Uw brief van. 22 juni 2004

Transcriptie

1 logoocw Het bestuur van de Stichting Handicap + Studie Postbus AE Utrecht Den Haag Ons kenmerk 23 augustus 2004 BGS/UGE-04/77336 Uw brief van 22 juni 2004 Onderwerp subsidie Impuls 2004, deel II; verpl.nr: 705A0-844 Geacht bestuur, Hierbij deel ik u mijn besluit mee over het bijgestelde deel II van het plan Impuls 2004 zoals u dat met bovengenoemde brief aan mij hebt voorgelegd. Over het bijgestelde deel I heb ik u bij brief van 5 juli 2004 (kenmerk BGS/UGE-2004/59361 U) mijn beslissing meegedeeld. De achtergronden en overwegingen voor mijn subsidieverlening ten aanzien van deel II zijn gelijk aan die van deel I. Ik verwijs u daarvoor naar genoemde brief van 5 juli Op grond van artikel 4, eerste lid, aanhef en onder a van de Wet Overige OCenW-subsidies besluit ik u een subsidie te verlenen van maximaal voor de uitvoering van het bijgestelde deel II van het plan Impuls De subsidie wordt verleend voor de hiernagenoemde onderdelen die zijn omschreven en begroot in uw brief van 31 maart 2004 en aangevuld en gewijzigd met uw brief van 22 juni Voor wat betreft de diverse producten en diensten voor instellingen en studenten merk ik op dat de subsidie in beginsel uitsluitend is bedoeld om de ontwikkelingskosten van deze producten en diensten te dekken, inclusief het ter beschikking stellen en het gebruik ervan in een testfase. Daarna zullen de producten en diensten door Handicap + Studie in het algemeen tegen een kostendekkend tarief aan de instellingen en studenten moeten worden aangeboden. Programmamanagement en organisatie 1. Programmamanagement en ondersteuning Communicatie over Impuls Kantoor, huisvesting, programmaman. en secr subtotaal Deskundigheidsbevordering Voorlichting 5. Voorlichtingscampagne Keuzegids subtotaal Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag T F W

2 blad 2/5 Tools 7. PEC-meter Beroepentest Prima praktijken = Good Practices Thematische brochures Sollicitatietraining Stagewijzer Vervolgonderzoek Internationale uitwisseling subtotaal totaal Op deze subsidietoekenning zijn de onderstaande algemene voorwaarden van toepassing. Daarnaast gelden voor enkele onderdelen specifieke voorwaarden. Onderstaand zijn eerst deze specifieke voorwaarden per onderdeel nader omschreven. Specifieke voorwaarden 4. Deskundigheidsbevordering Voor wat betreft de implementatie geldt in plaats van het gestelde onder 2.6 punt 1 van het projectvoorstel: na de ontwikkelingsfase is er een verklaring van meer dan 6 instellingen van hoger onderwijs waaruit blijkt dat zij ten minste 2 jaar van de ontwikkelde modulen gebruik zullen maken, al of niet onder begeleiding van Handicap + Studie, ten behoeve van de scholing van hun medewerkers. 5. Voorlichtingscampagne a. Het project Voorlichtingscampagne levert tevens als product op : een advies aan de Handicap + Studie over de opzet van de eigen structurele voorlichting ten aanzien van de rol van decanen enz. b. De producten en resultaten van de voorlichtingscampagne worden eigendom van Handicap + Studie. 6. Keuzegids a. de overeenkomst die Handicap + Studie met Choice/HOP aangaat, beperkt zich uitdrukkelijk tot en met de activiteiten in a. de data omtrent de tevredenheid van de studenten worden ook eigendom van Handicap + Studie b. de onder a genoemde data kunnen worden bewerkt door Handicap + Studie en worden al of niet bewerkt ook opgenomen in de Almanak Aangepast Hoger Onderwijs van Handicap + Studie. 7. PEC-meter a. voor wat betreft de implementatie geldt in plaats van het gestelde onder 2.6 punt 1 van het projectvoorstel: na de pilotfase is er een verklaring van meer dan 6 instellingen van hoger onderwijs waaruit blijkt dat zij tenminste 2 jaar van de ontwikkelde PEC-meter gebruik zullen maken ten behoeve van de ondersteuning van de betrokken studenten. b. Tot de pilotfase behoort een bruikbaarheids- en tevredenheidsonderzoek onder betrokken studenten. Het resultaat van dit onderzoek wordt opgenomen in het eindverslag over dit project. 8. Beroepentest a. Bij het uittesten van de aangevulde beroepentest worden minimaal 2 x de betrokken leerlingen, de betrokken studenten, de decanen VO en de decanen /studie-adviseurs HO betrokken. In de eindrapportage wordt het resultaat van een tevredenheidsonderzoek onder deze groepen opgenomen. b. voor wat betreft de implementatie geldt in plaats van het gestelde onder 2.6 punt 1 van het projectvoorstel: na de ontwikkelfase is er een verklaring van meer dan 6 instellingen van hoger onderwijs en meer dan 12 instellingen voor voortgezet onderwijs waaruit blijkt dat zij ten

3 blad 3/5 minste 2 jaar van de ontwikkelde beroepentest gebruik zullen maken ten behoeve van de ondersteuning van de betrokken leerlingen/studenten. 9. Prima praktijken = Good practices Voor wat betreft de implementatie geldt in plaats van het gestelde onder 2.6 punt 1 van het projectvoorstel: bij de afronding van de publicatie is er een verklaring van meer dan 6 instellingen van hoger onderwijs waaruit blijkt dat zij zich ten minste 2 jaar in hun beleid willen laten inspireren door de inhoud van de publicatie. 10. Thematische brochures voor wat betreft de implementatie geldt in plaats van het gestelde onder 2.6 punt 1 van het projectvoorstel: na afronding van het product is er een verklaring van meer dan 6 instellingen van hoger onderwijs waaruit blijkt dat zij ten minste 2 jaar de ontwikkelde brochures bij hun reguliere werkzaamheden zullen betrekken. 11. Sollicitatietraining Tot de betrokkenen aan wie het concept-sollicitatietrainingspakket voor studenten wordt voorgelegd, behoren in elk geval minstens vijf werkende gehandicapte studenten met een recent afgesloten HO-opleiding, en zo mogelijk hun werkgevers. 12. Stagewijzer Tot de betrokkenen met wie de stagewijzer wordt samengesteld, behoren in elk geval minstens 5 werkende gehandicapte studenten met een recent afgesloten HO-opleiding, en zo mogelijk hun werkgevers. 13. Vervolgonderzoek Studeren met een handicap a. In het onderzoek wordt tevens onderzocht : de bekendheid van de studenten met Handicap + Studie, en de waardering van de studenten voor de studentgerichte informatievoorziening door Handicap + Studie. b. de mogelijkheid tot afstemming en inbedding van het onder 14 bedoelde onderzoek moet nader worden onderzocht. 14. Internationale uitwisseling a. de subsidie voor het onderdeel ESF-Equal-onderzoek naar oorzaken van vroegtijdige studie-uitval wordt slechts toegekend indien het projectvoorstel zoals dat moet worden uitgewerkt na goedkeuring van de aanvraag voor verlening van voorbereidingssubsidie en reservering van subsidiemiddelen, met betrokkenheid van het ministerie van OCW wordt uitgewerkt. De toekenning van deze subsidie houdt niet in dat er vervolgsubsidie voor de uitvoering van het onderzoek zal worden gegeven. De mogelijkheden voor afstemming en inbedding in het onder punt 13 vermelde onderzoek moeten worden nagegaan. b. voor wat betreft de implementatie van het onder a genoemde project geldt in plaats van het gestelde onder 2.6 punt 1 van het projectvoorstel: het onderzoek- en projectenvoorstel wordt gedragen door minstens 10 HO-instellingen, dat wil zeggen dat deze zich bereid hebben verklaard zijn aan de uitvoering van het onderzoek en de projecten mee te werken. c. voor wat betreft de implementatie van het project HEAG II geldt in plaats van het gestelde onder 2.6 punt 1 van het projectvoorstel: na afronding van het product is er een verklaring van minstens 10 instellingen van hoger onderwijs waaruit blijkt dat zij ten minste 2 jaar de link naar de website HEAG II zullen handhaven op hun eigen website. Algemene voorwaarden: 1. Subsidieverlening a. De subsidie wordt uitsluitend besteed aan de onderdelen zoals hiervoor genoemd met als doel de toegankelijkheid van het hoger onderwijs te vergroten voor studenten met een handicap of een chronische ziekte. b. De subsidie wordt besteed conform de begroting die is ingediend bij de brief van 22 juni c. De subsidie wordt verstrekt voor de periode van 1 januari 2004 tot en met uiterlijk 31 december d. De subsidie wordt in twee termijnen beschikbaar gesteld, te weten een bedrag van in 2004 en een bedrag van maximaal in 2005.

4 blad 4/5 2. Verslaglegging over de activiteiten a. De Stichting Handicap + Studie dient binnen drie maanden na afloop van het project een verslag in van de activiteiten. b. Het activiteitenverslag beschrijft de aard en omvang van de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, en bevat een analyse van de verschillen tussen de voorgenomen activiteiten en de beoogde resultaten zoals vermeld in de goedgekeurde onderdelen van het plan Impuls 2004 en de feitelijke realisatie daarvan. Het activiteitenverslag bevat ook een evaluatie van de Stichting Handicap + Studie over de mate waarin de projectactiviteiten op de instellingen voor hoger onderwijs hebben bijgedragen aan de gestelde doeleinden. c. De inrichting van het activiteitenverslag komt overeen met de inrichting van het plan Impuls 2004 aangaande de met deze brief goedgekeurde onderdelen ervan. d. Indien het activiteitenverslag niet voldoet aan de gestelde eisen, wordt de Stichting Handicap + Studie daarvan in kennis gesteld, waarbij een termijn wordt aangegeven waarbinnen de Stichting alsnog aan die eisen kan voldoen. 3. Financiële verslaglegging a. De Stichting Handicap + Studie dient binnen drie maanden na afloop van het project een financieel verslag over het project in. In het financieel verslag wordt een heldere relatie gelegd met het activiteitenverslag als genoemd in artikel 2. b. Indien het financieel verslag niet voldoet aan de gestelde eisen, wordt de Stichting Handicap + Studie daarvan in kennis gesteld, waarbij een termijn wordt aangegeven waarbinnen de Stichting alsnog aan die eisen kan voldoen. 4. Financiële verantwoording a. Artikel 4.76 van de Algemene Wet bestuursrecht is van toepassing. b. De financiële verantwoording van de in deze brief verleende subsidie dient gelijktijdig te worden ingediend met de financiële verantwoording van de Stichting Handicap + Studie die volgt in het eerstvolgende jaar van het jaar waarin het project afloopt. c. De financiële verantwoording gaat vergezeld van een verklaring omtrent de getrouwheid, afgegeven door een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. d. De verklaring van de accountant omvat tevens een oordeel over de rechtmatige besteding van deze subsidie. e. De minister kan verplichtingen opleggen in verband met de inrichting van de accountantsverklaring. 5. Vaststelling subsidie a. Indien met het activiteitenverslag en met de financiële verantwoording wordt aangetoond dat de subsidie is aangewend voor het doel waarvoor deze is verleend, wordt de subsidie definitief vastgesteld. Hierbij geldt een maximum van b. Slechts de werkelijk gemaakte kosten worden bij de subsidievaststelling betrokken. c. De beschikking tot vaststelling van de subsidie wordt gegeven binnen drie maanden nadat een aan de eisen voldoende financiële verantwoording als hierboven respectievelijk onder punt 4 bedoeld, is ontvangen. d. De subsidie kan geheel of gedeeltelijk worden teruggevorderd indien: onjuiste, niet tijdige of onvolledige gegevens zijn verstrekt door de Stichting Handicap + Studie; het project niet is gestart of voortijdig wordt beëindigd; de Stichting Handicap + Studie heeft gehandeld in strijd met de aan de subsidie verbonden voorwaarden. e. Indien de subsidie lager wordt vastgesteld dan het bedrag dat eerder betaalbaar is gesteld, wordt het verschil door de Stichting Handicap + Studie teruggestort. 6. Informatieplicht

5 blad 5/5 a. Indien de activiteiten van de hiervoor genoemde onderdelen niet of niet geheel zijn gestart, aanzienlijk worden vertraagd dan wel voortijdig beëindigd, informeert de Stichting Handicap + Studie onverwijld schriftelijk de directeur van de directie Hoger Onderwijs van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, IPC 2250, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag. b. De Stichting Handicap + Studie werkt mee aan door of namens de minister ingestelde onderzoekingen die erop gericht zijn de minister inlichtingen te verschaffen ten behoeve van de ontwikkeling van het beleid. c. De Stichting Handicap + Studie verstrekt de minister en de door deze aangewezen personen de gevraagde inlichtingen. d. De Stichting Handicap + Studie draagt er zorg voor dat de minister en de door deze aangewezen personen volledig inzage hebben in boeken en bescheiden. e. De Stichting Handicap + Studie verleent de minister en de door deze aangewezen personen toegang tot de door hem gebruikte plaatsen. 7. Toezending stukken De in deze beschikking vermelde documenten moeten worden gestuurd aan CFI/BGS, Postbus 606, 2700 ML Zoetermeer, tenzij anders aangegeven. Heeft u vragen over deze brief, dan kunt u op werkdagen van 8.30 tot uur en van tot uur telefonisch contact opnemen met het Informatiecentrum Beroepsonderwijs, Volwasseneneducatie en Hoger Onderwijs. U kunt dit informatiecentrum rechtstreeks bereiken via het doorkiesnummer De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Mark Rutte Een belanghebbende kan tegen dit besluit binnen zes weken na de dag waarop het besluit hem is toegezonden, schriftelijk bezwaar maken door indiening van een bezwaarschrift bij de minister / de staatssecretaris van OCW, ter attentie van de Commissie voor de bezwaarschriften, Postbus 606, 2700 ML Zoetermeer. Meer informatie over het maken van bezwaar vindt u op de website: