NEDERLANDS. 42HQE009./ YE009./012. Splitsysteem Hi-Wall binnen- en buitenunits. Inhoud. Blz.

Transcriptie

1 Splitsysteem Hi-Wall binnen- en buitenunits Zie voor bedienings- en onderhoudsinstructies voor deze units de betreffende handleidingen. Inhoud lgemene informatie... 2 Meegeleverde materialen... 3 Montage van de binnenunit... 4/5 Plaatsen van de montageplaat... 4 Verbindingsleiding en condensaatafvoer... 4 fmetingen en minimaal benodigde vrije ruimte... 5 Elektrische aansluitingen... 6 Verbindingsleidingen... 6 Klemmenstrook van de binnenunit... 6 Montage van de buitenunit... 7/8 Minimaal benodigde vrije ruimte... 7 anbevelingen... 7 Condensaatafvoer... 7 Koudemiddelaansluitingen... 8 Elektrische aansluitingen... 8 Klemmenstrook van de buitenunit... 8 Vacumeren... 9 Systeemtest... 9 Blz. NEDERLNDS Tabel I Binnenunit Buitenunit Elektrische aansluiting 42HQE HQE02. 38YE YE ~ 50Hz NL -

2 lgemene informatie TTENTIE: In verband met de veiligheid en gezondheid van gebruikers, onderhoudspersoneel en derden, dient bij het installeren van de apparatuur rekening te worden gehouden met hetgeen de RBO-wet voorschrijft. BELNGRIJK: Montage- en onderhoudswerkzaamheden aan deze units mogen alleen worden uitgevoerd door een STEK erkend installateur. Schakel LTIJD de hoofdstroom af voordat met werkzaamheden aan de unit wordt begonnen! lle afbeeldingen in dit boekje dienen slechts ter illustratie. Ze kunnen enigszins afwijken van de airconditioner die u heeft gekocht. Installeer, verwijder en herinstalleer de unit niet zelf. Onjuiste installatie zal waterlekkage, elektrische schokken of brand tot gevolg hebben. Wij wijzen erop dat defecten die het gevolg zijn van onjuiste installatie niet door garantie worden gedekt. Plaats van opstelling Binnenunit anbevelingen Kies een plaats waar de luchtcirculatie niet wordt belemmerd. Kies een plaats waar voldoende vrije ruimte is om het filter te vervangen. Kies een plaats waar de infrarood ontvanger niet aan direct zonlicht is blootgesteld. Kies een plaats waar de condensaatafvoer gemakkelijk kan worden aangelegd. Kies een plaats die minimaal meter verwijderd is van TV, radio, en/of andere apparatuur. De binnenunit moet minimaal 2,3 meter boven de vloer worden gemonteerd. De muur of wand moet stevig genoeg zijn om het gewicht van de unit te kunnen dragen. Plaats de unit niet: aan vochtige wanden of op plaatsen waar gevaar bestaat voor teveel vocht (wasruimten etc). in direct zonlicht. te dicht bij een warmtebron. waar gordijnen of meubels de luchtcirculatie kunnen belemmeren. Buitenunit Kies een plaats die goed toegankelijk is voor de montage en waar voldoende vrije ruimte mogelijk is. Plaats de unit zoveel mogelijk uit de wind. ls de unit wordt opgesteld op een plaats waar windsnelheden van meer dan 5 m/ sec kunnen optreden, kan het nodig zijn om een z.g. windbaffle aan te brengen. Bescherm de unit tegen directe zonstraling. Plaats de unit niet te dicht bij bronnen van warmtestraling, stoom of brandbaar gas of op zeer stoffige plaatsen. Kies een plaats die stevig genoeg is om het gewicht van de unit te kunnen dragen en waar de buitenunit horizontaal kan worden geplaatst. De vloer moet stevig genoeg zijn om het gewicht van de unit te dragen en het overbrengen van trillingen tot een minimum te beperken. Zoek een plaats waar de unit geen gangen of deuropeningen verspert. Kies een plaats waar buren geen last hebben van luchtuitblaas en geluid van de unit. Het toegestane hoogteverschil tussen binnen- en buitunit is maximaal 5 m, de maximale lengte van de verbindingsleiding is 0m. Kies de plaats voor de buitenunit zodanig, dat de luchtcirculatie niet wordt belemmerd. Kies een plaats buiten het bereik van kinderen. Montage Lees deze gebruiksaanwijzing goed door voordat u met de montage begint. Dit apparaat bevat koudemiddel. Onderhoud aan het koudemiddelcircuit mag alleen worden uitgevoerd door gekwalificeerd (STEK erkend) personeel. De unit staat onder een lichte overdruk van stikstof. Wanneer de flare connecties worden geopend kan een sissend geluid ontstaan. Controleer de unit op transportschade. Dien in geval van schade een claim in bij de vervoerder. Gebruik de airconditioner alleen voor het doel waarvoor hij is bestemd. Het apparaat is niet geschikt voor gebruik in zeer vochtige ruimten. ls de montage-instructies niet worden gevolgd of bij toepassing van de unit onder condities die vallen buiten die genoemd in tabel II (Bedrijfslimieten) komt de garantie onmiddellijk te vervallen. Dit apparaat voldoet aan de laagspannings-richtlijn 73/23EEG (veiligheid) en aan EMC richtlijn 89/336EEG voor elektromagnetische compatibiliteit. lle bekabeling moet voldoen aan de ter plaatse geldende voorschriften, zoals NEN 00. De unit moet worden uitgevoerd met een aardleiding. Controleer of voltage en frequentie van de hoofdvoeding overeenkomen met de gegevens op de kenplaat van de unit. Houd bij het aanleggen van de elektrische voeding en bij het aansluiten op het elektrisch voedingnet rekening met de ter plaatse geldende voorschriften. De elektrische voeding (aansluiting, kabeldiameter, beveiliging) moet geschikt zijn voor de gegevens zoals aangegeven op de naamplaat van de unit. De elektrische voedingskabel mag alleen in de buiten-unit worden aangesloten. ls de veiligheidsrichtlijnen voor de elektrische montage niet worden gevolgd kan in geval van kortsluiting brand ontstaan. Voor verbinding van binnen- en buiten-unit kan Carrier BV speciale koudemiddelleidingsets als accessoire leveren. Deze verbinding kan echter ook worden gemaakt d.m.v. door derden te leveren koperen leidingen voorzien van flare-koppelingen. Gebruik alleen geïsoleerde naadloze leiding van koeltechnische kwaliteit, (Cu DHP type volgens ISO 337), ontvet en gedesoxideerd, geschikt voor werkdrukken van tenminste 3000 kpa een burst pressure van minstens 5000 kpa. Gebruik in geen geval koperen sanitair pijp. Open de elektronische afstandbediening niet zelf, maar neem bij problemen contact op met uw installateur. Schakel in geval van storing de unit uit. Schakel de hoofdstroom af en neem contact op met uw installateur. Carrier is niet aansprakelijk voor schade veroorzaakt door modificaties of fouten in de elektrische- of koudemiddelaansluitingen. Gebruik, indien nodig, voor de condensaatafvoer PVC pijp van 6-7 mm binnendiameter op de juiste lengte en met adequate thermische isolatie. Test de systeemwerking grondig na de installatie en leg alle systeemfuncties uit aan de klant. Laat deze handleiding achter bij de klant i.v.m. de instructies voor periodiek onderhoud. Unit en verpakking zijn vervaardigd van milieuvriendelijke materialen en zijn geschikt voor hergebruik. Voer het verpakkingsmateriaal af volgens de plaatselijke voorschriften. De batterijen van de afstandbediening bevatten stoffen die belastend zijn voor het milieu. Ze dienen dus te worden afgevoerd naar een chemobak. Dit apparaat bevat koudemiddel dat volgens de plaatselijke voorschriften moet worden afgevoerd. Nadat de levensduur van het apparaat is verstreken moet dit worden afgevoerd door een erkend bedrijf volgens de geldende voorschriften. NL - 2

3 IR DIRECTION SWING CLOCK MODE FN SPEED ON OFF OK CNCEL TEMP. ECONOMIC RUNNING TIMER ON TIMER OFF TIME DJUST 42HQE009./02.-38YE009./02. Meegeleverde materialen NEDERLNDS Part nr. Omschrijving antal , Montageplaat Schroeven ST3.9x25-C-H 8 Plug 8 Schroeven B ST2.9x0-C-H 0 Koudemiddelleiding (Snelkoppelingsset) Vloeistof Ø 6,35 Ø 9,52 - () - Zuig Ø 9,52 Ø 2,7 Ø 5,88 - () - - fstandsbediening Houder voor afstandsbediening fdichting Condensaatafvoer Kabelklem Ø 9 (9 ~,5 mm) (9 ~ 4mm) De meegeleverde kabelklem moet worden gebruikt zoals beschreven, anders kan er schade ontstaan aan de voedingskabel en de verbindingskabel. Monteer de meegeleverde materialen volgens de beschrijving in deze handleiding. Opmerking:. Van de openingen, B en C moeten er minimaal 2 vrij worden gehouden. 2. Wanneer de buitenunit hoger wordt geplaatst dan de binnenunit, moet er een voorziening worden getroffen om te voorkomen dat er langs de verbindingsleiding regenwater in de binnenunit loopt. 3. De afbeeldingen dienen slechts ter illustratie. Ze kunnen enigszins afwijken van de airconditioner die u heeft gekocht. Plaats van de afstandsbediening Het maximum bereik van de afstandsbediening is meter. Zorg dat de infraroodstralen niet belemmerd worden. Houd de afstandsbediening minimaal meter verwijderd van TV, radio, en/of andere apparatuur. Zorg dat de afstandsbediening niet nat wordt, en stel hem ook niet bloot aan direct zonlicht of hitte. Let op de + en - polen bij het plaatsen van de batterijen. B C Vastzetten van de buitenunit De buitenunit mag niet worden blootgesteld aan harde wind. Zet de buitenunit vast met bouten Ø 0 of Ø 8. (42HQE009F/02F, 38 YE009G /02G ) D E B C (42HQE009QC/02QC, 38 YE009QC/02QC) 2 cm of meer 5 cm of meer 0 cm of meer voor 009., cm of meer 00 cm of meer Luchtuitblaasrichting Leg de verbindingsleiding in een lus Type 38YE YE02. D Luchtintrede Luchtuittrede E NL - 3

4 Montage van de binnenunit Plaatsen van de montageplaat fmetingen van de montageplaat (mm) 3 2 Verbindingsleiding en condensaatafvoer Condensaatafvoer. De condensaatafvoer moet op afschot worden aangelegd. Leg de afvoer NIET aan zoals in de afbeelding Niet omhoog Niet in water dompelen (90) (90) 42HQE Bij aansluiting van een afvoerslang, moet deze verbinding goed worden afgedicht. Verbindingsleiding 65 (90) HQE (90). Verwijder voor leidingaansluiting links en rechts de knock-out opening aan de linkerkant van de achterplaat. Vertel de klant dat het leidingafdekplaatje moet worden bewaard voor gebruik bij een eventuele verhuizing van de airconditioner. 2. Monteer voor leidingaansluiting rechtsachter en linksachter de leidingen zoals afgebeeld. Buig de verbindingsleiding zodanig dat hij op 43 mm of minder van de wand loopt. Leiding afdekplaatje Leidingbeugel Leidingen links Leidingen linksachter Leidingen rechtsachter Leidingen rechts 43 Omtrek binnenunit Verbindingsleiding 3. Sluit de verbindingsleiding aan (zie hoofdstuk KOUDEMIDDELNSLUITINGEN). WRSCHUWING: Sluit eerst de binnenunit aan, daarna de buitenunit en zorg voor een goede leidingloop. Omtrek binnenunit Montageplaat 50 mm of meer tot plafond 20 mm of meer tot wand Doorvoer koudemiddelaansluiting links Doorvoer koudemiddelaansluiting rechts Doorvoer koudemiddelaansluiting ( ) is 42HQE009QC/02QC linksachter Doorvoer koudemiddelaansluiting rechtsachter Haakrand Leidingdoorvoer. Plaats. ls de muur of wand voldoende stevig is kan de montageplaat rechtstreeks op de wand worden aangebracht met het meegeleverde bevestigingsmateriaal. Controleer of er voldoende vrije ruimte is. 2. Boor in betonnen of stenen muren gaten van 6 mm Ø. 3. Bevestig de montageplaat met pluggen en schroeven. Montageplaat Condensaatafvoer en koudemiddelleidingen. Bundel de condensaatafvoer en de leidingen samen met vinyl tape. Bind de leidingen zo samen dat de condensaatafvoer onder ligt. De koudemiddelleidingen moeten afzonderlijk worden geïsoleerd. In de condensaatafvoer van de binnen-unit dient een sifon te worden aangebracht van circa 50 mm. Controleer of de condensaatafvoer op geen enkel punt hoger ligt dan het aansluitpunt op de bodempan. Horizontale leidingen dienen een minimaal afschot van 2% te hebben. Bij leidingen aan de zijkant: leg de leidingen en de kabels in de ruimte aan de achterzijde van de unit. Binnenunit 2. De doorvoer boren. Bepaal de plaats van de leidingdoorvoer met behulp van de montageplaat, boor de doorvoeropening (Ø 65mm) zodanig dat deze van binnen naar buiten iets afloopt. 2.Gebruik bij doorvoer door metaal of spaanplaat altijd een doorvoerring of manchet. 7 Verbindingsleiding Condensaatopvangbak Ruimte voor leidingen Vinyl tape Condensaatafvoer 7 Verbindingskabel NL - 4

5 Montage van de binnenunit NEDERLNDS fmetingen en benodigde vrije ruimte (mm) C B 90 min. 200 min. 00 min min. Obstakel Type 42HQE HQE02. mm B mm C mm Nokken Nokken Schroevendraaier. Voer de leidingen door de muurdoorvoer. 2. Haak de unit op de bovenkant van de montageplaat. 3. Houd de unit vrij van de muur door het plaatsen van bijv. een schroevendraaier tussen het midden van de omkasting en de rechteronderkant van de montageplaat. Hierdoor kan de leiding gemakkelijker worden aangesloten. 4. Druk de onderkant van de unit tegen de muur, zodat de onderste nokken van de montageplaat goed in de uitsparingen van de binnenunit vallen. NL - 5

6 Montage van de buitenunit Elektrische aansluiting De elektrische voeding (aansluiting, kabeldiameter, beveiliging) moet geschikt zijn voor de gegevens zoals aangegeven op de naamplaat van de unit. Het stopcontact moet goed toegankelijk zijn. Type ansluiting Stopcontact en Kabel zekering Hz, 220~240V 0 = Hz, 220~240V 6 =.5 Verbindingskabels. De verbindingskabel moet zijn van het type H07 RN-F5G (of meer), met synthetische rubber isolatie met Neopreen mantel volgens EN en HD277.S codes. 2. Verwijder het voorpaneel en daarna de deksel van de elektrische aansluitkast. 3. Sluit de kabels aan op de klemmen volgens de codering en het elektrisch schema en bevestig deze goed. 4. Isoleer de niet op de klemmen aangesloten kabels, zodat ze niet in contact kunnen komen met elektrische componenten. BELNGRIJK lle elektrische aansluitingen die op het werk worden gemaakt zijn de verantwoordelijkheid van de installateur. Leg eerst de aardleiding aan voordat met alle andere elektrische aansluitingen wordt begonnen. Maak eerst de elektrische aansluitingen tussen de units alvorens door te gaan met de aansluiting op het elektrisch voedingnet. Controleer of voltage en frequentie van de hoofdvoeding overeenkomen met de gegevens op de naamplaat van de unit. Houd bij het aanleggen van de elektrische voeding en bij het aansluiten op het elektrisch voedingnet rekening met de ter plaatse geldende voorschriften. De elektrische voedingskabel moet in de buiten-unit worden aangesloten. Sluit de unit aan op een afzonderlijke voeding. Voorpaneel Deksel aansluitkast Frame Klemmenstrook van binnenunit 42HQE009. /02. Kabelklem Verbindingskabel GND Voedingskabel 60 mm GND Verbindingskabel 60 mm 0 mm 40 mm 0 mm 40 mm NL - 6

7 Montage van de buitenunit NEDERLNDS Minimaal benodigde vrije ruimte (mm) D B C E F Type 38YE009./02. mm 00 mm of meer B mm 00 mm of meer C mm 600 mm of meer D mm 00 mm of meer E mm 000 mm of meer F mm 600 mm of meer anbevelingen Bevestig de unit met bouten (levering derden) om omwaaien door zeer sterke windvlagen te voorkomen. Plaats de unit zoveel mogelijk uit de wind. ls de unit wordt opgesteld op een plaats waar windsnelheden van meer dan 5 m/ sec kunnen optreden, kan het nodig zijn om een z.g. windbaffle aan te brengen. Plaats de unit zo hoog van de grond dat er geen problemen ontstaan door regen, sneeuw e.d. of hang de unit op m.b.v. de montagebeugels. Er moet voldoende vrije ruimte rondom de unit worden vrijgehouden voor ventilatie en onderhoud. Condensaatafvoerleiding Plaats de afdichting in de afvoerleiding en steek deze vervolgens in de opening van het onderpaneel van de buitenunit en draai met een slag van 90 goed vast. Wanneer condensaat moet worden afgevoerd in verwarmingsbedrijf kan op de afvoer een slang (levering derden) worden aangesloten. Opening onderpaneel buitenunit fdichting Condensaatafvoer Harde wind NL - 7

8 Montage van de buitenunit Koudemiddelaansluitingen Flare aansluitingen 90 C Onregelmatig Ruw Verbogen Flare-aansluitingen worden in Nederland niet aanbevolen. Indien flare-aansluitingen toch worden toegepast mag dit alleen worden uitgevoerd door een CFK-monteur conform de STEK opleiding. Buitendiam. (mm) (mm) Max. Min. Ø Ø Ø Ø Voor verbinding van binnen- en buiten-unit kan Carrier speciale koudemiddelleidingsets als accessoire leveren. Deze verbinding kan echter ook worden gemaakt d.m.v. door derden te leveren koperen leidingen voorzien van flare-koppelingen. Gebruik alleen geïsoleerde naadloze leiding van koeltechnische kwaliteit en in geen geval koperen sanitair pijp. WRSCHUWING ls de koppelingen te vast worden aangedraaid kan schade ontstaan die leidt tot koudemiddellekkage. Buitendiam. andraaimoment Extra aandraai- (N.cm) moment (N.cm) Ø (60kgf.cm) (200kgf.cm) Ø (300kgf.cm) (350kgf.cm) Ø (300kgf.cm) (450kgf.cm) Ø (750kgf.cm) (800kgf.cm) Koudemiddelaansluitingen Klemmenstrook van buitenunit Zaag een buis af met een buissnijder. Plaats een flensmoer en verwijd de buis. Snelkoppelingsset Voorzichtig: draag voor uw eigen veiligheid altijd een veiligheidsbril en werkhandschoenen wanneer u de leidingen verbindt. Verwijder de waterbak voordat u de verbinding maakt. De koppeling kan als volgt worden verbonden: stap : verzeker u ervan dat de handgreep op het mannelijke koppelstuk schuin weg zit van het bijbehorende mannelijke koppelstuk. step2: trek de schuivende borgring op het vrouwelijke koppelstuk naar achteren, steek het mannelijke koppelstuk dat op de binnenunit zit in het vrouwelijke koppelstuk. stap 3: maak de schuivende borgring los om het mannelijke koppelstuk op zijn plaats te vergrendelen. stap 4: klap de handgreep van het mannelijke koppelstuk naar de helft van het vrouwelijke koppelstuk, en duw totdat de handgreep vast komt te zitten achter de schuivende borgring en vlak tegen het hele koppelingsamenstel zit. De koppeling kan als volgt worden losgemaakt: stap : schakel de airco-unit uit en schakel de elektrische voeding uit. stap 2: wacht vijf minuten zodat de druk in de lijn tussen de binnen- en de buitenunit wordt geneutraliseerd. stap 3: trek de handgreep van het mannelijke koppelstuk omhoog en in de richting van het mannelijke koppelstuk, tot in de positie helemaal achteruit. stap 4: trek de schuivende borgring op het vrouwelijke koppelstuk naar achteren, om de mannelijke helft van het koppelstuk los te maken van de vrouwelijke helft. stap 5: als afdichting en ter bescherming tegen stof moeten de beschermdop en plug weer worden teruggeplaatst Elektrische aansluiting. Verwijder de deksel van de elektrische aansluitkast. 2. Sluit de kabels aan op de klemmenstroken van binnen- en buitenunit volgens de codering en het elektrisch schema en bevestig deze goed. 3. Leg de verbindingsleiding in een lus zoals afgebeeld op blz Isoleer de niet op de klemmen aangesloten kabels, zodat ze niet in contact kunnen komen met elektrische componenten. Voorzichtig: ls er draden foutief worden verbonden, kunnen sommige elektrische onderdelen slecht functioneren. Er dient een afkoppelmechanisme met een scheiding tussen de contacten met luchtspleet te worden ingebouwd in alle actieve aders in de vaste bedrading, in overeenstemming met de Nationale bedradingsvoorschriften Deksel Schroef lle bedradingen moeten voldoen aan de plaatselijke en nationale wetsvoorschriften inzake elektriciteit, en moeten worden geïnstalleerd door een gekwalificeerd en ervaren elektricien. Klemmenstrook van buitenunit 38 YE009G /02G 38 YE009QC/02QC Binnenunit Y/G Y/G Y/G Stekker Verbindingskabel Kabelklem Verbindingskabel (, 2, 3, 4, 5) GND 60 mm 0 mm 40 mm Buitenunit Zet de verbindingskabel vast met de kabelklem NL - 8

9 Vacumeren en systeemtest NEDERLNDS Vacumeren Zie tabel: Typen Lengte verbin- Bij te vullen Vacumeer dingsleiding hoeveelheid methode koudemiddel 38YE009./02. Minder dan 5 m Gebruik vacuümpomp 38YE009./02. 5~0m (leidinglengte-5)x30g Manometerset Samengestelde drukmeter -76cmHg Manometer Hendel Low Hendel High Vulslang Vacuümpomp fsluiter De unit moet ook worden gevacumeerd wanneer hij wordt verplaatst. OPENEN VN DE FSLUITER: Open de klepsteel volledig tot de aanslag. Niet verder proberen te draaien. Draai de dop vast met een momentsleutel. Leiding Typen Diameter N.cm kgf.cm Zuig 38YE009. Ø YE02. Ø Vloeistof 38YE009. Ø YE02. Ø LEKTEST Test alle leidingaansluitingen op koudemiddellekkage volgens de RLK. LET OP : fsluiter Lagedrukzijde B: fsluiter Hogedrukzijde C en D zijn de uiteinden van de binnenunit aansluitingen. G E D C X C Y D B E Meetpunt binnenunit F Meetpunt buitenunit G fdekpaneel F B X Ø2.7 mm (38YE02.) Ø 9.52 mm (38YE009.) Y Ø 6.35 mm (38YE009./02.) Binnenunit Buitenunit Koudemiddelgas fsluiter Koppeling Flaremoer anslag Dop Klepsteel Kleplichaam Gebruik van de vacuümpomp. Draai de flaremoeren, B, C en D dicht en sluit de vulslang van de manometerset aan op een vulpoort van de afsluiter aan de zuigleiding. 2. Sluit de vulslang aan op de vacuümpomp. 3. Open hendel Low (lagedrukzijde) van de afsluiter van de manometerset volledig. 4. Schakel de vacuümpomp in. Draai de flaremoer van de gesloten afsluiter (gaszijde) iets los om te controleren of er lucht doorstroomt (het geluid van de vacuüm pomp verandert en de drukmeter geeft 0 aan in plaats van minus). 5. Laat de vacuümpomp draaien tot de manometer een druk van 0 kpa ( 76 cm Hg) aangeeft. 6. Sluit de hendel Low volledig en schakel de vacuümpomp uit. Ontkoppel de vulslang van de vulaansluiting (gaszijdig) 7. Open de klepstelen en B, ontkoppel de vulslang van de vulaansluiting. 8. Draai de afsluiter en de dop van de vulaansluiting zorgvuldig vast. Systeemtest Voer, na de lektest en de controle van de elektrische aansluitingen, een systeemtest uit. Handmatig uto/cool. Schakel de stroom aan en zet de schakelaar in de binnenunit in de stand COOL om de test te beginnen. 2. Controleer de goede werking van alle bedrijfstypen en functies. Een beveiliging voorkomt dat de airconditioner start binnen 3 minuten nadat hij is afgeschakeld of wanneer de stroom wordt aangeschakeld. 3. Druk, nadat de test is afgerond, net zo lang op de schakelaar tot hij op OFF staat en de Bedrijfs LED uit is. NL - 9

10