Type aanvraag O Aanvraag vergunning tot het oprichten en in werking hebben van de beschreven inrichting

Transcriptie

1 Postbus AB Gulpen Willem Vliegenstraat DA Gulpen T F info@gulpen-wittem.nl Wet milieubeheer: Aanvraag vergunning AGRARISCH O Conceptaanvraag in enkelvoud O Definitieve aanvraag in 5-voud Ingeschreven onder nr.: SBI-code: Categorie: Aanvraag vergunning - tevens beschrijving Burgemeester en wethouders van Gulpen-Wittem: Datum: Gegevens aanvrager Naam: Adres: Postcode en woonplaats: Telefoon: Fax: adres: Type aanvraag O Aanvraag vergunning tot het oprichten en in werking hebben van de beschreven inrichting (artikel 8.1 lid 1 onder a en c Wm) O Aanvraag vergunning tot het veranderen van de inrichting of de werking ervan (artikel 8.1 lid 1 onder b Wm) O Aanvraag voor een revisie van de milieuvergunning (artikel 8.4 lid 1 Wm) O Aanvraag voor een tijdelijke vergunning tot (datum vermelden, maximaal 5 jaar) (artikel 8.17 Wm) /25

2 Gegevens inrichting Aard van de inrichting: Plaats waar de inrichting is/zal worden opgericht: Naam inrichting: Adres: Postcode en woonplaats: Telefoon: Fax: adres: Kadastrale ligging: sectie nr(s) Contactpersoon: Telefoon: Fax: adres: Vraag zo nodig voorlichting bij de gemeente welke andere vergunningen u nog nodig heeft voor het in bedrijf hebben van uw inrichting. Bij de aanvraag dient een duidelijk bouwkundige plattegrondtekening van de gehele inrichting te worden bijgevoegd. Op de tekening dient de uit- en inwendige samenstelling van de inrichting en toebehoren aangeven te worden gegeven met schaal niet kleiner dan 1:200, doch bij voorkeur 1:100. Zie verder bijgevoegde toelichting in Bijlage /25

3 1. Inrichting 1.1 Algemene gegevens Beschrijf hier beknopt: De activiteiten en de werkzaamheden die in de inrichting plaatsvinden/worden verricht; (in een aparte bijlage bij het aanvraagformulier kan een uitgebreide omschrijving van de activiteiten binnen de inrichting worden gegeven) Indien het gaat om een verandering van de inrichting, aangeven waaruit deze bestaat ten opzichte van de bestaande, reeds vergunde, situatie: Welke stallen veranderen: Waarom de veranderingen moeten plaatsvinden: De emissie-arme stalsystemen (kort, bv. door vermelding type stal/detailuitwerking: Fasering uitvoering bouw- en/of verbouwplannen: Organisatorische, functionele of technische bindingen met andere bedrijven: /25

4 1.2 Werktijden en werknemers Werkdagen, -tijden waarbinnen de hoofdactiviteiten worden uitgevoerd (aankruisen) Maandag t/m vrijdag Zaterdag Zondag uur O O O uur O O O uur O O O O Incidentele afwijkingen, frequentie keer per maand van tot uur O Reden afwijkingen: Aantal werknemers binnen de inrichting: 2 Dieren 2.1 Situatie conform geldende vergunning(en) Per stal / gebouw aangeven. RAV-code en Geuremissiefactor: zie Stal Diercategorie Nr. Dieren Dierplaatsen RAV-code aantal Aantal Opperv. Ammoniak Geur Netto per dierplaats (m 2 ) kg NH 3 /jr per dier Totaal kg NH 3 /jr Geuremissiefactor (ou E /dier/s) Geuremissie (ou E /s) Totaal NH 3 /jr. bedrijf Totaal ou E /s /25

5 2.2 Aangevraagde situatie Per stal/gebouw aangeven. RAV code en Geuremissiefactor: zie Stal Diercategorie Nr. Dieren Dierplaatsen RAV-code Aantal Aantal Opperv. Ammoniak Geur Netto per dier-plaats (m 2 ) kg NH 3 /jr per dier Totaal kg NH 3 /jr Geuremissiefactor (ou E / dier/s( Geuremissie (ou E /s) Totaal NH 3 /jr. bedrijf Totaal ou E /s 2.3 Opslag bstrijdingsmiddelen Soort Soort opslag losse kast/ betreedbare ruimte/anders: omschrijf Hoeveelheid (kg /liter) Verpakking originele verpakking/ anders: omschrijf Gevaarsklasse (zie etiket op verpakking*) Plaatsing in lekbak/ niet in lekbak /25

6 3 Grondstoffen- en hulpstoffen 3.1 Drukhouders Soort Aantal Flessen/ tanks Totale waterinhoud (liter of m 3 ) Installatiedatum Keuringsdatum Wijze van opslag (kast/kluis e.d.) Nr. op tek. 1. Propaan 2. Butaan 3. Stikstof 4. Acetyleen 5. Zuurstof Voor het opslaan van propaan in een bovengronds reservoir kunnen de algemene regels volgens het Besluit Voorzieningen en Installaties Milieubeheer gelden. Om te bepalen of het reservoir daadwerkelijk onder de werkingssfeer van het voor-noemde Besluit valt, dient een meldingsformulier Besluit voorzieningen en installaties milieubeheer te worden ingediend bij het Bevoegd gezag (alléén noodzakelijk als een dergelijke melding nog nooit is ingediend bij het bevoegd gezag). 3.2 Opslag brandbare vloeistoffen Soort Opslagwijze ondergr. tank /bovengr. tank/ emballage Inhoud (m 3 of liter) Soort tank dubbel- of enkelwandig /staal of kunststof Plaatsing wel of niet in lekbak/ in- of uitpandig Af-levering Handpomp/ elektrische pomp/vaste leidingen Voorzieningen boven- of ondergrondse leidingen Installatie datum 1. Diesel 2. HBO 3. Petroleum Indien binnen de inrichting opslag van brandbare stoffen in tanks plaatsvindt, dienen bij de aanvraag de daarbij behorende tank- en installatiecertificaten te worden overlegt. Tevens dienen de keuringscertificaten en rapportages van overige controles te worden bijgevoegd waaruit blijkt dat de tank voldoet aan de daarvoor gelden eisen. Voor het opslaan van vloeistoffen in ondergrondse tanks gelden algemene regels volgens het Besluit opslaan in ondergrondse tanks (B.O.O.T.) /25

7 3.3 Opslag bestrijdingsmiddelen Soort Soort opslag losse kast/ betreedbare ruimte/ anders: omschrijf Hoeveelheid (kg /liter) Verpakking originele verpakking/ anders: omschrijf Gevaarsklasse (zie etiket op verpakking*) Plaatsing in lekbak/ niet in lekbak Overige milieugevaarlijke stoffen Soort Soort opslag losse kast/ betreedbare ruimte/anders: omschrijf Hoeveelheid (kg /liter) Verpakking originele verpakking/ anders: omschrijf Gevaarsklasse (zie etiket op verpakking*) Plaatsing in lekbak/ niet in lekbak 1. Reinigingsmiddelen 2. Ontsmettingsmiddelen 3. Diergeneesmiddelen 4. Zuren 5. Oliën * voorbeelden bijtende/corrosieve stof (licht)ontvlambare stof milieugevaarlijke stof giftige stof oxiderende stof schadelijke/irriterende stof 3.5 Maatregelen gericht op een zuinig ge(ver)bruik van grondstoffen/veevoeder Meerfasevoedering, mineralenregistratie o.d /25

8 3.6 Opslag voeder- en (mest)stoffen Soort product Maximale opslag (ton of m 3 ) Wijze van opslag Verpakking/ opslag voorziening Nr. op tekening Afstand tot woningen van derden 1. Kunstmest 2. Brijvoer 3. Mengvoeder 4. Maïs/gras 5. Bijprodukt 6. Drijfmest 7. Vaste mest 8. Voor het opslaan van dunne mest in een mestbassin kunnen de algemene regels volgens het Besluit Mestbassins milieubeheer gelden. Om te bepalen of het bassin daadwerkelijk onder de werkingssfeer van het voornoemde Besluit valt, dient een meldingsformulier Besluit Mestbassins milieubeheer te worden ingediend bij het Bevoegd gezag (alléén noodzakelijk als een dergelijke melding nog nooit is ingediend bij het bevoegd gezag) /25

9 4 Installaties en voorzieningen 4.1 Koeling Soort Type koelmedium Hoeveelheid koelmedium (kg) Kadaverkoeling Melktankkoeling Capaciteit (kw) Nr. op tekening Keuring O Jaarlijks O Anders nl: O Logboek aanwezig O Instructiekaart aanwezig 4.2 Ventilatie van inrichting O Op natuurlijke wijze O Op mechanische wijze Aantal elektrische ventilatoren Totaal vermogen m boven maaiveld/daklijn* m boven maaiveld/daklijn* nr. op tekening stuks kw Is de omschrijving van het stalsysteem toegevoegd O Ja O Nee * S.v.p. doorhalen wat niet van toepassing is. Emissiepunt op tekening vermelden. 4.3 Verwarmingsinstallatie Installatie Brandstof (gas/ olie/kolen/hout/ anders) Max. verbruik per jaar (m 3 ) Installatiedatum Schoorsteenhoogte bovendaks (m) Nr. op tekening 1. C.v. installatie 2. Boiler 3. Heaters 4. Elektrische verwarming 5. Stoomketel 6. WKK /25

10 4.4 Wasplaats c.q. spoelplaats Gebruik van de wasplaats: O Reinigen van voertuigen t.b.v. het vervoer van vee O Reinigen van oliehoudende voertuigen of machines O Uitwendig reinigen van spuitapparatuur voor bestrijdingsmiddelen O Inwendig reinigen van spuitapparatuur voor bestrijdingsmiddelen O Anders, nl: Wordt de wasplaats uitsluitend voor eigen gebruik aangewend? O Ja O Nee 4.5 Kadaverplaats Op welke wijze worden de kadavers aangeboden? O In verrijdbare kadaverkar O Op kadaverplaat onder een kadaverstolp O Anders, nl: 4.6 Werkplaats Activiteiten in de werkplaats: O Onderhoudswerkzaamheden waarbij handelingen met olie worden verricht: O bijvullen olie O aftappen afgewerkte olie O anders nl: O Onderhoudswerkzaamheden aan niet-oliehoudende voertuigen/werktuigen/installaties O Laswerkzaamheden O Anders, nl: Worden onderhoudswerkzaamheden uitsluitend aan eigen materieel verricht? O Ja O Nee 5 Energie 5.1 Analyse energiegebruik O Analyse energieverbruik is toegevoegd O Quikscan is toegevoegd O Energiebesparingsonderzoek is toegevoegd O Haalbaarheidsonderzoek is toegevoegd In een vooroverleg met de gemeente dient te worden bepaald of het noodzakelijk is om bij de aanvraag een analyse van het energieverbruik te overleggen /25

11 5.2 Energiegebruik Energiesoort Verbruik per jaar (representatief jaar) Gas m 3 Elektriciteit kwh Olie liter Propaan m 3 Kosten 5.3 Maatregelen gericht op een zuinig ge(ver)bruik van energie Maatregel Uitgevoerd Gepland Energiezuinige verlichting, voorbeelden: O O Spaarlampen O O Werkplekverlichting O O Hogedruk natriumlamp buitenverlichting O O Hoogfrequent TL-verlichting met spiegeloptiekarmatuur O O Schermerschakelaars O O HR ketel O O VR ketel O O Thermische isolatie (wanden, glas etc) O O Warmte-kracht-koppeling (WKK) O O Warmtepomp O O Frequentiegeregelde ventilatoren O O Zonne-energie O O O O /25

12 6. Afvalstoffen 6.1 Afvalstoffenonderzoek O Rapport afvalstoffenonderzoek is toegevoegd In een vooroverleg met de gemeente dient te worden bepaald of het noodzakelijk is om bij de aanvraag een afvalstoffenonderzoek te overleggen. 6.2 Bedrijfsafvalstoffen Afvalstof Restafval (ongescheiden fractie) Afvoerfrequentie Hoeveelheid per jaar (kg, ton of stuks) Maximale opslag Wijze van opslag Opslagplaats (+ nr. op tekening) Inzamelaar/ verwerker (afvalstroomnr. vermelden) Papier Metaal Glas Hout Kunststoffen GFT/groen-afval Kadavers Landbouwplastic Autobanden 6.3 Gevaarlijke afvalstoffen Afvalstof Hoeveelheid per jaar (kg, ton of stuks) Max. opslag Wijze van opslag Afvoerfrequentie Opslagplaats Inzamelaar/ verwerker (afvalstroomnr. vermelden) Afgewerkte olie Oliehoudend afval Olie/vetafzetting Zand c.q. slibafval Bestrijdingsmiddelen T.L.-lampen enz. Batterijen/accu s Verfrestanten Ontvetter /25

13 6.4 Maatregelen die getroffen worden Ten behoeve van het voorkomen van het ontstaan van voornoemde afvalstoffen in de inrichting: Ten behoeve van het beperken van het ontstaan van voornoemde afvalstoffen in de inrichting: Ten behoeve van het gebruiken of nuttig toepassen danwel het geschikt maken voor hergebruik of nuttige toepassing van de voornoemde afvalstoffen die in de inrichting ontstaan: 7 Water/afvalwater 7.1 Analyse watergebruik O Waterbesparingsonderzoek is toegevoegd In een vooroverleg met de gemeente dient te worden bepaald of het noodzakelijk is om bij de aanvraag een waterbesparingsonderzoek te overleggen. 7.2 Waterge(ver)bruik Aantal m 3 /jaar Leidingwater Grondwater Opp. water Regenwater Totaal representatief jaar Globaal gebruiksdoel * Totaal * vul hier één of meer van de onderstaande gebruiksdoelen in: A. Spoelwater van de melkapparatuur B. Reinigingswater melkstal en -put C. Drinkwater dieren D. Schrobwater reiniging stallen, uitloop- en laadruimten E. Schrobwater reiniging stallen e.a. varkenshouderij F. Schrobwater reiniging stallen e.a. pluimveehouderij G. Terugspoelwater ontijzeringsinstallatie H. Koelwater grondkoeling I. Spoelwater uitwendige reiniging voertuigen en spuitapparatuur op erf J. Spoelwater van inwendige reiniging spuitapparatuur op perceel /25

14 7.3 Lozing afvalwater Afvalwaterstroom 1 1. Bedrijfsafvalwater van Oppervl. water (m 3 /jr) Openb. riool (m 3 /jr) Mestkelder 7 (m 3 /jr) Bodem (puntlozing 5 ) (m 3 /jr) Bodem (diffuus 6 ) (m 3 /jr) Anders nl. (m 3 /jr) Totaal (m 3 /jr) Meting en/of bemonst. 4 huishoudelijke aard 2 2. Percolatiewater en perssap veevoeders 3. Percolatiewater en perssap organisch afval 4. Was- en spoelwater melkinstallatie 5. Schrobwater veestallen en uitloopruimten 6. Waswater voertuigen veevervoer 7. Waswater kadaverplaats 8. Spoelwater spuitapp. inwendig/uitwendig 9. Afspoelwater geoogst product (prei etc.) 10. Ontijzeringsinstallatie 11. Hemelwater van daken en verhardingen Totaal (m 3 /jr) Toelichting: 1. U kunt ten aanzien van de afvalwaterstroom eveneens verwijzen naar het eerdergenoemd gebruikswater. 2. Er wordt gerekend met 50 liter per in het bedrijf werkzame persoon per dag. 3. Het betreft niet verontreinigd hemelwater. Totale oppervlak van daken en terreinen vermenigvuldigen met 0,8 (in Nederland gemiddeld 0,8 m 3 /m 2 /jaar). 4. Indien volumestroommeting en/of bemonstering plaatsvindt wilt u dat dan in de laatste kolom aangeven. 5. Een puntlozing heeft normaliter betrekking op een bezinkput of zaksloot. 6. Een diffuse lozing op de bodem houdt in dat het afvalwater wordt opgevangen in een aparte opvangvoorziening om vervolgens elders (buiten de inrichting) in de bodem te brengen. Hiervoor is een ontheffing in het kader van het Lozingenbesluit bodembescherming vereist. 7. Bij een lozing op de mestkelder wordt het afvalwater vermengd met dierlijke mest. De regels voor het opslaan en aanwenden van dierlijke mest zijn dan van toepassing /25

15 7.4 Maatregelen ter beperking van de afvalwaterstroom O Hergebruik, nl: O Buffering, nl: O Preventie, nl: O Anders, nl: 7.5 Verontreinigde stoffen die in het afvalwater terecht kunnen komen Handeling waarbij afvalwater vrijkomt Afvalstof Hoeveelheid (liter/jaar of kg/jaar) 7.6 Zuivertechnische- en controlevoorzieningen Voorziening Merk/Type Capaciteit * Soort afvalwater Bezinkput/-vijver Zand- c.q. slibvanger Vetafscheider Olie/benzine afscheider Zuiveringsinstallatie Septictank Infiltratievoorziening Controlevoorziening * Voeg een capaciteitsberekening van de zuivertechnische voorziening toe. Op de tekening moeten de lozingspunten, het leidingnet en de voorzieningen van alle lozingen zijn aangegeven. Indien een zuiveringssysteem en/of infiltratievoorziening aanwezig is, de ligging hiervan op de plattegrond aangeven /25

16 7.7 Lozing op gemeentelijk riool O Vrijverval: O Gecombineerd riool/vrijverval O Vuilwaterriool, O Hemelwaterriool O Druk- en/of persleiding Tijdstip en omvang van de lozing: O Tussen uur: uren m 3 O Tussen uur: uren m 3 O Tussen uur: uren m 3 Hoe vaak en gedurende welk tijdsbestek doen zich situaties voor waarin de gemiddelde afvoerdebieten van het bedrijfsafvalwater in ruime mate worden overschreden (m.u.v. het hemelwater) en waardoor worden deze pieken veroorzaakt? 7.8 Lozing in of op de bodem Worden binnen de inrichting overige vloeistoffen en/of koelwater definitief in of op de bodem gebracht? O Nee (N.B. Indien lozingen buiten de inrichting plaatsvinden is een ontheffing ex. Artikel 24 en 25 ingevolge het Lozingenbesluit bodembescherming vereist) O Ja Bij de aanvraag dienen de gegevens zoals vermeld in Bijlage 2 bij de aanvraag te worden aangeleverd. Met behulp van deze gegevens wordt beoordeeld of een ontheffing ex. Artikel 24 en 25 ingevolge het Lozingenbesluit bodembescherming verleend kan worden. 8. Bodem 8.1 Bodemonderzoek O Rapport bodemonderzoek is toegevoegd O Reeds uitgevoerde bodemonderzoeken: O B.O.O.T. Nr: O Nulsituatie-onderzoek Nr: O Bouwstoffenbesluit Nr: De noodzaak voor het toevoegen van een bodemonderzoek dient in een vooroverleg met de gemeente te worden besproken /25

17 8.2 Bodembeschermende maatregelen Activiteit Tankplaats brandstof Bodembeschermende voorzieningen en/of maatregelen Gesloten betonvloer zonder scheuren (vloeistofkerend) Tankplaats overdekt Absorptiekorrels aanwezig Anders (omschrijf): Opslag kadavers / kadaverplaats Vloeistofdichte opslagvoorziening Gesloten betonvloer zonder scheuren (vloeistofkerend) Anders (omschrijf): Spoelplaats c.q. wasplaats Gesloten betonvloer zonder scheuren (vloeistofkerend) Gekeurde vloeistofdichte vloer (incl PBV-verklaring) Vloer afwaterend naar opvangvoorziening Anders (omschrijf): Opslag vaste mest Gesloten betonvloer zonder scheuren (vloeistofkerend) Opvang van afspoelend hemelwater/percolatiewater Opslag blijvend afgedekt Anders (omschrijf): Opslag drijfmest Gesloten betonvloer zonder scheuren (vloeistofkerend) Anders (omschrijf): Opslag kuilvoer Gesloten betonvloer zonder scheuren (vloeistofkerend) Opvang van afspoelend hemelwater/perssap Opslag blijvend afgedekt Anders (omschrijf): Werkplaats Gesloten betonvloer zonder scheuren (vloeistofkerend) (noodzakelijk indien met olie wordt gewerkt) Anders (omschrijf): /25

18 9. Geluid, trillingen en verkeersbewegingen 9.1 Akoestisch onderzoek O Rapport akoestisch onderzoek is toegevoegd De noodzaak voor het toevoegen van een akoestisch onderzoek dient in een vooroverleg met de gemeente te worden besproken. 9.2 Omschrijving (belangrijkste) geluidsbronnen binnen de inrichting Geluid-/trillingsbron Aantal Aantal uren in bedrijf tussen: Bronvermogen L W db(a) Tractor Kraan Vrachtauto Ventilator Shovel Heftruck Voerinstallatie Beregeningsinstallatie 9.3 Bedrijfstijden van de verschillende geluidsproducerende activiteiten binnen de inrichting Activiteiten Frequentie (dag/week/ maand/jaar) Aantal uren in bedrijf tussen: Bronvermogen L W db(a) Laden dieren Lossen dieren Mixen en ledigen mestkelder Laden vaste mest Ophalen melk Vullen silo s Inkuilen voer Aanlevering brandstof /25

19 9.4 Verkeersbewegingen van en naar de inrichting Soort verkeer Maximaal aantal voertuigen per: Aantal verkeersbewegingen* tussen: dag week maand Personen-/bestelauto Tractor Vrachtauto Veevoederwagen Melkwagen Veetransport Afvoer drijfmest Afvoer vaste mest Aanvoer brandstof * één aan- en afrijdend voertuig veroorzaakt twee verkeersbewegingen Voorbeeld: Voer wordt wekelijks aangevoerd. De veevoederwagen arriveert om uur en rijdt weg om uur: Soort verkeer Maximaal aantal voertuigen per: Aantal verkeersbewegingen* tussen: dag week maand Veevoederwagen Maatregelen ter beperking van geluids-/trillingshinder O Vervoersmanagement O Speciale compressieruimte O Dempers O Omkasting O Geluidswal/-muur O Frequentiegeregelde ventilator O Anders, nl: /25

20 10. Algemeen 10.1 Metingen en registratie van milieubelasting O Grondstoffen gebruik O Afvalstoffen O Energieverbruik O Monitoring i.h.k.v. de bodem O Keuringen/inspecties O Veebezetting O Bedrijfsafvalwater O Anders, nl: 10.2 Voorzieningen tegen vormen van hinder Voorzieningen tegen andere vormen van hinder (stof-, geur-, visuele-, parkeeroverlast) die nog niet zijn vermeld O Aantal parkeerplaatsen op het eigen terrein: O Begroeiing/beplanting, te weten: O Maatregelen tegen geurhinder genomen: O Maatregelen tegen stofhinder: O 10.3 Brandveiligheid O Brandblusmiddelen aanwezig O Omschrijving van de brandveiligheidsinstallaties toegevoegd, (b.v. brandmeldinstallaties, sprinklerinstallaties) O Noodplan bij propaantank aanwezig O O /25

21 10.4 Overige vergunningen en/of meldingen Soort vergunning/kennisgeving O Geen O Oprichtingsvergunning O Veranderingsvergunning O Een nieuwe, de gehele inrichting omvattende vergunning O Een melding volgens artikel 1a Hinderbesluit O Melding 8.19, lid 2 Wm O Mededeling 8.1, lid 3 Wm O Melding artikel 8.44 Wet milieubeheer: Besluit Opslag propaan Hinderwet Besluit Voorzieningen en installaties milieubeheer Besluit mestbassin milieubeheer O Melding artikel 8.40 Wet milieubeheer: Besluit Melkrundveehouderijen milieubeheer Besluit Akkerbouwbedrijven milieubeheer Besluit Landbouwbedrijven en gemechaniseerde loonbedrijven milieubeheer O Ontheffing inzake de Provinciale Milieu Verordening O Ontheffing inzake de grondwateronttrekking O Een kennisgeving Lozingbesluit bodembescherming O Een vergunning van de Wet Verontreiniging Oppervlaktewateren Datum aanvraag (alleen invullen indien vergunning/ontheffing e.d. nog niet is verleend) Datum verleende vergunning/melding /25

22 10.5 Omgeving Welke stankgevoelige objecten liggen in de omgeving van de inrichting (afstand meten vanaf het meest dicht bijgelegen emissiepunt). In de directe omgeving van de inrichting is/zijn gelegen: O Bebouwde kom met stedelijk karakter O Zeer stankgevoelige objecten, o.a. ziekenhuis, internaat etc. O Objecten voor verblijfsrecreatie, o.a. bungalowpark, camping etc. O Objecten voor dagrecreatie, o.a. zwembad, speeltuin O Meerdere burgerwoningen in lintbebouwing buiten bebouwde kom O Meerdere verspreid liggende burgerwoningen O Een enkele burgerwoning in het buitengebied O Agrarische bedrijfswoning van derden Afstand (gemeten van emissiepunt tot gevel gevoelig object) meter meter meter meter meter meter meter meter Afstanden kuilvoer O De afstand tussen een kuilvoeropslag en de dichtstbijzijnde woning van derden of een gevoelig object bedraagt van: - gras meter - maïs meter O De afstand tussen een kuilvoeropslag van bijproducten en de dichtstbijzijnde woning van derden of een gevoelig object bedraagt meter Afstanden mestopslag O De afstand tussen een opslag voor drijfmest en de dichtstbijzijnde woning van derden of een gevoelig object bedraagt: O De afstand tussen een opslag van vaste mest en de dichtstbijzijnde woning van derden of een gevoelig object bedraagt: meter meter Ligt de inrichting in een: O Grondwaterbeschermingsgebied O Beschermingszone van een waterwingebied O Boringsvrije-zone van een waterwingebied O Binnen 3 km van een gebied wat als beschermd natuurmonument is aangewezen (Natuurbeschermingswet) O Stiltegebied /25

23 10.6 Nadere gegevens en/of opmerkingen 10.7 Toekomstige ontwikkelingen O Niet binnen afzienbare tijd O 11. Bijlagen O Plattegrondtekening(en), aantal verschillende tekeningen: O Grondstoffenonderzoek O Productbladen O Keuringsrapport O Energie-onderzoek/bedrijfsenergieplan O Luchtonderzoek O Akoestisch onderzoek O Rapport bodemonderzoek O Afvalstoffenonderzoek O Bedrijfsintern milieuzorgsysteem (BIM) O Kopie aanvraag bouwvergunning incl. bewijs van ontvangst (in enkelvoud bijvoegen) O Kopie aanvraag W.V.O. vergunning (in enkelvoud bijvoegen) O Beschrijving emissie-arme stalsystemen (b.v. GroenLabel leaflets) O Beschrijving Bodemlozing O Intentieverklaring/convenant doelgroepenbeleid O Datum: Plaats: Naam: Handtekening inrichtinghouder of gemachtigde: Besluit Behoort bij besluit van burgemeester en wethouders van de gemeente Gulpen-Wittem Datum besluit: No. besluit: De secretaris: Bijlagen: stuks /25

24 Bijlage 1: Tekening behorende bij aanvraag om milieuvergunning De bij de aanvraag behorende tekening(en) dient/dienen ten minste volgende onderdelen te bevatten en aan de volgende eisen te voldoen: A. Plattegrond (schaal 1:100 of eventueel 1:200) 1. grenzen van het terrein van de inrichting; 2 ligging en indeling van de gebouwen; 3. dwarsdoorsneden van gebouwen (indien kelder of verdieping aanwezig is); 4. gevelaanzichten van gebouwen; 5. de bestemming van de te onderscheiden (werk-)ruimten; 6. activiteiten, apparatuur, machines, electro- en verbrandingsmotoren, (verwarmings-) installaties en processen en hun onderlinge samenhang die van belang zijn voor de beoordeling van de mogelijke nadelige gevolgen voor het milieu; 7. plaats waar verplaatsbare machines en mobiele toestellen worden gebruikt en/of opgesteld (buiten werktijd); 8. plaats en aard van verhardingen en de functie hiervan; 9. functie van het onverharde gedeelte; 10. bedrijfsriolering, inclusief zuiverings-, meet- en controlevoorzieningen, lozingspunten, overstorten en bestemming, zonodig ook voor hemelwater; 11. emissiepunten en eventueel emissiebeperkende voorzieningen; 12. opslagplaatsen en -voorzieningen (bijv. ruimten, tanks, emballage); 13. veiligheidsvoorzieningen (bijv. brandblussers en -haspels, aanrijdbeveiliging, brandwerendheid); 14. materialen van vloeren, wanden, plafonds en terreinen; 15. laad- en losplaats; 16. in- en uitrit. B. Situatietekening (schaal minimaal 1:5.000) 1. aard en gebruik van de omliggende terreinen, gevoelige objecten, kwetsbare gebieden, waterlopen, openbare wegen. C. Optioneel 1. dwarsdoorsneden (bijv. t.b.v. emissiepunten); 2. renvooilijst inclusief vermogens en inhouden; 3. detailtekeningen (bijv. van emissie-arme stallen); 4. beplanting; 5. toekomstige uitbreidingen. In het geval van een uitbreidings- en wijzigingsvergunning dient uit de tekening(en) duidelijk te blijken welke deze betreffen. De aanvrager dient de tekening te voorzien van een datum en een handtekening /25

25 Bijlage 2: Lozen in de bodem Bij een aanvraag om ontheffing voor een lozing in de bodem, volgens het Lozingenbesluit bodembescherming dienen de volgende gegevens te worden overgelegd: A. Koelwater 1. de samenstelling en temperatuur van het koelwater; 2. de hoeveelheid van het koelwater; 3. de wijze waarop en de frequentie waarmee onderzoek wordt gedaan naar de samenstelling en de temperatuur van het koelwater; 4. de resultaten van een onderzoek naar de te verwachten effecten van de lozing op de hoedanigheid van de bodem op de korte en lange termijn; 5. de wijze waarop de lozing in de bodem plaatsvindt; 6. grenzen van het terrein van de inrichting. B. Overige vloeistoffen 1. de samenstelling van de vloeistof; 2. de hoeveelheid van de vloeisof; 3. de wijze waarop en de frequentie waarmee onderzoek wordt gedaan naar de samenstelling en de temperatuur van het vloeistof; 4. de resultaten van een onderzoek naar de te verwachten effecten van de lozing op de hoedanigheid van de bodem op de korte en lange termijn; 5. de wijze waarop de lozing in de bodem plaatsvindt; 6. de afstand van de kadastrale grens van het perceel waar de vloeistof vrijkomt tot de dichtstbijzijnde riolering; 7. de resultaten van een onderzoek naar de andere wijzen van afvoer van de vloeistof; 8. de voorgenomen wijze van definitieve beëindiging van de lozing in de bodem /25