddop Klepnaald Naaldklep Nm Nm Nm Nm Nm 1/ / / NL - 7

9 Koudemiddelaansluitingen Driewegklep Naaldklep Klepdop Klepnaald Tweewegklep Inbussleutel Gasleiding (grote diameter) Vloeistofleiding (kleine diameter) Wartel-aansluiting (FSK) Binnen-unit Buiten-unit Vacuümpomp Lucht verwijderen GEBRUIK VOOR HET VERWIJDEREN VAN LUCHT UIT DE LEIDINGEN ALLEEN EEN VACUÜMPOMP. Alle binnen-units moeten afzonderlijk worden gevacumeerd. Gebruik NOOIT de compressor als vacuümpomp. Gebruik NOOIT het koudemiddelgas van de unit om de aansluitleidingen door te blazen. Vacumeer de unit volgens de R.L.K. richtlijnen. Open nu de tweeweg klep 3 seconden en sluit hem dan weer om op eventuele lekkage to controleren. Na de controle moeten de tweeweg- en driewegklep geheel worden geopend. Zet de doppen terug en controleer op lekkage. Controleer, wanneer alle aansluitingen gemaakt zijn, op lekkage met een speciaal voor R-410A geschikte lekzoeker. Leiding Isolatie Bevestigingstape Pak daarna de kleppen en leidingen in met condenswerende isolatie en zet dit vast met tape, zonder te veel druk uit te oefenen op de isolatie. Repareer en bedek alle mogelijke barsten in de isolatie. Bevestig de leidingen aan de wand met haken of beugels. NL - 8

10 Elektrische aansluitingen NEDERLANDS Unit 38VYM - 14N / 38VGM - 14N 38VYM - 18N / 38VGM - 18N Systeem 38VYM - 14N / 38VGM - 14N 38VYM - 18N / 38VGM - 18N A1 A2 L N UNIT A1 UNIT A2 L N Verklarende tekst op aansluitkast Aarde L Fase hoofdstroomvoeding. N Nul, hoofdstroomvoeding. 1 Verbindingskabel, binnen-/ buitenunit (Fase). 2 Verbindingskabel, binnen-/ buitenunit (Nul). 3 erbindingskabel, binnen-/ buitenunit (Signaal) V ~ 50Hz 220V ~ 60Hz Binnen-unit Buiten-unit Hoofdschakelaar Smeltveiligheid of zekeringautomaat (zie tabel III Elektrische gegevens ). Hoofstroomkabel (op het werk aan te leggen). Verbindingskabels, binnen-/ buitenunit A1. Verbindingskabels, binnen-/ buitenunit A2. Verbindingskabels, binnen-/ buitenunit A3. Aardleiding. Unit 38VYM - 28N / 38VGM - 28N Systeem 38VYM - 28N/ 38VGM - 28N A2 A3 UNIT A1 UNIT A2 UNIT A3 1 2 L N 3 A1 A1 A2 A3 A4 L N 230V ~ 50Hz 220V ~ 60Hz NL - 9

11 Elektrische aansluitingen Systeem 38VYM - 32N / 38VGM - 32N A1 A2 A3 A4 A1 A2 A3 A4 L N Verklarende tekst op aansluitkast Aarde L Fase hoofdstroomvoeding. N Nul, hoofdstroomvoeding. 1 Verbindingskabel, binnen-/ buitenunit (Fase). 2 Verbindingskabel, binnen-/ buitenunit (Nul). 3 erbindingskabel, binnen-/ buitenunit (Signaal) V ~ 50Hz 220V ~ 60Hz Binnen-unit Buiten-unit Hoofdschakelaar Smeltveiligheid of zekeringautomaat (zie tabel III Elektrische gegevens ). Hoofstroomkabel (op het werk aan te leggen). Verbindingskabels, binnen-/ buitenunit A1. Verbindingskabels, binnen-/ buitenunit A2. Verbindingskabels, binnen-/ buitenunit A3. Verbindingskabels, binnen-/ buitenunit A4. Aardleiding. Unit 38VYM - 32N / 38VGM - 32N UNIT A1 UNIT A2 UNIT A3 UNIT A4 1 2 L N 3 NL - 10

12 Elektrische aansluitingen NEDERLANDS plaatsvindt via een schakelaar met gescheiden polen, met een contactafstand van tenminste 3 mm. De hoofdstroomkabelkabels moet minimaal zijn van het type H07 RN-F en voor binnen- en buiten- unit, synthetische rubber isolatie met Neopreen mantel, volgens EN codes. Klemmenbord etiket toont de binnenunit A4. Dit betreft alleen het model 38VYM-32. Controleer dat de koudemidelleidingen en de elektrische verbindingskabels tussen binnen- en buiten-unit dezelfde kleuren en referentiecodes hebben (A1, A2, A3, A4) en merk ze met de meegeleverde stickers. Verwijder de deksel van de elektrische aansluitkast. Sluit de draden aan op de aansluitpunten volgens het bedradingsschema en bevestig deze goed. BELANGRIJK: Leg eerst de aardleiding aan voordat met alle andere elektrische aansluitingen wordt begonnen. Maak eerst de elektrische aansluitingen tussen de units alvorens door te gaan met de aansluiting op het elektrisch voedingnet. Bepaal, alvorens de voeding op de unit aan te sluiten, wat de fase en de Nul is en sluit deze dienovereenkomstig aan. Zie het bedradingsschema. Controleer of de aansluiting van de elektrische voeding N.B.: Alle elektrische aansluitingen die op het werk worden gemaakt zijn de verantwoordelijkheid van de installateur. Minimum diameter verbindingskabel binnen- en buiten-unit mm 2 Type GND Alle 4G1 N.B.: Breng, nadat de aansluitingen zijn gemaakt, de deksel van de elektrische aansluitkast weer op zijn plaats. Tabel V: Elektrische gegevens Unit Nominale condities 230V 50Hz binnen: 27ºC d.b. 19ºC n.b. buiten: 35ºC d.b. 24ºC n.b. Koelen (1-2) Opgenomen vermogen Hoofdstroom- Piekcondities 198V - 264V 50Hz binnen: 32ºC d.b. 23ºC n.b. buiten: 43ºC d.b. 32ºC n.b. Nominale condities 230V 50Hz binnen: 20ºC d.b. 15ºC n.b. buiten: 7ºC d.b. 6ºC n.b. Verwarmen Piekcondities 198V - 264V 50Hz binnen: 27ºC d.b. buiten: 24ºC d.b. 18ºC n.b. aansluitingen (3-4) Smeltvei-Minimuligheid draad- type gl grootte A W A W A W A W A mm 2 38VYM-14N 5, , , , ,5 38VYM-18N 7, , , , ,5 38VYM-28N 10, , , , ,5 38VYM-32N 11, , , , ,5 38VGM-14N 5, , ,5 38VGM-18N 7, , ,5 38VGM-28N 10, , ,5 38VGM-32N 11, , ,5 N.B.: Unit is geschikt voor buitenopstelling. (1) Gegevens hebben alleen betrekking op de buitenunit. (2) De in de tabel verstrekte gegevens hebben betrekking op het maximumaantal aansluitbare binnenunits. (3) De afgebeelde draaddiameter geldt bij leidinglengten tot max. 15 m. (4) Zowel de hoofdstroomkabel als de verbindingskabels moeten minimaal zijn van het type H07 RN-F, synthetische rubber isolatie met Neopreen mantel, volgens EN codes. NL - 11

13 Verbindingsfout en leidinggebrek controlemethode Deze procedure geldt alleen voor de modellen: 38VYM - 28N, 38VGM -28N, 38VYM - 32N, 38VGM - 32N. Verbindingsfout/leidinggebrek controlemethode kan op een kamertemperatuur van 5 C of meer worden uitgevoerd. CHECK LED Gele LED (D800) Rode LED (D801) RodeLED (D802) LED Volgorde met juist uitgevoerde elektrische en koelmiddelaansluitingen: Plaats de rode connector buiten het gebied van het klemmenbord. Schakel de hoofdstroomvoeding AAN en start alle binnenunits in de koelmodus. Ontkoppel de rode connector (verbindingsfout/leidinggebrek test), met compressor UIT. Start de verbindingsfout/leidinggebrek testvolgorde. Rode LED (D803) Rode LED (D804) Rode connector De gele LED knippert (D800). Tijdens de controle naar de verbindingsfout/ leidinggebrek, begint de compressor met een vaste frequentie te werken, de buitenunit ventilator werkt opnormale wijze, de binnenunit ventilatoren blijven UIT. De gele LED en rode LED knipperen (D800 end801). De gele LED en rode LED knipperen (D800 en D802). De gele LED en rode LED knipperen (D800 en D803). De gele LED en rode LED knipperen (D800 en D804). Gewoonlijk duurt de verbindingsfout/ leidinggebrek controlemethode van 3 tot 15 minuten. Wanneer controlemethode is beëindigd, stoppen de compressor en de ventilator van de buitenunit hun werking, de rode LED (D801) knippert, terwijl de gele LED (D800) UIT is. Indien u geen verbindingsfout/leidinggebrek heeft gevonden, start het systeem automatisch opnieuw en de rode LED (D801) die knipperde, gaat UIT. Sluit opnieuw de rode connector aan. Aan het einde van de test knippert, bij aanwezigheid van een foutieve code, de gele LED (D800) en de rode LED s die een storing aangeven, blijven AAN (zie tabel). Compressor start niet en alleen de binnenunit ventilatoren werken voor de ventilatie. Herhaal de methode, nadat de storing is verholpen en voer opnieuw een controle uit. Tabel VI: Verbindingsfout/leidinggebrek check ControleLED D800 D801 D802 D803 D804 Beschrijving Check Defect Verklaring: NL - 12 * * * * * Normale werking (geen defect) Controle unit A1 Controle unit A2 Controle unit A3 Controle unit A4 Kink/verstopping van buis unit A1 Kink/verstopping van buis unit A2 Kink/verstopping van buis unit A3 Kink/verstopping van buis unit A4 Verbindingsfout/leidinggebrek of kink/verstopping van buis unit A1, A2 Verbindingsfout/leidinggebrek of kink/verstopping van buis unit A1, A3 Verbindingsfout/leidinggebrek of kink/verstopping van buis unit A1, A4 Verbindingsfout/leidinggebrek of kink/verstopping van buis unit A2, A3 Verbindingsfout/leidinggebrek of kink/verstopping van buis unit A2, A4 Verbindingsfout/leidinggebrek of kink/verstopping van buis unit A3, A4 Verbindingsfout/leidinggebrek van buis unit A1, A2, A3 Verbindingsfout/leidinggebrek van buis unit A1, A2, A4 Verbindingsfout/leidinggebrek van buis unit A1, A3, A4 Verbindingsfout/leidinggebrek van buis unit A2, A3, A4 Verbindingsfout/leidinggebrek van afsluitklep die het circuit van A1, A2, A3, A4 gesloten houdt LED AAN LED UIT LED knippert Alleen voor 38VYM - 32N, 38VGM - 32N mode

14 Keuringsmethode, Pump Down, onderhoud van de unit, instructies voor de klant en accessoires NEDERLANDS Keuringsmethode Schakel het systeem aan door de hoofdschakelaar op ON te zetten. De onderstaande procedure moet na elkaar voor alle binnen-units uitgevoerd worden (BINNEN-UNIT A1, BINNEN-UNIT A2, BINNEN-UNIT A3, BINNEN-UNIT A4). Indien meerdere units gelijktijdig werken, kunnen de onderlinge aansluitingen van koudemiddelleidingen, de stuurstroombedrading en de configuratie van het systeem niet worden gecontroleerd. Onderhoud De volgende onderhoudswerkzaamheden moeten uitgevoerd worden door gekwalificeerd personeel. Reinigen van de batterij Als de batterij moet worden gereinigd ga dan als volgt te werk: Start binnen-unit A1 in koelbedrijf. Controleer, nadat de unit vijf minuten in koelbedrijf gewerkt heeft, of het verschil tussen de droge bol temperaturen bij de luchtintrede en uittrede van de binnen-unit C of hoger is en controleer de temperatuur op de gasleiding (grote diameter) op 50 mm afstand van de flareaansluiting. Controleer of de andere binnen-units A2, A3, A4 niet werken. Er mag geen geruis hoorbaar zijn. Wanneer aan één van deze punten niet wordt voldaan, controleer dan de aansluiting van de koudemiddelleidingen en de stuurstroombedrading. Schakel de hoofdstroom UIT. Verwijder het bovenpaneel van de unit door de schroeven los te draaien en het deksel op te tillen. Schakel de binnen-unit A1 UIT met behulp van de afstandsbediening. Herhaal de bovengenoemde procedure voor binnen-units A2, A3, A4. BELANGRIJK: Elke unit moet afzonderlijk gecontroleerd worden. Pump Down Pump down is een procedure die is bedoeld om het koelmiddel volledig op te vangen in de buiten-unit. Deze procedure voorkomt dat het koelmiddel naar de atmosfeer wordt afgeblazen en moet worden uitgevoerd voordat de koelmiddelleidingen worden ontkoppeld voor reparatie, verplaatsen of opruimen van de unit (volg verder de R.L.K. richtlijnen). Na het verstrijken van de levensduur moet de unit worden afgevoerd volgens de geldende nationale milieuvoorschriften. Dus via een erkend afvalverwerkingsbedrijf. Sluit de vloeistofafsluiter af met de inbussleutel. Schakel het systeem in op koeling met de ventilator op de hoogste snelheid. (Compressor start onmiddellijk, op voorwaarde dat er 3 minuten zijn verstreken na de laatste stop). Sluit na twee minuten werken de zuigafsluiter met dezelfde sleutel (volg verder de R.L.K. richtlijnen). Zet het systeem af en schakel de hoofdstroom uit. Ontkoppel de leidingen. Bescherm na het ontkoppelen de afsluiters en uiteinden van leidingen tegen stof. Reinig de batterij voorzichtig van binnen naar buiten met een stofzuiger. Maak met de stofzuiger de binnenkant van het ventilatorcompartiment en de lamellen van de ventilator stofvrij. Vermijd beschadiging van de lamellen, die in de toekomst zou kunnen leiden tot trillingen en lawaai. Breng het bovenpaneel weer op zijn plaats en draai de schroeven vast. Instructies voor de klant Leg, nadat de installatie en tests zijn uitgevoerd, de instructies voor Bediening en Onderhoud uit aan de klant, met extra nadruk op de belangrijkste functies van de airconditioner, zoals: De unit aan- en uitschakelen. Functies van de afstandsbediening. Verwijderen en reinigen van de luchtfilters. Geef de twee handleidingen voor de installatie voor de binnen- en buitenunits aan de klant voor toekomstig gebruik tijdens onderhoudswerkzaamheden en dergelijke. Tabel VII: Accessoires Type 38VYM / 38VGM Beschrijving Onderdeel Nummer 14N / 18N 28N 32N Steunen voor muurmontage 38YL NL - 13

15 L010127H Via R. Sanzio, Villasanta (MI) Italy - Tel. 039/ The manufacturer reserves the right to change any product specifications without notice. La cura costante per il miglioramento del prodotto può comportare senza preavviso, cambiamenti o modifiche a quanto descritto. La recherche permanente de perfectionnement du produit peut nécessiter des modifications ou changements, sans préavis. Änderungen im Zuge der technischen Weiterentwicklung vorbehalten. El fabricante se reserva el derecho de cambiar algunas especificaciones de los productos sin previo aviso. Wijzigingen voorbehouden. Η σταθερή προσπάθεια για την καλυτέρευση του προιόντος μπορεί να επιφέρει, χωρίς προειδοποίηση, αλλαγές ή τροποποιήσεις σε όσα περιγράφηκαν. O fabricante reserva o direito de alterar quaisquer especificações do produto, sem aviso prévio. Tillverkaren förbehåller sig rätten till ändringar i detta material utan föregående meddelande. Valmistaja pidättää kaikki oikeudet mahdollisiin muutoksiin ilman erillistä ilmoitusta. October, Supersedes May, Printed in Italy