Belichtingstechniek. Jan Hoekstra Leeuwarden, 6 januari 2005

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Belichtingstechniek. Jan Hoekstra Leeuwarden, 6 januari 2005"

Transcriptie

1 Belichtingstechniek

2 Inhoudsopgave: Hoofdstuk 1. Inleiding Algemeen. Hoofdstuk 2. Wat is licht Algemeen, 2.2. Het oog. Hoofdstuk 3. Kleurenleer Algemeen Additief mengen Subtractief mengen Ordenen van lichtkleuren. Hoofdstuk 4. Lichtbronnen Algemeen Temperatuurstralers Kleurtemperatuur Continu- en discontinu kleurenspectrum Kleurweergave-index Ra Amberdrift Gasontladingslampen Mired shift. Hoofdstuk 5. Filters Algemeen Source C / tungsten 3200 K Transmission Absorptie Tristimulus value s Chromatische coördinaten Stop value. Hoofdstuk 6. Theaterlicht Algemeen De horizonbak De PC (plano-convex) 6.4. De Fresnel 6.5. De profielspot De PAR blazer Bewegend licht. Hoofdstuk 7. Invalshoeken Algemeen Lichtrichtingen. Hoofdstuk 8. Belichtingsmethoden Algemeen Engelse methode De driepuntsbelichtingsmethode Europees- of Duitse methode Contrast belichtingsmethode Hoofd- en invullichtmethode Engels totaal Ingestoken totaal. Hoofdstuk 9. Het lichtontwerp. 9.1 Algemeen Lichtplan Stellijst Standenlijst. Hoofdstuk 10. Proces van ontwerpen Algemeen Voorbereiding Ontwerpen Uitvoering Reflectie achteraf. Bronvermelding

3 Hoofdstuk 1. Inleiding Algemeen. Wil je iets met licht gaan doen binnen de theatertechniek of in de popwereld is het van belang dat je iets meer weet over licht dan dat je het in en uit kunt schakelen. Deze reader gaat over belichtingstechniek. Een techniek die verder gaat dan het verlichten van een voorstelling. Grofweg worden de volgende onderwerpen behandeld: Wat is licht. Kleurenleer. Lichtbronnen. Filters. Het maken van een lichtontwerp. De schrijver van deze reader heeft niet de pretentie een reader te hebben samengesteld die uitputtend is. Het doel van deze reader is dusdanig veel informatie te verschaffen dat cursisten van o.a. de MBO opleiding Podium- en Evenemententechniek aan de slag kunnen met op hun vak gerichte prestaties en BPV-stages. Natuurlijk kan deze reader ook worden toegepast voor alle opleiding waarbinnen het belichten van een voorstelling een rol vervult. 3

4 Hoofdstuk 2. Wat is licht Algemeen. Licht wordt gevormd door elektromagnetische golven (zie figuur 1). Deze verplaatsen zicht met een snelheid van ongeveer M/s door de atmosfeer. Het aantal trillingen per seconde, de frequentie (f) in Hertz (Hz), varieert van 1 tot miljoenen trillingen. Figuur 1 Elektromagnetische golf. Maar een beperkt stukje van dit hele frequentiegebied wordt door ons gezien als zichtbaar licht (zie figuur 2). Figuur 2 Frequentiespectrum. Het betreft het frequentiegebied van GHz tot GHz. Frequenties onder de GHz worden o.a. gebruikt voor radio, magnetrons en draadloze computernetwerken. Frequenties boven de GHz worden o.a. gebruikt voor Röntgen. Omdat het werken met de hierboven genoemde grote getallen erg lastig is worden de frequenties omgerekend naar golflengtes (λ). De lengte van een golf wordt bepaald door de snelheid van het licht en de duur van de golf. Als je deze twee gegevens hebt kun je de afstand berekenen die één golf heeft afgelegd nadat deze is ontstaan. De tijd van één golf kan worden afgeleid uit de frequentie. Als je weet hoeveel trillingen per seconde plaatsvinden gedurende één seconde kun je ook bepalen hoelang één trilling duurt n.l. T=1/f. 4

5 De formule voor het berekenen van de golflengte wordt dan: λ = 1/f x (m) Als we deze formule toepassen op de frequenties behorende bij licht we uitkomen op de volgende golflengtes: GHz -> 750nm (nanometer) GHz -> 400nm Figuur 3 Spectrum van licht. Elke kleur heeft zijn eigen golflengte (zie figuur 3). In de grensgebieden bevindt zich het infrarood- en ultraviolet licht. Infrarood vertegenwoordigt warmte Het oog. Licht is onzichtbaar. Dat is prettig, anders waren wij niet instaat om überhaupt ook maar iets te zien. Je kunt dus dwars door lichtbundels kijken. Licht wordt pas zichtbaar als het wordt gereflecteerd. Het oog is een prachtig instrument waarmee wij licht kunnen zien. Hiervoor is het oog uitgerust met een scherm, het netvlies (de retina), waarop het beeld wordt geprojecteerd. Dit netvlies bestaat uit een groot aantal kegeltjes (6 miljoen) en staafjes (120 miljoen). Deze zijn allen verbonden via zenuwen met onze hersenen en zorgen ervoor dat de hersenen het beeld kunnen zien. De staafjes zijn alleen gevoelig voor helderheidsverschillen en kunnen dus geen kleuren onderscheiden. De staafjes zijn wel het meest gevoelig. Dat betekent dat als er weinig licht is deze nog instaat zijn helderheidsverschillen te onderscheiden. Vandaar dat je s avonds op straat nagenoeg geen kleuren kunt onderscheiden en alles als het ware zwart/wit ziet. De kegeltjes kunnen kleur en kleurverschillen onderscheiden. Nu kunnen de kegeltjes niet alle kleuren onderscheiden. Er zijn kegeltjes die sterk gevoelig zijn voor rood (617nm), groen (518nm) en blauw (448 nm). Dit noemen we de primaire kleuren. Elke kleur binnen het gehele kleurenspectrum kan worden samengesteld door deze drie primaire kleuren additief in een bepaalde verhouding met elkaar te mengen (zie figuur 4). Additief betekent het mengen van licht in verschillende kleuren. Verder in deze reader wordt daar dieper op ingegaan. 5

6 Figuur 4 Mengen van primaire kleuren tot alle kleuren uit het spectrum. De hoeveelheid rood, groen en blauw nodig is om een bepaalde kleur uit het zichtbare spectrum te krijgen is proefondervindelijk (zie figuur 5) bepaald. Met behulp van een prisma is men instaat om binnen het zichtbare spectrum alle kleuren apart te projecteren op een scherm. Op een tweede scherm worden de kleuren rood, groen en blauw additief op dusdanige wijze gemengd zodat, voor het oog, exact dezelfde kleur ontstaat. De verhoudingen tussen de primaire kleuren worden genoteerd en verwerkt tot de grafiek zoals aangegeven in figuur 4. Figuur 5 RGB verhouding bepalen. 6

7 Worden de drie primaire kleuren in de juiste verhouding gemengd ontstaat de kleurindruk wit. De staafjes en kegeltjes zijn niet evenredig verdeeld over het netvlies. De staafjes bevinden zich aan de buitenrand en het midden terwijl de kegeltjes zicht vanaf het midden tot aan het centrum (fovea centralis) bevinden (zie figuur 6). Figuur 6 Doorsnede van het oog. Dit betekent onder andere dat kleurherkenning alleen maar plaatsvindt in het centrum van het oog. Je hebt misschien wel eens gemerkt dat als je in het donker een bepaald object probeert te zien deze duidelijker wordt als je er iets naast kijkt. Dit komt doordat de kegeltjes minder gevoelig zijn voor licht dan de staafjes. Juist deze staafjes bevinden zich buiten het centrum van het oog. Zoals eerder genoemd kunnen we de kegeltjes verdelen in drie groepen n.l. de kegeltjes die gevoelig zijn voor rood, de kegeltjes die gevoelig zijn voor groen en de kegeltjes die gevoelig zijn voor blauw. Nu is het aantal kegeltjes niet evenredig verdeeld over de drie verschillende kleuren. De verdeling is als volgt: 64% roodgevoeling, 32% groengevoelig, 2% blauwgevoelig. Door dat de kegeltjes voor de kleur blauw gevoeliger zijn voor licht dan die voor de kleuren rood en groen wordt een groot deel van het tekort opgeheven. Daarnaast is er in de hersenen ook nog een soort equalizer die er voor zorgt dat de gevoeligheid voor elke primaire kleur nagenoeg gelijk is. De groen- en rood gevoelige kegeltje bevinden zich exact in het centrum van het oog, de fuvea centralis. De blauwgevoelige kegeltjes bevinden zich rond de dit centrum. Zodra een object met alleen maar de primaire kleur blauw wordt belicht is het lastig voor het oog deze scherp te zien. Het beeld wordt geprojecteerd op het netvlies. Voor dit projecteren is het oog uitgerust met een bolle lens. Spieren zorgen ervoor dat de vorm van de lens kan worden aangepast. Op deze wijze kan het beeld worden scherpgesteld. Voor het regelen van de binnenkomende hoeveelheid licht is het oog uitgerust met een iris. Een iris is te vergelijken met een poort, gate, die meer of minder kan worden geopend. De opening wordt de pupil genoemd. Bij veel licht is de iris sterk gesloten, dus de pupil erg klein. Bij weinig licht is de iris volledig geopend en is de pupil groot. 7

8 Hoofdstuk 3. Kleurenleer Algemeen. Onze ogen meten de hoeveelheid rood, groen en blauw in het opgevangen licht en leiden hieruit de kleur af. Alle beschikbare kleuren kunnen worden samengesteld door deze primaire kleuren in verschillende verhoudingen te mengen. Dit mengen kan op twee manieren plaatsvinden n.l.: additief, subtractief. Er zijn verschillende methodes waarmee men kleuren ordent zodat elke kleur kan worden beschreven met één of meerdere nummers Additief mengen. Additief wil zeggen dat het licht van verschillende lichtbronnen met elkaar wordt gemengd. De helderheid van de verschillende kleuren wordt bij elkaar opgeteld en levert de nieuwe kleur op. Bij deze vorm van kleuren mengen is altijd energie nodig. En het resultaat levert altijd een hogere helderheid op dan de afzonderlijke lichtbronnen. In de juiste verhouding ontstaat de kleurindruk wit (zie figuur 7). Figuur 7 Additieve menging. Indien twee primaire kleuren worden gemengd ontstaan zogenaamde secondaire kleuren (zie figuur 8). De secondaire kleuren zijn: blauw+groen -> cyaan rood+blauw -> magenta rood+groen -> geel Cyaan Magenta Geel Figuur 8 Secondaire kleuren. Het additief mengen van secondaire kleuren leidt altijd tot de kleur wit met een kleurzweem die bepaald wordt door de kleur die in beide kleuren voorkomt (zie figuur 9). 8

9 Cyaan + Magenta Magenta + Geel Cyaan + Geel Figuur 9 Additief mengen van complementaire kleuren. Naast het additief mengen van licht op het podium (zie figuur 10) door het gebruik van meerdere lichtbronnen met verschillende kleuren kom je additief mengen van de kleuren RGB ook tegen in computerschermen en/of TV schermen. De hieronder getoonde RainbowPAR van het merk ShowTec bevat drie hoog rendement halogeenlampen van elk 500W die zijn voorzien van een rood, groen en blauw kleurfilter. Door deze lampen elektronisch te mengen kunnen alle kleuren binnen het spectrum worden samengesteld. Figuur 10 RainbowPAR. 9

10 3.3. Subtractief mengen. Bij subtractieve kleurmenging wordt door middel van selectieve absorptie, bepaalde kleuren worden tegen gehouden, de kleur samengesteld. Dit betekent dat de helderheid van het licht na menging altijd afneemt. Dit principe wordt toegepast bij het gebruik van kleurfilters. Het subtractief mengen van primaire kleuren levert altijd zwart op (zie figuur 11). Figuur 11 Subtractieve kleurmenging. Subtractieve menging van twee complementaire kleuren levert altijd als resultaat de gezamenlijke kleur op. Dit is altijd een van de drie primaire kleuren (zie figuur 12). Het subtractief mengen van de drie complementaire kleuren levert zwart op. Cyaan Geel = Groen Cyaan Magenta = Blauw Magenta Geel = Rood Figuur 12 Subtractief mengen van complementaire kleuren Ordening van lichtkleuren. Een kleur kan worden beschreven als de volgende drie gegevens zijn bepaald: de kleurtint (hue) de kleurverzadiging, intensiteit (saturation) helderheid (brightnesslevel, value) Binnen de meeste computer programma s van Microsoft kan dit worden toegepast voor het selecteren van kleuren (zie figuur 13). 10

11 Figuur 13 HSL methode. Naast de HSL-methode kun je binnen computerprogramma s ook gebruik maken van de zogenaamde RGB-methode. Hierbij wordt de intensiteit van elke primaire kleur aangegeven op een schaal van 0 tot en met 255. Door gebruik te maken van RGB waarden kan elke kleur met drie getallen worden aangegeven (zie figuur 14). De RGB waarden 255, 0, 0 levert bijvoorbeeld de primaire kleur rood op. Figuur 14 RGB-methode. Een groot aantal natuurkundigen hebben geprobeerd een ordening te maken in de verschillende kleuren. Binnen de belichtingstechniek wordt veel gebruik gemaakt van de CIE-kleurendriehoek. 11

12 Figuur 15 CIE kleurendriehoek. De CIE kleurendriehoek is een driehoek waarbij alle zichtbare kleuren, de spectraalkleuren, vanaf de linker hoek via de top tot aan de rechterhoek langs de opstaande zijden worden weergegeven. In het centrum bevindt zich het absolute witpunt. Op dit punt zijn alle kleuren even sterk vertegenwoordigd. Dit punt wordt ook we Source C genoemd. De driehoek is binnen een grafiek geplaatst met een X- en een Y-as. Elke kleur kan nu worden aangegeven door middel van zijn X-Y coördinaten. Dit worden de chromatische coördinaten genoemd. Absoluut wit heeft bijvoorbeeld de coördinaten X=0,33 en Y=0,33. Primair Rood heeft de coördinaten 0,68 0,32. Binnen de CIE kleurendriehoek wordt geen waarde meegegeven voor de helderheid van de kleur. Indien het een kleurenimpressie betreft van een reflectie wordt hiervoor een waarde gegeven tussen 0 en 100. Wordt een kleur gereflecteerd door een stuk absoluut wit papier is de reflectiefactor hoog. In het meest ideale geval 100. Nemen we een grijs stuk papier dan loopt de reflectiefactor terug. Bij zwart is de reflectiefactor 0. Indien we door het absoluut witpunt een lijn trekken en die aan weerszijden de omtrek van de driehoek laten snijden zijn de punten bepaald van de twee kleuren die gezamenlijk wit vormen. Deze kleuren zijn complementair aan elkaar. Als voorbeeld de kleuren geel en blauw (zie figuur 16). 12

13 Figuur 16 Kleuren mengen. De rode lijn snijdt het witpunt E. De coördinaten voor kleur 1 zijn 0,07 0,21. Voor kleur 2 zijn deze 0,56 0,45. Deze vertegenwoordigen respectievelijk de kleuren blauw en geel en vormen gezamenlijk de kleur wit. 13

14 Hoofdstuk 4. Lichtbronnen Algemeen. Er zijn vele soorten lichtbronnen. Variërend van de zon, een kaars t/m de meest geavanceerde gasontladingslampen. In dit hoofdstuk ga ik niet alle beschikbare lampen bespreken maar beperk ik mij tot de twee meest toegepaste n.l. de halogeenlamp en haloïde metaaldamplamp. Wel bespreek ik de volgende begrippen: kleurtemperatuur, continu- en discontinu kleurenspectrum, kleurweergave-index Ra, spectrale energie-/lichtverdeling, amberdrift Temperatuurstralers. Alle materialen die warmte afgeven produceren elektromagnetische straling. Deze straling is langgolvig en bevindt zich in het infrarode gebied. Zodra de temperatuur gaat toe nemen neemt de golflengte af. Op een gegeven moment wordt de golflengte dusdanig kort dat de straling in het zichtbare deel van het spectrum terecht komt. Oftewel het materiaal wordt roodgloeiend tot witheet en straalt dus licht uit. Nu zijn er verschillende manieren om materialen te verhitten. Bij een kaars gebeurt dit door het verbranden van kaarsvet. De temperatuur van de vlam loopt op tot ongeveer 1800 C en geeft een geelachtig licht af. Binnen de belichtingstechniek wordt de temperatuur van een lichtbron in K (Kelvin) aangegeven. De temperatuur wordt aangegeven vanaf het absoluut nulpunt (-273 C). Voor de kaars betekent dit een vlamtemperatuur van ongeveer 2000 K. In moderne temperatuurstralers wordt een wolfraamdraad (tungsten) verhit met behulp van een elektrische stroom (zie figuur 17). Figuur 17 Werking gloeilamp. Als dit verhitten gebeurt in de open lucht zou door de aanwezige zuurstof het draadje zeer snel verbranden. Vandaar dat het draadje, dit wordt het filament genoemd, in een glazen bol geplaatst waaruit de zuurstof is vervangen door een ander gas zoals b.v. stikstof. Het aantal branduren neemt hierdoor zeer sterk toe tot ongeveer 1000 uur. De temperatuur van het filament in een gloeilamp op volle sterkte is ongeveer 2500 K. Het licht van een gloeilamp is dus ook witter dan een kaars. 14

15 Een belangrijk punt bij het gebruik van lampen, gebaseerd op het elektrisch verhitten van een gloeidraad, is het rendement. Dit is de verhouding tussen de opgenomen hoeveelheid energie en het de afgegeven hoeveelheid licht. Als een gloeilamp van 100 Watt wordt gebruikt wordt ongeveer 5 Watt (5%) daadwerkelijk omgezet in licht. De rest gaat als warmte verloren! Ondanks het feit dat door het verdringen van de zuurstof uit de glazen bol er voor zorgt dat het draadje niet direct verbrand verlaten onder invloed van de hitte wolfraammoleculen in de vorm van gas het gloeidraadje. Bij afkoeling slaan deze moleculen neer op die delen die het snelst afkoelen. Dit is over het algemeen het glas. Er ontstaat een glimmende bijna spiegelende laag aan de binnenkant van het glas die het doorlaten van licht enigszins belemmerd. Ook wordt uiteindelijk het gloeidraadje dusdanig dun dat deze knapt. Om dit te voorkomen is men gaan experimenteren met verschillende soorten vulgas. Door het vulgas te gaan mengen met gassen uit de groep halogenen zullen de wolfraammoleculen die het gloeidraadje hebben verlaten bij afkoeling weer neerslaan op de gloeidraad. Dus niet op het glas! De gloeidraad blijft nu langer heel, zo n 2000 branduren, en het glas van de bol blijft helder. Dit type lamp noemen we halogeenlampen. Door deze constructie is het mogelijk de stroomsterkte op te voeren waardoor de temperatuur van de draad toeneemt en het licht witter wordt. De temperatuur is gemiddeld 3200 K. Te temperatuur van de glazen bol zou hierdoor zo sterk toenemen dat deze zou gaan smelten. Vandaar dat bij halogeenlampen gebruik wordt gemaakt van kwartsglas. Dit glas is veel harder en heeft een veel hoger smeltpunt. Belangrijk is om te weten dat deze lamp niet met de vingers mag worden aangeraakt. Als er verontreinigheden op het glas achter blijven zal, doordat het glas op die plek minder kan afkoelen, de spanning in het glas daar sterk toenemen en daardoor kan het glas breken. Figuur 18 Halogeenlamp. Door de verhoging van de temperatuur neemt ook het rendement toe. Bij een halogeen lamp van 100W wordt ongeveer 20W (20%) daadwerkelijk omgezet in licht Kleurtemperatuur. In het voorgaande kun je lezen dat er duidelijk een relatie bestaat tussen de temperatuur van de gloeidraad en de witheid van het licht. Hoe hoger de temperatuur des te witter het licht. Binnen de belichtingstechniek wordt het begrip kleurtemperatuur dan ook gebruikt als maat voor de witheid van het licht. Ook wanneer we te maken hebben met lichtbronnen die anders dan door verhitting van materiaal licht produceren wordt het begrip kleurtemperatuur gebruikt. 15

16 Om een standaard te ontwikkelen voor de relatie temperatuur en de witheid van het licht heeft men in het laboratorium een opstelling gemaakt waar heel nauwkeurig het kleurenspectrum kan worden bepaald bij een gegeven temperatuur in K. Hiervoor wordt een zogenaamde zwarte straler of black body gebruikt (zie figuur 19). Figuur 19 Zwarte straler of black body. Dit apparaat bestaat uit een bol die van binnen volledig mat zwart is. De temperatuur binnen deze bol kan door verhitting zeer hoge waarden aannemen. Via een opening in de bol kan de vrijgekomen elektromagnetische straling vrijkomen en kan het kleurenspectrum worden bepaald. Door de verschillende spectra in één grafiek te plaatsen krijg je een indruk van de witheid (zie figuur 20). Figuur 20 Spectrale energieverdeling van de zwarte straler. Een kaars heeft ongeveer een gloeitemperatuur van 2000 K. Nu gaan we een beetje sjoemelen want een kaars of lamp geeft over het algemeen meer spectrale energie af dan de zwarte straler. Dit betekent dat voor een kaars de 2000 K lijn iets hoger zou komen te liggen. Dit maakt voor het schatten van de witheid niet zoveel uit. Binnen het zichtbare deel van het spectrum bevindt zich de energie zich aan de rode kant van het spectrum (zie figuur 21). 16

17 Figuur 21 Spectrale energie van een kaars. Een kaars geeft dus veel infra-rood (warmte) en een rood/oranje-achtig licht af. Kijken we naar de energieverdeling van een halogeenlamp (3200 K) dan loopt de grafiek veel verder door in het zichtbare deel van het spectrum. Dus bevat het zichtbare licht meer groen en blauw waardoor het licht witter wordt. Daglicht (zonlicht) heeft een kleurtemperatuur van ongeveer 6000 K en bevat dus ook meer blauw. Daardoor lijkt het licht nog veel witter. Wit met een lage kleurtemperatuur wordt vaak als warm ervaren terwijl het wit met een hoge kleurtemperatuur vaak als koel wordt ervaren. Figuur 22 laat het verloop van warm wit naar koel wit zien binnen de CIE kleurendriehoek. Figuur 22 Kleurtemperatuur binnen de CIE kleurendriehoek Continu- en discontinu kleurenspectrum. Zoals is hoofdstuk 2 aangegeven is licht onzichtbaar. Het wordt pas zichtbaar als het wordt gereflecteerd. Welk deel van het spectrum dat wordt gereflecteerd wordt bepaald door de aanwezige kleuren in het object en de aanwezige kleuren in het licht. Willen we een zo eerlijk mogelijke weergave hebben van de kleur van een object zullen alle kleuren in de gebruikte lichtbron evenredig aanwezig moeten zijn. Als voorbeeld een kastje met de kleur bruin. Bruin bestaat uit de kleuren groen en diep rood (zie de doorgetrokken lijn in figuur 23). Indien de lichtbron die het kastje belicht de spectraalkleuren blauw, groen en rood bevat komt op ons dit over als wit. 17

18 Toch, doordat de spectrale energie in de kleur diep rood niet aanwezig is, zal de kleur van het kastje groen overkomen. Figuur 23 Reflectie op een bruin oppervlak. Als we het spectrum van deze lichtbron bekijken spreken we over een discontinu spectrum. Een lichtbron met een discontinu spectrum kan dus praktisch nooit een eerlijke kleurweergave leveren. Dit is ook één van de redenen waarom tijdens het kopen van kleding klanten met de kleding naar buiten lopen om de kleur te beoordelen. Bij een continu kleurenspectrum bestaat het spectrum uit een vloeiende lijn. Als voorbeeld het kleurenspectrum van een gloeilamp (zie figuur 24). Figuur 24 Kleurenspectrum gloeilamp. Een gloeilamp geeft een geelachtig licht maar alle kleuren zijn aanwezig zodat na reflectie op een object de kleur goed wordt weergegeven. Natuurlijk iets warmer van tint Kleurweergave-index Ra. De kleurweergave-index Ra is een waarde van 0 t/m100 die de kleurechtheid na reflectie van een kunstmatige lichtbron aangeeft. Als referentie wordt altijd uitgegaan van een zwarte straler als lichtbron. Ten eerste wordt de kleurtemperatuur bepaald van de lichtbron. Dit gebeurt proefondervindelijk. Het licht van de lichtbron wordt geprojecteerd op een vlak. Daarnaast wordt het licht van de zwarte straler geprojecteerd. De temperatuur van de zwarte straler wordt opgevoerd totdat het licht, de kleur, van de zwarte straler overeenkomt met die van de te meten lichtbron. Daarna wordt met behulp van 14 kleurenkaartjes de reflectie van het licht van de lichtbron vergeleken met de reflectie van het licht uit de zwarte straler. Voor de mate van kleurafwijking t.o.v. de reflectie van de zwarte straler worden strafpunten toegekend. Er onstaat dus een lijst met 14 eventuele strafpunten. Deze worden gemiddeld. Dit gemiddelde aantal strafpunten wordt in mindering gebracht 18

19 op het maximale aantal punten van 100. Hoe lager het resultaat des te minder de kleurechtheid na reflectie. Temperatuurstralers zoals gloeilampen, halogeenlampen en de zon hebben altijd een Ra van 100. Zij hebben allen een continu kleurenspectrum Amberdrift. Bij temperatuurstralers, zoals een halogeenlamp, wordt de kleurtemperatuur bepaald bij het nominale vermogen dat de lamp opneemt bij normaal gebruik. In theaters wordt het licht vaak met behulp van dimmers geregeld. Als het vermogen wordt verminderd zal de temperatuur van de gloeidraad gaan afnemen. Dit heeft tot gevolg dat daardoor de kleurtemperatuur zal gaan afnemen oftewel het witte licht zal steeds roder worden. Ook zal de kleur blauw het eerst verdwijnen uit het licht zodat objecten met de kleur blauw minder duidelijk worden weergegeven. Dit verschuiven van het spectrum richting rood noemen we amberdrift. Bij het kiezen van kleurfilters en het vermogen van de armaturen dient hiermee rekening gehouden te worden Gasontladingslampen. Bij gasontladingslampen wordt een ander principe toegepast om elektromagnetische straling op te wekken. Bij dit type lampen wordt door middel van een hoge spanning gas geleidend gemaakt zodat deze stroom kan geleiden. Dit proces noemen we ioniseren. Op het moment dat het toegepaste gas gaat geleiden wordt elektromagnetische straling opgewekt (zie figuur 25). Figuur 25 Ioniseren van gas. Afhankelijk van het toegepaste gas, de druk waaronder het gas zich bevindt en de toegevoegde metalen bevindt de uitgestraalde elektromagnetische energie zich binnen het zichtbare spectrum. Een bekend voorbeeld van een gasontladingslamp is de TL-buis zoals die ook vaak thuis wordt toegepast. De TL-buis is een lage druk gasontladingslamp waarin een mengsel van edelgassen wordt aangevuld met een kleine hoeveelheid kwik. Zodra de TL-buis is ontstoken straalt de ionenstroom elektromagnetische straling uit met een golflengte van zo n 253 nm. De straling bevindt zich buiten het zichtbare gebied aan de ultraviolette kant. Door de glaswand te voorzien van fluorescerend poeder wordt de straling geconverteerd naar een zichtbaar licht. De kleur die daarbij vrijkomt wordt voor het grootste deel bepaald door het toegepaste poeder (zie figuur 26). 19

20 Figuur 26 De TL-buis. Voor de verschillende kleuren is een nummersysteem opgezet. Kleur 29 heeft bijvoorbeeld een warme tint. De kleurtemperatuur van een TL-buis is relatief hoog en wordt o.a. bepaald door het toegepaste fluorisentiepoeder. Daarnaast heeft TL-licht een discontinu spectrum (zie figuur 27) zodat de kleurweergave index over het algemeen beduidend lager is dan 100. Figuur 27 Kleurenspectrum TL buis kleur 11 (daglicht). Als voorbeeld de specificaties van een Philips TL-buis van het type TL-D 30W/ SLV zoals die in elke bouwmarkt te verkrijgen is en veel thuis wordt toegepast: Nominaal lampvermogen Kleurcode Kleurweergaveindex Lichtkleur Kleurtemperatuur 30W Ra = 63 Koudwit 4100 K Bij hoge druk gasontladingslampen bevindt de opgewekte elektromagnetische straling zich in het zichtbare deel van het spectrum. Ook hier geldt dat de druk en de combinatie van verschillende gassen de kleurtemperatuur bepaald en de kleurweergave index. Als voorbeeld de Philips CDM-SA/T zoals die wordt toegepast in de scanner van het type MX-4 van Martin (zie figuur 28). Figuur 28 Philips CDM-T 150W 20

21 Nominaal lampvermogen Kleurcode Kleurweergaveindex Lichtkleur Kleurtemperatuur 150W 942 Ra = 96 Koudwit 4200 K Een belangrijk nadeel van gasontladingslampen als het gaat om het gebruik binnen theater en popbelichting is dat deze lampen niet kunnen worden gedimd door het verlagen van de elektrische stroom. Het dimmen gebeurt over het algemeen door gebruik te maken van elektrisch bedienbare lamellen die meer of minder worden gesloten. Een voordeel van deze manier van dimmen is dat de lichtintensiteit wel afneemt maar niet de kleurtemperatuur. Dit type lampen kennen dus geen amberdrift zoals deze wel voorkomt bij de temperatuurstralers. Naast het niet elektrisch kunnen dimmen heeft een gasontladingslamp tijd nodig om volledig op temperatuur te komen. Afhankelijk van de omgevingstemperatuur en type lamp kan dit variëren één tot 3 minuten. In combinatie met temperatuurstralers komt het licht van een gasontladingslamp over het algemeen koel over. Er zijn gasontladingslampen met een kleurtemperatuur die overeenkomt met die van een halogeenlamp, ongeveer 3200 K, maar deze hebben een duidelijk lagere kleurweergave index. Het is ook mogelijk om de kleurtemperatuur te verlagen door het gebruik van filters. De kleurweergave index blijft dan nagenoeg gelijk. Daarover later meer Mired shift. Om de kleurtemperatuur van verschillende lampen m.b.v. filters op elkaar aan te passen wordt er gebruik gemaakt van het begrip: mired shift. Hierbij wordt de verschuiving in kleurtemperatuur aangegeven in het aantal mireds. De kleurtemperatuur aangegeven in mireds kan als volgt worden berekend: / kleurtemperatuur ( K) = resultaat (mireds) Voorbeeld: Kleurtemperatuur: 4300 K Gevraagd: aantal mireds / 4300 = 233 mireds De verschuiving in kleurtemperatuur (mired shift) bereken je als volgt: Mired shift = gewenste kleurtemperatuur (mireds) oorspronkelijke kleurtemperatuur (mireds) Stel je wilt de kleurtemperatuur van een 1kW halogeenlamp (3200 K) aanpassen aan de kleurtemperatuur van een HMI lamp (4400 K). De verschuiving in mireds bereken je dan als volgt: Mired shift = ( / 4400) - ( / 3200) = = -86 Je moet dus op zoek naar een correctiefilter met een mired shift zo dicht mogelijk bij de -86. Bij Lee filters is dat b.v. kleur L202. Dit is een daylight tot tungsten correctiefilter met een mired shift van

22 Hoofdstuk 5. Filters Algemeen. Filters worden gebruikt om het kleurenspectrum van een lichtbron aan te passen. Dit kan nodig zijn om kleurtemperaturen te verhogen en/of te verlagen, accenten te leggen of creatief kleuren toe te passen binnen een voorstelling. In de hoofdstuk 10 wordt daar dieper op ingegaan. De werking van kleurenfilters is gebaseerd op selectieve transmissie. Dit betekent dat delen van het kleurenspectrum van een lichtbron worden doorgelaten. De rest wordt geabsorbeerd door het filter materiaal en omgezet in warmte. Er zijn drie typen filters. Glasfilters, foliefilters en dichroitische filters. De meest toegepaste zijn de foliefilters. De volgende onderwerpen komen aan bod: selectieve transmissie, transmissiefactor Y%, absorptie A chromatische kleurcoördinaten X Y Stop value De voorbeelden die worden gebruikt zijn gebaseerd op de gegevens van LEE. Figuur 29 Filterinformatie LEE. Als je op de WEB-site van LEE filters de informatie van een specifiek filter opvraagt krijg je de informatie zoals hierboven gepresenteerd. De volgende gegevens worden genoemd: 22

23 source C / tungsten 3200 K transmission absorption, tristimulus values, chromaticity coordinates, stop value Source C / tungsten 3200 K. In hoofdstuk 4, over lichtbronnen, heb je kunnen lezen dat de kleurtemperatuur van een lamp nogal bepalend is voor de kleurweergaven. Des te lager de kleurtemperatuur des te geler het licht. Vandaar dat de eigenschappen van LEE-filters voor twee kleurtemperaturen worden weergegeven. De gegevens genoemd bij source C zijn bepaald uitgaande van de absoluut witte kleur. Dit komt ongeveer overeen met een kleurtemperatuur van 6774 K. De gegevens genoemd bij tungsten 3200 K zijn bepaald door gebruik te maken van een halogeenlamp met een kleurtemperatuur van 3200 K. Tungsten staat voor wolfraam gloeidraad Transmission. Aan de ene zijde van het filter wordt elektromagnetische straling (I0) aangeboden. De verhouding tussen de aangeboden energie en de doorgelaten energie (I) wordt transmissie genoemd (zie figuur 30). Figuur 30 Transmissie. Tussen de 400 en 750 nm wordt in stappen van 1 nm met de volgende formule de transmissie bepaald. Tnm=I/ I0x100% De resultaten worden verwerkt in een grafiek (zie figuur 31). Figuur 31 Selectieve transmissie. De grafiek geeft een duidelijk beeld van welke kleuren worden doorgelaten. Vanaf ongeveer 670 nm komen we terecht in het infrarode gebied. Dit gebied vertegenwoordigt warmte. De filters worden dusdanig geconstrueerd dat de energie in dit gebied zoveel mogelijke wordt door gelaten. Energie die door het filter wordt geabsorbeerd wordt omgezet in warmte. Hoe minder energie wordt geabsorbeerd des te langer de levensduur van het filter. 23

24 Op de specificaties van een filter wordt vaak het gemiddelde van de verschillende transmissiewaarden aangegeven. Volgens een formule worden alle, per golflengte bepaalde transmissies, gemiddeld en procentueel aangegeven. Bijvoorbeeld Y%= Absorptie. De absorptie van een filter is de waarde die een maat is voor de hoeveelheid elektromagnetische energie die door het filter wordt tegengehouden en wordt omgezet in warmte. Hoe meer energie wordt tegengehouden des te warmer het filter. De absorptie wordt volgens de volgende formule berekend: A=log(I0/I) oftewel A=log(1/(T/100%)) 5.5. Tristimulus value s. De Tristimulus waarden zijn gebaseerd op het gegeven dat er in het oog drie typen ontvangers aanwezig zijn voor het zien van kleur. Dit zijn namelijk de rood-, groen- en blauwgevoelige kegeltjes. De Tristimulus waarden X, Y en Z vertegenwoordigen de hoeveelheid rood, groen en blauw die voorkomen in de aangeboden kleur. In Europa wordt van deze waarden niet veel gebruik gemaakt. Daar kiest men eerder voor de CIEkleurendriehoek Chromatische coördinaten. Dit zijn de coördinaten waarmee binnen de CIE-kleurendriehoek (zie figuur 32) de juiste kleur kan worden gevonden. Hierbij gaat men uit van het gereflecteerde licht op een absoluut wit oppervlak gebruikmakend van een source C lichtbron of een gloeilamp met een kleurtemperatuur van 3200 K. Figuur 32 LEE101 Yellow X=0,45 Y=0,5 source C Stop value. De stop value geeft de hoeveelheid lichtenergie aan die nodig is om de geabsorbeerde energie te compenseren. Hierbij gaat men uit van de lichtbron zonder filter. De transitie waarde is hierbij 100%. Er wordt immers geen licht tegengehouden. Plaatsen we nu een filter voor de lichtbron dan vertegenwoordigt elke halvering van de lichtenergie één stop. Oftewel willen we het verlies van één stop compenseren dan zal het gefilterde licht tweemaal zo sterk moeten zijn. 24

25 Als voorbeeld nemen we LEE181 Congo blue. Deze kleur heeft een stop value van 7 uitgaande van een source C lichtbron. Dit betekent dat de lichtenergie met een factor 2x2x2x2x2x2x2 = 27 = 128x afneemt door het gebruik van dit filter. Deze factor wordt filterfactor genoemd. De stop value kan ook worden afgeleid uit het gemiddelde van de transmissie waarde. Bij het filter LEE181 is Y% = 0,78. Dit betekent dat 0,78% wordt doorgelaten door het filter. Willen we dit compenseren zodat de lichtintensiteit van het ongefilterd licht gelijk is aan het gefilterd licht zal het gefilterd licht moeten worden versterkt tot 100%. In formulevorm: Filterfactor = 100%/0,78% = 128,2x 128x Stop value is dan log128 / log 2 =7. Nog een paar voorbeelden: LEE106 Primairy red Y% = 9.32 Fiterfactor = 100%/9.32% = 10,72 Stop value = log10,72 / log2 = 3,4 3⅓ LEE101 Yellow Y% = 80% Filterfactor = 100%/80% = 1.25 Stop value = log1,25/log2 = 0,32 ⅓ De stop value kan gebruikt worden om te bepalen hoeveel er gecompenseerd moet worden om de lichtintensiteiten van de verschillende lichtbronnen gelijk te houden. De vraag is natuurlijk of dit binnen het lichtontwerp altijd noodzakelijk is. 25

26 Hoofdstuk 6. Theaterlicht Algemeen. Voor het belichten van voorstellingen, dans, toneel, muziek, enz., heeft de belichter verschillende lampen ter beschikking. De verschillende typen lichtbronnen zijn in hoofdstuk 4 al besproken. In dit hoofdstuk worden de verschillende armaturen besproken. De belangrijkste zijn: De horizonbak De PC-spot (Plano Convex) De Fresnelspot De profielspot De Par-Blazer Bewegend licht (moving lights) 6.2. De horizonbak. De horizonbak is een armatuur zonder lenzen meestal voorzien van een buisvormige halogeenlamp (zie figuur 33). Figuur 33 Horizonbak Deze armatuur wordt veelal gebruik om het horizondoek, de backdrop, egaal te verlichten. Om die reden is deze spot uitgerust met een a-symetrische parabolische spiegel (zie figuur 34 en 35). Figuur 34 a-symetrische spiegel. 26

27 Figuur 35 a-symetrische spiegel. De spiegel is dusdanig samengesteld dat het gedeelte van het horizondoek dat zich het dichtst bij de lamp bevind, door de constructie van de spiegel, het minst wordt belicht. De meeste lichtenergie gaat naar het meest veraf gelegen gedeelte van het doek. Op deze wijze wordt het doek egaal belicht. In theaters worden horizonbakken vaak uitgevoerd met vier elementen (zie figuur 36). Deze elementen worden voorzien van de primaire kleuren (L106 rood, L139 groen en L119 blauw) en L101 geel of open wit. Figuur 36 Horizonbak met vier elementen. Met behulp van deze kleuren zijn in principe alle kleuren samen te stellen. Een goedkope variant van de a-symetrische horizonbak is de bouwlamp (zie figuur 37). Deze lamp heeft een symmetrische spiegel en kan om die reden niet gebruikt worden als horizonbak. Toch, door bouwlampen boven en onder het horizondoek te plaatsen, is een heel goed resultaat mogelijk. Figuur 37 Bouwlamp. Bouwlampen zijn over het algemeen niet voorzien van kleurfilterhouder en/of barndoors. 27

28 6.3. De PC (plano-convex). De plano-convex kortweg de PC is een eenvoudige armatuur bestaande uit een lamp met spiegel en een halfbolle lens (zie figuur 38). Figuur 38 De plano-convex (PC) Het licht uit de lamp wordt door de lens gebundeld tot een keurig ronde bundel. Door het verschuiven van de lamp/lens ten opzichte van de lens kan de grootte van de bundel worden bepaald (zie figuur 39). Figuur 39 Stralengang PC. De lamp en de spiegel zijn gezamenlijk op een verschuifbare voet geplaatst. Door het verschuiven van de lamp/spiegel richting de lens wordt de bundel vergroot. Het verschuiven van de lamp/spiegel richting de achterzijde van de armatuur verkleind de bundel. Indien de lens helder is geslepen, je kunt er goed doorheen kijken, wordt bij het vergroten van de afstand tussen de lens en de lamp/spiegel op een gegeven moment het filament van de lamp duidelijk geprojecteerd. Om dit te voorkomen wordt de vlakke zijde van de lens, tijdens de fabricage, voorzien van kleine druppeltjes glas. Hierdoor wordt de bundel egaler en wordt het filament bij een smalle bundel niet scherp geprojecteerd. Deze lenzen worden pebble-convex of soft-convex genoemd. De vorm van de bundel is rond met onscherpe randen. De kwaliteit van de lens is sterk bepalend voor het rendement van de lamp en de homogene verdeling van het licht. Zoals je kunt zien is de lens vooral in het midden nogal dik. Indien het gebruikte glas niet echt zuiver is zal veel van de lichtenergie worden geabsorbeerd. Daarnaast is de dikte van het glas in het midden van de lens nogal wat groter ten opzichte van de buitenrand. Dit heeft tot gevolg dat midden van de geprojecteerde bundel minder helder is dan de buitenranden. De kwaliteit, en dus ook de prijs, van de PC wordt dus voor een groot deel bepaald door de kwaliteit van de lens. Bij gebruik van verschillende kwaliteiten PC s met gelijke vermogens kan het rendement wel 30% verschillen. 28

29 De PC wordt vooral gebruikt voor het uitlichten van vlakken op relatief grote afstanden. Denk hierbij aan het belichten vanuit de zaalbrug of vanuit het proscenium. Het afsnijden van de bundel, of het begrenzen van de randen van de bundel, kan door gebruik te maken van barndoors (zie figuur 40). Met behulp van deze kleppen is het mogelijk om het licht bijvoorbeeld af te snijden ter hoogte van de podiumrand. Figuur 40 Barndoors (kleppen) De Fresnel. Een belangrijk nadeel van de hierboven genoemde PC is de dikte van de lens. Deze heeft tot gevolg dat het rendement van de lamp laag wordt en het te belichten vlak in het midden minder helder is dan de buitenrand. Daarnaast moet de armatuur relatief lang zijn om bij een niet al te dikke lens toch een smalle bundel te kunnen krijgen. Vooral het lage rendement was voor de wis- en natuurkundige Augustin Jean Fresnel ( ) een reden om te gaan zoeken naar een alternatieve lens die deze problemen niet kent. In 1822 werd de fresnel-lens uitgevonden. Het principe van deze lens berust op het feit dat de mate van breking van het licht wordt bepaald door de bolling van convex-zijde ten opzichte van de plano-zijde en niet de dikte van de lens. Met dit in gedachte is Augustin Jean Fresnel een plano-convex lens gaan uithollen (zie figuur 41). Figuur 41 Van PC naar Fresnel. Hierdoor wordt de dikte van de lens overal redelijk gelijk en een stuk dunner. Hierdoor neemt het rendement sterk toe. Doordat de dikte van de lens nu nagenoeg op alle plekken van de lens gelijk is wordt de bundel homogener. De volgende stap die Augustin Jean Fresnel nam was het in concentrische ringen zagen van de uitgeholde plano-convex lens en deze ringen in elkaar te schuiven. Hierdoor ontstond de huidige Fresnel-lens. Het fabricage proces, uithollen, zagen en verlijmen van de concentrische ringen, van een fresnellens is een langdurig en duur proces. Alleen bij toepassingen waarbij een zeer hoog rendement is gewenst wordt dit op de hierboven besproken wijze gedaan. Denk hierbij onder andere aan vuurtorens (zie figuur 42). 29

30 Figuur 42 Fresnel-lens in vuurtoren. Voor armaturen binnen de belichtingstechniek wordt meestal gebruik gemaakt van gegoten fresnellenzen. Deze lenzen zijn minder nauwkeurig maar beduidend goedkoper (zie figuur 43). Figuur 43 Fresnel-lens in spot. De stralengang is vergelijkbaar met de PC (zie figuur 44). Figuur 44 Stralengang fresnel. Belangrijk nadeel van gegoten fresnel-lenzen is de onnauwkeurigheid van de opstaande randen van de concentrische ringen. Hierdoor ontstaat strooilicht. Dit wordt ook wel spil- en/of spreidlicht genoemd. 30

31 De rol van de fresnel is gelijk aan die van de PC. De armatuur wordt toegepast voor het uitlichten van (speel-)vlakken maar dan op relatief korte afstand. Door het aanwezige strooilicht wordt de fresnel meestal niet toegepast vanuit de zaalbrug. Het aanwezige publiek wordt dan ongewenst belicht. Natuurlijk kan een groot deel van dit strooilicht worden verminderd door gebruik te maken van barndoors. Voor zowel de PC als de fresnel geldt dat er veel licht energie verloren gaat binnen de armatuur. Dit komt doordat de spiegel niet instaat is al het geproduceerde licht naar voren te reflecteren. Dit heeft tot gevolg dat veel licht tegen de binnenwand van de armatuur komt. Deze is over het algemeen mat zwart gespoten waardoor het licht volledig wordt geabsorbeerd en wordt omgezet in warmte (zie figuur 45). Figuur 45 Absorbtie lichtenergie De profielspot. De profielspot wordt vaak toegepast in situaties waarbij effectlicht of speciaaltjes noodzakelijk zijn. Hierbij moet je denken aan het projecteren van beelden op het achterdoek of het in de schijnwerpers zetten van een artiest. De profielspot bestaat uit een vaste lamp geplaatst binnen een ellipsvormige spiegel (zie figuur 46). Alle geproduceerde lichtenergie gaat naar voren. Let wel, de bundel kent, in tegenstelling tot een PC of Fresnel, een brandpunt. Deze bevat zeer veel geconcentreerde energie die, zodra deze buiten de lamp komt, brandgevaar kan opleveren! Figuur 46 Profielspot. Bij de hierboven getoonde profielspot van Selecon wordt het licht via een spiegel naar voren gereflecteerd. Deze speciale spiegel, een koudlicht spiegel, heeft tot doel het zichtbare licht te scheiden van de warmte (zie figuur 47). 31

32 Figuur 47 Koudlichtspiegel. Doordat warmte zich bevindt aan de infrarode kant van het kleurenspectrum wordt ook een deel van het rood niet gereflecteerd waardoor de lichtbundel witter wordt. Daarnaast zullen alle in de lichtstraal geplaatste objecten zoals b.v. kleurfilters minder warm worden. De lichtbundel passeert daarna één of meerdere bolle lenzen. Indien meerdere lenzen worden gebruikt kunnen zowel de grootte als de scherpte van de bundel worden ingesteld. Zodra de bundel scherp wordt gesteld bestaat de kans dat de rand van de bundel gaat verkleuren. Deze wordt enigszins blauw. Dit komt door een lensfout die in principe altijd aanwezig is. De buitenrand van een bolle lens is erg dun en dit geeft een afwijking in de breking van het licht. Dit wordt in de praktijk vaak op gelost door iets door de scherpte te gaan scherp stellen. Dat wil zeggen dan indien de bundel op zijn scherpst is wordt de lens nog iets verder verplaatst zodat de bundel iets minder scherp is. De blauwe rand zal verdwijnen. Met behulp van een profielspot kunnen allerlei effecten worden gerealiseerd. Hiervoor kunnen verschillende objecten binnen de stralengang van de spot worden geplaatst. Met behulp van messen (zie figuur 48) is het mogelijk vierhoeken te projecteren. Figuur 48 Messen / Snijden Door middel van deze messen is het bijvoorbeeld mogelijk om een opgehangen reclamebord zeer nauwkeurig te belichten waardoor het lijkt of dit een lichtbak is. Ook het schijnsel van maanlicht door een zolderraam kan met behulp van messen natuurtrouw worden gerealiseerd. Naast messen kan ook een iris worden geplaatst. Dit is een diafragma, net als in een fototoestel, waarmee de bundelgrootte kan worden aangepast. Het belangrijke voordeel van het aanpassen van de bundelgrootte door middel van een iris is dat de intensiteit en de scherpte van de bundel niet veranderd tijdens het aanpassen van de bundelgrootte. Ook kunnen verschillende motieven worden toegepast. We noemen dit gobo s. Met behulp van een gobo is het mogelijk om de naam van een bedrijf te projecteren of een mooi motief (zie figuur 49). 32

33 Figuur 49 Gobo's. Het stellen van de lamp binnen de reflector is bij deze armatuur van groot belang. Gebeurt dit niet op de juiste wijze krijg je enkele lichtvlekken binnen de bundel (zie figuur 50). Figuur 50 Positioneren van de lamp De PAR-blazer. De PAR-blazer is een lamp zijn oorsprong in de vliegtuigindustrie vindt. Voor het landingslicht heeft men een lamp ontwikkeld die veel gericht licht geeft. De lamp, spiegel en lens is samengesmolten tot een compleet geheel (zie figuur 51). Figuur 51PAR-blazer Door het gebruik van de parabolische spiegel wordt al het opgewekte licht volledig naar voren gestraald. Samen met de lens vormt deze lamp een lichtbron met een zeer hoge lichtopbrengst. De lamp wordt geplaatst in een eenvoudige armatuur. Eigenlijk niet meer dan een zwart gespoten kachelpijp. Veel licht voor weinig geld. 33

34 De lichtbundel van een par is onscherp en ovaalvormig (zie figuur 52). Figuur 52 Bundel van de par. Door de lamp in zijn geheel te verdraaien kan het ovaal horizontaal of verticaal gesteld worden. De par is met drie verschillende bundelgroottes te verkrijgen n.l. narrow, wide en flood. Oftewel smal, medium en breed. Benamingen die ook wel worden toegepast zijn: narrow, medium en wide. Het verwarrende is dat wide nu twee verschillende bundelgroottes aangeeft. Dus goed kijken naar de specificaties! Par-lampen werden tot voor kort het meest toegepast bij popconcerten. Bij concerten vormt het licht een belangrijk onderdeel van de show. De grote hoeveelheid licht in combinatie met de lage prijs maakt dat deze ruim ingezet kunnen worden (zie figuur 53). Figuur 53 Gebruik parren tijdens een concert. Ook in theaters wordt de par steeds meer toegepast. Voornamelijk als tegenlicht kan, vooral door zijn hoge lichtopbrengst, deze lamp erg goed worden toegepast Bewegend licht. Bewegend licht is ontstaan door de wens om met minder lampen toch verschillende speciaaltjes te kunnen realiseren. In het begin werden speciale adapters, de zogenaamde yokes, geleverd waar bestaande armaturen in gehangen konden worden zodat deze op afstand konden worden gesteld (zie figuur 54). 34

35 Figuur 54 Yoke. Op dit moment is bewegend licht een eigen richting uit gegaan en zijn er speciale armaturen voor ontwikkeld. Veel van de technieken uit de conventionele belichting zijn verwerkt in bewegend licht. Denk aan scherpstellen, kleurenfilters, gobo s, irissen, enz. Al deze parameters zijn op afstand instelbaar. Naast deze standaard parameters zijn deze armaturen vaak uitgerust met een groot aantal voorgeprogrammeerde effecten. Grofweg zij er twee typen te onderscheiden n.l.: de moving head en de scanner (zie figuur 55). Bij de moving head wordt de armatuur in zijn geheel bewogen. Dit betekent dat een vrij grote massa moet worden bewogen. Dit maakt de armatuur enigszins traag. Vandaar dat voor snelle bewegingen beter gebruik kan worden gemaakt van een scanner. Bij een scanner wordt een spiegel gebruikt om de bundel te bewegen. Door de lage massa van de spiegel gaat dit een stuk sneller. Moving Head Scanner Figuur 55 Bewegend licht. 35

36 Hoofdstuk 7. Lichtrichtingen Algemeen. Licht kan vanuit verschillende posities een object of persoon belichten. Elke positie heeft zijn eigen dramatische effect. In dit hoofdstuk worden de verschillende lichtrichtingen besproken. Hierbij wordt uitgegaan van het volgende lichtplan (zie figuur 56). Figuur 56 Lichtplan lichtrichtingen. We kennen de volgende lichtrichtingen: Front laag. Front /45 front. 90 zijlicht. 45 zijlicht. Toplicht. 45 tegen. 90 tegen. 36

37 7.2. Lichtrichtingen. Front laag Front laag wordt ook wel voetlicht genoemd. Het is geen natuurlijke vorm van belichting. Deze vorm van belichting heeft een sterk dramatisch effect. Wordt o.a. gebruikt voor het versterken van griezelige scènes s maar ook het reflecteren van zonlicht op b.v. een wit scheepsdek geeft het zelfde effect. Front 90 Front 90 haalt de diepte uit het belichte object. Dit is vaak een ongewenst effect maar in bepaalde situaties kan het als invullicht de hardheid uit de belichting halen. Ook hier hebben we te maken met een onnatuurlijke belichting. 37

38 45 /45 front 45 /45 frontlicht is een heel natuurlijke vorm van belichten. Vooral als een van de lampen als hoofdlicht wordt gebruikt komt dit aardig overeen met het beschijnen van het object door de zon. De expressie van het gezicht is goed zichtbaar. Natuurlijk frontlicht dat wordt gebruikt voor het totaal is veelal gebaseerd op deze vorm van belichting. 90 zijlicht Zijlicht versterkt sterk de contouren van het lichaam. De zichtbaarheid van de anatomie van het lichaam wordt sterk vergroot. Deze lichtrichting wordt veel toegepast bij pop- en dansvoorstellingen waarbij juist de beweging van het lichaam zichtbaar moet zijn en gezichtsuitdrukkingen minder van belang zijn. Als de spot d.m.v. barndoors de vloer niet beschijnt lijkt het belichte object te zweven. 38

39 45 zijlicht Zijlicht versterkt sterk de contouren van het lichaam. De zichtbaarheid van de anatomie van het lichaam wordt sterk vergroot. Deze lichtrichting wordt veel toegepast bij pop- en dansvoorstellingen waarbij juist de beweging van het lichaam zichtbaar moet zijn en gezichtsuitdrukkingen minder van belang zijn. 45 zijlicht komt natuurlijker over dan 90 zijlicht. Deze twee lichtrichtingen worden vaak gezamenlijk gebruikt. Toplicht Toplicht heeft net als laag frontlicht een sterk dramatisch effect. Het geeft gewicht aan het belichte object. Indien toegepast bij personen lijkt deze zwaarder. Wordt regelmatig in combinatie met zijlicht toegepast bij dansvoorstellingen. 45 tegenlicht Tegen licht haalt personen of objecten los van het achterdoek. Belangrijk is daarbij dat het toegepaste vermogen beduidend hoger is dan het frontlicht. Het toneelbeeld wordt drie dimensionaler. 39

40 90 tegenlicht Laag tegenlicht heeft nagenoeg geen effect. Als de acteur uit het licht stapt wordt het publiek verblind. Het effect wordt o.a. toegepast in combinatie rook in b.v. scène s waarbij de acteurs vanuit een vel verlichte ruimte, misschien de hemel?, het toneel op lopen. Totaaltje Totaaltje waarbij gebruik wordt gemaakt van 45 / 45 frontlicht, toplicht en 45 tegenlicht. Dit levert een goed uitgebalanceerd geheel. Met dank aan Armando van den Hoonaard. 40

41 Hoofdstuk 8. Belichtingsmethoden Algemeen. Door gebruik te maken van de in het vorige hoofdstuk genoemde lichtrichtingen kan een voorstelling of concert worden belicht. In de afgelopen jaren zijn er door verschillende lichtontwerpers methoden ontwikkeld die gezien worden als standaarden die gebruikt kunnen worden als uitgangspunt voor het maken van een lichtontwerp. De meest voorkomende methoden zijn: Engelse methode. Driepunts belichtingsmethode. Europees- of Duitsemethode. Contrast-belichtingsmethode. Hoofd- en invullichtmethode. Engels totaal. Ingestoken totaal Engelse methode. Figuur 57 Engelse methode. Bij de Engelse methode wordt elk speelvlak belicht door 6 lampen. 45 /45 frontlicht en 45 /45 tegenlicht en 90 zijlicht. De grootte van het speelvlak wordt bepaald door de bundelgrootte van één spot. Hierbij moet je dus denken aan ongeveer 2x2 meter. Bij een beetje podium heb je dus al gauw zo n 100 lampen nodig. De methode geeft de lichtontwerper wel de mogelijkheid om op een groot aantal plaatsen op het podium een goed uitgebalanceerde belichting te realiseren maar ook speciaaltjes zijn goed te realiseren. Voor de natuurlijke belichting kunnen de 45 /45 front- en tegen lampen worden gebruikt terwijl voor het contrast het 90 zijlicht kan worden gebruikt. Een probleem vormen de lampen die gebruikt worden voor het 90 zijlicht. Voor speelvlakken die zich in het midden van het podium bevinden kunnen deze nagenoeg niet worden toegepast of ze moeten verwerkt worden in decorstukken. Het zijlicht zal dus gerealiseerd moeten worden vanuit de coulissen. In Engeland wordt deze methode ook wel De Methode genoemd. Door de grote hoeveelheid lampen en de complexiteit van het plaatsen wordt deze methode over het algemeen alleen in theaters toegepast waar stukken soms wel 3 tot 4 jaar achter elkaar op de planken wordt gezet. In Engeland komt dit regelmatig voor. Voor reizende gezelschappen en op locaties waar een stuk maar kort speelt levert deze vorm van belichting te veel werk en kosten met zich mee. 41

42 8.3. De driepuntsbelichtingsmethode. Figuur 58 Driepuntsbelichting. Bij driepuntsbelichting wordt het aantal lampen per speelvlak terug gebracht tot drie. 45 /45 front en 45 tegen. De twee frontlampen zorgen voor de natuurlijke belichting van het gezicht terwijl het tegen zorgt voor diepte. Indien een van de frontlampen wordt gebruikt als hoofdlicht (keylight) en de tweede als invullicht (fill-light) wordt de indruk gewekt dat de acteur door de zon wordt belicht. Driepuntsbelichting wordt regelmatig binnen een totaalontwerp toegepast als speciaaltje. Een variant op deze vorm van belichting is wordt in figuur 59 weergegeven: Figuur 59 Driepuntsbelichting 2. Door deze vorm van belichting wordt meer contrast aangebracht in het beeld. 42

43 8. 4. Europees- of Duitsemethode. Figuur 60 Europees- of Duitse methode. Bij deze methode gaat men uit van een totale belichting van het toneel. Het podium wordt gezien als één groot speelvlak. Rond dit speelvlak worden onder een hoek van 45 lampen geplaatst. Deze steken recht in op het podium. Door deze vorm van belichting worden alle delen van het podium uitgebalanceerd belicht. Door de lichtsterkte van de verschillende lampen te variëren kunnen delen van het podium worden geaccentueerd. Doordat, vooral in het front, het licht recht de acteur belicht komt deze vorm van belichting enigszins onnatuurlijk over. Doordat de acteur vanuit vier punten wordt belicht wordt dit ook wel de vierpuntsbelichtingsmethode genoemd. Indien het podium te groot is voor deze vorm van belichting wordt het podium verdeeld in stroken. Deze stroken, ook wel plannen genoemd, worden elk vanuit vier punten belicht (zie figuur 61). Figuur 61 Europees- of Duitse methode 2. 43

44 De verschillende plannen worden geteld vanuit de lichtrichting. Dus plannummering verschilt dus voor het front- en het tegenlicht Contrast belichtingsmethode. Figuur 62 Contrast belichtingsmethode. Bij de contrast belichtingsmethode gaat het vooral op de contouren van het lichaam en minder om de gezichtsuitdrukkingen. Deze methode wordt dan ook veel toegepast bij dansvoorstellingen. Door gebruik te maken van zij- en toplicht wordt de anatomie van het lichaam geaccentueerd. Vanuit het front wordt een beetje invullicht toegepast om de zichtbaarheid van het gezicht enigszins te vergroten. Verder dient het frontlicht voor het ontvangen van het applaus Hoofd- en invullicht. Figuur 63 Hoofd- en invullicht. 44

45 Bij de hoofd- en invulbelichtingsmethode wordt uitgegaan van een aanwezige lichtbron zoals b.v. een kaars of schemerlampje. Het licht dat door dit soort lampen wordt geproduceerd is dusdanig zwak dat theaterspots nodig zijn om het effect van deze lampen te versterken. Het hoofdlicht wordt gebruik om het lichtschijnsel te ondersteunen. Het invullicht verhoogt de zichtbaarheid van het te belichten object. Per speelvlak zijn er dus minimaal 4 lampen noodzakelijk. Deze methode kan erg goed worden toegepast bij voorstellingen in op een vlakke vloer Engels totaal. Figuur 64 Engels totaal. Bij een Engels totaal wordt uitgegaan van één punt in het front van waaruit op natuurlijke wijze het licht, b.v. zonlicht, het podium wordt belicht. Hier voor kunnen bijvoorbeeld de drie lampen aan de rechter zijde van het podium genomen worden. De andere drie lampen worden gebruikt als invullicht. Van belang is dat de clusters van drie lampen zich gegroepeerd aan de linker- of de rechterkant van het podium bevinden. Elke lamp binnen het cluster vertegenwoordigt als het ware een deel van één grote lichtbron. Indien het podium te diep is wordt het podium verdeeld in stroken, plannen, en wordt het Engels totaal nogmaals herhaald Ingestoken totaal. Figuur 65 Ingestoken totaal. Het ingestoken totaal lijkt sterk op de Europees- Duitse methode. Hierbij ontbreekt echter het tegenlicht. 45

46 Hoofdstuk 9. Het lichtontwerp Algemeen. Een lichtontwerp bestaat uit drie onderdelen n.l.: Lichtplan, Stellijst, Standenlijst. Door het toenemende gebruik van computers, bij het maken van het lichtontwerp, en het gebruik van geautomatiseerde lichttafels is de vorm van het lichtontwerp nogal veranderd. Tijdens het ontwerpen kun je al sneller in het net werken en je kunt gemakkelijker experimenteren zonder dat je dat veel extra tekentijd kost. Ook de gebruikte symbolen zijn realistischer. Door gebruik van simulatieprogrammatuur kan de lichtcomputer geprogrammeerd worden zonder dat er ook maar één lamp aanwezig hoeft te zijn. Toch de drie hierboven genoemde onderdelen zullen, in welke vorm dan ook, aanwezig moeten zijn voor het goed documenteren van het lichtontwerp Lichtplan. Het lichtplan is een 2 dimensionale voorstelling van de locatie met daarin aangegeven de ophangpunten voor het licht. Op een lichtplan worden de volgende gegevens vastgelegd: Per armatuur: De plaats van het armatuur. Het type armatuur (Fresnel, PC, enz). De kring (kanaal) waarop het armatuur moet worden aangesloten. Het DMX adres. Het type lamp (halogeen of gasontlading). Het vermogen. Gebruikte kleurfilter. Bij gebruik van een statief/toren de hoogte. Bij het belichten van een voorstelling op locatie, dus een ruimte waar geen theaterfaciliteiten aanwezig zijn: De plaats van dimmers. De plaats van breakoutboxen. De loop van de kabels. De plaats van spanningsverdeelpunten. Een duidelijke legenda. Voor het tekenen van de verschillende armaturen kan gebruik worden gemaakt van DIN-symbolen. Het volgende overzicht toont de DIN-symbolen voor de verschillende armaturen (figuur 66): 46

47 Figuur 66 DIN Symbolen Figuur 67 Lichtplan. Figuur 67 toont een lichtplan. Dit plan werd toegepast tijdens een jubileumconcert van het muziekkorps de Lofstem te Suameer. Tijdens dit concert speelde het volledige korps en waren er solo optredens van gasten. Naast het totaal waren er speciaaltjes nodig voor een 5 mans band Di Gojim en Piter Wilkes, een Friese volkszanger. Zie figuur

48 Figuur 68 Jubileum Lofstem. Figuur 69 Legenda. Figuur 69 toont de legenda. Omdat, door het gebruik van de computer, de symbolen steeds vaker afwijken van de DIN-standaard is het van belang dat door gebruik te maken van een legenda duidelijk wordt gemaakt wat de verschillende symbolen voorstellen. Per onderdeel wordt de relevante informatie duidelijk aangegeven. Zo worden voor de dimmerpacks en het bewegende licht de DMX adressen genoemd. Daarnaast wordt voor het conventionele licht het vermogen, de kleur, het type lamp en het vermogen genoemd (figuur 70). 48

49 Figuur 70 Details lichtplan Stellijst. Een stellijst beschrijft hoe de verschillende spots moeten worden gesteld. Hiervoor worden lichtbundels op de vloer getekend (figuur 71). Om te voorkomen dat er een wirwar van bundels ontstaat worden er meerdere tekeningen gebruikt om het geheel weer te geven. Als een bundel niet op de grond wordt geprojecteerd maar op b.v. de achtermuur, wordt hiervan een tekening gemaakt. Figuur 71 Stellijst zijlicht. Ook kom je, voornamelijk in de pop- en discowereld, stellijsten tegen waarbij de richting wordt aangegeven door middel van pijlen (figuur 72). Er zijn dan minder tekeningen nodig waardoor het maken van een stellijst een stuk sneller gaat. Figuur 72 Slellijst met pijlen. 49

Video belichting. Jan Hoekstra

Video belichting. Jan Hoekstra Video belichting Jan Hoekstra Onderwerpen. Wat is licht? Hoe kijkt het oog / de camera? Kleurenleer. Consequenties voor het belichten. Belichtingsmethodes. Wat is licht? Elektromagnetische golf. Wat is

Nadere informatie

Basic Creative Engineering Skills

Basic Creative Engineering Skills Kleurenleer Novemebr 2016 OTT-1 1 Licht en Kleur Licht heeft geen kleur! For the rays of light to speak properly are not coloured. In them is nothing else than a certain Power and Disposition to stir up

Nadere informatie

Basic Creative Engineering Skills. Oktober 2015 Theaterschool OTT-1 1

Basic Creative Engineering Skills. Oktober 2015 Theaterschool OTT-1 1 Les 7 Kleurenleer Oktober 2015 Theaterschool OTT-1 1 Licht en Kleur Licht heeft geen kleur! For the rays of light to speak properly are not coloured. In them is nothing else than a certain Power and Disposition

Nadere informatie

Beoordelen kleurfilters

Beoordelen kleurfilters Beoordelen kleurfilters Gebruik van Microsoft Photo Editor voor het beoordelen van kleurfilters. Inhoudsopgave: Hoofdstuk 1. Inleiding. 3 1.1. Algemeen. 3 Hoofdstuk 2. Aanpassen intensiteitwaarden primaire

Nadere informatie

Welke Lichtbronnen zijn er eigenlijk?

Welke Lichtbronnen zijn er eigenlijk? Lichtbronnen Een essentieel onderdeel in het maken van een video is toch wel de juiste verlichting. Teveel of te weinig licht kan zorgen voor mindere beelden. Het kunnen omgaan met licht, is een kunstvorm

Nadere informatie

BELEIDSPLAN OPENBARE VERLICHTING 2013 2017 BIJLAGE 2 VERLICHTINGSTECHNIEK

BELEIDSPLAN OPENBARE VERLICHTING 2013 2017 BIJLAGE 2 VERLICHTINGSTECHNIEK BELEIDSPLAN OPENBARE VERLICHTING 2013 2017 BIJLAGE 2 VERLICHTINGSTECHNIEK INHOUDSOPGAVE 1 TECHNIEK VERLICHTING... 3 2 DAGLICHT EN KUNSTLICHT... 3 3 ENKELE TECHNISCHE BEGRIPPEN... 4 3.1 Lichtstroom... 4

Nadere informatie

Kleurtemperatuur en aanpassing door middel van Filters

Kleurtemperatuur en aanpassing door middel van Filters Kleurtemperatuur en aanpassing door middel van Filters Eenheid: graden K (Kelvin) Kelvin (K) Definitie: Het 1/273,16e deel van de temperatuur, bepaald door het tripelpunt van water. Standaardeenheid van

Nadere informatie

1. 1 Wat is een trilling?

1. 1 Wat is een trilling? 1. 1 Wat is een trilling? Een trilling is een beweging die steeds wordt herhaald. Bijvoorbeeld een massa m dat aan een veer hangt. In rust bevindt m zich in de evenwichtsstand. Als m beweegt noemen we

Nadere informatie

Basic Creative Engineering Skills

Basic Creative Engineering Skills Visuele Perceptie Oktober 2015 Theaterschool OTT-1 1 Visuele Perceptie Op tica (Gr.) Zien leer (der wetten) v.h. zien en het licht. waarnemen met het oog. Visueel (Fr.) het zien betreffende. Perceptie

Nadere informatie

In de figuur hieronder zie je een Elektromagnetische golf: een golf die bestaat uit elektrische en magnetische trillingen.(zie figuur).

In de figuur hieronder zie je een Elektromagnetische golf: een golf die bestaat uit elektrische en magnetische trillingen.(zie figuur). 2.1 Wat is licht? In de figuur hieronder zie je een Elektromagnetische golf: een golf die bestaat uit elektrische en magnetische trillingen.(zie figuur). Licht is een elektromagnetische golf. Andere voorbeelden

Nadere informatie

Basic Creative Engineering Skills

Basic Creative Engineering Skills Spiegels en Lenzen September 2015 Theaterschool OTT-2 1 September 2015 Theaterschool OTT-2 2 Schaduw Bij puntvormige lichtbron ontstaat een scherpe schaduw. Vraag Hoe groot is de schaduw van een voorwerp

Nadere informatie

ZX Ronde zondag 5 oktober 2014

ZX Ronde zondag 5 oktober 2014 ZX Ronde zondag 5 oktober 2014 Verhaaltje..Tussen Watt en Lumen Dit een verhaaltje gaat over de verschillen tussen de lichtopbrengst van lichtbronnen wat aansluit op het verhaalt over licht en lichtbronnen

Nadere informatie

Uitwerkingen 1. Opgave 1 Bij mist wordt het licht door de waterdruppeltjes weerkaatst. Opgave 2 Groter Kleiner. Opgave 3

Uitwerkingen 1. Opgave 1 Bij mist wordt het licht door de waterdruppeltjes weerkaatst. Opgave 2 Groter Kleiner. Opgave 3 Uitwerkingen 1 Opgave 1 Bij mist wordt het licht door de waterdruppeltjes weerkaatst. Opgave 2 Groter Kleiner Opgave 3 Opgave 4 Licht, steeds donkerder (bij halfschaduw), donker (kernschaduw), steeds lichter

Nadere informatie

VRAGENBLAD 1. gsm. zon. haard / kachel / verwarming laser. Rood Oranje Geel Groen Blauw (nu cyaan) Indigo (nu blauw) Violet

VRAGENBLAD 1. gsm. zon. haard / kachel / verwarming laser. Rood Oranje Geel Groen Blauw (nu cyaan) Indigo (nu blauw) Violet VRAGENBLAD 1 Kleur kan alleen waargenomen worden als er licht is. Licht bestaat uit elektromagnetische stralen in de vorm van golven De afstand die een golf aflegt binnen één seconde is de golflengte Het

Nadere informatie

Kleurperceptie en kleur meten

Kleurperceptie en kleur meten Kleurperceptie en kleur meten het berekenen van kleurpunten in het CIELab systeem 1 Inleiding Dagelijks zien we om ons heen allerlei objecten die een kleur hebben. Kleurwaarneming is belangrijk voor ons

Nadere informatie

Licht / kleur / camera. Digitale bewerking

Licht / kleur / camera. Digitale bewerking Presentatie IVN Werkgroep Fotografie Licht / kleur / camera Digitale bewerking Afdrukken / kleuren beoordelen John Dijksma, 20 november 2014. Wat ziet u? Wat ziet u niet? Electro magnetisch spectrum Zichtbare

Nadere informatie

Basic Creative Engineering Skills

Basic Creative Engineering Skills Visuele Perceptie November 2016 OTT-1 1 Visuele Perceptie Op tica (Gr.) Zien leer (der wetten) v.h. zien en het licht. waarnemen met het oog. Visueel (Fr.) het zien betreffende. Perceptie 1 waarneming

Nadere informatie

Exact Periode 5 Niveau 3. Dictaat Licht

Exact Periode 5 Niveau 3. Dictaat Licht Exact Periode 5 Niveau 3 Dictaat Licht 1 1 Wat is licht? In de figuur hieronder zie je een elektromagnetische golf: een golf die bestaat uit elektrische en magnetische trillingen.(zie figuur). Licht is

Nadere informatie

LED. begrippen kleur levensduur rendement besparing

LED. begrippen kleur levensduur rendement besparing LED begrippen kleur levensduur rendement besparing LED begrippen kleur levensduur rendement besparing De laatste jaren heeft led een enorme groei gemaakt, in zowel de techniek als op het gebied van verkoop.

Nadere informatie

1 f T De eenheid van trillingstijd is (s). De eenheid van frequentie is (Hz).

1 f T De eenheid van trillingstijd is (s). De eenheid van frequentie is (Hz). 1. 1 Wat is een trilling? Een trilling is een beweging die steeds wordt herhaald. Bijvoorbeeld een massa m dat aan een veer hangt. In rust bevindt m zich in de evenwichtsstand. Als m beweegt noemen we

Nadere informatie

Exact Periode 5. Dictaat Licht

Exact Periode 5. Dictaat Licht Exact Periode 5 Dictaat Licht 1 1 Wat is licht? In de figuur hieronder zie je een elektromagnetische golf: een golf die bestaat uit elektrische en magnetische trillingen.(zie figuur). Licht is een elektromagnetische

Nadere informatie

Samenvatting door een scholier 1922 woorden 10 februari keer beoordeeld. Natuurkunde

Samenvatting door een scholier 1922 woorden 10 februari keer beoordeeld. Natuurkunde Samenvatting door een scholier 1922 woorden 10 februari 2012 6 129 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Nova 1 Zien Lichtbronnen zien Lichtbronnen: Voorwerpen die zelf licht geven Lichtstralen: de straal

Nadere informatie

Beschrijving. Algemeen. Audio

Beschrijving. Algemeen. Audio Vormingscentrum Destelheide vzw Algemene Dienst voor Jeugdtoerisme Destelheidestraat 66 1653 Dworp Tel +32 2 380 39 15 Fax +32 2 380 52 51 e-mail: info@destelheide.be www.destelheide.be Beschrijving Algemeen

Nadere informatie

6,2. Werkstuk door een scholier 1565 woorden 1 december keer beoordeeld. Natuurkunde. Wat is kleur?

6,2. Werkstuk door een scholier 1565 woorden 1 december keer beoordeeld. Natuurkunde. Wat is kleur? Werkstuk door een scholier 1565 woorden 1 december 2002 6,2 174 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Wat is kleur? Zodra s'morgens het eerste licht er is, kunnen wij vaag kleuren onderscheiden. Bij verschillende

Nadere informatie

over de rol van licht in de vogelkweek

over de rol van licht in de vogelkweek over de rol van licht in de vogelkweek Wat is licht en wat doet het? Wat is er nu verkrijgbaar? LED: het licht van de toekomst? Geen technische verhalen!!! Vriendenclub Eindhoven 15/3/2015 2 De rol van

Nadere informatie

Handleiding Optiekset met bank

Handleiding Optiekset met bank Handleiding Optiekset met bank 112110 112110 112114 Optieksets voor practicum De bovenstaande Eurofysica optieksets zijn geschikt voor alle nodige optiekproeven in het practicum. De basisset (112110) behandelt

Nadere informatie

Licht (de conventionele lichtset van TT/PM FC)

Licht (de conventionele lichtset van TT/PM FC) Handleiding Licht (de conventionele lichtset van TT/PM FC) Inhoudsopgave: Hoofdstuk 1. Inleiding. 3 1.1. Algemeen. 3 Hoofdstuk 2. De conventionele lichtset. 4 2.1. Algemeen. 4 2.2. De lampen (fixtures).

Nadere informatie

3HAVO Totaaloverzicht Licht

3HAVO Totaaloverzicht Licht 3HAVO Totaaloverzicht Licht Algemene informatie Terugkaatsing van licht kan op twee manieren: Diffuus: het licht wordt in verschillende richtingen teruggekaatst (verstrooid) Spiegelend: het licht wordt

Nadere informatie

Licht en kleur. Inleiding. Polarisatie van licht

Licht en kleur. Inleiding. Polarisatie van licht Licht en kleur Inleiding Om iets te zien is er licht nodig. Afhankelijk van de omgeving ziet iets er helderder of minder helder uit, valt iets meer of minder op,.... Een kleur kan in de ene omgeving zwart

Nadere informatie

Infrarood temperatuurmeten:

Infrarood temperatuurmeten: Infrarood temperatuurmeten: Special: 2 Kleuren of Ratio Pyrometer Straling, convectie en geleiding: Met een infrarood temperatuurmeter of pyrometer meten we de straling of Radiation van een object. De

Nadere informatie

FLOOD BIFA. Kenmerken. Specifications. Toepassingen. Tel Controle Lichtbundel

FLOOD BIFA. Kenmerken. Specifications. Toepassingen.   Tel Controle Lichtbundel info@nextgenerationled.be www.nextgenerationled.be Tel + 32 53 71 09 42 FLOOD BIFA Kenmerken n Levensduur L70 %: > 50.000 uren n Energiebesparing tot 80% n Efficiente controle over lichtbundel n Geoptimaliseerde

Nadere informatie

AR111 Soraa. Kenmerken. Specificaties. Toepassingsgebied. Tel Gallium Nitride).

AR111 Soraa. Kenmerken. Specificaties. Toepassingsgebied.  Tel Gallium Nitride). info@nextgenerationled.be www.nextgenerationled.be Tel + 32 53 71 09 42 AR111 Soraa Kenmerken n Levensduur L70 %: > 35.000 uur. n GaN on GaN (Gallium Nitride on Gallium Nitride). n Eén lichtbundel waardoor

Nadere informatie

Deze dame of heer vertelt over hoe het mogelijk is om het energie verbruik te verminderen en laat energie besparende manieren zien.

Deze dame of heer vertelt over hoe het mogelijk is om het energie verbruik te verminderen en laat energie besparende manieren zien. DE ENERGIECOACH Wat doet een energiecoach Deze dame of heer vertelt over hoe het mogelijk is om het energie verbruik te verminderen en laat energie besparende manieren zien. Een opmerking vooraf : Het

Nadere informatie

Basic Creative Engineering Skills

Basic Creative Engineering Skills Fotometrie 1 Voor het beschrijven van eigenschappen en specificaties van licht en lichtbronnen bestaan gestandaardiseerde begrippen en eenheden. CIE Commission Internationale de l Eclairage 2 Vermogen

Nadere informatie

6/7/2018. over de rol van licht in de vogelkweek

6/7/2018. over de rol van licht in de vogelkweek Zesde versie, aanpassing 17 mei 2018 over de rol van licht in de vogelkweek 2 Voordracht van dr. Peter Coutteel Symposium in Uden Belangstelling van collega liefhebbers uit Eindhoven e.o. Dit verhaal:

Nadere informatie

SORAA GU10. Kenmerken. Specificaties. Toepassingsgebied. Tel Nitride).

SORAA GU10. Kenmerken. Specificaties. Toepassingsgebied.   Tel Nitride). info@nextgenerationled.be www.nextgenerationled.be Tel + 32 53 71 09 42 SORAA GU10 Kenmerken n Levensduur L70 %: > 25.000 uur. n GaN on GaN (Gallium Nitride on Gallium Nitride). n Eén lichtbundel waardoor

Nadere informatie

2.1 Wat is licht? 2.2 Fotonen

2.1 Wat is licht? 2.2 Fotonen 2.1 Wat is licht? In de figuur hieronder zie je een Elektromagnetische golf: een golf die bestaat uit elektrische en magnetische trillingen.(zie figuur). Licht is een elektromagnetische golf. Andere voorbeelden

Nadere informatie

LICHT VAN NOBLE LIGHT

LICHT VAN NOBLE LIGHT Noble Light..... the best for your sight! Elektromagnetische straling nm 10 13 ZWEEDSE MIJL FM KM 10 11 MW KW METER 10 9 VHF TV 10 7 RADAR INFRAROODSTRALING 10 5 ZICHTBAAR LICHT 10 3 UV-STRALING DE ZON

Nadere informatie

ALGEMEEN 1. De luchtdruk op aarde is ongeveer gelijk aan. A 1mbar. B 1 N/m 2. C 13,6 cm kwikdruk. D 100 kpa.

ALGEMEEN 1. De luchtdruk op aarde is ongeveer gelijk aan. A 1mbar. B 1 N/m 2. C 13,6 cm kwikdruk. D 100 kpa. LGEMEEN 1 De luchtdruk op aarde is ongeveer gelijk aan 1mbar. B 1 N/m 2. C 13,6 cm kwikdruk. D 100 kpa. 5 Van een bi-metaal maakt men een thermometer door het aan de ene kant vast te klemmen en aan de

Nadere informatie

SUFA SF200 SF400 SF800

SUFA SF200 SF400 SF800 info@nextgenerationled.be www.nextgenerationled.be Tel + 32 53 71 09 42 PROJECTOR SUFA Kenmerken n Levensduur L70 %: > 50.000 uren n Energiebesparing tot 65% n IP klasse :66 n Ongeëvenaarde lichtopbrengst

Nadere informatie

Exact Periode 5.2. Licht

Exact Periode 5.2. Licht Exact Periode 5.2 Licht 1 1 Wat is licht? In de figuur hieronder zie je een elektromagnetische golf: een golf die bestaat uit elektrische en magnetische trillingen.(zie figuur). Licht is een elektromagnetische

Nadere informatie

Zonnestraling. Samenvatting. Elektromagnetisme

Zonnestraling. Samenvatting. Elektromagnetisme Zonnestraling Samenvatting De Zon zendt elektromagnetische straling uit. Hierbij verplaatst energie zich via elektromagnetische golven. De golflengte van de straling hangt samen met de energie-inhoud.

Nadere informatie

ENERGIE ZUINIGE VERLICHTING LED VERLICHTING

ENERGIE ZUINIGE VERLICHTING LED VERLICHTING ENERGIE ZUINIGE VERLICHTING LED VERLICHTING ENERGIEBESPARING LEVENSDUUR MILIEU BETROUWBAARHEID RETURN OF INVESTMENT GESCHIEDENIS De Russische wetenschapper Oleg Losev ontdekte reeds halverwege de jaren

Nadere informatie

HIGH BAY SEGA HIGH POWER

HIGH BAY SEGA HIGH POWER info@nextgenerationled.be www.nextgenerationled.be Tel + 32 53 71 09 42 HIGH BAY SEGA HIGH POWER Kenmerken n Levensduur L70 %: > 50.000 uren n Energiebesparing tot 65% n Ongeëvenaarde lichtopbrengst: 125

Nadere informatie

Kleurruimten - Photoshop

Kleurruimten - Photoshop Kleurruimten - Photoshop RGB RGB is een kleurmodel dat in de een of andere variant gebruikt wordt door camera's en monitoren. Bekende varianten zijn AdobeRGB en srgb. Het maakt gebruik van de primaire

Nadere informatie

Actie Groenlicht Luxerna Power TL600

Actie Groenlicht Luxerna Power TL600 Actie Groenlicht Luxerna Power TL600 Pagina 1 van 1 Samenvatting meetgegevens parameter meting lamp opmerking Kleurtemperatuur 6661 K Felwit. Lichtsterkte I v 365 Cd Stralingshoek 91 deg Vermogen P 9.9

Nadere informatie

In dit document leggen we uit hoe isolatie werkt en hoe INSUL8eco werkt in uw gebouw.

In dit document leggen we uit hoe isolatie werkt en hoe INSUL8eco werkt in uw gebouw. De basis van isolatie en hoe INSULd8eco werkt in uw gebouw In dit document leggen we uit hoe isolatie werkt en hoe INSUL8eco werkt in uw gebouw. Om de werking van onze isolatie oplossing goed te begrijpen,

Nadere informatie

Toegepaste Kleurenleer

Toegepaste Kleurenleer Toegepaste Kleurenleer Toegepaste Onderwijskunde Tolab Enschede December 1992 Johan Jonker Inhoud: 1. Inleiding kleurenleer 2. Kleuren scheiden 3. Complementaire kleuren 4. Subtraktief mengen 5. Additief

Nadere informatie

Tekstboek. VMBO-T Leerjaar 1 en 2

Tekstboek. VMBO-T Leerjaar 1 en 2 Tekstboek VMBO-T Leerjaar 1 en 2 JHB Pastoor 2015 Arnhem 1 Inhoudsopgave i-nask Tekstboek VMBO-T Leerjaar 1 en 2 Hoofdstuk 1 Licht 1.1 Licht Zien 3 1.2 Licht en Kleur 5 1.3 Schaduw 10 1.4 Spiegels 15 Hoofdstuk

Nadere informatie

MULTIFUNCTIONAL WAPA. Kenmerken. Specificaties. Toepassingsgebied. Tel

MULTIFUNCTIONAL WAPA. Kenmerken. Specificaties. Toepassingsgebied.   Tel info@nextgenerationled.be www.nextgenerationled.be Tel + 32 53 71 09 42 MULTIFUNCTIONAL WAPA Kenmerken n Levensduur L70 %: > 50.000 uren n Energiebesparing tot 65% n Ongeëvenaarde lichtopbrengst : 125

Nadere informatie

T1 Wat is licht? FIG. 3 Zo teken je een lichtstraal. De pijl geeft de richting van het licht aan.

T1 Wat is licht? FIG. 3 Zo teken je een lichtstraal. De pijl geeft de richting van het licht aan. T1 Wat is licht? Lichtbron, lichtstraal en lichtsnelheid Licht ontstaat in een lichtbron. Een aantal bekende lichtbronnen zijn: de zon en de sterren; verschillende soorten lampen (figuur 1); vuur, maar

Nadere informatie

Design en decoratie. Kleur is overal om je heen

Design en decoratie. Kleur is overal om je heen 2. Kleuren Overal om je heen zie je kleuren. De ene kleur valt meer op dan de andere kleur. Van de ene kleur word je vrolijk en van de andere kleur juist somber. Kleur speelt een hele belangrijk rol in

Nadere informatie

Copyright. B.L.W. Visser bv. Infrarood temperatuurmeten: Special: 2 Kleuren of Ratio Pyrometer. Straling, convectie en geleiding:

Copyright. B.L.W. Visser bv. Infrarood temperatuurmeten: Special: 2 Kleuren of Ratio Pyrometer. Straling, convectie en geleiding: Infrarood temperatuurmeten: Special: 2 Kleuren of Ratio Pyrometer Straling, convectie en geleiding: Emissiviteit: De stralingsenergie van een object bestaat uit zijn eigen stralingsenergie, de gereflecteerde

Nadere informatie

Extra oefenopgaven licht (1) uitwerkingen

Extra oefenopgaven licht (1) uitwerkingen Uitwerking van de extra opgaven bij het onderwerp licht. Als je de uitwerking bij een opgave niet begrijpt kun je je docent altijd vragen dit in de les nog eens uit te leggen! Extra oefenopgaven licht

Nadere informatie

Informatie over Lenzen

Informatie over Lenzen Informatie over Lenzen Camera CCD Sensor: De grootte van de camerabeeld sensor (CCD) beïnvloed ook de kijkhoek, waarbij de kleinere beeldsensoren een smallere kijkhoek creëren wanneer gebruikt met eenzelfde

Nadere informatie

Eindexamen havo natuurkunde II

Eindexamen havo natuurkunde II Eindexamen havo natuurkunde 0 - II Opgave Parasaurolophus maximumscore antwoord: resonantie maximumscore voorbeeld van een berekening: Voor de grondtoon bij een halfgesloten pijp geldt dat de lengte van

Nadere informatie

SORAA MR16. Kenmerken. Specificaties. Toepassingsgebied. Tel Nitride).

SORAA MR16. Kenmerken. Specificaties. Toepassingsgebied.  Tel Nitride). info@nextgenerationled.be www.nextgenerationled.be Tel + 32 53 71 09 42 SORAA MR16 Kenmerken n Levensduur L70 %: > 25.000 uur. n Garantie : 3 jaar. n GaN on GaN (Gallium Nitride on Gallium Nitride). n

Nadere informatie

Benodigdheden bekerglas, dompelaar (aan te sluiten op lichtnet), thermometer, stopwatch

Benodigdheden bekerglas, dompelaar (aan te sluiten op lichtnet), thermometer, stopwatch Naam: Klas: Practicum soortelijke warmte van water Benodigdheden bekerglas, dompelaar (aan te sluiten op lichtnet), thermometer, stopwatch Doel van de proef Het bepalen van de soortelijke warmte van water

Nadere informatie

Welke kleuren zien julie?

Welke kleuren zien julie? Licht Welke kleuren zien julie? Kleuren nabootsen Bij schilderijen, kleurenfoto's en kleurentelevisie streeft men ernaar de kleuren zo goed mogelijk na te bootsen. Dat betekent men een bepaalde kleur ziet

Nadere informatie

jaar: 1994 nummer: 12

jaar: 1994 nummer: 12 jaar: 1994 nummer: 12 Een vrouw staat vóór een spiegel en kijkt met behulp van een handspiegel naar de bloem achter op haar hoofd.de afstanden van de bloem tot de spiegels zijn op de figuur aangegeven.

Nadere informatie

Zonwering Raamdecoratie Privacy Projectie Design Protectie

Zonwering Raamdecoratie Privacy Projectie Design Protectie Zonwering Raamdecoratie Privacy Projectie Design Protectie Spelen met zicht, de nieuwe dimensie in zonweren De Nanotecfilm is een nieuwe ontwikkeling in de nanotechniek. Deze komt voort uit technologie

Nadere informatie

Productfotografie in je eigen thuisstudio

Productfotografie in je eigen thuisstudio Productfotografie in je eigen thuisstudio Kenneth Verburg De feestdagen zitten er weer aan te komen en dus vallen er wekelijks tientallen folders met aanbiedingen door de brievenbus waarin de laatste producten

Nadere informatie

Bescherming van je lichaam tegen UV licht

Bescherming van je lichaam tegen UV licht Bescherming van je lichaam tegen UV licht Document LC16002 Dr Jan H. Lichtenbelt Haren (GN) 2016. 1 Inleiding We hebben zonlicht nodig. Zonlicht voelt lekker warm en behaaglijk aan en het maakt ook nog

Nadere informatie

Maandthema februari 2015. Vuur en Licht

Maandthema februari 2015. Vuur en Licht Maandthema februari 2015 Vuur en Licht 1 Vuur en Licht tezamen 2 Vuur Vuur is het zichtbare (licht) en voelbare (warmte) verschijnsel dat optreedt als een brandbare stof een oxidatiereactie ondergaat bij

Nadere informatie

Samenvatting NaSk Hoofdstuk t/m 4.5

Samenvatting NaSk Hoofdstuk t/m 4.5 Samenvatting NaSk Hoofdstuk 2 + 4.1 t/m 4.5 Samenvatting door Sietske 852 woorden 4 augustus 2013 2,1 4 keer beoordeeld Vak Methode NaSk Natuur- en scheikunde actief 2.1 Woordweb à voor overzicht wat nodig

Nadere informatie

TEMPERATUURSTRALING Leg uit waarom je alleen metingen kunt doen aan temperatuurstraling als je meetinstrument kouder is dan het te meten voorwerp.

TEMPERATUURSTRALING Leg uit waarom je alleen metingen kunt doen aan temperatuurstraling als je meetinstrument kouder is dan het te meten voorwerp. strofysica TEMPERTUURSTRLING Leg uit waarom je alleen metingen kunt doen aan temperatuurstraling als je meetinstrument kouder is dan het te meten voorwerp. Uitwerking: ls het meetapparaat zelf een hogere

Nadere informatie

BNR PRODUCTS LED GROEN BOEK. Een kostenvergelijking van led met traditionele gloeilampen, halogeen spots en CFL spaarlampen

BNR PRODUCTS LED GROEN BOEK. Een kostenvergelijking van led met traditionele gloeilampen, halogeen spots en CFL spaarlampen BNR PRODUCTS LED GROEN BOEK Een kostenvergelijking van led met traditionele gloeilampen, halogeen spots en CFL spaarlampen Voorwoord Led verlichting is duur! Het is een veel voorkomende opmerking. Terecht

Nadere informatie

Folder 68 18.6. Lichtbronnen. Productinformatie

Folder 68 18.6. Lichtbronnen. Productinformatie Folder 68 18.6 Lichtbronnen Productinformatie Lichtbronnen Het middelpunt van uw wereld is uw huis. In deze folder vindt u ideeën om uw huis een heel andere uitstraling te geven door het subtiele gebruik

Nadere informatie

6.1 Voortplanting en weerkaatsing van licht

6.1 Voortplanting en weerkaatsing van licht Uitwerkingen opgaven hoofdstuk 6 6.1 Voortplanting en weerkaatsing van licht Opgave 1 Opgave 2 Bij diffuse terugkaatsing wordt opvallend licht in alle mogelijke richtingen teruggekaatst, zelfs als de opvallende

Nadere informatie

Lichtmeting aan LED verlichting

Lichtmeting aan LED verlichting Lichtmeting aan LED verlichting Tristimulus versus Spectrale Instrumenten Theo Duncker LED Lampen 1 Watt 2 Chromatische analyse Groen Oranje/ Geel Rood Blauw 3 Gekleurde LED s Relatieve Schaal 468 nm 515

Nadere informatie

Virtual Light Lab V3 quick guide.

Virtual Light Lab V3 quick guide. Virtual Light Lab V3 quick guide. Inleiding. Het programma Virtual Light Lab (VLL) is een prachtig programma om te experimenteren met kleur. Het wordt door lichtontwerpers gebruikt om een idee te krijgen

Nadere informatie

EXPLOSIEVRIJE ATEX ARMATUUR

EXPLOSIEVRIJE ATEX ARMATUUR info@nextgenerationled.be www.nextgenerationled.be Tel + 32 53 71 09 42 EXPLOSIEVRIJE ATEX ARMATUUR Kenmerken n Levensduur L80 %: > 50.000 uren n Atex richtlijn 94/9 EC n Zone 2 en 22 n IP klasse : 66

Nadere informatie

Acoustics. The perfect acoustics of a car. Jan Hoekstra

Acoustics. The perfect acoustics of a car. Jan Hoekstra Acoustics The perfect acoustics of a car. Jan Hoekstra Onderwerpen: Wat is geluid? Een stukje theorie. Acoustics. Toepassingen. Vragen? Bedankt. Wat is geluid? Geluid is een verstoring van de atmosfeer

Nadere informatie

Integrallight LED spot

Integrallight LED spot Integrallight LED spot 1508.07 Pagina 1 van 12 Samenvatting meetgegevens parameter meting lamp opmerking Kleurtemperatuur 2736 K Warmwit. Lichtsterkte I v 1600 Cd Stralingshoek 30 deg Vermogen P 15.7 W

Nadere informatie

Beauty en fashion licht

Beauty en fashion licht Beauty en fashion licht Otto van den Toorn is beauty- en fashionfotograaf. In de modewereld is hij een bekende en bij het grote publiek heeft hij naam gemaakt met het Net5-televisie programma Model In

Nadere informatie

Om kleuren te kunnen zien, heb je licht nodig. Maar waar komt licht vandaan? Lichtbron energiebron lichtkleur. gloeilamp stopcontact geel/bruinig

Om kleuren te kunnen zien, heb je licht nodig. Maar waar komt licht vandaan? Lichtbron energiebron lichtkleur. gloeilamp stopcontact geel/bruinig practicum Kleur is een illusie Zoals jullie hebben gelezen, werkt Jac Barnhoorn (zie interview bladzijde 1) bij Océ Technologies. Met printers van Océ kun je grote kleurafbeeldingen of bijvoorbeeld bouwtekeningen

Nadere informatie

Diafragma, hoe werkt het

Diafragma, hoe werkt het Diafragma, hoe werkt het DOOR KENNETH VERBURG IN BASISCURSUS - 172 REACTIES Onderdeel van de serie 1. Basiskennis Starten met een spiegelreflexcamera Diafragma, hoe werkt het De beste sluitertijd kiezen

Nadere informatie

FACULTEIT TECHNISCHE NATUURWETENSCHAPPEN. Opleiding Technische Natuurkunde TENTAMEN

FACULTEIT TECHNISCHE NATUURWETENSCHAPPEN. Opleiding Technische Natuurkunde TENTAMEN FACULTEIT TECHNISCHE NATUURWETENSCHAPPEN Opleiding Technische Natuurkunde TENTAMEN Vak : Inleiding Optica (19146011) Datum : 9 november 01 Tijd : 8:45 uur 1.15 uur Indien U een onderdeel van een vraagstuk

Nadere informatie

Introductie VSL Meten aan verlichting. Dutch Metrology Institute Oktober 2017 Kees-Peter Geluk

Introductie VSL Meten aan verlichting. Dutch Metrology Institute Oktober 2017 Kees-Peter Geluk Introductie VSL Meten aan verlichting Dutch Metrology Institute Oktober 2017 Kees-Peter Geluk Inhoudsopgave VSL algemeen VSL optica Meten aan verlichting 2-11-2017 2 VSL Algemeen VSL is een privaat bedrijf

Nadere informatie

Bronvermelding: www.allesoverhetaquarium.nl

Bronvermelding: www.allesoverhetaquarium.nl ! Bronvermelding: www.allesoverhetaquarium.nl!! Het maken van aquarium foto's Voor veel mensen met een aquarium komt er een tijd dat men er foto's van wil maken om het behaalde resultaat voor altijd vast

Nadere informatie

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2017 TOETS APRIL :00 12:45 uur

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2017 TOETS APRIL :00 12:45 uur TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2017 TOETS 1 12 APRIL 2017 11:00 12:45 uur 1 Eenheden. (3 punten) Een helikopter kan stil hangen in de lucht als de motor van de helikopter een vermogen levert. Een

Nadere informatie

VERLICHTINGSWIZARD Bespaar energie met de juiste lamp!

VERLICHTINGSWIZARD Bespaar energie met de juiste lamp! VRLIHTINGSWIZR espaar energie met de juiste lamp! Per 1 september 2012 is de import van energie- en milieu onvriendelijke lampen stopgezet. Hierdoor is de gloeilamp langzaam maar zeker uit de schappen

Nadere informatie

Formatieve toets. Versie 1 KLEUR BASIS

Formatieve toets. Versie 1 KLEUR BASIS Formatieve toets Versie 1 KLEUR BASIS Naam deelnemer: Lesgroep: Studentennummer: Datum: Instructie voor het maken van de toets: Deze toets meet de kennis van de reader Basiscursus kleur en de daarbijhorende

Nadere informatie

Instructieboek. Vrijwilligers theatertechniek de Muze

Instructieboek. Vrijwilligers theatertechniek de Muze Instructieboek Vrijwilligers theatertechniek de Muze Tekst en afbeeldingen Ronald Dirkmaat 2007 Revisie mei 2011 0 Instructieboek Vrijwilligers theatertechniek de Muze Inhoud 1. Inleiding (blz. 2) 2. Werkhouding

Nadere informatie

De Zon. N.G. Schultheiss

De Zon. N.G. Schultheiss 1 De Zon N.G. Schultheiss 1 Inleiding Deze module is direct vanaf de derde of vierde klas te volgen en wordt vervolgd met de module De Broglie of de module Zonnewind. Figuur 1.1: Een schema voor kernfusie

Nadere informatie

Hoofdstuk 3: Licht. Natuurkunde VWO 2011/2012. www.lyceo.nl

Hoofdstuk 3: Licht. Natuurkunde VWO 2011/2012. www.lyceo.nl Hoofdstuk 3: Licht Natuurkunde VWO 2011/2012 www.lyceo.nl Hoofdstuk 3: Licht Natuurkunde 1. Mechanica 2. Golven en straling 3. Elektriciteit en magnetisme 4. Warmteleer Rechtlijnige beweging Trilling en

Nadere informatie

Licht; Elektromagnetische straling een golf Licht; een deeltje (foto-elektrisch effect). Licht; als een lichtstraal Licht beweegt met de

Licht; Elektromagnetische straling een golf Licht; een deeltje (foto-elektrisch effect). Licht; als een lichtstraal Licht beweegt met de Licht; Elektromagnetische straling een golf Licht; een deeltje (foto-elektrisch effect). Licht; als een lichtstraal Licht beweegt met de lichtsnelheid ~300.000 km/s! Rechte lijn Pijl er in voor de richting

Nadere informatie

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Vrijdag 27 mei totale examentijd 3 uur

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Vrijdag 27 mei totale examentijd 3 uur natuurkunde 1,2 Examen VWO - Compex Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Vrijdag 27 mei totale examentijd 3 uur 20 05 Vragen 1 tot en met 17. In dit deel staan de vragen waarbij de computer

Nadere informatie

6.1 Voortplanting en weerkaatsing van licht 6.2 Spiegel en spiegelbeeld

6.1 Voortplanting en weerkaatsing van licht 6.2 Spiegel en spiegelbeeld 6.1 Voortplanting en weerkaatsing van licht 6.2 Spiegel en spiegelbeeld Lichtbronnen: Directe lichtbronnen produceren zelf licht Indirecte lichtbronnen reflecteren licht. Je ziet een voorwerp als er licht

Nadere informatie

d. Bereken bij welke hoek α René stil op de helling blijft staan (hij heeft aanvankelijk geen snelheid). NB: René gebruikt zijn remmen niet.

d. Bereken bij welke hoek α René stil op de helling blijft staan (hij heeft aanvankelijk geen snelheid). NB: René gebruikt zijn remmen niet. Opgave 1 René zit op zijn fiets en heeft als hij het begin van een helling bereikt een snelheid van 2,0 m/s. De helling is 15 m lang en heeft een hoek van 10º. Onderaan de helling gekomen, heeft de fiets

Nadere informatie

natuurkunde 1,2 Compex

natuurkunde 1,2 Compex Examen HAVO 2007 tijdvak 1 woensdag 23 mei totale examentijd 3,5 uur natuurkunde 1,2 Compex Vragen 1 tot en met 17 In dit deel van het examen staan de vragen waarbij de computer niet wordt gebruikt. Bij

Nadere informatie

FACULTEIT TECHNISCHE NATUURKUNDE. Kenmerk: /Gor/Hsa/Rrk. Datum: TENTAMEN

FACULTEIT TECHNISCHE NATUURKUNDE. Kenmerk: /Gor/Hsa/Rrk. Datum: TENTAMEN FACULTEIT TECHNISCHE NATUURKUNDE Kenmerk: /Gor/Hsa/Rrk Datum: Vak : Inleiding Optica (4602) Datum : 9 januari 200 Tijd : 9.00 uur - 2.0 uur TENTAMEN Indien U een onderdeel van een vraagstuk niet kunt maken

Nadere informatie

1.3 Spot aandoen. In het licht kijken. Dan dimmen.

1.3 Spot aandoen. In het licht kijken. Dan dimmen. KLEURENLEER DAG 1 1. LICHT ACHTER DUISTER (warme kleuren: oranje, rood,...) 1.1 De ruimte is verduisterd. Aquarium met water gevuld. Daarachter lamp (zaklamp). De kinderen kijken doorheen het aquarium

Nadere informatie

Samenvatting Hoofdstuk 5. Licht 3VMBO

Samenvatting Hoofdstuk 5. Licht 3VMBO Samenvatting Hoofdstuk 5 Licht 3VMBO Hoofdstuk 5 Licht We hebben zichtbaar licht in de kleuren Rood, Oranje, Geel, Groen, Blauw en Violet (en alles wat er tussen zit) Wit licht bestaat uit een mengsel

Nadere informatie

TL ECO 30. Kenmerken. Specificaties. Toepassingsgebied. Tel

TL ECO 30. Kenmerken. Specificaties. Toepassingsgebied.   Tel info@nextgenerationled.be www.nextgenerationled.be Tel + 32 53 71 09 42 TL ECO 30 Kenmerken n Levensduur L70 %: > 50.000 uren n SMD2835 (Surface Mounted Device) n Besparing energie tot 70% n Koelingsoppervlak

Nadere informatie

Proefbeschrijving optiekset met bank 112110

Proefbeschrijving optiekset met bank 112110 112114 Optieksets voor practicum De bovenstaande optieksets zijn geschikt voor alle nodige optiekproeven in het practicum. De basisset () behandelt de ruimtelijke optiek en de uitbreidingset (112114) de

Nadere informatie

10 Materie en warmte. Onderwerpen. 3.2 Temperatuur en warmte.

10 Materie en warmte. Onderwerpen. 3.2 Temperatuur en warmte. 1 Materie en warmte Onderwerpen - Temperatuur en warmte. - Verschillende temperatuurschalen - Berekening hoeveelheid warmte t.o.v. bepaalde temperatuur. - Thermische geleidbaarheid van een stof. - Warmteweerstand

Nadere informatie

Prestaties van LED beoordelen? Jacob Nuesink

Prestaties van LED beoordelen? Jacob Nuesink Prestaties van LED beoordelen? Jacob Nuesink Prestaties van LED beoordelen Huidige status van de LED verlichtingsmarkt Het DEKRA LED performance keurmerk - Eisen en normen Toepassing van LED producten

Nadere informatie

Kleur & kwaliteit Deel 1: Licht en kleur

Kleur & kwaliteit Deel 1: Licht en kleur Kleur & kwaliteit 1 Deel 1: Licht en kleur 1.1 Licht is kleur 4 1.2 Kleuren zien 6 1.3 Kleuren mengen 8 1.3.1 Additieve kleurmenging 8 1.3.2 Subtractieve kleurmenging 9 1.3.3 Autotypische kleurmenging

Nadere informatie

Hertentamen Optica. 20 maart 2007. Zet je naam, studentennummer en studierichting bovenaan elk vel dat je gebruikt. Lees de 6 opgaven eerst eens door.

Hertentamen Optica. 20 maart 2007. Zet je naam, studentennummer en studierichting bovenaan elk vel dat je gebruikt. Lees de 6 opgaven eerst eens door. Hertentamen Optica 20 maart 2007 Zet je naam, studentennummer en studierichting bovenaan elk vel dat je gebruikt. Lees de 6 opgaven eerst eens door. Opgave 1 Slechts eenmaal heeft God de natuurwetten blijvend

Nadere informatie