Next Fashion - een jaar later stand van zaken januari 2013
|
|
- Diana Sonja de Smet
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Next Fashion - een jaar later stand van zaken januari 2013 Redactieteam CLICK NextFashion Auteur: Monique Roso nextfashion@clicknl.nl Januari 2013
2 Inhoudsopgave Managementsamenvatting 3 1. Inleiding 6 2. De innovatieagenda voor de fashion industry: een breed gedeelde urgentie 7 3. Uitwerking van de innovatieagenda: innovatietrajecten in de praktijk 9 4. Human capital: creativiteit leren toepassen buiten de creatieve cocon Aanbevelingen voor 2013 en verder 15 Bijlage 1: Casestudies 17 Bijlage 2: Onderzoeksvoorstellen gepresenteerd tijdens bijeenkomst 11 januari Bijlage 3: Deelnemers 22 2
3 Managementsamenvatting De urgentie van innovatie en participatie in nieuwe ontwikkelingen wordt in het modeveld breed gedeeld. In januari 2013 organiseerde CLICK NEXTFASHION een bijeenkomst met het redactieteam (het netwerk van sleutelfiguren uit de driehoek ondernemers, onderzoek, overheid). De bijeenkomst was vooral bedoeld de ervaringen met de uitwerking van de eigen innovatieagenda in onderzoeksvoorstellen te delen en te bediscussiëren, om vast te kunnen stellen of en zo ja waar er knelpunten liggen. Uit de ervaringen van deelnemers kwamen drie thema's bovendrijven die een belemmering vormen voor innovatieprojecten in de modesector en in de creatieve industrie in den brede. A. Gebrek aan ervaring met samenwerking tussen bedrijf en wetenschap 1. Verschil in tempo en doorlooptijd Bedrijven hebben wel behoefte aan onderzoek maar kunnen niet twee jaar (laat staan een PhD- periode van vier jaar) wachten totdat een kennisinstelling onderzoek heeft afgerond en conclusies heeft gepubliceerd. Er is behoefte aan resultaatgericht, snel toepasbaar onderzoek. Dit geldt des te sterker voor innovatievraagstukken rondom digitalisering: de ontwikkelingen in ICT(toepassingen) gaan zo snel, dat de onderzoeksstructuren zoals die worden aangeboden, niet aansluiten op de vraag van het bedrijfsleven. Om de obstakels heen werken: fasering van onderzoek Een aantal onderzoeksvoorstellen lost dit verschil in fasering op door een differentiatie van werkpakketten. De resultaten van kortlopende, toegepaste onderzoeken vormen daarbij de input voor het langlopende, reflectieve onderzoek maar zijn ook zelfstandig bruikbaar. Dit leidt tot een groter wetenschappelijk, maatschappelijk en economisch rendement van kennis. 2. Onervarenheid in formuleren van onderzoeksvragen Zowel onderzoekers als bedrijven vinden het moeilijk om gezamenlijk goede onderzoeksvragen te formuleren. Uit de ervaringen binnen CLICK NEXTFASHION blijkt dat er wel een behoefte is aan onderzoek, en dat het aanbod vanuit de kennisinstellingen er eveneens ligt om deze vragen te faciliteren, toch vindt dat elkaar niet vanzelf. Er is echter tot nog toe geen instelling of organisatie voor het structureren van vraag naar kennis noch van aanbod van kennis. Het ligt dan voor de hand om deze taak te beleggen bij CLICKNL als coördinatieorgaan. B. Gebrek aan samenwerking tussen kennissystemen 1. Aansluiting tussen HBO- en wetenschappelijk onderzoek De kennissystemen van de verschillende kennispartners verschillen op essentiële punten. Het ontbreken van een koppeling tussen wetenschappelijke onderzoeksgelden (NWO) en HBO- onderzoeksgelden (SIA/RAAK) belemmert de aansluiting tussen de kennissystemen eveneens. 3
4 Om de obstakels heen werken: andere financiële bronnen Een aantal onderzoeken wordt buiten het topsectorenbeleid om ingediend. Deze U- bochtconstructies lossen echter het vraagstuk van de ongekoppelde onderzoeksfinanciering voor HBO en wetenschap nog niet op. Ook de wijze waarop de bijdragen van private partijen (in- cash én in- kind) meewegen in de projectfinanciering, moet verder worden uitgewerkt. Mogelijk dat het onderbrengen van SIA/RAAK bij NWO en de mogelijke openstelling van STW voor design research hierbij gaat helpen. 2. Aansluiting tussen wetenschappelijke disciplines onderling Bedrijven hebben vaak een onderzoeksbehoefte die multidisciplinair moet worden aangevlogen. Binnen universiteiten vergt het tijd én flexibiliteit om onderzoeksvragen en onderzoeksmethodes uit verschillende disciplines en verschillende faculteiten op elkaar af te stemmen. Onderzoekers die de noodzaak van een multidisciplinaire benadering onderkennen, zetten hierin wel belangrijke stappen. Om de obstakels heen werken: voortbouwen op grensoverschrijdende ervaring elders Het aantal samenwerkingsverbanden tussen design en technologie groeit. Daarbij wordt voortgebouwd op het pionieren en verbinden van mode en technologie door met name hogescholen en TNO. Academische onderzoekers tasten de grenzen af van wat binnen de formats en conventies van wetenschappelijke onderzoeksvoorstellen mogelijk en haalbaar is. Hun bijdrage aan vernieuwing van het academische kennissysteem zou door CLICKNL en NWO moeten worden erkend, beloond en versterkt. C. Positie van (groepen) stakeholders binnen een onderzoeksproject 1. Conflicterende belangen van stakeholders Kennis en sleuteltechnologieën vormen strategische assets die bedrijven niet via onderzoek delen met concurrenten. (Creatieve) bedrijven willen dat de investeringen in onderzoek via exploitatie van intellectueel eigendom ook naar hen terugvloeien. Dat vraagt om een verkenning van nieuwe businessmodellen waarin research en development volledig zijn geïntegreerd. Dit zou moeten worden opgepakt door CLICK NEXTFASHION, CLICK CINeXt, Amfi, TNO, Het Nieuwe Instituut (opvolger van Premsela) en het virtueel platform. 2. Scope van stakeholders Sommige grote, lokale stakeholders willen niet investeren in een lokaal innovatiesysteem omdat ze een mondiale scope hebben. In deze gevallen is sprake van een mismatch tussen enerzijds het 'grote' innovatiesysteem met grootschalige en kapitaalkrachtige spelers die mondiaal kennis koppelen en anderzijds een lokaal innovatiesysteem dat (nog) geen kennis levert op wereldniveau. 3. Schaal van stakeholders Door hun schaalgrootte en hun mondiale inkoopkracht (ook van kennis) kunnen grote (mode)bedrijven hun eigen kennissysteem ontwikkelen. Wetenschappelijke instellingen 4
5 maken hier vaak onderdeel van uit, met name op technologisch vlak. Voor kleine bedrijven kunnen shared research facilities een oplossing vormen. Aanbevelingen Maatwerk in instrumentarium voor het innovatieve kleinbedrijf Instrumenten die in andere topsectoren werken, zijn niet noodzakelijkerwijze bruikbaar in de topsector creatieve industrie. De kleinschaligheid van de bedrijven, de onervarenheid met het benutten van onderzoek en valorisatie, de spanning tussen kort- en langlopend onderzoek vragen om instrumenten die aansluiten bij schaal en doorlooptijden. Voor de creatieve industrie zijn daarom innovatievouchers, IPC's (innovatieprestatiecontracten voor consortia) en netwerkactiviteiten (die de basis vormen voor deze beide subsidieinstrumenten) het belangrijkste. Monitoring van multidisciplinaire onderzoeksprojecten Om duurzaam private investeringen in R&D los te maken, zullen publieke en private kennis- en innovatiesystemen moeten veranderen. Binnen CLICK NEXTFASHION zijn er onderzoekers die de grenzen opzoeken en oprekken van het academische kennissysteem. Wanneer deze onderzoeksvoorstellen worden gehonoreerd, zouden niet alleen de resultaten van het onderzoek moeten worden gemonitord, maar ook de resultaten van het samenwerkingsproces en de (institutionele) effecten ervan in de 'moederorganisaties'. Dit lijkt een relevante onderzoeksopdracht voor NWO, TNO, Rathenau Instituut en/of vakgroepen Innovatiewetenschappen met resultaten die van belang zijn voor de gehele Nederlandse economie en die ook bijdragen aan evidence- based beleid. Benut dynamiek, exploratievermogen en nieuwsgierigheid binnen de modesector Er is sprake van openheid en nieuwsgierigheid naar elkaar: wat hebben publieke partijen te bieden, welke vragen leven bij bedrijven? Er is het wederzijds besef dat kennisinstellingen en bedrijven iets aan elkaar hebben, al moet dat soms nog expliciet gemaakt worden. Daarenboven is er de bereidheid en het talent om met flexibele oplossingen te komen: als het niet linksom kan, dan rechtsom. Ook worden de bestaande mogelijkheden van de eigen kennissystemen benut: de instelling van lectoraten, oprichting van nieuwe opleidingen, en kennisuitwisseling en ontmoetingen op seminars, conferenties en tijdens fashion events. Proeftuin De fashion industry is een schoolvoorbeeld van een sector waar de behoefte aan innovatie groot is en waar alle belemmeringen voor een goed werkend innovatiesysteem aanwezig zijn: slecht georganiseerd kleinbedrijf, grootbedrijf dat kennis beschouwt als main strategic asset en niet wil delen, weinig ervaring in vraagarticulatie die aansluit bij kennisinstellingen, verkokerde academische systemen. Het vormt daarmee de ideale proeftuin, juist omdat tegenover deze belemmeringen de expliciete wens staat tot verbetering van het systeem. Het kernteam van NEXTFASHION (Matthijs Crietee, Lucie Huiskens, José Teunissen) zal knelpunten en aanbevelingen inbrengen bij CLICKNL, in de ontwikkeling van de routekaart (geagendeerd voor 2013) en in de activiteiten op het gebied van aanvraag en ondersteuning van concrete projecten. 5
6 Next Fashion - een jaar later stand van zaken januari : Inleiding Hoewel de economische crisis een gevoelige tik heeft uitgedeeld aan fashion retailers, blijft mode onlosmakelijk verbonden aan onze dagelijkse leefwereld. De structurele groei in de BRIC- landen (Brazilië, Rusland, India, China), de TIMPS- landen (Turkije, Indonesië, Mexico, Polen, Zuid- Korea) maar ook de opkomst van een middenklasse in Afrika leiden tot verschuiving van het groeipotentieel van de westerse landen naar andere hot spots in de wereld. De Nederlandse kledingbranche daarentegen wordt hard getroffen door het lage consumentenvertrouwen. De jongste cijfers van het CBS laten zien dat in november 2012 de omzet in de bovenkledingwinkels 6% lager lag dan een jaar eerder. Ook de textielsupermarkten zagen hun omzet dalen (- 1,4%), en export en import van kleding en textiel vertonen een dalende trend. Reden te meer om te investeren in innovatie in het systeem van mode, zoals in het afgelopen jaar geformuleerd door CLICK NEXTFASHION. Niet alleen lijdt de mode- en textielsector onder de conjunctuur, ze heeft ook te maken met een aantal structurele ontwikkelingen die nopen tot vernieuwing. Deze ontwikkelingen hebben ook een vertaling gekregen als 'grand challenges' in het Europese beleid. Op die manier haakt de innovatieopgave voor de fashion industry aan bij de Europese innovatieagenda. 1. grondstoffenschaarste De impact van dit vraagstuk is groot voor alle fasen van de productie- en distributieketen van de mode. Er zijn drie oplossingsrichtingen: zoeken naar meer grondstoffen, zoeken naar alternatieve grondstoffen en vermindering van verbruik van grondstoffen, water en energie. Dat is niet alleen in het eigen belang om productie- en onderhoudskosten laag te houden, maar kan ook als voorbeeld dienen voor andere consumentengoederen met een hoge omloopsnelheid. Het verduurzamen van productie en distributie is een sleutelfactor in de innovatie van mode en kleding. 2. globalisering De wereldmarkt voor mode, textiel en kleding zal blijven groeien naar meer dan 20 miljard euro in De welvaartsgroei in opkomende economieën in Azië, Latijns- Amerika en Afrika speelt daarin een belangrijke rol. Lageloonlanden in Azië zullen naar verwachting circa driekwart van de wereldproductie voor hun rekening nemen. Zuid- en Oost- Europese productielanden zullen specialiseren in snelle en hoogwaardige productie voor Europese markten. Hierin spelen grote modebedrijven een doorslaggevende rol (het 'grote' innovatiesysteem). 3. groeiende regionale focus Als gevolg van globalisering is er tevens een tendens te zien naar lokale verankering via herwaardering van ambachtelijk en lokale identiteit. Het zijn vooral de kleinere modebedrijven die in deze niche acteren (het 'kleine' innovatiesysteem). In combinatie met 6
7 investeringen in creatieve branding van een stedelijke omgeving (Arnhem, Amsterdam, Berlijn, Antwerpen) levert dit een duidelijk economisch potentieel. 4. digitalisering ICT wordt toegepast in ontwerp, productie en logistiek. Maar dat is niet het enige. Social media geven consumenten meer invloed op het productaanbod en trends. Winkelen via internet is van fundamentele invloed op businessmodellen, distributie en merkbeleving. 5. gezondheid en veiligheid Technologische innovatie speelt zich tot nu toe vooral af bij industrieel en technisch textiel. Verwerking van sensoren en communicatiesystemen in kleding kunnen bijdragen aan welzijn en gezondheid van de drager en geven een extra dimensie aan mode en kleding als identiteitsdrager. Maar niet alleen de gezondheid, ook de where- abouts kunnen daarmee worden gevolgd. Dat levert een ethisch vraagstuk op, terwijl ook de klassieke betekenis en waarde van mode als drager van identiteit wordt uitgedaagd. 2: De innovatieagenda voor de fashion industry: een breed gedeelde urgentie Deze ontwikkelingen maken duidelijk dat het bestaande modesysteem en daarmee de mode- en textielindustrie op een keerpunt staan. De urgentie van innovatie en participatie in nieuwe ontwikkelingen wordt in het veld breed gedeeld, zoals bleek in het proces van totstandkoming van de innovatieagenda voor CLICK NEXTFASHION. Omdat de modesector bestaat uit grote en kleine spelers, is er geen 'one- size- fits- all'- innovatiestrategie. Ieder innovatieproject vraagt maatwerk. In december 2011 presenteerde het innovatienetwerk NEXTFASHION, als onderdeel van de topsector creatieve industrie en het overkoepelende innovatienetwerk CLICKNL, haar innovatieagenda Daarin staan een aantal thema's centraal: 1. de veranderende culturele, economische en maatschappelijke waarde van mode Mode is tot nu toe vooral beschouwd als drager van een individuele en sociale identiteit. De tegengestelde bewegingen van enerzijds snellere mode op mondiale schaal en anderzijds een herwaardering van ambacht en lokale identiteit roepen nieuwe vragen op over de ontwikkeling van de sociaal- culturele en daarmee de economische waarde van mode. Deze vragen doen een beroep op zowel geesteswetenschappelijke als sociaal- wetenschappelijke onderzoeksdisciplines (waaronder ook psychologie, economie en management). Een koppeling vanuit CLICK NEXTFASHION naar CLICK/Cultural Heritage ligt voor de hand. 2. mode en technologie Binnen dit thema worden technologie, creativiteit en cultuur met elkaar verbonden. Het vormt een uitdaging door de noodzakelijke combinatie van het 'grote' innovatiesysteem (grote bedrijven die bijvoorbeeld kunnen investeren in nieuwe materialen en productietechnieken) en het 'kleine' innovatiesysteem (de vaak kleinschalige, zelfstandig 7
8 opererende creatieve en culturele ondernemers). Betrokkenheid van het 'grote' innovatiesysteem maakt het daarnaast mogelijk om pilots op te schalen. Mediatechnologie en 3D modelleren openen nieuwe mogelijkheden voor productie (maatwerk, kleine oplages), consumptie (directe invloed van de klant) en businessmodelling (van groot- naar kleinschalig). Innovatie binnen dit domein strekt zich als vanzelf uit naar de topsector high tech systems & materials, net als koppelingen met CLICK CI NeXt (businessmodelling) en CLICK Media & ICT. 3. mode en duurzaamheid Het accent in dit domein ligt op verduurzaming van de levenscyclus van mode en textiel, hetgeen aansluit bij een van de 'grand challenges' uit de Europese agenda. Kansen liggen er in opschaling van lopend en voltooid onderzoek naar nieuwe, duurzame (biobased) materialen maar ook naar technologieën voor recycling. Ook hier is het van belang om het 'grote' innovatiesysteem aan te haken bij pilots en daarmee bij kansen voor opschaling. In dit domein ligt potentiële verbindingen met de topsectoren high tech systems & materials maar ook Chemie (biopolymeren). 4. vernieuwing van het innovatiesysteem in de mode Omdat binnen de modesector zowel kleinschalige ondernemers als grote bedrijven opereren, zijn de innovatievraagstukken voor beide partijen anders. Er is geen 'one size fits all'- innovatiestrategie. Innoveren in de modesector vraagt flexibiliteit: aanpassing aan de (snelle) doorlooptijd van projecten voor bedrijven, benutting van toegepast onderzoek als input voor reflectief onderzoek. Ook is de rol van de consument een drijvende kracht achter vernieuwing (van 'gouden driehoek' naar 'gouden vierhoek'). Lokale voordelen (imago, ateliers, labs en productielocaties) kunnen een stimulans vormen. De ervaringen die binnen dit domein worden opgedaan, zijn relevant voor alle creatieve disciplines maar zeker ook voor andere economische (top)sectoren waar grote en kleine bedrijven een eigen rol in innovatieprocessen spelen. Naast deze innovatiethema's binnen CLICK NEXTFASHION is een human capital- agenda opgesteld voor de creatieve industrie in den brede (januari 2012). Grote economische en maatschappelijke uitdagingen vragen om slimme en creatieve oplossingen van creatief, jong talent. Bij deze ambitie hoort een naadloze verbinding tussen bedrijfsleven en kennis- en onderwijsinstellingen. Versterking van deze aansluiting is noodzakelijk om de ambitie van de creatieve industrie te realiseren. Hierin zijn vier leidende thema's benoemd: - onderwijs over ondernemerschap - vraag naar en aanbod van talent op elkaar afstemmen - permanente educatie ook na het afstuderen - internationalisering: meer naar het buitenland en meer open voor buitenlands talent. De in 2011 opgestelde innovatieagenda vormt de basis voor kort- en langlopende onderzoeksprojecten die mede worden gefinancierd uit het budget voor het topsectorenbeleid dat via geoormerkte NWO- en TNO- gelden beschikbaar komt. Voor toekenning van deze budgetten is matching met gelden uit het bedrijfsleven een vereiste. 8
9 Kennisinstellingen, onderwijs en bedrijfsleven hebben hiervoor van juli tot medio oktober 2012 gezamenlijk onderzoeksvoorstellen kunnen indienen. Daarnaast zijn er andere initiatieven die de kennisinfrastructuur in en rond de modeindustrie versterken, zoals de instelling van lectoraten, oprichting van nieuwe opleidingen, en kennisuitwisseling en ontmoetingen op seminars, conferenties en tijdens fashion events. 3: Uitwerking van de innovatieagenda: innovatietrajecten in de praktijk Het topsectorenbeleid wordt gemonitord door onder meer het Centraal Bureau voor de Statistiek en het Planbureau voor de Leefomgeving. Zij brengen de startsituatie en de (ruimtelijk- )economische ontwikkeling van de topsectoren in kaart 1. Er verschijnen echter ook andere studies, zoals die van het Rathenau Instituut dat wetenschapssystemen analyseert. Dit publiceerde eind 2012 een studie naar de verschillen tussen de topsectoren waar het gaat om verhouding tussen groot- en kleinbedrijf, mate van organisatie (van bedrijfsleven en gerelateerde wetenschapsvelden) en ervaring in publiek- private samenwerking. Deze factoren zijn van invloed op de bijdragen vanuit bedrijven aan de TKI's, de topconsortia voor kennis en innovatie waarin bedrijven en kennisinstellingen hun innovatieagenda binnen het topsectorenbeleid realiseren. In onderstaande figuur zijn de negen door het ministerie van Economische Zaken aangewezen topsectoren ingedeeld al naar gelang hun ervaring in publiek- private samenwerking in onderzoek (horizontale as), de aanwezigheid van grootbedrijven (verticale as) en de mate van organisatie van de sector (grootte van de bollen). De creatieve industrie wordt gedomineerd door het kleinbedrijf (waardoor private bijdragen voor onderzoek moeilijk te organiseren zijn), en heeft weinig ervaring in publiek- private samenwerking (waardoor eerst moet worden geïnvesteerd in verkenningen en vertrouwen). De creatieve industrie heeft als gevolg hiervan nog een relatief lage private bijdrage geleverd aan de innovatiecontracten. Volgens de onderzoekers heeft CLICKNL, als TKI voor de creatieve industrie, daarom als eerste opgave om de sector te laten kennismaken met samenwerking tussen bedrijven en kennisinstellingen. 1 zie: Monitor Topsectoren (CBS 2012), De internationale positie van topsectoren (PBL 2012) en De ratio van ruimtelijk- economisch topsectorenbeleid (PBL 2012) 9
10 4.1. Topsectoren in vier groepen Figuur 3 toont drie van de sectorkenmerken die we in het vorige hoofdstuk hebben besproken: PPServaring, aandeel grootbedrijf en organisatiegraad van de sector. Bron: Van der Toren et al 2012 Figuur 3 Topsectoren in vier groepen. Op de horizontale as is de ervaring met PPS weergegeven, oplopend van links naar In januari 2013 organiseerde CLICK NEXTFASHION een bijeenkomst om de ervaringen met de uitwerking van de eigen innovatieagenda te delen en te bediscussiëren. De deelnemers aan van deze sector. bijeenkomst De kleuren hebben geven ervaring de relatieve met private het bijdrage ontwikkelen weer (zie en inzet). uitvoeren van onderzoeksprojecten met universiteiten, hogescholen en bedrijven, met private kennisinstellingen en brancheorganisaties, met 'grassroots' innovatie startend tijdens de Denim Diners op de beursvloer van Bread & Butter, en met grootschalig onderzoek in de geesteswetenschappen en technologie. rechts. Op de verticale as is het aandeel grootbedrijf weergegeven. De grootte van de bollen representeert de organisatiegraad Uit de ervaringen van deelnemers kwamen drie thema's bovendrijven die een belemmering vormen voor innovatieprojecten in de modesector en in de creatieve industrie in den brede. Enerzijds zijn veel belemmeringen terug te voeren op onervarenheid in samenwerking tussen publieke en private partijen. Anderzijds legde bijvoorbeeld de totstandkoming van proposals in het kader van de NWO- call voor de creatieve industrie ook structurele zwakheden in innovatiesystemen bloot. A. Gebrek aan ervaring met samenwerking tussen bedrijf en wetenschap De onervarenheid van bedrijven met wetenschappelijk onderzoek is groot. Dat levert op twee deelthema's strubbelingen. 1. Verschil in tempo en doorlooptijd Bedrijven hebben wel behoefte aan onderzoek; niet voor niets vragen ze hun toeleveranciers voortdurend om oplossingen, nieuwe processen of technologieën. De druk 10
11 waaronder bedrijven deze oplossingen in handen willen hebben, is echter in de modesector zeer groot: de internationale concurrentie is hevig en bedrijven kunnen niet twee jaar (laat staan een PhD- periode van vier jaar) wachten totdat een kennisinstelling onderzoek heeft afgerond en conclusies heeft gepubliceerd. Er is behoefte aan resultaatgericht, snel toepasbaar onderzoek. Dit geldt des te sterker voor innovatievraagstukken rondom digitalisering van de modeketen: de ontwikkelingen in ICT(toepassingen) gaan zo snel, dat de onderzoeksstructuren zoals die worden aangeboden, ongeschikt zijn om aan te sluiten op de vraag van het bedrijfsleven. Lineaire valorisatie vanuit 'kennis- op- de- plank' is bij zo'n sterke dynamiek nutteloos. Om de obstakels heen werken: fasering van onderzoek Een aantal, in het kader van de NWO- call voor creatieve industrie, ingediende projecten lost dit verschil in fasering op door een differentiatie van werkpakketten. De resultaten van kortlopende, toegepaste onderzoeken vormen daarbij de input voor het langlopende, reflectieve onderzoek maar zijn daarnaast (voor betrokken bedrijven) ook zelfstandig bruikbaar. Dit leidt tot een groter wetenschappelijk, maatschappelijk en economisch rendement van kennis. 2. Onervarenheid in formuleren van onderzoeksvragen Zowel onderzoekers als bedrijven vinden het moeilijk om gezamenlijk goede onderzoeksvragen te formuleren. De meerwaarde van wetenschappelijk onderzoek is voor bedrijven niet altijd duidelijk. Onderzoekers zijn weinig bekend met de werkwijze van bedrijven: probleemgedreven, oplossingsgericht, korte slagen. Bedrijven zijn nauwelijks thuis in academische kennissystemen: startend vanuit verkenning van bestaande kennis wereldwijd, gericht op analyse en reflectie, uitmondend in onderzoek in onverkende niches of vooruitlopend op toekomstige vragen. Uit de ervaringen binnen CLICK NEXTFASHION wordt duidelijk dat er wel een behoefte is aan onderzoek, en dat het aanbod vanuit de kennisinstellingen er eveneens ligt om deze vragen te faciliteren. Er is echter tot nog toe geen instelling of organisatie actief die de vraag naar kennis structureert, noch het aanbod van kennis. Daardoor ontbreekt het overzicht, worden vragen op verschillende plaatsen neergelegd, wordt niet gestructureerd wereldwijd en multidisciplinair het kennisaanbod geïnventariseerd. Gelet op de conclusie van het Rathenau Instituut dat het kennissysteem voor de creatieve industrie nog in ontwikkeling is, is het denkbaar dat deze vraag geldt voor meerdere creatieve disciplines. Het ligt dan voor de hand om deze taak te beleggen bij CLICKNL als coördinatieorgaan. B. Gebrek aan samenwerking tussen kennissystemen 1. Aansluiting tussen HBO- en wetenschappelijk onderzoek De kennissystemen van de verschillende kennispartners verschillen op essentiële punten. Bij creatieve opleidingen (het kunstvakonderwijs) is de kennis vaak impliciet en ontstaat deze door ontwerpend onderzoek. Bij HBO- opleidingen gaat het om kunde (vaardigheden), en bij wetenschap om gecodificeerde en vastgelegde (want gepubliceerde) kennis. Idealiter vullen deze kennissystemen elkaar aan, maar in de praktijk is dat nog niet altijd het geval. Het ontbreken van een koppeling tussen wetenschappelijke onderzoeksgelden (NWO) en HBO- 11
12 onderzoeksgelden (SIA/RAAK) belemmert de aansluiting tussen de kennissystemen eveneens. Om de obstakels heen werken: andere financiële bronnen Er zijn onderzoeken die zich weinig gelegen laten liggen aan deze gebrekkige aansluiting tussen HBO- en wetenschappelijk onderzoek. Zo wordt het onderzoek Virtuele verwachting, fysieke beleving (Saxion, Hogeschool Utrecht en ArtEZ, ondersteund door een consortium van retail- en technologiebedrijven, private kennisinstellingen en brancheorganisaties) volledig gefinancierd uit SIA/RAAK, en is zelfs een toeslag ontvangen van Andere onderzoeksvoorstellen worden niet via de NWO- call ingediend maar bijvoorbeeld via Europese onderzoeksprogramma's (verduurzaming productieprocessen). Ook zijn er onderzoeksprojecten die zich weten te verzekeren van omvangrijke cash bijdragen van een of meerdere commerciële partner(s). Deze U- bochtconstructies lossen echter het vraagstuk van de ongekoppelde onderzoeksfinanciering voor HBO en wetenschap nog niet op. Dit overleg zal door onder meer door de NWO moeten worden opgepakt. Ook de wijze waarop de bijdragen van private partijen (in- cash én in- kind) meewegen in de projectfinanciering, moet verder worden uitgewerkt. Nu tellen in- kind bijdragen nog niet mee om in aanmerking te komen voor de TKI- toeslag (het beloningssysteem van het ministerie voor private cofinanciering); kleine bedrijven (en veel bedrijven in de creatieve sector zijn nu eenmaal klein) hebben geen andere inleg beschikbaar dan in- kind bijdragen. De bereidwilligheid om actief te participeren in innovatieprojecten, zij het in een andere vorm dan cash, zou wel degelijk moeten worden beloond. 2. Aansluiting tussen wetenschappelijke disciplines onderling Bedrijven hebben vaak een onderzoeksbehoefte die multidisciplinair moet worden aangevlogen. Dat botst soms nog met de van oudsher monodisciplinaire benadering van universiteiten en hun faculteiten. Binnen universiteiten vergt het tijd én flexibiliteit om onderzoeksvragen met bijvoorbeeld zowel een geesteswetenschappelijke als een sociaal- wetenschappelijke kant te vertalen naar een gezamenlijk onderzoeksvoorstel en onderzoeksmethoden op elkaar af te stemmen. Onderzoekers die de noodzaak van een multidisciplinaire benadering onderkennen, zetten zich hier wel actief voor in. Het Rathenau Instituut constateert in zijn eerder genoemde analyse van de coördinatie van de topsectoren dat de organisatiegraad van de wetenschapsgebieden rondom de creatieve industrie laag is (Van der Toren ea 2012, p. 48). Er zijn twee coördinatieorganen actief: ICT- Regie en NWO/Geesteswetenschappen, die volgens het onderzoek slechts delen van de creatieve industrie dekken. De multidisciplinaire onderzoeksbehoefte vanuit de sector vraagt om een breder samengesteld coördinatieorgaan. Dit zou ook crossovers naar andere topsectoren gemakkelijker maken, om zo gezamenlijke onderzoeksprogramma's te formuleren. De innovatievraagstukken (verduurzaming, digitalisering) vragen om die verbreding en gezamenlijkheid. Dit vraagt bijvoorbeeld om tandems van creatieve industrie + high tech systems & materials en van creatieve industrie + chemie. De noodzaak van een multidisciplinaire benadering is voor innovatie in de modesector een 'no- brainer'. Voor innovatie in de modeketen - van denim tot duurzaamheid, van 'wearables' tot wol- upcycling- is gecombineerde kennis nodig van design, management, productie, technologie en distributie. Die complexiteit maakt mode enerzijds voor academici een lastig onderzoeksthema: beperken tot één aspect is moeilijk. Anderzijds wordt mode nog sterk 12
13 geassocieerd met 'low culture' waaraan geen academische eer valt te behalen. Dit accent op de culturele betekenis van mode en daarmee de relatie met geesteswetenschappen vormt een drempel voor een adequate aansluiting op sociaal- wetenschappelijke onderzoeksdisciplines. Om de obstakels heen werken: voortbouwen op grensoverschrijdende ervaring elders De aansluiting met technologische onderzoeksdisciplines lijkt te verbeteren: het aantal samenwerkingsverbanden tussen design en technologie (nieuwe materialen, opschaling van recyclingtechnologie, opschaling van toepassing van technologie in textiel en kleding) groeit. Daarbij wordt voortgebouwd op het pionieren en verbinden van mode en technologie door met name hogescholen (ArtEZ, Saxion, AMFI) en TNO. De ervaring die zij hebben opgedaan, draagt bij aan de vorming van nieuwe samenwerkingsverbanden. Daarbij tasten onderzoekers die waarde zien in het verbinden van disciplines en opleidingen, wel de grenzen af van wat binnen de formats en conventies van academische onderzoeksvoorstellen mogelijk en haalbaar is. Op die manier dragen zij bij aan vernieuwing van het academische kennissysteem. Deze bijdrage aan vernieuwing van het kennissysteem zou door CLICKNL en NWO moeten worden erkend, beloond en versterkt. C. Positie van (groepen) stakeholders binnen een onderzoeksproject 1. Conflicterende belangen van stakeholders De oprichting van een Jean School (denim vakopleiding op MBO- niveau) in Amsterdam lukte snel met steun van de grote, in de hoofdstad gevestigde, denimproducenten zoals G- star, Hilfiger en Scotch & Soda. Zij zagen de opleiding als een investering in innovatie via de lijn van opleiding: de opleiding garandeert de instroom van jong talent dat de innovatie in bedrijven kan stimuleren. Dit was een voorbeeld van niet- concurrerende vorm van innovatie. Het bij elkaar brengen van ondernemers op meer strategische onderzoeksthema's zorgt voor ongemak omdat het direct raakt aan de concurrentiepositie van het individuele bedrijf: hoe wordt er omgegaan met mijn intellectueel eigendom, met de technologie waarin ik heb geïnvesteerd? Dergelijke vraagstukken zijn des te hardnekkiger als het gaat om sleuteltechnologieën, zoals ICT (platforms, apps, e- commerce tools, software): geen bedrijf wil dat er via onderzoek in die keuken kan worden gekeken. Innovatie ontstaat in deze situaties wel in een één- op- één- relatie tussen bedrijf en toeleverancier. Als ze dus al investeren in onderzoek, willen (creatieve) bedrijven dat de opbrengsten via exploitatie van intellectueel eigendom ook naar hen terugvloeien. Dat vraagt om een verkenning van nieuwe businessmodellen waarin research en development volledig zijn geïntegreerd. De uitvoering van een dergelijke verkenning zou moeten worden opgepakt door CLICK NEXTFASHION, CLICK CI NeXt, Amfi, TNO, Het Nieuwe Instituut (opvolger van Premsela) en het virtueel platform. 2. Scope van stakeholders De innovatieagenda CLICK NEXTFASHION wil gebruik maken van lokale assets om een lokaal innovatiesysteem voor mode en textiel te creëren. Sommige grote, lokale stakeholders echter blijken hiervoor geen belangstelling te hebben omdat ze een mondiale scope 13
14 hebben: investeren in een lokaal innovatiesysteem heeft voor hen weinig meerwaarde omdat zij hun kennis en human capital wereldwijd sourcen. In deze gevallen is sprake van een mismatch tussen enerzijds het 'grote' innovatiesysteem met grootschalige en kapitaalkrachtige spelers die mondiaal kennis koppelen en anderzijds een lokaal innovatiesysteem dat (nog) geen kennis levert op wereldniveau. 3. Schaal van stakeholders Door hun schaalgrootte en hun mondiale inkoopkracht (ook van kennis) kunnen grote (mode)bedrijven hun eigen kennissysteem ontwikkelen. Wetenschappelijke instellingen maken hier vaak onderdeel van uit, met name op technologisch vlak. Voor kleine bedrijven kunnen shared research facilities een oplossing vormen. Deze shared facilities kunnen in verschillende vormen verschijnen: - een jeans lab waar nieuwe technologieën kunnen worden getest voor bijvoorbeeld bleken. Een buitenlandse jeansproducent heeft zich hiertoe in Amsterdam al verbonden ; - startup bootcamps en accelerators voor training en coaching van jonge modeondernemers en netwerkvorming met ondersteunende business services. Rockstart Amsterdam heeft hiermee al ervaring, en vanuit de modesector is belangstelling om dit verder te verkennen; - fysieke locaties waar (combinaties van) creatieve bedrijven kunnen experimenteren met bijvoorbeeld de inrichting van de toekomstige winkelstraat. Overheden, ontwikkelaars en woningcorporaties zouden hiervoor kunnen samenwerken. Op deze manier wordt ook een brug geslagen tussen de creatieve sector en andere delen van de economie, in dit geval de vastgoedeconomie. CLICKNL zou zich kunnen inspannen voor investeringen in dergelijke trainings- en experimenteerfaciliteiten juist met het oog op de grote aantallen kleinschalige creatieve bedrijven (organisatie van de sector). De kansen om bruggen te slaan naar niet- creatieve sectoren vormt hiervoor een extra reden. 4: Human capital: creativiteit leren toepassen buiten de creatieve cocon De creatieve sector claimt een bijdrage te kunnen leveren aan het innovatief vermogen van andere sectoren, van de gehele economie en het maatschappelijk leven. Dat zou betekenen dat ze (gedeeltelijk) kan 'oplossen' in andere sectoren en op die manier van binnenuit aanjager kan zijn van nieuwe vormen van samenwerking, van businessmodellen en van leren. Creatieve professionals zouden dan moeten worden getraind in het leggen van relaties met andere sectoren, het begrijpen van de innovatievraag elders en het inzetten van hun creativiteit op die vraagstukken. Dat vraagt echter een dialoog tussen creatieve opleidingen en niet- creatieve sectoren. Zover is de creatieve sector nog niet: de dialoog tussen bedrijfsleven en opleidingen binnen de creatieve sector komt nu net op gang. De slechte scores van creatieve opleidingen op de realisatie van Centra voor innovatief vakmanschap (MBO- niveau) en Centres of Expertise (HBO- niveau) zijn een indicatie dat onderwijs, praktijkgericht onderzoek en bedrijfsleven elkaar in de creatieve sector nog nauwelijks weten te vinden. Inmiddels heeft ArtEZ in het kader van de profilering van onderwijs en onderzoek besloten om een Centre of Excellence op het vlak van fashion op te zetten. 14
15 Daarnaast heeft de creatieve sector nog geen goede uitgangspositie om het gesprek met andere sectoren aan te gaan. Te vaak ligt nog steeds de vraag op tafel wat ontwerpers toevoegen aan de economie. De sector kan haar toegevoegde waarde nog onvoldoende over het voetlicht krijgen. Dit is een issue dat verder moet worden opgepakt in de Human Capital Agenda van de topsector Creatieve Industrie. 5: Aanbevelingen voor 2013 en verder Maatwerk in instrumentarium voor het innovatieve kleinbedrijf De discussie over de subsidieinstrumenten die nodig en bruikbaar zijn in de topsectoren, loopt al geruime tijd. Er is door AgentschapNL, dat de uitvoering van het topsectorenbeleid coördineert, een werkgroep instrumentarium ingesteld. Al vanaf het begin is vanuit de topsector creatieve industrie aangegeven dat instrumenten die in andere topsectoren werken, niet noodzakelijkerwijze bruikbaar zijn in de topsector creatieve industrie. De kleinschaligheid van de bedrijven, de onervarenheid met het benutten van onderzoek en valorisatie, de spanning tussen kort- en langlopend onderzoek vragen om instrumenten die aansluiten bij schaal en doorlooptijden. Voor de creatieve industrie zijn daarom innovatievouchers, IPC's (innovatieprestatiecontracten voor consortia) en netwerkactiviteiten (die de basis vormen voor deze beide subsidieinstrumenten) het belangrijkste. In de werkgroep Instrumentarium zal dit daarom de inzet vanuit de creatieve industrie zijn. CLICK NEXTFASHION is gecharmeerd van de eenvoud van de aanvraagprocedures in de topsector logistiek: een A4'tje invullen is voldoende om een onderzoeksvoucher aan te vragen met een waarde van Monitoring van multidisciplinaire onderzoeksprojecten De ambitie van het topsectorenbeleid is een verhoging van de bijdragen van bedrijven aan research & development. Nederland presteert volgens de rankings van OESO en Eurostat ver beneden het gemiddelde waar het gaat om private R&D- uitgaven. Om die situatie duurzaam te veranderen, zullen publieke en private kennis- en innovatiesystemen moeten veranderen. Binnen CLICK NEXT FASHION zijn er onderzoekers die de grenzen opzoeken en oprekken van het academische kennissysteem. Zij zoeken samenwerking tussen HBO, WO en bedrijfsleven. Zij differentiëren in werkpakketten en komen zo op een creatieve manier tegemoet aan de onderzoeksbehoefte van diverse participanten. Wanneer deze onderzoeksvoorstellen worden gehonoreerd, zouden niet alleen de resultaten van het onderzoek moeten worden gemonitord, maar eigenlijk ook de resultaten van het samenwerkingsproces en de (institutionele) effecten ervan in de 'moederorganisaties'. Leidt een dergelijke vernieuwende aanpak tot een leereffect, tot duurzame veranderingen van het eigen kennissysteem, leidt het tot sectoroverschrijdende nieuwe kennissystemen? Pas dan kan eigenlijk daadwerkelijk worden gesproken van veranderingen in innovatie- en kennissystemen. Dit lijkt een relevante onderzoeksopdracht voor NWO, TNO, Rathenau Instituut en/of vakgroepen Innovatiewetenschappen met resultaten die van belang zijn voor de gehele Nederlandse economie en die ook bijdragen aan evidence- based beleid. 15
16 Benut dynamiek, exploratievermogen en nieuwsgierigheid binnen de modesector Het kennis en innovatienetwerk CLICK NEXT FASHION moet vooral doorgaan op de ingeslagen weg: doorgaan met elkaar ontmoeten, met het uitwisselen van kennis en informatie en met het gezamenlijk ontwikkelen van nieuwe vormen van samenwerking. Er is sprake van openheid en nieuwsgierigheid naar elkaar: wat hebben publieke partijen te bieden, welke vragen leven bij bedrijven? Er is het wederzijds besef dat kennisinstellingen en bedrijven wel degelijk iets aan elkaar hebben, ook al moet dat soms nog wel expliciet en duidelijk worden. Dat vormt een vruchtbare basis. Daarenboven is er de bereidheid en het talent om met flexibele oplossingen te komen: als het niet linksom kan, dan rechtsom. Tegelijkertijd worden de bestaande mogelijkheden binnen de eigen kennissystemen benut: de instelling van lectoraten, oprichting van nieuwe opleidingen, en kennisuitwisseling en ontmoetingen op seminars, conferenties en tijdens fashion events, zoals AFW en MOBA. Ook verwacht CLICK NEXTFASHION veel van het MKB- loket dat eerdaags gaat starten. Proeftuin De dynamiek in de mondiale fashion industry is groot, niet in de laatste plaats door de ICT (social media, softwaresystemen), nieuwe ontwerp- en productietechnieken (3D, customization), urgentie ten aanzien van verduurzaming en grondstoffen, en de steeds eigenwijzere consument (de vierde pijler onder open innovatie). Daarmee is de fashion industry een schoolvoorbeeld van een sector waar de behoefte aan innovatie groot is en waar alle belemmeringen voor een goed werkend innovatiesysteem aanwezig zijn: slecht georganiseerd kleinbedrijf, grootbedrijf dat kennis beschouwt als main strategic asset en niet wil delen, weinig ervaring in vraagarticulatie, verkokerde academische systemen. Het vormt daarmee de ideale proeftuin, juist omdat tegenover deze belemmeringen de wens staat tot verbetering van het systeem. Tot slot Wat nog gemist wordt is een goede invulling van onderzoek naar innovatie van businessmodellen binnen mode, ook op gebied van services (denk aan leading rol NL in forecasting, trend watching, fashion concepting, branding etc.). Hoe is dit verder uit te bouwen en te exporteren. Deze en dergelijke punten zullen worden meegenomen in de ontwikkeling van de routekaart (geagendeerd voor 2013) die input wordt voor verdere invulling van de Strategische Research Agenda. ***** 16
17 Bijlage 1: Casestudies 1. House of Denim: van brand naar innovatiesysteem James Veenhoff, voormalig directeur van de Amsterdam Fashion Week, is de geestelijk vader van het concept House of Denim. Dit concept sluit aan bij de relatieve dichtheid van denimfabrikanten (Gstar, Hilfiger, Scotch & Soda) in Amsterdam, en bij de levendige denimcultuur van Nederlandse consumenten. Het concept geeft de Amsterdamse fashion industry een net ander accent: Amsterdam is geen modestad maar wel een denimstad. House of Denim is een bottom- up beweging met haar wortels in de business. De afgelopen drie jaar is zeer veel energie gestoken in de doorontwikkeling van de brand House of Denim naar een denimnetwerk, dat business, onderwijs, kennis en onderzoek bij elkaar brengt. Opvallende events om House of Denim en Amsterdam als denimhoofdstad onder de aandacht te brengen en het netwerk uit te bouwen, waren onder meer Indigo Embassy (pop up consulaten in voor de denimindustrie relevante buitenlandse steden zoals Istanbul) en het Denim Diner tijdens Bread & Butter in Berlijn. Samen met het ROC van Amsterdam (MBO) is een Jean School gestart, vanuit de duidelijke vraag van denimfabrikanten naar denimdevelopers, mensen die visie op denim als kleding koppelen aan technische productiekennis. Een Turkse topondernemer in denim wil graag in Amsterdam een laboratorium openen waar met schonere productiemethoden kan worden geëxperimenteerd (laser, ozon), gekoppeld aan een Denim University. Inmiddels is ook het AMFI een minor denim gestart, waardoor ook op HBO- niveau kennis wordt ontwikkeld en overgedragen. Deze bevlogen grass roots beweging is inmiddels geadopteerd door de Amsterdam Economic Board als iconisch project binnen de creatieve industrie. House of Denim staat nu voor de uitdaging aansluiting te vinden bij het onderzoeksnetwerk. Dit is nodig om te kunnen doorontwikkelen van brand naar innovatiesysteem. CLICK NEXTFASHION zal daar waar nodig bij helpen. 2. Digitalisering: casestudy voor de noodzaak van korte trajecten en exploitatierecht Digitalisering van productie en distributie is in de innovatieagenda opgenomen als één van de belangrijke thema's. Het is in de workshop geagendeerd omdat er signalen zijn dat de ontwikkelingen rondom ICT en de toepassing ervan zo snel gaan, dat de onderzoeksprojecten binnen de NWO- structuur ongeschikt zijn. Uit de discussie vallen hiervoor al gauw een aantal redenen te destilleren: 1. behalve dat platforms en systemen zich zeer snel ontwikkelen, vormen communicatietechnologie, apps en e- commerce tools ook cruciale strategische assets. De concurrentie tussen fashionbedrijven is hevig, en digitale systemen kunnen een bedrijf een essentiële voorsprong geven op concurrenten. Geen bedrijf wil dat er via onderzoek in de keuken kan worden gekeken. 2. bedrijven investeren wel in oplossingen maar niet in onderzoek dat is gericht op analyse. Ze moeten korte slagen kunnen maken: over twee jaar kan het bedrijf omvallen. Dat betekent dat oplossingen meteen moeten werken, dat een diepere reflectie via onderzoek niet mogelijk is. 17
18 Voor onderzoek dat bijdraagt aan de digitalisering van de productie- en distributieketen is de traditionele aanpak van lineaire valorisatie vanuit kennis- op- de- plank dus geen oplossing, is één van de conclusies. Een kennisnetwerk waarbij vanuit de praktijk onderzoeksvragen komen bovendrijven, lijkt beter aan te sluiten. Er is namelijk wel degelijk behoefte aan onderzoek: toeleveranciers wordt voortdurend gevraagd om nieuwe processen, technieken, technologieën, materialen. 18
19 Bijlage 2: onderzoeksvoorstellen gepresenteerd tijdens bijeenkomst 11 januari 2013 Academisch onderzoek: grenzen aftasten van combinatiemogelijkheden Anneke Smelik (Radboud Universiteit Nijmegen) is penvoerder van het proposal 'Crafting wearables' dat bij NWO is ingediend in samenwerking met de Technische Universiteit Eindhoven (Oscar Tomico) en ArtEZ (José Teunissen). Het doel van het project is om wearables (kleding waarbij electronica en digitale componenten in de stof zijn ingebed) te ontwikkelen die robuust, modieus en commercieel aantrekkelijk zijn. Daarmee wordt uiteindelijk de sociale en culturele acceptatie van wearables vergroot. Dit einddoel is mede geformuleerd om het onderzoeksvoorstel te laten passen binnen de wetenschappelijke doelstellingen van de faculteit Geesteswetenschappen. Anneke heeft ook op andere aspecten de grenzen van de mogelijkheden opgezocht. Het voorstel voorziet in een interactie tussen design, technologie, industriële productie en theoretische reflectie. De TU/e neemt een modeontwerper (MA) aan als promovendus die via design research de onderzoeksvraag verder trekt. Dit zou in Nederland het eerste PhD in de mode worden: een unicum en niet mogelijk binnen de muren van Radboud Universiteit noch ArtEZ (die daar niet toe bevoegd is). Twee promovendi (4 jaar, Radboud Universiteit en TU/e) en vier junior researchers (twee bij ArtEZ en twee bij TU/e, telkens 1 jaar) werken in het project samen en creëren zo een voor de onderzoekswereld innovatieve combinatie van praktijkonderzoek en fundamenteel onderzoek. De grondgedachte is dat de vier kortlopende onderzoeksprojecten enerzijds input leveren voor de twee dissertaties, en anderzijds zelfstandig bruikbaar zijn in de industrie. Deze aanpak verhoogt zowel het wetenschappelijk als het maatschappelijk rendement. Volgens Anneke Smelik ligt de meerwaarde van het voorbereidingstraject ook in de samenwerking tussen een technische en een algemene universiteit en een creatieve hogeschool: die samenwerking wordt dusdanig gewaardeerd, dat er op Master- niveau al workshops en uitwisselingen zijn en expertise wordt gedeeld. *** Opschaling van recycling: met EU groen opdrachtgeverschap ontwikkelen Matthijs Crietee (Modint) en Anton Luiken (Alcon Advies) werken samen met ArtEZ en het open innovatiecentrum Texperium in een innovatieproject dat zich richt op de opschaling van recyclingmethodes. Hiervoor zijn Europese gelden aangeboord. De focus ligt daarbij op hergebruik van werkkleding. Dat heeft een praktisch oogpunt: pilots kunnen worden uitgevoerd met bedrijven die grote aantallen werkkleding verstrekken en terugnemen (bijvoorbeeld overheden). Voor het testen van opschaling van recyclingtechnieken kan dan worden samengewerkt met één of enkele grootschalige partners. Pilotprojecten en onderzoek worden hier gecombineerd. De resultaten moeten leiden tot (verdere uitbouw van) een onderzoeksagenda op het vlak van textielrecycling, maar ook tot handboeken voor aanbestedingsprocedures waarin duurzaamheid een rol speelt (green procurement model). Met name deze laatste delivery moet kunnen leiden tot meer duurzame economische spin- off door meer innovatief opdrachtgeverschap. Tenslotte is het bedoeld als een pilot die als het goed is resulteert in een duurzaam nieuw ecologisch productienetwerk. 19
20 Het onderzoeksproject wordt nu opgebouwd. Het bedrijfsleven, vertegenwoordigd door Modint, is duidelijk in the lead als initiatiefnemer. Een brede waaier aan potentiële partners kan voorzien in noodzakelijke kennis: - Universiteit Utrecht en Wageningen Universiteit (duurzaamheid), - Erasmus Universiteit (business modelling rondom retourlogistiek), - TNO, sociaal- wetenschappelijke faculteiten (sociaal- culturele aspecten van aanbesteding), - technische universiteiten, ArtEZ, AMFI, Saxion (ontwerp van recyclebare textiel en kleding, nieuwe toepassingen voor geretourneerd textiel). - ArtEZ en Londons College of Fashion onderzoeken de rol van de consument en de aantrekkelijkheid/ nieuwe waarde van een gerecycled product Het project is ingediend in het kader van een Europees programma dat zich richt op verduurzaming van productieprocessen. *** Slimme handschoenen: sportkledingfabrikant ziet er direct brood in Hein Daanen (TNO) heeft een onderzoeksproject opgezet dat direct aansluit bij de activiteiten van TNO op het gebied van ontwikkeling van slim textiel, onder meer voor defensiedoeleinden. Het doel van het onderzoek is om handschoenen te ontwikkelen die optimaal beschermen tegen de kou maar ook maximale bewegingsvrijheid bieden om de vingers te kunnen gebruiken. Tussen de vier projectpartners is een heldere rolverdeling: TNO is penvoerder en zorgt voor de faciliteiten, de Vrije Universiteit stelt de promovendus aan voor het wetenschappelijk onderzoek terwijl ArtEZ ontwerpkennis bijdraagt. De vierde projectpartner is hoofdsponsor en wil de onderzoeksresultaten graag omzetten naar produceerbare en verkoopbare producten: de Franse sportkledingfabrikant Decathlon draagt cash bij. Deze partnership met een commerciële partij in een onderzoeksproject is vrij uniek. De promovendus die wordt aangesteld, moet van verschillende markten thuis zijn. Idealiter is dat een schaap met vijf poten, oftewel een industrieel ontwerper met biotechnologische kennis. Het project baseert zich op wetenschappelijke experimenten en metingen van handtemperatuur, doorbloeding en beweeglijkheid met blote handen en met handschoenen in verschillende vormen en materialen. Kennis van materialen en van het menselijk lichaam zouden in één persoon verenigd moeten zijn. *** Slimme winkels: HBO pakt door met crossover tussen ICT en fashion retail Saxion, Hogeschool Utrecht en ArtEZ vormen het consortium voor het project Virtuele verwachting, fysieke beleving', dat zich richt op een betere en logischer verbinding tussen fysiek en online winkelen. Dit project kan worden gezien als een vervolg op Future Store dat eerder door RAAK werd gehonoreerd. Daarmee verbindt het ook de topsectoren creatieve industrie en high tech systems & materials. Het onderzoeksvoorstel is uitgewerkt met vier typen partners: - kennisinstellingen: drie hogescholen, en daarnaast Novay (technologisch topinstituut voor ICT- toepassingen) en ISMI (InstoreShopperMarketing Instituut) - retailers: Piet Zoomers, Wehkamp.nl, Engelen Schoenmode, Hoogeboom mode, Rietbergh 20
Topsectoren. Hoe & Waarom
Topsectoren Hoe & Waarom 1 Index Waarom de topsectorenaanpak? 3 Wat is het internationale belang? 4 Hoe werken de topsectoren samen? 5 Wat is de rol voor het MKB in de topsectoren? 6 Wat is de rol van
Nadere informatieSymposium Groene chemie in de delta
DPI Value Centre als onderdeel van TKI SPM en het valorisatienetwerk 2.0 Symposium Groene chemie in de delta A. Brouwer, 12 November 2012 TKI Smart Polymeric Materials Topresearch in polymeren 5-10 jaar
Nadere informatieWe zien een datagedreven wereld vol kansen. Toepassingscentrum voor big data oplossingen
We zien een datagedreven wereld vol kansen Toepassingscentrum voor big data oplossingen We zien succesvolle organisaties groeien door big data 50% van de meest succesvolle organisaties Volg ons op twitter:
Nadere informatieOperationeel Programma EFRO Noord-Nederland
Samenvatting Operationeel Programma EFRO Noord-Nederland 2014-2020 Inzet op innovatie en een koolstofarme economie In het Europa van 2020 wil Noord-Nederland zich ontwikkelen en profileren als een regio
Nadere informatieHet creëren van een innovatieklimaat
Het creëren van een innovatieklimaat Bertholt Leeftink Directeur- Generaal Bedrijfsleven & Innovatie Inhoud 1. Waarom bedrijven- en topsectorenbeleid? 2. Verdienvermogen en oplossingen voor maatschappelijke
Nadere informatieBijlage 2. Human Capital Agenda s
Bijlage 2 Capital s De topsectoren gaan een human (onderwijs en scholing) voor de langere termijn opstellen en zullen onderwijsinstellingen hierbij betrekken. De s bevatten o.a. een analyse van de behoefte
Nadere informatieTopsectoren aanpak en de Nederlandse Defensie & Veiligheid gerelateerde industrie. Samen naar de top!
Ministerie van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie Topsectoren aanpak en de Nederlandse Defensie & Veiligheid gerelateerde industrie Samen naar de top! Drs. G.M. Landheer Directeur Topsectoren en Industriebeleid
Nadere informatieBETROKKENHEID EN FINANCIERING PUBLIEK PRIVATE KATAPULT NETWERKEN
BETROKKENHEID EN FINANCIERING PUBLIEK PRIVATE KATAPULT NETWERKEN TEKST EN ANALYSE DR. HENK DE POOT (NOBIS) NOVEMBER 2017 Betrokkenheid en financiering Publiek Private Katapult Netwerken 1 INHOUD 1 Betrokken
Nadere informatieVisie op Valorisatie. van onderzoeken naar ondernemen. InnoTep, Radboud Universiteit Nijmegen, 30 september 2011. Maarten van Gils
Visie op Valorisatie van onderzoeken naar ondernemen InnoTep, Radboud Universiteit Nijmegen, 30 september 2011 Maarten van Gils Agenda Persoonlijke introductie Het onderzoeken bij MICORD De overgang in
Nadere informatieHolland High Tech High Tech Solutions for Global Challenges Topsector High Tech Systemen en Materialen
Holland High Tech High Tech Solutions for Global Challenges Topsector High Tech Systemen en Materialen Amandus Lundqvist Voorzitter Topteam HTSM 21 maart 2014 Topteam HTSM advies toename private én publieke
Nadere informatie14 december 2011 Amandus Lundqvist voorzitter topteam HTSM
14 december 2011 Amandus Lundqvist voorzitter topteam HTSM Topteam HTSM: advies Toename private èn publieke R&D investeringen in HTSM Herkenbaar en attractief technisch vakonderwijs Overheid als innovatieve
Nadere informatieHoe gebruiken we de Maritieme Strategie om maritieme innovatie te stimuleren?
Hoe gebruiken we de Maritieme Strategie om maritieme innovatie te stimuleren? Brigit Gijsbers - Directeur Maritieme Zaken, Ministerie van Infrastructuur en Milieu De Nederlandse Maritieme Strategie 2015-2025
Nadere informatieUitnodiging Werkconferentie Logistiek in een Circulaire Economie 31 oktober :00-17:30
Uitnodiging Werkconferentie Logistiek in een Circulaire Economie 31 oktober 2018 13:00-17:30 Beste genodigde, Een urgenter vraagstuk dan de toekomst van onze planeet is er niet. Daarom is er ook geen urgentere
Nadere informatieRICHES Renewal, Innovation and Change: Heritage and European Society
This project has received funding from the European Union s Seventh Framework Programme for research, technological development and demonstration under grant agreement no 612789 RICHES Renewal, Innovation
Nadere informatiePlatform Bèta Techniek. Connect 05 2015. Chemiedag 2015. Hoe kunnen onderwijs en bedrijfsleven succesvol samenwerken?
Platform Bèta Techniek Connect 05 2015 Chemiedag 2015 Hoe kunnen onderwijs en bedrijfsleven succesvol samenwerken? Succesvolle samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven is de basis voor groei van
Nadere informatieKrachten bundelen, kennis delen en allianties vormen
The Next Step: Coalition of the Willing Krachten bundelen, kennis delen en allianties vormen The Next Step: Coalition of the Willing Krachten bundelen, kennis delen en allianties vormen Een regio om trots
Nadere informatieAgendabrief Topsectoren 2017 Verbinden om te vernieuwen
Agendabrief Topsectoren 2017 Verbinden om te vernieuwen De topsectoren in 2017 Het afgelopen jaar waren de resultaten van het topsectorenbeleid breed zichtbaar. De weg naar economisch herstel is doorgezet,
Nadere informatieThe Netherlands of 2040. www.nl2040.nl
The Netherlands of 2040 www.nl2040.nl 1 Tijden veranderen 2 Tijden veranderen 3 Nieuwe CPB scenario studie Vraag Waarmee verdienen we ons brood in 2040? Aanpak Scenario s, geven inzicht in onzekerheid
Nadere informatieINTERSECTORALE MOBILITEIT IN HET HOGER ONDERWIJS ROB GRÜNDEMANN (HOGESCHOOL UTRECHT)
INTERSECTORALE MOBILITEIT IN HET HOGER ONDERWIJS ROB GRÜNDEMANN (HOGESCHOOL UTRECHT) 1. Opzet van het onderzoek 2. Resultaten en conclusies 3. Discussie Vraagstelling 1. Welke omvang heeft intersectorale
Nadere informatieTransformatie naar een slimme, datagedreven tuinbouw
Transformatie naar een slimme, datagedreven tuinbouw de rol van onderzoek 19 oktober 2017, prof.dr.ir. Jack van der Vorst, lid concernraad Wageningen University & Research Wereldwijde uitdagingen land-
Nadere informatieEnergizing the city: Almere energy axis
Inhoud Energizing the city: Almere energy axis... 3 Van Noord/West naar Zuid/Ooost... 4 Energie die stroomt door de as... 5 Focus on knowledge & education... 6 Focus on innovation & experiments... 7 Focus
Nadere informatieSamenwerkingsagenda Hogeschool van Arnhem en Nijmegen en de Provincie Gelderland
en de Provincie Gelderland 22 maart 2016 Overwegende dat: De provincie Gelderland veel waarde hecht aan de aanwezigheid van onderwijs/kennisinstellingen in haar Provincie. Uiteraard in hun functie van
Nadere informatieBinnenstadsvisie Eindhoven
Binnenstadsvisie Eindhoven Raadscie. EM 20.09.16 Vera Gielen Gebiedsmanager Centrum @GielenVera Waarom visie Geeft richting voor ontwikkeling binnenstad om ervoor te zorgen dat we in 2025 de binnenstad
Nadere informatieOperationeel Programma EFRO Noord-Nederland Inzet op innovatie en een koolstofarme economie
Samenvatting Operationeel Programma EFRO Noord-Nederland 2014-2020 Inzet op innovatie en een koolstofarme economie oktober 2014 In het Europa van 2020 wil Noord-Nederland zich ontwikkelen en profileren
Nadere informatieUitvoeringskader Watertechnologie 2014-2020. Bijlage Succesvolle watertechnologieprojecten
Uitvoeringskader Watertechnologie 2014-2020 Bijlage Succesvolle watertechnologieprojecten Overzicht succesvolle waterprojecten Vanaf 2000 wordt in Fryslân gewerkt aan de ontwikkeling van het watertechnologiecluster
Nadere informatieWAAROM? MAKEN EN ONDERWIJS EEN INITIATIEF OM HET MAAKONDERWIJS DE PLEK TE GEVEN DIE HET VERDIENT.
INFORMATIE BROCHURE WAAROM? Make Your Future is het project dat initiatiefnemers Koning Willem I College en SPARK zijn gestart om het maakonderwijs de plek te geven die het verdient. Via een doorlopende
Nadere informatieEconomische kracht van de maritieme sector in de Zuidvleugel (van tweede Maasvlakte tot Gorinchem) verder versterken door inzet op vier lijnen:
Bijlage 1B behorend bij Voortgangsrapportage vragen Economie door gemeenten MKB: overzicht initiatieven MKB-kennisinstellingen Naam project Maritime Delta Economische kracht van de maritieme sector in
Nadere informatieTopsectoren en de Samenwerkingsagenda EZ-provincies-MKB
High Tech Systems & Materials Life Sciences & Health Agro-Food Logistiek BEDRIJVEN Water Topsectoren en de Samenwerkingsagenda EZ-provincies-MKB Creatieve Industrie Energie Meer geld en betere dienstverlening
Nadere informatieSamenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s
Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s In een globaliserende economie moeten regio s en ondernemingen internationaal concurreren. Internationalisatie draagt bij tot de economische
Nadere informatieHet leerlandschap van organisaties
Fer van den Boomen, Jos van Jaarsveld & Nanja Mol Uit de crisis innoveren? Het leerlandschap van organisaties De crisis is inmiddels ook voelbaar bij een commercieel adviesbureau. Het management bedenkt
Nadere informatieAanpak arbeidsmarkt Zuidoost-Nederland 2016-2020. Illustratie regionaal arbeidsmarkt dashboard. Inleiding
Aanpak arbeidsmarkt Zuidoost-Nederland 2016-2020 Illustratie regionaal arbeidsmarkt dashboard. Inleiding Wil Zuidoost-Nederland als top innovatie regio in de wereld meetellen, dan zal er voldoende en goed
Nadere informatieBusinessplan op hoofdlijnen
CLICK Creativity - Learning - Innovation - Co-creation - Knowledge Businessplan op hoofdlijnen 24 Februari 2012 CLICK IS......een landelijk innovatienetwerk van en voor een ijzersterke, innovatieve en
Nadere informatieInnovatie-instrumenten voor bedrijven in Nederland. Naar de top! Ino Ostendorf MT-lid directie Innovatie & Kennis
Innovatie-instrumenten voor bedrijven in Nederland Naar de top! Ino Ostendorf MT-lid directie Innovatie & Kennis Ministerie van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie Innovatie-instrumenten voor bedrijven
Nadere informatieNederland: de Maritieme Wereldtop
1 Nederland: de Maritieme Wereldtop Veilig, duurzaam en economisch sterk Maritiem Cluster in de Topsector Water: Innovatiecontract en Topconsortium Kennis en Innovatie V2.0, Samenvatting, 23 december 2011
Nadere informatieNaar meer scherpte in de Rijk-Regio agenda voor innovatiestimulering. Berry Roelofs Principal Consultant
Naar meer scherpte in de Rijk-Regio agenda voor innovatiestimulering Berry Roelofs Principal Consultant Utrecht, 17 december 2015 Goede uitgangssituatie, maar Nederland doet het goed 16 e economie van
Nadere informatieInschrijving RBB- AWARD 2018
Inschrijving RBB- AWARD 2018 Organisatie: Kamer van Koophandel Contactpersoon voor de RBB over deze good practice: Menno Zwart E- mail adres: menno.zwart@kvk.nl Mobiele telefoon: 06 1135 8182 Akkoord lid
Nadere informatieMatchmaking Event Cyber Security Research 22 May 2012 Jan Piet Barthel
Matchmaking Event Cyber Security Research 22 May 2012 Jan Piet Barthel Uitvoering lange termijn onderzoek call for proposals cyber security research NWO 2012 Jan Piet Barthel (NWO) Programma coördinator
Nadere informatieTuinbouwakkoord. Preambule
Tuinbouwakkoord Preambule Ondergetekenden beogen een Nationale Tuinbouwagenda 2019 2030, onder het motto Circulaire tuinbouw in de praktijk, zoals voorbereid en opgesteld door bedrijfsleven, kennispartners
Nadere informatieNWO-bijdrage voor de Topsector Creatieve Industrie
NWO-bijdrage voor de Topsector Creatieve Industrie 2014-2015 Innovatiecontract Het innovatiecontract van de Topsector Creatieve Industrie wordt in oktober 2013 voor de periode 2014-2015 opnieuw vastgesteld.
Nadere informatieSamenvatting. Balans van de topsectoren 2014 5
Samenvatting Aanleiding In 2010 kondigde het kabinet Rutte I de topsectorenaanpak aan. Inmiddels is de aanpak een aantal jaren in uitvoering en kan er worden geleerd van de ervaringen tot nu toe. Daarom
Nadere informatieOperationeel Programma EFRO Noord-Nederland
Samenvatting Operationeel Programma EFRO Noord-Nederland 2014-2020 Inzet op innovatie en een koolstofarme economie oktober 2014 In het Europa van 2020 wil Noord-Nederland zich ontwikkelen en profileren
Nadere informatieUw business case voor energiebesparing TKI-ISPT. RvT maart 2013
Uw business case voor energiebesparing TKI-ISPT RvT maart 2013 Het topsectorenbeleid Overheid, Rijksdient voor ondernemend Nederland Tenders voor Demo, pilot en Early adapter projecten Topcluster voor
Nadere informatieVerbinden van wetenschap en samenleving. NWO-strategie
Verbinden van wetenschap en samenleving NWO-strategie 2019-2022 Verbinden van wetenschap en samenleving Dit strategisch plan beschrijft de koers van NWO voor de jaren 2019 tot en met 2022. NWO legt hierin
Nadere informatieOverzicht gespreksonderwerpen uit de afgelopen IP-vergaderingen
Bijlage 1 Overzicht gespreksonderwerpen uit de afgelopen IP-vergaderingen Vergadering van 7 juli Sociale innovatie Gesproken over sociale innovatie. Er is een eerste gesprek geweest tussen leden van de
Nadere informatieHERWAARDEER AMBACHT, KOM TOT GROEI
AMBACHT VAKMANSCHAP TECHNOLOGIE s-hertogenbosch HERWAARDEER AMBACHT, KOM TOT GROEI We staan aan het begin van een nieuw maaktijdperk. Wereldwijd wordt het belang van het maken en creatieve ambachten voor
Nadere informatieInleiding RIS3 en OPZuid
Inleiding RIS3 en OPZuid Inhoud RIS3 OPZuid 2014-2020 Toekomst structuurfondsen Call Systeemversterking Human Capital (1B3) Regionale Innovatie Strategie voor Slimme Specialisatie (RIS3) OPZuid 2014-2020
Nadere informatienew world CAMPUS Op de grens van organisaties begint de New World Campus
new world CAMPUS Op de grens van organisaties begint de New World Campus New World Water & Sanitatie Campus Agri & Food De New World Campus is dé plek waar oplossingen worden gevonden voor mondiale vraagstukken
Nadere informatieManifest Circulair Onderwijs
Manifest Circulair Onderwijs de rol van onderwijs in verantwoord innoveren 2 Waarom urgentie De jeugd heeft de toekomst. Wij maken de toekomst. Wij brengen kinderen en jong volwassenen het gedachtengoed
Nadere informatieKansen voor groei. Nederland aan kop in luchten ruimtevaart
Kansen voor groei Nederland aan kop in luchten ruimtevaart Partners in groei Internationaal liggen er grote kansen voor groei van de Nederlandse lucht- en ruimtevaart; met positieve effecten voor werkgelegenheid,
Nadere informatieDrempels. droom. werkelijkheid
Drempels tussen droom en werkelijkheid Een dynamisch groen kennissysteem, midden in de praktijk In de groene sector spelen vraagstukken waar direct en gerichte antwoorden voor nodig zijn. Goede oplossingen
Nadere informatieSamenwerking hogescholen en MKB in de topsectoren ZWAARTEPUNTVORMING PROFILERING SAMENWERKING KWALITEIT DUURZAME VERANKERING
Samenwerking hogescholen en MKB in de topsectoren ZWAARTEPUNTVORMING PROFILERING SAMENWERKING KWALITEIT DUURZAME VERANKERING 14 december Bedrijfslevenbrief Het kabinet heeft samenleving en bedrijfsleven
Nadere informatieDAS Lectorenbijeenkomst 13 november Annemarie Knottnerus Platform Bèta Techniek
DAS Lectorenbijeenkomst 13 november 2014 Annemarie Knottnerus Platform Bèta Techniek Dynamiek Onderweg Publiek Private Samenwerking in het beroepsonderwijs Centres of expertise Centra voor innovatief vakmanschap
Nadere informatieGreenport Horti Campus. Burgemeester Sjaak van der Tak 16 december 2011
Greenport Horti Campus Burgemeester Sjaak van der Tak 16 december 2011 1 Internationaal kenniscentrum in het hart van de Greenport 2 Doel en ambitie Versterken internationale concurrentiekracht van de
Nadere informatieDe ontwikkeling en toepassing van games voor gezondheid. Een verkenning van de Nederlandse situatie in internationaal perspectief
De ontwikkeling en toepassing van games voor gezondheid Een verkenning van de Nederlandse situatie in internationaal perspectief HKU, Applied Games R&D programma Lector Jeroen van Mastrigt In opdracht
Nadere informatieSUCCESVOL INNOVEREN GAAT SNELLER MET DE JUISTE PARTNERS!
Innovatieplatform voor industrieel oppervlaktebehandelend Nederland SUCCESVOL INNOVEREN GAAT SNELLER MET DE JUISTE PARTNERS! VOORSPRONG DOOR INNOVATIEGERICHTE SAMENWERKING Dat Nederland er economisch goed
Nadere informatieKick-off programma Kwaliteit van de Samenleving in Zuid-Holland 10 december 2015
Kick-off programma Kwaliteit van de Samenleving in Zuid-Holland De aftrap Op heeft JSO met u de aftrap gegeven van het programma Kwaliteit van de Samenleving in Zuid- Holland. Het programma voorziet in
Nadere informatieTitel Location based services (LBS) voor retailers in het stadshart van Utrecht
Onderzoeksopdracht Crossmedialab Titel Location based services (LBS) voor retailers in het stadshart van Utrecht Probleemomgeving Online winkelen groeit in Nederland enorm; tegelijkertijd is er een verschuiving
Nadere informatieDoel Doel van het programma VvW:
Doel Doel van het programma VvW: Een strategie en bijbehorende actielijnen opleveren en (laten) uitvoeren ten behoeve van de gewenste economische structuurversterking van de Vierkant voor Werk regio. Dit
Nadere informatieDE INDUSTRIE: MOTOR VAN VERNIEUWING. Drie acties voor een nieuw Kabinet. Manifest 2017
DE INDUSTRIE: Drie acties voor een nieuw Kabinet MOTOR VAN Manifest 2017 VERNIEUWING Nederlandse industriële bedrijven behoren tot de top van de wereld. We zijn wereldmarktleider in chipmachines en medische
Nadere informatieInhoud presentatie Cohesiebeleid 2014-2020 Situatie 2007-2013 Uitdaging 2014-2020 EU2020
OP EFRO OOST-NEDERLAND 2014-2020PRESENTATIE KENNISPARK, 23 APRIL 2014 JOLANDA VROLIJK, PROGRAMMAMANAGER EFRO OP EFRO Oost-Nederland 2014-2020 Inhoud presentatie 1. Inleiding Europese Fondsen: cohesie beleid
Nadere informatieHAN en duurzame energie
Beroepsonderwijs tijdens de energie transitie HAN en duurzame energie Van buiten naar binnen. Tinus Hammink programma-manager SEECE Hogeschool van Arnhem en Nijmegen HBO en topsectoren; keuze van HAN 1.
Nadere informatiestudenten die gekozen hebben voor een studie aan deze Universiteit.
Dames en heren, Graag heet ik u van harte welkom bij de opening van het Academisch Jaar 2013/2014. Met uw aanwezigheid vandaag geeft u nog eens blijk van uw bijzondere verbondenheid aan deze Universiteit,
Nadere informatieNieuwe kansen in de verhouding tussen huurder en verhuurder van laboratoria. Jeff Gielen, 28 oktober 2014. www.biofacilities.nl
Nieuwe kansen in de verhouding tussen huurder en verhuurder van laboratoria Jeff Gielen, 28 oktober 2014 www.biofacilities.nl Inhoud 1. Kadans Biofacilities 2. Expertise en support + services 3. Lessons
Nadere informatieToelichting op de NWO-bijdrage Topsectoren
Toelichting op de NWO-bijdrage Topsectoren 2016-2017 Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek Inhoudsopgave Toelichting op de NWO-bijdrage Topsectoren 2016-2017 1 Inleiding en werkwijze
Nadere informatie"Maatschappelijke positionering van de industrie verbeteren"
"Maatschappelijke positionering van de industrie verbeteren" Evert-Jan Velzing Docent-onderzoeker Hogeschool Utrecht We zien dat er meer positieve aandacht is voor de industrie, maar het belang van de
Nadere informatieSamenwerken aan een toekomstbestendige retailsector
Samenwerken aan een toekomstbestendige retailsector Wie wij zijn Het Retail Innovation Platform helpt de innovatie- en concurrentiekracht van de retailsector te versterken. Samen met retailers en andere
Nadere informatieTussenstand OP EFRO Noord-Nederland 2014 2020. SNN PS bijeenkomst 25 juni Yvonne van Mastrigt
Tussenstand OP EFRO Noord-Nederland 2014 2020 SNN PS bijeenkomst 25 juni Yvonne van Mastrigt Noordelijke specialisatie in beeld Samengestelde behoeften Samengestelde oplossingen Achtertuin als proeftuin/
Nadere informatieWaar gaat LLL over? Regio. Onderwijs continuïteit. Arbeidsmarkt macro economie. Overheid vitaliteit, fiscaal beleid
Waar gaat LLL over? Onderwijs continuïteit Arbeidsmarkt macro economie Individu employability Sector Regio Overheid vitaliteit, fiscaal beleid Bedrijven continuïteit, concurrentie Arbeidsmarkt doelen Sectorbeleid
Nadere informatieCIV SMART TECHNOLOGY
CIV SMART TECHNOLOGY Uitgebreide managementsamenvatting Plan van Aanpak Centrum voor Innovatief Vakmanschap Smart Technology Ten behoeve van subsidie aanvraag Regionaal Investeringsfonds door de partners
Nadere informatieWat verwachten werkgevers van het onderwijs als het gaat om duurzaamheid?
Wat verwachten werkgevers van het onderwijs als het gaat om duurzaamheid? Een onderzoek onder werkgevers in de topsectoren en de overheid. Onderzoeksrapport Samenvatting 1-11-2013 1 7 Facts & figures.
Nadere informatieHorizon 2020 Kansen voor Hogescholen
Horizon 2020 Kansen voor Hogescholen DG Onderzoek en Innovatie mei 2013 Inhoud presentatie Opzet toekomstig Europees R&I beleid Hoofdlijnen Horizon 2020 Waar staan we nu? Kansen voor hogescholen in Horizon
Nadere informatieAan de Statenleden van de provincies Fryslân, Groningen en Drenthe. Groningen 30 juni 2015 Behandeld door bestuurszaken SNN Telefoonnummer 050 5224942
Aan de Statenleden van de provincies Fryslân, Groningen en Drenthe Groningen 30 juni 2015 Behandeld door bestuurszaken SNN Telefoonnummer 050 5224942 E-mail bestuur@snn.eu Briefnummer UP-15-15096 Bijlage
Nadere informatieKRACHTENBUNDELING VOOR 2009 Corporate Identity BM-Support.org STICHTING BUSINESS MANAGEMENT SUPPORT STICHTING BUSINESS MANAGEMENT SUPPORT
STICHTING BUSINESS MANAGEMENT SUPPORT STICHTING BUSINESS MANAGEMENT SUPPORT OPEN BUSINESS INNOVATIE KRACHTENBUNDELING VOOR SUCCES OPEN BUSINESS INNOVATIE KRACHTENBUNDELING VOOR 2009 Corporate Identity
Nadere informatiePlatformtaak volgens gemeente
Oplegvel 1. Onderwerp Cofinanciering Regionale proeftuin Cultuur om de hoek 2. Rol van het samenwerkingsorgaan Holland Rijnland Platformtaak volgens gemeente 3. Regionaal belang De jeugd in de regio Holland
Nadere informatieTNO-instrumentarium Creatieve Industrie
TNO-instrumentarium Creatieve Industrie Instrumenten TNO voor Innovatie Vraagarticulatie Kennisoverdracht Kennisontwikkeling Technologisch consult in samenwerking met Syntens Branche Innovatie Agenda Challenge
Nadere informatieSMART SOCIETY IN NEDERLAND
SMART SOCIETY IN NEDERLAND Roxane Daniels Vereniging Nederlandse Gemeenten 23 april 2019 VVSG Brussel Paraplu-begrip Integrale aanpak van maatschappelijke opgaven Cross-sectoraal Publiek-privaat Bottom-up
Nadere informatieGreen Deal van Amsterdam International Fashion Week met de Rijksoverheid
Green Deal van Amsterdam International Fashion Week met de Rijksoverheid Ondergetekenden: 1. De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
Nadere informatieThe Netherlands of
The Netherlands of 2040 www.nl2040.nl 1 Tijden veranderen 2 Tijden veranderen 3 Nieuwe CPB scenario studie Vraag Waarmee verdienen we ons brood in 2040? Aanpak Scenario s, geven inzicht in onzekerheid
Nadere informatieProfessionele Masters. Uitgangspunten verdere uitbouw aanbod professionele masters
Professionele Masters Uitgangspunten verdere uitbouw aanbod professionele masters Professionele Masters Uitgangspunten verdere uitbouw aanbod professionele masters Inhoud 5 Voorwoord 7 Inleiding 8 Professionele
Nadere informatieCampus Zeeland Investeren in economische structuurversterking in de Zuidwestelijke Delta
Campus Zeeland Investeren in economische structuurversterking in de Zuidwestelijke Delta BZW Bijeenkomst Middelburg, 4 april 2017 Inhoudsopgave 1. Campus Zeeland 2. Bèta College 3. Kennis & Innovatie Netwerken
Nadere informatieRETAIL INNOVATIE AGENDA
Leren door te doen Den Haag, 5 oktober 2016 H.G.J. Kamp Minister van Economische Zaken mede namens de partijen achter de Retailagenda K. Klein Wethouder Stedelijke Economie, Zorg en Havens Gemeente Den
Nadere informatieR&D-barometer Onderzoek van VNO-NCW onder de grote Nederlandse R&D-bedrijven. November 2018
R&D-barometer 2018 Onderzoek van VNO-NCW onder de grote Nederlandse R&D-bedrijven November 2018 Inhoud 1. Achtergronden onderzoek 2. Kerncijfers R&D-barometer 2018 3. De trends in R&D; samenwerking blijft
Nadere informatieHoe geven we zorg en gezondheid vorm in de informatiesamenleving?
Hoe geven we zorg en gezondheid vorm in de informatiesamenleving? ECP en de zorg E-healthweek Gemeenten en digitale zorg Platform zorg en ICT ECP ZORG Digivaardig in de zorg Zorg en privacy Data en zorg
Nadere informatieDe kunstenaar als ondernemer
81 Ondernemerschap De kunstenaar als ondernemer Lucie Huiskens Veel kunstenaars klagen dat het kunstvakonderwijs hen slecht voorbereidt op de beroepspraktijk. Hoe zou een goede voorbereiding eruit moeten
Nadere informatieManifest Circulair Onderwijs
Manifest Circulair Onderwijs de rol van onderwijs in verantwoord innoveren 2 Waarom urgentie De jeugd heeft de toekomst. Wij maken de toekomst. Wij brengen kinderen en jong volwassenen het gedachtengoed
Nadere informatieInnovatiefinanciering in Zeeland
Innovatiefinanciering in Zeeland Ecosysteem onder regie van en coördinatie door Impuls Edwin van Houte 9 juli 2018 MKB Roadshow, Zeeuws-Vlaanderen Impuls Structuurversterking en ontwikkeling van de Zeeuwse
Nadere informatieWorkshop Ondernemerschap
HBO Congres 17 april 2014 Workshop Ondernemerschap Geert-Jan Sweers Onno Bieleman - Hogeschool van Arnhem en Nijmegen - Birch Consultants 1 Onderzoek en ondernemerschap Lectoraten (t=539) 90% 5% 5% Lectoraten
Nadere informatieWorld Food Center uit de startblokken!
World Food Center uit de startblokken! De plannen voor de realisatie van het World Food Center (WFC) zijn in een ver gevorderd stadium. Het WFC wordt een iconisch experience center waar de Nederlandse
Nadere informatieLeercyclus Enschede-Dordrecht-Zwolle
Leercyclus Enschede-Dordrecht-Zwolle Regionaal uitvoeringsprogramma economie en arbeidsmarktbeleid Enschede, 26 januari 2012 Gido ten Dolle Programmadirecteur Ruimtelijk economische strategie en arbeidsmarktbeleid
Nadere informatieINNOVATIE- MOTOR VOOR HAVEN EN STAD
INNOVATIE- MOTOR VOOR HAVEN EN STAD _ RDM CENTRE OF EXPERTISE Rotterdam heeft de ambitie uit te groeien tot een klimaatbestendige deltastad met de meest innovatieve en duurzame haven ter wereld. Deze ambitie
Nadere informatieCVO Groningen. Annemieke Galema en Jan Sikkema 18 september 2012
CVO Groningen Annemieke Galema en Jan Sikkema 18 september 2012 Centrum voor Valorisatie en Ondernemerschap Stimuleren van kennisintensief ondernemerschap Drijvende krachten Valorisatie en Ondernemerschap
Nadere informatieDE BOUWCAMPUS GIDS VAN EEN MERK
DE BOUWCAMPUS GIDS VAN EEN MERK VERSIE JUNI 2014 INLEIDING De Bouwcampus staat in de steigers: hier pakken we de uitdagingen binnen de bouw gezamenlijk op. In vraagstukken die zowel private als publieke
Nadere informatieSTRATEGISCH PLAN 20152020. Excellent onderwijs voor een innovatieve regio
STRATEGISCH PLAN 20152020 Excellent onderwijs voor een innovatieve regio introductie Met meer dan 10.000 studenten en ruim 800 medewerkers zijn we het grootste opleidingencentrum voor beroepsonderwijs
Nadere informatieMeerjaren Speurwerkprogramma Voortgangsrapportage 2013 Vraaggestuurd Programma Evidence Based Design
TNO-rapport TNO 2014 R10446 Meerjaren Speurwerkprogramma 2011-2014 Voortgangsrapportage 2013 Vraaggestuurd Programma Evidence Based Design Gebouwde Omgeving Van Mourik Broekmanweg 6 2628 XE Delft Postbus
Nadere informatieRaadsvoorstel Programma Inwoners - en Overheidsparticipatie
BLANCO gemeente Eindhoven Raadsnummer 15R6463 Inboeknummer 15bst01200 Beslisdatum B&W 8 september 2015 Dossiernummer 15.37.551 Raadsvoorstel Programma Inwoners - en Overheidsparticipatie 2015-2018 Inleiding
Nadere informatieKennisatelier Stedenlink Breedband en (Lokale) Media. Ton van Mil immovator Cross Media Network
Kennisatelier Stedenlink Breedband en (Lokale) Media Ton van Mil immovator Cross Media Network Inhoud: Zweven over de mediasector Rol van immovator Relevantie van media en breedband: Nationale markt Globale
Nadere informatieSamen realiseren we de koers van Zuid-Limburg
Samen realiseren we de koers van Zuid-Limburg Ambitie programma Toegevoegde waarde/bijdrage aan BNP: 40 miljard euro op ZON niveau 8,5 miljard op het niveau van Zuid- Limburg Complete werkgelegenheid:
Nadere informatieWerkplan CLICK//NextFashion
Werkplan CLICK//NextFashion ** ** Lucie Huiskens Matthijs Crietee José Teunissen September 2012 Inhoud Samenvatting 2 1 Inleiding 3 2 Organisatie 3 3 Activiteitenplan en ondersteuning vanuit TKI CLICKNL
Nadere informatieProf.dr. Henk W. Volberda Rotterdam School of Management, Erasmus University Wetenschappelijk directeur INSCOPE Bestuurslid NCSI
Prof.dr. Henk W. Volberda Rotterdam School of Management, Erasmus University Wetenschappelijk directeur INSCOPE Bestuurslid NCSI Erasmus Concurrentie & Innovatie Monitor 2008 Bedrijven presteren beter
Nadere informatieSaxion University of Applied Sciences
Saxion University of Applied Sciences Frans Pol, Directeur Saxion Research & Graduate School 27 Juni 2018 Stelling: Regionale Impact van Hogescholen start bij een goede vraagstelling bij de klant A few
Nadere informatie